Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9 - 1030 Brussel | verschijnt 20 x per jaar | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746
NR 14 VAN 16 september 2010
VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW
d i e h k j i l e k n a g e o
special t
Welkom
OCMW’s en hun imago
Je goed voelen in de stad
Een aanspreekpunt maakt welzijn toegankelijk
Om u beter van dienst te zijn in België worden we actief in Duitsland. Als eigenaar en beheerder van het Belgische hoogspanningsnet, zorgt Elia voor het transport van elektriciteit in België. Om dit transport in de toekomst nog efficiënter, betrouwbaarder en duurzamer te maken, verleggen we onze grenzen naar het buitenland en nemen we de Duitse transmissienetbeheerder 50Hertz Transmission over. Door overnames als deze blijven we een belangrijke economische rol spelen en zorgen we voor een schaalvergroting die ook voor de Belgische eindgebruiker alleen maar voordelen oplevert. Voordelen voor de verbruikers in België, die onze grootste prioriteit blijven. We blijven innoverende initiatieven ontwikkelen om een écht Europees net uit te bouwen dat de toegang tot een grotere, veilige en groenere energiemix zal vergroten en garanderen. Onze teams van experten werken daarvoor dag in dag uit met geavanceerde en milieuvriendelijke technologieën. Voor uw comfort en voor het transport van de toekomstige elektriciteit. Om meer te weten, surf naar www.elia.be.
LOKAAL NUMMER 14 VAN 16 september 2010
BART LASUY
INHOUD
12
In de nieuwe heldere werkwinkel in Hoboken-Kiel ben je echt welkom om een nieuwe wending aan je loopbaan te geven. Daar zorgt Astrid op ’t Roodt persoonlijk voor. daniel dewickere
Daar waar Sumar woont Onze gemeentenamen verwijzen volop naar bos en water. Daarnaast zorgde vooral de heer van het dorp voor de namen van onze gemeenten en deelgemeenten.
5 Opinie: Lokale besturen zijn eerste aanspreekpunt
KORT LOKAAL 6 Nieuws, print & web, perspiraat, column
ORGANISATIE
16 Een lichtgroen boek 18 Lokale raad: Heb ik als werknemer in de privésector recht op politiek verlof? (2) 20 De raad van Brasschaat
SPECIAL TOEGANKELIJKHEID 23 Welkom in de werkwinkel 26 Eén aanspreekpunt zorgt voor toegankelijke welzijnsvoorzieningen 29 Nooit meer: ‘Al onze toestellen zijn bezet…’ Het charter en de scan toegankelijke lokale dienst- en hulpverlening 32 Interview met Kathleen Beirnaert, Jos Joostens en Steven Wellens Het imagoprobleem van het OCMW 37 Je goed voelen in de stad De stedelijke diensten Welzijn en Sport als motor van het toegankelijkheidsbeleid 39 Nieuwe praktijk in Kortrijk: Gezondheidsconsult vergroot toegankelijkheid gezondheidszorg 40 Taalwetgeving: instrument of hinderpaal?
WETMATIG
43 Berichten en publicaties 46 Agenda & Triljoen
16 Een lichtgroen boek Voor de zoveelste keer wordt met het Groenboek een interne staatshervorming vooropgesteld. De macht van de provincies wordt danig beknot, maar wie wordt daar beter van? Lokaal vroeg Filip De Rynck om commentaar.
stefan dewickere
FORUM
32 Het imagoprobleem van het OCMW
stefan dewickere
22 Zomergem, daar waar Sumar woont 21 De-lokaal: Openbaar vervoer naar de maan
‘Zelfs intern bestaat smetvrees om diensten met een positiever imago te verbinden met het merk OCMW,’ stelt Steven Wellens van Memori vast. Jos Joostens vindt dat in de eerste plaats de medewerkers het merk OCMW moeten uitdragen. Kathleen Beirnaert laat in Lokeren de inwoners hun verhaal over het sociaal huis in de stedelijke informatiekrant brengen. 16 september 2010 LOKAAL 3
MEDIACADEMY organiseert de opleiding “Lokaal Persbeleid” voor steden en gemeenten. MEDIARGUS, VVSG en KORTOM nodigen u graag uit op het seminarie “Lokaal Persbeleid”, een opleiding op maat van Vlaamse steden en gemeenten. Mediacademy is een nieuw initiatief van Mediargus dat communicatieverantwoordelijken via een reeks seminaries laat kennismaken met nieuwe trends in communicatie. De opleiding “Lokaal Persbeleid” is gratis voor genodigden en gaat door in de voormiddag van maandag 27 september 2010 in de gebouwen van Mediargus aan het Brussel-Zuidstation.
PROGRAMMA 9u00
Ontvangst en welkomstwoord
9u30
Koen Van den Broeck, voormalig persattaché bij Artsen zonder Grenzen en oprichter van Ethicom, een bureau gespecialiseerd in strategisch communicatiemanagement, praat over de uitbouw van een solide persbeleid en over de optimalisatie van mediarelaties. Hij focust op de communicatienoden van steden en gemeenten.
11u00
Pauze
11u15
Paul Hendrickx, verantwoordelijke voor de stadsredactie van de edities Metropool bij Gazet van Antwerpen, geeft praktische tips and tricks rond het genereren van de nodige persaandacht.
11u45
Inge Aerden, salesmanager bij Mediargus, licht toe hoe de diensten van Mediargus binnen een lokaal persbeleid kunnen worden ingepland. Ze geeft een kort overzicht van de mogelijkheden rond de screening van (lokale) pers, het versturen van persberichten via Mediagora en het opmaken en verspreiden van digitale persoverzichten. Tenslotte stelt zij de nieuwe abonnementsformule voor met een persoonlijke login voor schepenen, burgemeester en secretaris.
12u30
Walking lunch en networking
U kan zich voor dit gratis seminarie inschrijven tot maandag 20 september 2010 door een mail te sturen naar
[email protected]. Bij aankomst ontvangt u bovendien een gratis duoticket voor het Filmfestival Gent, u aangeboden door Mediargus. Wij kijken uit naar uw komst! LOCATIE & CONTACT: Mediargus – Barastraat 175 – 1070 Brussel - T 02 740 09 70 - www.mediargus.be
opinie PIET VAN SCHUYLENBERGH
Stefan Dewickere
Lokale besturen zijn eerste aanspreekpunt
T
oegankelijke dienst- en hulpverlening is voor lokale besturen een belangrijke uitdaging. Burgers verwachten immers excellente, toegankelijke diensten. Maar toegankelijkheid is ook cruciaal in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Piet Van Schuylenbergh is directeur Kwetsbare groepen hebben die het hardst nodig. Niet voor niets is goed toegankelijke van de VVSG-afdeling OCMW’s openbare dienstverlening een van de actiepunten in het Europese jaar van de armoedebestrijding. Gemeenten en OCMW’s leveren zelf veel diensten aan de burger. Ze verkeren in een unieke positie om als meest burgernabije overheid ook aan de meest kwetsbare burgers de hand te reiken. Daarom is het belangrijk dat gemeenten en OCMW’s blijven werken aan het voortdurend verbeteren van de toegankelijkheid van hun dienst- en hulpverlening. De VVSG wijdt er speciaal dit nummer van Lokaal aan. Daarnaast organiseren we op 12 en 19 oktober twee studiedagen over dit thema, vanuit een brede benadering van toegankelijkheid: Voor kwetsbare groepen in de samenleving dienst- en hulpverlening moet beschikbaar, bereikbaar, betrouwbaar, bruikbaar, begrijpbaar, bekend en is de versnippering van het aanbod van betaalbaar zijn. We hopen dat het ondertekenen van het charter toegankelijke lokale dienst- en hulpverlening de lokale dienst- en hulpverlening dikwijls een besturen tot verdere actie aanzet.
onoverkomelijke drempel tot integratie.
Lokale besturen zijn ook het aanspreekpunt voor allerlei andere diensten, waarvoor de lokale overheid strikt genomen niet verantwoordelijk is. De burger verwacht ook in dat laatste geval dat hij wordt voortgeholpen. Voor kwetsbare groepen in de samenleving is de versnippering van het aanbod van dienst- en hulpverlening tussen diverse overheden, profit- en non-profitorganisaties dikwijls een onoverkomelijke drempel tot integratie. Lokale besturen worden het eerst geconfronteerd met de verrommeling en de talloze overlappingen in het aanbod van al deze dienstverleners. Daarom is een debat over een betere ordening van de verschillende overheidsniveaus in Vlaanderen erg nuttig. Niet om iets af te pakken van de ene overheid en het aan de andere te geven, wel om tot een betere afbakening van taken te komen in het belang van een toegankelijker dienstverlening die efficiënter georganiseerd wordt. De Vlaamse regering heeft dat goed gezien. In haar groenboek over de interne staatshervorming, dat onder impuls van minister Bourgeois tot stand kwam, wordt een lans gebroken voor het versterken van het lokale bestuursniveau als basisniveau van de bestuurlijke organisatie met taken die een sterk burgergericht karakter hebben. Dit is een erkenning en waardering van de unieke positie die gemeenten en OCMW’s innemen. Laten we hopen dat het aanstaande witboek met concrete beleidsmaatregelen deze lijn consequent doortrekt. I
LOKAAL is het magazine en ledenblad van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en verschijnt tweemaal per maand
Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG Bladmanagement Jan Van Alsenoy Hoofdredactie Marlies van Bouwel, T 02-211 55 46
Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00
[email protected] www.vvsg.be
Kernredactie Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos, Nora Van Meeuwen
Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44
Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist)
Eindredactie Marleen Capelle
Vormgeving Ties Bekaert
Abonnementen VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG, Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 Regie vacatures
[email protected] T 02-211 55 43 Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03 326 18 92,
[email protected]
Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Lokaal wordt gedrukt op het kringlooppapier Cyclus (100% post consumer)
VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sas van Rouveroij, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s
Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG
16 september 2010 LOKAAL 5
KORT LOKAAL NIEUWS
Tweede pensioenpijler in vertrouwde handen Na een Europese overheidsopdracht is ‘DIB-Ethias-de lokale contractant’ sinds eind augustus het pensioenfonds voor het aanvullende pensioen van de contractuele werknemers van lokale besturen. In totaal gaat het om 100.000 mensen die zonder deze tweede pensioenpijler met een laag pensioen moeten rondkomen.
I
n het sectorale akkoord van 2008 hadden werkgevers met de Vlaamse overheid en de vakbonden de basis gelegd voor een tweede pensioenpijler voor contractanten. Van de 100.000 contractanten bij gemeenten, OCMW’s en intercommunale verenigingen zijn er ook de 35.000 gesco’s. ‘Die laatste mensen werken dikwijls sinds ’88 of ’89 bij de lokale besturen en krijgen wanneer ze over tien of vijftien jaar op pensioen gaan een zeer laag privépensioen. Als je hun pensioen vergelijkt met dat van de vastbenoemden, zie Voor de lokale je een onrechtvaardige discrepantie,’ stelt Mark Suykens al langer vast. Daarom wilde besturen wordt het een de VVSG een gemeenschappelijk aanbod uitzware opgave: nu al werken voor alle lokale besturen. Ondertussen hebben vierhonderd besturen de intentie 7 miljoen euro per jaar. uitgesproken om hiermee in zee te gaan, bij deze besturen werken 50.000 van de contractuele medewerkers, de helft dus. Een aantal principes lagen bij voorbaat vast: de werkgever stort vaste bijdragen, minimaal één procent van de loonlasten in 2010. Maar besturen kunnen meer doen en een groeiscenario uittekenen tot maximaal zes procent. De inning gebeurt via de RSZPPO via een geautomatiseerd en eenvoudig systeem. Bij pensionering krijgen de contractanten een maandelijkse rente uitgekeerd, als aanvulling op het wettelijke pensioen. In de tussentijd moet het geld beheerd worden. Hiervoor heeft de RSZPPO een bestek uitgeschreven, de overheidsopdracht Europees gepubliceerd en zich met een deskundige jury gebogen over de voorstellen van vijf verzekeringsmaatschappijen. De samenwerking Dexia Insurance Belgium en Ethias kreeg de opdracht toegewezen. Mark Suykens is hier blij om: ‘Het zijn gekende partners, we zitten met
vertrouwde mensen aan tafel.’ Voor de lokale besturen wordt het een zware opgave. Zo gaat het nu al over 7 miljoen euro per jaar. Lokale draagkracht Guy Roeland van Dexia Insurance Belgium legt uit dat de variabiliteit is ingebouwd per OCMW- of gemeentebestuur: ‘Minimaal dragen ze één procent en maximaal zes procent van de loonlast bij. De bijdragen worden belegd in een TAK-21 product wat een zeker rendement garandeert. Tot 2012 bedraagt de intrestvoet alvast 3,35 procent, later aangevuld met de winstdeelname en die hangt natuurlijk af van de markt.’ Dexia en Ethias vormen praktisch een tijdelijke handelsvereniging, met elk de helft van de pot waarop de respectieve besturen toezicht uitoefenen. Hans Verstraete van Ethias is fier dat ze samen het contract binnenhaalden: ‘We hebben elkaar op natuurlijke wijze gevonden. Allebei werken we al zo lang met de lokale besturen samen.’ De lokale besturen die nog geen intentie hadden om in dit nieuwe systeem te stappen, zullen de komende tijd systematisch benaderd worden. Tot nog toe stonden nogal wat gemeenten afwachtend tegenover dit plan, andere hebben het financieel even moeilijk en nog andere hebben al een eigen plan voor hun medewerkers. Mark Suykens verwacht dat er nog een kleine 200 lokale besturen tot het fonds zullen toetreden. Luc Martens denkt dat ook: ‘Als burgemeester kom je de vroegere werknemers ook tegen op straat. Je wilt die mensen recht in de ogen kijken. Nu heb je hen bij hun afscheid echt weinig te vertellen of aan te bieden.’ Marlies van Bouwel
Tot 15 oktober Word meest horecavriendelijke stad/gemeente In 2011 vindt de derde editie van de Horeca Awards plaats en wordt de meest horecavriendelijke stad/gemeente in Vlaanderen verkozen. De VVSG ondersteunt deze professioneel georganiseerde wedstrijd die een goed gemeentelijk horecabeleid wil stimuleren. De VVSG heeft een werkgroep horeca waarin vertegenwoordigers van verschillende steden en gemeenten kennis en ervaring uitwisselen. Tot 15 oktober kunt u een kandidatuur voor de Horeca Awards indienen. De oproepbrief vindt u op www.vvsg.be (knop economie en werk, economie, horeca). ÎÎwww.horecaawards.com,
[email protected],
[email protected] of
[email protected]
6 LOKAAL 16 september 2010
PRINT & WEB
1 op 5
In 2008 beschikte 69% van de Vlaamse huishoudens over internet en 68% van de bevolking surft ook minstens één keer per week effectief. Daarmee doet Vlaanderen het beter dan het EU-gemiddelde. Toch kent Vlaanderen grote verschillen in het internetgebruik bij verschillende leeftijdscategorieën. Bijna alle 18-30-jarigen gebruiken internet (95%). Ook bij de 31-45-jarigen is het gebruik hoog (87%). Bij de 46-60-jarigen maken nog twee op drie mensen gebruik van het internet (64%). Bij de 60-plussers echter is het aandeel gebruikers geslonken tot 20%. Slechts een van iedere vijf Vlaamse senioren surft dus wekelijks op het internet. Wilt u meer weten over de digitale kloof in Vlaanderen, surf dan – ongeacht uw leeftijd – naar www.lokalestatistieken.be.
Vlaamse Ondersteuningspremie populair Sinds 1 oktober 2008 kunnen lokale besturen gebruik maken van de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP). De VOP is een rendementssubsidie bij de aanwerving van erkende personen met een arbeidshandicap. Sinds de invoering van de maatregel neemt het aantal VOP-aanvragen door lokale besturen gestaag toe.
B
ij lokale besturen geldt de VOP enkel voor nieuwe indiensttredingen. Met deze maatregel ondersteunt de Vlaamse overheid lokale besturen bij het behalen van het quotum van 2% arbeidsgehandicapten (voor de OCMW’s voorlopig nog 1,8%) in de personeelsformatie. Na het eerste kwartaal van 2009 stond de teller op 58 premies, na het tweede op 85 en na het derde kwartaal op 123. Van alle nieuw aangevraagde premies is bijna 5% toe te schrijven aan een lokaal bestuur. Bovendien is er nog budgettaire ruimte voor de VOP in de sector. In 2009 werd immers 4,4 miljoen euro van het departement Binnenlands Bestuur naar het departe-
ment Werk overgeheveld ten voordele van de VOP bij lokale besturen. Momenteel komt de sector nog niet aan dat bedrag: einde maart waren er 170 VOP-dossiers terwijl het overgehevelde bedrag ruimte laat voor 660 VOP-dossiers.
Het handboek Werken met patiënten is een draaiboek voor alle zorginstellingen die met patiënten werken (ziekenhuizen, woon- en zorgcentra, revalidatiecentra, psychiatrische ziekenhuizen), met als opzet het verbeteren en optimaliseren van de relatie met de patiënten. Het handboek hanteert dus geen medisch, wel een sociaal-juridisch perspectief. De patiënt is immers onderhevig aan specifieke wet- en regelgeving, heeft specifieke noden en behoeften, en de omgang met de patiënt vereist een specifieke aanpak en organisatie. Enkele van de thema’s die in de eerste afleveringen aan bod komen, zijn: ethiek, wilsonbekwaamheid en handelingsonbekwaamheid, privacy en beroepsgeheim, de wet Patiëntenrechten, interculturaliteit, aansprakelijkheid, levenseindebeslissingen, abortus, patient safety, experimentenwet, opname- en ontslagbeleid, klachtenmanagement, en vrijheidsberovende maatregelen. Het boek is losbladig en wordt drie maal per jaar aangevuld. W. Dijkhoffz, W. Vercruyssen (red.), Handboek Werken met patiënten, Uitgeverij Politeia, Brussel, 49 euro
Lore Vandeurzen ÎÎVoorwaarden en aanvraagprocedure: www.vdab.be/arbeidshandicap Op vrijdag 22 oktober organiseert Diverscity, het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de drie overheidsvakbonden, de studiedag Aan de slag met een arbeidshandicap bij een lokaal bestuur over dit thema.
Tot 15 oktober aanleg en behoud historische tuinen en parken Het fonds Louise Vanden Bulcke wil de aanleg en het behoud van historische tuinen en parken in Vlaanderen aanmoedigen. Met de jaarlijkse Hans Vredeman de Vriesprijs wordt een persoon, groep of vereniging beloond die verdienstelijk werk levert. De winnaar ontvangt 6000 euro die hij voor de ontwikkeling van zijn project moet aanwenden. ÎÎwww.kbs-frb.be, knop oproepen, erfgoed, natuur en cultuurlandschappen
Handboek Werken met patiënten
Aanbevelingen voor het besturen van socialprofitorganisaties Hoe kunt u het besturen van uw organisatie aantrekkelijker maken en goede vrijwillige, geëngageerde bestuurders vinden? Met een set van aanbevelingen nodigt de Koning Boudewijnstichting organisaties uit om aan de slag te gaan. Een stuurgroep uit het brede middenveld begeleidde het proces dat tot deze publicatie leidde. De publicatie kan gratis worden gedownload via www.kbs-frb.be. Aanbevelingen voor het besturen van socialprofitorganisaties: aandachtspunten en goede praktijken, Koning Boudewijnstichting, Brussel, www.kbs-frb.be
16 september 2010 LOKAAL 7
KORT LOKAAL NIEUWS
Griepvaccinatie in 2010, alles weer bij het oude? Door het ontstaan van een nieuw griepvirus dat zich over de hele wereld verspreidde, verliep de griepvaccinatiecampagne vorig jaar helemaal anders dan gewoonlijk. Voor bepaalde groepen van mensen werden twee aparte vaccinaties aangeraden. Dit najaar keren we terug naar de vertrouwde ene prik.
Isabelle pateer
T
oen in het voorjaar van 2009 in Mexico een nieuw griepvirus werd gesignaleerd, groeide griep uit tot wereldnieuws. De aanvankelijke vrees voor een wereldwijde verspreiding bleek gelukkig ongegrond. Dankzij de goed georganiseerde opvang van de eerste griepgevallen, de hygiënische maatregelen en de massale vaccinatie tegen beide vormen van griep vielen, zeker in ons land, de gevolgen van de griepepidemie mee. Deze winter wordt er een normaal griepseizoen verwacht. Griepvaccinatie kan weer met één spuitje dat bescherming biedt tegen drie verschillende griepvirussen, waaronder de Mexicaanse. Er is dus maar één prik nodig om goed beschermd de winter in te gaan.
Griepvaccinatie blijft aanbevolen voor iedereen vanaf 65 jaar en zeker voor wie aan een chronische ziekte zoals diabetes, hart- en vaatziekte of longaandoening lijdt. Ouderen in woonzorgcentra zijn extra kwetsbaar omdat griep zich bij hen, doordat ze samenwonen, vlotter kan verspreiden. Minister Jo Vandeurzen maakt daarom vanaf dit jaar het griepvaccin gratis voor woonzorgcentrumbewoners. Alle andere 65-plussers krijgen prijsvermindering in de apotheek als ze het vaccin op voorschrift halen. Twijfelt u of vaccinatie voor u nuttig is, vraag dan raad aan uw huisarts of apotheker. Elke Vastiau ÎÎwww.griepvaccinatie.be
Voor de twintigste keer bedrijven bekijken Op zondag 3 oktober is Open Bedrijvendag toe aan een extra feestelijke jubileumeditie. Vanaf 10 uur kunt u een kijkje nemen bij ongeveer vierhonderd deelnemende bedrijven over heel Vlaanderen. Als u nog vroeger uit de veren bent, kunt u terecht op een van de vijf locaties waar de eerste duizend bezoekers gratis ontbijt krijgen.
O
ok dit jaar staan enkele gemeenten in de kijker door hun acties van Open Bedrijvendag. Het is een ideale manier om zich op een andere manier te presenteren dan vanuit de klassieke toeristische invalshoek. Met een parcours van bedrijven en gemeentelijke diensten tonen deze gemeenten hun bedrijvige aspect. Enkele oude bekenden presenteren voor de tweede of derde maal een bedrijvenparcours: Knokke-Heist, Waregem,
Zottegem, Overijse, Vilvoorde, Leuven en Overpelt. Nieuwkomers dit jaar zijn Izegem, Dilbeek, Hamme, Wommelgem, Olen, Balen, Tessenderlo, Kinrooi en Maldegem. Behalve bij een ruim aanbod aan bedrijven kunt u ook bij allerlei gemeentelijke diensten terecht voor een bezoek, zoals het OCMW Zottegem, het Stadskantoor Leuven, de Stedelijke Kunstacademie Waregem of het Waterbedrijf Knokke-Heist.
Heeft uw gemeente ook van alles te tonen? Zijn er bedrijven, gemeentelijke diensten, projecten waarmee u graag wilt uitpakken? Wilt u de bezoekers een kijkje gunnen achter de schermen van de lokale bedrijvigheid? Mail uw voorstel vóór 31 oktober naar
[email protected] of bel naar 09-266 05 57. Leen Van der Meeren ÎÎwww.openbedrijvendag.be
Tot 31 oktober Europese wedstrijd voor lokale initiatieven migrantenouderen Het Europese Secretariaat SEN@ER organiseert voor de eerste keer een Europese wedstrijd voor lokale innoverende initiatieven ter bevordering van de integratie van migrantenouderen. Innovatieve praktijken die de levenskwaliteit van bejaarde migranten in een gemeentelijk beleidsdomein zoals huisvesting, vrije tijd en cultuur verhogen, komen in aanmerking. Het betreft sociale en intergenerationele activiteiten, economische activiteiten met betrekking tot cultureel gevoelige producten en diensten of vrijwilligerswerk door en voor migrantenouderen. De gemeente met het beste initiatief ontvangt 3000 euro. De wedstrijd vindt plaats onder het beschermheerschap van de voorzitter van het Europees Parlement. Een aanvraag indienen kan tot 31 oktober. ÎÎwww.aktioncourage.de/ELACinenglish, T 02-511 74 77,
[email protected]
8 LOKAAL 16 september 2010
PRINT & WEB
Koper onroerend goed beschermd Door de informatieplicht dragen gemeenten hun steentje bij aan het geven van betere informatie bij de verkoop van onroerend goed. De bijzondere informatieplicht houdt in dat stedenbouwkundige informatie moet worden opgenomen bij de verkoop van een onroerend goed, zowel in de reclame voor dat goed als in de akten.
D
e bijzondere informatieplicht heeft tot doel kopers zo vroeg mogelijk de meest relevante stedenbouwkundige informatie mee te geven. Hierdoor kunnen geïnteresseerden weloverwogen een beslissing nemen, die financieel immers erg zwaar weegt. De bijzondere informatieplicht geldt echter niet zomaar. Gemeenten moeten eerst hun gegevens ordenen door de opmaak van een plannen- en vergunningenregister. Zo kunnen
zij notarissen en vastgoedkantoren vlot van de benodigde informatie voorzien. Op dit moment is voor 145 van de 308 Vlaamse gemeenten in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd dat zij over een plannen- en vergunningenregister beschikken. Dit betekent dat in bijna de helft van de Vlaamse gemeenten de koper beter is beschermd doordat de bijzondere informatieplicht geldt. Xavier Buijs
Snellere goedkeuring plannenregisters
V
laams minister voor Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters neemt initiatieven om de gemeentelijke plannenregisters sneller te laten goedkeuren. Gemeenten moeten over een vergunningenregister
beschikken om de stedenbouwkundige vergunningen zelf te beoordelen. De gemeente stelt het register zelf op, de Vlaamse overheid keurt het vervolgens goed. Die goedkeuring laat maanden, soms zelfs
verschillende jaren op zich wachten. Dat kan niet volgens de minister, hij zal initiatieven nemen om die termijn drastisch te verkorten. Xavier Buijs
ÎÎVraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe aan de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de ontvoogdingsprocedure Commissievergadering nr. C269 – LEE41 (2009-2010) – 23 juni 2010
Nascholingen Verkeer op School
D
e Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) presenteert dit najaar voor het eerst een integraal nascholingsaanbod voor het onderwijs, met vormingen op maat van het kleuteronderwijs, het BLO, het lager onderwijs, het secundair onderwijs en een vorming over veilige schoolomgevingen. Leerkrachten, verkeersouders, studenten, politiezones behoren onder meer tot de doelgroep. Alle nascholingen zijn gratis maar inschrijven is verplicht. Op www.verkeerskunde.be vindt u het inschrijvingsformulier en de volledige kalender met alle data, locaties, inhoudelijke en praktische details. Inge Ruiters ÎÎwww.verkeerskunde.be, knop kalender
Leidraad voor alcoholen drugbeleid Om maatschappelijk werkers een houvast te geven in hun omgang met cliënten met alcohol- of andere drugproblemen, heeft de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw (VAD) een leidraad gepubliceerd voor de ontwikkeling van een alcohol- en drugbeleid op de sociale dienst van het OCMW. Dat beleid is een samenhangend geheel van afspraken dat vertrekt vanuit de zorg voor cliënten en maatschappelijk werkers. Het biedt een duidelijk kader en een houvast in individuele situaties, en hanteert een welbepaalde visie op de thematiek die samenhangt met de algemene visie en de opdracht van het OCMW. Een alcoholen drugbeleid, aldus de leidraad, bestaat uit vier pijlers: regelgeving, begeleiding, informatie en vorming, en structurele maatregelen. De uitwerking verloopt volgens een stapsgewijs proces. De leidraad kunt u bestellen of downloaden via www.vad.be. Voor ondersteuning kunnen de OCMW’s terugvallen op de regionale preventiewerkers alcohol en drugs, verbonden aan de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Een alcohol- en drugbeleid op de sociale dienst van het OCMW, VAD, Brussel: www.vad.be, knop welzijn Lijst van regionale preventiewerkers op www.ida-web.be, knop gids
Leidraad voor herkennen van en omgaan met gokproblemen Na het zelfhulpboekje Gokken werkte de VAD ook een leidraad uit voor het herkennen van en omgaan met gokproblemen bij cliënten in OCMW en CAW. Vragen als ‘Ik vermoed dat mijn cliënt gokt, maar zeker weet ik het niet. Hoe kan ik dit onderwerp het best ter sprake brengen?’ en ‘De cafébaas kwam vragen of onze dienst de gokschulden van mijn cliënt kon betalen. Moeten wij hier op ingaan?’ krijgen hierin een antwoord. De brochures zijn te downloaden via onderstaande site. www.vad.be, knop welzijn
16 september 2010 LOKAAL 9
PERSPIRAAT
KORT LOKAAL NIEUWS
“ Niet iedereen is Coca-Cola. Ik
bedoel: niet alle gemeenten hebben de budgetten van Antwerpen om aan citymarketing te doen. Maar als je een lokale producent bent van fruitsappen, kan je die marketingprincipes ook toepassen. Op kleine schaal en met gezond boerenverstand kan je veel bereiken.
”
Gino Van Ossel, professor marketing aan de Vlerick Management School – Het Laatste Nieuws 3/8
“ Een tuintje is leuk, maar daar gaat
een stad niet over. De Grote Markt is uw tuin. Iedere stad zou haar densiteit moeten opvoeren.
”
Open Days cohesiebeleid
H
et Comité van de Regio’s en de Europese Commissie met haar Directoraat-generaal Regionaal beleid (DG Regio) organiseren voor de achtste keer de Open Days. Dit evenement lokt jaarlijks ongeveer zesduizend deelnemers uit Europese steden, gemeenten, regio’s en andere instellingen naar Brussel. Het debat over de hervorming van het cohesiebeleid na deze beleidsperiode (2007-2013) begint stilaan op gang te komen. Daarom staan ‘concurrentievermogen, samenwer-
king en cohesie’ in deze editie van de Open Days centraal. Goede praktijkvoorbeelden die met steun van de Europese fondsen werden gerealiseerd, krijgen extra aandacht tijdens de meer dan honderd workshops, seminaries en debatten. Deelname aan de Open Days van 4 tot en met 7 oktober is gratis, maar inschrijving is verplicht. Betty De Wachter ÎÎec.europa.eu, knop regional_policy, conferences, 2010
Architect Alfredo De Gregorio over de Leuvense nieuwbouwprojecten – Knack 11/8
tingspatroon tegenover de overheid bijstellen. We kunnen niet blijven eisen dat we gelijk welke overheidsdienst bij de hand hebben. Is het echt nodig dat elke uit de kluiten gewassen gemeente een eigen cultuurtempel bouwt, ook als ze dicht bij een centrumstad ligt?
”
Rudi Thomaes, gedelegeerd bestuurder VBO – De Tijd 28/8
“ Ik stel vast dat ik als schepen van Financiën in Leopoldsburg meer autonomie heb dan de minister van Financiën in de Vlaamse regering. Dat is toch een stuk meer democratie?
”
Wouter Beke, CD&V-voorzitter en schepen, over de financiële responsabilisering van de deelstaten – De Standaard 21/8
“ De bedrijven in onze regio zijn
goed voor één vijfde van de directe belastingen die worden geheven door steden en gemeenten. Het systeem moet dringend geactualiseerd worden.
” Jens Joossens, woordvoerder Voka
13 oktober: Vertrouwen in de overheid De Europese koepel van verenigingen van steden en gemeenten CEMR organiseert samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een conferentie over Trust in Government: Build – Maintain – Improve.
D
e conferentie wil een forum bieden aan lokale en regionale verkozenen om ideeën en ervaringen uit te wisselen over het vertrouwen van hun burgers in openbare diensten en in democratische instellingen en processen. Burgers blijken in toenemende mate sceptisch of apathisch te worden over hun beleidsmakers of over openbare instellingen. Nochtans geeft de Eurobarometer (februari 2009) aan dat het vertrouwen in de lokale en regionale overheden veel hoger scoort (50%) dan dat in de nationale overheden (34%). De
Europese Unie kan 47% overtuigen, wat contrasteert met de zeer lage opkomst voor de Europese verkiezingen in sommige landen. De conferentie in Den Haag wil nagaan hoe lokale en regionale beleidsmakers het vertrouwen dat de burger in hen stelt, kunnen behouden, versterken en verbeteren. Deelname is gratis. De werktalen zijn Engels en Frans. Betty De Wachter ÎÎInschrijven kan tot 30 september via sites.google.com/site/trustingovernment.
Mechelen – Het Nieuwsblad 21/8
“Simpel leven is heel ingewikkeld
en traag leven is hard werk. (…) Kranten en boeken presenteren verleidelijke foto’s van het proces van jam maken, bier brouwen en brood bakken. Maar dat zijn vaardigheden en ambachten die je niet van de ene dag op de andere leert. De overgang van hulpeloze stadsbewoner tot capabele buitenmens is een lang en moeizaam proces.
”
Brits schrijver Tom Hodgkinson (Freedom Manifesto) – Knack 25/8
10 LOKAAL 16 september 2010
Tot 27 september Buiten Gewone Buurt De Koning Boudewijnstichting lanceerde onlangs een projectoproep Buiten Gewone Buurt, voor steun aan bewoners in België die zich engageren voor hun buurt of dorp. Dit is mogelijk ook iets voor de sociaal-culturele verenigingen en buurtcomités in uw gemeente. De gemeente zelf kan geen project indienen maar kan wel partner in een project zijn. ÎÎwww.kbs-frb.be, knop oproepen
GF
“ Burgers moeten hun verwach-
PIETER BOS column LEUVEN, Belgium
European Conference on Local Sports Participation Social Inclusion & Combating Poverty
GF
13-14 October 2010
ISBbanner_druk.indd 1
27/08/10 11:33
Europees congres: sport voor iedereen
D
it Europese congres is een officieel evenement in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Het legt tijdens dit Europese jaar van de strijd tegen armoede uitdrukkelijk de link tussen sport en sociale inclusie. De focus ligt op sportparticipatie door kansengroepen via (beleids)initiatieven binnen een stedelijke context. Welk type infrastructuur biedt mogelijkheden om kansengroepen tot sport te bewegen? Hoe communiceren om kansengroepen te bereiken? Welke subsidies en fondsen zijn voorhanden? Hoe aandacht voor kansengroepen en sport lokaal inbedden? Dit is een greep uit de vragen die tijdens de workshops aan bod komen. De plenaire sessies zoomen in op de rol van steden en gemeenten in een ‘sport-voorallen’-beleid, op de sociale dimensie van sport en op het belang van netwerken. Ze sluiten af met beleidsaanbevelingen. Deze European Conference on Local Sports Participation biedt voor de Vlaamse lokale besturen een uitgelezen kans om ervaringen uit te wisselen met en geïnspireerd te worden door collega-sportambtenaren en sportverantwoordelijken uit Europese steden en gemeenten van 27 lidstaten. Het Vlaams Instituut voor SportBeheer en recreatiebeleid (ISB) is de organisator. Door medewerking van de VVSG kon het ISB het Europese netwerk van lokale besturen contacteren.
Helden van de arbeid Misschien bent u schandalig jong. Dan kent u ze alleen nog van horen zeggen. Ofwel hebt u een zekere graad van grwijsheid bereikt en dan droomt u er vast nog wel eens van: die goeie ouwe ambtenaren die nog nooit van ‘onthaasting’ hadden gehoord, maar voor wie het begrip wel iets betekende. Ze leefden in politiek beschermde biotopen: stoffige microkosmossen opgetrokken uit met nietjesmachines, perforators, stempelmolentjes, typmachines en pakken papier bezaaide bureaus, ijzeren kasten vol ‘classeurs’, druivelaars aan de muren en vetplanten op de vensterbanken. Dat alles in het koude licht van zinderende buislampen. Anders dan bijvoorbeeld tropische vissen, waren ze gemakkelijk te onderhouden, die ambtenaren. Als je ze voldoende koffie gaf, bleven ze gemakkelijk tot hun pensioen in leven. En even belangrijk: bij de gemeente. Als bezoeker kon je ze gemakkelijk observeren in hun natuurlijke doen en laten, immuun als ze waren voor externe prikkels, vrij als ze waren van enigerlei gêne. Ze leefden in kleine kuddes van vier, vijf, uitzonderlijk meer eenheden, meestal onder de leiding van het oudste mannetje. Grote delen van de dag hielden ze zich op achter hun bureau, maar op gezette tijden schoolden ze samen in het koffiehok. Als bezoeker was het dan geduldig wachten tot ze, kop koffie in de hand gelijmd, één na één weer uit het deurgat kwamen waaien, al dan niet in een wolk van Groene Michel. Het gebeurde dat ze vervolgens samenklonterden rond een opengeslagen krant of zich bij een telefoon nestelden. Het gerinkel van telefoons was de muzak van toen en dus niet iets waaraan bijzondere aandacht moest worden besteed. Dringendheid werd in die tijd nog uitgedrukt in dagen in plaats van seconden, relative-
ren was een kunst die nog verstaan werd. Soms werkten ze ook, deze grijze specimens. En dat mocht geweten zijn. Dan werd er in geheimtaal van de ene kant van het kantoor naar de andere geroepen. ‘Jeanneke, hebt gij nog een D4b voor mij?’ ‘Jos, kunt gij de 4097/23/77 eens klaarleggen?’ En intussen maar stempelen dat het een aard had: tadàf-tadàf, tadàftadàftadàf. Of rinkelen met het belletje van de Olivetti, alsof de Kerstman zelve aan de slag was. Hoho! Vooruitgang in een dossier had nog niet de ergerlijke geruisloosheid van vandaag. Met dat werken werd overigens niet overdreven. Overdrijven is nooit goed. Het besef dat hun rendement verdubbeld werd door sluw carbon zat diep. En na morgen kwam er nog een dag. En de dag daarna weer een. Dienaren van de eeuwigheid waren het. Die eeuwigheid stopte pas bij hun pensioen. Dan begon de tijd te tellen en kregen ze een horloge cadeau. Maar voor het zover was namen ze hun tijd. En die van anderen. Of zo leek het toch. Velen vonden dat deze ambtenaren zich tergend traag bewogen, ja zelfs de indruk wekten geen klap uit te voeren. In werkelijkheid was het de bedachtzaamheid van het apparaat dat ze belichaamden. Wie leest tegenwoordig zijn kopieën nog na? Wie beseft er nog dat er leven is na de deadline? Vandaag zijn ze vrijwel uitgestorven, deze specialisten van de slow motion. Buiten de muren rukte de moderniteit onstuitbaar op. Het ongeduld waste als het water van de zondvloed en verslond uiteindelijk hun eilanden van tijdloosheid. Sindsdien zijn de belastingplichtigen zich gaan inbeelden dat ze burgers zijn. Of erger nog: klanten. En dus koningen. Een kapitale denkfout, want iedereen weet dat er maar één koning kan zijn. Niet te verwonderen dus dat sommige ambtenaren heimelijke republikeinen zijn. I
Betty De Wachter ÎÎwww.sportsparticipation2010.eu,
[email protected], T 03-780 91 80
16 september 2010 LOKAAL 11
organisatie gemeentenamen
Heeft u zich ooit al eens afgevraagd waar de naam van uw gemeente vandaan komt? Het Verklarend Woordenboek van de Vlaamse Gemeentenamen duikt in de geschiedenis op zoek naar de oorsprong van die namen. Marian Verbeek
Daar waar Sumar woont S
umaringahem, dat is de naam van de woonplaats van de lieden van Sumar. Het is een samenstelling van de naam van een persoon, Sumar, verbonden met de achtervoegsels -inga en -heem. Sumaringahem kennen we vandaag als Zomergem. Elke verklaring in het woordenboek van de Vlaamse gemeentenamen vertrekt van de oudste schriftelijke vorm van de gemeentenaam. Meestal verschijnt die pas ergens tussen de achtste en elfde eeuw. Maar er waren op die plaatsen vaak al veel vroeger nederzettingen en de namen kunnen dus veel ouder zijn. In namen die eindigen op -gem herkennen we het Frankische woord heem dat woning, woonplaats betekent. Heem-namen bevatten als eerste lid soms topografische aanduidingen, maar vaak ook namen van personen: namen eindigend op -ingheem (woonplaats van de lieden van …) evolueerden later tot namen eindigend op -gem: de woonplaats van de lieden van Wivilo (Wevlengem - Wevelgem), van Warato (UUrattingim - Wortegem) en van Petto (Petingehem - Petegem), van Sidulo (Sedelingem - Zedelgem), van Sotto (Sottengem - Zottegem), van Waro (Waringim - Waregem), van Dandihari (Dentergem) en van Gangilo (Gingolonham - Gingelom). Het achtervoegsel -zele komt ook veel voor en verwijst naar een plaats. Het komt uit het Germaanse sali, een uit één ruimte bestaand huis (denk aan ons woord zaal). Zo geeft de verbinding van heer (leger) en zele (zaalgebouw) een legerkwartier en de naam van Hersele - Herzele. De inspiratie voor de naam van een nederzetting komt dikwijls van kenmerken in het landschap, zoals beken, rivieren, bergen,
dalen, moerassen of bossen. Maar ook de belangrijke bewoners van een plaats gaven er hun naam aan. Verder weerspiegelen de namen de opeenvolging van talen die door de bewoners en overheersers werden gesproken (bv. Romeinen, Germanen, Galliërs, Kelten). Niet zelden zijn er meerdere verklaringen mogelijk en weten we eigenlijk niet juist waar een naam vandaan komt. Water Het Middelnederlandse vort (voort, voorde) betekent ‘doorwaadbare plaats’ of ‘plaats waar men door het water kan gaan’ (denk ook aan het Engelse woord ford). Dat werd regelmatig gecombineerd met de naam van de persoon die de voorde liet aanleggen of er nabij woonde: ‘de voorde van Filo’ (een Germaanse persoonsnaam) wordt dan Filfurdo dat nu de naam Vilvoorde draagt. Maar de voorde kon ook samengaan met namen van dieren. En zo komt het dat Vilvoorde iets gemeen heeft met het Engelse Oxford. Ook ‘de plaats waar schepen door de kreek werden getrokken’ is de naam van een gemeente geworden: Zwijndrecht. Het is een samenstelling van zwijn en drecht. Het laatste woord zou afgeleid kunnen zijn van dregen/dragen. Vergelijk het met het Engelse woord voor trekken, drag. Hier betekent drecht dus ‘deel van het water waar schepen van op de oever worden voortgetrokken’. Zwijn komt van zwin, wat kreek betekent. En zo werd Squindrefth Zwijndrecht. Tussen de namen van de gemeenten Brecht en Brasschaat bestaat een opmerkelijk verband. Brecte betekent waterscheidingskam en
Woonplaats van de geliefde of nederzetting bij het lieflijke water (Luuanium - Leuven)
Herberg Het Pijntken (De Pinte)
DANIEL GEERAERTS
Beek waarlangs veel hulst groeit (Hulsebec - Holsbeek) Weide (Mewa - Meeuwen) - Plaats waar wilde rozemarijn werd gerooid (Gruytrode - Gruitrode)
12 LOKAAL 16 september 2010
is nu Brecht. Brecht ligt op de waterscheiding tussen de stroomgebieden van de Schelde en de Maas. Brecsgata is de oudste teruggevonden schrijfwijze van Brasschaat. Aan de weg naar Breda was een afsplitsing naar Brecht en de nederzetting die daar ontstond kreeg de naam van de wegaanduiding ‘weg naar Brecht’. Brecsgata is immers een samenstelling van de plaatsnaam Brecht met het Middelnederlandse gate, ‘weg’ of gat, ‘toegang tot’. Plaatsaanduidingen Een veel voorkomend bestanddeel van gemeentenamen is ‘lo’. Lo kan twee verschillende landschappelijke betekenissen hebben, poel (eerder in de Antwerpse Kempen) en bos (vooral in West- en Oost-Vlaanderen). In toponiemen kan -lo (zoals in Tongerlo) zich ontwikkelen tot -le (Meerle) en uiteindelijk -l (Wortel). Lochristi heette oorspronkelijk gewoon Lo, dus ‘bos’. In de dertiende eeuw werd christi toegevoegd om de naam te onderscheiden van een andere nederzetting met dezelfde naam. Namen van gemeenten met ‘leeuw’ hebben niets met dieren te maken maar komen van het Germaanse hlaiwa dat heuvel of grafheuvel betekent. Voorvoegsels zoals Dender-, Sint-Pieters-, Zout- dienden om de plaatsnamen van elkaar te onderscheiden. Zoutleeuw kreeg de huidige naam pas na de middeleeuwen. Het was destijds een havenstad waar zout werd ingevoerd. Coxhyde is de oorspronkelijke schrijfwijze van Koksijde. Het tweede deel is afgeleid van het Middelnederlandse woord hiden (vergelijk met het Nederlandse woord ‘hoeden’ en het Engelse woord hide), De oorspronkelijke betekenis ‘verbergen’ evolu-
eerde naar ‘schuilen’ en verder naar ‘aanleggen (van schepen)’. Het is dus een plaats aan de wal waar kleine vissersschepen naartoe werden getrokken om ze te beschutten tegen stormen, bijvoorbeeld een plek in de duinen. Het eerste deel in Koksijde is vermoedelijk de naam van een belangrijke persoon die in het gehucht woonde dat zich rond de aanlegplaats vormde. Bomen Eiken, beuken, linden en andere bomen hebben niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk hun stempel op de landkaart van onze streken gezet. Eiken vinden we terug in Eeklo en Maaseik. Beukenbossen waren de inspiratie voor onder meer Bocholt, Boechout, Buggenhout maar ook Hoboken, Hobuechen wat ‘aan de hoge beuken’ betekent. Herent verwijst naar het woord heren, haagbeuk. Een hulstbos evolueerde naar Hulshout (provincie Antwerpen). Het West-Vlaamse Houthulst, dat ooit als Wouthulst werd geschreven, heeft dezelfde betekenis. De ‘plaats waar hazelaars groeien’ werd Hasselt. De naam is afgeleid van het Middelnederlandse hasel, hazelaar. Linden gaven hun naam aan Lille, een samenstelling van linde en lo (lindenbos) en aan Lint. Een gemeente kan ook eenvoudig Boom heten. En wat ooit een ‘gerooid dennenbos’ was, is nu Kinrooi. Kynre (Kinrooi) is een samenstelling van rode, ‘land dat door het rooien van bomen voor bebouwing geschikt is gemaakt’, en kien, ‘pijnboom’. Marian Verbeek is VVSG-stafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie
Het woeste bos of het woeste ven (Odlo - Olen) Zandige heuvelrug (VUehtre - Wetteren) Open plaats in het bos met stekende brem (Furisclare - Vorselaar)
Woonplaats van Tamasius (Temsica - Temse)
16 september 2010 LOKAAL 13
NIEUW!
LEEFDEN ER WOLVEN IN WULVERGEM? Wat heeft Aalter te maken met jeneverbessen? Leefden er wolven in Wulvergem? Vanwaar komen namen als Leuven, Ophoven of ‘s-Gravenwezel? Ken je de oorspronkelijke betekenis van jouw gemeentenaam of ben je gefascineerd door de herkomst van onze plaatsnamen? Plaatsnamen zijn stille getuigen van het verleden. Ze gunnen ons vaak een blik op het vroegere landschap. Ze weerspiegelen de verschillende talen van de opeenvolgende bewoners van onze streek en verwijzen zo naar onze Keltische, Romeinse en Germaanse voorouders. Ontdek er alles over in dit boeiend en leerrijk naslagwerk!
De Vlaamse gemeentenamen is een nieuw en compleet standaardwerk met een wetenschappelijk verantwoorde en geloofwaardige verklaring van de oorspronkelijke betekenis van alle Vlaamse gemeentenamen. Via betrouwbare bronnen gingen de auteurs op zoek naar de oudst overgeleverde varianten van een plaatsnaam en de betekenis ervan. Het woordenboek is geschreven door een team van taalkundigen van de Vlaamse afdeling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie in Brussel. “De Vlaamse gemeentenamen” is een co-uitgave van het Davidsfonds, de VVSG en uitgeverij Politeia
De Vlaamse gemeentenamen Een verklarend woordenboek Samengesteld door Frans Debrabandere, Magda Devos, Paul Kempeneers, Vic Mennen, Hugo Ryckeboer en Ward Van Osta
Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail:
[email protected]
Ja, ik bestel … ex. van DE VLAAMSE GEMEENTENAMEN en betaal 29,95 euro/ex.* Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten. Aanbod geldig tot eind septermber Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht. Check voor actuele prijzen www.politeia.be.
Datum en handtekening
NORA VAN MEEUWEN DE-LOKAAL
Openbaar vervoer naar de maan
E
en priester en een buschauffeur komen samen aan de hemelpoort. De priester vliegt naar het vagevuur, terwijl de chauffeur direct de hemel binnen mag. ‘Maar, Sint-Pieter!’ protesteert de priester. ‘Ik heb mijn hele leven aan God en Kerk gewijd.’ ‘Weet ik wel,’ antwoordt de heilige. ‘Maar deze man heeft zijn hele leven een bus bestuurd, en zodra hij vertrok, begonnen alle passagiers te bidden.’ Aan dat Mexicaanse mopje moest ik afgelopen zondag op de bus naar huis denken. Het leek wel een rondje in een kermisattractie. Maar reizen met het openbaar vervoer is zeker niet altijd zo avontuurlijk, en u zult me al helemaal niet horen beweren dat het naar de maan is. Het rijdt wel naar de maan, en er voorbij zelfs. Dat overtreft veruit de prestaties van de Gentse tram waarmee je tot in Moscou geraakt. Ik neem heel dikwijls de bus naar de maan, en wel voor het minimumtarief van vijf en een halve peso (0,33 euro). Het lijkt weinig, maar wie het minimumloon verdient en elke dag twee bussen moet nemen om op zijn werk te komen en twee om weer thuis te geraken, is al ruim een derde van zijn salaris kwijt. Abonnementen bestaan niet, en als je aan iemand het principe van tienrittenkaarten uitlegt, begint hij over zijn hele gezicht te stralen over zoveel Europese inventiviteit. In Mexico Stad heeft de herlaadbare kaart voor metro en trolleybus wel al haar intrede gedaan, maar voordeeltarieven zijn daar niet aan verbonden. Het openbaar vervoer is er wel een pak goedkoper dan in andere steden en toch maken de beruchte wrakkige busjes stilaan plaats voor degelijk vervoer. Dat hebben de hoofdstedelingen te danken aan hun bestuur dat wel heel pragmatisch en met wisselend succes probeert het waanzinnige autoverkeer via ringwegen met twee verdiepingen te kanaliseren,
maar ook heel consequent en doordacht op openbaar vervoer inzet. Hier zijn we nog niet zo ver. Een enkele ecosoof doet in de krant geregeld een oproep voor een grote tramlijn op de hoofdassen, maar verder dan het willen kopiëren van een tweede verdieping op een van de invalswegen – onze eigenste Lange Wapper – heeft ons bestuur nog niet gedacht. Maar ja, de overheid beslist over de tarieven en verstrekt de concessies, maar in feite is het openbaar vervoer hier puur privé. Het is een onoverzichtelijk stelsel van lijnen met nummers en bordjes die je wegwijs moeten maken, want als er op bus 2 bijvoorbeeld geen bordje achter de voorruit hangt met de melding dat ze langs de Tunnel rijdt, dan geraak ik wel aan de andere kant van de maan, maar niet thuis. Ik heb me laten vertellen dat dit historisch zo gegroeid is, en omdat er in het staatje Morelos maar liefst vijfhonderd erkende organisaties voor openbaar vervoer bestaan, is de kans op een grondige herstructurering gering. Elk jaar voeren buschauffeurs en vervoermaatschappijen een noeste strijd met de overheid om de tarieven te mogen optrekken. Om de zoveel jaar lukt dat, in ruil voor vurige beloften over verbetering van de service en vernieuwing van het bussenbestand. Voor het eerst zie ik daar enig schoorvoetend resultaat van. Bussen met gaten in de vloer behoren al tot het verleden en in sommige bussen hangt een mededeling dat ze in een ‘cyclus van vervanging’ zitten. Wellicht is de nieuwe bus besteld maar nog niet geleverd, of anders is het gewoon een truc om zonder gezeur van passagiers met doorgezakte bankjes en gebarsten ruiten te blijven rondrijden. Een deel van het bussenbestand is inderdaad nieuw, netjes, comfortabel, met dezelfde onbegraffiteerbare stof-
fering op de stoeltjes die u als De Lijnreiziger beslist bekend zou voorkomen. Soms is er tussen de rijen zelfs voldoende ruimte voor Europese benen. Een hele vooruitgang. Géén vooruitgang vind ik dan weer dat een deel van de bussen, zelfs op de drukste lijnen, vervangen is door minibusjes. De normale acht passagiersplaatsen zijn vakkundig vervangen door een creatieve kronkel van bankjes waarop vijftien tot zelfs negentien volwassenen plaats zouden moeten vinden – eventueel met kroost, boodschappentassen en bagage. Neen, levende kalkoenen worden hier niet per bus vervoerd. Wat gelukkig niet ten prooi gevallen is aan de moderniteit is de persoonlijke touch: altaartjes voor de Maagd van Guadalupe, beesten van Sesamstraat, stripachtige verzoeken om niet te spuwen, educatieve overpeinzingen op rijm, van bloed druipende gekruisigde christussen, een gepersonaliseerde stoel, een oude schoen aan een touwtje als talisman aan het plafond, een versierde versnellingspook, of gehaakte gordijntjes in en om hun werkplek, het komt allemaal voor. En wat zou Mexico zijn zonder lawaai? Soms staat gewoon de radio op, zodat je tijdens de rit op de hoogte blijft van het nieuws, de hits en de opinie van Fernando Modaal, maar puur muziek kan ook. Smachtende smartlappen zijn hier heel populair. Tijdens één rit hoor ik gemakkelijk een achttal heren bezwijken aan liefdeskommer. Ik luister met de glimlach naar deze rijdende poëzie, en geef er veruit de voorkeur aan boven het alternatief: de discotheek op wielen, soms inclusief knipperende lichtjes, die mijn trommelvliezen doet trillen en maakt dat ik duizelig en doof mijn eerste stap op de maan zet. Zolang ik niet bij Sint-Pieter aankom, valt zelfs dat trouwens nog wel mee. 16 september 2010 LOKAAL 15
daniel geeraerts
forum interne staatshervorming
Een lichtgroen boek Het Groenboek Interne Staatshervorming tekent een nuttig kader maar de manier waarop dit nu is ingevuld, zal ervoor zorgen dat de stap van groen- naar witboek zelf voorwerp van strijd wordt. De Vlaamse regering zal sterk op haar interne consensus getoetst worden. Filip De Rynck
D
eigen belastingcapaciteit van de gemeenten. De figuren zijn scherp, de tekst is vaag en vermijdt harde criteria.
Figuren spreken, tekst zwijgt Het algemene deel van het Groenboek verwijst soms naar het buitenland voor de onderbouw van bepaalde stellingen. Die verwijzingen zijn zeer suggestief bijvoorbeeld voor wat de gewenste schaalgrootte van de gemeenten betreft of voor de te verhogen
Niet genoeg groen Van een groenboek verwacht ik dat het de mogelijke alternatieven schetst en onderling afweegt om dan in een witboek een keuze te maken. Dit Groenboek is in zijn inkleuring een ambigu werkstuk. Dat komt vooreerst omdat het Regeerakkoord niet meer ter discussie kon staan: dat geldt in het bijzonder voor het grondgebonden profiel van het provinciebestuur. Ten tweede: het Groenboek schetst voor belangrijke dossiers geen alternatieven of is daarin niet volledig. Het Groenboek kiest duidelijk voor grotere gemeenten en de fusie is daarvoor, in principe, het belangrijkste instrument. In de tekst is evenwel sprake van ofwel een algemene opgelegde fusie over heel het land, ofwel een volledig vrijwillige fusie. Het meer selectieve alternatief van een scenario van een beperkt aantal fusies op maat per regio komt niet aan bod en is niet als
e uitgangspunten van het Groenboek Interne Staatshervorming dat in juli werd gepresenteerd, zijn helder. Het versterken van de bestuurskracht van de gemeenten staat centraal. Er is betere controle op, meer vrijheid voor en sanering van de intergemeentelijke verbanden nodig. Vlaanderen moet meer organisatorisch maatwerk per regio toestaan in plaats van de vaak van bovenaf opgelegde interbestuurlijke vormen. De provinciebesturen krijgen een gesloten taakstelling. De omgangsvormen tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen moeten omslaan naar meer vertrouwen, meer op resultaat gericht zijn, meer maatwerk mogelijk maken. Ik bundel mijn commentaar in enkele thema’s.
16 LOKAAL 16 september 2010
taakstelling vervat in de voorgestelde regioscreening. Dat vind ik zeker een gemiste kans: het debat daarover zou per regio via het overigens nuttige instrument van de regioscreening kunnen worden ingeleid. In de tekst is sprake van meer aandacht voor de steden en voor stadsregio’s (beide hangen trouwens sterk samen) maar verder wordt daar niets meer mee gedaan: welke alternatieve scenario’s zijn denkbaar? De tekst heeft het over herziening van financieringsstromen maar schetst ook daarvoor geen alternatieven. Het Groenboek kondigt wel aan tegen december beslissingen te nemen inzake de problematiek van de financieringsstromen, wat volgens mij onhaalbaar is. En tot slot: voor andere dossiers, met name in het sectorale deel, is de tekst dan al erg witboekachtig en lijken keuzes al gemaakt. Het Groenboek is niet groen genoeg.
grondgebonden kerntaken en merkt een geoefende lezer dat de Vlaamse regering net voor dit domein eigenlijk van de provincies af wil. Dat maakt het Groenboek wel bijzonder halfslachtig: geen mobiliserende en wervende omschrijving van de provinciale kerntaken, een wel erg scherpe omschrijving van wat niet meer kan en in het tekstonderdeel dat net over grondgebonden taken gaat wordt de basistekst en -keuze van het eigen Groenboek zelfs tegengesproken. Ik vrees dat de condities voor verandering hierdoor al zeer grondig zijn gehypothekeerd. Intergemeentelijk is gemeentelijk Het Groenboek is vooral uitgewerkt om de bestuurlijke verrommeling tussen gemeenten en het Vlaamse niveau tegen te gaan. Ik vind het een goed uitgangspunt dat de gemeenten verantwoordelijk zijn en nog sterker worden voor de kwaliteit van hun intergemeentelijke samenwerking. Het Groenboek legt de verantwoordelijkheid voor de sanering op de eerste plaats bij de gemeenten en pleit voor versterking van de gemeenten. Dat lijkt me een gezond en subsidiair uitgangspunt.
Grijs provinciaal profiel In het Regeerakkoord stond al de keuze om de kerntaken van de provincies te beperken tot grondgebonden taken. In het Groenboek wordt dat herhaald maar dit toch erg essenFilip De Rynck: tiële onderdeel blijft op hetzelfde zeer algemene niveau als het Regeerakkoord. Van een ‘Het is een goed uitgangspunt dat Groenboek mag je toch veel meer verwachten, minstens dat het de problematiek verheldert. de gemeenten verantwoordelijk Op dit punt zorgt het Groenboek voor nog meer mist en dus ook voor misverstanden. zijn voor de kwaliteit van hun Het blijft erg onduidelijk wat wordt bedoeld met grondgebonden taken. Het gevolg is dat intergemeentelijke samenwerking.’ van het provinciale profiel weinig bezieling uitgaat en dat is voor de provinciebesturen een weinig mobiliserende benadering. Een verandering realiHet Groenboek kiest hier zelf al voor restauratie: private partners seren op basis van een eerder negatief of vaag project lukt niet, zouden terug in intercommunales mogen zetelen; meervoudige al zeker niet in dit zo gevoelige dossier. Het Groenboek is dus taken zouden terug kunnen (wat nu eigenlijk ook nog kan). Het heel erg vaag voor de provinciale kerntaken maar wel heel erg is wel onduidelijk of dit ook betekent dat opdrachthoudende witboek voor het afstoten van taken (cultuur, welzijn, onderwijs). en dienstverlenende opdrachten weer in één intergemeentelijk Of dat voor het onderwijs juridisch wel kan, is bovendien nog verband zouden gecombineerd mogen worden. Maar dat de mimaar de voorafgaande grondwettelijke vraag. nister het decreet van 2001 wil bijsturen, is zeker positief. Hoe dan ook: de Vlaamse regering kiest voor een gesloten taakstelling op alle vlakken, ook voor de grondgebonden taken uiterIs ‘intergemeentelijk’ een ‘niveau’ ? aard. Of die totale geslotenheid zonder meer nu grondwettelijk Het Groenboek pleit voor zoveel mogelijk identieke regio’s voor kan, is weer een onderliggende vraag die eerder de federale rede bundeling van intergemeentelijke en interbestuurlijke verbangeringsvorming dan de Vlaamse regering raakt. den. Positief is dat het Groenboek zo de regionale factor voluit Doorheen het hele Groenboek krijg ik de indruk dat de Vlaamerkent als een niveau van afstemming; als een niveau ook dat se regering intern verdeeld is en dat leidt tot deze ambigue opsteeds meer relevant wordt. En een zekere sanering is zeker nostelling over de provincies. Dat is niet nieuw, het kenmerkt alle dig, alleen geloven we niet dat een vaste schaal voor alle verbanvoorgaande hervormingen en verklaart ook het immobilisme den kan worden gebruikt, zoals het Groenboek nogal absoluut waarin al die andere pogingen tot interne staatshervorming zijn vooropstelt. In Nederland is dat vruchteloos geprobeerd. verzand. Het Groenboek is onduidelijk en verwarrend over de finaliteit Geen wonder dus en begrijpelijk dat de provinciale weerstand van intergemeentelijke samenwerking: soms wordt geopperd meteen erg fel is en dat ook veel mensen in het veld zich afvragen dat bepaalde bevoegdheden naar deze samenwerkingsvormen of net het beheer van bepaalde bovenlokale instellingen niet de moeten worden verschoven (alsof dat dus een echt bestuursniop maat gemaakte taak voor de provincies zou kunnen zijn, waar veaus is), terwijl wellicht, volgens de filosofie van het Groenhet Groenboek ook over spreekt. boek zelf, bedoeld wordt dat deze taken eerst naar gemeenten Tot overmaat van onduidelijkheid heeft de sectorale insteek vanmoeten die vervolgens kunnen beslissen of ze daarvoor willen uit ruimtelijke ordening het helemaal niet over de provinciale samenwerken. Vervolgens geeft het Groenboek aan dat ook
stefan dewickere
Het Groenboek is heel erg witboek voor het afstoten van provinciale taken zoals cultuur.
LOKALE RAAD ?
Heb ik als werknemer in de privésector recht op politiek verlof? (2)
!
In het vorige nummer van Lokaal zetten we de algemene principes van politiek verlof in de privésector al uiteen. Omdat over één deelaspect van dit politieke verlof veel vragen leven, gaan we daar in deze aparte Lokale Raad op in. De terugvorderingsprocedure voor raadsleden is niet alleen uniek, ze blijkt ook niet altijd op dezelfde manier te worden toegepast.
Sector We vertelden al dat een gemeente- of OCMW-raadslid dat in de privésector werkt, afhankelijk van het aantal inwoners in zijn gemeente per maand doorgaans een halve (minder dan 10.000) of een hele dag (vanaf 10.000) politiek verlof heeft. Leden van het vaste bureau van het OCMW en districtsraadsleden hebben een iets gunstiger regeling. Dat is een groot verschil met de openbare sector (lokaal, Vlaams of federaal), waar raadsleden altijd een dienstvrijstelling van twee dagen per maand krijgen. Meer politiek verlof dus voor gewone raadsleden, maar fundamenteel is vooral dat ook de financiële behandeling sterk verschilt. Daarenboven kunnen personeelsleden bij de overheid nog bijkomende dagen onbetaald politiek verlof nemen. Terugvordering loon Raadsleden die in de openbare sector
werken, worden tijdens hun dienstvrijstelling van twee dagen per maand gewoon doorbetaald. Dat is in principe ook zo voor raadsleden in de privésector. Maar hier zit een serieuze angel in. De werkgever in de privésector heeft het recht om het gederfde loon terug te vorderen bij het openbare bestuur waar de betrokkene zijn mandaat uitoefent. In principe kan hij dit om de drie maanden doen. Hij moet hiervoor een wettelijk bepaald model van aangifte van schuldvordering gebruiken, vergezeld van de nodige bewijsstukken, zodat het bestuur de juistheid van de gegevens kan nagaan. Het bestuur kan bijkomende informatie vragen. Het teruggevorderde bedrag stemt overeen met het brutoloon vermeerderd met de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid die de werkgever tijdens de dagen van politiek verlof aan de betrokkene betaalde. Belangrijk is wel dat dit bedrag niet meer mag bedragen dan de wettelijke loongrens, momenteel 142,0397 euro per werkdag. Problematischer wordt het bij de volgende fase. Het bestuur kan immers op zijn beurt (jaarlijks en aangetekend) terugvorderen bij de betrokkene, maar dan beperkt tot de helft van het bedrag dat de betrokkene tijdens het afgelopen jaar aan presentiegelden heeft ontvangen. De betrokkene moet dan binnen twee maanden terugbetalen. Niet elk bestuur is echter geneigd dit te doen, vaak omdat het deze hele regeling onrechtvaardig (en een discriminatie tegenover andere sectoren) vindt. Het is echter niet helemaal duidelijk of het bestuur hierover vrij kan beslissen. De wetgeving lijkt immers weinig ruimte voor interpretatie te laten (‘vordert … terug’). Over dit onderwerp zijn al verschillende parlementaire vragen gesteld. Enkele van de antwoorden laten echter ruimte voor een vrije beslissing van het bestuur (‘mogelijkheid… terug te vorderen’). Het bestuur kan volgens ons dus beslissen om niet terug te vorderen, indien het dit billijk acht. Belangrijk is dan wel dat de beslissing algemeen geldt. Het gaat immers niet op om bij de ene mandataris terug te vorderen en bij de andere niet. Het lijkt daarom aangewezen hierover duidelijke spelregels vast te leggen in een apart raadsbesluit. Op die manier weet ook iedereen waar hij aan toe is. Wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat. Inforumnummer 2321 Zie ook de uitvoeringsbesluiten: de KB’s van 22 februari 1977 en van 31 mei 1977, en het MB van 5 september 1977. Inforumnummers 23247, 23262 en 23251 Stel uw vraag over het statuut van de mandataris aan
[email protected]
18 LOKAAL 16 september 2010
forum interne staatshervorming
interbestuurlijke verbanden (zoals Resoc, SEL’s, Regionale Landschappen,,…) naar het intergemeentelijke ‘niveau’ zouden kunnen worden overgedragen. Hier speelt dan vooreerst het probleem van flexibiliteit van schaal die voor sommige taken zeker nodig is. Maar nog belangrijker is dat het intergemeentelijke niveau hier wordt opgeladen met ook toegewezen taken door de Vlaamse overheid. Dat verandert de status van de vrijwillige intergemeentelijke samenwerkingsverbanden dan wel grondig en dat wordt dan een echt ‘niveau’. Het lijkt mij dat net op dit punt en daarom beter over regiobesturen wordt gepraat. Maar dat verband wordt in het Groenboek zelf niet gelegd. Een sectorale ratjetoe Het geheel van de sectorale voorstellen oogt bijzonder disparaat op het vlak van de uitwerking, naar kwaliteit en in diepgang. Uit dat geheel komt vooral de vraag waar de interne staatshervorming eindigt: er is sprake van ‘rationalisering van gemeentelijke belastingen’, van ‘de uitbouw van een dienst voor vastgoedakten; van ‘binnengemeentelijke belas-
Deze al moeilijke operatie wordt nodeloos bezwaard met een ratjetoe van administratieve hervormingen. tingdifferentiatie’; van ‘herstructurering van het agentschap Toerisme’,… Zo wordt deze al moeilijke operatie nodeloos bezwaard met een ratjetoe van administratieve hervormingen en gaat de scherpte uit het veranderingstraject. In het sectorale deel staat een wat verborgen insteek over de rol van de gouverneur (als regisseur voor grote projecten; als coördinator van Vlaamse buitendiensten). Dat is een interessant spoor dat los staat van de discussie over de provinciebesturen. Maar je verwacht dergelijke toch niet onbelangrijke profielveranderingen dan wel in het algemene gedeelte van het Groenboek. Hetzelfde geldt voor de stadsregio’s: in het onderdeel ruimtelijke ordening is wel sprake van de mogelijke creatie van ‘stadsregio’s, waar de Vlaamse overheid eventueel bevoegdheden zou kunnen aan toekennen.’ Dat blijft allemaal wel nog erg voorzichtig en voorwaardelijk, maar dat past dan toch ook eerder in het algemene gedeelte en moet niet via de zijingang van een sectorale insteek in het Groenboek geloodst worden. Het Groenboek tekent een nuttig kader maar de manier waarop dit nu is ingevuld, zal ervoor zorgen dat de stap van groennaar witboek zelf voorwerp van strijd wordt. De Vlaamse regering zal sterk op haar interne consensus getoetst worden. Is dit Groenboek meer dan het werk van één minister ? Niet alleen op federaal niveau kan de staatshervorming voor impasses zorgen. Filip De Rynck is hoogleraar bestuurskunde aan de Hogeschool van Gent en docent bestuurskunde aan de Universiteit Antwerpen
AQUARAMA
SALON PROFESSIONNEL
DE LA TECHNOLOGIE DE L’EAU
2010
WORKSHOP TNAV
AQUARAMA 2010
AQUARAMA
VAKBEURS
Baanbrekende BlackBerry-oplossing voor Politiezones, Steden en Gemeenten.
VOOR WATERTECHNOLOGIE
Veldwerk en administratie integreren in het kantoor.
2010
Verbeterde nauwkeurigheid dankzij toegang op afstand tot politietoepassingen.
WORKSHOP TNAV
Administratieve tijdswinst van 20 minuten per politieverslag.
AQUARAMA
VAKBEURS/SALON
Gebruiksvriendelijke oplossing. Krachtig ingebouwd beveiligingssysteem.
VOOR WATERTECHNOLOGIE / DE LA TECHNOLOGIE DE L’EAU
Mogelijke toepassingen: G.A.S., O.I., Briefing tool, GEO Tagging, en nog veel mee…
2010
WORKSHOP TNAV
NEKKERHAL MECHELEN
WO. 17 NOVEMBER 2010
AQUARAMA TRADE FAIR FOR WATER TECHNOLOGY
Voor meer informatie of een presentatie:
[email protected] Project in samenwerking met de Politiezone RIHO.
VAN VAN 10U00 10U00 TOT TOT 18U00 18U00 II MET MET TNAV TNAV WORKSHOP WORKSHOP II MEER MEER DAN DAN 80 80 EXPOSANTEN EXPOSANTEN
REGISTREER U ALS BEZOEKER OP WWW.AQUARAMA.BE EN WIN DE MILIEU-INVESTERINGSCHEQUE T.W.V. € 1500
2010
WORKSHOP TNAV
25-08-2010 15:05:21
Erkenningsnummers : Brussel B-AA05.034 - Vlaanderen : VG.163.BUOP - Walloniê : W.INT/SO/RS/RE.22
AQ_Vakbeurs_2010_LOK.indd 1
16 september 2010 LOKAAL 19
DE RAAD van brasschaat
De pers goed gebrieft 26 augustus, donderdagavond half negen. Midden in de raadzaal legt Goele Fonteyn (N-VA) de eed af als raadslid. Haar CD&V-voorganger op de kartellijst werkt sinds kort bij de gemeente, zijn taak is onverenigbaar met het mandaat dat hij bekleedde. Na een kort applaus schorst gemeenteraadsvoorzitter Fons Van Aperen (Open VLD) de raad om het voorzitterschap door te geven aan burgemeester Dirk de Kort (CD&V) voor de politieraad. De politiecommissaris geeft verslag van de maanden juni en juli maar vertelt er ook bij dat ze het vooropgestelde aantal snelheidscontroles voor het hele jaar al hebben behaald. Oppositieraadslid Hugo Dirks (SP.A) vraagt zich hardop af of de commissaris nu op zijn lauweren gaat rusten: ‘Dat kan ik me namelijk niet voorstellen.’ Van de burgemeester krijgt de
20 LOKAAL 16 september 2010
commissaris daarna lof voor het vatten van ontvoerders, van oppositieraadslid Wim Van der Steen (SLP) dank voor de goede opvang na zijn woningbrand. Oppositieraadslid Steven Broos (SLP) vindt het niet prettig dat een welbepaald groepje Brasschaatse tieners in een slecht daglicht komt te staan bij een graffitifoto in het politieverslag, terwijl het precies jongeren van buiten de gemeente waren die op die plek de muur hadden bespoten. Omdat er voor tieners weinig hangplekken zijn, wil schepen van Jeugd Kris Geysen (CD&V) met de werkgroep Speelruimte kijken wat hij kan doen. Burgemeester Dirk de Kort was samen met de burgemeesters en schepenen van Jeugd van de buurgemeenten en een medewerker van het kabinet van minister Pascal Smet daags tevoren op T-day, een evenement
STEFAN DEWICKERE
de plannen voor de uitbreiding van het clublokaal binnen zijn. Voor de toegankelijkheid van het gebied wordt ook nog een RUP opgesteld dat samen met de Gecoro wordt verfijnd. Vlak bij het golfterrein heeft de gemeente grond verkocht aan de socialewoningmaatschappij De Voorkempen. Die maatschappij mag in twee fases betalen, eerst drie miljoen euro voor het gebied waar ze huurwoningen zal bouwen, de volgende vijf miljoen euro voor de sociale kavels en koopwoningen volgend jaar. ‘Dat was de enige manier waarop De Voorkempen de grond kon verwerven zonder dat ze er zelf aan ten onder zou gaan,’ besluit de Kort. Maar één keer tijdens de hele zitting komt er een opmerking van de rechterkant van de zaal. De nieuwe CD&V-fractieleider Francis Germain merkt op dat voor de prijs van alle studies die in deze beleidsperiode werden besteld een specialist op het gemeentehuis had kunnen worden aangeworven: ‘En dan hadden we ook in de toekomst die knowhow zelf in huis gehad.’ Over de huurovereenkomst van een onderdeel van de gemeenteschool aan een vrij initiatief zijn er persoonlijke vragen die uitgesteld worden naar de besloten zitting waar ook nog enkele personeelszaken worden besproken.
voor 3500 tieners uit de omgeving: ‘Daar hebben we dat probleem ook besproken en de medewerker van Pascal Smet vertelde dat er wordt onderzocht hoe er initiatieven – zeg maar subsidies – konden komen om deze groep jongeren te ondersteunen.’ Daarna bedankt hij Dirks uitdrukkelijk omdat een SP.A’er uit Brussel naar de Noorderkempen kwam afgezakt. Na een kwartier politieraad gaat de gemeenteraad voort onder voorzitterschap van Fons Van Aperen. Over de punten ter kennisgeving geeft hij een woordje uitleg. Zijn er opmerkingen of vragen vanuit de oppositie, dan verschaft de verantwoordelijke schepen uitleg. Vooral bij de verlenging van de concessie voor het golfterrein tot 2018 zijn er enkele vragen. De voorzitter belooft een commissie bijeen te roepen zo gauw
Samen met de lokale perscorrespondent verlaat ik de perstribune, de andere correspondenten zijn elders activiteiten gaan verslaan na de uitvoerige persbriefing die twee uur voor de raadszitting begon. Normaal is de pers een halfuur voor het begin van de raadszitting welkom voor een briefing, maar bij de start van het nieuwe werkjaar wilde het Brasschaatse college de pers voorlichten over een hele resem dossiers: van de nieuwe fietsbereikbaarheidskaart die de schoolkinderen tijdens de eerste schooldagen ontvangen, het programma van de Dorpsdag op 5 september of de nieuwe fietsderny op 7 september tot een stand van zaken over de verkoop van woningen op het Molenveld. Ook hier licht elk van de acht schepenen uitgebreid de eigen dossiers toe. Berre Van Deuren legt uit welke vergunningen een bed & breakfast nu eigenlijk nodig heeft, nadat Dirk de Kort hierover een stand van zaken had gekregen in het Vlaamse Parlement. Schepen Jan Jambon komt nog net op tijd over van de onderhandelingen voor de federale regering om te vertellen dat Brasschaat een citymarketingplan laat opstellen. Brasschaat staat bekend om de villa’s en de Pfaffs maar de gemeente wil haar andere troeven ook beter uitspelen: het is leuk winkelen in Brasschaat en je kunt er in het groen vertoeven. Tijdens de persbriefing op de tweede verdieping van de brasserie d’ Oude Pastorie eten we een lekker slaatje. Het is broeierig warm maar de ramen moeten toe want onder een striemende regenvlaag is de soundcheck bezig van het covergroepje voor de zomerse donderdagavond. Ook tijdens het optreden valt de regen met bakken uit de lucht. Maar een paar jongeren luisteren naar de mooie uitvoering van Little Lion Man van Mumford and sons als ik om half tien de raadzaal aan de andere kant van het pleintje verlaat. I MvB
16 september 2010 LOKAAL 21
VG.1246/BUOSAP - B-C07.002 - W.INT.RE.RS.SO.148 - DC: 40103
recruitment, search & selection. Ascento is een divisie van t-groep NV. Lid van
Meer jobs op
www.ascento.be
Ascento wil de maatschappij zo goed mogelijk weerspiegelen. Kandidaten worden geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht geslacht, leeftijd, afkomst of handicap.
d i e h k j i l e k n a g e o
Door de nieuwe design is binnenstappen in de werkwinkel een normale zaak voor iedereen die met vragen over werk, loopbaan of opleiding zit. Ook de werkplekken nodigen de bezoeker uit om zelf aan de slag te gaan.
Leuven, 12 oktober en Gent, 19 oktober Studiedag: Naar een toegankelijke dienst- en hulpverlening Op deze twee studiedagen reikt de VVSG u inspiratie aan om concreet te werken aan de toegankelijkheid van uw dienst- en hulpverlening. Toegankelijkheid wordt daarbij breed benaderd. Het gaat zowel over de inrichting van gebouwen, de toegankelijkheid van het openbare domein, de organisatie van de loketwerking, de specifieke aandacht die bepaalde doelgroepen zoals ouderen of allochtonen vereisen als over de centrale rol van communicatie. Dit maakt de studiedag tot het ideale moment om over het muurtje te kijken en om de basis te leggen voor lokale acties in de verschillende diensten van OCMW- en gemeentebestuur. www.vvsg.be (kalender)
bart lasuy
special t
bart lasuy
SPECIAL toegankelijkheid Fysieke inrichting
Welkom in de werkwinkel Van bij hun oprichting waren de werkwinkels bedoeld als een plek waar iedereen terecht kon voor een omvangrijke service. Ze werden opgebouwd vanuit een principe van eenvoud: verschillende partnerorganisaties, waaronder doorgaans OCMW, PWA en VDAB, bieden er een integraal pakket aan van diensten en informatie over werk en opleiding. Eric De houwer
P
ublieke dienstverlening is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. Dit fenomeen hangt samen met de ontvoogding van de burger en de doorbraak van het klantgerichte denken. De burger, de klant en/of gebruiker verwacht vlotte en correcte dienstverlening, een aangename, vriendelijke houding, korte responstijden, een minimum aan administratieve rompslomp, toegankelijke, bereikbare locaties en flexibele uurregelingen maar zeker ook begrijpelijke informatie en interactieve communicatie. Het idee om de inrichting van de lokale werkwinkels te herbekijken, geraakte in een stroomversnelling na een toevallig bezoek aan een werkwinkel in het Nederlandse Den Bosch. Fysieke gelijkenis met onze werkwinkels was er amper te bespeuren, terwijl er toch dezelfde dienstverlening werd geleverd. Alles zag er anders uit: frisse, stralende kleuren, uitnodigende gesprekstafeltjes, een 24 LOKAAL 16 september 2010
voorraad verse jobs, netjes gerangschikt en aantrekkelijk gepresenteerd. Een open ruimte, vrij te belopen door de bezoekers, met her en der consulenten als aanspreekpunt. Een echt winkelconcept. Bovendien bleek uit het verhaal áchter de inrichting dat dit concept meer was dan een oefening in esthetica. Het strakke meubilair en de gedurfde kleuren waren slechts onderdelen van een bredere strategie. Schikking en inrichting van het interieur hadden een uitgesproken betekenis en een duidelijke boodschap: ‘Hier zorgen we voor werk. Degelijke banen. Van bedrijven met faam. Uit tal van sectoren. In de meest diverse disciplines.’ Er werd een sfeer gecreëerd die ver af stond van het klassieke afhandelen van administratieve formaliteiten. Toevallig kregen we op datzelfde moment vanuit de werkwinkel Houthalen de vraag om te verhuizen naar een nieuwe locatie, waar de eigenaar van het pand bereid was
een architectenbureau onder de arm te nemen om de verbouwing inhoudelijk te begeleiden. We hebben hun ter inspiratie – niet ter imitatie – het voorbeeld uit Den Bosch getoond. We schetsten de activiteiten die in een werkwinkel plaatsvinden, de bezoekerservaring die we wensten te creëren, en we beschreven zorgvuldig de werkomstandigheden van de consulenten. Stilaan begonnen we ons te realiseren dat de fysieke context een interessant element was om het gedrag en de beleving van zowel bezoekers als medewerkers te beïnvloeden. Maar je moet jezelf wel een doel stellen. Je moet een precies beeld hebben van wat je wilt uitdrukken. In het geval van de werkwinkels was dat niet ver te zoeken. Toenmalig minister van Werk Frank Vandenbroucke schreef op dat moment aan een vernieuwd werkwinkelconcept. Daarin wordt gepleit voor een omslag naar een meer ‘klantgerichte dienstverlening’ waarbij zowel de inhoudelijke aspecten – wat wordt er aangeboden – als de manier waarop die gepresenteerd worden, aan bod kwamen. Besef en inzicht Lange tijd werden dienstverleningsruimtes uitsluitend ingericht vanuit de invalshoek van de eigen organisatie, als ging
De fysieke context is een interessant element om het gedrag en de beleving van zowel bezoekers als medewerkers te beïnvloeden.
het om het vullen van een ruimte met kantoormeubelen, al dan niet vertaald naar werkplekken voor een precies aantal medewerkers. Bezoekers waren veroordeeld tot een wachtruimte, een file bij een loket of een stoelenrij in de gang. In het nieuwe inrichtingsconcept werd dat: ‘Creëer een kader, exterieur en interieur, voor een positieve beleving van de dienstverlening, zowel bij bezoekers als bij medewerkers.’ Hoe hebben we het georganiseerd? We begonnen met de sleutelkenmerken op te sommen die we in een werkwinkellocatie tot leven wilden brengen. Dat werd geen compleet overzicht maar veeleer een korte, bruikbare lijst met trefwoorden: uitnodigend, toegankelijk, open, active-
ontwerpgids een levend instrument dat voortdurend groeit en evolueert. Oorzaak en vervolg In Houthalen maar ondertussen ook in Maasmechelen en Hoboken-Wilrijk is binnenstappen in de werkwinkel een normale zaak voor iedereen die met vragen over werk, loopbaan of opleiding zit. Werkwinkels worden nog te veel gepercipieerd als een verplichte verzamelplaats voor falende medemensen. Zolang bezoekers zich ongemakkelijk voelen als ze over de drempel stappen, weten we dat we onze doelstelling niet halen. Inrichting begint bij de buitenkant: het is de schil van de boodschap die binnen bevestiging en verduidelijking krijgt. Door een gedisciplineerd kleurgebruik, smaakvolle vormgeving, een weloverwogen schikking van het meubilair en een
‘Hier zorgen we voor werk. Degelijke banen. Van bedrijven met faam. Uit tal van sectoren. In de meest diverse disciplines.’ rend, ruimtebiedend, eenvoudig, vertrouwenwekkend. Voor de tweede stap, de doelstellingen in een plan van aanpak concretiseren, deden we een beroep op een architectenbureau. Zij hebben een aantal vrij eenvoudige maar doordachte principes, samen met illustraties van voorbeelden en toepassingen, netjes gebundeld in een ontwerpgids. Dat draaiboek wordt door de medewerkers van de dienst Gebouwen van de VDAB – bij een verbouwing treden zij meestal op als projectleider – als leidraad gehanteerd. Het draaiboek is ongetwijfeld de belangrijkste verwezenlijking van de veranderde aanpak. Het is echt een naslagwerk waarin zowel de verantwoordelijke van de betrokken locatie, de consulenten, als de projectleiders een antwoord vinden bij discussies over aankleding of indeling van ruimtes. Het spreekt voor zich dat een verhuizing of herinrichting voor de medewerkers serieuze veranderingen impliceert, iets wat soms weerstand oproept. Maar dwarsliggers en tegenwringers hebben niet noodzakelijk een negatieve impact: ze zorgen ervoor dat we kritisch blijven tegenover de eigen vanzelfsprekendheden en externe expertise. Op die manier wordt de
gerichte keuze van verlichting en materialen, ontstaat een andere beleving van het bezoek. Open en transparant, interactief, activerend-participerend, evenwaardig. Een aangenaam ogend exterieur en interieur realiseren is een relatief makkelijke operatie. Een al dan niet grootscheepse opfrissing van de locatie kan voor een positief halo-effect zorgen. De breuk met de gewone, klassieke kantooromgeving is zo ingrijpend dat dit zowel bij voorbijgangers, bezoekers als eigen medewerkers positieve reacties én verwachtingen oproept. En precies daar zit een mogelijke valstrik: de positieve indruk over de locatie en de inrichting ervan moet bevestiging krijgen in de dienstverlening, in het gedrag van zowel medewerkers als bezoekers. Ook de dienstverlening zelf moet dus goed doordacht zijn. Dat brengt ons bij het begrip servicedesign, een relatief nieuwe discipline die in de bedrijfswereld sterk aan belang wint. En zo krijgt ook ons verhaal ongetwijfeld nog een vervolg.
Tips uit het VDAB-draaiboek • Een goed zichtbare, uitnodigende ligging; makkelijk bereikbaar en herkenbaar. • Klantenfocus: het inkomsas, de zelfbedieningshoek, de onthaalruimte en balie, alles is ontworpen vanuit de invalshoek van de bezoekers. • Open en transparant: al voordat je de werkwinkel binnenstapt, krijg je een indruk van het aanwezige aanbod. De ruimte is open, bezoekers kunnen onmiddellijk terecht bij het onthaal, maar ze kunnen ook eigenhandig op zoek naar informatie. • Beweging: bezoekers worden niet veroordeeld tot een wachtzaaltje waar ze geduldig hun beurt moeten afwachten. Neen, een ruim gedeelte van de werkwinkel is ‘open ruimte’, vrij bewandelbaar voor cliënten en geïnteresseerde bezoekers. Met een gevarieerd aanbod aan uitgestalde vacatures en de mogelijkheid om werkgerelateerde informatie op te zoeken op de beschikbare internetsites. De klemtoon ligt op werk: almaar meer evolueert de werkwinkel van een plaats waar men zich administratief in regel stelt – veel van de bezoekers komen zich inschrijven als werkzoekende bij de VDAB – naar een locatie waar men terecht kan voor antwoorden en oplossingen. • Kleur: een opvallend facet van de vormgeving is het kleurgebruik. In het oog springende kleuren zorgen voor een frisse aanblik en extra aantrekkingskracht. Bovendien hebben ze een signaalfunctie: het kleuronderscheid helpt de bezoekers zich te oriënteren in de werkwinkel. • Zuinig met het uitstallen van informatie: rust en eenvoud komen de communicatie ten goede. • Design is geen doel op zich: inrichting en vormgeving zorgen voor een context die verwachtingen schept, gedrag ondersteunt en inspireert. Zowel bij bezoekers als bij medewerkers. • Een principe als ‘focus op werk’ moet je tot leven brengen met actuele, representatieve vacatures voor een breed publiek. De werkwinkel moet ook de interesse wekken van voorbijgangers, door bijvoorbeeld vacatures in de etalage te plaatsen. Het uitstalraam krijgt een dubbele functie: het wekt de interesse van voorbijgangers en het levert een doorkijk naar wat er in de winkel gebeurt. Van op straat ontstaat een band met wat er binnen gebeurt. Een bordje ‘vrije toegang’ of ‘iedereen welkom’ wordt dan overbodig.
Eric De Houwer is als medewerker van de VDAB werkzaam in de projectcel Werkwinkels 16 september 2010 LOKAAL 25
Eén aanspreekpunt zorgt voor toegankelijke welzijnsvoorzieningen Lokale besturen organiseren vele welzijnsvoorzieningen: kinderopvang, thuiszorgvoorzieningen, ouderenzorgvoorzieningen. De motivatie voor deze actieve rol vinden ze in het garanderen van toegankelijkheid van deze voorzieningen. Een abstract begrip? Lokaal maakt het concreet. Elke Vastiau
H
et toegankelijkheidsheidsconcept is een concretisering van de missie van de OCMW’s: ‘Eenieder in de mogelijkheid stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid’. Welzijnsvoorzieningen ondersteunen vanuit hun eigenheid de menselijke waardigheid, ze zorgen voor goede kinderopvang zodat ouders uit werken kunnen gaan zonder er zich zorgen over te moeten maken of hun kindje wel in goede handen achterblijft. Ouderen krijgen de zorg die ze nodig hebben zodat ze niet in mensonwaardige omstandigheden hoeven te leven. Op het vlak van welzijnsvoorzieningen is de rol van de lokale besturen tweeërlei. Het bekendst is de rol van aanbieder, maar almaar meer komt daar de rol van trekker binnen het lokaal sociaal beleid bij. Beide rollen zouden de toegankelijkheid van de voorzieningen moeten verhogen. Maar slaagt u voor de toegankelijk26 LOKAAL 16 september 2010
heidstoets? Dat kan alleen maar als de criteria vooraf vastliggen. Wetenschappers bogen zich over toegankelijkheid en kwamen tot de volgende criteria: beschikbaar, bruikbaar, betrouwbaar, begrijpbaar, bekend, bereikbaar, betaalbaar. Toets uzelf, maar vergeet de anderen niet Het bestaan van wachtlijsten duidt op een probleem van beschikbaarheid. Maar ook een tekort aan diversiteit in zorgvormen is dat. Zijn er bijvoorbeeld serviceflats in de gemeente, of moet een oudere van wie de woning onaangepast raakt door valrisico’s, maar meteen naar het woonzorgcentrum verhuizen? Kan een jonge ouder kiezen tussen een kinderdagverblijf en een onthaalouder, of mag hij al blij zijn dat er ergens plaats vrij is? Deze toets is in de eerste plaats gericht op uzelf: welk aanbod heeft uw lokaal bestuur? Maar u kunt deze toets ook opnemen in het kader van lokaal sociaal
beleid. Samen met de private aanbieders brengt u het aanbod in kaart en bekijkt u welke leemtes er zijn. En op basis daarvan maakt u uiteraard afspraken om die leemtes op te vullen. Afspraken over wachtlijstbeheer en doorverwijzen passen hier ook in. Onbruikbaar is ook onnodig Als de thuiszorgdiensten een vraag krijgen om het gras te maaien en de zorgvrager wordt ingeschakeld in de dienst voor gezinszorg is er misschien een probleem qua bruikbaarheid. Uiteraard moet dienstverlening bruikbaar zijn, onbruikbare dienstverlening is onnodig en hoeft er niet te zijn. Maar bruikbaarheid betekent ook dat de wensen van de cliënten niet alleen gedetecteerd, maar ook gerespecteerd worden. Onder dit criterium valt ook het wegwerken van (psychologische) drempels voor een bepaalde zorgvorm. Als een oudere bang is voor een woonzorgcentrum, is dat centrum niet echt bruikbaar voor die oudere. Het lokaal sociaal beleid zet zich daarom in om het aanbod te doen aansluiten bij de vragen van de gebruiker. Daarom voorziet het in vraagverduidelijking en samenwerking om een aanbod ter beschikking te stel-
stefan dewickere
SPECIAL toegankelijkheid welzijnsvoorzieningen
Door de vraag te verduidelijken kun je een aanbod bieden dat naadloos bij die vraag aansluit.
len dat bij die vraag past. Maar ook de verschillende projecten voor positieve beeldvorming van ouderenzorg passen hier. Politiek schept vertrouwen Gebruikers moeten ook vertrouwen hebben in de aanbieder: vertrouwen dat je kindje gezonde voeding zal krijgen of dat je voldoende incontinentiemateriaal ter beschikking zal hebben wanneer dat nodig is. Lokale besturen staan in voor voldoende kwaliteit en openheid. Onze structuren en eigenheden verplichten ons daartoe. Een OCMW-voorzitter kan het zich nu eenmaal politiek niet permitteren met slechte dienstverlening in de krant te komen. Zeg wat je wilt zeggen De vele regeltjes, de introductie van nieuwe terminologie – wie van de 90-plussers kent het woonzorgcentrum? – en het vakjargon: begrijpbaarheid is soms wel een knelpunt in de toegankelijkheid van
welzijnsvoorzieningen. Een probleem waar de vele aanbieders en lokaal sociaal beleid gemakkelijk iets aan kunnen doen. De bekendheid van dienstverlening sluit hierbij aan. Wat een rusthuis is, is bekend, maar wat een woonzorgcentrum doet? En wat is nu weer de taak van een logistieke dienst? Schoonmaken? Ah, maar zeg dat dan.
aanbod, vlak bij de cliënten is en blijft belangrijk, en niet alleen voor de groep ouderen van wie de mobiliteit nogal gauw in het gedrang komt. Het lokaal sociaal beleid streeft dan ook naar een aanbod dat fysiek, ruimtelijk en in de tijd toegankelijk is. Deze bereikbaarheid is trouwens niet alleen zeer letterlijk op te vatten, maar ook psy-
Bruikbaarheid betekent ook dat de wensen van de cliënten gerespecteerd worden. Als een oudere bang is voor een woonzorgcentrum, dan is dat niet echt bruikbaar voor die oudere. Gezond verstand in regelgeving Twintig kilometer rijden om je kindje naar de opvang te brengen als je op vijf kilometer van je voordeur werkt, is gekkenwerk. Bereikbare dienstverlening is in een samenleving met steeds meer mobiliteitsknooppunten niet te onderschatten qua belang. Een gedecentraliseerd
chologisch. Puur economisch gezien is het in de ouderenzorg aangewezen ouderen met soortgelijke zorgprofielen bijeen te brengen en op die plek aangepaste zorg te bieden. Maar omdat een mens meer is dan zijn beperkingen, wil een oudere ook nog eens bezoek krijgen van een vroegere buurvrouw, zijn dialect blijven horen, is
Herenthout maakt kinderopvang en opvoedingsondersteuning toegankelijk Het lokale bestuur van Herenthout heeft een eigen invulling gegeven aan het begrip sociaal huis in het Herenthuis. Alle dienstverlening wordt aangeboden vanuit zes loketten op vier sites. Drie loketten worden beheerd door het gemeentebestuur en drie door het OCMW. Een van die door het OCMW beheerde loketten is het loket Kids & Co. Via dit loket wil Herenthout op een erg laagdrempelige manier kinderopvang en opvoedingsondersteuning aanbieden als onderdeel van de dienstverlening van gemeente en OCMW. Kinderopvang en opvoedingsondersteuning samen aanbieden vertrekt van de redenering dat kinderopvang naast een economische en pedagogische functie ook een sociale functie heeft: het ondersteunt ouders in de opvoeding van hun kinderen. Zowel kinderopvang als opvoedingsondersteuning is een laagdrempelige basisdienst voor alle ouders. Voor kansarmen is opvoedingsondersteuning de aangewezen weg om de vicieuze cirkel van de kansarmoede te doorbreken. Ouders die zelf in een moeilijke situatie opgroeiden, zijn meestal vastbesloten hun kinderen een onbezorgde jeugd te geven. Ondanks de voornemens missen ze dikwijls pedagogische informatie, inzichten, ervaringen en ondersteuning om dit te kunnen realiseren. Juist de gebrekkige aanwezigheid van deze inzichten over hoe het leven tussen ouders en kinderen geleefd kan worden, doet deze gezinnen noodgedwongen teruggrijpen naar de voorbeelden uit hun moeilijke verleden. Maar ook is de drempel naar gespecialiseerde instellingen voor veel ouders te hoog. Bij specifieke groepen ouders bestaat dan weer een grote weerstand tegen professionele hulp en dienstverlening. Daarom bereik je alle ouders beter als je op hun directe leefsituatie aansluit en als je elke basisvoorziening de opvoedingsondersteunende taak op zich laat nemen.
Het lokale bestuur van Herenthout is er bovendien van overtuigd dat het OCMW het best geplaatst is om de rol van coördinator voor kinderopvang en opvoedingsondersteuning op te nemen, vooral met het oog op de participatie van alle kansengroepen. Het OCMW van Herenthout heeft de keuze gemaakt enerzijds een directe band te leggen tussen (budget)begeleiding door de sociale dienst en opvoedingsondersteuning en anderzijds opvoedingsondersteuning aan te bieden vanuit de buitenschoolse kinderopvang. Budgetbegeleiding is een werkvorm die veel hulpvragers aanspreekt omdat ze hun de kans geeft hun problemen met de middelen en capaciteiten waarover ze zelf beschikken, te lijf te gaan. Van de begeleidende maatschappelijk werker wordt gevraagd in dossiers waarbij kinderen betrokken zijn, oog te hebben voor de opvoedingssituatie. Op basis van deze ingesteldheid van zelfredzaamheid kan de begeleidende maatschappelijk werker de opvoeding van de kinderen bespreekbaar maken. Zo nodig zal de cliënt doorverwezen worden naar de budgetbegeleider, die verbonden is aan de Dienst Opvoedingsondersteuning binnen Kids & Co, waar aan de opvoeding gewerkt kan worden. Ann Lobijn
16 september 2010 LOKAAL 27
SPECIAL toegankelijkheid welzijnsvoorzieningen
het misschien wel leuk om in de laatste levensfase ook mensen tegen te komen met wie je nog in de kleuterklas hebt gezeten. En dat zegt niet alleen ons gezond verstand, ook het woonzorgdecreet legt woonzorgcentra op buurtgericht te werken. Het is ook niet toevallig dat dagverzorgingscentra een vervoerstaak krijgen. Kan de verzorgende van de dienst voor gezinszorg haar werk doen zonder rijbewijs? Dat lokale dienstencentra be-
die niet zullen kunnen betalen. Hoeveel ouders blijven niet thuis omdat ze menen dat de ‘winst’ die ze zullen maken door te gaan werken, toch maar naar de kinderopvang zal gaan? Dit zijn drempels die alleen maar weggewerkt kunnen worden door goede informatie en geschikte begeleiding, maar uiteraard ook door de dienstverlening inderdaad betaalbaar te houden. Het is een van de redenen waarom vele openbare woonzorgcentra hun
Puur economisch gezien is het aangewezen ouderen met soortgelijke zorgprofielen op één plek bijeen te brengen, maar een mens is meer dan zijn beperkingen, dus wil een oudere ook zelf bereikbaar blijven voor zijn oude omgeving. reikbaar en in de buurt ingebed zijn, is zo vanzelfsprekend dat we het haast zouden vergeten te vermelden. De betaalbaarheidsbalans Betaalbaarheid is een laatste element van toegankelijkheid. Voorzieningen van lokale besturen moeten immers oog hebben voor alle inwoners en kunnen de krenten niet uit de pap pikken. Betaalbaarheid is belangrijk met betrekking tot het inkomen, maar minstens even belangrijk is dat (vermeende) betaalbaarheid geen drempel is voor de keuze van aangepaste zorgverlening. Veel ouderen doen geen beroep op professionele dienstverlening omdat ze denken dat ze
dagprijs bewust lager houden dan de kostprijs. Op deze manier beïnvloeden de OCMW’s met bijna veertig procent van het aanbod de prijs en dus de betaalbaarheid van de hele sector. De betaalbaarheid voor de lokale gemeenschap is echter ook een factor die in de balans moet worden meegenomen. Lokale besturen wegen immers dagelijks de toegankelijkheid, de lokale tewerkstelling – ook voor de meer kwetsbare groepen – en het pluralisme af tegen de betaalbaarheid voor de lokale gemeenschap. Het komt er dus voor lokale besturen op aan extra kostenefficiënt te werken, om de toegankelijkheid van de lokale voorzieningen blijvend te garanderen.
Het burgerperspectief Uit de omgevingsanalyses van verschillende lokaal sociaal beleidsplannen en uit de ervaring van de VVSG in het begeleiden van besturen bij de opmaak van dit plan, kunnen we afleiden dat de vraag van de burger naar welzijnsvoorzieningen zeer duidelijk is. Het theoretische concept toegankelijkheid vertaalt de hulpzoekende burger in een concrete wens: een aanspreekpunt voor al wat met zorg te maken heeft (thuiszorg, residentieel, mantelzorg en premies) enerzijds en een aanspreekpunt voor al wat met kinderopvang te maken heeft. Dat laatste concept staat al in de conceptnota van het decreet kinderopvang. Ouderen vinden dit concept nog niet in regelgeving: nogal wat lokale besturen overwegen desondanks een uniek (ouderen)zorgloket te openen. Ze baseren zich daarvoor op de gegevens vanuit de participatie van de doelgroep van ouderen en mantelzorgers bij de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan. Dat aanspreekpunt is dan het liefst één persoon die de gebruiker begeleidt in het samenstellen van het zorgpakket dat hij nodig heeft. En vraag en aanbod op elkaar afstemmen, praten we daar niet al lang over? Lokale besturen hebben alle troeven in handen om dit ook op het terrein te doen. Elke Vastiau is coördinator VVSG-team welzijnsvoorzieningen en stafmedewerker ouderenzorg Met dank aan collega’s VVSG-stafmedewerkers Peter Sels, Liesbet Noé en Ann Lobijn voor hun bijdrage
ADVERTENTIE
Vorming voor professionals in de begeleiding van ouderen
Twee jaar studie, een dag les per week Start: donderdag 7 oktober 2010
Competente ouderen competent begeleiden door • samen te werken vanuit verschillende disciplines • bruggen te bouwen tussen ouderen, hun familie en dienstverleners
Waar? Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, Huart Hamoirlaan 136 te Schaarbeek Meer weten? www.hig.be of vraag de brochure:
[email protected] - tel 02 40 68 40
Een opleiding van de Hogeschool-Universiteit Brussel
banaba_lokaal_186x62.indd 1
28 LOKAAL 16 september 2010
25/08/2010 11:28:02
STEFAN DEWICKERE
SPECIAL toegankelijkheid CHARTER EN SCAN
Nooit meer : ‘Al onze toestellen zijn bezet…’ Het charter en de scan toegankelijke lokale dienst- en hulpverlening De burger verwacht altijd excellente en toegankelijke dienstverlening, ook van lokale besturen. De toegankelijkheid van de lokale dienstverlening is bovendien cruciaal in de strijd tegen sociale uitsluiting. Daarom riep de VVSG de gemeente- en OCMW-besturen op hier werk van te maken en het charter te ondertekenen. Peter Sels
S
tel u voor. U wilt nog even voordat u gaat werken naar het bankkantoor. ‘Open van 9 tot 12 en van 13 tot 16 uur’, leest u op de website, maar om vijf over negen is de deur nog dicht. Of u hebt een onduidelijke brief van de elektriciteitsmaatschappij gekregen met de aanmaning om dringend te betalen. U wilt hier enige toelichting bij. Drie keer probeert u het bedrijf te bellen, maar u krijgt steeds te horen dat alle toestellen bezet zijn. Herkenbaar? Zulke ervaringen beïnvloeden het imago van het betrokken bedrijf negatief. Ze wijzen ook op een weinig klantgerichte en weinig toegankelijke
dienstverlening. De kans is groot dat u uw ongenoegen bij vrienden en kennissen ventileert en zo ook hun beeld over de betrokken bedrijven kleurt. Na meer van dergelijke ervaringen trekt u vermoedelijk uw conclusies en u verandert van bank of elektriciteitsmaatschappij. Toegankelijke dienstverlening: belangrijke uitdaging De burger verwacht excellente, toegankelijke dienstverlening van bedrijven, maar evenzeer van overheden en van de nonprofitsector. Als hij klachten heeft kan hij niet van overheid veranderen, maar hij kan
zijn ontevredenheid wel uiten bij vrienden en kennissen of in het stemhokje. In België is de aandacht voor kwaliteit in de publieke dienstverlening sinds 24 november 1991 (‘Zwarte Zondag’) sterk geëvolueerd. Er ontstonden verschillende overheidsinitiatieven zoals het Handvest van de gebruiker van de openbare diensten (1992), een grondwetswijziging over de openbaarheid van bestuur (1993), een federale wet (1994) en een decreet openbaarheid van bestuur (1999, 2004), federale (1995) en Vlaamse (1998) ombudsdiensten en het decreet kwaliteitszorg in welzijnsvoorzieningen (1997, 2003). Tot slot hebben ook het Gemeente- en OCMW-decreet veel aandacht voor de roep naar betere dienst- en hulpverlening via de bepalingen over inspraak en participatie, ombudsdiensten en de verplichting om een systeem van klachtenbehandeling uit te werken. 16 september 2010 LOKAAL 29
SPECIAL toegankelijkheid CHARTER EN SCAN
ankelijke g e to n e e r o o v r Charte ulpverlening h n e ts n ie d le a lok langrijk. dienstverlening be vinden een goede
Aandacht voor dienstverlening van goede kwaliteit is voor lokale besturen cruciaal. Zij zijn immers de meest burgernabije overheid en bovendien de overheid die het grootste vertrouwen geniet bij de burger. Daarnaast leveren lokale besturen zelf veel diensten en vormen ze ook het aanspreekpunt voor de burger voor allerlei diensten van andere overheden en organisaties. Ze bevinden zich dus in een unieke positie om de dienst- en hulpverlening toegankelijker te maken en op die manier bij te dragen aan de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. Daarom roept de VVSG de besturen op werk te maken van een zo toegankelijk mogelijk aanbod en dat engagement ook kenbaar te maken via het charter toegankelijke lokale dienst- en hulpverlening. Indien de sector van de lokale besturen dit charter massaal onderschrijft en er ook werk van maakt, zal dat het imago van lokale besturen nog verbeteren. Mogelijk kan het ook de erkenning van hun unieke positie door andere overheden en instellingen vergroten.
t OCMW van De gemeente en he nderen: het volgende gara u ij w en stverlening ill w om Daar nnen wij u de dien ku zo l ke En . en eften te leren kenn ngen om uw beho ni an sp in en do ij eet waar u met uw 1. W d kent en dat u w g hebt. ie di eb no dg u e on di gr t n he de ie aanb stverlening op naar dat u de dien voor u en of het 2. Wij streven er ning bruikbaar is t kunt. rle ch ve re st te en em di le le ob ka pr lo vraag of idige aanbod van lmatig na of het hu ge re nodig on an ga ij W 3. stverlening. Indien achtingen. en rw di ve ze uw on n n aa va t m en mak leem vormt. tegemoet ko inderen gebruik te kostprijs een prob rh de ve ie et w ni or u vo ag en m en brengen 4. De kostprijs verlenen aan dieg reikbaar zijn. Wij en be u nn ku or n vo e eu di st e en w ts derzoeken we of ganiseren op plaa enstverlening te or di ze on en ht ac tr momenten en op en haalbaar. 5. Wij op verschillende bij u indien nodig t en to ed bi ng ni te n rle aa ve st ng de dien dienstverleni g vormen. anningen om onze geen belemmerin u or vo lf het antwoord en ur gs 6. Wij doen insp in dat open ijk is of als wij ze zo el id n, re du ie on an g m aa vr de verschillen lpen, ook als uw steeds verder te he u en er de dienstob pr ij W 7. n deze enkel om u ke ui br ge ij w r aa niet kennen. ns van u nodig, m rsoonlijke gegeve pe ak va en ren uw privacy. bb he ij g van uw vraag. 8. W hebt. Wij respecte g di no u e arante behandelin di sp n an re tr ve le en te ge di ng ni un digen wij u uit om verle desk elle, vriendelijke, gen voldoet, dan no sn in n ht ee ac ar rw na ve n uw ve n re achtenprocedure, niet aa 9. Wij st verwijzing naar kl ng in de gemeente s, ni re rle ad ve st st po en , di es dr de mer, maila 10. Indien kaal telefoonnum r op website) dit melden via ... (lo meldingsformulie ar na k in , l an m ombuds ’, contactgegevens brochure ‘ de in u t nd vi r te ar . tekenis van dit ch de inhoud en de be er ov site ie eb w at le rm ra fo nt in Meer , op ce r bij arter in gratis verkrijgbaa tregelen om dit ch aa m er ov d aa -r toegankelijkheid meente- en OCMW s jaar beslist de ge die wij zetten om de n ze pe de ap st om l de aa n m va n Minstens éé u op de hoogte maken. Wij houden de praktijk waar te . ning te verbeteren van de dienstverle
Louter een PR-stunt? De pertinente cijfers betreffende ongelijkheid, onderbescherming, armoede en sociale uitsluiting in Vlaanderen drukken op de noodzaak om aan integraal toegankelijke dienst- en hulpverlening te werken. Dit concept van integrale r uu st Voor het lokale be toegankelijkheid vertrekt er, itt van de basisvoorwaarden rz oo -v W M OC De voor een maatschappelijke De burgemeester, dienstverlening die adequaat wil aansluiten bij concrete probleemsituaties zoals , ris ta re ec -s De OCMW professor Maria Bouvertaris, ne-De Bie ze in 2005 forDe gemeentesecre muleerde. Integrale toegankelijkheid gaat over de zeven B’s: bekendeid en Gezin dh heid, begrijpbaarheid, on ez sg lk Vo , elzijn id, departement W he bruikbaarheid, bereiker ov se m aa Vl met de In samenwerking baarheid, beschikbaarheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de dienst- en hulpverlening. Werken aan een toegankelijke
30 LOKAAL 16 september 2010
dienst- en hulpverlening vereist op lokaal niveau een optimale loketintegratie en -inbedding, effectieve communicatie, meer proactief handelen en structurele aandacht voor klantenparticipatie. De VVSG en minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen lanceerden het charter toegankelijke lokale dienst- en hulpverlening op de VVSG-trefdag op 6 mei in Gent. Dit charter is een intentieverklaring over de basisprincipes van toegankelijke dienst- en hulpverlening in de gemeente, zoals vervat in de zeven B’s. In het charter werden ze vertaald in tien engagementen. Lokale besturen werden op de trefdag uitgenodigd zich te engageren om deze principes in de praktijk te brengen en het charter te ondertekenen en bekend te maken bij bevolking, medewerkers en mandatarissen. Eind mei stuurde de VVSG een brief aan alle Vlaamse OCMW-voorzitters en burgemeesters met dezelfde uitnodiging. Door het charter te ondertekenen en bekend te maken, engageert het bestuur zich tegenover de burger en doet het als het ware een ‘merkbelofte’. Deze belofte heeft betrekking op het garanderen van een aantal minimale normen in de diensten hulpverlening. Ze kan bij de (zwakkere) burger vertrouwen genereren en de drempel voor de sociale hulpverlening verlagen. Ze zal het bestuur echter ook uitdagen en concrete acties in gang zetten die de toegang tot dienst- en hulpverlening verbeteren. De brede bekendmaking van de inhoud van het charter aan de burger en de uitnodiging om klachten te melden creëert bovendien kansen tot communicatie. Medewerkers – en via hen ook het bestuur – krijgen de gelegenheid processen toe te lichten, uit te leggen waarom bepaalde zaken niet sneller kunnen, privacygaranties te geven, de budgettaire restricties te verduidelijken die bepaalde vormen van dienstverlening onmogelijk maken en de behoeften en de bekommernissen van de burgers beter te leren kennen. De essentie is dat het charter tot actie leidt. Het loopt fout wanneer besturen het charter ondertekenen zonder dat dit tot concrete wijzigingen in de toegankelijkheid van de dienst- en hulpverlening leidt. Dat creëert bij de burger immers verwachtingen die niet ingelost worden. Dat veroorzaakt niet alleen frustratie maar zelfs hogere ontevredenheid, hogere onbetrouwbaarheid en dus ook een lagere toegankelijkheid van de dienst- en
De praktijk Tussen januari en maart 2010 ging de VVSG in twee gemeenten met de toegankelijkheidsscan aan de slag. In Zandhoven werd hij op de gemeentelijke diensten Burgerzaken en Secretariaat en op het gehele OCMW toegepast. In Gent werd een deel van de scan toegepast op de welzijnsbureaus Nieuw Gent en Brugse Poort. Na afloop van het proces peilden we via een anonieme én een open evaluatie naar de bevindingen van de deelnemers. Hieronder vindt u een greep uit de reacties. ‘Ik dacht vooraf dat we al supertoegankelijk waren, maar nu besef ik toch dat er nog een heel aantal blinde vlekken zijn. Het instrument legt de link naar een aantal belangrijke facetten waar je voor integrale toegankelijkheid niet spontaan aan denkt.’ (deelnemer uit Gent) ‘De toegankelijkheid wordt in al haar facetten onder de loep genomen.’ (deelnemer uit Zandhoven) ‘Het instrument maakt tijd vrij om even stil te staan bij de eigen werking.’ (deelnemer uit Zandhoven) ‘De oefening zorgt voor een gedragen standpunt en ook de mix in de werkgroep van baliemedewerkers en maatschappelijk werkers was belangrijk.’ (deelnemer uit Gent) ‘De vragen waren af en toe wat moeilijk geformuleerd.’ (deelnemer uit Gent) ‘Het is positief dat er zoveel aandacht wordt besteed aan baliewerk en onthaal.’ (deelnemer uit Gent) ‘Het is tijdsintensief maar het loont de moeite.’ (deelnemer uit Zandhoven)
hulpverlening dan in een situatie zonder charter. Daarom werd in het charter zelf ook een passage opgenomen die een belofte tot concretisering van het charter inhoudt: ‘Minstens één maal om de zes jaar beslisten de gemeente- en OCMWraad over maatregelen om dit charter in
Het bewaken van de integrale toegankelijkheid van de dienst- en hulpverlening is meestal niemands verantwoordelijkheid op lokaal niveau, noch op ambtelijk, noch op politiek vlak. Net daarom is het nuttig alle toegankelijkheidsproblemen te bundelen en in beeld te brengen aan de hand
Door het charter te ondertekenen en bekend te maken engageert het bestuur zich tegenover de burger en doet het als het ware een ‘merkbelofte’. de praktijk waar te maken. Wij houden u op de hoogte van de stappen die wij zetten om de toegankelijkheid van de dienstverlening te verbeteren.’ Concrete verbeteracties met de toegankelijkheidsscan De toegankelijkheidsscan is een zelfevaluatie-instrument waarmee het lokale bestuur de toegankelijkheid van zijn diensten hulpverlening van dichterbij kan bekijken. Het is een vragenlijst van zeventien pagina’s die u in een drietal halve dagen met een aantal medewerkers rond de tafel overloopt. De scan helpt lacunes en tekortkomingen opsporen en vormt de basis voor verbeteracties.
van een analytisch en synthetiserend instrument zoals de toegankelijkheidsscan. Door de analyse lokaal op te zetten en er medewerkers en mandatarissen bij te betrekken, wordt meteen ook het draagvlak gecreëerd om er verbeteracties aan te verbinden. Peter Sels is VVSG-stafmedewerker lokaal sociaal beleid De tekst van het charter en de scan vindt u op www.vvsg.be, knop sociaal beleid, lokaal sociaal beleid. Voor vragen en meer informatie kunt u terecht bij
[email protected], T 02-211 55 88. 16 september 2010 LOKAAL 31
STEFAN DEWICKERE
Jos Joostens, Steven Wellens en Kathleen Beirnaert: ‘Imagocommunicatie brengt het OCMW, los van een concrete premie of een specifiek aanbod, als geheel op een positieve manier in beeld.’
SPECIAL toegankelijkheid Interview met Kathleen Beirnaert, Jos Joostens en Steven Wellens
Het imagoprobleem van het OCMW Communicatie, intern en extern, staat pas sinds enkele jaren op de agenda van de OCMW’s. Hun imago van ‘allerlaatste toeverlaat wanneer het, schande, echt niet anders meer kan’ weten ze slechts moeizaam af te schudden. Ze slagen er nog lang niet altijd in hun brede waaier aan dienstverlening te vertalen in een positief imago, namelijk dat ze er zijn voor iedereen. Bart Van Moerkerke
‘Naar een nieuw imago voor het OCMW’, onder die titel organiseerden de VVSG en de vereniging voor overheidscommunicatie Kortom onlangs een studiedag. Karen Smet en Steven Wellens van Memori, een onderzoekscentrum van de Katholieke Hogeschool Mechelen, bespraken er het imagoprobleem van het ‘merk’ OCMW. Lokaal bracht Steven Wellens rond de tafel met Kathleen Beirnaert en Jos Joostens, communicatieambtenaren van de OCMW’s van Lokeren en Mechelen. Kunt u het imagoprobleem van het OCMW verduidelijken? Steven Wellens: ‘Er is een grote kloof tussen de identiteit van het OCMW – wie zijn we – en zijn imago – hoe komen we over. De identiteit is zeer rijk, met haar vele vormen van dienstverlening en ontplooiingsmogelijkheden voor jong en oud. Maar we stellen vast, vooral in de gesprekken met ouderen, dat het aanbod van het OCMW teruggebracht wordt tot de extreem probleemgerichte zaken. Wie bij het OCMW aanklopt, zit diep in de problemen en is niet langer financieel onafhankelijk. In Roeselare drukten ouderen het heel plastisch uit: “Naar het OCMW gaan, is aanschuiven aan den dis.” Den dis is de tafel, waar je aanschuift als je niets meer hebt en hoopt dat men je iets toestopt. Die perceptie is dus heel eng als je kijkt naar wat een OCMW nog allemaal doet. De merknaam OCMW wordt niet geassocieerd met warme maaltijden, met kinderopvang of met dienstencentra. Bovendien hangen aan die beperkte kennis zeer negatieve connotaties van schaamte en schande vast: je bent in de ogen van veel ouderen bijna een minderwaardige persoon als je geholpen moet worden. Een andere negatieve associatie is dat aan het OCMW nog altijd een zweem van profitariaat hangt. Is al het geld voor financiële hulpverlening wel goed besteed? Kunnen al die mensen niet gewoon werk zoeken? Het maatschappelijke draagvlak voor het OCMW is niet altijd even sterk.’
Stelt u dat negatieve imago ook vast als communicatieambtenaar? Jos Joostens: ‘Ja, het leeft zelfs bij de eigen medewerkers. Met hun warme maaltijden bereiken onze vijf lokale dienstencentra honderden ouderen. De centrumleiders komen liever naar buiten onder de naam van hun dienstencentrum. Ik heb een moeizaam gevecht moeten voeren om het logo van het OCMW op alle publicaties van onze organisatie en dus ook op die van de dienstencentra te krijgen. Een ander voorbeeld: wanneer een woonzorgcentrum een spaghettimiddag voor vrijwilligers en bezoekers organiseert, dan staat het OCMW-logo niet op de aankondiging. Terwijl dit net een manier is om een positief verhaal te brengen en ook de dienstverlening te belichten die niet enkel op armen en kansarmen gericht is. Het logo opnemen, de huisstijl hanteren, dat is toch het minste wat je als organisatie doet.’ Steven Wellens: ‘Er is inderdaad een smetvrees om diensten met een positiever imago te verbinden met het merk OCMW. Ik raad uitdrukkelijk aan om dit wel te doen. Geef je toe aan die smetvrees, dan werk je als medewerker in de hand dat het merk OCMW gereduceerd wordt tot die diensten waar de mensen het nu mee associëren en die nog vaak een negatief beeld hebben. Je laat het merk in de steek. Elk goed imago begint bij de medewerkers.’ Jos Joostens: ‘Bijna vijfhonderd van onze achthonderd medewerkers wonen in Mechelen. Zij zijn de ambassadeurs van de organisatie, ze moeten het merk mee uitdragen. Ze zijn zich daar niet voldoende van bewust, net zomin als de raadsleden. Ik heb gedaan gekregen dat alle medewerkers het jaarverslag van het OCMW krijgen. Sommigen vonden dat verloren geld. Dat is het niet. Medewerkers laten het verslag thuis zien, ze tonen foto’s van collega’s, er wordt over gesproken. Zo creëer je bij veel mensen goodwill tegenover het OCMW.’
Leuven, 12 oktober en Gent, 19 oktober Studiedag: Naar een toegankelijke dienst- en hulpverlening Steven Wellens, wetenschappelijk medewerker bij het onderzoekscentrum Memori, schetst in de workshop ‘Werken aan toegankelijkheid via je imago’ de concrete problemen die verbonden zijn aan het imago van OCMW’s. Op basis van zijn ervaringen met het begeleiden van OCMW’s, gaat hij ook dieper in op mogelijke strategieën om het imago positief te beïnvloeden. www.vvsg.be (kalender)
16 september 2010 LOKAAL 33
SPECIAL toegankelijkheid Interview met Kathleen Beirnaert, Jos Joostens en Steven Wellens
STEFAN DEWICKERE
STEFAN DEWICKERE
Deelt u in Lokeren de ervaring van uw Mechelse collega? en dan op de voorpagina of krijgt een artikel in de kijker. Ik vraag Kathleen Beirnaert: ‘Neen, vooral bij ouderen merk ik net het teuitzendtijd aan bij stadstv van TV Oost. Op de persconferentie van genovergestelde. Twee jaar geleden hebben we onze dienst Oudede stad komt ook het OCMW aan bod. We herhalen onze boodrenzorg volledig hervormd en een cel TAS opgeschappen voortdurend via verschillende media.’ richt. Dat staat voor thuiszorg, andersvaliden en senioren. Met TAS hebben we één loket gecreëerd Jos Joostens: ‘Communiceer je ook over de moeiwaar Lokerse burgers een antwoord krijgen op lijke thema’s, over financiële steun, over leefhun vraag of gericht worden doorverwezen. Wat loon? Dat blijft toch onze corebusiness en ik vind zit onder TAS? De mindermobielencentrale, het dat OCMW’s daar best wat meer voor mogen uitrolstoelvervoer, de schoonmaakdienst, de dienst komen. De preventie van borstkanker en het verwarme maaltijden, de aanvragen voor opname haal van het lokale gezondheidsoverleg brengen in de woonzorgcentra, de aanvragen voor allerwij ook, in onze lokale dienstencentra en in de lei premies, en ook de pensioenen. De pensioenstadsbibliotheek, maar het kansarmoedeverhaal dienst van de stad is twee jaar geleden naar hier ligt veel moeilijker. Steun, activering, schuldbeverhuisd. Dat was niet vanzelfsprekend, ook niet middeling, hoe communiceer je daar over?’ voor de burger die voor alles in verband met pensioenen verplicht wordt naar het OCMW te komen. Kathleen Beirnaert: ‘Dat is inderdaad veel moeiWe hebben daar heel goed over gecommuniceerd. lijker maar we gaan die thema’s zeker niet uit de Intussen vinden de meeste mensen hun weg naar weg. Je kunt ze neutraal, informatief aankaarKathleen Beirnaert: hier, we bereiken een nieuw doelpubliek. En zodra ten. Het aspect sociale dienstverlening komt re‘Vrijwilligers in het ze binnen zijn, ervaren we een grote tevredenheid gelmatig aan bod in de informatiekrant, mensen over onze ruime waaier aan dienstverlening. Bodie steun krijgen komen in beeld.’ woonzorgcentrum, vendien merken we dat mensen die ons nog niet mensen met veel nodig hebben, onze dienstverlening wel beginSteven Wellens: ‘Je kunt de communicatie zodanen te kennen. Dat is iets waar we zeer bewust aan nig opbouwen dat mensen niet het gevoel krijcontacten in de allochtone werken via onze communicatie.’ gen dat ze een probleem hebben. Een oud maar gemeenschap, dat zijn nog altijd goed voorbeeld is de positieve camSteven Wellens: ‘Ik zie niet direct een tegenstelpagne “Nu kom ik rond” van enkele Limburgse mijn ambassadeurs.’ ling tussen de ervaringen in Mechelen en RoeseOCMW’s. Die sloeg zodanig aan dat ze tot vijftig lare of Lokeren. We hebben ook vastgesteld dat de procent meer mensen over de vloer kregen voor smetvrees verdwijnt als de ietwat “minder zware” budgetbegeleiding.’ OCMW-diensten samengebracht zijn met de iets “meer problematische”.’ Communiceren de OCMW’s over het algemeen niet veel te weinig? Hoe werkt u daar in Lokeren aan via uw communicatie? Kathleen Beirnaert: ‘Absoluut, tot voor drie jaar Kathleen Beirnaert: ‘Medewerkers zijn ambaswerd hier weinig gecommuniceerd. De nieuwe sadeurs van de organisatie, maar misschien nog dienstverlening en het aanduiden van een combelangrijker zijn de burgers zelf. Ik probeer in al municatieambtenaar maken het mogelijk dit op onze communicatieacties de burger te laten pareen meer gestructureerde manier te doen.’ ticiperen. Lokeraars brengen hun verhaal over het sociaal huis in de stedelijke informatiekrant. Op Jos Joostens: ‘Maatschappelijk werkers maken onze affiches staan inwoners van de stad. Neem prachtige projecten maar ze verkopen die niet. de affiche voor de rozelintjesactie in verband met We hebben bijvoorbeeld een cursus Nederlands de vroegtijdige opsporing van borstkanker. Daar voor oudere migranten, een mooi project van Steven Wellens: staan dames van Lokeren op, dames met een netintegratie in de samenleving. Je moet collega’s ‘De merknaam OCMW werk. Zij worden daarop aangesproken: “Waarom bijna smeken om daar eens een artikel over te sta je op die affiche”? Vrijwilligers in het woonschrijven. Voor hen is het voldoende dat die wordt niet geassocieerd zorgcentrum, mensen met veel contacten in de mensen geholpen worden. Nochtans is er aan met warme maaltijden, allochtone gemeenschap, dat zijn mijn ambassaelk voorstel van beslissing dat naar het comité deurs. De mond-tot-mondreclame is zeer belangof de raad gaat, een financieel luik en een luik met kinderopvang of rijk. En we proberen aanwezig te zijn met positieve communicatie toegevoegd. Meestal staat onder met dienstencentra.’ verhalen.’ het communicatieluik “niet van toepassing”. Maar eigenlijk moet je met bijna alles naar buiSteven Wellens: ‘Op die manier tonen dat het OCMW er voor ieten treden. En naar binnen, via het intranet en het personeelsdereen is, verlaagt de drempel.’ blad. Dat doen we nog veel te weinig.’ Kathleen Beirnaert: ‘Ik heb goede contacten met de communicatiedienst van de stad. Het diensthoofd was mijn collega toen ik de stedelijke dienst Welzijn nog leidde. Ik krijg ruimte in de stedelijke informatiekrant, de dienstverlening van het OCMW staat nu 34 LOKAAL 16 september 2010
De dienstverlening van het OCMW is zo verscheiden, maakt dat het niet moeilijk om een duidelijk imago te creëren? Steven Wellens: ‘Je hebt twee soorten communicatie. Er is de marketingcommunicatie: als je een bepaald product hebt voor
anderhalf jaar heel hard gewerkt aan een nieuwe visie en missie. Alle personeelsleden konden aan missie- en visiesessies deelnemen. Het resultaat is een gedragen tekst die door de raad is goedgekeurd. Die is de basis voor de briefing van een huisstijlbureau. Daarbij is gekozen voor het leidmotief “Het OCMW is ’r ook voor u”, aansluitend bij dat van de stad “De stad is ’r ook voor u”. Dat is slim, de burger ziet meteen de eenheid.’ Jos Joostens: ‘Wij beschikken nog niet over zo’n gedragen missie en baseline, ik mis dat wel als communicatieambtenaar. Een probleem is dat je om de zes jaar een nieuwe raad hebt die telkens andere beleidsdoelstellingen naar voren schuift, terwijl de missie van de organisatie niet zou mogen veranderen. Een begrijpbare missie zet de neuzen in dezelfde richting.’
STEFAN DEWICKERE
je potentiële cliënt, hoe zet je je communicatie dan in om dat product zoveel mogelijk aan de man te brengen? Daarnaast heb je de imagocommunicatie. Die moet de bedding creëren voor de marketingcommunicatie. Imagocommunicatie passen de OCMW’s nog veel te weinig toe. Ze brengt het OCMW, los van een concrete premie of een specifiek aanbod, als geheel op een positieve manier in beeld. Het doel is de kennis van en de globale ontvankelijkheid voor wat het OCMW aanbiedt, geleidelijk te vergroten. Op die manier verhoog je subtiel de kennis en de beeldvorming van het OCMW bij je doelgroepen en daarvan kun je profiteren als je daadwerkelijk actief “iets” wilt promoten. Met imagocommunicatie wil je ook bereiken dat een burger met een sociale of welzijnsvraag zélf de reflex heeft om bij het OCMW aan te kloppen, zonder dat hij daarbij een slecht gevoel heeft en zonder dat hij een drempel moet overwinnen. Ten slotte kun je met imagocampagnes ook de goodwill bij de burger trachten te verhogen voor wat het OCMW tout court doet, dus ook voor al zijn dienstverlening in verband met leefloon of steun aan asielzoekers. Je communicatiedoel is dan om de missie, de mooie maatschappelijke opdracht van het OCMW, meer te laten doordringen en te laten aanvaarden bij het grote publiek. Voor dat alles heb je een heel bataljon aan communicatie nodig.’ Kathleen Beirnaert: ‘Dat beogen we met ons ene loket voor elke vraag met betrekking tot welzijn.’ Jos Joostens: ‘Een probleem is dat we niet de enige aanbieder zijn van welzijnsdiensten. Voor gezinszorg heeft Mechelen vijf privédiensten en het OCMW. Daarenboven is in elk OCMW de situatie anders, het merk wordt overal anders ingevuld. We maken het zelf trouwens moeilijk voor de burger: in sommige gemeenten is het OCMW omgeturnd tot sociaal huis, in andere krijgt het sociale huis maar een minimale invulling. Er is geen eenduidigheid.’
Jos Joostens: ‘Ik heb een moeizaam gevecht moeten voeren om het logo van het OCMW op alle publicaties van onze
Kathleen Beirnaert: ‘Ook de maatschappelijke context wijzigt voortdurend, de wetgeving verandert. Je identiteit is dus ook in evolutie. Wij zijn op dat punt ook nog zoekende. Communiceer je vanuit het OCMW als geheel en wat is dat dan? Communiceer je vanuit je delen?’ Steven Wellens: ‘Een identiteit is geen monoliet. Al die subidentiteiten hebben een eigen identiteit. Die moeten ze niet laten vallen maar ik pleit er wel voor een verbinding te maken met het koepelmerk OCMW. Concreet kun je het logo van het dienstencentrum groot afdrukken en het combineren met dat van het OCMW. Het koepelmerk moet er als keurmerk, als brandmerk achter staan.’
organisatie en dus ook
Een globale merknaam vraagt wel een zeer goede interne communicatie. op die van de Steven Wellens: ‘In Roeselare zijn de commudienstencentra te krijgen.’ nicatieambtenaar en ik naar al die entiteiten gegaan. We hebben onze visie uiteengezet. Dat waren boterzachte gesprekken. Ze wilden wel blijven uitgaan van hun eigen identiteit, maar dat er een verbinding kwam met het Steven Wellens: ‘Dat is inderdaad een probleem.’ grotere geheel, dat ze mee ambassadeur van het OCMW moesten zijn, was voor niemand een probleem. Ze waren het ermee eens Moet elk OCMW vooral lokaal aan zijn imago werken of is er een om de kakofonie van logo’s te laten verdwijnen en te vervangen overkoepelend OCMW-imago nodig? door nieuwe logo’s die passen in een totaal nieuw verhaal. Iedere Steven Wellens: ‘De situatie is zo verschillend van OCMW tot entiteit zal een eigen logo behouden maar het zal gecombineerd OCMW dat het moeilijk is om gezamenlijk iets te doen.’ worden met dat van het OCMW en het zal passen in een professionele huisstijl. Er moet eenheid zijn in de diversiteit.’ Jos Joostens: ‘Twintig jaar geleden hebben de VVOS en OCMWvisies het bolletjeslogo ingevoerd, 250 van de 308 OCMW’s hebJos Joostens: ‘Is het in moeilijke financiële tijden wel te verkopen ben het overgenomen. Ik vind die eenvormigheid goed, dat ene om zwaar te investeren in communicatie en huisstijl?’ logo zorgt voor een belangrijk herkenningseffect in heel Vlaanderen, ook al vul je het lokaal verschillend in.’ Steven Wellens: ‘Als het professioneel wordt aangepakt, zullen alle medewerkers daar de vruchten van plukken, ze krijgen bijvoorSteven Wellens: ‘In sommige gemeenten is het OCMW sociaal beeld goede huisstijlsjablonen om mee te werken. Dat rendeert op huis geworden en zal men naar buiten komen met een nieuwe langere termijn. Maar je mag je er niet van afmaken met te zeggen huisstijl. Die lokale verschillen kun je niet uitvlakken.’ dat er een nieuwe huisstijl komt. Je moet zeggen waarom je het doet, wat het belang ervan is voor de medewerkers. Je moet in diaJe imago is geënt op je identiteit. Besteden de OCMW’s wel voldoende loog gaan. De oefening staat of valt met interne communicatie.’ aandacht aan het vastleggen van hun identiteit? Steven Wellens: ‘Het OCMW van Roeselare heeft het voorbije Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
16 september 2010 LOKAAL 35
Praktijkboek Kwaliteitszorg in welzijnsvoorzieningen Standaardwerk voor kwaliteitszorg Het Decreet Kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen betekent een blijvende uitdaging voor alle zorg- en dienstverlenende instellingen. Het ‘Praktijkboek Kwaliteitszorg’ - al jarenlang een standaardwerk voor kwaliteitszorg in de welzijnssector - biedt managers, leidinggevenden, kwaliteitscoördinatoren enz. een stevige vertrekbasis om kwaliteitszorg op een systematische wijze te ontwikkelen en in te voeren. Specialisten aan het woord
Een uitgave in evenwicht Het Praktijkboek is opgesplitst in twee evenwichtige delen. Het eerste deel gaat in op de meer theoretische uitgangspunten van kwaliteitszorg. Dit deel biedt tal van handvatten en tips voor het realiseren van veranderingsprocessen binnen organisaties. In deel twee worden concrete projecten en activiteiten uit de praktijk opgenomen. De voorbeelden geven een goed inzicht in de praktijkervaringen van collega-instellingen en behoeden voor een aantal valkuilen. De cd-rom bij het ‘Praktijkboek’ bevat een schat aan materiaal. Redactieraad en uitgeverij investeerden recent in het beter toegankelijk maken van deze informatie.
Op de vernieuwde cd-rom zijn er vanaf nu vier mogelijkheden om artikels uit het ‘Praktijkboek Kwaliteitszorg’ op te zoeken: • aan
de hand van een zoekrobot (door eenvoudigweg een trefwoord in te geven), • op basis van de ‘hefbomen voor kwaliteit’ (een groepering van artikels, geïnspireerd door de hefbomen uit het EFQM-model), • op basis van de toolbox (praktische instrumenten en methodes, van projectoriëntatie tot evaluatie) • en ten slotte op basis van de sector (zowel uit het theorie als praktijk-gedeelte).
Een groot netwerk van ervaren praktijkmensen zorgt jaarlijks tweemaal voor een aanvulling van het Praktijkboek Kwaliteitszorg. Zij steunen op hun jarenlange ervaring binnen de sector (directeuren, diensthoofden, kwaliteitscoördinatoren…) en worden hierbij ondersteund door een redactieraad onder leiding van Theo Wijnen, coördinator van het team consulting en ontwikkeling van de VVSG. Nieuwe ideeën of voorstellen tot publicatie binnen het domein van de kwaliteitszorg en organisatieontwikkeling kunt u steeds vrijblijvend mailen naar
[email protected]
Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail:
[email protected]
Ja, ik bestel ........
ex. van handboek met cd-rom Praktijkboek kwaliteitszorg in welzijnsvoorzieningen Mijn bestuur is lid van de VVSG dus ik betaal 139 euro per uitgave*. Ik behoor niet tot een organisatie die lid is van de VVSG dus ik betaal 159 euro per uitgave*. Ik wens de Politeia-nieuwsbrief per e-mail te ontvangen.
Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd aan de prijs van 0,49 euro per blz. tot schriftelijke wederopzegging (cd-rom: 29 euro). * Prijzen inclusief 6 % BTW maar exclusief verzendingskosten. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de Wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
Datum en handtekening
GF
SPECIAL toegankelijkheid welzijn
Je goed voelen in de stad De diensten Welzijn en Sport als motor van het toegankelijkheidsbeleid De stedelijke welzijnsdienst van Sint-Niklaas wil samen met de sportdienst zoveel mogelijk diensten, verenigingen en activiteiten toegankelijk maken voor alle inwoners. Om de drempels individueel te slopen investeerde de stad in een kansenpas, maar ook in een begeleiderspas zodat groepen samen actief worden. Daarnaast organiseren de diensten zelf of in samenwerking met andere partners activiteiten. Sabine Van Cauwenberge
S
int-Niklaas werkt al sinds 1999 met de kansenpas. ‘Om mensen in armoede te bereiken, moesten eerst de prijzen van de activiteiten verlagen. De inspiratie kwam uit Aalst waar een vereniging waar armen het woord nemen een kansenpas had uitgewerkt,’ zegt kansenwerker Chris Stoop. De kansenpas geeft een fikse korting op entreeprijzen, abonnementen, cursussen, lidgelden, diensten en activiteiten die georganiseerd worden door het stadsbestuur en door lokale verenigingen of sociale organisaties. ‘Zo’n kortingsysteem op stadsniveau is interessant omdat de stad een grote speler is in het vrijetijdsaanbod. Doordat de stad ook subsidies geeft aan tal van niet stedelijke organisaties of jeugd-, cultuur- en sportverenigingen is de bereidheid om aan dit systeem deel te nemen ook groter. De efficiëntie en een vertrouwdheid met de stedelijke speler zijn ook een pluspunt voor niet stedelijke organisaties,’ vertelt Helga Collyn, adviseur Welzijn, voort. De voorbije tien jaar werd er flink aan de kansenpas gesleuteld, zo werd de doelgroep ruimer en kwamen er meer activiteiten voor in aanmerking. ‘Eerst was de pas enkel voor leefloners bedoeld, nu voor iedereen die recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming of het Omnio-statuut. Ook mensen met een bescheiden inkomen en hoge schuldenlast kunnen een kansenpas aanvragen. Voor 2,50 euro kan de kansenpashouder al naar dans, muziek, theater in de stadsschouwburg. De pas geeft ook recht op korting op een seniorenreis en/of een seniorennamiddag, filmtickets en cursussen in de stedelijke academie. Sportfanaten krijgen dan weer korting op een abonnement of dagticket voor Red Star Waasland en het zwembad of kunnen
zich tegen een verminderd tarief inschrijven in meer dan twintig sportclubs. In Sint-Niklaas kan de kansenpas ook gebruikt worden voor sociale voorzieningen zoals buitenschoolse kinderopvang, de speel-o-theek en een aantal buurtdiensten. De eigenlijke pas is intussen ook verfijnd tot een model met pasfoto. Alle passen vervallen jaarlijks op 31 januari.’ Begeleiding Met meer dan 2500 kansenpassen en een ruim aanbod is de werking een succes, maar het blijft individuele dienstverlening. Het bleef moeilijk de juiste mensen te bereiken en dus startte de stad ook met een begeleiderspas. Zesenzestig organisaties hebben een dergelijke begeleiderspas. Een begeleider kan elf mensen aan kansenpastarief meenemen naar een activiteit uit het ruime aanbod. De buurtwerkingen, bijzondere jeugdzorg, beschut wonen, de psychiatrische instellingen en vele andere organisaties maken hier dankbaar gebruik van. Een belangrijke succesfactor is juist het investeren in een netwerker die de contacten legt en nauw samenwerkt met het OCMW, de verschillende betrokken stadsdiensten en de organisaties. ‘We steken veel tijd in die contacten om de verenigingen ervan te overtuigen om mee in te stappen,’ zegt Chris Stoop. Een Vlaams impulsbeleid om de toegankelijkheid van bepaalde sectoren en/of diensten te verhogen doet ook veel goed. Via het decreet lokaal sportbeleid met Sport-voor-allen en met het eerste sportbeleidsplan kwamen doelgroepenwerking en participatie expliciet naar voren. Niet alleen sport, maar ook beweging is in 16 september 2010 LOKAAL 37
SPECIAL toegankelijkheid welzijn
beeld gekomen. De sportdienst kreeg de uitdrukkelijke vraag om te investeren in buurtgerichte werking, schoolsport, doelgroepenwerking binnen de sportclubs en een anders georganiseerd sport- en spelaanbod. Jan Thuy is buurtmanager in Sint-Niklaas en werkt zowel voor de welzijnsdienst als voor de sportdienst. ‘Het sportbeleid in Sint-Niklaas richtte zich lang vooral op het ondersteunen van sportclubs, het beheren van de infrastructuur en promotionele activiteiten zoals sportkampen. In mijn functie moet ik erop toezien dat het niet tot die taken beperkt blijft. Het blijft een beetje duwen en trekken maar ondertussen zijn er al enkele mooie realisaties. De participatiegedachte is erbij gekomen. Iedereen moet aan sport kunnen doen of kunnen spelen en
We hebben drie groepen: mensen in armoede, mensen met een etnisch-culturele achtergrond en mensen met een beperking. bewegen. Het beleid moet alle bevolkingsgroepen bedienen en niet enkel die mensen die al sporten of in de clubs zitten. Onze stad zet in op twee sporen. We willen de traditionele sportclubs mee in die richting duwen met een nieuw subsidiereglement waarin doelgroepenwerking een specifiek hoofdstuk vormt. We hebben drie groepen: mensen in armoede, mensen met een etnisch-culturele achtergrond en mensen met een beperking. Sportclubs worden gemotiveerd om voor die doelgroepen specifieke acties op te zetten. Met een opleiding over die thema’s ondersteunen we hen. Daarnaast zijn er projecten die op de grens liggen van sport-, jeugd-, welzijns- en gezondheidsbeleid. Daar leggen we de nadruk op meer bewegen en op samenwerking. Zo hebben we vanuit de welzijnsdienst samen met de jeugddienst de pretcamionette opgezet. Kinderen en jongeren die nog niet aan een bepaald aanbod deelnemen, maken zo in hun eigen buurt kennis met spel en beweging. Een andere succesvolle actie is de Sport-na-school-pas die jongeren op school kunnen kopen voor 35 euro. Ze kunnen er twintig weken onbeperkt mee sporten in de verschillende deelnemende sportclubs en -centra. Zo leren ze het aanbod kennen dat het best bij hen past. En met het subsidiereglement Brede School stimuleren we scholen om extra sportactiviteiten aan te bieden.’ Link met gezondheid Door zich breder op te stellen wordt de sportdienst ook aantrekkelijk voor andere (welzijns)partners. ‘Binnen het openstadionproject met de plaatselijke voetbalclub Red Star WaaslandBeveren hebben we net samen met het LOGO-Waasland een project voor suïcidepreventie ontwikkeld. Het is gericht op mannen tussen 35 en 55 jaar, de grootste risicogroep,’ vertelt Jan Thuy. Daarnaast zijn er nog de open sport- en spelkampen, de rolstoelscheidsrechter, de tewerkstelling van jongeren via artikel 60. ‘Allemaal projecten die erop gericht zijn mensen zich goed te laten voelen, dienstverlening toegankelijk te maken of zinvolle vrijetijdsbesteding te stimuleren,’ zegt Thuy. Nadat de stad 38 LOKAAL 16 september 2010
in drie aandachtsbuurten fitheidstests had afgenomen, bleek dat veel mensen niet over een basisfitheid beschikken. Met het project de fitste buurt samen met wijkgezondheidscentrum De Vlier werd rookstopbegeleiding aangeboden, maar ook werden er wandel- en zwemactiviteiten en een fietstocht georganiseerd. ‘Ook doet de sportdienst mee aan andere activiteiten zoals de Buitenspeeldag en de Lotto Street Soccer waarmee we kinderen en ouders bereiken die we anders niet bereiken en die zo ook aan een sportaanbod kunnen deelnemen. Aandacht gaat er ook naar de nieuwe inwoners van Sint-Niklaas. Zo organiseren we jaarlijks met de diensten samenleving en flankerend onderwijsbeleid de OKAN-sportdag (onthaalklas anderstalige nieuwkomers).’ Maar ook voeding Je goed voelen in je vel vindt de stad belangrijk. Hiervoor biedt de stad een waaier van vrijetijdsactiviteiten aan. ‘Toen LOGO Waasland een project omtrent armoede en gezondheid wilde opzetten, klopte het bij ons aan,’ vertelt Chris Stoop. ‘We waren meteen te vinden voor het project en brachten verschillende partners samen. Twee projecten vloeiden er uit voort: een kookcursus en een marktactie. De cursus Krok Gezond wordt gegeven door een ervaren diëtiste die gedurende zes halve dagen de voedingsdriehoek toelicht, samen met de cursisten gaat winkelen, telkens een volledig menu met hen bereidt en na afloop dieper ingaat op de voedingswaarde en de prijs.’ Ook bij dit project is er aandacht voor begeleiding. Een sleutelfiguur begeleidt de groep. In SintNiklaas was dit de kansenwerker zelf. ‘Ik hertaalde de vragen en antwoorden van de diëtiste, stimuleerde mensen om actief deel te nemen en volgde hun deelnames op,’ zegt Chris Stoop. ‘Omdat met de cursussen het bereik van potentiële deelnemers beperkt was, organiseerden we samen met het LOGO ook enkele marktacties. Gedurende enkele weken werd er op de marktdag een kraam op de Grote Markt opgesteld. Aan de gezonde voedingskraam kreeg je informatie over gezonde voeding op een interactieve manier via een Electrospel, kookdemonstraties en proevertjes, meten van de BMI... Diëtistes gaven rondleidingen op de markt met aandacht voor de voedingsdriehoek, hoe aankopen doen en de voordelen van de markt.’ ‘Samen met wijkgezondheidscentrum De Vlier hebben we ook de Club Gezond opgericht, een reeks van twintig namiddagen over vier thema’s: gezonde voeding, beweging, algemene gezondheid en je goed voelen in je vel. Vele factoren die gezondheid bepalen kwamen aan bod: tips om goedkoop op vakantie gaan, een bezoek aan een winkel voor tweedehandse kleding, een gezonde brunch maken… Opnieuw kwam de laagdrempeligheid van elke activiteit op de eerste plaats: elke activiteit kostte maar één euro en het vormingsaanbod was breed genoeg zodat iedereen wel zijn gading vond. De eigenwaarde van de deelnemers versterken is bij alle acties van de welzijnsdienst een rode draad,’ besluit Helga Collyn. Dit aspect zit ook in de nieuwe plannen van de Welzijnsdienst: ‘We willen starten met een project over de derdebetalersregeling waar naast de sensibilisatie van de andere betrokkenen zoals ziekenfondsen en artsen de aandacht vooral gaat naar het versterken van patiënten zodat ze de regeling durven vragen.’
Sabine Van Cauwenberge is VVSG-stafmedewerker gezondheids- en inburgeringsbeleid
PRAKTIJK KORTRIJK – Al meer dan twintig jaar vervullen sociaal verpleegkundigen in de dienstencentra van Kortrijk een belangrijke preventieve rol op het vlak van medische en psychische zorgen. De gezondheidsconsultants geven gratis advies aan iedereen om gezond te zijn en te blijven.
Het gezondheidsconsult in een dienstencentrum speelt in op de maatschappelijke trend mensen te stimuleren om gezond te leven door gezonde voeding, voldoende beweging en zelfontplooiing. De consultant vervult een louter preventieve rol en stelt geen diagnose. Dat is immers uitsluitend een taak voor de huisarts. De consultant moet zowel over medische kennis als over sociale vaardigheden beschikken. Een gratis consultatie duurt maximaal een kwartier. Bij elke cliënt meet de consultant de bloeddruk, het gewicht en de hart- of polsslag. De consultant en de huisarts werken samen en verwijzen cliënten naar elkaar door. Bij herhaalde verhoogde metingen van de bloeddruk verwijst de consultant de cliënt naar de huisarts. Omgekeerd stuurt de huisarts zijn cliënt naar de consultant om zijn bloeddruk regelmatig te meten. De controle van de parameters vormt een ingangspoort tot een vertrouwensrelatie met de cliënt. Van hieruit kan de gezondheidsconsultant eventueel dieperliggende problemen opsporen. ‘Eenzaamheid en angst komen veel voor bij ouderen,’ stelt Nancy Toye van dienstencentrum De Zonnewijzer vast. ‘Ik word ook vaak geconfronteerd met mannen met relationele problemen. De meest voorkomende medische vragen handelen over bloeddruk, gewicht, voeding, medicatie, roken en beweging.’ Het gezondheidsconsult verzekert de continuïteit van gratis preventieve zorgen aan mensen op pensioenleeftijd. Het sluit volledig aan op de gezondheidszorgen die Kind & Gezin aan baby’s verleent. Voor schoolgaande kinderen neemt het centrum voor leerlingenbegeleiding deze taak op zich, voor de actieve bevolking zijn de arbeidscontroles van toepassing. Het gezondheidsconsult verzorgt het individuele, preventieve
GF
Gezondheidsconsult vergroot toegankelijkheid gezondheidszorg
Sociaal verpleegkundige Lien Maes van het lokaal dienstencentrum De Condé in Kortrijk.
medische luik van de gezondheidszorg voor mensen die thuis wonen, niet meer actief zijn en zorgbehoeften beginnen te hebben. De gezondheidsconsultant vormt bovendien de spilfiguur tussen de verschillende thuiszorgdiensten. Hij heeft zicht op het hele aanbod van de thuiszorg, is onafhankelijk en kan hierdoor perfect zorg op maat voor elke cliënt coördineren. De consultatie is gratis. De laagdrempeligheid wordt nog versterkt door het niet tijds- en criteriagebonden karakter ervan. ‘Onze consultaties staan open voor iedereen,’ aldus Nancy Toye. ‘Ik houd elke donderdag van 13 tot 16 uur consultaties in het dienstencentrum, maar ook tussendoor ben ik altijd bereid tot een gesprek.’ Door de individuele contacten met senioren heeft de gezondheidsconsultant een goed zicht op de noden en behoeften van deze doelgroep. Hij kan er perfect met zijn
programmatie op inspelen. In De Zonnewijzer richtte Nancy Toye bijvoorbeeld al vorming over de bediening van een gsm in en chatsessies om ouderen met hun kleinkinderen te leren chatten. Die vorming wordt meestal door gepensioneerde vrijwilligers geleid. In 2009 hielden de dienstencentra in Kortrijk liefst 2719 consulten in de vorm van campagnes en 567 individuele consultaties. Vijftien procent van de cliënten was jonger dan 55 jaar, de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke cliënten was ongeveer gelijk. Voor de gezondheidsconsultants vormen dieetadvies en -begeleiding een grote uitdaging, naast de psychologische begeleiding in samenwerking met het centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Nu hoopt Kortrijk met het gezondheidsconsult nog meer kansarme mensen te bereiken. Inge Ruiters
ii Bart Denys, coördinator lokale dienstencentra OCMW Kortrijk, T 056-24 42 10,
[email protected]
16 september 2010 LOKAAL 39
stefan dewickere
SPECIAL toegankelijkheid taalwetgeving
Taalwetgeving: instrument of hinderpaal? De taalwetgeving is voor de ene het fundament van het Belgische samenleven, voor de andere een onaangepaste regeling in een internationale context. Maar hoe gaat een
taalwetgeving naleven. Een bestuur kan zijn verantwoordelijkheid dus nooit op anderen afschuiven.
gemeente om met een goedmenende anderstalige voor het loket? Is ieder woord Frans op het gemeentehuis als vloeken in de kerk? De taalwetgeving hoeft niet verwarrend te zijn voor een lokaal bestuur dat de basisregels kent en weet waar hulp te vinden is. Thomas Leys
E
en stad die duizenden buitenlandse toeristen ontvangt, heeft een andere visie op de taalwetgeving dan een gemeente uit de Vlaamse rand die haar Nederlandstalig karakter benadrukt. Dat is evident. Maar de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken, die vijftig jaar geleden vaste vorm kreeg, is een richtsnoer waarbij het lokale bestuur de marges beter niet overschrijdt. Omdat taal alomtegenwoordig is, is het echter niet altijd gemakkelijk om te bepalen wat nu precies de regel is. De Belgische Grondwet erkent de taalvrijheid. Dat betekent dat de overheid niet kan bepalen welke taal burgers in het private rechtsverkeer kunnen of moeten gebruiken. Een gemeentelijk reglement kan het taalgebruik van de inwoners dus 40 LOKAAL 16 september 2010
niet regelen. Zo moet een bedrijf wel in het Nederlands communiceren met de overheid en met haar werknemers. Maar tegenover klanten is het taalgebruik vrij. Anderstalige reclame of dienstverlening kan dan wel frustrerend zijn, maar juridisch kan de overheid er niets tegen ondernemen. Anders is het gesteld met de openbare diensten op alle niveaus. Niet enkel het gemeente- en OCMW-bestuur moeten hier de taalwetgeving naleven. Ook gemeentelijke vzw’s, autonome gemeentebedrijven, concessiehouders, politiediensten of gemeentelijk onderwijs zijn eraan onderworpen. En wanneer een bestuur externen inzet, bijvoorbeeld in het kader van een overheidsopdracht, dan moet het erover waken dat die de principes van de
Hier spreekt men Nederlands Het basisprincipe van de taalwetgeving is eenvoudig: het Nederlands is de bestuurstaal in Vlaanderen. Dat betekent dat de overheid die taal in al haar communicatie gebruikt. Het is een garantie dat de burger altijd in het Nederlands bij publieke diensten terecht kan en nooit voor een ambtenaar of dienstverlener hoeft te staan die hem niet begrijpt. Zonder taalwetgeving keren we terug naar de tijd waar rechters, legerofficieren en hogere ambtenaren geen woord van de volkstaal verstonden, met alle onrechtvaardige gevolgen van dien. Vandaag is het Nederlands een onontbeerlijke sleutel tot maatschappelijke participatie. Wie iets nodig heeft van een lokaal bestuur in Vlaanderen, gebruikt dus het Nederlands, zowel voor schriftelijke als voor mondelinge communicatie. Het is echter een misvatting dat de ambtenaar aan het loket geen woord Frans of Engels mag spreken. Zo mag een openbare dienst inwoners van buiten Vlaanderen in de eigen
taal te woord staan. Iemand uit Anderlecht, Namen of Parijs die de Nederlandse taal niet machtig is, mag dus in het Frans worden geholpen. En een Amerikaans bedrijf dat overweegt zich hier te vestigen, kan bijvoorbeeld schriftelijk uitleg in het Engels krijgen van het gemeentebestuur. Dat zogenaamde hoffelijkheidsprincipe is een mogelijkheid, maar geen verplichting. Er bestaat dus geen recht op anderstalige dienstverlening. Andere talen: met mate Toeristische centra maken gebruik van de mogelijkheid om meertalige mededelingen voor toeristen te verspreiden. Daarbij is wel een beslissing van de gemeenteraad vereist die dan aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht wordt gezonden. Dat is een federale toezichtsinstantie die over de toepassing van de taalwetgeving waakt. De meeste kustgemeenten hebben al gebruik gemaakt van deze procedure. De mededelingen moeten altijd minstens in het Nederlands, Frans én Duits. Een loutere vertaling in het Engels of Frans volstaat niet. Een bijzondere categorie gemeenten in Vlaanderen zijn de faciliteitengemeenten. Daar kunnen de inwoners vragen om overheidstransacties in het Frans te regelen. Naast de zogenaamde randgemeenten in de Vlaamse rand rond Brussel (Wemmel, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos, Wezembeek-Oppem en Kraainem) zijn er in de rest van Vlaanderen nog zes zogenaamde taalgrensgemeenten met faciliteiten voor Franstaligen (Voeren, Spiere-Helkijn, Ronse, Herstappe, Bever en Mesen). In het lokale bestuur zelf is het Nederlands de enige toegelaten taal. Daarbij moeten de gemeenten rekening houden met de rondzendbrieven (van Peeters, Martens en Keulen). Die bepalen dat faciliteiten geen automatisme zijn, maar dat de inwoners die telkens moeten aanvragen. Sinds kort is daar de rondzend-
brief-Bourgeois bijgekomen. Die verbiedt gemeenten een register betreffende taalvoorkeur bij te houden. Een ‘taalhomogene’ Vlaamse gemeente moet zelf nooit faciliteiten toekennen. Maar een intergemeentelijk samenwerkingsverband waartoe een faciliteitengemeente behoort, moet er dan weer wel voor zorgen dat zij de faciliteiten garandeert.
Omdat de taalwetgeving veel vragen oproept, heeft de Vlaamse Regering in 2002 het Steunpunt Taalwetwijzer opgezet. Het geeft advies aan particulieren, organisaties en overheden over de taalwetgeving in Vlaanderen en Brussel. Neem het geval van een Oostenrijker die niet kan begrijpen dat zijn gemeente geen attest van gezinssamenstelling in het Duits kan afleve-
Het is een misvatting dat de ambtenaar aan het loket geen woord Frans of Engels mag spreken. Naast de wettelijke mogelijkheden voor het gebruik van andere talen hebben de toezichtsinstanties geoordeeld dat in sommige situaties het beperkte gebruik van vreemde talen ten aanzien van anderstaligen uit het eigen taalgebied geoorloofd is. Deze uitzondering is niet in de wet zelf geregeld. De criteria zijn strikt. Zo moet het gaan om uitzonderlijke communicatie met een specifiek doelpubliek zoals waar je in de gemeente taallessen of de integratiedienst kunt vinden. Daarbij is de boodschap altijd minstens ook en eerst in het Nederlands en is het verplicht te vermelden dat het om een vertaling gaat. Eerste hulp bij taalvragen Wie te losjes omspringt met de taalwetgeving dreigt in de problemen te komen: bij de hogere overheid, bij de toezichtsinstanties op het gebied van taalwetgeving of in bijzondere gevallen zelfs bij de rechter. Iedere burger kan immers met taalklachten terecht bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht die een onderzoek instelt en in een advies stelt of de klacht gegrond is. Hoewel het niet juridisch bindend is, kan een advies een ernstige politieke blamage betekenen voor het bestuur dat de taalwetgeving niet heeft nageleefd.
ren dat hij nodig heeft voor zijn pensioen. De Taalwetwijzer kan hem informeren dat hij bij de gouverneur van Luik gratis een Duitse vertaling kan krijgen. Een lokale ambtenaar kan een meertalige campagne voorleggen, waarbij de Taalwetwijzer bekijkt of ze aan alle regels voldoet. De Taalwetwijzer speelt een preventieve rol doordat onzekere overheden of organisaties geen risico’s hoeven te nemen. De Taalwetwijzer geeft een onpartijdig, snel en gefundeerd antwoord met verwijzing naar wetgeving en andere bronnen indien nodig. De Taalwetwijzer behandelt taalklachten niet rechtstreeks, maar geeft aan waar problemen kunnen worden gesignaleerd en ondersteunt benadeelden. Ook betreffende de andere domeinen van de taalwetgeving, zoals het bedrijfsleven of gerechtszaken, beschikt de Taalwetwijzer over de nodige expertise. Thomas Leys is jurist van het Steunpunt Taalwetwijzer van de Vlaamse overheid Het Steunpunt Taalwetwijzer is telefonisch bereikbaar via de Vlaamse Infolijn 1700 of via
[email protected]. Op www.taalwetwijzer.be staan vaakgestelde vragen en een brochure over taalwetgeving die gratis te bestellen is.
Mechelen 5 oktober, Harelbeke 18 november en Geel 30 november De taalwetgeving voor lokale besturen In deze VVSG-opleiding bespreken we de regels waaraan een bestuur zich moet houden vanuit de praktische ervaringen waarmee medewerkers te maken hebben. Het gaat dan onder meer over het taalgebruik aan het loket, in correspondentie, in brochures, in contacten met andere diensten of in de omgang met burgers of organisaties die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Tijdens deze interactieve vorming wordt vertrokken van vragen die de deelnemers vooraf hebben doorgestuurd naar
[email protected]. www.vvsg.be (kalender)
16 september 2010 LOKAAL 41
zoekt een OCMW Secretaris m/v
Decretale graad, voltijdse betrekking, statutair kader
Functie
Profiel
u bent belast met de algemene leiding van de administratie. u staat aan het hoofd van het personeel en bent bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer. u bent belast met de werking van de diensten inzake voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid. u bent belast met de interne controle op de werking van de diensten. u coördineert het sociaal huis. u bent de sleutelfiguur in de samenwerking met het gemeentebestuur, de hogere overheid en derden. u bent een inspirerend leider, met een uitgesproken visie op lange termijn, die enthousiast een gedreven team kan leiden en ruimte creëert voor verandering en creativiteit. u kunt zich goed inleven in de heersende informele sfeer die gekoppeld is aan sterke resultaatsgerichtheid. u stelt zich toegankelijk op tegenover je medewerkers. u kunt het managementteam inspireren en de brug leggen voor een goede samenwerking met de beleidsverantwoordelijken. u hebt tevens het nodige inlevingsvermogen om te werken in de politieke omgeving van een openbaar bestuur. u bent houder van een diploma dat toegang geeft tot een aanstelling op A-niveau. enige ervaring in een lokaal bestuur strekt tot aanbeveling.
De mogelijkheid bestaat om max. 10 jaar relevante privé-anciënniteit mee te nemen. Brutomaandsalaris aan huidige index min. 3 649,19 euro en max. 5 389,76 euro. Interesse ? Kandidatuurstelling met cv, een kopie van het diploma en een uittreksel uit het straf-register niet ouder dan drie maanden, AANGETEKEND opsturen naar OCMW Retie, t.a.v. de voorzitter, Kerkhofstraat 39, 2470 Retie tegen ten laatste 23 september 2010. Voor meer info kunt u terecht bij de secretaris van het OCMW op T 014 38 95 30.
Kandla White-Beige
Het gemeentebestuur van Haaltert gaat over tot de aanwerving van een m/v
technisch deskundige b1-B3 op de dienst grondgebiedzaken Taakomschrijving: Onder leiding van het diensthoofd grondgebiedzaken ben je verantwoordelijk voor de coördinatie, planning, uitvoering en opvolging van het dagelijks operationeel beheer van de gebouwen en gronden, het voorbereiden, uitwerken en controleren van uitbestede patrimoniumwerken en van werken in eigen beheer. Ons aanbod: • voltijds statutaire tewerkstelling met één jaar proef • een brutomaandsalaris van min. 2.142,17 euro (loonschaal B1-B3) • maaltijdcheques, fietsvergoeding, hospitalisatieverzekering (na één jaar dienst) Aanwervingsvoorwaarden: in het bezit zijn van een bachelordiploma of een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs slagen voor de aanwervingsprocedure. Stel je kandidaat door ten laatste op 15 oktober 2010 sollicitatiebrief, cv, kopie van het vereiste diploma en uittreksel uit het strafregister (niet ouder dan 3 maanden) aangetekend op te sturen naar het college van burgemeester en schepenen, Hoogstraat 41, 9450 Haaltert of tegen ontvangstbewijs af te geven op de personeelsdienst (zelfde adres, 1ste verdieping). Kandidaturen per mail worden niet aanvaard. Er wordt voor deze functie een wervingsreserve aangelegd van één jaar, maximaal verlengbaar met één jaar. De functiebeschrijving, de toelatingsvoorwaarden en verdere inlichtingen zijn te verkrijgen op hetzelfde adres of op www.haaltert.be,
[email protected], T 053- 85 86 18, 053-85 86 19
Het OCMW van Alveringem zoekt een m/v:
Directeur Woonzorgcentrum Clep statutair – voltijds – niveau A1a-A3a Het woonzorgcentrum Clep is een door het OCMW Alveringem beheerde ouderenvoorziening met 69 woongelegenheden. Wij zoeken een directeur die samen met de 50 personeelsleden dynamisch werkt aan de uitbouw van het nieuw te realiseren woonzorgcentrum in het centrum van Alveringem. Doel van de functie: De directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het woonzorgcentrum. Hij/zij zorgt voor de effectieve en efficiënte organisatie zodat de missie, de visie en de strategische doelen gerealiseerd worden.
Korenmarkt Gent
C Contacteer ons via T 056 23 70 00 of mail
[email protected] o
Voorwaarden: Minstens drie jaar relevante beroepservaring bezitten als leidinggevende in de welzijns- of gezondheidssector EN slagen in een selectieprocedure, bestaande uit een assessmentgedeelte, een schriftelijke proef en een mondelinge proef Aanbod: Een bruto jaarsalaris van minstens 32.466,92 euro, gratis hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques en een fietsvergoeding. Voor deze functie wordt tevens een werfreserve van één jaar aangelegd.
NIEUWE SHOWROOM
Venetiëlaan 22, 8530 Harelbeke, BelgIë T ++ 32 56 23 70 00 - F ++ 32 56 23 70 02 [ lesaffer.be ]
www.beltrami.be OPENINGSUREN SHOWROOM ma-vr 9u-17u - zat 9u-13u
42 LOKAAL 16 september 2010
Interesse? Stuur dan uw sollicitatiebrief, vergezeld van een cv, een bewijs van relevante beroepservaring en een recent uittreksel uit het strafregister, naar het OCMW Alveringem, t.a.v. de voorzitter, Dorp 1B, 8690 Alveringem of per e-mail naar
[email protected] De kandidaturen moeten ons bereiken ten laatste op 14 oktober 2010. Voor alle bijkomende inlichtingen (algemene toelatingsvoorwaarden, weddeschaal, functiebeschrijving, functie- en competentieprofiel, examenprogramma) kunt u zich wenden tot de secretaris van het OCMW van Alveringem, Dorp 1B, 8690 Alveringem, T 058-28 08 20,
[email protected].
wetmatig berichten
Privacy en externe audit: geen vanzelfsprekende combinatie Veel OCMW’s krijgen van de externe audit de vraag om een kopie van het grootboek door te sturen. Als daarin ook persoonsgegevens staan, betekent dit een schending van de privacy van de OCMW-cliënten.
De externe audit in de OCMW’s verloopt momenteel nog grotendeels op basis van de regels van de OCMW-wet. Die zegt in artikel 93bis, §2: ‘De auditcommissie kan te allen tijde ter plaatse inzage nemen van de boeken, brieven, notulen en in het algemeen van alle documenten en geschriften van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. Ze kan van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn alle ophelderingen en inlichtingen vorderen en alle verificaties verrichten die het nodig acht.’ Dat de externe-auditcommissie alles kan onderzoeken, is vanzelfsprekend. De OCMW-wet bepaalt wel uitdrukkelijk dat die inzage ter plaatse moet gebeuren, in de kantoren van het OCMW dus. We vernemen nu dat nogal wat externe-auditcommissies vragen een kopie van het grootboek gewoon naar hen op te sturen, zodat het onderzoek in de kantoren van de provinciale afdeling van het Agentschap Binnenlands Bestuur kan gebeuren. In dat grootboek staan doorgaans zeer herkenbare persoonsgegevens. De lezer kan er bijvoorbeeld uit afleiden wie welke steun van het OCMW heeft gekregen. De OCMW’s (met de medewerkers én de mandatarissen) krijgen door de wetgever strenge
geheimhoudingsregels opgelegd wat betreft de individuele steun- en dienstverlening. Wanneer die gegevens dan op vraag van de externe audit naar derden worden opgestuurd, betekent dit een schending van de privacy, of ontstaat hiervoor op zijn minst een groot risico. Wanneer de gegevens eenmaal verstuurd zijn, heeft het OCMW immers totaal geen greep meer op wat ermee gebeurt. Het probleem is nog scherper omdat er geen officieel bekendgemaakte deontologische of geheimhoudingsregels bestaan voor de leden van de externe-auditcommissies. Het contrast met de bepalingen in de OCMW-wet en het OCMW-decreet is wat dat betreft trouwens opmerkelijk. Daarom raden we de besturen aan nieuwe vragen van de externeauditcommissies om grootboek- en andere gevoelige gegevens door te sturen, gemotiveerd te weigeren. De externe audit moet zijn werk bij het bestuur zelf doen, en ook dan de nodige discretieregels in acht nemen. Dit punt zal extra aandacht vragen wanneer de komende tijd werk wordt gemaakt van de uitwerking van de externe audit zoals die is omschreven in het OCMW-decreet.
[email protected] en
[email protected]
OCMW-wet van 8 juli 1976, artikel 93bis, §2 - Budgettair en financieel beheer, BS van 6 februari 1998, Inforumnummer 126923. OCMW-decreet van 19 december, BS van 24 december 2008, Inforumnummer 224492.
Politieboekhoudingen voortaan beter te vergelijken Bijzonder rekenplichtigen kunnen vanaf 1 januari 2011 de boekhouding van hun politiezone(s) meer uitwerken, waardoor die beter te vergelijken valt met die van andere zones en ook voor niet-specialisten inzichtelijker wordt. Dit is het gevolg van een aantal recente wijzigingen aan het Algemeen Reglement op de Politionele Comptabiliteit (ARPC).
Elk element van de loonadministratie krijgt voortaan een eigen economische code van drie cijfers (algemene identificatie van de loonelementen), aangevuld met een specifieke numerieke code van twee cijfers (een ‘suffix’, uit bijlage 5). Met deze specificaties wordt het gebruik van de functioneeleconomische codering in de politionele boekhouding gestimuleerd en kunnen de zones nog meer informatie uit hun boekhouding halen. De zone kan al dan niet kiezen voor de invoering van dit ‘suffix’.
Boekhoudkundige implicaties van de loonmotor
Met de publicatie van dit wijzigingsbesluit wordt het nu ook mogelijk om in de boekhouding van de politiezones een opdeling te maken tussen de loongegevens die worden aangeleverd door de Centrale Dienst voor de Vaste Uitgaven (CDVU), en de gegevens die worden aangeleverd door het Sociaal Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI). Ter herinnering: op 1 januari 2010 trad de nieuwe loonmotor (project Themis) voor de lokale politiediensten in werking. De loonmotor heeft
stefan dewickere
Gedetailleerde loonregistratie mogelijk
De boekhouding van de politiezones wordt nu ook inzichtelijker voor niet-specialisten.
tot doel de lonen van alle personeelsleden van de geïntegreerde politie op een efficiëntere manier te laten berekenen door het SSGPI, in combinatie met een betere registratie van de fiscale en sociale loonadministratie. Als gevolg daarvan nam het SSGPI dit voorjaar grotendeels de taken in verband met loonberekening over die tot vorig jaar nog door de CDVU uitgevoerd werden. Tot slot werden in dit wijzigingsbesluit onder meer voor de federale (en gemeentelijke) dotaties afzonderlijke begrotingsartikels opge-
nomen, en werden er nieuwe waarderingsregels voor de goederen gedefinieerd.
[email protected] en
[email protected]
Koninklijk Besluit van 5 juli 2010 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone (ARPC), BS van 10 augustus 2010, Inforumnummer 249279 Ministeriële rondzendbrief PLP 46 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting van de politiezones voor het jaar 2010, BS van 21 augustus 2009, Inforumnummer 240533 16 september 2010 LOKAAL 43
wetmatig berichten
Opvragen identiteitsgegevens bij betalend parkeren opnieuw mogelijk Het Grondwettelijk Hof wees bij zijn arrest van 27 mei 2010 de regelgeving omtrent het beheer van betalend parkeren toe aan de deelstaten. Daardoor ontstond opnieuw onduidelijkheid over het opvragen van identiteitsgegevens bij de DIV door steden en gemeenten, hun concessiehouders en de autonome gemeentebedrijven. Amper twee maanden later heeft de Vlaamse regelgever de aanvankelijk federale bepalingen al verwerkt in zijn eigen regelgeving. De mogelijkheid om de identiteitsgegevens op te vragen blijft nog steeds verbonden met de mogelijkheid voor steden en gemeenten om parkeerretributies of -belastingen te heffen voor het parkeren met een beperkte duurtijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen die voorbehouden zijn voor bewoners. Daarom heeft de Vlaamse regelgever de bepalingen uit de wet van 22 februari 1965 (waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan om een parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren) op eigen initiatief overgenomen in het decreet van 16 mei
2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer. Bijzonder is dat voortaan ook het Vlaamse Gewest zelf parkeergelden kan heffen, al dan niet via concessiehouders.
[email protected] en
[email protected]
Arrest nr. 59/2010 van 27 mei 2010 van het Grondwettelijk Hof betreffende het beroep tot vernietiging van de artikelen 14 tot 16 van de wet van 22 december 2008 houdende diverse bepalingen (I), BS van 30 juli 2010 (3de uitgave), Inforumnummer 247645 Wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren (niet meer van toepassing), BS van 23 maart 1965, Inforumnummer 178766 Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, BS 10 juni 2008, Inforumnummer 229155 Decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, BS van 26 juli 2010 (2e uitgave), Inforumnummer 249075
Inventaris onbebouwde bouwgronden eind oktober klaar Decretaal is bepaald dat gemeenten tegen eind oktober een inventaris klaar moeten hebben waaruit blijkt wat de gezamenlijke oppervlakte van de onbebouwde bouwgronden en kavels in handen van de Vlaamse besturen is. Ook de oppervlakte van de gronden in handen van Vlaamse semipublieke rechtspersonen kan
worden meegenomen. Die inventaris vormt later de basis om een actieprogramma op te stellen, waaruit moet blijken welke overheid welke gronden ten behoeve van sociale woningbouw ontwikkelt. De VVSG stelde een nota op over de opmaak van het actieprogramma. Inspiratie kunt u ook halen uit de nota die voor de
gemeente Oud-Heverlee werd opgesteld.
[email protected]
Decreet van 27 maart 2007 betreffende het grond- en pandenbeleid, BS van 15 mei 2009, Inforumnummer 238265 De VVSG-nota’s vindt u op www.vvsg.be/omgeving via ‘Nieuws’
2de oproep De gemeente Meulebeke gaat over tot de aanwerving van volgende functies (m/v), met aanleg van een werfreserve voor drie jaar:
stedenbouwkundig ambtenaar niveau B4-B5 – voltijds uw profiel: - een bachelordiploma of daarmee gelijkgesteld - een diploma opgelegd door het decreet ruimtelijke ordening - minimaal vier jaar relevante beroepservaring.
milieuambtenaar niveau B1-B3 – voltijds uw profiel: - een bachelordiploma of daarmee gelijkgesteld - in het bezit zijn van het VLAREM-attest.
Ons aanbod: een statutaire betrekking, extralegale voordelen (maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering). De infobundel met vermelding van functiebeschrijving en voorwaarden is te verkrijgen bij het gemeentebestuur (personeelsdienst), Markt 1, 8760 Meulebeke, T 051-48 80 80 of te bekijken op www.meulebeke.be. Interesse? Bezorg uw sollicitatiebrief met cv en de gevraagde documenten ten laatste tegen 1 oktober 2010 aan het college van burgemeester en schepenen, Markt 1, 8760 Meulebeke - per post - persoonlijk overhandigd tegen ontvangstbewijs.
44 LOKAAL 16 september 2010
Het gemeentebestuur Hamme werft aan:
FINANCIEEL BEHEERDER
Decretale graad • Voltijds • In statutair verband Functie: • Taken bepaald bij ‘Gemeentedecreet’ en ‘Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit’. • Staat in voor het beheer en de controle van alle financiële bewegingen binnen de gemeente. • Staat in voor de nodige dienstverlening naar de bevoegde beleidsorganen toe. • Geeft leiding aan de financiële dienst. Aanwervingsvoorwaarden: • Op datum van indiensttreding de leeftijd van 25 jaar bereikt hebben. • Belg zijn. • Houder zijn van een masterdiploma of daarmee gelijkgesteld. • Slagen in een aanwervingsexamen.
AFDELINGSHOOFD VERGUNNINGEN - STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR Niveau A1a-A3a • Voltijds • In statutair verband
Functie: • Staat in voor de coördinatie van alle werkzaamheden op gebied van vergunningsbeleid en aanverwante materies binnen de gemeente. Aanwervingsvoorwaarden: • Belg zijn. • Houder zijn van een masterdiploma of daarmee gelijkgesteld. • Houder zijn van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening, overeenkomstig artikel 1 van het ministerieel besluit van juni 2009 tot bepaling van de diplomavoorwaarden voor de functies van gedelegeerd planologisch ambtenaar,gedelegeerd stedenbouwkundig ambtenaar en gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en tot aanwijzing van de diploma’s die voldoen om te kunnen worden geregistreerd als ruimtelijk planner. • Slagen in een aanwervingsexamen. Interesse? Stuur uw kandidatuur aangetekend naar het College van Burgemeester en Schepenen, Marktplein 1, 9220 Hamme vóór 26 september 2010, samen met uw CV, een kopie van het diploma, uittreksel uit geboorteakte en een uittreksel uit het strafregister (niet ouder dan 3 maanden op 26 september 2010). Later ingekomen kandidaturen, sollicitaties via e-mail of tegen ontvangstbewijs worden NIET aanvaard.
Meer informatie over beide vacatures kan u verkrijgen bij de personeelsdienst, de heer Filip Maes tel. 052/47 55 28, op www.hamme.be, of bij mevrouw Maggy Plas, met betrekking tot de functiebeschrijving van financieel beheerder tel. 052/47 55 20.
De Vlaams-Brabantse witloofgemeente Kampenhout is een bruisende en gezellige gemeente die zijn dynamische reputatie alle eer wil aandoen en hiervoor naar een optimale en klantvriendelijke dienstverlening streeft.
> Wilt u deel uitmaken van een dynamisch en gedreven team? Dan kan u hieraan uw steentje bijdragen, want we zijn op zoek naar nieuwe medewerkers (m/v) voor volgende functies:
DepartementshoofD Interne Zaken
Niveau A1-A3 – voltijdse functie, statutaire aanstelling
Functieomschrijving : • U leidt het departement Interne Zaken welke bestaat uit de afdelingen Communicatie, ICT, Personeel, Secretariaat, Overheidsopdrachten en Veiligheid. Concreet bent u verantwoordelijk voor de optimale afstemming tussen de gemeentelijke diensten • Uw belangrijkste taken situeren zich voornamelijk op volgende domeinen: voeren van een modern personeelsbeleid, ontwikkeling van kwaliteitszorg en intern controle-systeem, opmaak van het jaarlijks budget en de meerjarenplanning, verzorgen van interne communicatie en externe professionele contacten • U rapporteert rechtstreeks aan de secretaris en u maakt deel uit van het managementteam en adviseert het College van Burgemeester en Schepenen m.b.t. beleidsbeslissingen, rekening houdend met de juridische, financiële en kwalitatieve vereisten.
Profiel : • U bent in het bezit van een diploma Master/Licentiaat • U heeft minstens 5 jaar relevante beroepservaring in één of meerdere aanverwante domeinen • U heeft kennis van het gemeentedecreet en ervaring met budgetterings-, rapporteringtechnieken en people management • U kan projectmatig werken, bent stressbestendig en heeft een dynamische ingesteldheid.
Algemene voorwaarden : • U heeft minstens 5 jaar relevante beroepservaring. • U dient te slagen in een bekwaamheidsproef.
Wij bieden : Voltijdse statutaire aanstelling met 1 jaar proef, bruto maandloon vanaf 2705.57 euro.
afDelIngshoofD DIenst BevolkIng
Niveau C4-C5 – voltijdse functie, statutaire aanstelling
Functieomschrijving : Centraal in uw takenpakket staan de organisatie en coördinatie van de dienst Bevolking onder supervisie van het departementshoofd Burgerzaken. Centraal in uw takenpakket staat de administratieve afhandeling en rechtstreekse dienstverlening aan de burger in verband met bevolkingsaangelegenheden zoals het verstrekken van rijbewijzen, reispassen, identiteitskaarten, diverse attesten, ...
Ook vreemdelingenzaken en kieszaken behoren tot uw vakgebied.
Profiel : • U bent in het bezit van een diploma secundair onderwijs • U kan projectmatig werken, bent stressbestendig, klantvriendelijk en heeft een dynamische ingesteldheid.
Algemene voorwaarden : • U heeft minstens 4 jaar relevante beroepservaring. • U dient te slagen in een bekwaamheidsproef.
Wij bieden : Voltijdse statutaire aanstelling met 1 jaar proef, minimum bruto maandloon vanaf 2296.95 euro.
DeskunDIge JeugD
Niveau B1-B3 – voltijdse functie, contractuele aanstelling
Functieomschrijving: Onder leiding van het departementshoofd Culturele zaken staat u in voor de ontwikkeling en uitvoering van een breed gecoördineerd jeugd(werk)beleid in de gemeente • U bouwt een veelzijdig aanbod uit voor kinderen en jongeren die in Kampenhout wonen, school lopen of er hun vrije tijd doorbrengen • U biedt ondersteuning voor de lokale jeugdverenigingen en voert een actief communicatiebeleid ter stimulering van de jeugdparticipatie.
Profiel : • U bent in het bezit van een diploma Bachelor/ Graduaat • Zin voor initiatief, dynamische ingesteldheid en creativiteit • U kan projectmatig werken, bent stressbestendig, klantvriendelijk en heeft een dynamische ingesteldheid • Ervaring en interesse in het lokaal jeugdbeleid is een pluspunt.
• U coördineert en leidt de dagelijkse activiteiten van de afdeling en waakt over de uitvoering van de opdrachten, rekening houdend met de veiligheidsnormen • U staat in voor een open interne en externe communicatie naar zowel medewerkers en oversten als de bevolking toe • U vertaalt wetgeving in richtlijnen voor medewerkers en integreert vakkennis in de werking van uw afdeling.
Profiel: • U kan goed functioneren in teamverband maar ook zelfstandig werken • U bent stressbestendig en heeft een dynamische ingesteldheid • U bent bekend met de wetgeving m.b. t. de functie • Kennis van de werking van een gemeentebestuur is een pluspunt.
Algemene voorwaarde: U dient te slagen in een bekwaamheidsproef.
Wij bieden: Voltijdse statutaire aanstelling met 1 jaar proef, minimum bruto maandloon vanaf 2296,95 euro.
Voor elk van deze functies bieden wij: • maaltijdcheques met zichtwaarde 7 euro • hospitalisatieverzekering • fietsvergoeding • 35 dagen jaarlijks verlof • opname in de wervingsreserve voor 2 jaar • anciënniteit uit privé of zelfstandige activiteit kunnen in aanmerking worden genomen.
Algemene voorwaarde : U dient te slagen in een bekwaamheidsproef.
Wij bieden : Voltijdse contractuele aanstelling met 6 maanden proef, minimum bruto maandloon vanaf 2142.17 euro.
technIsch hoofDmeDewerker
Niveau C4-C5 – voltijdse functie, statutaire aanstelling
Functieomschrijving: • U werkt onder leiding van het departementshoofd Grondgebiedzaken. Het departement Grondgebiedzaken heeft als doelstelling de infrastructuur en ruimte van de gemeente te beheren, te onderhouden en nieuwe infrastructuur te voorzien en duurzaam te ontwikkelen
Geïnteresseerd? Meer inlichtingen kan u bekomen bij de gemeentesecretaris D. Coucke op het nummer 016 65 99 21. Uw sollicitatie, met bijgevoegd CV en afschrift van diploma, stuurt u aangetekend voor 01.10.2010 naar Het College van Burgemeester en Schepenen - Gemeentehuisstraat 16 - 1910 Kampenhout.
Inlevering personeelsadvertenties voor Lokaal 16 (16 tot 31 oktober): 23 september; voor Lokaal 17 (1 tot 15 november): 7 oktober Nicole Van Wichelen • 02-211 55 43 •
[email protected]
16 september 2010 LOKAAL 45
AGENDA
Antwerpen 21 september Park Spoor Noord Werkbezoek aan een inspirerend ruimtelijk project, een nieuwe groene aantrekkingspool voor Antwerpen. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 28 september Lokaal waterbeleid – water in balans Studiedag voor lokale mandatarissen en medewerkers die verantwoordelijk zijn voor water- en rioleringsbeleid. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 30 september Aan de balie van het sociale huis Seminarie over een klantvriendelijke en efficiënte loketorganisatie met toelichting van ondersteunende middelen als een telefooncode en scripts voor lastige klanten en noodsituaties. www.vvsg.be (kalender) Vlaanderen 3 oktober Open Bedrijvendag Thema is hernieuwbare energie. www.vvsg.be (kalender)
Mechelen 5 oktober Harelbeke 18 november Geel 30 november Taalwetgeving voor lokale besturen Interactieve vorming over taalgebruik aan het loket, in briefwisseling, in brochures, in contacten met andere diensten en met anderstalige burgers of organisaties. www.vvsg.be (kalender) Gent 7 en 8 oktober Doorbraak. Richting kiezen voor de toekomst 23ste kwaliteitscongres met als thema doorbraak. Wat is er nodig voor een doorbraak in uw organisatie en hoe kunt u doorbraken realiseren? www.vck.be/kwaliteitscongres Antwerpen 12 oktober Hoe scoren met citymarketing? In de vrijetijdsbesteding wordt de concurrentie tussen gemeenten en regio’s heviger. Welke nieuwe instrumenten en media kunnen gemeenten inzetten om te scoren? www.city-sportmarketing.eu
Zuid-Afrika 4 en 5 oktober Winning through twinning Stedenbandconferentie in Mangaung over het beheer van een stedenband. www.vvsg.be (kalender)
Brugge 12 en 13 oktober Green Work(s)! Europese conferentie van de Vlaamse Landmaatschappij over de inrichting van een multifunctionele open ruimte in randstedelijke gebieden. vlm.evenonline.be
Mechelen 5 oktober, 18 november en 9 december Opleiding voor directeurs van woonzorgcentra Vorming voor beginnende directeurs over het regelgevende kader van woonzorg- centra, het regelgevende kader voor personeelsbeleid en -beheer, en over leidinggeven. www.vvsg.be (kalender)
Leuven 12 oktober Gent 19 oktober Naar een toegankelijke dienst- en hulpverlening Vorming over goede praktijken en inspirerende voorbeelden van toegankelijke hulp- en dienstverlening. www.vvsg.be (kalender)
NIX TrIljoen
46 LOKAAL 16 september 2010
Leuven, 13 en 14 oktober Europees congres Lokale sportparticipatie Organisatie van het Vlaams Instituut voor SportBeheer en recreatiebeleid met focus op sportparticipatie door kansengroepen door middel van (beleids)initiatieven binnen een stedelijke context. www.vvsg.be (kalender) Gent 14 oktober Samen bouwen aan een Brede School Inleidende sessie: Wat is Brede School? Hoe werkt ze? Succesvolle projecten en knelpunten. www.steunpuntdiversiteitenleren.be, knop vorming, open aanbod, Brede School Brussel 22 oktober Aan de slag met een arbeidshandicap bij een lokaal bestuur Afsluitende studiedag met workshops en een toelichting door minister Bourgeois in het Vlaams Parlement. www.diverscity.be Leuven 26 en 28 oktober Interculturele communicatie voor medewerkers van OCMW’s en LOI Tweedaagse vorming over de basisconcepten uit de interculturele communicatie en over de ruisfactoren zoals stereotypen en vooroordelen. www.vrouwendag.be Italië 27 oktober Child in the City Internationale wetenschappelijke conferentie over kindvriendelijkheid van steden. www.childinthecity.com
Zie je door de stenen het huis nog niet?
InfraxBouwteams Goed nieuws voor wie bouw- of verbouwplannen heeft. Infrax leert je hoe je tot 50 % op je energierekening bespaart. En je woning intussen ook nog gezonder en comfortabeler maakt. Hoe? Met de InfraxBouwTeams.
50 % energiebesparing
100 % volgens het boekje
In een BouwTeam ontdek je alles over duurzaam bouwen – tot en met de vooren nadelen van diverse materialen. Hierdoor kan je met kennis van zaken gesprekken voeren met architecten, aannemers en verkopers. En neem je de juiste beslissingen om je woning comfortabeler, gezonder én energiezuiniger te maken. Met besparingen op je energierekening tot 50 %!
Dankzij het InfraxBouwTeam weet je ook zeker hoe je woning volledig kan voldoen aan de Energieprestatieregelgeving van het Vlaamse Gewest. Zowel op het vlak van thermische isolatie, energieprestatie als binnenklimaat. Zo kan je écht op beide oren slapen in je nieuwe of vernieuwde woning.
Een InfraxBouwTeam in jouw buurt? Bel onze infolijn op 078 35 30 20 of kijk op www.infrax.be
niet zichtbaar, wel belangrijk!
Openbare en private werken - Waterbouwwerken
Heyrman-De Roeck NV verkoopt en plaatst
Betafence-schanskorven met verschillende steenvullingen.
• Hoge kwaliteitsgarantie • Budgetvriendelijk • Levensverwachting van 60 jaar • Eenvoudige & snelle plaatsing
Onze andere bedrijfsactiviteiten • Verkoop van grinden en splitten • Verkoop van tropisch hardhout en terrasplanken • FSC en PEFC gecertificeerd
Doornpark 120 - 9120 Beveren
• Ruimen en baggeren van vijvers
Telefoon GSM Fax Email Website
• Plaatsen van betuiningen & steigers in vijvers en waterlopen • Grote voorraad en eigen transportmiddelen
+32 (0) 3 / 775.95.37 +32 (0) 496 / 77.38.29 +32 (0) 3 / 755.11.32
[email protected] www.heyrman-de-roeck.be