Welke factoren bepalen de toekomst van maatschappelijk verantwoord ondernemen voor retailers in de Nederlandse modebranche?
Dit rapport is geprint in Ecofont
Hogeschool van Amsterdam Amsterdam Fashion Institute Auteur: Carolien Sylla Studentnummer: 221834 Procesbegeleider AMFI: Dhr. Jan de Vries Afstudeerrichting: Fashion & Management Afstudeerperiode: februari 2010 t/m juni 2010 Dit rapport bevat eigen werk
Voorwoord Deze scriptie is geschreven naar aanleiding van de afronding van de Bachelor Fashion & Management aan het Amsterdam Fashion Institute. In deze scriptie wordt een beeld gegeven van MVO voor retailers in de Nederlandse modebranche. Hoewel ik in eerste instantie MVO in de modebranche wilde onderzoeken, is dit te breed gebleken, waardoor ik mij heb geconcentreerd op de retail. De keus voor retail is mede ontstaan, doordat ik al vroeg in mijn onderzoek ontdekte dat er weinig aandacht is voor MVO onder de retail. Zowel vanuit de retail zelf als vanuit haar omgeving. Ik hoop dan ook dat mijn onderzoek hen zal stimuleren op het gebied van MVO. Voor mijn onderzoek is het erg moeilijk geweest om mensen te vinden uit de praktijk die mij meer wilden vertellen over dit onderwerp. “Wij hebben hier geen tijd voor”, was een vaak gehoord antwoord. Om deze reden wil ik graag een aantal mensen bedanken die mij hebben geholpen. Dit zijn in de eerste plaats Geert-Jan Davelaar van de Schone Kleren Campagne, die mij alles verteld heeft over de achtergronden rondom arbeidsomstandigheden in de modebranche en Peter Zeiss van Bo Weevil, die mij veel informatie heeft verstrekt over wat er komt kijken bij een modebedrijf dat op het gebied van zowel people, planet en profit winst creëert. Verder wil ik graag de retailers bedanken die inzicht hebben gegeven in hoe zij MVO opnemen in hun multi-brand stores. Het gaat hier om de eigenaren van Schone Zaken, RAF Jeans, Thom Broekman/De Rode Winkel en Konijnendijk Mode. Ook wil ik graag Eveline de Kruif van brancheorganisatie CBW.Mitex en Emiel Poisz van inkooporganisatie Intres willen bedanken voor hun informatie rondom MVO onder hun leden. Als laatste gaat mijn dank uit naar Dhr. Jan de Vries; mijn procesbegeleider vanuit het AMFI, voor de hulp en begeleiding. Veel plezier met het lezen van deze scriptie. Carolien Sylla Apeldoorn, 8 mei 2010
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding van het onderzoek 1.2 De onderzoeksvraag 1.3 Doel van het onderzoek 1.4 Afbakening van het onderzoek 1.5 Onderzoeksmethodes 1.6 Opbouw van het onderzoek
6 6 6 6 6 6 7
Hoofdstuk 2 Introductie op maatschappelijk verantwoord ondernemen 2.1 MVO 2.2 Implementeren van MVO 2.3 Geschiedenis van MVO 2.3.1 Conclusie
8 8 9 10 11
Hoofdstuk 3 De conventionele modebranche VS maatschappelijk verantwoorde modebranche 3.1 MVO in de modebranche 3.1.1 Textielgroothandel 3.1.2 Textieldetailhandel
12 12 12 16
Hoofdstuk 4 Het midden- en kleinbedrijf 4.1 MKB 4.1.1 MKB feiten en cijfers 4.1.2 Huidige ontwikkelingen in het MKB 4.1.3 Kwalitatieve gegevens MKB 4.1.4 Conclusie 4.2 Het MKB & MVO 4.2.1 Conclusie
18 18 18 18 19 20 21 22
Hoofdstuk 5 Detailhandel 5.1 Huidig beeld van de detailhandel 5.2 Detaillistenvertrouwen
23 23 24
Hoofdstuk 6 Multi-brand stores in beeld 6.1 Het SCENE model 6.1.1 Multi-brand store A 6.1.2 Multi-brand store B 6.2.3 Multi-brand store C 6.2.4 Multi-brand store D 6.1.5 Conclusie
25 25 25 27 28 30 31
Hoofdstuk 7 Consument en MVO 7.1 Consumentenlabels, keurmerken en organisaties 7.1.1 Conclusie 7.2 De consument 7.2.1 Prijs 7.2.2 Burger en consument 7.2.3 Trends in consumentengedrag 7.2.4 Trends in retail 7.3 Enquêteresultaten, de consument
32 32 33 33 33 33 34 34 35
3
Hoofdstuk 8 Externe omgeving 8.1 Demografisch 8.2 Economisch 8.3 Sociaal-cultureel 8.4 Technologisch 8.5 Ecologisch 8.6 Politiek-juridisch 8.7 Conclusie
37 37 37 37 37 37 38 38
Hoofdstuk 9 Conclusie
39
Hoofdstuk 10 Aanbevelingen
43
Bronnenlijst
46
Bijlagen
48
4
Samenvatting Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) draait het erom dat een bedrijf op een, voor de maatschappij waarin zij actief is, verantwoorde manier onderneemt. Veel grote bedrijven zijn in de modebranche al actief op het gebied van MVO. Kleinere bedrijven, zoals retailers zijn hier minder mee bezig. De vraag luidt dan ook; “Welke factoren bepalen de toekomst van MVO voor retailers in de Nederlandse modebranche?” Om een antwoord op deze vraag te geven is er gekeken naar wat MVO inhoudt voor de modebranche en hoe de huidige situatie is rondom MVO in het MKB, waaronder deze retailers vallen. Er zijn een aantal fasen van implementeren te herkennen rondom MVO, namelijk: Fase Fase Fase Fase
1: Diffuse ontvankelijkheid voor MVO 2: Daadwerkelijk aan de slag, MVO concretiseren binnen het bedrijf. 3: Vergroten van het interne draagvlak 4: Het ontstaan van gedeelde waarden¹
Uit het onderzoek is gebleken dat het MKB een aantal kwalitatieve eigenschappen bezit die hen zeer geschikt maakt voor MVO. Het MKB is Herkenbaar, Aanspreekbaar, Persoonlijk, Flexibel en Invloedrijk. Echter zijn er ook barrières voor het MKB om MVO toe te passen. Het MKB is Klein, beperkt zich vaak tot haar Kernactiviteiten, investeert grotendeel alleen in activiteiten die resultaat opleveren op Korte termijn en het MKB toont weinig beweging. Door enkele multi-brand stores te bekijken aan de hand van het SCENE model is er inzicht verkregen in de invulling van deze bedrijven op het gebied van people, planet en profit. De invulling die deze bedrijven geven aan de drie P’s komen vooral voort uit de kwalitatieve eigenschappen van het MKB en niet zozeer vanuit het opnemen van MVO. Ook tonen zij overeenkomsten met de genoemde barrières voor het opnemen van MVO in het MKB. Retailers lijken weinig stimulans en terugkoppeling te krijgen vanuit hun omgeving. Zowel consumenten als branche- en inkooporganisaties geven de retailer weinig reden om MVO een wezenlijk onderdeel van het bedrijf te maken. De toekomst van MVO onder retailers in de Nederlandse modebranche kunnen bepaald worden door de volgende factoren: Consument Detaillistenvertouwen Concurrentie Wet- en regelgeving Stakeholders Reputatie/Imago Kwalitatieve eigenschappen MKB Om de retailers te stimuleren en te ondersteunen in het opnemen van MVO, kan een organisatie uitkomst bieden. Een organisatie die deze taak op zich neemt dient onder andere te letten op de volgende punten: Aandacht Begeleiding Businessmodellen Inkoopplan Communicatie Het lijkt er op dat MVO nauwelijks speelt onder retailers. Toch betekend dit niet dat er geen hoop is voor MVO. De bovenstaande instrumenten geven organisaties een handvat om MVO een belangrijke rol te laten spelen onder de retailers. De retailers zijn uitermate geschikt voor MVO, het enige wat zij nodig hebben is een zet in de juiste richting!
¹ J. Cramer en A. van der Heijden, Maatschappelijk verantwoord ondernemen vergt maatwerk, Online Artikel.
5
1. Inleiding 1.1 Inleiding van het onderzoek Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag welke factoren de toekomst van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) bepalen voor retailers in de Nederlandse modebranche. Onder retail wordt verstaan: de levering van diensten en/of goederen voor persoonlijk gebruik aan consumenten. De retail behoort tot het midden- en kleinbedrijf (MKB), hoewel er geen duidelijke grens is wanneer iets een grote onderneming is.¹ Deze retailers zijn vaak in het bezit van één of meerdere multi-brand stores. Dit zijn winkels die meerdere verschillende merken aanbieden aan de consument. Tijdens mijn onderzoek naar de ontwikkeling van MVO in de modebranche, viel het mij op dat deze retailers zich nauwelijks bezighielden met het begrip. Dit terwijl de retailers juist dicht bij de steeds bewuster wordende consument staat en MVO hen vele voordelen kan opleveren. Dit onderzoek kijkt naar de beweegreden van retailers om wel of niet maatschappelijk verantwoord te ondernemen en bekijkt uiteindelijk de factoren die de toekomst van MVO voor de retail in de modebranche zullen bepalen. 1.2 De onderzoeksvraag Dit onderzoeksproject geeft antwoord op de vraag: “Welke factoren bepalen de toekomst van MVO onder retailers in de Nederlandse modebranche?“ Als leidraad zijn hierbij de volgende subvragen geformuleerd: - Wat is MVO in de Nederlandse modebranche? - Wat is MVO in het MKB? - Hoe maatschappelijk verantwoord zijn retailers in de Nederlandse modebranche? - Welke factoren bepalen MVO in het verleden, heden en toekomst? 1.3 Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de huidige en toekomstige situatie van MVO onder retailers in de Nederlandse modebranche en hen een stimulans te geven om MVO op te nemen in het beleid. Het doel van dit onderzoek is ook om inzicht te geven in wat eventuele barrières zijn voor retailers in de modebranche om MVO op te nemen in hun beleid en wat er ondernomen moet worden om hen hierin te stimuleren. MVO kan vele voordelen met zich meebrengen voor retailers. Dit onderzoek is hopelijk een stimulans om retailers en organisaties in te doen zien dat MVO ook en juist voor retailers zeer belangrijk is. 1.4 Afbakening van het onderzoek Dit onderzoek geeft inzicht in MVO in de modebranche en verdiept zich in MVO onder de retailers in de Nederlandse modebranche. Deze retailers vallen onder de detailhandel in de sector non-food en onder het MKB. Hoewel zij af en toe wel ter vergelijking naar voren worden gehaald, is dit onderzoek niet gericht op grote retail ketens. Het deel van het onderzoek waarbij een aantal Nederlandse multi-brand stores bekeken zijn aan de hand van hun MVOactiviteiten, is gericht op multi-brand stores die allen dames- en herenkleding verkopen in het midden- tot hoogsegment. 1.5 Onderzoeksmethodes Om meer grip te krijgen op de betekenis van MVO heb ik mij eerst meer ingelezen in het onderwerp. Hoewel ik uiteraard al wel bekend was met het begrip, kon ik er eigenlijk geen eenduidige definitie van geven. Na veel verschillende literatuur en publicaties te hebben gelezen over MVO, kwam ik er al snel achter dat MVO een echt containerbegrip is. Er zijn richtlijnen voor de betekenis van MVO, maar de inhoudt is voor iedereen anders. Om meer te weten te komen over de praktijk van MVO in de mode heb ik diepte-interviews gehouden met experts op dit gebied. Mijn fieldresearch bestond niet alleen uit deze interviews, ook heb ik een aantal multi-brand stores ondervraagd over hun activiteiten rondom MVO en heb ik een enquête gehouden onder 102 mensen over hun kijk op MVO in de modebranche. Om mijn resultaten rondom de retailers te verifiëren heb ik daarnaast nog interviews gehouden met branche- en inkooporganisaties. Op deze manier heb ik voldoende informatie verzameld om MVO onder retailers in de Nederlandse modebranche te kunnen analyseren en omschrijven.
6
1.6 Opbouw van het onderzoek Het rapport is verdeeld over 10 hoofdstukken, welke zijn onderverdeeld in subhoofdstukken. Hoofdstuk 2 geeft een introductie op MVO om meer inzicht te krijgen in dit begrip. Hierbij komt ook de geschiedenis van dit al lang bestaande begrip aan bod. In hoofdstuk 3 wordt beschreven hoe een maatschappelijk verantwoorde onderneming in de modebranche zich onderscheidt van een conventionele onderneming. Hierbij is er onderscheidt gemaakt tussen bedrijven die de productie van kleding uit besteden en bedrijven die alleen kleding inkopen, zoals retailers. De informatie die in dit hoofdstuk wordt aangedragen is voornamelijk verkregen uit de interviews met Peter Zeiss van Bo Weevil en Geert-Jan Davelaar van de Schone Kleren Campagne. Hoofdstuk 4 geeft een beeld van het MKB en hoofdstuk 5 geeft een beeld van de detailhandel. In hoofdstuk 6 wordt aan de hand van het SCENE model een beeld gegeven van de activiteiten op het gebied van people, planet en profit onder vier retailers in de Nederlandse modebranche. Hoofdstuk 7 geeft inzicht in de huidige en toekomstige ontwikkelingen rondom de Nederlandse consument. In dit hoofdstuk zijn ook een aantal uitkomsten van de enquête verwerkt. Hoofdstuk 8 behandelt de externe omgevingsfactoren voor de Nederlandse retailers in de modebranche. Deze factoren worden bekeken, omdat zij bepalend kunnen zijn voor de toekomst van MVO onder de retailers in de Nederlandse modebranche. Hoofdstuk 9 geeft de conclusie en hoofdstuk 10 geeft aanbevelingen rondom de toekomst voor MVO. Hoofdstuk 11 en 12 zijn respectievelijk bronnenlijst en bijlagen.
¹Retail definitie. Van: http://www.encyclo.nl/begrip/retail (datum van raadpleging 7 mei 2010)
7
2. Introductie op maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) krijgt wereldwijd steeds meer aandacht en ook in de modebranche lijkt het niet meer weg te denken. De inhoudt van MVO lijkt niet voor iedereen duidelijk. Vaak wordt het ook een containerbegrip genoemd, omdat iedereen er een andere invulling aan geeft. In dit hoofdstuk wordt de inhoudt van het begrip MVO toegelicht. Daarbij komt ook de geschiedenis van MVO aan bod, want de betekenis van dit begrip bestaat al vele jaren. 2.1 MVO Bij MVO draait het erom dat een bedrijf op een, voor de maatschappij waarin zij actief is, verantwoorde manier onderneemt. Het gaat om de manier waarop een bedrijf haar product maakt of dienst verleent. Bij MVO streeft een bedrijf niet alleen naar de traditionele economische verantwoordelijkheid, maar ook naar verantwoordelijkheid ten opzichte van mens en milieu. Ook wordt er van bedrijven verwacht dat ze verdergaan dan wat bij wet is vastgesteld. Dit geeft direct aan dat MVO een vrijwillige keus is. Er worden verschillende definities van MVO weergegeven. De SER(Sociaal-Economische Raad) geeft de volgende definitie van MVO: “het bewust richten van de ondernemingsactiviteiten op lange termijn waardecreatie in drie dimensies: markt (het economisch rendement), mens (de gevolgen voor de mens, binnen en buiten de onderneming) en milieu (de effecten op het natuurlijk leefmilieu).” (www.ser.nl) Het MVO Platform geeft de definitie als volgt: “MVO is een resultaatgericht proces waarbij een bedrijf over de gehele keten van zijn activiteiten verantwoordelijkheid neemt over de effecten van deze activiteiten op sociaal, ecologisch en economisch gebied, daarover verantwoording aflegt en de dialoog aangaat met belanghebbenden.” (www.mvoplatform.nl) MVO draait in ieder geval om de volgende punten: 1. MVO maakt een wezenlijk onderdeel uit van de bedrijfsvoering en de bedrijfsstrategie. 2. Bij MVO wordt er gestreefd naar het vinden van een balans tussen drie aspecten, economisch, ecologisch en sociaal. Dit staat ook bekend als het Engelse people, planet en profit ofwel de Triple P (bottomline). Deze termen zijn in het leven geroepen door John Elkington (Elkington, 1997). Op de site van het ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit staat hierover het volgende: “Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) betekent ondernemen met aandacht voor de drie P’s, people, planet en profit:
People: mensen binnen en buiten de onderneming; Planet: de gevolgen voor het (leef)milieu; Profit: de voortbrenging en economische effecten van goederen en diensten.
Deze benadering levert lange termijn winst op voor ondernemers en maatschappij.” ¹ 3. Bij MVO houdt men rekening met belanghebbenden, ook wel stakeholders genoemd. 4. Openheid en transparantie maken onderdeel uit van het MVO-beleid van een bedrijf. Vaak wordt MVO samen genoemd met termen als duurzame ontwikkeling en duurzaam ondernemen. Onder duurzaamheid of duurzame ontwikkeling wordt volgens de VN-commissie Brundtland (1987) verstaan: “Ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.” (http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_ontwikkeling)
8
Figuur 1 geeft aan hoe deze termen ingedeeld behoren te worden en op welke overlappingen zij zich bevinden: 1. Duurzaam ondernemen: overlapping van milieu en economie. 2. Maatschappelijk Figuur 1 ondernemen: overlapping van sociaal en economie. 3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzame ontwikkeling: overlapping van alle drie de aspecten. Een misverstand wat vaak voorkomt bij MVO is dat men vergeet dat er een balans moet zijn tussen de drie aspecten people, planet en profit. Er moet waarde gecreëerd worden voor zowel het bedrijf als de maatschappij. Wanneer een bedrijf een goed doel steunt, maar hier op geen manier winst voor het bedrijf uit kan halen, is er geen sprake van MVO, maar van liefdadigheid. Ook een ondernemer die besluit een volledig assortiment met duurzame producten te verkopen, maar voor zijn werk een Range Rover rijdt, onderneemt niet maatschappelijk verantwoord. Toch is het laatste moeilijk hard te maken. Er wordt namelijk “door de overheid of het bedrijfsleven geen exacte eisen gesteld aan het aantal en type verantwoorde activiteiten dat moet worden uitgevoerd om te kunnen spreken van een maatschappelijk verantwoorde onderneming.” ² 2.2 Implementeren van MVO Wanneer bedrijven bezig zijn met het opnemen of uitvoeren van MVO gaat dit niet vanzelf. Geen enkel bedrijf is direct maatschappelijk verantwoord. Ieder bedrijf kiest zijn eigen manier om MVO op te nemen. Volgens Jacqueline Cramer en Angela van der Heijden³ zijn er een aantal fasen te herkennen waarin een bedrijf zich kan bevinden. Deze fasen worden hieronder verder toegelicht. Fase 1: Diffuse ontvankelijkheid voor MVO Op dit moment vindt er een bewustwording plaats dat MVO van belang kan zijn voor het bedrijf. Iedere aanleiding kan een beginpunt vormen op eigen manier aan de slag te gaan met MVO. Fase 2: Daadwerkelijk aan de slag, MVO concretiseren binnen het bedrijf. Het intern vaststellen van thema’s die prioriteit hebben. Op dit moment wordt vaak een coördinator aangesteld die verschillende kleine projecten opzet. Daarnaast zal hij het algemene MVO-denken vertalen naar een taal die past binnen het betreffende bedrijf. Fase 3: Vergroten van het interne draagvlak Het proces is nu gericht op het verbreden van het draagvlak van MVO, omdat het bedrijf door concrete activiteiten al steeds meer heeft geleerd hoe het MVO kan vormgeven. De eigen aanpak die het bedrijf heeft gegeven aan MVO raakt nu steeds meer in het bedrijf verankerd. Fase 4: Het ontstaan van gedeelde waarden Doordat de mensen binnen het bedrijf mentaal zijn veranderd tegenover MVO, ontstaan er gedeelde waarden over de invulling van de MVO-waarden. Het is een vanzelfsprekende manier van handelen geworden binnen het bedrijf. MVO is een continu proces, dat ook qua inhoudt steeds veranderd. Dit kan bijvoorbeeld zijn doordat de eisen van belanghebbenden veranderen of dat er nieuwe ontdekkingen worden gedaan op het gebied van MVO. Het kan dus ook voorkomen dat een bedrijf de bovenstaande fasen niet in deze volgorde doorloopt. Ook kan afhankelijk van de fase de inhoudt die aan de drie P’s van MVO wordt gegeven verschillen.
¹Ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit, maatschappelijk verantwoord ondernemen. Van: http://www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640848&_dad=portal&_schema=PORTAL (datum van raadpleging: 03 maart 2010) ² Dhr. R. Hoevenagel, Maatschappelijk verantwoord ondernemen in het midden- en kleinbedrijf, Online Artikel. ³J. Cramer en A. van der Heijden, Maatschappelijk verantwoord ondernemen vergt maatwerk, Online Artikel.
9
2.3 Geschiedenis van MVO MVO is geen nieuw gegeven. Al in de 18e eeuw werd men bewust van zijn maatschappelijke omgeving. Dit kwam voornamelijk door de opkomst van industrialisatie. Door het ontstaan van fabriekssystemen werden hechte gemeenschappen uit elkaar gehaald. Ter compensatie zorgden fabrikanten voor interne voorzieningen voor de werknemers. Er waren verschillende aanleidingen voor dit `sociale ondernemerschap’ zoals; angst voor arbeidsonrust en maatschappelijke radicalisering; gevoel van verplichting bij de ondernemer vanuit het geloof; het aantrekken van betere arbeidskrachten. Aan het eind van de 19e eeuw waren er steeds meer werkgevers die zorgden voor sociale voorzieningen, nu vanuit een meer vrijwillig karakter. Doordat de arbeidsomstandigheden in deze tijd zeer slecht waren kwam er sociale wetgeving. Dit leidde eveneens tot vakbewegingen en meer betrokkenheid van de overheid. Langzaam ontstond de verzorgingsstaat. MVO ontwikkelde zich in deze tijd steeds meer en kreeg mede door de vakbewegingen een dwingend karakter. In de 20e eeuw kenmerkte de maatschappij zich door een stijgende welvaart en emancipatie. Er kwam meer aandacht voor niet-materiële behoeften en men werd zich meer bewust van de kwaliteit van zijn omgeving.¹ In de jaren zestig komt er steeds meer aandacht voor milieuvervuiling. Er wordt door maatschappelijke organisaties vooral een beroep gedaan op de overheid om in te grijpen. Belangrijke gebeurtenis is de VN-conferentie uit 1972 in Stockholm. Tijdens deze bijeenkomst wordt er voor het eerst gekeken naar het verband tussen de economische ontwikkeling en het schade die dit met zich meebrengt aan het milieu. In deze tijd werd er ook een rapport gepubliceerd door de Club van Rome, genaamd Limits to Growth. De schrijvers van dit rapport gaven een voorspelling, waarin een verband werd gelegd tussen milieuvervuiling, overbevolking en eindigheid van grondstoffen, en het afnemen van de wereldbevolking. ² Volgens hen zou dit rond het jaar 2100 gebeuren. In figuur 2 is het verloop te zien zoals voorspelt door de Club van Rome. Zoals te zien is ging de Club van Rome er van uit dat de industriële productie het hoogst zou zijn tussen 2000 en 2010. Ook laat het zien dat we rond deze tijd de helft van onze fossiele bronnen verbruikt zullen hebben. Dit lijkt redelijk te kloppen, aangezien we de bron olie volgens sommigen momenteel voor de helft hebben verbruikt. Begrijpelijk is dat dit rapport van de Club van Rome het besef aanwakkerde bij een grote groep mensen in die tijd, dat er meer aandacht moest worden geschonken aan de balans tussen ecologie en economie. Er kwam steeds meer interesse voor duurzame ontwikkeling. Figuur 2 http://cassandraclub.wordpress.com/2009/04/26/limits-to-growthrevisited/ In de jaren tachtig ontstaat er steeds meer commotie rond de toenemende milieuproblemen. Er wordt in eerste instantie beroep gedaan op de overheid om deze problemen aan te pakken. Deze reageert door het opstellen van milieuwetgeving. Grote milieuschandalen in deze tijd werken versterkend voor de samenleving om de problemen in te zien en zorgen er ook voor dat de rol van bedrijven in de milieuvervuiling de aandacht trekt. In 1985 ontdekt men vervolgens het gat in de ozonlaag. In 1987 werd het Montreal-protocol opgesteld welke de uitstoot van cfk’s en andere stoffen die de ozonlaag aantasten moest tegengaan. Het Brundlandt rapport, met de titel Our Common Future wordt eveneens in 1987
10
gepresenteerd. In het rapport kwam voor het eerst naar voren dat er een samenhang is tussen problemen op sociaal, cultureel en milieu gebied. Volgens het rapport zijn de milieuproblemen een gevolg van armoede, niet-duurzame consumptie en overmatige productie. Uit dit rapport ontstaat bovendien een definitie van duurzaamheid die door een breed publiek wordt geaccepteerd. Tegenwoordig zien bedrijven MVO niet meer alleen als een verplichting om het vertrouwen van de samenleving te winnen en de gemoederen te sussen, maar als een concurrentievoordeel. Redenen hiervoor zijn o.a. het feit dat de prijzen voor bepaalde grondstoffen oplopen vanwege schaarste en het beprijzen van vervuiling. Ook zien veel bedrijven in dat MVO kan zorgen voor een onderscheidend karakter van het bedrijf en dat men een nieuwe doelgroep kan aanboren. 2.3.1 Conclusie Het wordt duidelijk dat MVO ontstaan is door de opkomst van industrialisatie. Hoewel MVO in het begin vooral bestond uit het sociale aspect, is het zich door de jaren heen steeds meer gaan richten op het ecologische aspect. MVO ontstond in de 18e eeuw voornamelijk vanuit de ondernemers zelf. Hierdoor had het in die tijd vooral een vrijwillig karakter, hoewel de ondernemers het vaak wel vanuit eigen belang deden. Door grote milieuschandalen en het besef dat de economische welvaart en milieuvervuiling met elkaar in verband staan, kreeg MVO steeds meer een dwingend karakter. Organisaties deden beroep op de overheid en het bedrijfsleven om iets te ondernemen. In het rapport gepresenteerd in 1987 werd voor het eerst de samenhang tussen problemen op sociaal, cultureel en milieu gebied aangetoond. Volgens dit rapport zijn armoede, nietduurzame consumptie en overmatige productie de oorzaak van de milieuproblemen. Dit heeft MVO de inhoudt gegeven, zoals men het nu kent. Hoewel MVO vandaag nog steeds een dwingend karakter heeft, gezien de vele nongouvernementele organisaties (NGO) zijn er ook steeds meer bedrijven die in zien dat MVO zeker ook winstgevend kan zijn.
¹ Censor.nu, Evolutie van het MVO. Van: http://www.censor.nu/pdf/artikel/44/evolutie_van_het_mvo (datum van raadpleging: 03 maart 2010) ² Bam, van denken….. Van: http://www.bam.nl/baminternet2/baminternet2/portalen/koninklijkebam_nl/menu/80_MVO/Van_denken/ind ex.jsp (datum van raadpleging: 03 maart 2010) ³ Wikipedia, Brindtland-rapport.Van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Brundtland-rapport (datum van raadpleging: 03 maart 2010)
11
3. De conventionele modebranche VS maatschappelijk verantwoorde modebranche Dit hoofdstuk geeft een beeld van MVO in de modebranche. Aan de hand van voorbeelden wordt aangegeven hoe een maatschappelijk verantwoord bedrijf zich kan onderscheiden van een conventioneel bedrijf in de modebranche. Zoals eerder al duidelijk werd is het moeilijk aan te geven aan welke activiteiten een bedrijf zich exact moet houden wil het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Om deze reden zijn voor dit hoofdstuk vooral experts benaderd op het gebied van MVO. 3.1 MVO in de modebranche MVO is niet altijd even populair geweest in de modebranche, vanwege het stoffige imago. Inmiddels heeft MVO in de modebranche een flinke inhaalslag gemaakt. Steeds meer grote modebedrijven, zoals H&M en C&A, hebben een beleid ingericht op MVO en er zijn steeds meer keurmerken en initiatieven, gericht op de modebranche, die zowel bedrijven als consumenten wijzen op het belang van MVO. MVO Nederland deelt de textielsector op in textielgroothandel en textieldetailhandel. Modebedrijven die kleding laten produceren vallen hierbij onder groothandel en modebedrijven die alleen kleding inkopen en vervolgens verkopen aan de klant vallen onder detailhandel. Een modebedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt, onderscheid zich uiteraard met een conventioneel modebedrijf door het rekening houden met belanghebbenden en door transparant te zijn over haar prestaties op het gebied van MVO. Daarnaast heeft zij in tegenstelling tot een conventioneel modebedrijf MVO geheel opgenomen in haar bedrijfsvoering. De speerpunten, op het gebied van MVO, van een bedrijf dat binnen de textielgroothandel valt zullen verschillen met die van een textieldetailhandel. Om deze reden wordt er in dit hoofdstuk een aparte uitleg gegeven voor de textielgroothandel en de textieldetailhandel. 3.1.1 Textielgroothandel Aan de hand van figuur 3 welke hieronder te vinden is, wordt toegelicht op welke manier een maatschappelijk verantwoord modebedrijf zich kan onderscheiden van een conventioneel bedrijf. 1. Productie natuurlijke vezel
1. Productie kunstmatige vezel
Transport
Transport 2.Productie doek: - mechanisch (spinnen, weven, breien) - chemisch (bleken, verven, finishen, etc.)
Transport
Productie accessoires
3. Ontwerp kleding Transport 4. Productie kleding - knippen, naaien
Transport, verpakking, verkoop Vezelherwinning 5. Gebruik - dragen, wassen/stomen Figuur 3 Kledingketen van vezel tot afval/hergebruik Hergebruik Transport
6. Verwerking - afval
12
Figuur 3 is gebaseerd op het figuur uit de `criteria voor het duurzaam inkopen van bedrijfskleding’ van het ministerie van VROM. Ieder onderdeel van de kledingketen in het figuur heeft een cijfer, waar naar verwezen wordt in de tekst. Bedrijven die hun kleding laten produceren, doen dit voornamelijk in lagelonenlanden als China en India. In deze landen zijn de omstandigheden op sociaal, ecologisch en financieel gebied vaak ronduit slecht en dit is dan ook een punt waar bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen zich op kunnen onderscheiden van de conventionele bedrijven in de modebranche. 1. Productie van vezels: De grondstof voor kleding kan opgedeeld worden in natuurlijke en kunstmatige vezels. Bij beide heeft men te maken met vervuiling van het milieu, planet, en slechte omstandigheden voor de arbeiders, people. - Planet: Een bedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt zal zoveel mogelijk kleding laten produceren waarvan de productie van de vezels zo min mogelijk schade aan het milieu brengt, het zogeheten biologische of ecologische textiel. Bij conventionele natuurlijke vezelproductie wordt gebruik gemaakt van pesticiden, herbiciden, detergenten en kunstmest. Bij kunstmatige vezelproductie gebruikt men chemicaliën en fossiele brandstoffen. De meest bekende variant van biologisch textiel is biologisch katoen. Biologisch katoen lijkt tot op heden het meest verantwoord. Andere grondstoffen zoals bamboe werden een tijdje tot biologisch gerekend, maar dit werd in Amerika al verboden, omdat het verwerkingsproces veel schade aan het milieu brengt. Een certificeringsysteem voor biologisch katoen is het Global Organic Textile Standard (GOTS). GOTS hanteert zowel milieueisen als sociale eisen en controleert de gehele keten. Dit in tegenstelling tot andere keurmerken, die bijvoorbeeld alleen de grondstof controleren en niet het productieproces. Uiteraard zijn de kunstmatige vezels op geen wijze milieuvriendelijk. Er worden voor het proces chemicaliën gebruikt en fossiele brandstoffen. Ook heeft men te maken met emissies en energieverbruik. Het gebruik van fossiele brandstoffen is uiteraard het minst duurzaam. Fossiele brandstoffen zijn niet hernieuwbaar. Tijdens mijn gesprek met de experts op dit gebied, werd al snel duidelijk dat diverse mensen en bedrijven, verschillende opvattingen hebben over welke grondstof en proces nu het meest duurzaam is. - Recycling: Er zijn initiatieven waarbij producten gemaakt van fossiele brandstoffen opnieuw gebruikt worden. Er wordt dan grondstof herwonnen uit een bestaand product, zoals ook in figuur 3 wordt aangegeven. Een voorbeeld hiervan is het hergebruiken van petflessen. Dit is een duurzamere optie, maar uiteindelijk komt het toch op de afvalberg terecht en heeft het productieproces al veel schade aan het milieu gebracht. Ook in het geval van natuurlijke grondstoffen zijn er recyclebare producten. Er is zelfs een volledig afbreekbaar T-shirt ontworpen dat binnen een half jaar op de composthoop volledig verteerd.¹ Dit betekend dat er zelfs geen gebruik wordt gemaakt van synthetische verfstoffen. Cradle-to-Cradle (C2C) is de bedenker achter dit principe. Het idee van Cradle-to-Cradle is het compleet maken van de kringloop. Bedrijven kunnen zich laten certificeren door C2C, wanneer ze aan bepaalde eisen voldoen.² - People & Profit: De boeren die de natuurlijke grondstoffen verbouwen, zoals katoenboeren, krijgen zeer weinig betaald voor hun oogst en zijn slecht geïnformeerd over het gebruik van pesticiden. Niet alleen ontvangen ze te weinig geld om van rond te komen, groot gedeelte van het geld gaat op aan het kopen van pesticiden, waar ze vreselijk ziek van worden. Modebedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen kiezen er voor gebruik te maken van grondstoffen die tegen een eerlijke prijs (Fair Trade) zijn verkregen en die biologisch zijn. 2. Productie doek. - Planet: Tijdens dit gedeelte van het proces worden veel schadelijke chemicaliën gebruikt, bijvoorbeeld tijdens het verven en bleken. Ook zijn er grote hoeveelheden heet water nodig. In landen waar weinig wet- en regelgeving op dit gebied bestaat, kan dit voor veel schade rondom het milieu zorgen. Wanneer men het afvalwater op een onverantwoorde manier loost zorgt dit voor veel vervuiling. In Europa is er een duidelijke wetgeving op het gebied van het gebruik van schadelijke stoffen. In andere landen is dit echter niet het geval. Öko-tex 100 standaard is een certificering op het gebied van schadelijke stoffen die niet in kleding voor mogen komen in het eindproduct. Wanneer een kledingstuk dit label draagt, mag men ervan uitgaan dat deze geen schadelijke stoffen bevat.
13
- People: Arbeiders in de fabrieken waar weinig controle is kunnen in aanraking komen met schadelijke stoffen. De mensen die in de omgeving van de fabrieken wonen, kunnen gezondheidsklachten krijgen door lozing van afvalwater. 3. Ontwerp kleding - People & Planet: Bij het ontwerp van kleding kan rekening gehouden worden met een duurzamere materiaalkeuze. Zo kan er rekening gehouden worden met de mogelijkheid tot recyclen. Er kan gekozen worden voor een materiaal welke gerecycled kan worden, of voor het toepassen van een gerecycled materiaal of grondstof. Ook kan er tijdens het ontwerpen, in samenwerking met de inkopers, rekening gehouden worden met de complexiteit van het kledingstuk ten opzichte van de capaciteit van de fabriek waarin het wordt gemaakt. Zo verhoogt bijvoorbeeld het gebruik van veel handwerk in een kledingstuk, het risico op illegale uitbesteding. Daarnaast vragen bepaalde technieken om specifieke productiefaciliteiten en verwerkingen, welke een fabriek niet altijd bezit. Op de site van SKC is een blog te vinden van een naaister uit Bangladesh, die in een kledingfabriek werkt welke onder andere voor Nederlandse merken produceert.¹ Zij zegt het volgende: “We moeten nu meer targets halen. We hebben een bestelling van duizenden en duizenden broeken. Ik wil graag een beroep doen op de inkopers: geef niet zoveel werk aan een fabriek waar arbeiders gedwongen worden de last van het overwerk op zich te nemen.”
Verder zegt ze over de complexiteit van een kledingstuk: “Als een ontwerp ingewikkeld is, zet het fabrieksmanagement meer machines in. Hoe ingewikkeld het ontwerp ook is, ik werk op één machine. De arbeidsintensiteit in de fabriek hangt ervan of het ontwerp complex of simpel is. Waarom mensen ervoor kiezen broeken en shirts te dragen die zo’n ingewikkeld patroon hebben, is me een raadsel.”
Hieruit wordt eveneens pijnlijk duidelijk hoe groot de invloed van de bedrijven hier is, op de omstandigheden van de mensen daar. 4. Productie kleding - Planet: Bij de productie van kleding heeft men op het gebied van milieu vooral te maken met energieverbruik en het afvalverlies. Het afvalverlies kan beperkt worden door tijdens het inleggen zoveel mogelijk rekening te houden met de patronen. Opleiding van het personeel is ook van belang voor het afvalverlies. Hoe beter de naaisters zijn opgeleid des te minder fouten er voorkomen tijdens het in elkaar zetten van de kleding. - People: Bij de productie van kleding zijn de arbeidsomstandigheden in lagelonenlanden ronduit slecht. Dit is één van de grootste dilemma’s voor bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen in de modebranche. Veel Nederlandse modebedrijven die kleding laten produceren zijn actief in lagelonenlanden. Deze landen hebben vaak wel wetten die de arbeiders beschermen, maar deze worden nauwelijks gecontroleerd door de regeringen in deze landen. De modebedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben om deze reden gedragscodes opgesteld, die veelal gebaseerd zijn op de internationaal erkende arbeidsnormen van de International Labor Organization (ILO) en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Zaken die opgenomen worden in deze gedragscodes zijn bijvoorbeeld geen kinderarbeid, het recht op leefbaar loon, en geen excessieve werktijden. Met het opstellen van de gedragscodes zijn de bedrijven er nog niet. Om te zorgen dat de gedragscodes na worden geleefd worden de fabrieken gecontroleerd. Sommige bedrijven laten deze fabrieken zelf controleren, anderen zijn aangesloten bij een initiatief, vaak NGO’s, die controleurs langs de fabrieken stuurt. Deze controles blijken niet altijd even effectief. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen aangekondigde en onaangekondigde controles. In het eerste geval, blijkt uit de praktijk, hebben de fabrieken vaak vooraf aan de controles de situatie tijdelijk verbeterd. Hierdoor krijgen de controleurs geen realistisch beeld van de situatie. Vaak is er ook sprake van een dubbele boekhouding, zodat een controleur niet ziet hoeveel uren de arbeiders in werkelijkheid hebben gewerkt. Daarnaast is het zo dat sommige initiatieven alleen de hoofdlocatie van een fabriek controleren. Wanneer een fabriek aan illegale uitbesteding doet, waar vaak kinderarbeid bij komt kijken, wordt dit niet onderzocht. Deze illegale
14
uitbesteding vindt vaak plaats in een andere locatie. Wanneer men alleen de hoofdlocatie controleert, lijkt het alsof men `eerlijke’ kleding maakt, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Arbeiders en de lokale omgeving worden ook niet door alle initiatieven betrokken bij het verbeteringsproces van de arbeidsomstandigheden. Dit is in veel ontwikkelingslanden zeer belangrijk, omdat men hier te maken heeft met het zogenoemde gender aspect. Vrouwen mogen in deze landen vaak niet zomaar praten met mannen en het overgrote deel van de kledingarbeiders is vrouw. Het is dus van belang dat initiatieven samenwerken met bijvoorbeeld lokale vrouwengroepen, om op deze manier het vertrouwen van de arbeiders te winnen, en erachter te komen wat de daadwerkelijke situatie is in de fabrieken. Het betrekken van lokale groepen wordt Multi-stakeholder initiatief (MSI) genoemd. De Schone Kleren Campagne (SKC) is een wereldwijde actieve lobbycampagne die zich bezighoudt met verbeteringen rondom arbeidsomstandigheden in lagelonenlanden. De SKC werkt ook samen met Fair Wear Foundation (FWF). Modebedrijven kunnen lid worden van FWF. Met het lidmaatschap ondertekenen zij de gedragscode van FWF, laten zij en FWF de fabrieken controleren en doen zij jaarlijks verslag van de omstandigheden in de fabrieken. 5. Gebruik - Planet: Tijdens het gebruik van kleding wordt het milieu enorm vervuild. Er wordt veel water, energie en wasmiddel verbruikt. Tegenwoordig zijn er geconcentreerde wasmiddelen en energiezuinige wasmachines. Ook een modebedrijf kan meehelpen aan het verminderen van deze manier van vervuiling. Door duidelijke wasinstructies te geven die overbodig heet wassen voorkomen. 6. Verwerking Modebedrijven hebben een groot aandeel in het vergroten van de afvalberg. De huidige trend van fast fashion draagt hier aan bij. Goedkope kleding wordt in grote oplagen aangeboden en winkels hebben wekelijks een nieuwe collectie in de winkel hangen. Consumenten kunnen bij winkels als Primark voor € 8,- een jeans kopen en Primark heeft binnen zes weken een nieuw ontwerp in de winkel hangen. In Nederland gooien we per persoon 13 kilo kleding per jaar weg.³ Een modebedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt zal dus ook bewust om moeten gaan met de kwaliteit van de kleding. De kleding moet lang mee kunnen gaan, zodat het niet binnen een maand op de afvalberg beland. - Transport: Veel modebedrijven laten de stof uit land A komen, de fournituren komen uit land B, en het geheel wordt in land C in elkaar gezet. Hierdoor is er onderling veel transport gaande, te zien in figuur 3, wat zorgt voor emissies in de lucht en het verbruik van grote hoeveelheden brandstof. Op lange afstand is de trein het milieuvriendelijkst, gevolgd door schip, vrachtwagen, bus en het minst milieuvriendelijk is het vliegtuig. Modebedrijven kunnen voor de meest milieuvriendelijke optie kiezen. Ook kunnen ze zo efficiënt mogelijk omgaan met beladen van de transportmiddelen. Een zeer efficiënte manier is de aanpak van het merk Bo Weevil. Zij kiezen er zoveel mogelijk voor om alle delen van het proces in één land plaats te laten vinden. Zo laten ze de kleding produceren in hetzelfde land als waar het katoen vandaan komt. Dit bespaart niet alleen transportkosten, maar ook de belasting van het milieu. - Verpakkingen: Voor kleding wordt veel verpakking gebruikt. Soms is de hoeveelheid aan verpakking zelfs overbodig, wanneer bijvoorbeeld tien shirts ieder apart verpakt in plastic, samen verpakt in een plasticzak, in een kartonnen doos zijn verpakt. Een modebedrijf dat maatschappelijk verantwoordt onderneemt zal zo efficiënt mogelijk omgaan met het verpakkingsmateriaal en zal zeker kiezen voor recyclebare opties. In Nederland is overigens al sinds 2006 een volledige producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen ingevoerd.
¹ Samenvatting Rumana’s Sweatshop. Van: http://sweatsoap.nl/mijn-leven/ (Datum van raadpleging: 26 mei 2010)
15
3.1.2 Textieldetailhandel De textieldetailhandel is de laatste schakel voor de kleding bij de consument terecht komt. De kledingwinkels in de detailhandel bestaan voor een groot deel uit multi-brand stores. Dit zijn winkels die meerdere merken inkopen bij een groothandel/merk. De eigenaren van deze winkels worden retailers of detaillisten genoemd. Zij kunnen in mindere mate invloed uitoefenen op bovenstaande aspecten. Toch is er onderscheidt te maken in de detailhandel tussen een modebedrijf dat maatschappelijk verantwoord onderneemt en een conventioneel modebedrijf. - Inkoop: De retailer kan er voor kiezen om zijn assortiment bewust in te kopen. Hierbij kan hij letten op keurmerken die bestaan uit zowel sociale criteria als milieucriteria. Er zijn tegenwoordig steeds meer keurmerken, die zich op verschillende criteria richten en verschillende eisen hier aan stellen. Om hier een voorbeeld van te geven is in figuur 4 een aantal keurmerken gegeven en aangeduid in welke mate zij zich richten op drie P’s en in hoeverre ze eisen stellen aan de gehele keten van vezel tot eindproduct. Totale keten verantwoording
Enkele P
Drie P’s
Enkel onderdeel van de keten Figuur 4: Keurmerken
In figuur 5 is een aantal organisaties gegeven waar bedrijven die productie uitbesteden zich bij kunnen aansluiten om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Daaruit blijkt dat ook deze organisaties verschillende eisen stellen aan het verbeteringsproces. De inhoudt van deze eisen zijn al omschreven in het vorige subhoofdstuk. De retailer die zijn assortiment bewust inkoopt, zal op deze verschillen moeten letten, wil hij het kunnen verantwoorden naar de consument.
SA 8000
C/I
MSI
Wie betaalt de kosten?
Certificaa t
Nee
Fabriekseigenaar
Initiatief
Nee
Inkopende onderneming
Nee
Initiatief
Ja
Inkopende onderneming
Ja
Figuur 5: Organisaties gericht op arbeidsomstandigheden
16
Controle onderaannemi ng Nee
Punt van kritiek
Na één controle is de leverancier voor drie jaar gecertificeerd. Er wordt minder gecontroleerd, omdat er een database wordt aangelegd van al gecontroleerde leveranciers Niet ieder lid is even actief.
- Personeel: Bij een retailer is op het gebied van people de eigen werknemers een belangrijk onderwerp. Het welzijn van het personeel kan worden verbeterd aan de hand van trainingen, opleidingen en functioneringsgesprekken. Ook staat een retailer die maatschappelijk verantwoord onderneemt in de sollicitatieprocedure open voor minderheidsgroepen, zoals langdurige werklozen of allochtonen. Uit de ontwikkeling van het personeel haalt de retailer gelijk winst voor zijn eigen bedrijf, een belangrijke voorwaarde van MVO. Geschoold en tevreden personeel presteert vaak beter en is minder vaak ziek. - Afval & Verpakking: Modebedrijven in de detailhandel hebben te maken met veel afval. De kleding die aangeleverd wordt in de winkels is vaak overbodig verpakt, en daarnaast maakt men ook nog gebruik van draagtassen. Met het oog op MVO kan er voor kleine retailers overlegd worden met de leverancier, in hoeverre de verpakking van de kleding nodig is. Grotere retailers leveren vaak hun winkels aan vanuit een magazijn of een hoofdkantoor. Vanuit het magazijn kan een oplossing gevonden worden voor het reduceren van afval. Ook afvalscheiding is hierbij een belangrijk punt. Bij optimale afvalscheiding kan het bedrijf zelfs een businessmodel vormen, waardoor het geen kosten meer betaald voor het verwerken van afval. Een kritiek punt bij kledingwinkels is dat er vandaag de dag nog veel, niet verkochte kleding, in de container beland. Dit geeft al aan dat MVO misschien nog niet zo leeft onder retailers als het zou moeten. Er zijn veel opties voor niet verkochte kleding, zoals verkopen als B-keuze, inzamelen en recyclen (C2C) of doneren aan het Leger des Heils. In ieder geval zou weggooien de laatste, en eigenlijk géén, optie moeten zijn. - Energie: Energieverbruik is een belangrijk aspect van planet, zowel voor de detailhandel als groothandel. Retailers kunnen op meerdere manieren energie besparen waarmee ze zowel op het gebied van planet als profit winst creëren. Hieronder worden een aantal punten gegeven die relevant kunnen zijn voor retailers.⁴ Het vervangen van ongeveer 20 gloeilampen van 40 watt voor spaarlampen van 9 watt kan voor een besparing van €100,- per jaar zorgen. Het plaatsen van bewegingsmelders, kosten ± €15,- met een terugverdientijd van een half jaar. Vervangen van ouderwetse TL-verlichting voor moderne TL-buizen met langere levensduur, terugverdientijd een jaar. Aanbrengen van een reflector, waardoor de helft van het aantal TL-buizen nodig is. Tijdschakelaar voor etalage en buitenverlichting. Kies voor groene stroom. - Transport: Wat betreft transport gaat voor de detailhandel eigenlijk hetzelfde op als voor de groothandelaren. Door het beter indelen van transport kan op fossiele brandstoffen bespaard worden. Retailers met één winkel kunnen afspraken maken met hun leverancier of andere detaillisten in de omgeving, om zo het transport beter te combineren. Men kan bijvoorbeeld er ook voor kiezen om bij levering, afval mee terug te laten nemen, waardoor bus of vrachtwagen nooit leeg terugkeert.
¹ MVO Nederland, ‘Cradle to Cradle’-T-shirt. Van: http://www.mvonederland.nl/degrotemvobibliotheek/praktijkvoorbeelden/5749 (datum van raadpleging: 10 maart 2010) ² Cradle-To-Cradle, Hoe certificeren? Van: http://www.cradletocradle.nl/home/506_hoe-certificeren.htm (datum van raadpleging: 14 april 2010) ³ Afdanken van kleding. Van: http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Kleding#Afdanken_van_kleding (datum van raadpleging 27 april 2010) ⁴ Mitex, Branche Service B.V., HBD, Bewust ondernemen in de mode-, schoenen-, en sportbranche, Online brochure.
17
4. Het midden- en kleinbedrijf Kledingzaken vallen onder de detailhandel. De detailhandel is de grootste werkgever van Nederland. Dit onderzoek richt zich vooral op de retailers, vaak in bezit van multi-brand stores, die vallen onder het midden- en kleinbedrijf (MKB). In dit hoofdstuk wordt een beeld gegeven van het MKB. 4.1 MKB Bij MVO wordt er vaak gekeken naar de rol van grote bedrijven. In de modebranche gaat het om bedrijven als H&M of het Nederlandse C&A. Het ene moment fungeren deze bedrijven als voorbeeldfunctie, om aan andere bedrijven te laten zien hoe zij een invulling kunnen geven aan MVO, het andere moment zijn ze het punt van kritiek. Maar niet alleen de grote modebedrijven kunnen een belangrijke rol spelen binnen MVO in de modebranche. Ook de kleinere retailer kan een belangrijk aandeel leveren aan MVO. In een onderzoek dat o.a. is uitgevoerd voor het MKB-Nederland staat het volgende: “Het MKB heeft een geprivilegieerde positie voor maatschappelijk ondernemen. Deze positie dankt het aan een aantal typische eigenschappen…)”¹ Deze eigenschappen en andere kenmerken van het MKB zullen in dit hoofdstuk aan bod komen. 4.1.1 MKB feiten en cijfers Onder het MKB verstaat men in Nederland particuliere bedrijven met minder dan honderd werknemers. Hiervan vallen bedrijven die minder dan 10 personen in dienst hebben onder het kleinbedrijf, en de overigen onder het middenbedrijf. In 2009 waren de volgende ondernemingen actief binnen het MKB: Aantal actieve ondernemingen in het bedrijfsleven per 1-1-2009 (x 1.000) Sectoren MKB Grootbedrijf Industrie 46.8 1.4 Bouw 101.9 0.5 Groothandel 62.3 0.6 Detailhandel 78.5 0.3 Autosector 24.2 0.1 Horeca 35.5 0.1 Transport en communicatie 28.7 0.4
Financiële en zakelijke diensten Persoonlijke dienstverlening Zorgsector Overige sectoren Totaal bedrijfsleven Bron: EIM, Prognose kerngegevens MKB,
221.4 82.5 47.0 91.6 820.5 december 2009.
1.4 0.5 1.0 0.1 6.3
Totaal 48.2 102.4 62.8 78.7 24.4 35.6 29.2
222.8 83.0 48.1 91.7 826.8
De detailhandel maakt 9,6% uit van het totale MKB. In totaal valt maar 0,4% van de detailhandel onder het grootbedrijf. In andere woorden; 99,6% van de detailhandel valt onder het MKB. 4.1.2 Huidige ontwikkelingen in het MKB Volgens de prognose voor het MKB zal het Nederlandse bedrijfsleven gedeeltelijk herstellen van de voorafgaande crisis. De afzetkrimp zal voor een klein gedeelte worden ingehaald. De binnenlandse afzet zal in 2010 met een bescheiden 0,25% toenemen. De investeringsafzet zal in 2010 nog onder druk staan. Bedrijven zullen terughoudend zijn in hun investeringen. De afzetontwikkeling is in figuur 6 af te lezen. De afzetontwikkeling is voor de detailhandel zoals af te lezen in 2010 nog steeds negatief, maar maakt wel een inhaalslag vergeleken met 2009. Het feit dat bedrijven terughoudend zijn in hun investeringen kan betekenen dat ze ook terughoudend zullen zijn in hun investeringen in MVO. Veel bedrijven denken namelijk dat MVO veel investering vereist, maar weinig oplevert. Hoewel er toch veel bespaard kan worden op langer termijn. Hierbij kan men denken aan energiebesparende maatregelen, of recycling.
18
Figuur 6: Afzetontwikkeling van het bedrijfsleven in 2009 en 2010 naar sectoren, mutaties tov voorgaand jaar in %
Bron: Prognose kerngegevens MKB, december 2009.
Het MKB is goed voor 43% van de totale Nederlandse afzet. Hieronder is te zien hoe deze afzet in 2008 verdeeld was per sector. Afzet in 2008 naar sector en grootteklasse ( mld. €) Sectoren
MKB
Grootbedrijf
Totaal Bedrijfsleven
Industrie Bouw Groothandel Detailhandel Autosector Horeca Transport en communicatie Financiële en zakelijke diensten Persoonlijke dienstverlening Zorgsector Overige sectoren
81.9 57.9 49.6 15.9 11.9 13.7 28.1 123.9 27.1 15.4 40.8
218.8 27.5 32.6 14.1 5.1 4.9 49.8 138.0 11.4 48.0 58.2
300.7 85.4 82.2 30.0 17.0 18.6 77.9 261.9 38.5 63.4 99.0
608.3
1,074.6
Totaal bedrijfsleven 466.3 Bron: Prognose kerngegevens MKB, december 2009.
Het MKB heeft in de detailhandel een grotere afzet in euro’s dan het groot bedrijf. Echter maakt het MKB een groter deel uit van het bedrijfsleven, waardoor het grootbedrijf verhoudingsgewijs een grotere afzet heeft. ² 4.1.3 Kwalitatieve gegevens MKB Naast kwantitatieve gegevens heeft het MKB ook een aantal kwalitatieve eigenschappen. In het onderzoeksverslag winst van ethiek, maatschappelijk ondernemen in het midden- en kleinbedrijf¹, worden deze als volgt in het kort benoemd: Herkenbaar “Het MKB is herkenbaar. Het staat vaak letterlijk en figuurlijk midden in de maatschappij. Meestal is de baas bekend, en is die ook gemakkelijk te vinden.” Aanspreekbaar “Het MKB is aanspreekbaar. Men spreekt de ondernemer ook rustig aan. Niet alleen als de consument iets niet bevalt, maar ook om hem of haar uit te nodigen aan één of andere (buurt)actie mee te doen. “ Persoonlijk “Het MKB is persoonlijk. Het contact dat een ondernemer in het MKB met klanten, leveranciers of buurtbewoners heeft is vaak veel informeler en persoonlijker dan in het grootbedrijf. In het MKB heeft men eerder met mensen te maken dan met functies.”
19
Flexibel “Het MKB is flexibel. Deze flexibiliteit bestaat uit de mogelijkheid om snel op maatschappelijke veranderingen te reageren. “ Invloedrijk “Het MKB is invloedrijk. Door de centrale plaats die het MKB in de samenleving inneemt, is de invloed van beslissingen die MKB ondernemers maken groot. “ Deze kwalitatieve eigenschappen geven het MKB een zeer geschikt karakter voor MVO. Het feit dat de bedrijven persoonlijk, aanspreekbaar en herkenbaar zijn maakt ze betrouwbaarder in vergelijking tot zeer grote bedrijven. Ook zorgt dit dat ze de conversatie aan kunnen gaan met belanghebbenden. Het feit dat bedrijven in het MKB flexibel zijn, betekend dat ze makkelijker kunnen inspringen op veranderingen rondom MVO. Daarnaast zijn ze invloedrijk in hun eigen omgeving. Dit maakt dat ze hun eigen overtuiging over MVO makkelijker over kunnen brengen naar hun klanten. De vraag is echter of de retailers in de modebranche dan ook in behoorlijke mate bezig zijn met MVO. 4.1.4 Conclusie Uit dit hoofdstuk blijkt ten eerste dat de detailhandel voor een groot deel valt onder het MKB en zich maar voor minder dan 1% in het grootbedrijf bevindt. De afzetkrimp, veroorzaakt door de crisis, van het MKB zal gedeeltelijk worden ingehaald. De detailhandel is één van de weinige sectoren waar voor 2010 een nog steeds negatieve afzetontwikkeling is geprognosticeerd. De investeringsafzet zal voor 2010 nog onder druk staan, wat betekend dat bedrijven minder geneigd zullen zijn te investeren. Dit kan ook gelden voor investeringen in MVO. Het MKB wordt gekenmerkt door kwalitatieve gegevens die het MKB zeer geschikt maken voor MVO, zoals aanspreekbaar en flexibel.
¹ De winst van ethiek, maatschappelijk ondernemen in het midden- en kleinbedrijf. Van: http://www.duurzaamondernemen.nl/artikelen/http_www.minez_Waarom%20MVO%20in%20MKB.pdf (datum van raadpleging: 15 maart 2010) ² Afzet. Van: http://www.ondernemerschap.nl/index.cfm/1,131,0,0,html/Afzet (datum van raadpleging: 15 april 2010)
20
4.2 Het MKB en MVO Van veel grote (mode)bedrijven is bekend dat ze op een bepaald niveau maatschappelijk verantwoord ondernemen. Van de kleinere modezaken is dit minder bekend. Het MKB, waar veel retailers binnen vallen, lijkt op het gebied van MVO achter te lopen op de grotere bedrijven. Er kunnen een aantal redenen zijn waarom deze bedrijven minder bezig zijn met MVO dan de grotere bedrijven. Uit een onderzoek van Graafland (2003) kwamen hierover een aantal punten naar voren: voor grote bedrijven is het belangrijker een gedragscode of kwaliteitssysteem in te voeren, omdat zij zichtbaarder zijn voor het publiek en de media; de kosten voor het ontwikkelen van de benodigde instrumenten ligt voor grote bedrijven in verhouding tot kleine bedrijven lager. Dit komt, omdat grote bedrijven ook een groter bereik hebben; dit grotere bereik zorgt er ook voor dat zij meer behoefte hebben aan instrumenten die de communicatie van waarden en normen naar de externe en interne belanghebbenden vergemakkelijken; de competitie voor grote bedrijven is vaak heviger dan die voor kleine bedrijven.¹ Op de site van de kamer van koophandel wordt vermeld dat uit een onderzoek van Nyenrode en EIM² tevens blijkt dat grotere bedrijven binnen het MKB vaak duurzamer ondernemen. Ook hier wordt als reden gegeven dat zij meer capaciteit kunnen vrijmaken. De volgende kenmerken van het MKB kunnen een barrière vormen voor MVO³: - Klein De meeste bedrijven binnen het MKB zijn klein en hebben daardoor weinig werknemers (minder dan tien) in dienst. Daardoor is het vaak de eigenaar die alle bijkomstige zaken zelf regelt en weinig kan delegeren. Deze taken nemen vaak zoveel tijd in beslag dat er weinig tijd is voor bijkomende zaken. Er is ook minder tijd om hier informatiebronnen over te raadplegen. - Kernactiviteiten Naast het tijdgebrek, en misschien wel samenhangend hiermee, is er weinig interesse voor zaken die niet met de kernactiviteiten van het bedrijf te maken hebben. Een zelfstandige ondernemer zal zich pas hierin verdiepen wanneer deze de kernactiviteiten van het bedrijf bedreigen of duidelijke kansen bieden. Voor een ondernemer binnen het MKB moeten dit soort zaken niet teveel kosten en op korte termijn geld opleveren. - Korte termijn Voor een klein bedrijf brengt het meer risico met zich mee wanneer ze iets nieuws proberen. Ook hebben ze daar minder mankracht en geld voor beschikbaar dan grote bedrijven. Er moet een mate van zekerheid zijn, dat het hen ook iets gaat opleveren, het liefst op korte termijn. - Weinig beweging MKB’ers blijken over het algemeen minder gemakkelijk in beweging te krijgen. Ze zijn eerder terughoudend dan anticiperend. Ook krijgt een bedrijf binnen het MKB minder terugkoppeling vanuit de omgeving van zijn bedrijf. Dit is ook een reden waarom een ondernemer binnen het MKB vaak alleen ingrijpt wanneer het echt nodig is. In het volgende hoofdstuk wordt van enkele multi-brand stores binnen het MKB bekeken in hoeverre zij MVO hebben geïmplementeerd. De fase van de levenscyclus waarin het bedrijf zich bevindt kan invloed hebben op de mate van MVO. Er zijn verschillende modellen voor het indelen van de verschillende fasen van de levenscyclus van een bedrijf. In dit onderzoek wordt de volgende fasen aangehouden⁴: 1. Opstartfase “In deze fase is het bedrijf nog embryonaal. Alles draait om de ondernemer en zijn innovatieve idee.” 2. Groei “Het bedrijf is doorgebroken in de markt. Het groeit en ontwikkelt zich snel.” 3. Stabiliteit “Het bedrijf is volwassen. De omvang van het bedrijf stabiliseert.” 4. Veroudering “Het bedrijf is over zijn hoogtepunt heen en vertoont tekenen van krimp.” In de opstartfase en de groeifase zal een bedrijf minder geneigd zijn MVO te implementeren, omdat het er vaak de middelen en de tijd niet voor heeft. Tenzij het bedrijf is ontstaan vanuit een MVO gedachte, zoals in de modebranche waar winkels zijn opgericht die alleen maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding aanbieden. MVO komt het beste tot uiting in een volwassen bedrijf.¹ Het bedrijf is dan het meest stabiel en kan dan ook beter schatten
21
hoe zij MVO vorm kan geven. De manier waarop een bedrijf inhoudt geeft aan MVO kan dus afhankelijk zijn van de fase waarin zij zicht bevindt. De invloed van de omgeving is eveneens bepalend voor het opnemen van MVO. Voor het MKB in de modebranche zijn de volgende groepen te herkennen die deze invloed kunnen uitoefenen: - Brancheorganisaties De brancheorganisaties oefenen vooral wat betreft MVO weinig invloed uit op het MKB. Dit kwam ook naar voren tijdens mijn interview met Eveline de Kruif van CBW-Mitex, welke te vinden is in de bijlage. De brancheorganisatie verleent wel informatie, maar probeert niet de werkwijze van haar leden te veranderen. Dit is niet de rol die de brancheorganisatie inneemt. - Inkooporganisaties Uit het interview met Emiel Poisz (zie bijlage) van retail inkooporganisatie Intres, kwam ook naar voren dat zij nog niet actief zijn in het stimuleren van MVO onder haar leden. Reden hiervoor is dat het vaak nog niet commercieel aantrekkelijk lijkt voor haar leden, om bijvoorbeeld maatschappelijk verantwoorde kleding op te nemen in het assortiment. - Consument Klanten kunnen, op dit moment, de meeste druk uitoefenen op het MKB. Voor de retailer in de modebranche gaat het hier dus om de consument. Zij kunnen vragen naar milieuvriendelijke of eerlijk geproduceerde kleding. Helaas is er nog een verschil tussen de bewuste burger en de bewuste consument. Zoals Eveline de Kruif ook zegt in het interview, zijn er nog maar weinig burgers die hun bewuste gedachte ook echt uitspreken en in de praktijk brengen tijdens het kopen van nieuwe kleding. Voordelen MVO voor retailer MVO gebeurt in principe op vrijwillige basis. Voor grote merken en modeketens geldt dit niet altijd. Bij hen wordt er vaak druk uitgeoefend op de manier waarop zij ondernemen, door bijvoorbeeld NGO’s. Hierdoor worden ze gewezen op de verantwoordelijkheid die zij hebben tegenover de maatschappij, en zullen ze vrijwillig of gedwongen hier eerder mee aan de gang gaan. De retailer in de modebranche, die behoort tot het MKB, voelt deze druk minder. Voor het MKB zal de drijfveer om maatschappelijk verantwoord te ondernemen dus ergens anders vandaan moeten komen. MVO wordt voor hen aantrekkelijk wanneer het meer baten oplevert dan kosten. De volgende voordelen zijn te herkennen wanneer een bedrijf zich profileert als maatschappelijk verantwoord. Voordelen MVO: positiever imago/reputatie – omzet verhogend; gemakkelijker kredietverlening bij banken; minder personeelsverloop; goede verstandhouding met omgeving; meer steun van gemeenten; fiscale voordelen aan de hand van subsidies.³ 4.2.1 Conclusie Duidelijk wordt dat het feit dat bedrijven binnen het MKB vaak te klein zijn om MVO zelfstandig op te nemen in hun beleid. Er is vaak geen tijd voor het verzamelen van informatie over dit onderwerp en het MKB ervaart ook minder druk vanuit haar omgeving om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Dit wordt ook duidelijk uit het feit dat branche- en inkooporganisaties en consument weinig invloed uitoefenen op het MKB om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Daarbij komt dat het MKB minder gemakkelijk in beweging is te krijgen en ze vaak gericht zijn op resultaat op korte termijn. Resultaten van MVO zijn vaak pas zichtbaar op lange termijn. De fase van de levenscyclus waarin het bedrijf zich bevindt is mede bepalend voor het opnemen van MVO. Toch kan het opnemen van MVO zeker voordelen opleveren voor bedrijven binnen het MKB. ¹ Starre, M., 2006, Het verband tussen People, Planet en Profit van MVO binnen het MKB. Scriptie, Vrije Universiteit Amsterdam. ² Grote MKB-bedrijven doen meer aan MVO. Van: http://www.kvk.nl/nieuws/grote_mkbbedrijven_doen_meer_aan_mvo/ (datum van raadpleging: 17 april 2010) ³ Dhr. R. Hoevenagel, Maatschappelijk verantwoord ondernemen in het midden- en kleinbedrijf, Online Artikel. ⁴ Hoe manage ik de groei van mijn bedrijf? Van: http://www.businesscompleet.nl/kennisbank/2393-Hoemanage-ik-de-groei-van-mijn-bedrijf.html (datum van raadpleging: 17 april 2010)
22
5. Detailhandel Dit hoofdstuk geeft een beeld van de huidige situatie in de detailhandel. Zoals eerder aangegeven is de detailhandel de grootste werkgever van Nederland. De situatie binnen de detailhandel is belangrijk voor de voortgang van MVO. 5.1 Huidig beeld van de detailhandel De detailhandel wordt over het algemeen opgedeeld in food en non-food. De omzet ontwikkeling binnen de detailhandel is in figuur 7 af te lezen. De omzet daalde van 2008 naar 2009 met 4,1%. Op de site van HBD staat hierover het volgende: “Vanaf het begin van 2009 was sprake van een afgenomen kwartaalomzet van de detailhandel. Dat was voor het eerst sinds 2005. De economische crisis heeft daar veel mee te maken. Consumenten gaven een stuk minder uit dan in 2008. Volgens tweederde van de ondernemers zouden ze zonder de crisis een hogere omzet behalen. Over de omzet in 2009 is 48% van de ondernemers tevreden, zo blijkt uit het HBD Ondernemerspanel. Ondernemers in food waren vaker tevreden over de jaaromzet (59%) dan hun collega's in non-food (46%). Bij 26% van alle ondernemers is het bedrijfsresultaat in 2009 verbeterd ten opzichte van 2008. De rest spreekt van een gelijk gebleven (31%) of verslechterd bedrijfsresultaat (36%) of wist het nog niet op het moment van meten.” ¹ Figuur 7: Omzet per jaar De omzet van de totale detailhandel, food en non-food. Omzetontwikkeling detailhandel per jaar (2000 = 100)
Bron: CBS (en raming HBD voor 2009)
Onderstaande tabel toont de omzetontwikkeling van modezaken per segment. Gemiddeld is de omzet van modezaken in 2009 gedaald met 3%. Te zien is dat dames- en herenmode ten opzichte van de overige segmenten in het midden ligt qua daling. Vooral jeans en bodyfashion tonen een sterke daling. Gemiddelde omzetontwikkeling per winkel 2008 2009 Damesmode
-1,7% -2,3%
Herenmode
-4,0% -2,6%
baby- en kindermode -3,7% -2,1% Bodyfashion
-1,9% -5,7%
Jeans
-0,4% -6,7%
Totaal
-2,3% -3,0%
Bron: CBW-Mitex
De dalende omzetontwikkelingen kunnen een negatieve invloed hebben op het implementeren van MVO. Consumenten lijken niet extra te willen betalen voor maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding. Het opnemen van deze kleding in het assortiment zal voor de detaillist niet aantrekkelijk zijn. Overige activiteiten rondom MVO kunnen in dit geval juist wel aantrekkelijk zijn. Zo kan het interessant zijn om juist nu energiebesparende en afvalverminderende maatregelen te nemen, om zo ook kosten te besparen.
23
5.2 Detaillistenvertrouwen De omzetdalingen kunnen effect hebben op het vertrouwen van de detaillisten. Over het detaillistenvertrouwen staat op de site van HBD het volgende: “Detaillistenvertrouwen stabiel Het detaillistenvertrouwen is in het eerste kwartaal van 2010 ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van een kwartaal eerder. Het vertrouwen nam slechts licht toe van -29 tot -28*. De duidelijk opgaande trend van eind 2009 is niet doorgezet, maar van een verslechtering is dus ook geen sprake. Opvallend is dat alleen de grotere bedrijven negatiever zijn geworden sinds eind 2009. De bedrijven met minder personeel in dienst zijn juist iets positiever geworden. Het verschil tussen het vertrouwen van ondernemers in food versus non-food is verdwenen. Een lange tijd waren food-ondernemers een stuk positiever dan hun collega's in non-food.” ² Het feit dat bedrijven met minder personeel positiever zijn geworden ten opzichte van de grote bedrijven, kan positief bijdragen aan de ontwikkelingen rondom MVO in het MKB. Wanneer de detaillisten meer vertrouwen hebben durven ze misschien ook meer te ondernemen rondom MVO.
* Een vertrouwen van -28 betekent dat er 28 procentpunt meer negatief gestemden dan positief gestemden zijn.
¹ Omzet en exploitatie. Van: http://hbd.nl/pages/15/Omzet-en-exploitatie/Detailhandel-totaal/Omzet-perjaar.html?subonderwerp_id=16 (datum van raadpleging: 16 april 2010) ² Hoofdbedrijfschap Detailhandel Ondernemerspanel van http://hbd.nl/pages/15/Detaillistenvertrouwen/Detailhandeltotaal/Detaillistenvertrouwen.html?subonderwerp_id=916
24
6. Multi-brand stores in beeld In dit hoofdstuk wordt een beeld gegeven van de huidige situatie op het gebied van MVO, bij multi-brand stores binnen het MKB. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het SCENE model. 6.1 Het SCENE model Het SCENE model is ontworpen door Jasper Grosskurth en Jan Rotmans. SCENE staat voor SoCial, ENvironmental en Economic. Dit worden de kapitalen genoemd. Het model laat zien in hoeverre een bedrijf invulling geeft aan de kapitalen sociaal, ecologie en economisch. Ook kan het de interactie tussen deze aspecten aangeven. Voor dit onderzoek wordt het SCENE model gebruikt om weer te geven in hoeverre de detaillist in de modebranche invulling geeft aan het sociale, ecologische en economische kapitaal. In het SCENE model wordt per kapitaal voorraden gehanteerd. Deze voorraden kunnen voor ecologie bijvoorbeeld bestaan uit natuur, bodem en lucht. Vervolgens worden er eisen gesteld aan deze voorraden die zich vertalen in indicatoren. Deze indicatoren kunnen zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn. Voor dit onderzoek heb ik de aanpak voor het model versimpeld. Omdat er voor retailers minder aandacht lijkt te zijn rondom MVO en er voor hen dus ook nog weinig exacte richtlijnen zijn, heb ik gekozen voor een kwalitatieve aanpak. De kapitalen zijn onderverdeeld in een evenredig aantal vragen aan de retailers, zie bijlage vragen multi-brand stores. Op deze manier telt iedere vraag even zwaar. De retailer kan de juistheid van deze vraag voor zijn bedrijf aangeven op een schaal van 1 tot 5. Wanneer een retailer alle vragen binnen een kapitaal met een 5 beantwoord, is dit kapitaal voor 100% bereikt. In theorie betekend het bereiken van een totale score binnen een kapitaal, dat het bedrijf volledig duurzaam is. Het zou de ideale situatie zijn. In dit onderzoek is de maximale waarde niet de ideale situatie op het gebied van duurzaamheid. In dit geval betekent het dat het bedrijf zich in fase 3 of 4 van het implementeren van MVO bevindt. De gestelde vragen zijn gebaseerd op de brochure “Bewust ondernemen in de mode-, schoenen en sportbranche” van CBW-Mitex. De ondervraagde multi-brand stores zullen hieronder aangegeven worden met de letters A, B, C en D. De namen van de multi-brand stores zijn terug te vinden in de bijlagen, samen met de beantwoorde vragenlijsten. De namen worden niet in dit hoofdstuk aangegeven, zodat de lezer objectief kan blijven. Van ieder bedrijf zal eerst een korte omschrijving gegeven worden. De multi-brand stores zitten allen met hun assortiment in het midden- tot hoogsegment. Allen opereren in het dames- en herensegment. Multi-brand store D valt eigenlijk qua omvang net buiten het MKB, maar is toch meegenomen in het onderzoek, om het eventuele verschil tussen midden-, klein- en grootbedrijf aan te tonen. Vervolgens wordt het bedrijf bekeken aan de hand van het SCENE model, waar per bedrijf een conclusie uit wordt getrokken. 6.1.1 Multi-brand store A Algemeen: - Bestaat: 100 jaar - Aantal filialen: 1 - Werknemers: 60 - Levenscyclus: Groei/Stabiliteit - Webshop: Nee Concept: Deze multi-brand store biedt de klant een beleving met meer dan 100 verschillende merken. De merken zijn op verschillende afdelingen gepresenteerd in een unieke omgeving. De winkel is voorzien van een Grand Cafe waar men tussen het winkelen door terecht kan. De winkel heeft een eigen website, waar de klant op de hoogte wordt gehouden van de laatste ontwikkelingen rondom de winkel.
25
SCENE model:
- People Opvallend aan het SCENE model van multi-brand store A, is dat zij hoog scoren op people. Dit heeft voornamelijk betrekking op de manier waarop zij met het personeel en de klanten omgaan. Er is veel aandacht voor het welzijn en de ontwikkeling van het personeel en de behoeften van de klant. Qua assortiment is er weinig aandacht voor de omstandigheden van de arbeiders die de kleding hebben gemaakt. Er wordt hier niet speciaal op gelet tijdens het inkopen van merken. Dit heeft ook te maken met het feit dat er weinig vraag is naar maatschappelijk verantwoorde kleding vanuit de consument. - Planet Op het gebied van planet scoort dit bedrijf aanzienlijk laag. Dit komt vooral, doordat het bedrijf niet bewust lijkt te investeren in maatregelen die zowel schade aan het milieu kunnen beperken als op lange termijn winst kan realiseren, zoals energiebesparende middelen. Ook koopt het bedrijf niet bewust duurzame textiel in die minder schade aan het milieu brengen. - Profit Op het gebied van profit scoort dit bedrijf met 85% behoorlijk hoog. Dit komt vooral, doordat het bedrijf voldoende liquide is, aangesloten is bij een duurzame bank en investeert in de maatschappij. Dit laatste doen zij bijvoorbeeld aan de hand van het sponsoren van activiteiten die vaak ook verbonden zijn aan een evenement. Op deze manier plukken ze er zelf ook de vruchten van. Het bedrijf krijgt meer naamsbekendheid, wat omzetverhogend werkt. Conclusie SCENE model, multi-brand store A: - Kwalitatieve eigenschappen MKB: Opvallend aan het SCENE model van multi-brand store A, is dat zij hoog scoren op People. Dit heeft voornamelijk betrekking op de manier waarop zij met het personeel en de klanten omgaan. Er is veel aandacht voor het welzijn en de ontwikkeling van het personeel en de behoeften van de klant. Dit gegeven staat in lijn met de kwalitatieve kenmerken van het MKB en vindt zijn oorsprong dus niet direct vanuit een maatschappelijk verantwoord oogpunt. Ook de score op het gebied van profit zijn grotendeels gerelateerd aan de kwalitatieve eigenschappen van het MKB, zoals het sponsoren van lokale groepen. - Barrières en entrees voor het implementeren van MVO in het MKB: Dit bedrijf vertoont overeenkomsten met de algemene barrières die beschreven worden voor het opnemen van MVO onder kleinere bedrijven. Ze ervaren minder druk vanuit de omgeving om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en er is minder geld beschikbaar voor het ontwikkelen van de nodige instrumenten zoals kwaliteitssystemen. Dit uit zich in het feit dat dit bedrijf op het gebied van planet niet bezig is met het stellen van milieudoelen of milieubesparende activiteiten. Het bedrijf ervaart ook geen vraag vanuit de consument naar maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding of naar haar
26
activiteiten op dit gebied. De activiteiten op het gebied van MVO die wel worden opgenomen door het bedrijf komen volledig vanuit de overtuiging van de eigenaar. Er wordt zelf gezocht naar mogelijkheden op dit gebied, aan de hand van Internet, deskundigen en een initiatief van ondernemers. Het bedrijf ervaart wel voordelen vanuit bepaalde eerder genoemde MVO activiteiten. Deze voordelen werken motiverend en zijn ook een reden om wel maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Echter ziet het bedrijf geen reden om te communiceren over de mate van MVO. - Grootte, fase en levenscyclus Dit bedrijf bevindt zich in fase 2 van het implementeren van MVO. Het bedrijf heeft wel een aantal zaken geconcretiseerd, maar is nog niet zover dat het al een draagvlak kan verbreden. Dit kan temaken hebben met de grootte van het bedrijf. Het bedrijf valt voor Nederlandse standaarden onder het middenbedrijf. Het bedrijf is wel groot genoeg om bepaalde zaken professioneel aan te pakken en doet dit ook. Het bedrijf zit in de stabiele fase van de levenscyclus. Dit maakt het bedrijf zeker geschikt voor MVO. 6.1.2 Multi-brand store B Algemeen: - Bestaat: 1 jaar - Aantal filialen: 1 - Werknemers: 1 (ZZP) - Levenscyclus: Opstartfase - Webshop: Nee Concept: Deze winkel biedt de klant de service van vroeger in een nieuw jasje. Klanten kunnen hun kleding op maat laten aanpassen en eventueel thuis laten bezorgen. Ook is het mogelijk om alleen of met een groep na sluitingstijd te komen winkelen onder genot van een hapje en drankje. Op de website van de winkel is het mogelijk om een afspraak te maken. Verder vindt men op de website informatie over acties en de winkel. SCENE model:
- People Voor dit bedrijf zijn de vragen op het gebied van people voornamelijk hypothetisch gesteld. De eigenaar van deze winkel is namelijk een zelfstandige zonder personeel. De score van dit bedrijf komt dan ook vooral vanuit het feit dat deze eigenaar zeer open staat voor het eventuele toekomstige personeel en deze graag ook zo goed mogelijk zou willen behandelen. Dit past ook geheel binnen het concept, aangezien voor deze winkel service centraal staat. Goed opgeleid/begeleid en tevreden personeel is hierbij een must. De eigenaar vindt het wel belangrijk dat de merken die hij inkoopt rekening houden met arbeidsomstandigheden, maar koopt hier niet speciaal op in. Hij verwacht dat deze merken er zelf voor zorgen dat er
27
bijvoorbeeld geen gebruik wordt gemaakt van kinderarbeid. Hiermee bewust bezig zijn wordt ook niet gestimuleerd vanuit de klanten, aangezien hij nooit vragen krijgt over dit onderwerp. - Planet Dit bedrijf scoort redelijk hoog op het gebied van planet. Reden hiervoor is dat de eigenaar bewust omgaat met zaken rondom energie en afval. In het assortiment is vrijwel geen duurzame textiel te vinden. De eigenaar denkt ook dat merken hier zelf rekening mee houden. - Profit Het bedrijf bestaat iets meer dan een jaar. Dat het bedrijf nog niet voldoende liquide is, is geen verassing. Het bedrijf heeft wel voldoende klandizie en ontvangt aan de hand van sponsoring in de regio ook naamsbekendheid. Op dit punt en het feit dat de eigenaar bewust investeert (total costs of ownership) scoort het bedrijf het hoogst. Conclusie SCENE model, multi-brand store B: - Kwalitatieve eigenschappen MKB: Aan het SCENE model van multi-brand store B is te zien dat de drie P’s bijna in balans zijn. De hoogste score bevindt zich op het gebied van people en planet. De score is te verklaren aan de hand van de kwalitatieve eigenschappen van het MKB. Doordat het bedrijf klein is, is het flexibel en kan dus gemakkelijk op zaken als energiebesparing en afvalvermindering inspringen. Het persoonlijke en aanspreekbare karakter zorgt ervoor dat het bedrijf betrokken is bij de omgeving aan de hand van sponsoring. Ook is het bedrijf aanspreekbaar voor de consument, echter wordt het bedrijf niet aangesproken door klanten op het feit of er maatschappelijk verantwoord wordt ondernomen. - Barrières en entrees voor het implementeren van MVO: Ook dit bedrijf vertoont overeenkomsten met de algemene barrières die beschreven worden voor het opnemen van MVO onder kleinere bedrijven. Ze ervaren minder druk vanuit de omgeving om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en er is minder geld beschikbaar voor het ontwikkelen van de nodige instrumenten zoals kwaliteitssystemen. Enige activiteiten rondom MVO worden niet naar buiten toe gecommuniceerd. Hoewel de eigenaar wel vanuit eigen overtuiging bepaalde keuzes maakt betreffende het milieu en de omgeving, heeft hij niet de middelen om hier echt concrete plannen voor op te stellen. - Grootte, fase en levenscyclus Dit bedrijf bevindt zich in fase 1 van het implementeren van MVO. Het bedrijf is door het interview in aanraking gekomen met MVO en de eigenaar geeft aan zeker geïnteresseerd te zijn in het belang van MVO. Doordat het bedrijf zich in de opstartfase bevindt, geeft de eigenaar aan het opnemen van MVO activiteiten lastig te vinden. Hij geeft aan behoefte te hebben aan een organisatie die adviseren en begeleiden op het gebied van MVO, zodat duidelijk wordt wat hij precies kan ondernemen. Doordat de eigenaar alleen werkt in het bedrijf heeft hij gebrek aan tijd om deze zaken zelf uit te zoeken. 6.1.3 Multi-brand store C Algemeen: - Bestaat: 13 jaar - Aantal filialen: 1 - Werknemers: 2 - Levenscyclus: Stabiliteit - Webshop: Nee Concept: Multi-brand store C biedt de klant maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding voor dames en heren. Aan de website wordt momenteel nog gewerkt.
28
SCENE model:
- People De lage score op het gebied van people is voor dit bedrijf voornamelijk te verklaren aan de hand van het feit dat er binnen dit bedrijf weinig aandacht lijkt de zijn voor de ontwikkeling van het personeel. Er wordt wel veel aandacht besteed aan de klanten en de merken die worden ingekocht. Dit bedrijf houdt met de inkoop van de merken volledig rekening met het feit of de kleding maatschappelijk verantwoord geproduceerd is. Maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding behoort ook tot de kernactiviteiten van het bedrijf. - Planet Op het gebied van planet scoort dit bedrijf zeer hoog. Er wordt veel rekening gehouden met het besparen van energie en het verminderen en scheidden van afval. Ook bestaat het assortiment volledig uit duurzame textiel, wat wederom te verklaren is aan de hand van de kernactiviteiten van het bedrijf. Opvallend is dat het bedrijf niet heel bewust bezig is met het stellen van milieudoelen, wat juist goed zou passen binnen dit bedrijf. - Profit Ondanks dat het bedrijf al 13 jaar bestaat, geeft de eigenaresse aan niet zeer positief te zijn over de liquiditeit en de groei van het bedrijf. Ook is het bedrijf niet zozeer bezig met bewust investeren op het gebied van total costs of ownership. Een belangrijke voorwaarde van MVO is dat het bedrijf ook financiële winst haalt uit haar activiteiten om zo haar continuïteit te waarborgen. Conclusie SCENE model, multi-brand store C: - Kwalitatieve eigenschappen MKB: Uit het SCENE model van multi-brand store C wordt duidelijk dat de kapitalen van dit bedrijf niet in balans zijn. Er wordt redelijk gescoord op het gebied van people, wat te verklaren lijkt aan de hand van de kwalitatieve eigenschappen van het MKB waarin er openheid en communicatie is met de klant. Het feit dat het MKB flexibel is lijkt voor dit bedrijf niet echt op te gaan. Er zou verwacht worden dat dit bedrijf, vooral gezien de kernactiviteiten van het bedrijf, meer zou inspringen op maatschappelijk verantwoorde activiteiten als ontwikkeling van het personeel en bewuste investeringen. - Barrières en entrees voor het implementeren van MVO: Er zijn voor dit bedrijf veel overeenkomsten met de barrières voor het implementeren van MVO in het MKB. Het bedrijf lijkt niet genoeg middelen te hebben om bepaalde activiteiten rondom MVO op te nemen in het bedrijf, zoals de ontwikkeling van personeel. Een genoemde barrière is ook dat het MKB moeilijk in beweging komt. Voor dit bedrijf lijkt dit gegeven ook op te gaan. Gezien het feit dat maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding behoord tot de kernactiviteiten van het bedrijf, zou men mogen verwachten dat het bedrijf zich ook bezighoudt met alle andere zaken rondom MVO, wat niet het geval is. Waarschijnlijk heeft ook dit bedrijf te maken met tijdgebrek, waardoor het minder in beweging komt.
29
- Grootte, fase en levenscyclus Het bedrijf lijkt zich in fase 2 te bevinden van het implementeren van MVO. Het heeft al wel enkel zaken concreet, maar is nog niet zover om een draagvlak te verbreden. Dit kan ook temaken hebben met de grootte van het bedrijf. Het bedrijf bevindt zich in de stabiliteitsfase van de levenscyclus. De stabiliteitsfase lijkt de meest geschikte fase voor MVO activiteiten. Toch is dit bedrijf niet zo actief op het gebied van MVO, als het zou kunnen zijn. Opvallend is dat de eigenaresse aangeeft geen interesse te hebben in een organisatie die ondersteuning kan bieden op het gebied van MVO. 6.1.4 Multi-brand store D Algemeen: - Bestaat: 173 jaar - Aantal filialen: 20 - Werknemers: 130 - Levenscyclus: Stabiliteit - Webshop: Nee Concept: Dit bedrijf heeft zich gespecialiseerd in herenmode en jeans voor dames en heren. Verder is het bedrijf innovatief. SCENE model:
- People Op het gebied van people scoort dit bedrijf voornamelijk op de ontwikkeling van het personeel. Opvallend is dat het bedrijf qua personeel niet echt openstaat voor minderheden uit de samenleving. Hoewel het bedrijf wel rekening houdt met de inkoop van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding communiceert het hier niet in grote mate over met de klant. - Planet Het bedrijf is actief op het gebied van energiebesparing en afvalscheiding. Ook stimuleert het bedrijf carpoolen en heeft het een fietsplan opgenomen. Daarnaast houdt het bedrijf ook rekening met het inkopen van duurzame textiel. Het bedrijf is innovatief op het gebied van milieu, zo zamelt het de afval van de filialen in op het moment dat de kleding wordt geleverd. Hierdoor rijden de wagens nooit leeg terug. Al het afval wordt in een centraal magazijn gescheiden. - Profit Het bedrijf kan de continuïteit waarborgen aangezien ze voldoende liquide zijn en een positieve groei hebben doorgemaakt. Ook investeren ze bewust, dit is ook af te leiden aan het hierboven genoemde voorbeeld. Het bedrijf is echter niet geïnteresseerd/actief in het aansluiten bij een duurzame bank.
30
Conclusie SCENE model, multi-brand store D: - Kwalitatieve eigenschappen MKB: Ondanks dat dit bedrijf eigenlijk onder het groot bedrijf valt, heeft het toch raakvlakken met de kwalitatieve kenmerken van het MKB. Zo is het bedrijf invloedrijk in de omgeving en is het aanspreekbaar. De scores van dit bedrijf lijken echter toch meer voort te komen uit eventuele opvattingen rondom MVO, dan uit kwalitatieve eigenschappen van het MKB. Een eigenschap van MKB is dat het minder snel in beweging komt. Dit bedrijf is juist ondernemend op het gebied van MVO, zoals blijkt uit het voorbeeld van de afvalinzameling. - Barrières en entrees voor implementeren van MVO in het MKB: Grote bedrijven hebben meer capaciteit voor het implementeren van MVO. Ze anticiperen meer op nieuwe ontwikkelingen en zijn niet alleen gericht op korte termijn resultaten. Dit bedrijf ziet duidelijk ook het nut van total costs of ownership, waarbij het resultaat pas op lange termijn zichtbaar is. Vanwege de capaciteit van dit bedrijf, zou wel verwacht worden dat dit bedrijf wel een hogere score zou behalen. - Grootte, fase en levenscyclus Dit bedrijf bevindt zich ongeveer tussen fase 2 en 3 van het implementeren van MVO. Het bedrijf lijkt al redelijk actief met het verbreden van het draagvlak van MVO. Het is gestart met projecten op dit gebied. Het bedrijf heeft vanwege de grootte duidelijk meer capaciteit en tijd voor het uitvoeren van deze projecten. De levenscyclus geeft hen eveneens alle ruimte voor MVO. Het bedrijf is stabiel en heeft een positieve groei ervaren. 6.1.5 Conclusie Bijna alle multi-brand stores scoren hoog op people. De oorzaak hiervoor lijkt meer terug te vinden in de kwalitatieve eigenschappen van het MKB dan in het opnemen van MVO. De multibrand stores die binnen het MKB vallen, tonen allen weinig balans tussen de drie kapitalen, terwijl de multi-brand store die eigenlijk binnen het grootbedrijf valt wel balans toont in de kapitalen. Opvallend is ook dat de multi-brand stores binnen het MKB duidelijk overeenkomsten tonen met de barrières voor MVO in het MKB, zoals tijdgebrek, terughoudendheid en niet beschikken over de juiste middelen. De multi-brand store die net binnen het grootbedrijf valt geeft juist het tegenovergestelde weer. Het feit dat een bedrijf in de groeifase niet de middelen heeft om MVO op te nemen in het beleid komt ook sterk naar voren bij één van de multi-brand stores. Hoewel de behoefte er wel is en de eigenaar zeer geïnteresseerd geeft hij aan niet genoeg op de hoogte te zijn over het onderwerp. Hier komt direct de rol van branche- en inkooporganisaties bij kijken. Het is duidelijk dat deze organisaties haar leden wel informeren op het gebied van MVO, maar hierin nog geen ondersteunende of sturende functie in aannemen. Een aantal van de multi-brand stores geeft ook aan dit niet nodig te hebben, hoewel uit de SCENE modellen toch het tegenovergestelde blijkt. Tenslotte geven allen aan weinig interactie met de consument te hebben over MVO. De consument lijkt niet bewust op zoek naar maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding en stelt hier ook geen vragen over.
31
7. Consument en MVO Voor retailers in de modebranche kunnen consumenten een belangrijke factor zijn in de keuze voor MVO. Dit geldt vooral voor het aanbieden van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding. Tot nu toe lijkt het erop dat de consument vooral met de mond kiest voor deze kleding, en niet met de portemonnee. 7.1 Consumentenlabels, keurmerken en organisaties Voor de modebranche vindt men een ruim aanbod aan consumentenlabels, keurmerken en organisaties die informatie verstrekken en certificaten bieden op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het eerste hoofdstuk zijn hier al een aantal opties van bekeken. Deze labels, keurmerken en organisaties zijn vaak in het leven geroepen om de consument te informeren over waar ze eerlijke of duurzame kleding kunnen kopen. Hieronder worden nog een aantal voorbeelden gegeven. Organisaties en consumentenlabels De schone kleren campagne (SKC) is opgericht om de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie te verbeteren. Ze doen dit aan de hand van campagnes en het lobbyen bij bedrijven. De SKC is internationaal vertegenwoordigd en werkt samen met een groot aantal organisaties. De SKC informeert het publiek, maar geeft geen certificaat uit aan bedrijven. Wel is er op de site van SKC een modepoly (http://www.modepoly.org) te vinden, waar consumenten van bepaalde merken kan zien in hoeverre het merk eerlijke kleding produceert en hoe het merk zich op dit gebied ontwikkeld. De Fair Wear Foundation (FWF) streeft eveneens, ook in samenwerking met SKC, naar goede arbeidsomstandigheden. De bedrijven die aangesloten zijn bij FWF behoren zich aan een gedragscode te houden. FWF maakt gebruik van het multistakeholder initiatief. Consumenten kunnen op de site van FWF zien welke bedrijven zijn aangesloten en in het sociale verslag kunnen zij lezen wat het bedrijf tot dusver heeft gepresteerd op het gebied van verbeterde arbeidsomstandigheden.( http://www.fairwear.org) Goede Waar & Co heeft de kledingchecker uitgebracht (http://www.goedewaar.nl). Merken worden beoordeeld op hun duurzaamheidprestaties. Hieronder verstaat men zowel de prestaties rondom arbeidsomstandigheden als milieuprestaties. Op de site van goede waar kan de consument zien welk merk het `duurzaamst’ is. “Op de Rank a Brand website kun je als consument vergelijken hoe transparant, groen en fair populaire merken zijn.”(www.rankabrand.nl) De site geeft aan dat de consument door te kopen van de hoogst gerankte merken, bijdraagt aan een betere wereld. Merken worden beoordeeld op de informatie die zij naar buiten brengen. Een bedrijf dat dus niet communiceert over haar MVO-activiteiten krijgt een relatief slechte beoordeling. Made-by is een consumentenlabel waar merken zich bij aan kunnen sluiten. Zij krijgen begeleiding in het verbeteren van hun productieproces. Aangesloten bedrijven, zijn aan de hand van een blauwe knoop aan de kleding, te herkennen voor de consument. Op de site van Made-By is aan de hand van een scorekaart te zien hoe ver de merken zijn in hun ontwikkeling op het gebied van arbeidsomstandigheden en het gebruik van duurzame grondstoffen (www.madeby.nl) Keurmerken Uiteraard zijn er voor kleding ook de nodige keurmerken. Een aantal hiervan zijn al in hoofdstuk één genoemd. Het GOTS keurmerk lijkt de strengste standaard te hanteren. Zo moet er 95% biologisch materiaal in het kledingstuk zitten. Ook beoordeelt GOTS op arbeidsomstandigheden en kijken ze naar de hele keten. Dat er veel verschil zit tussen de eisen die een keurmerk stelt wordt al snel duidelijk. Een ander keurmerk is het EKO-keurmerk. De kleding hoeft bij dit keurmerk maar 5% biologisch materiaal te bevatten¹. GOTS heeft vanwege zijn volledigheid kans om dé internationale standaard te worden.
32
7.1.1 Conclusie Zoals ook al uit de keurmerken blijkt bestaat er veel verschil tussen de manier waarop organisaties en labels de consument informeren. De kledingchecker van goede waar heeft een geheel andere top tien dan de site van rank a brand. Dit kan voor veel verwarring zorgen onder de consument. Een merk dat zich aansluit bij Made-by is zichtbaar voor de consument aan de hand van een blauwe knoop. Toch is niet elk merk dat zich aansluit bij Made-By even duurzaam. Zo zijn er merken die een afname van biologisch katoen en gecertificeerde fabrieken vertonen, maar toch een blauwe knoop krijgen. Niet alleen voor de consument kan dit zeer verwarrend werken. Ook voor de retailer, die deze merken inkoopt, kan het onduidelijk zijn hoe duurzaam het assortiment van het merk nu werkelijk is. Het is belangrijk dat de retailer hiervan op de hoogte is, aangezien hij zich ook zal moeten verantwoorden tegenover de consument. 7.2 De consument De vraag rondom maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding is vaak hoe belangrijk de consument het vindt. Vooral voor een retailer is dit van belang. Hoe overtuigt een detaillist ook is van het hebben van een maatschappelijk verantwoord assortiment in de winkel, wanneer de consument het niet koopt, komt vanzelf de P van Profit in gevaar. Het is dus belangrijk te weten hoe de consument staat tegenover het kopen van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding. 7.2.1 Prijs Een veelbesproken kwestie rond de aankoop van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding, is het feit dat de kleding duurder is dan conventionele kleding, maar de consument vaak niet bereid is meer te betalen voor een maatschappelijk verantwoord geproduceerd kledingstuk. Uit een onderzoek van Textilia² betreffende `organic jeans’, blijkt het volgende: 44% van de Nederlanders is niet bereid meer uit te geven aan een jeans van biologisch katoen; bijna een kwart is bereid €10,- meer uit te geven aan een jeans van biologisch katoen; 13% is bereid €10,- tot €25,- meer uit te geven.
Bron: www.textillia.nl
Uit een soortgelijk onderzoek van ING en Modint onder meer dan 30.000 mensen blijkt: 56% van de Nederlandse consument is niet bereid extra te betalen voor verantwoorde kleding; 9% van deze consumenten vindt het belangrijk dat de kleding maatschappelijk verantwoord geproduceerd is; 7% zegt alleen maar maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding te kopen. Voor de retailer in de modebranche kan dit dus een reden zijn om zijn aanbod in kleding niet te verduurzamen. Als de consument de kleding laat liggen, omdat zij het te duur vindt, is het niet aantrekkelijk voor de retailer dit aan te bieden. 7.2.2 Burger en consument In het duurzame gedrag van de Nederlanders wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de burger en de consument. De burger lijkt volop met de mond te kiezen voor duurzaamheid, terwijl zij in het aankoopgedrag daar niet altijd voor kiest. Uit een recente peiling³ blijken Nederlanders de volgende mening te hebben: “Driekwart geeft aan zich verantwoordelijk te voelen voor het welzijn van dieren; Bijna negen op de tien Nederlanders voelt zich verantwoordelijk voor het behoud van de natuur; Acht op de tien voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn van de medemens.” Toch geeft maar 1/3 van de Nederlanders aan bewust te consumeren. Uit een onderzoek van P.Eijkens (Eijkens 2009) onder consumenten van winkels met een assortiment van maatschappelijk verantwoord geproduceerde babykleding is gebleken dat wanneer het aanbod aan maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding groter is in een winkel, de consument eerder geneigd is een dergelijk kledingstuk te kopen, ongeacht de mate van altruïstische waarde die de consument heeft.
33
7.2.3 Trends in consumentengedrag Uit onderzoek van In Sites Consulting naar MVO, is het volgende naar voren gekomen: “De consument stelt zichzelf centraal. Hij gaat op zoek naar een persoonlijk voordeel voor zichzelf en zijn onmiddellijke omgeving. MVO krijgt pas een meerwaarde voor de consument wanneer het relevant is en opgenomen wordt in het product- en merkbeleid van een bedrijf. De consument vindt MVO-acties van bedrijven al vlug weinig geloofwaardig. Veel consumenten hebben het gevoel dat MVO draait om marketing en verkoop. Dit negatieve oordeel wordt versterkt door MVO-activiteiten die als irrelevant en ver van mijn bed worden beleefd. Naast een gebrek aan geloofwaardigheid en relevantie hebben weinig consumenten weet van de MVO-activiteiten van ondernemingen waardoor de impact beperkt blijft.” ⁴ 7.2.4 Trends in retail Campgemini⁵ doet jaarlijks onderzoek naar trends in retail. Voor 2009-2010 constateren zij het volgende: “De hand ligt stevig op de knip en aankoopoverwegingen worden teruggebracht tot de essentie: „Heb ik het product nu nodig?”, „Kan ik ook zonder?”, „Zijn er alternatieven?” Bij het maken van deze keuzes bedient de winkelende Nederlander zich bovendien van een ongekend breed spectrum van consumentenwaarden. Retailers kunnen zich niet onderscheiden door alleen de laagste prijs, de beste service of een attractief aanbod. De consument wil ze alle drie tegelijkertijd. En het moet ook nog duurzaam, groen en gezond zijn. Anders willen en anders doen is hierbij het motto. Retailers die hierop verzuimen in te spelen dreigen de aansluiting te verliezen met de nieuwe consument. Naast de zogenoemde prijsset zijn ook de verantwoorde keuzeset en de attractieve alternatieven in waarde gestegen. Opvallend is dat een goede service (gemak) en een hoge attractiviteit (genot) van de formules door die consument als een hygiënefactor worden beschouwd: ze zijn niet onderscheidend, maar ze worden direct gemist als ze niet door de consument worden waargenomen.” Verder benoemen zij de volgende trends: E-(in)motion & e-connect: Consumenten richten zich bij de oriëntatie, beïnvloeding en aanzet steeds meer tot aankoop tot het onlinekanaal. 360° MVO: “Eco is niet meer alleen voor het alternatief. Inmiddels is de keuze voor het bewuste acceptabel geworden, soms zelfs heel aantrekkelijk en de beste keus. De retail komt er niet langer mee weg iets te doen, maar op alle aspecten de verantwoorde inzet aan de perceptieset van die consument te laten aansluiten.” Van leeftijdloos naar mixed-up: Consumenten voelen zich niet meer gebonden aan een door de retailer of marketeer neergezette leeftijd. De doelgroep behoort dus niet meer gesegmenteerd te worden naar leeftijd. Van probeer- naar ‘beslisconsumentisme’: “de consument van morgen is niet langer een probeerconsument, maar een beslisconsument. Hij is op basis van eerder verkregen koopervaringen en de resultaten daarvan wijs geworden en zal deze ervaring toepassen op de toekomstig te nemen beslissingen tot accepteren of negeren van proposities. De koper weet wat hij wil; aan de retailer de opgave erachter te komen wat dat dan is, om zo de interface te verstevigen en de consument het gevoel van cocreatie te geven.” Small is beautiful, de nieuwe niche: De consument wil op maat bediend worden. Voor grote spelers kan dit lastig zijn. Zij moeten zorgen dat de klant hen als een niche beleeft. Selectief en dissonant: “de consument gaat bewuster dan ooit om met zijn rol. Alle informatie benodigd voor het doen van een transactie wordt geanalyseerd en gefilterd. De consument baseert zijn gedrag op zijn eigen individuele selectie uit alle informatiebronnen. Een gevolg van dit alles is een toegenomen selectiviteit. Dit leidt daarnaast tot dissonant gedrag. Want de consument kan er zomaar voor kiezen om retailspelers te negeren of af te keuren, gebaseerd op zelf ontwikkelde of geadopteerde argumenten die niet altijd steekhoudend of voorspelbaar zijn voor de retailer.”
34
Tijdens het jaarcongres Consumententrends⁶ gaven een aantal trendwatchers en praktijkdeskundigen hun visie op levensstijl en consumentengedrag. Enkele zaken die hieruit naar voren kwamen: Authenticiteit: Het moet natuurlijk en echt gemeend zijn. “De betere wereld voorbij: de praktische idealisten”: Cor Brockhoven, positioneringmanager van Brand Positioneringgroep geeft aan dat duurzaamheid wordt opgenomen in producten, processen en diensten. Volgens hem is het ondenkbaar dat in 2020 producten en diensten alleen worden gekocht op basis van prijs. De trend: “van CSR naar Lifestyle.” En “giving is the new buying.” Volgens hem is `groen’ goed voor het imago en het marktaandeel. De groep consumenten die geïnteresseerd is in het milieu wordt de `cultural creators’ genoemd en bestaat in Nederland uit zo’n 2 miljoen mensen. Ook wil de klant dat de aankoop echt duurzaam is en niet alleen voorzien is van een “duurzaam sausje”. Volgens hem beschikt de consument vaak nog wel over te weinig informatie betreffende de duurzaamheid van een product. Daarom is het belangrijk heldere productinformatie te bieden. Volgens Brockhoven is commitment bij de top van een bedrijf, belangrijk voor het slagen van de duurzaamheidpositionering. Reputatie is het belangrijkst en dit gaat niet zonder innovatie. Duurzaamheid kan een impuls geven aan de reputatie wat kan leiden tot financieel gewin. 7.3 Enquête resultaten, de consument Om meer inzicht te krijgen in hoe de consument staat tegenover het aanbod van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding is een enquête gehouden onder 102 mensen. Het is belangrijk voor de retailer inzicht te krijgen in de behoefte van de consument aan maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding. De volledige uitslagen van de enquête zijn te vinden in de bijlage. - Eigenschappen kleding Op de vraag hoe belangrijk men, op een schaal van 1 tot 5, bepaalde eigenschappen van kleding vindt, antwoordde een meerderheid de eigenschappen stijl, prijs, kwaliteit en pasvorm belangrijk tot zeer belangrijk te vinden. Opvallend is dat het merk niet belangrijk wordt gevonden. Maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding wordt door de meesten onbelangrijk gevonden.
- Aspecten maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding De geënquêteerden werden gevraagd hoe belangrijk ze bepaalde aspecten van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding vinden. De geënquêteerden vinden het vooral belangrijk dat de kleding geen schadelijke stoffen bevat en dat de kleding is gemaakt onder goede arbeidsomstandigheden. Of de kleding gemaakt is van gerecycled materiaal vindt men minder belangrijk.
35
- Associatie Uit onderstaande afbeelding wordt het al snel duidelijk dat de geënquêteerden een totaal verschillend beeld hebben over wat maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding nou eigenlijk inhoudt. Op de vraag om welke reden de geënquêteerden geen maatschappelijk verantwoorde kleding koopt (zie bijlage) gaf zo’n 59% aan het te duur te vinden en 66% gaf aan dat ze het niet duidelijk genoeg vinden of het daadwerkelijk verantwoorde kleding is. De meesten gaven daarnaast ook aan sceptisch te zijn tegenover keurmerken.
¹ Keurmerk kleding. Van: http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Keurmerk%20kleding#Ecolabel (datum van raadpleging: 19 april 2010) ² Van alle kanten bekeken: Organic jeans. Van: http://www.textilia.nl/retail/ondernemen/rid64-van-allekanten-bekeken-organic-jeans.html (datum van raadpleging: 19 april 2010) ³ De duurzame burger en onverantwoorde consument. Van: http://www.marketresponse.nl/nieuws/marketresponse-actueel/de-duurzame-burger-en-onverantwoordeconsument/ (datum van raadpleging: 19 april 2010) ⁴ Consument wil baat hebben bij MVO. Van: http://www.secondsight.nl/page/16165/nl (datum van raadpleging: 19 april 2010) ⁵ Trends in Retail 2009-2010: onzekere consument terug naar af. Van: http://www.nl.capgemini.com/m/nl/n/pdf_Trends_in_Retail_20092010__onzekere_consument_terug_naar_af.pdf (datum van raadpleging: 19 april 2010) ⁶ “Duurzaamheid kan reputatie een impuls geven”. Van: http://www.consumententrends.nl/Artikel%20detailhandel.pdf (datum van raadpleging: 19 april 2010)
36
8. Externe omgeving Aan de hand van DESTEP kan een bedrijf haar externe omgeving in kaart brengen. Het gaat hierbij om omgevingsfactoren en ontwikkelingen waar een bedrijf geen directe invloed op heeft. Door deze ontwikkelingen in kaart te brengen kan een bedrijf inzicht krijgen in haar omgeving en haar strategische beleid hier op afstemmen. Voor de retailer, waar het in dit onderzoek om gaat, zijn in principe de ontwikkelingen in Nederland het meest van belang. Ontwikkelingen in de externe omgeving van de retailer, kunnen het succes van MVO voor de retailer bepalen. De kansen en bedreigingen op het gebied van MVO worden aan de hand van deze omgevingsfactoren in kaart gebracht. 8.1 Demografisch Vergrijzing. De vergrijzing in Nederland blijft een veel besproken onderwerp. De zorgkosten zullen onder andere door de toenemende vergrijzing stijgen, waardoor Nederlanders in 2020 meer dan een kwart van hun inkomen zullen moeten besteden aan gezondheidszorg. Gemiddeld ligt het bedrag nu rond de vierduizend euro, in 2020 zou dit gemiddeld zevenduizend euro worden. Deze voorspelling wordt gedaan door Roland Berger Strategy Consultants. Zij vinden het noodzakelijk dat burgers gaan sparen voor de zorg van straks, om hoge premies in de toekomst te vermijden. Ook zal de vergrijzing volgens CPB op lange termijn leiden tot een begrotingstekort.¹ 8.2 Economisch Toename van het aantal zelfstandigen. Mede door het beleid waarbij het starten van een eigen bedrijf financieel aantrekkelijker is gemaakt, is het aantal zelfstandigen in de afgelopen twee decennia sterk gestegen. Dit kan voor de zelfstandige detaillisten invloed hebben op het vinden van geschikte werknemers en leiden tot meer directe concurrentie wanneer er ook meer zelfstandigen komen in de modebranche. Economische groei. Voor 2010 verwacht men een economische groei van 1,5% en voor 2011 een groei van 2%. De economische ontwikkeling van Nederland is afhankelijk van die van de rest van de wereld en vertoont ook een gelijk gedrag. Werkgelegenheid. De werkloosheid loopt na 2010 niet verder op. Consumentenvertrouwen en koopkracht. Consumenten- en producentenvertrouwen heeft zich hersteld van het dieptepunt in het begin van 2009. Echter is er van stabiliteit nog geen sprake. De koopkracht reageert vertraagd op de crisis. In crisisjaar 2009 nam de koopkracht nog relatief sterk toe, in 2010 wordt de diepe crisis zichtbaar in de koopkrachtcijfers. De koopkracht daalt door onder andere de stijgende zorgkosten en onvolledige indexatie van pensioenen.² 8.3 Sociaal-cultureel Consumenten vinden MVO steeds belangrijker en letten in hun aankopen steeds meer op het maatschappelijk verantwoorde aspect. Steeds meer retailers richten zich op het bieden van een ervaring en beleving aan de consument. Reden hiervoor is dat de consument van tegenwoordig `verwend’ is en moeilijker te boeien.³ 8.4 Technologisch Web 3.0. De komst van web 3.0, ook wel aangeduid met semantisch web, betekend verandering in de manier waarop producten aangeboden kunnen worden. Het maakt ook een deel uit van co-creatie, waarbij er een samenwerking wordt aangegaan met de consument. Het web gaat de inhoudt van websites begrijpen waardoor het steeds meer voor de gebruiker kan gaan denken. Door het combineren van data doet het web suggesties en adviezen aan de gebruiker.⁴ Online thuiswinkelmarkt. De online thuiswinkelmarkt is van 2007 naar 2008 al gegroeid met 24%. Forrester Research verwacht de komende jaren nog meer groei, met name in de verkopen van retail. 8.5 Ecologisch Consumenten worden duurzamer. Uit onderzoek van EIM blijkt dat steeds meer ondernemers merken dat klanten meer eisen stellen op het gebied van MVO. De consument schuift op in de richting van duurzaamheid.⁵ Kleine bedrijven meest duurzaam. Uit een onderzoek van de kledingchecker van Goede Waar, blijkt dat kleine bedrijven “beter in staat zijn de herkomst en duurzaamheid van hun kleding tot diep in de keten te traceren.” Dit in tegenstelling tot de grotere bedrijven. Duurzame mode; hype of must. Steeds meer grote retailers bieden duurzame kleding aan, zoals C&A, WE en H&M. Daarbij komt dat de helft van de Nederlanders aangeeft bij het kopen van kleding er op te letten of het verantwoord geproduceerd is. Er is een markt voor maatschappelijke kleding, waarbij het niet om een hype gaat.⁶
37
8.6 Politiek-juridisch Duurzaam Inkopen “De Rijksoverheid heeft als ambitie om in 2010 bij 100 procent van haar inkopen duurzaamheid mee te nemen; voor provincies en waterschappen is dit 50 procent, voor gemeenten 75 procent. Alle partijen streven naar 100 procent in 2015. Zo krijgt de markt van duurzame producten en diensten een stevige impuls. En geeft de overheid het goede voorbeeld. NL Milieu en Leefomgeving ondersteunen daarbij.”⁷ Een motie van SP en ChristenUnie stelt voor dat Nederlandse bedrijven die actief zijn in het buitenland, te verplichten vier internationale arbeidsrechten van de ILO altijd na te leven. De vier arbeidsrechten bestaan uit verbod op dwang- en kinderarbeid, nondiscriminatie en het recht op vakbondsvrijheid. Het niet naleven van deze rechten zou moeten leiden tot sancties van de Nederlandse overheid.⁸ 8.7 Conclusie De externe omgeving van retailers kan de toekomst van MVO op een negatieve en positieve manier bepalen. Er liggen zowel kansen (positieve bepaling) op het gebied van MVO als bedreigingen (negatieve bepaling). - Positieve bepaling: Het duurzame inkoopbeleid van de overheid kan er toe leiden dat ook steeds meer kledingbedrijven maatschappelijk verantwoord zullen produceren. Niet alleen de bedrijven die aan de overheid leveren, maar ook het maatschappelijk verantwoorde aanbod in de modebranche zelf kan hierdoor stijgen. Goed voorbeeld doet volgen. Ook de motie van SP en ChristenUnie geeft aan dat er vanuit de overheid steeds meer druk komt op MVO. Bedrijven kunnen beter de ontwikkelingen vooruit zijn. De komst van web 3.0 geeft de retailer ruimte met zijn MVO activiteiten een cocreatie aan te gaan met zijn klanten. Hierdoor kan hij meer waarde creëren aan zijn winkel en zich beter onderscheiden van zijn concurrenten. Het feit dat het online verkoopkanaal nog steeds sterk groeit, draagt hier ook positief aan bij. Steeds meer consumenten letten tijdens hun aankopen op verantwoorde producten. De markt voor maatschappelijk verantwoorde kleding groeit. Ook het aanbod van deze kleding stijgt. - Negatieve bepaling: Als we kijken naar de toenemende vergrijzing, dan kan het feit dat de kosten voor de zorg enorm gaan stijgen, een reden zijn voor retailers om bepaalde aspecten van MVO voorlopig niet verder door te voeren. Een maatschappelijk verantwoord assortiment is qua prijs niet altijd even aantrekkelijk, wanneer de Nederlandse consument moet bezuinigen vanwege hun stijgende zorgkosten. De vertraagde daling van de koopkracht kan voor retailers een keuze zijn om bepaalde MVO activiteiten tijdelijk uit te stellen. Vooral wanneer het gaat om hoge investeringen die zich pas op lange termijn terugverdienen of een maatschappelijk verantwoord assortiment kleding.
¹ Zorgstelsel in 2020 onbetaalbaar. Van: http://www.hoesnel.nl/demografie_nederland/artikelendemografie-nederland.html (datum van raadpleging 20 april 2010) ² Economisch beeld 2010-2011. Van: http://www.cpb.nl/nl/pub/cepmev/cep/2010/pdf/h1.pdf (datum van raadpleging: 20 april 2010) ³ Retail mikt vaker op beleving. Van: http://www.retailnews.nl/rubrieken/consument/winkelbeleving/18733/retail-mikt-vaker-op-beleving.html (datum van raadpleging: 20 april 2010) ⁴ Wat is web 3.0. Van: http://www.marketingportaal.nl/artikel/592/wat-is-web-30 (datum van raadpleging: 20 april 2010) ⁵ Duurzaam inkopen. Van: http://www.senternovem.nl/duurzaaminkopen/ (datum van raadpleging: 20 april 2010) ⁶ Duurzame mode; hype of must? Van: http://www.textilia.nl/expertlog/artikelen/id20Duurzame_mode_hype_of_must.html (datum van raadpleging: 20 april 2010) ⁷ Maatschappelijk verantwoord ondernemen overleeft de crisis. Van: http://www.managementscope.nl (datum van raadpleging: 20 april 2010) ⁸ Niet doorschieten met mvo-beleid buitenland. Van: http://www.vnoncw.nl/Publicaties/Nieuws/Pages/Niet_doorschieten_met_mvobeleid_buitenland_1616.aspx (datum van raadpleging: 20 april 2010)
38
9. Conclusie Dit onderzoek is uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de situatie van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) onder retailers in de Nederlandse modebranche om zo antwoord te geven op de onderzoeksvraag:
“Welke factoren bepalen de toekomst van maatschappelijk verantwoord ondernemen voor retailers in de Nederlandse modebranche?” Om deze vraag te kunnen beantwoorden is er eerst gekeken naar wat MVO inhoudt. Bij MVO draait het erom dat een bedrijf op een, voor de maatschappij waarin zij actief is, verantwoorde manier onderneemt. Een bedrijf onderneemt pas echt maatschappelijk verantwoordt wanneer het aan de volgende punten voldoet: 1. MVO maakt een wezenlijk onderdeel uit van de bedrijfsvoering en de bedrijfsstrategie. 2. Bij MVO wordt er gestreefd naar het vinden van een balans tussen people, planet en profit. 3. Bij MVO houdt men rekening met belanghebbenden, ook wel stakeholders genoemd. 4. Openheid en transparantie maken onderdeel uit van het MVO-beleid van een bedrijf. Ondanks deze richtlijnen is het lastig aan te geven wanneer een bedrijf nu echt aan MVO doet. Noch de overheid, noch het bedrijfsleven hebben duidelijke eisen opgesteld aan het aantal en de vorm van verantwoorde activiteiten die moeten worden uitgevoerd. Een bedrijf kan zich ook in verschillende fasen van het implementeren van MVO bevinden. Men herkent hierin vier fasen, te weten: - Fase 1: Diffuse ontvankelijkheid voor MVO; - Fase 2: Daadwerkelijk aan de slag, MVO concretiseren binnen het bedrijf; - Fase 3: Vergroten van het interne draagvlak; - Fase 4: Het ontstaan van gedeelde waarden. MVO is een continu proces. De inhoudt veranderd afhankelijk van de wensen van de omgeving of de wetenschap van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van MVO. MVO in het verleden MVO is geen nieuw verschijnsel en vindt zijn oorsprong in de opkomst van de industrialisatie in de 18e eeuw. MVO richtte zich in die tijd voornamelijk op het sociale aspect, waarbij het welzijn van de arbeiders centraal stond. Factoren die toen MVO bepaalden zijn onder andere de angst voor arbeidsonrust en geloofsovertuiging. Naarmate de welvaart in de 20e eeuw steeg, begon men een verband te zien tussen de groeiende economie en de groeiende milieuvervuiling. Dit zorgde ervoor dat MVO zich meer richtte op het ecologische aspect, met als hoofdzaak het terugdringen van de milieuvervuiling. Factoren die toen MVO bepaalden waren vooral de ontdekking van grote milieuschandalen die de angst onder de mensen aanwakkerden. Hierdoor werd er steeds meer druk vanuit de maatschappij uitgeoefend op de overheid en bedrijven. In 1987 werd een rapport gepresenteerd die voor het eerst een verband aangaf tussen problemen op sociaal, cultureel en milieu gebied. Dit is bepalend geweest voor de inhoudt van MVO zoals wij deze nu kennen, gericht op people, planet en profit. Het lijkt er dus op dat MVO in het verleden vooral werd uitgevoerd vanuit de druk die bijvoorbeeld vanuit de maatschappij werd gelegd op de bedrijven en de overheid, en niet zozeer vanuit eigen initiatief. MVO in het heden Textielgroothandel en textieldetaihandel In de modebranche wordt er een onderscheid gemaakt tussen producerende bedrijven (textielgroothandel) en niet producerende bedrijven (textieldetailhandel). De producerende bedrijven besteden vaak de productie van hun kleding uit aan fabrieken in lagelonenlanden, waar wet- en regelgeving rondom milieu en mensenrechten nauwelijks worden nageleefd. MVO bestaat voor hen naast het verbeteren van de interne situatie, ook uit het verbeteren van de omstandigheden in deze landen. Zo zijn het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in de fabrieken en het streven naar het gebruik van een zo’n biologisch mogelijk proces belangrijke speerpunten. Er zijn meerdere organisaties en initiatieven die hen hierbij kunnen ondersteunen zoals de Schone Kleren Campagne en Fair Wear Foundation.
39
De bedrijven die alleen kleding inkopen, maar geen productie uitbesteden hebben minder grip op dit soort zaken. Voor hen zijn speerpunten van MVO vooral het beperken van afval, energieverbruik en transport. Belangrijk is wel dat zij maatschappelijk verantwoorde productie kunnen stimuleren door het inkopen van maatschappelijk verantwoorde kleding in plaats van conventionele kleding. Zij kunnen er hierbij op letten of een merk dat zij inkopen is aangesloten bij een initiatief of een keurmerk draagt. Een voorbeeld van een keurmerk is Global Organic Textile Standard die een merk zowel controleert op het sociale als ecologische aspect. Kwalitatieve eigenschappen MKB De retailers, die vaak multi-brand stores bezitten, vallen onder het midden- en kleinbedrijf (MKB). Het MKB beschikt over kwalitatieve eigenschappen die hen zeer geschikt maakt voor MVO. Bedrijven binnen het MKB zijn herkenbaar, aanspreekbaar, persoonlijk, flexibel en invloedrijk in de omgeving. Toch heeft het MKB ook kenmerken die barrières kunnen vormen voor het opnemen van MVO. De bedrijven zijn vaak klein waardoor ze minder middelen en tijd hebben om zich bezig te houden met activiteiten rondom MVO. Om deze reden beperken zij zich ook vaak tot zaken die alleen met de kernactiviteiten van het bedrijf te maken hebben. Het MKB is daarnaast geneigd zich alleen te richten op korte termijn resultaten. Zij zullen niet snel investeren in activiteiten die pas op lange termijn resultaat opleveren, wat bij activiteiten rondom MVO vaak het geval is. Ze reageren vaak terughoudend en niet anticiperend. De levenscyclus van het bedrijf is ook bepalend voor het opnemen van MVO. Een bedrijf dat zich nog in de groei- of opstartfase bevindt zal minder geneigd zijn MVO te implementeren, omdat het er wederom de middelen niet voor heeft. Een volwassen bedrijf dat zich in de stabiliteitsfase bevindt leent zich het best voor MVO. Multi-brand stores Deze factoren die bepalend zijn voor MVO in het MKB bleken ook naar voren te komen in het onderzoek onder de multi-brand stores in de Nederlandse modebranche. De retailers zijn aan de hand van het SCENE model beoordeeld op hun invulling van people, planet en profit. Hieruit blijkt dat zij vooral hoog scoren op het gebied van people. De reden dat zij hierop hoog scoren lijkt vooral verband te houden met de kwalitatieve eigenschappen van het MKB en niet zozeer met het implementeren van MVO. MVO is door deze bedrijven nog niet echt opgenomen in het beleid, zij bevinden zich fase 1 of 2 van het implementeren van MVO. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat de retailers weinig terugkoppeling krijgen vanuit de omgeving. Branche- en inkooporganisaties in de mode verstrekken wel informatie over MVO, maar nemen nog geen ondersteunende rol op zich. Ook de consument toont weinig interesse in de activiteiten van de retailers rondom MVO. Hierdoor is er weinig stimulans voor deze retailers om MVO een onderdeel van hun beleid te maken. De retailers leken geen helder beeld te hebben over wat MVO precies inhoudt voor hun branche. Een reden hiervoor kan zijn dat het voor hen moeilijk is heldere informatie te verkrijgen over dit onderwerp. Toch kan MVO veel voordelen opleveren voor retailers. Zo kan het hen een positiever imago en reputatie geven wat omzetverhogend kan werken. Daarnaast kan het zorgen voor minder personeelsverloop, meer steun van gemeenten, fiscale voordelen en het gemakkelijker ontvangen van kredietverlening bij banken. De consument De consument lijkt een belangrijke factor in het opnemen van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding in het assortiment van de multi-brand store. Volgens de onderzochte retailers en de branche- en inkooporganisatie is het opnemen van deze kleding niet aantrekkelijk, omdat het geen commercieel belang dient. De consument is vaak niet bereid meer te betalen voor dergelijke kleding. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ongeveer de helft van de Nederlanders niet bereid is extra te betalen voor verantwoorde kleding. De burger lijkt veel waarde te hechten aan MVO, maar de consument kiest hier uiteindelijk niet voor. Toch blijkt uit onderzoek dat wanneer het aanbod aan verantwoorde kleding bij een winkel groter is, de consument eerder een verantwoord kledingstuk koopt, ongeacht de altruïstische waarde van deze persoon. Uit de enquête blijkt dat de consument nog geen helder beeld heeft van MVO. Kleding die geen schadelijke stoffen bevat en waarbij tijdens het productieproces rekening is gehouden met de arbeidsomstandigheden genieten de voorkeur ten opzichte van gerecyclede kleding. Ook staan de meeste consumenten sceptisch tegenover keurmerken. Het feit dat er een groot scala aan
40
keurmerken en consumentenlabels bestaat, welke onderling verschillende eisen aan de grondstof of het productieproces van een kledingstuk stellen, kan hier aan bijdragen. MVO in de toekomst De factoren die de toekomst van MVO bepalen voor retailers in de modebranche worden hieronder aangegeven.
Consument Ondanks dat de consument op dit moment nog niet lijkt te kiezen voor verantwoorde kleding komt hier volgens kenners in de toekomst verandering in. De nieuwe consument wil verantwoorde producten. Het lijkt niet meer een alternatief te zijn. Het kiezen voor verantwoorde producten wordt steeds aantrekkelijker. De retailer zal wel in alle opzichten maatschappelijk verantwoord moeten zijn, om de consument te overtuigen. Alleen een duurzaam sausje zal niet inslaan bij de steeds selectiever wordende consument. Authenticiteit is hierbij dan ook het sleutelwoord. Volgens Cor Brockhoven, positioneringmanager van Brand Positioneringgroep is het ondenkbaar dat in 2020 producten alleen nog gekocht worden op basis van de prijs. De mensen die op dit moment geïnteresseerd zijn in deze producten worden de `cultural creatives’ genoemd en bestaan in Nederland al uit twee miljoen mensen. Wil men deze groeiende groep mensen bereiken, dan is het van belang dat MVO in alle opzichten opgenomen wordt in het beleid van een bedrijf. Bedrijven die hier niet op inspringen zullen in de toekomst omzet laten liggen.
Detaillistenvertouwen Er zijn 28% meer detaillisten of retailers, negatief dan positief over de huidige stand van zaken. Toch blijkt dat kleinere bedrijven positiever zijn dan de grotere bedrijven. Het feit dat bedrijven met minder personeel positiever zijn geworden ten opzichte van de grote bedrijven, kan positief bijdragen aan de ontwikkelingen rondom MVO in het MKB. Wanneer de detaillisten meer vertrouwen hebben durven ze misschien ook meer te ondernemen rondom MVO. Helaas moet hierbij wel rekening gehouden worden met het feit dat de omzet van modezaken in 2009 gemiddeld met 3% is gedaald en de afzetontwikkeling ook negatief is. Daarbij komt dat de koopkracht vertraagd reageert op de economische crisis. Dit betekend dat in 2010 de diepe crisis pas echt zichtbaar wordt in de koopkrachtcijfers. Hierdoor kan het zijn dat retailers minder geneigd zullen zijn zich bezig te houden met MVO. Retailers in het MKB richten zich vaak op resultaat op korte termijn. Hoewel veel MVO activiteiten juist kosten kunnen besparen, gaat dit vaak wel gepaard met investeringen die zich pas op lange termijn bewijzen. Ook gaven de retailers aan geen commercieel belang te zien in het aanbieden van verantwoorde kleding. De dalende koopkracht kan ervoor zorgen dat zij het opnemen van deze kleding voorlopig uit zullen stellen.
Concurrentie Hoewel retailers in het MKB onderling weinig last hebben van concurrentie is het belangrijk te letten op het feit dat steeds meer grote retailers zoals H&M en C&A hun assortiment aan kleding verduurzamen. Steeds meer mensen geven aan tijdens het kopen van kleding er op te letten of het wel maatschappelijk verantwoord geproduceerd is. De markt voor deze kleding lijkt dus steeds meer te groeien. Als de kleinere retailers hierop achter blijven zullen ze uiteindelijk omzet mislopen, doordat zij een doelgroep laten liggen. Wet- en regelgeving De overheid is niet alleen actief op het gebied van MVO aan de hand van een duurzaam inkoopbeleid, maar er komen ook moties op tafel met als onderwerp naleving van mensenrechten. Het niet naleven hiervan zou moeten leiden tot sancties. Mocht in de toekomst een dergelijke motie aangenomen worden, dan is dit een extra stimulans voor bedrijven om MVO volledig op te nemen in haar beleid. Het feit dat deze motie al op tafel ligt, kan op dit moment voor bedrijven al een stimulans zijn zich meer te verdiepen in MVO, om zo de ontwikkelingen voor te blijven. Merken die hier mee aan de slag gaan, zullen hun MVO activiteiten doorgeven aan de retailer die het merk inkoopt. Daarbij wil je als retailer in de toekomst geen merk verkopen die een sanctie heeft gekregen van de overheid. Stakeholders Uit het onderzoek komt naar voren dat de omgeving van de retailers in het MKB weinig terugkoppeling geeft op de MVO activiteiten van deze bedrijven. Retailers zijn zelden het mikpunt van NGO’s op het gebied van MVO en worden hier dus ook niet snel op aangesproken.
41
De consument gaat de communicatie niet aan met de retailers en de branche- en inkooporganisaties beperken zich vooral tot het strekken van informatie. Ook de retailers zelf lijken weinig te communiceren met hun omgeving over MVO. Voor de toekomst van MVO onder de retailers in de modebranche is het van belang dat zij worden gestimuleerd door hun omgeving. Via het online kanaal kan de retailer zelf de communicatie aangaan met de consument en zo op het gebied van MVO een co-creatie aangaan. De kleine bedrijven zijn juist uitermate geschikt om de consument te informeren over MVO, omdat zij geloofwaardiger zijn voor het publiek.
Reputatie/Imago Het volledig opnemen van MVO kan de retailer een positief imago en reputatie geven, meer naamsbekendheid opleveren en op die manier omzet verhogend werken. Het onderscheidt een retailer in de modebranche met een conventionele retailer. Het betekent ook dat de retailer zich openstelt voor een nieuwe doelgroep, wat het marktaandeel kan vergroten. Kwalitatieve eigenschappen MKB Kleine bedrijven zijn aanspreekbaar, herkenbaar, flexibel en betrouwbaarder dan grote bedrijven. Deze factoren geeft hen voordeel ten opzichte van grote bedrijven in het volledig opnemen van MVO. Op het moment zien we dat deze eigenschappen ervoor zorgen dat de retailers zich wel bezig houden met activiteiten rondom MVO, maar dit niet bewust zien als MVO. Ook de eigen overtuiging van de retailer staat hiermee in verband. De eigenaar bepaald vaak de activiteiten van het bedrijf. Een retailer die uit eigen overtuiging MVO belangrijk vindt, zal zelf op zoek gaan naar de middelen. Wanneer een retailer deze overtuiging niet heeft, zal hij gestimuleerd moeten worden om MVO op te nemen in zijn bedrijfsvoering.
42
10. Aanbevelingen Retailers in de Nederlandse modebranche hebben bepaalde kenmerken die hen zeer geschikt maakt voor MVO. Toch zijn zij er nog niet zo bewust mee bezig. Ze hebben geen duidelijk beeld van wat MVO voor hen inhoudt en tonen geen duidelijke balans in de drie P’s. Omdat de retailers tot het MKB behoren, hebben zij vanwege hun grootte vaak niet de middelen om informatie te vergaren over MVO en het vervolgens daadwerkelijk uit te voeren. Men ziet dan ook dat deze retailers vaak geen concrete doelen stellen op het gebied van MVO, of concrete plannen maken. De retailers wordt niet gestimuleerd door de omgeving om MVO onderdeel uit te laten maken van het beleid. De consument gaat niet het gesprek aan over een eventueel aanbod van verantwoorde kleding. Er zijn vele organisaties die MVO in de modebranche proberen te stimuleren onder bedrijven. Zo zijn er organisaties die lobbyen voor betere arbeidsomstandigheden. Ook zijn er organisaties die proberen de consument inzicht te geven in hoe verantwoord bepaalde merken zijn. Zij geven de merken een score aan de hand van hun MVO-activiteiten. Merken kunnen ook lid worden van initiatieven die hen helpen hun bedrijf te verduurzamen. Opvallend genoeg zijn er geen bedrijven die de retailer binnen het MKB in de modebranche stimuleert of ondersteunt op dit gebeid. Dit terwijl deze retailers juist dicht bij de consument staan en de consument kunnen overtuigen van het nut van MVO. Ook zijn het de kleine retailers die juist ondersteuning nodig hebben bij het opnemen van MVO. Zij hebben er vaak de middelen en de tijd niet toe, om informatie te vergaren en concrete plannen op te stellen. Hierbij kan een organisatie uitkomst bieden. Wanneer er een organisatie wordt opgezet, voor deze retailers, dan kan deze fungeren als een MVO-manager. Grote bedrijven stellen vaak een werknemer aan die het MVO beleid stuurt, dit worden vaak CSR managers (Corporate Social Responsibility) genoemd. Kleine bedrijven hebben niet de middelen iemand hiervoor aan te nemen. Voor hen zou een organisatie die hen kan helpen met het voeren van een beleid rondom MVO een uitkomst en stimulans bieden. Branche- en inkooporganisaties zijn zeer geschikt om deze taak op zicht te nemen. De vraag is echter: “Op welke manier kan een organisatie de retailer in het MKB stimuleren op het gebied van MVO?” Om hier antwoord op te geven wordt hieronder een soort handleiding gegeven waarin onder de aandacht wordt gebracht waar een organisatie op kan letten.
43
Handleiding voor het stimuleren van MVO onder retailers in het MKB Hoe zorg ik dat retailers geïnteresseerd raken in MVO? Aandacht trekken! Het belangrijkste punt is dat men de aandacht van de retailer moet trekken om hem warm te maken voor het opnemen van MVO. Hierbij moet de organisatie in het achterhoofd houden dat een retailer in het MKB moeilijk in beweging komt. Een aantal mailingen en brieven over het onderwerp versturen hebben hierbij dus weinig tot geen nut. De retailer is aanspreekbaar, dus waarom niet persoonlijk langsgaan bij een aantal retailers. Door bijvoorbeeld per stad een aantal retailers te bezoeken en hen het woord in die stad te laten verspreiden, hoeft het ook geen immens tijdrovende klus te zijn.
Waar moet ik mij als organisatie op richten? Aandacht voor drie P’s! Zoals in het onderzoek al naar voren kwam, is er voor de grote spelers voor elke P van people, planet en profit wel weer een aparte organisatie. Voor sommige P’s zijn er zelfs meerdere organisatie die allen hun eigen interpretatie hebben over wat de inhoudt rondom deze P is. Voor de retailers in het MKB is er eigenlijk nog geen echte organisatie die hen begeleid in MVO. Waarom dan niet voor de retailers in het MKB het gelijk goed aanpakken? Wanneer één organisatie de retailers begeleid op zowel het gebied van people, als die van planet en profit, dan blijft het overzichtelijk voor de retailer en zal hij meer gemotiveerd zijn zich op alle punten van MVO te storten.
Wat kan ik als organisatie voor de retailer betekenen? Begeleiding! Aangezien de retailer geen tijd noch de middelen heeft om instrumenten te ontwikkelen voor MVO is het van belang dat de organisatie hen hierin begeleid. Zo kan de organisatie een plan opstellen samen met de retailer. In het plan kan bijvoorbeeld staan welke stappen de retailer kan of moet nemen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. De organisatie kan vervolgens periodiek met de retailer afspreken om de voortgang te bespreken en vast te stellen. Op deze manier geeft de organisatie de retailer tegelijk ook een instrument om zijn ontwikkelingen op het gebied van MVO naar buiten te brengen tegenover de belanghebbenden.
Hoe houd ik de retailer geboeid? Businessmodellen! Een onderdeel van wat er in het plan kan staan is bijvoorbeeld een aantal businessmodellen. Het is bij MVO namelijk van belang dat men niet alleen winst maakt voor de omgeving, maar ook voor de eigen onderneming. Zo kan de organisatie met de retailer een businessmodel opstellen voor het verwerken van afval. Door bijvoorbeeld het afval gezamenlijk op te laten halen, samen met meerdere retailers in de betreffende stad, schaadt de retailer het milieu aanzienlijk minder en bespaart hij enorm veel geld op zijn afvalkosten. Op deze zelfde manier kan de organisatie samen met de retailer ervoor zorgen dat de kleding gezamenlijk met andere retailers wordt bezorgd, waardoor de retailer bespaart op transportkosten en op deze manier de CO² uistoot verminderd. Weer hetzelfde is te bedenken op het gebied van carpoolen. Meerdere retailers in een stad kunnen hun personeel onderling met elkaar laten carpoolen. Zo kan de organisatie op hun website een pagina opstellen waarop de personeelsleden van de aangesloten retailers een carpoolafspraak kunnen plannen voor hun stad. Op deze manier breng je als organisatie de retailers samen, laat hen inzien dat zij en winst kunnen maken voor de maatschappij en dat zij daar zelf ook op vooruitgaan.
44
Kan ik hen meer bieden? Subsidies! Doordat de organisatie het middelpunt is en fungeert als brug tussen de verschillende retailers, kunnen zij bijvoorbeeld ook aanspraak maken op subsidies. De CO² uitstootvermindering van één retailer komt waarschijnlijk niet in aanspraak voor een subsidie, maar de totale uitstootvermindering van alle aangesloten retailers bij de organisatie misschien wel.
Wat heeft de retailer nodig? Inkoopplan! Voor de retailers is het lastig genoeg informatie in te winnen over de merken die zij inkopen. De organisatie kan ten eerste de retailers informeren en hen helpen een duurzaam inkoopbeleid op te stellen. Daarnaast kan de organisatie een lijst opstellen met merken, waarbij aangegeven wordt welke merken zich op welke punten van MVO richtten. Op deze manier krijgt de retailer direct meer inzicht in de merken en de activiteiten rondom MVO. Ook maakt dit het gemakkelijker voor de retailer om het gesprek rondom MVO aan te gaan met de klant, omdat hij op deze manier zelf ook meer op de hoogte is over zijn merken. Verder kan de organisatie de retailer bijstaan in de communicatie met de leverancier. Hierdoor zal de retailer zich veiliger voelen zich uit te spreken over MVO, tegenover zijn leveranciers.
Hoe bereiken we de omgeving? Communicatie! De retailers krijgen nog maar weinig terugkoppeling vanuit de omgeving. Ook de consument lijkt nog maar weinig te vragen over MVO. De organisatie kan de retailer begeleiden en stimuleren in de communicatie met de omgeving. Zo kan de organisatie de retailer handvaten geven in het communiceren van MVO naar de klant toe. Dit kan bijvoorbeeld door een blog bij te houden op de website van de retailer, over de ontwikkelingen rondom MVO. Ook kan de retailer een forum openen op zijn site, waarop de klant kan reageren op de ontwikkelingen. De organisatie kan de retailer hierbij helpen en hen in laten zien dat de markt van maatschappelijk verantwoorde kleding groeit. Daarbij is het van belang dat de organisatie laat zien waar de consument het meest op let. Zo vind de consument het belangrijk dat kleding geen schadelijke stoffen bevat en dat de arbeiders goed worden behandeld. De retailer kan dus beginnen met het aanbieden van deze kleding. Verder moet de organisatie de retailer informeren over wat bepaalde keurmerken inhouden en wat de achterliggende problemen zijn. De consument wil namelijk betrouwbaarheid als het gaat om MVO. De organisatie kan samen met de retailer een plan opstellen om de verkoop van zijn maatschappelijk verantwoorde kleding te meten, nadat hij het aanbod hierin heeft verhoogt en de communicatie met de klant is aangegaan. Op deze manier krijgt de retailer meer inzicht in de daadwerkelijk behaalde resultaten.
Is dit genoeg? MVO is een continu proces! Bovenstaande punten geven een organisatie richtlijnen in wat zij kunnen doen om MVO te stimuleren onder retailers. Het laat hen zien hoe zij kunnen zorgen dat retailers MVO in zijn geheel gaan opnemen. Maar MVO blijft een continu proces, wat betekend dat er altijd veranderingen aangebracht moeten worden in de gestelde doelen. Dit betekend dat de organisatie altijd zal moeten blijven werken met de retailers aan verbeteringen rondom MVO. Het voordeel is dat door een samenwerking de retailers sterker staan en de conversatie rondom MVO actief zal blijven.
45
Bronnenlijst Literatuur/Publicaties Mitex, Branche Service B.V., HBD, Bewust ondernemen in de mode-, schoenen-, en sportbranche, Online brochure. Dhr. R. Hoevenagel, Maatschappelijk verantwoord ondernemen in het midden- en kleinbedrijf, Online Artikel. Eikens, P, 2009, Mode met meerwaarde, Evaluatie van de vraag- en aanbodfactoren die invloed hebben op de consumptiekeuze van ethisch verantwoorde baby- en kinderkleding in Nederland, Scriptie, Wageningen Universiteit. Hupperts, P, Modebewust? Mode en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, Duurzame Ontwikkeling in het Hoger Beroepsonderwijs, Artez Arnhem, Arnhem. J. Cramer en A. van der Heijden, Maatschappelijk verantwoord ondernemen vergt maatwerk, Online Artikel. Ministerie van VROM, Criteria voor het duurzaam inkopen van bedrijfskleding, online publicatie. Starre, M., 2006, Het verband tussen People, Planet en Profit van MVO binnen het MKB. Scriptie, Vrije Universiteit Amsterdam. Internet Afdanken van kleding. Van: http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Kleding#Afdanken_van_kleding (datum van raadpleging 27 april 2010) Afzet. Van: http://www.ondernemerschap.nl/index.cfm/1,131,0,0,html/Afzet (datum van raadpleging: 15 april 2010) Cassandraclub, Limits to growth. Van: http://cassandraclub.wordpress.com/2009/04/26/limits-to-growth-revisited/ (van raadpleging: 03 maart 2010) Claaw’s weblog.Van: http://claaw.wordpress.com (datum van raadpleging: 03 maart 2010) Censor.nu, Evolutie van het MVO. Van: http://www.censor.nu/pdf/artikel/44/evolutie_van_het_mvo (datum van raadpleging: 03 maart 2010) Consument wil baat hebben bij MVO. Van: http://www.secondsight.nl/page/16165/nl (datum van raadpleging: 19 april 2010) Cradle-To-Cradle, Hoe certificeren? Van: http://www.cradletocradle.nl/home/506_hoecertificeren.htm (datum van raadpleging: 14 april 2010) De duurzame burger en onverantwoorde consument. Van: http://www.marketresponse.nl/nieuws/marketresponse-actueel/de-duurzame-burger-enonverantwoorde-consument/ (datum van raadpleging: 19 april 2010) De winst van ethiek, maatschappelijk ondernemen in het midden- en kleinbedrijf. Van: http://www.duurzaamondernemen.nl/artikelen/http_www.minez_Waarom%20MVO%20in %20MKB.pdf (datum van raadpleging: 15 maart 2010) Detaillistenvertrouwen. Van: http://hbd.nl/pages/15/Detaillistenvertrouwen/Detailhandeltotaal/Detaillistenvertrouwen.html?subonderwerp_id=916 (datum van raadpleging: 16 april 2010) “Duurzaamheid kan reputatie een impuls geven”. Van: http://www.consumententrends.nl/Artikel%20detailhandel.pdf (datum van raadpleging: 19 april 2010) www.fairwear.org www.global-standard.nl (datum van raadpleging: 10 april 2010) Grote MKB-bedrijven doen meer aan MVO. Van: http://www.kvk.nl/nieuws/grote_mkbbedrijven_doen_meer_aan_mvo/ (datum van raadpleging: 17 april 2010) Hoe manage ik de groei van mijn bedrijf? Van: http://www.businesscompleet.nl/kennisbank/2393-Hoe-manage-ik-de-groei-van-mijnbedrijf.html (datum van raadpleging: 17 april 2010) Keurmerk kleding. Van: http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Keurmerk%20kleding. (datum van raadpleging: 19 april 2010) Midden- en kleinbedrijf. Van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Midden-_en_Kleinbedrijf (datum van raadpleging: 15 april 2010)
46
Ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit, maatschappelijk verantwoord ondernemen. Van: http://www.minlnv.nl/portal/page?_pageid=116,1640848&_dad=portal&_schema=PORT AL(datum van raadpleging: 03 maart 2010) Modebewust.nu, People, Planet, Profit. Van: http://modebewust.nu/nl/general/profit_people_planet (datum van raadpleging: 18 maart 2010) MVO Nederland, ‘Cradle to Cradle’-T-shirt. Van: http://www.mvonederland.nl/degrotemvobibliotheek/praktijkvoorbeelden/5749 (datum van raadpleging: 10 maart 2010) http://www.mvoplatform.nl (datum van raadpleging 3 maart 2010) Omzet en exploitatie. Van: http://hbd.nl/pages/15/Omzet-en-exploitatie/Detailhandeltotaal/Omzet-per-jaar.html?subonderwerp_id=16 (datum van raadpleging: 16 april 2010) www.rankabrand.nl Samenvatting Rumana’s Sweatshop. Van: http://sweatsoap.nl/mijn-leven/ (Datum van raadpleging: 26 mei 2010) www.schonekleren.nl http://www.ser.nl (datum van raadpleging 3 maart 2010) Trends in Retail 2009-2010: onzekere consument terug naar af. Van: http://www.nl.capgemini.com/m/nl/n/pdf_Trends_in_Retail_20092010__onzekere_consument_terug_naar_af.pdf (datum van raadpleging: 19 april 2010) Van alle kanten bekeken: Organic jeans. Van: http://www.textilia.nl/retail/ondernemen/rid64-van-alle-kanten-bekeken-organicjeans.html (datum van raadpleging: 19 april 2010) Wikipedia, Brundtland-rapport.Van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Brundtland-rapport (datum van raadpleging: 03 maart 2010) Wikipedia, Duurzame ontwikkeling. Van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_ontwikkeling (datum van raadpleging: 03 maart 2010)
Media RTL Z nieuws, 2010, Er komt inderdaad een derde industriële revolutie, TV uitzending RTL 7, 24 maart 2010.
47
Bijlagen
1. Vragenlijsten multi-brand stores
2. Enquête uitslagen
3. Interview Eveline de Kruif, CWB.Mitex
4. Interview Emiel Poisz, Intres
48
1. Vragenlijsten multi-brand stores Multi-brand store A Konijnendijkmode Zuid-Beijerland, Mevr. Konijnendijk Algemeen: Hoeveel werknemers telt uw bedrijf? 60 In welke fase van de levenscyclus bevindt uw bedrijf zich? Groei Hoe lang bestaat uw bedrijf? 100 jaar Wat is in het kort jullie concept? Kunt u bij de volgende stelling de mate van juistheid aangeven voor uw bedrijf? Hierbij is 1 geheel onjuist en 5 zeer juist. People
1
2
3
4
1. Ons bedrijf maakt gebruik van een introductieprogramma voor nieuwe personeelsleden.
5
X
2. Bij werving & selectie staan wij open voor medewerkers uit verschillende groepen, zoals langdurige werklozen, allochtonen of oudere medewerkers.
X
3. Binnen ons bedrijf worden op regelmatige basis functioneringsgesprekken gehouden.
X
4. Ons bedrijf gaat verder dan de voorgeschreven richtlijnen op het gebied van ARBO wetgeving.
X
5. Iedere werknemer is opgeleid voor zijn of haar taak en krijgt de kans zich via nieuwe opleidingen verder te ontwikkelingen.
X
6. Het ziekteverzuim binnen onze onderneming is laag
X
7. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van eerlijke kleding (goede arbeidsomstandigheden) en heeft dit ook in het assortiment opgenomen. 8. Ons bedrijf gaat de communicatie aan met de klant over duurzame ontwikkeling en informeert de klant over de beschikbare producten op dit gebied.
X
X Score
87,5 % Planet
1
2
1. Ons bedrijf is bewust bezig met energiebesparing.
3
4
5
X
2. Onze bedrijf gebruikt groene energie.
x
3. Ons bedrijf is bewust bezig met afvalvermindering (bijv. dubbelzijdig printen) en afvalscheiding en recycling.
X
4. Ons bedrijf koopt en gebruikt verantwoorde producten, bijv. gerecycled papier, biologische etenswaren. 5. Ons bedrijf heeft een fietsplan en stimuleert carpoolen.
49
x x
6. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van duurzaam textiel (bijvoorbeeld kleding van biologisch katoen) en heeft dit ook in het assortiment opgenomen. 7. Ons bedrijf gaat bewust om met schoonmaakmiddelen (geconcentreerd, navulbare flacons etc.) 8. Ons bedrijf stelt milieudoelen.
x x x
Score Profit
1
1. Ons bedrijf wil binnen drie jaar een filiaal openen.
2
50
%
4
5
3
x
2. De winstgevendheid van ons bedrijf is positief.
x
3. De groei van onze onderneming is in de afgelopen jaren positief geweest.
x
4. Ons bedrijf is aangesloten bij een duurzame bank.
x
5. Ons bedrijf investeert bewust (total costs of ownership).
x
6. De kans dat onze onderneming failliet gaat in de nabije toekomst is nihil
x
7. Ons bedrijf investeert in de maatschappij, bijvoorbeeld sponsoring, en plukt daar zelf ook de vruchten van.
x
8. Ons bedrijf is voldoende liquide
x
Score
85
Maakt u gebruik van subsidies rondom milieu en energie?nee Krijgt u veel vragen van consumenten over uw MVO activiteiten?nee Kunt u een aantal redenen geven waarom u niet maatschappelijk verantwoord zou ondernemen? nee Welke voordelen ervaart u als gevolg van MVO? o Positief imago o Door sponsoring die aan evenementen is gekoppeld meer naamsbekendheid o Werkt omzetverhogend Brengt u de mate waarin u maatschappelijk verantwoord onderneemt ook naar buiten? Op welke manier? Nee, Is het duidelijk voor u op welke wijzen u maatschappelijk verantwoord kunt ondernemen? o We zoeken dit als bedrijf zelf op via Internet, deskundigen of instanties. Zou u interesse hebben in een organisatie op het gebied van MVO waar u lid van kunt worden, zodat u ondersteund wordt in het proces van MVO? o Konijnendijk mode is aangesloten bij een initiatief van een aantal zelfstandige ondernemers waarmee ze brainstormen over innovatie en ook maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat bij Konijnendijk mode geheel uit eigen overtuiging. Er is geen vraag vanuit de consument of andere belanghebbenden. Het wordt gedaan omdat het een positieve bijdrage levert aan het bedrijf.
50
%
Multi-brand store B RAF Jeans Twello, Raf Nettuno Algemeen: Hoeveel werknemers telt uw bedrijf? 1 In welke fase van de levenscyclus bevindt uw bedrijf zich?Opstartfase Hoe lang bestaat uw bedrijf? 1 jaar Wat is in het kort jullie concept? De service van vroeger in een nieuw jasje. Kunt u bij de volgende stelling de mate van juistheid aangeven voor uw bedrijf? Hierbij is 1 geheel onjuist en 5 zeer juist. People
1
2
3
9. Ons bedrijf maakt gebruik van een introductieprogramma voor nieuwe personeelsleden.
4
5
x
10. Bij werving & selectie staan wij open voor medewerkers uit verschillende groepen, zoals langdurige werklozen, allochtonen of oudere medewerkers.
x
11. Binnen ons bedrijf worden op regelmatige basis functioneringsgesprekken gehouden.
x
12. Ons bedrijf gaat verder dan de voorgeschreven richtlijnen op het gebied van ARBO wetgeving.
x
13. Iedere werknemer is opgeleid voor zijn of haar taak en krijgt de kans zich via nieuwe opleidingen verder te ontwikkelingen.
x
14. Het ziekteverzuim binnen onze onderneming is laag
x
15. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van eerlijke kleding (goede arbeidsomstandigheden) en heeft dit ook in het assortiment opgenomen. 16. Ons bedrijf gaat de communicatie aan met de klant over duurzame ontwikkeling en informeert de klant over de beschikbare producten op dit gebied.
x
x
Score
80 % Planet
1
2
3
4
9. Ons bedrijf is bewust bezig met energiebesparing.
x
10. Onze bedrijf gebruikt groene energie.
x
11. Ons bedrijf is bewust bezig met afvalvermindering (bijv. dubbelzijdig printen) en afvalscheiding en recycling.
x
12. Ons bedrijf koopt en gebruikt verantwoorde producten, bijv. gerecycled papier, biologische etenswaren.
x
13. Ons bedrijf heeft een fietsplan en stimuleert carpoolen. 14. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van duurzaam textiel (bijvoorbeeld kleding van biologisch katoen) en heeft
51
5
x x
dit ook in het assortiment opgenomen. 15. Ons bedrijf gaat bewust om met schoonmaakmiddelen (geconcentreerd, navulbare flacons etc.) 16. Ons bedrijf stelt milieudoelen.
x x
Score
70 %
Profit
1
2
3
9. Ons bedrijf wil binnen drie jaar een filiaal openen.
x
10. De winstgevendheid van ons bedrijf is positief.
x
11. De groei van onze onderneming is in de afgelopen jaren positief geweest.
x
12. Ons bedrijf is aangesloten bij een duurzame bank.
4
x
13. Ons bedrijf investeert bewust (total costs of ownership).
x
14. De kans dat onze onderneming failliet gaat in de nabije toekomst is nihil
x
15. Ons bedrijf investeert in de maatschappij, bijvoorbeeld sponsoring, en plukt daar zelf ook de vruchten van. 16. Ons bedrijf is voldoende liquide
x x
Score
65
5
Maakt u gebruik van subsidies rondom milieu en energie? nee Krijgt u veel vragen van consumenten over uw MVO activiteiten? nee Kunt u een aantal redenen geven waarom u niet maatschappelijk verantwoord zou ondernemen? nee Welke voordelen ervaart u als gevolg van MVO? geen Brengt u de mate waarin u maatschappelijk verantwoord onderneemt ook naar buiten? Op welke manier? nee Is het duidelijk voor u op welke wijzen u maatschappelijk verantwoord kunt ondernemen? Nog niet Zou u interesse hebben in een organisatie op het gebied van MVO waar u lid van kunt worden, zodat u ondersteund wordt in het proces van MVO? Ja, met behulp van een stappenplan. Wat is de drijfveer achter het maatschappelijk verantwoord ondernemen? N.v.t.
52
%
Multi-brand store C Schone Zaken Groningen, J. de Knegt Algemeen: Hoeveel werknemers telt uw bedrijf? 2 In welke fase van de levenscyclus bevindt uw bedrijf zich? Stabiliteit Hoe lang bestaat uw bedrijf? 13 jaar Wat is in het kort jullie concept? Eco-, bio- en sociaalverantwoorde kleding voor mannen en vrouwen. Kunt u bij de volgende stelling de mate van juistheid aangeven voor uw bedrijf? Hierbij is 1 geheel onjuist en 5 zeer juist. People
1
17. Ons bedrijf maakt gebruik van een introductieprogramma voor nieuwe personeelsleden.
x
2
18. Bij werving & selectie staan wij open voor medewerkers uit verschillende groepen, zoals langdurige werklozen, allochtonen of oudere medewerkers. 19. Binnen ons bedrijf worden op regelmatige basis functioneringsgesprekken gehouden.
3
4
5
x
X
20. Ons bedrijf gaat verder dan de voorgeschreven richtlijnen op het gebied van ARBO wetgeving.
x
21. Iedere werknemer is opgeleid voor zijn of haar taak en krijgt de kans zich via nieuwe opleidingen verder te ontwikkelingen.
x
22. Het ziekteverzuim binnen onze onderneming is laag
x
23. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van eerlijke kleding (goede arbeidsomstandigheden) en heeft dit ook in het assortiment opgenomen. 24. Ons bedrijf gaat de communicatie aan met de klant over duurzame ontwikkeling en informeert de klant over de beschikbare producten op dit gebied.
x
x
Score
65 % Planet
1
2
3
4
5
17. Ons bedrijf is bewust bezig met energiebesparing.
x
18. Onze bedrijf gebruikt groene energie.
x
19. Ons bedrijf is bewust bezig met afvalvermindering (bijv. dubbelzijdig printen) en afvalscheiding en recycling.
x
20. Ons bedrijf koopt en gebruikt verantwoorde producten, bijv. gerecycled papier, biologische etenswaren. 21. Ons bedrijf heeft een fietsplan en stimuleert carpoolen. 22. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van duurzaam textiel (bijvoorbeeld kleding van biologisch katoen) en heeft
53
x x x
dit ook in het assortiment opgenomen. 23. Ons bedrijf gaat bewust om met schoonmaakmiddelen (geconcentreerd, navulbare flacons etc.)
x
24. Ons bedrijf stelt milieudoelen.
x
Score
80 %
Profit
1
17. Ons bedrijf wil binnen drie jaar een filiaal openen.
2
3
x
19. De groei van onze onderneming is in de afgelopen jaren positief geweest.
x
20. Ons bedrijf is aangesloten bij een duurzame bank.
x
21. Ons bedrijf investeert bewust (total costs of ownership).
x
22. De kans dat onze onderneming failliet gaat in de nabije toekomst is nihil
x
23. Ons bedrijf investeert in de maatschappij, bijvoorbeeld sponsoring, en plukt daar zelf ook de vruchten van.
x
24. Ons bedrijf is voldoende liquide
x
5
55
%
x
18. De winstgevendheid van ons bedrijf is positief.
Score
4
Maakt u gebruik van subsidies rondom milieu en energie? nee Krijgt u veel vragen van consumenten over uw MVO activiteiten? soms Kunt u een aantal redenen geven waarom u niet maatschappelijk verantwoord zou ondernemen? nee Welke voordelen ervaart u als gevolg van MVO? Goed gevoel Brengt u de mate waarin u maatschappelijk verantwoord onderneemt ook naar buiten? Op welke manier? Ja. Adverteren, mailingen en verkoopgesprekken Is het duidelijk voor u op welke wijzen u maatschappelijk verantwoord kunt ondernemen? Ja. Zou u interesse hebben in een organisatie op het gebied van MVO waar u lid van kunt worden, zodat u ondersteund wordt in het proces van MVO? Nee Wat is voor u de drijfveer achter het maatschappelijk verantwoord ondernemen? Vanzelfsprekende levensinstelling, sociale betrokkenheid.
54
Multi-brand store D Thom Broekman, De rode winkel Utrecht, Tom Broekman Algemeen: Hoeveel werknemers telt uw bedrijf? 130 In welke fase van de levenscyclus bevindt uw bedrijf zich? Stabiliteit Hoe lang bestaat uw bedrijf? 173 jaar Wat is in het kort jullie concept? Herenmode Thom Broekman. Dames- en herenjeans De Rode Winkel. Kunt u bij de volgende stelling de mate van juistheid aangeven voor uw bedrijf? Hierbij is 1 geheel onjuist en 5 zeer juist. People
1
2
3
25. Ons bedrijf maakt gebruik van een introductieprogramma voor nieuwe personeelsleden.
4
x
26. Bij werving & selectie staan wij open voor medewerkers uit verschillende groepen, zoals langdurige werklozen, allochtonen of oudere medewerkers.
x
27. Binnen ons bedrijf worden op regelmatige basis functioneringsgesprekken gehouden.
x
28. Ons bedrijf gaat verder dan de voorgeschreven richtlijnen op het gebied van ARBO wetgeving.
x
29. Iedere werknemer is opgeleid voor zijn of haar taak en krijgt de kans zich via nieuwe opleidingen verder te ontwikkelingen.
x
30. Het ziekteverzuim binnen onze onderneming is laag
x
31. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van eerlijke kleding (goede arbeidsomstandigheden) en heeft dit ook in het assortiment opgenomen. 32. Ons bedrijf gaat de communicatie aan met de klant over duurzame ontwikkeling en informeert de klant over de beschikbare producten op dit gebied.
x
x
Score Planet
1
2
3
70
%
4
5
25. Ons bedrijf is bewust bezig met energiebesparing.
X
26. Onze bedrijf gebruikt groene energie.
X
27. Ons bedrijf is bewust bezig met afvalvermindering (bijv. dubbelzijdig printen) en afvalscheiding en recycling.
X
28. Ons bedrijf koopt en gebruikt verantwoorde producten, bijv. gerecycled papier, biologische etenswaren.
x
29. Ons bedrijf heeft een fietsplan en stimuleert carpoolen.
X
30. Ons bedrijf houdt met het inkoopbeleid rekening met het inkopen van duurzaam textiel (bijvoorbeeld kleding van biologisch katoen) en heeft
X
55
5
dit ook in het assortiment opgenomen. 31. Ons bedrijf gaat bewust om met schoonmaakmiddelen (geconcentreerd, navulbare flacons etc.)
X
32. Ons bedrijf stelt milieudoelen.
x
Score
67,5 %
Profit
1
2
3
4
25. Ons bedrijf wil binnen drie jaar een filiaal openen.
X
26. De winstgevendheid van ons bedrijf is positief.
X
27. De groei van onze onderneming is in de afgelopen jaren positief geweest. 28. Ons bedrijf is aangesloten bij een duurzame bank.
5
X x
29. Ons bedrijf investeert bewust (total costs of ownership).
X x
30. De kans dat onze onderneming failliet gaat in de nabije toekomst is nihil 31. Ons bedrijf investeert in de maatschappij, bijvoorbeeld sponsoring, en plukt daar zelf ook de vruchten van.
X
32. Ons bedrijf is voldoende liquide
X
Score
72,5 %
Niet ingevuld Maakt u gebruik van subsidies rondom milieu en energie? Krijgt u veel vragen van consumenten over uw MVO activiteiten? Kunt u een aantal redenen geven waarom u niet maatschappelijk verantwoord zou ondernemen? Welke voordelen ervaart u als gevolg van MVO? Brengt u de mate waarin u maatschappelijk verantwoord onderneemt ook naar buiten? Op welke manier? Is het duidelijk voor u op welke wijzen u maatschappelijk verantwoord kunt ondernemen? Zou u interesse hebben in een organisatie op het gebied van MVO waar u lid van kunt worden, zodat u ondersteund wordt in het proces van MVO? Wat is voor u de drijfveer achter het maatschappelijk verantwoord ondernemen?
56
2. Enquête uitslagen Algemene gegevens geënquêteerden:
57
Hoe belangrijk vinden de geënquêteerden de volgende aspecten van kleding?
58
59
Hoe belangrijk vinden de geënquêteerden de volgende aspecten van kleding?
60
Waar associeert de geënquêteerde maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding mee?
61
Om welke reden schaffen geënquêteerden geen maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding aan?
62
Zijn geënquêteerden bereid 10% meer te betalen voor een shirt van €20, - wanneer deze maatschappelijk verantwoord is geproduceerd?
Hoe staan geënquêteerden tegenover keurmerken op kleding?
Is geënquêteerde in bezit van maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding?
63
3. Interview Eveline de Kruif, CWB.Mitex Interview CWB.Mitex, Eveline de Kruif, 07-04-2010 1. Wat is de ervaring van Mitex met betrekking tot het toepassen van de MVO door multi-brand stores? Vaak passen deze winkels al onbewust MVO toe in hun beleid. Dit gebeurt bijvoorbeeld aan de hand van energiebesparende maatregelen zoals het gebruik led- en spaarlampen. Maar ook het recyclen van afval wordt door bepaalde multi-brand stores uitgevoerd. Er zijn zelfs multibrand stores die afval zo scheiden dat zij het aan kunnen bieden aan bepaalde partners, zodat ze geen kosten meer kwijt zijn aan het deponeren van afval. Zij gebruiken dit als een businessmodel. 2. Het lijkt erop dat er weinig verantwoorde kleding te vinden is in multi-brand stores, deze producten lijken voornamelijk besteed aan speciaalzaken. Wat is hier volgens u de reden voor? Multi-brand stores zijn grotendeel afhankelijk van de vraag van de consument als het gaat om verantwoorde kleding. Als zelfstandige detaillist kan men het belangrijk vinden verantwoorde kleding te verkopen, maar wanneer de klant hier dit niet afneemt zal de detaillist toch het aanbod hierop moeten aanpassen. 3. Op de site van Mitex zijn tips en adviezen over MVO te vinden. In hoeverre is het volgens u haalbaar voor een zelfstandige detaillist om volledig MVO te `zijn’? Volledig MVO bestaat niet en is ook niet haalbaar. Daarbij veranderen de eisen aan wat MVO in moet houden voortdurend. 4. Op de site van Mitex staan de voordelen die het toepassen van MVO met zich mee kan brengen voor een zelfstandige detaillist. Waaruit blijken deze voordelen? Waaruit blijkt bijvoorbeeld dat een zelfstandige detaillist grotere naamsbekendheid krijgt door het toepassen van MVO? In het geval van zelfstandige multi-brand stores gaat het bijvoorbeeld om mond op mond reclame. MVO geeft vaak een positieve lading met zich mee. 5. Op welke manier ondersteunt of begeleid Mitex zelfstandige detaillisten bij het invoeren van MVO? Dit wordt bijvoorbeeld gedaan aan de hand van tips en het wijzen van de detaillist op het feit dat zij misschien al veel aan MVO doet, maar het nog niet zo benoemd. Daarnaast houdt Mitex ook bijeenkomsten waarbij MVO ook aan bod komt. Mitex zit overigens in het bestuur van Fair Wear Foundation (FWF). Zelfstandige detaillisten kunnen ambassadeur worden van FWF. Dit komt echter in de praktijk nog niet veel voor. 6. Ziet Mitex een groeiende belangstelling voor MVO onder haar leden? Er komt wel steeds meer interesse voor MVO vanuit de zelfstandige detaillist. Vaak ook omdat het toepassen van bepaalde onderdelen van MVO bijvoorbeeld kosten kan besparen. 7. Voor merken en retailers zijn er ondersteunende organisaties op het gebied van MVO, zoals FWF en Made-By. Zijn er ook dergelijke organisaties voor zelfstandige detaillisten? Zelfstandige detaillisten kunnen zoals gezegd ambassadeur worden van FWF. Daarnaast verstrekt Mitex informatie aan de zelfstandige detaillist. Er is nog geen gerichte organisatie die zich alleen op MVO richt voor de zelfstandige detaillist. 8. Een aantal multi-brand stores die ik gesproken heb vond dat het opnemen van verantwoorde merken niet commercieel aantrekkelijk genoeg. Wat is jullie visie hierop? Zie vraag 2. Multi-brand stores zijn veel afhankelijker van wat de consument koopt dan van wat de consument of maatschappelijke organisaties vinden. Stel Anneke is een willekeurige burger in Nederland. Wanneer aan Anneke wordt gevraagd of zij respect voor mens en milieu belangrijk vindt zal zijn deze vraag waarschijnlijk altijd met ja beantwoorden. Op het moment dat Anneke daadwerkelijk een winkel instapt en van burger in consument veranderd, zal zij eerder geneigd zijn te letten op welk kledingstuk haar mooi staat of niet te duur is, dan op het feit dat het kledingstuk op een verantwoorde manier tot stand is gekomen. 9. Hoe kijkt Mitex aan tegen de ontwikkeling rond MVO in de multi-brand stores? Is deze anders dan bij de privatelabel/retail bedrijven? Dit ligt in lijn met het antwoord op vraag 2 er vraag 9. Waar grote privatelabel retailers en ook merken voor een groot deel afhankelijk zijn van de publieke opinie en die van NGO’s, is de zelfstandige detaillist vooral afhankelijk van de consument die haar kleding koopt.
64
4. Interview Emiel Poisz, Intres Interview Emiel Poisz, Intres 03-05-10 Op welke manier is Intres als inkooporganisatie bezig met MVO? Intres heeft zelf geen productie in handen, maar koopt privatelabel kleding in voor haar klanten. De leveranciers worden wel geselecteerd aan de hand van hun activiteiten. Er wordt bijvoorbeeld wel gelet op het niet voorkomen van kinderarbeid. Zaken als kleding gemaakt van biologisch katoen leeft nog niet zozeer, omdat vaak de prijs van deze kleding te hoog ligt. Dit is helaas niet commercieel aantrekkelijk voor de leden van Intres. Hoe leeft MVO bij de leden van Intres? Er zijn maar een aantal leden hiermee bezig. Maatschappelijk verantwoord geproduceerde kleding bijvoorbeeld, is gewoon niet aantrekkelijk voor de leden vim het commerciële belang. Consumenten laten het uiteindelijk toch vaak liggen vanwege de prijs. Hoe draagt Intres daar eventueel in bij? Er wordt niet echt vanuit Intres gewezen op MVO en het wordt ook niet speciaal zo genoemd. Intres houdt zich bijvoorbeeld wel bezig met transportbesparende activiteiten. Dit zorgt voor minder vervuiling en het draagt vaak ook bij aan kostenvermindering. Over dergelijke activiteiten wordt wel gecommuniceerd naar de leden, en er wordt de leden ook wel verteld op bepaalde zaken te letten. Echter wordt het nog niet echt gecommuniceerd als zijnde MVO. Zou het voor Intres interessant zijn om daar toch meer op te richten, vooral met het oog op de toekomst? (eventueel de komst van wetten, en de ontwikkeling bij grotere retailers) Dit zou zeker wel interessant kunnen zijn voor Intres. Hoewel het nu nog niet echt speelt bij de consument en daardoor ook nog niet echt bij de leden, kan het met oog op de toekomst wel belangrijk worden.
65