Wereldreis
Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - Afgiftekantoor Brussel X - 18de jaargang - FEBRUARI 2005
Thema : Vluchtelingen
Reistips voor de eerste graad WOORDVELD
Schrijf op het bord : “vluchteling” en laat de kinderen vrij vertellen wat in hen opkomt bij dit woord. Je kunt dit in eenvoudige woorden op het bord noteren. Misschien hebben ze hierover iets gehoord en gezien op tv, of hebben ze dit aan den lijve ondervonden. Laat verschillende standpunten verwoorden, probeer discussie uit te lokken. BIJ DE FOTO
Laat de kinderen de foto goed bekijken en vertellen wat ze zien. De vliegers doen denken aan een leuke vakantiefoto, de zee misschien ook. Maar wat denken de kinderen over het huis ? Zou het een vakantiefoto zijn ? Willen de kinderen hier met vakantie ? Waarom wel of waarom niet ? GEVLUCHT !
De kinderen op de foto zijn op de vlucht. Ze wilden weg uit hun land, de Filipijnen, maar waren niet echt welkom in Maleisië. Situeer deze landen op de wereldkaart. Je kunt als uitgangspunt van een gesprek kinderen in je klas, die uit een ander land komen, als voorbeeld nemen. Leg de nodige omzichtigheid aan de dag om die kinderen niet in verlegenheid te brengen ! Ze vertellen hoe ze in België terechtkwamen. Waren ze vluchtelingen (zo ja, weten ze waarom ze hun land ontvluchtten ?) of kwamen hun ouders hier werken (buitenlandse firma’s brengen ook buitenlanders mee). Voelden ze zich welkom ? Wat deden de school, de buren, om hen op te nemen ? Als dit niet het geval is, hebben de kinderen misschien gehoord over vluchtelingen die worden teruggestuurd omdat ze geen asiel krijgen. Ook hier hebben ze zeker een mening over.
Maleisië HET VERHAAL ACHTER DE FOTO
Vertel de brief van Lien of het verhaal : zo komen ze meer te weten over de kinderen op de foto. Ze ontvluchtten hun land in de hoop in Maleisië werk te vinden, maar ze zijn er ook niet welkom. Vinden ze dit plezant ? Laat ze de voor- en vooral de nadelen hiervan noemen. Je kunt deze op het bord noteren (leven op een kleine oppervlakte, niet welkom in Maleisië, je stukje woning niet kunnen en mogen verlaten …) Op werkblad 1 vind je een tekening met een kort verhaal. Er staan heel wat onwaarheden in : kunnen de kinderen die vinden en verbeteren ? Bespreek de ‘fouten’ en bemerk dat het meestal vakantiewoorden zijn die helemaal niet passen in deze context. Aansluitend laat je de kinderen zoeken en fantaseren welke spelletjes ze op zo een kleine oppervlakte (een paar vierkante meter) kunnen spelen. Je kunt de plaats op de speelplaats afmeten en tekenen. Ze komen waarschijnlijk wel op kaartspelletjes, met de blokken spelen, gameboy en boekjes lezen. Maar deze kinderen hebben deze mog elijkheden niet. Ze kunnen wel een vlieger oplaten op zo een kleine oppervlakte. Zouden de kinderen dit ook kunnen ? Op werkblad 2 mogen de kinderen de vliegers versieren.
Vul de enquête in en win een boek ! Kijk ook op http://www.studioglobo.be
Reistips voor de tweede graad WAAR DE WINDEN ELKAAR ONTMOETEN
Lees de brief van Lien (werkblad 3). Situeer in je atlas de Straat van Malakka, de huidige westelijke zeegrens van Maleisië. In die omgeving vond de zeebeving van 26 december l.l. plaats. Maleisië was gelukkig minder getroffen door de daaropvolgende tsunami (zie extranummer van Wereldreis : 'Tsunami-editie'). In vervlogen tijden was deze plek een vaste ontmoetingsplaats voor zeevaarders : Indiërs, Arabieren, Chinezen, Portugezen, Nederlanders en Engelsen hadden hier allemaal hun date. Sta even stil met je zeerakkers en wereldverkenners bij de producten die ze meebrengen naar school. Speur op het etiket naar de afkomst. Je ontmoet wellicht heel wat spullen uit Azië ? De oude handelsroutes zijn fascinerend naar verhaal, verkennen, beleven. Verloopt de handel in onze wereld eerlijk ? In de wereldwinkel is heel wat informatie ter beschikking om het item eerlijke wereldhandel verder uit te breiden. Maak jullie eigen scheepskist Zoek een oude kist. Stop in de kist leuke wisseldingen die te maken hebben met handel, verre reizen, een snuifje oosters, een stukje geschiedenis, een wau (vlieger). Op school kun je met een andere klas wereldreizigers even omruilen. Zeebenen strekken, klaar voor verkenning. Handen uit de mouwen, gedachten bij verre bestemmingen. Niets is vreemd. Alles is nieuw. We komen eraan.
Is je klas tevreden met de snuisterijen van anderen ? VLIEGERFEEST
De vlieger is ook een migrant, afkomstig uit het China van 2400 jaar geleden. De oudste Europese afbeelding van een windzak met vleugels dateert van 1326. Sinds de 15de eeuw worden in Maleisië vliegerwedstrijden gehouden. Vraag de kinderen wat ‘vliegeren’ bij hen oproept. Via een gesprekje krijg je zicht op wat er leeft bij de kids en kun je hun ideeën laten omzetten in beweging. Op oosterse muziek vliegen ze hoog en laag, even kantelen en met spanning en ontspanning (tegen of met de wind) duiken ze verder. Speur naar symbolen uit de oosterse cultuur. Je kunt de uitverkoren motieven aanbrengen op je eigen creaties. Kun je ook de betekenis van de symbolen achterhalen ? De wau bulan of maanvlieger is met staart 3,5 m lang en kan grote hoogten bereiken. Hij wordt vooral gemaakt in het noordoosten van Maleisië. De luchtvaartmaatschappij Malaysian Airlines gebruikt de wau bulan als logo, want hij symboliseert stabiliteit en goede vliegeigenschappen. Vliegeren Laat de kinderen eerst afbeeldingen verzamelen over diverse vliegerfiguren, dit eventueel uit diverse landen. Zo komen we tot de vliegerfiguren uit Maleisië, zoals die van Lauro en zijn zus en broer. Van daaruit laten we de kinderen zelf een ontwerp maken van een vlieger. Op werkblad 4 vinden ze een plan om zelf een windvlieger te maken (het is een ander model dan in Wereldreis van september 2001). Het inkleuren vervolledigt dan het werk. Stimuleer hierbij het gebruik van enerzijds natuurlijke kleuren of anderzijds heel felle tinten.
PUBLICITEIT
Pinoy Games Filipijnen-uitleenpakket van Studio Globo ‘ P i n oy G a m e s ’ bestaat uit twee delen. Eerst is er een kennismaking met de Filipijnen. Tachtig foto’s brengen het leven van elke dag in de Filipijnen dichtbij. Vijf Filipijnse voorwerpen, doe- en leesopdrachten geven de kans om de Filipijnen actief te ontdekken. Gastvrijheid en feesten, sport en spel, de staat, de natuur en het wonen zijn de thema’s die aan bod komen.
In het tweede deel worden spelen uit de Filipijnen binnengebracht via foto’s en spelfiches. Spelen schept een band tussen kinderen hier en in de Filipijnen. Of hoe een ver land dichterbij kan komen. Het pakket wordt verhuurd per week voor € 11. Neem contact op met de dichtstbijzijnde afdeling van Studio Globo. Kijk op http://www.studioglobo.be of bel naar 02 520 05 30. Studio Globo heeft naast dit spelenpakket nog een ruim aanbod van uitleenmaterialen. Kijk eens op www.studioglobo.be (klik op aanbod, leermiddelen en uitleendienst).
Reistips voor de derde graad VLIEGEN MET DE WIND
Bekijk de foto aandachtig en bespreek dan aan de hand van volgende, mogelijke vragen : “Waaraan denk je als je deze foto ziet ? Welke gevoelens roept de foto bij jou op ? Wat zijn deze kinderen aan het doen ? Hoe zouden ze zich hierbij voelen ? Lijkt dit ‘huis’ stevig en geschikt om er lang in te wonen (met een heel gezin) ? Waar zou dit ‘huis’ zich bevinden ?” Zo komen we tot de situering van het land, de mensen en hun situatie. Zo kan ook het ‘tegenstrijdige’ van de foto naar voren komen, namelijk het contrast tussen het idyllische, paradijselijke van de omgeving (en de vakantiesfeer die dit oproept) en de benarde reële situatie van deze Filipijnse vluchtelingen op zoek naar een betere toekomst, maar één vol onzekerheid. Officieel mogen migranten niet binnen in Maleisië. Maar ze houden zich op voor de kust en komen als goedkope arbeidskrachten goed van pas. TAAL – VERWERKEND LEZEN
Na het lezen van de drie delen van het verhaal (werkblad 5, 6 en 7) komen de vragen van werkblad 8 aan bod. 1. Verklaar of omschrijf a) Vluchteling : iemand die gevaar of dreiging ontloopt. b) Migrant : iemand die naar een ander land of een andere streek verhuist. c) Branding : het schuimend breken van de golven op de kust. d) Illegaal : onwettig(e), mens zonder papieren. 2. Beantwoord volgende vragen a) Ze wilden een beter leven voor de familie en hoopten werk te vinden in Maleisië. b) De migranten kwamen goed van pas want er waren arbeiders te kort om de vuilere werkjes op te knappen. c) Met een lange, smalle zeilboot ; ze betaalden de schipper voor de overtocht. d) Er was ruim voldoende eten. e) Omdat hij in de gevangenis kan belanden als hij wordt opgepakt, want Maleisië laat geen Filipijnen meer toe. 3. Oorzaak en gevolg a) De situatie in het thuisland is onhoudbaar wegens armoede en werkloosheid. → Veel inwoners van de Filippijnen maken de oversteek naar onder andere Maleisië. b) Vader betaalde de schipper. → Ze maakten de overtocht in een lange, smalle zeilboot. c) De ‘illegalen’ mogen geen voet meer zetten op Maleisische bodem. → Hun woning op stelten, een hut van
enkele vierkante meter, mogen ze niet verlaten. d) Een man kwam enkele keren per week met groenten, fruit en vlees. → Er was voldoende voedsel voor de familie. MENS EN MAATSCHAPPIJ
Behandel de vluchtelingenproblematiek aan de hand van de extra werkbladen 9 en 10. Zie ook Wereldreis van april 2003. Niettegenstaande de foto hoort bij en genomen werd in Maleisië, zijn de mensen die erop staan geen Maleisiërs. Ze zijn immers afkomstig uit de Filipijnen. Uiteraard zijn Filipijnen wel verwant met Maleisiërs ; heel wat bewoners van het land zijn immers afkomstig uit de Filipijnen. Dit als gevolg van eerdere migratie. Daar Maleisië zich bevindt aan een druk bevaren zee en in de loop der geschiedenis dus vaak als bestemming werd gekozen door ‘ondernemende en veroveringsgezinde’ volkeren, is het niet verwonderlijk dat Maleisië een mengelmoes van bevolkingsgroepen heeft. Dit punt werken we verder uit bij ‘mens en tijd’. Vluchtelingen komen vanuit hun thuisland naar een ander land omdat ze hopen daar een beter leven te hebben. Ze gaan op zoek naar een veiliger bestaan en vragen om daar (tijdelijk) te mogen wonen. Soms krijgen ze daar de toestemming voor. Daar de situatie in de Filippijnen voor heel wat mensen onhoudbaar is, ontvluchten ze het land om het elders beter te treffen. Eén van de ‘paradijzen’ is dan Maleisië ; samen met o.a. Singapore, Japan en China, is het één van de welvarende Oost-Aziatische landen. Velen hopen dan ook daar een betere levens- en werksituatie te vinden, om op die manier voldoende geld te verdienen en eventueel naar het eigen land terug te keren. Zulke mensen noemen we ‘economische’ vluchtelingen. Dit ‘zich te vestigen in een ander land’ om er te gaan werken, noemen we migreren. Maar in de situatie van Lauro en zijn familie spreken we van ‘vluchten’ ; bij hen gaat het immers niet volgens de wettelijke procedure. Ze hebben namelijk geen toestemming van de overheid, van geen van beide landen. Ze kunnen asiel aanvragen en dan erkend worden als vluchteling ; of ze kunnen ook weer worden uitgewezen en zo verplicht terug te keren naar het land van herkomst. Indien deze mensen weigeren terug te keren en dus in het ‘nieuwe’ land blijven, worden ze ‘illegalen’ of ‘mensen zonder papieren’. Dit ‘vluchtelingenprobleem’ is een wereldwijd probleem ; miljoenen mensen over de hele wereld zijn ‘op de vlucht’. Hier kun je kort enkele andere landen met gelijkaardige problemen bespreken, b.v. Liberia, Soedan, Congo, ex-Joegoslavië, Libanon, of … MENS EN TIJD
Men noemt Maleisië ook wel het ‘Azië in miniatuur’, omdat er mensen afkomstig van verschillende landen en met verschillende culturen samen kwamen wonen. Weet je, ze vieren zelfs met iedereen mee : het Chinese Nieuwjaar, het Indiase Deepavali (feest van het licht),
Hari Raya (de afsluiting van de ramadam). Een kringgesprek brengt de verschillen in de klasgroep in kaart. Hoe springt de groep hiermee om ? Ook de invloed van de Europese machten is tot op vandaag merkbaar. De leerlingen vullen werkblad 10 in. Spreek over de ‘paalwoningen’, die hier in de prehistorie in drassige gebieden zijn gebouwd. Dit uit noodzaak om de woningen niet te laten overstromen zodat alle voorraden zouden worden vernield of weggespoeld. “Is er een gelijkenis tussen de paalwoningen toen en de ‘woningen op stelten’ nu aan de Maleisische kust ? Zo ja, welke ?” De context is wel totaal anders ! MENS EN NATUUR
Planten groeien snel in het warme en vochtige klimaat en Maleisië heeft dan ook veel dichte, groene bossen. De flora en fauna in de wouden zijn rijkgeschakeerd. Zo heb je er onder andere de zeldzaam geworden orangoetangs. Verder leven er tijgers, luipaarden en olifanten, maar je ziet ze nauwelijks in het wild. Herten en apen komen veel voor, al zul je ze waarschijnlijk vlugger horen dan zien. Verder zijn er heel wat reptielen, zoals de koningscobra’s, de pythons en de kleine gekko. Ook vogels en insecten zorgen in de bossen voor een wirwar van geluiden en kleuren. Maleisië is beroemd om zijn orchideeën. Ook de grootste bloem ter wereld, de Rafflesia, groeit hier : de bloembladen zijn soms 90 cm groot. Plantages met een snelgroeiende boom, Acacia magnum, leveren pulp voor papier (zie volgend nummer !). BIBLIOGRAFIE
- Duurzame ontwikkeling in Costa Rica en Maleisië. Ik doe mee ! E. Van Berkel & J. Jorna. Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 1996. - Immigratie en asiel. I. Teichman. Biblion Uitgeverij, Leidschendam, 2003. - Maleisië en Singapore. Landenreeks. B. Ars. KIT, Amsterdam / Novib, Den Haag / 11.11.11, Brussel, 2001. - Maleisië, tijger met ijzeren vuist. Onze wereld, Amsterdam,
december 2001. - Met het oog op Maleisië. R. Balkwill. Corona, Harmelen, 2001. - Vragen over Azië : Maleisië. A.F. Roberts. KIT, Amsterdam, 2001. Wereldreis is een uitgave van Studio Globo v.z.w. © 2005 Wereldreis, Studio Globo, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel, fax : 02 520 91 11 Website : http://www.studioglobo.be/wereldreis Abonnement : € 12,40 voor 10 nummers. Afzonderlijk nummer : € 1,25 Bankrekening : 068-2352505-88 Administratie : Ann Vermoesen. Tel. : 02 520 05 30. E-mail :
[email protected] Redactie : Helga Vande Voorde. Tel. : 02 526 10 92. E-mail :
[email protected] Aan dit nummer werkten mee : Marcel Kerff, Marc Blockeel, Ria Van der Mauten, Wim Haeghebaert, Aurèle De Clercq, Kristine Van Den Bogerd (tekeningen), Marc Vermeiren (vormgeving) Verantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs is toegelaten mits bronvermelding Wereldreis is gedrukt op 100 % gerecycleerd, chloor- en EDTA-vrij papier (Motif Recycled Plus) Deze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 v.z.w. en met de steun van het D.G.O.S.
C O L O F O N
Wereldreis
Maleisië LANDENINFO
Ligging, landschap en klimaat Maleisië, met hoofdstad Kuala Lumpur, is een federatie met 13 deelstaten en heeft een oppervlakte van 328 550 km². Het bergachtige land bestaat uit twee delen, gescheiden door 400 km Zuid-Chinese Zee. West-Maleisië is het schiereiland aan de Straat van Malakka tussen Thailand en het welvarende Singapore. Oost-Maleisië, het noordwestelijke deel van het eiland Borneo, is gevormd uit de deelstaten Sabah en Sarawak die grenzen aan het oliestaatje Brunei en het Indonesische Kalimantan. Hier bevindt zich de hoogste top van Zuidoost-Azië : Gunung Kinabalu (4094 m). Maleisië ligt dicht bij de evenaar : het klimaat is er warm en vochtig. De temperatuur ligt altijd tussen 22 en 33 °C, behalve in het koele hoogland en op de bergtoppen. Maleisië wordt soms ‘het land waar de winden elkaar treffen’ genoemd : de moessonwind waait van november tot maart uit het noordoosten en van juni tot oktober uit het zuidwesten. Jaarlijks valt er ongeveer 2 500 mm regen, merendeels tijdens de noordoostmoesson. Het water van de zware moessonregens stroomt langs de beboste berghellingen (nog 60 % van de oppervlakte is bedekt met regenwouden) en voedt de duizenden stromen en rivieren die de vruchtbare
dalen en vlakten van water voorzien over de handel in Malakka. Ze veren zelfs overstromen. sloegen de Portugezen in 1641. De Portugezen en Hollanders brachten Geschiedenis het christendom naar Maleisië. Maleisië is al tienduizenden jaren In de 18de eeuw begonnen de Britten bewoond : in een grot in Sarawak is Maleisië aan te doen als handelaren een 37 000 jaar oude mensenschedel in thee uit China en op zoek naar gevonden. een veilige basis op de route naar Ongeveer 5 000 jaar geleden kwa- Europa. In 1786 richtte Francis men migranten uit Zuid-China en Light een Britse nederzetting op in Tibet : de voorouders van de ‘oor- Pinang. De Britse invloed versterkte spronkelijke’ nomadische bewoners toen Thomas Stamford Raffles in en vissers werden gevolgd door de 1819 de havenstad Singapore innam. eigenlijke Maleiers die landbouw en Enkele jaren later kwamen Britten en Nederlanders tot een akkoord ijzerbewerking invoerden. Ruim 2000 jaar geleden kwamen over de verdeling van het land dat mensen uit Indië en China toe in ze beiden wensten te bezitten. PiMaleisië ; hindoeïsme en boeddhisme nang, Malakka en Singapore vielen deden hun intrede. Vierhonderd jaar toe aan Groot-Brittannië. Het land later kwamen Chinese kooplieden af werd verdeeld overeenkomstig de op de rijkdommen. In de 15de eeuw behoeften van de kolonisatoren en was Malakka (Melaka) de grootste en er werd weinig rekening gehouden sterkste staat in de regio geworden. met waar inheemse volken woonden Destijds controleerde Egypte de of welke taal ze spraken. specerijroute met Europa en het De Britten heersten ongeveer 100 liet alleen islamitische schepen pas- jaar over het Maleisische schiereiland seren. De hindoeïstische heersers en Noord-Borneo. In 1941, tijdens van Malakka bekeerden zich daarom de Tweede Wereldoorlog, vielen de Japanners binnen en verdreven tot de islam. Vasco da Gama was de Portugese de Britten. Na de oorlog keerden zeevaarder die in 1498 als eerste de de Britten terug. Ze poogden hun zuidkaap van Afrika rondde. Vandaar heerschappij te versterken door hun voer hij verder naar India. De Portu- oude kolonies te verenigen in een gezen wilden een groter aandeel in Maleisische Unie of Federatie van de specerijhandel over deze route. Maleisië. Verschillende bevolkingsIn 1511 vielen ze Malakka aan en groepen en vooral de Chinezen waren namen ze de stad in bezit. Later daar tegen. Eind jaren ’40 volgden wilden de Nederlanders controle bittere gevechten. In de jaren ’50 sloten de Chinezen met de Maleisiërs een bondgenootschap. In 1955 steunden de meeste inwoners deze Alliantie en in 1957 volgde de onafhankelijkheid. In 1965 scheidde de stadsstaat Singapore zich af. Premier Mahathir Mohamad of ‘Dr. M.’, zoals de bevolking hem noemde, veranderde het land van een uitvoerder
Reisinfo - februari 2005
Wereldreis van rubber en tin naar een technologisch hoogontwikkelde ‘Aziatische tijger’, die elektronica en auto’s fabriceert. Maleisië is een constitutionele monarchie binnen het Britse Gemenebest (Commonwealth), met als staatshoofd de voor vijf jaar onder negen koningen gekozen Tuanku Syed Sirajuddin. Eerste Minister is Abdullah bin Ahmad Badawi. Bevolking Maleisië telt 25,8 miljoen inwoners (79 inw./km²). Een derde van de bevolking is jonger dan veertien jaar. Iets meer dan de helft woont in steden, waaronder 1,4 miljoen in de hoofdstad Kuala Lumpur. Het land herbergt een mengelmoes van volkeren. De Maleiers en andere inheemse volken vormen 58 % van het aantal inwoners. 24 % zijn Chinezen, 7 % Indiërs. Verder zijn er nog heel wat kleine etnische groepen. 52 % van de bevolking is moslim, 17 % boeddhist, 12 % taoïst, 8 % hindoe en evenveel christen. De officiële taal is Maleis of ‘Bahasa Malaysia’, verwant met Indonesisch, verder worden Chinees, Tamil, Iban en Engels veel gesproken. HDI : Maleisië is 59ste in de wereld met 0,793. Economie De economie van Maleisië groeit in een snel tempo. Het land verandert in heel korte tijd van een agrarische in een industriële samenleving. Landen die een dergelijke snelle economische ontwikkeling vertonen, noemt men ook wel NIC’s (New Industrialized Countries) : nieuwe industrielanden. Maleisië heeft haar economische succes te danken aan een aantal factoren : de politieke situatie is stabiel, er is een goede infrastructuur, buitenlandse bedrijven worden gelokt met aantrekkelijke belastingvoordelen, er is een heel behoorlijk scholingsniveau, maar de lonen zijn desondanks laag. Veel buitenlandse bedrijven vestigen zich in zogenaamde ‘Free Trade Zones’ (vrijhandelszones), een soort vrijstaatjes waar productie mogelijk is zonder in- en uitvoerrechten te betalen. Deze vrijhandelszones leveren veel arbeidsplaatsen op. De regering probeert het de buitenlandse bedrijven zo veel mogelijk naar de zin te maken : er bestaat in Maleisië geen minimumloon en de activiteiten van vakbonden worden belemmerd. Het land heeft een moderne, technologisch hoogontwikkelde economie en geldt als een van de ‘Aziatische tijgers’. Maleisië heeft een behoorlijke gas- en oliereserve. De belangrijkste marktgewassen zijn rubber en oliepalm. De voornaamste handelspartners zijn Singapore, Japan en de VS. Het gemiddelde jaarinkomen is met 10 300 dollar na Singapore en Brunei het hoogste in de regio,
maar de inkomensverschillen zijn groot. Munt : 1 ringgit = 100 sen = 0,2039 euro. FOTO-INFO
Filipijnse vluchtelingen (vermoedelijk moslims) staken de Suluzee over naar Maleisië, op zoek naar een beter leven. Ze betrekken paalwoningen, enkele honderden meter in zee : zo betreden ze het territorium van Maleisië niet. Ze willen een betere toekomst voor zichzelf en hun familie en hopen werk te vinden in Maleisië. De politiek van Maleisië is officieel een verbod op migranten. Maar de goedkope arbeidskrachten komen uiteraard goed van pas om vuile werkjes op te knappen. Kinderen laten vliegers op, voortgejaagd door de wind. Maar een paradijs is het zeker niet, vaak het tegendeel.
THEMA-INFO : VLUCHTELINGEN
Er zijn in de wereld 17 miljoen mensen internationaal op de vlucht, vooral naar Pakistan, Iran, Duitsland, Tanzania, de VS. Ze komen uit Afghanistan, Soedan, Burundi…
Vluchtelingen verlaten inderhaast hun thuisland voor een ander land op zoek naar een beter en veiliger bestaan en vragen om daar (tijdelijk) te mogen wonen. Soms krijgen ze daar de toestemming voor. REISWOORDENSCHAT
asiel : bescherming, toevluchtsoord. asielzoeker : komt naar een land met de bedoeling erkend te worden als vluchteling ; moet een aantal interviews afleggen om te bewijzen dat hij in het land van herkomst wordt vervolgd en heeft tijdens de procedure recht op opvang. Ongeveer tien procent krijgt uiteindelijk een erkenning als ‘vluchteling’. discrimineren : achterstellen, niet op dezelfde manier behandelen. migratiestop : verbod op inwijking, gezinshereniging kan wel in ons land. repatriëren : naar zijn land terugkeren of -brengen. toerist : bezoeker van een land, heeft een visum voor beperkte tijd.
Reisinfo - februari 2005
Wereldreis
Aan zee
Lauro woont in de zee. Dat is leuk. Met zijn motor-boot vaart hij rond. Hij gaat op bezoek bij zijn vriend Enzo. Die woont ook in een zee-huis. Samen varen ze naar het strand. Daar gaan ze lekker zonnen. Het is vakantie !
Werkblad 1 - februari 2005
Wereldreis
Versier je vlieger
In Maleisië zijn de vliegers van bamboe en papier. In alle denkbare kleuren. De mooiste is de maanvlieger : de staart lijkt op de maansikkel. In heel de wereld maken mensen vliegers.
Werkblad 2 - februari 2005
Wereldreis Dag vliegeniers, Jupse Maks, de zee is relaxed. In Maleisië is de zee nooit ver weg. Ik ben er graag. De wind daagt me uit. Straks bouw ik een sierlijke vlieger. Als de vlieger af is, laat ik hem aan de mens-en-zee zien. Er troept veel volk samen aan de kust. Ik bouw er eentje die lijkt op een vogel, een te gekke maanvlieger. Vanavond laat ik hem vrij op het strand. Hemel, er scheert een vliegtuig over me heen ! Te gek, op zijn staart staat net mijn vlieger afgebeeld. Een visser vertelt me dat Malaysia Airlines een vlieger uitpikte als symbool voor hun luchtvaartmaatschappij. De cultuur van dit land vliegt de hele wereld rond. Knap ! Ik heb een zee van tijd om mijn vlieger af te werken met te gekke patronen en keurig papier. Mijn grootvader leerde de kneepjes van het vak. “Je bouwt verder aan een toffe traditie”, fluisterde hij zachtjes in mijn oor. Zijn pretoogjes verraadden een stukje fierheid. Vliegeren is durven loslaten, spelen met de wind en wegdromen. Wie weet vlieg ik tot bij jou ? Nu nog hopen op wat wind. De wind wil de zee en de zee wil de wind, daarom - jonge snaak - is er altijd wel wind aan zee. Vlieg jij er ook eens in ?
Lien Werkblad 3 - februari 2005
Wereldreis
Vlieg er maar in ! Wat heb je nodig ? - een ongekreukt krantevel of een opengeknipte vuilniszak - een liniaal - een potlood of pen - een schaar
-
lijm of plakband garen (zo lang je maar wil) op een haspel verf en penseel een grote open plek, liefst zonder bomen een briesje
Hoe ga je tewerk ? - verdeel de lange zijde van een rechthoek in 8 gelijke stroken (dit kan door het vel tot drie keer toe dubbel te vouwen)
- maak op elke korte zijde een aanduiding op één vierde van de bovenkant van de rechthoek (daarmee bedoelen we de lange zijde van de rechthoek die zich - als je vlieger uiteindelijk in de lucht hangt - iets hoger zal bevinden dan de tegenoverliggende lange zijde) - teken vanuit die aanduidingen telkens twee driehoeken op strook 1 en 8
-
leg de tweede op de derde strook kleef de vouwen aan elkaar zodat je een koker vormt doe hetzelfde met de zesde en de zevende strook sluit elke koker aan de onderkant, de bovenkanten blijven open - knip de vier driehoeken weg van strook 1 en 8
- maak een stuk garen vast aan elk van de twee hoeken die blijven uitsteken (verstevig die hoeken zonodig met wat plakband) - knoop de losse einden van die stukken garen vast aan je garen op de haspel - verf de vlieger en laat hem drogen - zorg dat beide kokers met lucht zijn gevuld - laat je vlieger op (met de hulp van een vriendje) … - en vliegeren maar !
Werkblad 4 - februari 2005
Wereldreis
Vliegen met de wind Lauro heeft veel plezier ! Zijn vlieger klieft hoog door de lucht en lijkt een speelse vogel. Wat kleurenpracht betreft, kan die vlieger makkelijk wedijveren met de mooiste vogel. Maria Garcia, het zusje van Lauro, heeft haar vlieger ook de lucht in gekregen. Bij Emilio, hun jongste broertje, lukt dat niet zo goed. De drie kinderen kraaien als de vliegers zotte bewegingen maken, voortgejaagd door de wind. Wind is er genoeg. Hun hut staat immers op palen in de zee, voor de kust van Maleisië. Dat land ligt in ZuidoostAzië. Lauro, Maria Garcia en Emilio zijn nochtans geen Maleisiërs. Ze komen uit de Filipijnen. Maar hun ouders, Antonio en Myrcel, zijn daar vertrokken met de kinderen. Ze wilden een beter leven voor de familie en ze hoopten werk te vinden in Maleisië. Honderdduizenden Filipinos hadden dat al gedaan en dus waagden ook Antonio en Myrcel de stap. Ze wisten wel dat het eigenlijk niet mocht : Maleisië verbood officieel dat migranten uit andere landen van Zuidoost-Azië zich er zouden vestigen. Maar de politie en de regering hadden altijd de ogen dichtgeknepen. Er waren immers arbeiders te kort om sommige, vooral vuilere, werkjes op te knappen en de migranten kwamen dus goed van pas ! Veel loon kregen ze niet, maar het was toch altijd beter dan in hun dorpjes op de Filipijnen. Dus trok de familie weg uit Cebu, één van de vele eilanden van de Filipijnen. Moeder ging rond in hun hutje, nam hier en daar iets op en stak het in een grote zak. Lauro zag dat ze tranen in haar ogen had. Hij vroeg zich af waarom. Ze gingen toch samen op reis, had vader gezegd, en dat leek hem fijn … ’s Avonds gingen ze nog langs bij hun grootouders. Ook bij grootvader en grootmoeder liepen de tranen over de wangen, als ze de kinderen één voor één oppakten en tegen zich aandrukten. Die nacht sliepen ze kort bij elkaar in hun hut. Die was anders al armoedig. Maar nu moeder een aantal
dingen had ingepakt, leek ze nog leger. Heel vroeg ’s morgens vertrokken ze. De zon was nauwelijks op en raakte nog niet de kruinen van de palmbomen langs de hut. Eerst ging het van het dorpje naar een grotere stad. Daar kende vader blijkbaar mensen, merkte Lauro op. Terwijl de kinderen en moeder zich afzijdig hielden, was Antonio druk aan het overleggen met enkele mannen op de kade. “Morgenvroeg om vijf uur”, hoorde Lauro één van hen zeggen. Die nacht sliepen ze samen in de portiek van een gebouw, vlak bij de haven. De volgende morgen, toen de zon nog niet op was, maakte vader iedereen wakker. De kleine Emilio vond dat maar niks. Hij liep te zeuren, tot moeder hem opnam en verder droeg. Hij legde zijn hoofdje op haar schouder en sliep in. Emilio zou nauwelijks iets merken van wat er de volgende uren gebeurde …
Werkblad 5 - februari 2005
Wereldreis De twee volwassenen en de drie kinderen kwamen na enkele minuten stappen bij een boot die wat afgelegen gemeerd lag. Op de kade stonden nog families en ook enkele mannen alleen. Een paar mensen knikten toen Lauro en de anderen aankwamen. Sommige anderen keken weg. Het leek wel of ze beschaamd waren, vond Lauro. Een, die blijkbaar de schipper was, kwam op vader toe. Ze praatten heel kort en dan stopte Antonio hem een bruine enveloppe in de hand. Lauro zag nog net dat er bankbiljetten inzaten. Heel snel daarna riep de schipper iets. Iedereen op de kade greep zijn hebben en houden bij elkaar en begon te schuifelen in de richting van de loopplank. Vader greep ook hun zak en nam Maria Garcia bij de hand. Moeder zei tegen Lauro dat hij haar moest volgen en stapte, met de kleine Emilio op haar arm, achter vader aan. De loopplank was maar smal en Lauro voelde zich niet echt veilig. Als hij naar beneden keek, zag hij door grote gaten de golven van de zee. Hij was echt opgelucht toen hij veilig aan boord was !
Opeens riep de schipper iets. Een man op de kade maakte het touw los ; het zeil ging helemaal de hoogte in en voor ze het goed en wel beseften, waren ze aan het varen. De branding was nogal hevig waardoor de boot vervaarlijk schommelde. Lauro klemde zich aan vader vast. Die wierp hem en bemoedigende blik toe. Sommige kinderen waren nu echt aan het krijsen en de ouders kregen hen nauwelijks stil. Lauro was al vaak op zee geweest. Enkele van zijn ooms waren vissers en ze hadden hem geregeld meegenomen. Hij kon ook zwemmen als een vis. Dat konden heel veel kinderen op de Filipijnen. Het land bestaat helemaal uit eilanden en dus is de zee nooit veraf. Maar dit was helemaal anders, voelde Lauro. Zoveel mensen op een toch kleine boot. En de schipper zag er ook niet zo betrouwbaar uit. Nu en dan greep hij een fles uit zijn achterzak en nam een slok. Sterke drank, wist Lauro … Dat had hij zijn ooms of de andere vissers nooit zien doen. “Je moet de zee respecteren”, had één van zijn ooms hem ooit gezegd. En sterke drank hoorde daar volgens Lauro niet echt bij …
Maar ook de boot zelf gaf niet direct een veilige indruk. Het was een lange smalle boot met één mast. Naast de schipper was er nog een jonge man die het zeil aan het klaarmaken was. Lauro vroeg zich af hoe al die mensen op de boot zouden raken. Iedereen ging op de bodem zitten en kroop dicht tegen elkaar. Na enkele minuten was er geen plaatsje meer vrij. De bodem was helemaal bedekt met mensen en bagage.
Nadat de boot voorbij de branding was, werd de zee gelukkig wat rustiger. De meeste kinderen vielen in slaap en ook heel wat grote mensen deden een dutje. Lauro probeerde wakker te blijven. Hij wilde niets missen … Maar nu en dan dommelde hij toch weg. Toen aan de horizon land opdook, was hij wel wakker. Hij ging onmiddellijk rechtstaan en hield zijn hand boven zijn ogen, om beter te kunnen zien.
Vader raakte aan de praat met de man naast hen. Lauro verstond niet wat ze zeiden : ze spraken een andere taal. Die mensen kwamen zeker niet van Cebu. Hier en daar begon er een kind te huilen. De mensen zaten zo erg op elkaar dat ze nauwelijks konden bewegen, en dat maakte sommige kinderen blijkbaar bang. Lauro zag hoe Maria Garcia tegen moeder aankroop. Zijn zusje had ook tranen in haar ogen, maar ze hield zich sterk. Moeder aaide zachtjes door haar lange zwarte haren. Gelukkig was Emilio nog niet wakker geworden …
Het strand waar ze naar toe voeren, leek heel erg op Cebu. Er stonden ook hutjes op en kinderen stonden te wuiven naar de boot die aankwam. Vader maakte moeder en de twee anderen wakker. “We zijn er. Maak jullie klaar”, zei hij. Vanaf toen ging het heel snel. De schipper liet de boot gewoon vastlopen in het zand en iedereen haastte zich om uit te stappen. “Niet treuzelen”, zei vader. Met fikse stap liep vader in de richting van de hutten. De kinderen moesten zich reppen om te volgen. Moeder nam Emilio opnieuw in haar armen.
Werkblad 6 - februari 2005
Wereldreis Aan de hutten stond een man met de armen gekruist te wachten. Hij monsterde de net aangekomen mensen die allemaal zijn richting uitkwamen. Vader was als een van de eersten in zijn buurt. De man gromde vader wat toe en wees met zijn hoofd in de richting van een hut iets verder op het strand. Vader knikte en hij wenkte moeder en de kinderen. “We krijgen een hut en morgen mag ik gaan werken.” Vanaf die dag werd het leven voor de familie heel anders. Vader vertrok heel vroeg ’s morgens en ze zagen hem niet terug voor ’s avonds laat. Dan was hij altijd heel moe en kon nog nauwelijks met de kinderen bezig zijn. Op een nacht hoorde Lauro hem en moeder praten. Vader vertelde over het zware werk in de bouw, hoe hij de stellingen op en af moest met allerlei materiaal. “Ze beschouwen ons gewoon als uitschot”, kon Lauro opvangen. “We zijn niet meer dan lastdieren.” Spelen was er ook niet meer veel bij. Moeder drukte de kinderen op het hart dat ze niet te ver van de hut mochten gaan. “Er zijn hier veel slechte mensen”, zei ze. Nu en dan gingen ze met zijn vieren tot aan het water en konden de kinderen hun vliegers oplaten of een beetje spelen. Maar de rest van de tijd zaten ze net buiten de hut. Eten was er wel genoeg. Met het geld dat vader verdiende, kon moeder eten kopen. Enkele keren per week kwam er een man voorbij die groenten, fruit en vlees verkocht. Alles lag gestapeld op een handkar. “Woekerprijzen !”, zei vader. Maar ze hadden geen keuze. Toen Lauro vroeg waarom ze niet in de stad gingen kopen, legde vader het hem uit. “We mogen hier niet zijn. We zijn illegalen, zoals ze dat zeggen. Hier op het strand laten ze ons met rust. Want ze hebben goedkope arbeiders nodig.” Dat waren ze dus : illegalen … “Ooit gaan we terug !” Moeder legde Lauro uit dat ze aan het sparen waren om terug te keren naar Cebu. Ze hoopte dat het niet meer te lang zou duren. Op een nacht was er overal lawaai. Geschreeuw in een vreemde taal, zwaailichten en nu en dan zelfs een schot. Vader gluurde voorzichtig door de deur van de hut.” Alles inpakken”, zei hij, “Snel !”
Moeder stak zoveel mogelijk spullen in de zak die ze vanuit Cebu hadden meegebracht. En dan was het wachten … Kort daarop kwamen de lichten vlak bij hun hut. En man rukte de deur open. Hij schreeuwde iets in een vreemde taal. Vader duwde de kinderen en moeder naar buiten. Ze werden naar het strand gedreven en op een boot geduwd. Die zat vol met mensen van op het strand. De boot werd de zee in geduwd. Veel mensen begonnen te jammeren … Gingen ze nu terug naar Cebu ? Lauro had de indruk dat ze zo maar wat ronddobberden. Een uurtje later gingen vader en enkele andere mannen met de schipper praten. Lauro zag dat ze hem iets toestopten. Geld, wist hij. De boot wendde de steven. Toen het licht werd, zag Lauro dat ze aan een andere kust waren. Hij zag een aantal hutten, maar deze keer niet in het zand. Ze stonden op palen, enkele honderden meter de zee in. De schipper wees met zijn vinger en voer voorzichtig in de richting van de hutten. De families die net geld hadden gegeven, stapten uit, elk in een andere hut. Voor die hut laten Lauro, Emilio en Marcia Garcia nu elke dag hun vlieger op. Ze mogen nergens anders naartoe, nooit weg van de enkele vierkante meter. Vader vertrekt soms ’s nachts en komt dan dikwijls pas enkele dagen later terug. Moeder weent veel … Waarom mogen ze niet meer op het strand ? Vader legt het uit : Maleisië wil geen mensen uit de Filipijnen meer. Op de Filipijnen zijn er mensen uit Maleisië ontvoerd en vermoord. De ‘illegalen’ moeten daarvoor boeten … Vader kan nu en dan nog gaan werken, maar dat is gevaarlijk. Als hij wordt opgepakt, vliegt hij de gevangenis in. In de hutten op zee laat de overheid van Maleisië hen voorlopig met rust. De kinderen laten hun vliegers op, maar het is bijlange geen paradijs waarin ze wonen … Marcel Kerff
Werkblad 7 - februari 2005
Wereldreis
Vragen bij ‘vliegen met de wind’ 1. Weet je nog de betekenis van volgende woorden ? Zoek in de tekst of raadpleeg een woordenboek. a) Vluchteling : ......................................................... ................................................................................. b) Migrant : ................................................................ ................................................................................. c) Branding : .............................................................
d) Wat zorgt in het begin voor een tijdelijk ‘goed gevoel’ ? ................................................................................. e) Waarom wordt de situatie daarna ‘gevaarlijker’ voor het gezin en vooral voor de papa van Lauro ? ................................................................................. ................................................................................. .................................................................................
d) Illegaal : .................................................................
3. Vervolledig en duid oorzaak en gevolg aan met een pijltje a) De situatie in de Filipijnen is onhoudbaar geworden wegens armoede en werkloosheid.
.................................................................................
Velen, zoals het gezin van Lauro, ......................
2. Zoek het antwoord op volgende belangrijke vragen !
................................................................................. b) De vader van Lauro betaalde de schipper.
a) Waarom trekt het gezin van Lauro naar Maleisië ?
Ze ........................................................................... c) De ‘illegalen’ mogen geen voet meer zetten op Maleisische bodem. Lauro en de andere kinderen .............................
.................................................................................
................................................................................. ................................................................................. b) Waarom kneep de politie een oogje dicht niettegenstaande migratie in Maleisië verboden was ? ................................................................................. ................................................................................. .................................................................................
................................................................................. d) Er was voldoende voedsel voor de familie. Een man kwam .................................................... ................................................................................. .................................................................................
c) Hoe maken ze de overtocht ? ............................ ................................................................................. .................................................................................
Werkblad 8 - februari 2005
Wereldreis
Vluchtelingen Vluchten naar België Iemand die wegvlucht uit zijn eigen land, kan in België asiel aanvragen. Als zijn leven in gevaar is, bijvoorbeeld door een oorlog, krijgt hij van onze overheid asiel. Ook als hij moet vluchten omdat hij een andere mening heeft dan zijn regering, mag hij meestal hier blijven. Of als hij gediscrimineerd wordt omdat hij een andere huidskleur of een ander geloof heeft dan de meeste mensen in zijn land. In dat geval krijgen die vluchtende mensen vaak papieren om in ons land te kunnen blijven. Soms is dat voor een tijdje. Dikwijls ook voor altijd. Er wordt dan gezorgd voor een woning en eten. Als het in hun eigen land weer rustig is, krijgen sommige vluchtelingen het bevel om terug te keren. Dan worden ze vaak op een vliegtuig gezet en gerepatrieerd. Helemaal anders is het voor vluchtelingen die geen asiel krijgen. Ze moeten meteen weg uit België. Als ze toch blijven, zijn ze hier illegaal. Vaak vindt onze politie mensen die onderweg zijn naar een ander land. Ze zijn illegalen omdat ze geen toestemming hebben om in België te vertoeven. Ze reizen meestal in groepjes en betalen in hun eigen land duizenden euro om b.v. naar Groot-Brittannië te worden gebracht. België probeert vluchtelingen correct te behandelen. Maar niet iedereen gaat akkoord met de regels van onze overheid. Toch hebben vluchtelingen recht op een menswaardig bestaan, ook als ze terug moeten naar hun land. Wel of niet asiel verlenen ? Over het al of niet toelaten van vluchtelingen in ons land bestaat heel wat discussie. Er zijn mensen die onze grenzen willen afsluiten voor elke vluchteling. Ze vinden dat die buitenlanders onze jobs afpakken, hier op onze kosten leven of in de criminaliteit terechtkomen. Dit standpunt wordt het
scherpst verwoord door een politieke partij als het Vlaams Belang. Aan de andere kant heb je groepen die zich het lot van die vluchtelingen aantrekken. Die mensen willen onze grenzen openstellen voor elke vluchteling. Elders in de wereld is er veel ellende en ze vinden het begrijpelijk dat vluchtelingen hier een graantje van onze welvaart willen meepikken. Het Belgische asielbeleid Het Belgische asielbeleid staat tussen die twee meningen in. Sinds 1951 bestaat er de zogenaamde Vluchtelingenconventie van Genève. Dit verdrag werd ondertekend door 151 landen, ook door België, en is de basis van ons asielbeleid. In dat verdrag staat dat iedereen die in zijn land wordt vervolgd of bedreigd en zich daarom aan de grens van een ander land meldt, een politieke vluchteling is. En politieke vluchtelingen moet je opnemen. Natuurlijk zijn er een aantal voorwaarden. De vluchteling ‘moet’ vervolgd worden omdat hij een andere godsdienst heeft of omdat hij tot een andere bevolkingsgroep behoort. Ook iemand die vervolgd wordt voor zijn politieke mening, komt in aanmerking. Maar iemand die uit zijn land vlucht omwille van armoede, is geen politieke vluchteling. Zo iemand noemt men een economische vluchteling. De meeste vluchtelingen komen naar het rijke Westen om die reden. Ze worden aan onze grens tegengehouden, of verstoppen zich ergens en worden illegalen. Veel mensen vinden de Conventie uit 1951 verouderd. Het verdrag zegt b.v. weinig over vrouwen die in hun thuisland niet goed worden behandeld. Wie op Zaventem landt en niet de juiste of helemaal geen papieren kan tonen, wordt meteen opgesloten in het Transitcentrum 127bis in Steenokkerzeel. Achter de tralies wachten de mensen zonder papieren op de eerste ondervraging. Wie door de mand valt, wordt zo vlug mogelijk het land uitgezet. De kandidaten die wel in aanmerking komen voor asiel, worden gedurende maanden grondig ondervraagd. De kandidaat-vluchteling gaat dan naar het Klein Kasteeltje en daarna naar andere opvangcentra in ons land. Wordt zijn aanvraag aanvaard, dan mag de politieke vluchteling verder in ons land blijven.
Werkblad 9 - februari 2005
Wereldreis
Op de vlucht voor of op zoek naar … ! In de loop der tijden hebben heel wat mensen hun woonplaats verlaten. Dit om op zoek te gaan naar iets, om op jacht te gaan of om zich ergens anders te gaan vestigen. Later gebeurde dit om zich ergens te gaan ontspannen of om iets te gaan bezichtigen, kortom om op reis (op vakantie) te gaan. Jammer genoeg gaan mensen ook op stap om iets of iemand te ontvluchten. Laten we hiervan enkele voorbeelden bekijken rond ‘Maleisië en zijn bewoners’. Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit : miljoenen - Britse - Japan - Indië en China - Maleisië burgeroorlog - Portugezen - Nederlanders - China - werkloosheid. • Ongeveer 5 000 jaar geleden vestigden mensen uit .......................................zich in Maleisië. Ze waren nomaden, jagers, landbouwers of vissers. • Zo’n 2 000 jaar geleden kwamen inwoners van ................................... en ............................ naar Maleisië. • ............................................................... veroverden in het begin van de 16de eeuw de deelstaat Malakka. • Halfweg de 17de eeuw kwamen de ................................................. en versloegen de Portugezen. • Begin 19de eeuw groeide de .............................................. invloed. Uiteindelijk bereikten de Europese ‘grootmachten’ een overeenkomst en ‘verdeelden’ het grondgebied. • In de tweede helft van de 20ste eeuw ontstond een nieuw fenomeen, namelijk mensen die in groten getale op de vlucht sloegen als gevolg van onhoudbare omstandigheden in hun land of streek. Denken we aan omstandigheden als oorlog en ..........................................................., armoede en ..................................................................................... . Zo ook trokken heel wat inwoners van de Filipijnen naar rijkere buurlanden, zoals ..............................., China, Singapore en ....................................... . Zo proberen die mensen hun situatie wat te verbeteren. Je zou ook kunnen stellen dat die rijkere landen als het ware het ‘slachtoffer’ worden van hun welstand. Dit ‘vluchtelingenprobleem’ heeft inmiddels immense proporties aangenomen, want over de hele wereld zijn .............................................. mensen op de vlucht ! • Dit op de vlucht gaan, is natuurlijk niet ‘nieuw’ voor de 20ste eeuw ; telkens er een oorlog was – en er zijn er in de loop van de geschiedenis een aantal geweest – gingen mensen op de vlucht. • Wat zoeken die mensen dan in het land waar ze terechtkomen ? Is het daar zoveel beter ? Dromen ze ervan om nog ooit terug te keren naar hun eigen land ? Dit zijn vragen die je vaak hoort bij het vluchtelingenprobleem. Wat denk jij ?
Werkblad 10 - februari 2005