Wereldreis
Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - Afgiftekantoor Brussel X - 18de jaargang - JUNI 2005
Thema : Jongeren
Reistips voor de eerste graad BIJ DE FOTO
Als je het kalenderblad hebt omgedraaid, laat je de leerlingen de foto bekijken. De leerlingen gissen vervolgens in welk werelddeel Lien nu verblijft. Vertel hen dat Lien in Kaapverdië zit, situeer dit op de kaart. Zeg er ook bij dat Kaapverdië een eilandengroep is. Je kunt de brief van Lien (werkblad 3) voorlezen of vertellen. Natuur Met werkblad 1 maken ze een vergelijking tussen het weer hier en in Kaapverdië. Sneeuw is er ondenkbaar, wolken en regen zeldzaam, zon en wind daarentegen zijn steeds van de partij. Vrije tijd Laat hen nu even nadenken over hun hobby’s en sporten. Je kunt ondertussen op het bord noteren welke verschillende soorten vrijetijdsactiviteiten (muziekacademie, sportvereniging, tekenschool, jeugdbeweging, computerspelletjes …) door de leerlingen worden beoefend. Je zult samen met hen tot de conclusie komen dat dit een hele opsomming is. Vertel nu dat er op Sal maar weinig hobbymogelijkheden zijn voor de kinderen. Hierbij kun je best ook vermelden dat leerlingen op Sal slechts vijf halve dagen per week school lopen. In Sal spelen jongeren vooral voetbal. Niet in verenigingsverband zoals hier, maar gewoon op straat of op een voetbalplein. Sommige jongeren op Sal gaan naar de jeugdbeweging. Sal is ook bekend als surfparadijs. Veel jongeren surfen dan ook. En soms … om de tijd te doden, gaan ze vissen met een stok en een touwtje. Samen met de leerlingen kom je tot de vaststelling dat de kinderen op Sal een andere invulling hebben van hun vrije tijd. Nochtans hebben zij veel meer vrije tijd dan wij.
Kaapverdië MEER VERHALEN
Op de achterkant van de kalenderfoto staat het verhaal van Lho Nobu (of Nho Lobu, de luie wolf). Dat kun je eveneens met de kinderen behandelen. Maken de leerlingen van jouw klas ook zelf een verhaal ? In het boek ‘Achter de berg’ staan verschillende verhalen uit Kaapverdië (en andere landen), telkens i.v.m. de vraag of het elders beter leven is dan in het arme thuisland. MET EEN KORRELTJE ZOUT
Leg de link van Sal naar zout. Letterlijk betekent het Portugese sal : ‘zout’. Daar weten de kinderen sedert vorige maand al heel wat over. Op Sal wordt het zout verkregen door kleine meertjes te vullen met zeewater. Langzaamaan verdampt het water door de zon, kristalliseert het zout en zet het zich daarna af op de bodem. Zo een meertje heet een zoutpan. Verschillende zoutpannen bij elkaar vormen een zouttuin.
Op werkblad 2 vullen de leerlingen het kruiswoordraadsel in. Pot met kleurzout Maak wat kleurkrijt fijn met een fijne rasp. Meng het krijtpoeder en het zout door elkaar. Giet het mengsel met een trechter in een pot of in een fles, die je schuin houdt. Neem een andere kleur en hou de pot weer een beetje schuin, maar wel in een andere hoek. Zo vormen de verschillende kleurlagen een mooi landschapje.
Reistips
verzen volgens het rijmschema : a b a b. Wie dicht zo’n strofe over Kaapverdië ? Of over een andere etappe van onze wereldreis in het afgelopen jaar ?
voor de tweede graad DE BRIEF VAN LIEN
Lien’s brief komt deze maand uit Kaapverdië (werkblad 3). Zij brengt ons al wat in vakantiestemming. Maar is het leven in dat droge land wel zo paradijselijk ? En kunnen alle leerlingen hier zomaar op reis gaan ? REKENEN MET EURO’S EN ESCUDO’S
Met de huidige euro komen de kinderen bijna niet meer in contact met andere munteenheden. Geef ze a.d.h.v. de muntwaarde van de escudo (zie Reisinfo) een oefening in euro’s wisselen. Rond zonodig af. KAAPVERDIË : MUZIEK TEN VOETEN UIT
Melodietjes met ‘sodade’ De Kaapverdische muziek is wereldberoemd geworden door Cesária Évora. Zij leerde ons de sodade (Portugees saudade) kennen, het Kaapverdische levensgevoel van weemoed, droefgeestigheid en tederheid. Gezien de lange geschiedenis van weggevoerde slaven en in het buitenland verblijvende familieleden is zo’n gevoel niet verwonderlijk. Laat in de klas een bitterzoete morna met gitaren en violen horen. Of een meer levendige funana met accordeon en een schraapinstrument. Coladera, batuko en tabanka zijn dan weer zeer ritmische dansmuziekjes. Welk gevoel wekt zo’n muziek op, hoe kun je die omschrijven ? De morna is eigenlijk een gedicht met strofes van vier PUBLICITEIT
Bulimundo Bulimundo is een sprookjesfiguur uit Kaapverdië. Deze reuzenstier is oersterk. In dit traditionele lied (werkblad 4) vragen de mensen of hij met de prinses wil trouwen. Je kunt het lied beluisteren (met Nederlandse versie erbij) en meezingen op http://www.storyworld.nl/ dwnld/buli.html Doe mijn voeten na Dit spel is algemeen verspreid in West-Afrika. Zes tot tien kinderen staan in een kring. Eén wordt als voordanser aangeduid en gaat in het midden staan. Iemand uit de kring, de spelleider, klapt met de handen een bepaald ritme en de anderen klappen mee. De voordanser maakt enkele danspassen volgens dat ritme. De spelleider probeert dat na te doen. Als het lukt, wordt de spelleider de nieuwe voordanser en iemand anders wordt spelleider. Het spel gaat voort, tot iedereen voordanser is geweest. Je kunt dit spel ook met muziek laten uitvoeren door kinderen vanaf zes jaar. EEN SCHOOLJAAR IN FOTO’S
Als afsluiter van het schooljaar kun je alle behandelde kalenderfoto’s opnieuw overlopen en ‘de foto van het jaar’ laten kiezen. De leerlingen kunnen voor zichzelf nagaan wat ze uit een heel jaar Wereldreis hebben geleerd, waar ze bijzondere herinneringen aan hebben, wat indruk maakte … Als de leerlingen een Wereldreismap hebben, kunnen ze die meenemen naar het volgende leerjaar.
MAK AMINATA nieuwe educatieve koffer rond Senegal Bij Studio Globo is een nieuwe educatieve voorwerpenkoffer beschikbaar. Het is een uitbreiding van het bestaande Aminata-pakket. Deze nieuwe koffer kwam tot stand vanuit een samenwerking met de Franse ngo ‘Partenariat avec Saint-Louis du Sénégal et sa région’ (PSLSR) in Lille. De koffer bevat heel wat bouwstenen : foto’s, doefiches, voorwerpen en voorwerpenfiches, verhalen, muziek en video, en nationale symbolen. De handleiding voor leerkracht of begeleider geeft suggesties voor de verschillende leeftijdsgroepen van de lagere school :
• voor de eerste graad wordt gewerkt rond twee kinderboeken: ‘Mijn baby’ en ‘Baobonbon’ ; • voor de tweede graad is het gekende Studio Globo-kinderboek ‘Aminata’ de centrale bouwsteen ; • voor de derde graad zal meer inhoudelijk rond een aantal thema’s worden gewerkt. Deze koffer is voorlopig enkel beschikbaar in Studio Globo afdeling Brussel. Bel naar 02 520 23 30 of e-mail naar
[email protected]
Reistips voor de derde graad DE FOTO EN HET VERHAAL
Bekijk samen de foto : eigenlijk is het niet duidelijk of er twee meisjes of een jongen en een meisje op staan. In ieder geval zijn het jongeren. De zesdeklassers zijn het voorbije jaar ook sterk veranderd en klaar voor de middelbare school. Hoe zien zij hun toekomst ? Laat hen maar eens in het wilde weg fantaseren ! Bied de leerlingen dan het verhaal van Ari en Minda aan op werkblad 5 en 6. KAAPVERDIË
Kaapverdië is een eilandengroep ten westen van Afrika. Als start van de verwerking kun je de leerlingen Kaapverdië laten opzoeken in hun atlas. Vinden ze één eiland dat Kaapverdië heet of is het een eilandengroep ? Welke eilanden behoren tot Kaapverdië ? Santo Antão, São Vicente, São Nicolau, Sal, Boa Vista, Sãotiago, Fogo, Maio, Brava en Santa Luzia. Droogte Kaapverdië is al meerdere malen getroffen door droogte, de reden daarvoor is duidelijk : Kaapverdië is een Sahelland. Het land heeft iets gevonden om te voorkomen dat een droogte de hele bevolking treft. De noodhulp die het krijgt van het Westen, verkoopt het ! Met het geld dat de regering hiermee verdient, richt ze ‘frentes’ op. Dit zijn groepen mensen die zwaar, maar nuttig werk leveren : boompjes planten om de ontbossing tegen te gaan, dijkjes aanleggen, bruggen bouwen over drooggevallen riviertjes, water doorlaten onder een weg. Al die ingrepen zorgen ervoor dat het water zo goed mogelijk kan worden vastgehouden. Een pluspunt is dat de mensen zich beter voelen, ze hebben gewerkt voor hun geld en daarmee kunnen ze eten kopen. Je kunt de leerlingen zelf eens laten zoeken naar een goede manier om met droogte om te gaan. Laat ze samen in groepjes oplossingen bedenken. Belangrijk hierbij is de nabespreking. Wat vinden ze van elkaars ideeën, zijn er voor- en nadelen aan verbonden ? OP REIS ?
Mens en … ontspanning Met de vakantie voor de deur, is het goed om een positieve noot te brengen en de kinderen al te laten wegdromen naar vakantieoorden. De Kaapverdische eilanden behoren niet direct tot de bestemming van de kinderen in de klas, toch kan ‘eventjes dromen’ geen kwaad.
Foto’s van Kaapverdië vind je in een reisbrochure, die je kunt krijgen in een reisbureau, of op het internet : http://www.jeugdraadrotselaar.be/Salproject.htm http://capeverde-islands.com Kaapverdië is een land dat - naast heel wat problemen - heel wat moois te bieden heeft. Op werkblad 7 kunnen de leerlingen hun eigen vakantieplannen en -herinneringen neerschrijven en vergelijken met de eventuele dromen van de beide jongeren uit het verhaal (en dus heel wat Kaapverdische kinderen). Armoede Het kan waardevol zijn met de kinderen een vergelijking te maken met de ‘rijke’ toeristen en het armoedige bestaan van de inheemse bevolking. Op een blad met twee kolommen noteren de leerlingen hun dagelijkse bezigheden en die van een Kaapverdisch kind. Wat valt op ? Kaapverdië is zo arm dat veel mannen wegtrekken om in andere gebieden aan de slag te gaan : Portugal en Amerika waren zeer lang de belangrijkste bestemmingen, nadien is ook Nederland een nieuw doel geworden. Dit heeft tot gevolg dat er veel meer vrouwen wonen dan mannen, vrouwen zorgen voor het gezin, brengen voedsel op tafel. Dit terwijl de mannen elders werk zoeken om vrouw en kinderen te ondersteunen. Wanneer de vaders en oudste zonen dan eens thuis komen, is het natuurlijk feest in het gezin. Weggaan of blijven ? Op reis gaan, is leuk, maar definitief vertrekken naar een vreemd land is een ander paar mouwen. Verdeel de klas in twee groepen en laat ze voor- en tegenargumenten tegen elkaar uitspelen. Het verhaal helpt hen al op weg. De resultaten van elke groep komen op het bord. Gooi daarna de rollen om en bespreek de komst van migranten in ons land. Waarom vertrokken zij uit hun land ? Voor hoe lang ? Wat en wie hebben zij moeten achterlaten ? Wat trok hen in België aan ? Met welke moeilijkheden hebben zij hier te kampen ? Hoe ziet hun toekomst eruit ? VREEMDE TALEN BESCHOUWEN
In dit nummer proeven de leerlingen van ‘vreemde’ talen. Portugees lijkt het meest op het Galicisch van Noordwest-Spanje, maar ook op Spaans, Frans, Italiaans, Roemeens en Latijn (de ‘dode’ taal waar al deze Romaanse talen van zijn afgeleid). Wanneer een taal gemengd raakt met inlandse en andere elementen, spreekt men van creools. Het Kaapverdische Crioulo lijkt sterk op dat van Guinee-Bissau. Papiaments is een mengtaal met Portugees en Nederlands in het Caribisch gebied. Met werkblad 8 maken de kinderen kennis met al die Romaanse talen. Je merkt dat er verschil is tussen Portugees en Crioulo.
Bestaan er ook verschillen tussen het Nederlands dat de leerlingen spreken en vergelijkbare talen ? Denk aan verschillende dialecten, het Nederlands op de televisie, het Nederlands van onze noorderburen of van Surinamers, het Afrikaans. Het Portugees heeft buiten Portugal (10 miljoen inwoners) via de kolonisatie ook ingang gevonden in Brazilië (158 miljoen sprekers !), Angola (58 000), Mozambique (30 000), Guinee-Bissau, Sao Tomé en Principe, Goa (een deelstaat van India) en in het in 2002 onafhankelijk geworden Oost-Timor. Door meer recente migratie zijn er ook 750 000 Portugees-taligen in Frankrijk. Samen met de mensen die Portugees als tweede taal spreken, zijn dat 191 miljoen gebruikers. De talentop in de wereld ziet er als volgt uit (als moedertaal in procent van de bevolking) : Mandarijnenchinees 14 % ; Hindi 6 % ; Engels 6 % ; Spaans 6 % ; Bengaals 3 % ; Portugees 3 % ; Russisch 3 % ; Japans 2 % ; Duits 2 % ; Koreaans 1 % ; Frans 1 %. Kijk voor een meer uitgebreide lijst met vermelding van de voornaamste landen op http://www.prnewswire. com/services/resources/translations/nl/translations4. shtml BIBLIOGRAFIE
- Achter de berg. M. Bouhuys. Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1978. - Cape Verde. New African Yearbook. IC Publications, London, 2000. - Hongersnoden die er geen waren. De Wereld Morgen. NCOS, Brussel, april 1998. - ‘Kaasverdianen’ vergeten Kaapverdië niet. Internationale Samenwerking. Ministerie Buitenlandse Zaken, Den Haag, mei 1999. - Kinderspiele rundum die Welt. Kindermissionswerk, Aachen, 1996. - Reportage Cap Vert. D. Morrissey. Le Courrier ACPUE, Bruxelles, octobre / novembre 2000. - The World Guide. New Internationalist, Oxford, 2005.
- Van mango tot tango. L. De Meyer. NCOS/11.11.11, Brussel, 1999. - West Africa. M. Fitzpatrick e.a. Lonely Planet, Melbourne, 2002. - Zinho en Zazinha. F. Lameirinhas & A. Dos Santos. Equator, Rotterdam, 1998. Wereldreis is een uitgave van Studio Globo v.z.w. © 2005 Wereldreis, Studio Globo, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel, fax : 02 520 91 11 Website : http://www.studioglobo.be/wereldreis Abonnement : € 12,40 voor 10 nummers. Afzonderlijk nummer : € 1,25 Bankrekening : 068-2352505-88 Administratie : Ann Vermoesen. Tel. : 02 520 05 30. E-mail :
[email protected] Redactie : Helga Vande Voorde. Tel. : 02 526 10 92. E-mail :
[email protected] Aan dit nummer werkten mee : Bea De Koster, Raf Van de Velde, Nele Demuynck, Leen Bombaert, Aurèle De Clercq, Kristine Van Den Bogerd (tekeningen), Marc Vermeiren (vormgeving) Verantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs is toegelaten mits bronvermelding Wereldreis is gedrukt op TCF (totaal chloorvrij) en zuurvrij papier zonder toevoeging van optische witmakers ; de houtstof komt voor 100% van afval van zagerijen (Greentop) Deze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 v.z.w. en met de steun van het D.G.O.S.
C O L O F O N
Wereldreis
Kaapverdië LANDENINFO
Ligging De negen bewoonde Kaapverdische eilanden liggen in de Atlantische Oceaan, rond 16 ° noorderbreedte en zo’n 600 km van het Afrikaanse land Senegal. De eilanden zijn samen 4 030 km² groot. Kaapverdië is een presidentiële republiek. De hoofdstad Praia bevindt zich op het eiland São Tiago. Sal is een ander eiland met een oppervlakte van 216 km². Met een lengte van 30
km en een breedte van 12 km kunnen Geschiedenis we spreken van een klein eiland. ‘Cabo Verde’ is genoemd naar de ‘groene kaap’ in de Senegalese hoofdLandschap en klimaat stad Dakar. De eilanden waren lange De archipel ontstond boven een tijd onbewoond. Waarschijnlijk werd ‘hot spot’ in de aardkorst onder de het eiland Sal enkel voor zoutwinning Atlantische Oceaan. De vulkanische bezocht door Moren tot in 1462 eilanden zijn tot 2 800 m hoog. de Portugezen op São Tiago landKaapverdië ligt in de Sahelgordel en den. Vanuit deze strategische plaats aan de koude Kanarische zeestroom. tussen Europa, Afrika en Amerika Gemiddeld is het 26 ° warm, maar organiseerden zij hun handel, onder de temperatuur kan tussen 10 en andere in slaven. In 1587 werd de 40 °C variëren. Omwille van de archipel een Portugese kolonie. Vier weinige en zeer onregelmatige neer- eeuwen ‘gebruik’ van de eilanden voor slag en de afwezigheid van perma- suikerriet- en katoenteelt, ontbossing, nente rivieren is afschaffing van de slavernij en langer een tekort aan durige droogten dwongen de arme zuiver drinkwa- bevolking tot uitwijking. In 1951 kreeg ter. De erosie is Kaapverdië de status van overzeese sterk door hevige provincie. De strijd tegen de koloniale buien, wind en machthebber was nauw gekoppeld aan slechte landbouw- die van Guinee-Bissau. Op 5 juli 1975 technieken. Met kregen de Kaapverdische eilanden enor me bebos- volledige onafhankelijkheid. De eerste singprogramma’s president van de nieuwe republiek en dammenbouw werd de socialist Aristides Pereira, in tracht de bevol- 1981 en 1986 werd hij herverkozen. In king de bodem te 1981 herriep Kaapverdië alle plannen beschermen. Er voor een vereniging met Guinee-Bisis weinig planten- sau. Eind 1990 voerde het als eerste groei (b.v. de dra- van de vijf voormalige Portugese kenbloedboom, koloniën in Afrika een meerpartijenDracaena draco, en stelsel in. Begin 1991 koos het land de tamasriskpalm, een nieuwe president, de democraat Phoenix atlantica), Antonio M. Monteiro. In 2001 volgde veel soorten zijn Pedro Pires hem op. er gekomen door ingreep van de Bevolking mens. Ook de De bevolking van Kaapverdië (481 873 dierenwereld is mensen) bestaat uit mulatten (70%), beperkt : zo zijn zwarten (28%) en blanken (2%). Omer enkele vogels wille van de geringe werkgelegenheid (fregatvogel, ijs- wijken veel Kaapverdiërs uit naar het vogel) en reptie- buitenland : nog eens 700 000 Kaaplen (zeeschildpad- verdiërs wonen overzee. De officiële den, hagedissen). taal is Portugees, de omgangstaal is Aan de land- en Crioulo (Creools). 93 % is rooms-kade zeezijde van tholiek (met invloed van plaatselijke de kust vind je tal praktijken), 7 % protestant. van broedplaat- De levensverwachting bij de geboorte bedraagt nu al 70 jaar. De sociale en sen.
Reisinfo - juni 2005
Wereldreis medische voorzieningen zijn niet optimaal. 24 % van de bevolking is analfabeet, hoewel er leerplicht tot 16 jaar is. Een tekort aan degelijke onderwijsinfrastructuur is hiervoor de voornaamste reden. HDI : Kaapverdië staat 105de met 0,717, iets beneden het wereldgemiddelde. Economie Kaapverdië behoort tot de armste landen in de wereld (zie Wereldreis van maart 2004). De (gedeeltelijke) werkloosheid onder de beroepsbevolking bedraagt ongeveer 50 %. Door de droogte gaan er veel oogsten verloren. Daarbovenop verbruikt de voedselimport waardevolle valuta. Om buitenlandse valuta te verkrijgen, is Kaapverdië afhankelijk van de overzeese emigranten en ontwikkelingshulp. Hoewel 90 % van de bevolking werkzaam is in de landbouw, draagt deze sector (bananen, maïs, koffie, zoete aardappelen) slechts voor 20 % bij tot het Bruto Nationaal Product (BNP). Voor energie zijn de bewoners afhankelijk van geïmporteerde aardolie en bijproducten. Ook is er een potentieel voor hydro-elektriciteit. De mijnbouw omvat de winning van zout en vulkanische materialen. De industrie beperkt zich tot een conservenfabriek. Voor een betere economische toekomst dient er te worden geïnvesteerd in visserij, de dienstensector (toerisme) en de gespecialiseerde industrie. De Banco de Cabo Verde is zowel de centrale als de commerciële bank. Op Sal bevindt zich de nationale luchthaven. Ondanks de onafhankelijkheid blijft er een nauwe band met Portugal. Zowel voor de invoer (voedings- en transportmiddelen) als voor de uitvoer (vis en visconserven) is het nog steeds de belangrijkste handelspartner. Munt : Kaapverdische escudo, verdeeld in 100 centavos ; 1 CVE = 0,0091 euro.
FOTO-INFO
THEMA-INFO : JONGEREN
De ‘jeugd’ is meer dan de periode tussen geboorte en volwassenheid. Het is de tijd om te spelen en te leren, om te groeien en sterk te worden, om vertrouwen op te bouwen onder aanmoediging van liefdevolle familie en gemeenschap. Het zijn kostbare jaren waarin kinderen vrij moeten zijn van angst en geweld, beschermd tegen misbruik en uitbuiting. De voorbije decennia is er een grote vooruitgang geboekt inzake gezondheid en onderwijs om kinderen en jongeren in staat te stellen hun eigen toekomst op te bouwen. Maar enorme uitdagingen wachten ons. Eén mens op vijf - 1,3 miljard in totaal - is een tiener. De helft ervan is arm, een kwart leeft van minder dan een dollar (78 eurocent) per dag. Velen zijn seksueel actief, vaak zonder de kennis en de mogelijkheden om zich te beschermen of aan hun toekomst te bouwen. De helft van alle nieuwe HIV-besmettingen in de wereld treft 15- tot 24-jarigen : elk jaar 2,5 miljoen, vooral meisjes en jonge vrouwen. Hoewel de tendens is later te trouwen, wordt van miljoenen meisjes nog verwacht dat zij als tiener huwen en kinderen baren, vaak voor hun lichaam daarvoor rijp is. Om de ontwikkelingsuitdagingen van de eenentwintigste eeuw aan te gaan, is het nodig de gezondheid en het welzijn van kinderen en jongeren veilig te stellen. Zij hebben nood aan vaardigheden, opleidingskansen en werkgelegenheid. Jongeren dragen op ontelbare, invloedrijke manieren bij tot de maatschappij. Zij geven kranten en tijdschriften uit, oefenen leiderschap uit in scholen en gemeenschappen, sommigen leiden een huishouden, anderen zorgen voor jongere broers en zussen of zieke ouders, velen werken lange dagen in fabrieken of op de velden. Zij bruisen van levenskracht, nieuwsgierigheid en durf, jongeren zijn in staat de wereld te veranderen. Zij kunnen hun leeftijdgenoten onderwijzen over de uitdagingen van het leven en het gevaar van risicovol gedrag, bijvoorbeeld over bescherming tegen ziekten als HIV/Aids. Zij kunnen elkaar helpen om kringlopen van geweld en discriminatie te doorbreken. Jongeren staan voor verandering. Welke verandering kiezen zij ? REISWOORDENSCHAT
Twee Kaapverdische jongeren lachen ons toe. Veel van hun landgenoten trokken naar Guinee-Bissau, Angola, Mozambique, Senegal en de Verenigde Staten. Zij wonen (voorlopig nog ?) op de door droogte geteisterde, maar prachtige archipel.
archipel : eilandengroep. erosie : afslijting van land door water, wind of ijs. hot spot : plaats waar magma uit de aardmantel door dunne aardkorst dringt. mulat : nakomeling van een blanke en een zwarte. realiteit : werkelijkheid.
Reisinfo - juni 2005
Wereldreis
Welk weer ? ZON hier Sal ................... nooit ...................... .................. zelden ..................... ....................vaak ....................... ....................altijd ....................... REGEN hier Sal ................... nooit ...................... .................. zelden ..................... ....................vaak ....................... ....................altijd ....................... WIND hier Sal ................... nooit ...................... .................. zelden ..................... ....................vaak ....................... ....................altijd ....................... SNEEUW hier Sal ................... nooit ...................... .................. zelden ..................... ....................vaak ....................... ....................altijd ....................... WOLKEN hier Sal ................... nooit ...................... .................. zelden ..................... ....................vaak ....................... ....................altijd ....................... Werkblad 1 - juni 2005
Wereldreis
Woorden kruisen 1. De naam van het vijvertje met zeewater om te laten verdampen en zo zoutkristallen te verkrijgen : 2. Hoe heet het deeg op basis van zout om te boetseren ? 3. Hoe heet het eiland waar Lien is ? 4. Bij welk werelddeel hoort Kaapverdië ? 5. De naam van het dier met een schild dat op het land of in het water kan leven : 6. De sport die je doet met een plank op het water :
Werkblad 2 - juni 2005
Wereldreis Olá, allemaal, Ik dacht dat ik al het moois van de wereld had gezien. Mis poes, ik was nog nooit op het eiland Sal geweest ! Dat ligt een eind van Afrika af in de oceaan. Een groep jongeren van het eiland wacht mij op. We trekken er samen op uit om te kijken hoe andere kinderen op het eiland hun dagen vullen. Het lijkt wel alsof ik op de maan ben geland. Zover je maar kunt kijken, overal zie je dorre vlakten met kraters in het landschap. In deze prachtige omgeving ligt er een zwembad. Neen, geen zwembad zoals wij dat kennen. Het is een poel tussen de rotsen waar water uit de zee in stroomt. Om de beurt springen we in het water. Telkens komen er schitterende kleuren aan de oppervlakte. Wat is het zalig, ik waan me een beetje in het paradijs ! Even later bevinden we ons aan de voet van een vulkaan. Die grote berg spuwt geen vuur, maar hij schonk zout aan de bewoners van het eiland. De jongeren zijn naar hier gekomen omdat de ze me iets willen tonen. In de vulkaan is een grote plas en wanneer ik in het water ga, beleef ik iets vreemds. Het is heel raar, maar mijn voeten kunnen niet meer op de bodem blijven staan. Enkele tellen later liggen we allemaal op onze rug in het water. Willen of niet, we drijven. Om de vieze zoutbrij van ons lichaam te spoelen, springen we om ter hoogst in de golven van de oceaan. Even verderop doen andere kinderen allerlei sporten in en aan het water. Er zijn er die surfen en enkele jongens lopen achter een plank aan de rand van de oceaan. Ik wou dat ik ook op zo’n eiland woonde. Altijd mooi weer en overal zie je water en strand. Wat een zalig gevoel, het lijkt hier wel alle dagen vakantie. SALuutjes,
Lien Werkblad 3 - juni 2005
Wereldreis
Bulimundo Traditioneel uit Kaapverdië
He, Bulimundo, senhor rei manda’m bem esco’b pa bo casa ma se princesa.
He, Bulimundo, de koning heeft je gevraagd of jij met zijn prinses wil trouwen.
He, Bulimundo, senhor manda’m bem esco’b pa bo casa ma menina bnita.
He, Bulimundo, de koning heeft gevraagd of jij een mooie meid wil trouwen.
Tim, tim, na nha violinha, crop, crop, na nha midje aliod.
Tjieuw, tjieuw op mijn viooltje, ting ting op mijn gitaar.
Bron : Zinho en Zazinha. F. Lameirinhas & A. Dos Santos. Equator, Rotterdam, 1998.
Werkblad 4 - juni 2005
Wereldreis
Aristide en Arminda “Hoi Ari, wat zit je hier te somberen ?” “Ik zit niet te somberen en mijn naam is Aristide.” “En mijn naam is Arminda, maar jij zegt hem toch ook nooit voluit ?” “Minda is veel mooier”, zei Ari en hij haalde zijn schouders op. “Dan zeg ik Ari”, zei Minda en ze zette haar kalebas neer en ging op haar hurken naast hem zitten.
Vlak voor haar voeten spoelden kleine golfjes op het keienstrand. De baai lag helemaal tussen het vulkanische rotsgesteente. “Mooie plek om te zitten somberen.” Op de bruin-zwarte keien zaten kleurige spikkels, maar dan moest je ze wel van dichtbij bekijken. Minda woog een kei op haar hand. Hij was licht en glad gepolijst door de zee. “Die gaatjes zijn de luchtbellen waar de lava gestold is”, zei Ari. “Gek, hè”, zei Minda, “dat dat uit de buik van de aarde komt. Daar word ik een beetje bang van.” “Dat is nergens voor nodig,” zei Ari, “het is al eeuwen geleden dat er nog een vulkaan is uitgebarsten. De toeristen zwemmen zelfs in de uitgedoofde kraters.”
“Ze komen hier maar wat graag naartoe”, zei Minda. “Onze eilanden zijn de mooiste van de hele wereld.” “O ja ?” Ari keek haar van onder zijn wenkbrauwen aan. “Kijk toch hoe mooi”, zei Minda, terwijl ze om zich heen keek. De baai lag er rustig bij, met de bootjes die door de vissers op het strand waren getrokken en de vrolijk geschilderde huisjes die een oogje hielden op de wijde zee. “In het water is het mooi”, gaf Ari toe. “Al die gekleurde vissen tussen de koraalriffen.” “En ’s avonds krijg je mooie lichteffecten van het plankton dat glimt in het licht van de maan”, zei Minda. Ari haalde weer zijn schouders op, alsof het hem allemaal niks kon schelen. “Maar ik hou ook van de wind die hier altijd waait. Hij trekt de bomen en struiken krom zodat je er gekke mannetjes in kunt zien.” Minda kroop wat dichter tegen Ari aan. “Je denkt er toch niet over om weg te gaan ?” Ari zweeg even. Toen haalde hij diep adem en zei : “Zeg jij me eens waar ik van moet leven ?” “Van de toeristen. Je kent een beetje Engels en Portugees. Je kunt ze rondleiden in Praia en je kunt ze het verhaal vertellen van het fort in São Felipe waar de Portugezen met hun kanonnen de piraten bestookten die het eiland wilden plunderen.” Minda’s ogen schitterden van al dat avontuur van vroegere tijden. “Maar je vergeet wel even dat de slaven uit Afrika hier verzameld werden voor ze als haringen in een ton werden verscheept naar Amerika. Net een kudde vee die naar de markt werd gebracht.” “Dat ben ik niet vergeten, Ari”, zei Minda. “En je mag het die toeristen best wel vertellen, maar wat
Werkblad 5 - juni 2005
Wereldreis schiet je daarmee op ? Als je er geld mee kunt verdienen, moet je niet zeuren.” “Ik zeur niet”, zei Ari bokkig, “ik ga geld verdienen in Amerika.” Minda had het gevoel alsof het ineens kil geworden was. Maar dat kon niet, er was geen wolkje aan de blauwe hemel. “Goed, goed, ik weet wat je denkt”, zei Ari. “Dat er al genoeg mannen zijn weggegaan. Dat het op de eilanden stikt van de vrouwen die alleen voor hun kinderen moeten zorgen.” Minda zweeg. Wat moest ze daarop zeggen ? Dat het waar was ? En dat ze daar geen zin in had ? Dat ze niet zoals haar moeder en grootmoeder alleen voor een gezin wilde zorgen ? Ze zuchtte : “Voor toeristen is dit het paradijs.” Ze stond op en pakte de grote kalebas die ze had meegebracht. “En nu ga ik water halen voor ik zo triest word van al jouw sombere gedachten dat ik die hele kalebas vol huil.” “Zout water zal je mama niet lekker vinden”, zei Ari en zijn mond trok een beetje scheef. “Je lacht !” riep Minda uit. “Geef het maar toe, je lacht !” “Er valt niks te lachen”, hield Ari vol maar voor hij er erg in had, had Minda haar kalebas met zeewater gevuld en over hem heen gekieperd. En toen kon hij natuurlijk niet achterblijven en hij stoof het water in en spatte de wegrennende Minda nat. En toen moest hij wel lachen, natuurlijk. Toen ze met de lege kalebas over de grote weg naar de waterpomp liepen, werden ze ingehaald door een jeep. De jeep hield halt en terwijl het stof in
een grote, gele wolk wegwaaide, stapte een man met een fototoestel uit. Hij maakte een foto van de ondergaande zon die met zijn gouden licht over de zee en over de rotsen streek. “Dat is die man uit België”, zei Minda. “Hij werkt in het centrum waar ze elektriciteit maken met de zon en met de wind.” “Dat zou ik wel eens willen zien”, zei Ari. “Misschien kun je er wel een baantje versieren. Hei !” Minda wuifde om de aandacht van de man te trekken. “Wat doe je nu ?” zei Ari geschrokken. “Wie niet waagt, niet wint”, zei Minda en ze liep naar de man toe. Ari liep op een sukkeldrafje achter haar aan. Tegen de tijd dat hij bij haar was, ratelde Minda opgewonden. “We mogen allebei komen, morgen. Ze hebben een paar extra handen nodig om een lading materiaal uit België uit te pakken.” “Mag ik een foto ?” vroeg de man in het Engels. Hij had zijn camera al op Minda gericht. Minda toverde haar mooiste glimlach tevoorschijn, maar Ari vertrouwde het niet. Hij legde zijn arm over Minda heen en zei in het Creools: “Als hij maar niet denkt dat je straks met hem meegaat naar zijn land.” “Niet bang zijn”, lachte Minda. “Ik blijf hier. En jij ook!” “Ja”, zei Ari in het Engels tegen de toerist, “dit is het mooiste eiland van de hele wereld.”
Werkblad 6 - juni 2005
Bea De Koster
Wereldreis
Vakantie … dromen of realiteit ? Mijn vakantiebestemming : ...................................................................................................................................... Hoe bereik ik die ? .................................................................................................................................................... Wat doe ik daar ? ....................................................................................................................................................... Waarom vind ik dit tof ? .......................................................................................................................................... Mijn droomvakantie : ............................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................... Wat te denken van een vakantie in Kaapverdië ? ................................................................................................. ....................................................................................................................................................................................... Hebben Ari en Minda vakantie ? ................................ Wat doen zij daar ? ........................................................ ....................................................................................................................................................................................... Vinden zij het tof ? ................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................... Hoe brengen zij hun vrije tijd door ? ..................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................... Hoe kijken zij aan tegen de toeristen die naar hun land komen ? ..................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. Dromen zij ook van een mooie toekomst, denk je ? ...................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................
Werkblad 7 - juni 2005
Wereldreis
Vreemde talen ? Tellen in Romaanse talen Hier kun je tot tien leren tellen in verschillende talen. Al deze ‘Romaanse’ talen zijn met elkaar verwant. Nederlands een twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
Portugees um dois três quatro cinco seis sete oito nove dez
Galicisch un dous tres catro cinco seis sete oito nove dez
Papiaments un dos tres kuater sinku seis shete ocho nuebe dies
Spaans uno dos tres cuatro cinco seis siete ocho nueve diez
Italiaans uno due tre quattro cinque sei sette otto nove dieci
Roemeens unu doi trei patru cinci şase şapte opt nouã zece
Frans un deux trois quatre cinq six sept huit neuf dix
Latijn unus duo tres quattuor quinque sex septem octo novem decem
In welke landen wordt Portugees gesproken ? .................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................... Hoe komt het toch, dat die landen zo ver uit elkaar liggen ? ............................................................................ ...................................................................................................................................................................................... Welke taal zou jij zelf graag leren ? ........................................................................................................................ Waarom ? .................................................................................................................................................................. Enkele woorden in het Portugees en het Crioulo Nederlands ja neen goeiedag alstublieft dank u graag gedaan ver met spreek hoeveel ?
Portugees sim não bom dia faz favor obrigado / obrigada ke nada distante com fale quanto ?
Crioulo sin nau bon dia pur favor obrigadu es é ka nada lonji ku papia kanté ?
Werkblad 8 - juni 2005