Wereldreis
Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - Afgiftekantoor Brussel X - 19de jaargang - DECEMBER 2006
Thema : DUURZAAM MILIEU
Reistips voor de eerste graad BESPREKING VAN DE FOTO
In welk land zou de foto genomen zijn ? Welke dieren zie je ? Poolhonden of husky’s. Wat moeten die dieren hier doen ? Waarom ? Hoe noemen we deze mensen ? Eskimo’s of Inuit. Van welke stof zijn hun kleren gemaakt ? Pels van ijsbeer, zeehond of rendier. Hierna kun je de tekst op de achterzijde van de foto voorlezen en bespreken en het gebied aanduiden op de wereldkaart. Lees ook het traditionele Inuitverhaal voor, dat je eveneens aan de achterzijde van de foto vindt. Welke betekenis zou het verhaal hebben ? Het leert ons hoe belangrijk het licht is voor de mensen aan de Noordpool waar het zes maanden per jaar donker is ! Verwijs hierbij ook naar feesten in onze cultuur die het belang van het licht benadrukken (b.v. de winterzonnewende die later het kerstfeest is geworden – de zomerzonnewende op 21 juni : de langste dag en de kortste nacht). KRALEN
Als in augustus de school begint, dragen de meeste kinderen hun beste kleren, het zondagspak. Voor velen is dat de traditionele klederdracht, de kleding zoals de mensen van Groenland die héél lang geleden al droegen. Die kleding was gemaakt van vooral zeehonden- en ijsberenbont, vogelhuid, darmen en leder. Tegenwoordig worden ook stoffen ingevoerd en gebruikt om anoraks te maken. De eskimo’s dragen die kleding op zondag maar ook op feestdagen en op feesten. De jongens en de mannen dragen een zwarte broek, prachtig bewerkte zwarte laarzen van zeehondenhuid
Denemarken : Groenland en een witte katoenen anorak. De meisjes en de vrouwen dragen een katoenen anorak met een grote kleurrijke kralenkraag, een korte broek van zeehondenhuid bewerkt met een mozaïek van leder en lange bewerkte laarzen tot over de knie. De kraag kan zo lang zijn dat hij tot over de elleboog komt. Hij is helemaal versierd met kralen in veel kleuren en motieven. Vroeger werden die kralen gemaakt van beentjes en wervels van dieren, van stukjes hout en soms ook van steentjes. Tegenwoordig kopen Eskimo’s hun plastic kralen in de winkel. Sommige vrouwen maken de kleding nog zelf. Doordat de meeste Inuit nu betaalde banen hebben, verandert ook hun kleding. Omdat ze van huis naar het werk geen grote afstanden meer moeten afleggen, hebben ze het niet meer nodig om twee bontjassen over elkaar te dragen zoals vroeger. In hun goedverwarmde huizen dragen ze nu ook T-shirts en jeans zoals wij. De jagers echter dragen nog vooral bont voor hun lange ritten op de sneeuwscooters of de hondenslede, omdat bont nog steeds veel beter is dan de westerse winterkleding. De oudste kraal die in Groenland werd gevonden, is tussen drieduizend en vierduizend jaar oud en zij is van speksteen. Er zijn ook kralenkettingen gevonden. Sommige waren gemaakt van ijsberentanden die aan een riempje waren geregen. Zo’n ketting was een amulet. In Groenland beweert men nog steeds dat ijsberentanden geluk brengen. Kralen gebruikte men vroeger ook als knoop. Handen uit de bontmouwen ! Op werkblad 1 zijn de kralen al getekend. Kun je ze zo kleuren dat ze een mooi motief vormen voor een kraag ? Met werkblad 2 maken de kinderen een zoete iglo en leuke sterrenversieringen voor op vensters of in de kerstboom.
Reistips voor de tweede graad BIJ DE BRIEF UIT GROENLAND
- In de vlag van Groenland de witte halve cirkel het ijs voorstelt en de rode halve cirkel de zon ? De vlag symboliseert de zonsondergang en zonsopgang boven de ijskap van Groenland. De leerlingen kunnen deze gegevens vergelijken met ons eigen land. INUITKUNST
Als je werkblad 3 hebt gelezen, kun je een brief schrijven of een tekening sturen naar de kerstman op volgend adres : Santa Claus of Greenland C/O Tele land P. O. Box 1002 3900 Nuuk Grønland Als je graag een antwoord krijgt, moet je er wel een briefje van 10 en 5 euro bij doen. Als je een e-mail wil sturen, dan doe je dat naar :
[email protected] WIST JE DAT …
- De Groenlanders van Eskimo’s en Europeanen afstammen ? - Kalaallit Nunaat de naam is voor Groenland in het Inuktitut, de taal van de Groenlanders ? - 85 % van Groenland altijd bedekt is door ijs en deze ijslaag tot 3 300 m dik is ? - 10 % van het drinkwater van de aarde in dit ijs ligt opgeslagen ? - Groenlands meest noordelijke punt slechts 740 km van de noordpool ligt ? - 1/3 deel van Groenland een nationaal park is, het grootste nationale park ter wereld ? - De hoogste berg in Groenland 3 733 m hoog is ? - Er in Groenland o.a. walvissen (7 soorten), walrussen, ijsberen, muskusossen en rendieren voorkomen ? PUBLICITEIT
Oplossing van werkblad 4 ‘Maak je eigen speelgoed’. Neem één van de kralen. Schuif haar langs de koord door de lus. Neem de twee draden die door het grote gat komen. Trek er aan tot er lussen mee door het gat komen. Duw de kraal langs haar draad door die lussen. Trek de lussen terug naar achter. Nu moet de kraal enkel nog door de grote lus vooraan en dan zitten ze gezellig samen. De lijsttrommel is het oudste muziekinstrument dat bij de Inuit voorkomt. Deze grote, lage trommel met één vel werd gebruikt bij liederen en vertellingen, bij welkomst- en vertrekliederen, mystieke liederen en kinderliedjes en ook om ruzies op te lossen tussen mannen. Gedurende lange tijd bereidden de mannen zich voor op een soort wedstrijd. Wie zijn tegenstander het best kon vernederen in zijn lied was de overwinnaar. Lijsttromliederen en dansen waren een vorm van vermaak. POOLSTREKEN
Boven de poolcirkel bestaat het verschijnsel van de middernachtszon. Op sommige plaatsen gaat de zon niet onder van eind mei tot eind juli duren. In de winter daarentegen is er een periode dat de zon niet opkomt. Alleen de sterren en de maan zorgen voor licht en ook het noorderlicht. Gelukkig is het landschap dan helemaal wit van de sneeuw en de bevroren zee.
Reistips voor de derde graad EEN IJSKOUDE NACHT
schip worden aangevoerd, want bomen groeien er niet. Deze huizen zijn vaak op houten palen gezet zodat ze niet op de bevroren grond rusten. Tijdens de lange wintermaanden, wanneer zij verplicht zijn om veel tijd binnenshuis door te brengen, maken de Inuit prachtige beeldjes van been. Voorbeelden van hun kunstwerken op http://www.Inuit.com/InuitSculpture. DUURZAAM MILIEU
Bespreek het verhaal (werkblad 5 en 6). Schrijf de volgende vragen op het bord en laat de leerlingen deze in groep bespreken : “Wat had de professor ontdekt ? Wat zijn de oorzaken ? Wat zijn de gevolgen ? Wie zou de professor vermoord hebben, denk je ? Zou dit in werkelijkheid ook zo kunnen gebeuren ?” De Reisinfo is deze keer in vertelvorm gebracht. Zetten de leerlingen de informatie in een schema ? Dieren en mensen De eerste tekst op werkblad 7 over het dierenleven lezen de leerlingen individueel met als opdracht daarna de voedselketen in te vullen, gevolgd door klassikale verbetering en bespreking. Als de leerlingen nog nooit een voedselketen hebben opgesteld, kan de leerkracht eerst het principe uitleggen : onderaan de soort waarvan er het grootste aantal is, meestal planten, dan de zeer kleine diertjes, dan grotere dieren en bovenaan de soort waarvan er het minste zijn, meestal roofdieren. Oplossing : plankton - roeipootkreeftjes - haring - zeehond - ijsbeer. Bijzonder zijn de walvissen en de orka’s omdat ze van de verschillende niveaus eten. Hun enige vijand is de mens : door de overvloedige walvisvangst zijn sommige walvissoorten met uitsterven bedreigd ! Alle voedselketens samen vormen een voedselweb. De tweede tekst gaat vooral over de Inuit. Na jarenlang als nomaden te hebben geleefd, werden zij door de overheid in Groenland verplicht zich permanent te vestigen in de steden. Laat de kinderen uit de tekst een aantal verschillen halen tussen vroeger en nu. Wijs er ook op dat de moderne tijd hen bijna ‘verplicht’ over te schakelen op moderne voorwerpen (b.v. anoraks van de kinderen, die wel veel makkelijker te wassen zijn, maar niet zo lekker warm) terwijl hun eigen traditionele spullen dikwijls warmer zijn (pelsen jassen en broeken) of efficiënter (b.v. een hondenslee kan niet zonder benzine geraken en ze jaagt het wild niet op want ze glijdt geruisloos over de sneeuw !) Moderner betekent dus niet altijd beter … De taakverdeling binnen het gezin is er nog erg klassiek : de mannen gaan op jacht en visvangst en de vrouwen verwerken de vangst. In de tekst wordt ook het foute beeld van de iglo als woning weerlegd. Naargelang het gebied leefden de Eskimo’s in huizen gemaakt van keien, turf en walvisbeen, en in Alaska ook van hout. Deze huizen hadden een lange toegangstunnel en lagen soms gedeeltelijk onder de grond voor de warmte ! De iglo van ijs werd en wordt alleen tijdens de jacht gebruikt. Tegenwoordig leven de meesten in comfortabele houten huizen met een generator voor elektriciteit, radio en tv : hout moet per
Het waarborgen van een duurzaam milieu is één van de Millenniumdoelstellingen die 191 landen zich stelden in het jaar 2000. Het Kyoto-protocol is een aanvulling op het klimaatverdrag van de Verenigde Naties dat de uitstoot van broeikasgassen moet beperken. Broeikaseffect De tekst op werkblad 8 sluit aan bij de redenen waarom de professor in het verhaal werd ‘vermoord’. Het onderwerp is vrij moeilijk : het is dus het best de tekst klassikaal en per alinea te lezen en te bespreken. In de eerste alinea wordt over de zwaartekracht gesproken : indien de leerlingen nog niet met dit begrip geconfronteerd werden, dient het even uitgelegd en aangetoond te worden : de zwaartekracht is het gevolg van de aantrekkingskracht van de aarde en zonder zwaartekracht zouden wij allen en alle voorwerpen rondom ons gewichtloos zijn en in de ruimte zweven zoals je soms ziet in films met astronauten ! Stikstof (N2), zuurstof (O2), koolzuurgas (CO2) en waterdamp (H2O) zijn de belangrijkste bestanddelen van de dampkring. Na de tweede alinea kun je het verschil in temperatuur even laten berekenen ( – 18 °C en +15 °C => 33 °C). Bij de alinea over koolzuur kun je in een klein bordschema duidelijk samenvatten : “minder bossen minder zuurstof ” en tegelijkertijd “meer luchtvervuiling meer koolstof ”. Gevolg : het evenwicht in de dampkring is verbroken ! Er zijn niet meer genoeg planten om de steeds toenemende hoeveelheid koolstof te verwerken, waardoor de luchtvervuiling toeneemt. Bij de alinea over moerasgas (CH4) en lachgas (N2O) kun je verwijzen naar de overproductie van vlees in onze gewesten en de mestoverschotten. De ozonlaag (O3) hoog in de dampkring beschermt ons tegen schadelijke zonnestralen ; in de onderste luchtlagen zorgt vorming van ozon bij erg warm weer voor een soort rookachtige mist. CFK’s (chloorfluorkoolstofverbindingen) tasten de onzonlaag aan. De leerlingen kunnen het raster als partnerwerk invullen. Over de mogelijke oplossingen kun je een klassengesprek houden : minder autoverkeer, meer gebruik van alternatieve energiebronnen, beperken van de veestapel, gebouwen beter isoleren zodat er minder energie nodig is om te verwarmen, verbieden om nog verder oerwoud te rooien, terug bossen aanplanten, woestijnvorming stoppen door natuurlijke bemesting van dieren in een goed overwogen systeem van begrazing …
Om een creatieve toets aan dit moeilijke onderwerp te geven, kun je groepen leerlingen in de les manuele activiteiten een collage laten maken in twee delen : aan de ene zijde, liefst in donkere kleuren, allerlei ‘schadelijke’ elementen, zoals voertuigen, fabrieken, schoorstenen, koeien, spuitbussen, vuilnis(belt)… en aan de andere zijde in felle kleurtjes : bomen, planten, bloemen, diertjes, windmolens, fietsen, dikke truien … SURFEN NAAR HET HOGE NOORDEN
http://www.worldexplorer.be/eskimos http://www.richel.org/grk/ijsberen/index.htm http://www.climatechange.be/climat_klimaat/nl/onderwijs.html http://www.duurzame-info.be/durable.cgi?id_ teksten=2122&taal=_nl&id_types=6&id_themas=&d oelpubliek=publiekwww.en.wikipedia.org/wiki/Inuit http://home.iae.nl/users/micvdh/sermiligaaq/esk2. html http://www.museumkennis.nl/asp/page.asp http://www.natuurtotaal.nl/200511/eskimos_klimaatverandering_acia_icc_bush.php http://www.uip.nl/inconvenienttruth.html BIBLIOGRAFIE
- Aarde en milieu : klimaatveranderingen. S. Morgan. Franklin watts, London, 2000. - De aarde als broeikas. H. De Ridder. Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 1997. - Het dagelijks leven van de inuït. B. & C. Alexander. Ars Scribendi, Harmelen, 1995. - Mensen zoals jij en ik. Red. P. Arlon. Lannoo, Tielt, 2004. - Van Inuït tot pueblo. Interactieve tentoonstelling. Jeugd en Vrede, Mechelen. - Verkenningsreizen in de poolgebieden. D. Rootes. Ars Scribendi, Harmelen, 1998. - Voetstappen in de wind. A. Swift & A. Perry. Chuyt & Co., Haarlem i.s.m. Novib, den Haag & 11.11.11uitgeverij, Brussel, 2001.
- Wij maken het warmer. D. Draulans. Knack, Brussel, 15 november 2006. Wereldreis is een uitgave van Studio Globo v.z.w. © 2006 Wereldreis, Studio Globo, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel, fax : 02 520 91 11 Website : http://www.studioglobo.be/wereldreis Abonnement : € 12,90 voor 10 nummers. Afzonderlijk nummer : € 1,30 Bankrekening : 068-2352505-88 Administratie : Ann Vermoesen. Tel. : 02 520 05 30. E-mail :
[email protected] Redactie : Helga Vande Voorde. Tel. : 02 526 10 92. E-mail :
[email protected] Aan dit nummer werkten mee : Joeri Osaer, Ole Møldrup, Jes Adolphsen, Karen Volckaerts, Martien Dhondt, Jill Vervoort, Jeannine Goudman, Kristine Van Den Bogerd (tekeningen), Marc Vermeiren (vormgeving) Verantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs en zonder afgeleide werken is toegelaten mits naamvermelding Wereldreis is gedrukt op TCF (totaal chloorvrij) en zuurvrij papier zonder toevoeging van optische witmakers ; de houtstof komt voor 100% van afval van zagerijen (Greentop) Deze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 v.z.w. en met de steun van het D.G.O.S.
C O L O F O N
Wereldreis
Groenland en duurzaam milieu Sivert startte de motor van de boot en Nuka hielp hem de trossen los te gooien. Spoedig voeren zij langs de Atlantische kade. Nuka zag een reusachtig blauw en wit schip met grote letters op de romp. “Kijk”, zei Sivert, “dit is het nieuwste en grootste fabrieksschip van Royal Greenland :
de Qaqqatsiaq, een grote treiler die garnalen vangt, verwerkt, verpakt en invriest op zee. Hij is genoemd naar een beroemde berg die door de oude vissers als baken werd gebruikt omdat hij de weg naar een uitzonderlijk goede visgrond bij Sisimut wees. Hij is een fantastisch schip dat in augustus laatstleden het record brak door in
één etmaal 125 ton garnaal te vangen en te verwerken. Zo’n vangst wordt een heleboel blauwe kartonnetjes met elk 150 gram garnaal in de diepvries van de supermarkt.” Nuka probeerde uit het hoofd te rekenen, maar hij moest opgeven alle nullen te tellen. Met trots in zijn stem vertelde Sivert verder over het vaartuig. “Bijna alle bemanningsleden zijn Groenlanders”, zei hij met een brede glimlach. Sivert stuurde de boot rond de kaap en richtte terug op Nuuk, met 15 000 inwoners de grootste stad en hoofdstad van Groenland. Hij begon Nuka wat over de geschiedenis van Nuuk te vertellen. “Hier landde Erik de Rode toen de vikings 1 000 jaar geleden voor het eerst naar Groenland kwamen. Erik noemde de plaats Vestbygden (westelijke nederzetting). En het was daar dat zijn zoon Leif de Gelukkige vertrok op zijn beroemde en grote tocht naar het onbekende, die hem uiteindelijk bracht in Vinland (Wijnland) of Amerika zoals wij dat nu noemen.” Sivert wees naar het land : “Kijk, dit is de Koloniale Haven waar we nu langs varen, je kunt rechts het kleine rode pakhuis zien, dat is waar de kerstman woont. Van daar stuurt hij brieven naar kinderen overal ter wereld. “Vroeger gebruikten schepen die tussen Groenland en Denemarken voeren deze haven. Toen waren wij een Deense kolonie en Deense ambtenaren in Kopenhagen controleerden alles in Groenland. Maar in 1950 vaardigde de
Reisinfo - december 2006
Deense regering een groot plan uit voor Groenland, dat het hele land zou omvormen van een maatschappij gesteund op traditionele robbenvangst en jacht tot een modern Groenland, economisch gestoeld op visserij. Later, in 1979, kregen we zelfbestuur in Groenland, wat betekende dat de Groenlanders en hun politici alle toekomstige beslissingen zouden nemen. Ginder in Kopenhagen blijven alleen Buitenlandse Zaken en Defensie.” Sivert vervolgde : “Als je erover nadenkt, is het eigenaardig dat een landje als Denemarken zo’n uitgestrekt gebied als Groenland zou besturen. Ons land is half zo groot als de hele Europese Unie en Denemarken kan er 50 keer in. Onze kustlijn is meer dan 44 000 km lang (die van België 67 km). ” De ijskap die het grootste deel van Groenland bedekt, is een reusachtige klomp ijs, op sommige plaatsen meer dan drie km dik.” Door de druk van het ijs stijgt de temperatuur onderaan en smelt het tot water dat als fonteintjes aan de oppervlakte komt met het zuiverste water ter wereld.Vermits het ijs is opgebouwd door sneeuwval gedurende eeuwen, hebben wetenschappers berekend dat het water dat van de bodem naar de oppervlakte stijgt, als sneeuw op Groenland viel toen Christus op aarde leefde, 2 000 jaar geleden.” Sivert stuurde de boot nu in de enorme Godthaabsfjord, die als een reusachtige, blauwe baai in het land dringt : 160 km lang en vol avonturen. Nuka keek naar de ijsbergen die langzaam langs de boot dreven en Sivert legde uit dat de meesten van de Jacobshavnfjord verder noordwaarts kwamen. “Daar is de grootste gletsjer van Groenland. Telkens een stuk afkalft, tuimelen reusachtige brokken in zee. De grootste ijsbergen bevatten voldoende zoet water om de bevolking van een grote stad als New-York
Wereldreis een jaar lang van drinkwater te voorzien. Alle ijsbergen drijven zuidwaarts en smelten langzaam naarmate de temperatuur van het zeewater en de lucht toenemen. Maar voor sommige ijsschotsen duurt de reis duizenden kilometer eer zij weggesmolten zijn.” Er wordt gezegd dat het een ijsberg is van deze gletsjer die de Titanic raakte in 1912, een botsing die ’s werelds grootste en onzinkbare schip naar de oceaanbodem joeg met meer dan 1 000 passagiers en bemanningsleden. Het was niet eens zo’n grote ijsberg : boven de waterlijn berekend op zes verdiepingen en eronder vijftig.” Nuka wist dat Godthaabsfjord een heerlijke picknickplaats was voor de inwoners van Nuuk. Veel mensen varen de fjord in om te vissen of te jagen op korhoen of rendier. Als je in Groenland woont, waar er geen wegen zijn tussen de steden en de enige vervoersmogelijkheid per schip, vliegtuig of hondenslee is, voel je je al gauw opgesloten, maar dat is snel voorbij als je een boottocht maakt op Godthaabsfjord. Plotseling hoorde Nuka een luide plons en tezelfdertijd zag hij vier walvisstaarten uit het water komen. Volgens Sivert waren het prachtige, volledig witte beluga-dolfijnen, een soort die normaal meer noordelijk voorkomt rond Upernavik. Zij praatten over de dolfijnhuid, in Groenlands mattak genoemd, die voor alle Groenlanders een lekkernij is. Wegens de bijzondere Groenlandse situatie heeft het Internationale Walviscomité het land toegestaan om jaarlijks een aantal dieren te vangen. Daar zijn zowel Sivert als Nuka blij om, vermits zij allebei dol zijn op mattak. Een beetje later dook een kop op uit het water en Nuka keek in een paar grote, donkere en nieuwsgierige ogen van een zeehond. Sivert zag de rob en vertelde over de vijf verschillende soorten die rond Groenland voorkomen en altijd het bestaan van de Groenlanders hebben verzekerd. Jagend met eenvoudige en primitieve wapens vanuit een broze kajak hebben vaardige robbenjagers eeuwenlang zeehonden aan land gebracht, die als voedsel, kleding, verlichting en verwarming dienden. De sterke huid van de baardrob werd in smalle repen gesneden, gedroogd en gebruikt om zowat alles vast te binden. In het noorden zijn de houten planken van de hondensleden met die stroken vastgebonden. Het trektuig voor de honden en zelfs de zweep zijn van dezelfde repen gemaakt. De mensen krijgen al hun vitamines uit de lever van de zeehond, het vlees werd gegeten, het vet gesmolten voor olielampen die voor licht en warmte zorgden. Een traditionele robbenjager gaat gekleed in een broek van ijsbeerbont, een anorak en laarzen van zeehondenhuid. Dat is voldoende om het lichaam warm te houden, zelfs in dit gure klimaat, waar de winden geweldig zijn en de temperatuur zelden boven 10 tot 15 graden komt en een groot deel van het
jaar 40 tot 50 graden onder nul is. Nu stuurde Sivert de boot langzaam naar de oever van de fjord en hij sprong aan land met een meertouw dat hij aan een grote rots vastmaakte. Dan hees hij Nuka aan land. Sivert nam Nuka’s hand en samen wandelden zij landinwaarts. Zij kwamen langs verschillende soorten lage struiken en Sivert zei dat er in Groenland geen bomen waren, hoewel je in het zuiden dwergberk en struikwilg kunt vinden die kniehoog groeien. Hij sprak over de bloemen die zij zagen en hoe die elk jaar zeer snel groeien : “In de vroege lente ontspruiten zij, groeien op, komen in bloei en vormen snel zaad vóór de vroege winter intreedt. Maar natuurlijk krijgen de bloemen veel hulp van de zon die in de zomer voortdurend boven de horizon staat.” Ole Møldrup, Jes Adolphsen en Karen Volckaerts
REISWOORDENSCHAT
anorak : over het hoofd te trekken gevoerde jas met kap. fjord : door ijs uitgesleten inham in een bergachtige kust. gletsjer : ijsstroom. Eskimo : Inuk (meervoud Inuit, van Groenland en Noord-Canada) of Yupik (van Alaska en Noordoost-Siberië), oorspronkelijke bewoner van het Noordpoolgebied. husky : poolhond. iglo : sneeuwhut. kajak : licht eenpersoonsvaartuigje van de Eskimo’s voor de visvangst, bestaande uit een houten raamwerk, vroeger geheel met zeehondenhuid overtrokken en nu met plastic en met in het bovenvlak een opening die nauwkeurig sluit om het middel van de inzittende. oemiak : open huidboot bij de Eskimo’s voor meerdere personen, relatief groot platboomd, om geroeid of gezeild te worden (< umjak = vrouwenboot). treiler : visserijschip met een trechtervormig net. voedselketen : rangorde van organismen waar elk lid dat eronder eet.
Reisinfo - december 2006
Wereldreis
Groenlandse feestkledij
Kleur de kralen voor een mooie kraag
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO Werkblad 1 - december 2006
Wereldreis
Een iglo Het woord ‘iglo’ betekent ‘huis’ in het Inuktitut, het is een sneeuwhuis als schuilplaats voor jagers onderweg. Een iglo houdt veel koude buiten en toch wordt het binnen niet warmer dan min 10 °C als het buiten min 40 °C is. Een iglo bouwen is niet zo eenvoudig : 1. De jager moet een plaats vinden met sneeuw die geschikt is om een iglo te bouwen. Met een mes snijdt hij gelijke sneeuwblokken uit. 2. Een handige jager zet de blokken rechtop, licht naar binnen hellend. Hij geeft de blokken vorm zodat er geen openingen tussen de blokken zijn.
3. Hoe hoger de muur, hoe meer blokken naar binnen neigen. Met een passende ‘deksteen’ wordt de koepel afgesloten.
Maak nu je eigen iglo met suikerklontjes ! De langste nachten De winter is het jaargetijde dat het langst duurt bij de polen, wel acht of negen maanden in Groenland. De winter begint er al heel vroeg. De zon komt wekenlang zelfs niet boven de horizon. Het landschap is wit van de sneeuw en de bevroren zee. De sterren, de maan en het noorderlicht geven licht.
Sterren maken Zoek bij het restafval een houten bakje van fruit. De bodem van het bakje is van zacht hout en bruikbaar om strookjes van 5 bij 1cm uit te halen. Het lukt prima zonder je te kwetsen. Maak grote en kleine strookjes en kleur deze met wasco. Leg ze nu op elkaar in stervorm en draai gele kleefband of andere draad in het middenpunt. Kies wel gelijke lengtes per ster. Zo bekom je mooie sterren die je bij elkaar kunt hangen om een sterrenhemel te maken.
Werkblad 2 - december 2006
Wereldreis
Werkblad 3 - december 2006
Wereldreis
Maak je eigen speelgoed Overal waar kinderen wonen, vind je speelgoed. Als zij dat speelgoed niet in de winkel kunnen kopen, maken zij het zelf. Zij gebruiken daarvoor het materiaal dat ter plaatse te vinden is. Eén van de puzzelspelletjes uit Groenland ziet er zo uit.
Nodig - een tak of latje, 20 à 25 cm lang waarbij in het midden een gat zit en aan elk uiteinde een klein gaatje - een koord van ongeveer 50 cm - twee grote kralen
Vouw de koord dubbel. Steek de lus door het grote gat in het midden. Haal de uiteinden van de koord onder de tak door en steek ze door de lus. Rijg een kraal aan elk uiteinde van de koord. Knoop elk eind vast door een gaatje aan het einde van de stok (één links, één rechts). Probeer nu de twee kralen bij elkaar te krijgen zonder dat je een knoop moet losmaken.
Werkblad 4 - december 2006
Wereldreis
Een ijskoude nacht DINSDAG 28 NOVEMBER 2006 Qeqertarsuaq, 11.20 p.m., – 28 ° Celcius De hondenslee kwam bijna geruisloos tot stilstand. Dikke ademwolken kronkelden uit de wijd opengesperde neusgaten van de husky’s. Vermoeid vlijden de sledehonden zich neer in de sneeuw voor de iglo.
Hoewel de nacht al lang was ingevallen, was het nog steeds niet helemaal donker. Frederik Rasmussen strekte zijn stramme benen en keek toen bewonderend omhoog. Het poollicht liet de hemel op deze heldere winternacht baden in prachtige kleurschakeringen. Helgroene vegen mistige verf vloeiden meesterlijk over in zachtgele en dieprode tinten. Hoofdschuddend stapte hij naar de ijshut. De verse sneeuw knerpte zachtjes onder zijn laarzen. Op handen en voeten kroop Rasmussen door de smalle opening naar binnen …
drastisch aan het veranderen was. Het werd alsmaar warmer. Dat was het gevolg van grote stinkfabrieken die ongestoord hun vervuilende gifwolken in de lucht uitbraakten. Maar ook het toenemende autoverkeer en het onzorgvuldig omspringen met energiebronnen wees hij met de vinger. Dat opwarmen van de aarde had ernstige gevolgen, zo had hij verteld. Tijdens zijn laatste expeditie in Groenland had hij vastgesteld dat de ijskappen veel sneller aan het smelten waren dan normaal. Op die manier kwam er veel te veel water in de zee terecht en steeg de zeespiegel. Veel gebieden aan de kust – overal ter wereld – liepen zo het risico overstroomd te worden. Tenzij de mensen dringend hun vervuilende activiteiten wilden stopzetten, was er geen weg meer terug. Met deze krasse uitspraken had de professor heel wat vrienden gemaakt. Milieuactivisten hadden zijn ideeën toegejuicht. Maar hij had ook sterke tegenwind gekregen. Rijke oliegiganten en machtige fabrieksbazen vreesden voor hun winsten. Opwarming of geen opwarming, de zaken liepen lekker zoals ze waren. Kritische stemmen zoals deze van Knickson konden ze dan ook best missen. Agent Rasmussen knielde neer bij het lijk.
Qeqertarsuaq, 11.32 p.m., – 10 ° Celcius “U stuurt zo meteen iemand langs ? Dat zou erg behulpzaam zijn. Tot zo dadelijk dan.” Met een zucht klapte Rasmussen zijn gsm dicht. De agent hield zijn blik nog steeds strak gericht op het levenloze lichaam voor zijn voeten. De afgelopen uren waren een aaneenschakeling geweest van verwarrende beelden en berichten, maar nu leken alle elementen op hun plaats te vallen. De man die morsdood op de grond lag, was professor Knickson - een briljant geleerde. Hoewel hij de man nog nooit had ontmoet, herkende agent Rasmussen hem meteen. De professor was immers een bekend figuur in Groenland. Vorige week nog was hij op de nationale televisie geweest. Hij had er zijn theorie uiteengezet over de opwarming van de aarde. De knappe bol had beweerd dat het klimaat op aarde
WOENSDAG 29 NOVEMBER 2006 Qeqertarsuaq, 01.27 a.m., – 7 ° Celcius De zware Skikorsky-helikopter won snel hoogte. Het doffe geklop van de schroeven sneed de onwerkelijke stilte van de nacht aan flarden. “Wat een geluk dat jullie me zo snel zijn komen oppikken”, richtte Frederik Rasmussen zich tot de driekoppige bemanning, “ik vreesde al dat ik zelf zou eindigen als een homp diepvriesvlees.” Hij keek door het ronde raampje naar buiten. Hij zag nog net hoe een Inuit zijn hondenslede aan het optuigen was om er mee naar het dorp te reizen. Onder hem tekende de beruchte ijskap zich af, slechts onderbroken door enkele bergtoppen die er nog net bovenuit staken. Rasmussen wendde zijn hoofd af. Een metalen kist, met daarin het lichaam van de professor, stond in het midden van het ruim.
Werkblad 5 - december 2006
Wereldreis “Wat denk je ?” knikte één van de bemanningsleden. Zijn reusachtige walrussnor gaf hem een streng, maar goedmoedig uitzicht. Hij sloeg met zijn vlakke hand op de metalen kist. Een vreemd gegons doordrong de ruimte. “Moord of geen moord ?” Rasmussen zuchtte : dat had hij zich de hele nacht al zitten afvragen. Was professor Knickson vermoord of had een tragisch ongeval hem aan zijn noodlot geholpen ? Rasmussen had al een naar voorgevoel gekregen toen commissaris Johansen hem had opgebeld met zijn ‘vreemde’ opdracht. Professor Knickson was moederziel alleen op expeditie vertrokken en had al een aantal dagen niets meer van zich laten horen. Erg verdacht, want normaal gezien nam hij meerdere keren per dag contact op met de universiteit van Nuuk om – enthousiast als hij was – zijn allerlaatste bevindingen mee te delen. Het afdelingshoofd van de universiteit was zich zorgen beginnen maken en had contact opgenomen met commissaris Johansen. Deze had op zijn beurt agent Rasmussen erop uitgestuurd om ter plekke een kijkje te gaan nemen. De afloop was intussen welbekend.
DONDERDAG 30 NOVEMBER 2006 Uummannag, 03.24 p.m., + 18 ° Celcius Frederik Rasmussen dwaalde rond in de plaatselijke supermarkt. Achteloos gooide hij een blikje walvisvlees in zijn winkelwagentje. Groenland was één van de weinige landen waar de walvisvangst nog beperkt was toegestaan. Je mocht zeggen wat je wilde, het vlees smaakte verdomd lekker. Triiiii – Triiiii … Het gerinkel van zijn gsm liet hem opschrikken uit zijn gedachten. “Rasmussen”, drukte hij verveeld op de knop. “Commissaris Johansen hier”, klonk de stem aan de andere kant van de lijn hem akelig vertrouwd in de oren. “Ik bel in verband met de moo… euh, de dood van professor Knickson. Er is iemand die je dringend zou willen spreken.” “Luister”, begon Rasmussen vermoeid, terwijl hij zonder nadenken een opwarmmaaltijd bovenop
de stapel in zijn winkelwagentje gooide. “Ik ben vandaag met verlof en wat mij betreft kan die superintelligente diepvriesprofessor nog een dagje langer in de koelkast blijven. Bel morgen opnieuw.” “Dat is nu net het probleem, Rasmussen”, sprak commissaris Johansen gespannen. “Wat jij vindt, is van geen enkel belang. Ik verwacht je om 17.00 uur in restaurant Misigisaq in Sisimiut.” Sisimiut, 06.12 p.m., + 22 ° Celcius “Je bent te laat”, snauwde commissaris Johansen toen Rasmussen aan het tafeltje kwam zitten. Rasmussen zei niets, maar keek met harde blik naar de man die schuin tegenover hem zat, vlak naast commissaris Johansen. Zijn strakke maatpak gaf de vreemdeling een ernstige en gewichtige indruk. “No problem”, stak het maatpak breed glimlachend een hand naar hem uit. Rasmussen schudde zijn hand, maar zijn ogen staarden de man nog steeds onbewogen aan. “Laten we maar meteen terzake komen”, verbrak de commissaris de ijzige stilte. “Mag ik je voorstellen aan John Bremer, hoofd van de Amerikaanse inlichtingendiensten. Hij neemt het onderzoek van ons over. Hij wilde je nog even persoonlijk bedanken voor de inzet die je aan de dag hebt gelegd.” Rasmussen keek verbaasd op. De man glimlachte. Toch was er iets dat hem nog steeds niet beviel. “Uiteraard blijven je inspanningen niet onbeloond.” De Amerikaan toverde een enveloppe tevoorschijn en schoof ze over de tafel in de richting van Rasmussen. “Maak maar open”, spoorde hij hem aan. De omslag stak vol knisperende dollarbriefjes. Zoveel geld had Rasmussen nog nooit in zijn hele leven bij elkaar gezien ! “Hiermee kun je al eens een jaartje gaan opwarmen op een exotisch eilandje, denk je niet ? In ruil zou ik je enkel willen vragen om de rest van het onderzoek rustig te laten verlopen. Ik zou niet graag hebben dat sommige mensen een hartaanval verwarren met een politieke afrekening. Zulke praatjes zijn alleen maar goed voor de krantenverkoop, begrijp je ?” Rasmussen wist niet waar hij het had. Dit was je reinste omkoperij. Verontwaardigd stapte hij naar de deur, de omslag liet hij liggen. Dit was niet zomaar een sterfgeval. Joerie Osaer
Werkblad 6 - december 2006
Wereldreis
Het dierenleven aan de Noordpool Het heldere water rond de Noordpool bevat veel voedingsstoffen : de zwevende wezentjes zijn algen en eencellige diertjes ; dit noemen wij plankton. Dit plantaardig of dierlijk plankton wordt gegeten door grotere diertjes, b.v. door kreeftachtigen. Deze dienen op hun beurt als voedsel voor visjes, die op worden gegeten door grotere vissen, pijlinktvissen en zeevogels. Die worden dan weer opgegeten door zeehonden en walrussen. En de voedselketen gaat nog verder : die grote dieren vallen ten prooi aan roofdieren zoals de ijsbeer. Die wacht b.v. bij een ademgat in het ijs tot er een zeehond bovenkomt en dan pakt hij hem. Een bijzondere soort in de poolzeeën zijn de walvissen : deze grote zoogdieren eten ook kreeftachtigen ! De orka’s (grote zwart-witte dolfijnen) eten meestal vis en garnalen, maar soms valt een dergelijke ‘troep’ ook vogels, zeehonden en zelfs andere dolfijnen aan ! Opdracht : wie de tekst aandachtig heeft gelezen, kan de volgende woorden in de voedselketen invullen : roeipootkreeftjes, zeehond, ijsbeer, algen, haring.
Mensen rond de Noordpool Hoe dichter je bij de polen komt, hoe meer de lengte van dag en nacht verschillen. Aan de Noordpool zelf heerst zes maanden lang de poolnacht. In de zomer schijnt de zon dan weer heel lang en wordt het nooit volledig donker, maar ook niet echt warm, want de zon komt nooit hoog aan de hemel. Daarom is landbouw er onmogelijk. Toch wonen er al duizenden jaren mensen op de randen van het vasteland : het zijn rondtrekkende vissers, jagers op zeeroofdieren of herders van rendieren. Die dieren zorgen voor voedsel, maar ook voor warme bontkleding. Toch dragen de kinderen er nu anoraks zoals jij en ik ! In Scandinavië en Finland wonen de Samen, in Noord-Siberië de Jakoeten en van Noordoost-Siberië tot Groenland de Eskimo’s. ‘Eskimo’ betekent eigenlijk ‘rauwvleeseter’ en daarom noemen die mensen in Canada en Groenland zichzelf liever de ‘Inuit’ wat ‘mensen’ betekent. Sommige Eskimo’s vangen nog steeds zeehonden, walrussen en kleine walvissen vanaf hun traditionele kajaks. Om over het ijs te reizen, gebruikten zij vroeger een slee getrokken door husky’s. Nu bezitten zij ook sneeuwscooters, maar voor de jacht zijn die niet bruikbaar omdat hun lawaai de dieren bang maakt en het wild verjaagt. De jacht is streng gereglementeerd : het aantal dieren is beperkt en de wapens die de Eskimo’s mogen gebruiken, zijn door de wet bepaald. De meeste mensen leven in moderne huizen en winkelen in supermarkten. Iglo’s (of sneeuwhutten) worden alleen gebouwd als tijdelijke schuilplaats door jagers, want zij blijven soms een maand of langer van huis.
Werkblad 7 - december 2006
Wereldreis
Broeikaseffect Rond de aarde liggen er luchtlagen die door de zwaartekracht bij elkaar blijven : wij noemen dit de dampkring. Lucht is een mengsel van allerlei onzichtbare gassen. Het natuurlijk broeikaseffect Sommige gassen zoals koolzuurgas, moerasgas en lachgas laten wel het zonlicht door, maar houden de warmte-uitstraling van de aarde tegen. Daardoor zorgen ze voor de opwarming van de onderste luchtlagen zoals in een serre en noemen we ze broeikasgassen. Zonder deze gassen zou het op aarde slechts –18 °C zijn … en dankzij deze gassen is het gemiddeld + 15 °C. Schommelingen van de temperatuur in de loop van de geschiedenis zijn normaal : in de middeleeuwen was het veel warmer en van de 15de tot de 18de eeuw was het dan weer een stuk kouder dan nu.
af. Om aan energie te komen, verbranden wij grote hoeveelheden aardolie, steenkool en gas. Bij deze verbranding worden de afvalstoffen in de vorm van koolzuur in de lucht gestoten (denk maar aan fabriekspijpen, auto’s, vliegtuigen, schoorstenen van huizen, bosbranden …) De hoeveelheid koolzuur in de lucht is daarom zo groot geworden, dat het de planten niet meer lukt om het teveel aan koolzuur om te zetten in zuurstof, ook al omdat men op grote schaal bossen en oerwoud blijft ontginnen en de woestijnvorming toeneemt. Moerasgas of methaan komt niet alleen in moerassen voor, maar komt vooral uit de maag van herkauwers en uit … koeienmest ! En verder ook uit vuilnisstortplaatsen en bij olie- en gaswinning. Ook onder de ijskap aan de polen zit veel moerasgas vast : als deze kap ontdooit, komt het gas vrij.
Het versterkt broeikaseffect zorgt er voor dat de gemiddelde temperatuur op aarde sneller stijgt. Het klimaat verandert met o.a. meer stormen, droogte en op andere plaatsen overstromingen. De oorzaak ligt bij … de mens !
Lachgas komt vrij bij het gebruik van kunstmest en bij de verbranding van olie, kolen, gas en hout. Het blijft meer dan een eeuw actief in de lucht !
Koolzuur : wij ademen zuurstof in en koolzuur uit. De planten nemen koolstof op en geven zuurstof Zet bovenstaande gassen in dit schema en denk eens na over een oplossing
Werkblad 8 - december 2006