Personeelsblad Radboudumc | Jaargang 39
6 vragen aan Nina Aalfs ‘Ik wil wel een dagje ruilen met een patiënt’ Radboud Plus Traject Voor gemotiveerde toppers
Goed eten (s)maakt beter Voedingsassistent Lilian Janssen serveert ‘bommetjes’
#8 november 2014
#8 – november 2014
INHOUD
hulpfonds voor radboud personeel
Uw publicatie in perfect Engels?
LEESTIP Jaap Buis is operationeel manager van de Centrale Patiënten Keuken. Hij tipt het artikel op pagina 12 tot en met 15.
Lees: Heb je behoefte aan financiële ondersteuning? Het Hulpfonds helpt.
Nieuw: Editing Desk Wij redigeren uw: • Artikel • Proefschrift • Oratie / lezing
Het Hulpfonds helpt met financieel advies, begeleiding en renteloze leningen. Neem contact op voor meer informatie: E-mail:
[email protected] Telefoon: (024) 361 22 81
De kunst van het verleiden
12
www.hulpfondsradboud.nl
RU Hulpfonds adv RADBODE 97x130_05.indd 1
26-05-14 16:00
‘Ruim 60% van mijn collega’s is verzekerd bij UMC Zorgverzekering!’
08
19
In deze Radbode leest u meer over de oplossingen die we met elkaar hebben gerealiseerd. Kent u nog een behoefte? Geef het aan ons door.
Peter de Groot, Senior IC-Verpleegkundige Inwendige Geneeskunde en Beademing
Goede zorg kies je zelf Maak je keuze op umczorgverzekering.nl/radboudumc De zorgverzekering voor universitair medische centra
Wist u dat voeding onderdeel is van het medisch behandeltraject? Dat hebben we vast gelegd in ons voedingsbeleid. Het juiste eten en drinken op het juiste moment serveren, dat is essentieel voor onze patiënten. Met het keukenmanagement treden we actief in contact met patiënten die een klacht hebben, zodat duidelijk wordt waar hun behoeften liggen. Goed luisteren is daarbij een voorwaarde. Ook gaan we regelmatig in gesprek met mede werkers en zorgmanagers van de verpleeg afdelingen. Zij horen immers de reacties van patiënten en bezoekers. Door samen te werken met de markt die wij goed kennen, vertalen we de specifieke behoeftes in een oplossing. Hier zit onze gedrevenheid en kracht. We streven samen naar het beste voor onze patiënten: 1 + 1 = 3.
08
Onderzoek – Dieronderzoek vervult een belangrijke taak. Bijvoorbeeld om te beoordelen of nieuwe medicijnen of behandelmethodes veilig genoeg zijn voor mensen. Maar veel mensen willen liever geen dierproeven. Kunnen we ooit zonder?
Rondvraag – Via telemonitoring de bloeddruk meten. Via e-health toe passingen op afstand de patiënt spreken en zelfs behandelen. De hamvraag daarbij: bevordert of belemmert de technologie het persoonlijk contact?
Zorg – Goed eten is belangrijk om gezond te worden en te blijven. Hoe zorgen we ervoor dat onze patiënten goed blijven eten?
Het Moment – In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk. De COPD-patiënt die haar naderende einde accepteerde, maakte diepe indruk op verpleegkundige Anne Derks.
12
De patiënt – Arnold (37 jaar) uit Den Bosch lijdt aan PNH, een zeldzame bloedziekte. Een nieuw medicijn veranderde zijn leven radicaal. ‘Opeens had ik een toekomst.’
19
20
23
RUBRIEKEN 04 Het getal 06 Kort 11 6 Vragen aan
Jaap Buis
22 Collega’s 24 Achterop
3
4
personeelsblad radboudumc
HET GETAL
#8 – november 2014
Jannie Meussen
Eric Scholten
vrijwilligers zetten zich op liefst 33 verschillende plekken belange loos in voor het Radboudumc. De jongste, 13 jaar, brengt elke zondag patiënten van en naar de oecumenische viering. De oud ste is 79 en maakt patiënten wegwijs op het poliplein. Vrijwilligers mogen geen beroepsvervangende taken verrichten. ‘Maar dat neemt niet weg dat ze ontzettend waardevol zijn voor de orga nisatie’, zegt Miriam van Beek, manager vrijwilligers. En dit doen ze zoal Bij het gastenvervoer brengen ze patiënten met de golfkar naar de poliklinieken of verpleegafdelingen. Vrijwilligers van het Gidz-project ondernemen activiteiten met kwetsbare ouderen, om hun fysieke achteruitgang te beperken; ze gaan met hen wandelen op de gang (zie foto) of maken een praatje over vroeger. Bij Radboud Kindertv bezorgen vrijwilligers de opgenomen kinderen afleiding met het samen maken van leuke filmpjes, die ze elkaar vol trots laten zien via het interne net. De vrijwilligers op de OK begeleiden de (vaak gespannen) ouders, die met hun kind meegaan naar de operatiekamers. Op de IC en de Spoedeisende Hulp vangen ze familie op. En dan zijn er nog de vele gastvrouwen en -heren: bij de hoofdingang, op de poliklinieken en op sommige verpleegafdelingen. Miriam: ‘We willen het vrijwilligerswerk goed laten aansluiten op de missie en pijlers van het Radboudumc. Het Servicebedrijf organiseert daarom binnenkort een bijeenkomst met meerdere partijen. Welke wensen en ideeën hebben patiënten, vrijwilligers en medewerkers?’ Op 7 december is het nationale vrijwilligersdag. In het Radboudumc uiten we jaarlijks onze waardering voor de vrijwilligers tijdens een feest. Dit jaar houden we dat op 16 december.
Vrijwilliger Henny Vedder maakt een wandelingetje met een patiënt
5
6
personeelsblad radboudumc
#8 – november 2014
KORT
COLUMN | ETHIEK GETIPT
Week van de Patiëntveiligheid
Mooie cijfers van patiënten
Leren van incidenten
Een 8.2: zo hoog scoort het Radboudumc bij patiënten die opgenomen zijn geweest. De poli klinische zorg krijgt zelfs een 8.3.
Van 17 tot en met 20 november vindt de landelijke Week van de Patiëntveiligheid plaats. Ook in het Radboudumc zijn er verschillende activiteiten.
Bekijk de resultaten op onze homepage: zorg/resultaten/ziekenhuisbrede projecten. Hier staan ook de patiëntenervaringen per ziektebeeld en de vergelijkende cijfers met de andere umc’s.
Getweet
IMPACT VAN ONDERZOEK
Kamervragen Meisjes en vrouwen tussen nul en veertig kunnen onvruchtbaar worden als ze een kanker behandeling moeten ondergaan. Chemo- of radiotherapie kan de eierstokken of baarmoeder namelijk ernstig beschadigen. Door vóór de behandeling embryo’s, eicellen of eierstokweefsel in te vriezen, is vaak behoud van de vruchtbaarheid mogelijk. Dan moet die mogelijkheid natuurlijk wel bekend zijn. Juist daar schort het aan, zo blijkt uit onder zoek van Lobke Bastings, uitgevoerd op de afdeling Verloskunde en Gynaecologie. Slechts één op de tien vrouwelijke kankerpa tiënten onder de veertig krijgt informatie over de mogelijkheden om de vruchtbaar heid te behouden. Lobke vindt dat medische professionals en patiënten veel vaker moe ten aansturen op een gesprek waarin de mogelijkheden worden besproken, liefst ruim voordat de chemotherapie of bestra
ling wordt gestart. Genoeg reden voor Pia Dijkstra (D66) om Kamervragen te stellen aan minister Edith Schippers van VWS, zoals: ‘Bent u van mening dat het bespreek baar maken van de kwaliteit van leven na de behandeling een integraal onderdeel van de behandeling zou moeten zijn? Zo ja, hoe wilt u dit bevorderen? Zo nee, waarom niet?’ Ga voor meer informatie www.radboudumc.nl, nieuws, nieuwsarchief september
Henriëtte van Gils @GilsHv Gisteravond boeiende en goed bezochte informatieavond in @radboudumc Radboud maakt werk van goed samenspel met mantelzorgers! @mezzo_nl Jozette Stienen @JozetteStienen Inloggen met DigiD op #PGD en o.a. bloeduitslagen inzien: goede ervaringen e-patiënt met #radboudumc #NPCF #mobilehealthcare Zeist Riemy Mulder @RiemyMulder #Radboud UMC: ‘ondersteuning bij vermoeidheid en kanker heeft pas zin drie maanden na de behandeling.’ Sta je er tot die tijd alleen voor? Jan Oudenes @jhoudenes Inmiddels in training voor de Zevenheuvelenloop team Geriatrie B @radboudumc. Mooi dat ik een Wageningse en Grebbeberg in de buurt heb!
Schaduwkind
Vasalis
Muzikale voorstelling waarin jazzgitarist Corrie van Binsbergen schrijver P.F. Thomése begeleidt, die vertelt uit Schaduwkind, zijn ontroerende roman over de dood van zijn zes weken oude dochtertje.
Janne Schra zingt teksten van dichteres en psychia ter M. Vasalis (1909-1998) onder begeleiding van het Metropool Orkest. Het is poëzie over verlies, ziekte en dood, van een van de meest geciteerde dichters in rouwadvertenties.
LUX (Nijmegen), 16 november, 16.00 uur. Prijs: € 18,50.
LUX (Nijmegen), 3 december, 20.30 uur. Prijs € 19,50.
Fred Plukker
Zo reikt de Raad van Bestuur op 18 november de Patiëntveilig heidsprijs uit, bestemd voor hét plan dat een belangrijke impuls geeft aan patiëntveiligheid. De winnende afdeling ontvangt € 10.000 om het plan uit te voeren. Op dezelfde dag vinden in de Tuinzaal (route 706) twee ple naire sessies plaats: over hand desinfectie (16.00 uur) en over de dossierstudie vermijdbaar over leden patiënten (17.30 uur). Daarnaast vertellen hoofd behandelaren en andere betrok kenen op afdelingen over hun ervaringen met zeer ernstige incidenten. Dit om het bespre ken én leren van incidenten te stimuleren.
ziet veel enthousiasme Fred Plukker, 27 jaar interim manager, is nu ruim een maand voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij ziet veel enthousiasme in huis, bijvoorbeeld tijdens de presentaties van de jaarplannen. ‘Afdelingen houden niet krampachtig vast aan het eigen territorium, ik zie een werkelijke bereidheid tot samenwerken.’ Ook is hij onder de indruk van de aandacht voor persoonsgerichte zorg. ‘Het Radboudumc is er van doordrongen dat de patiënt zo niet een partner dan toch op zijn minst een (mede)beslisser is. Daarin is “Nijmegen” verder dan alle andere ziekenhuizen bij wie ik in de keuken heb kunnen kijken. En dat zijn er heel wat.’ Het Radboudumc heeft volgens hem een prima koers uitgezet, waar hij graag samen met zijn collega-bestuurders de vaart in houdt. Regelmatig vertelt hij in een blog op intranet over zijn ervaringen.
Foto: Suzanne Hoogendoorn
Foto: Eric Scholten
Wat betreft ziekenhuisopname scoren we op acht van de negen thema’s bovengemiddeld in vergelijk ing met andere umc’s. We scoren het hoogst op ‘gevoel van veiligheid’ en ‘eigen inbreng’. Cardiothoracale chirurgie krijgt de meeste best practices: patiënten zijn zeer tevreden over de inhoud van het opname gesprek, eigen inbreng en gevoel van veilig heid. Het Radboudumc heeft dit jaar voor de derde keer ziekenhuisbreed patiëntervaringen met de Consumer Quality index (CQ-index) methodiek gemeten. De resultaten zijn gedeeld met de afdelingen, zodat zij kunnen zien waar het goed gaat en waar verbeter mogelijkheden liggen.
Medewerkers van de sectie medische ethiek (iq healthcare) geven een beschouwing over een actueel onderwerp. Deze keer Wilma Göttgens.
De prijs van een levensjaar Wat mag een gewonnen levensjaar kosten? Moet er een maximumbedrag – € 80.000 opperde de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg – zijn voor een behandeling? De overheid houdt dit vraagstuk weg van de politieke besluit vorming en probeert het bij zorgver leners te leggen. Tussen zorgverlener en patiënt moet het echter gaan over kansen op genezing en kwaliteit van leven. Dit gesprek behoort in alle openheid en op basis van transparante en begrijpelijke informatie plaats te vinden. Want we willen verantwoorde zorg leveren aan iedereen, ongeacht zijn aandoening. Een prijsplafond gaat over kosten en die zijn alles behalve transparant. Bij bijvoor beeld de ziekte van Pompe en Fabry zijn de kosten van de middelen uitonderhandeld tussen overheid en producent en niet publiek bekend, omdat het om markt gevoelige informatie gaat. Bovendien is bij weesgeneesmiddelen en nieuwe genees middelen de effectiviteit beperkt weten schappelijk onderbouwd. Je kunt daarmee onvoldoende onderbouwen of je met een x-bedrag een extra levensjaar ‘koopt’. Als dergelijke niet-transparante informatie een rol gaat spelen in het gesprek tussen zorg verlener en patiënt, dan verstoort dit de vertrouwensrelatie, die de kennis en kunde van de zorgprofessional veronderstelt. Los daarvan kan het intimiderend zijn om over een maximumbedrag te spreken. Tot hier en niet verder: “Mevrouw, weet u wat uw behandeling kost?” De vraag van patiënten die zijn aange wezen op een dure behandeling is goed voorstelbaar, maar moet gesteld worden aan ‘het juiste loket’. Daar waar de econo mische feiten bekend zijn en waar de poli tieke verantwoordelijkheid ligt om keuzes te maken waar het geld van de bevolking het best besteed is. Of dat nu op nationaal of Europees niveau is. Die vraag luidt: “Minister, ben ik te duur?”
7
8
personeelsblad radboudumc
Onderzoek
#8 – november 2014
Marcel Wortel
Eric Scholten MRI waarin van het inwendige van proefdieren anatomische en fysiologische 3D-afbeeldingen gemaakt worden
Worden dierproeven ooit overbodig?
De dankbare taak van het proefdier Het gebruik van proefdieren in medisch wetenschappelijk onderzoek heeft een lange geschiedenis. Dieronderzoek vervult een belangrijke taak. Bijvoorbeeld om te beoordelen of nieuwe medicijnen of behandelmethodes veilig genoeg zijn voor mensen. De resultaten van dit onderzoek kunnen levens redden. Proefdieronderzoek kan rekenen op een kritische belangstel ling vanuit de samenleving. Ook al heeft de meerderheid van de bevolking begrip voor het gebruik van dieren voor de medische wetenschap; veel mensen hebben liever dat er helemaal geen dierproeven worden gedaan. Sinds 1979, toen de registratie van dierproeven is gestart, is het aantal dierproeven in Neder land gehalveerd. In 2012 werden in Nederland ruim 580.000 dierproeven uitgevoerd, waarvan zo’n 18 duizend in Nijmegen. De gestage daling van het aantal dierproeven komt onder andere doordat er steeds meer alternatieven voorhanden zijn. Zo kun je tegenwoordig de effecten van een nieuw geneesmid del met een computermodel onderzoeken. Ook zijn voor veel experimenten geen dieren meer nodig, maar nemen gekweekte cellen in het laboratorium het werk over. Of losse vissenschub ben, die gewoon weer aangroeien bij de vis. Volgens Merel Ritskes-Hoitinga, hoofd van het Centraal Dierlaboratorium, kan het aantal dierproeven verder omlaag. ‘Je moet dan wel vooraf systematisch de literatuur uitpluizen op onderzoek dat al eerder is gedaan. Hierdoor kan je een deel van je onderzoeks vraag al beantwoorden en heb je veel minder dierexperimenten nodig. Het helpt je ook bij de keuze voor het juiste diermodel en het vervolgonderzoek bij mensen.. Als ook de kwaliteit van het onderzoek omhoog gaat, valt een enorme winst te behalen.’
Het juiste dier bij de juiste vraag Ondanks alle beschikbare alternatieven blijven dierproeven nodig. Voor nieuwe medicijnen is het bijvoorbeeld wettelijk verplicht om de effecten ervan op dieren te onderzoeken, voor
dat ze gebruikt mogen worden bij mensen. Zo voorkom je dat mensen onnodig worden blootgesteld aan gevaarlijke effecten van die medicijnen. Maar ook veel kennis over het verloop van ziektes, of van nieuwe behandelmethoden is niet te verkrijgen zonder hulp van het proefdier. De eerste vraag is dan: wat is het juiste proefdier? Voor zo’n driekwart van de dierexperimenten in Nijmegen luidt het antwoord hierop: de muis. ‘Dat is vooral om praktische redenen,’ vertelt Arend Heerschap, hoogleraar op de afdeling Radiologie. ‘Ze zijn snel te fokken met de eigen schappen die bij je onderzoeksvraag passen. Bijvoorbeeld met een mutatie in een bepaald gen, met heel specifieke tumoreigen schappen, of met kenmerken van de ziekte van Alzheimer.’
Toepassing bij kankeronderzoek Binnen de afdeling Radiologie wordt veel onderzoek gedaan naar de biomedische inzet van MR (Magnetische Resonantie). Met deze techniek gebruik je zeer sterke magneet- en radiogolven om van het inwendige van dieren anatomische en fysiologische 3D-afbeeldingen te maken. Deze kennis is direct toe te passen in onderzoek van kankerpatiënten. Zo is de toepassing van MR-contrastmiddelen vrijwel volledig ontwikkeld in muizen, omdat de muis ook een lymfeklierstelsel heeft. Patiënten in ons ziekenhuis krijgen deze middelen nu voor de detectie van tumoren en uitzaaiingen in de lymfeklieren. En met succes. Een ander voorbeeld is de recente ontdekking van een gen mutatie bij mensen met een hersentumor. Deze mutatie voor spelt min of meer hoe lang ze nog zullen leven. Dankzij muizen met deze tumoren zijn met MR-beelden markerstoffen
gevonden die specifiek aangeven waar die mutatie zit. ‘Zodra we bij patiënten die stoffen met een MR-scan vinden, hebben we een biomarker waarmee we de mutatie zonder operatie kunnen vaststellen. Vervolgens kunnen we het effect van behandelingen volgen door de aanwezigheid van de marker stoffen in de gaten te houden’, legt Arend Heerschap uit.
Meer grip op hersenaandoeningen Ondanks de hoopvolle resultaten in het kankeronderzoek, is duidelijk dat de muis ook zijn beperkingen heeft. ‘Een muis is geen replica van een persoon,’ zegt Arend Heerschap, ‘Een muis met Alzheimer-eigenschappen heeft niet het bewust zijnsniveau zoals een mens dat heeft. Daarom zal een muis ook nooit een mens kunnen vervangen. Zo moet je het ook niet zien. De muizen gebruik je om een specifiek deel van de ziekte van een mens na te bootsen en de eigenschappen daarvan goed te onderzoeken.’ Jeroen Goossens, onderzoeker bij de afdeling Cognitive Neuroscience, vult aan: ‘Dieronderzoek is alleen zinvol als je met een goed diermodel werkt.’ Hij doet onderzoek naar informatieverwerking en aandacht en wil weten of het brein zich kan aanpassen om weer te kunnen zien. Want misschien ligt daar een oplossing voor patiënten die na een hersenbloeding (deels) blind zijn geworden. Dit onderzoek doet hij voornamelijk met resusapen. ‘Als we willen
Dierproeven volgens de wet Sinds 1977 schrijft de Wet op de Dierproeven voor aan welke eisen een dierproef moet voldoen. Zo mogen alleen speciaal opgeleide onderzoekers en verzorgers met proefdieren werken en zijn er eisen aan de huisvesting en behandeling van de proefdieren. In 2010 heeft de Europese Unie de regels voor dierproeven aangescherpt, onder andere om de verschillen tussen de verschillende lidstaten weg te werken. De Wet op de Dierproeven gaat hierdoor op belangrijke punten veranderen. Zo zal meer informatie publiekelijk toegankelijk worden tijdens de ethische toetsing van dierproeven. Ook krijgt elke instelling die dierproeven doet een Instantie voor Dierenwelzijn. Deze bewaakt een goede uitvoering van de proeven en daarmee van het welzijn van de proefdieren.
begrijpen hoe complexe informatieverwerking werkt, kunnen we dit wel deels bij lagere diersoorten onderzoeken, bijvoor beeld bij kikkers, maar dat levert niet alle antwoorden op die we zoeken. De hogere cognitieve functies vind je eigenlijk alleen bij primaten, waardoor de experimenten alleen met hen zinvol zijn.’ De noodzaak van het onderzoek is evident. Voor hersenaandoeningen zijn namelijk nog weinig goede thera pieën. ‘Leer er maar mee leven,’ is het advies aan de meeste patiënten. ‘Daar kunnen we geen genoegen meer mee nemen,’ benadrukt Goossens, ‘in een ouder wordende samenleving zijn
9
10
personeelsblad radboudumc
#8 – november 2014
Gijs Munnichs
Eric Scholten
6 VRAGEN AAN In deze rubriek stellen we persoonlijke vragen aan een medewerker die een Radboudpluim heeft ontvangen.
Beleidsadviseur Radboud Zorgacademie Nina Aalfs
Een vrouw met
hersenaandoeningen een groeiend probleem. Het zoeken naar goede diagnostiek en therapieën voor hersenaandoeningen begint bij begrip van hogere hersenfuncties.’
‘schwung’
De brug tussen lab en patiënt De vertaling van medische kennis naar de behandeling van patiënten is niet altijd even gemakkelijk. Kinderen die geboren worden met ernstige afwijkingen aan de blaas en de urinewegen kunnen daarover meepraten. Momenteel worden deze afwij kingen hersteld met weefsel dat ergens anders uit het lichaam komt, zoals de darm. De uitkomsten van deze hersteloperaties zijn vaak verre van ideaal. Binnen het onderzoeksthema Rege nerative medicine wordt dan ook gekeken of speciale kunst weefsels het herstel van aangeboren afwijkingen gemakkelijker maken. Kinderuroloog Wout Feitz gebruikt dierexperimenten voordat nieuwe technieken bij kinderen kunnen worden toe gepast: ‘In het laboratorium zijn prima kunstweefsels te maken waar lichaamseigen cellen goed in groeien. Maar voordat we deze weefsels kunnen toepassen in de mens, moeten we belangrijke vragen beantwoorden. Kan een chirurg het weefsel goed en veilig implanteren? Verloopt de aangroei van bloed vaten goed? Houdt het weefsel stand in een opgroeiend kind? Voor het beantwoorden van deze vragen zijn we aangewezen op onderzoek met schapen. Zij lijken in het eerste levensjaar qua groei en ontwikkeling namelijk redelijk op de mens.’
1
Wat is je persoonlijke hoogtepunt in het Radboudumc?
‘Het Safari-project. Met studenten en medewerkers van de Rad boud Zorgacademie gingen we een week lang in het huis op zoek naar mooie voorbeelden van persoonsgerichte zorg. We hebben veel mensen gesproken en geobserveerd, onder anderen verpleegkundi gen, leidinggevenden en patiënten. De Safari heeft zeer bruikbare input opgeleverd voor het verpleegkundig onderwijs. De onder zoeksvorm zelf bleek ook heel leerzaam voor onze studenten.’
2
Wat is je favoriete plek in het Radboudumc?
‘Mijn eigen werkplek bij de Radboud Zorgacademie. Door mijn functie ben ik bijna de hele dag op pad. Ik kom overal in het umc, voer gesprekken, ben bezig in ontwikkelteams. Dan is het heel fijn om achter mijn eigen bureau weer tot bezinning te komen.’
In het laboratorium worden kunstweefsels, zoals deze kunstblaas, gemaakt waar lichaamseigen cellen in kunnen groeien. Deze weefsels worden eerst toegepast in dier experimenten voordat dit bij mensen gebeurt.
3
Voorzichtig overstappen
Systematic review
Wout Feitz waarschuwt wel voor een te snelle overstap van het proefdier naar de mens. ‘Veelbelovende resultaten uit het lab kunnen verwachtingen wekken bij patiënten. Daar moeten we erg voor oppassen. De stap van het lab naar de mens is gewoon erg moeilijk. Er zijn gevallen bekend uit de literatuur waarin achteraf gezien toch te snel is overgestapt naar de mens. Op langere termijn ontstaan er complicaties die in het lab niet te voorzien waren. Meer en betere dierproeven hadden dit kun nen voorkomen. Je ziet dat veel onderzoekssubsidies gericht zijn op het toepasbaar krijgen van een medisch product, zoals kunstweefsel. Maar zolang deze toepassing niet veilig is, moe ten we terughoudend zijn.’
Als je een systematic review uitvoert, verzamel je al het bewijs dat in de literatuur te vinden is rondom een onderzoeksvraag. Dit gaat op een gestructureerde en kritische manier. Zo kijk je of de resultaat berust zijn op kwalitatief goed uit gevoerde studies. Door studies te combineren kun je uitspraken doen die niet mogelijk waren op basis van de losse studies. Een voorbeeld van een systematic review is onderzoek naar het effect van nimopidine, een medicijn tegen beroerte. Uit de literatuur bleek achteraf dat de werking van het medicijn onvoldoende bewezen was bij proefdieren. Als de systematic review vooraf was uitgevoerd, hadden proefpersonen niet blootgesteld hoeven te worden aan een ineffectief medicijn. Maar er zijn ook voorbeelden waar in klinisch onderzoek bijwerkingen aan het licht kwamen, die achteraf gezien met een systematic review te voor spellen waren geweest.
4
Vervangen waar het kan Jeroen Goossens: ‘We werken voortdurend aan verfijning om ongerief voor onze resusapen te beperken. Met de huisvesting hebben we een grote stap gemaakt, zodat we de dieren alles kunnen bieden voor een optimale verzorging. De resultaten van ons onderzoek kunnen ook computermodellen opleveren die sommige dierproeven mogelijk overbodig maken. Maar het helemaal vervangen zal nooit gebeuren.’ Arend Heerschap her kent dit. ‘Een belangrijk voordeel van de MRI is dat het onder zoek meestal geen chirurgische of invasieve ingreep vereist. Hierdoor kunnen de dieren meerdere keren binnen het
Wie bewonder je?
‘Mensen met moed en idealen, zoals verpleegkundigen en artsen die naar Afrika gaan om te strijden tegen ebola. Zij zijn supergedre ven én bereid risico’s te nemen.’
Wat weten je collega’s niet over jou?
‘Dat ik heel erg van zingen houd, een heerlijke uitlaatklep. Ik zit in een vocal group en zing daarnaast ook graag kinderliedjes met mijn twee kinderen.’
5
Met wie zou je een dagje willen ruilen?
‘Met een journalist. Het lijkt me leuk dat je iedereen het hemd van het lijf mag vragen. Wat me ook te binnen schiet: ruilen met een patiënt. Natuurlijk wil ik niet daadwerkelijk ziek zijn. Maar je leert er wel veel van als je in de huid kruipt van iemand die ernstig ziek is.’
6
Kun je je idealen kwijt in je werk?
‘Ik hoop een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van men sen. Dat ze ontdekken waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden. Mensen in hun kracht zetten, dat vind ik het mooiste in mijn vak.’
Personalia zelfde onderzoek gebruikt worden en zijn er dus minder proef dieren nodig. Maar helemaal verdwijnen zullen proefdieren niet. Een dier is complex, heeft doorbloeding en een stofwisse ling die afhangt van de werking van verschillende organen. Dat zijn dynamische processen die verloren gaan als je naar los weefsel gaat kijken. Dat geldt natuurlijk helemaal voor hersen functies. Die kun je wel proberen te simuleren, maar dan krijg je nooit dezelfde resultaten als met een proefdier.’
Naam: Nina Aalfs (34 jaar) Afdeling/functie: innovator en beleidsadviseur Radboud Zorgacademie Pluim verdiend op: 26 juni 2014 Omdat: ze met haar innovatieve en creatieve manier van denken aan de wieg staat van belangrijke projecten van de Radboud Zorgacademie, waaronder het Safariproject. Nina is enthousiast, vernieuwend en doortastend. Zij geeft schwung aan projecten en draagt bij aan de kwaliteit van het praktijkleren in onze organisatie. Met oog voor resultaat én proces.
11
12
personeelsblad radboudumc
ZORG
#8 – november 2014
Marjan Wassenaar
Eric Scholten, Marfo, Angeline Swinkels/Verbeeld
Goed eten (s)maakt beter
De kunst van het verleiden Wie ziek is, heeft niet altijd zin in eten. Terwijl goed eten belangrijk is om in conditie te blijven. Alle reden om meer aandacht te besteden aan voeding. Voor, tijdens en na het verblijf in het ziekenhuis. Hij volgde een koksopleiding en werkte jaren in de horeca. Tot hij kanker kreeg en op de oncologische afdeling van het Radboudumc belandde. Julian Noij (37) herinnert zich nog goed de weerzin die hij voelde tegen de zie kenhuismaaltijden. ‘Oncologische patiënten kun je niet dezelfde maaltijd voorzetten als bijvoorbeeld heelkundepatiënten. Door de chemo is je maag van streek. Alleen al bij de geur van eten moest ik overgeven. En met mij mijn kamergenoten. Ik weigerde de zieken huismaaltijden te eten en kreeg daarover echt ruzie met mijn behandelaars. Wilde ik telefo nisch een pizza buiten het ziekenhuis bestel len, kreeg ik geen toestemming. Snap ik, in het ziekenhuis gelden veel strengere hygiëne regels. Natuurlijk is het eten hier kwalitatief prima, maar te veel, te gaar en een te sterke geur. Bovendien kon ik niet ’s ochtends al beslissen wat ik ’s avonds wilde eten.’
aan welbevinden en conditie. Door Julian en andere oncologiepatiënten geïnspireerd, heb ben wij met hen en de betrokken professionals van diëtetiek en Servicebedrijf een Food Dream team gestart. Wát als we in co-partnerschap het ziekenhuiseten nu eens out of the box opnieuw mochten inrichten? Het samen ontwikkelen van een formule, afgestemd op de behoeften
Kleinere porties actief aanbieden
De minigerechtjes op de Medium Care zijn bij uitstek geschikt om meerdere keren per dag aan te bieden. Patiënten kunnen de gerechtjes op elk gewenst moment vragen en geserveerd krijgen.
Eveliene Manten, kwartiermaker van het AYA (Adolescents and Young Adults) Expertise Platform Radboudumc/Nationaal AYA Platform, herkent de ervaringen van Julian. ‘Door de chemobehandeling krijgen patiënten een totaal andere geur- en smaakbeleving. Bovendien zorgt de chemo onbedoeld voor misselijkheid en ontstekingen in de mond, waardoor eten pijnlijk wordt. De zin in eten neemt behoorlijk af, terwijl eten en drinken juist enorm bijdraagt
van patiënten en de wensen van professionals, werkte voor iedereen erg aanstekelijk.’ De pilot met onco-proof food, die het AYAExpertise Platform begin 2013 startte, laat zien dat het anders kan. Gedurende twee keer zes weken kregen alle patiënten van afdeling Medische Oncologie dagelijks op zes momen ten kleinere porties eten aangeboden, met een afgevlakte smaak en geur. Niet zomaar hapjes,
13
#8 – november 2014
Wat gebeurt er verder in huis om patiënten te verleiden tot beter eten? Kinderkliniek
Gastenmaaltijd scoort gemiddeld een 8. Eet u mee?
maar mooi opgemaakte amuses. Diëtiste Bar bara Fabels ontwikkelde de gerechtjes samen met AYA-patiënten, in samenspraak met leve rancier Maison van den Boer. Julian, inmid dels genezen, serveerde de hapjes. ‘Uit ervaring weet ik dat een menulijstje niet werkt als je misselijk bent. Je moet de mensen verleiden om een hapje te proberen. Als ik langskwam met mijn dienblad, wilden patiën ten vaak wel een gerechtje proeven. En als één patiënt begon met eten, volgden er meer. Zien eten doet eten.’
Aandacht voor ondervoeding Patiënten waren niet alleen positief over de kleinere porties en het actief aanbieden, ook de reguliere maaltijden van het ziekenhuis werden meer gegeten. Eveliene: ‘Met een klein bodempje in je maag ben je minder misselijk, waardoor je ook een grotere maaltijd aandurft. Artsen hebben tijdens de pilot veel minder medicatie tegen misselijkheid hoeven voor schrijven. En verpleegkundigen konden weer
het gesprek met de patiënt aangaan over goed eten en drinken.’ Werd voeding voorheen vooral gezien als kostenpost, tegenwoordig realiseren we ons steeds meer dat goed eten bijdraagt aan het herstel. Voeding wordt daarmee een onder deel van de medische behandeling en de ver pleegkundige zorg. Afhankelijk van de ligduur en het ziektebeeld kunnen patiënten onder voed raken door een negatieve energie- en eiwitbalans. Een probleem dat bij 25 tot 40 procent van de patiënten in Nederlandse ziekenhuizen voorkomt, met alle gevolgen van dien. Manager Diëtetiek Marjo Peters: ‘Ondervoeding bij een bepaalde aandoening vraagt om de specifieke expertise van een dië tist. Maar ook umc-breed denken we mee over de voedingsbehoeften van patiëntengroepen en hoe we dat kunnen vertalen naar produc ten. Daarnaast pleiten we voor meer aandacht voor de voedingstoestand van de patiënt, nog voordat die wordt opgenomen. Op de poli moet het risico op ondervoeding al gesignaleerd worden en een behandeling worden ingezet.’
Voeding op maat De ervaringen met onco-proof food, inmid dels omgedoopt tot Food4care, smaken naar
meer. Het Dreamteam Food, met ook manager Logistiek & Services Lourens Pouwer aan boord, gaat een totaalconcept ontwikkelen dat aansluit op de in 2013 vastgestelde visie op patiëntenvoeding: iedere patiënt de juiste voeding, toegesneden op haar of zijn behoef ten en wensen. Lourens: ‘De tijd tussen bestel len en consumeren hebben we in de loop der jaren flink kunnen verkorten, met broodbuffet wagens en decentrale keukens in de nieuw bouw. Maar het kan nog beter met meer gast vrijheid en maatwerk. Net als bij Food4care willen we van drie klassieke maaltijden over stappen op zes kleinere porties, verspreid over de dag. Leverancier Maison van den Boer denkt, samen met diëtetiek en patiënten, mee over iets grotere porties met voldoende eiwitten en bouwstoffen, uiteraard gedifferentieerd naar de verschillende patiëntengroepen. In het eer ste kwartaal van 2015 starten we met deze gerechten een tweede pilot bij meerdere afde lingen. Daar hoort ook een andere rol voor de voedingsassistenten bij. Zij zijn de gastvrou wen die de patiënt gaan verleiden om beter te eten. De patiënt moet nu nog teveel zelf eerst in actie komen, door via zijn bedside terminal een maaltijd aan te vragen. Daarin kunnen we, net als in de horeca, veel gastvrijer worden.’
Kinderen vinden het gezellig als ouders mee-eten. Met de ouders erbij gaat het eten net iets beter.
Sinds juli vorig jaar kunnen patiënten samen met hun bezoek op de kamer dineren. Samen eten is gezelliger en draagt bovendien bij aan het welzijn van de patiënt. Voor de ouders op de Kinderkliniek is het een uitkomst. Wie voor 15.30 uur bestelt, kan dezelfde dag mee-eten, voor zes euro per maaltijd. Bij een spoedopname is later bestellen uiteraard mogelijk. ‘Ouders vinden het ontzettend plezierig dat ze met hun kind kunnen eten’, vertelt verpleegkundig teamleider Hannie de Haas. ‘Ze houden geen rekening met de periode na de operatie. Met de gastenmaaltijd nemen we hen de praktische zorgen uit handen. En de kinderen vinden het natuurlijk ook veel gezelliger als ouders mee-eten. In het weekend is het vaak feest als opa en oma er ook nog bij zijn.’ Ook de ouders van langdurig of chronisch zieke kinderen eten regelmatig mee. ‘Met name oncologische patiëntjes eten doorgaans slecht. Met de ouders erbij gaat het net iets beter. Het thuisgevoel komt dan weer even terug.’
Medium Care
Cardiologie
Minigerechtjes. Kleine hoeveelheden, meer variatie
Kruiden en kookworkshops. Zoutarm en toch lekker?
Patiënten op de medium care zijn door ziekte of na een behandeling regel matig niet in staat om te kunnen of mogen eten. Vaak hebben zij hierbij hulp nodig, soms onder begeleiding van een logopediste. Samen met de verpleegkundige, arts en/of diëtist wordt een keuze gemaakt tussen energie- en eiwitverrijkte voeding, extra drinkvoeding of volledige drinkvoeding. Juist dan zijn kleine porties handig zodat de patiënt langzaam weer mag gaan eten, verspreid over de dag. Voedingsassistent Lilian Janssen is daarom blij met de minigerechtjes van leverancier Marfo. Ze zijn heel geschikt om meerdere keren per dag aan te bieden en vormen een alternatief voor gewone snacks, die vaak teveel suiker, verzadigd vet en natrium bevatten. Lilian: ‘De minigerechtjes zien er smakelijk uit en zijn lekker. We serveren ze in een speciaal bakje, met een servetje. Dat maakt het een feest om te eten.’ Het zijn lekkere gerechtjes en tegelijkertijd “bommetjes”: tien gram eiwit per portie, goed voor mensen met weinig eetlust. Na een operatie hebben de meeste patiënten geen zin in een groot bord eten. Een minigerechtje is dan precies genoeg. Al moet je patiënten ook dan nog steeds stimuleren om te eten.’
Patiënten met hartfalen moeten verplicht natriumbeperkt eten. Maar dat vinden ze meestal niet lekker. Hoofdverpleegkundige Riny van der Ven: ‘Op onze afdeling accepteren ze natriumbeperkt eten. Eenmaal thuis vervallen ze vaak in hun oude gewoontes.’ Samen met Jaap Buis, operationeel manager Centrale Patiënten Keuken, en medewerkers van Procesverbetering & Innovatie werkt Riny aan een plan om cardiologische patiënten beter te laten eten, zowel in het ziekenhuis als thuis. ‘Ze moeten meer leren spelen met ingrediënten. Voor veel gerechten is nootmuskaat bijvoorbeeld een prima vervanger van zout. En er zijn meer kruiden die het eten beter laten smaken.’ Cardiologische patiënten en mantelzorgers die zoutarm en toch lekker willen koken, gaan binnenkort via de Mantelzorgacademie een gratis kookworkshop volgen. Riny: ‘Ze leren van onze koks hoe ze eenvoudig hun maaltijden natriumbeperkt, met veel eiwitten, energierijk en toch smaakvol kunnen maken. Uiteraard krijgen ze tips en recepten mee naar huis.’ Daarnaast moeten zorgverleners zich bewust zijn van de waarde van voeding voor het herstel. Vaste momenten in het zorgpad helpen om die bewust wording te creëren.
15
16
personeelsblad radboudumc
Onderwijs
#8 – november 2014
Jannie Meussen
Eric Scholten
Nieuw: Radboud Plus Programma voor doktersassistenten Gegevens invoeren in Epic
Lisa Jacobs, doktersassistent poli Dermatologie, met een greep uit haar werkzaamheden
Zo’n 375.000 patiënten ontmoeten jaarlijks op de poli’s onze doktersassistentes. Zij zijn het visitekaartje van het Radboudumc en belangrijke schakels in de persoonsgerichte zorg. De Radboud Zorgacademie investeert nu in hen met een Radboud Plus Programma. Vroeger kwamen patiënten naar de poliklinieken voor con troles. Vandaag de dag is het de plek voor alles waar niet per se een opname voor nodig is; onderzoeken, kleine behandelin gen en ingrepen, en voorbereidingen voor een opname. Er ligt dus een zwaarder accent op de poliklinieken. Aanlei ding voor de verpleegkundig polihoofden om zich te buigen over de vraag: hoe moet de poli van de toekomst er uitzien? ‘Belangrijke conclusie is dat we graag meer met doktersassis tenten willen werken’, vertelt Nanda Vermeulen, hoofdverpleeg kundige poli Verloskunde/Gynaecologie. ‘Administratieve krachten zetten we in op plekken waar veel administratief werk te verstouwen is, en verpleegkundigen zijn er voor de specialistische verpleegkundige zorg.’
Dit houdt het Radboud Plus Programma in Zes gemotiveerde eerstejaars studenten van ROC Nijmegen starten in januari 2015 met het Radboud Plus Programma voor doktersassistenten. Alle stages tijdens de driejarige opleiding doorlopen ze in het Radboudumc of in de huisartsenpraktijk van onze afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. Ze krijgen begeleiding van opleiders van hier en kunnen zich breed ontwikkelen. Onder meer door workshops te volgen met thema’s als: kennismaken met het Radboudumc, de patiënt als partner, kleine chirurgische ingrepen, ketenzorg en samenwerken en communicatie. Ook gaan ze ‘op excursie’, bijvoorbeeld naar een afdeling die hen vertelt over het Decentraal Incidenten Melden, onder het motto: vergissen is menselijk, leren van fouten. ‘De studenten krijgen niet zwart op wit een baangarantie in het Radboudumc. Maar als zij het traject goed doorlopen, zijn zij bij vacatures natuurlijk wel heel kansrijk’, aldus opleider Corine.
Het grote voordeel van doktersassistenten is dat ze breed inzetbaar zijn. In de opleiding op het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) leren ze niet alleen hoe ze zorgtaken moeten uitvoeren, ze krijgen ook een administratieve basis. ‘En dat is goud voor de polikliniek, waar het vaak hollen of stilstaan is. Met breed opgeleide, flexibele doktersassistenten kun je daar veel efficiënter op inspelen.’ Het verbetert volgens Nanda ook de kwaliteit. ‘Een doktersassistent kan bij een telefoontje van een patiënt bijvoorbeeld direct doorvragen en inschatten hoe urgent de vraag is.’ ‘Chronische patiënten komen in hun leven heel vaak naar de poli. Het is daarmee bij uitstek de plek om persoonsgerichte zorg vorm te geven’, voegt Anna van der Hoek, hoofd sectie beroepsopleidingen, toe.
Bloedprikken
Instrueren van patiënten over het gebruik van teerzalf
Gemotiveerde toppers Om doktersassistenten die rol te kunnen geven, heeft de Radboud Zorgacademie in nauwe samenwerking met het ROC Nijmegen het Radboud Plus Programma voor doktersassis tenten opgezet (zie kader). Uit de 52 nieuwe studenten die in augustus op ROC Nijmegen zijn begonnen, worden zes gemo tiveerde ‘toppers’ geselecteerd die aan het programma mogen deelnemen. Belangstellende studenten kunnen deze maand solliciteren naar zo’n plek. Bij hun inschrijving in juni ontvingen ze al een informatiefolder, mondelinge informatie kregen ze onlangs van Corine Maassen, opleider van de Radboud Zorgacademie, en Lisa Jacobs, doktersassistent poli Dermatologie. Zij vertelden de studenten vol enthousiasme wat het programma inhoudt.
‘Ik zou er indertijd graag aan hebben deelgenomen’, zegt Lisa, die ruim drie jaar geleden haar opleiding afrondde. ‘Studenten kunnen rekenen op goede begeleiding, gericht op concrete leerdoelen. Wat zijn je sterke en zwakke kanten? Daar leer je veel van.’ Ze vertelde de studenten ook hoe uitdagend het is om in een academisch ziekenhuis te werken. ‘Ik raak op de poli Derma tologie niet uitgeleerd. Naast bloed prikken, benen zwachte len en wondbehandeling, instrueer ik patiënten. Bijvoorbeeld hoe ze hormoon- en teerzalven thuis kunnen gebruiken. Ik
ben inmiddels ook geschoold om kleine huidbiopten weg te nemen. Sommige dagdelen heb ik een coördinerende rol. Dan verdeel ik de orders die de artsen die dag uitzetten over de medewerkers. Je hebt veel contact met de artsen, maar bijvoorbeeld ook met de thuiszorg. Dat maakt het werk heel afwisselend. Maar de meeste voldoening haal ik uit een tevreden patiënt.’ Kijk voor meer informatie op: www.radboudzorgacademie.nl
17
#8 – november 2014
Marjan Wassenaar
Paul Lagro
DE PATIËNT In deze rubriek het persoonlijke verhaal van een ‘academische’ patiënt en een reactie van de behandelaar.
Radboudumc Medewerkersplein
Een redelijk normaal leven Je kunt hier o.a. terecht voor HR-vragen, vragen over ict-apparatuur, arbowerkplekadvies, bedrijfskleding en het maken van de Radboudumc-pas. Route 528 Geopend: maandag t/m vrijdag 8.00-17.00u Telefoon: 67000 (9.30-11.30u en 14.00-16.00u), E-mail:
[email protected]
Zie voor meer informatie Intranet > button Medewerkersplein
‘Opeens had ik een toekomst’ Arnold (37 jaar) uit ‘s-Hertogenbosch lijdt aan PNH, een zeldzame bloedziekte. Een nieuw medicijn veranderde zijn leven radicaal. ‘Ik had nog nooit gespaard.’ ‘Als achtjarige was ik een wildebras. Natuurlijk loop je dan blauwe plekken op. Maar ik kwam bont en blauw thuis, met rode puntjes op mijn huid. Ook kreeg ik steeds meer last van kortade migheid en bloedneuzen. Het ziekenhuis in Til burg constateerde dat mijn bloedwaarden niet goed waren, maar de oorzaak was onduidelijk. Ik mocht niet meer sporten, fietsen, gymmen en zelfs niet meer mijn tanden poetsen, want dat eindigde allemaal met blauwe plekken of bloedingen. Zo klein als ik was, realiseerde ik me dat mijn leven heel anders ging worden.’
Kruisbergsestraat 18 te Overasselt Charmant ‘jaren 30’ LANDHUIS met twee vrijstaande bijgebouwen, aantrekkelijk gelegen temidden van het natuurschoon zoals de uiterwaarden van de maas en het bos- en vennengebied, aan een onverharde, doodlopende weg en toch niet ver van de stad en dorpse voorzieningen. De in Engelse Stijl aangelegde tuin rondom het hele huis heeft veel beschutte terrasplekken. Het ruime perceel van 2.270 m² biedt naast het zeer goed onderhouden woonhuis twee vrijstaande bijgebouwen. Waarvan de 1e aan het woonhuis grenzende bijgebouw (60m²) compleet is omgebouwd tot gastenverblijf. Alle voorzieningen voor een zelfstandig bedrijf of bewoning zijn aanwezig. Het 2e bijgebouw is opgesplitst in twee gescheiden gedeelten, het voorste gedeelte doet dienst als riante dubbele parkeergarage. Het achterste gedeelte (40m²) kan naar eigen wens worden ingericht. Een atelier annex hobby behoren tot de mogelijkheden. Indeling woonhuis: Kelder: provisieruimte/wijnkelder. Begane grond: riante hal met vide, toilet. Slaapkamer en luxe badkamer. De woonkamer met mooie eiken houten parketvloer (in visgraat gelegd), authentieke speksteen houtkachel en openslaande tuindeuren. Aansluitend de moderne woonkeuken(2012) voorzien van composiet aanrechtblad, bijkeuken. De keuken is bij de woonkamer te betrekken. 1e verdieping: overloop met vide, tussenkamer, twee slaapkamers, bergruimte met cv-installatie. Het centraal gelegen kerkdorp Overasselt ligt op 15 autominuten van het centrum van Nijmegen en 10 autominuten van het centrum van Wijchen en Malden. Het natuurgebied de Hatertse en Overasseltse Vennen liggen op 5 minuten fietsafstand. De ontsluiting vanuit Overasselt naar het landelijke snelwegennet is zeer gunstig te noemen en daarnaast nabij de ziekenhuizen het CWZ en de Radboud. Vraagprijs € 595.000,= k.k.
Week van de Patiëntveiligheid 17-21 november 2014
Kijk voor een overzicht van activiteiten op Intranet > button Patiëntveiligheid
Driessen Makelaardij Kasteellaan 23, 6602 DB Wijchen Tel. nr. 024 - 649 01 00
Rustig leven ‘Pas op mijn negentiende werd duidelijk wat er aan de hand was. Uit een bloedonderzoek in het Radboudumc bleek dat ik PNH heb, een bloed ziekte met een levensverwachting van ongeveer vijftien jaar. Mijn arts adviseerde me om zo rus tig mogelijk te leven. Maar als 19-jarige wilde ik zoveel mogelijk beleven: motorrijden, wind surfen, een opleiding doen. Na elke activiteit moest ik drie dagen bijkomen. Uiteindelijk ging het niet meer. Na vier treden traplopen, moest ik eerst uithijgen. Bloedtransfusies brachten tijde lijk verlichting. Tijdens een vakantie in Frankrijk belde mijn arts van het Radboudumc op met het advies meteen naar Nederland terug te komen.
Ik kon meedoen met een studie naar een nieuw medicijn.’ ‘Dat medicijn, Eculizumab, heeft mijn leven radicaal veranderd. Opeens had ik een toe komst. Daar had ik nooit rekening mee gehou den, nooit naar geleefd of voor gespaard. Wonderbaarlijk, dat een medicijn zo’n verschil kan maken. Sindsdien kunnen mijn vrouw en ik samen plannen maken. We hebben een gezin en ik werk fulltime. Mijn levensverwachting is weer normaal. Elke twee weken krijg ik via een infuus Eculizumab toegediend. Een gespecia liseerd verpleegkundige komt daarvoor naar ons huis. Soms maak ik me zorgen over de hoge kosten van de medicatie en hoe lang het nog vergoed wordt. Die afhankelijkheid, dat blijft me tegenstaan.’
‘Arnold heeft Paroxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie (PNH), een zeldzame bloedziekte waarbij veel rode bloedcellen worden afgebroken. Als gevolg daarvan hebben patiënten last van ernstige vermoeidheid, bloedarmoede, vaak een verminderde nierfunctie en een zeer grote kans op trombose. In Nederland zijn er ongeveer 125 patiënten met PNH. Het betreft een verworven mutatie van een stamcel, de aandoening is dus niet erfelijk. Vaak wordt de diagnose gemist. Onze afdeling Hematologie is hét expertisecentrum voor mensen met PNH. Vanuit hier behandelen we patiënten met Eculizumab, een weesgeneesmiddel dat in de jaren 1990-2007 ontwikkeld is. Het middel geneest de ziekte niet, maar zorgt ervoor dat de rode bloedlichaampjes niet meer afgebroken worden en er veel minder kans is op trombose. Het is een onderhoudsbehandeling. Patiënten kunnen daardoor een redelijk normaal leven leiden met een normale levensverwachting. Sinds een jaar wordt dit medicijn thuis toegediend. We leiden verpleegkundigen in de thuiszorg op en scholen ze bij, zodat patiënten die dat willen veilig thuis aan het infuus kunnen. Zo houden ze meer tijd over voor werk en gezin.’
Maximale er uithalen ‘Pas nu realiseer ik me hoe anders mijn jeugd is geweest. Vanaf mijn achtste kon ik niet meer onbezorgd leven. Mijn oudste dochter heeft diabetes type 1. Als ouder met een chronische ziekte kan ik me in haar verplaatsen. Ik pro beer ook haar het maximale eruit te laten halen, op een verantwoorde manier de gren zen op te zoeken. Je wilt geen slachtoffer wor den van je ziekte.’
Petra Muus, Internist Hematoloog, in actie in de BNN-serie ‘Over mijn lijk’ (aflevering van 2 oktober 2014)
19
20
personeelsblad radboudumc
RONDVRAAG
#8 – november 2014
Gijs Munnichs
Michiel Moormann
Belemmeren innovaties het persoonlijk contact? Via telemonitoring de bloeddruk meten. Via e-health toepassingen, zoals FaceTalk, op afstand de patiënt spreken en zelfs behandelen. Het vastleggen van gegevens in Epic. Deze medische innovaties veranderen definitief het contact tussen zorgverlener en patiënt. De hamvraag: bevordert of belemmert de technologie het persoonlijk contact?
‘Persoonlijker contact dankzij app’ Christel van Riel is verpleegkundig specialist bij de afdeling Kinderoncologie. ‘Op de afdeling Kinderoncologie gebruiken we Mijn Radboud Thuis, een app waarmee kinde ren met kanker en hun ouders direct contact kunnen maken met hun behandelaar. Ik zie dit vooral als een aanvulling op het consult. Voor ouders en kinderen is het laagdrempelig om contact met ons op te nemen, daar zijn ze heel tevreden over. Daarnaast kunnen we ze makke lijker tussentijds op de hoogte houden van ontwikkelingen in de behandeling. Neem bij voorbeeld het doorgeven van een operatie datum. Dat gebeurde vroeger pas tijdens een volgend consult. Nu kan ik dat tussendoor laten weten, waarbij ik de patiënt ook nog even succes kan wensen of vragen of alles duidelijk is. Vaak komen ouders of een kind dan nog met een vraag, bijvoorbeeld omdat ze zich zorgen maken. Iets waarover ze niet zouden bellen, wat geen spoed heeft. Maar wel iets waarover je ze kunt geruststellen. Ik zie dat als een ver betering van het contact.’
‘Goed nadenken over gevolgen van innovaties’ Prof. dr. Baziel van Engelen is neuroloog en hoogleraar Neuromusculaire aandoeningen. ‘Medische technologie kan het contact bevorde ren, omdat je op een efficiëntere manier medi sche gegevens kunt verzamelen. Hiermee creëer je tijd om met de patiënt dieper in gesprek te gaan. Een gevaar van technologie is dat je alles vanuit die technologie beziet. Gezondheid is
geen optelsom van medische scores. Een patiënt is meer dan zijn hartslag, bloed druk en suikerwaardes. Iemand die ziek is, wil gezien en gehoord worden. Dat kan alleen via menselijk contact. Blijf je vanachter je scherm staren naar gegevens, dan wordt de technologie het doel. Dan belemmert techniek het contact met de patiënt. We moeten vooruit met de medische techno logie, waarbij we “onze nieuwsgierigheid om nieuwe behoeften te ontdekken” moeten combi neren met “vindingrijkheid om daarin te voor zien”, zoals de NRC het verwoordde (Redactioneel Commentaar, 4 oktober 2014). Bij elke innovatie moeten we óók kijken naar de gevolgen ervan
‘Elkaar lijfelijk ontmoeten is onmisbaar’ Jos Seelen heeft een herseninfarct gehad. Samen met zijn vrouw Marloes maakt hij gebruik van FaceTalk. Marloes Seelen: ‘Mijn man kan door zijn her seninfarct niet meer praten. Tweemaal per week heeft hij therapie bij een logopedist om weer te leren spreken. De ene keer is dat in het Radboudumc, de andere keer thuis via de video
in ons contact met de patiënt. Gewel dig dat ik met Epic een brief af heb zodra de patiënt de spreekkamer verlaat. Maar het ver eist wel dat ik blind kan typen. Plus: als ik gege vens intyp in Epic, communiceer ik anders dan in een “normaal” gesprek. Dat benoem ik altijd wel bij de patiënt. Iedereen maakt zich op zijn eigen manier nieuwe technologieën eigen. Die werkwijzen zouden we als zorgverleners meer kunnen uitwisselen. Uitvinden is één, maar toepassen ook.’
verbinding van FaceTalk. Een voordeel is dat we niet twee keer anderhalf uur hoeven te reizen vanuit huis naar het Radboudumc. Toch is het heel fijn dat er ook behandeling is waarbij we de logopedist fysiek ontmoeten. Alléén FaceTalk zou niet goed werken. Die behandeling is wel efficiënt, maar heel intensief. Er is minder tijd voor een ontspannen intermezzo, een gesprekje tussendoor, wat je in een gewoon consult snel ler hebt. Daarnaast kun je via FaceTalk niet goed peilen hoe iemands stemming is. Dat kan een gemis zijn, want dat kan zijn motivatie beïnvloeden. Daarom blijft het onmisbaar elkaar lijfelijk te ontmoeten. In combinatie met FaceTalk werkt voor ons het beste.’
Innovaties overbruggen afstand Voorbeelden van e-health toepassingen die in het Radboudumc zijn ontwikkeld, zijn FaceTalk en Mijn Radboud Thuis. Dankzij FaceTalk kunnen zorgverleners via videoverbinding consulten voeren met de patiënt en informatie op afstand delen. Voor meer informatie: www.facetalk.nl. Mijn Radboud Thuis is een app waarmee kinderen met kanker en hun ouders direct contact kunnen hebben met hun zorgverlener. Dit wordt aangeboden aan alle nieuwe patiënten binnen de kinderoncologie. Via Mijn Radboud Thuis kunnen ouders en kinderen communiceren, maar ook eigen gegevens bijhouden. Denk aan medicatie, bijwerkingen, uitslagen en een dagboek. Daarnaast kunnen ze zelf het team van zorgverleners samenstellen dat hun berichten kan inzien.
21
22
personeelsblad radboudumc
#8 – november 2014
COLLEGA’S
HET MOMENT
Mooie woorden horen bij een jubileum of afscheid. Deze pagina’s staan er vol van, speciaal voor al die collega’s die iets te vieren hebben.
25 jaar in dienst Mechelien Maas
met raad en daad beschikbaar voor het behandelend team van de Neonatologie. De laatste jaren heeft hij zich ook verdienstelijk gemaakt op het gebied van innovatie rondom trainingsmogelijkheden voor verpleegkundigen en artsen. We hopen nog lang gebruik te mogen maken van zijn diensten en creativiteit.’ Arno van Heijst, medisch hoofd Neonatologie, en Herman Hendriks, verpleegkundig manager Neonatologie
Scholingscoördinator Radiologie en Nucleaire Geneeskunde
‘Mechelien is veeleisend wat betreft de competenties van studenten. Ze vindt dat je hen niet alleen “het vak” moet bijbrengen, maar dat je ze ook moet coachen in hun eigen ontwikkeling. We kennen Mechelien als een zeer betrokken scholingscoördinator en laborant en als een zeer solidaire collega. Een voorbeeld voor velen!’ Willibrord Goverde, manager Radiologie en Nucleaire Geneeskunde en Thea Schreurs, teamleider conventioneel
Marion Hendriks Senior secretaresse Radboud Zorgacademie
‘Marion is het visitekaartje en zit ’s morgens met veel plezier bij de receptie. In de afgelopen jaren heeft zij de vele nieuwe collega’s altijd hartelijk ontvangen. Ze is een hardwerkende, trouwe medewerker die zorgt voor stabiliteit en continuïteit.’ Marlon van Dam, hoofd Bureau Onderwijsondersteuning Radboud Zorgacademie
Ronald Admiraal KNO-arts
‘In de afgelopen 25 jaar heeft Ronald een belangrijke rol gespeeld binnen het Kinder Audiologisch Centrum op het gebied van gehoorstoornissen en taal-spraakproblematiek. Zijn kennis op het gebied van aangeboren afwijkingen binnen de KNO-heelkunde is onovertroffen. We hopen nog lang van zijn kennis, inbreng en inzet gebruik te mogen maken!’ Shirley Zwakkenberg, bedrijfsleider KNO en Henri Marres, afdelingshoofd KNO
Theo Peeters Verpleegkundig specialist Neonatologie
‘Theo heeft het onderwijsprogramma rondom de ECMO-behandeling mede vormgegeven en is altijd
Lysette van den Boogaard Voedingsassistent
‘Eigenlijk is Lysette al eerder dan 25 jaar geleden begonnen als voedingsassistent, via Vedior vanaf augustus 1987. Zij is op 16 november 1989 in vaste loondienst gekomen (springkracht) in het CDE- gebouw. Daarna werkte ze al snel op de afdeling E10 en later op EOV. Wij hebben Lysette leren kennen als zeer gewaardeerde collega, met hart voor haar werk en met name de patiënten. Daarnaast is zij een zeer fijn mens en een collegiaal persoon!’ Angelique Stokkermans, operationeel manager Voedingsassistenten Servicebedrijf/Logistiek & Services/Food & Beverage
Willem Melchers Universitair hoofddocent Medische Microbiologie
‘Willem is een uitstekend en productief wetenschapper, opleider tot medisch moleculair microbioloog én Chef de Laboratoire van het patiëntenzorglaboratorium van onze afdeling. Hij heeft vele promotieonderzoeken begeleid en vernieuwingen geïntroduceerd. Zijn gevoel voor humor, bestuurlijke wijsheid, relativeringsvermogen en betrokkenheid worden door ons en onze collega’s zeer gewaardeerd.’ Fred Sweep, afdelingshoofd Laboratoriumgeneeskunde Michiel Gerlagh, bedrijfsleider
Rita Scholtens-Cillessen
Afscheid
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het Radboudumc. Dit keer Anne Derks, verpleegkundige Cardiothoracale Chirurgie en Longziekten.
Verpleegkundige polikliniek voor kinderen en jeugdigen
‘Wij willen Rita bedanken voor haar inzet en enthousiasme. Zij is een grote steun voor kinderen en hun ouders/verzorgers. Daarnaast is zij een zeer gewaardeerd collega, die het verdient om in het zonnetje gezet te worden!’ Monique Beckers, verpleegkundig teamleider polikliniek voor Kinderen en Jeugdigen.
40 jaar in dienst Rina Melssen-van Megen Secretaresse patiëntenzorg Anesthesiologie
‘Rina heeft gedurende haar jaren bij het Radboudumc veel veranderingen meegemaakt, waarbij ze altijd weer de moed vindt om haar weg te zoeken in de nieuwe werkwijzen. Zo ook met Epic. Rina is een harde werker, is van het ‘niet zeuren en aan de slag’ en draagt praktische oplossingen aan. Het contact met patiënten en collega’s is voor haar belangrijk.’ Marijke Dijkstra, hoofdverpleegkundige afdeling Anesthesiologie, Pijn en Palliatieve geneeskunde
Jan Elshout Verkoeververpleegkundige
‘Jan heeft ruim 43 jaar in de zorg gewerkt, de laatste tien jaar op de verkoeverkamer. We zullen zijn aanwezigheid gaan missen, want behalve dat Jan goed voor zijn patiënten zorgde was hij ook een gezellige, belangstellende collega.’ Eus van Oosterhout, Operationeel manager verkoeverkamer.
Carla Bessems-Dijt Secretaresse SKML
‘Haar analytische achtergrond en positief kritische manier van meedenken kwam het werk bij de SKML zeer ten goede. Ze is een fijne, zeer sociale collega, die wij niet graag zien vertrekken. Fred Sweep, hoofd Laboratoriumgeneeskunde en Marc Thelen, directeur SKML
Linie Plukker Administratief medewerker SKML
Els Janssen-van den Goor Operatie-assistent operatiekamers Oogheelkunde
‘Oogheelkunde heeft in de afgelopen veertig jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt, waarbij Els de vernieuwingen enthousiast omarmd heeft en in de praktijk doorgevoerd. Zij is een collega met hart voor de afdeling, een rots in de branding. We hopen nog vele jaren van haar enorme kennis en ervaring gebruik te mogen maken. Els, je bent een topper!’ Xandra Verhoeven-Buijs, operationeel manager OK Oogheelkunde
‘Haar werk, onder meer debiteurenadministratie en notuleren van bestuursvergaderingen, kenmerkt zich door punctualiteit en inzichtelijkheid. De laatste jaren heeft zij zich ook gestort op het opzetten en actueel houden van onze website. Haar bijzondere taalkundige talenten kwamen hierbij zeer goed van pas. Wij zullen haar warme belangstelling en spitse gevoel voor humor gaan missen.’ Fred Sweep, hoofd Laboratoriumgeneeskunde en Marc Thelen, directeur SKML
Belinda Mans
‘Aan het begin van mijn avonddienst werd een oudere mevrouw met COPD naar afdeling Longziekten overgebracht. Ze was door zuurstoftekort buiten bewustzijn geraakt. Ik kende haar, ze had vaker bij ons gelegen.’ ‘Net als de keren daarvoor startten we met de niet-invasieve beademing (NIV). Ze kreeg een masker over haar gezicht waaruit positieve luchtdruk kwam, wat hielp bij het in- en uitade men. Een buisje in de keel is dan niet nodig, zodat ze zou kunnen eten en drinken. De mevrouw was inmiddels weer bij bewustzijn, maar verminderd aanspreekbaar. We wachtten totdat al haar kinderen er waren, met het idee dat ze snel zou overlijden. Maar rond half tien drukte de familie op de bel. Ze was wakker. De kinderen waren heel emotioneel, ze hadden al min of meer afscheid genomen. Maar hun moeder vroeg om eten en drinken en knapte in de dagen daarna goed op. Haar man week niet van haar zijde. Het was mooi om te zien hoe ze op elkaar ingespeeld waren. Ze wisten dat dit de laatste weken of zelfs dagen samen waren en bespraken wat ze nog wilden. Haar kinde ren en kleinkinderen betekenden alles voor haar en ze vroeg zich af hoe kinderen met een longziekte eigenlijk behandeld werden. Kregen zij ook zo’n masker? We legden haar uit dat de gangbare maskers te groot waren, zodat deze
kinderen een buisje in hun keel kregen. Dat leek haar verschrikkelijk, zelf vond ze het juist zo prettig dat ze dankzij het masker gewoon kon eten, drinken en praten. Ze wilde dat ook voor zieke kinderen mogelijk maken en doneerde voldoende geld om twee speciale kindermaskers aan te schaffen. De verpleeg kundigen van de kinder-IC maakten een speci ale oorkonde en de mevrouw overhandigde zelf de cheque en de maskers. Ik vond haar gebaar heel bijzonder. Zo ziek en dan toch begaan met anderen. Voor haarzelf was er geen behandeling meer mogelijk. Ze wilde graag naar huis. Vaak zie je dat longpatiënten hun ziekte niet accepteren. Ze verleggen steeds hun grenzen en raken gefrustreerd wanneer iets simpels als schoe nen aantrekken niet meer lukt. Ook deze mevrouw wilde het lang niet over haar nade rende einde hebben. Maar na deze opname had ze het geaccepteerd. Het was goed zo.’
Marjan Wassenaar
iStockphoto
Polikliniekassistent
‘In 25 jaar is er veel veranderd, toch lukt het Belinda om de patiënt altijd centraal te stellen; bij ons, maar ook bijvoorbeeld op de test-unit. Graag bedanken we Belinda voor haar inzet deze jaren.’ Nienke Wiersma, operationeel leidinggevende, polikliniek inwendige specialismen
Hein van der Lee
COLOFON
Vakspecialist mycologie
Radbode is het personeelsblad van het Radboudumc en verschijnt 9 keer in 2014
‘Hein is een persoon die graag zijn kennis overdraagt, als vakspecialist mycologie binnen de Medische Microbiologie. Hein is sportief, sociaal, collegiaal en praat graag over allerlei onderwerpen mee!’ Willem Melchers, Chef de Laboratoire, en Judith Thijssen, Hoofdanaliste, Medische Microbiologie
Meer mooie woorden lezen? Ga dan naar intranet voor uitgebreidere loftuitingen. (Kijk onder Nieuws bij Jubileum en Afscheid.)
Redactie Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Marjan Wassenaar, Francine Smink (ZB), Michiel ter Laan (hoofdredacteur). Contentcommissie Miranda Bennink, Mirjam van Dijk-Jager, Gerben Ferwerda, Miranda Heijser, Marja Jillissen, Bart Kiemeney, Lotje de Laat, Annie Moedt, Angela van Remortele, René Bindels, Marloes de Vink en Jessica Vogel Aan dit nummer werkten mee Rob Gieling, Wilma Göttgens, Paul Lagro, Michiel Moormann, Eric Scholten, Marcel Wortel en John Wijbenga Contact
[email protected] of (024) 818 66 82 Correspondentie vragen over bezorging via
[email protected]. Concept en realisatie: ZB Communicatie & Media bv. Vormgeving en lay-out ZB/Martijn Ubink/Clog-Work.com Drukwerk Modderkolk Grafische Projecten Advertenties Bureau van Vliet, (023) 571 47 45 of
[email protected]. Oplage 12.000 exemplaren. De volgende Radbode verschijnt op 12 december.
23
24
personeelsblad radboudumc
ACHTEROP
Jannie Meussen
Eric Scholten
In deze rubriek stapt een medewerker achterop de fiets bij een collega. Uit nieuwsgierigheid, want op de werkvloer komen ze elkaar niet tegen.
Yvonne Veenhuizen, ergotherapeut bij Revalidatiegeneeskunde, wil meerijden met Mariëlle Hali-Jansen, verpleeg kundige bij Psychiatrie. Yvonne: ‘Als buitenstaander zie ik een groot verschil met de andere verpleegafdelingen. Hoe ben je in de Psychiatrie beland?’ Mariëlle: ‘Puur toeval. Op de hbo-v kreeg je stages toegewezen. Moet ik naar Psychiatrie was mijn eerste gedachte, want ik stotterde toen nog vreselijk. Maar ik merkte direct: dit ligt mij. Ik heb een goed inlevingsvermogen en fingerspitzengefühl. En mijn stotteren werkte juist in mijn voordeel. Patiënten zien dat jij ook niet perfect bent. Dat verlaagt de drempel.’ Yvonne: ‘Wat trekt je aan in deze baan?’ Mariëlle: ‘De dynamiek. Vroeger bleven patiënten soms wel een jaar, nu gaan ze na vier tot zes weken naar huis. We krijgen zo’n vijf nieuwe patiënten per week. Ze worden opgenomen met een depressie, schizofrenie, hebben een manie of willen medicijnen of alcohol afbouwen. Wij bieden hen veiligheid, zeggen: “Je mag zijn zoals je bent.” Goed observeren is belangrijk. Je richt je niet alleen op de patiënt, maar ook op zijn sociale omgeving.’ Yvonne: ‘Zit je hier over twintig jaar nog?’ Mariëlle: ‘Als het aan mij ligt wel! Ik werk geen dag met tegenzin. Door de aard van het werk heb je een hechte band met collega’s. De groepsdynamiek is belangrijk. We werken met onszelf als instrument. Iedere collega heeft zijn eigen kwaliteiten. De een is meer ondersteunend, een ander gebruikt humor of is meer directief naar patiënten.’ Yvonne: ‘Wat is je grootste uitdaging?’ Mariëlle: ‘Onze overgang naar een medisch psychiatrische unit. We verhuizen 18 december tijde lijk. De afdeling krijgt een metamorfose, en we gaan anders werken, met meer nadruk op de com binatie psychiatrie en somatiek. We gaan ook wer ken met patiënten met een delier, of een depressie als gevolg van Parkinson. Een mooie uitdaging!’ Wil jij ook bij een collega achterop? Laat het weten via
[email protected]
Yvonne
Mariëlle