Webinar Verhuisproblematiek Prof. mr. Lieke Coenraad 14 oktober 2015
Opzet • Recente verhuisrechtspraak • Getoetst aan kader van:
• Recommendation on Preventing and Resolving Disputes on Child Relocation (februari 2015) • Vaste rechtspraak Hoge Raad
Onderwerpen • Voorkeursroute: onderling overleg • Ouderschapsplan en verhuizing • Eenzijdige verhuizing
Een nieuwe Recommendation • Compacte regeling: 11 Principles • General principles (Pr. 1 sub a-c) • Rights of the child (Pr. 2-3) • Avoiding disputes (Pr. 4) • Dispute resolution (Pr. 5-11)
• Uitvoerige Explanatory Memorandum
Voorkeursroute: onderling overleg
Recommendation Principle 5: Alternative means of dispute resolution should be promoted in order to reach agreements on child relocation without the need to have recourse to the competent authority, (…).
Recommendation Principle 7: In the absence of agreement, the child’s habitual residence should not be changed without a decision of the competent authority, except in circumstances provided for by national law.
Nederlands recht •
1:247 leden 3-5 BW en 815 Rv: •
•
1:253a lid 5 BW: •
•
Behoorlijk overleg uitgaande van gelijkwaardige verzorging en opvoeding
Rechter beproeft vergelijk alvorens te beslissen
HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2363 •
Toestemming rechter doorkruist gelijkwaardig overleg
Rb Den Haag 29 juli 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:9119 ‘De rechtbank stelt vast dat uit jurisprudentie van de Hoge Raad (Hoge Raad, 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2363) volgt, dat – in het geval tevens een echtscheidingsprocedure tussen partijen aanhangig is – niet zonder meer vervangende toestemming voor verhuizing mag worden verleend. De rechtbank zal in de afweging moeten betrekken dat er een risico is dat de mogelijkheden om in het kader van de echtscheiding te komen tot een ouderschapsplan waarbij een gelijkwaardige uitvoering van het ouderschap wordt nagestreefd, door een verhuizing op basis van vervangende toestemming wordt doorkruist. ’
Rb Den Haag 29 juli 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:9119 ‘De rechtbank overweegt dat, gezien de reeks van incidenten die er in korte tijd tussen partijen heeft plaatsgevonden, alsook de houding van partijen ter zitting, de rechtbank niet de verwachting heeft dat partijen in staat zijn om in het kader van de echtscheidingsprocedure zelf afspraken te maken over de verblijfplaats van de minderjarige en daarbij een gelijkwaardige uitvoering van het ouderschap na te streven. Bij deze stand van zaken ziet de rechtbank in de hiervoor genoemde jurisprudentie van de Hoge Raad geen belemmering om thans - voordat de echtscheiding is uitgesproken - te beslissen op het voorliggende verzoek van de vrouw. (…) De rechtbank zal de verzochte vervangende toestemming tot verhuizing in het licht van het vorenstaande dan ook verlenen.’
Ouderschapsplan en verhuizing
vFAS-model Ouderschapsplan, Artikel 2 ‘Bij een voorgenomen verhuizing zullen de ouders vooraf met elkaar in overleg treden (eventueel uitbreiden afhankelijk van de contactregeling).’
Recommendation gaat verder Principle 4: Measures aimed at avoiding disputes on child relocation or its consequences should be in place. Such measures might include:
– provisions that encourage parents or other holders of parental responsibilities to reflect on a possible future relocation of the child by agreeing on relocation issues such as prior notice, duration and geographical limits; (…)
Factor van belang voor rechter Explanatory Memorandum, nr. 72: (xiii) existence of parenting agreements or other similar agreement, including provisions on child relocation.
Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juli 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5193 ‘Het hof is voorts gebleken dat partijen in het ouderschapsplan dat zij op 19 juli 2012 hebben ondertekend, uitdrukkelijk hebben opgenomen dat zij bij een voorgenomen verhuizing vooraf met elkaar in overleg zullen treden. Vast staat dat dit voornemen niet in een mate die past bij de plichten en rechten behorend bij de uitoefening van het ouderlijk gezag heeft plaatsgevonden.’
Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juli 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5193 ‘Met name heeft de moeder het hof niet kunnen overtuigen van het feit dat voldoende pogingen zijn gedaan om alternatieven nader te onderzoeken, zoals die door de vader zijn geopperd.’
Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juli 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:5193 ‘Hier klemt te meer (…) dat (ook) de nieuwe partner van de moeder in elk geval tot op heden geen toestemming heeft verkregen van zijn ex-partner voor een verhuizing en heeft aangegeven daarmee niet te kunnen instemmen. Zij zijn namelijk met elkaar in het ouderschapsplan overeengekomen dat zij niet verder verhuizen dan 5 kilometer ten opzichte van de school waarvan hun kinderen gebruik maken mede vanwege het feit dat beiden onregelmatig werken en vanwege hun werkroosters afhankelijk van elkaar zijn in de dagelijkse zorg van de kinderen. Op grond van deze overeenkomst komt het voor dat een samenwonen van de moeder met de heer [H] in [D] ook hierom niet tot de mogelijkheden lijkt te behoren.’
Eenzijdige verhuizing
Recommendation Principle 7: In the absence of agreement, the child’s habitual residence should not be changed without a decision of the competent authority, except in circumstances provided for by national law.
Recommendation Principle 4: Measures aimed at avoiding disputes on child relocation or its consequences should be in place. Such measures might include: (…) – rules on notification to the effect that the person proposing to change the child’s habitual residence should be required to inform the other parent or other holders of parental responsibilities in writing prior to the proposed relocation and within specific time limits, in order to avoid unilateral relocations;
Factor van belang voor rechter Explanatory Memorandum, nr. 72: (xiv) The failure to inform the other parent or other holder of parental responsibilities of the proposal to relocate with the child.
Nederlands recht • Gezamenlijk gezag •
hetzij overleg, hetzij beslissing van rechter (1:253a BW)
• Dus geen eenzijdig optreden!
Recommendation Handvatten voor rechter: • Belang kind is leidend, maar niet door doorslaggevend (Principles 2 en 8) • Alle factoren meewegen (Principle 8) • Niet pro of contra, maar neutraal (Principle 9)
Nederlands recht Handvatten voor rechter: •
HR 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5901 • •
•
HR 21 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7407 •
•
Belang kind is leidend, maar niet per se doorslaggevend, alle omstandigheden meewegen Herhaald in HR 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:901
Gelijkwaardige V&O en verhuizing: belang kind mag zwaarst wegen (i.c. belang kind bij stabiliteit na (beweerdelijke) eenzijdige verhuizing)
HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 •
Gelijkwaardige V&O en verhuizing: belang kind mag zwaarst wegen (i.c. toestemming voor buitenlandse verhuizing)
Hof Amsterdam 1 september 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3593 ‘Vaststaat dat [de minderjarige] het grootste deel van zijn leven en vrijwel zijn gehele schooltijd in Argentinië heeft gewoond, dat zijn moedertaal Spaans is, dat hij in Argentinië een hecht en omvangrijk netwerk heeft (gehad) van familie en vrienden en dat hij het daar destijds naar zijn zin had. Op grond hiervan is komen vast te staan dat [de minderjarige] is geworteld in Argentinië, hetgeen ook de man heeft erkend. Het hof onderkent dat die worteling door toedoen van de vrouw is ontstaan, die immers [de minderjarige] ongeoorloofd ruim vijf jaar lang in Argentinië heeft doen verblijven. Het hof heeft echter bij zijn beslissing toch rekening te houden met die worteling, omdat die betekenis heeft bij de weging van het belang van [de minderjarige] , hoe pijnlijk dat wellicht is voor de man. (…) De worteling van [de minderjarige] in Argentinië brengt mee dat [de minderjarige] een zwaarwegend eigen belang heeft bij een verder verblijf in Argentinië.’
Hof Amsterdam 1 september 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3593
‘Met de man is het hof van oordeel dat de vrouw de noodzaak voor haar tot verhuizing niet, althans onvoldoende, aannemelijk heeft gemaakt. (…) Gelet op het eigen belang van [de minderjarige] bij verblijf in Argentinië kent het hof hieraan in het onderhavige geval evenwel minder gewicht toe.’
Hof Amsterdam 25 augustus 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3471 ‘Het hof is op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van oordeel dat de vrouw met haar handelwijze, waarbij zij [de minderjarige] abrupt uit haar omgeving heeft weggehaald en heeft bewerkstelligd dat er geen omgang meer plaatsvindt tussen [de minderjarige] en de man, er blijk van heeft gegeven het belang van [de minderjarige] uit het oog te hebben verloren. Weliswaar staat vast dat [de minderjarige] zich goed ontwikkelt in Portugal en dat zij het er naar haar zin heeft, maar dat doet niet af aan het feit dat zij thans al weer een jaar is verstoken van contact met de man. ’
Hof Amsterdam 25 augustus 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3471 ‘(…) een bekrachtiging van de bestreden beschikking [brengt] onvermijdelijk mee dat [de minderjarige] zal moeten verhuizen van Portugal naar Nederland en van de vrouw naar de man. Duidelijk is dat een dergelijke verhuizing voor [de minderjarige] zeer ingrijpend zal zijn. De vrouw is sinds de geboorte al de verzorgende ouder van [de minderjarige]. [De minderjarige] heeft haar vader al een jaar niet gezien en het gaat goed met haar in Portugal. De beslissing tot emigratie van de vrouw, alsmede de wijze waarop die zijn beslag heeft gekregen, wekt evenwel bij het hof ernstige twijfels over de mogelijkheden van [de minderjarige] bij de vrouw, met name waar het gaat om de mogelijkheden haar vader te kennen en een band met hem op te bouwen. De vrouw geeft er immers blijk van dat zij geen enkele rol voor de man als vader van [de minderjarige] meer ziet weggelegd, terwijl de man omgekeerd wel het contact tussen [de minderjarige] en haar moeder wil waarborgen. ’
Hof Amsterdam 25 augustus 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3471 ‘Alles afwegend acht het hof de toewijzing van het eenhoofdig gezag aan de man, niettegenstaande de ingrijpende gevolgen van de daarmee gepaard gaande wijziging van de verzorgingssituatie voor [de minderjarige], in het belang van [de minderjarige] wenselijk. (…) De vrouw heeft voorts bij herhaling te kennen gegeven dat zij mogelijk niet naar Nederland zal terugkeren, ook niet als [de minderjarige] naar Nederland terugverhuist. Zij heeft zich er ook niet over uitgelaten hoe na een terugkeer van [de minderjarige] omgang met haar zou moeten plaatsvinden. Gelet op deze onzekere toekomstige omstandigheden zal het hof het verzoek van de man om een omgangsregeling tussen [de minderjarige] en de vrouw te bepalen afwijzen. Te zijner tijd kan de meest gerede partij zich tot de rechter wenden met een daartoe strekkend verzoek. ’
Bedankt voor uw aandacht!