Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg
Rapportage 2015 Q1
Vastgesteld in bijeenkomst van het Bestuur d.d.28 mei 2015
Inhoud 1.
Inleiding en bestuurlijk verslag ............................................................................... 3
2.
Risicomanagement: kansen en bedreigingen ........................................................... 9
3.
Financieel .............................................................................................................. 14 3.1 Algemeen............................................................................................................ 15 3.2 Bedrijfsvoering .................................................................................................... 15 3.3 Uitvoering Wsw .................................................................................................... 15 3.4 Uitvoering WIW/ID ............................................................................................... 16 3.5 Uitvoering overig ................................................................................................. 16 3.6 Verbonden partijen (tekortfinanciering volledige deelnemingen)................................. 16 3.7 Personeelskosten Wsw .......................................................................................... 16 3.8 Transitie ............................................................................................................. 17 3.9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen ........................................................... 17
4.
Kengetallen ........................................................................................................... 18
5.
WOZL verbonden partijen (WOZL bv’s) ................................................................. 27 5.1 Inleiding ............................................................................................................. 27 5.2 Opzet en inrichting van de rapportage .................................................................... 27 5.3 Ontwikkelingen in de organisatie ............................................................................ 27 5.4 Resultaten........................................................................................................... 29 BIJLAGEN - verslagperiode ......................................................................................... 36
2
1. Inleiding en bestuurlijk verslag
De Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid-Limburg (kortweg de GR WOZL) is door 11 gemeenten in Parkstad en Heuvelland opgericht en voert namens hen de regie op het beleid voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De GR WOZL geeft vervolgens vanuit haar regierol opdracht aan de uitvoeringsorganisaties om het beleid uit te voeren. Daarmee is de GR WOZL opdrachtgever namens de gemeenten voor de uitvoering van de Wsw, draagt waar van toepassing zorg voor herindicaties en is bepalend of tijdelijke contracten van Wsw- werknemers verlengd worden. De in de GR WOZL betrokken gemeenten zijn Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal. De uitvoeringsorganisaties die opdracht hebben gekregen vanuit de GR WOZL om de taken behorend tot de Wet sociale werkvoorziening op zich te nemen richten zich op de tewerkstelling van de aan hun zorg toevertrouwde medewerkers uit de Wsw- doelgroep. De primaire focus met de tewerkstelling ligt op de begeleiding van medewerkers met een Wsw-indicatie naar een passende en zo regulier mogelijke werkplek. Waar mogelijk wordt gewerkt bij opdrachtgevers buiten de locaties van WOZL, ofwel in het bedrijfsleven en waar dat niet anders mogelijk is binnen de beschutte werklocaties van WOZL. Om dat zo goed mogelijk uit te voeren, acteert WOZL in verschillende rollen:
De GR WOZL heeft eigen uitvoerings bv’s, die zij bestuurt en waarop zij toezicht uitvoert. Haar eigen uitvoeringsorganisatie (WOZL 1 bv) waaraan het grootste deel van de opdracht voor uitvoering is verstrekt heeft als moedermaatschappij twee volledige deelnemingen, bv’s die als zelfstandige entiteiten onder de paraplu van de GR WOZL zijn gebracht. Het accent ligt hier op (groeps-)detachering van Wsw-medewerkers bij bedrijven en instellingen in de regio en op zgn. beschut werk.
De GR WOZL detacheert Wsw-medewerkers bij speciaal voor de sociale werkvoorziening aangewezen uitvoeringsinstanties (Relim en De Werkmeester, de zogenaamde ‘externen’). De Wsw-medewerkers zijn in dienst bij WOZL. Deze private bedrijven dienen te voldoen aan vastgestelde criteria. Voor deze opdracht van de GR WOZL zijn uitvoeringsovereenkomsten opgesteld met de betreffende externe uitvoeringsorganisaties. Voor de WOZL BV’s is de daartoe vastgestelde begroting van toepassing.
De GR WOZL werkt samen met private bedrijven, waaronder met name Transfer Werkt en diverse MKB bedrijven in de regio, waar medewerkers met een Wsw-indicatie in dienst zijn. Deze private bedrijven worden via de GR WOZL gecompenseerd voor de kosten van begeleiding en de beperkte arbeidsproductiviteit van deze medewerkers (Begeleid Werken).
Tevens beheert en verantwoordt WOZL de gemeentelijke budgetten die voor de uitvoering van de Wsw zijn vrijgemaakt.
3
De opdracht voor 2015 De opdracht voor WOZL en de aan haar verbonden partijen (de WOZL bv’s) is en blijft schadelastbeperking voor de deelnemende gemeenten. Hiertoe wordt IDU als primair integraal proces in het jaar 2015 verder ontwikkeld, dat moet leiden tot passend werk voor de Wsw- medewerkers met een bijpassend reëel rendement. Om dit te bereiken wordt ingezet op verdergaande herstructurering en optimalisatie van de bedrijfsprocessen, waarbij de WOZL BV’s worden teruggebracht tot een onderdeel voor Detacheringen, een voor Beschut Werken en een onderdeel Beheer (‘holding’) waar de bedrijfsonderdelen door aangestuurd worden en (deels) middels stafafdelingen worden ondersteund. Uit de opdracht afgeleide doelstellingen voor het eerste kwartaal Er is met deze opdracht voor 2015, als logisch vervolg op de eerder ingezette transformatie van de aan WOZL verbonden partijen (de WOZL BV’s), feitelijk sprake van: 1. Lopende acties in het kader van de lopende operaties i.c. de bedrijfsvoering; 2. Voortzetting van vorig jaar ingezette acties en reparatiewerkzaamheden naar aanleiding daarvan, waaronder die voortgekomen zijn uit de H4 notitie; 3. Acties gericht op de verdere door te voeren verbeteringen in de bedrijfsvoering gegeven de kaders en doelstelling om de verbonden partijen (WOZL bv’s) als een effectief en efficiënt plaatsingsbedrijf te laten functioneren. Dit betreft de acties voor ‘Groen Licht’, zoals hierna toegelicht en voor zover de Algemene vergadering van Aandeelhouders daar toestemming voor gegeven heeft. In het eerste kwartaal is gegeven de opdracht een ‘spoorboekje’ ontwikkeld om op een beheersbare wijze verdere ontwikkelingen en verbeteringen door te voeren onder de werktitel ‘Groen Licht’, met name gericht op de WOZL bv’s. Dit ‘verbeterprogramma’ is de logische volgende stap in de transformatie van de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (WOZL bv’s). Het sluit daarmee aan op de eerdere plannen en door deelnemende gemeenten aangegeven kaders, zoals de Strategische Acht punten, de notitie H4 en de strategienota ‘Werken is ontwikkelen (en participeren)’. Een dergelijk verbeterprogramma is nodig om de opdracht succesvol uit te kunnen voeren en zal leiden tot een effectieve en efficiënte organisatie, waarbij de aansluiting met de markt en het Werkgevers Servicepunt Parkstad (WSP) geborgd moet worden. Immers, naast het doorvoeren van kostenbesparingen zullen de medewerkers ook daadwerkelijk in zo renderend als mogelijk werk geplaatst moeten worden om de schadelast verder te beperken. Voor het eerste kwartaal stonden vervolgens nog de hierna volgende zaken op de agenda. Voor de GR WOZL:
Het opstellen van de jaarrekening 2014 GR WOZL met bijbehorende accountantscontrole;
Het opstellen van de concept begroting 2016 GR WOZL.
4
Voor de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (de WOZL bv’s):
Het verder vormgeven van de samenwerking met het WSP Parkstad met als doel een verdere uitwerking van de gemeenschappelijke werkgeversbenadering te realiseren;
Het opstellen van het verbeterprogramma ‘Groen Licht’ als nadere uitwerking met concrete actiepunten van de strategische notitie ‘Werken is ontwikkelen (en participeren)’.
Voor de verbonden partijen (de WOZL bv’s):
Functiewaardering HR21 gericht op het formeel indelen en waarderen van de huidige cao medewerkers werkzaam in de WOZL bv’s;
Terugdringen ‘leegloop’ binnen de beschutte werkomgeving;
Uitwerken van het concept organisatiemodel in lijn met de opdracht en de hieruit volgende aanpassingen voor de juridische entiteiten en bedrijfsvoering in kaart brengen;
De verdere operationalisering van de overgang van gemeentelijke groenactiviteiten.
Herstructurering en inbedding hiervan in organieke structuur Zoals hiervoor aangegeven is de herstructurering en uitwerking hiervan in het bijpassende organisatiemodel onderdeel van de opdracht en gepland in het eerste halfjaar van 2015. Qua structuur is met de strategienota ‘Werken is ontwikkelen (en participeren)’ gekozen voor het inregelen van een Detacheringsonderdeel, een onderdeel Beschut Werken en een onderdeel Beheer (holding). Als onderdeel van het Groen Licht is in het eerste kwartaal gestart met de voorbereidingen om de bestaande juridische entiteiten ‘om te zetten’ naar de beoogde structuur. Hierbij spelen zaken als governance en de indeling van cao personeel naar de betreffende onderdelen een belangrijke rol. Daarbij is van belang in welke mate deze structuur voldoet aan de opdracht om te zijner tijd het Detacheringsonderdeel over te kunnen hevelen naar het WSP. Met ingang van dit eerste kwartaal wordt vooruitlopende op de definitieve besluitvorming, met name gericht op de indeling van formatie in de diverse bedrijfsonderdelen, in lijn met de beoogde structuur gerapporteerd. De formele besluitvorming zal gedurende het tweede kwartaal binnen het Bestuur van de GR WOZL en door de aandeelhouders van de WOZL 1 bv plaatsvinden. De gekozen rapportagestructuur voor de verbonden partijen is daarmee onder voorbehoud van deze besluitvorming in Hoofdstuk 5 opgenomen. Hierbij moet opgemerkt worden dat eventuele afwijkingen van de verbonden partijen onderling, indien tot een andere indeling zou worden besloten, geen effect heeft op de vermelde totale geconsolideerde cijfers. Financieel resultaat en plaatsingen eerste kwartaal De realisatie van het in de 1ste begrotingswijziging opgenomen Wsw- programma is toegelicht in hoofdstuk 3 en samengevat in de tabel ‘overzicht baten en lasten eerste kwartaal 2015’. Tot en met deze rapportageperiode is er totaal sprake van een resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen van -/- € 2 miljoen. Het netto resultaat komt nagenoeg op begroting uit. Op basis van de huidige informatie is de verwachting dat de in de 1ste begrotingswijziging 2015 opgenomen tekortfinanciering niet zal worden overschreden. In het eerste kwartaal van 2015 zijn circa 4.300 personen (3.986 AJ) werknemers van de GR WOZL ingezet op passend werk via de aangewezen uitvoeringsorganisaties, zowel extern Beschut
5
als de WOZL BV’s. Tevens zijn circa 200 personen (199 AJ) begeleid in het werken bij reguliere werkgevers, waarbij sprake is van een verstrekking van loonkostensubsidie. Door de deelnemende gemeenten zijn voor de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (de WOZL bv’s) uitgangspunten geformuleerd. Eén van de uitgangspunten is de verbonden partijen van de GR WOZL zodanig in te richten dat op termijn detacheringsactiviteiten aan een derde partij kunnen worden overgedragen. De GR WOZL hanteert daarbij als doelstelling om zoveel mogelijk medewerkers uit de doelgroep de ‘beweging van binnen naar buiten’ te laten maken. Dit moet leiden tot zoveel als mogelijk detacheringen op zo regulier mogelijke werkplekken op de locatie van opdrachtgevers, zowel op individuele basis als in groepen. In een jaar tijd is een toename met 10,1 procent van het aantal gedetacheerden gerealiseerd. De cijfers op basis van voortschrijdende 12 maanden:
Ultimo april 2014
52,3 procent
Ultimo maart 2015
61,8 procent
In de detachering zijn zowel de individueel gedetacheerden, begeleid werkers als medewerkers in de groepsdetacheringen opgenomen. Totaal is 29,9 procent nu nog werkzaam binnen een beschutte omgeving (zie kengetallen paragraaf 4). Voor het merendeel van deze laatste groep medewerkers geldt dat zij aangewezen zijn en blijven op een beschutte werkomgeving. De mogelijkheden voor deze groep liggen vooral in het middels groepsdetachering gaan werken in een reguliere werkomgeving. De effecten van het verder doelgericht ontwikkelen van medewerkers gericht op doorstroom naar detacheringen worden op de middellange termijn (periode 2015 – 2018) zichtbaar.
Overige resultaten in het kader van de bedrijfsvoering De overige resultaten worden hierna per rol en entiteit, zoals de GR WOZL als regievoerder en opdrachtgever, weergegeven. Voor de GR WOZL:
de jaarrekening 2014 als verantwoordingsdocument is opgesteld (en op het moment van schrijven van dit kwartaalverslag inmiddels door het Bestuur aan de raden gezonden);
de concept begroting 2016 met de meerjarenraming 2017 – 2019 is voorbereid;
de accountantscontrole gericht op de beoordeling van de jaarrekening 2014 is inmiddels succesvol afgerond.
Voor de GR WOZL en de aan haar verbondenpartijen (de WOZL bv’s):
in lijn met de eerder door de deelnemende gemeenten vastgestelde strategische koers en de daaruit afgeleide opdracht om WOZL zodanig vorm te geven dat hieraan voldaan kan worden is het verbeterprogramma ‘Groen Licht’ opgesteld. Dit verbeterprogramma richt op de verdere inrichting van de organisatie met bijbehorende processen om tegen zo laag mogelijke kosten de beweging van binnen naar buiten verder vorm te geven. Hierbij wordt, volgens opdracht, aangesloten bij de regionale werkgeversbenadering;
6
de interim controle van de externe accountant is afgerond en verwoord in een concept managementletter.
Voor de verbonden partijen (de WOZL bv’s):
de overgang van ‘Commercieel Groen’ met bijbehorende operationele activiteiten aan de betreffende derde partij is afgerond met uitzondering van de definitieve financiële afrekeningen;
intentieovereenkomsten voor de definitieve overgang van gemeentelijke groenwerkzaamheden naar de gemeentelijke diensten van de deelnemende gemeenten zijn opgesteld en getekend door de gemeenten. Tevens is de feitelijke overgang verder voorbereid en vormgegeven.
Doelstellingen komende kwartaal Het komende kwartaal van 2015 staat met name in het teken van de hierna volgende zaken. Voor de GR WOZL:
het indienen van de aanvraag op een deel van de beschikbare gelden in het kader van de motie Kersten in samenwerking met de Werkvoorzieningen in Maastricht en Sittard.
Voor de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (de WOZL bv’s):
het vervolg geven aan het ingevoerde periodieke interne auditproces en rapportage;
de invoering van een integrale Planning & Control kalender;
de ontwikkeling, invoering en borging in de bestaande bedrijfsvoering van een dynamisch risicobeheersingsmodel gericht op het mitigeren van diverse risico’s;
de herstructurering en verdere professionalisering van de financiële administratieve processen en rapportages;
het inventariseren van de (mogelijkheden tot het invoeren van) verdergaande kengetallen en doelstellingen, waaraan normen verbonden worden die in het kader van de verantwoording over deze doelstellingen meetbaar gemaakt moeten kunnen worden. Dit betreft feitelijk de opmaat naar een doelmatig dashboard dat zowel de directie als het Bestuur van de GR WOZL meer in staat moet stellen om op doelstellingen te sturen;
de verbinding maken met het WSP, conform opdracht van het Bestuur van de GR WOZL, vanuit de WOZL BV’s en de daarin vertegenwoordigde Sales en Marketing functie.
Voor de verbonden partijen (de WOZL bv’s):
de definitieve financiële afwikkeling van de overgang van ‘Commercieel Groen’ met de overnamepartij;
de (formele) afronding van de accountantscontrole gericht op de jaarrekening 2014;
de doorvoering van de nieuwe organisatiestructuur in lijn met de ingezette strategische koers en toegelicht in de nota ‘Werken is ontwikkelen (en participeren)’;
de terugdringing van de leegloop in de beschutte locaties, met name door het contracteren van nieuwe- en het uitbreiden van bestaande business;
het vervolg op de in 2014 ingezette startmetingen gericht op het in kaart brengen van onze medewerkers qua competenties en mogelijkheden om ze de beweging van binnen naar buiten te laten maken;
7
de doorvertaling van de eerder uitgevoerde startmetingen in zogenaamde Individuele Ontwikkel Plannen (IOP’s) gericht op het kunnen laten doorstromen van medewerkers in hoger gekwalificeerd, dan wel beter renderende werkzaamheden;
acties door de WOZL BV’s voortkomend uit het verbeterprogramma Groen Licht, voor zover deze zijn besloten door de AvA;
het aantrekken van nieuw personeel in de WOZL BV’s in het kader van Groen Licht en voor zover besloten door de AvA.
8
2. Risicomanagement: kansen en bedreigingen Algemeen De deelnemende gemeenten zijn risicodrager voor de continuïteit van de GR WOZL. De GR WOZL heeft de plicht om de risico’s te inventariseren, te analyseren en te beheersen. De risico’s, gegeven de strategische nota ‘Werken is ontwikkelen en participeren’ van oktober 2014 worden periodiek beoordeeld en aangevuld. Daarnaast spelen (toekomstige) ontwikkelingen, in wet- en regelgeving en naar aanleiding van gemeentelijke besluitvorming rondom de Participatiewet, een rol. De GR WOZL inclusief de WOZL bv’s heeft nauwelijks beschikking over een ‘eigen’ weerstandsvermogen. De organisatie hanteert het uitgangspunt dat het niet over een eigen weerstandsvermogen hoeft te beschikken, om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen bij de uitvoering van de taken. Er wordt jaarlijks met de gemeenten afgerekend op basis van de vastgestelde jaarrekening en het hierin vermelde resultaat. Risico’s die niet afdoende gemitigeerd kunnen worden en zich onverhoopt voordoen, worden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen volledig ten laste gebracht van de in de GR WOZL deelnemende 11 gemeenten. Beoogde ontwikkelingen Het doel van de risicoparagraaf is het verschaffen van inzicht in mogelijke risico’s en de impact die deze kunnen hebben, waarbij een koppeling gelegd wordt naar de gevolgen voor weerstandsvermogen als gevolg hiervan. Tot nu toe beperkt de risicoparagraaf in de kwartaalrapportage zich tot het benoemen en beschrijven van risico’s. Hierbij wordt niet of nauwelijks ingegaan op de financiële impact die deze risico’s met zich mee kunnen brengen en wordt beperkt stilgestaan bij de mogelijk te nemen maatregelen om deze risico’s te mitigeren. Het risicobeheer is nog geen standaard onderdeel van de bedrijfsvoering. De diverse risico’s zijn ook niet belegd bij risicobeheerders (‘eigenaren’), waarmee niet duidelijk is wie naast de eindverantwoordelijke directie een rol heeft toebedeeld gekregen in het mitigeren van de risico’s. Naast de behoefte om hiermee aan de slag te gaan vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering en de verantwoordelijkheid van de directie hierin heeft ook het Bestuur verzocht om de invoering van een verdiepend (dynamisch) risicobeheersingsmodel. Met het nieuw in te voeren risicobeheersingsmodel worden risico’s verder gecategoriseerd en / of ingedeeld naar een aantal perspectieven. Bij voorkeur en waar mogelijk worden met de invoering hiervan de risico’s qua financiële impact geanalyseerd en vervolgens op basis van deze analyse gekwantificeerd in een minimale –en maximale financiële impact. Het invoeren van het uitgebreidere risicobeheersingsmodel leidt ertoe dat
9
WOZL het risicobeheer zal borgen als onderdeel van de bedrijfsvoering en doelgericht aan de slag gaat met verdergaand mitigeren van risico’s, met name die door WOZL beïnvloedbaar zijn. De risico’s in beeld In het kader van de uitvoering van risicomanagement zijn de - hieronder toegelichte - risico’s als volgt te categoriseren: •
Algemene en economische risico’s
•
Participatiewet, taakstelling en financiering Wsw-programma
•
Bedrijfsvoering en uitvoering Wsw-taken in de verbonden partijen
•
Arbeidsvoorwaardelijke en juridische risico’s
Algemene en economische risico’s Economische en omgevingsfactoren De omgeving rondom de GR WOZL organisatie inclusief de WOZL bv’s en de economische omstandigheden zijn aan ontwikkelingen onderhavig en zullen dat ook blijven. Bedrijven kunnen hinder ondervinden van zowel de economische ontwikkelingen als van zich wijzigende wet- en regelgeving, waardoor er minder behoefte kan ontstaan aan de dienstverlening van de WOZL bv’s. Ondanks voorzichtig economisch herstel wordt niet zonder meer tot contractverlenging overgegaan. Dit heeft een impact op de detacheringscontracten van de verbonden partijen en daarmee de plaatsingsmogelijkheden van Wsw-medewerkers bij bedrijven. Dit kan leiden tot een onvoorziene terugstroom van geplaatste Wsw-medewerkers en dit legt mogelijk ook een druk op de tarieven. Risico’s afzetmarkt De GR WOZL en met name de WOZL bv’s vervreemden de risicovolle activiteiten en hebben daartoe reeds enkele grote groepsdetacheringen afgesloten. In de begroting is rekening gehouden met een groei van groepsdetacheringen. Die groepsdetacheringen zijn zodanig van omvang dat er sprake is van een beperkt aantal opdrachtgevers. Dat maakt de GR WOZL inclusief de aan haar verbonden partijen (WOZL bv’s) kwetsbaar. De overeenkomsten hebben weliswaar een meerjarige looptijd (ca. 5 jaar) maar de toekomst is onduidelijk. De WOZL bv’s en de verbonden partijen zullen de juiste prijs / kwaliteitsverhouding moeten blijven leveren. De verwachting is daarbij dat de tarieven voor onze diensten van beschutte activiteiten en - in mindere mate - van de groepsdetacheringsactiviteiten structureel dicht bij het huidige niveau zullen blijven. Voor individuele detachering ligt ons uurtarief (landelijk beschouwd) aan de bovenkant van wat er met individuele detacheringen mogelijk lijkt. Geen passend werk en verbinding met de markt Er is een noodzaak tot een stevige verbinding met de markt. Enerzijds dienen werkgeversarrangementen ontwikkeld te worden, waarbij het werk bij opdrachtgevers passend gemaakt wordt voor onze doelgroep. Anderzijds moet werk gemaakt worden van het regionale Werkgeversservicepunt (WSP), waarbij nadrukkelijk de verbinding met de regionale uitvoeringsorganisaties wordt gelegd. Daarmee wordt expertise vanuit de bestaande infrastructuur ingebracht en kan ongewenste onderlinge concurrentie voorkomen worden tussen de diverse regionale uitvoeringsorganisaties. Onvol-
10
doende aandacht hiervoor heeft in hoge mate een negatief effect op de toegevoegde waarde van de verbonden partijen. Participatiewet, taakstelling en financiering Wsw-programma Taakstelling met bijbehorende financieringsvraag (2015 – 2018) Voor de GR WOZL is op basis van historische gegevens over de afgelopen zeven jaren in beeld gebracht hoe de realisatie van de Arbeidsjaren Wsw zich zullen ontwikkelen. Deze prognose is niet in lijn met de in september 2014 uitgebrachte circulaire van het Ministerie van SoZaWe. Hierin is in een lagere ‘taakstelling’ voorzien dan uit de gegevens van de GR WOZL en de verbonden partijen naar voren komt. Dit wijkt substantieel af en leidt met de vraag hoe de financiering naar de toekomst wordt vormgegeven, tot een substantieel en materieel risico. Uit schriftelijke correspondentie met een aantal deskundigen uit de deelnemende gemeenten blijkt vooralsnog dat dit risico niet hoog ingeschat wordt. Subsidiefinanciering buitengemeenten Er is sprake van circa 200 fte in buitengemeenten waarvoor de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (WOZL bv’s) de Wsw-taakstelling uitvoert. Hiertoe zijn in het kader van de invoering van de Participatiewet afspraken gemaakt om de werkwijze van de afgelopen jaren voort te zetten. Deze afspraken zijn vastgelegd in een gemeenschappelijke overeenkomst. Mochten er centrale regels komen voor buitengemeenten, dan worden deze van toepassing verklaard en kunnen eventuele afwijkingen van de betreffende afspraken tot een extra schadelast leiden voor de GR WOZL. Doorontwikkeling en herstructurering GR WOZL incl. WOZL bv’s ingevolge verdere keuzes gemeenten In de meerjarige doorrekening voor de GR WOZL en de aan haar verbonden partijen (WOZL bv’s) is rekening gehouden met het bestaan van zowel Beschut als Detachering in de jaren 2015 – 2018. Het besluit van poho AMB naar aanleiding van het Iroko-rapport betekent dat Detacheringen OZL BV op termijn (circa 2 jaar) dient op te gaan in het WSP. Per saldo zal de bijdrage van de 11 gemeenten in de tekortfinanciering door het wegvallen van het belangrijkste deel van de verdiencapaciteit aanzienlijk toenemen. Dit risico is berekend op circa € 2 miljoen tot circa € 4 miljoen voor het achterblijvende beschutte deel met de minste verdiencapaciteit. Dit risico is in het kader van de verder te maken keuzes inzake de Participatiewet de verantwoordelijkheid van de gemeenten. In het geval dat verdergaande herstructureringen bij de GR WOZL en de WOZL bv’s op basis van de door gemeenten te maken keuzes worden doorgevoerd, zullen deze waarschijnlijk tot zowel frictie- als transitiekosten leiden.
11
Bedrijfsvoering en uitvoering Wsw- taken in verbonden partijen Personeel Wsw Binnen de verbonden partijen (de WOZL bv’s) is sprake van een relatief grote groep Wswprofessionals die in de formatie voor lijn en stafposities zijn opgenomen. (2014: 143 fte). Hoewel de uitstroom de komende jaren naar verwachting beperkt is en door de verwachte forse afname van de totale doelgroep er minder staf- en lijnfuncties nodig zullen zijn, bestaat echter wel het risico dat ter vervanging cao-formatie aangesteld moet worden met hogere cao-loonkosten als gevolg, daar waar echte ‘sleutelposities’ niet vanuit de doelgroep opgevuld kunnen worden. Het huidige personeelsbestand zal tevens vergrijzen. Dit betekent een teruggang in toegevoegde waarde, wat zal leiden tot extra spanning op het exploitatieresultaat. Personeel CAO In oktober 2013 zijn voor 34 cao-medewerkers de contracten niet verlengd. Dit heeft tot een aantal procedures geleid. Deze procedures lopen nog. Naast het feit dat dit leidt tot potentieel hogere juridische kosten, kan de uitspraak leiden tot mogelijke extra kosten. Een en ander is vanzelfsprekend afhankelijk van de uitkomsten van de aangespannen procedures. Uitspraak in deze van de rechter volgt naar verwachting voor de zomer van 2015. ICT In het kader van de opdracht en het daaruit afgeleide verbeterprogramma is duidelijk dat op het gebied van ICT, en dan met name qua functionaliteit, het nodige (door)ontwikkeld moet worden om het leidende primaire proces te ondersteunen. Dit kan mogelijk tot nu nog onvoorziene investeringen leiden. Anderzijds liggen hier ook kansen om de kosten van ICT met bijbehorende ICT infrastructuur structureel terug te dringen. Vervreemdingen en doorontwikkeling in groepsdetacheringen Het streven is om nog risicovolle activiteiten binnen het bedrijfsonderdeel Beschut Werk te vervreemden. Hiermee is in de begroting qua meerjarige doorrekening rekening gehouden. De resultaatsverbetering zal met name het gevolg zijn van een teruggang in kosten van bedrijfsvoering en infrastructuur. Het risico is echter aanwezig, dat er geen overnamepartij is, dan wel bij uitblijven van overname het risico te groot wordt om de betreffende activiteit zelfstandig door te zetten. Indien zoals voorzienbaar geen alternatief werk voor de betreffende Wsw-medewerkers gevonden kan worden, kan een lager resultaat op de langere termijn het gevolg zijn.
12
Arbeidsvoorwaardelijke en juridische risico’s CAO Wsw De huidige CAO is geënt op een compleet arbeidsvoorwaardenpalet met een in de Wsw verankerde ontslagbescherming; Wsw-medewerkers zijn daardoor minder snel genegen om in dienst te treden van een andere werkgever. Detachering vergt daardoor veel overtuigingskracht. Naar verwachting zal de huidige groep Wsw-medewerkers de komende jaren (grotendeels) in dienst blijven, terwijl het negatieve subsidieresultaat verder toeneemt. Dat legt een financiële druk op de organisatie. Daarnaast zijn de onderhandelingen met betrekking tot de cao pas begin 2015 weer opgepakt, waarbij VNG aangaf geen ruimte te zien voor loonontwikkeling. De bonden beraden zich op eventuele acties. De kans op een loonsverhoging bestaat; elke procent loonsverhoging leidt tot circa € 1 miljoen extra lasten voor de GR WOZL en dus voor de deelnemende gemeenten. Kwaliteit inzet staf & lijnfuncties met CAO Wsw In de bedrijfsvoering van de WOZL BV’s is sprake van een substantieel aantal Wsw-medewerkers in staf & lijnfuncties. Met de nieuw ingestoken koers en de noodzaak om verbeterslagen door te voeren in de kwaliteit van primaire- en ondersteunende processen worden (deels) hogere eisen aan deze functies gesteld dan in het verleden. Het risico is daardoor aanwezig dat Wsw-medewerkers op enige termijn vervangen moeten worden door cao-medewerkers, welke duurder zijn, daar deze niet gesubsidieerd zijn. Pensioen De dekkingsgraad van het PWRI (pensioenfonds Wsw) bedroeg ultimo december 2014 107,5 procent (vereiste dekkingsgraad: 104,1 procent). Het PWRI heeft aangegeven dat met de invoering van de Participatiewet de betaalbaarheid van de opgebouwde pensioenen in het geding is. Door deze wet stagneert de instroom van – voor de financiering van de toekomstige pensioenrechten benodigde – jonge(re) deelnemers. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is voornemens hiervoor extra gelden beschikbaar te stellen. Er dient rekening gehouden te worden dat in de komende jaren de premies voor de werkgever mogelijk zullen gaan stijgen. Frictiekosten afbouw verbonden partijen (WOZL bv’s) Iroko attendeert in haar rapport “Samen verder bouwen” op mogelijk toekomstige financiële gevolgen van uitstroom van Wsw-medewerkers. Of de frictiekosten optreden in de mate zoals Iroko deze heeft berekend, is mede afhankelijk van de wijze waarop vroegtijdig ingespeeld kan worden op de afbouw, de wijze waarop alternatieven voor handen zijn en is mede afhankelijk van verdere besluitvorming van de gemeenten in deze. Met frictiekosten leidend tot extra uitgaven als gevolg hiervan is in de begroting van WOZL geen rekening gehouden.
13
3. Financieel
Overzicht Baten en Lasten eerste kwartaal 2015 2015
Rubriek
t/m maart 2015
begroting bijgesteld
Bedrijfsvoering
(bedragen x € 1.000,-)
begroting t/m maart
realisatie t/m maart
2015 verschil
prognose jaar
par. 3.2
baten
564
141
155
14
lasten
901
226
217
-8
901
-337
-85
-62
22
-335
101.673 101.109
26.356 26.211
26.683 26.620
327 409
101.673 101.109
563
145
63
-82
564
baten
2.503
626
463
-163
2.503
lasten
2.503
626
462
-163
2.503
0
0
0
0
0
150 150
38 38
29 29
-9 -9
150 150
0
0
0
0
0
Uitvoering Wsw
par. 3.3
baten lasten
Uitvoering WIW/ID
Uitvoering Overig
566
par. 3.4
par. 3.5
baten lasten
Verbonden Partijen (bv) par. 3.6 baten
0
0
0
0
0
lasten
7.676
1.935
1.927
-8
7.676
-7.676
-1.935
-1.927
8
-7.676
111.068 111.068
28.576 28.576
29.283 29.283
707 707
111.068 111.068
0
0
0
0
0
baten
0
0
0
0
0
lasten
0
0
56
56
624
0
0
-56
-56
-624
-7.449
-1.875
-1.982
-107
-8.071
Personeelskosten Wsw
par. 3.7
baten lasten
Transitie
par. 3.8
Resultaat voor financiering en algemene dekkingsmiddelen
Financiering en alg. dekkingsmiddelen Bedrijfsvoering
par. 3.9
337
84
62
-22
335
-563 7.676
-141 1.935
-63 1.927
78 -8
-563 7.676
7.449
1.879
1.926
48
7.447
Onvoorzien
0
0
Resultaat voor bestemming
0
4
-56
-60
-624
onttrekking reserve wachtlijstprobl. onttrekking reserve H4 transitie
0 0
0
0 56
0 56
0 624
Resultaat na bestemming
0
4
0
-4
0
Uitvoering Wsw Tekort bv's 2014
0
Mutaties in reserves
14
3.1 Algemeen In de paragrafen hierna volgt een toelichting op het hiervoor gepresenteerde ‘Overzicht Baten en Lasten eerste kwartaal 2015’. De in deze rapportage opgenomen realisatiecijfers worden afgezet tegen de 1e begrotingswijziging 2015, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 26 februari 2015. Samengevat wordt het nadelige verschil in resultaat na bestemming veroorzaakt door de hogere lasten ‘uitvoering Wsw’ en het licht lagere tekort in de verbonden partijen dan begroot. Tenzij anders vermeld, zijn alle bedragen verderop in deze rapportage weergegeven in duizendtallen.
3.2 Bedrijfsvoering Deze rubriek omvat de kosten van bedrijfsvoering voor de GR WOZL benodigd voor de sturing op de uitvoering van de Wsw- taken als belegd bij de diverse uitvoeringsorganisaties. Hierin begrepen zijn de kosten van formatie betreffende de bestuurssecretaris, (50 procent van) de concern controller, de coördinator doelgroepen, beleidszaken en financiën GR. Daarnaast is sprake van diverse algemene kosten met betrekking tot onder meer de accountantskosten, huisvesting, kantoorkosten et cetera. Hoewel er per rubriek kleine verschillen zijn komen de totale kosten bedrijfsvoering nagenoeg op het niveau van de begroting uit.
3.3 Uitvoering Wsw Hierbij worden onder de baten de rijkssubsidies verantwoord die de GR WOZL ontvangt van de deelnemende en niet-deelnemende gemeenten. Bij de deelnemende gemeenten gaat het daarbij om de rijkssubsidie op basis van de taakstelling 2015. Voor de niet-deelnemende gemeenten gaat het om de rijkssubsidie voor de Wsw-medewerkers van die gemeenten die via de GR WOZL tewerk zijn gesteld. Hoewel de realisatie van de Arbeidsjaren (AJ) in het eerste kwartaal met circa 51 AJ hoger zijn gerealiseerd dan begroot is de verwachting dat WOZL over het jaar 2015 gemiddeld op begroting zal uitkomen. Voor het eerste kwartaal betekent dit dat er sprake is van meer toe te rekenen subsidiebaten van € 327. Bij de lasten worden de subsidies verantwoord die de GR WOZL verstrekt aan de diverse uitvoeringsorganisaties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verbonden partijen (WOZL bv’s), Begeleid werken (o.a Transfer Werkt) en Beschut werken, niet zijnde de Beschutte omgeving binnen de verbonden partijen (Relim, Werkmeester). Daarnaast is er nog een kleine groep Wswmedewerkers die is tewerkgesteld bij buiten regionale uitvoeringsorganisaties (Vixia, MTB). Het verschil tussen realisatie en begroting tot en met deze rapportageperiode wordt grotendeels veroorzaakt door de hogere bezetting in AJ dan begroot was voor het eerste kwartaal. Er zijn met
15
de diverse uitvoeringsorganisaties verschillende prijsafspraken gemaakt. Dit heeft te maken met de mate van de benodigde begeleiding gegeven de aard van de doelgroep. Voor Begeleid Werken geldt daarbij dat er diverse prijsafspraken worden gemaakt binnen de kaders, zoals die met de begroting zijn vastgesteld. Met de realisatie blijkt er sprake te zijn van de nodige prijsverschillen. Het totaal aan bezettingsverschillen en prijsverschillen is totaal € 409 (€ 45 prijsverschil en € 363 bezettingsverschil).
3.4 Uitvoering WIW/ID In 2015 zorgt WOZL voor de uitvoer van de WIW-regeling voor de gemeenten Heerlen en Kerkrade en van de ID-regeling voor Kerkrade. De kosten worden volledig doorbelast aan deze gemeenten. Het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor WOZL.
3.5 Uitvoering overig In deze rubriek worden de kosten van het sociaal akkoord verantwoord. De kosten worden geheel in rekening gebracht bij de deelnemende gemeenten. Ultimo verslaggevingsperiode is het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor de GR WOZL.
3.6 Verbonden partijen
(tekortfinanciering volledige deelnemingen)
Het exploitatietekort van de deelnemingen ofwel de verbonden partijen (WOZL bv’s) komt met € 8 minder tekort nagenoeg op begroting uit. Voor een verdere toelichting op dit tekort wordt verwezen naar hoofdstuk 5 waar de verbonden partijen (WOZL bv’s) nader wordt toegelicht.
3.7 Personeelskosten Wsw Dit betreft de personeelskosten van de Wsw-medewerkers die zijn tewerkgesteld bij de WOZL-bv's. Het totaal hiermee gemoeide bedrag is voor het gehele jaar 2015 begroot op € 111 miljoen, inclusief overige personeelskosten waaronder reiskosten Wsw. In het eerste kwartaal zijn zowel de begrote als de gerealiseerde kosten hoger doordat als gevolg van (natuurlijk) verloop verspreid gedurende het jaar plaatsvindt. In lijn met de bezetting lopen de personeelskosten door dit verloop qua toerekening per kwartaal verhoudingsgewijs terug. De bezetting en toerekening in de begroting van personeelskosten is 25,92 procent in het eerste kwartaal en loopt terug naar 23,93 procent in het vierde kwartaal. De personeelskosten komen € 0,7 miljoen hoger uit dan begroot. Hiervan is € 0,2 miljoen het gevolg van een hogere bezetting dan begroot binnen de verbonden partijen. Daarnaast is er een prijsverschil van € 0,3 miljoen als gevolg van hogere sociale lasten dan begroot, die gedurende het jaar afneemt. Dit heeft te maken met de techniek van de salarisverwerking waarbij in lijn met de
16
regelgeving hieromtrent sociale premies en pensioenpremies tot een forfaitair maximumbedrag worden ‘gevuld’. In de tweede helft van het jaar nemen deze sociale premies relatief weer af daar de forfaitaire maxima bereikt zijn. Met de tweede kwartaalrapportage wordt het verschil in sociale lasten verder geduid. Daarnaast is er sprake van € 0,2 miljoen nog te ontvangen uitkeringen van het UWV inzake WAO voor Wsw- medewerkers. Deze te ontvangen uitkeringen zullen in het tweede kwartaal gecorrigeerd worden. De totale personeelskosten Wsw worden maandelijks bij de WOZL-bv’s in rekening gebracht inclusief een opslag voor de uitkering vakantiegeld en eindejaar. Bij de WOZL-bv’s worden deze kosten ten laste gebracht van het resultaat en maken onderdeel uit van de in het ‘Overzicht Baten en Lasten’ gepresenteerde tekort Verbonden Partijen (zie ook hoofdstuk 5). Ultimo verslaggevingsperiode is het saldo van deze rubriek derhalve nihil voor WOZL.
3.8 Transitie Deze kosten hebben betrekking op de initiële kosten voor de inrichting van de op 22 oktober 2012 opgerichte bv’s. In de jaarstukken 2014 is voorgesteld om het restant budget 2014 te reserveren. Tot en met maart is er € 56 uitgegeven, welke aan de hiervoor gevormde bestemmingsreserve zullen worden onttrokken.Het is de verwachting dat het totaal op de begroting uitkomt.
3.9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen De financiering voor het tekort van de verbonden partijen (WOZL bv’s) (de volledige deelnemingen) en het tekort van de GR bedrijfsvoering komt nagenoeg op begroting uit. Voor zowel de begroting als de realisatie is rekening gehouden met het ‘seizoenspatroon’ en de relatieve terugloop van de bezetting in AJ en formatie. Voor een gedetailleerd overzicht wordt hier verwezen naar de bijlage voor de subsidiedifferentiatie en de bijlagen voor bijdragen gemeenten.
17
4. Kengetallen In deze paragraaf worden de diverse kengetallen met betrekking tot de de Wsw-populatie, de bezetting en in werk geplaatste medewerkers opgenomen. Deze getallen zijn inclusief de aan GR WOZL gelieerde uitvoeringsorganisaties Relim en Werkmeester, inclusief de verbonden partijen (WOZL bv’s) en exclusief Begeleid Werken. Waar hiervan afgeweken wordt, is dit in de toelichting specifiek vermeld. De brongegevens zijn gebaseerd op de peildatum 31 maart 2015. Vergelijkende cijfers zijn weergegeven per 31 maart 2014, waarmee op basis van een voortschrijdende 12 maanden inzicht wordt verkregen in de ontwikkelingen. Het doel is om met de verdere ontwikkeling van kengetallen en kritische prestatieindicatoren (kpi’s) in het tweede kwartaal een ‘dashboard’ aan te leveren. Met dit dashboard worden naast de doelstellingen gegeven de kpi’s een normenkader voorbereid, zodat vastgesteld kan worden in hoeverre de getoonde kengetallen en kpi’s als succesvol gezien kunnen worden. Hierbij wordt voor het normenkader de aansluiting met de begroting gemaakt. De ontwikkeling van dit dashboard is niet in een keer klaar, maar moet gezien worden als een iteratief proces. Hierbij is de toetsing van de processen gegeven de gewenste informatie op het dashboard een belangrijke stap. De vraag staat hierbij centraal in hoeverre de informatiestromen vanuit het werkproces en de beschikbare functionaliteiten in ondersteunende systemen aansluiten met de gewenste informatie om de kengetallen en kpi’s te kunnen rapporteren. Ultimo tweede kwartaal wordt de eerste volledige inventarisatie verwacht, waarbij de door de deelnemende gewenste kengetallen vanzelfsprekend worden meegenomen. Tabel 1 31 maart 2015
Indeling bezetting naar handicap categorie:
Beschut matig Beschut ernstig
handicap categorie (in pers.)
pers.
fte's
3902
3501,7
397
328,0
4299
3829,6
9%
Beschut matig Beschut ernstig
91%
18
31 maart 2014
Indeling bezetting naar handicap categorie:
handicap categorie
(in aantal personen) Beschut matig Beschut ernstig
3932
9%
395 4327
Beschut matig Beschut ernstig
91%
De afname in de bezetting is voornamelijk zichtbaar in de groep Wsw- medewerkers met een als “Matig” gekwalificeerde arbeidshandicap.
Tabel 2 31 maart 2015 Indeling bezetting naar leeftijd: pers.
fte's
< 25 jaar
62
57,1
25 < 35 jr.
471
418,5
35 < 45 jr
663
588,5
45 < 55 jr
1447
1280,6
55 < 60
852
759,8
> 59 jr
804
725,1
4299
3829,6
leeftijd (in pers.) 1%
11%
19%
< 25 jaar 25 < 35 jr.
15%
35 < 45 jr 45 < 55 jr
20%
55 < 60
34%
> 59 jr
31 maart 2014 Indeling bezetting naar leeftijd: (in aantal personen) < 25 jaar 25 < 35 jr.
leeftijd 70
2%
485
17% 35 < 45 jr 45 < 55 jr
< 25 jaar
11%
25 < 35 jr.
685 16%
1516
55 < 60
826
> 59 jr
745 4327
19%
35 < 45 jr 45 < 55 jr 55 < 60
35%
> 59 jr
Er is ongewijzigd sprake van een relatief grote groep oudere werknemers in de Wsw, namelijk 72 procent met een leeftijd van 45+. (Ultimo Maart 2014: 71 procent). Vanaf 2015 neemt deze groep
19
in verhouding snel toe, doordat de instroom van Wsw-geïndiceerde werknemers per 1 januari van dit begrotingsjaar 2015 is gestopt. Tabel 2a 31 maart 2015 Jaar van bereiken AOW-leeftijd van medewerkers van 60 jaar en ouder*: pers.
fte's
jaar 2015
113
105,0
jaar 2016
111
97,7
jaar 2017
131
jaar van bereiken AOW-gerechtigde leeftijd jaar 2015
9%
14%
120,1
jaar 2018
134
118,6
jaar 2019
126
113,0
jaar 2020
115
105,7
jaar 2021
74
65,0
804
725,1
jaar 2016
14%
14%
jaar 2017 jaar 2018
16%
jaar 2019 16% 17%
jaar 2020 jaar 2021
* gebaseerd op AOW-leeftijd, zoals die m om enteel geldt
Bovenstaande tabel geeft per jaar voor de komende jaren de verwachte uitstroom weer vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de Wsw-geïndiceerde werknemers die ultimo maart 2015 60 jaar of ouder zijn. De stand gemeld in tabel 2 (31 maart 2015) gecorrigeerd voor de medewerkers die met pensioen gaan gedurende het jaar 2015 zou dan ultimo 2015 uitkomen op 3.724,6 FTE. Overigens zijn er naast pensioen als categorie uitstroom meer categorieën van toepassing (zie tabel 7), die zijn ingeschat voor de begroting 2015, zoals WAO, overlijden etc.
Tabel 3 31 maart 2015 Indeling bezetting naar omvang dienstverband:
omvang dienstverband (in pers.) pers. < 10 uur
0%
fte's
7
1,5
10 < 18 uur
124
48,4
18 < 36 uur
1068
679,7
36 uur
3100
3100,0
3%
25%
< 10 uur 10 < 18 uur
18 < 36 uur
4299
3829,6
72%
36 uur
20
31 maart 2014
Indeling bezetting naar omvang dienstverband:
omvang dienstverband
(in aantal personen)
0% < 10 uur
3%
8
10 < 18 uur
121
18 < 36 uur
1067
36 uur
3131
< 10 uur
25%
10 < 18 uur 18 < 36 uur 72%
36 uur
4327
De afname in de bezetting is voornamelijk zichtbaar in de groep Wsw- medewerkers met een fulltime dienstverband. De populatie Wsw- medewerkers met een parttime dienstverband blijft nagenoeg ongewijzigd. Tabel 4 31 maart 2015 Indeling bezetting naar loonschaal wsw: pers.
fte's
minimumloon
628
502,4
schaal A
134
106,9
schaal B1
234
193,7
schaal B2
318
274,7
schaal C1
541
485,1
schaal C2
828
747,6
schaal D1
585
541,7
schaal D2
435
411,3
schaal E
339
318,9
schaal F
191
182,8
schaal G
55
54,0
schaal H
9
8,6
schaal I
2
2,0
4299
3829,6
loongroep (in pers.) 1% 8%
0%
minimumloon schaal A
0%
4%
schaal B1
15%
10%
3% 6% 7%
14%
schaal B2 schaal C1 schaal C2 schaal D1 schaal D2 schaal E schaal F
13%
schaal G
19%
schaal H schaal I
31 maart 2014 Indeling bezetting naar loonschaal wsw: (in aantal personen) minimumloon
550
schaal A
135
schaal B1
243
schaal B2
309
schaal C1
558
schaal C2
861
schaal D1
612
schaal D2
437
schaal E
352
schaal F
201
schaal G
56
schaal H
10
schaal I
3
loongroep 1% 5% 8%
minimumloon
0%
schaal A
0%
schaal B1
13%
3%
schaal B2 schaal C1
6%
10%
schaal C2 schaal D1
7% 14%
schaal D2 schaal E
13% 20%
schaal F schaal G schaal H schaal I
4327
Een aanzienlijk gedeelte van de Wsw-medewerkers ontvangt een relatief hoog Wsw-loon, wat de gemiddelde werkgeverslasten van circa € 31.493 per Wsw-medewerker verklaart (exclusief overige personeelskosten zoals vervoer e.d.). Vanaf 1 januari 2015 vindt geen instroom meer plaats,
21
waardoor de invloed van instroom van Wsw medewerkers met een minimumloon structureel daalt. Uitgaande van de landelijke trend dat de relatief oudere werknemers binnen de Wsw-cao meer loon ontvangen dan de jongere werknemers, zal het gemiddelde (bij gelijkblijvend prijspeil) naar verwachting op de langere termijn als gevolg van de uitstroom van gepensioneerden langzaam omlaag gaan. Tabel 5 31 maart 2015 bedrijfsonderdeel
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
4% 2% 4% pers. Beheer
Beheer
162
Detachering OZL bv
2602
Beschut OZL bv
1267
Relim
166
Werkmeester
102
Detachering OZL bv
Beschut OZL bv
29%
Relim
61%
Werkmeester
4299
31 maart 2014
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel: (in aantal personen) Detachering OZL bv
1439
Groen OZL bv
633
Post OZL bv
191
Beschut OZL bv WOZL Ondersteuning bv WerkSaam
bedrijfsonderdeel
4%
1%
4%
3%
3%
Detachering OZL bv Groen OZL bv Post OZL bv
33%
1448
WOZL Ondersteuning bv
172 52
ASB
161
Relim
122
Werkmeester
109
Beschut OZL bv
WerkSaam
33%
ASB
15%
4%
Relim Werkmeester
4327
Met de focus op de verbonden partijen (WOZL bv’s) Detachering, Beschut en Beheer is de relatief grote verschuiving naar Detachering goed zichtbaar (een toename in 1 jaar van 1.439 naar 2.602 in personen). Dit is voornamelijk het gevolg van de in het jaar 2014 doorgevoerde vervreemdingen van commerciële groenactiviteiten en postactiviteiten. Bij Beheer valt de afname op (van 172 naar 162 in een jaar). De cijfers tussen maart 2014 en maart 2015 zijn beperkt vergelijkbaar. Enerzijds als gevolg van de in 2014 gestarte vervreemdingen en de verschuiving van werkzaamheden in eigen beheer naar detachering bij derden. Anderzijds door de herstructurering van meerdere BV’s naar drie bedrijfsonderdelen. Daarnaast zijn de medewerkers van ASB naar Detacheringen overgegaan en zijn de Werksaam activiteiten beëindigd.
22
Tabel 6 31 maart 2015 bedrijfsonderdeel
Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel:
3%
3% 2% fte's Beheer Detachering OZL bv
2397,0
Beschut OZL bv
1100,2
Relim Werkmeester
Beheer
136,1
Detachering OZL bv
29%
Beschut OZL bv Relim
117,7
Werkmeester
63%
78,7 3829,6
31 maart 2014 Indeling bezetting naar bedrijfsonderdeel: (in fte's)
bedrijfsonderdeel 1%
Detachering OZL bv
1317,8
Groen OZL bv
597,6
Post OZL bv
177,4
Beschut OZL bv WOZL Ondersteuning bv WerkSaam ASB
4%
2%
2%
Detachering OZL bv Groen OZL bv
4%
Post OZL bv
34%
Beschut OZL bv
1255,1
WOZL Ondersteuning bv
144,4
WerkSaam
33%
46,4
ASB
144,4
Relim
84,7
Werkmeester
82,0
5%
Relim
15%
Werkmeester
3849,8
De tabellen voor bezetting naar bedrijfsonderdelen in fte laten een soortgelijke ontwikkeling zien als dezelfde tabellen luidend in personen. Derhalve wordt voor de verdere toelichting op deze tabellen naar de toelichting hiervoor verwezen. Tabel 7 31 maart 2015 Indeling naar uitstroom 2015 t/m 1e kwartaal:
uitstroom (in pers.) pers.
fte's
naar reguliere w erkgever
1
1,0
naar ander Sw -regio
4
3,8
10
9,0
1
0,5
(vroeg-)pensioen overlijden arbeidsongeschiktheid afloop proeftijd beëindiging dienstverband
18 11
0% 0%
-
2%
naar reguliere werkgever naar ander Sw-regio
9%
(vroeg-)pensioen
24%
overlijden
22%
11,4
-
-
overige
1
1,0
overplaatsing
-
-
arbeidsongeschiktheid afloop proeftijd
0%
beëindiging dienstverband
8,2
niet langer doelgroep
46
2%
niet langer doelgroep
39%
2%
overige overplaatsing
34,8
23
31 maart 2014 Indeling naar uitstroom 1e kwartaal 2% pers. naar reguliere w erkgever
-
naar ander Sw -regio
-
uitstroom 0%
0%
0%
naar reguliere werkgever naar ander Sw-regio (vroeg-)pensioen
17
(vroeg-)pensioen
4
overlijden
overlijden
34%
34%
arbeidsongeschiktheid
10
arbeidsongeschiktheid
afloop proeftijd
1
afloop proeftijd
beëindiging dienstverband
17
beëindiging dienstverband niet langer doelgroep
-
overige
1
overplaatsing
-
niet langer doelgroep
8% 2%
overige
20%
overplaatsing
50
Gedurende het eerste kwartaal van 2015 hebben 46 personen (34,8 fte) de organisatie om diverse redenen verlaten. Er is met name sprake van pensionering, verhuizing naar een andere regio, beeindiging dienstverband als gevolg van arbeidsongeschiktheid etc. De uitstroomcategorie arbeidsongeschiktheid betreft Wsw-medewerkers die langer dan 2 jaar ziek zijn en bij wie herstel om deel te nemen aan het arbeidsproces niet te verwachten is. Tabel 8 31 maart 2015
1 t/m 7 dgn.
8 t/m 14 dgn.
15 t/m 42 dgn.
> 42 dagen
totaal
12-mnd. VG
Ziekteverzuim Totaal WOZL
oktober 2013
2,20%
1,94%
4,59%
6,70%
15,43%
14,72%
november 2013
1,99%
1,78%
3,78%
7,05%
14,60%
14,57%
december 2013
0,86%
0,80%
4,60%
8,09%
14,35%
14,52%
januari 2014
1,90%
1,45%
3,17%
8,03%
14,55%
14,42%
februari 2014
2,47%
1,65%
4,39%
7,06%
15,57%
14,26%
maart 2014
1,91%
1,53%
4,15%
7,50%
15,09%
14,17%
april 2014
1,66%
1,59%
4,59%
7,31%
15,15%
14,22%
mei 2014
1,39%
1,35%
3,66%
7,35%
13,75%
14,32%
juni 2014
1,40%
1,49%
3,80%
7,13%
13,82%
14,34%
juli 2014
1,63%
1,28%
4,49%
7,09%
14,49%
14,47%
verzuimpercentage
16% 1 t/m 7 dgn.
40%
15%
8 t/m 14 dgn.
augustus 2014
1,47%
1,21%
3,58%
6,70%
12,96%
14,49%
15 t/m 42 dgn.
september 2014
1,78%
1,43%
4,33%
6,47%
14,01%
14,48%
> 42 dagen
oktober 2014
2,05%
1,84%
4,31%
6,66%
14,86%
14,43%
november 2014
2,29%
1,82%
4,46%
6,81%
15,38%
14,50%
december 2014
1,01%
0,74%
4,93%
7,85%
14,53%
14,51%
januari 2015
2,82%
1,93%
3,26%
7,52%
15,53%
14,60%
februari 2015
3,08%
2,35%
4,97%
6,19%
16,59%
14,68%
maart 2015
2,54%
2,28%
4,41%
6,13%
15,36%
14,70%
29%
Het verzuimcijfer (het voortschrijdende gemiddelde) laat over de afgelopen twaalf maanden een stijging zien van 0,53 procent en van 0,20 procent in de afgelopen vijf maanden. Dit ondanks de intensivering van de verzuimbegeleiding door zowel de organisatie als de arbodienst. Er liggen twee ontwikkelingen aan ten grondslag, namelijk de vervreemdingen en de griepepidemie met effecten op het kort en middellang verzuim. De griepepidemie is omvangrijke en langduriger dan in
24
voorgaande jaren. De vervreemding van groen, post en de kwekerij hebben in voorkomende gevallen geleid tot extra uitval van "kwetsbare" medewerkers. Naast deze ontwikkelingen hebben de cijfers enigszins onder druk gestaan als gevolg van de overdracht van de verzuimdossiers. Niet in alle gevallen zijn de dossier even adequaat opgepakt als gevolg van rolonduidelijkheid en concrete werkafspraken. Het langdurig verzuim is het laatste kwartaal gedaald, een eerste voorzichtige indicatie dat de extra inspanningen als genoemd onder het tweede punt hierna effect sorteren. De activiteiten gericht op terugdringing van het ziekteverzuim zijn inmiddels verder geïntensiveerd door:
SMT’s 1 keer in de 2 á 3 weken i.p.v. 1 keer in de 6 weken bijeen te laten komen. Hierbij worden niet enkel de probleemgevallen besproken, maar alle ziektegevallen, waaronder de frequent verzuimers en de medewerkers die door de jaren heen meer dan 50 procent ziek zijn.
Inloopspreekuren en spoedspreekuren zijn vrijgemaakt door de arbodienst zodat leidinggevenden meer ruimte hebben om snel te rade te gaan bij een VC of BA op het moment dat er iets gebeurd waar een actie voor nodig is zoals bij het geval dat er wordt getwijfeld aan de ziekmelding.
Een beslisboom m.b.t. ziekteverzuimbegeleiding als handvat voor de leidinggevenden is uitgewerkt, zodat ze kunnen zien welke wegen ze kunnen bewandelen in bepaalde situaties en bij welke adviesorganen ze terecht kunnen.
Trainingen voor leidinggevenden zijn ontwikkeld. Met ondersteuning van de arbodienst zijn er informatiesessies geweest voor de leidinggevenden en speciale trainingen gericht op verzuimbegeleiding.
Afgesproken is dat vanuit Apac en verschillende afdelingen extra uren worden ingezet om het verzuim op persoonsniveau inzichtelijk te hebben.
25
Tabel 9 Voortschrijdend tot en met 31 maart 2015
Ontwikkeling Sw-bezetting WOZL dec. 2012
jun. 2013
dec. 2013
april 2014
juni 2014
Overig
370
327
123
137
115
107
96
84
72
WOL
828
707
748
735
719
706
356
339
263
Beschut
1.152
1.160
1.158
1.146
1.097
1.106
1.140
1.177
1.198
Detacheringen
1.779
1.953
2.043
2.049
2.118
2.128
2.462
2.446
2.477
dec. 2012
jun. 2013
dec. 2013
april 2014
juni 2014
sept. 2014
dec. 2014
mrt.2015
mrt.2015
okt. 2012
in fte's
dec. 2014
okt. 2012
sept. 2014
(incl. ASB, Relim, Werkmeester en BW)
Overig
9,0%
7,9%
3,0%
3,4%
2,8%
2,6%
2,4%
2,1%
1,8%
in %-ages WOL
20,1%
17,0%
18,4%
18,1%
17,7%
17,4%
8,8%
8,4%
6,6%
Beschut
27,9%
28,0%
28,4%
28,2%
27,1%
27,3%
28,1%
29,1%
29,9%
Detacheringen
43,1%
47,1%
50,2%
50,4%
52,3%
52,6%
60,7%
60,5%
61,8%
In bovenstaande tabel valt af te lezen dat de bezetting bij detacheringen geleidelijk toeneemt. In de detachering zijn de individueel gedetacheerden, de begeleid werkers en de medewerkers in groepsdetacheringen opgenomen. De groepsdetacheringen bestaan voornamelijk uit opdrachten gerelateerd aan beschutte werkzaamheden en zijn verder toegenomen als gevolg van de vervreemdingen van commerciële groenactiviteiten en postactiviteiten. Deze groepsdetacheringen vinden veelal plaats op locatie bij de betreffende opdrachtgevers. De lijn van binnen naar buiten wordt hiermee verder vormgegeven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten zoals die door de deelnemende gemeenten zijn aangegeven.
26
5. WOZL verbonden partijen (WOZL bv’s) 5.1 Inleiding Voor u ligt de 1e tussentijdse kwartaalrapportage over 2015. Deze rapportage geeft het Dagelijks Bestuur informatie met betrekking tot de uitvoering van de Wsw- taakstelling, zoals die aan de verbonden partijen is opgedragen. Met deze rapportage wordt tevens inzicht gegeven in de verwachte resultaten ultimo 2015. De in deze rapportage opgenomen realisatiecijfers worden afgezet tegen de 1e begrotingswijziging 2015, zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 26 februari 2015. Het hierin begrote exploitatietekort voor de verbonden partijen bedraagt op jaarbasis € 7,676 miljoen. De verwachting i.c. prognose voor het gehele jaar 2015 is dat het exploitatietekort hierbinnen blijft. Qua structuur is met de strategienota ‘Werken is ontwikkelen (en participeren)’ gekozen voor het inregelen van een Detacheringsonderdeel, een onderdeel Beschut Werken en een Holding ofwel onderdeel Beheer. Als onderdeel van het Groen Licht is in het eerste kwartaal gestart met de voorbereidingen om de bestaande juridische entiteiten ‘om te zetten’ naar de beoogde structuur. Hierbij spelen zaken als governance en de indeling van cao personeel naar de betreffende onderdelen een belangrijke rol. Daarbij is van belang in welke mate deze structuur voldoet aan de opdracht om te zijner tijd het Detacheringsonderdeel over te kunnen hevelen naar het WSP. Met ingang van het begrotingsjaar 2015 wordt in lijn met de beoogde structuur gerapporteerd.
5.2 Opzet en inrichting van de rapportage De tussentijdse rapportage beoogt vooral een afwijkingenrapportage te zijn. De inzichten zijn gebaseerd op de rapportages en gegevens uit de financiële administraties en uit informatie die door het management van de bv’s is verstrekt. Daarbij is ook navraag gedaan naar de verwachtingen voor het 2e kwartaal, de ontwikkeling in risico’s en in verplichtingen.
5.3 Ontwikkelingen in de organisatie De jaarrekeningen voor de verbonden partijen zijn in concept aangeboden en de geconsolideerde concept jaarrekening zal worden voorzien van de bijbehorende accountantsverklaring. Daarbij wor-
27
den de formaliteiten, met name gericht op de afwikkeling van de dividenden1 binnen de verbonden partijen afgerond. De ‘vervreemding’ van Groen OZL zal naar verwachting in het 2e kwartaal 2015 afgerond zijn. De overdracht van de gemeentelijke groenbestekken aan de betreffende gemeentelijke diensten is grotendeels in het 1e kwartaal afgerond. De inzet van de Wsw- medewerkers is daarmee ook grotendeels omgezet naar detacheringen. Er zijn nog drie gemeenten waar de overgang nog definitief moet worden afgerond. De transitie op basis van de eerder vastgestelde H4 notitie is in 2015 voortgezet en de hieruit voortkomende acties zijn allen in gang gezet. De uitgaven als gevolg hiervan worden gefinancierd middels de in 2014 gevormde bestemmingsreserve, zoals die in de jaarrekening 2014 is opgenomen. Verwacht dat deze acties binnen de daarvoor ter beschikking staande bestemmingsreserve zullen worden afgerond. Als volgende stap in het transformatieproces is het verbeterprogramma Groen Licht aan het Dagelijks Bestuur in concept voorgesteld. Hiermee krijgt de transformatie van de GR WOZL inclusief de eigen uitvoeringsorganisatie (WOZL bv’s) gegeven de gemeentelijke kaders een logisch en noodzakelijk vervolg in 2015 met een mogelijke uitloop in 2016. Door hiermee vorm te geven aan verdergaande (noodzakelijke) verbeteringen in de bedrijfsvoering en het primaire proces wordt de organisatie in staat gesteld op transparante en professionele wijze sturing en uitvoering te gaan geven aan de opdracht van de betrokken gemeenten. Het eerste kwartaal heeft tevens in het teken gestaan van de oplevering van de Jaarrekening 2014 en de Begroting 2016, zoals deze met het schrijven van deze rapportage inmiddels aan het Dagelijks Bestuur en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders is aangeboden. Als onderdeel van het Groen Licht is in het eerste kwartaal gestart met de voorbereidingen om de bestaande juridische entiteiten ‘om te zetten’ naar de beoogde structuur. Met ingang van dit eerste kwartaal wordt vooruitlopende op de definitieve besluitvorming, met name gericht op de indeling van formatie in de diverse bedrijfsonderdelen, in lijn met de beoogde structuur gerapporteerd. De formele besluitvorming zal gedurende het tweede kwartaal binnen het Bestuur van de GR WOZL plaatsvinden. De voor de verbonden partijen gekozen rapportagestructuur voor de verbonden partijen is daarmee onder voorbehoud van deze besluitvorming hierna opgenomen. Hierbij moet opgemerkt worden dat eventuele afwijkingen van de verbonden partijen onderling indien tot een andere indeling zou worden besloten geen effect heeft op de vermelde totale geconsolideerde cijfers.
1
Met ingang van het jaar 2014 is de wetgeving (Flex B.V.) zodanig aangepast dat de aan de GR verbonden partijen (WOZL
bv’s) formeel positieve (exploitatie)resultaten pas kunnen storten aan de moedermaatschappij (WOZL 1 BV) wanneer hiertoe een AvA is uitgeschreven ter vaststelling van de jaarrekening, het bijbehorende resultaat en de daaruit voortkomende dividenduitkering aan de moedermaatschappij.
28
5.4 Resultaten Het netto resultaat tot en met maart komt uit op een tekort van € 1,927 miljoen versus een begroot tekort van € 1,935 miljoen. Daarmee is het tekort tot en met deze rapportageperiode nagenoeg op begroting uitgekomen. Het cumulatief exploitatieoverzicht van de verbonden partijen tot en met deze periode luidt als volgt:
bedragen x € 1.000,2015 (geconsolideerd) Omschrijving
Omzetwaarde Verbruik grondstoffen, inhuur, uitbesteed Bruto marge
begroting
realisatie
verschil
7.093
7.343
250
714
806
92
6.379
6.537
158
1.010
987
-23
Personeelskosten Lonen n-SW Opleidingen
62
26
-36
722 2 784 1.012 1.796
644 0 670 987 1.657
-78 -2 -114 -25 -139
1.536
1.456
-80
3.047
3.424
377
Lonen SW
28.125
28.622
497
Rijkssubsidie SW
23.143
23.271
128
Subsidieresultaat
-4.982
-5.351
-369
Netto resultaat
-1.935
-1.927
8
3.611 67
3.635 60
23 -7
Overige personeelskosten SW Overige personeelskosten n-SW personele kosten SW personele kosten n-SW Totaal Personeelskosten Totaal Bedrijfskosten Operationeel resultaat
Aantal FTE Wsw Aantal FTE N-Wsw
29
x € 1.000,begroting
realisatie
verschil
Resultaat rapportageperiode
Netto resultaat Af: subsidieresultaat
-1.935 -4.982
-1.927 -5.351
8 -369
3.047
3.424
377
Operationeel Resultaat
Het resultaat exclusief het subsidieresultaat (het verschil tussen ontvangen subsidie en gemaakte loonkosten voor Wsw-medewerkers) wordt ook wel het operationeel resultaat genoemd. Hiermee wordt nadrukkelijk de invloed aangetoond van de ontwikkelingen binnen de WSW gerelateerde subsidie en daarmee verbonden tewerkstellingskosten. Het resultaat per bedrijfsonderdeel (WOZL BV’s na herstructurering) is als volgt:
x € 1.000,Resultaat rapportageperiode
begroting
realisatie
verschil
WOZL Beheer Detachering OZL Beschut OZL
-48 126 -2.013
-78 265 -2.114
-30 139 -101
Resultaat
-1.935
-1.927
8
Voor een verdere onderverdeling zijn de overzichten van de drie bedrijfsonderdelen in de subparagrafen hierna opgenomen.
Toelichting per rubriek op hoofdlijnen Afwijkingen binnen een marge van € 1 (Duizend Euro) zijn in een enkel geval als gevolg van afrondingen zichtbaar. De toelichting op hoofdlijnen voor die rubrieken waar materiële verschillen zijn in de realisatie versus begroting luidt als volgt. Omzet De omzet is totaal € 250 hoger uitgekomen dan begroot. Dit betreft met name de € 110 hogere omzet bij het onderdeel Detachering en € 109 hogere omzet bij Beschut. Bij Detachering wordt dit met name veroorzaakt door nieuwe objecten en nieuwe plaatsingen. Bij Beschut wordt dit grotendeels veroorzaakt door meer omzet bij Bedradingen voor DAF.
30
Verbruik grondstoffen, inhuur en uitbesteed Totaal is er € 92 meer uitgegeven aan verbruik grondstoffen, inhuur en uitbesteed werk. Dit is grotendeels het gevolg van de inhuur t.b.v. directie in Beheer. Deze post was begroot als personele kosten voor € 100. Totaal bedrijfskosten De belangrijkste oorzaken dat de bedrijfskosten in het eerste kwartaal € 80 lager uitkomen dan begroot zijn de volgende. Er is € 35 minder uitgegeven voor ICT, de afschrijvingen zijn € 16 lager en de overige algemene kosten zijn € 12 lager dan begroot. Lonen SW De lonen SW zijn met € 497 in het eerste kwartaal hoger uitgekomen dan begroot. Dit komt enerzijds door de hogere bezetting bij de verbonden partijen wat leidt tot circa € 0,2 miljoen meer kosten. Daarnaast is er een prijsverschil van € 0,3 miljoen als gevolg van hogere sociale lasten dan begroot, die gedurende het jaar afneemt. Dit heeft te maken met de techniek van de salarisverwerking waarbij in lijn met de regelgeving hieromtrent sociale premies en pensioenpremies tot een forfaitair maximumbedrag wordt ‘gevuld’. In de tweede helft van het jaar nemen deze sociale premies relatief weer af daar de forfaitaire maxima bereikt zijn. Met de tweede kwartaalrapportage wordt het verschil in sociale lasten verder geduid. In het totaal van de lonen SW is binnen de WOZL BV’s voorzien in een uitkering als gevolg van langdurige ziekte door het UWV. Met deze compensatie op de loonkosten wordt bij de GR geen rekening gehouden. Deze uitkeringen worden uitbetaald aan de WOZL BV’s. Rijkssubsidie De Rijkssubsidie komt in het eerste kwartaal € 128 hoger uit dan begroot als gevolg van de toerekening van het subsidiebedrag per AJ gegeven de hogere bezetting. Verwachting In de nu gepresenteerde cijfers zijn er enkele rubrieken die positief afwijken t.o.v. de begroting, zoals het operationeel resultaat. Echter gezien de onzekerheden over met name de te verwachten toekomstige omzet is het nog te prematuur om nu reeds een bijstelling te doen van het te verwachten resultaat.
31
5.4.1 WOZL Beheer (‘holding’)
x € 1.000,begroting
realisatie
verschil
Resultaat rapportageperiode
Omzet Inkoop/Uitbesteed Bruto Marge Personele kosten Wsw Bedrijfskosten Doorbelasting Subsidie
Netto resultaat
188 145 43
218 230 -12
30 -85 -55
1.094 902 -1.081 -824 91
1.185 846 -1.081 -884 66
-91 56 0 60 25
-48
-78
-30
In dit bedrijfsonderdeel zijn naast de directievoering de aan het primaire proces ondersteunende stafdiensten geplaatst, zoals HRM, Financiën & Control en IDU (zowel consulenten als opleidingen). In tegenstelling tot de bedrijfsonderdelen Detachering en Beschut Werk vinden hier geen operationele activiteiten plaats die tot omzet leiden. De medewerkers worden middels Service Level Agreements geplaatst bij de betreffende bedrijfsonderdelen waar zij feitelijk in de praktijk ondersteunend werk leveren.
5.4.2 WOZL Detacheringen
x € 1.000,begroting
realisatie
verschil
Resultaat rapportageperiode
Omzet Inkoop/Uitbesteed Bruto Marge Personele kosten Wsw Bedrijfskosten Doorbelasting Subsidie
Netto resultaat
5.663 77 5.586
5.773 73 5.700
110 4 114
20.729 592 639 -16.500 5.460
20.421 463 640 -16.089 5.435
308 129 -1 -411 25
126
265
139
32
Detacheringen bestaat uit de voormalige groepsdetacheringen van Beschut OZL B.V., het voormalige gemeentelijke Groen, Business Post, het Rd4 Textiel sorteercentrum en individuele detacheringen. Nog niet alle gemeentelijke groen opdrachten zijn formeel overgedragen aan de gemeenten, in de externe omzet is deze omzet wel meegenomen. Per ultimo maart zijn alle medewerkers van de gemeentelijke werkbedrijven gemuteerd naar Groepsdetachering met uitzondering van gemeenten Landgraaf, Nuth en Brunssum. In de structuur is het bedrijfsonderdeel Detacheringen onderverdeeld in de onderdelen Groepsdetachering en Individuele Detachering. Beiden worden hierna toegelicht. Groepsdetachering
Groepsdeta x € 1.000,begroting
realisatie
verschil
Resultaat rapportageperiode
Omzet Inkoop/Uitbesteed Bruto Marge
1.538 59 1.479
1.413 52 1.361
-125 7 -118
Personele kosten Wsw Bedrijfskosten Doorbelasting Subsidie
7.967 259 221 -6.761 1.686
7.428 190 221 -6.236 1.603
539 69 0 -525 83
Netto resultaat
-207
-242
-35
Conform de beoogde structuur is Marketing & Sales in 2015 ondergebracht binnen bedrijfsonderdeel Detacheringen en functioneert vanuit dit bedrijfsonderdeel tevens voor Beschut Werk. De eerste aanzet tot het businessplan Marketing & Sales is gemaakt. In het kader van In- Door en Uitstroom is conform de begrotingsdoelstelling de eerste uitdaging om duurzaam werk middels detachering voor circa 56 fte te creëren. De omzet tot en met maart blijft € 0,125 miljoen achter t.o.v. begroting, vooral veroorzaakt door een mindere order intake binnen de werkbedrijven en Buurtbeheer, door het beperkter dan gewenst realiseren van new business en doordat er nog onduidelijkheid bestaat of het contract met werkbedrijf Landgraaf voor Beschut Op Weg voortgezet zal worden. De Wsw lonen (incl, overige personeelskosten) liggen € 0,539 miljoen lager dan begroot. Een belangrijk verschil wordt veroorzaakt door lagere bezetting ten opzichte van de begroting. Deze lagere bezetting leidt ook tot een nagenoeg gelijk niveau lagere subsidie Wsw.
33
Individuele Detachering
x € 1.000,begroting
realisatie
verschil
Resultaat rapportageperiode
Omzet Inkoop/Uitbesteed Bruto Marge Personele kosten Wsw Bedrijfskosten Doorbelasting Subsidie
Netto resultaat
4.125 18 4.107
4.360 21 4.339
235 -3 232
12.762 333 418 -9.740 3.773
12.993 273 419 -9.853 3.832
-231 60 -1 113 -59
334
507
173
In het eerste kwartaal bedroeg het aantal nieuwe plaatsingen 112 en het aantal nieuwe objecten 10. Hierdoor is de omzet € 0,235 miljoen hoger dan begroot. Als gevolg van de hogere bezetting zijn echter ook de personele kosten Wsw € 0,231 miljoen en de rijkssubsidie € 0,113 miljoen hoger dan begroot.
5.4.3 WOZL Beschut Werk
x € 1.000,begroting
realisatie
verschil
Resultaat rapportageperiode
Omzet Inkoop/Uitbesteed Bruto Marge Personele kosten Wsw Bedrijfskosten Doorbelasting Subsidie
Netto resultaat
1.242 492 750
1.351 503 848
109 -11 98
7.131 1.178 443 -5.989 2.763
7.686 1.138 436 -6.298 2.962
-555 40 7 309 -199
-2.013
-2.114
-101
Net als voorgaand jaar zorgen de orders voor bedradingen voor een stabiel aanbod van werk. Met overige werksoorten blijft het lastig om voldoende renderend werk te contracteren.
34
De gerealiseerde omzet en bruto marge zijn € 0,1 miljoen hoger dan begroot. De hogere omzet is met name gerealiseerd met Bedradingen (EURO 6 Daf). Dit wordt veroorzaakt door structureel hogere productieaantallen van trucks bij DAF. De bedrijfskosten van bedrijfsvoering inclusief incidentele posten zijn € 0,04 miljoen lager gerealiseerd dan begroot. Dit is voornamelijk het gevolg van lagere energielasten, magazijn- en expeditiekosten en algemene kosten. Het netto gerealiseerde resultaat is € 0,1 miljoen lager uitgekomen dan begroot. De verwachting is dat het voor Beschut een behoorlijke uitdaging wordt om dit tekort in de komende kwartalen in te lopen. Een en ander is sterk afhankelijk van de relatie die gelegd kan worden met nieuwe marktpartijen, welke tot nieuwe business en omzet leidt en de mogelijkheden om bestaande klantenpakketten uit te breiden. Weliswaar is in het kader van Groen Licht en vooruitlopende op de definitieve financieringsaanvraag hiervoor ingezet op uitbreiding van de Sales in relatie tot het Werkgeversservicepunt Parkstad, maar dat leidt in de regel tot meer mogelijkheden in de markt op een wat langere termijn. Het is nog te vroeg om te concluderen dat als gevolg hiervan de omzetdoelstelling voor Beschut niet gehaald kan worden, maar hier is wel sprake van een zeker risico.
35
BIJLAGEN - verslagperiode Bijlage I a
Bijdrage sociaal statuut 2015
(bedragen x € 1,-)
aandeel *
begroting 1ste wijziging
realisatie
verschil
11,83%
4.436
3.382
1.055
3,68%
1.379
1.051
328
Heerlen
28,10%
10.537
8.032
2.505
Kerkrade
24,35%
9.131
6.961
2.170
Landgraaf
15,50%
5.812
4.430
1.381
Nuth
3,49%
1.308
997
311
Onderbanken
2,90%
1.089
830
259
Simpelveld
3,52%
1.319
1.005
313
Vaals
2,07%
776
592
185
Valkenburg
2,28%
854
651
203
2,29%
860
655
204
100,00%
37.500
28.586
8.914
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem
Voerendaal
Totaal
* verdeling o.b.v. % bruto loonsom Licom 1999
Bijlage I b Bijdrage resultaat bedrijfsvoering 2015
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem
(bedragen x € 1,-)
taakstelling taakstelling begroting 1ste in aj * in % wijziging 470,38
11,78%
9.927
realisatie
verschil
7.318
-2.609
113,72
2,85%
2.400
1.769
-631
1.337,46
33,50%
28.226
20.807
-7.419
Kerkrade
959,10
24,02%
20.241
14.921
-5.320
Landgraaf
525,18
13,16%
11.083
8.170
-2.913
122,13
3,06%
2.577
1.900
-677
Heerlen
Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Valkenburg Voerendaal
Totaal
90,15
2,26%
1.903
1.402
-500
120,82
3,03%
2.550
1.880
-670
73,81
1,85%
1.558
1.148
-409
102,49
2,57%
2.163
1.594
-569
76,87
1,93%
1.622
1.196
-426
3.992,11
100,00%
84.250
62.106
-22.144
* conform initiële afspraken is taakstelling 2014 (voor overdracht) vast vertrekpunt voor verdeling
36
Bijlage II a Bijdrage resultaat subsidiedifferentiatie 2015
Deelnemende gemeente
(bedragen x € 1,-)
taakstelling taakstelling begroting 1ste in aj * in % wijziging
Brunssum
11,78%
470,38
Gulpen-Wittem
realisatie
-16.582
verschil
-7.398
9.184
113,72
2,85%
-4.009
-1.789
2.220
1.337,46
33,50%
-47.150
-21.036
26.114
Kerkrade
959,10
24,02%
-33.811
-15.085
18.726
Landgraaf
525,18
13,16%
-18.514
-8.260
10.254
122,13
3,06%
-4.305
-1.921
2.385
Heerlen
Nuth Onderbanken Simpelveld
90,15
2,26%
-3.178
-1.418
1.760
120,82
3,03%
-4.259
-1.900
2.359
Vaals
73,81
1,85%
-2.602
-1.161
1.441
102,49
2,57%
-3.613
-1.612
2.001
76,87
1,93%
-2.710
-1.209
1.501
3.992,11
100,00%
-140.734
-62.788
77.946
Valkenburg Voerendaal
Totaal
* conform initiële afspraken is taakstelling 2014 (voor overdracht) vast vertrekpunt voor verdeling
Bijlage II b Bijdrage resultaat WOZL bv's 2015 inclusief Bonus Malus
Deelnemende gemeente Brunssum Gulpen-Wittem Heerlen
(bedragen x € 1,-)
bezetting WOZL bv's*
bezetting in % o.b.v 1ste wijziging
bezetting in % o.b.v realisatie
begroting 1ste wijziging
realisatie
435,68
12,46%
14,66%
241.065
282.555
41.490
95,81
2,74%
1,90%
53.013
36.522
-16.490 -34.245
verschil
1.127,48
32,24%
30,60%
623.840
589.595
Kerkrade
879,41
25,15%
30,12%
486.582
580.419
93.837
Landgraaf
468,44
13,39%
9,04%
259.192
174.196
-84.995
Nuth
92,60
2,65%
3,84%
51.234
73.994
22.760
Onderbanken
87,24
2,49%
3,53%
48.270
68.084
19.813
108,55
3,10%
2,86%
60.061
55.192
-4.869
Vaals
69,56
1,99%
1,51%
38.489
29.033
-9.456
Valkenburg
68,42
1,96%
0,08%
37.857
1.513
-36.343
Voerendaal
63,98
1,83%
1,86%
35.398
35.895
497
3.497,18
100,00%
100,00%
1.935.000
1.927.000
-8.000
Simpelveld
Totaal
* conform de bezetting in Arbeidsjaren WOZL bv's per 31 december 2013, bij de berekening van het percentage is nog geen rekening gehouden met de bonus/malus systematiek. Met de jaarrekening 2014 wordt dit overzicht op basis van de gerealiseerde bonus/malus per gemeente definitief vastgesteld.
37
Bijlage III Totaal wijzigingen 2015 in bijdragen gemeenten Deelnemende gemeente
bedrijfsvoering
Brunssum
subsidie diff.
7.318
Gulpen-Wittem
(bedragen x € 1,-)
resultaat WOZL bv's
-7.398
transformatie kosten
282.555
0
te ontvangen door WOZL 282.475
1.769
-1.789
36.522
0
36.503
Heerlen
20.807
-21.036
589.595
0
589.366
Kerkrade
14.921
-15.085
580.419
0
580.255
Landgraaf
8.170
-8.260
174.196
0
174.107
Nuth
1.900
-1.921
73.994
0
73.973
Onderbanken
1.402
-1.418
68.084
0
68.068
Simpelveld
1.880
-1.900
55.192
0
55.172
Vaals
1.148
-1.161
29.033
0
29.020
Valkenburg
1.594
-1.612
1.513
0
1.496
Voerendaal
1.196
-1.209
35.895
0
35.882
62.106
-62.788
1.927.000
0
1.926.317
Totaal
Bijlage IV Deze bijlage wordt opgenomen met de jaarrekening 2015. Deze bijlage betreft de verdeling van de Rijkssubsidie, zoals deze op basis van de ‘taakstelling’, zoals de deelnemende gemeenten deze hebben vastgesteld met de 1ste begrotingswijziging 2015. Deze Rijkssubsidie is met ingang van het jaar 2015 feitelijk onderdeel van het Participatiebudget dat gelabeld is voor de Wsw door de gemeenten.
Bijlage V Subsidiedifferentiatie Omschrijving
aj
verg. uitv, per aj/fte *
subsidielasten
uitv. kosten WOZL
totaal kosten
rijksbijdrage € 25.503
resultaat
Regulier
Verbonden partijen (WOZL BV's) Relim Werkmeester
3.690,38 0 6,39
totaal Regulier
3.696,77
25.258 25.258 25.258
23.302.905 0 40.343
0 0 0
23.302.905 0 40.343
23.528.940 0 40.734
226.036 0 391
23.343.247
0
23.343.247
23.569.674
226.427
199,00
20.789
1.034.251
62.188
1.096.439
1.268.774
172.336
Beschut werken Relim Werkmeester categorie € 31.372 Werkmeester categorie € 28.000 Werkmeester categorie € 25.058
135,08 68,98 11,67 6,39
31.372 31.372 28.000 25.058
1.059.428 540.972 81.667 40.023
6.754 3.449 583 319
1.066.182 544.420 82.250 40.343
861.233 439.768 74.384 40.734
-204.949 -104.652 -7.866 391
totaal Beschut Werken
222,11
1.722.090
11.106
1.733.195
1.416.119
-317.077
428.195
18.536
446.731
428.195
-18.536
26.527.783
91.829
26.619.612
26.682.762
63.150
Begeleid werken
Buitenregionale uitvoeringsorganisaties
Totaal Arbeidsjaren (AJ)
67,16
4.185,04
25.503
38