WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg
Onderwerpen 3 uitspraken: • 1. samenwoners en natuurlijke verbintenis, HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2931; • 2.het toestemmingsvereiste van art. 1:88 lid 1 sub d, HR 9 januari 2015:ECLI:NL:HR:2015:41; • 3. zuiver aanvaarden nalatenschap, HR 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1489.
HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2931 Feiten: • Partijen wonen ongeveer 20 jaar ongehuwd samen; • Ze hebben een samenlevingsovereenkomst gesloten; • Partijen hebben een gemeenschappelijke woning ; • Gedurende de samenwoning hebben aflossingen van de zogenaamde en/of rekening plaatsgevonden; • De man stelt dat hij het geld van de aflossingen van zijn privévermogen naar de en/ofrekening heeft overgemaakt. • De man zegt per 31 augustus 2008 de overeenkomst op en vordert de aflossingen terug van de vrouw.
Artikel 6 lid 4 samenlevingsovereenkomst • Indien door partijen een door hen gezamenlijk te bewonen woning en/of een door hen gezamenlijk te gebruiken tweede woning gezamenlijk wordt verkregen, zal de partij die uit eigen middelen meer dan haar aandeel van de koopsom en de kosten heeft betaald voor het meerdere een vordering hebben op de andere partij. Deze vordering is opeisbaar bij vervreemding van de woning en bij ontbinding van deze overeenkomst. De vordering zal geen rente dragen.
Gevolgen opzegging van de overeenkomst • De man eist de waarde van de door hem gedane aflossingen terug; • De vrouw is het daarmee oneens
Natuurlijke verbintenis • Zijn de aflossingen die de man deed met het van hem afkomstige vermogen de voldoening van een natuurlijke verbintenis jegens de vrouw(art. 6: 3 lid 2 en aanhef onder b BW)?
ECLI:NL:HR:2015:41 Feiten: - De man is in juli 1997 5 leaseovereenkomsten aangegaan met (een rechtsvoorganger van) Dexia; - Na de looptijd van 60 maanden is de looptijd met 36 maanden verlengd; - O.g.v. de leaseovereenkomsten heeft de man geld van Dexia geleend ter aankoop van effecten. Over de lening was rente verschuldigd (restschuldproducten); - De man was ten tijde van het sluiten van de overeenkomsten gehuwd; - Zijn echtgenote beroept zich bij brief van 8 december 2004 op de nietigheid van de overeenkomst o.g.v. art. 1:88 en 89 BW.
Toestemming vereist? • Is voor verlenging van de leaseovereenkomst toestemming van de andere echtgenoot vereist? • Ratio van art. 1: 88lid 1BW.
ECLI:NL:HR:2014:1489 Feiten: • VGZ heeft aan de vader van eiser in cassatie, de zoon, een Persoonsgebonden Budget(PGB) toegekend. • Op de door erflater aan VGZ opgegeven bankrekening zijn in 2008 voorschotten gestort, waarvan een deel na het overlijden van erflater op 8 juni 2008. • Moeder, zoon en dochter zijn de versterferfgenamen van vader. • VGZ spreekt moeder, zoon en dochter in hun hoedanigheid van erfgenamen aan tot terugbetaling van de voorschotbetalingen.
Vervolg feiten • De terugbetaling vindt niet plaats; VGZ vordert veroordeling van moeder, zoon en dochter bij de rechtbank wegens onverschuldigde betaling van de voorschotbetalingen; • Moeder, zoon en dochter worden bij verstek veroordeeld tot betaling; • Vervolgens komen zij in verzet tegen het verstekvonnis; • Vervolgens deponeren zoon en dochter een volmacht tot verwerping bij de griffie van de rechtbank.
Zuivere aanvaarding • VGZ stelt dat zoon en dochter zuiver aanvaard hebben in de zin van artikel 4: 192 lid 1 BW door in verzet te komen tegen het verstekvonnis. • Alle instanties stellen VGZ in het gelijk.
Hoge Raad • Uit de …aangehaalde feiten en omstandigheden, in samenhang beoordeeld, kon het hof afleiden dat ook eiser in zijn hoedanigheid van erfgenaam van de vader als heer en meester wenste te (blijven) beschikken over de door VGZ_ naar inmiddels vaststaat onverschuldigd – aan de vader betaalde bedragen.Uit het verweer van de erfgenamen volgt immers dat zij zelf nauw betrokken zijn geweest bij de besteding van de voorschotbedragen, terwijl bovendien een deel van de betalingen is verricht na het overlijden van de vader.
Vervolg Hoge Raad • Hieraan doet niet af dat eiser , zoals hij stelt, nooit iets heeft ontvangen van de door VGZ uitgekeerde bedragen. Het antwoord op de vraag of hij daadwerkelijk enig bedrag van de door VGZ onverschuldigd voldane voorschotbetalingen heeft ontvangen, is immers niet van belang bij de beoordeling of hij als erfgenaam de nalatenschap van vader stilzwijgend heeft aanvaard.
Noot van Perrick • Zie met name de opmerking dat optreden in een procedure ook als een daad van beheer kan worden gezien en derhalve niet als zuivere aanvaarding.
Dank voor uw aandacht!