Duurzaamheidsverslag
“Want duurzaamheid is wat we leveren”
Ondanks de turbulente economische tijden is onze focus op duurzaamheid onverminderd krachtig geweest. Juist de nieuwe economische orde die door de crisis gaat ontstaan, heeft ons nog meer overtuigd van het feit dat onze geïntegreerde aanpak op duurzaamheid en het productenpakket voor klanten meer waarde heeft gekregen. Duurzaamheid is wat we leveren; we maken duurzaamheid mogelijk bij onze klanten. Als grondstoffen- en energieleverancier kunnen we een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van de grondstoffenschaarste en de opwarming van de aarde. Door te recyclen en samen met onze klanten te voorkomen dat iets afval wordt, kunnen natuurlijke grondstoffen in het milieu blijven. En recycling leidt in vrijwel alle gevallen tot CO2-reductie. We willen niet alleen de footprint van onze klanten verbeteren, maar ook onze eigen footprint. Afgelopen jaar hebben we een verbintenis met betrekking tot Veiligheid, Gezondheid, Milieu en Kwaliteit opgesteld. Zo willen wij aan al onze stakeholders duidelijk maken dat respect voor mens en milieu centraal staat in onze bedrijfsvoering. Daarnaast hebben we een structuur opgezet om het Cradle to Cradle-principe verder te verankeren in onze organisatie en hebben we ons nadrukkelijk ingezet om onze CO2-emissies te verminderen.
Duurzaamheidsverslag Afval bestaat niet. Dat is het credo van Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. In een wereld waarin grondstoffen schaars zijn en waar we verstandig met grondstoffen om moeten gaan, streven wij er samen met onze klanten naar zo veel mogelijk afvalstoffen geschikt te maken voor nuttig hergebruik. Daarmee is de kern van onze business letterlijk het werken voor en aan een duurzame samenleving. Dat doen we al meer dan 45 jaar. Zo kan afval een tweede leven krijgen en worden benut voor nieuwe grondstoffen en energie.
60 / jaarbeeld 09
Van Gansewinkel Groep streeft naar een GRI A+ status in 2010. Die ambitie vereist dat we als organisatie verdere stappen zetten in verslaglegging over duurzaamheid. Daarnaast zullen we onze duurzaamheidprestaties koppelen aan het beloningenbeleid. Voor de leden van de raad van bestuur geldt dat in 2010 al, daarna zal het breder in de organisatie worden toegepast. Duurzaamheid vormt zo steeds meer een geïntegreerd onderdeel van onze bedrijfsvoering. In dit gedeelte van het jaarverslag zetten we onze visie, onze ambities, het beleid en de resultaten op het gebied van duurzame ontwikkeling uiteen. Dit gedeelte is bewust geïntegreerd in het (financiële) jaarverslag. Want duurzaamheid is wat we leveren.
Ruud Sondag, CEO Van Gansewinkel Groep
61
Duurzaamheidsverslag Drie E’s: Ecology, Economy, Equity
Visie en beleid Afval bestaat niet
Afgelopen jaar heeft ons nog nadrukkelijker doen beseffen dat ‘Afval bestaat niet’ dé koers voor Van Gansewinkel Groep is. 2009 kenmerkte zich onder andere door een overcapaciteit op de verbrandingsmarkt, een achterblijvend aanbod aan brandbaar afval en het vooruitzicht op lagere tarieven voor de komende jaren. In het totaal aan be- en verwerkingsmogelijkheden van afval is het relatieve belang van verbranding afgenomen. Onze strategie is gericht op het verder optimaliseren van recycling. Het invullen van de structurele vraag naar grondstoffen en energie, zal naar onze overtuiging kracht en groei geven aan onze organisatie. ‘Afval bestaat niet’, daar zetten wij op in. Het verder ontwikkelen van onze kennis van productieprocessen, materialen en het voorkomen van het ontstaan van afval is echt de richting waar we onze toekomst in zien. Cradle to Cradle: afval is voedsel
Cradle to Cradle gaat ervan uit dat producten zo samengesteld worden, dat ze na hun levenscyclus herbruikbaar zijn of afbreekbaar tot grondstoffen voor nieuwe, gelijkwaardige of hoogwaardigere producten. Dit leidt tot oneindige kringlopen van producten, zonder dat daarbij afval ontstaat in de betekenis van ‘nutteloos’ overblijfsel. Afval vormt immers de waardevolle grondstof voor nieuwe processen: ‘afval is voedsel’. De positieve agenda die uitgaat van kansen en ontwikkelingen sluit aan bij onze manier van ondernemen. CO2 en afval
Slimme recycling van restproducten tot nieuwe grondstoffen leidt praktisch altijd tot CO2-reductie. Het terugwinnen van materialen als glas en plastic kost in veel gevallen minder energie dan het verbranden ervan en het opnieuw winnen en bewerken van primaire grondstoffen. Daarnaast leidt afvalscheiding vaak tot kostenreductie; waardevolle grondstoffen blijven immers behouden. Cradle to Cradle en CO2
Het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen bij onze klanten en partners zien wij als onze belangrijkste bijdrage aan een duurzame samenleving. Dit sluit aan bij de strategie van Van Gansewinkel Groep om zich te onderscheiden van de concurrentie door een verregaande samenwerking met klanten en leveranciers. Alleen door verregaande kennis van elkaars processen is het mogelijk om daadwerkelijk een gesloten kringloop te ontwikkelen en te optimaliseren. Door te voorkomen dat iets afval wordt, pakken we de grondstoffenschaarste én het CO2-probleem aan. Daarnaast willen we de CO2-impact van onze eigen activiteiten verminderen, met name via initiatieven op het vlak van transport en onze afvalenergieinstallaties.
Cradle to Cradle gaat uit van de driehoek Ecology, Economy, Equity. Veel organisaties en bedrijven hebben de drie P’s (People, Planet, Profit) geadopteerd als richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Omdat Van Gansewinkel Groep de Cradle to Cradlefilosofie aanhangt, hebben wij nadrukkelijk voor de drie E-benadering gekozen omdat deze aanpak het dichtst bij Cradle to Cradle staat. Wij zijn ervan overtuigd dat duurzaamheid alleen succesvol kan zijn als er een duidelijke balans is tussen de drie E’s: Ecology, Economy, Equity.
Verslaggeving over duurzaamheid
Van Gansewinkel Groep houdt de ‘G3 Richtlijnen’ van het Global Reporting Initiative aan voor haar duurzaamheidsverslaggeving. Van Gansewinkel Groep hecht aan de betrouwbaarheid en volledigheid van dit verslag richting haar stakeholders. Naast interne controle en validatie wordt daarom een verificatie door PricewaterhouseCoopers uitgevoerd. Deze verificatie is volgens de principes van ‘limited assurance’ en volgt de richtlijnen van COS3410: assurance-opdrachten in zake maatschappelijke verslagen. In 2008 is de ambitie om een B+ status op de G3 Richtlijnen te halen, waargemaakt. Tegelijkertijd is de ambitie voor 2010 uitgesproken om de A+ status te gaan behalen. Dit stelt eisen aan ons interne rapportage- en auditproces. We hebben hier het afgelopen jaar een verbeterslag in gemaakt door een coördinator aan te stellen die onder andere verantwoordelijk is voor het stroomlijnen van interne rapportageprocessen en het opzetten van een reporting manual met eenduidige definities van begrippen en meetmethoden.
Na twee jaar van ontdekken, proberen en eerste successen zijn we in 2009 gestart met de verdere verankering in de organisatie van Cradle to Cradle. Om het principe kracht bij te zetten en blijvend een leidende rol op dit gebied te kunnen spelen als matchmaker, is hiervoor in 2009 een structuur opgezet. Initiatieven voor het verminderen van onze CO2-footprint lopen ook via deze structuur. De bestuursvoorzitter is eindverantwoordelijke voor duurzame ontwikkeling. De raad van bestuur ontwikkelt de visie en strategie voor de totale organisatie. De Cradle to Cradle-board bestaat uit alle leden van de raad van bestuur en wordt regelmatig ondersteund door Prof. Dr. M. Braungart, grondlegger van het Cradle to Cradle-principe. Het Executive Committee bestaat uit werknemers uit het groepsmanagement.
Vanuit hun vakgebied ‘voeden’ zij de board en passen zij het Cradle to Cradle-principe toe binnen hun bedrijfsonderdeel. De raad van bestuur houdt toezicht op het Executive Committee. Het Cradle to Cradle Development Team bestaat uit medewerkers die vanuit verschillende disciplines en kennisgebieden een faciliterende rol vervullen. Deze structuur moet er aan bijdragen dat Cradle to Cradle een geïntegreerd onderdeel is van onze bedrijfsvoering. De aandeelhouders en raad van commissarissen hebben in 2009 ingestemd met deze structuur. Zij hebben samen met de raad van bestuur een sessie met Prof. Dr. M. Braungart gehad. De aandeelhouders onderstrepen onze strategie en aanpak op het gebied van duurzaamheid. Zo ondersteunt grootaandeelhouder KKR de United Nations Principles for Responsible Investment vanuit hun visie en overtuiging dat Equity, Ecology en Economy samengaan en een substantieel onderdeel van de waardeontwikkeling van de onderneming zijn.
Metalen
Plastics
Mineralen
Biogene materialen
Workshops
Training
Material Intelligence
Universiteiten / kennisdeling Research & Development
C2C Academy
C2C Development Team
Onze duurzaamheidsdoelstellingen worden steeds meer integraal in de jaarplannencyclus opgenomen. Zo vormen zij de leidraad die onze duurzame ontwikkeling ondersteunt. Ambitie is om periodiek op groepsniveau te rapporteren over de voortgang bij het verwezenlijken van de doelstellingen en de koppeling te maken tussen de duurzaamheidsdoelstellingen en het beloningen- en bonusbeleid.
Zie ook strategie en missie Van Gansewinkel Groep op pagina 20 en 22.
62 / jaarbeeld 09
Organisatie van duurzame ontwikkeling
Executive Committee
Board
Samenwerking EPEA
C2C Academy
De samenwerking die in 2008 van start is gegaan met Prof. Dr. M. Braungart en the Environmental Protection and Encouragement Agency (EPEA) is meerjarig. EPEA ondersteunt Van Gansewinkel Groep bij: - het ontwikkelen van ideeën en concepten - opleiding en training - support bij de uitvoering van projecten, o.a. door het aandragen van specifieke kennis over materialen - doorontwikkelen road map en doelstellingen
Cradle to Cradle-trainingen
Vanuit de gedachte dat we Cradle to Cradle alleen kunnen verkopen als we weten waarover we praten, worden op diverse niveaus in de organisatie Cradle to Cradle-trainingen verzorgd. In 2009 heeft een eerste groep van 20 collega’s een training tot gecertificeerd Cradle to Cradle-teammember bij EPEA gevolgd. In 2010 zal hier vervolg aan worden gegeven en staan op diverse niveaus trainingen gepland. Eind 2010 zullen circa 450 medewerkers een Cradle to Cradletraining hebben gevolgd. 63
Duurzaamheidsverslag
Workshops / Kenniscafés
In 2009 is een start gemaakt met het organiseren van Cradle to Cradle-kenniscafés. Deze cafés worden al dan niet in samenwerking met partners georganiseerd voor klanten, potentiële klanten, maar ook voor eigen mensen die geïnteresseerd zijn in het Cradle to Cradleprincipe. Centraal staat de vraag hoe Cradle to Cradle kan worden toegepast en welke rol Van Gansewinkel Groep daarbij speelt. Doel van de kenniscafés is het delen van kennis op Cradle to Cradle-gebied. Samenwerking met kennisinstituten
Naast de kennis binnen de eigen organisatie, werkt Van Gansewinkel Groep samen met kennisinstellingen zoals de Wageningen University & Research centre (WUR), het toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en de Technische Universiteit Eindhoven (TUE). Daarnaast worden er stage- en afstudeerplekken aangeboden aan veelbelovende studenten die geïnteresseerd zijn in Cradle to Cradle en duurzaamheid. Materiaalstromen
Op basis van veelvoorkomende vraagstukken uit de markt én onze eigen ervaring hebben we vier materiaalclusters benoemd: biogene materialen, mineralen, plastics en metalen. De clusters zijn focusgebieden en maken het mogelijk ‘kenniscentra’ op te zetten rond deze materiaalstromen. Op basis daarvan kunnen we concrete Cradle to Cradle-oplossingen aanbieden voor afvalvraagstukken van onze klanten. Projecten en kenniscafés worden vanaf 2010 aan de hand van de vier materiaalclusters ingedeeld. Cradle to Cradle roadmap
Invulling geven aan het concept van een Tweede Huid om de klantprocessen en een Tweede Leven voor materialen is onze manier om de visie ‘Afval bestaat niet’ te concretiseren. Door het Cradle to Cradle-principe te omarmen, gaan we samen met partners op zoek naar producten en diensten die zo worden ontworpen dat ze aan het eind van hun levenscyclus via de biologische of technische kringloop opnieuw voor hetzelfde doel of dezelfde functie kunnen worden gebruikt. Ontwerp- en productieprocessen zijn niet van de ene op de andere dag te veranderen. Cradle to Cradle is daarom iets wat een langetermijnvisie nodig heeft; het verlangt van ons allen te denken in transities. Het is een proces dat stap voor stap bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van producten en slimmer grondstofverbruik. Het geeft invulling aan onze ambitie om steeds meer afval een tweede leven te geven en daarmee bij te dragen aan de oplossing van het vraagstuk van grondstofschaarste.
64 / jaarbeeld 09
65
Duurzaamheidsverslag
2014
2015 2013
2012
Klant 2011
Materialen van afval naar grondstof 2010
Processen binnen onze eigen organisatie - inkoop - middelen - opleiding en training - communicatie Relatie met stakeholders
2009
Cradle to Cradle roadmap De roadmap biedt focus en structuur en helpt ons in het zetten van de juiste stappen naar de toekomst toe. De roadmap concentreert zich, in overeenstemming met de strategie van de onderneming, op de periode 2010 – 2015. Er worden vier aandachtsgebieden benoemd, te weten: klant, materialen, processen binnen onze eigen organisatie en de relatie met stakeholders. Met onze branchegerichte aanpak en kennis van afvalvraagstukken in diverse sectoren bieden we onze klanten maatgerichte oplossingen. Die kennis breiden we uit met materiaaloplossingen. Integraal afvalbeheer evolueert naar intelligent material pooling en design for recycling. Zo wordt afval grondstof. De materiaalkennis, opgebouwd in de afgelopen decennia, wordt nu ook toegepast op het ontwerp van nieuwe producten. Daarmee zal de kennisintensiteit van onze onderneming nog verder toenemen, waarin we ook verder zullen investeren. In onze roadmap maken we de verbinding tussen de klant(sector) en de materialen, vanuit de gedachte van open innovatie. De mate en het tempo waarin Cradle to Cradle-oplossingen zullen worden toegepast, bepalen we per type klant.
66 / jaarbeeld 09
Naast de Cradle to Cradle-oplossingen die we onze klanten willen bieden, streven we er ook naar om onze eigen middelen, processen en communicatie daarover daar op af te stemmen. “Noblesse oblige”, wordt wel eens gezegd. Zo beoordelen we de materialen die we inkopen op de mogelijkheid om grondstoffen te gebruiken die kunnen worden herwonnen. Naast samenwerking met klanten en klantengroepen is samenwerking met andere stakeholders essentieel om tot Cradle to Cradle-oplossingen te kunnen komen. Het betreft hier wetenschaps- en onderzoeksinstituten, wetgevers, brancheverenigingen en maatschappelijke instellingen. We gebruiken 2010 om deze roadmap op de vier genoemde gebieden verder in te vullen. De te realiseren mijlpalen zijn van elkaar afhankelijk en lopen soms simultaan. Elk jaar wordt een voortgangsrapportage gemaakt om de roadmap verder in te vullen. Daarnaast wordt de roadmap voor individuele processen gemaakt, of het nu een project bij een klant betreft, de verdere (kennis)ontwikkeling rondom een specifieke materiaalsoort, of de ontwikkeling van de materialen die we zelf inkopen.
2008
start 2008
67
Duurzaamheidsverslag
Ketenverantwoordelijkheid De maatschappelijke verantwoordelijkheid van Van Gansewinkel Groep gaat verder dan alleen de deuren van onze eigen onderneming. Als internationaal opererende organisatie streven we er naar om de sociale- en milieuprestaties van onze activiteiten in de keten te verbeteren. Het toepassen van het Cradle to Cradle-principe op onze activiteiten is naar onze mening bij uitstek een manier van werken waarbij ketenbeheer centraal staat. Om tot Cradle to Cradle-oplossingen te komen, is samenwerking met klanten, toeleveranciers en de toeleveranciers van de toeleveranciers nodig. We vervullen nadrukkelijk een rol aan zowel de achterkant (het inzamelen van afval) als aan de voorkant (het meedenken in de ontwerpfase en het adviseren over geschikte materialen) in de keten. Cradle to Cradle is alleen realiseerbaar wanneer we samen met ketenpartners de cirkel sluiten. Zo gaan we van ketenbeheer naar ‘cirkelbeheer’.
Grenzeloos vertrouwen
Vertrouwen is in de afvalsector cruciaal. Klanten moeten er op kunnen rekenen dat hun afvalstromen in de juiste handen blijven, ook als het de landsgrenzen passeert. Van Gansewinkel Groep streeft dan ook naar een optimale ketenbewaking en werkt zo aan een grenzeloos vertrouwen.
Hiervoor maakt het bedrijf gebruik van interne en externe beoordelingssystemen. Kwaliteit en borging zijn de kernbegrippen om te zorgen dat er geen zaken worden gedaan met ‘discutabele’ of ‘onzekere’ partijen. Daar aan blijven werken is essentieel, zowel voor de klant als voor onze eigen geloofwaardigheid. De keten is immers zo sterk als zijn zwakste schakel.
alle medewerkers van de Groep te consulteren. Informatie over grote landelijke en internationale partijen wordt vanuit het hoofdkantoor bijgehouden, regionale partijen worden gevolgd door de regionale kantoren van Van Gansewinkel Groep. Acceptatieprocedures
Al in het offertetraject worden monsters van de aangeboden stroom of partij genomen, ook om de juiste prijs te kunnen bepalen. Van Gansewinkel Groep heeft een breed netwerk van (regionale) acceptanten binnen alle onderdelen van de Groep. Het bedrijf voert daarnaast testen uit bij het in ontvangst nemen en het afleveren van de afvalstromen. Weinig is zo sterk gereguleerd als afval, dus wil Van Gansewinkel Groep van de onderneming precies weten wat zij binnenkrijgt en aflevert. Dit leidt tot een sluitend systeem. Voor de export buiten Europa is er een wisselende aanpak van de verschillende overheden. Vandaar dat Van Gansewinkel Groep de partijen buiten Europa gaat beoordelen volgens dezelfde systematiek als voor ‘derden’ binnen Europa.
Risicoprofielen
In het kader van de selectie en beoordeling van leveranciers binnen Van Gansewinkel Groep worden be-/verwerkers en aannemers beoordeeld aan de hand van een auditsystematiek. Deze opdrachtnemers zijn veelal in het bezit van gecertificeerde kwaliteits-, milieu- en/of arbosystemen zoals ISO 9001, ISO 14001 en/of OHSAS 18001. Voorts onderscheiden firma’s zich bij voorkeur door Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), waarbij o.a. aantoonbaar gewerkt wordt aan duurzaamheid. Ook moeten mensenrechten worden gerespecteerd en moet kinderarbeid zijn uitgesloten. Toch is het niet altijd eenvoudig te bepalen hoe onderaannemers of toeleveranciers te werk gaan. Daarom wil Van Gansewinkel Groep in 2010 naast de ‘eerste laag’ van derde partijen, een net zo sluitend systeem opzetten voor de ‘tweede laag’. Waar brengen derden de afvalstromen die ze van ons ontvangen heen als ze niet de eindbestemming zijn? Die tweede laag wil Van Gansewinkel Groep in kaart brengen en beoordelen. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar partijen buiten Europa, waar het bedrijf ook fysiek steekproeven zal gaan uitvoeren. Ook zullen we meten of er conform onze normen zaken gedaan kunnen worden met die bedrijven.
Afvalstromen die Van Gansewinkel Groep niet zelf ontmantelt of verwerkt, komen terecht bij een derde partij of eindverwerker. Deze partijen (in totaal ruim 800) worden door Van Gansewinkel Groep beoordeeld op basis van risicoprofielen, waarbij rekening wordt gehouden met het soort afval, vergunningen, ISOcertificaten en of het om partijen binnen of buiten de Benelux gaat. Zorgvuldigheid en consequent handelen staan hierbij centraal. Als er sprake is van een verhoogd risico of zodra er maar enige aanleiding voor is, voert Van Gansewinkel Groep op locatie een audit uit bij deze partijen met eigen SHEQ-medewerkers (Safety, Health, Environment, Quality) en materiaaldeskundigen. Het bedrijf wil alleen werken met erkende verwerkers en erkende ontvangers, die exact kunnen aantonen wat zij met de afvalstroom doen. Zij moeten beschikken over de juiste vergunningen en certificaten.
Onafhankelijke verificatie
Ketenbewaking wordt binnen Van Gansewinkel Groep centraal beheerd en uitgevoerd door een netwerk van lokale medewerkers met de nodige expertise. Het beleid en de uitvoering worden geverifieerd door de externe auditeur Bureau Veritas. De auditactiviteiten van Bureau Veritas gaan verder dan alleen het certificeren van de reguliere normeisen, maar omvatten ook een verificatie van de door Van Gansewinkel Groep zelf opgelegde standaarden op het gebied van veiligheid en compliance. Als er ondanks de controlesystemen toch een incident plaatsvindt, reageert Van Gansewinkel Groep direct. Zo heeft het bedrijf in 2009 twee keer actie moeten ondernemen omdat derden niet volgens onze standaarden werkten. Dit heeft één keer geleid tot het opzetten van een verbeterprogramma en één keer tot beëindiging van de relatie.
Alle gegevens over de be- en verwerkers van de afvalstromen van Van Gansewinkel Groep worden in een centrale databank bijgehouden. Deze databank is door
Ghana bezoekt Coolrec Elektrische en elektronische apparatuur wordt niet altijd ingeleverd bij erkende recyclingbedrijven. Sommige apparaten worden doorverkocht aan schroothandelaren en uiteindelijk illegaal gedumpt in ontwikkelingslanden. Bij de sloop van deze apparatuur komen giftige stoffen vrij, zoals lood, weekmakers en dioxines, die zowel het milieu als de gezondheid van de lokale bevolking aantasten. Afgelopen jaar heeft Coolrec haar visie en kennis gedeeld en zich actief ingezet om de schadelijke gevolgen van deze ‘lekstroom’ tot een minimum te beperken. In dit kader ontving Coolrec in 2009 een delegatie van het ministerie van VROM, de Ghanese minister van Milieu en een groep Europarlementariërs om meer inzicht te geven in de erkende recyclingtechnieken van elektrische- en elektronische apparatuur. Op die manier proberen we invloed uit te oefenen op de maatschappelijke aspecten die in de keten spelen.
68 / jaarbeeld 09
69
Duurzaamheidsverslag
Doelstellingen en ambities Duurzaamheid is de basis van onze strategie en vormt steeds meer een geïntegreerd onderdeel van onze bedrijfsvoering. In 2008 hebben we een overzicht van de ambities gepubliceerd. Een totaaloverzicht van deze ambities en de in 2009 behaalde resultaten is te vinden op pagina 72. De management disclosures zijn te vinden op onze website: www.vangansewinkelgroep. com/ jaarverslag. Deze ambites komen voort uit de strategie, SWOT-analyse en acties zoals verwoord op pagina 20 en 36. Door middel van deze doelstellingen trachten we met name de interne verankering te verbeteren. Daarin zijn in 2009 goede resultaten geboekt; er is een start gemaakt met het opzetten van een GRI-rapportagehandboek en dit rapport heeft de GRI B+ status behaald. Ondanks de turbulente economische situatie, streven we er toch naar om al in 2010 een GRI A+ status te behalen.
Resultaten 2009:
In 2008 hebben we diverse ambities vastgesteld en gecommuniceerd voor de periode tot en met 2010. Hieronder een opsomming van de belangrijkste prestaties die in 2009 zijn gerealiseerd: Equity
- SHEQ-Verbintenis ingevoerd - daling ongelukken met verzuim - verbetering melding en analyse ongevallen door implementatie Trackwise - centraal auditprogramma SHEQ uitgerold - resultaten Medewerkers Motivatie Onderzoek opgevolgd - actievere rol naar stakeholders - Cradle to Cradle kenniscafés opgezet - klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd - verbetering klachtenafhandeling - opzetten Global Reporting Initiative reporting manual - opleiding Cradle to Cradle-adviseur Ecology
Die GRI A+ ambitie vereist dat we als organisatie verdere stappen zetten in verslaglegging over duurzaamheid. Het beschikbaar hebben van meer kerngetallen over duurzaamheid zien wij als een middel om hier naar de toekomst toe beter op te kunnen sturen en vervolgens transparante verantwoording over af te leggen die voldoet aan de informatiebehoefte van onze stakeholders. In 2010 willen we ook de nodige mechanismen verder uitbouwen om te bewaken dat we blijvend voldoen aan wet- en regelgeving. Compliance wordt meer dan ooit een centraal thema. Hiervoor zullen we de kaders opzetten met een gepaste monitoring. We zijn nu al volop bezig met het bepalen van de ambities en kritische prestatie-indicatoren voor de periode na 2010. Hierover wordt u in het jaarverslag 2010 geïnformeerd.
70 / jaarbeeld 09
- ontwikkeling Cradle to Cradle-concepten - ontwikkeling Afvalbarometer en Garanties van Oorsprong - vergroening voertuigen - investeringen in schonere vloot - verduurzaming inkoopvoorwaarden - kantoorartikelen duurzaam ingekocht - energiebesparingsonderzoeken eigen locaties en afvalenergieinstallaties Economy
- omzet gedaald met 5% tot € 1,1 miljard - EBITDAE gedaald met 5% tot € 259 miljoen - EBITDAE-marge stabiel dankzij effectieve kostenbesparingen - operationele kasstroom blijft sterk (€ 245 miljoen) - schuldpositie teruggebracht - positief eigen vermogen van € 179 miljoen - bedrijfsresultaat excl. eenmalige lasten gestegen met 7% - nettoverlies € 188 miljoen door eenmalige lasten
71
Duurzaamheidsverslag Ambities voor 2010
Equity
Equity
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
Mentorprogramma
41% gerealiseerd, in januari 2010 al 68%
In elke inzamelregio minstens 1 mentor
Klanten
Klanttevredenheidonderzoek (KTO) NL en BE
Hoge score (best in peergroup) op klant-
(verschillende mentoren zijn gestart begin
voorzien voor initiële en voortgezette vorming
eenmalig uitgevoerd met gemiddelde score van
tevredenheid vasthouden en op deelaspecten
januari).
rond veiligheid en rijgedrag van chauffeurs en
8.1. Maltha en Coolrec bereiden KTO voor.
verder verbeteren.
Implementatie klachtenmanagement-System.
Door actief klachtenmanagement score KTO
beladers. Medewerkers Motivatie
Resultaten MMO 2008 uitgezet naar de regio’s.
Herhalen MMO met score boven Nederlands
Onderzoek (MMO)
Deze worden decentraal opgepakt.
gemiddelde.
Gedragscode
SHEQ Charter is 1 oktober 2009 verspreid.
Opzetten van een centraal normdocument
verbeteren naar best in class.
SHEQ met duidelijke kaders waarbinnen de
Afvalplatform voor Industrie voor de vierde
lokale organisaties zich kunnen ontwikkelen.
keer georganiseerd en vond plaats in februari
Afvalplatform voor Industrie uitbouwen.
2009. De bijeenkomst stond in het teken van Ongelukken met verzuim
Ongevallen frequentiegraad tov 2008 gedaald
Ongevallen frequentiegraad naar best in class.
kostenbesparingen.
met 22%. Onder sectorgemiddelde in NL en BE. Ziekteverzuimpercentage
Diverse initiatieven per P/L verantwoordelijk-
Aanzet risicoanalyse opgesteld.
Terugbrengen naar 4.5%.
Leverbetrouwbaarheid energievoorziening garanderen,
heden om verzuimpercentage te verlagen. Het verzuimpercentage in NL was 5.1% tegen 5.0% in 2008. In 2009 is bepaald hoe we ziektever-
Rapportage via GRI-richtlijnen
zuimbegeleiding voor 2010 gaan aanpakken. Ziektemeldingpercentage
Diverse initiatieven per P/L verantwoordelijk-
Terugbrengen naar 1.5%. Stakeholderdialoog
Volledige implementatie rond in juli 2009.
TrackWise volledig implementeren in totale
Uitrol binnen de planning.
organisatie en dashboards voor alle
Mediacampagne om stakeholder te informeren
Structureel in kaart brengen wat gezamenlijke
over ‘Afval Bestaat Niet’. Bepalen rondetafel-
issues stakeholders zijn.
thema’s 2010/2011.
leidinggevenden beschikbaar stellen. Arbeidsvoorwaarden
I.v.m. economische crisis is hier geen prioriteit
GRI: Van B+ naar A+.
Reporting manual ontwikkeld.
heden om meldingspercentage te verlagen. TrackWise
GRI B+-status behaald.
Organiseren rondetafelgesprekken.
Mogelijkheden van flexibel werken verbreden.
aangegeven. Beloning en bonus
Bestaande systeem gehandhaafd.
Onderzoeken of de opzet en de inhoud van
Bepalen beloningensysteem met relatie tus-
het jaarverslag 2009 beantwoordt aan de
sen beloning en duurzaamheiddoelstellingen. Certificeringen
ISO 9001 81,5%
Elk bedrijf/regio gecertificeerd voor ISO 9001,
ISO 14001 79,2%
ISO 14001 en OHSAS 18001.
informatiebehoefe van onze stakeholders. Onderwijs
(regionale) onderwijsprogramma’s.
begeleiden studentenbedrijven.
Nieuwe externe auditpartner geselecteerd:
Opzetten van één extern auditprogramma
Bureau Veritas Certification.
voor toetsing centrale eisen en dat interne
Een centraal extern audit team samengesteld.
Verder intensiveren structurele invulling
begeleiding studenten bij afstudeerprojecten en stages; presentaties onderwijsinstellingen;
OHSAS 18001 21,6% SHEQ-Auditing
Deelname aan diverse educatie-initiatieven;
Overheden
benchmarking mogelijk maakt.
Volledige auditcyclus uitgevoerd: alle doch-
Continue dialoog over ontwikkelingen op
Continueren actieve rol in politieke discussies
gebied van wet- en regelgeving.
rondom afval-, energie- en duurzaamheids-
Medeoprichter De Groene Zaak.
vraagstukken.
Enquête onder leveranciers uitgevoerd.
Actieve dialoog met belangrijkste leveranciers
Aannemershandboek uitgebreid met
voeren t.a.v. duurzaamheidsaspecten inkoop.
terbedrijven geauditeerd. SHEQ Charter is als toetsingkader aangehouden. Ketenmodel
Leveranciers
I.s.m. TNO loopt onderzoek om dit model vorm
Ketenmodel inzameling, recycling, verwerking,
te geven.
als onderdeel van de ontwerp- productie-
duurzaamheidvariabelen.
consumptiecyclus, uitbreiden met een CO2-component. Doelstelling om 50% van het gevaarlijk afval te
Door nog intensievere scheiding en bewerking
hergebruiken is in 2009 bereikt.
percentage hergebruik verhogen naar 50.
Nuttige toepassing afvalhout
In 2009 is een nuttige toepassing van 99% van
Ambitie is om tot 100% nuttige toepassing te
en houtfractie
het afvalhout en houtfractie behaald.
komen.
Ketenverantwoordelijkheid
Certificering alle Van Gansewinkel Groep-
In kaart brengen van alle schakels in de keten
vestigingen op het gebied van kwaliteit, veilig-
tot aan de eindverwerking. Opzetten en opleg-
heid en milieu volgens de internationale normen
gen van gepaste contractuele voorwaarden en
ISO 9001, ISO 14001 en OHSAS 18001.
uitvoeren van gepaste controles.
Hergebruik gevaarlijk afval
72 / jaarbeeld 09
NGO’s
Regelmatig overleg met NGO’s.
Continueren dialoog met NGO’s en betrekken bij rondetafelthema’s.
73
Duurzaamheidsverslag
Ecology
Ecology
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
KPI
Prestatie 2009
Ambitie 2010
Productinnovatie
Garanties van Oorsprong.
Vier nieuwe duurzame concepten op de markt
Warmtelevering
Samenwerking Botlekloop.
Stoomafzet in Botlekgebied naar
Afvalbarometer.
brengen.
Stadsverwarming Rotterdam vanuit Rozenburg.
omliggende industrie verdubbelen.
.
Onderzoek naar toepassing C2C middels
Vier C2C-projecten van concept naar
diverse projecten.
geconcretiseerde toepassingen.
Bepalen stappen voor extra levering van stadswarmte. Warmtelevering
Optimalisatie ritplanning en
Onderzoek naar mogelijkheden uitgevoerd.
Invoeren boordcomputer. Ritplanning en
routeoptimalisatie
Implementatie vindt in 2010 / 2011 plaats.
routeoptimalisatie verder verbeteren.
Reductie CO2-emissie
Inzameling met elektrische voertuigen van
Inzamelconcept voor de binnensteden en
voertuigen
start. Doorinvesteren in extra elektrische
duurzame bedrijventerreinen doorontwikkelen
voertuigen in 2010 / 2011.
met behulp van elektrische voertuigen.
Het wagenpark van Polen is met bijna 10%
Verjonging wagenpark Polen.
Verminderen CO2-uitstoot met 10%.
Contract voorbereid met gemeente Arnhem.
Levering van stadswarmte met 10% verhogen in Duiven.
Innovatie
Leveranciers
Inrichten innovatiebedrijventerrein
Optimalisatie energieterugwinning en
Roelofshoeve Duiven.
grondstofrecycling Duiven.
Enquête onder leveranciers uitgevoerd.
Actieve dialoog met belangrijkste leveranciers voeren t.a.v. duurzaamheidaspecten inkoop.
verjongd naar een gemiddelde leeftijd van 13.01 jaar.
Duurzaam inkoopbeleid
Uitlevering van 84 voertuigen met EEV-norm en
Aanschaf nieuwe voertuigen altijd volgens
85 EURO 5.
hoogste milieukwalificatie, EURO 5 of EEV-norm.
I.s.m. partners onderzoek naar toepassing van
Blijvend onderzoek naar en het testen van
alternatieve brandstoffen.
alternatieven brandstoffen (tweede generatie
Kantoorartikelen
Steeds vaker wordt duurzaamheid in
Duurzaam inkoopbeleid doorgevoerd in
aankoopbeslissingen meegenomen.
organisatie.
Van 63% naar 68% van de kantoorartikelen
Kantoorartikelen van 68% naar 75% meest
meest duurzaam in categorie.
duurzaam in categorie.
biofuel – LNG wagen van start in 2009).
Duurzaamheidscriteria
Aannemershandboek herzien en aangevuld
Consequent doorvoeren bij selectie van
Reductie CO2-emissie door
Samenwerking transporteur van der Lee.
Het verder intensiveren van CO2-reductie op
invoeren bij leveranciers
met criteria op duurzaamheid.
leveranciers en duurzaamheidsaudit uitvoeren
inkoop extern transport
Besparing van 5% in 2009.
extern transport met ambitie om ook in 2010 Thin Clients
Ingevoerd bij 40% werkplekken
Invoeren bij 60% werkplekken hele groep.
Van Gansewinkel Groep. Plafond lijkt bereikt.
Verminderen CO2-uitstoot.
Benoeming twee niet aan de aandeelhouders
Toezicht op de onderneming inrichten
gelieerde commissarissen.
conform de huidige inzichten omtrent
5% te besparen. Leasewagens
Aantal leasewagens met A- en B-labels
Ambitie om nieuwe leaseregeling in te
toegenomen naar 37%. Nieuwe leaseregeling
voeren, sturend op CO2-emissies en
sturend op CO2- en brandstofverbruik
brandstofverbruik.
ontwikkeld voor België. Vastgoed
Energiebesparingsonderzoek 2 grootste
Afronden en implementeren van
Van Gansewinkel regio’s.
energiebesparingplannen NL, BE 2011.
Diverse energiebesparende maatregelen
Verminderen van eigen verbruik van
genomen waaronder: selectievere inzet van
elektriciteit bij verbrandingsproces.
bij strategische leveranciers.
Economy
Corporate Governance
frequenteregelaars.
adequate corporate governance. Terugbrengen eigen energie-
Inventarisatie optimum energieproductie
Inventarisatie optimum in energieproductie-
verbruik (en daardoor reductie
van start. Sturend op basis elektriciteit/
middelen.
CO2-emmissie)
stoomopwekking en warmtelevering.
Procesoptimalisatie
Door verminderde aanvoer geen prioriteit.
Verder invullen van onze verslaggeving over onze strategie, resultaten, risico’s en kansen. .
Verdere optimalisatie van verbrandings-
systeem.
processen. D.m.v. inzet nachttransporten en bunkermanagement. Alle locaties van Van Gansewinkel Groep in NL
Voortzetten verduurzaming energieverbruik
maken gebruik van groene stroom.
locaties Van Gansewinkel Groep door inzet Garanties van Oorsprong.
Modernisering Brielselaan
Door economische situatie besluit genomen
Zie duurzame energieopwekking..
Verder vormgeven van ons risicobeheersings-
EBITDAE
EBITDAE gedaald met 5% naar € 259 miljoen
Van Gansewinkel Groep streeft naar een jaarlijkse EBITDAE-stijging.
Kasstroom
om modernisering niet door te voeren. Vanaf
Operationele kasstroom blijft sterk
Van Gansewinkel Groep streeft naar een
(€ 245 miljoen)
robuuste kasstroom.
Schuldpositie verder teruggebracht.
Van Gansewinkel Groep wil schuldpositie
2013 zal warmte worden geleverd vanuit afvalenergiecentrale in Rozenburg. Biomassa Energie Centrale
BEC volop in gebruik.
Schuldpositie Optimaliseren inzet en gebruik.
Duurzame energieopwekking
verder afbouwen en binnen grenzen bankconvenanten blijven.
(BEC) Door warmtelevering vanuit afvalenergie-
Continueren onderzoek en actieve
centrale in Rozenburg vanaf 2013 levert Van
kennisuitwisseling met overheden om
Gansewinkel Groep een bijdrage aan het stre-
maatschappelijke doelstellingen te helpen
ven van het Rotterdam Climate Initiative om de
realiseren.
CO2-uitstoot te halveren.
74 / jaarbeeld 09
75
Equity
Human Resource Management
België
Polen
1108 medewerkers
240 medewerkers
Nederland
Resultaten:
4.060 medewerkers
- de harmonisatie van het merendeel van de bedrijfsregelingen van Van Gansewinkel Groep-bedrijven in Nederland - het winnen van 5 awards, waaronder de diversiteitprijs, VTL Transport en Logistiek en de Klantbelevings Award 2009
2009 Was een jaar van snel veranderende marktomstandigheden en stond ook voor ons in het teken van kostenbeheersing. Over de hele breedte van de organisatie hebben we kostenbesparende maatregelen genomen (Actie: be prepared act now!) om als bedrijf slagvaardig te blijven. We hebben afscheid moeten nemen van meer dan 400, merendeels tijdelijke, collega’s. Ook deze maatregelen waren noodzakelijk om kostenbesparingen te realiseren, de continuïteit van onze organisatie te garanderen en de ambitie om ook in deze tijd zo veel mogelijk vaste medewerkers in dienst te houden. Door de onvermijdelijke beslissing om de afvalverbrandingsinstallatie aan de Brielselaan te sluiten en WAB (weegbrug, acceptatie en bunkermanagement) in Rozenburg anders te organiseren, zijn ongeveer 180 collega’s op zoek naar een andere baan. Deze besluiten zijn het resultaat van een zorgvuldige afweging tussen de waarde en waarden van ons bedrijf.
Totaal aantal medewerkers Van Ganswinkel Groep uitgesplitst naar land en jaar*
Equity Mensen zijn ons belangrijkste kapitaal. Zij zijn de essentiële schakel in onze klantgerichte dienstverlening. Zij zijn de vakmensen, bevlogen deskundigen op een specifiek terrein. We bieden onze medewerkers graag een veilige werkomgeving, goed materieel en de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Mensgericht leiderschap, open en eerlijke communicatie en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden zijn belangrijke aspecten binnen ons bedrijf. ‘De mens’ staat centraal in ons denken en handelen.
2009
%
2008
%
4.060
70%
4.324
72%
België/ Luxemburg
1.113
20%
1070
18%
CEE
490
8%
509
8%
118
2%
124
2%
5.781
100%
6.027
100%
Nederland
Overig Werknemers
*exclusief uitzendkrachten CEE=Polen, Tsjechië en Hongarije Overig: Frankrijk en Portugal
Verdeling man/vrouw naar jaar
Man Vrouw
2009
%
2008
%
4.827
83%
5.031
83%
954
17%
996
17%
5.781
100%
6.027
100%
Verdeling fulltime/ parttime naar jaar
Fulltime Parttime
76 / jaarbeeld 09
2009
%
2008
%
5.104
88%
5.339
89%
677
12%
688
11%
5.781
100%
6.027
100%
Luxemburg
Hongarije
4 medewerkers
5 medewerkers
Portugal
Frankrijk
Tsjechië
22 medewerkers
97 medewerkers
244 medewerkers
We zetten volop in op het begeleiden van werk naar werk. Daarbij is professionele hulp ingeschakeld van een gespecialiseerde externe partij om mee te zoeken naar een passende baan (in- of extern) voor de betrokken medewerkers. Diversiteit
Door de aard van de branche waar we in actief zijn, heeft Van Gansewinkel Groep voor het merendeel mannelijke medewerkers. Toch is diversiteit van personeel een vanzelfsprekendheid. De verscheidenheid van onze activiteiten en werkzaamheden en de beschikbaarheid van personeel op de arbeidsmarkt in de verschillende regio’s waar wij actief zijn, leidt automatisch tot een gemêleerd personeelsbestand. Diversiteit is iets wat we ‘gewoon’ doen en als een bron van inspiratie zien. Die aanpak heeft in 2009 tot het winnen van de diversiteitsprijs geleid. Geharmoniseerde bedrijfsregelingen
In 2009 is er in samenwerking met de Medezeggenschap hard gewerkt aan het gelijktrekken van bedrijfsregelingen. Het merendeel van de bedrijfsregelingen is geharmoniseerd.
77
Equity
Aantal medewerkers verdeeld naar leeftijdsgroep 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
< 25 year
25-35 year 35-45 year 45-55 year
2009
2008
> 55 year
2007
Aantal medewerkers verdeeld naar dienstverband
Ontplooiingsmogelijkheden
Awards
We willen een plezierige en dynamische werkomgeving aanbieden, waarin medewerkers de mogelijkheid hebben zich verder te ontwikkelen. Van Gansewinkel Groep is een organisatie waar eigen initiatief, ‘het schrijven van je eigen track record’ wordt aangemoedigd. Zo worden beladers gestimuleerd om de opleiding tot chauffeur te volgen en werd in 2009 ‘Jonge Gansen’ nieuw leven ingeblazen door een aantal trainees en Young Potentials. Jonge Gansen organiseert 4 bijeenkomsten per jaar voor ambitieuze medewerkers tot en met 35 jaar oud. De bijeenkomsten staan onder meer in het teken van de laatste ontwikkelingen binnen ons bedrijf. Daarnaast worden mogelijkheden tot verdere ontwikkeling geboden middels intervisiebijeenkomsten. Inhoud van het werk, reflectie van het eigen functioneren en samenwerking staan hierbij centraal.
We krijgen steeds meer waardering voor onze visie en de manier waarop we acteren. Dit komt onder andere tot uiting door de toekenning van awards. Voor ons is dit een erkenning dat we ‘op de goede weg zitten’ en een impuls om op deze voet verder te gaan. In 2009 hebben we de volgende prijzen gewonnen:
50%
Samenwerking met reïntegratiebedrijven
40% 30% 20% 10% 0% <5 year
5-10 year
10-15 year
15-20 year
20-25 year
>25 year
Samen met reïntegratiebedrijven koppelen we reïntegratie aan de vraag naar arbeidskrachten. In Nederland hebben we dat met het project Duurzaamgesloopt.nl gedaan voor het duurzaam verwerken van sloopmaterialen. In Frankrijk doet Coolrec dat al enkele jaren met Envie2E voor het verwerken en recyclen van elektrische en elektronische apparatuur. Beloning en bonus
2009
2008
2007
Verzuim
Het verzuimpercentage in 2009 was 5,1% tegen 5,0% in 2008. We houden onverkort vast aan onze doelstelling van 4.5% en hebben in 2009 bepaald hoe we met behulp van de uit een tender gekomen beste twee partijen ziekteverzuimbegeleiding gaan aanpakken. In 2010 zullen daarvoor de eerste stappen worden gezet. Opleiding en training
Van Gansewinkel Groep slaat steeds meer de weg in van een kennisorganisatie. We blijven investeren in kennis. Dat is een keuze voor de lange termijn. In 2009 was er ruimte voor een aantal specifieke speerpunten: • basistrainingen voor het op peil houden van het functioneren in huidige functie, zoals chauffeursopleidingen • bedrijfshulpverlening (BHV) • Cradle to Cradle-trainingen • Lean Six Sigma (Black belt) • leiderschapsopleiding (Stichting Bedrijfskunde)
78 / jaarbeeld 09
Op dit moment spelen indicatoren als veiligheid, medewerkerstevredenheid en klanttevredenheid voor het regionale management een rol in het beloningen- en bonusbeleid. Voor de raad van bestuur en stafdirecteuren is de bonus gebaseerd op financiële prestaties. Er is sprake van een indirecte koppeling. We willen de koppeling en het relatieve belang tussen financiële en duurzaamheidsperformance meer in balans brengen, en dit een nadrukkelijker plek in de beloningssystematiek geven. Mogelijke criteria zijn: - veiligheid/ongevallenfrequentiegraad - klanttevredenheid - medewerkertevredenheid - gerealiseerde marktintroducties/pilots van Cradle to Cradle- en CO2-concepten - vermindering eigen CO2-emissie Deze criteria worden in 2010 verder gespecificeerd.
VTL Transport en Logistiek Diversiteitprijs 2009
Van Gansewinkel Regio Randstad-Noord won de VTL Diversiteitsprijs 2009. Met deze diversiteitsprijs wordt Van Gansewinkel onder meer beloond voor het structurele opleidingsbeleid voor alle medewerkers uit alle diversiteitsgroepen. Ondernemersprijs Transport en Logistiek
Van Gansewinkel Groep kreeg in 2009 de Ondernemersprijs Transport en Logistiek 2010 uitgereikt. De prijs werd uitgereikt vanwege de prestaties op het vlak van voortdurende kwaliteitsverbetering, klantenbinding en klantgerichtheid. Met de Ondernemersprijs Transport en Logistiek vestigt Transport en Logistiek Nederland de aandacht op continue kwaliteitsverbetering en professionalisering in de sector. Klantbeleving Award 2009
Van Gansewinkel heeft de Klantbeleving Awards 2009 gewonnen. Voor deze prijs keek het bureau Integron naar de tevredenheidsscores van haar klanten die een klanttevredenheidsonderzoek hebben uitgevoerd. Van Gansewinkel kwam met een waardering van 8,1 als beste uit de bus in de categorie Dienstverlening. Lean & Green Award
an Gansewinkel Groep kreeg de Lean & Green Award V voor het initiatief om haar tanktransport te optimaliseren en daardoor zowel kosten te besparen als het milieu te ontlasten. De prijs is onderdeel van het Innovatieprogramma Duurzame logistiek van het Ministerie van Verkeer & Waterstaat. Transparantiecertificaat
Adviesbureau Scenter onderzocht voor de vijftiende keer in 2009 de transparantie inzake het beleid in het jaarverslag van 91 Nederlandse bedrijven. De 23 meest transparante bedrijven werden beloond met een ‘certificaat van transparantie’. Van Gansewinkel Groep deed voor het eerst mee aan het onderzoek en werd beloond met een certificaat.
79
Equity
SHEQ verbintenis Van Gansewinkel Groep-verbintenis met betrekking tot
Integer en transparant afvalstromen behandelen
Veiligheid, Gezondheid, Milieu en Kwaliteit
Wij zullen ons steeds strikt aan de wettelijke eisen en regelgeving houden wanneer
Wij streven naar een duurzame samenleving en leveren met onze specifieke
afvalstromen aan ons worden toevertrouwd. Wij zullen garant staan voor een
dienstverlening voortdurend wezenlijke bijdragen daaraan. Door de aard van onze
transparante behandeling, bewerking en eindbestemming. Wij beschikken hier-
dienstverlening is maatschappelijk verantwoord ondernemen een natuurlijk gegeven
voor over de nodige vergunningen en certificaten, en zullen er op toezien dat zij
voor Van Gansewinkel Groep. Als bedrijf dat zo prominent opereert in een sector
steeds in overeenstemming zijn met de activiteiten die we willen ontplooien.
waar cruciale stappen richting een ‘schonere’ wereld worden gezet, zijn wij ons
Wij stellen dezelfde eisen aan onze partners en leveranciers. Wij zullen, wanneer
bewust van onze belangrijke maatschappelijke verplichtingen en verantwoorde-
gevraagd, op ieder moment hierover open en eerlijk kunnen communiceren.
lijkheden. Met deze verbintenis voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit willen wij aan al onze stakeholders zoals medewerkers, klanten,
Vakmanschap met passie
aandeelhouders en de maatschappij, duidelijk maken dat in onze bedrijfsvoering
Wij zullen het individuele vakmanschap van onze mensen bevorderen door te
het respect voor mens en milieu centraal staat. Deze uitgangspunten garanderen
investeren in gerichte opleidingen en trainingen. Wij willen persoonlijke groei en
een manier van werken die voor ons van levensbelang is.
ontwikkeling stimuleren en samenwerking bevorderen. Wij zullen hiervoor regelmatig
Wij willen voortdurend onze prestaties en processen ten aanzien van veiligheid,
nieuwe hulpmiddelen en opleidingen ter beschikking stellen.
gezondheid, milieu en kwaliteit verbeteren en passen hiervoor de laatste technieken
Wij zullen het management trainen in mensgericht leiderschap om er zo over te
en kennis toe. Wij zullen deze verbintenis op een coherente en meetbare manier
waken dat het hart van onze groep, namelijk het menselijke kapitaal, op de juiste
groepsbreed implementeren.
manier wordt aangestuurd.
Veiligheid voor alles
Verantwoordelijkheid van management en medewerkers
Wij zullen waken over het welzijn van onze medewerkers, goede arbeidsomstandig-
De raad van bestuur blijft op de hoogte van belangrijke gebeurtenissen op het
heden creëren en betrouwbaar materieel ter beschikking stellen. Wij willen dat
gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit en ziet er op toe dat de
iedereen die voor ons werkzaam is gezond en wel weer thuiskomt. Wij geloven dat
managementsystemen goed functioneren en dat de regels worden nageleefd.
elk ongeval of ernstig incident, alsook beroepsziekte of milieu-incident te voorkomen
De raad van bestuur zal er voor zorgen dat de inzet van de mensen en de middelen
is, en ons doel is dan ook ze te voorkomen. Wij zullen vooraf de veiligheids- en
zodanig is dat aan deze afspraken kan worden voldaan.
gezondheidsrisico’s in kaart brengen bij elke activiteit. Wij zullen adequate maat-
Het management van elke entiteit zal er voor zorgen dat haar medewerkers zich
regelen nemen om die risico’s tot een absoluut minimum te beperken.
bewust worden van deze verbintenis en zal hun medewerkers opleiden, trainen en
Wij zullen al onze faciliteiten en rollend materieel gepast onderhouden zodat ze
motiveren om deze verbintenis waar te maken.
veilig en beveiligd zijn en blijven, in overeenstemming met wet- en regelgeving.
Elke medewerker in dienst van Van Gansewinkel Groep, of het nu eigen personeel
Wij zullen voorbereid zijn op mogelijke calamiteiten, en zullen de lokale gemeen-
is of ingehuurd, is zelf verantwoordelijk voor de naleving van deze verbintenis en
schappen begeleiden om hun reactie op noodsituaties te verbeteren.
voor de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Dit is een belangrijke voorwaarde hierover publiekelijk rapporteren.
Wij zullen telkens weer samen met onze grote en kleinere klanten zoeken naar maatgerichte antwoorden die naadloos aansluiten bij de specifieke bedrijfsprocessen. Wij zijn betrokken bij iedere klant, oprecht geïnteresseerd, klantgericht. Wij willen de verwachtingen van onze klanten overtreffen. Verminderen van de ecologische voetafdruk van onszelf en onze klanten Wij willen het ontstaan van afval voorkomen: minder afval komt niet alleen de
Ruud Sondag
Diederik Gijsbers
Yves Luca
klant, maar de hele samenleving ten goede. Wij zullen al onze kennis, kunde en
CEO
COO
COO
uit de aarde moeten worden gehaald. Onze visie is dat afval niet bestaat.
Frans van de Noort
Rob de Fluiter Balledux
Geert D’Haese
Bij dit alles zijn de principes van Cradle-to-Cradle (C2C) onze leidraad.
COO
CFO
Directeur SHEQ
enthousiasme inzetten om van de prille ontwikkeling tot het definitieve einde van
25
0,40 0,35
20
Veiligheid heeft absolute prioriteit binnen Van Gansewinkel Groep. Er is nooit een excuus om niet veilig te werken. Werkgever en medewerkers zijn er samen verantwoordelijk voor dat veiligheid een vanzelfsprekend onderdeel is van de bedrijfscultuur. Resultaten:
- het aantal ongelukken met verzuim is sterk afgenomen: de ongevallenfrequentiegraad daalde met 22%. Hiermee zit Van Gansewinkel Groep onder het sectorgemiddelde in Nederland en België - TrackWise, een elektronisch managementsysteem voor de opvolging en registratie van SHEQ (Safety, Health, Environment en Quality)-gerelateerde onderwerpen, is volledig geïmplementeerd in de totale organisatie - er is een centraal normdocument (SHEQ-Charter) geïntroduceerd - het aantal voor ISO 9001, ISO 14001 en OHSAS 18001 gecertificeerde bedrijven binnen de groep steeg naar respectievelijk 81,5%, 79,2% en 21,6% - in 2009 is een nieuwe externe auditpartner geselecteerd en een volledige auditcyclus van alle dochterbedrijven uitgevoerd SHEQ-Verbintenis
voor dienstverband of contract. Wij zullen de globale vooruitgang meten en regelmatig Klantgericht samenwerken
Veiligheid en kwaliteit
In 2009 is een verbintenis met betrekking tot Veiligheid, Gezondheid, Milieu en Kwaliteit opgesteld. Het is geen vrijblijvend beleidsdocument, maar een echt ‘commitment’ dat de verantwoordelijkheid van managers en medewerkers duidelijk maakt. Zo willen wij aan al onze stakeholders, zoals medewerkers, klanten, aandeelhouders en de maatschappij, duidelijk maken dat in onze bedrijfsvoering het respect voor mens en milieu centraal staat. Deze verbintenis wordt, zoals past bij onze organisatie, decentraal verder ingevuld. Frequentiegraad van verzuimongevallen
Op het gebied van veiligheid hebben we een duidelijke stap voorwaarts gezet. De frequentiegraad van verzuimongevallen binnen ons bedrijf blijft verder dalen. Deze is sinds 2007 met jaarlijks meer dan 20% afgenomen. De ernstgraad van deze incidenten is nagenoeg gelijk aan het niveau van 2008. De blijvende focus op veiligheid begint dus zijn vruchten af te werpen.
0,30 0,25
15
0,20 10
0,15 0,10
5 0
0,05 0,00 2007
Frequentiegraad*
2008
2009
Ernstgraad*
* Frequentiegraad: aantal incidenten met verzuim * 1.000.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De frequentiegraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel. ** Ernstgraad: aantal verloren werkdagen x 1.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De ernstgraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel.
De invoering van TrackWise is daarbij effectief gebleken. Het gaat dan niet alleen om registratie van gevaarlijke situaties en ongevallen, maar vooral ook om de opvolging daarvan. Acties en onderzoeken naar aanleiding van (bijna-)ongevallen zorgen voor beweging in de organisatie. We veranderen van een reactieve organisatie in een proactieve organisatie. Na drie jaar van campagnevoering rond veiligheid om de bewustwording binnen de Groep te verhogen, zal de verdere inspanning hiervoor vooral decentraal worden gedragen. Hiervoor zijn in 2009 stappen gezet om het lokale management verder te versterken. Er is nu voldoende kennis en kunde aanwezig. Het goed omgaan met fysieke veiligheid is hiermee verankerd in de organisatie en wordt dicht bij de werkvloer gemanaged. Toch is veiligheid nooit ‘klaar’. Onze tijdelijke medewerkers zijn vaker bij een ongeval betrokken dan ons eigen personeel. De ongevallenfrequentie van eigen personeel is 12.8 versus 19.9 bij uitzendkrachten. Dit is een verschil van 55%. In 2008 was de ongevallenfrequentie 68% hoger, dus ook hier zien we een verbetering. We informeren tijdelijke medewerkers met een goede basistraining over veiligheid. Er ligt een grote uitdaging om dat te verbeteren en daar blijft onze focus op gericht. Daarnaast blijven de ‘ernstige ongevallen’ een punt van aandacht vormen. De veiligheidsrisico’s binnen ons bedrijf dwingen ons om altijd alert te blijven.
een product of dienst het afval zoveel mogelijk te beperken en/of zo doelmatig mogelijk te hergebruiken. Wij zullen actief scheidings- en recyclingsprocessen van gebruikte stoffen verder ontwikkelen, zodat er minder afval verbrand dient te worden, wat de CO2 uitstoot vermindert en voorkomt dat er nieuwe grondstoffen
Wij zullen blijvend investeren in de nieuwste technologieën om onze milieu-impact te verkleinen, en willen minstens voldoen aan de wettelijke vereisten en regelgeving.
Van Gansewinkel, Coolrec, Maltha, AVR zijn onderdeel van Van Gansewinkel Groep 80 / jaarbeeld 09
81
Equity
Overzicht zeer ernstige ongevallen 2009:
Kwaliteits- en milieuzorgsysteem
- bedrijfsongeval Utrecht: medewerker aangereden door shovel - ongeval bij stortlocatie in Den Haag, gekantelde wagen - ernstig ongeval, belader komt onder de achterwielen van voertuig, Hellevoetsluis - dodelijk ongeval, meisje van 7 jaar oud aangereden op kruising in Purmerend - dodelijk ongeval: belader valt van treeplank in Rijswijk
Bijna alle operationele werkzaamheden vallen onder geïntegreerde zorgsystemen, waarbij kwaliteit, milieu en veiligheid worden geborgd. In 2009 is een start gemaakt om deze systemen volgens OHSAS 18001 te laten certificeren voor veiligheid en gezondheid op de werkvloer.
ISO 9001 Niet gecertificeerd 18,5% Gecertificeerd
81,5%
Ongevallenfrequentie per 1 miljoen uur in vergelijking met sectorgemiddelden* 60 50 40
ISO 14001
30
Niet gecertificeerd 20,8% 20
Gecertificeerd
79,2%
10 0 Inzameling België
VGG 2009
Inzameling Nederland
Recyling
Verwerking Nederland
Sectorgemiddelde 2008
* Gegevens afkomstig van VA voor NL, voor BE Fonds
OHSAS 18001
voor arbeidsongevallen, NACE 38.2 en 38.3 voor BE. Recycling = Maltha en Coolrec
Niet gecertificeerd 78,4% Gecertificeerd
21,6%
Kwaliteit Het kwaliteitsmanagementbeleid is gebaseerd op: - vaststellen van meetbare doelen - verbeteren en vasthouden van de kwaliteit van onze dienstverlening - voldoen aan (internationale) kwaliteitsdoelstellingen In 2010 gaan we het constante verbeterproces intensiveren en verder structureren. Bijvoorbeeld door op Lean Six Sigma door te pakken. Het wordt een speerpunt om onze eigen processen te optimaliseren en te ontdoen van overbodige stappen en kosten, maar ook om samen met klanten materiaalstromen onder de loep te nemen. We willen hierdoor de klanttevredenheid verhogen en tegelijkertijd de kosten van onvoldoende kwaliteit terugdringen. De goede dingen doen en de dingen meteen goed doen, daar gaat het om. Deze gedachtegang wordt intern ondersteund door de communicatiecampagne ‘Goed Bezig’ waar een koppeling wordt gemaakt tussen kwaliteit en de kernwaarde Vakmanschap met Passie.
82 / jaarbeeld 09
Aanwezige kwaliteit-, milieu-, en veiligheidscertificeringen binnen Van Gansewinkel Groep met percentage van de medewerkers die rapporteren onder het systeem.
Overtredingen
In totaal waren er over 2009 28 significante boetes/ sancties vanwege overtredingen van wet- en regelgeving. Het aantal verkeersovertredingen (boven € 500, -) bedraagt 14. Van de overige 14 overtredingen zijn 8 lasten onder dwangsom vanwege het overschrijden van vergunningsvoorwaarden. Naar verwachting kunnen deze laatste tijdig opgelost worden. Het boetebedrag over 2009 kan maximaal oplopen tot € 55.000. Sancties worden gerapporteerd in een centrale databank en de te nemen maatregelen worden veelal in het milieuzorgsysteem strikt opgevolgd.
83
Equity
Stakeholderdialoog Door de aard van onze dienstverlening staan we midden in de maatschappij. We vervullen een functie in de samenleving en onderhouden relaties met allerlei belanghebbenden, onze stakeholders. In 2009 heeft Van Gansewinkel Groep zich actief ingezet voor het opbouwen, uitwerken en versterken van stakeholderrelaties. We hebben stappen gezet om meer structuur te brengen in de vele initiatieven die er lopen en ons daarop te focussen.
M edewerkers e n M edezegge n schap
Overhede n e n politiek
K la n ten
Aandeelhouders en raad van commissarissen
I n vesteerders
O n derwi j s
Maatschappelijke activiteiten en sponsoring
In 2009 hebben we de visie op de stakeholderdialoog vastgesteld. In de praktijk is de stakeholderdialoog een combinatie van diverse lokale en incidentele initiatieven. Maar we kiezen er ook voor om te focussen op een aantal structureel georganiseerde activiteiten op groepsniveau. Wij zijn er van overtuigd dat een structurele dialoog de enige manier is om ook echt van elkaar te kunnen leren en kennis te delen en zo gezamenlijke doelstellingen te kunnen verwezenlijken. Organisatie van stakeholderdialoog
Het afgelopen jaar hebben we onze visie, strategie en rol in de samenleving nog explicieter gedefinieerd en er nadrukkelijk voor gekozen om veel actiever over die rol te communiceren. Een eerste stap was dan ook de kennis, feiten en meningen die we als organisatie hebben, op een begrijpbare manier aanbieden aan de verschillende stakeholdergroepen. Dat heeft geresulteerd in een eenduidige boodschap die aansluit bij onze kernwaarden. Via verschillende kanalen is deze boodschap naar onze stakeholders, te beginnen bij onze eigen medewerkers, gecommuniceerd. Immers, als organisatie moet je weten waar je voor staat en wat je eigen standpunt is om geloofwaardig te zijn in discussie met andere stakeholders.
L EV ERA N C I ERS
We hebben nu een adequate set van communicatiemiddelen waarmee we ook regionaal en lokaal onze visie over de bühne kunnen brengen. Juist ook op lokaal niveau willen we een speler zijn. De vrijheid is aan de regio’s om de structuur en stakeholders te zoeken die relevant voor hen zijn.
O mwo n e n de n
Constructieve dialoog: rondetafelgesprekken
Doelstelling en visie stakeholderdialoog
Op basis van de vele contacten met onze stakeholders en het imago- en klanttevredenheidsonderzoek zijn we tot een drietal hoofdthema’s gekomen. In 2010 staan deze op de agenda om met onze stakeholders te bespreken.
M edia
N GO’s
We zijn in dialoog met onze stakeholders om kennis en ideeën uit te wisselen zodat we nog meer afval een tweede leven kunnen geven als grondstof. Om dat te bereiken, spelen alle stakeholders in wisselende samenstellingen en van wisselende importantie een rol. Door een goed gevoel te hebben wat er bij onze stakeholders leeft, kunnen wij elkaar toegevoegde 84 / jaarbeeld 09
waarde bieden. Zeker wanneer we naar de Cradle to Cradle-filosofie kijken en daarmee het realiseren van gesloten kringlopen, dan kan dat alleen door partnerships met stakeholders. Daarom maken we de stap van communicatie met stakeholders naar een constructieve dialoog. De dialoog met stakeholders draagt bij aan het invullen van de toekomst van de onderneming. De drie thema’s zijn: 1. grondstoffen. Dit thema gaat over grondstoffen in relatie tot afvalmanagement, Cradle to Cradle en CO2 –reductie. Voor ons is dit het belangrijkste thema, omdat het een wezenlijke schakel vormt in het realiseren van onze strategie. 2. ketenverantwoordelijkheid. Dit thema gaat in op ketenverantwoordelijkheid van onszelf naar onze klanten en leveranciers en gaat over de checks en balances die we al hebben en vooral ook verder willen verbeteren. 3. balans tussen Economy & Ecology. Hier willen we de discussie voeren over ‘duurzaamheid als businesscase’ en ‘duurzaamheid als investeringscase’. Duurzaamheid als businesscase gaat in op de balans tussen Economy en Ecology. Duurzaamheid als investeringscase gaat in op de criteria van investerings- en financieringsmogelijkheden voor duurzame bedrijven. Rond die drie thema’s worden in 2010 en 2011 rondetafelgesprekken georganiseerd. Aansluitend bij het thema zal een mix van relevante stakeholders in combinatie met leden van de raad van bestuur en medewerkers met kennis van het onderwerp aanwezig zijn. De cirkel rond
We zullen in- en extern over de rondetafelthema’s communiceren bijvoorbeeld door het publiceren van position papers. Communicatie over de thema’s draagt bij aan onze eigen visievorming, daarnaast verwachten wij dat het ook een bijdrage zal leveren aan de publieke discussie rond deze thematiek. Betrokkenheid van stakeholders bij dit verslag
Het realiseren van dit jaarverslag is een intensief proces dat we voornamelijk intern gerealiseerd hebben door input van en samenwerking met diverse afdelingen. Het verslag hebben we door een aantal medewerkers laten lezen. Hun opmerkingen en suggesties zijn meegenomen in het uiteindelijke verslag. In 2010 willen we onderzoeken of de opzet en inhoud van het jaarverslag 2009 voldoet aan de informatiebehoefte van onze stakeholders.
85
Equity
Resultaten 2009
Ook in 2009 hebben we onze omgeving geïnformeerd over onze visie. Dat hebben we op allerlei manieren gedaan. Zo hebben we lezingen en presentaties gegeven, scholen bezocht, rondleidingen gegeven, deelgenomen aan discussiefora en een mediacampagne gevoerd. We hebben ontdekt dat de boodschap aanslaat en aanleiding is om ‘door te praten’. In die zin is in 2009 afval, een relatief low-interest product, duidelijk op de kaart gezet. Voor ons is dit een wezenlijke stap in de verdere structurering van de stakeholderdialoog.
Medewerkers e n Medezeggenschap
Van Gansewinkel Groep kent een gelaagde medezeggenschapsstructuur, waarbij vrijwel elk bedrijfsonderdeel zijn eigen ondernemingsraad heeft. Via delegatie acteren op nationaal niveau in België en Nederland medezeggenschapsorganen voor energy from waste en de inzamelactiviteiten. De Centrale Ondernemingsraad overlegt met de voorzitter van de raad van bestuur. Het overlegklimaat wordt bepaald door een gezonde balans tussen de verantwoordelijkheden van de individuele stakeholders en het gezamenlijke ondernemingsbelang. Naast terugkerende onderwerpen, zoals budget en jaarrekening, hebben we met onze medewerkers een intensieve dialoog gevoerd die in het teken stond van bezuinigingen, kostenprogramma’s en het verlies van werkgelegenheid. Daar waar het om de sluiting van de Rotterdamse afvalenergiecentrale ging, was het niet haalbaar om alle banen te behouden. Er is een maximale inspanning geleverd om zoveel mogelijk mensen te begeleiden van ‘van werk naar werk’.
Overhede n e n politiek
We zijn regelmatig in overleg met bestuurders en volksvertegenwoordigers op Europees, nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Gesprekken met overheden en politiek zijn algemeen opiniërend, specifiek of thematisch van aard. Onderwerpen in de gesprekken waren: de ontwikkelingen op het duurzaam inkopen-programma, de praktische invulling van het Cradle to Cradle-concept, de toekomstige rol van verbranding en de overcapaciteit op de markt, de export van afval, de R1-status van afvalenergieinstallaties en de discussie die we met name met de gemeente Rotterdam hebben gevoerd rond de sluiting van de Brielselaan. Op Europees niveau hebben we gesproken over de Kader Richtlijn Afval. Daarnaast hebben we er voor gekozen om los van het contact met overheden via de brancheverenigingen ook heel nadrukkelijk een parallelle eigen lijn te ontwikkelen. Dat betekent onder andere een
86 / jaarbeeld 09
A a ndeelhouders e n raad va n commissarisse n
bewuste keuze voor deelname in het bestuur van de Groene Zaak. De Groene Zaak wil de verduurzaming van het economisch ondernemingsklimaat in Nederland versnellen en brengt politiek, overheid en koplopers uit het bedrijfsleven bij elkaar.
Kla n ten
Samen met onze klanten werken we aan een tweede leven voor afval. Jaarlijks voeren we een klanttevredenheidsonderzoek (KTO) uit. Met een gemiddelde uitslag van een 8,1 in 2009 zijn we ten opzichte van voorgaande jaren weer gestegen. De hoogste cijfers worden gegeven voor de vriendelijkheid van onze chauffeurs en onze dienstverlening. Ook ons accountmanagement scoort goed; we worden gezien als een deskundige partner. Daarmee presteert Van Gansewinkel beter dan vergelijkbare partijen in de markt. Onze klachtenafhandeling is verbeterd, maar er blijft ruimte voor verbetering. Het afgelopen jaar is fors ingezet op een betere klachtenafhandeling. In alle Van Gansewinkel-regio’s is een uniform programma voor registratie en opvolging van klachten ingesteld. Doelstelling van het klachtenprogramma is te leren van geregistreerde klachten en deze in het vervolg te voorkomen. Daarnaast moeten klachten sneller worden opgelost. Het afgelopen jaar is daarom fors ingezet op een betere klachtenafhandeling.
De groei van onze onderneming is gebaseerd op onze visie op duurzaamheid, het thema ‘Afval bestaat niet’ en de daarvan afgeleide strategie. Deze visie wordt onderschreven en gesteund door onze aandeelhouders en commissarissen. In april 2009 zijn de heren P. Berdowski en C. van den Driest tot de raad van commissarissen toegetreden. Samen met de heren H. van Berckel (CVC) en R. Gorenflos (KKR) houden zij toezicht op het strategische en financiële beleid van Van Gansewinkel Groep. De raad van commissarissen vergaderde in 2009 vier keer. Daarnaast vond overleg plaats tussen individuele leden van de raad van commissarissen en leden van de raad van bestuur. Het financial audit committee hield haar vergadering voorafgaand aan de commissarisvergadering van april en het milieu audit committee ging in haar vergadering in januari vooral in op de veiligheids- en compliance-ontwikkelingen binnen de onderneming. Tevens voerde de heer Van den Driest, namens de raad van commissarissen contactpersoon voor de medezeggenschap, overleg met de Centrale Ondernemingsraad. Belangrijke thema’s voor de raad van commissarissen waren de algemene ontwikkelingen in de markt, de strategische richting van de onderneming, alsmede haar financiering. Daarnaast richtte de raad zich vooral ook op de actuele ontwikkelingen in de specifieke markt voor waste to energy, de grote huishoudelijke aanbestedingen binnen dit domein en het effect hiervan op de capaciteit- en resultaatontwikkeling van de Groep, wat uiteindelijk leidde tot de keuze voor de sluiting van de verbrandingsinstallatie in Rotterdam. Vervolgens heeft de raad zich nadrukkelijk gebogen over compenserende maatregelen, kosten, investeringen en uitbreiding van activiteiten. De raad van bestuur voert maandelijks als team overleg met een delegatie van de aandeelhouders. Tijdens dit overleg wordt vooral ingegaan op de resultaatsontwikkeling van de onderneming, in 2009 nadrukkelijk tegen de achtergrond van de economische ontwikkelingen. Daarnaast vindt op thematische basis overleg plaats tussen vertegenwoordigers van de aandeelhouders en uit de onderneming.
In vesteerders
Om de banken die leningen hebben verstrekt aan Van Gansewinkel Groep te informeren over onze visie, koers en resultaten, is in 2009 een tweetal bankermeetings georganiseerd. Deze opzet wordt in 2010 herhaald.
On derwi js
Van Gansewinkel Groep heeft ook in 2009 actief deelgenomen aan diverse activiteiten op onderwijsgebied om kinderen en jongvolwassenen al op jonge leeftijd bewust te maken van het milieu en de schaarste aan grondstoffen. Op die manier geven we invulling aan onze visie dat duurzaamheid bij de bron begint. Afgelopen jaar stond in het teken van de volgende activiteiten: - ontwikkeling computerspel voor leerlingen op de basisschool - samenwerking met Stichting Mr Finney om nadrukkelijk de dialoog aan te kunnen gaan met leerlingen van het basisonderwijs en eerste klassen van voortgezet onderwijs - diverse rondleidingen op onze locaties - deelname aan exposities - ondersteuning Students in Free Enterprise (SIFE) - begeleiding afstudeerders en stagiaires, waaronder stagiaires Erasmus Universiteit Rotterdam - begeleiding studentenbedrijven in kader van Jong Ondernemen - invulling Cradle to Cradle-themacollege TUE
Maatschappeli j ke activiteiten en spo n soring
Wij ondersteunen diverse organisaties die zich manifesteren op maatschappelijk vlak. Dit kan in de vorm van sponsoring door het doneren van geld, maar juist ook door het overdragen van onze vakkennis ondersteunen we projecten. Ons beleid is gericht, passend bij ons businessmodel, op met name regionale betrokkenheid via onze vestigingen. We ondersteunen vooral initiatieven en organisaties die een bijdrage leveren aan de discussie rondom en het kennisniveau van de thema’s duurzaamheid, afval en grondstoffen. Daarnaast wordt een aantal landelijke initiatieven ondersteund die een directe bijdrage leveren aan een maatschappelijk vraagstuk dat ook in onze organisatie speelt, zoals bijvoorbeeld analfabetisme. In die zin is sponsoring altijd gekoppeld aan bedrijfsdoelstellingen. Een greep uit de initiatieven van het afgelopen jaar: - jureren in de Wereldcup SIFE - sponsoring van de filmpremière ‘Age of Stupid’ aan de vooravond Klimaattop Kopenhagen - deelname aan de opendeurdagen in België - deelname aan de wereldhavendagen in Rotterdam - verzorgen van rondleidingen op tal van onze locaties - deelname aan de Landelijke compostdag - meedewerking aan het kinderprogramma KRO ZigZag - deelname aan Amsterdam Duurzaam 2009 - sponsoring Stichting Lezen en Schrijven
87
Equity
Media
L evera n ciers
In het kader van de stakeholdersdialoog hebben we nog actiever onze boodschap via de media gecommuniceerd. Enerzijds met een reclamecampagne, anderzijds door onze visie op de grondstoffenschaarste en de consequenties daarvan actief middels vele interviews te communiceren. Daarnaast hebben we er ook voor gekozen om middels opiniestukken een actieve bijdrage te leveren aan de discussie rond grondstoffen en klimaat. Die media-aanpak leidt tot diverse reacties en verzoeken voor vervolgsessies. In die zin werkt het als een soort olievlek. We hebben de indruk dat we meer en meer als een gesprekspartner met autoriteit aan tafel worden gevraagd.
We werken aan de koppeling van inkoopvoorwaarden aan duurzaamheidscriteria. In het kader van de selectie en beoordeling van leveranciers binnen Van Gansewinkel Groep worden be-/verwerkers en aannemers beoordeeld aan de hand van een auditsystematiek. Deze opdrachtnemers beschikken veelal over gecertificeerde zorgsystemen (ISO 9001 naar kwaliteit, ISO 14001 voor milieu en OHSAS 18001 voor veiligheid en gezondheid op de werkvloer). In november is een leveranciersbeoordeling uitgevoerd om te achterhalen wat de visie van onze leveranciers op het gebied van duurzaamheid is. De enquête vroeg onder andere naar voornoemde certificeringen, maar ook naar visie op kinderarbeid, de bereidheid om met Van Gansewinkel Groep samen te werken op het gebied van Cradle to Cradle en de maatregelen om CO2-uitstoot te reduceren. In 2010 worden de resultaten geanalyseerd en de daaruit voortkomende acties opgevolgd.
N GO’s
Wij hechten waarde aan een regelmatige afstemming en uitwisseling van ideeën met spelers in het maatschappelijke veld. Met een aantal groeperingen hebben we regulier contact. We vinden dat die aanpak, met respect voor elkaars standpunt en de zakelijke uitwisseling van elkaars argumenten en feiten, de basis is om in dialoog te blijven. Onder-werpen van gesprek waren: - sluiting afvalenergiecentrale Rotterdam; samenwerking met gemeente Rotterdam en Warmtebedrijf Rotterdam. Door intensief overleg is er een nieuwe businesscase ontstaan en kunnen we de doelstellingen van het Rotterdam Climate Initiative waarborgen, sterker nog verbeteren door eerder te kunnen leveren en nog meer CO2-uitstoot te verminderen - dossier Consumentenverpakkingen - proces rond de milieuvergunningverlening in Duiven. Samenwerking vergunningverlener, Stichting Natuur en Milieu, MOB en Van Gansewinkel Groep
O mwo n e n de n
Van Gansewinkel Groep houdt rekening met het leef- en woonklimaat van omwonenden. We organiseren op veel plekken opendeurdagen en nemen actief deel aan klankbordgroepen in verschillende gemeenten. Zo blijven we in dialoog met onze ‘buren’.
Duurzaamheid tentoongesteld Begin september opende het International Centre for Sustainable Excellence (ICSE) haar deuren in de Witte Dame in Eindhoven. Waar vroeger de eerste gloeilamp werd geproduceerd, werken internationale bedrijven en instellingen nu samen met nationale en lokale bedrijven om nieuwe duurzame producten en diensten te ontwikkelen en kennis te delen op dit gebied. Ook Van Gansewinkel Groep is vertegenwoordigd. Met onze stand geven we aandacht aan onze boodschap ‘Afval bestaat niet.’
88 / jaarbeeld 09
89
Ecology
Resultaten: - onderzoek naar toepassing van het Cradle to Cradle-principe middels diverse projecten - marktintroductie van twee nieuwe duurzame concepten: Garanties van Oorsprong en de Afvalbarometer - aankoop en inzet van schonere voertuigen en leasewagens. Het aandeel Euro 5 / EVV-voertuigen is naar 24% gestegen (in 2008 was dit aandeel nog 14%). Inzet van elektronisch inzamelvoertuig voor inzameling bedrijfsafval in de binnenstad van Rotterdam - onderzoek naar geautomatiseerde routeplanning door inzet boordcomputers en routeoptimalisatie. Hierdoor zal in de toekomst een aanzienlijk aantal wegkilometers bespaard worden - het aantal leaseauto’s met een A- en B-label is in Nederland toegenomen naar 37% in 2009 ten opzichte van 28% in 2008 - energie uit afval: de netto energielevering aan het elektriciteitsnet van onze afvalenergiecentrales stond in 2009 gelijk aan het energieverbruik van ca. 220.000 huishoudens - verminderen van eigen energieverbruik door het opstellen en implementeren van energiebesparingsplannen en door het inventariseren van het optimum van energieproductie
Ecology In het verminderen van de impact op het milieu is Cradle to Cradle onze leidraad. Het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen zien wij als onze belangrijkste bijdrage aan een duurzame samenleving. Door te voorkomen dat iets afval wordt, pakken we de grondstoffenschaarste én het CO2-probleem aan. Daarnaast willen we de CO2-impact van onze eigen activiteiten verminderen, met name via initiatieven op het vlak van transport en onze afvalenergiecentrales.
90 / jaarbeeld 09
91
Ecology
Productinnovatie Van Gansewinkel Groep ontwikkelt in samenwerking met klanten en partners nieuwe concepten om nog meer afval een tweede leven te geven. Waar afval traditioneel een gespreksonderwerp van een facilitair manager was, praten we nu ook op boardniveau en met duurzaamheidsverantwoordelijken bij klanten. We zijn in gesprek met diverse grote en kleinere partijen die ons als matchmaker zien voor de toepassing van het Cradle to Cradle-principe. Cradle to Cradle-concepten
Cradle to Cradle is een proces dat stap voor stap bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van producten en slimmer grondstofverbruik. Het vergt uithoudingsvermogen en samenwerking. Onderstaand een overzicht van de stappen die zijn gezet met een aantal van onze partners:
Desso
Tapijtfabrikant Desso ontwerpt tapijt volgens het Cradle to Cradle-principe. Van Gansewinkel Groep brengt kennis in op het gebied van inzameling en recycling. In 2009 is zo’n 140.000 kg oud tapijt teruggenomen. Het terugnamesysteem wordt in 2010 voortgezet.
Philips
Philips en Van Gansewinkel Groep werken samen aan de ontwikkeling van Cradle to Cradle-producten. De kennis van beide bedrijven wordt op elkaar aangesloten, zo ontstaan er gesloten kringlopen. De kennis van Van Gansewinkel Groep op het gebied van materialen, afvalstromen en recycling is hierbij essentieel. Afgelopen jaar is onder andere gekeken naar het intelligente ontwerp van nieuwe producten en de inzet van gerecycled plastic voor de productie daarvan. In 2010 wordt dit voortgezet en wordt gekeken naar recyclings- en productietechnieken en de herbruikbaarheid van kunststoffen.
Mosa
Samen met tegelfabrikant Koninklijke Mosa onderzoeken we de mogelijkheden om de kringloop van tegels te sluiten. In 2009 is de inzamel- en bewerkingspilot succesvol afgerond en is in totaal bijna 20.000 kg end of life tegels en 20.000 kg overig keramisch materiaal ingezameld en getest op scheidings- en bewerkingsmethode. Mosa heeft een Cradle to Cradle-certificaat voor ongeglazuurde vloertegels en voor haar glanzende wandtegelcollectie behaald. In 2010 staat de productie van de eerste tegel met inzet van gerecycled materiaal op het programma.
Van Houtum Papier
Van Gansewinkel werkt sinds 2008 samen met Van Houtum Papier aan Cradle to Cradle-oplossingen voor papier. Van Gansewinkel levert het papier dat Van Houtum Papier toepast in haar proces om er toiletrollen en tissuepapier van te maken. Van Houtum Papier produceert als eerste bedrijf ter wereld volledig Cradle to Cradle-gecertificeerd toiletpapier. Dit gaat vervolgens weer naar klanten van Van Gansewinkel. Zo is de cirkel rond.
92 / jaarbeeld 09
Ahrend
Ahrend, producent van kantoormeubelen, heeft de ambitie in 2020 een volledig gesloten keten en een volledig klimaatneutraal productieproces te hebben. Om de keten te kunnen sluiten, werken ze samen met Van Gansewinkel Groep. Ecosmart, dochteronderneming van Van Gansewinkel Groep, haalt de meubels van Ahrend op en ontmantelt of recyclet die partijen.
93
Ecology
Brabantia
Samen met Brabantia willen we consumenten op een positieve manier stimuleren om anders met hun afval om te gaan. We onderzoeken of we invloed kunnen uitoefenen op het scheidinggedrag van huishoudens. Hiertoe zijn we in samenwerking met Brabantia en de gemeente Cranendonck in 2009 een project gestart waarmee we ‘Afval bestaat niet’ in de praktijk brengen bij burgers. Doel van het project is om aan te tonen dat er met een optimale scheiding in huis geen afval overblijft of in ieder geval nog maar een fractie.
Vermindering van de footprint van klanten
Van Gansewinkel Groep kan direct bijdragen aan de reductie van de footprint van haar klanten. In 2009 zijn daartoe twee nieuwe concepten ontwikkeld: Garanties van Oorsprong
Met een productie van circa 500.000 MWh duurzame elektriciteit uit afval en biomassastromen behoort Van Gansewinkel Groep tot een van de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux. Voor deze elektriciteit ontvangt de onderneming Garanties van Oorsprong (voorheen groencertificaten), waarmee klanten kunnen bewijzen dat zij hun jaarlijkse elektriciteitsverbruik hebben verduurzaamd. Landal GreenParks en Avans Hogeschool waren in 2009 de eerste klanten die het concept toepasten. Afvalbarometer
In 2009 zijn de voorbereidingen getroffen voor de Afvalbarometer. De Afvalbarometer geeft inzicht in het effect van gescheiden afvalinzameling op twee belangrijke milieuthema’s: grondstoffenschaarste en global warming. Bedrijven en instellingen kunnen op de website van Van Gansewinkel Groep invullen hoeveel afval zij gescheiden laten afvoeren, waarna de Afvalbarometer een overzicht toont van de primaire grondstoffen die bespaard worden. Ook berekent de barometer hoeveel CO2–uitstoot bespaard wordt door het scheiden van afval. De CO2–cijfers zijn tot stand gekomen in samenwerking met de onafhankelijke kennisorganisatie TNO.
94 / jaarbeeld 09
95
Ecology
Verbetering eigen footprint Het verbeteren van onze footprint staat ook bij Van Gansewinkel groep hoog in het vaandel. Er zijn uiteenlopende initiatieven ontplooid om CO2-reductie te realiseren en onze impact op het milieu te verminderen.
Verdeling aantal voertuigen naar land Nederland
64%
België, Luxemburg 25% Overige landen
Verdeling inzamelvoertuigen naar Euro-type en jaar*
80% 60%
7%
14%
24%
32% 35%
41% 31%
40% 40%
Leasewagens
34%
13%
11%
2009
2008
20% 0%
19% 2007
Euro 5 + EEV
Euro 2
Euro 3 + 4
Euro 0 +1
gemaakt op basis van de leeftijd van het voertuig. In 2009 is de milieuclassificatie strikt op basis van kenteken vastgesteld. Hierdoor wordt de toename tussen 2008 en 2009 betreffende de EURO 0 + 1 voertuigen verklaard.
4.000
150
151
27,5%
37%
Afname inzamelvoertuigen 2008-2009 Voertuigen 2008
1680
Voertuigen 2009
1630
Afname
50
Voertuig naar type Rolcontainer
23%
Afzet
37%
Inzamel
19%
Huisvuil
13%
Reiniging
8%
In mei 2009 zijn we begonnen met de inzameling van bedrijfsafval in de binnenstad van Rotterdam met een elektrische vuilniswagen. Het project is opgezet samen met Rotterdam Climate Initiative (RCI) en Roteb. Het ingezamelde afval wordt naar de afvalenergiecentrale van AVR gebracht, waar het wordt verbrand en omgezet in elektriciteit, waarmee de elektrische vuilniswagen weer wordt aangedreven. Als organisatie zetten we in op elektrische mobiliteit. Het verder invoeren van elektronisch vervoer in de diverse bedrijfsonderdelen is een ambitie van Van Gansewinkel Groep. Om deze ambitie in te kunnen vullen, zijn we in gesprek met brancheorganisatie RAI en diverse fabrikanten van bedrijfsvoertuigen.
96 / jaarbeeld 09
651
3.506
A/B label in NL
2006
* In 2008 is er een schatting van de Euroklasse-indeling
717
CO2-uitstoot (kt)
* Leasewagens in NL en BE
28%
Overig
2009
Aantal voertuigen
Gemiddelde uitstoot (g/km)
39% 28%
Diverse Van Gansewinkelregio’s hebben een deel van het interregionaal transport omgezet naar de nacht. De doelstelling was om nachttransport bedrijfsbreed in te zetten. Door het verminderde aanbod van afval in de loop van 2009 is deze doelstelling bijgesteld.
2008
In 2009 zijn er 158 nieuwe vrachtwagens ontvangen: hiervan voldoen er 84 aan de strengste uitlaatgasemissienorm EEV en zijn er 74 voertuigen met een reguliere Euro 5-motor. De nieuwe vrachtwagens vervangen de oude voertuigen met Euro-0 en 1 motor en stoten minimaal 75% minder stikstof (NOx) en 94% minder roetdeeltjes (gemeten in gram per kWh) uit. De investering past binnen het pakket aan maatregelen dat Van Gansewinkel Groep neemt om de schadelijke uitstoot van haar voertuigen tot een minimum te beperken. De gemiddelde leeftijd van de voertuigen neemt gestaag af en is de laatste 3 jaar met meer dan 10% gedaald naar 7,03 jaar eind 2009.
4%
Nachttransport
In verband met de economische crisis was er in 2009 een bestelstop op leaseauto’s en zijn er door een reductie in het personeelsbestand auto’s ingeleverd. Ondanks deze maatregelen is het percentage auto’s met een A- en B-label in Nederland toegenomen naar 37% in 2009 (28% in 2008).
Vervoer per schip en trein
11%
Aankoop en inzet van schonere voertuigen
100%
Schonere leaseauto’s
Afgelopen jaar is een nieuwe leaseregeling voor België opgesteld, die naar verwachting in 2010 zal worden ingevoerd. In de leaseregeling is een stimulerende maatregel voorzien die stuurt op vermindering van CO2-uitstoot. Voor Nederland wordt in 2010 gewerkt aan een nieuwe leaseregeling. Ook deze stuurt op absolute vermindering van CO2-uitstoot en minimaal brandstofverbruik en is niet langer gebaseerd op de huidige categorie-indeling.
Afgelopen zomer is Van Gansewinkel Groep gestart met een nieuw logistiek concept voor Vlakglas Recycling Nederland. Per jaar wordt circa 75.000 ton vlakglas door Van Gansewinkel Groep getransporteerd naar diverse verwerkers van vlakglas. Een groot deel hiervan wordt verwerkt door Maltha in Lommel, België. Op jaarbasis gaat van Gansewinkel Groep circa 23.000 ton vlakglas per schip van Amsterdam naar Lommel transporteren. Door deze vorm van vervoer worden jaarlijks 400.000 wegkilometers vermeden. Dit levert een CO2-reductie in de transportketen op van 14%. De totale groep maakt substantieel gebruik van transport over water als alternatief voor wegtransport. Watertransport 2009 Tonnage (mt)
Inzet alternatieve brandstoffen
Vermeden ritten (n)
Binnen Van Gansewinkel Groep zijn we al meerdere jaren actief in de toepassing van alternatieve brandstoffen en tractie voor vrachtwagens. We zijn actief betrokken bij ontwikkelingen hiervan op de markt en de toepassingen hiervan binnen ons wagenpark. In de loop der tijd hebben we ervaringen opgebouwd met bijvoorbeeld CNG, LPG, frituurvet en elektriciteit. In samenwerking met twee partijen is een LNG inzamelvoertuig ontwikkeld. Het voertuig zal medio 2010 operationeel zijn.
Vermeden wegtransport (miljoen km)
0,81 33.322 5.88
De inzet van treinen voor het vervoer van huishoudelijk afval is in 2009 afgenomen. Dit komt vooral door de daling in het aanbod van huishoudelijk afval.
Optimaliseren inzamelroutes
De vermindering in uitstoot wordt niet enkel door de aanschaf van nieuwe en schonere voertuigen gerealiseerd. Door middel van ritplanning, routeoptimalisatie en de inzet van boordcomputers worden ook wegkilometers bespaard. In 2009 is het onderzoek naar de mogelijkheden gestart, waarbij 4 wagens zijn voorzien van een boordcomputer. De pilot is begin 2010 vergroot naar 40 stuks en eind 2010 zullen 166 wagens een boordcomputer hebben. Uiteindelijk zullen eind 2011 860 wagens voorzien zijn van een boordcomputer. Door geautomatiseerde routeplanning ontstaat efficiëntere inzet van mensen en middelen en zal een aanzienlijk aantal wegkilometers bespaard worden. De eenheid van vervoerd aantal kilo’s afval per km verbetert met een vermindering van CO2-uitstoot als gevolg.
97
Ecology
Energie uit afval Met de drie afvalenergiecentrales in Duiven, Rotterdam en Rozenburg leverde Van Gansewinkel Groep in 2009 ongeveer 770 GWh elektriciteit aan het net en ongeveer 2.500TJ aan warmte. De warmte is geleverd als stadsverwarming op het NUON-net in de gemeentes Duiven en Westervoort en in de vorm van processtoom in het Botlek-gebied. Daarnaast wordt een deel van de energie door AVR zelf in de installaties gebruikt. De aan het net geleverde energie van de afvalenergiecentrales komt overeen met het jaarlijkse energieverbruik van ca. 220.000 huishoudens. Daarnaast werd op de Botlek-locatie 7,5 miljoen m3 gedestilleerd water geproduceerd. Het rendement van onze waterfabriek in Rozenburg kwam eind 2008 onder druk te staan toen een industriële klant zijn productie op de Maasvlakte tijdelijk staakte als gevolg van vraaguitval, veroorzaakt door de economische crisis. Mede als gevolg van deze ongewenste afhankelijkheid zijn we continu op zoek naar verbreding van het klantenportfolio voor deze verwerkingsinstallaties.
Electriciteit 2006
2007
2008
2009
558
Afvalenergiecentrale Rozenburg
549
571
587
Rotterdam
181
180
181
164
Duiven
156
174
175
140
TCI (Duiven)
34
BEC (Rozenburg)
134
Electriciteit (GWh)
886
925
942
1.030
Levering net
626
663
663
772
geleverd/totaal
71%
72%
73%
75%
groen/geleverd
49%
49%
49%
60%*
* Senter Novem: Protocol Duurzame Energie 2006, afvalenergieinstallatie Biogeen 49% en TCI en BEC 100% volledig biogeen.
Warmte Rozenburg Rotterdam
2006
2007
2008
2009
1.710
1.747
1,637
1.880
0
0
0
0
531
510
562
590
2.241
2.257
2.199
2.470
2006
2007
2008
2009
Doorzet (kt)
310,4
272,8
236,3
223,3
Desti water (000m3)
7.991
7.880
7.709
7.530
Duiven Warmte (TJ)
Waterfabriek Productieschema afvalenergiecentrales
Reductie energieverbruik, verbeteren energierendement Als gevolg van de economische crisis en een overschot aan verbrandingscapaciteit was er in 2009 sprake van een afvaltekort. Waar voorheen onze ovens bijna altijd ‘vol’ waren, was dit niet langer het geval. In 2009 is gekeken hoe het eigen energieverbruik van onze afvalenergiecentrales gereduceerd kan worden om zo meer energie op het net te kunnen zetten. Enerzijds is dit gedaan door het opstellen en implementeren van energiebesparingsplannen, anderzijds door het inventariseren van het optimum van energieproductie: welke ovens en turbines kunnen bij afvalschaarste het beste worden ingezet om een zo hoog mogelijk energierendement te behalen uit een productiemix van warmte en elektriciteit? Inventarisatie energieverbruik locaties
In 2009 is van start gegaan met een inventarisatie van het energieverbruik van een tweetal Van Gansewinkel-regio’s (21 locaties). Deze inventarisatie wordt uitgebreid naar alle andere onderdelen van de Groep in Nederland en in België in 2011. Naast het inzicht in het energieverbruik heeft de inventarisatie ertoe geleid dat in 2010 wordt geïnvesteerd in energiezuinige verlichting om zo het energieverbruik verder terug te dringen.
Elektriciteitsverbruik vestigingen NL en BE GWh Rozenburg* 1.274 kt
Totaal excl. Afvalenergiecentrales (76 locaties) Totaal BE (15 locaties)
2009 19,0 6,0
Warmte (TJ) 2.470 Bodemassen (kt) 472
2.181 kt
Rotterdam 354 kt
Metalen (kt) 25 Electriciteit (GWh) 1.030
Begrijp jij wat hier staat? Blijvende aandacht voor laaggeletterdheid Van 7 tot en met 13 september was de week van de alfabetisering. Deze werd georganiseerd door de Stichting Lezen & Schrijven. Thema dit jaar was ‘Speel open kaart!’ Ons bedrijf steunt de stichting en een aantal van onze medewerkers heeft deelgenomen aan cursussen om (beter) te leren lezen, schrijven en rekenen. In de week van de alfabetisering stonden afvalbakken van Van Gansewinkel, voorzien van grote letterstickers, bij twee grote bijeenkomsten van de Stichting Lezen & Schrijven.
Duiven** 553 kt
* Rozenburg = inclusief BEC. ** Duiven = incusief TCI.
In 2009 is een start gemaakt met de ontwikkeling van een stoompijp die AVR samen met omliggende industriële bedrijven in Rozenburg aanlegt. Voor de gezamenlijke projectontwikkeling is ‘Stoompijp BV’ opgericht, die de pijp gaat ontwerpen, aanleggen en exploiteren. De pijp gaat een aantal klanten in de Botlek voorzien van warmte die voor circa 60% groen is opgewekt. 98 / jaarbeeld 09
Eind 2011 wordt volgens planning de eerste stoom op het net gezet. In de toekomst zal er tussen de 50 en 100 ton stoom per uur worden geleverd. Dit gaat leiden tot een CO2-reductie, verbetering van de luchtkwaliteit en een economisch voordeel voor alle partijen (leveranciers en afnemers van stoom).
99
Ecology
Overige initiatieven om CO2-emissie verder te reduceren Afvangen van CO2-uitstoot bij Biomassa Energie
Duurzaam inkopen van kantoor- en andere artikelen
Centrale
Steeds vaker wordt duurzaamheid in aankoopbeslissingen meegenomen. De bewustwording van nut en noodzaak daarvan stijgt. Waar in 2008 nog 63% van onze kantoorartikelen in de meest duurzame categorie viel, was dat in 2009 68%. Een integrale aanpak op het vlak van duurzaam inkopen ontbreekt nog. Dat is een ambitie voor 2010. Wel is afgelopen jaar het Aannemershandboek van AVR aangevuld met criteria op het gebied van mensenrechten en duurzame ontwikkeling.
AVR wil zijn positie als duurzame energieleverancier versterken en gaat onder meer onderzoeken hoe het de CO2-uitstoot van zijn eigen Biomassa Energie Centrale (BEC) kan afvangen. Met het Rotterdam Climate Initiative (RCI) voert AVR een haalbaarheidsonderzoek uit naar het afvangen van CO2 bij de BEC. Hierdoor zou circa 150.000 ton CO2-uitstoot worden teruggedrongen. RCI is het platform waarbinnen overheid, organisaties, bedrijven en inwoners in Rotterdam samenwerken aan halvering van de CO2-uitstoot, voorbereiding op klimaatverandering en versterking van de Rotterdamse economie.
CO2-uitstoot afvalenergiecentrales (op basis van CO2 metingen) (kt) Kort cyclisch Lang cyclisch Uitstoot CO2 Vermeden CO2-uitstoot
Rozenburg
Rotterdam
Duiven
2009
1132
196
271
1.599
527
115
120
762
1660
311
391
2.362
471
96
110
677
De CO2–uitstoot is gemeten en gebaseerd op NEN 14181 voor alle locaties. Dit in tegenstelling tot 2008. Toen is gebruik gemaakt van een berekening. Hierdoor zijn de getallen niet vergelijkbaar met voorgaand jaar. Het aandeel biogeen in afvalenergiecentrales in Nederland bedraagt volgens ‘Protocol Monitoring Duurzame Energie 2006 63% (= kort cyclisch). Het overige deel betreft lang cyclische CO2 van fossiele brandstof. De vermeden CO2-uitstoot is berekend op basis van de door de sector en bevoegd gezag overeengekomen formule. De formule is gebaseerd op de IPCC-methodiek.
Investering in en invoering van Thin Clients
De afgelopen twee jaar is nadrukkelijk geïnvesteerd in de invoering van de Thin Client. Thin Client is een werkplek met een pc die heel weinig stroom en onderhoud vergt. Ruim 90% minder dan een traditionele pc. In 2009 is de Thin Client bij 40% van de werkplekken binnen Van Gansewinkel Groep ingevoerd. Ambitie was invoering bij 60% van de werkplekken. Voortschrijdend inzicht heeft duidelijk gemaakt dat een Thin Client niet voor elke functie voldoende functionaliteiten biedt. Steeds meer mensen maken gebruik van laptops doordat zij regelmatig onderweg zijn of vanuit huis werken. Het plafond voor de toepassing van Thin Clients lijkt met een voorziening van 40% van de werkplekken bereikt te zijn.
Waterafvoer naar kwaliteit en bestemming Minder dan een derde van de ca. 150 locaties heeft te maken met procesafvalwater. Veelal is dit beperkt tot het waswater van voertuigen. Voor het totaal zijn de afvalenergiecentrales bepalend voor de geloosde hoeveelheden afvalwater en emissie aan vuileenheden ( > 95%). Voor de locatie Duiven vindt koeling plaats door middel van koeltorens, de andere locaties zijn gelegen aan grote waterwegen of rivieren, waardoor de beschikbaarheid van koelwater ruim voldoende is. Vanuit de organisatie (SHEQ-afdeling) wordt nauwlettend in de gaten gehouden of we voldoen aan alle weten regelgeving.
locatie Afvalwater (in 1000 m3)
Vuilvracht (CZV) (in tonnen)
Stikstofvracht (Nkj) (in tonnen)
Koelwater (in miljoenen m3)
100 / jaarbeeld 09
Rozenburg
Rotterdam
Duiven
890
374
355
48
6,2
31,4
4,3
0,9
3,2
164
40
-
101
leven (stads)VerWarming
WegoPVulling
eleCtriCiteit
Warm Water
Afvalverwerking, energieleverancier Van Gansewinkel Groep wil in eerste instantie samen met klanten voorkomen dat afval ontstaat. Van het afval dat toch vrijkomt, krijgt een zo groot mogelijk deel een tweede leven als grondstof voor nieuwe producten. De rest wordt door Van Gansewinkel Groep gebruikt als brandstof voor de afvalenergiecentrales van AVR. Daar wordt restafval omgezet in (duurzame) energie: warmte, stoom en elektriciteit.
nergiecentrales van AVR r en organisch materiaal. uceerd, wordt door de overhikt sinds 2008 ook over Deze centrale wordt gevoed s voor hergebruik in de houtk de hiermee opgewekte VR met een productie van ktriciteit uit afval en andere ucenten van duurzame
materiaal voor wegenbouwprojecten, bijvoorbeeld. De bewerkte bodemassen zijn ideaal in te zetten als zandvervanger. In de opwerkingsfabriek worden grotere fracties verkleind met zeef- en breektechnieken. Magneten halen het ijzer eruit en de Eddy Current stoot de non-ferro’s als aluminium en koper af. Deze materialen krijgen een tweede leven als grondstof. Lichte materialen als papier en plastic die niet helemaal verbrand zijn, worden er met een windstroom uitgeblazen en gaan terug de oven in.
A&G
anding van restafval overDat gaat als volgt: via een ssen door een bak water onbewerkte, verse assen , de berg as slinkt in. Dan is legen opwerkingsfabriek, tot bouwstoffen. Ophoog-
102 / jaarbeeld 09
Een deel van de bewerkte bodemassen gaat naar A&G, eveneens onderdeel van Van Gansewinkel Groep. A&G werkt de assen op tot FORZ, een CO2-neutrale bouwstof. FORZ is leverbaar als funderingsmateriaal, granulaat en bindmiddel en vergelijkbaar met natuurlijke materialen. Door de inzet van FORZ als duurzaam funderings- en constructiemateriaal, wordt het gebruik van natuurlijke grondstoffen zoals kalk en zand gereduceerd. FORZ wordt onder meer ingezet bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte.
Waterfabriek Het klinkt gek, maar AVR verbrandt ook water. Het bedrijf heeft een waterfabriek met vloeistofovens, waar voornamelijk zoute waterafvalstromen van grote industriële bedrijven worden verwerkt. In dit water zit te veel afval voor biologische reiniging, dus wordt het verwerkt in de speciale vloeistofovens van AVR. Het afvalwater komt per schip of via een pijpleiding tussen de waterfabriek en industriële bedrijven uit de omgeving binnen. De organische verontreiniging wordt verbrand. De zouten die vrijkomen, gaan terug de zee in. Met de warmte van het verbrandingsproces wordt van oppervlaktewater gedestilleerd water gemaakt. Als brandstof voor het verbrandingsproces zet de waterfabriek onder meer glycolethers in, afvalstoffen met een hoge verbrandingswaarde. Hierdoor hoeft AVR minder gebruik te maken van aardgas.
pull
AVR verwerkte in 2009 bijna 2 miljoen ton afval in haar energiecentrales, ofwel zo’n 220 miljoen vuilniszakken. En één vuilniszak levert genoeg energie voor zeven douchebeurten. Het bedrijf leverde in totaal ongeveer 770 GWh elektriciteit aan het net en bijna 2500 TJ aan warmte. De netto energieproductie van de AVR-centrales komt overeen met het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van ongeveer 220.000 huishoudens.
Overheidsdiensten AVR krijgt veel huishoudelijk afval binnen via Van Gansewinkel Overheidsdiensten. De dienstverlening van Van Gansewinkel Overheidsdiensten loopt uiteen van advisering over optimalisering van gemeentelijke reinigingsdiensten tot hechte samenwerkingsverbanden met gemeenten, waarbij Van Gansewinkel Overheidsdiensten het operationele management voert. Zo wordt onder meer samengewerkt met de gemeenten Den Haag, Eindhoven, Ridderkerk, Breukelen, Krimpen aan den IJssel en Noordwijk. Naast de samenwerkingsverbanden zamelt Van Gansewinkel Overheidsdiensten huishoudelijk afval in bij gemeenten die hun inzameling Europees hebben aanbesteed. Hierbij heeft men dan gekozen voor Van Gansewinkel Overheidsdiensten op basis van de meest economische aanbieding. In totaal zamelt Van Gansewinkel Groep bij ruim 1 miljoen huishoudens het afval in.
103 105
huid Vrachtwagens met restafval van huishoudens en bedrijven rijden af en aan bij de centrales van AVR. Uit de tientallen meters hoge schoorstenen komen witte pluimen. Het is de condens die ontstaat door de verdamping van het water dat in het afval aanwezig is en het water dat gebruikt wordt voor de reiniging van de rookgassen.
Stoom De uitstoot van AVR blijft door rookgasreinigingsinstallaties ruimschoots binnen de strenge luchtemissie-eisen. Permanente meetapparatuur houdt dat in de gaten. Het aangevoerde restafval wordt gelost
Boven de vuurhaard zitten pijpbundels met water, die samen de stoomketel vormen. Een deel van de hete stoom gaat via pijpleidingen naar bedrijven uit de omgeving, die de warmte gebruiken voor hun productieprocessen. Ook wordt de stoom ingezet voor stadsverwarming. Fossiele brandstoffen als aardgas en olie kunnen zo bespaard blijven.
in grote, diepe bunkers. Nieuwe aanvoer wordt vermengd met het aanwezige afval om te zorgen voor gelijkmatige verbranding. Met een bunkerkraan wordt het afval boven de hooggelegen vultrechters van de ovens losgelaten. Een doseerband brengt het afval naar de vuurhaard.
De rest van de stoom wordt omgezet in elektriciteit. Onder hoge druk wordt de stoom in een turbine geblazen, om daar als het ware te exploderen. De krachten die daarbij vrijkomen. zorgen in de turbine voor het zeer snel ronddraaien van een as, die weer gekoppeld is aan een soort dynamo (generator). Door de rotaties wordt in de generator elektriciteit opgewekt. AVR verhandelt deze elektriciteit op (spot)beurzen zoals de APX. Een markt waar aanbieders en kopers van elektrische energie bij elkaar komen. Daarnaast verkoopt het bedrijf elektriciteit rechtstreeks aan klanten. AVR ontvangt voor de duurzame elektriciteitsproductie Garanties van Oorsprong (ook wel groencertificaten genoemd), waarmee haar klanten kunnen bewijzen dat zij hun jaarlijkse elektriciteitsverbruik hebben verduurzaamd.
104 / jaarbeeld 09
Circa 50% van het restafval dat in de energiecentrales van AVR verwerkt wordt is biogeen: hout, papier en organisch materiaal. Elektriciteit die hiermee wordt geproduceerd, wordt door de overheid gekenmerkt als ‘groen’. AVR beschikt sinds 2008 ook over een Biomassa Energie Centrale (BEC). Deze centrale wordt gevoed met afvalhout dat niet meer geschikt is voor hergebruik in de houten spaanplaatindustrie. Daardoor is ook de hiermee opgewekte elektriciteit 100% groen. Zo behoort AVR met een productie van meer dan 500.000 MWh duurzame elektriciteit uit afval en andere biomassastromen tot de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux.
Bodemassen De bodemassen, de assen die na verbranding van restafval overblijven, worden omgezet tot bouwstof. Dat gaat als volgt: via een stalen transportband gaan de bodemassen door een bak water richting de ‘vooropslag’. Hier blijven de onbewerkte, verse assen vier weken liggen. Het water trekt eruit, de berg as slinkt in. Dan is het materiaal geschikt voor de naastgelegen opwerkingsfabriek, waar de bodemassen worden bewerkt tot bouwstoffen. Ophoog-
nergiecentrales van AVR r en organisch materiaal. uceerd, wordt door de overhikt sinds 2008 ook over Deze centrale wordt gevoed s voor hergebruik in de houtk de hiermee opgewekte VR met een productie van ktriciteit uit afval en andere ucenten van duurzame
anding van restafval overDat gaat als volgt: via een ssen door een bak water onbewerkte, verse assen , de berg as slinkt in. Dan is legen opwerkingsfabriek, tot bouwstoffen. Ophoog-
leven (stads)VerWarming
WegoPVulling
eleCtriCiteit
Warm Water
pull
materiaal voor wegenbouwprojecten, bijvoorbeeld. De bewerkte bodemassen zijn ideaal in te zetten als zandvervanger. In de opwerkingsfabriek worden grotere fracties verkleind met zeef- en breektechnieken. Magneten halen het ijzer eruit en de Eddy Current stoot de non-ferro’s als aluminium en koper af. Deze materialen krijgen een tweede leven als grondstof. Lichte materialen als papier en plastic die niet helemaal verbrand zijn, worden er met een windstroom uitgeblazen en gaan terug de oven in.
A&G Een deel van de bewerkte bodemassen gaat naar A&G, eveneens onderdeel van Van Gansewinkel Groep. A&G werkt de assen op tot FORZ, een CO2-neutrale bouwstof. FORZ is leverbaar als funderingsmateriaal, granulaat en bindmiddel en vergelijkbaar met natuurlijke materialen. Door de inzet van FORZ als duurzaam funderings- en constructiemateriaal, wordt het gebruik van natuurlijke grondstoffen zoals kalk en zand gereduceerd. FORZ wordt onder meer ingezet bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte.
Waterfabriek Het klinkt gek, maar AVR verbrandt ook water. Het bedrijf heeft een waterfabriek met vloeistofovens, waar voornamelijk zoute waterafvalstromen van grote industriële bedrijven worden verwerkt. In dit water zit te veel afval voor biologische reiniging, dus wordt het verwerkt in de speciale vloeistofovens van AVR. Het afvalwater komt per schip of via een pijpleiding tussen de waterfabriek en industriële bedrijven uit de omgeving binnen. De organische verontreiniging wordt verbrand. De zouten die vrijkomen, gaan terug de zee in. Met de warmte van het verbrandingsproces wordt van oppervlaktewater gedestilleerd water gemaakt. Als brandstof voor het verbrandingsproces zet de waterfabriek onder meer glycolethers in, afvalstoffen met een hoge verbrandingswaarde. Hierdoor hoeft AVR minder gebruik te maken van aardgas.
AVR verwerkte in 2009 bijna 2 miljoen ton afval in haar energiecentrales, ofwel zo’n 220 miljoen vuilniszakken. En één vuilniszak levert genoeg energie voor zeven douchebeurten. Het bedrijf leverde in totaal ongeveer 770 GWh elektriciteit aan het net en bijna 2500 TJ aan warmte. De netto energieproductie van de AVR-centrales komt overeen met het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van ongeveer 220.000 huishoudens.
Overheidsdiensten AVR krijgt veel huishoudelijk afval binnen via Van Gansewinkel Overheidsdiensten. De dienstverlening van Van Gansewinkel Overheidsdiensten loopt uiteen van advisering over optimalisering van gemeentelijke reinigingsdiensten tot hechte samenwerkingsverbanden met gemeenten, waarbij Van Gansewinkel Overheidsdiensten het operationele management voert. Zo wordt onder meer samengewerkt met de gemeenten Den Haag, Eindhoven, Ridderkerk, Breukelen, Krimpen aan den IJssel en Noordwijk. Naast de samenwerkingsverbanden zamelt Van Gansewinkel Overheidsdiensten huishoudelijk afval in bij gemeenten die hun inzameling Europees hebben aanbesteed. Hierbij heeft men dan gekozen voor Van Gansewinkel Overheidsdiensten op basis van de meest economische aanbieding. In totaal zamelt Van Gansewinkel Groep bij ruim 1 miljoen huishoudens het afval in.
105
Economy
Corporate Governance Economy
106 / jaarbeeld 09
In 2009 is de nieuwe governancestructuur van de in 2007 gefuseerde organisatie geïmplementeerd. De groep wordt geleid vanuit één holding. De raad van commissarissen, de raad van bestuur en de centrale ondernemingsraad hebben daarin hun definitieve plaats gekregen.
Verkorte jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2009 – Activa
111
Geconsolideerde balans per 31 december 2009 – Passiva
112
Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2009
113
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiserde resultaten 2009
114
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2009
115
Geconsolideerd overzicht van mutaties in eigen vermogen
116
Goodwill
117
Schuldpositie
119
Toelichting op winst- en verliesrekening
120
Medewerkers
120
Bezoldiging bestuurders
120
Als niet-beursgenoteerde onderneming is Van Gansewinkel Groep niet verplicht de best-practicebepalingen van de Nederlandse Corporate Governance Code toe te passen. De mate van transparantie en verantwoording die de Corporate Governance Code bedrijven oplegt sluit echter prima aan op de filosofie en de bedrijfsvoering van Van Gansewinkel Groep. Risicobeheersing heeft de volledige aandacht van de raad van bestuur. Het in kaart brengen van alle voorkomende risico’s en een zo transparant mogelijke communicatie daarover, is daarbij het uitgangspunt. Daar zal de raad van bestuur de relevante principes van de Corporate Governance Code bij betrekken.
In 2009 is een nieuwe juridische structuur geïmplementeerd, die past bij de in 2007 gevormde nieuwe onderneming. Onze ambitie is om – met inachtneming van de huidige eigendomsstructuur - de komende periode steeds meer te gaan opereren als beursgenoteerde onderneming. Daarmee is in april 2009 een begin gemaakt door verbreding van de samenstelling van de raad van commissarissen. We willen de ingezette lijn om actief te communiceren met onze stakeholders over onze strategie, resultaten, risico’s en kansen (SWOT) steeds concreter invullen. De GRI B+-status, de rapportage volgens IFRS en de informatie in dit jaarverslag tonen aan dat we die ambitie ook daadwerkelijk vormgeven.
Een strategische doelstelling van onze huidige aandeelhouders is dat Van Gansewinkel Groep op termijn andere eigenaars zal krijgen, waarbij een beursgang tot de opties behoort. Dit zal nog scherpere eisen stellen aan de transparantie en verantwoording van onze bedrijfsvoering. 107
Economy
Risicobeheersing Van Gansewinkel Groep biedt klanten hoogwaardige oplossingen voor afval- en milieuvraagstukken. De basis voor deze dienstverlening is kennis van bedrijfsprocessen en materiaalgebruik van klanten in diverse stadia van het productie- en consumptieproces, kennis van relevante wet- en regelgeving en het vermogen klanten zekerheid te bieden in hun verantwoordingsplicht. Daardoor leggen we als het ware een tweede huid om de processen van onze klanten. Dat maakt het mogelijk om afval een tweede leven te geven als grondstof of energie. De realisatie van deze strategie brengt met zich mee dat Van Gansewinkel Groep risico’s neemt die bij het ondernemen horen. Hierbij wordt een balans gezocht tussen rendement en risico en wordt voortdurend beoordeeld waar deze risico’s ook kunnen leiden tot kansen. Risico’s van het ondernemen
Van Gansewinkel Groep is gegroeid door lokaal ondernemerschap te combineren met een centrale toetsing op beleid en resultaat. In deze besturingsfilosofie is het regionale management van de diverse bedrijven verantwoordelijk voor de winst- en verliesrekening en de balans van de eigen onderneming. De rol van de raad van bestuur en van de centrale stafafdelingen is hierin sturend, toetsend en vooral faciliterend. Door middel van een maandelijkse rapportage van financiële en operationele parameters aan de raad van bestuur wordt de realisatie van de doelstellingen van de organisatie beoordeeld. Hierbij wordt naast de financiële resultaten ook in het bijzonder aandacht besteed aan veiligheid en milieu en aan de beschikbaarheid en productiviteit van de installaties. In het vierde kwartaal van ieder jaar stellen het lijnmanagement en de raad van bestuur in onderling overleg het budget vast voor het daaropvolgende jaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de informatie van specifieke specialistische disciplines binnen de organisatie. Daarnaast geeft het lijnmanagement twee keer per jaar een verwachting ten opzichte van het budget, die wordt besproken met de raad van bestuur. Op basis van deze evaluaties wordt waar nodig bijgestuurd. In aanvulling op de maatregelen om risico’s te beheersen, zijn die aspecten die een onevenredig groot effect op vermogen of resultaat kunnen hebben aanvullend afgedekt door verzekeringen, derivaten, of zogenoemde back-to-back afspraken met klanten. De voornaamste risico’s die de onderneming kent zijn: marktrisico’s, business interruption Afvalverwerking, rente- en financieringsrisico, milieu- en reputatierisico, energieprijsrisico en het ‘counterparty risk’.
108 / jaarbeeld 09
Marktrisico’s
Als geïntegreerd milieubedrijf met een gebalanceerde portfolio heeft Van Gansewinkel een relatief goede positie om de marktrisico’s het hoofd te bieden. De voornaamste marktrisico’s zijn: - volatiliteit grondstofprijzen - terugval of onvoldoende aantrekken van economie - overcapaciteit in verwerkingsmarkt - prijsontwikkeling inzamelmarkt - onzekerheid over stabiliteit financiële stelsel - onvoldoende level playing field in inzamel- en verwerkingsmarkt - onvoldoende handhaving buiten Noordwest-Europa op met name e-waste en illegale export - begrotingstekorten in West-Europa Business interruption Afvalverwerking
Omwille van de kapitaalintensiteit zijn de activa van de business unit Afvalverwerking geconcentreerd op drie locaties. Sinds 1 januari 2010 zijn dit twee locaties in verband met de sluiting van de locatie in Rotterdam, Brielselaan. Deze activa vertegenwoordigen een grote kasstroomgenererende eenheid. Terwijl activa in het inzamelbedrijf zijn gespreid over regio’s en landen om klanten optimaal te kunnen bedienen en het risico op gelijktijdige uitval van capaciteit te reduceren, is in afvalverwerking sprake van een concentratierisico. Eventuele uitval van verbrandingscapaciteit kan onder meer de volgende consequenties hebben: 1) afval moet naar elders afgevoerd worden, doorgaans tegen hogere kosten dan de tarieven die de business unit voor haar klanten hanteert; 2) er moeten ongeplande onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden, wat tot hogere kosten leidt; 3) er vindt geen energieproductie plaats, waardoor de onderneming inkomsten mist; 4) in combinatie met het voorgaande punt kan de ingedekte positie op de energiemarkt leiden tot een leververplichting waarbij tegen de dan geldende marktprijs ingekocht moet worden (zie ook jaarrekening paragraaf 8.6.1). Het management geeft de hoogste prioriteit aan het beheersen van de afvalverbrandingsprocessen. Dit blijkt onder meer uit de gerichte managementaandacht die is uitgegaan naar een constante doorzet van de installaties en continuïteit in de kwaliteit van de geleverde brandstoffen (afval). Daarnaast wordt intensief samengewerkt met de verzekeraar om de belangrijkste risico’s op uitval van capaciteit te identificeren. Dit heeft onder andere geleid tot een investeringsprogramma ter verbetering van de procesbeheersing en de risicobeheersing. De resultaten op dit gebied komen tot uiting in het investeringsprogramma voor waste processing en in de daling van de verzekeringspremie voor de business unit over de afgelopen jaren.
Voor de langere termijn wordt ingezet op een groeiende levering van warmte die voor langere tijd gecontracteerd is met klanten. Een deel van de volatiliteit, verbonden aan de elektriciteitsmarkt, kan zo worden gedempt. In aanvulling op deze beheersingsmaatregelen is de onderneming, met inachtneming van een aanvaardbaar eigen risico, verzekerd tegen de risico’s van brand- en machinebreukschade, het materiële schadeherstel en de bedrijfsschade (business interruption). Rente- en financieringsrisico
Door de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het vreemd vermogen staat de onderneming bloot aan financieringsrisico’s en risico’s van wijzigingen in de marktrente. Met betrekking tot het financieringsrisico volgt de onderneming nauwgezet in hoeverre voldaan wordt aan de afspraken met de banken. Op kwartaalbasis wordt hiervan een evaluatie en een voorspelling gemaakt, aan de hand waarvan bijgestuurd kan worden om voldoende cash flow te genereren om aan deze vereisten te blijven voldoen. Hierbij is de onderneming mede afhankelijk van de stabiliteit van de gegenereerde cash flow en de fluctuaties in de marktrente, voor het deel dat niet voor langere tijd is afgedekt. De onderneming heeft een beleid geformuleerd om het renterisico in te dekken. Dit beleid, en de ingedekte posities, worden beschreven in paragraaf 8.6.2 van de jaarrekening. Milieu- en reputatierisico
Van Gansewinkel Groep is als afvalinzamelaar en verwerker actief in de milieusector. In deze sector bestaan risico’s op incidenten met een negatief effect op het milieu, waarbij kosten gemaakt moeten worden om de situatie te herstellen. Daarnaast kan een dergelijk incident ook een negatieve uitwerking hebben op de reputatie en goede naam van Van Gansewinkel Groep. Naast het verwerken van recycleerbare materialen, behandelt de onderneming ook restafval en gevaarlijk afval. Er is een acceptatiebeleid ten aanzien van de soorten afval die klanten aanleveren. Niettemin kan het gebeuren dat partijen (gevaarlijk) afval bij acceptatie een andere identificatie toekennen dan oorspronkelijk door de ontdoener (klant) aangegeven. Het kan zijn dat het afval dan toch in een niet bedoelde verwerkingsstroom terecht komt. Hierdoor zou onze onderneming geassocieerd kunnen worden met negatieve milieuaspecten. Een toenemende aanscherping van de wet- en regelgeving op het gebied van afvalbeheer betekent dat de onderneming moet blijven investeren in verbetering van haar processen om aan scherpere eisen te blijven voldoen.
De raad van bestuur heeft een beleid geformuleerd ten aanzien van Veiligheid, Kwaliteit, Arbo en Milieu (SHEQ). De verantwoordelijkheid voor invoering en naleving ligt primair bij de lijnorganisatie. Een centrale afdeling ziet toe op naleving van dit beleid en voert regelmatig audits uit in de operatie. Tevens volgt deze afdeling de wijzigingen in wet- en regelgeving en adviseert ten aanzien van het wijzigen van het beleid. Energieprijsrisico
Een groot deel van de warmte die door de afvalverbrandingsinstallaties wordt geproduceerd, wordt omgezet in elektrische energie. De onderneming voert een actief beleid met betrekking tot de verkoop van elektriciteit en het beheersen van de hieraan verbonden risico’s. Dit beleid is vastgelegd in procedures die goedgekeurd zijn door de raad van bestuur en de aandeelhouders. Elektriciteit wordt aan het elektriciteitsnet verkocht via de APX-markt. Het tarief dat per uur gerealiseerd wordt op deze markt is onderhevig aan het krachtenspel van vraag en aanbod en is derhalve volatiel. Van Gansewinkel Groep kiest er voor een groot deel van haar electriciteitsproductie af te dekken, hetgeen resulteert in een beter te voorspellen en stabieler verloop van de omzet. Dit wordt beschreven in paragraaf 8.6.1 van de jaarrekening. Counterparty risk
De revolving credit facility (de financieringsfaciliteit voor onder meer het werkkapitaal) wordt verstrekt door een breed syndicaat van banken en fondsen. Het financieringsrisico wordt daardoor voldoende gespreid. Van Gansewinkel Groep kiest ervoor om ook haar verzekeringspolissen en derivaten transacties te spreiden over diverse kredietwaardige financiële dienstverleners om daarmee continuïteit van de dekking te realiseren.
Cyclische groei
De crisis heeft aangetoond dat Van Gansewinkel Groep in staat is snel in te spelen op veranderende macro-economische omstandigheden en markt- fluctuaties. De onderneming heeft medio 2008 de focus verlegd van het faciliteren van groei naar het verhogen van de productiviteit en efficiency. De bedrijfscultuur van het bedrijf maakt dat goed mogelijk. De onderneming is gegroeid door lokaal ondernemerschap te combineren met regie op beleid en resultaat. Door die nadruk op het lokale ondernemerschap kunnen de medewerkers snel worden gemobiliseerd en de betrokkenheid van de medewerkers maakt dat we snel kunnen schakelen. De raad van bestuur is er van overtuigd dat deze cultuur het bedrijf ook gaat helpen zodra de groei weer aantrekt.
109
Economy - Verkorte jaarrekening
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (x € 1.000) *Verwijzing
31 december 2009
31 december 2008
31 december 2007
992.391
ACTIVA
Verkorte jaarrekening De verkorte jaarrekening is ontleend aan de statutaire jaarrekening van Van Gansewinkel Groep bv voor 2009. Deze is goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 april 2010. De volledige jaarrekening is beschikbaar via de website van de onderneming (www.vangansewinkel.com). De externe accountant heeft een goedkeurende verklaring verstrekt bij de goedgekeurde statutaire jaarrekening voor 2009.
Vaste activa Materiële vaste activa
10.1
881.299
997.165
Goodwill
10.2
782.630
850.796
943.161
Overige immateriële vaste activa
10.3
242.690
280.477
316.100
Deelnemingen
10.4
6.796
6.838
12.438
Actieve belastinglatentie
10.5
95.805
70.613
42.054
Derivaten
10.6
5.746
5.814
4.658
Overige financiële vaste activa
10.7
1.837
108.818
5.050
2.016.803
2.320.521
2.315.852
Totaal vaste activa
Vlottende activa
Voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van de onderneming dient deze verkorte jaarrekening gelezen te worden in samenhang met de volledige statutaire jaarrekening, waaraan deze verkorte versie is ontleend.
Voorraden
10.8
18.807
20.881
14.008
Debiteuren en overige vorderingen
10.9
162.257
188.500
210.641
Derivaten
10.6
9.162
1.358
1.824
Overlopende activa
10.10
8.359
7.858
7.778
Kortlopend deel overige financiële vaste activa
10.11
90.400
28.592
-
Liquide middelen
10.12
93.515
83.318
67.356
382.500
330.507
301.607
Vaste activa beschikbaar voor verkoop
10.13
16.082
7.418
15.120
398.582
337.925
316.727
2.415.385
2.658.446
2.632.579
Totaal vlottende activa
Totaal activa
De financiële resultaten van 2009 zijn in grote mate beïnvloed door de economische marktomstandigheden, die hebben geleid tot een afvaltekort en verlies van verwerkingscontracten. Dit heeft geresulteerd in een reorganisatieprogramma en sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam.
De economische omstandigheden hebben daarnaast geleid tot een afwaardering van de goodwill van € 70 miljoen, die voor € 40 miljoen betrekking heeft op de verwerkingstak en voor € 30 miljoen op de recyclingsactiviteiten. De actieve belastinglatentie is toegenomen door het nettoverlies van 2009.
De eenmalige operationele lasten bedragen € 170 miljoen en hebben impact op diverse items van de jaarrekening 2009. De materiële vaste activa zijn, naast de investeringen en reguliere afschrijvingslasten, met € 51 miljoen afgenomen als gevolg van de eenmalige bijzondere waardevermindering van de centrale in Rotterdam.
Als gevolg van de herziene overeenkomst met de gemeente rondom de afvalenergiecentrale Rotterdam heeft er een afwaardering plaatsgevonden van € 38 miljoen op de lange termijn vordering. Het in 2010 te vorderen bedrag van € 90 miljoen is gerubriceerd in het kortlopend deel van de financiële vaste activa.
*De verwijzingen refereren naar de paragraaf in de volledige jaarrekening waarin een nadere toelichting is opgenomen. De volledige jaarrekening is beschikbaar op www.vangansewinkelgroep.com
110 / jaarbeeld 09
111
Economy - Verkorte jaarrekening
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 2009 (x € 1.000)
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (x € 1.000) *Verwijzing
31 december 2009
31 december 2008
31 december 2007 Omzet
PASSIVA
*Verwijzing
2009
2008
11.1
1.137.367
1.200.423 50.930
Overige bedrijfsopbrengsten
11.2
-
Grond- & hulpstoffen en energie
11.3
-38.791
-41.710
10.611
Verwerkingskosten derden
11.4
-211.753
-256.508
-
Onderhoudskosten derden
11.5
-19.564
-28.633
Personeelskosten
11.6
-325.480
-297.658
Groepsvermogen Geplaatst aandelenkapitaal
10.14
40
40
40
Agioreserve
10.15
520.636
520.636
Herwaarderingsreserve
10.16
6.732
6.732
Ingehouden resultaat
10.17
-172.881
-65.180
13.482
Onverdeeld resultaat
-190.887
-105.477
-79.236
Afschrijvingskosten immateriële vaste activa en
Eigen vermogen
163.640
356.751
-55.103
materiële vaste activa
11.7
-293.132
-243.706
Overige bedrijfskosten
11.8
-321.956
-323.150
-73.309
59.988
Aandeel van derden in groepsmaatschappijen
10.18
Totaal groepsvermogen
15.612
15.544
16.314
Bedrijfsresultaat
179.252
372.295
-38.789
Financiële baten
11.9
3.590
13.211
Financiële lasten
11.9
-158.506
-213.656
11.10
-330
2.949
-228.555
-137.508
41.018
34.136
-187.537
-103.372
-190.887
-105.477
3.350
2.105
-187.537
-103.372
Aandeel in resultaat niet-geconsolideerde deelnemingen
Langlopende verplichtingen Leningen Derivaten Voorziening voor latente belastingen Pensioenvoorziening
10.19
1.658.032
1.735.067
2.206.226
10.6
16.396
34.541
5.346
10.20
83.155
95.177
98.243
10.21.1
3.860
3.240
1.728
Jubileumvoorziening
10.21.2
3.713
3.362
3.236
Overige voorzieningen
10.21.3
73.017
52.130
41.862
1.838.173
1.923.517
2.356.641
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belasting Belastingen naar de winst
Resultaat na belastingen
11.11
Komt toe aan: Totaal langlopende verplichtingen
De aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep bv Derden
Kortlopende verplichtingen Handelscrediteuren en overige schulden
10.22.1
159.578
188.147
139.885
Leningen
10.19
86.093
64.589
70.326
Derivaten
10.6
29.640
7.112
515
Kortlopend deel overige voorzieningen
10.21.3
28.594
10.242
16.560
Overige schulden en overlopende passiva
10.22.2
94.056
92.544
87.407
397.961
362.634
314.727
Totaal verplichtingen
2.236.134
2.286.151
2.671.368
Totaal passiva
2.415.385
2.658.446
2.632.579
Te betalen winstbelasting
-
Totaal kortlopende verplichtingen
-
34
De economische marktomstandigheden komen tot uitdrukking in een lagere omzet als gevolg van prijs- en volumedalingen. Dit is deels gecompenseerd door lagere kosten voor grondstoffen (o.a. diesel) en dienstverlening door externen. De overige bedrijfsopbrengsten in 2008 hadden betrekking op de eenmalige bate inzake de overeenkomst met de gemeente Rotterdam rondom de vergunning voor de afvalenergiecentrale in Rotterdam.
De gevolgen van de sluiting van de centrale in Rotterdam zijn zichtbaar in de toename van de personeelskosten als gevolg van reorganisatiekosten (€ 28 miljoen) en eenmalige lasten met betrekking tot de materiële vaste activa (€ 51 miljoen begrepen in de afschrijvingskosten). Daarnaast is € 70 miljoen begrepen in de afschijvingskosten van de immateriële vaste activa als gevolg van de waardevermindering van de goodwill. Deze bijzondere lasten in 2009 worden in de vergelijking met 2008 deels gecompenseerd door eenmalige lasten die in 2008 verantwoord zijn.
Het groepsvermogen is in 2009 met name afgenomen door het geleden verlies van € 188 miljoen. De langlopende leningen zijn afgenomen door aflossingen. Door het reorganisatieprogramma zijn de voorzieningen toegenomen met € 21 miljoen. Daarnaast heeft een toevoeging aan de sloopvoorziening plaatsgevonden van € 20 miljoen voor de sloop van de afvalenergiecentrale in Rotterdam.
112 / jaarbeeld 09
113
Economy - Verkorte jaarrekening
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2009 (x € 1.000)
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet- gerealiseerde resultaten voor het jaar eindigend op 31 december 2009 (x € 1.000)
*Verwijzing
2009
2008
2009
2008
-187.537
-103.372
-
6.732
84
169
541
-
- Mutatie pensioenvoorziening
Belastingen op inkomsten/kosten direct verwerkt in het eigen vermogen
-3.091
-
- Mutatie jubileumvoorziening
10.21.2
351
103
Baten/(lasten) direct verwerkt in het eigen vermogen
-2.466
6.901
- Mutatie overige voorzieningen
10.21.3
39.239
-15.335
-
-
Resultaat boekjaar Winst/(verlies) op herwaardering gerelateerd aan overnames Koersverschillen ontstaan door omrekening van buitenlandse activiteiten Waardering financiële lease
Overboeking vanuit het eigen vermogen (na belastingen)
Totaal verwerkt verlies over het jaar
-190.003
-96.471
Komt toe aan: de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep bv derden
-193.111
-98.576
3.108
2.105
-190.003
-96.471
Resultaat voor belastingen
-228.555
Aanpassing voor: - Afschrijvingskosten van immateriële en materiële vaste activa
11.7
293.132
243.706
10.21.1
620
1.512
- Financiële baten
11.9
-3.590
-13.211
- Financiële lasten
11.9
158.506
213.656
11.10
330
-2.949 -50.930
- Aandeel in resultaat van deelnemingen - Toegezegde compensatie
11.2
-
- Mutatie marktwaarde operationele hedges
12.2
-15,770
Totale aanpassingen resultaat
4.397 472.818
380.949
Wijzigingen in werkkapitaal
12.1
1.998
Ontvangen dividend
10.4
307
510
-1.282
-1.243
Vennootschapsbelasting betaald/ontvangen
De posten in bovenstaand overzicht zijn exclusief belastingen of betreffen belastingen die direct in het eigen vermogen zijn verwerkt.
-137.508
Kasstroom uit operationele activiteiten
54.598
1.023
53.865
245.286
297.306
Investering in: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - groepsmaatschappijen
Aansluiting EBITDA-resultaat managementrapportage en jaarrekening (x € 1.000)
-316 -127.925
-3.041
-21.297
- overige deelnemingen
-118
-
- overige financiële vaste activa
-110
-60
6.722
10.346
-
7.950
-
5.922
Desinvestering in: - materiële vaste activa
270.000
- groepsmaatschappijen
250.000
- overige deelnemingen - overige financiële vaste activa
230.000
-2.739 -78.586
5.181
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-72.691
-125.380
210.000 190.000
Langlopende schulden (per saldo ontvangen resp. afgelost)
-62.070
-39.157
Betaalde interest
-97.203
-113.202
Terugbetaling kapitaal
175.000
Betaald dividend 150.000
€ 259.037 EBITDA management rapportage
(€ 54.984) EBITDA Normalisaties
€ 15.770 Ongerealiseerde resultaten derivaten
€ 219.823 EBITDA jaarrekening
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Geldmiddelen per 31 december
-155.333
10.281
16.593
10.12
83.318
67.356
-84
-631
10.12
93.515
83.318
Koers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen
De normalisaties hebben met name betrekking op eenmalige lasten als gevolg van de sluiting van de afvalenergiecentrale in Rotterdam. Deze lasten betreffen reorganisatiekosten (€ 28 miljoen) en toevoeging aan de sloopvoorziening (€ 20 miljoen).
-2.974 -162.313
Toe-/afname geldmiddelen Geldmiddelen per 1 januari
-3.040
EBITDA: Operationeel resultaat voor afschrijvingen
114 / jaarbeeld 09
115
Economy - Verkorte jaarrekening
Goodwill (x € 1.000)
GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN MUTATIES IN EIGEN VERMOGEN (x € 1.000)
Toekomend aan de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep bv Geplaatst aandelenkapitaal Balans op 31 december 2007
40
Agio- Herwaardereserve ringsreserve 10.611
-
Ingehouden resultaat 13.482
De veranderingen in goodwill zijn als volgt:
Onverdeeld resultaat -79.236
Totaal Minderheids belang -55.103
16.314
Totaal vermogen -38.789
Kosten
Gerealiseerde resultaten Resultaat na belasting
-
-
-
-
-105.477
-105.477
2.105
-103.372
Gecumuleerde waardevermindering Boekwaarde
Andere gerealiseerde resultaten Winst/(verlies) op herwaardering gerelateerd aan overnames
-
-
6.732
-
-
6.732
-
6.732
Koersverschillen ontstaan door omrekening van buitenlandse activiteiten
-
103 -
-
169
-
169
-6
163
Distributie van het resultaat van vorig jaar
-
-
-
-79.236
79.236
-
-
-
Overige aanpassingen
-
-
-
-
-
-
105
105
Totale gerealiseerde resultaten
-
-
6.732
-79.067
-26.241
-98.576
2.204
-96.372
Resultaat wisselkoersen Overige veranderingen Desinvesteringen
-
-
-
405
-
405
-
405
-
-
-
-
-
-
-2.974
-2.974
Conversie aandeelhouderslening
-
510.025
-
-
-
510.025
-
510.025
Totaal aantal aandeelhoudertransacties
-
510.025
-
405
-
510.430
-2.974
507.456
40
520.636
6.732
-65.180
-105.477
356.751
15.544
372.295
-
-
-
-
-190.887
-190.887
3.350
-187.537
Winst/(verlies) op herwaardering gerelateerd aan overnames
-
-
-
-
-
-
-
-
Koersverschillen ontstaan door omrekening van buitenlandse activiteiten
-
103 -
-
68
-
68
16
84
Distributie van het resultaat van vorig jaar
-
-
-
-105.477
105.477
-
-
-
Waardering finaciële lease
-
-
-
541
-
541
-
541
Vennootschapsbelasting direct onttrokken aan eigen vermogen
-
-
-
-2.833
-
-2.833
-258.
-3.091
Totale gerealiseerde resultaten
-
-
-
-107.701
-85.410
-193.111
3.108
-190.003
Dividenden gerelateerd aan 2009
-
-
-
-
-
-
-3.040
-3.040
Totaal aantal aandeelhoudertransacties
-
-
-
-
-
-
-3.040
-3.040
Balans op 31 december 2008 Gerealiseerde resultaten Resultaat na belasting Andere gerealiseerde resultaten
40
520.636
6.732
-172.881
-190.887
163.640
15.612
179.252
962.391
-41.226
-19.230
850.796
943.161
1.930
2.213
26
-15
-180
-68.309
-173
-2.754 -23.500
-68.166
-92.365
Kosten
893.686
892.022
Gecumuleerde waardevermindering
-111.056
-41.226
Boekwaarde
782.630
850.796
Balans per 31 december
Goodwill is gerelateerd aan de kasstroom genererende eenheden (KGE) die zijn geïdentificeerd op basis van de verschillende operationele activiteiten. De KGE’s zijn: Waste Processing, Contaminated Soil, Dutch Collection, Industrial Services, Collection Belgium, Collection International, Recycling en Other participations. De realiseerbare waarde van een KGE is gebaseerd op de reële waarde verminderd met de te maken verkoopkosten. Deze berekeningen gebruiken kasstroomprojecties (na belastingen), die gebaseerd zijn op door het management goedgekeurde
financiële budgetten voor het aankomende jaar en goedgekeurde vooruitzichten voor de daaropvolgende 9 jaren (Recycling 14 jaar door een langere marktstabilisatie periode). Kasstromen voorbij de tienjaarperiode zijn geëxtrapoleerd met gebruikmaking van de geschatte groeipercentages zoals hieronder beschreven. Door een verschil in belastingtarieven in de landen waar we actief zijn, is de gebruikte disconteringsvoet (vóór belastingen) voor alle KGE operationeel in Nederland 8.5% en 8.0% voor de KGE operationeel in andere landen.
De belangrijkste aannames die zijn gebruikt voor de berekening van de reële waarde zijn als volgt:
Transacties met andeelhouders
Balans op 31 december 2009
892.022
-69.769
Waardeverminderingen
Transacties met aandeelhouders
Dividenden gerelateerd aan 2008
2008
Veranderingen jaar Verandering consolidatiekring
Effect van de wijzigingen in grondslag voor financiële verslaggeving
2009 Balans per 1 januari
Goodwill per business unit voor waardevermindering (in miljoen Euros)
**CAGR 2010 - 2019
Groeivoet > 2019
**EBIT-Marge > 2019
Totaal
853
2,0%
1,8%
13,2%
Waste Processing
406
-2,7%
1,0%
27,5%
4
-1,1%
1,6%
8,7% 11,5%
Contaminated Soil
287
3,0%
2,0%
Industrial Services
Dutch Collection
2
0,7%
2,0%
4,4%
Collection Belgium
47
4,5%
2,0%
11,1%
Collection International Recycling Other Participations
2
4,7%
2,0%
8,2%
105
9,0%
2,0%
12,6%
1
5,2%
2,0%
13,8%
*CAGR = compound annual growth rate (samengesteld jaarlijks groeipercentage) **EBIT = operationeel resultaat
Overige belangrijke aannames zijn: 1) dat vanaf 2011 de economie verder zal groeien en als gevolg daarvan zal de groei van de business units terug gaan naar groeitrends van de jaren voor de crisis; 2) er zijn geen significante veranderingen in klantcontracten te verwachten voor alle business units; 3) investeringen in materiële vaste activa zijn in lijn met 2010; en 4) investeringen zullen groeien in lijn met de lange termijn groeivoet. Daarnaast zijn bij de KGE Recycling nog steeds synergievoordelen te realiseren.
116 / jaarbeeld 09
Gebaseerd op de hierboven omschreven aannames, bedraagt de bijzondere waardevermindering van de goodwill voor 2009 € 69,7 miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: € 39,4 miljoen voor de KGE Waste Processing en € 30,3 miljoen voor de KGE Recycling.
117
Economy - Verkorte jaarrekening
De gevoeligheid van het toegepaste model is getest door het individueel variëren van drie parameters, bij het gelijk houden van de overige parameters aan de originele aannames. Dit resulteert in onderstaande impairment-tabel waarbij de uitkomsten volledig gerelateerd zijn aan de KGE Waste Processing en Recycling. Bij een lagere omzetgroei zal Dutch Collection ook een bijzondere waardevermindering laten zien. Lagere marges en een hogere disconteringsvoet zullen niet leiden tot bijzondere waardeverminderingen bij de andere KGE dan Waste Processing en Recycling. Bedragen in miljoen EUR Disconteringsvoet Aangepaste omzetgroei Aangepaste EBITDAE-marge
plus 1% 150,5 8,9 40,9
minus 1% 69 69 69
13,7 206,9 98,6
Bij het gelijk blijven van alle andere aannames, zal een toename van een van de variabelen met 1% (bijv. disconteringsvoet) leiden tot een totale bijzondere waardevermindering zoals aangegeven in de daarbij behorende cel in de tabel. Bijvoorbeeld, een toename van de disconteringsvoet met 1% zal leiden tot een bijzondere waardevermindering van € 150,5 miljoen. Een afname van de disconteringvoet met 1% zal leiden tot een totale bijzondere waardevermindering van € 13,7 miljoen. Gebaseerd op de gevoeligheidsanalyse is de bijzondere waardevermindering voor goodwill met een een bedrag van € 69,7 miljoen aannemelijk, mede doordat de overige KGE’s een redelijke ruimte hebben om veranderingen in de aannames op te vangen.
Schuldpositie De schuldpositie van de vennootschap en haar geconsolideerde deelnemingen is als volgt uit te splitsen:
Totaal Totaal Termijn 31 december 31 december > 5 jaar 2009 2008
Gemiddelde rente
Termijn < 1 jaar
Termijn 1-5 jaar
Financiële instellingen
5,2%
57.985
1.498.541
137.500
1.694.026
Aandeelhouders
7,0%
575
-
-
575
993
12,5%
-
8.697
14.665
23.362
20.843 29.070
Preferente aandelen
1.719.747
Financiële leaseverplichtingen
5,5%
8.416
12.341
959
21.716
Rekening courant positie banken
6,3%
20.952
-
-
20.952
45.951
Overige leningen
4,3%
2.190
5.024
1.613
8.827
12.405
90.188
1.524.603
154.737
1.769.458
1.829.009
-4.122
-16.488
-4.820
-25.430
-29.547
97
-
-
97
194
86.093
1.508.115
149.917
1.744.125
1.799.656
Langlopende rentedragende schulden
-
1.508.115
149.917
1.658.032
1.735.067
Kortlopende rentedragende schulden
86.093
-
-
86.093
64.589
Balans per 31 december
86.093
1.508.115
149.917
1.744.125
1.799.656
Gecapitaliseerde financieringskosten Aanpassing op ‘fair value’ van overnamedatum (mbt financiële instellingen)
Classificatie
Voor een nadere toelichting op de schuldpositie verwijzen wij naar sectie 10.19 Borrowings in de jaarrekening 2009.
Onderstaande tabel verschaft inzicht in de terugbetalingsverplichtingen en renteverplichtingen inzake schulden. Voor alle jaren zijn de nominale bedragen weergegeven. Voor een verdere toelichting op de schuldpositie en de financiële risico’s en beheersingsmaatregelen verwijzen wij naar sectie 8 Financial instruments van de jaarrekening 2009. Nominale kasstroom na 2009
Aflossingen Aflossing aandeelhouderslening Rentelasten Financiële garanties Subtotaal
Rentetarief hedges Totale kasstroom Gemiddeld rentepercentage*
2010
2011
2012
2013
2014
>2014
57.958
80.550
84.636
628.356
705.000
137.500
575
-
-
-
-
-
57.533
74.205
79.613
73.953
23.766
2.217
-
-
-
-
-
-
116.093
154.755
164.250
702.309
728.766
139.717
29.465
10.890
4.987
765
-
-
145.558
165.645
169.237
703.074
728.766
139.717
1,2%
2,4%
3,0%
3,5%
3,9%
4,0%
* Het gemiddelde rentepercentage is gebaseerd op het Euribor-tarief, gebruikt voor de bovenstaande berekeningen, met uitzondering van de preferente aandelen.
118 / jaarbeeld 09
119
Economy - Verkorte jaarrekening
Toelichting op de winst- en verliesrekening (x € 1.000) De netto-omzet is grotendeels gerealiseerd in Nederland en is behaald uit diverse activiteiten die verband houden met het inzamelen, bewerken, recyclen en verwerken van afval alsmede activiteiten die hiermee samenhangen. 2009
2008
886.844
942.774
België en Luxemburg
187.430
190.964
Overige landen
63.092
66.685
1.137.367
1.200.423
Nederland
De netto-omzet is voorts naar de belangrijkste categorieën te onderscheiden (x € 1.000) 2009
2008
Verwerking
330.705
325.254
Inzameling
716.840
774.993
76.026
83.000
Recycling Overig
13.796
17.176
1.137.367
1.200.423
Medewerkers Ultimo 2009 waren 5.675 (vorig jaar 5.867) medewerkers in dienst op basis van een volledig dienstverband (fte’s) bij de vennootschap en haar geconsolideerde deelnemingen. Opgesplitst naar geografische spreiding kan de samenstelling van het personeelsbestand (op basis van fte's) per land als volgt worden weergegeven: 31 december 2009
31 december 2008
Nederland
3.915
4.051
België en Luxemburg
1.050
1.087
Overige landen
710
729
5.675
5.867
Bezoldiging bestuurders (x € 1.000) Onder de personeelskosten is in het verslagjaar een bezoldiging aan betrokken bestuurders inbegrepen. De bestuurdersbezoldiging omvat brutoloon, sociale lasten, pensioenlasten en een resultaatafhankelijke bonus.
raad van bestuur
Salaris en sociale lasten
Pensioen lasten
Bonus 2009
Totaal
Mr. L.M. Sondag
CEO
626
203
615
1.444
R.C. de Fluiter Balledux
CFO per 1 juni 2009
220
38
204
462
Mr. D.T.G. Gijsbers
COO
239
60
230
529
Y.W.A. Luca
COO
306
55
230
591
ing. F. v.d. Noort
COO
239
46
230
515
1.630
402
1.509
3.541
De raad van bestuur heeft eind 2008 besloten af te zien van een salarisverhoging in 2009 en de bonus over 2008. De bonus voor 2009 is gebaseerd op financiële criteria, met name vrije kasstroom voor financieringslasten. Op dit criterium wordt ook, naast de persoonlijke doelstellingen, de bonus van andere medewerkers van de onderneming gebaseerd. De onderneming heeft de afgesproken doelstelling over 2009 volledig gerealiseerd. Vandaar dat, naast de leden van de raad van bestuur, alle medewerkers een bonus over 2009 hebben ontvangen. De raad van bestuur heeft aan de aandeelhouders voorgesteld om de bonus over 2010 te verbreden met duurzaamheidcriteria. De aandeelhouders hebben ingestemd met deze meervoudige duurzaamheidcomponent.
120 / jaarbeeld 09
121
Bijlagen
GRI-tabel Indicator
Omschrijving
Pagina
1.1
Visie en strategie van Van Gansewinkel Groep m.b.t. duurzame ontwikkeling
20 en 62
1.2
Beschrijving van meest relevante impacts, risico's en mogelijkheden
107 voorzijde omslag
Visie en strategie
Assurance-rapport Aan de raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep bv
Profiel van de organisatie 2.1
Naam van de verslaggevende organisatie
2.2
Belangrijkste producten en merken
6
2.3
Operationele structuur van de organisatie
6
2.4
Locatie hoofdkantoor
achterzijde omslag
2.5
Landen waar de activiteiten van de organisatie plaatsvinden
46
2.6
Rechtsvorm
6 36
2.7
Markten
2.8
Omvang van de verslaggevende organisatie
6
2.9
Organisatie veranderingen
20 tot 36
2.10
Onderscheidingen
79
Reikwijdte van het verslag 3.1
Verslag periode
5
3.2
Datum van het meest recente verslag
5
3.3
Verslaggevingscyclus
5
3.4
Contactgegevens voor verdere informatie
129
3.5
Proces inhoud verslag
62
3.6
Afbakening / Begrenzing van het verslag
62 62
3.7
Afbakening beperkingen
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden
5
3.9
Meetmethoden en de basis voor berekeningen
5
3.10
Herformulering van eerder verstrekte informatie
5
3.11
Beïnvloedende factoren voor de vergelijkbaarheid tussen verslagperioden
5
3.12
Management disclosures
71
3.13
Beleid externe assurance
71
Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid 4.1
Bestuursstructuur
71
4.2
Voorzitter van het hoogste bestuurslichaam
71
4.3
Onafhankelijkheid van raad van commissarissen
38
4.4
Mechanismen voor aandeelhouders en medewerkers
77 en 78
4.5
Beloning topkader
78
4.6
Processen die waarborgen dat strijdige belangen worden vermeden
107 124
4.7
Expertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam
4.8
Intern ontwikkelde missie- of beginselverklaringen
22
4.9
Procedures van het hoogste bestuurslichaam
62
4.10
Prestaties hoogste bestuurslichaam
78
4.11
Voorzorgsprincipe
109
4.12
Overige externe initiatieven
84 tot 90
4.13
Lidmaatschap van verenigingen
84 tot 90
4.14
Lijst van groepen belanghebbenden
84 tot 90
4.15
Inventarisatie en selectie van belanghebbenden
84 tot 90
4.16
Benadering van het betrekken van belanghebbenden
84 tot 90
4.17
Onderwerpen door de betrokkenheid van belanghebbenden
84 tot 90
EC 1
Directe economische waarde, omzet, kosten en maatschappelijke investeringen
110 - 120 12 - 20, 40 - 46, 48 , 54 - 60, 102 - 106
Economische indicatoren Milieu indicatoren EN 1
Gewicht van materialen
EN 2
Percentage recycled materiaal
48
EN 3
Direct primair energieverbruik
99
EN 4
Indirect energieverbruik
99 99
EN 5 (add.)
Energiebesparing en efficiëntieverbeteringen
EN 6 (add.)
Initiatieven energie-efficiënte en duurzame energie
98
EN 7 (add.)
Initiatieven verlaging indirect energieverbruik
96
EN 16
Emissie van broeikasgassen
100
EN 18 (add.)
Initiatieven verlagen emissies
96 - 100 40 - 45
EN 19
Emissie van ozonafbrekende stoffen
EN 20
NO, SO luchtemissies
EN 21
Totale waterafvoer naar kwaliteit
EN 22
Totaalgewicht afval
100 48
EN 26
Inititiatieven ter compensatie van de milieugevolgen
90 - 100
EN 27
Terugvorderbaar percentage verhandelbare goederen
12 - 20, 40 - 46, 48 , 54 - 60, 102 - 106
Opdracht en verantwoordelijkheden
Reikwijdte en werkzaamheden
Wij hebben het in dit jaarbeeld opgenomen beleid, de bedrijfsvoering, de gebeurtenissen en de prestaties ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen in verslagjaar 2009, zoals opgenomen op pagina 1 tot en met 105 en pagina 122 (hierna te noemen ‘het Maatschappelijk Jaarverslag’) van Van Gansewinkel Groep bv te Rotterdam beoordeeld. In dit Maatschappelijk Jaarverslag legt Van Gansewinkel Groep bv verantwoording af over de maatschappelijke prestaties in 2009.
Wij hebben onze beoordeling verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3410N ‘Assurance-opdrachten inzake maatschappelijke verslagen’. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden hebben in hoofdzaak bestaan uit: • het uitvoeren van een omgevingsanalyse en het verkrijgen van inzicht in de branche, relevante maatschappelijke thema’s en kwesties, relevante wetten en regels en de kenmerken van de organisatie; • het beoordelen van de aanvaardbaarheid van het verslaggevingsbeleid en de consistente toepassing hiervan, waaronder het beoordelen van de uitkomsten van de stakeholderdialoog en de redelijkheid van schattingen gemaakt door het management, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van het Maatschappelijk Jaarverslag; • het beoordelen van de systemen en processen voor informatieverzameling, interne controles en verwerking van de overige informatie, waaronder de aggregatie van gegevens tot informatie zoals opgenomen in het Maatschappelijk Jaarverslag; • het beoordelen van de interne en externe documentatie om te bepalen of de informatie in het Maatschappelijk Jaarverslag adequaat is onderbouwd; • het beoordelen van het toepassingsniveau volgens de G3 Richtlijnen van GRI.
Beoordeling: beperkte mate van zekerheid
Ons onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een beoordelingsopdracht. Een beoordeling is gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid op basis van werkzaamheden die minder diepgaand zijn dan bij een controleopdracht. De mate van zekerheid die wordt verkregen naar aanleiding van beoordelingswerkzaamheden is daarom ook lager dan de zekerheid die wordt verkregen naar aanleiding van controlewerkzaamheden. Wij geven geen zekerheid bij de vooronderstellingen en de haalbaarheid van toekomstgerichte informatie in het Maatschappelijk Jaarverslag, zoals doelstellingen, verwachtingen en ambities. De raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep bv is verantwoordelijk voor het opstellen van het Maatschappelijk Jaarverslag. Wij zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van een assurance-rapport inzake het Maatschappelijk Jaarverslag.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie. Conclusie
Verslaggevingscriteria
Van Gansewinkel Groep bv heeft verslaggevingscriteria ontwikkeld die zijn gebaseeerd op de in oktober 2006 gepubliceerde ‘G3 Richtlijnen’ van het Global Reproting Initiative (GRI), als vermeld op pagina 5. Wij achten de verslaggevingscriteria relevant en toereikend voor ons onderzoek.
Op grond van ons onderzoek hebben wij geen reden te concluderen dat het Maatschappelijk Jaarverslag geen, in alle van materieel belang zijnde aspecten, betrouwbare en toereikende weergave bevat van het beleid van Van Gansewinkel Groep bv ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen en van de bedrijfsvoering, de gebeurtenissen en de prestaties op dat gebied in het verslagjaar 2009, in overeenstemming met de verslaggevingscriteria van Van Gansewinkel Groep bv.
Sociale indicatoren
122 / jaarbeeld 09
LA 1
Profiel personeelsbestand
77
LA 2
Netto werkgelegenheid
77 78, 81 en 82
LA 7
Veiligheid, ongevallen en verzuim
LA 10
Opleidingen en trainingen
78
LA 11 (add.)
Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren
78
HR 2
Toetsing belangrijke leveranciers op naleving van de mensenrechten
68
SO 1
Maatschappelijke activiteiten
84 - 90
SO 8
Monetaire waarden van significante boetes
82
PR 1
Beoordeling gevolgen gezondheid en veiligheid
81 en 82
PR 5 (add.)
Klanttevredenheid
86
PR 6
Marketingcommunicatie
88
Rotterdam, 29 april 2010 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door drs. M.R.G. Adriaansens RA
123
Bijlagen
Personalia raad van bestuur
Personalia raad van commissarissen D.T.G. Gijsbers (1964) COO
L.M. Sondag (1962) CEO Ruud Sondag studeerde rechten aan de Rijks Universiteit Utrecht. In de periode 1987-1997 vervulde hij diverse managementfuncties bij Nedlloyd lijnen, laatstelijk als Marketing- en Salesdirecteur Europa. In 1997 werd hij Marketing- en Salesdirecteur bij Van Gansewinkel Groep en lid van de Hoofddirectie. Sinds 2001 is hij voorzitter van de raad van bestuur, CEO (Chief Executive Officer) van Van Gansewinkel Groep. Commissariaten / nevenfuncties: - Lid van de raad van commissarissen van de Meeuw Holding B.V., bouwonderneming met specialisatie tijdelijke en permanente huisvesting - Voorzitter Bestuur van Stichting Regionale Omroep Brabant - Lid van de adviesraad van de Faculteit rechten, economie en bestuurskunde - Bestuurslid van de raad van advies van de Groene Zaak, een brancheoverstijgende vertegenwoordiging van duurzaam ondernemend Nederland die nadrukkelijk samenwerking met politiek en overheid zoekt
Diederik Gijsbers studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg. Na zijn studie is hij als juridisch adviseur in dienst getreden bij BDO CampsObers registeraccountants. In 1992 maakte hij de overstap naar de Van Gansewinkel organisatie. Daar vervulde hij diverse functies. Hij was van 1996 tot 2001 verantwoordelijk voor alle inzamelactiviteiten in Nederland. Vanaf 2001 maakt hij deel uit van de Groepsdirectie en sinds de zomer van 2005 van de raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep. Sinds april 2007 is hij binnen de raad van bestuur verantwoordelijk voor de inzamel- en bewerkingsactiviteiten in Nederland. Commissariaten / nevenfuncties: - Vicevoorzitter Vereniging van Afvalbedrijven - Lid raad van commissarissen Van Loon, vleesbedrijf
C.J. van den Driest (1947) Y. Luca (1965)
H. van Berckel (1960)
COO
Huidige functie: Senior Managing Director CVC Capital Partners, Nederland Nederlandse nationaliteit Benoemd per 1 maart 2006
Yves Luca studeerde toegepaste economische wetenschappen aan de Rijks Universiteit Gent. Na zijn legerdienst vervulde hij functies bij Air Products te Emmaus (USA) en BauwensCotrabel. Bij laatstgenoemde was hij verantwoordelijk voor Cotrabel. Op 1 juni 1995 trad hij als logistiek manager in dienst van Van Gansewinkel België. In de daaropvolgende jaren vervulde hij diverse regionale en nationale directiefuncties. Vanaf 2001 maakt hij deel uit van de Groepsdirectie en sinds de zomer van 2005 van de raad van bestuur van Van Gansewinkel Groep. Sinds april 2007 is hij verantwoordelijk voor de recyclingbedrijven Coolrec en Maltha en alle inzamelactiviteiten buiten Nederland.
Hugo van Berckel is partner bij CVC Capital Partners. Voordat hij in 1999 bij CVC Capital Partners kwam werken heeft hij diverse functies bekleed bij o.a. ABN AMRO bank en KLM Royal Dutch Airlines. Hugo van Berckel studeerde rechten aan de Universiteit van Leiden en is in het bezit van een MBA degree van INSEAD, Fontainebleau. Hij bekleedt onder andere commissariaten bij Konijnklijke Volker Wessels Stevin en Schuitema.
Huidige functie: Voorzitter van de raad van commissarissen bij Dura Vermeer Groep NV, de Anthony Veder Group N.V. en Van Oord N.V. Nederlandse nationaliteit Benoemd per 1 april 2009 Carel van den Driest studeerde bedrijfseconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn studie werkte hij bij o.a. Shell in Den Haag en Brunei en kwam uiteindelijk te werken voor Van Ommeren Matex. Binnen Van Ommeren vervulde hij een aantal directiefuncties om uiteindelijk tot de raad van bestuur toe te treden, vanaf 1991 tot 1999 als Voorzitter. In 2000 stapte Van den Driest over naar ECT en vervulde daar de functie van Voorzitter van de Directie. In 2002 werd hij uiteindelijk Voorzitter van de raad van bestuur van Koninklijke Vopak N.V., een functie die hij vervulde tot medio 2005.
R.C. de Fluiter Balledux (1963) lid raad van bestuur per 26 mei 2009
CFO
F.C.W. van de Noort (1965)
124 / jaarbeeld 09
Rob de Fluiter Balledux studeerde Fiscale Economie en Rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Na zijn studie begon hij als belastingadviseur bij Deloitte & Touche, waarna hij in 1995 de overstap maakte naar Nedlloyd. Binnen Nedlloyd begon hij als Hoofd Fiscale Zaken en volgde hij in 2000 een opleiding aan de Harvard Business School (USA). De Fluiter Balledux eindigde zijn loopbaan bij Nedlloyd als directeur Financiën. In 2002 vervolgde hij zijn carrière als Chief Financial Officer (CFO) bij Martinair. Per 26 mei 2009 is De Fluiter Balledux CFO bij Van Gansewinkel Groep.
COO
Nevenfuncties: - Lid van de raad van toezicht van Wings of Support. Deze stichting probeert kinderen in landen waar de KLM en Martinair op vliegen te helpen aan onderdak en onderwijs
Commissariaten / nevenfuncties - Vicevoorzitter werkgeversvereniging voor de Energie-, Kabel & Telecom- en Afval & Milieubedrijven (WENb) - Lid van de raad van commissarissen bij Zavin, een onderneming die ziekenhuisafval verwerkt
Frans van de Noort studeerde Werktuigbouwkunde aan de HTS in Breda en Economische Bedrijfstechniek aan de HTS in Rotterdam e.o. Na zijn militaire dienst vervulde hij bij GE Plastics diverse managementfuncties. Zijn laatste functie daar was die van General Manager Asia/Pacific voor de divisie Film & Sheet. In het najaar van 2006 werd hij bij AVR benoemd tot Directeur Afvalverwerking. Sinds april 2007 is hij in zijn benoeming tot COO, verantwoordelijk voor Energy from Waste.
P.A.M. Berdowski (1958) Huidige functie: CEO van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. Nederlandse nationaliteit Benoemd per 1 april 2009 Peter Berdowski studeerde Chemie aan de Universiteit van Utrecht. Voor 1997 bekleedde hij diverse leidinggevende posities in Nederland bij Koninklijke Shell Groep en Krekel van der Woerd Wouterse. In 1997 trad Berdowski in dienst bij het internationale baggerconcern Koninklijke Boskalis Westminster als lid van de raad van bestuur. Hij werd vice-voorzitter in 2001 en is voorzitter van de raad van bestuur, CEO van de onderneming sinds mei 2006.
R. Gorenflos (1961) Huidige functie: Partner Kohlberg Kravis Roberts LLP, London, UK Duitse nationaliteit Benoemd per 1 maart 2006 Sinds 2001 is Reinhard Gorenflos binnen KKR verantwoordelijk voor de Energie industrie groep in Europa. Hij speelde een leidende rol in de investeringen in AVR, Van Gansewinkel, Duales System Deutschland (DSD), FL Selenia, MTU Aero Engines, Demag, Zumtobel, and Legrand. Gorenflos is daarnaast lid van het Portfolio Management Committee. Gorenflos studeerde Economie aan de Universiteit van Freiburg, en heeft tevens een Master in Public Administration van Kennedy’s School of Government aan de Universiteit van Harvard (USA).
125
Bijlagen
Verklarende woordenlijst Act more
Kostenbesparingsprogramma
BEC Biomassa energie centrale Biomassa Fractie van biologische oorsprong van producten, afvalstoffen en residuen Brandbaar afval Huishoudelijk afval en bedrijfsafval aangeboden aan de verbrandingsinstallaties in Rozenburg, Rotterdam en Duiven,dan wel door van Gansewinkel ingezameld en aangeboden aan een verbrandingsinstallatie van derden Bruingoed Radio’s, televisies, computers, magnetrons en overige elektronische apparatuur Capex Investeringen (capital expenditures) CEE Central Eastern Europe, in dit verband: Polen, Tsjechië en Hongarije CEO Chief Executive Officer CFK Chloorfluorkoolwaterstoffen CFO Chief Financial Officer CO2 Koolstofdioxide (broeikasgas) COO Chief Operations Officer COR Centrale Ondernemings Raad Cradle to Cradle De kern van Cradle to Cradle ligt in het concept; afval is voedsel. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen zijn en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. Deze kringloop is dan compleet.... en afval is voedsel CVC Capital CVC Capital Partners is een internationale private equity partij en een van de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep EBIT Operationeel resultaat voor aftrek van rente en belasting (Earnings Before Interest and Taxes) EBITDAE Bedrijfswinst (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation, Amortization and Exceptional items) Eddy current Wervelstroommachine die als een omgekeerde magneet werkt en koper en aluminium afstoot Energy from waste Energie uit afval EPEA European Protection and Environment Agency (EPEA). EPEA ondersteunt Van Gansewinkel Groep bij de toepassing van het Cradle to Cradle-principe Ernstgraad Aantal verloren werkdagen x 1.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De ernstgraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel E-waste Elektrisch en elektronisch afval Footprint In dit verband wordt hier de CO2-footprint bedoeld. De CO2-footprint geeft aan hoeveel CO2 een organisatie met haar activiteiten uitstoot en kan daarmee gezien worden als een soort van vervuilingsindex. FORZ CO2-neutrale bouwstof Frequentiegraad Aantal incidenten met verzuim *1.000.000 gedeeld door de blootstellingsuren. De Frequentiegraad heeft betrekking op eigen en ingehuurd personeel Gevaarlijk afval Afval dat volgens de Eural indeling als gevaarlijk ingedeeld is (met een *). Hiertoe wordt ook het KGA/KCA (klein chemisch afval) gerekend zoals verfafval, batterijen, oplosmiddelen, toner en medicijnresten GRI Global Reporting Initiative. Het verslag van Van Gansewinkel Groep op het gebied van duurzaamheid is samengesteld op basis van het Global Reporting Initiative versie 3. De G3 onderscheidt verschillende toepassingsniveaus; van C tot A. Op basis van een self asessement voldoet het verslag aan de voorwaarden van het B-niveau. Van Gansewinkel Groep rapporteert over een groot gedeelte van de kernindicatoren van de GRI en is transparant over haar duurzaamheidsactiviteiten. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. heeft het verslag geverifieerd waardoor het verslag een B+-niveau krijgt.
126 / jaarbeeld 09
GWh
Gigawattuur (1.000 MWh (megawattuur) / 1 miljoen Kwh (kilowattuur)
IPCC ISO 9001 ISO 14001
Intergovernmental Panel on Climate Change Internationale norm voor kwaliteitszorgsystemen Internationale norm voor milieuzorgsystemen
Kader richtlijn afval EG-richtlijn voor de omgang en verwijdering van afvalstoffen KKR Kohlberg Kravis & Roberts; KKR is een private equity partij en een van de aandeelhouders van Van Gansewinkel Groep Kt Kiloton KTO Klanttevredenheidsonderzoek Lean Six Sigma Is een kwaliteitmanagementmethode om operationele prestaties van een organisatie te verbeteren door middel van het identificeren van tekortkomingen in, en verbeteren van, werkprocessen binnen een organisatie Level Playing Field Is een metafoor voor gelijk speelveld waarop voor elke marktpartij dezelfde regels gelden Mt MWh
Megaton MegaWattuur
NGO’s Non governmental organisations Non-ferro’s Een non-ferrometaal is een metaal dat geen ijzer bevat of waarin de legeringen ijzer niet als hoofdbestanddeel hebben (bijvoorbeeld koper, aluminium, zink, brons en messing) OHSAS 18001 Internationale norm en zorgsysteem voor de borging van veiligheid en gezondheid op de werkvloer PUR Polyurethane, in het Nederlands ook wel Polyurethaan (PU) is een belangrijke familie polymeren, die veel toepassingen kent, waaronder als isolatiemateriaal in koelkasten RCI Rotterdam Climate Initiative R1-status Installatie voor nuttige toepassing. Met een R1-status wordt het voor een afvalverbrander gemakkelijker om afval in te voeren uit het buitenland. Die installaties moeten dan wel aan de norm daarvoor voldoen Renewables Vernieuwbare grondstoffen Shredder In dit verband een machine die koelkasten binnen enkele seconden tot stukjes versnippert SWOT Strength, Weaknesses, Opportunities en Threats (analyse van sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen) SHEQ Safety, Health, Environment and Quality TJ Terra joule Trackwise Trackwise is een elektronisch managementsysteem dat ondersteuning biedt aan de organisatie voor het registeren en opvolgen van SHEQ-gerelateerde items, zoals incidenten en near misses, inspecties, audits, sancties en onderzoeken WAB Witgoed
Weegbrug, acceptatie en bunkermanagement Koelkasten, vriezers, wasmachines, gasfornuizen en ovens
127
Publicaties bestellen Colofon Concept, design en realisatie credo.creatie, Eindhoven.
AfvAl bestAAt niet
2
e
dit zijn we, dit doen we
afval
huid
tweede
leven!
Op die manier leggen wij een tweede huid rondom het productieproces van onze klanten. En wordt het opvangen en scheiden van afval zo geruisloos mogelijk en met minimale hinder voor de bedrijfsvoering ingezet.
naar
De Van Gansewinkel Groep ziet afval niet als restproduct, maar als waardevol begin van een nieuwe cyclus. Wij geven afval een tweede leven in de vorm van grondstoffen en energie. Dit tweede leven kan afval krijgen door onze typische Van Gansewinkel-aanpak, die begint met een gedegen kennis van grondstoffen, materialen en logistieke processen. Vervolgens vangen wij al het mogelijke afval zo vroeg mogelijk af, door ons uitvoerig te verdiepen in de productontwikkeling, bedrijfsvoering en het productieproces van onze klanten. Wij doen dit transparant, uw ‘Ik maak iets moois van!’ afval is inhier betrouwbare handen.
Hoofdkantoor Eindhoven Flight Forum 240 5657 DH Eindhoven T +31 40 751 40 00 F +31 40 751 40 01
Wij halen bij ruim 1 miljoen huishoudens het vuilnis op. Deels door de inzamelingstak van Van Gansewinkel en deels via Overheidsdiensten, onderdeel van de Van Gansewinkel Groep. De dienstverlening van Overheidsdiensten varieert van advisering, bijvoorbeeld over optimalisering van de gemeentelijke reinigingsdienst, tot volledige uitbesteding van inzameling tot verwerking, waarbij de gemeente het beleid bepaalt en Overheidsdiensten het management voert.
Alleen door elke schakel te kennen kan de hele productieen consumptiecirkel schoner, zuiniger en effectiever worden gemaakt. Dat is de juiste integrale oplossing.
Het huishoudelijk afval wordt samen met het door ons opgehaalde bedrijfsafval verbrand. De netto energieproductie van de afvalenergiecentrales komt overeen met het jaarlijkse energieverbruik van ruim 200.000 huishoudens.
warmte Jaarlijks zetten de inwoners van Nederland en België miljoenen tonnen huishoudelijk afval op straat. Samen met het brandbaar bedrijfsafval wordt dit afval verbrand in afvalenergiecentrale. De Van Gansewinkel Groep verwerkt circa 1,5 miljoen ton afval in haar afvalenergiecentrales. Daarmee is het afval ‘weg’, maar we krijgen er wel iets voor terug: energie en grondstoffen. Eén vuilniszak levert genoeg energie voor zeven douchebeurten.
Van Gansewinkel is dé specialist op het gebied van afvalmanagement en legt een tweede huid rondom het productieproces van onze klanten. Dat is de beste garantie voor een tweede leven voor afval. Coolrec en Maltha geven dit afval een tweede leven in de vorm van grondstoffen, AVR doet dat door er energie van te maken.
E
[email protected] I www.vangansewinkelgroep.com
Drukwerk en afwerking
Corporate brochure Een overzicht van alle activiteiten van Van Gansewinkel Groep. Wie zijn we? Wat doen we? Hoe doen we dat?
van
De Budelse Fotografie Erik van der Burgt, Verbeeld
Na verbranding van het afval blijven (non-)ferro metalen, bodemas en vliegas over. De metalen gaan naar de metaalindustrie. De bodemas wordt afgekoeld en gezeefd en vervolgens in de wegenbouw gebruikt. De vliegas wordt gevormd door de hele fijne deeltjes die bij de verbranding meevliegen in de rookgassen. Via rookgasreiniging wordt de vliegas eruit gehaald en vervolgens gebruikt als grondstof in de asfalt- en cementindustrie. Onze dochter A&G is ondermeer in deze markt actief. De rookgassen worden met behulp van een wastoren- en filtersysteem gezuiverd en vervolgens uitgestoten. De rook die uiteindelijk uit de schoorstenen komt, is schoner dan de lucht die we doorgaans inademen.
Mariëlle van Uitert, Parallel Universum Marco de Swart fotografie Beeldbank Van Gansewinkel Groep Lettertypes BentonSans, Corporate.
vormen Cradle to Cradle én duurzaamheidsbeleid.
CO2 en afval in een notendop
Met onze dochterbedrijven Van Gansewinkel, Coolrec, Maltha en AVR zijn we actief in de hele afvalketen.
oenemende mate hoog rijven en instellingen, erplicht worden hun uitstoot dat zij op vrijwillige basis an duurzaamheid nastreven.
10 dingen die het weten waard zijn.
is gespecialiseerd in het inzamelen en bewerken van afval.
Coolrec
tplooit uiteenlopende bon Footprint te reduceren, minder milieubelastende verbeteren van het aar afvalenergiecentrales.
is gespecialiseerd in de recycling van koel- en vriesapparatuur, televisies, kleine huishoudelijke
1. Wat is CO2? Wat is Global Warming? CO2, ook wel carbon dioxide, koolstofdioxide of koolzuurgas genoemd, is essentieel voor leven op aarde. CO2 staat centraal in de fotosynthese, waarbij bomen en planten CO2 benutten en omzetten in onder meer zuurstof. De aanwezigheid van CO2 zorgt er ook voor dat de warmte van de zon in de atmosfeer van de aarde wordt vastgehouden. Hierdoor bedraagt de gemiddelde temperatuur 15 graden boven nul, in plaats van 18 graden onder nul.
apparaten en ICT-apparatuur.
an waardevolle grond- en en significante reductie van ep faciliteert in optimale alstromen, wat recycling jven Maltha en Coolrec –
2. CO2- equivalenten Global Warming wordt niet alleen veroorzaakt door de uitstoot van CO2. Ook de uitstoot van methaan (CH4), lachgas (N2O) en een aantal fluorgassen (waaronder freon) draagt hieraan bij. Het effect van deze gassen wordt het Global Warming Potential genoemd en wordt uitgedrukt in CO2-equivalenten. Wanneer in de context van Global Warming gesproken wordt over CO2, worden ook CO2-equivalenten bedoeld.
3. Klimaatdoelen en CO2- handel
is gespecialiseerd in de recycling van glas.
is gespecialiseerd in het omzetten van afval in energie.
Afval bestaat niet. Dat is het credo van de Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. Cradle to Cradle is daarbij onze leidraad. Maar recycling van afval draagt ook bij aan een ander thema dat ons allemaal raakt: de reductie van ongewenste CO2-emissie.
n Oorsprong ep de irecte uctie van klanten.
In dit boekje daarom 10 dingen die het weten waard zijn over CO2. Wat is CO2? Waarom is reductie nodig? Hoe kan afvalmanagement daaraan bijdragen? En welke rol speelt de Van Gansewinkel Groep hierin?
Onder meer door de toenemende inzet van fossiele brandstoffen voor het opwekken van energie (sinds de Industriële Revolutie), is de uitstoot van CO2 sterk toegenomen. Anderzijds zorgt ontbossing voor een verminderende opnamecapaciteit van CO2 door planten en bomen. Gevolg is een sterk groeiende CO2-concentratie in de atmosfeer, die ertoe bijdraagt dat er meer warmte op de aarde wordt vastgehouden. Dat resulteert in het broeikaseffect, ook wel Global Warming genoemd. Die opwarming leidt tot klimatologische veranderingen, die verstrekkende gevolgen kunnen hebben, zoals een stijgende zeespiegel, extreme droogte en verandering van bestaande ecosystemen.
Wereldwijd is er overeenstemming dat verdere opwarming van de aarde voorkomen moet worden. Doel is om de wereldwijde CO2-emisssie binnen 10 jaar te stabiliseren en binnen 40 jaar te halveren, zodat de verdere opwarming van de aarde niet meer dan twee graden bedraagt. Hiermee worden de ergste gevolgen van Global Warming voorkomen. Vanuit de politiek zijn allerlei instrumenten ontwikkeld om gestelde klimaatdoelen te bereiken. Het EU Emission Trade Scheme (ETS) is daarvan een voorbeeld. Het ETS betreft de CO2-handel binnen de EU, waarbij
bedrijven verplicht zijn om hun CO2-uitstoot te compenseren met even zoveel CO2-rechten. Het spel van overschot en tekort in deze CO2-rechten zorgt voor een snel groeiende handel. Er gaan nu al miljarden om in de in CO2-economie. De kracht van dit instrument is dat de klimaatproblemen van de toekomst reeds vandaag de dag in de portemonnee worden gevoeld. CO2 wordt zo een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de door het ETS verplichte bedrijven en instellingen.
CO2-credits. De gelden die uit deze compensatie voortkomen worden geïnvesteerd in duurzame projecten in veelal ontwikkelingslanden. Wanneer een organisatie haar totale Carbon Footprint op deze wijze compenseert, mag deze zich klimaatneutraal noemen.
5. CO2- initiatieven Van Gansewinkel Groep
6. Garanties van Oorsprong
Het verminderen van haar Carbon Footprint staat ook bij de Van Gansewinkel Groep hoog in het vaandel. Er zijn dan ook uiteenlopende initiatieven ontplooid om die CO2-reductie te realiseren, zoals:
4. Carbon Footprint en CO2- compensatie Aan de basis van CO2-handel en andere reductie-initiatieven staat de bepaling van de Carbon Footprint. De Carbon Footprint geeft aan hoeveel CO2 een organisatie met haar activiteiten uitstoot en kan daarmee gezien worden als een soort van vervuilingsindex. Het is een optelsom van de door een bedrijf of instelling zelf verbruikte (niet groene) energie, waaronder gas, elektriciteit en diesel. Vaak worden daar ook extern gebruikte brandstoffen bij opgeteld zoals reizen met openbaar vervoer en vliegreizen. Voor het berekenen van een Carbon Footprint wordt veelal verwezen naar het Green House Gas Protocol en ISO14064. Organisaties buiten het ETS hebben de mogelijkheid om vrijwillig hun CO2-uitstoot te compenseren (afkopen) met
Naast de voorbeelden van deze directe reducties, zijn er ook initiatieven te noemen die CO2-winst elders in de keten opleveren. Denk bijvoorbeeld aan de vermeden uitstoot van CFK’s door de verwerking van jaarlijks circa 1 miljoen koelkasten door dochteronderneming Coolrec, maar ook aan het leveren van secundaire brandstoffen, waarmee fossiel brandstofverbruik wordt vermeden.
• Het gebruik van uitsluitend groene (zelf opgewekte) stroom op alle locaties van de Van Gansewinkel Groep in de Benelux. • Het inzetten van zuinige dieselmotoren (EURO5/EEV-motoren), elektrische voertuigen en voertuigen op biogassen ten behoeve van de afvallogistiek.
De Van Gansewinkel Groep kan direct bijdragen aan de reductie van de Carbon Footprint van haar klanten. Met een productie van circa 500.000 MWh groene stroom per jaar behoort Van Gansewinkel Groep tot de grootste producenten van duurzame elektriciteit in de Benelux. Hiervoor ontvangt zij van beheerinstantie CertiQ Garanties van Oorsprong (voorheen groencertificaten). Met deze Garanties van Oorsprong kan de Van Gansewinkel Groep het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van klanten verduurzamen en zorgen voor een directe reductie van de Carbon Footprint van klanten.
• De toenemende inzet van relatief zuinig transport over water en per spoor.
Papier
CO -folder 7. CO 2 - reductie door afvalscheiding Tien dingen die het weten waard zijn over CO2. Wat is CO2? Waarom is reductie nodig? En welke rol speelt Van Gansewinkel Groep hier in? 2
Revive Pure White
Een organisatie kan ook kijken of haar activiteiten en keuzes elders in de keten een C02-reductie opleveren. Een voorbeeld is het scheiden van afval.
Concept, coördinatie en eindredactie
Het vooraf scheiden van afvalstromen maakt recycling mogelijk. Het recyclen van materialen vereist in nagenoeg alle gevallen minder energie dan het verbranden van materialen en het opnieuw winnen en opwerken ervan. Het scheiden van afval draagt zo significant bij aan de reductie van CO2. De Van Gansewinkel Groep faciliteert in optimale scheiding van waardevolle afvalstromen wat recycling, onder meer bij dochterbedrijven Coolrec en Maltha, mogelijk maakt.
Natasja de Vaal, Jacqueline de Wit, Frans Beckers,
Benieuwd hoeveel CO2 u bespaart door afval gescheiden in te zamelen? Vul de MKB/KMO Afvalbarometer in op onze website www.vangansewinkelgroep.com
• Het continu verbeteren van het rendement van onze afvalenergiecentrales (R1-status), onder andere door het nuttig toepassen van de vrijkomende restwarmte.
Geert D’Haese, Frank Janssen,
drijven werkt nkel Groep samen Cradle projecten?
1. Waarom Cradle to Cradle? Met onze dochterbedrijven Van Gansewinkel, Coolrec, Maltha en AVR zijn we actief in de hele afvalketen.
Cradle to Cradle
is gespecialiseerd in het inzamelen en bewerken van afval.
10 dingen die het weten waard zijn.
Coolrec is gespecialiseerd in de recycling van koel- en vriesapparatuur, televisies, kleine huishoudelijke apparaten en ICT-apparatuur.
is gespecialiseerd in de recycling van glas.
2. Cradle to Cradle: Afval is voedsel
Afval bestaat niet. Dat is het credo van de Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. Zo kan afval een tweede leven krijgen en worden benut voor nieuwe grondstoffen en energie. Onze visie op grondstoffen, energie en afvalmanagement sluit goed aan op de Cradle to Cradle-filosofie.
Cradle to Cradle gaat ervan uit dat producten zo samengesteld worden, dat ze na hun levenscyclus herbruikbaar zijn of afbreekbaar tot grondstoffen voor nieuwe, gelijkwaardige of hoogwaardige producten. Dit leidt tot oneindige kringlopen van producten zonder dat daarbij afval ontstaat in de betekenis van ‘nutteloos overblijfsel’. Afval vormt immers de grondstof voor nieuwe processen: ‘afval is voedsel’.
In dit boekje beschrijven we 10 dingen die het weten waard zijn over het Cradle to Cradle-concept. Waarom is het nodig, wat houdt het in en waarom past Cradle to Cradle zo goed bij de Van Gansewinkel Groep?
materialen uit kleine huishoudelijke in nieuwe Philips producten.
4. Cradle to Cradle is: de goede
6. Cradle to Cradle is: elke dag een stap in de goede richting.
dingen doen in plaats van dingen minder slecht doen.
Als de mens erin slaagt om, net als de natuur, geen afval te produceren, dan zou het onzin zijn om te hameren op minder, zuiniger, efficiënter. Minder slecht is immers niet noodzakelijk goed.
Natuurlijke grondstoffen raken op. We kunnen niet langer onbeperkt grondstoffen uit de aarde ontrekken, er producten van maken, die producten gebruiken, soms recyclen en ze uiteindelijk weggooien. Afval neemt daardoor toe en de schadelijke effecten op het milieu daarmee ook. En nog belangrijker: waardevolle materialen worden op die manier weg gegooid. Wat als we deze materialen slimmer kunnen gebruiken en ze weer als grondstof kunnen dienen voor dezelfde of andere producten en dat keer op keer opnieuw?
is gespecialiseerd in het omzetten van afval in energie.
3. Cradle to Cradle neemt de natuur als voorbeeld
Biologische kringloop: Meerdere toepassingen en uiteindelijk composteren Uit producten in de biologische kringloop kunnen na hun werkzame leven nog andere voedingsstoffen, vezels, polymeren of brandstoffen worden gehaald. Als laatste kunnen ze worden gecomposteerd. Op deze wijze geven ze weer voeding aan nieuwe organische grondstoffen. Ontwerpen voor de biologische kringloop betekent: grondstoffen in het productieproces niet vervuilen met schadelijke chemicaliën. Alleen volledig organische grondstoffen kunnen veilig worden ingezet en uiteindelijk worden gecomposteerd. Op deze wijze geven we de grondstoffen, die we onttrekken aan de bodem, ook weer terug.
Cradle to Cradle richt zich dan ook niet op het beperken van de schadelijke gevolgen van de productie, maar op het verbeteren van de productie zelf. Cradle to Cradle houdt bij het productontwerp al rekening met wat er met een product gebeurt wanneer het niet meer gebruikt wordt. Cradle to Cradle gaat uit van kansen en niet van ‘schuld management’. Cradle to Cradle ontwerpt producten en diensten en neemt de natuur daarbij als voorbeeld. Neem bijvoorbeeld een kersenboom. Die produceert elk jaar talloze bloesems en kersen, met maar één enkel doel: dat een van die kersen op de grond valt, waar de pit ontkiemt, zodat een nieuwe kersenboom kan gaan groeien. De kersenboom produceert uitbundig, zelfs overdadig. Toch zal niemand het verspilling noemen. Waarom niet? Omdat ook de ‘niet-nuttige’ producten van de boom hun functie hebben. Bloesemblaadjes vallen op de grond, waar ze verteren en de bodem voeden, kersen worden gegeten door dieren en mensen. Een kersenboom produceert geen afval, maar verrijkt zijn hele omgeving, creëert waarde.
5. Cradle to Cradle begint bij ontwerp
Grondstoffen worden bij de Cradle to Cradle gedachte gezien als voedingsstoffen. Cradle to Cradle onderscheidt twee kringlopen waarin grondstoffen dankzij het bewuste Cradle to Cradle-ontwerp telkens opnieuw kunnen worden gebruikt: de biologische en de technische kringloop.
Technische kringloop: Opnieuw gebruiken In de technische kringloop wordt gewerkt met materialen, zoals metalen, kunststoffen en minerale en keramische producten. Producten in de technische kringloop kunnen, nadat ze zijn afgedankt, uit elkaar worden gehaald. Onderdelen kunnen worden omgesmolten en opnieuw gebruikt in andere producten. Ontwerpen voor de technische kringloop houdt in: ervoor zorgen dat onderdelen die van verschillend materiaal zijn gemaakt, eenvoudig zijn te scheiden en opnieuw zijn in te zetten. Alleen dan kunnen ze op hoog niveau worden hergebruikt.
Tim Kezer,
Cradle to Cradle-folder Tien dingen die het weten waard zijn over 7. Cradle to Cradle: het Cradle to Cradle-concept. Wat is het? Waarom past Cradle to Cradle zo goed bij Van Gansewinkel Groep?
Dit boekje is in samenwerking met Drukkerij Knoops ontwikkeld en gedrukt met inkt dat het Cradle to Cradle-keurmerk draagt. Het papier is FSC, het meest natuurvriendelijke wat er op dit moment verkrijgbaar is. Dit boekje is dus niet volledig Cradle to Cradle maar het is beste wat op dit moment mogelijk is.
Gertwin Klomp, Leon Urlings.
productketens sluiten door samenwerking
Ontwerp- en productieprocessen zijn niet van de ene op de andere dag te veranderen. Cradle to Cradle is daarom niet iets wat vandaag op morgen overal toepasbaar is, maar iets wat een langetermijnvisie nodig heeft. Het is een proces wat stap voor stap bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van producten en slimmer grondstofverbruik. Cradle to Cradle onderscheidt daarin verschillende stappen waaronder: gebruik geen schadelijke stoffen of materialen. Stel een ‘positieve lijst’ met stoffen en materialen waarvan zeker is dat ze onschadelijk en veilig in het gebruik zijn. Gebruik alleen producten en stoffen van die positieve lijst.
Het succes van het Cradle to Cradle-concept is afhankelijk van samenwerking tussen diverse partijen in productketens of productcycli. Het maken van een Cradle to Cradle-product alleen is niet voldoende. Het gaat er ook om dat de gebruikte grondstoffen na gebruik van het product terugkomen bij de producent (of een andere producent die de grondstof kan gebruiken). Daarvoor zijn terugnamesystemen nodig en partijen die de producten bereiden voor hergebruik.
Voor meer informatie Internet www.vangansewinkelgroep.com
“Want duurzaamheid is wat we leveren”
Strategie 2010-2015
e-mail
Jaarverslagen Van Gansewinkel Groep legt in haar jaarverslagen verantwoording af aan al haar stakeholders. De Duurzaamheidsverslagen zijn geïntegreerd met de (financiële) jaarverslagen.
Verslag van de raad van bestuur
Duurzaamheidsverslag Afval bestaat niet. Dat is het credo van Van Gansewinkel Groep. We zien afval niet als restproduct, maar als een waardevol begin van een nieuwe cyclus. In een wereld waarin grondstoffen schaars zijn en waar we verstandig met grondstoffen om moeten gaan, streven wij er samen met onze klanten naar zo veel mogelijk afvalstoffen geschikt te maken voor nuttig hergebruik. Daarmee is de kern van onze business letterlijk het werken voor en aan een duurzame samenleving. Dat doen we al meer dan 45 jaar. Zo kan afval een tweede leven krijgen en worden benut voor nieuwe grondstoffen en energie.
[email protected] Afdeling Corporate Communicatie, Eindhoven +31 40 751 40 00
Raad van bestuur
Van Gansewinkel Groep heeft diverse publicaties uitgebracht, die te bestellen zijn op:
2009
www.vangansewinkelgroep.com
maakt
Wie
jaarbeeld 08 hier
Ruud Sondag, CEO Van Gansewinkel Groep
“Activiteit over de gehele keten maakt robuust en biedt kansen”
van?” iets
Ook vindt u hier een interactieve versie van dit jaarverslag.
Zoals voor de meeste bedrijven was 2008 voor de Van Gansewinkel Groep een jaar met twee gezichten. Vóór de zomer een stevige groei, na de zomer de lijn neerwaarts. De drie-eenheid van inzameling, recycling en verwerking maakt de Van Gansewinkel Groep beter bestand tegen de crisis, omdat zij een veel breder vangnet heeft om de klappen op te vangen. Een kwestie van spreiding van risico’s. Deze stabiliteit van de keten biedt tegelijkertijd voor de komende periode nieuwe kansen. CEO Ruud Sondag vat het samen:
Van Gansewinkel Groep
“In 2007 hebben we een speler van formaat neergezet op de Nederlandse en de Europese markt. Maar dat we na de vruchten van die fusie geplukt te hebben vervolgens volop in de crisis belandden, was niet verwacht. Niettemin zijn onze resultaten op het niveau van 2007 gebleven. En de crisis biedt ook kansen, wat zal leiden tot consolidatie in de sector. Op Europese schaal, maar ook in Nederland. Bij die consolidatieslag gaan wij een rol van betekenis spelen, daarvan ben ik overtuigd.”
moois
van?
2008
Duurzame druk Corporate film In deze presentatie vertellen we wie we zijn en wat we doen. Kijk en luister waarom wij vinden dat afval niet bestaat.
Games We dagen u uit om iets moois van afval te maken! Bestel de cd-rom met drie spellen die met afval te maken hebben.
Dit jaarverslag is gedrukt op ‘Revive Pure White Offset’. Dit papier voldoet aan de strengste milieueisen. Het is voor 100% vervaardigd uit gerecyclede vezels en mag bovendien het FSC-label dragen. Dit label garandeert een duurzame oorsprong. Het jaarverslag is gedrukt met K+E F918 Supreme BIO vellenoffset-inkten, die voorzien zijn van een chloorvrij geel pigment. De bindmiddelen van deze inkten zijn volledig gemaakt op basis van plantaardige grondstoffen en zijn biologisch afbreekbaar.
SCS-COC-00882
128 / jaarbeeld 09
129
Het wij-gevoel van de Van Gansewinkel Groep Wij zijn dit jaarverslag begonnen met het woord part’ner. Wij durfden dit platgetreden woord in de mond te nemen, omdat elke relatie heel veel met vertrouwen te maken heeft. Zonder het volledige inzicht in de bedrijfsprocessen van onze klanten zouden wij niet in staat zijn om gezamenlijk de oplossingen te bedenken die we bedenken, en de resultaten te boeken waarvan u in dit jaarbeeld kennis heeft kunnen nemen. En over kennis gesproken; wij zijn nergens zonder de kennis die klanten met ons delen. Natuurlijk zouden we ook nergens zijn zonder onze deskundige en gedreven medewerkers en alle andere stakeholders. Maar zonder klanten was er geen Van Gansewinkel, geen Coolrec, geen Maltha, geen AVR. Deze klanten zijn de partners die met ons al jaren een duurzame relatie onderhouden. Dat klinkt als een cliché, maar voor ons zijn zij veel meer dan klanten; steeds vaker zijn zij partners in onze visie en filosofie: “Afval bestaat niet”. Mede daardoor kunnen we ons werk doen daar waar dit het best tot zijn recht komt: direct aan de bron. Wij vangen het afval het liefst op waar het ontstaat. Of, nog liever, voordat het ontstaat, zodat wij de cirkel sluitend kunnen maken. Op de pagina hiernaast ziet u voor wie we dat doen. Het zal u opvallen hoe divers ons werkterrein is: bij wat voor bedrijven, instellingen en overheden we dagelijks actief zijn. Er is geen branche die we niet bedienen. En dankzij deze unieke samenwerking kunnen we met recht zeggen: “Samen maken wij er iets moois van”. Dank daarvoor.
130 / jaarbeeld 09
Van Gansewinkel Groep Eindhoven Flight Forum 240 NL-5657 DH Eindhoven Postbus 8785 NL-5605 LT Eindhoven Tel +31 40 751 40 00 Email
[email protected] www.vangansewinkelgroep.com
De vennootschap is ingeschreven bij het Handelsregister in Rotterdam onder dossiernummer 24390763.