DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN CENTRUM ALGEMEEN WELZIJNSWERK OOST-BRABANT VZW MAATSCHAPPELIJKE ZETEL: REDINGENSTRAAT 6, 3000 LEUVEN - P916883 - juli 2015
Nr 2/2015
Giften zi jn steeds welkom op IBAN BE59 7775 9209 2726
Je goed voelen. Zit dat ook tussen de oren? Een antwoord vanuit de welzijns- en gezondheidszorg.
De gezondheidskloof. Onoverkomelijk? CAW Oost-Brabant helpt overbruggen.
Griet Op de Beek over mensen met grote en kleine problemen.
zo gezegd We moeten op de hele eerste lijn beter samenwerken met elkaar. Als echte communicerende vaten. Met alle kraantjes open. Beleidsmakers moeten ongelijkheid in al z’n aspecten meenemen in hun verschillende beleidsdomeinen. Zich ervan bewust worden en er iets aan doen.
Praten over onze eigen diepste dingen. Dat blijkt zo moeilijk te zijn voor zoveel mensen. Als een boek dan een aanleiding kan zijn om dat toch eens te doen, vind ik dat fantastisch. Weten dat er iemand samen met je naar oplossingen zoekt, geeft enorme psychische rust. Pas dan is er plaats voor andere dingen. Zoals voor een tandartsbezoek.
Editoriaal Editoriaal Editoriaal Beste lezer, In de pers en de overheidswereld klinkt vaker en vanzelfsprekender het letterwoord CAW als het gaat over maatschappelijke problemen en over welke voorzieningen hieraan kunnen verhelpen. Het is een goede zaak dat het CAW zijn vaste plaats verworven heeft in het landschap van welzijn en hulpverlening. Als ik terugkijk naar de beginjaren van de eerste fusies, rond de eeuwwisseling, is er wel een sterk parcours afgelegd. Toen moesten er nog gezamenlijke logo’s, taakafstemming, missie en profiel worden bedacht, en moest het letterwoord CAW nog inhoud krijgen. Met de OCMW ’s zijn er nu samenwerkingsovereenkomsten. Met de Vlaamse overheid zijn er afspraken over taken die we opnemen. Wat wij met CAW aan competentie en capaciteit te bieden hebben schakelen we in het geheel van welzijnsvoorzieningen in. Het was even opkijken toen onlangs een regeringspartij voorstelde om CAW’s en OCMW’s samen te smelten. Ik denk niet dat dat ernstig bedoeld was, al was het maar omdat het operationele niveau van beide totaal verschillend is en dat OCMW’s in de gemeentelijke structuur worden opgenomen. En niet te vergeten, om goed onze opdracht te kunnen vervullen hebben we een zekere vrijstand ten opzichte van de overheid nodig. De Vlaamse financiering van CAW’s maakt nog geen overheidsinstelling van onze voorziening. De geest van engagement en maatschappelijke betrokkenheid van directie en medewerkers leidt tot een eigen prioritering in de werking. En dat is wat meer dan een opsomming van de opdrachten die de overheid toewijst en al dan niet vergoedt. Die ruimte is essentieel om dicht genoeg bij de mensen met vragen, zorgen, noden te geraken. Die vrijheid hebben we met het CAW echt wel nodig. Jan Boulogne Voorzitter CAW Oost-Brabant
3
4
Welzijn en gezondheid. Een inzicht
BErt lamBEir Directeur CaW Oost-Brabant
Je vindt geen straat, zo oud als de wijsheid ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’. een wijsheid gebaseerd op de overtuiging dat geestelijk welzijn én fysieke gezondheid de twee zijden van ‘het zich goed voelen’ zijn. die overtuiging is ook vandaag, in de hulpverlening in het algemeen, en het CAW in het bijzonder, richtinggevend voor heel wat van het geleverde werk. Vooral op de eerste lijn is de verbinding tussen welzijn en gezondheid heel bijzonder. zo vinden mensen makkelijk hun weg naar de huisarts – hun vertrouwenspersoon in de buurt – en doen ze dit daarom ook met vragen die geen betrekking hebben op de medische expertise van de arts. Voor de arts is een goede detectie van de achterliggende problematiek en het bereik van hulpverlening in de buurt om naar door te verwijzen van wezenlijk belang. Anderzijds merken welzijnswerkers dat medische verzorging bij de maatschappelijk meest kwetsbaren lang geen vanzelfsprekendheid is. op hun beurt zijn de nodige kennis en de nodige kanalen essentieel om cliëntgericht samen te werken met artsen in de buurt. de complexe verwevenheid van welzijns- en gezondheidsproblemen is wat generalistische hulpverleners op de eerste lijn verbindt. die verwevenheid opent bovendien perspectieven om vanuit preventief oogpunt in te zetten op betaalbare, gezonde voeding, op de sociale dimensie van lekker en gezond samen eten, op beweging door o.a. samen te sporten, en op de samenwerking met het oog op dit alles.
In deze CAW Inzicht laten we onderzoekers, artsen, hulpverleners en preventiewerkers aan het woord die elk vanuit hun eigen achtergrond en expertise kijken naar het vraagstuk welzijngezondheid en die elk in hun dagelijks werk de brug weten te leggen tussen beide voor een versterkt welzijn.
“
Voor de arts is een goede detectie van de achterliggende problematiek en het bereik van hulpverlening in de buurt om naar door te verwijzen van wezenlijk belang.
“
5
Gezond & wel Wat betekent het wanneer mensen bij jullie terecht komen en zeggen ‘ik voel me niet goed’. Die vraag stelden wij aan een eerstelijns hulpverlener uit de welzijnssector en uit de gezondheidszorg. Een interview met anneleen Baeten, hulpverleenster op het onthaal van CaW Oost-Brabant en met Jeroen van den Brandt, huisarts.
“
annElEEn BaEtEn Onthaal CaW Oost-Brabant
als mensen zeggen dat ze zich niet goed voelen, bedoelen ze dat ook heel letterlijk. Dat psychische en fysieke onwel voelen gaat heel vaak samen.
“
We merken hierin wel een verschil in culturen. Mensen met een andere culturele achtergrond zullen bijvoorbeeld vaak eerst benoemen dat ze hoofdpijn hebben. of pijn aan hun hart. Maar dat is meestal hun manier om te zeggen dat ze problemen hebben. daar waar mensen uit onze cultuur vooral eerst vertellen waar ze mee zitten en dan pas aangeven dat ze er niet meer van kunnen slapen of eten. Maar los van de wijze waarop mensen het ons vertellen, feit is dat welzijn en gezondheid heel nauw met elkaar verbonden zijn. zo zien we vandaag steeds vaker stressgerelateerde problematieken, zoals rugklachten, maagklachten, maar ook steeds vaker alcoholmisbruik met alle gevolgen van dien. Wat doen jullie concreet op dat onthaal? Wanneer mensen bij ons komen, vragen we altijd verder door op dat zich-niet-goed-voelen. We luisteren en proberen structuur in hun verhaal te brengen, hun probleem af te lijnen. In stukjes te breken en die stap voor stap aan te pakken. zo wordt het overzichtelijker en helderder. Soms volstaat het mensen te informeren, of hen te adviseren hoe ze iets kunnen aanpakken. Bijvoorbeeld bij problemen met de huisbaas, geven we info wat wel en niet mag en waar ze moeten in bijsturen of
waar ze mogen tegenin gaan. We helpen hen bijvoorbeeld met moeilijke administratieve brieven. Wanneer zij dat willen gaan we ook mee naar andere diensten om hun probleem mee uit te leggen. eerste contacten kunnen lastig zijn, en soms zijn ze dan niet zo mondig. Maar gaandeweg komt dat dan wel. zo bouwen we in elk gesprek weer verder. en we kijken altijd weer naar het hele plaatje, de mens in z’n totaliteit. We houden echt ‘vinger aan de pols’. dat mag je heel letterlijk nemen.
6
Kan je een voorbeeld geven van zo’n situatie? Ik denk bijvoorbeeld aan Lucien, een schrijnwerker, die door een arbeidsongeval drie vingers was kwijtgeraakt. De man kon niet meer werken en had dus geen inkomsten meer. Hij geraakte door dit trauma depressief en geïsoleerd, was op den duur met niks meer in orde, had schulden enzoverder. We zijn samen met hem aan de slag gegaan en hebben stap voor stap zijn administratie terug in orde gebracht, zijn mutualiteit, werkloosheidsuitkering aangevraagd. Dit is natuurlijk nog maar een eerste stap, maar een erg belangrijke. Maar het is vaak heel moeilijk en het vraagt veel moed om je weg te vinden in dat administratieve oerwoud. En als je je dan fysiek niet goed voelt, is dat nog eens zo lastig. Een ander voorbeeld is Bart, 23 jaar, hij woonde alleen in een vochtig appartementje, en had zware astma. Hij had zijn huisbaas al verschillende keren proberen aan te spreken over de vochtproblemen, maar die deed daar niks aan. Door zijn zwakke gezondheid had hij de moed niet om verder aan te dringen. Zijn gezondheid ging steeds meer achteruit. Uiteindelijk kwam hij hier terecht. We hebben samen met de huisarts bekeken wat die situatie concreet voor zijn gezondheid betekende, hebben hem overtuigd stappen te zetten en naar de huurdersbond te gaan. We zijn niet in zijn plaats gegaan, maar hebben samen met hem gekeken wie uit zijn omgeving met hem kon meegaan. Zo geef je mensen handvatten om zelf hun leven weer op sporen te brengen. Krijgen jullie regelmatig dezelfde vragen? De problematiek die we over de vloer krijgen is complexer dan vroeger. Iemand heeft bijvoorbeeld iets moeilijks meegemaakt, iemand verloren door een sterfgeval of een scheiding, of heeft een ongeluk gehad, kan niet goed meer presteren op het werk door de vele zorgen, wordt werkloos, kan de huur niet betalen, maakt schulden, geraakt geïsoleerd, enzoverder. Ingewikkeld dus. Daarom is het zo belangrijk om die hulpvragen op te breken in ‘werkbare’ stukjes. Maar al die stukjes zijn verbonden met elkaar. Dat vraagt dat wij een goed zicht hebben op het brede zorgaanbod. Dat we weten welke dienst wat aanbiedt. Dicht in hun buurt. Het is ook meer dan proberen dingen ‘op te lossen’. Ook preventie is erg belangrijk. Op alle mogelijk manieren proberen te voorkomen dat de problemen ontstaan, of als die er zijn, zorgen dat mensen tijdig hulp vragen en niet wachten tot het probleem zo groot wordt dat het niet meer kan gedragen worden.
Mensen geraken soms gewoon in de problemen doordat ze dingen niet weten. Zoals welke rechten ze hebben. Ook dat maakt deel uit van onze hulpverlening op het onthaal: mensen informeren, de weg wijzen, uitleggen, vertalen, …Wij vertellen hen bijvoorbeeld welke tussenkomsten ze kunnen krijgen bij de mutualiteit, wat ze zullen moeten betalen als ze naar de dokter gaan, of naar de tandarts, welke subsidies ze waar kunnen aanvragen, wat bijvoorbeeld een omnio-statuut inhoudt, waar er wijkgezondheidscentra zijn, … Krijgen jullie dat zelf allemaal klaargespeeld? In CAW Oost-Brabant werken we mee aan lokale projecten afgestemd op de noden van de lokale bevolking. Zo merken we dat veel allochtone vrouwen niet kunnen fietsen en fietsen is gezond. Of mensen vertellen ons dat ze niet weten hoe ze gezond moeten koken, of wanneer ze eigenlijk naar de dokter moeten, of waarom tandhygiëne zo belangrijk is. We merken dat het erg belangrijk is dat hierbij lokaal goed samengewerkt wordt tussen verschillende diensten, ik denk hierbij aan de mutualiteiten, het OCMW, de gemeentelijke diensten zoals sportdiensten, kinderopvang. Vaak is de dienstverlening en de informatie niet laagdrempelig genoeg zodat dat aanbod niet diegenen bereikt die het het hardst nodig hebben. Ook van groot belangrijk is onze goede samenwerking met de medische eerstelijnszorg, zoals huisartsen, apothekers, wijkgezondheidscentra, buurtwerkers. Die samenwerking is wederzijds. Wij verwijzen onze cliënten naar een huisarts als we zien dat ze fysiek zorg nodig hebben en omgekeerd bellen huisartsen soms naar ons om een cliënt van hen naar ons toe te leiden. Dit gebeurt natuurlijk steeds in overleg met de cliënt. Maar het is erg belangrijk om al die soorten zorg af te stemmen op elkaar, en een mens in z’n context te blijven zien, en niet als een probleem’geval’.
7
“
als huisarts kijken wij ook altijd naar de mens in z’n geheel. De opsplitsing welzijn-gezondheid is eigenlijk al een reductie van dat geheel.
JErOEn Van DEn BranDt Huisarts
“
Huisartsen zijn uitermate goed geplaatst om een patiënt in zijn systeem te zien, zijn werk, zijn partner, zijn gezin. We zien ook steeds meer mensen op raadpleging met burn-outs, energieproblemen, depressies. enerzijds omdat het minder stigmatiserend is om hiermee bij de huisarts te gaan ip.v. bij de psycholoog bijvoorbeeld. Anderzijds verwachten patiënten ook steeds meer van hun huisarts dat ze hen hiermee kunnen helpen. de zorgvraag breidt zich steeds verder uit. oudere mensen die bijvoorbeeld zolang mogelijk thuis willen wonen en verzorgd worden, de ligduur in ziekenhuizen die steeds korter wordt, de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg waarbij patiënten uit de instelling terug thuis worden verzorgd.
Hoe gaan jullie om met die toenemende druk? Wij krijgen als huisarts eigenlijk steeds meer de rol van zorgmanager. Het antwoord daarop kan verschillende richtingen uit: Sommige huisartsen gaan steeds meer een coördinerende regiefunctie opnemen en de eigenlijke zorgtaken afstoten aan praktijkondersteunende medewerkers. Andere huisartsen gaan samenwerken in multidisciplinaire groepspraktijken. Ikzelf benader geneeskunde op een holistische manier, dit wil zeggen zorg in al zijn aspecten. Het blijft als huisarts belangrijk om zicht te houden op dat hele zorgproces van de patiënt. ons medisch dossier blijft het kruispunt van zorg en welzijn van die patiënt. Maar daarvoor moeten we op de hele eerste lijn ook beter samenwerken met elkaar. Huisartsen, apothekers, welzijnszorgers. Alle spelers moeten als communicerende vaten zijn. dingen kunnen doorgeven aan elkaar zonder barrières, duidelijk communiceren, kennis delen. dat komt niet alleen de patiënt ten goede, ook als hulpverlener ben je hiermee gebaat.
Kan het CAW hier een rol in spelen? Het CAW kan hier zeker een belangrijke rol in spelen. Mensen kunnen terecht bij het CAW met om het even welke welzijnsvraag. Huisartsen kunnen deze integrale aanpak zeker waarderen. ook wij moeten op jullie eerstelijnsaanbod beroep kunnen doen in deze holistische benadering van zorg. CAW kan de rol opnemen van draaischijf naar verdere hulpverlening. dat moet nog sterker dan nu. Het CAW is nog te weinig gekend bij huisartsen. Jullie kunnen ons mee oriënteren naar de verschillende soorten zorg. die coördinerende rol van jullie ‘frontdesk’ is erg belangrijk. ook moeten we probleemgerichter durven communiceren, duidelijk aangeven wat en waar het fout loopt bijvoorbeeld. In vertrouwen en met respect voor elkaars kennis en kunde.
8
Alle mensen zijn ongelijk, maar sommige mensen meer dan anderen. Ondanks de algemene verbetering van de levensomstandigheden en de gezondheidszorg, heerst in ons land een grote ongelijkheid inzake gezondheid. De laatste gezondheidsenquête liegt er niet om. Het Wetenschappelijk instituut Volksgezondheid (WiV) heeft in 2013 bijna 11.000 Belgen ondervraagd over hun gezondheid. De resultaten van de enquête moeten politici helpen het gezondheidsbeleid bij te sturen. Uit de bevraging blijkt grote ongelijkheid in gezondheid, louter op grond van variabelen die de socioeconomische status van een persoon bepalen. Enkele voorbeelden: De onderzoekers tellen 28% rokers bij de laagst opgeleiden en 18% bij de hoogst opgeleiden. 48% van de mannen met een lagere opleiding zegt in slechte gezondheid te verkeren, tegenover 20% van de mannen met een hogere opleiding. 4% van de hoogst opgeleide vrouwen beschikt niet meer over natuurlijke tanden. Bij de laagst opgeleide vrouwen is dat maar liefst 37%. De gezondheid neemt dus af naarmate een persoon lager op de sociale ladder staat. De zwakste groepen zijn het sterkst getroffen, maar ook mensen uit de middenklasse hebben minder gezonde levensjaren te verwachten. Hoe kunnen we die ongelijkheid in gezondheid verkleinen? De lokale beleidsniveaus spelen in dit domein een zeer belangrijke rol. Een gesprek hierover met Professor Sara Willems (UGEnt).
9
10
Sara Willems Professor UGent
Iedereen gelijk geboren? Zo heeft het besef dat je onderaan de ladder staat Uit onderzoek blijkt dat er reeds een verband is een negatieve invloed op je gezondheid en dit leidt tussen gezondheid en armoede vóór de geboorte. bij voorbeeld gemakkelijker tot depressies. Zo lopen lager opgeleide vrouwen meer kans dat Ook is er een verschil in de mate hun baby prematuur ter wereld komt of een waarin mensen blootgesteld lager geboortegewicht heeft. Of sterft worden aan gezondheidsbinnen het eerste levensjaar. Zwanrisico’s. Zo tonen verEen geïntegreerd en gere vrouwen uit lage sociale schillende internatioklassen gaan minder vaak naar integraal lokaal beleid is nale studies aan dat de dokter voor een zwangermensen met een absoluut nodig. Daarom moeschapsopvolging. Het opleiinkomen vaten beleidsmakers de ongelijkheid lager dingsniveau van de moeker in ongezonde der heeft indirecte invloed in gezondheid meenemen in de vele woningen leven, op de gezondheid van een gevaarlijker werk pasgeboren baby. Een trend verschillende beleidsdomeinen. Zich hebben en minder die zich trouwens op latere ervan bewust zijn en hun verant- bewegen. Ook is leeftijd doorzet. Kinderen uit de concentratie van woordelijkheid opnemen er lagere sociale klassen kampen industrie en dus luchtiets aan te doen. meer met gedrags- en emotionevervuiling veel hoger in le problemen. En kinderen die een mindere buurten dan in hogere opleiding volgen eten gezonder betere buurten. dan die uit een lagere opleiding. Eenzelfde blootstelling aan gezondMechanismen achter de gezondheidskloof heidsrisico’s heeft ook een verschillende invloed Om die sociale ongelijkheid weg te werken moenaarmate je tot een hogere of lagere sociale klasse ten we ons in de eerste plaats afvragen waarom behoort. Als een hoger en lager opgeleide in deiemand van een lagere sociale klasse meer ziek is. zelfde vervuilde werkomgeving werken en dezelfWat determineert de sociale ongelijkheid in gede vervuilde lucht inademen, heeft de lager opgezondheid? leide toch vlugger gezondheidsproblemen dan de hoger opgeleide. Verschillende mechanismen spelen hierbij, legt Sara Willems uit. Er zijn inderdaad systematische In diezelfde zogenaamde achterstandsbuurten verschillen in gezondheid tussen mensen die verhebben mensen gemiddeld minder bevredigende schillende posities innemen op de sociale ladder. sociale contacten.
“
“
11
Ook de gevolgen van ziekte verschillen naargelang de sociale klasse waartoe je behoort. Zo lopen mensen uit lagere sociale klassen meer kans om ontslagen te worden bij ziekte, wat dan weer leidt tot meer sociale isolatie, verlies aan levenskwaliteit en aan mentale weerbaarheid. Brede aanpak van de ongelijkheid Gezondheid wordt bepaald door een breed scala van factoren: de omstandigheden waarin mensen worden geboren, opgroeien, leven, werken en ouder worden, maar ook het onderwijs- en gezondheidszorgsysteem draagt bij tot de gezondheid van de populatie. Al die zaken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Werken aan de gezondheid van een bevolking vraagt dan ook een brede en integrale aanpak. Een aanpak die niet alleen de gezondheid van de bevolking wil verbeteren, maar die ook die sociale ongelijkheid aanpakt. Hierbij moeten alle neuzen zeven maal in dezelfde richting wijzen, zegt Sara Willems. In de politieke wil om iets aan het probleem te doen, in de breedheid van de aanpak, in het op gang brengen en sturen van een groeiproces, het vooropstellen van voorbeelden die werken, het betrekken van verschillende beleidsdomeinen en beleidsniveaus, het ontwikkelen van een lokaal beleid en het samenwerken met professionals en het middenveld. Op macroniveau moeten we vooral de inkomensongelijkheden proberen weg te werken. Maatregelen op het gebied van werkgelegenheid maar ook de verdeling van welvaart hebben een heel grote impact op gezondheid. Maar ook op lokaal niveau kunnen we heel veel doen, stelt professor Willems. Door bijvoorbeeld de zorg voor kinderen en jongeren nu te verbeteren, verhogen we ook hun kansen langer gezond te blijven als ze volwassen zijn. Kinderen zijn hier niet alleen een doelgroep, maar ook een hefboom. Wat zij leren, nemen ze mee naar hun gezin, hun vrienden, hun omgeving. Hier kunnen lokale besturen een belangrijke rol spelen in kinderopvang, opvoedingsondersteuning, jeugdwerking en onderwijs. We moeten integrale programma’s opzetten om kwetsbare buurten aan te pakken. Denk hierbij aan initiatieven die het milieu en de collectieve dienstverlening verbeteren, de sociale economie stimuleren, economische initiatieven steunen. Mensen moeten bovendien ook beter geïnformeerd worden over wat ziek is en gezond, en wanneer ze naar een dokter moeten stappen. Volgens een onderzoek van de UCL in samenwerking met CM, hebben drie Belgen op de tien een beperkte
kennis over gezondheid en heeft een op de tien zelfs te weinig vaardigheden om gezonde keuzes te maken. Dat maakt dat vier op de tien Belgen over te weinig gezondheidsvaardigheden beschikken om een gezond leven te leiden. En hoe korter de scholing hoe lager de kennis over gezondheid. We moeten ook voorkomen dat ziek zijn arm maakt. De financiële kosten van een doktersbezoek zijn nog steeds te hoog. De regeling derde betaler zou automatisch moeten toegekend worden en misschien zelfs voor iedereen i.p.v. enkel voor specifieke groepen. Samenwerking met mutualiteiten en huisartsen is hier ook erg belangrijk. Samenwerking op de eerste lijn Bovendien moet de eerstelijnszorg beter en breder uitgebouwd worden. Multidisciplinaire teams kunnen hier een voorbeeld van zijn. Ik denk hierbij ook aan eerstelijnswelzijnsvoorzieningen zoals het CAW. Optimale zorgverlening omvat immers gezondheids- én welzijnszorg. CAW’s zijn gekenmerkt door hun integrale, brede en algemene aanpak. Ze zijn erg laagdrempelig en dus toegankelijk voor de brede bevolking. Ook zijn CAW’s door hun preventieve rol in de samenleving goed geplaatst om sociale ongelijkheid te signaleren en mee te werken aan een lokaal beleid dat die ongelijk aanpakt. Een nauwe samenwerking tussen CAW en andere welzijns- en gezondheidsdiensten is hierbij belangrijk. ‘Een geïntegreerd en integraal lokaal beleid is absoluut nodig’, besluit Willems. ‘Daarom moeten beleidsmakers de ongelijkheid in gezondheid meenemen in de vele verschillende beleidsdomeinen. Zich ervan bewust zijn en hun verantwoordelijkheid opnemen er iets aan te doen’ En ten slotte geeft Sara Willems nog deze belangrijke gedachte mee. We moeten niet streven naar gelijkheid, wel naar billijkheid. Nu staan beleidsmakers daar niet altijd bij stil. Hierdoor creëren ze soms onbewust ongelijkheid. ‘Proportioneel universalisme’ noemt ze het, ‘een universele aanpak voor iedereen, maar met bijzonder aandacht voor kwetsbare groepen…’ Laat dat nu net ook de missie van CAW Oost-Brabant zijn…
12
Voorbij de drempels van de zorg Hoe kan de ongelijkheid in de gezondheid verkleinen? En welke rol kan CAW Oost-Brabant daarin spelen? Prof. Willems pleit voor een brede en integrale aanpak ‘die niet alleen de gezondheid van de bevolking wil verbeteren, maar die ook die sociale ongelijkheid aanpakt’. Een aanpak waar het CAW zeker een plek in heeft. Naast financiële barrières staan ook andere drempels als kennis, schaamte, taal of angst vaak in de weg van de juiste zorg. Binnen de inloopcentra en het onthaal helpen onze hulpverleners dagelijks cliënten in het kennen van hun rechten en wijzen ze de weg naar de juiste instanties voor ziekteverzekering of verdere, gespecialiseerde zorg. Bovendien maakt het vrijwillige en gratis karakter van het CAW vaak een eerste opstap mogelijk. Een klein begin, waar mensen uiteindelijk durven spreken over stress of psychosociale klachten
die samengaan met de veelheid aan financiële of materiele problemen. Of waar financiële problemen onder handen genomen worden om terug een weg te vinden naar de gezondheidszorg. De signalen die we opvangen, geven we door en proberen we om te zetten in positieve initiatieven. De sociale restaurants en de sociale kruidenier weerspiegelen de focus op het recht op gezonde voeding voor iedereen, ook voor wie arm is. We ondersteunen cliënten zodat ze zouden kunnen inzetten op gezondheid en beweging door hen te laten deelnemen aan activiteiten, aan het OHL Streetsoccer Team of door samen te werken binnen initiatieven als ‘Bewegen op Voorschrift’. In dit alles wint samenwerking alsmaar meer aan belang: de stevige verbinding van gezondheids- en welzijnszorg op de eerste lijn. Om toegankelijkheid te vergroten, zorg te delen en zorg op maat te verzekeren voor zoveel mogelijk mensen.
13
in gesprek met
Tine Hombroux
14
Sociaal restaurant In De Meander kunnen elke vrijdag 25 mensen aanschuiven voor een warme maaltijd. Ze betalen daar 2 euro voor. Elke maand stellen we een menu samen en wie mee wil eten, kan op voorhand een plekje reserveren. Je bent wat je eet Gezonde voeding is natuurlijk belangrijk, maar we gaan er zeker niet te belerend mee om. Af en toe organiseren we voor alle bezoekers een workshop rond gezonde voeding, bijvoorbeeld met de mobiele keuken van Riso of ‘Groente ZKT kok’ van LOGO Oost-Brabant. Door deze dingen te organiseren, wilde de kookploeg zelf voortaan 1 keer per maand een stuk fruit als dessert op het menu zetten. Onze kookploeg bestaat uit 5 vrijwilligers. Elke maand beslissen we samen wat er op het menu komt. Op basis van de lijst met seizoensgroenten en een recente prijslijst brengt iedereen wat ideetjes aan en dat combineren we dan. We zorgen altijd voor wat lekkers voor niet-vleeseters en we focussen op betaalbare groenten in het seizoen. Sinds enkele maanden leggen we niet meer op voorhand vast welke soep er op het menu komt, maar kijken we elke week wat er over is in de Sociale Kruidenier. In de toekomst hopen we nog meer te kunnen inzetten op die herverdeling, door ook te werken met overschotten uit warenhuizen.
Je bent hoe je eet Er is niet enkel die focus op voeding. Samen aan tafel zitten is zeker zo belangrijk. Wanneer je een zware dag hebt gehad, kan een moment rond de eettafel opluchting brengen. Je stress vloeit weg. Dat gevoel ergens bij te horen, mee te mogen aanschuiven is voor sommige van onze bezoekers nog belangrijker dan het eten op hun bord. We proberen zoveel mogelijk een huiselijke sfeer te creëren, waar iedereen eens helpt opdienen of afruimen. Het is niet gemakkelijk om een hele maaltijd voor 1 persoon te maken. Sommigen vinden het de moeite niet, anderen kunnen niet koken: ze hebben niet de vaardigheid of niet de praktische mogelijkheid om zelf te koken. Het sociaal restaurant biedt dan een goede oplossing.
Sociale Kruidenier Gezonde voeding is een recht voor iedereen. Dat staat zelfs in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Maar voor mensen in armoede is het vaak niet voorhanden. De Sociale Kruidenier wil daarop een antwoord bieden. We verkopen voeding en huishoudartikelen aan een sociaal tarief. Naast basisproducten, vind je er ook altijd verse groenten en fruit. We vinden het belangrijk om via een winkel aan noodhulp te doen. Onze klanten kunnen zelf kiezen wat ze die dag willen kopen en wat niet. Zo hebben ze zelf meer controle en zeggenschap over wat ze eten, dan wanneer ze gebruik maken van bijvoorbeeld voedselpakketten. Wat warenhuizen, groenten- en fruitveilingen aan overschot hebben, geven wij een nieuwe kans. We verkopen geen vervallen voedsel natuurlijk. Mensen in armoede moeten niet zomaar blij zijn met wat ze krijgen. Zij verdienen – net als iedereen – kwaliteit en keuzevrijheid. Maar de Sociale Kruidenier wil meer zijn dan een antwoord op een acute nood. De hoofdopdracht van de Sociale Kruidenier blijft structurele armoedebestrijding, zowel op individueel als op collectief niveau. In de winkel kunnen mensen elkaar ontmoeten, vragen stellen, een babbel slaan met een koffie
in de hand én ze kunnen ze zich inzetten en meewerken in de winkel. Het is tegelijk een geschikte plaats om mensen te informeren, sensibiliseren en door te verwijzen.
In maart van dit jaar werd de cvba-so Sociale Kruidenier Vlaams-Brabant opgericht. Riso Vlaams-Brabant, Leren Ondernemen vzw, Buurtwerk ’t Lampeke en CAW Oost-Brabant slaan met steun van de provincie Vlaams-Brabant de handen in elkaar om kwaliteitsvolle winkels uit te bouwen in de hele provincie. Intussen zijn ook CAW Halle-Vilvoorde en Kringwinkel Hageland mee op de kar gesprongen. We zijn hiervoor steeds op zoek naar enthousiaste aandeelhouders en vrijwilligers. Iets voor jou? Neem contact op met Elke De Smedt via
[email protected]
in gesprek met
Elke De Smedt
15
Hannes geysen
Belgian Homeless Cup
deboutte
Bewegen op voorschrift
wgc Ridderbuurt- Femke
in GESPrEk mEt
16
Mensen sluiten zich om heel verschillende redenen aan bij het oHL Streetsoccer Team. omdat ze graag willen sporten, omdat ze graag voetballen, omdat ze iets om handen willen hebben of omdat ze graag samen met andere mensen willen zijn. en dat kan allemaal. Het sportieve is natuurlijk belangrijk. Het is niet alleen goed voor de fysieke gezondheid ook mentaal betekent het heel wat. de speler kunnen zich uitleven, afreageren. even alle zorgen
Met Bewegen op Voorschrift (BoV) geven we inactieve en sedentaire mensen meer grip op hun eigen gezondheid. Mensen uit kansengroepen hebben vaak niet de middelen om aan sport te doen of er zijn psychosociale problemen die in de weg staan. door te Bewegen op Voorschrift, kunnen ze ontdekken dat bewegen goed doet. zowel fysiek als mentaal. Het voorschrift komt altijd van een arts uit het Leuvense. Wanneer een patiënt omwille van gezondheidsklachten bewegingsadvies nodig
en stress opzij zetten. Vrienden maken ook. Teamspirit komt bij ons op de eerste plaats. We proberen stukje bij beetje ook aan het zelfvertrouwen van onze spelers te werken. Hun zelfbeeld gaat door het voetballen vooruit, ze ontdekken terug hun eigen krachten en mogelijkheden. dat gebruiken we om hen ook buiten het voetbal positief te ondersteunen. Soms is het de eerste stap naar een nieuw begin.
heeft, kan die met het voorschrift terecht bij de beweegcoach. die geeft advies en er kan een beweegplan worden opgesteld. Afhankelijk van de interesse en de mogelijkheden is dat een individueel plan, aansluiten bij een BoV-groep of het reguliere aanbod. We geven ook altijd informatie over sportcheques voor diegenen die hiervoor in aanmerking komen.
Psychosociale begeleiding We zien heel wat mensen met een veelheid aan problemen, die zich dus ook psychisch of fysiek niet goed voelen. Je voelt dat ze dan iemand nodig hebben die orde schept in de chaos. die stap voor stap samen met hen kijkt wat er nodig is om de dingen terug beter te maken, om ruimte te creëren. en om zo terug op te paken wat ze wel weer kunnen of waar ze nog wel goed in zijn. die focus op het positieve is heel belangrijk. Wanneer je zoveel problemen hebt, schuift de fysieke gezondheid altijd naar achter. Je ziet dat er gewoon geen ruimte is om bijvoorbeeld naar de tandarts te gaan. geen geld, of geen tijd, of gewoon niet de intentie. Als je zo veel aan je hoofd hebt, komt zo’n tandartsbezoek op de laatste plaats. Met als gevolg dat een gezondheidsprobleem vaak escaleert en iemand bijvoorbeeld moet opgenomen worden in het ziekenhuis. Met alle gevolgen van dien. Ik probeer die basisaandacht voor gezondheid altijd mee te geven en ervoor te zorgen dat de ziekteverzekering en dergelijke toch zeker in orde zijn. We proberen ook de omgeving te betrekken om een gezin terug sterker te maken. Als een moeder met kleine kinderen bijvoorbeeld erg
geïsoleerd woont. dan proberen we terug een sociaal netwerk op te zetten. We spreken buren of familie aan. of we zoeken naar een plek waar ze andere moeders kan ontmoeten en waar ze samen kunnen spreken over opvoeden of gezondheidsproblemen. dat helpt hen uit hun geïsoleerde leven en dan zie je ze terug opfleuren. Ik ken vaders die erg worstelen met het feit dat ze er financieel onderdoor gaan. die erg hard werken en zwoegen, maar uiteindelijk toch moeten toegeven dat het niet meer gaat, dat de schulden te hoog worden. Moeten erkennen dat ze het zelf niet meer kunnen redden, dat is enorm zwaar voor hen. ze kampen vaak met een groot schuldgevoel. Samen werken we daar aan, scheppen we duidelijkheid over de situatie. Soms hebben ze gewoon iemand nodig, die alles mee helpt uitpluizen. of iemand die het voor hen opneemt bij andere diensten, om de zaken in gang te zetten. Het gevoel dat er iemand bezig is met hen en samen naar oplossingen zoekt, dat betekent een enorme psychische rust. dat geeft hen het gevoel toch niet helemaal te mislukken, het lichtje aan het einde van de tunnel. dat is het belangrijkst.
in GESPrEk mEt
Nele Theunis
17
18
Wat niet weet, deert wel! Interview met Liesbeth Lemmens Projectmedewerker Logo Oost-brabant
Logo staat voor lokaal gezondheidsoverleg. Logo Oost-Brabant is één van de vijftien Logo’s in Vlaanderen. Zij werken mee om de gezondheidsdoelstellingen vastgelegd door de Vlaamse overheid te realiseren. Enkele daarvan zijn een daling van het aantal rokers, het bevorderen van gezond eetgedrag en voldoende fysieke activiteit, het voorkomen van depressie en suïcide en het vermijden van gezondheidsproblemen veroorzaakt door het leefmilieu.
19
Een ambitieuze doelstelling, hoe pakken jullie dat aan? Wij doen dat onder meer door allerlei gezonde projecten te organiseren samen met en voor verschillende lokale en regionale partners, waaronder ook CAW Oost-Brabant. We willen de leef-, werk of schoolomgeving zo inrichten dat mensen zich uitgenodigd voelen tot gezond gedrag. Denk aan schoolautomaten met gezonde snacks en drankjes of een stevige fietsvergoeding voor woon-werkverkeer. Tegelijk sensibiliseren en informeren wij over het belang van gezond te leven. Hoognodig zo blijkt. Want cijfers vertellen ons dat vier op de tien Belgen over te weinig gezondheidsvaardigheden beschikken om een gezond leven te leiden. Gezond leven is goed leven? Of een persoon zich goed voelt, hangt van heel wat factoren af, niet alleen gezondheidsgerelateerde. Levenskwaliteit is ook niet objectief te omschrijven, maar wordt subjectief beleefd en is dus voor iedereen anders. De omstandigheden waarin mensen worden geboren, opgroeien, leven, werken en ouder worden, maar ook het onderwijs- en gezondheidszorgsysteem draagt bij tot de gezondheid van een populatie. De verschillen in de socioeconomische status van mensen zorgen voor grote ongelijkheid in de gezondheid. Een 25-jarige vrouw zonder diploma kan rekenen op nog 24 gezonde levensjaren. Was ze universitair geschoold dan kreeg ze een bonus: 25 jaar extra in goede gezondheid! De missie van Logo Oost-Brabant is dan ook gezondheidswinst boeken. Niet alleen jaren, maar wel gezonde jaren of levenskwaliteit. Hoe willen jullie dat concreet doen? We willen vooral inzetten op lokale samenwerking met partners uit verschillende domeinen om zo breed en integraal mogelijk te werken. Als regionale netwerkorganisatie motiveert, coacht, adviseert en ondersteunt Logo Oost-Brabant lokale besturen, scholen, bedrijven, gezondheidswerkers en organisaties bij het streven naar gezondheidswinst voor de bevolking. We richten ons hierbij naar de brede bevolking, maar wanneer dit nodig blijkt gaan we ook gerichter te werk om een bepaalde doelgroep te bereiken. Een greep uit jullie acties? Alsmaar meer gemeenten onderschrijven het ‘charter gezonde gemeenten’ en organiseren i.s.m. Logo Oost-Brabant en lokale partners preventieve acties. CAW is hierbij sterk betrokken vanuit
haar preventieve opdracht en haar missie mensen in hun welzijn en welbevinden te versterken. Ook de OCMW’s zijn voor Logo Oost-Brabant een belangrijke partner. Een voorbeeld van zo’n preventieve gezondheidsactie was de armoedeconferentie in Leuven waarbij partners van het Lokaal Sociaal Beleid, de stad Leuven, OCMW en CAW, in gesprek gingen met mensen in armoede rond allerlei gezondheids-en welzijnsthema’s. Op basis hiervan wordt samen met Logo een actieplan uitgewerkt om beter te kunnen inspelen op de lokale behoeften. Vanuit onze brugfunctie tussen het lokale werkveld en de Vlaamse overheid hebben we een belangrijke rol om signalen van partners op te nemen en over te brengen. Zo ondersteunen we het initiatief van CAW OostBrabant om samen met de Leuvense buurtwerkingen en de GGZ-partners de gevolgen van de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg te onderzoeken en om te zetten in concrete acties om te zorgen dat de psychisch kwetsbare doelgroep een goede verbinding kan blijven maken met zijn omgeving. Nog een goed voorbeeld van lokale samenwerking was de recente actie ‘Gezond Binnen’ waarbij bezoekers van de kringwinkel Hageland aan de hand van didactische materialen (foto’s, voorbeeldmaterialen,….) allerlei tips en info aangereikt kregen over de verschillende aspecten van ‘gezond en energiezuinig wonen’ met een beperkt budget. Heel wat welzijnsorganisaties namen hieraan deel, waaronder ook het inloopcentrum van CAW Oost-Brabant. Andere mooie projecten rond werken aan gezondheid en welzijn zijn de Goed gevoel stoel, een methodiek om in groep te werken aan veerkracht, en Groente Zkt Kok, waar we samen gezond koken met groenten. U las hierover eerder in dit nummer.
20
“Begin ergens, dat is het belangrijkste”
Griet Op de Beeck is auteur van “Vele hemels boven de zevende” en “kom hier dat ik u kus”, waarin ze vertelt over mensen. mensen met grote en kleine problemen, die zich niet altijd even goed voelen en net daardoor zo herkenbaar worden.
Je personages doen vaak niets met hun ‘niet goed voelen’, of ze gaan er pas laat mee aan de slag. Hoe komt dat? omdat dat de realiteit is die ik rondom mij zie. We zijn intuïtief geneigd om weg te kijken van de dingen die moeilijk zijn of ons verontrusten. We vegen dat graag onder de mat en gaan daar dan met onze twee voeten goed bovenop staan. zodat het lijkt alsof het weg is. Maar dat is volgens mij net de essentie van het probleem. Je moet af en toe durven stilstaan en bekijken waarom je bent geworden wie je bent geworden. Als je dat begrijpt, kan je dingen beginnen veranderen. Dat is niet voor iedereen even makkelijk. Natuurlijk is dat niet altijd makkelijk. Ik zie veel mensen die het niet doen. Uit puur onvermogen of uit angst. of omdat ze alles weg rationaliseren en een oplossing hebben gevonden waarvan ze denken dat het een goede is of waarvan ze vinden dat ze zich erbij moeten neerleggen. Maar we hebben potverdorie maar één leven. Laten we daar alstublieft iets mee doen. Ik laat net zoveel onvermogen en onmacht zien, omdat ik hoop dat lezers dan zelf beginnen te denken: “Maar doe nu toch eens iets”. door mensen een emotionaliteit te laten krijgen bij het lezen, plooien ze vaak naar binnen en gaan ze zichzelf daarover bevragen.
Is dat wat je met je boeken wil bereiken? Ik wil in de eerste plaats een goed boek schrijven, dat mensen graag lezen. Niet perse pleiten als een missionaris of iets dergelijks. Ik hoop dat het lezers uitnodigt om naar zichzelf te kijken. en ik merk ook uit reacties dat het voor veel mensen verder gaat dan dat. dat is een surplus waar je alleen maar van kan dromen, een ongelofelijk cadeau. Ik heb het een keer meegemaakt dat een jonge vrouw me kwam vertellen: “Ik ging eigenlijk stoppen, ik had het helemaal gehad. en iemand heeft mij uw twee boeken gegeven en gevraagd of ik die toch nog wou lezen. Ik heb dat gedaan en ik heb toen een therapeut gebeld.” dat is enorm aangrijpend en bijna niet te geloven. dat dat kan. Nu, het ging er natuurlijk ook om dat iemand de moeite heeft gedaan om die boeken te geven. dat betekent dat er nog ergens een connectie was, dat ze nog niet helemaal alleen stond. Maar dat geeft enorm veel moed. Ik vind het heel erg dat we nog zo weinig echt praten. Soms kom ik na een avond met vrienden thuis en denk ik: “Waar hebben we het nu eigenlijk over gehad? Hoe de kinderen het doen op school. Maar praten over onze eigen diepste dingen, dat blijkt zo moeilijk te zijn voor zoveel mensen.” Als een boek of een lezing dan een aanleiding kan zijn om dat toch eens te doen, vind ik dat fantastisch. Mensen hebben soms een zetje nodig.
21
Je personages komen vaak op een kantelpunt na een schokkend moment. Denk je dat dat nodig is? Nee, natuurlijk is dat niet nodig. Het is nog veel toffer als je gewoon zelf op een donkerblauwe maandag beslist “Ik ga iets met mijn leven doen om het beter te maken.” Maar mensen zijn geneigd om vast te houden aan patronen tot er iets gebeurt waardoor ze niet anders kunnen dan even stilstaan en kijken. Ik heb een hekel aan het begrip ‘de disfunctionele familie’, omdat wat wij de disfunctionele familie noemen, net de meest functionele is van allemaal. daar heeft iedereen een hele duidelijke rol. zelfs als dat ten koste gaat van het individu, blijft iedereen volhouden uit angst om de ander pijn te doen. Wanneer iemand uit dat systeem valt, omdat hij ziek is en niet meer participeert en zeker als iemand sterft, dan gaat alles wankelen. en dat is net het moment om een soort moed te hebben en te zeggen “Nu zet ik ook eens een stap naar een andere kant”. Natuurlijk is het duizend keer beter als dat niet nodig is, maar ik geloof wel dat het regelmatig zo werkt. Denk je dat er personages in je boeken gebaat zouden zijn met professionele hulp? Absoluut. Iedereen in therapie. zelfs mensen die er aan de buitenkant uitzien alsof ze het allemaal onder controle hebben, verbergen vaak stormen van grote ellende. en het is niet de bedoeling dat je daar in je eentje mee blijft verder sputteren. Het is zo jammer om jaren in een situatie te blijven zitten die ten koste gaat van jezelf. Ik spreek uit eigen ervaring. Ik heb nu het gevoel dat ik een aantal jaren van mijn leven heb weggegooid en dat is ongelofelijk spijtig. Niet dat ik er over treur, want ik ben blij met waar ik nu sta. Ik heb veel begrip voor mensen die het nog niet kunnen. Maar probeer alstublieft jezelf in beweging te houden en te praten. Al is het in eerste instantie met de buurvrouw. Begin ergens, dat is het belangrijkste. Door de vermaatschappelijking van de zorg wordt ‘iedereen hulpverlener’ en komt er heel wat verantwoordelijkheid bij het netwerk dat mensen hebben. Dat legt heel wat druk op mensen. Ik denk dat er inderdaad veel mensen zijn die zichzelf ondermijnen door altijd maar ten dienste te staan van anderen. Je moet nooit het leed van een ander overnemen. Je bent niet verantwoordelijk voor een ander z’n leven, dat kan ook niet. Je kan wel proberen een goede vriend of vriendin of zus
of lief te zijn. onlangs was er een vrouw die al een stuk in de zestig was. ze zorgde voor haar heel dominante vader, terwijl ze vier broers had die er niet naar omkeken. die vrouw ging nog altijd elke dag gebukt onder het juk van die vader. Na de lezing kwam ze naar mij en ze zei: “Ik denk dat ik toch eens met de broers ga praten over een eerlijke verdeling”. dan denk ik: Yes, weeral goed. Krijg je soms ook negatieve reacties van mensen die het niet eens zijn met wat je schrijft? Je raakt aan gevoeligheden. Soms reageren mensen boos. Maar wanneer mensen reageren op de boeken, zegt dat ook altijd iets over henzelf. zo’n kwade reactie betekent dan dat ze hun gevoel willen delen en gehoord wil worden. en ik luister daar dan ook naar. Soms is dat op zich al voldoende en dient er niet veel meer gezegd. Ik probeer ook steeds om mensen écht te zien. Na een lezing komen er altijd mensen om te signeren. dan heb je de keuze. of op automatische piloot gaan of de mensen even het gevoel geven dat ze gezien zijn. Ik probeer dat elke dag te doen. Bijvoorbeeld als ik ga winkelen. Hoe rap zijn we zelf niet aan de kassa. Je bent bezig met je tassen en je hebt niet eens gezien wie er aan de kassa zat. Ik geloof dat die hele kleine dingen wel iets uithalen. Als we dat allemaal zouden doen, dan kan dat al een heel groot verschil maken zonder dat je van ‘s morgens tot ’s avonds ten dienste moet staan van anderen en daarbij jezelf helemaal vergeet. Tot slot. Wat is dat voor jou: je goed voelen? Mij goed voelen dat is helemaal en voluit met mezelf kunnen en durven leven. en daar ben ik nog niet helemaal, maar ik ben toch stevig op weg.
Op donderdag 21 mei nodigden CaW OostBrabant en tele-Onthaal Vlaams Brabant en Brussel Griet Op de Beeck uit voor een lezing over kleine en grote problemen.
22
Vroegdetectie familiaal geweld in Tienen Familiaal geweld blijft brandend actueel. Afgelopen jaar waren er 40.000 aangiften, maar het taboe blijft groot. De drempel om naar buiten te treden en hulp te zoeken blijft hoog. Omwille van die drempels vroegen enkele huisartsen en de werkgroep SEL GOAL Tienen aan CAW Oost-Brabant om het thema in de regio verder te bekijken. Hoe kunnen de eerstelijns gezondheids- en welzijnszorg hierin sterker worden? Hoe kunnen we samen een antwoord bieden op deze problemen? Vanaf begin juni is Kaat Van Acker aan de slag binnen het CAW om deze vragen te beantwoorden. Hoe kunnen we beter en vroeger detecteren wat er precies gaande is in een gezin? Welke rol kunnen zorgverleners aan huis, huisartsen en hulpverleners opnemen? Bij wie kan je terecht met welke vraag? En hoe kunnen we de zorg samen verder uitzetten? Kaat zal de komende maanden in gesprek gaan met alle actoren op zoek naar input en expertise en naar de vragen die leven bij cliënten en zorgverstrekkers om zo te komen tot toegankelijke en bruikbare instrumenten.
Contact: Kaat Van Acker
[email protected]
23
Feest in de kapstok!
Onze tweedehandswinkel wordt maar liefst 30 jaar in 2015! Op zaterdag 30 mei vierden we met een taart en kaarsjes. met 30% korting en een heuse beautycorner zegden we dankjewel aan onze klanten, vrijwilligers en iedereen die ons kleren schenkt.
www.kapstok-tweedehands.be
De kapstok is steeds op zoek naar nog draagbare kleding, linnengoed, juwelen en accessoires. De vraag naar kinderkleding kunnen we amper bijhouden! Heb je nog mooie spullen in huis die je niet meer nodig hebt? Breng ze naar de winkel tijdens de openingsuren of naar het CaW in leuven elke werkdag tussen 9 u. en 17 u.
Help ons helpen CaW Oost-Brabant ontvangt jaarlijks meer dan 10 000 hulpvragen. Van volwassenen en jongeren. Over kleine en grote problemen. mensen zoals u en ik. Want het kan iedereen overkomen dat je even niet meer weet waarheen of hoe een probleem aan te pakken. Met jouw steun kan CAW Oost-Brabant nog meer. meer mensen helpen. meer gezinnen begeleiden. meer mannen en vrouwen in crisis of een situatie van geweld onderdak bieden. Hoe kan je CaW Oost-Brabant steunen? • Door je in te zetten als vrijwilliger. • Door te vertellen over ons. • Door een financiële bijdrage te doen voor het CaW of voor een specifiek project.
GiFtEn Je kan een gift storten op het rekeningnummer BE59 7775 9209 2726. Wanneer je je gift wil spreiden doorheen het jaar, kan dat via een doorlopende opdracht op het rekeningnummer BE59 7775 9209 2726. Giften zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 40 euro op jaarbasis. Je ontvangt dan van ons een attest.
lEGaat BiJ tEStamEnt Je kan CaW Oost-Brabant blijven steunen, ook als je er niet meer bent. Door een legaat of een duo-legaat op te nemen in je testament. Hiermee bepaal je dat je iets van je bezittingen of een deel van je erfenis toekent aan CaW Oost-Brabant. Het is dus een soort schenking via je testament. Je vindt hierover meer info op onze website www.cawoostbrabant.be.
CaW inzicht is een uitgave van Centrum algemeen Welzijnswerk Oost-Brabant vzw redactie: Bert lambeir, Sabine lehmann, Greet monstrey, lieve Polfliet, Bieke roggen Eindredactie en coördinatie: Greet monstrey lay-out: Sabine lehmann Verantwoordelijke uitgever: Bert lambeir, redingenstraat 6, 3000 leuven Giften: CaW Oost-Brabant is als vzw gemachtigd giften, legaten en schenkingen te ontvangen. Een fiscaal attest wordt afgeleverd bij giften vanaf 40 euro.
maatschappelijke zetel: CaW Oost-Brabant redingenstraat 6, 3000 leuven, tel 016 21 01 00, e-mail:
[email protected], www.cawoostbrabant.be