Werken met Bazar
Ervaringen van scholen en bibliotheken Kees Broekhof Aartje van Dijk Ed Olijkan
Colofon Tekst Kees Broekhof Aartje van Dijk Ed Olijkan met bijdragen van: Monique Castenmiller Dorus Luyckx Anne-Mariken Raukema Joop Vinck Vormgeving Kerckebosch BV Drukwerk Drukkerij Kerckebosch BV Uit deze uitgave mag geciteerd worden, met bronvermelding.
Inhoudsopgave Voorwoord ...............................................................................................................................7 1. Bazar: meer dan een pakket................................................................................................8 2. Hoe pak je het aan?...........................................................................................................9 de Bazarcoördinator ......................................................................................................9 Bazar inpassen in het onderwijs.....................................................................................11 3. Werken met de modules ...................................................................................................13 een schrijver in de klas ................................................................................................14 het fictiedossier ..........................................................................................................15 beoordeling................................................................................................................16 4. De samenwerking met de bibliotheek .................................................................................17 5. Met de leerlingen op pad .................................................................................................19 naar de bibliotheek .....................................................................................................19 naar de bioscoop ........................................................................................................20 naar het theater..........................................................................................................21 6. Belevend lezen: de Bazarmethodiek....................................................................................22 7. Leesbevordering als taalbeleid...........................................................................................25 8. Zorgen voor kwaliteit ........................................................................................................27 9. Bazar in de verlengde schooldag en de ISK .........................................................................29 10. Afstemming met de methode .............................................................................................30 11. Begeleiding bij de invoering..............................................................................................33 12. Bekostiging.....................................................................................................................34 13. Lokale netwerken.............................................................................................................36 14. Wat levert het op?............................................................................................................38 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Het totale Bazarpakket ............................................................................................42 Een voorbeeldbegroting voor de school .....................................................................44 Een voorbeeldbegroting voor de bibliotheek ...............................................................48 Afstemming met de methode: overige voorbeelden......................................................52 Zelf een analyse maken ...........................................................................................52
Bibliografie............................................................................................................................61 Artikelen over Bazar ................................................................................................................62 Handige adressen ...................................................................................................................63
6
Bazar
Voorwoord Wie serieus wil werken aan de leesmotivatie en het leesgedrag van leerlingen, kan niet volstaan met incidentele impulsen. Alleen van een structurele aanpak in alle leerjaren kan resultaat verwacht worden. Dat vraagt om een planmatige benadering, waar alle betrokkenen achter staan. Er moet draagvlak gecreëerd worden bij directie en docenten, er moet materiaal aangeschaft worden, er moet samengewerkt worden, er moeten planningen opgesteld worden en er moeten contacten worden gelegd met buitenschoolse instellingen. Dat lijkt nogal een opgave. Toch zijn er scholen die met Bazar heel bewust kiezen voor deze aanpak. Dan blijkt dat er inderdaad veel werk verzet moet worden, maar ook dat er resultaat geboekt wordt. De beschrijvingen in deze brochure zijn gebaseerd op de ervaringen van scholen die in de periode 2000-2002 hebben gewerkt met Bazar. Hoewel iedere school zijn eigen keuzes heeft gemaakt, hebben ze gemeen dat ze allemaal werken volgens de uitgangspunten van de ontwikkelaars. Ze volgen een planmatige aanpak, die er uiteindelijk toe moet leiden dat Bazar een structurele plaats krijgt in het onderwijsprogramma van alle leerjaren. Dat maakt deze scholen tot inspirerende voorbeelden. Het doel van de brochure is om scholen die werken met Bazar – of die overwegen om dat te gaan doen – te laten zien hoe verschillende scholen, met verschillende visies, mogelijkheden en populaties, erin slagen om Bazar in te zetten op een wijze die voor hun docenten en hun leerlingen het meest geschikt is. We staan niet te veel stil bij de doelstellingen van Bazar, of bij de fasen van het invoeringsproces; die zijn uitvoerig genoeg beschreven in de algemene handleiding. We willen hier vooral ervaringen laten zien die inspiratie kunnen bieden aan degenen die met Bazar werken en bepaalde problemen tegenkomen en aan degenen die met Bazar willen gaan werken en zich afvragen hoe dat nu gaat in de praktijk. Zonder de medewerking van alle enthousiaste, maar ook kritische, docenten, coördinatoren, directeuren, bibliothecarissen en schoolbegeleiders op de locaties die Bazar hebben ingevoerd, had deze brochure niet geschreven kunnen worden. Wij willen deze mensen bij dezen bedanken voor hun constructieve bijdragen.
Kees Broekhof, Sardes Aartje van Dijk, CED-Groep Ed Olijkan, CED-Groep
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
7
1. Bazar: meer dan een pakket Bazar is in de eerste plaats een veelomvattend pakket met activiteiten rond fictie en non-fictie voor leerlingen in het vmbo. Maar het is meer dan een pakket. Het is ook een programma, dat het mogelijk maakt om structureel aan leesbevordering te werken in alle vier de leerjaren van het vmbo. Dat betekent dat leesbevordering een vast onderdeel wordt van het onderwijs, in plaats van (of in aanvulling op) het bestaande fictie- en ckv-programma.
flexibiliteit en authenticiteit De belangrijkste kenmerken van Bazar zijn: flexibiliteit en authenticiteit. De modulaire aanpak maakt het mogelijk om het programma flexibel in te zetten. Dat betekent dat de school vrij kan kiezen voor bepaalde onderdelen (modules) uit het programma, zonder rekening te hoeven houden met andere modules. Door de modulaire aanpak kan de school bestaande activiteiten handhaven en aanvullen met Bazarmodules, om zo tot een evenwichtig aanbod te komen. ‘Authenticiteit’ houdt in dat de leerlingen zoveel mogelijk ‘echte’ ervaringen opdoen. Ze lezen echte boeken, echte (nieuwe) kranten en tijdschriften en ze gaan naar echte film- en theatervoorstellingen. Dat is heel wat anders dan de samenvattingen, overdrukjes en theoretische beschrijvingen die ze kennen uit de methode Nederlands. Op scholen die met Bazar werken, blijkt dat die authentieke beleving heel motiverend is voor de leerlingen. Er komt natuurlijk wel wat bij kijken om die authenticiteit te realiseren. Er moeten bijvoorbeeld contacten gelegd worden met buitenschoolse instellingen, zoals de bibliotheek, het Nederlands Instituut voor Filmeducatie en het regionale steunpunt voor kunstzinnige vorming.
voorwaarden voor succes Om Bazar succesvol in te voeren – zo blijkt uit de ervaringen van scholen – moet ten minste aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: • Er is draagvlak bij de directie en bij alle docenten Nederlands (anders kunnen immers niet alle leerlingen bereikt worden). • De school stelt een coördinator aan, die onder andere de contacten onderhoudt met de buitenschoolse instellingen. • De school volgt een planmatige aanpak voor een gefaseerde invoering, met de intentie om Bazar uiteindelijk in alle leerjaren te gaan gebruiken.
8
Bazar
2. Hoe pak je het aan? De uitvoering van het programma ligt in handen van de sectie Nederlands. Het besluit om met Bazar te gaan werken wordt in principe gedeeld door de voltallige sectie. Niet iedere docent zal echter even enthousiast zijn over het invoeren van ‘weer een nieuw project’. Het belangrijkste is dat in ieder geval de docenten in de onderbouw (die als eerste met het programma aan de slag gaan) vierkant achter Bazar staan. Als zij na een jaar goede resultaten laten zien, is de kans groot dat de meer terughoudende collega’s hun reserves alsnog laten varen. De sectie Nederlands kiest dus gezamenlijk voor Bazar. In overleg wordt vastgesteld welke modules de docenten als eerste gaan uitvoeren. De directie maakt uren vrij voor een coördinator, die zorgt voor de afstemming binnen de school en voor de organisatorische zaken die geregeld moeten worden met instellingen buiten school. Er wordt een planning opgesteld voor het eerste invoeringsjaar, waarin Bazar wordt ingevoerd in het eerste leerjaar. Ieder jaar komt er een leerjaar bij, zodat na vier jaar de hele school met Bazar werkt. Gefaseerde invoering van Bazar Eerste invoeringsjaar Tweede invoeringsjaar Derde invoeringsjaar Vierde invoeringsjaar
1e klas 1e en 2e klas 1e, 2e en 3e klas 1e, 2e, 3e en 4e klas
de Bazarcoördinator De belangrijkste organisatorische rol is weggelegd voor de Bazarcoördinator. Dit is meestal een docent Nederlands, die voor de coördinerende taken extra uren toegekend krijgt. Die uren zitten voor een groot deel in het onderhouden van contacten met instellingen buiten school: het regelen van de boekencollecties uit de bibliotheek, het maken van afspraken over het bioscoop- en theaterbezoek met de bemiddelende instellingen, het uitnodigen van een schrijver op school. Op de scholen die in deze brochure worden beschreven, liep het urenbudget voor de coördinator uiteen van 20 tot 50 uur. Volgens de coördinatoren zelf is voor het coördineren van de invoering van zes modules in het eerste jaar ten minste 1 uur per week nodig. De belangrijkste taken van de coördinator zijn: • contacten onderhouden met buitenschoolse instellingen • zorgdragen voor logistieke en inhoudelijke afstemming (bijvoorbeeld de organisatie rond de boekenkisten, de tijdschriften en de kranten die in de school komen en – samen met de sectie – de afstemming van inhoud van het programma op bestaande activiteiten) • deelnemen aan extern overleg (bijv. stedelijk overleg tussen verschillende scholen die met Bazar werken) • informatie over leesbevordering doorgeven aan collega’s Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
9
• collega’s stimuleren en begeleiden • het boekenbudget van de school beheren • evalueren en informatie terugkoppelen (als het programma wordt uitgevoerd in het kader van het taalbeleid op school of het lokaal taalbeleid)
“Ik ben nu twee jaar Bazarcoördinator. Het eerste jaar had ik geen uren gekregen voor de coördinatie, dus moest ik alles in mijn eigen tijd doen. Dat was behoorlijk aanpakken, maar omdat we een aantal taken onderling verdeeld hadden, was het toch goed te doen. In ieder leerjaar is er iemand die de logistiek rond het materiaal verzorgt, dus dat hoef ik niet alleen te doen. Het tweede jaar heb ik wel uren gekregen, dus nu heb ik meer tijd om allerlei dingen te regelen. Het is wel jammer dat niet alle docenten even enthousiast zijn voor Bazar. Je probeert iedereen mee te krijgen, maar dan zijn er toch die zeggen dat ze er geen tijd voor hebben. Gelukkig staat de directie vierkant achter het project en dat helpt om de mensen aan te sporen. Ik merk dat ik als coördinator duidelijk een sturende rol heb bij de invoering, bij de keuze van de modules bijvoorbeeld en bij de planning. Als je zelf die sturende rol niet op je neemt, dan is de kans groot dat de boel in het slop raakt. Ook al vind de hele sectie Bazar leuk en belangrijk, toch blijft zo’n stimulans continu nodig om te zorgen dat het goed blijft lopen. Ik zorg er bijvoorbeeld voor dat Bazar altijd op de agenda staat van onze sectievergadering. Als ik een advies moest geven aan nieuwe coördinatoren, zou ik zeggen: zorg ervoor dat je niet alles alleen hoeft te doen. Als je wat taken verdeelt, is het voor jezelf minder belastend en ontstaat er meer een gevoel dat het een gezamenlijk project van de hele sectie is.”
Judith Haak, Noordzee College Haarlem Tips voor coördinatoren: • Zorg ervoor dat Bazar altijd op de agenda van de sectievergadering staat. • Als het aantal coördinatie-uren (te) beperkt is, verdeel dan een aantal logistieke taken over de docenten; dat is bovendien goed voor de betrokkenheid. • Koppel de informatie uit de gesprekken met buitenschoolse instellingen altijd terug naar de docenten, zorg ervoor dat zij goed op de hoogte zijn van de afspraken die je met die instellingen gemaakt hebt.
10
Bazar
• Wees trots op Bazar en laat dat zien binnen en buiten de school, door stukjes in de schoolkrant, een artikel in het regionale dagblad (bijvoorbeeld in het kader van ‘Ik en de krant’), een tentoonstelling van de producten van de leerlingen (gedichtenbundeltjes, strips), een eigen Bazar nieuwsbrief, enz.
Bazar inpassen in het onderwijs De invoering van Bazar heeft zichtbare gevolgen voor het lesrooster. Er moet ruimte vrijgemaakt worden voor de Bazarlessen. Ervan uitgaande dat er per leerjaar vijf modules worden ingevoerd, dan gaat het om ten minste 20 lesuren per jaar. Dat komt neer op één lesuur per twee weken. Waar komt die tijd vandaan? Scholen kiezen hiervoor verschillende oplossingen: • De Bazarlessen worden gepland in het wekelijkse leesuur. • Een deel van de lessen wordt gepland binnen het rooster voor het vak Nederlands, het andere deel wordt gepland binnen het rooster voor maatschappijleer, ckv of mentorlessen. Dit werkt met name goed op scholen waar docenten verschillende vakken aan dezelfde klas geven en daardoor de gelegenheid hebben om met uren te ‘schuiven’. • De fictielessen uit de methode wordt geschrapt, Bazar komt ervoor in de plaats.
“Wij zijn eerst heel goed gaan kijken naar ons fictie- en leesonderwijs. Wij deden binnen Nederlands al de nodige leesbevorderingsprojecten en er was al samenwerking met de docent kunstvakken. Op grond daarvan zijn wij gaan vergelijken en schrappen in ons programma. Vooor schrijversbezoek bijvooreeld besloten wij de Bazarmodule te gaan gebruiken en dat geldt ook voor het onderdeel film. Bazar biedt daarvoor uitstekend materiaal. Uit de methode Nederlands schrapten wij een groot deel van de fictielijn en zo konden wij gemakkelijk een uur per week vrijmaken voor Bazar.”
Docent Nederlands
“Aanvankelijk reserveerden wij één lesuur per twee weken voor Bazar, maar dat bleek niet goed te werken. Inmiddels geven we Bazar in een soort projectvorm. We doen vier modules in periodes van vier à vijf weken. Daarbinnen zetten we een aantal blokuren in, zodat we per saldo toch uitkomen op een uur per week. Dat vinden we alleszins goed besteed. We merken dat je aan Bazar op een heel natuurlijke manier veel zaken kunt ophangen, ook allerlei taalvaardigheidsdoelstellingen.”
Bazarcoördinator Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
11
Ook inhoudelijk moet Bazar een plaats krijgen binnen het onderwijs. Daarbij vraagt de afstemming met de methode speciale aandacht. In hoofdstuk 10 wordt beschreven hoe dat in zijn werk kan gaan. Maar naast de methode hebben veel scholen ook andere activiteiten op het gebied van fictie en ckv. Ook daar zal rekening mee gehouden moeten worden bij de invoering van Bazar. De bestaande leesbevorderingsactiviteiten op scholen hebben meestal geen structureel karakter: ze vinden niet elk jaar plaats, niet in elke klas en niet bij elke docent. Het is echter mogelijk om dergelijke activiteiten op te nemen in een planmatig fictieprogramma, door ze een structurele plaats te geven in het programma en ze aan te vullen met modules van Bazar. Bazar vormt dan een kader waarbinnen bestaande en nieuwe activiteiten een plaats krijgen. Om tot een samenhangend programma te komen maakt de sectie Nederlands (eventueel samen met de ckv-docent) een aantal keuzes aan de hand van de volgende vragen: • Wat doen we al? • Wat willen we houden? • Met welke Bazarmodules willen we dat aanvullen? • Hoe gaan we dat inplannen? Bazar inpassen in het onderwijs: een voorbeeld dit doen we nu •De Jonge Jury (eerste klas) •Bekijk ’t maar: film kijken (eigen project, 1 keer per jaar in alle leerjaren) •Doe Maar Dicht Maar (1 docente: 2 eerste klassen, 2 tweede klassen)
dit gaan we vanaf volgend jaar doen in alle eerste klassen • De Jonge Jury • Bekijk ’t maar: film kijken + filmverslag maken • Doe Maar Dicht Maar • Tijdschriften in de klas • Theater • Bibliospel
Deze school wil Bazar in de brugklas gaan invoeren. De sectie Nederlands stelt vast dat sommige onderdelen van Bazar al in alle brugklassen uitgevoerd worden: De Jonge Jury wordt al enige jaren met ondersteuning van de openbare bibliotheek uitgevoerd en alle klassen nemen deel aan een filmproject dat door een aantal docenten is ontwikkeld. Er is één docente die met haar klassen deelneemt aan de dichtwedstrijd Doe Maar Dicht Maar; ze gebruikt er geen lesbrieven bij maar “laat de kinderen gewoon gedichtjes schrijven”. De sectie besluit om De Jonge Jury te handhaven op de wijze die al enige jaren met succes wordt gevolgd. Ook het project Bekijk ’t maar, dat de school zelf heeft ontwikkeld, wordt gehandhaafd en uitgebreid met de filmverslagformulieren van Bazar. Doe Maar Dicht Maar wordt ingevoerd in alle brugklassen, met gebruikmaking van het materiaal in het Bazarpakket. Daarnaast worden als nieuwe onderdelen Tijdschriften in de klas en Theater ingevoerd. Ten slotte kiest de sectie ook voor Bibliospel, om de leerlingen kennis te laten maken met de openbare bibliotheek.
12
Bazar
Het is ook mogelijk om modules gedeeltelijk te gebruiken. Scholen die zelf al over materialen of werkwijzen beschikken om bijvoorbeeld een boekverslag te maken voor het leesdossier, gebruiken dan wel de boekenlijsten van Bazar en de bijbehorende lessen, maar gebruiken bij de verwerkingsopdrachten voor een deel hun eigen materialen, zoals ze gewend zijn.
“Wij werken al jaren met een model voor een filmverslag dat we zelf ontwikkeld hebben. We gebruiken dat model in alle leerjaren; het wordt opgenomen in het fictiedossier van de leerlingen. Voor de film ‘De Tasjesdief’ hebben we de Bazarlessen uit het pakket uitgevoerd, maar voor het verslag hebben we ons eigen model gebruikt, in plaats van het formulier van Bazar.”
Mart Geurtjens, Hooghuis Lyceum Heesch
3. Werken met de modules Een grote meerderheid van de docenten is zeer tevreden over de modules. Dat blijkt onder andere uit de evaluatie van de proefinvoering: meer dan 90 procent vond het lesmateriaal goed gestructureerd, de docentenhandleiding informatief en de lesbeschrijvingen duidelijk. Ook over het leerlingmateriaal is men gemiddeld genomen goed te spreken. Een probleem voor sommige docenten is, dat zij het niet voor elkaar krijgen de lessen binnen de gestelde tijd af te ronden. Met name in klassen met leerlingen die wat meer uitleg en begeleiding nodig hebben komen docenten nogal eens wat tijd te kort. Het is daarom belangrijk om modules niet vlak na elkaar te plannen, zodat er altijd een mogelijkheid is om een lessenserie wat uit te laten lopen. De lesbeschrijvingen geven aan wat er ieder moment in de klas moet gebeuren en welk materiaal daarbij gebruikt wordt. Voor docenten is dat een heel herkenbare aanpak. Niettemin nemen sommige docenten – vooral als zij eenmaal wat ervaring met het materiaal hebben opgedaan – de vrijheid om de lessen naar eigen inzicht te wijzigen. “Sommige klassen willen gewoon het liefst meteen lezen. Die zien die boeken en willen meteen aan de slag. Als ik dat merk, geef ik ze meer leestijd en dan sla ik een aantal opdrachten over”, zegt Bazarcoördinator Herminet Berends van het Arentheem College in Arnhem. Op een wat kleinere school kan het materiaal bovendien vaak wat flexibeler ingezet worden. Docente Letti Vis van het Hooghuis Lyceum: “Ik heb de kisten van ‘Ik zoek een vriend’ en ‘Het Griezel Genootschap’ door elkaar gebruikt in de klas, zodat de leerlingen meer keus hadden. De opdrachten bij die lessenseries heb ik ook een beetje door elkaar gebruikt; dat gaf geen enkel probleem.” Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
13
Een schrijver in de klas: Stasia Cramer in Heesch Een van de meest succesvolle Bazarmodules is ‘Een schrijver in de klas’. Zowel de docenten als de leerlingen zijn zonder uitzondering opgetogen over de persoonlijke kennismaking met een schrijver. Dat is voor een deel te danken aan de samenwerking met de stichting Schrijvers School Samenleving, die de scholen adviseert bij het maken van de juiste keuze voor een schrijver en die de contractuele afhandeling van het bezoek voor haar rekening neemt. Voor de betaling van het schrijversbezoek kan de school gebruik maken van ckv-vouchers (zie ook hoofdstuk 12). Letti Vis heeft Stasia Cramer uitgenodigd voor een bezoek aan de eerstejaars vmbo-leerlingen van het Hooghuis Lyceum in Heesch: “Vorig jaar hadden we Ton van Reen. Hartstikke goed. Dit jaar heb ik Stasia Cramer uitgenodigd, op advies van de stichting Schrijvers School Samenleving. Ik kende wel wat boeken van haar, maar dat waren allemaal paardenboeken, dus ik aarzelde een beetje. Maar de mensen van SSS stelden me gerust: ‘Alle scholen waar Stasia komt zijn razend enthousiast. Let maar op, ook de jongens gaan overstag.’ Nou, dat bleek te kloppen. Ze vonden het allemaal prachtig. We hadden het natuurlijk goed voorbereid: informatie zoeken op het internet, een tentoonstellinkje op school met boeken van Stasia Cramer, ik heb voorgelezen en iedere leerling heeft ten minste één boek van haar gelezen. Bij het kiezen van de boeken hoorde ik de jongens nog wel eens roepen ‘Alweer een knol!’, maar er zaten ook andere boeken bij en uiteindelijk vonden ze het toch wel leuk.” “De presentatie van Stasia was heel apart. Ze las een soap-achtig stukje voor uit een van haar boeken en de leerlingen moesten dat tegelijkertijd uitbeelden. Geweldig vonden ze dat. Aan het eind van de les konden ze vragen stellen uit het interview dat ze hadden voorbereid. Het was wel jammer dat Stasia in elke klas maar één lesuur had, want daardoor was er voor het interview weinig tijd.” “Wat we volgend jaar doen? Ik denk toch weer iemand anders, voor de afwisseling. Maar ik kan Stasia Cramer van harte aanbevelen.”
Het werken in groepjes, volgens de principes van het samenwerkend leren, is voor veel docenten wel even wennen. Op de meeste scholen is men gewend voornamelijk frontaal klassikaal les te geven en dan is het een behoorlijke overgang om leerlingen in groepjes te laten werken. De angst dat de leerlingen dat niet aan zouden kunnen, blijkt echter ongegrond. Zoals een docente van het Haarlemse Noordzee College het uitdrukt: “Ik zag dat werken in groepjes eigenlijk helemaal niet zitten, maar het pakte zo goed uit dat ik het nu soms ook in andere lessen doe.” Niet alle ervaringen zijn positief. Een docent besloot om het werken met de module ‘Vrijheid deel je met je buren’ halverwege af te breken, omdat de discussies in de klas niet leidden tot meer begrip en tolerantie voor allerlei groepen ‘buren’, maar de leerlingen elkaar juist bevestigden in hun afkeer van ‘vreemdelingen’. Ook vinden docenten soms dat de respons van de leerlingen tegenvalt. Dan lijkt het wel of ze echt niet te enthousiast te krijgen zijn. Dat hoeft echter geen reden te zijn om het op te geven, zegt docente Thora Fernhout: “Ik trek me daar helemaal niks van aan. Het is meestal maar een houding. 14
Bazar
Ze vinden het gewoon niet cool om enthousiast over boeken te doen. Maar als je later in een persoonlijk gesprek doorvraagt, blijkt dat ze het wel degelijk leuk gevonden hebben.” Tips voor de docent: • Plan de modules niet vlak na elkaar, zodat je kunt uitlopen als je wat meer tijd nodig hebt. • Volg in principe de lesbeschrijvingen, maar aarzel niet om ervan af te wijken, als je het gevoel hebt dat dat het resultaat ten goede komt. • Laat je niet van de wijs brengen als leerlingen niet direct positief reageren; ook voor hen is het even wennen aan de nieuwe aanpak. • Wissel ervaringen uit met collega’s, ook van andere scholen.
het fictiedossier In het eindexamenprogramma voor het vmbo staat bij de eindtermen voor fictie: “De kandidaat … kan een fictiedossier samenstellen waarin hij/zij verslag uitbrengt van en reageert op gelezen/bekeken fictiewerken”. Verder bestaan er voor het vmbo geen wettelijke eisen voor het fictiedossier. Dat geeft docenten en leerlingen veel ruimte om er zelf een invulling aan te geven. Het werken met de Bazarmodules resulteert in allerlei leerlingproducten, zoals: • een boekverslag • een filmverslag • een zelfgemaakt omslag voor een tijdschrift • een stripverhaal • een tekening • een gedicht (soms fraai vormgegeven of geïllustreerd, al dan niet met behulp van de computer) In de onderbouw ligt de nadruk op eenvoudige opdrachten en boekverslagen in de vorm van een ingevuld boekverslagformulier. In de bovenbouw worden bij de modules ‘Moord en doodslag’, ‘Schoolverhalen’, ‘Wonderlijke werelden’, ‘Echt gebeurd’, ‘Op reis’ en ‘Leven in andere landen’ verwerkingsopdrachten aangeboden die wat verder gaan, wat meer gericht zijn op specifieke thema’s en titels en de leerling wat meer ruimte bieden bij de uitwerking. Op die wijze wordt het fictiedossier steeds meer een persoonlijk document van de leerling. Omdat de leerlingen met Bazar al direct aardige producten maken, heeft een aantal scholen ervoor gekozen om de leerlingen al in het eerste jaar te laten beginnen met het aanleggen van hun fictiedossier. Dit sluit goed aan bij de visie van Bazar, want weliswaar is het fictiedossier niet opgenomen in de kerndoelen van de basisvorming, maar Bazar gaat uit van een doorgaande lijn in het omgaan met fictie en die doorgaande lijn is erbij gebaat als leerlingen ieder jaar, vanaf het eerste jaar, soortgelijke typen activiteiten uitvoeren, waarbij de moeilijkheidsgraad van de teksten en de verwerkingsopdrachten geleidelijk toeneemt1. 1 Idealiter sluit het werken met Bazar aan op het werken met een leesbevorderingsprogramma als Fantasia in de basisschool, waarmee de doorgaande lijn nog duidelijker wordt gerealiseerd. Fantasia kan op zijn beurt weer voortbouwen op het programma Boekenpret, voor de leeftijdsgroep van 0 tot 6 jaar.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
15
Momenteel wordt in het kader van Bazar gewerkt aan een handleiding voor het fictiedossier, voor docenten en leerlingen. De handleiding zal naar verwachting verschijnen in de loop van het schooljaar 2002-2003.
beoordeling Bij de materialen wordt geen normering aangegeven voor de beoordeling van leerlingproducten. De gedachte hierachter is, dat het leesplezier en de leesbeleving van de leerling centraal moeten staan en dat die moeilijk met een cijfer te beoordelen zijn. Toch hebben docenten en ook leerlingen soms behoefte aan een beoordeling: “Mijn leerlingen hebben bij Bazar soms het gevoel dat ze ‘er niks aan hebben’. Lezen voor je plezier, dat kennen ze gewoon niet”, zegt Bazarcoördinator Marjolein Hoogendoorn van het Arnhemse Mozaïek College. Daarom hebben sommige docenten zelf manieren bedacht om het werk van leerlingen te beoordelen. Tips voor de docent Kijk bij het beoordelen van het werk van leerlingen naar: • inzet • deelname aan de klassen- en groepsgesprekken • verzorging van het werk • samenwerking • presentatie • nakomen van afspraken Soms leent een bepaalde module of opdracht zich goed voor een meer specifieke beoordeling in termen van ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Dat geldt bijvoorbeeld voor vragen over boekfragmenten die goed of fout beantwoord kunnen worden, maar ook voor andere soorten activiteiten:
“Bij de module ‘Je eigen strip maken’ maken de leerlingen een strip op basis van een spreekwoord of gezegde. Ze maken eerst een stripfiguur met een computerprogramma, door zelf een personage uit allerlei onderdelen samen te stellen en daarna verwerken ze die figuur in een strip die ze zelf tekenen. Ik kijk bij de beoordeling niet naar de kwaliteit van de tekeningen – het is ten slotte geen tekenles – maar ik kijk wel of de hoofdpersoon lijkt op de figuur die ze met de computer gemaakt hebben. En ik kijk ook of het gekozen gezegde voldoende uit de verf komt.”
Thora Fernhout, Mozaïek College Arnhem
16
Bazar
4. De samenwerking met de bibliotheek Structurele samenwerking tussen vmbo-scholen en bibliotheken is op de meeste plaatsen een nieuw verschijnsel. Er is soms sprake van een jaarlijks bibliotheekbezoek voor de eersteklassers en er wordt wel eens samengewerkt in het kader van De Jonge Jury, maar deze activiteiten maken meestal geen deel uit van een planmatige, samenhangende aanpak. Het is daarom vaak wel even wennen als docenten ineens met bibliothecarissen om de tafel zitten om afspraken te maken over de rol van de bibliotheek bij de invoering van Bazar. Docenten hebben soms te hoge verwachtingen van de bibliotheek; ze verwachten ‘instant service’, liefst voor niets, en zijn verbaasd om te horen dat de bibliotheek de gevraagde boeken soms niet in de gewenste aantallen of op de gewenste termijn kan leveren en dat voor de diensten van de bibliotheek betaald moet worden. Bibliothecarissen zijn van hun kant wel gewend om met leesbevorderingsprogramma’s te werken, maar zijn vaak niet zo bekend met het vmbo. Als de bibliotheek over een afzonderlijk budget kan beschikken voor Bazar, bijvoorbeeld in het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA-beleid), kan zij een collectie aanschaffen die precies op de Bazarscholen is afgestemd en voor die scholen apart wordt gehouden. Als dat niet het geval is, zal de bibliotheek het moeten hebben van de eigen collectie en eventueel de collectie van de provinciale bibliotheekcentrale. Hoe de collectie ook wordt samengesteld, het is de taak van de bibliotheek om de uitleen van de collecties te coördineren als meerdere scholen tegelijkertijd willen werken met de boekencollecties. Dat kan wel eens lastig zijn, want de wensen van de scholen kunnen niet altijd gehonoreerd worden op het moment dat zij dat willen. Scholen hebben daar niet altijd begrip voor.
“De school waarmee ik samenwerk wilde de modules ‘Ik zoek een vriend m/v’ en ‘Het Griezel Genootschap’ uitvoeren. Toen ik vroeg hoeveel leerlingen ermee gingen werken, bleek dat ik lang niet genoeg boeken had in mijn eigen bestand. Toen ben ik gaan kijken hoeveel boeken er aanwezig waren in de drie vestigingen van Bernheze. Die collecties heb ik toen maar geplunderd totdat ik ruim voldoende boeken per thema had.”
Diana Wijgers, openbare bibliotheek Nistelrode
Om teleurstellingen te voorkomen, is het belangrijk dat de bibliothecaris en de Bazarcoördinator hun wederzijdse verwachtingen vooraf duidelijk bespreken en achteraf evalueren. Dat gaat dus verder dan het doorpraten van de materiële voorwaarden voor de uitvoering van een bepaalde module; uiteindelijk gaat het erom, om tot een plezierige en constructieve samenwerking te komen, die het mogelijk maakt om ook op de langere termijn het programma met succes te kunnen uitvoeren.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
17
Tips voor de bibliothecaris • Neem kennis van de brochure Bazar en de bibliotheek (NBLC), die naar alle bibliotheken is verstuurd. • Maak tijdig, liefst nog voor de zomervakantie, afspraken met alle scholen die met Bazar (willen gaan) werken over de planning van de boekenuitleen en van de bibliotheekbezoeken; betrek hier ook de schoolmediathecaris bij. • Neem bij de planning ook een afspraak op over het evalueren van de samenwerking: evalueer het bibliotheekbezoek na de eerste 2 of 3 bezoeken, de uitleen van boekencollecties na afloop van de betreffende module(s). • Geef duidelijk aan wat de regels zijn voor de uitleen van boekencollecties (uitleenkosten, transportkosten, halen/brengen, wat gebeurt er als de collectie niet compleet retour komt, e.d.). • Geef de school ook zelf wat suggesties voor geschikte boektitels bij een thema, in aanvulling op de Bazar-boekenlijsten; onder de zwakkere lezers is de Zoeklichtserie erg populair. Tips voor de Bazarcoördinator/docent • Maar duidelijke afspraken binnen de school over het rouleren van de boeken en de registratie van de uitleen. • Maak duidelijke afspraken met de leerlingen over de behandeling van de boeken en het tijdstip waarop de boeken weer ingeleverd moeten zijn. • Jouw school is niet de enige die een beroep doet op de bibliotheek, verwacht dus niet het onmogelijke en wees bereid om wat water bij de wijn te doen. • Nodig de bibliothecaris eens in je lessen uit. Die kan dan bij de boekkeuze en het bibliotheekbezoek beter aansluiten bij de inhoud van de lessen en het niveau van de leerlingen. • Als je school zelf boeken wil aanschaffen, kijk dan af en toe eens bij boekhandel De Slegte; daar liggen soms grote aantallen goede jeugdboeken (bij de ‘kinderboeken’), voor een zacht prijsje.
Bazar boekencollecties in Helmond In Helmond doet een aantal scholen een beroep op de bibliotheek bij de invoering van Bazar. Bibliothecaris Bettina Bus heeft de boekencollecties voor Bazar aangeschaft met gemeentelijk geld uit het GOA-budget. De collecties worden alleen gebruikt voor Bazar. De bibliotheek houdt ze in beheer: “We gaan het bestand geleidelijk opbouwen, parallel met de invoering op de scholen. We hebben ons vooralsnog gehouden aan de titellijsten, die boeken zijn we nu aan het uitproberen. Later kunnen we alsnog differentiëren en aanvullen.” Bus vindt het niet eenvoudig om de diensten van de bibliotheek voor een aantal scholen te coördineren: “De scholen mogen zelf een eerste en tweede voorkeur opgeven voor de planning van het bibliotheekbezoek en het werken met de boekencollecties. Op basis van die gegevens stel ik een definitieve planning op. Dat luistert best nauw, want iedere school heeft zijn eigen activiteiten, zoals toetsweken en werkweken, waardoor er nogal wat weken uitvallen. En wij hebben als bibliotheek natuurlijk ook nog andere activiteiten waardoor we niet altijd beschikbaar zijn voor Bazar. Maar ik weet uit de ervaringen met Fantasia, waarbij we ook verschillende scholen bedienen, dat het meestal wel lukt om een planning op te stellen die overeenkomt met de voorkeuren van de scholen.” 18
Bazar
5. Met de leerlingen op pad Bij verschillende modules gaan docenten met de leerlingen op pad; naar de bibliotheek, naar de bioscoop, naar het theater. Bij deze modules komt het ‘authentieke’ karakter van de Bazaractiviteiten duidelijk naar voren.
naar de bibliotheek Het is wel even wennen, een klas eerstejaars vmbo-leerlingen op bezoek in je bibliotheek: “Het zijn echt heel andere kinderen dan van havo of vwo. Ze zijn veel drukker, sneller afgeleid. Je moet je verhaal echt zo kort mogelijk houden en ze snel aan de slag laten gaan,” zegt bibliothecaris Jan Klerk uit Haarlem. Het speelse karakter van het bibliotheekbezoek zorgt ervoor dat de leerlingen intensief en met plezier bezig zijn. Als de leerlingen echter niet goed zijn voorbereid, kan bijvoorbeeld het hanteren van de catalogus of het zoeken in een index of register op problemen stuiten. Een voorbereidende les is dan ook belangrijk om het bibliotheekbezoek succesvol te laten verlopen. Die les is opgenomen in het Bazarpakket. Toch vindt de bibliotheek het soms wenselijk om extra materiaal te ontwikkelen, aangepast aan de eigen situatie. Bibliothecaris Bettina Bus: “Het is ontzettend belangrijk dat de leerlingen over voldoende voorkennis beschikken, maar die is niet altijd aanwezig. Daarom zijn we nu zelf een handleiding voor de voorbereidende les aan het maken, aanvullend op het Bazarmateriaal en precies afgepast op de situatie in Helmond.” Het bibliotheekbezoek legt een stevig beslag op de tijd van de bibliotheek, zegt Bus: “Alleen al voor ‘Bibliospel’ krijgen we 24 klassen op bezoek en daar komen volgend jaar nog eens vier tweede klassen bij voor ‘Informatie zoeken’. We zijn nu aan het bekijken of we dit kunnen verdelen over drie vestigingen van onze bibliotheek, afhankelijk van de locatie van de scholen. Ook de voorbereiding – het selecteren van de vragen uit het materiaal en het aanpassen ervan aan onze eigen situatie en aan het niveau van de leerlingen – was een behoorlijk tijdrovende klus. Maar het was de moeite waard, want we kunnen nu voorlopig vooruit.”
“Veel docenten weten zelf niet hoe de catalogus werkt. In Lelystad hebben we daarom de docenten een dagdeel in de bibliotheek uitgenodigd en geïnformeerd. We hebben daar zelf een programma voor samengesteld. Ook geven we de docenten een tas met boeken, andere media en informatiemateriaal over de bibliotheek voor de voorbereidende les in de klas.”
Fokje Tulner, openbare bibliotheek Lelystad
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
19
Ook voor het bibliotheekbezoek geldt dat de wederzijdse verwachtingen van de bibliothecaris en de docenten vooraf duidelijk uitgesproken moeten worden. De bibliothecaris mag van de docenten verwachten dat zij op school de voorbereidende les uitvoeren en dat zij helpen om het bezoek ordentelijk te laten verlopen en de leerlingen ondersteunen als dat nodig is. Anderzijds mogen de docenten van de bibliothecaris verwachten dat die een duidelijke instructie geeft en de leerlingen op het juiste niveau weet aan te spreken. Tips voor de bibliothecaris • Bespreek voorafgaand aan het bibliotheekbezoek de taakverdeling met de docenten. • ‘Bibliospel’: Bestudeer het spel goed, selecteer de vragen die passen bij de situatie van je bibliotheek en het niveau van de leerlingen; voeg eventueel zelf vragen toe. • Controleer vooraf of de internetvragen nog goed uitvoerbaar zijn; soms is het adres of de inhoud van een site tussentijds veranderd. • Gebruik voor het demonstreren van de catalogus een beamer, zodat je niet met een hele klas rond één computerscherm hoeft te staan. • Bekijk of het mogelijk is om leerlingen direct na het bezoek een boek te laten lenen, bijvoorbeeld door er vooraf voor te zorgen dat alle leerlingen over (gratis) lenerspassen beschikken of door leerlingen de mogelijkheid te geven zich direct na het bezoek in te schrijven. • Geef de leerlingen na het bezoek een bon voor het gratis lenen van een dvd of cd-rom (te gebruiken in combinatie met lenerspas). Tips voor de docent • Besteed voldoende aandacht aan de voorbereidende les op school; dat maakt het bibliotheekbezoek leuker en effectiever. • Ga voorafgaand aan het bibliotheekbezoek zelf eens een kijkje nemen in de bibliotheek, zodat je de leerlingen beter kunt helpen.
naar de bioscoop De school organiseert zelf de bioscoopvoorstelling. Neem daartoe contact op met een naburige bioscoop of een filmtheater, spreek af welke film u vertoond wilt hebben en spreek de tijd af waarop u met de leerlingen de bioscoop bezoekt. Alle klassen van het betreffende leerjaar kunnen dan onder schooltijd naar de bioscoop, die speciaal voor hen gereserveerd is. Het zal weinig verbazing wekken, dat dit bij de leerlingen een van de meest gewaardeerde onderdelen uit het Bazarprogramma is. Overigens kiezen sommige scholen ervoor om de film op school te laten zien, hetzij uit praktische overwegingen (de bioscoop is te ver weg), hetzij vanwege vervelende ervaringen met eerdere pogingen om een bioscoopbezoek te organiseren. Door te zorgen voor een verduisterde ruimte, een behoorlijk groot scherm en popcorn in de pauze kan toch een bioscoopsfeer opgeroepen worden.
20
Bazar
Het lesmateriaal is ontwikkeld bij specifieke filmtitels. De meningen over de keuze van de films lopen soms uiteen. ‘De Tasjesdief’ (voor het eerste jaar) is bijvoorbeeld volgens sommige docenten gedateerd en te bekend bij leerlingen, terwijl anderen zeggen dat de leerlingen die herkenning juist plezierig vinden. ‘The Truman Show’ (voor het derde jaar) wordt door sommige docenten moeilijk gevonden, maar wordt ook gewaardeerd, vanwege het verhaal en omdat de film een goede aanleiding biedt om te praten over soaps, reality-tv en privacy. Vraag in de onderhandelingen met het filmtheater naar het ‘educatief tarief’. Dit ligt lager dan de bedragen die normaal voor een voorstelling en de distributie in rekening worden gebracht. Voor vragen over filmeducatie kunt u terecht bij het Nederlands Instituut voor Filmeducatie (zie achterin bij de adressen). Ook de regionale steunfunctie voor kunsteducatie kan u mogelijk adviseren bij de filmkeuze (zie ook de volgende paragraaf).
naar het theater Voor veel leerlingen is bijwonen van een voorstelling in een schouwburg of toneelzaal de eerste kennismaking met het theater. Alleen al daarom verdient een voorstelling buiten school de voorkeur. Bazarcoördinatoren hebben soms moeite de juiste contacten aan te boren bij het voorbereiden van een theatervoorstelling. Sommige coördinatoren leggen contact met de dichtstbijzijnde schouwburg of met een theatergezelschap. Geen van deze instellingen heeft echter zicht op het totale aanbod voor vmboleerlingen. De coördinator kan daarom het best contact opnemen met de regionale steunfunctie kunsteducatie. Deze instellingen hebben de taak om scholen op het gebied van kunst en cultuur te adviseren. In de praktijk blijkt dit echter niet altijd soepel te lopen. Er zijn wel eens klachten over de bereikbaarheid van de contactpersoon bij de instelling en over de kwaliteit van de dienstverlening. Bovendien weten niet alle coördinatoren het regionale steunpunt kunsteducatie te vinden. Er zijn ook nogal wat instellingen op lokaal en regionaal niveau die zich met cultuur bezighouden. Een lijst met adressen is te vinden op www.kunsteducatie.nl. Soms zijn er ook collega’s of ckv-docenten die een goed advies kunnen geven of zelf al contacten hebben met een artiest of gezelschap. Hoe de keuze ook tot stand komt, de boeking moet tijdig geregeld worden, soms bijna een jaar van tevoren. Tips bij bioscoop- en theaterbezoek • Boek de voorstelling ten minste zes maanden van tevoren. • Maak duidelijke afspraken met de leerlingen over het gedrag tijdens de voorstelling (eten & drinken, mobieltjes, toiletbezoek, enz.); bespreek dit vooraf met alle begeleidende docenten, zodat alle docenten dezelfde regels hanteren. • Na een voorstelling in de ochtend vinden de leerlingen het soms moeilijk om weer om te schakelen naar de lessituatie op school; organiseer daarom de voorstelling in de middag, zodat de leerlingen na afloop naar huis kunnen. • Betaal de voorstelling (geheel of gedeeltelijk) met ckv-bonnen.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
21
6. Belevend lezen: de Bazarmethodiek Het Bazarpakket is slechts één van de onderdelen van de leesomgeving voor vmbo-leerlingen. Die leesomgeving bestaat verder uit de aanwezigheid van boeken, kranten en tijdschriften, uit ‘tijd om te lezen’ en uit het gedrag van de docent. Het realiseren van de eerste drie onderdelen is het gemakkelijkst – dat is voornamelijk een organisatorische aangelegenheid. Maar het laatstgenoemde onderdeel, het gedrag van de docent, betekent voor vrijwel alle docenten een grote verandering in hun manier van lesgeven. De ervaringen van de Bazarscholen op dit terrein zijn nog beperkt. Tot nu toe is de meeste aandacht gericht geweest op de organisatorische aspecten van de invoering. Toch verdient de methodiek een centrale plaats, want die overstijgt de modules en vormt daarmee het verbindende element tussen alle onderdelen van het Bazarprogramma. Een bijkomend voordeel de methodiek is dat zij ook buiten de Bazarlessen toegepast kan worden. Dat maakt het mogelijk om ook aan leesbevordering te werken in perioden waarin niet wordt gewerkt met modules uit het Bazarpakket, waardoor het structurele karakter van leesbevordering in de school verder wordt versterkt. Hieronder vatten we de methodiek, die uitgebreid is beschreven in de algemene Bazarhandleiding, kort samen. De methodiek is gebaseerd op een cyclische aanpak, waarbij telkens dezelfde vier stappen worden doorlopen en waarbij de leeshouding en de vaardigheden voor belevend lezen steeds verder ontwikkeld worden. Het belevend lezen (stap 3) staat centraal. De andere stappen dienen er vooral voor om het belevend lezen (beter) mogelijk te maken.
stap 1: aandacht creëren Er zijn twee manieren om de aandacht van de leerlingen te trekken. Ten eerste door te zorgen voor een uitgebreid, gevarieerd, passend en ‘authentiek’ aanbod van fictie. De boekenlijsten van Bazar (die zonder problemen uitgebreid kunnen worden met suggesties van de bibliotheek) vormen de basis voor een dergelijk aanbod. Ten tweede gaat het om de manier waarop de docent dit aanbod introduceert in de klas. Hiervoor zijn diverse activiteiten opgenomen in de lesbeschrijvingen, bijvoorbeeld omslagen laten zien, flapteksten of fragmenten voorlezen of een kort klassengesprek voeren op basis van de titels die op het bord zijn geschreven. Dat werkt heel wat motiverender dan het uitdelen van een boekenlijst, met de mededeling dat de leerlingen over drie maanden hun eerste boekverslag ingeleverd moeten hebben – een aanpak die niet ongebruikelijk is in het voortgezet onderwijs.
22
Bazar
“Tijdens een bijeenkomst van onze taalbeleidsgroep hebben we eens gekeken naar verrassende manieren om boeken en verhalen te introduceren. Iemand legde een zaag, een panty en een schoen met een naaldhak voor ons neer. Waar zouden jullie over willen lezen? vroeg ze. Ze las van drie verhalen een korte omschrijving op: een verhaal over een zeeman met koudvuur in zijn been (de zaag begreep iedereen); een verhaal over een jong stel dat elkaar niet kan uitstaan, autopech krijgt en de auto moet repareren met … een panty; en een verhaal over een veertienjarig meisje dat op naaldhakken zwikt omdat ze moet tippelen van haar moeder. Dat leek ons een verrassende introductie voor in de klas.”
Itie van den Berg, Onderwijsvoorrang Drenthe
stap 2: kiezen en oriënteren Nadat de aandacht is gevestigd op een collectie leuke boeken, worden de leerlingen uitgenodigd om een boek te kiezen. Niet alle leerlingen zijn echter in staat om, zelfs uit een vooraf geselecteerde collectie, een boek te kiezen dat bij hen past. Daarom besteedt Bazar aandacht aan de vaardigheden waarmee leerlingen kunnen beoordelen of een boek geschikt voor hen is, zoals: kennis over genres en schrijvers, bekendheid met de bibliotheek, de relatie tussen eigen interesses en boeken en het beoordelen van boeken aan de hand van titel, omslag, flaptekst, inhoudsopgave, lay-out, illustraties, enz. Daarnaast is het belangrijk – juist voor vmbo-leerlingen – om belemmeringen bij het lezen weg te nemen. Daarom biedt de methodiek suggesties bij het oriënteren op mogelijke struikelblokken in een verhaal. Die suggesties helpen leerlingen bijvoorbeeld om om te gaan met moeilijke woorden, moeilijke namen en veel personages.
“Ik zie er nog net zo tegen op om een boek te lezen als aan het begin van het jaar. Maar als ik in de bibliotheek sta om een boek te zoeken weet ik nu wat ik leuk vind en wat ik niet leuk vind om te lezen.”
vmbo-leerling
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
23
stap 3: belevend lezen De stap die volgt op het kiezen en oriënteren is het belevend lezen. Geoefende lezers hanteren bewust of onbewust diverse technieken om ‘in een verhaal te komen’: ze stellen zich bijvoorbeeld beelden voor bij wat ze lezen, ze bewegen mee wanneer er actie in het verhaal komt, ze voelen mee met zintuiglijke waarnemingen. In de lesbeschrijvingen zijn activiteiten opgenomen die dit inlevingsvermogen stimuleren, bijvoorbeeld door leerlingen te vragen om een beschrijving of tekening van de hoofdpersoon te maken, of een strip te tekenen waarin een fragment van een verhaal wordt uitgebeeld. Ook het meeleven met personages uit een verhaal is een kenmerk van belevend lezen. Dit wordt gestimuleerd met behulp van vragen naar de gemoedstoestand van de personages en vragen naar de eigen gemoedstoestand van de lezer. In hun boekverslag maken de leerlingen bijvoorbeeld zinnen af als: ‘Ik moet lachen toen …’ en ‘Ik vond het heel erg toen …’ “Dan trekken ze over de prairie en dan zie je gewoon hoe die prairie eruit ziet.”
vo-leerling
stap 4: verwerken en waarderen Na het lezen volgt het verwerken en waarderen van het verhaal, waardoor de leeservaring een veelzijdiger en blijvender karakter krijgt. Het praten over verhalen, bijvoorbeeld, is een verwerkingsvorm die aan het lezen een sociale dimensie toevoegt. Maar er zijn ook allerlei andere verwerkingsvormen binnen Bazar waaruit leerlingen soms zelf een keuze kunnen maken, bijvoorbeeld: • een stukje schrijven voor de schoolkrant • een muurkrant maken • een bericht maken voor het jeugdjournaal • elkaar interviewen • een illustratie tekenen • een verhaal(fragment) naspelen • raad geven aan een personage uit een verhaal Het waarderen van verhalen gebeurt onder andere aan de hand van boekbeoordelingsformulieren, die opgenomen kunnen worden in het fictiedossier. Met de stap van ‘verwerken en waarderen’ wordt de cyclus rond een bepaald thema of genre afgesloten en kan de volgende cyclus van voren af aan beginnen.
“Ik heb nu verschillende soorten boeken gelezen, maar ik heb vooral oorlogsboeken gelezen, omdat ik dat in het begin en nu nog steeds de beste boeken vind. Ik vind het best omdat er veel in gebeurt, het is toch vaak realistisch geschreven dat maakt het extra spannend het leest daarom erg gemakkelijk.”
vmbo-leerling 24
Bazar
7. Leesbevordering als taalbeleid Docenten verzuchten soms: leesbevordering, heeft dat wel prioriteit? Er staan nog zo veel andere dingen op het programma, zoals het werken aan basisvaardigheden: het trainen van de taalvaardigheid, uitbreiding van woordenschat, aanbrengen van leervaardigheden… Die dingen moeten inderdaad allemaal gebeuren, maar kan leesbevordering daar niet een handje bij helpen? Het lezen van fictie heeft immers niet alleen doelstellingen en effecten op het gebied van culturele en maatschappelijke vorming, maar ook op het gebied van taalontwikkeling. Leerlingen die gegrepen worden door een boek zijn actief bezig met taal en verwerven daardoor allerlei taalvaardigheden: ze leren op ‘incidentele’ wijze woorden en uitdrukkingen, ze raken gewend aan vormaspecten van taal, ze ontwikkelen strategieën en passen geleerde strategieën toe (zoals betekenissen afleiden uit woordvorm of context) en ze leren moeilijke woorden of uitdrukkingen negeren wanneer die minder belangrijk zijn voor het begrip van de tekst.
Wat weten we uit onderzoek? In zijn boek The power of reading (1993) komt de Amerikaanse onderzoeker Stephen Krashen op basis van een groot aantal onderzoeken tot de volgende conclusie: “Uit de onderzoeken wordt duidelijk dat er goede dingen gebeuren wanneer kinderen en minder leesvaardige volwassenen gaan lezen voor hun plezier. Hun tekstbegrip gaat vooruit en ze krijgen meer greep op moeilijke, schoolse teksten… Hun woordenschat breidt zich uit en wel in een hoger tempo dan wanneer ze zouden deelnemen aan een van die speciale cursussen waarvoor reclame wordt gemaakt. Bovendien gaan ze beter spellen en krijgen ze een betere beheersing van de grammatica.”
Het ‘incidentele’ leren dat bij het vrij lezen plaatsvindt, contrasteert met traditionele opvattingen over taalonderwijs, waarin ‘intentioneel’ leren vaak op de voorgrond staat, maar waarin de verwerking en de praktische toepassing van het geleerde nogal eens onderbelicht blijft. Het gevolg is dan, dat er van het geleerde uiteindelijk weinig blijft hangen. Bazar ‘pakt’ leerlingen met goede verhalen en biedt de mogelijkheid om allerlei taalvaardigheden bijna spelenderwijs te consolideren, te oefenen en verder uit te bouwen. Het programma vormt daardoor een goede aanvulling op meer gestuurde vormen van taalonderwijs en hoort dan ook thuis in een taalbeleid dat leerlingen wil voorzien van een rijk en gevarieerd taalaanbod. Vanuit dat oogpunt is het een goede zaak dat scholen Bazar opnemen in hun taalbeleid en dat gemeenten leesbevordering in het kader van gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid opnemen in hun plannen.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
25
“Wij zien Bazar als een essentieel onderdeel van ons taalbeleid. We investeren stevig in het onderwijs van het Nederlands om de leerresultaten van onze leerlingen te verbeteren. Dat doen we met een heel pakket maatregelen, zoals remedial teaching, extra instructie in begrijpend lezen en Het Posterproject. Bazar vormt hierop een uitstekende aanvulling. Net als Het Posterproject willen we Bazar invoeren voor al onze leerlingen. En dat willen we systematisch aanpakken. We zitten niet te wachten op een los project om mee te scoren; we willen leesbevordering een structureel onderdeel maken van ons onderwijsprogramma.”
directeur Francis Elkerbout, Hooghuis Lyceum Heesch
interactie In moderne opvattingen over effectief taalonderwijs is ‘interactie’ een sleutelbegrip: taal leren door zinvolle gesprekken tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en de docent. Die opvatting past goed bij de nadruk die Bazar legt op leesbeleving en het verwoorden van die beleving. Leerlingen praten is tweetallen en in groepjes over teksten, beargumenteren hun voorkeuren tegenover elkaar en tegenover de docent, interviewen elkaar enzovoorts. De docent stimuleert interacties met open vragen en opmerkingen als: “Vertel daar eens wat meer over”, “Wie heeft die ervaring ook?”, “Wat voor iemand is … ?”, “Wat vond je ervan dat …”, of “Wat zou jij in zo’n geval doen?”.
extra inspanning Voor leerlingen die het Nederlands nog niet zo machtig zijn, kan het lezen van fictie, zelfs van aangepaste teksten, een enorme opgave zijn. Voor de docent vergt het extra inspanning om met Bazar te werken in groepen met grote taalachterstanden, om geschikte teksten te vinden en de verwerkingsvormen aan te passen. Dat verschilt overigens per klas en per docent. Er zijn al heel wat lwoo-klassen die met veel plezier met Bazar gewerkt hebben; anderzijds zijn er ook docenten die het programma toch te moeilijk vinden. In het praktijkonderwijs is geen ervaring opgedaan, om de eenvoudige reden dat Bazar niet voor deze groepen is ontwikkeld. Maar de ontwikkelingen staan niet stil en over de wijze waarop Bazar bruikbaar gemaakt kan worden voor de zwakste groepen leerlingen is het laatste woord zeker nog niet gezegd. Tips voor de docent: • Bespreek met alle docenten Nederlands welke plaats Bazar inneemt in het onderwijsprogramma en in het taalbeleid. Het gaat daarbij niet alleen om de afstemming met de methode (hoofdstuk 10), maar ook om het werken met de Bazarmethodiek (hoofdstuk 6) en om de aanpak van taalproblemen bij leerlingen. Kom hier in de loop van het schooljaar geregeld op terug. • Maak gedoseerd gebruik van elementen uit het vak Nederlands om taalproblemen bij het lezen van fictie aan te pakken. Verwijs naar bijvoorbeeld naar strategieën die leerlingen hebben geleerd om de 26
Bazar
betekenis van woorden af te leiden uit context (teruglezen én vooruitlezen) of de woordvorm. Leer de leerlingen echter ook om niet stil te staan bij elk moeilijk woord of onbekende uitdrukking, om niet alles te willen opzoeken of te vragen. Leer ze dóór te lezen en help hen in de ban te raken van het verhaal. • Laat de leerlingen lijstjes aanleggen van de voor hen onbekende woorden (met de context waarin ze in het boek voorkwamen). • De Bazarmethodiek is voor de taalzwakkere leerlingen extra belangrijk. Met name de voorbereidingsfase (oriëntatie op de tekst; het vooraf aanbieden van concepten en het aanleggen van betekenisnetwerken) is voor deze leerlingen onmisbaar. • Ga bij elkaar in de lessen kijken om te zien hoe andere docenten taalproblemen aanpakken; bespreek die aanpak ook met de taalspecialist van de schoolbegeleidingsdienst.
8. Zorgen voor kwaliteit “Goede reis”, wenst een docent haar leerlingen als zij aan een nieuw boek beginnen. Naar een andere wereld gaan, afleiding vinden, je kunnen verplaatsen in andere personen en situaties, iets willen leren: allemaal motieven die fervente lezers vaak noemen voor hun liefhebberij. Het doel van Bazar is om leerlingen deelgenoot te maken van die ervaringen en ze te laten zien dat je kunt genieten van het lezen van fictie. En dan wordt niet alleen `volwassen’ literatuur bedoeld, want fictie is in Bazar een ruim begrip. In Bazar geen oordelen over boeken die wel of niet door de beugel kunnen. De leerling krijgt alle ruimte om te ontdekken welk genre hem of haar bevalt. De docent zorgt ervoor dat die ruimte optimaal wordt benut.
keuzevrijheid Een belangrijk uitgangspunt van Bazar is dat er iets te kiezen moet zijn, niet alleen voor de docenten (door de flexibiliteit van de modules), maar ook voor de leerlingen. Leerlingen uit een Bazarklas zul je daarom niet vaak met hetzelfde boek aantreffen. Klassen die werken met een module uit het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’ hebben leeskisten in het lokaal staan waaruit leerlingen boeken kunnen kiezen. De medewerkers van de bibliotheek die deze kisten samenstellen zorgen ervoor dat de boeken aansluiten bij de interesses en het niveau van de leerlingen; zij houden de inhoud up to date en vervangen boeken die de lezers na een tijd minder interesseren door meer actuele boeken. Niet alleen de modulen uit het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’, maar ook ‘Tijdschriften in de klas’, ‘Strips’ en ‘Een schrijver in de klas’ bieden leerlingen de mogelijkheid te kiezen. Zo heeft een school bij de leerlingen gepeild welke schrijver zij zelf graag wilden uitnodigen voor het schrijversbezoek. Hier kwam een top 3 uit en uiteindelijk is een van die drie uitgenodigd. Uitgangspunt is dat er in het aanbod van Bazar altijd wel een genre of boek te vinden dat de leerling aan zal spreken, net zoals er in de muziek altijd een genre of groep te vinden is waar een leerling voor valt.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
27
actief bezig zijn Een tweede principe is dat leerlingen zelf actief bezig zijn, of het nu gaat om de voorbereiding, het lezen zelf (of het bekijken van een film of voorstelling), of de verwerking. Vaak werken de leerlingen in tweetallen of groepjes aan de opdrachten. De docent heeft hierbij een belangrijke rol. Die zal de leerlingen warm moeten krijgen voor het onderwerp en ze soms over een drempel moeten helpen en aan moeten moedigen om door te gaan. Docenten die al ervaring met Bazar hebben benadrukken dat een eerste vereiste is dat je zelf enthousiast bent en dat je door moet gaan ook als leerlingen in eerste instantie niet veel zin hebben. “Liefde? Doe me een lol!” riepen leerlingen van de Rotterdamse RSG Gijsbert Karel van Hogendorp over dat thema. Het hoort bij de rol van de docent om die leerlingen dan te zeggen om eerst eens te kijken voor zij hun oordeel geven. Als ze dat eenmaal gedaan hebben, kunnen zij zich iedere mening veroorloven, zelfs de mening dat ze nooit meer over liefde willen lezen. Als de leerlingen eenmaal gaan lezen in de klas blijken zij dat graag te doen, ook degenen van wie de docent dat niet verwacht had. De Rotterdamse leerlingen die eerst zo’n grote mond hadden, lazen Vrijen met rode oortjes. Is het boek te moeilijk of niet zo leuk als ze dachten, dan ruilen ze het om voor een ander. Na de uitvoering van de activiteiten krijgen leerlingen de gelegenheid om zich af te vragen of het boek of de film hun geboeid heeft en waarom dan. Om hun ervaringen te verwoorden en te delen met anderen voeren zij opdrachten uit, vaak weer in groepjes. Ook hier heeft de docent een belangrijke rol: is hij in staat het groepswerk te begeleiden en de resultaten ervan in klassengesprekken te bespreken? Kan hij de leerlingen alle ruimte geven om hun mening te geven, zonder ze in een bepaalde richting te sturen? Geeft hij voldoende aandacht aan de ‘beleving’ van de leerlingen? Kortom, de kwaliteit van Bazarlessen wordt in sterke mate bepaald door de activerende werkvormen en door de onbevooroordeelde houding die materiaal en docent uitstralen. De leerlingen zijn actief en de docent niet minder, want het beoogde effect wordt niet vanzelf bereikt. Tips voor de docent • Ga er niet vanuit dat groepswerk vanzelf op gang komt in een klas die daar niet aan gewend is. Besteed aandacht aan het aanleren van sociale en communicatieve vaardigheden voor je begint met Bazar. Het gaat dan om zaken als: respect voor elkaar, niet door elkaar praten, ieder groepslid een taak enz. • Haal de regels en afspraken nog eens op in klassen die regelmatig in groepen werken. • Schep een vertrouwde sfeer waarin ieder durft te zeggen wat hij/zij denkt. • Moedig aarzelende leerlingen aan als zij bijvoorbeeld iets aan de klas moeten vertellen. Zo hielp een docente een onzekere leerling door naast hem te gaan staan toen deze voor de klas zijn eigen verhaal ging voorlezen. • Reflectie, in de vorm van het delen van leeservaringen, is met name voor lwoo-leerlingen zeer belangrijk. • Bereid je lessen heel goed voor. Trek hier ruim tijd voor uit. • Houd je instructie kort. Anders verlies je de aandacht. • Besteed veel aandacht aan uitwisseling van ervaringen met Bazar. • Maak duidelijk welk gedrag je niet waardeert. 28
Bazar
• Laat de leerlingen merken dat je hun mening respecteert, toon interesse. • Benadruk de positieve kanten van een optreden of product van leerlingen.
9. Bazar in de verlengde schooldag en de ISK Naast het materiaal voor gebruik in de reguliere lessen Nederlands, is er een Bazar-ringband met modules die ingezet kunnen worden in het kader van de verlengde schooldag: Mijn fluwelen kamer (5 lessen)
Hoeveel weegt blauw? (5 lessen) Take Two (10 lessen)
Verbeelden (3 lessen)
Leeskamp (los in te zetten activiteiten)
Leerlingen leren op een speelse manier gedichten schrijven. Een gestructureerde aanpak, met allerlei effectieve tips en verhelderende vragen, stimuleert de creativiteit van de leerlingen en resulteert in verrassende gedichten. Leerlingen kijken naar kunst en leren de beelden die zij zien om te zetten in taal (poëzie). Onderdeel van het programma is een bezoek aan een tentoonstelling in een museum of galerie. De leerlingen kiezen een boekfragment, maken een draaiboek en verfilmen het gekozen fragment met behulp van videoopnameapparatuur. De leerlingen vervullen verschillende rollen, als acteur, regisseur, cameraman enz. Een acteur van het Utrechtse Verteltheater komt verhalen vertellen en uitbeelden. Naar aanleiding hiervan vinden diverse activiteiten plaats, zoals een strip tekenen, een strip uitbeelden, een kringverhaal bedenken en zelf een verhaal schrijven. Leeskamp biedt een keuze aan activiteiten rond boeken en lezen die ook ingezet kunnen worden in kader van een bestaande meerdaagse activiteit, zoals een brugklaskamp of werkweek.
In het voortgezet onderwijs is de verlengde schooldag nog niet zo’n bekend fenomeen als in het basisonderwijs. Daar komt bij dat op scholen die wel actief zijn op dit terrein Bazar moet concurreren met activiteiten als streetdance, graffiti, mode, kickboksen, survival enzovoort. “Dat maakt het niet eenvoudig om leerlingen te motiveren voor Bazar,” zegt Bazarcoördinator Raymond Hageman uit Maastricht, “Leerlingen zijn bij naschoolse activiteiten helemaal vrij om te kiezen en dan kan een cursus gedichten schrijven eigenlijk niet concurreren met het overige aanbod, hoezeer je ook je best doet om het aan te prijzen. Maar ik ben ervan overtuigd dat zodra bij ons op school Bazar ook binnen de lessen Nederlands is ingevoerd, de leerlingen wel enthousiast te krijgen zijn, want dan hebben ze gezien hoe leuk het kan zijn.” Hoewel deze school dus nog geen ervaringen met Bazar in de verlengde schooldag heeft opgedaan, heeft zij wel enkele modules voor de verlengde schooldag gebruikt in de internationale schakelklas. Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
29
Bazar in de Internationale Schakelklas in Maastricht De Bazarmodules ‘Mijn fluwelen kamer’ en ‘Hoeveel weegt blauw?’ zijn met succes uitgevoerd in de internationale schakelklas (ISK) in Maastricht. Op de ISK worden leerlingen die direct uit het buitenland afkomstig zijn gedurende anderhalf à twee jaar voorbereid op het Nederlandse onderwijs. De leerlingen vormen een zeer heterogene groep, zowel in leeftijd (van 13 tot 18 jaar, met uitschieters tot 20) als in ontwikkelingsniveau. Het lesprogramma Nederlands is zeer intensief, met bijna 20 lessen per week. Deze situatie maakt het mogelijk om naast de gebruikte methoden (Zebra en Nieuwe buren) ter afwisseling af en toe ander materiaal in te zetten dat bijdraagt aan de verwerving van het Nederlands. “Wij hebben heel leuke ervaringen met die poëziemodules van Bazar”, zegt Mirjam Betting, coördinator van de ISK, “Met dat materiaal ben je niet afhankelijk van leeftijd of van het beheersingsniveau het Nederlands. Daar komt bij dat deze jongeren, die vaak veel heel nare ervaringen achter de rug hebben, door het schrijven van gedichten een heleboel emoties kwijt kunnen. Het is echt een soort uitlaatklep voor ze. Er zijn erbij, die zijn bijna niet meer te stoppen, die blijven gedichten schrijven.” De ISK heeft de gedichten gebundeld in een klein boekje. De leerlingen hebben er zelf illustraties bij gemaakt. De opbrengst van het boekje komt ten goede aan de ISK.
10. Afstemming met de methode Om optimaal rendement van Bazar te hebben, is het belangrijk om vast te stellen in hoeverre Bazar aanvullend is op de gebruikte methode Nederlands, dan wel overlap met die methode vertoont. Dat betekent: per onderdeel een vergelijking maken tussen Bazar en de methode. Op basis daarvan kiest de sectie welke onderdelen van de methode gehandhaafd worden en welke onderdelen worden vervangen door modules van Bazar.
“Wij gebruiken de methode Taallijnen en de theorie die daarin is opgenomen blijven we gewoon behandelen. Bazar gebruiken we voor de praktijk, het plezier van het lezen.”
Nelleke Weesie-Hoeks, St Joseph Mavo, Helmond
30
Bazar
In dit hoofdstuk hebben we voor het eerste leerjaar de onderdelen van Bazar op een rij gezet en vergeleken met overeenkomstige delen (leerjaren) van de methode Op nieuw niveau. Hierbij moet benadrukt worden dat alleen gekeken is naar het eerste jaar van Op nieuw niveau, vmbo-lwoo basisboek. Als uit de analyse blijkt dat een bepaald fictie-onderwerp ontbreekt, wil dat alleen zeggen dat dat het geval is voor dit boek; mogelijk komt dat onderwerp wel aan bod in een ander deel van de methode. Het voerde echter te ver om alle delen van de methode te analyseren. In bijlage 3 zijn voorbeelden opgenomen van soortgelijke uitwerkingen voor andere methoden, in de andere leerjaren. Eerste leerjaar Op nieuw niveau, 1 vmbo-b, lwoo basisboek (Thieme/Meulenhoff, 1e druk 2002) Bazar, 1e leerjaar Fictie Gedichten
‘Doe maar dicht maar’ (4 lessen): gedichten schrijven met stapsgewijze instructie. ‘Ik zoek een vriend m/v’ (5 lessen): gedicht aan het begin van elke les. Kort verhaal ‘Woordenhuis’ (5 lessen): Hier staat de mondelinge vertelcultuur centraal. Leerlingen maken kennis met de techniek van vertellen en verwerken die in hun eigen verhalen. (Jeugd)roman Binnen het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’ lezen leerlingen boeken en maken zij opdrachten. In het eerste leerjaar kan gekozen worden uit: ‘Ik zoek een vriend’ (5 lessen). ‘De Jonge Jury’ (5 lessen). ‘Het Griezel Genootschap’ (4 lessen). ‘Een schrijver in de klas’ (5 lessen). Stripverhaal ‘Asterix’ (5 lessen): Leerlingen lezen en maken opdrachten aan de hand van een leeskist met strips van Asterix.
Televisie(serie) Film ‘De Tasjesdief’ (3 lessen): voorbereiding, bioscoopbezoek, nabespreking.
Op nieuw niveau, 1e leerjaar Weinig aandacht voor poëzie.
Er wordt geen gebruik gemaakt van volledige verhalen. Elk lesblok start met een boekfragment.
Elk lesblok start met een boekfragment, gevolgd door een verwijzing (met afbeeldingen van boekomslagen) naar vier andere leuke boeken rond hetzelfde thema.
In verschillende lesblokken komen strips zijdelings aan de orde: blok 1-les 2, blok 4-les 2, blok 5-les 2 + 10, blok 6-les 1 + 2 + 10. Blok 6 bevat twee 2 lessen die wat dieper ingaan op strips. (Niet gekoppeld aan fictie)
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
31
Dagboek Toneelstuk Cabaret Fictiedossier Ckv
‘Theater’ (3 of 5 lessen): voorbereiding, theaterbezoek, nabespreking. De producten van de leerlingen kunnen opgenomen worden in het fictiedossier. ‘Theater’ (zie hierboven) Film ‘De Tasjesdief’ (zie hierboven) ‘Een schrijver in de klas’ (zie hierboven).
Kranten
Non-fictie Tijdschriften
‘Tijdschriften in de klas’ (4 lessen): Leerlingen lezen en maken opdrachten aan de hand van een gevarieerd pakket nieuwe, recente tijdschriften. Informatie- ‘Bibliospel’ (1 les op school en 1 blokuur vaardigheden in de bibliotheek): leerlingen maken kennis met de bibliotheek. Mondelinge ‘Het woordenhuis’ (zie hierboven). taalvaardig- Verder geen afzonderlijk onderwerp, heid wel onderdeel van verwerkingsopdrachten bij de meeste modules.
Verwerkingsopdrachten kunnen opgenomen worden in het fictiedossier.
Beperkte aandacht voor kranten, veelal illustratief.
Beperkte aandacht voor tijdschriften, veelal illustratief.
In les 9 van elk lesblok wordt ruim aandacht geschonken aan informatievaardigheden. In blok 2 komt de bibliotheek aan bod. In les 7 van elk lesblok wordt aandacht besteed aan mondelinge taalvaardigheid.
Conclusie De bovenstaande analyse laat zien dat Bazar de methode op diverse punten goed aanvult en op andere punten onderdelen uit de methode kan vervangen. In het algemeen kan op basis van een soortgelijke analyse voor alle leerjaren (zie bijlage 3) en een vergelijking van Bazar met de eindtermen fictie voor het vmbo geconcludeerd worden dat Bazar voldoet aan de eindtermen fictie. Alleen het onderwerp ‘cabaret’ is niet in Bazar opgenomen en het onderwerp ‘televisieserie’ komt alleen voor in het kader van de speelfilm ‘The Truman Show’ (derde leerjaar). Dit betekent dat Bazar, met uitzondering van deze twee onderwerpen, in principe ingezet kan worden als alternatief voor het onderdeel fictie in de methode. Het is natuurlijk ook mogelijk om de methode en Bazar naast elkaar (complementair) te gebruiken. Docenten kiezen er bijvoorbeeld soms voor om de theorie uit de methode in de klas te behandelen en die vervolgens te laten toepassen op de fictiemedia die de leerlingen lezen en bekijken in het kader van Bazar. Ook kunnen docenten ervoor kiezen om binnen een leerjaar bepaalde accenten aan te brengen. Een analyse als de bovenstaande, uitgewerkt voor de eigen situatie, kan daarbij goede dienst bewijzen.
32
Bazar
Het belangrijkste onderscheid tussen Bazar en de methoden, is dat de leerlingen bij de methoden tekst(fragment)en uit hun boek lezen, terwijl ze bij Bazar te maken krijgen met echte boeken, strips, kranten, tijdschriften, films enz. Juist door het gebruik van ‘authentiek’ materiaal, wat het voor leerlingen veel motiverender maakt om met fictie bezig te zijn, kan Bazar een sterke meerwaarde hebben ten opzichte van de methode.
11. Begeleiding bij de invoering Veel docenten zal het Bazarmateriaal min of meer bekend voorkomen. Het onderwerp is weliswaar vrij nieuw, maar de structuur van de lessenseries en de aard van het materiaal wijkt niet sterk af van wat docenten in het vmbo gewend zullen zijn. Het gevaar bestaat daarom dat docenten zullen denken: “Met wat voorbereiding lukt me dat wel.” Zo eenvoudig ligt het niet, althans niet voor wie de bedoeling heeft om serieus aan de slag te gaan met de Bazarmethodiek en wie de werkvormen in de klas op een correcte wijze uit wil voeren. Want in die opzichten wijkt Bazar wel degelijk af van ‘het traditionele onderwijs Nederlands’. Het gaat dan bijvoorbeeld om: • het wegnemen van belemmeringen bij het lezen van fictie • het stimuleren van belevend lezen • het gebruiken van activerende werkvormen • het bevorderen van interactie tussen leerlingen onderling en tussen de leerlingen en de docent Veel docenten kunnen bij onderwerpen als deze wel een steuntje in de rug gebruiken. Het ligt voor de hand om daarvoor de onderwijsbegeleidingsdienst (OBD) of een andere lokale onderwijsondersteuningspartner in te schakelen. De taalspecialist van de OBD zal in ieder geval met een aantal van deze onderwerpen bekend zijn. Daarnaast kan een algemene ondersteuning de invoering van het programma aanmerkelijk vergemakkelijken. Zoals blijkt uit de algemene handleiding en uit deze brochure, staat de school voor nogal wat keuzes. Welke modules kiezen we? Hoeveel boekenkisten hebben we volgend jaar nodig? Hoe plannen we de uitvoering binnen het rooster? Hoe stemmen we Bazar af met ckv? Zelfs een coördinator die wekelijks een uur coördinatietijd tot zijn beschikking heeft, zal bij al die keuzes best wat hulp kunnen gebruiken. Ook bij die algemene begeleiding kan de OBD mogelijk een rol spelen. En het is natuurlijk altijd nuttig om eens contact te zoeken met een school die al ervaring heeft met Bazar. Als aanvullende expertise nodig is, kan de school contact opnemen met de CED-Groep in Rotterdam, dat een landelijke coördinerende functie vervult bij de invoering van Bazar op scholen. De CEDGroep heeft in 2003 een aantal scholingsmodules ontwikkeld die schoolbegeleiders kunnen gebruiken.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
33
Begeleiding in Utrecht “Ik word geprikkeld om het eens anders te doen,” zegt docent Gerard Mixs van het Meerstroom College in Utrecht. Het onderwerp leesbevordering kwam op deze school ter sprake in het kader van de ontwikkeling van taalbeleid, dat een hoge prioriteit heeft op deze school. Schoolbegeleider Jaap Roorda, van het Utrechtse School Advies Centrum, bracht tijdens de voorlichtingsbijeenkomst over Bazar de mogelijkheid ter sprake om een scholing voor docenten te organiseren. Toen de docenten aan het werk gingen met een aantal modules, ontdekten zij dat de nieuwe manier werken met Bazar zowel voor de leerlingen als voor henzelf heel stimulerend was. Met die ervaring keken zij opnieuw naar het onderwerp ‘scholing’ en besloten zij in te gaan op het voorstel van Jaap Roorda voor een scholing rond enkele specifieke aspecten van Bazar: samenwerkend leren (bij de module ‘Ik zoek een vriend m/v’), activerende werkvormen en nieuwe werkvormen voor mondelinge vaardigheden. De scholing bestaat uit drie bijeenkomsten van drie uur.
12. Bekostiging De invoering van Bazar brengt voor de school de volgende typen kosten met zich mee (zie de algemene handleiding voor een nadere precisering): Structureel Materiaal: Bazar leerlingmateriaal (op boekenlijst), huur boeken Menskracht: Bazarcoördinator Activiteiten: film, theater, schrijversbezoek
Eenmalig Materiaal: Bazar docentmateriaal, aanschaf boeken (als alternatief voor huur) Scholing docenten (optioneel)
Deze kosten kunnen vanuit de volgende bronnen betaald worden: • gemeente (GOA-gelden) • provincie (cultuurgelden) • school (taakuren, vmbo-middelen, onderwijskansenmiddelen, boekenbudget) • leerlingen (ckv-vouchers)
gemeentelijke middelen Gemeenten tonen zich over het algemeen bereid om gelden uit het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA-beleid) beschikbaar te stellen voor Bazar. De reden hiervoor is, dat zowel het vmbo als taalbeleid belangrijke prioriteiten zijn binnen het GOA-beleid voor de periode 2002-2006. Voor
34
Bazar
gemeenten die al actief zijn op het gebied van leesbevordering kan Bazar een welkome aanvulling zijn op de ‘doorgaande lijn’ in het leesbevorderingsbeleid:
“Leesbevordering was in de gemeente Lelystad al opgenomen als beleidsprioriteit in het GOA-plan voor de periode 1998-2002. Wij zijn daar dus al een hele tijd intensief mee bezig. Met Bazar doet zich een goede gelegenheid voor om binnen het taalbeleid van de gemeente ook voor leesbevordering een doorgaande lijn te realiseren, net als bij de andere taalonderdelen. Daarom is Bazar ook opgenomen in het GOA-plan voor de periode 2002-2006”
Jules Wolthuis, Stichting Onderwijsvoorrang Lelystad
provinciale middelen Provincies zijn minder aan regels gebonden bij de toekenning van provinciale cultuurgelden dan gemeenten bij de toekenning van GOA-gelden. Hierdoor is het moeilijker om te voorspellen of een aanvraag voor provinciaal cultuurgeld kans van slagen heeft. Een feit is, dat een aantal Bazarlocaties met succes een beroep heeft gedaan op provinciale middelen. De locatie Haarlem heeft subsidie ontvangen voor de aanschaf van materiaal. De provincie Noord-Holland heeft echter te kennen gegeven dat zij dit ziet als een eenmalige investering en heeft een latere aanvraag van een andere locatie in NoordHolland afgewezen. Binnen de locatie Oosterschelderegio is de Zeeuwse Bibliotheek initiator van een invoeringstraject voor Bazar waarbij scholen, gemeenten, de schoolbegeleidingsdienst en de culturele instelling Scoop zijn betrokken. Dit samenwerkingsverband heeft met succes een beroep gedaan op middelen uit diverse bronnen: GOA-geld, provinciaal cultuurgeld, subsidie van Stichting Lezen en eigen middelen van de instellingen. Ook Biblioservice Gelderland, de provinciale bibliotheekcentrale in Gelderland, heeft provinciale subsidie toegekend gekregen ten behoeve van de invoering van Bazar.
eigen middelen van scholen en bibliotheken Sommige scholen kiezen ervoor om alle kosten geheel uit het eigen budget te betalen. Ze geven er de voorkeur aan om volledig onafhankelijk van gemeente en bibliotheek te werk te gaan, zodat ze zelf de volledige controle over de uitvoering hebben. Maar de meeste scholen doen – al dan niet samen met de bibliotheek – een beroep op subsidie van de gemeente of de provincie. Bij het aanvragen van subsidie wordt gewoonlijk als eis gesteld, dat de aanvragende instellingen ook zelf een bijdrage leveren aan de investering. Bibliotheken ontvangen regulier middelen van de gemeente en vmbo-scholen ontvangen naast hun reguliere middelen ook rijksgelden voor de invoering van het vmbo en, in veel gevallen, voor het uitvoeren van onderwijsachterstandenbeleid of onderwijskansenbeleid. Een gedeelte van al deze middelen kan ingezet worden voor Bazar. De instellingen geven daarmee aan dat zij belang hechten aan Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
35
een gedegen invoering van het programma, ook voor de langere termijn. De eigen investering heeft meestal de vorm van mensuren. Bij de bibliotheek gaat het bijvoorbeeld om uren voor het coördineren en uitvoeren van bibliotheekactiveiten. Bij de scholen gaat het meestal om het aanstellen van een Bazarcoördinator. “Wij zullen dat op langere termijn sowieso uit onze eigen middelen moeten financieren, dus dat hebben we als eigen investering opgenomen in onze subsidieaanvraag. De subsidie hebben we vooral nodig om het programma een goede start te geven en om over de benodigde materialen te beschikken,” zegt vmbo-directeur Marc Boelsma.
ckv-vouchers Leerlingen in het vmbo hebben recht op ckv-vouchers, die zij kunnen gebruiken om deel te nemen aan culturele activiteiten. Dat geldt zowel voor de onderbouw als voor de bovenbouw, al is de waarde van de vouchers voor de bovenbouw beduidend hoger. In de praktijk is het vaak zo dat de scholen die de vouchers voor hun leerlingen aanvragen, de vouchers beheren en voor een deel gebruiken voor het organiseren van klassikale activiteiten. De scholen die met Bazar werken, gebruiken vaak een deel van de vouchers voor Bazaractiviteiten die aansluiten bij de doelstellingen van ckv: • schrijver op school • theatervoorstelling • filmvoorstelling • bezoek aan museum of galerie (module ‘Hoeveel weegt blauw?’) In bijlage 2 is een voorbeeldbegroting van een school opgenomen voor een invoeringsperiode van vier jaar. Bijlage 3 bevat een voorbeeldbegroting voor de bibliotheek voor eenzelfde periode.
13. Lokale netwerken Uit de ervaringen op de verschillende Bazarlocaties blijkt dat de invoering het best verloopt waar Bazar een plek heeft gekregen in het lokale beleid. Er is dan sprake van een lokaal netwerk van instellingen, die bij de invoering betrokken zijn. Zo’n netwerk bestaat meestal uit: • één of meerdere vmbo-scholen • de openbare bibliotheek • de onderwijsbegeleidingsdienst • de gemeente We zullen de diverse rollen van de samenwerkingspartners kort de revue laten passeren. De school zorgt ervoor dat het programma wordt uitgevoerd, dat het de leerlingen bereikt. De school schaft de materialen aan en stelt een coördinator aan. Idealiter neemt de school het programma op in haar taalbeleid, zodat het stevig verankerd wordt in het schoolbeleid en het onderwijsprogramma. De bibliotheek zorgt voor een aantal belangrijke randvoorwaarden, zoals de levering van boeken, en voor de lokale coördinatie van de boekenuitleen en het bibliotheekbezoek op locaties waar meerdere scholen Bazar uitvoeren. 36
Bazar
De onderwijsbegeleidingsdienst of een andere onderwijsondersteunende organisatie versterkt de kwaliteit van de invoering, door docenten te scholen op het gebruik van nieuwe werkvormen en de invoering te begeleiden. De gemeente zorgt in haar rol van subsidiegever voor kwaliteit en continuïteit. Door voorwaarden aan de subsidie te verbinden (planning voor korte en langere termijn, inkadering van Bazar in het taalbeleid van de school, invoering volgens de uitgangspunten van de ontwikkelaars) is de kwaliteit van de invoering voor een belangrijk deel gegarandeerd en is de levensduur van het programma in ieder geval voor de duur van de GOA-beleidscyclus gewaarborgd. Deze rol kan ook vervuld worden door een organisatie die aan de gemeente gelieerd is, zoals een onderwijsvoorrangsorganisatie, vooral als zo’n organisatie beschikt over ervaring en expertise op het terrein van leesbevordering. In Lelystad speelt de Stichting Onderwijsvoorrang Lelystad (SOL), die al jaren actief is op het terrein van leesbevordering, een centrale rol bij de invoering van Bazar, niet alleen als intermediair tussen de uitvoerende instellingen en de gemeente, maar ook als organisatorisch en inhoudelijk betrokkene bij de invoering.
Stedelijke coördinatie in Arnhem In Arnhem heeft de stichting Onderwijsvoorrang Sociale Vernieuwing (OV-SV) het voortouw genomen bij de invoering. De OV-SV is, evenals de SOL in Lelystad, organisatorisch en inhoudelijk betrokken bij de invoering van Bazar op de scholen. Wim Vos van deze stichting: “De OV-SV is al sinds de proefinvoering in 2000-2001 bij Bazar betrokken. Na de proefinvoering hebben we de directies van de vo-scholen die deelnemen aan de stuurgroep onderwijsvoorrang gevraagd of zij Bazar structureel wilden gaan invoeren. Vijf scholen hadden belangstelling. Daarna gingen we in gesprek met de gemeente en de besturen, want het was duidelijk dat deelname een investering zou vragen waarvoor stedelijke middelen aangewend moesten worden. Dat geld is er gelukkig gekomen, want leesbevordering is opgenomen in het Arnhemse onderwijskansenplan. Dat houdt in dat coördinatoren in ieder geval nog zo’n vier jaar gefaciliteerd worden. Zelf heb ik een coördinerende taak toebedeeld gekregen: mijn opdracht is om Bazar neer te zetten in de betrokken vmboscholen. We organiseerden een oriëntatiebijeenkomst voor de scholen, stelden een stedelijk werkoverleg in van Bazarcoördinatoren, betrokken de bibliotheek erbij en verwierven via Stichting Lezen extra middelen om te kunnen starten. Het stedelijk overleg komt een keer of vier per jaar bijeen. De deelnemers aan het werkoverleg vormen de motor die Bazar op de scholen laat draaien. We bespreken dan de voortgang in de scholen, de samenwerking met de bibliotheek, de financiën, de planning, enzovoort. Ook geven coördinatoren elkaar allerlei ideeën en suggesties. En er worden initiatieven genomen zoals het organiseren van een gezamenlijke toneelvoorstelling in de schouwburg. Dat overleg is heel inspirerend voor ons allemaal.”
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
37
14. Wat levert het op? Uit de evaluatie die tijdens de proefinvoering van Bazar op elf scholen is uitgevoerd, blijkt dat docenten in grote meerderheid zeer tevreden zijn over het pakket. Ook geven de docenten aan dat de meeste leerlingen met veel plezier met het materiaal hadden gewerkt. De leerlingen lezen meer en met meer plezier en gaan naar aanleiding van een module soms zelf op zoek naar boeken. De boeken Verliefd in het kwadraat en Vrijen waren op de RSG Gijsbert Karel van Hogendorp in Rotterdam zo populair dat leerlingen ze van elkaar gingen lenen en dat ze zelfs ruzieden over wie het boek het eerst mocht lezen. Sommige leerlingen wilden er niet voor uitkomen dat ze Vrijen lazen en legden het boek daarom in hun agenda. Het kwam voor dat een leerling zo verdiept was in een boek dat hij niet doorhad dat het volgende lesuur met een ander vak (gegeven door dezelfde docent) begonnen was. Ook op de andere activiteiten, zoals bioscoop-, theater- en bibliotheekbezoek, reageren de leerlingen over het algemeen enthousiast. En leerlingen die niet tevreden zijn, hebben als troost dat ieder onderdeel van beperkte duur is, merkt docente Thora Fernhout op: “Stel dat jij als leerling nou niet zoveel op hebt met de module ‘Ik en de krant’. Dan weet je dat dat onderwerp na vier lessen is afgelopen en dat we dan weer aan iets anders gaan beginnen.” Voor de verantwoording naar subsidiegevers is het belangrijk om meetbare resultaten te laten zien. Dat is niet eenvoudig. Vrij lezen heeft, zoals eerder gesteld, aantoonbaar effect op de taalvaardigheid van leerlingen, maar binnen een enkele school waar alle leerlingen met Bazar werken is het effect niet te isoleren van het effect van andere maatregelen op het gebied van taalonderwijs. Maar het is wel mogelijk om te kijken naar de effecten binnen het fictieonderwijs. Het gaat dan met name om veranderingen in het fictiedossier dat leerlingen aanleggen voor het eindexamen vmbo. Het is mogelijk om leerlingen hiermee al in het eerste leerjaar te laten beginnen, zodat ze hun ‘leesontwikkeling’ over de hele periode van het vmbo vastleggen. Het is te verwachten dat het fictiedossier door het werken met Bazar verbeteringen laat zien in: • kwaliteit (betere weergave van de persoonlijke leesbeleving, meer eigen inbreng in opdrachten) • kwantiteit (groter aantal gelezen/bekeken fictiewerken) • diversiteit (meer verschillende soorten fictie, grotere variëteit binnen genres) Om deze veranderingen weer te geven, is het van belang dat docenten voordat zij beginnen met Bazar een duidelijk beeld (op schrift) formuleren van de bestaande indrukken van de kwaliteit van het fictiedossier. Met andere woorden, voordat Bazar van start gaat, beschrijven de docenten de ‘nulsituatie’, zodat zij een ijkpunt hebben om latere veranderingen aan af te meten. Een onverwacht neveneffect van Bazar is, dat het programma een positieve impuls geeft aan het werk van de docenten Nederlands. Veel docenten ervaren het werken met Bazar als een plezierige afwisseling bij het werken met de methode. Als docent merken ze dat de leerlingen, tegen hun verwachting in, met plezier aan het lezen zijn en aardige producten maken voor hun fictiedossier; als sectie merken ze, dat Bazar het ‘sectiegevoel’ versterkt, omdat ze geregeld formeel en informeel overleg hebben over de 38
Bazar
afstemming en de ervaringen bij de uitvoering van het programma: “Door de invoering van Bazar is de sectie Nederlands veel meer gaan samenwerken. Ze hebben er samen voor gekozen en ze zijn nu samen bezig vanuit dezelfde doelstellingen. Dat is een extra resultaat waardoor ik heel verrast was,” aldus vmbo-directeur André van Zon van het Noordzee College in Haarlem. We besluiten met een aantal persoonlijke indrukken: “De docent die in mijn gebouw met Bazar werkt, is zo trots op zijn lessen, dat hij tijdens de les de deur openzet, zodat iedereen kan zien hoe leuk ze daar aan het werk zijn.”
Angelique Sanders, Gelders College, Arnhem
“Onze bibliotheek heeft naar aanleiding van de ervaringen met Bazar het beleid ten aanzien van jongeren gewijzigd. Er komt meer aandacht voor het vmbo, want die hebben het ‘t hardst nodig.”
Jan Klerk, bibliotheek Haarlem
“De leerlingen moesten bij ‘Ik zoek een vriend m/v’ allemaal ten minste één boek lezen. Maar ze werden zo enthousiast, sommige lazen er wel vijf.”
Aart Uithol, Scholengemeenschap Reggesteijn, Rijssen
“Bij de module ‘Theater’ hebben we gekozen voor The Stones van het Muztheater. Dat was een groot succes. Ze hebben ademloos zitten kijken. Ook de nabespreking ging heel goed.”
Artur Hollander, Noordzee College Haarlem
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
39
“Gedichten schrijven vinden ze eerst stom, maar even later staan ze er zelf van te kijken wat ze hebben gemaakt. Ik heb na de lessen van ‘Doe maar dicht maar’ nog een extra les besteed aan de vormgeving van de gedichten. De leerlingen mochten daar de computer voor gebruiken. Daarna hebben we de gedichten opgehangen in de klas, zodat ook andere leerlingen ze kunnen zien.”
Mart Geurtjens, Hooghuis Lyceum Heesch
“Ik vind de Bazarlessen veel leuker dan de andere lessen. Ze zijn veel gezelliger en we praten op een heel andere manier met elkaar.”
vmbo-leerling, St. Joseph Mavo, Helmond
40
Bazar
Bijlagen
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
41
Bijlage 1: Het totale Bazarpakket
42
Bazar
1e leerjaar Non-fictie Tijdschriften in de klas Lezen in het donker Film: De tasjesdief Poëzie Doe Maar Dicht Maar Theater Draaiboek theater Goeie boeken lezen (keuze uit:) • Ik zoek een vriend m/v • Het Griezel Genootschap • De Jonge Jury
2e leerjaar Non-fictie Tijdschriften in de klas Lezen in het donker Film: Dangerous minds Poëzie Doe Maar Dicht Maar Theater Draaiboek theater Goeie boeken lezen (keuze uit:) • Zielige boeken • Kinderen vechten voor hun rechten • Vrijheid deel je met je buren
Bibliospel Het Woordenhuis Asterix Een schrijver in de klas
Informatie zoeken in de bibliotheek Het Woordenhuis Strips in de klas Een schrijver in de klas
3e leerjaar Non-fictie Ik en de krant Lezen in het donker Film: The Truman Show Poëzie Zo gedacht, zo gedicht Theater Draaiboek theater Goeie boeken lezen (keuze uit:) • Moord en doodslag • Spanning en avontuur • Science fiction • Op reis
4e leerjaar Non-fictie Ik en de krant Lezen in het donker Film: Fucking Åmål Poëzie Zo gedacht, zo gedicht Theater Draaiboek theater Goeie boeken lezen (keuze uit:) • Echt gebeurd • Schoolverhalen • Wonderlijke werelden • Leven in andere landen
Je eigen strip maken Een schrijver in de klas
Een schrijver in de klas
Verlengde schooldag • Take Two • Hoeveel weegt blauw • Verbeelden • Leeskamp • Mijn fluwelen kamer
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
43
Bijlage 2: Een voorbeeldbegroting voor de school Indicatieve begroting Bazar Albinus College 2004-2008 (8 klassen per leerjaar)
2004 - 2005 e
2005 – 2006
invoering in het 1 leerjaar
invoering in het 1e en 2e leerjaar
1 x € 1.200,- = € 1.200,00 1 x € 182,- = € 182,00 2 x € 220,- = € 440,00
1 x € 1.200,- = € 1.200,00 2 x € 182,- = € 364,00 2 x € 220,- = € 440,00
6 x € 22,50 = € 135,00 6 x € 171,- = € 1026,00 6 x € 13,75 = € 82,50 12 x € 4,- = € 48,00 P.M. (Uitgangspunt: materiaal op boekenlijst leerlingen) P.M. (4 kisten à 25 st.)
P.M. (Uitgangspunt: materiaal op boekenlijst leerlingen) P.M. (4 kisten à 25 st.)
1 x € 2.800,- =€ 2.800,00
2 x € 2.800,- =€ 5.600,00
2x€
8x€
Activiteiten Theatervoorstelling Bioscoopbezoek Schrijver op bezoek Materiaal Algemene handleidingen Handleidingen per leerjaar Cd-rom Opbergringbanden Leerlingmateriaal
Huur boekencollecties Menskracht Coördinatie Bazar Scholing Training en begeleiding
Totaal Prijspeil februari 2004 44
Bazar
480,- =€ €
960,00
6.873,50
480,- =€ 3.840,00 € 11.444,00
2006 – 2007 e
e
2007 – 2008
invoering in het 1 , 2 en 3 leerjaar
invoering in het 1 , 2 , 3e en 4e leerjaar
2 x € 1.200,- = € 2.400,00 3 x € 182,- = € 546,00 4 x € 220,- = € 880,00
2 x € 1.200,- = € 2.400,00 4 x € 182,- = € 728,00 4 x € 220,- = € 880,00
P.M. (Uitgangspunt: materiaal op boekenlijst leerlingen) P.M. (4 kisten à 25 st.)
P.M. (Uitgangspunt: materiaal op boekenlijst leerlingen) P.M.
2,5 x € 2.800,- = € 7.000,00
2,5 x € 2.800,- = € 7.000,00
2x€
2x€
480,- = €
e
960,00
€ 11.786,00
e
e
480,- = €
960,00
€ 11.968,00
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
45
Toelichting bij de begroting: Algemeen De school: • heeft 8 klassen per leerjaar • heeft 6 docenten Nederlands • heeft ervoor gekozen om per leerjaar zeven modules in te voeren (waaronder Lezen in het donker, Theater en Een schrijver in de klas). • voert Bazar in over een periode van vier jaar, waardoor de kosten over die periode geleidelijk toenemen, totdat zij in het vierde jaar een stabiel niveau hebben bereikt. • schaft alle docentmaterialen aan in het eerste jaar, zodat deze kosten alleen drukken op de begroting voor het jaar 2002-2003.
Activiteiten Theatervoorstelling Kosten theatervoorstelling blijven eerste twee jaar gelijk, omdat voor het tweede leerjaar geen aparte voorstelling wordt bezocht; de hele onderbouw bezoekt samen 1 voorstelling. Ook de bovenbouw bezoekt gezamenlijk 1 voorstelling (vanaf 2004). Bioscoopbezoek In het kader van Bazar wordt voor ieder leerjaar een afzonderlijk bioscoopbezoek georganiseerd. Het eerste jaar gaan alle 1e klassen samen naar de bioscoop; het tweede jaar gaan ook alle 2e klassen samen naar de bioscoop, enz. Deze kosten nemen dus ieder jaar toe en blijven na het vierde jaar gelijk. Schrijver op bezoek Deze activiteit wordt uitgevoerd in het 1e leerjaar en (vanaf 2004) het 3e leerjaar. De kosten bedragen € 220,- per vier klassen (tarieven stichting Schrijvers School Samenleving 2002).
Materiaal Docentenhandleidingen Bazar Er is uitgegaan van een algemene handleiding, een handleiding per leerjaar en een cd-rom voor iedere docent. De kosten van het docentmateriaal zijn: Algemene handleiding: € 22,50 Handleiding per leerjaar: € 42,75 (dus voor vier leerjaren 4 x € 42,75 = € 171,- per docent) Cd-rom: € 13,75 Opbergringband voor tekst- en werkbladen (per twee leerjaren): € 4,00 (Prijzen Uitgeverij Partners 2004; wijzigingen voorbehouden)
46
Bazar
Huur boekencollecties Kosten voor het lenen van boekencollecties worden bepaald in overleg met de bibliotheek. Hierbij gelden de volgende overwegingen: • bij acht klassen kan gewerkt worden met vier kisten; vier klassen werken dan 5 weken lang met deze kisten (de leerlingen mogen een boek mee naar huis nemen); daarna werken de andere vier klassen met dezelfde kisten. • als meerdere modules uit het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’ in klassen van hetzelfde leerjaar worden uitgevoerd, nemen de kosten mogelijk evenredig toe (afhankelijk van de kosten die de bibliotheek in rekening brengt)
Menskracht Om de coördinatie goed te kunnen doen, is ten minste een uur per week nodig. Het tweede jaar komt daar eenzelfde inzet bij. Na twee jaar is er sprake van voldoende ervaring en routinevorming om in het derde jaar te kunnen volstaan met een uitbreiding van 0,5 lesvrije eenheden tot 2,5. Het vierde jaar kent een kleiner aantal modules/activiteiten, waardoor uitbreiding in dit jaar niet meer per se noodzakelijk is. Dus: coördinatie Bazar eerste invoeringsjaar: 1 lesvrije eenheid coördinatie Bazar tweede invoeringsjaar: 2 lesvrije eenheden coördinatie Bazar derde invoeringsjaar: 2,5 lesvrije eenheden coördinatie Bazar vierde invoeringsjaar: 2,5 lesvrije eenheden Het normbedrag voor een docentenuur loopt tegen de 35 euro. Er wordt hier uitgegaan van 80 uur. 80 x € 35,00 = € 2.800,-
Scholing In het eerste jaar wordt een adviseur van de begeleidingsdienst ingehuurd voor het organiseren van een introductie- en een voortgangsbijeenkomst. In het tweede jaar verzorgt de adviseur een training van vier bijeenkomsten voor de school waarin een aantal aspecten van het werken met Bazar aan bod komen. Er is voor gekozen om de adviseur ook in het derde en vierde invoeringsjaar op twee momenten te laten terugkomen om de voortgang te bespreken.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
47
Bijlage 3: Een voorbeeldbegroting voor de bibliotheek Indicatieve begroting bibliotheek Kostenoverzicht
2004 - 2005 e
(18 klassen: 1 leerjaar)
2005 - 2006 (36 klassen: 1e en 2e leerjaar)
Materiaal Themakisten Bazar-handleidingen Reservering
10 x € 340,00 = € 3.400,00 1 x € 193,50 = € 193,50 18 x € … = € …
15 x € 340,00 = € 5.100,00
Menskracht Coörd. aanschaf/beheer Algemene coördinatie Bibliotheekbezoeken
21 x € 30,00 = € 630,00 21 x € 30,00 = € 630,00 18 x € 45,00 = € 810,00
21 x € 30,00 = € 630,00 21 x € 30,00 = € 630,00 36 x € 45,00 = € 1.620,00
€ 5.663,50
€ 7.980,00
Totaal
36 x €
… =€
…
Dekkingsplan
2004 – 2005 kosten
48
Bazar
baten
kosten
€ 2.070,00 ... € 3.593,50
Eigen middelen Uitleen GOA-middelen Totaal
2005 – 2006
€ 5.663,50
€ 5.663,50
baten € 2.880,00 ... € 5.100,00
€ 7.980,00
€ 7.980,00
2006 - 2007 e
e
e
(54 klassen: 1 , 2 en 3 leerjaar) 14 x € 340,00 = € 4.760,00 54 x €
… =€
2007 - 2008 e
e
(72 klassen: 1 , 2 , 3e en 4e leerjaar) 8 x € 340,00 = € 2.720,00
…
21 x € 30,00 = € 630,00 21 x € 30,00 = € 630,00 54 x € 45,00 = € 2.430,00
10 x € 30,00 = € 300,00 21 x € 30,00 = € 630,00 54 x € 45,00 = € 2.430,00
€ 8.450,00
€ 6.080,00
2006 – 2007 kosten
2007 – 2008 baten
kosten
€ 3.690,00 ... € 4.760,00 € 8.450,00
€ 8.450,00
baten € 3.360,00 ... € 2.720,00
€ 6.080,00
€ 6.080,00
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
49
Toelichting bij de begroting van de bibliotheek: Algemeen De bibliotheek werkt met drie scholen, die samen 18 eerste klassen hebben. Het aantal leerlingen per klas is gemiddeld 20.
Materiaal Themakisten Voor ieder leerjaar worden per thema 5 boekenkisten aangeschaft, met 25 boeken per kist (prijs per kist: 340,00) 1e leerjaar: 2 thema’s (Ik zoek een vriend m/v, Het Griezel Genootschap) 2e leerjaar: 3 thema’s (Zielige boeken, Kinderen vechten voor hun rechten, Vrijheid deel je met je buren) 3e leerjaar: 2 thema’s (Spanning en avontuur, Science fiction) Voor de modules waarbij geen kisten in de klas komen, maar de leerlingen boeken lenen uit de bibliotheek worden per thema 2 kisten aangeschaft: 3e leerjaar: 2 thema’s (Moord en doodslag, Op reis) 4e leerjaar: 4 thema’s (Echt gebeurd, Schoolverhalen, Wonderlijke werelden, Leven in andere landen) Bazar handleidingen Voor gezamenlijk gebruik door bibliotheekmedewerkers wordt 1 set Bazar handleidingen aangeschaft. De handleidingen zijn nodig in verband met de daarin opgenomen boekenlijsten, die de basis vormen voor de themakisten en voor het lesmateriaal t.b.v. de bibliotheeklessen.
Menskracht Coördinatie aanschaf/beheer • selectie en aanschaf van boeken op basis van Bazar-boekenlijsten • verwerking en administratie t.b.v. gebruik door vmbo-scholen inzet: 0,5 uur per week, 42 weken Algemene coördinatie • overleg met scholen over planning (uitleen collecties, bibliotheekbezoek) en procedures • terugkoppeling naar bibliotheekmedewerkers • voorbereiding en coördinatie bibliotheekbezoeken • evaluatieoverleg met scholen inzet: 0,5 uur per week, 42 weken Bibliotheekbezoeken • voorbereiding en uitvoering bibliotheekbezoek door leerlingen uit het 1e, 2e en 3e leerjaar. Omdat Bazar gefaseerd wordt ingevoerd, neemt het aantal bibliotheekbezoeken over een periode van drie jaar toe (vierde leerjaar geen bibliotheekbezoek). 50
Bazar
Baten Uitleen Om ook op langere termijn over de benodigde boeken te kunnen beschikken, wordt de scholen een uitleenbedrag per klas (of per collectie per uitleenperiode) in rekening gebracht. Dit bedrag wordt gereserveerd, zodat na vier jaar de collectie (geheel of gedeeltelijk) vervangen kan worden. Gezien het intensieve gebruik van de collecties is dit een realistische afschrijftermijn. Omdat voor vierde leerjaar geen boekenkisten naar de scholen gaan, blijven de inkomsten uit de uitleen vanaf het derde jaar gelijk.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
51
Bijlage 4: Afstemming met de methode: overige voorbeelden In deze bijlage hebben we, als aanvulling op hoofdstuk 10, voor de overige leerjaren de onderdelen van Bazar op een rij gezet en vergeleken met overeenkomstige delen (leerjaren) van drie bekende methoden Nederlands: BV Taal, Nieuw Nederlands en Taallijnen.
een algemene indruk In het algemeen geldt, dat het onderwerp fictie in de methoden op een vrij analytische wijze wordt behandeld. De leerlingen krijgen tekst(fragment)en te lezen, die gevolgd worden door vragen over de aard, vorm en inhoud van de tekst. De methodemakers laten zich daarbij duidelijk leiden door de kerndoelen en de eindtermen voor fictie. Leesbeleving en leesplezier krijgen over het algemeen niet veel aandacht. Ook is de aandacht voor verschillende vormen van fictie soms erg ongelijk verdeeld.
resultaten per leerjaar Hieronder wordt voor elk leerjaar eerst een globale indruk gegeven van de onderdelen in Bazar en in de methode: komt een bepaald onderdeel wel of niet in ruime mate aan bod? Daarop volgend wordt de analyse wat verder uitgewerkt op accenten binnen ‘fictie’ en ‘non-fictie’. Hierbij moet benadrukt worden dat alleen gekeken is naar het genoemde deel van de methode. Als uit de analyse blijkt dat een bepaald fictie-onderwerp ontbreekt, wil dat alleen zeggen dat dat het geval is voor dit deel; mogelijk komt dat onderwerp wel aan bod in een ander deel van de methode. Het voerde echter te ver om alle delen van de methode te analyseren.
Zelf een analyse maken Docenten kunnen een soortgelijke analyse van hun eigen situatie maken, door de twee linker kolommen van het betreffende leerjaar over te nemen en de rechter kolom zelf in te vullen aan de hand van de methode die zij zelf hanteren.
52
Bazar
Tweede leerjaar BV Taal 2: Nederlands voor vbo/mavo. (Wolters Noordhoff, 1995) Een globale indruk (x = krijgt ruim aandacht) Bazar, 2e leerjaar
BV Taal, 2e leerjaar
x x x x
x x
Fictie Gedicht Kort verhaal (jeugd)roman Stripverhaal Televisieserie Film Dagboek Toneel Cabaret Fictiedossier Ckv Non-fictie Kranten Tijdschriften Informatievaardigheden Mondelinge taalvaardigheden
x x x x
x
x x
x x x
x x x x
Accenten Bazar, 2e leerjaar Fictie Gedicht
Kort verhaal
‘Doe maar dicht maar’ (4 lessen): gedichten schrijven met stapsgewijze instructie. ‘Woordenhuis’ (5 lessen): hier staat de mondelinge vertelcultuur centraal. Leerlingen maken kennis met de techniek van vertellen en verwerken die in hun eigen verhalen.
BV Taal, 2e leerjaar
Blok 1.4 en blok 2.5 bevatten suggesties over het vertellen van verhalen.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
53
(Jeugd)roman
Stripverhaal
Televisieserie
Film
Dagboek
Toneel Cabaret Fictiedossier Ckv
Non-fictie Kranten
54
Bazar
Binnen het onderdeel ‘Goeie boeken Blok 4.9 bevat boekenlijsten met lezen’ lezen leerlingen boeken en titels van boeken op verschilmaken zij opdrachten. In het tweede lende niveaus. leerjaar kan gekozen worden uit: ‘Zielige boeken’ (5 lessen). ‘Kinderen vechten voor hun rechten’ (5 lessen). ‘Vrijheid deel je met je buren’ (5 lessen). ‘Een schrijver in de klas (5 lessen). ‘Strips in de klas’ (5 lessen): aan de hand van een kist met strips en een cd-rom maken de leerlingen kennis met de geschiedenis van het stripverhaal. In het kader van blok 7 (het maken van een tijdschrift) wordt aandacht geschonken aan het bespreken van een soap-serie. ‘Dangerous Minds’ (3 lessen): voorbereiding, bioscoopbezoek, nabespreking. Binnen de module ‘Vrijheid deel je met Blok 5.9 gaat over het dagboek je buren’ wordt aandacht besteed aan als genre. de dagboekvorm. ‘Theater’ (3 of 5): voorbereiding, theaterbezoek, nabespreking. De producten van de leerlingen kunnen opgenomen worden in het fictiedossier. Film ‘Dangerous Minds’ ‘Theater’ ‘Een schrijver in de klas’ Er is aandacht voor kranten binnen de leerlijn ‘lezen’.
Tijdschriften
Informatie-vaardigheden
Mondelinge taalvaardigheid
‘Tijdschriften in de klas’ (4 lessen): leerlingen lezen en maken opdrachten aan de hand van een gevarieerd pakket nieuwe, recente tijdschriften. ‘Informatie zoeken in de bibliotheek’ (1 blokuur in de bibliotheek): leerlingen kiezen een set vragen over een onderwerp (kleding, sport, enz.) en beantwoorden die met behulp van diverse typen informatiebronnen. Geen afzonderlijk onderwerp, wel onderdeel van verwerkingsopdrachten bij de meeste modules.
Blok 7 is geheel gewijd aan het maken van een tijdschrift.
Dit is het onderwerp van een aparte leerlijn, met onder andere informatie uit bus- en treintabellen halen, individueel bibliotheekbezoek (Blok 1.4, 4.9, 5.9) Ook dit is het onderwerp van een afzonderlijke leerlijn gewijd aan dit onderwerp.
Derde leerjaar Nieuw Nederlands, leerjaar 3: mavo/vmbo (Wolters Noordhoff, 1999, tweede editie). Een globale indruk (x = krijgt ruim aandacht)
Bazar, 3e leerjaar Fictie Gedicht Kort verhaal (Jeugd)roman Stripverhaal Televisie(serie) Film Dagboek Toneel Cabaret Fictiedossier Ckv Non-fictie Kranten Tijdschriften Informatievaardigheden Mondelinge taalvaardigheden
Nieuw Nederlands, 3e leerjaar
x x x x x
x x
x x x x
x x
x x
x Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
55
Accenten
Fictie Gedicht
Kort verhaal
(Jeugd)roman
Stripverhaal
Televisie(serie)
56
Bazar
Bazar, 3e leerjaar
Nieuw Nederlands, 3e leerjaar
‘Zo gedacht zo gedicht’ (3 lessen): Leerlingen schrijven gedichten op basis van afbeeldingen. Geen specifieke aandacht voor het korte verhaal. Bij het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’ kan gekozen worden voor verhalen(bundels).
Weinig aandacht voor poëzie
Binnen het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’ lezen leerlingen boeken en maken zij opdrachten. In het derde leerjaar kan gekozen worden uit: ‘Moord en doodslag’ (3 lessen) ‘De jonge jury’ (5 lessen) ‘Spanning en avontuur’ (5 lessen) ‘Op reis’ (3 lessen) ‘Science fiction’ (5 lessen) ‘Je eigen strip maken’ (5 lessen): leerlingen ontwerpen een stripfiguur op de computer en tekenen een strip, met deze figuur als hoofdpersoon, naar aanleiding van een spreekwoord of gezegde. ‘Science fiction’ (5 lessen): In het kader van dit thema komen ook strips aan bod. Het onderwerp televisie staat centraal in de film ‘The Truman Show’, die wordt bekeken bij het onderdeel ‘Lezen in het donker’.
Twee keer komt een kort verhaal aan bod, in het kader van ‘bronnen en betrouwbaarheid’ (hoofdstuk 4) en het maken van een samenvatting (hoofdstuk 7). Er zijn boekfragmenten opgenomen in hoofdstuk 1, 3 en 5, met vragen en opdrachten.
In hoofdstuk 4 is een korte strip opgenomen, waarmee het onderwerp ‘structuur’ wordt verduidelijkt. In hoofdstuk 7 wordt een korte strip gebruikt bij de onderwerpen thema en samenvatting. In hoofdstuk 8 wordt aandacht
besteed aan televisieseries, waarbij de leerlingen beschrijvingen lezen en opdrachten maken. Ook is er aandacht voor televisie in het kader van een project over televisie en werkelijkheid.
Film
‘The Truman Show’ (3 lessen): voorbereiding, bioscoopbezoek, nabespreking.
Dagboek
In hoofdstuk 2 wordt aandacht besteed aan jeugdboeken die in de vorm van een dagboek zijn geschreven. De leerlingen maken hier vragen en opdrachten bij.
Toneel
‘Theater’ (3 of 5 lessen): voorbereiding, theaterbezoek, nabespreking.
Cabaret
In hoofdstuk 6 bevat een introductie over het onder werp cabaret, gevolgd door een aantal cabaretteksten, vragen en opdrachten. De producten van de leerlingen kunnen De producten van de leerlingen opgenomen worden in het fictiedossier. kunnen opgenomen worden in het fictiedossier ‘Theater’ (zie hierboven) Film ‘The Truman Show’ (zie hierboven) ‘Een schrijver in de klas’ (zie hierboven).
Fictiedossier
Ckv
Non-fictie Kranten
‘Ik en de krant’ (4 lessen): leerlingen maken opdrachten bij de krant van de dag. Pakketten kranten worden gratis op school bezorgd.
Bij het onderwerp ‘informatie’, dat in elk hoofdstuk terugkeert, wordt geregeld verwezen naar de krant als informatiedrager.
Tijdschriften Informatievaardigheden
Leerlingen gaan op zoek naar informa- Leerlingen ontwikkelen en tie in de bibliotheek tijdens de biblio- oefenen informatievaardigtheekles in de module ‘Science fiction’. heden binnen een project over televisie en werkelijkheid. Mondelinge vaardigheden Geen afzonderlijk onderwerp, wel In ieder hoofdstuk wordt onderdeel van verwerkingsopdrachten ruim aandacht besteed aan bij de meeste modules. mondelinge vaardigheden.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
57
Vierde leerjaar Taallijnen voor het vmbo, Handboek 4: kader, gemengd theoretisch. (Malmberg, 2000, eerste druk) Een globale indruk (x = krijgt ruim aandacht)
Bazar, 4e leerjaar
Taallijnen, 4e leerjaar
x
x x x
Fictie Gedicht Kort verhaal (Jeugd)roman Stripverhaal Televisie(serie) Film Dagboek Toneel Cabaret Fictiedossier Ckv Non-fictie Kranten Tijdschriften Informatievaardigheden Mondelinge taalvaardigheden
x
x x x x x
x x x x x
x x x
x x
Accenten Bazar, 4e leerjaar Fictie Gedicht
Kort verhaal
58
Bazar
Taallijnen, 4e leerjaar
‘Zo gedacht, zo gedicht’ (3 lessen): Module F, hoofdstuk 5, bevat leerlingen lezen gedichten, bedenken er teksten van gedichten en beelden bij en schrijven zelf een gedicht geeft een toelichting op vorm, klank, en betekenis Geen specifieke aandacht voor het korte Module F, hoofdstuk 2, bevat verhaal. Bij het onderdeel ‘Goeie boe- een toelichting op tijd, plaats, ken lezen’ kan gekozen worden voor personages, vorm, perspectief verhalen(bundels).
(jeugd)roman
Stripverhaal Televisie(serie)
Film
Dagboek
Toneelstuk
Cabaret
Fictiedossier
Binnen het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’ lezen leerlingen boek(fragment)en en maken zij opdrachten. In het vierde leerjaar kan gekozen worden uit: ‘Echt gebeurd’ (3 lessen). ‘Schoolverhalen’ (3 lessen). ‘Wonderlijke werelden’ (3 lessen). ‘Leven in andere landen’ (3 lessen).
Module F, hoofdstuk 3, geeft een toelichting op technische en stilistische aspecten van de roman; hoofdstuk 4 gaat o.a. in op autobiografische romans en historische feiten.
Module D bevat hoofdstukken over onderwerpen als ‘beeld taal’, en ‘beeldvorming door de media’. Onderdeel ‘Lezen in het donker’, module Module F, hoofdstuk 6, geeft ‘Fucking Åmål’: voorbereiding, een toelichting op verfilmde bioscoopbezoek, nabespreking romans en geeft ook aandacht aan aspecten als personages, ruimte, tijd, filmtaal, filmmuziek. Binnen het onderdeel ‘Goeie boeken lezen’ wordt bij de modules ‘Echt gebeurd’ en ‘Leven in andere landen’ aandacht besteed aan dagboeken. Module ‘Theater’ (3 of 5 lessen): Hoofdstuk 6: Speelfilm en voorbereiding, voorstelling bijwonen, toneelstuk nabespreking / verwerking. Toelichting op aantal verschillen tussen film en toneel Hoofdstuk 7: Cabaret Toelichting op aard van cabaret, visuele en tekstuele grappen, muzikaal cabaret De producten van de leerlingen kunnen Module F, hoofdstuk 8 geeft opgenomen worden in het fictiedossier. een toelichting op het leesdossier. In hun werkboek werken de leerlingen aan hun dossier. Op cd-rom: boekverslagformulieren en verwerkingsopdrachten
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
59
Ckv
Non-fictie Kranten
Tijdschriften Informatievaardigheden
Mondelinge taalvaardigheid
60
Bazar
‘Theater’ Film ‘Fucking Åmål’ ‘Schrijver in de klas’ Module ‘Ik en de krant’ Feiten en meningen, krant en arbeidsmarkt, tijd (heden, verleden, toekomst), krant en andere media ‘Ik en de krant’ (4 lessen): informatie zoeken in de krant, onderscheid tussen media
Geen afzonderlijk onderwerp, wel onderdeel van verwerkingsopdrachten bij de meeste modules.
Module C (‘schrijven’) en module G (thematisch werkstuk) schenken veel aandacht aan informatievaardigheden. Module E, met hoofdstukken over onderwerpen als ‘monoloog’, ‘dialoog’ en ‘discussie’.
Bibliografie Berg, Itie van den, Kees Broekhof & Joop Vinck (2002), Bazar – lezen met plezier in het vmbo: algemene handleiding. Rotterdam: Partners Bolt, L. van der (2000), Ontroerend goed, een onderzoek naar affectieve leeservaringen van leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Proefschrift, Universiteit van Amsterdam. Broekhof, Kees (2001), Bazar: evaluatie van de proefimplementatie, schooljaar 2000-2001. Utrecht: Sardes (intern rapport). Chambers, Aiden (1991), The reading environment: how adults help children enjoy books. Lockwood: The Thimble Press Gelderen, Amos van & Ron Oostdam (2002), De invloed van lezen en leesbevordering op aspecten van taalvaardigheid. Overzicht van gevonden publicaties. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut (niet-gepubliceerd onderzoek i.o.v. Sardes/CED-Groep). Krashen, Stephen (1993), The power of reading: results from the research. Englewood, Colorado: Libraries Unlimited, Inc. Olijkan, Ed & Aartje van Dijk (2003), Het gebruik van Bazar, Verslag van een inventariserend onderzoek, Rotterdam: CED-Groep Pennen, Wilma van der (2001), Bazar en de bibliotheek. Den Haag: NBLC. Tellegen, S. & I. van den Berg (1997), ‘Het is net of ik die wolf ben. Lesgeven over fictie in het basisonderwijs’. In: Stimulans, februari. Tellegen, S. & M. Lampe (2000), Leesgedrag van vmbo-leerlingen: een profielschets. Amsterdam: Stichting Lezen. Tellegen, Saskia & Jolanda Frankhuisen (2002), Waarom is lezen plezierig? Stichting Lezen, Reeks 2. Delft: Eburon. Verhoeven, L. & C.E. Snow (eds.) (2001), Literacy and motivation: Reading engagement in individuals and groups. Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum.
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
61
Artikelen over Bazar Broekhof, Kees (2001), ‘Een nieuwe impuls voor het fictie-onderwijs in het vmbo’. In: Levende talen magazine, 88/5, pag. 18-19. Bruijnooge, Hannie (2002), ‘Regeren is vooruitzien: Bazar in de provincie Zeeland’. In: Tsjip Letteren, 12/1 pag. 30-34. Dijk, Aartje van (2002), ‘Leesbevordering met Bazar. Isk-leerlingen kunnen ermee lezen en schrijven.’ In: Les, 119, pag. 28-29 Kok, Eric (2001), ‘Plezier in het lezen staat voorop’. In: Noord-Hollands Dagblad, Special vmbo, 15 december. Kraaijeveld, Ruud (2002), ‘Bazar: een breed pakket vol lees- en kijkplezier voor vmbo’ers’. In: Levende Talen, 4, pag. 27. Olijkan, Ed & Peter van Os (red.), ‘Als je maar de juiste boeken aanbiedt! Bazar voor leesbevordering in het vmbo.’ In: Rotterdams Onderwijs Magazine, 24/5, mei 2002, pag. 14-15. Raukema, Anne-Mariken (2002), ‘Bazar: een leesbevorderingspakket voor het vmbo’. In: Moer, 3, pag. 84-90. Schouten, Elise (2000), ‘Bazar: een gevarieerd pakket voor een gevarieerd publiek’. In: Toon, 3/3, pag. 6-7. Ros, Bea (2002), ‘Ook vmbo-leerling houdt van goede verhalen’. In: Didaktief & School, 32/3, pag. 32-33. Ven, Mariëlle van de (2002), ‘Met Bazar meer plezier in het lezen’. In: Vmbo Centraal [katern bij Uitleg], 13, 27 februari 2002, pag. 6-7. Vinck, Joop (2001), ‘Het leesbevorderingsproject Bazar voor het vmbo’. In: Tsjip Letteren, 10/2, pag. 21-23. Vries, Loes de (2002), ‘VMBO-leerlingen enthousiast aan het lezen dankzij Bazar’. In: School & Begeleiding, juni/2, pag. 21-23. Peter Zunneberg (2001), ‘Bazar bevordert lezen in VMBO’. In: Ouders en School, 12/3, pag. 14-15.
62
Bazar
Handige adressen
Voor bestellingen: Uitgeverij Partners Postbus 8639 3009 AP Rotterdam fax: 010 - 407 16 44 e-mail:
[email protected] www.uitgeverijpartners.nl Voor meer informatie: CED-Groep Dwerggras 30 3068 PC Rotterdam telefoon: 010 - 407 15 99 fax: 010 - 456 36 52 e-mail:
[email protected] www.cedgroep.nl contactpersonen: Aartje van Dijk en Ed Olijkan Stichting Lezen Oxford House Nieuwezijds Voorburgwal 328-G 1012 RW Amsterdam telefoon: 020 - 623 05 66 fax: 020 - 624 00 39 e-mail:
[email protected] www.lezen.nl contactpersoon: Anne-Mariken Raukema
Voor advies over filmvoorstellingen: Nederlands Instituut voor Filmeducatie Postbus 805 3500 AV Utrecht telefoon: 030 - 236 12 12 fax: 030 - 236 12 73 www.filmeducatie.nl Voor het boeken van schrijvers: Stichting Schrijvers School Samenleving Huddestraat 7 1018 HB Amsterdam telefoon: 020 - 623 49 23 fax: 020 - 420 63 19 www.sss.nl Kijk ook eens op: www.bazarweb.nl
Werken met Bazar: ervaringen van scholen en bibliotheken
63