Wat mogen we hopen? Het einde van de twintigste eeuw ging gepaard met een pessimistische stemming in de westerse wereld. Talrijk waren de boeken die in apocalyptische termen het einde der tijden aankondigden. Die stemming is nu niet weg. De omstandigheden en condities op de planeet aarde geven weinig voeding aan toekomstoptimisme. Natuur en klimaat zijn door menselijk toedoen ernstig aangetast, er is een destabiliserende financiële crisis zonder weerga, het sociale en economische leven lijkt voor decennia uit het lood geslagen en er is sprake van een clash of civilizations met een gewelddadige islam in het middelpunt. Het zijn niet alleen de omstandigheden die dit pessimisme voeden – het zit dieper. ‘Het westen wordt beheerst door angst,’ zo stelt de Franse politicoloog Dominique Moïsi.45 Wij zijn bang voor de toekomst en die emotie zit diep in ons mensen verankerd. Hoe komt dat? Veel mensen hebben het gevoel dat onze tijd de laatste historische fase is die de westerse cultuur zal meemaken. De ‘grote verhalen’ lijken opgedoekt. Er is geen alomvattende levensoriëntatie waaraan we zin, steun en bestemming kunnen ontlenen. De postmodernist Jean-François Lyotard verwoordde dit levensgevoel met: ‘Er is geen levensdoel. Dat wordt aan ieders initiatief overgelaten. leder wordt naar zichzelf terugverwezen.’46 Wie zo op zichzelf wordt teruggeworpen, zal alle hoop gemakkelijk laten varen. Maar zonder hoop en verwachting van de toekomst ziet het leven er somber uit. Waarop kunnen we hopen? Heeft het leven zin? In dit afsluitende hoofdstuk denken we na over de vraag wat we mogen hopen en hoe een christelijke hoop ‘werkt’. De volgende vragen staan hierbij centraal. Wat is hoop? Wat verwachten christenen van de toekomst? Hoe beïnvloedt de christelijke hoop het leven van alledag? Ten slotte: Wat is de betekenis van mijn werk voor Gods toekomst?
Wat is hoop? Hoop hoort bij mensen. Dieren hopen niet. Maar wat is hoop eigenlijk? Het is een typisch menselijke eigenschap dat we ons een voorstelling maken van de toekomst. We zijn ons bewust van onszelf en van de geschiedenis van de wereld waarvan we deel uitmaken. Bovendien hebben we een bepaalde invloed op het verloop van die geschiedenis, wat ons nieuwe gedachten kan geven om die geschiedenis, de toekomst, bij te sturen aan de hand van onze idealen en verlangens. Hoop heeft een aantal ingrediënten. Het heeft in zich dat we verlangen. Verlangen naar een perspectief dat ons wordt geboden, naar het goede leven – wat dat ook mag zijn. Mensen hebben het vermogen om daarover na te denken, te dromen,
11
112
DURF TE DENKEN
zich een toekomstscenario te verbeelden. Of we werkelijk hopen op wat we verlangen en wat we ons verbeelden, hangt af of we geloven in de realiseerbaarheid of de werkelijkheid ervan. Anders is het niet meer dan een illusie. Maar het is duidelijk dat hoop mensen inspireert. Wie Jezus Christus volgt, komt in aanraking met de realiteit van Gods koninkrijk. Dat gaat dus over iets dat voor een deel al bestaat en voor een deel nog in de toekomst ligt. Het geeft een houvast aan mensen die zich teruggewezen en afgewezen voelen door een wereld die nog maar weinig ter inspiratie aanbiedt. Zij zien de valse schijn van een bordkartonnen werkelijkheid en weten dat de aarde eens op en versleten zal zijn. De liefde van de over zichzelf gebogen mens verkilt. Het koninkrijk van God helpt echter het hoofd op te richten op een veel mooiere werkelijkheid die op een of andere manier onze levens hier en nu al betekenisvol maakt. Aan het eind van 1 Korintiërs 13 wordt de hoop als baken van een christenleven genoemd in het rijtje ‘geloof, hoop en liefde’. De kerkvaders hebben aan de vier klassieke (kardinale) deugden – verstandigheid, gerechtigheid, moed en gematigdheid – deze drie toegevoegd. Zo werd ook de hoop een deugd. De hoop is een christelijke deugd bij uitstek. Hoe kun je deel krijgen aan die hoop? Hoe krijg je hoop? Anders dan de vier kardinale deugden is het met geloof, hoop en liefde zo dat ze niet zonder meer in iemands geest of karakter besloten liggen. Daarom heten ze ook wel ‘geschonken deugden’. Men moet ze ontvangen en willen ontvangen. Dat geldt het sterkst voor het geloof, maar ook voor de hoop en de liefde. Deze hebben niet een grond in de mens zelf, maar worden aangereikt door God. De liefde kan groeien, als mensen zich erop toeleggen elkaar metterdaad lief te hebben. Zo kan ook de hoop groeien, als mensen zich richten op de realiteit waar deze hoop over gaat. Het sterkt de ziel doordat het een doel in het vizier houdt. De hoop is een oriëntatiedeugd, want het leert de werkelijkheid te leven zoals deze eens zal zijn. De hoop komt dus van elders. Het wordt niet gevoed door iets in de mens, maar door een realiteit buiten de mens. De hoop heeft zijn beginpunt buiten de mens en helpt om te volharden in het leven door te oriënteren op wat komen gaat. Daarin is de hoop iets anders dan de ideeën, voorstellingen en illusies die in het hart van mensen opkomen. Daarin kan men geloven, maar deze blijken uiteindelijk op niets berusten. Zo kunnen mensen zichzelf een rad voor ogen draaien en dromen najagen die niet reëel zijn. Dat mensen dat doen, heeft alles te maken met een verlangen naar gerechtigheid en geluk dat diep in hen verankerd is. Mensen willen graag dat hun dromen werkelijkheid worden en geloven dat zij daaraan kunnen werken. Maar de christelijke hoop werkt anders. Het gaat om hopen op iets dat niet in de macht van mensen ligt. De hoop weet dat het uiteindelijk gaat om ontvangen. Het gaat erom dat je leert het anker uit te werpen in een andere werkelijkheid – die van God. De hoop is het houvast van zeelieden die weten dat er een vaste grond en een overkant is. Niet voor niets is het anker het symbool van de hoop (Hebreeën 6:19).
WAT MOGEN WE HOPEN?
Christelijke toekomstverwachting Maar valt er wel iets te hopen? Wat is er vanuit christelijk perspectief van de toekomst te verwachten? Er zijn verschillende visies op de afwikkeling van de toekomst – we zetten de belangrijkste op een rij (zie kader). Het lijkt soms op tasten in het duister. Misschien komen er direct beelden bij je op van apocalyptiek of eerste opnames in de hemel. Het einde der tijden zal uitlopen op een nachtmerrie waarin de wereld door uitputting zal vergaan of de zon ophoudt te bestaan. Het bijbelboek Openbaring bevat allerlei visioenen over het einde van de wereld. Oorlog, honger en ziekte zullen de wereld overspoelen. In een verheviging van de strijd tussen geestelijke machten zal het lijken alsof de kwade machten zullen overwinnen. Verschillende visies op de afwikkeling van de toekomst 1. 2. 3. 4. 5.
Middeleeuwen: vreselijk oordeel en versnelde apocalyptiek Grieks dualisme: zielen in hemel en bevrijd uit aardse kerker Evolutionair optimisme: koninkrijk Gods op aarde Chiliasme: duizendjarig vrederijk en twee wederkomsten Esoterie: opgaan in energie, natuur of geborgenheid
Maar ondanks dat er in de Bijbel op diverse plekken over rampen, onheil, honger en dood wordt gesproken, is dit niet de centrale boodschap van de christelijke hoop. In de Bijbel staat Gods reddingsplan centraal, de verwachting van zijn heerlijke toekomst. Hij is de Koning die eens zal terugkomen om levenden en doden te oordelen. De Bijbel gebruikt daar opnieuw verschillende beelden voor (zie kader).47 Jesaja spreekt over ‘het laatste der dagen’ en de profeet Joël spreekt bijvoorbeeld over de ‘dag van de Heer’ (Joël 1). Profetische teksten in Jesaja en in Openbaring gaan over herstel van gerechtigheid en over oordeel. En daarna zal er vrede zijn. Dat is het toekomstbeeld voor de wereld als de messias is gekomen. Het perspectief is dat het koninkrijk komt waar gerechtigheid zal ‘wonen’. Dat koninkrijk zal eens volkomen zijn, een rijk van sjalom, gerechtigheid en heil, en daarop hopen christenen. Zes beelden van Gods heerlijke toekomst 1. Zaaitijd en oogst 2. Strijd en overwinning 3. Burgers van de hemel - kolonisten van de aarde 4. God zal alles in allen zijn 5. Wedergeboorte 6. Het huwelijk van hemel en aarde
113
114
DURF TE DENKEN
In veel apocalyptische films zien we dat eenvoudige mensen een sleutelrol kunnen vervullen in het afwenden van de ramp. Het einde der tijden is niet iets wat hen overkomt, maar wat mensen zelf hebben veroorzaakt. En als de wereld zou vergaan, dan is dat het resultaat van menselijk handelen. Het is vaak de vraag of het einde van de geschiedenis zelfvernietiging of het paradijs oplevert. Het antwoord is afhankelijk van de goede eigenschappen, of deugden van de ‘held’, zoals moed, doorzettingsvermogen en betrouwbaarheid. Kortom, in de moderne tijd hebben mensen het besef gekregen dat ze het verloop van de geschiedenis zelf kunnen sturen. De bestemming van de wereld ligt in onze eigen handen. Maar de christelijke hoop is niet afhankelijk van ons eigen handelen, maar zal werkelijkheid worden omdat God betrouwbaar is. God zelf is degene die de toekomst zal realiseren. Wat heeft God dan wel beloofd? Drie dingen typeren de christelijke toekomstverwachting: Allereerst de realiteit van zijn koninkrijk, ten tweede dat God met zekere hand zijn plannen met de schepping in de tijd voltooit en tenslotte dat Hij zal terugkomen zodat ‘Hij alles in allen zal zijn’. Daar willen we iets meer over zeggen. 1. In de vier Evangeliën kunnen we lezen dat Jezus veel spreekt over het aanbreken van het koninkrijk van God. Uit dit hemelse koninkrijk vloeien de andere dingen voort die we als mensen nodig hebben. Daarom moeten we het koninkrijk en zijn gerechtigheid zoeken, steeds opnieuw in ons leven en in ons werk. De roep om het koninkrijk van God betekent niet dat het nog staat te gebeuren. Het is er al, dus de vraag is of wij ons willen inpassen in de realiteit van het hemelse koninkrijk. Het koninkrijk van God is alles wat onder zijn soevereiniteit valt: het hele universum. God is de Koning van alle koningen. Christen-zijn betekent dat je onderdeel bent geworden van het koninkrijk. Hij zoekt ons om ons te gebruiken, opent onze ogen voor wat Hij ziet en vernieuwt onze harten. ‘Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.’ (Kolossenzen 3:1-4). Het koninkrijk van God omvat het leven van de gelovige op een nieuwe manier en is de gehele inhoud van de hoop die in hem is. 2. De geschiedenis van de mensheid is opgespannen tussen schepping en wederkomst. We kijken vooruit en staan op de schouders van voorgaande generaties. God zelf neemt alle mensen in ieder tijdperk serieus. Ja, Hij zond zelf zijn zoon toen de ‘volheid van de tijd’ was aangebroken. Dat betekent dat de tijd van het begin tot het eind serieus genomen moet worden, als de ruimte waarin God en mensen met elkaar optrekken. God gebruikt de geschiedenis van de mensheid om toe te werken naar de voltooiing van alle dingen. Hij toont zich als een God die mensen de vrijheid geeft om keuzes te maken, maar gebruikt de mens tegelij-
WAT MOGEN WE HOPEN?
kertijd om daar doorheen zijn eigen verlossingsplan te realiseren. Voor een christelijke geschiedbeschouwing is dit een belangrijk inzicht. God leeft, heeft de dood overwonnen en regeert de ontwikkelingen in de wereld. Zo hebben mensen dat beleefd toen oorlogen ten einde kwamen, dictators vielen, armoede tot een einde kwam en mensen weer perspectief zagen. Hij zegent mensen, praktijken en culturen binnen de geschiedenis en is bezig de wereld klaar te maken voor de Grote Dag. Wie daarnaar uitziet, kan in de voortgang van de tijd zowel het menselijke als het goddelijke perspectief zien en zijn hoop bouwen op wat God doet. 3. Gods beloften van Genesis tot Openbaring zijn wegwijzers naar een toekomst waar Gods bedoeling met heel zijn schepping volkomen openbaar zal zijn. ‘Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.’ (2 Petrus 3:13). Op een zekere dag zal Jezus terugkomen, zal het nieuwe Jeruzalem op aarde neerdalen en zal de kennis van de heerlijkheid van de Heer er zijn ‘zoals het water de bodem van de zee bedekt’ (Habakuk 2:14). We zijn niet gered om als geesten in de hemel rond te zweven. Gods reddingsplan omvat het hele universum. En de nieuwe schepping zal worden toevertrouwd aan degenen die zijn vernieuwd naar het beeld van hun Schepper. Zij zullen met Hem regeren en Hem glorie brengen voor alles wat Hij heeft gemaakt.
Hoe beïnvloedt de christelijke hoop het leven van alledag? Terug naar de werkelijkheid waarin we leven, denken en voelen. Aan het einde van de twintigste eeuw verdampten de grote verhalen langzaam. De wereldoorlogen hadden al laten zien dat de moderne tijd niet alleen maar goede dingen voortbracht, maar ook vernietigend kon zijn. De mens bleek tot verschrikkelijke dingen in staat. Daarmee verloor men ook het geloof in het verhaal van vooruitgang en de kracht van de rede en de technologie. Mensen werden sceptischer. Niet alleen verdampte het geloof in het grote verhaal van de vooruitgang door teleurstellende ervaringen. Maar ook de ideologie is aan de kant geschoven. De strijd tussen het communisme en kapitalisme zou moeten uitmaken wie in staat was om het heil te brengen: de staat of de markt. Met de val van de Berlijnse Muur in 1989 en daarmee het einde van het communisme kwam een einde aan een lange ideologische strijd die de hele wereld in zijn greep hield. Deze verhalen over maatschappijverbetering verloren hun aantrekkingskracht. De val van de Muur werd geïnterpreteerd als de overwinning van het kapitalisme. En inderdaad, de economie groeide onstuimig in de jaren die volgden. Maar drukt de wereldwijde financiële crisis ons nu niet met de neus op de feiten? Met het einde van de grote verhalen van technologie en vooruitgang lijken de inspiratiebronnen voor hoop in onze cultuur zijn opgedroogd. Met de ‘dood van God’ is ook het perspectief op een hemels leven na de dood verdwenen. Het uitgangspunt is dat er na dit leven niets meer is. Dit aardse bestaan is de enige werke-
115
116
DURF TE DENKEN
lijkheid waaruit alles gehaald moet worden. De horizon is beperkt tot de geschiedenis van deze wereld, tot het eigen korte leven. Is er nog ruimte voor een hoopvolle toekomstverwachting? Of is er alleen nog de angst die mensen voortdrijft? Het christelijk geloof heeft hoop voor mens en wereld als centraal element van zijn theologie. Daarin wordt het niet gehinderd door de omstandigheden. Het christelijk geloof erkent dat er bederf, zonde en lijden is. De hoop is in veel opzichten een contrapunt voor een gebroken en gevallen wereld. Maar de boodschap van herstel en verlossing betekent geen eeuwige duur van ellendige situaties. God werkt en daarom is er hoop en kunnen mensen en toestanden veranderen. Hoop is het vertrouwen dat het ook anders kan, dat de machten van verslaving, bezetting, gevangenschap niet het laatste woord hebben. De christelijke hoop zet ook aan tot handelen. Christenen worden onderdeel gemaakt van het plan van God met deze wereld, waardoor ze hoop leren oefenen en iets te zien krijgen van het leven zoals God dat bedoeld heeft. De ‘regels van het koninkrijk’ (de Bergrede) zijn misschien wel een leerschool, om te leren leven in liefde en nederigheid als voorbereiding op het toekomende leven. Het koninkrijk van God daagt uit tot een nieuwe levensstijl. Gelovigen worden opgeroepen om te getuigen van de hoop die in hen is, om in alles wat ze doen het koninkrijk te zoeken. Zijn die vernieuwde mensenlevens niet juist de getuigen van de hoop hier op aarde? Wie meent dat de wereld wordt geregeerd door noodzakelijkheden, ziet alleen mogelijkheden en onmogelijkheden en doet zelf niets. De hoop weet dat ziekte, dood en bederf niet behoren bij de oorspronkelijke toestand van de schepping. Het zijn de vreemde kostgangers die erbij gekomen zijn, maar op zeker moment de deur worden gewezen. Daarom begint het gevecht met onrecht dat zich opstelt tegenover het koninkrijk van God nu al. De hoop is een transformerende kracht. Daardoor wordt een begin gemaakt met de vernieuwing van mensenlevens hier en nu al. Een van de krachtigste boodschappen van het Evangelie is de belofte van levensvernieuwing. Christenen worden aangespoord zich daarvoor in te zetten. Zij wachten dus niet lijdzaam af of die levensvernieuwing er komt, maar ze spannen zich ervoor in, als iemand die bezig is met een wedstrijd (Hebreeën 12). Een nieuw leven is een teken van Christus zelf. Moeder Teresa wist zich geïnspireerd door de woorden van Jezus: ‘Alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan’ (Mattheüs 25:40). Zo mag de gestalte van Christus zichtbaar worden in zijn volgelingen. Hierover zou niet zo vaak gesproken worden als het effect nihil zou zijn. Maar het tegendeel is het geval: het koninkrijk van God kan nu al werkelijkheid worden in vernieuwde levens. Hoe gaat dat in zijn werk? Vernieuwde levens staan in dienst van Gods gerechtigheid. De zekerheid dat God zijn beloften ook wil waarmaken in de wereld die Hem lief is, geeft de energie en de motivatie om de realiteit van het koninkrijk van God te verbinden met de wereld van nu. De hoop brengt verandering in corrupte praktijken, in situaties van schrijnende armoede, uitbuiting, honger onderlinge strijd
WAT MOGEN WE HOPEN?
en vijandschap. Vanuit hoopvolle verwachting willen mensen zich concreet inzetten voor alternatieven. Die hoop wil bevrijden en nieuwe wegen laten zien als het gaat om productie- en consumptiestijlen, een eerlijke werking van markten, de omgang met dieren, het schoonhouden van het milieu, de bejegening van mensen die ziek of hulpbehoevend zijn, de toegang tot hulpbronnen voor iedereen. Er zijn ‘wegen van hoop’ zoals de econoom Bob Goudzwaard stelt (zie kader).48 Dat zijn wegen die gebaand worden door mensen die leven vanuit de hoop. Die wegen hoeven niet spectaculair te zijn om toch een teken te zijn van een nieuw leven, een andere realiteit. Sterker nog, het is belangrijk om niet in wensdenken en grote visioenen te vervallen. Wegen van hoop zijn de wegen die op een of andere manier georiënteerd zijn op de sjalom die eens volledig zal zijn. Zo biedt de hoop oriëntatie in situaties die hopeloos schenen, maar nu opengebroken worden uit naam van een werkelijkheid die veel sterker is dan de dagelijkse realiteit. Goudzwaard maakt dit heel concreet voor de manier waarop de economie en maatschappij kunnen functioneren. Kenmerkend voor de moderne vooruitgangsideologie is volgens hem dat vooruitgang doel op zichzelf is geworden. De economie moet groeien en de veiligheid moet gegarandeerd worden. Want stilstand is immers achteruitgang. Het gaat fout als alles moet wijken om het doel te bereiken. Dan jagen we een droom achterna. Goudzwaard pleit daarom een wegoriëntatie in plaats van een doeloriëntatie. Als we in plaats van vooruitgang gerechtigheid centraal zetten, gaan we oefenen om te leven volgens de ‘wetten van het koninkrijk van God.’ Het gaat er niet om dat wij de wereld redden, maar dat we de weg gaan die het koninkrijk van God ons wijst. Drie praktische wegwijzers 1. De richtlijn van de periscoop We moeten loskomen van een vernauwd blikveld door ideologieën. Deze vervormen onze normen en waarden. Er is al een gegeven orde die door God in zijn wet kenbaar gemaakt is. Laten we kritisch onderzoeken of onze woorden van gerechtigheid en vrijheid niet ideologisch besmet zijn. Is dat het geval dan zal ons denken stuklopen op de blinde muur van de ideologie. Zelfkritiek is het begin van een nieuwe weg. 2. De richtlijn van de mijnenveger (Ideologisch getinte) acties lokken dezelfde tegenreacties uit. Wordt de veiligheid bedreigd dan wordt de veiligheid ineens de allerbelangrijkste waarde in de samenleving. De normen van gerechtigheid houden een andere reactie voor dan een ideologische. We moeten de strategie van mijnenveger toepassen: zoek waar de gevaren dreigen en schakel deze vervolgens op een andere wijze uit. We moeten het kwaad met goed beantwoorden. Vanuit de realiteit van de zonde en de schuld heeft ook deze wereld verzoening nodig. Dat is het onderliggende principiële uitgangspunt. 3. De richtlijn van de touwladder
117
118
DURF TE DENKEN
de realiteit van de zonde en de schuld heeft ook deze wereld verzoening nodig. Dat is het onderliggende principiële uitgangspunt. 3. De richtlijn van de touwladder De weg van hoop gaat stap voor stap. Zoals problemen elkaar in een neerwaartse spiraal versterken, moet dat opwaarts ook kunnen gebeuren. Het koninkrijk van God is niet alleen naar een toekomst toeleven, maar er ook al uit leven, en dat is uit vergeving en genade.
De betekenis van je werk voor Gods toekomst Welke rol spelen wij in Gods plannen? Proberen mensen hiermee eigenhandig het koninkrijk te realiseren? Wordt de christelijke hoop hiermee niet een geseculariseerde toekomstverwachting zoals de socialistische ideologie van Marx dat ook was? Is het heil in deze wereld te realiseren? Dat is immers de gedachte die in de moderne tijd het denken over de toekomst is gaan vormen. In de twintigste eeuw hebben theologen als Jürgen Moltmann (1926) wel gedacht dat het heil van het koninkrijk in deze werkelijkheid gerealiseerd zou worden. Hierna kwam de zogenaamde bevrijdingstheologie. De wereld moest bevrijd worden van de zondige structuren die het kwaad en het onrecht vasthielden. Het rassenconflict waartegen dr. Martin Luther King jr. (1929-1968) streed, was daarvan een voorbeeld. Zijn beroemde speech I have a dream is een geweldig voorbeeld van een hoop op de realisering van gerechtigheid van het koninkrijk, zoals door de profeten was voorspeld. Het was de concrete vervulling van eeuwenoude woorden. Een andere visie richt de hoop juist niet op maatschappijstructuren, maar op individuele levens en in de werkelijkheid van de kerk. Het koninkrijk van God is een hemels rijk dat ‘niet van deze wereld’ is en dus niet de politieke structuren van deze wereld aangaat. Een vertolker van deze visie is onder meer de theoloog Bram van de Beek: ‘Wat wij dus verder doen, doet er niet meer toe voor het Koninkrijk van God’.49 Volgens hem moeten christenen niet proberen het koninkrijk van God te realiseren door middel van sociale en politieke inzet, want de wereld is geoordeeld toen Jezus aan het kruis stierf. Gods redding krijgt in deze wereld gestalte in levens van mensen, in de vernieuwing van het hart. Pas na het eindoordeel van Jezus zal de wereld volgens Gods plan worden hersteld. Dan zal de schepping, die nu zucht onder de zonde en wacht op de verlossing (Romeinen 8), in volle glorie zichtbaar worden. De vraag naar de betekenis van je werk op deze aarde blijft dan nog steeds openstaan. Wat doet het ertoe? Goudzwaard laat zien dat christenen verschil kunnen maken. Maar heeft het ook betekenis voor de eeuwigheid? Voor het leven op de nieuwe aarde? Uit allerlei teksten uit de Bijbel blijkt dat wat wij hier doen betekenis heeft. Zo schrijft Paulus in 1 Korintiërs 15:58: ‘Wees standvastig en onwankel-
WAT MOGEN WE HOPEN?
baar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn’. En in 2 Korintiërs 3 beschrijft hij christenen als medewerkers aan het gebouw van God, bouwers op het fundament Jezus Christus. God is de ontwerper en wij moeten opletten hoe we bouwen. Want op de dag van het oordeel zal vuur aan het licht brengen wat ieders werk waard is geweest. Wat we nu met onze talenten en genadegaven doen, heeft dus eeuwigheidswaarde. Ja, de rijkdom en pracht van alle volken zullen zelfs feestelijk binnengedragen worden in het nieuwe Jeruzalem, zo ziet Johannes in Openbaring 21:26. Dat is een belofte dat perspectief geeft aan ons denken en doen. Want de nieuwe schepping zal worden toevertrouwd aan degenen die zijn vernieuwd naar het beeld van hun Schepper. Zij zullen met Hem regeren en Hem glorie brengen voor alles wat Hij heeft gemaakt. Ons leven en onze arbeid zal haar bestemming vinden in dit nieuwe rijk. Heeft de hoop ook iets te maken met wetenschapsbeoefening? Zeker wel. Ook hier is de oriëntatie op het koninkrijk van God van primair belang, omdat het ons aanvuurt om zijn wijsheid, creativiteit, liefdevolle aanwezigheid en kracht door te geven. Voor de rechtswetenschap is het belangrijk het recht in functie te zien van de gerechtigheid van Gods koninkrijk. In de sociale wetenschappen is het belangrijk menselijke interacties te zien in het licht van de sjalom van Gods koninkrijk. Ook hier wordt de hoop concreet en leidt het tot betekenisvolle inzichten en een visie op wat mensen te doen staat. Als deze gerechtigheid en sjalom de inhoud zijn van de hoop, kan ze een sterke motivatie losmaken om vanuit een nieuw perspectief te werken in Gods wereld. Hoop voor nu en in de toekomst blijft levendig door het ‘anker’ uit te gooien in vaste grond. Dat anker houdt, want Gods beloften staan vast. Daardoor blijft het schip bewaard, wat er ook gebeurt. Uiteindelijk oefent de kerk zich in de deugd van de hoop, door te vertrouwen op de beloften. Aangezien God alle macht heeft in de hemel en op aarde heeft, is Hij het die kan zeggen: ik ben er, wat er ook gebeurt. En aangezien Jezus Christus Koning van alle koningen is, kan Hij zeggen: ik voer je een koninkrijk binnen, waarin het leven goed is. In het koninkrijk van God doemt voor mensen op aarde de horizon van de hoop op. Wie de blik daarop richt zal niet bedrogen uitkomen. Hij houdt zich vast aan de waarheid die zich steeds opnieuw als waarheid bewijst. Het christelijk geloof gaat al eeuwen mee en kent vele generaties van gelovigen die hun vertrouwen hebben gesteld in God. Dat deden ze niet als gebleken was dat het christelijk geloof een schijnwaarheid presenteert. De waarheid van dit geloof wordt bevestigd door de vele getuigen ervan. Zij kenden de hoop die hun kracht en licht gaf om te leven, te denken, te studeren, te werken, goed te doen en daarin te volharden. Zij vormden met hun hoop een wereld, omdat ze wisten dat hun inzet niet vergeefs zou zijn, maar gericht op de dingen van het koninkrijk van God. Wij zijn de volgende generatie in deze lange rij. Wij zijn de tijden. Het is aan ons deze lichtende hoop de wereld in te dragen.
119
120
DURF TE DENKEN
Literatuur Achterhuis, H., De erfenis van de utopie, Baarn: Ambo 1998 Beek, A. van de, Hier beneden is het niet, Zoetermeer: Boekencentrum 2005 Goudzwaard, B., M. Vander Vennen, D. van Heemst, J. Weigand-Timmer, Wegen van hoop in tijden van crisis, Amsterdam: Buijten & Schipperheijn 2009 Hertog, G.C., De passie van de hoop. Over de verhouding van eschatologie en ethiek, Zoetermeer: Boekencentrum 2007 Moltmann, J., In het einde ligt het begin. Een kleine leer van de hoop, Zoetermeer: Boekencentrum 2006 Wright, N.T., Verrast door hoop, Franeker: Van Wijnen 2010