We Care... DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
We Care...
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010 AEBI SCHMIDT NEDERLAND B.V.
4
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
INHOUD 1
VOORWOORD
5
2
DUURZAAM ONDERNEMEN
8
2.1
Visie en strategie
8
2.2
Duurzaam ondernemen en de buitenwereld
8
2.3
Duurzaam ondernemen geborgd in onze organisatie
9
3
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
14
3.1
Veiligheid voor de mens
14
3.2
Veiligheid voor het milieu
16
3.3
Gemotiveerde en vakbekwame medewerkers
24
3.4
Goede en langdurige relaties met onze klanten
29
3.5
Maatschappelijk betrokken ondernemen
30
3.6
Een gezonde financiële basis
31
4
KENNIS MAKEN MET AEBI SCHMIDT NEDERLAND
34
4.1
Een korte geschiedenis
34
4.2
Onze dienstverlening en producten
34
4.3
Onze markt
34
4.4
Onze organisatiestructuur en bestuur
34
5
OVER DIT VERSLAG
40
5.1
De onderwerpen in dit verslag (materialiteit)
40
6
GRI - TABEL
42
5
Het seizoen 2009-2010 kende een extreme winter, sinds 1979 is er niet meer zoveel sneeuw gevallen in Nederland. Hoe extreem het was blijkt ook uit de hoeveelheid zout die is verbruikt, meer dan 800.000 ton in plaats van de gemiddelde 200.000 ton. Alle organisaties binnen de gladheidbestrijdingbranche werden op de proef gesteld. Overheden hebben vele overuren gedraaid, zoutleveranciers hadden te maken met zouttekorten en onze organisatie heeft vele extra uren inzet geleverd en vele kilometers materiaal voor slijtstroken moeten laten invliegen vanuit de hele wereld. Kortom, een winter om nooit meer te vergeten. En een winter die er voor zorgde dat deze eerste editie van ons duurzaamheidsverslag iets later uitkwam dan gepland. In 2009 is onze bedrijfsnaam gewijzigd van Nido Universal Machines B.V. in Aebi Schmidt Nederland B.V. Deze naamswijziging hebben we breed onder de aandacht gebracht door middel van een campagne onder de noemer ‘We Care’, waarbij het bedrijf Aebi Schmidt Nederland met haar merken Nido (gladheidbestrijding) en Schmidt (veegtechniek) is neergezet. Voor ons betekent ‘We Care’ dat we zorg hebben voor onze klanten, voor onze medewerkers en voor onze leefomgeving. Kortom, we zijn verbonden met en verweven in de samenleving waarin we opereren. De stap naar het afleggen van verantwoording hierover in een duurzaamheidsverslag zien wij dan ook als een logisch vervolg. Omdat dit ons eerste duurzaamheidsverslag is, heeft het verslag het karakter van een nulmeting. We gaan dus niet uitsluitend in op de ontwikkelingen in 2009 maar beschrijven de huidige stand van zaken. In de komende jaren zullen we rapporteren over de voortgang. In 2009 hebben we ons milieubeleid opnieuw geformuleerd en laten certificeren volgens ISO14001. De zorg voor onze leef- en werkomgeving, ook in onze productieketen, is hierin vertaald naar beleid. Door te investeren in een nieuwe oppervlaktebehandelingsinstallatie en een nieuwe lasserij is de milieubelasting aanzienlijk verlaagd, maken we minder transportkilometers en hebben onze medewerkers minder last van seizoenspieken en dalen. Op deze basis bouwen we verder aan een gezond resultaat zodat er ruimte blijft om ook in de toekomst te investeren, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van nieuwe, duurzame producten en in de opleiding van onze medewerkers. Dat dit nodig blijft heeft de afgelopen strenge winter weer eens extra benadrukt. In dit verslag behandelen we verschillende voorbeelden van onze werkwijze en de manier waarop we duurzaamheid daarin een plaats geven. Samengevat komt het hierop neer: We Care.
Han Leemhuis
Fred Harbers
Arjan Ester
Algemeen Directeur
Technisch Directeur
Commercieel Directeur
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
VOORWOORD
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
6
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
7
8
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
2
DUURZAAM ONDERNEMEN >>
Duurzaamheid is een steeds vaker bespro-
vullen. Een winstgevende bedrijfsvoering is
ken onderwerp in de maatschappij. Bij Aebi
daarbij een voorwaarde om je werk te kun-
Schmidt Nederland realiseerden we ons
nen blijven doen en om het op een goede en
daardoor dat duurzaamheid eigenlijk al heel
verantwoorde manier te kunnen doen.
lang een vanzelfsprekend uitgangspunt is bij ons. Nu echter de belangstelling voor
Aebi Schmidt Nederland wil in Nederland
milieu en duurzaamheid in de maatschappij
marktleider blijven voor systemen voor het
toeneemt, evenals de behoefte aan open en
schoonhouden van de weg en wil de duur-
eerlijke informatie hierover, is het tijd voor
zaamste onderneming binnen de branche
Aebi Schmidt Nederland om meer openheid
zijn. In ons bedrijf werken we al sinds jaar
van zaken te geven over hoe wij duurzaam
en dag op vele manieren aan verduurzaming.
ondernemen in praktijk brengen. Dat doen
De komende jaren gaan we hier explicieter
we in dit verslag.
op sturen door hierover met stakeholders in overleg te treden, beleid uit te werken, meer
‘Het is belangrijk dat Aebi Schmidt Neder-
concrete doelstellingen te formuleren en
land een duurzaamheidsverslag uitbrengt.
onze resultaten te monitoren.
Natuurlijk heeft dit ook te maken met zakelijke motieven, maar dat moet niet de
Ons uitgangspunt is dat Aebi Schmidt Ne-
belangrijkste drijfveer zijn. Het gaat om
derland een integere en betrouwbare busi-
een realistisch en eerlijk verslag, in nor-
nesspartner is voor een schone en veilige
male mensentaal. Aebi Schmidt Nederland
leefomgeving. Veiligheid voor de mens en
moet hierin laten zien waar ze nu staan en
veiligheid voor het milieu staan voor ons
waar ze naar toe willen. Ook de zaken die
centraal. Om dit te bereiken werken wij met
qua duurzaamheid (nog) niet op orde zijn
gemotiveerde en vakbekwame medewer-
verdienen een plek in het verslag.’
kers en streven wij naar goede en langdurige
De heer R.Tekstra, RAI Vereniging.
relaties met onze klanten en onze leveranciers. Daarnaast willen wij ook buiten onze
2.1 Visie en strategie
bedrijfsactiviteiten een steentje bijdragen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
aan de maatschappij. In hoofdstuk 3 laten
betekent dat je als bedrijf bekijkt hoe je je
we zien hoe wij deze speerpunten in praktijk
maatschappelijke functie het best kunt in-
brengen.
2.2 Duurzaam ondernemen en de buitenwereld
aan producten en diensten moeten voldoen om te gelden als duurzaam. Dit beleid is van
De stap om expliciet te benoemen waar wij
invloed geweest op de manier waarop wij ons
als organisatie voor staan wanneer het gaat
duurzaamheidsbeleid verder uitgewerkt heb-
om duurzaam ondernemen is voor ons ook
ben. Hierbij geloven wij niet in het uitsluitend
een manier om kritisch naar onszelf te kij-
voldoen aan minimumeisen, maar in een duur-
ken en de buitenwereld daarbij te betrekken.
zaamheidsbeleid dat integraal wordt toege-
Dit doen wij door actief de dialoog aan te
past binnen onze hele organisatie en dat recht
gaan en door relevante ontwikkelingen in de
doet aan de impact en invloed die wij hebben
maatschappij op de voet te volgen.
op het milieu, de sociale omgeving en de economische situatie.
Voor dit eerste verslag hebben wij een aantal belangrijke stakeholders gevraagd naar hun
‘De gemeente Breda wil graag het beste
verwachtingen ten aanzien van ons duurzaam-
jongetje van de klas zijn wanneer het gaat
heidsbeleid en ons duurzaamheidsverslag.
om duurzaam inkopen. Een onderneming
De verschillende quotes in dit verslag geven
die actie onderneemt met betrekking tot
hiervan een eerste indruk. De komende jaren
milieu en maatschappelijk verantwoord
geven wij onze stakeholderdialoog ten aanzien
ondernemen kan zich op dit onderwerp
van duurzaamheid verder vorm.
positief onderscheiden van andere gegadigden, bijvoorbeeld door de vertaling
Naast een dialoog gericht op ons duurzaam-
hiervan (door de gemeente Breda) in een
heidsbeleid, hebben wij ook de uitwisseling
fictieve korting op de aanneemsom. Hier-
van kennis en ideeën met onze klanten struc-
mee kan een onderneming scoren. People,
tureel ingebed in onze organisatie, bijvoor-
planet en profit zijn alle drie belangrijk, de
beeld door middel van klantenonderzoeken
verhouding tussen de drie dient dusdanig
en onze klantendagen.
te zijn dat als je er een plank op legt, deze waterpas ligt.’
De overheid en duurzaam inkopen
De heer W. van Dijk, gemeente Breda.
De overheid is onze grootste klant en daarmee
een
belangrijke
stakeholder.
Sinds
enkele jaren voert de overheid beleid om duurzaam in te kopen. Voor 2010 streeft de Rijksoverheid naar een 100 procent duurzame inkoop en de meeste gemeenten naar 75 procent duurzaam inkopen. Het uiteindelijke doel is 100 procent duurzaam inkopen voor alle overheden in 2015. De overheid heeft zogenaamde ‘minimumeisen’ opgesteld waar-
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
9
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
10
Door ons lidmaatschap van verschillende or-
Lidmaatschappen
ganisaties en verenigingen dragen we bij aan
• RAI vereniging
oplossingen voor maatschappelijke vraag-
• Metaalunie
stukken, die ook voor onze eigen organisatie
• VNO-NCW
relevant zijn. Ook dragen we bij aan nationaal
• Industriële Kring Twente
en internationaal beleid op het gebied van
• Holtense Industrie Groep (secretariaat)
gladheidbestrijding. Zo hebben wij een bij-
• Vereniging Maakindustrie Oost Nederland (bestuurslid)
drage geleverd aan nationale richtlijnen voor
• Regionale Elektro en Metaal Opleidingen (aandeelhouder)
gladheidbestrijding die zijn opgesteld door
• OpleidingsBedrijf Metaal (voorzitter en aandeelhouder)
AgentschapNL (voorheen SenterNovem) en
• Jongeren en Technologie Netwerk Nederland
het CROW en zitten we in een internationale
• Kwaliteitskring Twente
CEN-commissie die op dit gebied technische
• COM-keur
normen formuleert.
• CROW
2.3 Duurzaam ondernemen geborgd in
Managementsystemen Onze aandacht voor duurzaam ondernemen
onze organisatie Duurzaam ondernemen is op verschillende
komt terug in ons beheerssysteem. Onze
manieren
organisatie.
holding, nevenvestigingen en Aebi Schmidt
De basis ligt in onze gedragscode en onze
Nederland zijn ISO gecertificeerd op het ge-
managementsystemen.
bied van kwaliteit (ISO9001). We beschikken
geborgd
in
onze
over een VCA**-certificering op het niveau Gedragscode
van onze individuele medewerkers en op
Met onze gedragscode willen wij ervoor zor-
bedrijfsniveau, waarmee duidelijk is dat we
gen dat iedereen die voor ons werkt zijn acti-
voldoen aan de eisen op het gebied van vei-
viteiten op ethische wijze uitvoert, zich houdt
ligheid, gezondheid en milieu.
aan de wet- en regelgeving en aan de normen en waarden die Aebi Schmidt nastreeft.
In 2008 zijn wij gestart met de voorbereidingen voor het behalen van het ISO14001
‘Bescherming van milieu en gezondheid,
(milieu)certificaat en begin 2010 hebben wij
veiligheid en kwaliteit zijn essentieel voor
dit certificaat daadwerkelijk ontvangen.
de verdere ontwikkeling en verhoging van de ondernemingswaarde van de Aebi Schmidt Groep. Zo ook de gezondheid en de levenskwaliteit van de medewerkers en het veiligstellen van de basis van het bestaan op de lange termijn.’ Bron: Global Code of Conduct, Aebi Schmidt Groep
<<
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
11
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
12
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
13
14
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
3
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK >>
3.1 Veiligheid voor de mens
Ons Thermologic-systeem zorgt voor het aan-
Onze core-business draait om veiligheid. Onze
passen van de hoeveelheid strooimiddel aan
machines worden ingezet voor het schoon-
de actuele weers- en wegomstandigheden.
houden van de Nederlandse wegen waardoor
Deze gerichte inzet van strooimiddel zorgt
weggebruikers veilig van A naar B kunnen
voor een hogere verkeersveiligheid.
reizen. Ons motto hierbij is: ‘Be there first’. Onze machines zijn als eerste ter plekke om
Aebi Schmidt Nederland was één van de
het wegennet begaanbaar te maken bij glad-
partners in het recent uitgevoerde onder-
heid. Verder zorgen onze veegmachines voor
zoek naar de mogelijkheden van dynamische
een schone en duurzame leefomgeving.
gladheidbestrijding. Hierbij werd de gedetailleerde weersverwachting voor een klein
Bij gladheid is niet alleen de veiligheid van de
gebied (10km²) gekoppeld aan technische
Nederlandse weggebruiker belangrijk. Juist
en thermische gegevens van de weg. Inge-
ook voor de chauffeurs van ons materieel
voerd in een rekenmodel levert deze infor-
voelen wij een grote verantwoordelijkheid
matie een exacte gladheidsvoorspelling op.
ten aanzien van veiligheid. Zij zijn immers de
Door dit toe te passen in een Autologic- en
eersten die de gladde wegen berijden.
Thermologic-systeem van een strooimachine blijkt in de praktijk of en hoe een bepaald
Een derde aspect van veiligheid voor de
weggedeelte gestrooid moet worden. Het is
mens is de veiligheid van onze medewerkers.
nog wel toekomstmuziek, maar de resultaten
Ook die staat bij ons hoog in het vaandel. Het
waren goed genoeg voor het winnen van de
vergroten van de veiligheid van productiepro-
RGI-award (Ruimte voor Geografische Infor-
cessen doen wij door te werken volgens de
matie), een prijs voor innovatief onderzoek op
laatste stand der techniek, te zorgen voor tij-
geografisch gebied.
dig en juist onderhoud en door aandacht te besteden aan veilig gedrag. De afgelopen
‘Voor ons als bank is duurzaamheid erg
jaren zijn er geen noemenswaardige bedrijfs-
belangrijk. Bij onze investeringsbeslis-
ongevallen geweest en wij doen er alles aan
singen speelt dit dan ook een rol. Voor
om dat zo te houden.
Aebi Schmidt Nederland denk ik dat de grootste impact op duurzaamheid te halen
Technologische hoogstandjes
is in de gebruiksfase van de machines.
Onze strooimachines zijn uitgerust met
Ook op dit vlak zijn ze erg sterk. In het
verfijnde en duurzame technologie die in
kader van productontwikkeling is het goed
belangrijke mate bijdraagt aan een ver-
om verder te kijken, zijn er bijvoorbeeld
hoogde veiligheid. Bijvoorbeeld ons Auto-
andere manieren van gladheidbestrijding
logic-systeem: een gemakkelijk te bedienen
die minder milieubelastend zijn dan het
routebegeleiding gecombineerd met een
strooien met zout? De duurzaamheids-
automatische aansturing van de strooi-
strategie zou zich ook moeten richten op
machine. Het systeem begeleidt de bestuur-
de inkoop. Enerzijds speelt hier het soort
der langs de strooiroute en past de strooier-
materialen dat wordt gebruikt, anderzijds
instelling automatisch aan. Hierdoor kan de
ben ik benieuwd hoe ze kijken naar hun
chauffeur zich optimaal concentreren op het
toeleveranciers, hoe duurzaam zijn zij?
verkeer en de wegsituatie en wordt de ver-
Dit is het soort informatie dat ik hoop te-
keersveiligheid verhoogd.
rug te zien in het duurzaamheidsverslag.’ Mevrouw N. Elfrink, relatiemanager ABN-AMRO
Keurmerken en handleidingen
houd. In het najaar en in de winter bestaat
Naast het in de EU verplichte CE-keurmerk
het uit een vlootschouw, diverse preventieve
voldoen onze machines ook aan het GS-keur-
onderhoudsbeurten en alle voorkomende re-
merk. Dit betekent dat ze door een onafhan-
paraties. Hierdoor staan de machines altijd
kelijk instituut op veiligheid zijn getest. Onze
klaar wanneer het nodig is. Bovendien weet
medewerkers in het productieproces maken
de klant precies waar hij aan toe is voor een
gebruik van hoogwaardige technologie die
vaste prijs.
voldoet aan de strengste veiligheidsnormen. In het Aebi Schmidt Nederland KeuringcenWe hebben een eigen afdeling ‘Technische
ter werken deskundige monteurs die zijn
handleidingen’. Met behulp van een genera-
opgeleid tot keurmeester. Zij inspecteren de
tor wordt iedere machine voorzien van een
machines en wanneer deze voldoen aan de
specifieke gebruikershandleiding waardoor
wettelijke veiligheidscriteria geven zij een
het gebruik en het onderhoud op de juiste
bewijs van goedkeuring. Deze certificeringen
manier kunnen plaatsvinden.
worden gecontroleerd door de KEMA.
Evaluatie
Veilig gedrag
Jaarlijks organiseren wij een dag waarop al
Techniek alleen is niet voldoende voor opti-
onze monteurs bij elkaar komen. Tijdens deze
male veiligheid. Ook veilig gedrag is belang-
dag worden hun auto’s en arbeidsmiddelen
rijk. Binnen ons productieproces houden wij
gekeurd op veiligheid. Daarnaast vindt er een
toezicht op het veilig handelen voor onze
uitgebreid overleg plaats tussen de monteurs
medewerkers. Voor de gebruikers van onze
en onze ontwerpers om ervaringen te delen
machines biedt ons trainingcenter diverse
en te kijken waar eventueel aanpassingen no-
trainingen waarbij veel aandacht is voor veilig-
dig zijn in onze producten en in de productie.
heid. Bijvoorbeeld onze training ‘Beslagen ten
Op basis van de praktijkervaringen van onze
ijs de winter in’. Dit is een praktische training
monteurs voeren wij verdere verbeteringen
voor ervaren en minder ervaren chauffeurs.
door in onze producten.
Alle onderwerpen die een gladheidbestrijder nodig heeft om veilig met het materieel
Om kennis en ervaring op te doen wordt er
te werken en op de juiste wijze gladheid te
jaarlijks een internationale seizoensafsluiting
bestrijden komen in deze training aan bod.
gehouden waarin alle aspecten met betrek-
Sinds kort zijn we begonnen met het oplei-
king tot gladheidsbestrijding aan de orde ko-
den van chauffeurs van aannemers voor het
men.
certificaat ‘Specifieke Deskundigheid Winterdienst’, conform de geldende richtlijnen van
Preventief onderhoud
het CROW. Ook deze cursus zorgt ervoor dat
Onze strooimachines worden natuurlijk niet
chauffeurs van strooiwagens veilig hun werk
dagelijks gebruikt, maar moeten wel altijd
kunnen doen.
functioneren op het moment dat ze worden ingezet. We hebben met veel klanten een allin servicecontract. Binnen deze contracten zorgen we voor het totale onderhoud van de machines, in de zomer- en in de winterperiode. In de zomer bestaat dit uit schoonmaken, schilderen en groot correctief onder-
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
15
16
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
3.2 Beperking van onze milieu-impact
Strooizout
Ons uitgangspunt bij de verantwoordelijk-
Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is het
heid die wij nemen voor het milieu is dat wij
zoutgebruik door onze machines een belang-
verder gaan dan wet- en regelgeving ver-
rijk aspect. Het strooien van zout is namelijk
eist. De meest directe impact op het milieu
niet zonder milieurisico. De grond naast de
waarop wij invloed kunnen uitoefenen is de
weg kan zouter worden waardoor het leef-
milieubelasting van onze machines in de
milieu van planten en dieren wordt beïnvloed,
gebruiksfase en de milieubelasting van onze
vooral wanneer er droog zout wordt ge-
productieprocessen en bedrijfsvoering. In het
strooid. In 1981 is Nido als eerste op de markt
kader van de ISO14001 certificering hebben
gestart met het ontwikkelen van strooimate-
wij bepaald wat voor onze productieproces-
rieel voor natzout. Binnen een tijdsbestek van
sen en bedrijfsvoering de meest relevante
vier jaar waren al onze strooimachines hier-
milieuaspecten zijn. Hierop richten wij onze
voor geschikt. In de meeste gevallen wordt
inspanningen. We gaan nader onderzoeken
tegenwoordig nat gestrooid. Het natte zout
hoe wij onze negatieve milieu-impact ver-
verwaait minder, laat zich gelijkmatiger over
der kunnen terugdringen. Hiermee zijn wij al
het wegdek verdelen en het kleeft ook beter
gestart, zoals dit hoofdstuk laat zien. In onze
aan de weg. Als gevolg daarvan is er minder
komende verslagen houden wij u op de hoog-
zout nodig waardoor het milieu minder wordt
te van onze voortgang.
belast.
Meest relevante milieuaspecten voor ISO14001 • de emissie van uitlaatgassen en fijnstof naar de lucht door het wagenpark
In 2010 gaan we het sproeien met pekelwater als gladheidbestrijdingsmethodiek onder de aandacht brengen. Dit kan, afhankelijk van
• het brandstofverbruik door het wagenpark
de weersomstandigheden en het type glad-
• het energieverbruik van de bedrijfsgebouwen
heidbestrijdingactie, een goed alternatief zijn
• het energieverbruik van productieprocessen
bij eventuele tekorten aan wegenzout.
• beperking/beheersing van het afval dat op diverse plekken ontstaat • milieuverantwoordelijke opslag en verwijdering van afvalstromen
Brandstofverbruik en CO2 -uitstoot Wij proberen waar mogelijk ons eigen brandstofverbruik en CO2-uitstoot te beperken en
• emissie van CFK’s door airconditioning
die van onze klanten.
• VOS emissie tectyl/wax
Doordat wij onlangs een eigen lasserij, strale-
• lozingen naar de openbare riolering
rij en poederlakkerij in gebruik hebben geno-
• emissies naar de lucht door CV-systemen
men, realiseren wij een behoorlijke reductie
• opslag bodembedreigende stoffen
in transportkilometers. We schatten dat hier-
• opslag van gevaarlijke stoffen
mee jaarlijks tussen de 100.000 en 150.000 kilometers worden bespaard. Naast onze vaste werkplaatsen in Holten en Leimuiden beschikken we over 20 mobiele werkplaatsen met monteurs verspreid door het land. Wij zitten dus altijd dicht bij onze klanten, waardoor geen onnodige kilometers worden gereden. Ongeveer 85 procent van onze klanten helpen wij lokaal.
Ook voor ons eigen wagenpark richt ons be-
van een leasecontract wordt uitgestoten. Wij
leid zich op het terugdringen van het brand-
compenseren deze door ‘CO2-credits’ te ko-
stofverbruik en emissies. Daarnaast compen-
pen. In 2009 hebben wij hiermee 17,77 ton
seren wij onze CO2-uitstoot via ons contract
CO2 gecompenseerd. De compensatie vindt
bij ING Car Lease. ING Car Lease berekent
plaats via duurzame projecten van de Climate
de hoeveelheid CO2 die tijdens de looptijd
Neutral Group.
Emissie van uitlaatgassen en fijnstof Resultaten 2009
Doelen 2010
• Directiebesluit: voor het hele wagenpark
• Omzetten van 6 ‘milieuonvriendelijke’
geldt bij nieuwe aanschaf minimaal “C” klasse • CO2-certificaat ING Car Lease
personenauto’s naar minimaal milieuklasse C • Alle personenauto’s en servicewagens
• Geen nieuwe auto’s in 2009
worden onderhouden door erkende
• Bezoeken aan buitenland worden
dealers en worden jaarlijks gecontro-
centraal gemeld om vervoer te kunnen combineren • Afronding van plaatsing van 6 roetfilters op servicewagens • 3 nieuwe servicewagens vervangen door wagens met Euro 5 motoren • Black-box systeem ingevoerd voor betere planning van routes • Instructie ‘het nieuwe rijden’
leerd op correcte motorafstellingen. • Reduceren van de verhouding tussen omzet en servicekilometers met 2 procent door betere werkplanning/ routeplanning • Alle berijders informeren over de fijnstofuitstoot door auto’s • Alle berijders informeren over zuinig en veilig rijden
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
17
18
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
19
Bij de ontwikkeling van onze machines letten ‘Als servicemonteur bij Aebi Schmidt Nederland draag ook ik bij aan onze duurzaamheid. Ik zorg er bijvoorbeeld voor dat ik verantwoord omga met stoffen als olie en smeermiddelen en dat deze stoffen op een goede en veilige manier worden afgevoerd. Ik maak klanten ervan bewust dat goed en tijdig onderhoud belangrijk
wij op de uitstoot en het brandstofverbruik in de gebruiksfase. De Swingo bijvoorbeeld, is een veegmachine met een sterke, milieuvriendelijke VM motor die voldoet aan de Euro 5 norm. De motor is standaard geschikt voor Bio-diesel en kan ook geschikt worden gemaakt voor de toepassing van PPO (Pure Plantaardige Olie)-brandstof.
is, zodat hun machines langer mee gaan. En, door ‘nieuw’ te rijden, probeer ik mijn brandstofgebruik te beperken.’
Energie We zijn ons terdege bewust van de noodzaak
De heer F. Kaastra – servicemonteur veegmachines.
om waar mogelijk ons energieverbruik te verminderen binnen onze productieprocessen en
Leveranciers nabij
bedrijfsvoering. Hiermee zijn we op de goede
Ons inkoopbeleid draagt ook bij aan het be-
weg. Sinds 2005 is ons energieverbruik fors
perken van de transportkilometers. Wij pro-
afgenomen. De belangrijkste sprong hebben
beren zoveel mogelijk om met leveranciers in
wij gemaakt door onze verhuizing in 2008
zee te gaan die zich in de nabijheid van Aebi
naar een nieuw bedrijfspand in Holten.
Schmidt Nederland bevinden. Dit heeft, naast het beperken van transportkilometers, andere
De komende jaren zal ons energieverbruik
voordelen zoals het stimuleren van de lokale
toenemen. Recent zijn wij gestart met een
economie. Daarnaast is het van belang de
eigen lasserij, poederlakkerij en stralerij, acti-
aanlooptijd zo kort mogelijk te houden, vooral
viteiten die voorheen werden uitbesteed. De
omdat wij ordergestuurd werken en we be-
benodigde machines verbruiken veel ener-
wust werken met weinig voorraad. Voor gro-
gie. Bij de aanschaf van de machines hebben
te componenten hanteren wij een straal van
we wel rekening gehouden met het verbruik
maximaal 150 kilometer.
en de milieubelasting als gevolg van diverse emissies. De compressoren zijn bijvoorbeeld
Overzicht inkoopvolumes naar regio/land
voorzien van een energieterugwinsysteem
Electriciteitsverbruik vanaf 2005 1400000
Aantal kWh.
1200000
Euregio
Nederland
Duitsland
Polen
Zwitserland
Taiwan
Ver. Staten
Italie
Frankrijk
Zweden
1000000 800000 600000 400000 200000 0 2005
2006
2007
Jaar
2008
2009
20
Een bijkomend voordeel van het in huis halen
Gasverbruik vanaf 2004
van deze nieuwe activiteiten is dat wij betere
140000
controle kunnen uitoefenen op de gevolgen
120000
Aantal Nm3
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
voor het milieu.
100000 80000
De nieuwe productiehal krijgt de komende
60000
tijd volop aandacht. We gaan de waarden
40000
met betrekking tot energieverbruik en emis-
20000
sie bepalen en doelstellingen ter verbetering
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
vaststellen.
Jaar
Wij hebben de ‘checklist energiebesparingsdat in de toekomst kan worden aangeslo-
maatregelen’ van AgentschapNL (voorheen
ten op ons verwarmingssysteem. Daarnaast
SenterNovem) uitgevoerd. Veel van de punten
zijn ze uitgerust met een toerenregeling,
zijn in ons nieuwe gebouw al doorgevoerd.
waardoor de geleverde capaciteit exact kan
We onderzoeken nu hoe we de verbeterpun-
worden aangepast aan de gevraagde capaci-
ten die naar voren zijn gekomen kunnen im-
teit. Door te stralen met een zo laag moge-
plementeren.
lijke luchtdruk wordt ook energie bespaard. Energieverbruik gebouwen en productie Resultaten 2009
Doelen 2010
• Verwarmingunits in de bedrijfshallen
• Installeren van meters op grote energie-
zijn lager gezet tot 17,5 graden. Deuren staan niet meer tegen elkaar open • Bestaande compressoren verlaagd in druk van 10 bar naar 8 bar, besparing van 14 procent • De nieuwe compressoren voor het stralen van 7 naar 5,5 bar teruggebracht • Bij aanschaf van nieuwe compressoren is
verbruikers om het gebruik te monitoren • Onderzoek naar overstapmogelijkheden voor groene stroom • Onderzoek naar overgang van TL armaturen naar T5 armaturen • Onderzoek naar PC bediening (systemen op afstand bedienbaar maken) • Twee oude compressoren alleen als
een warmteterugwin-unit gekocht zodat
back-up gebruiken, besparing ongeveer
er minder hoeft te worden gestookt.
35 procent
Nog geen besparingscijfers, maar in een derde van de productiehallen hoeft niet meer te worden gestookt • Aanpassing van inlaatsysteem compressoren zodat de inlaat temperatuur lager kan zijn, besparing ongeveer 10 procent • Ventilatiesysteem met warmteterugwinsysteem
• Nieuw energiebeheerssysteem kiezen en grootverbruikers hierin zetten • Handmatig systeem voor de regeling van de kleppen van de compressoren elektronisch maken
Milieuverantwoorde producten Wij streven er naar om het gebruik van scha-
Overzicht meest gebruikte materialen in 2009 (kg)
delijke materialen in onze eindproducten zo-
11500
veel mogelijk te beperken. De afgelopen jaren hebben wij hier al grote stappen in gezet. Bijvoorbeeld Rotopower aandrijving op onze strooiers. Bij Rotopower wordt er door mid-
48000
41350
Staal Roestvast staal
204500
37000
382400
Rubber 1192700
Kunststof
del van een flensverbinding een hydrauliek-
Olie
pomp op het achterwiel van een vrachtauto
Polyester
bevestigd. De hydraulische aandrijving van de
Poederlak
zoutstrooier heeft hierdoor geen extra krachtbron zoals een diesel- of benzinemotor nodig, het voertuig kent al een motoraandrijving,
Om verspilling zoveel mogelijk terug te drin-
deze wordt dus nu indirect gebruikt. Door het
gen combineren wij twee, van oorsprong Ja-
overstappen van natlakken naar poederlak-
panse, productiesystemen: Lean en 5S. Door
ken komen er geen oplosmiddelen meer vrij.
het toepassen van deze methoden is bijvoor-
Daarnaast passen we voor een groot deel van
beeld 50 procent minder gereedschap nodig
onze producten geen PVC meer toe.
dan voorheen. Naast kostenvoordelen vergroot het werken op deze manier ook de vei-
In 2010 gaan wij thermisch verzinken uit ons
ligheid en het welzijn van de medewerkers.
assortiment halen, we brengen in onze eigen productie middels poedercoating een zink-
Lean manufacturing heeft tot doel de
laag aan.Verder stoppen we met het natlak-
‘waardestroom’ binnen bedrijven zo groot
ken van alle producten waarbij dat technisch
mogelijk te maken, zodat de toegevoegde
mogelijk is.
waarde van de producten en/of diensten zo groot mogelijk wordt. Daartoe wor-
Materialen
den de volgende zeven categorieën van
Veel grondstoffen worden steeds schaarser,
verspilling zoveel mogelijk verwijderd
daar zijn wij ons terdege van bewust. Zorgen
uit de bedrijfsprocessen: overproductie,
voor zo weinig mogelijk verspilling is dus ver-
voorraden, fabricagefouten, fabricagever-
standig. Daarnaast levert zuinig omgaan met
storingen, wachttijden, transport en on-
grondstoffen en materialen natuurlijk aanzien-
nodige beweging. Onder dat laatste valt
lijke kostenvoordelen op.
bijvoorbeeld het zoeken naar materialen of hulpmiddelen op de werkplek.
Ongeveer 95 procent van de materialen die wij gebruiken is recyclebaar.
5S realiseert orde, netheid, overzicht, structuur en continue verbeteracties in de werkplaats.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
21
22
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
Daarnaast kennen we voor enkele producten
Verpakkingen
een ruilsysteem. Defecte onderdelen worden
We zijn al een aantal jaren bezig met het
gerepareerd en hergebruikt. Op dit moment
verminderen van onze verpakkingen. Ter ver-
gaat het vooral om printplaten, bedienings-
mindering van het verpakkingsmateriaal van
kasten, roetfilters en steunpoten. De komen-
aangeleverde goederen en onderdelen, wor-
de jaren gaan wij kijken of we dit verder kun-
den verpakkingen meerdere malen gebruikt.
nen uitbreiden.
We maken gebruik van Europallets, die door heel Europa een statiegeldwaarde hebben
Afvalstromen
van ongeveer 10 euro. Waar mogelijk worden
Het op een verantwoorde manier omgaan
verpakkingen voor hergebruik geretourneerd
met onze afvalstromen heeft hoge priori-
aan leveranciers. Momenteel zijn er retour-
teit. Wij zorgen ervoor dat alle afvalstromen
systemen voor cassettes (trechters en bui-
(vast én vloeibaar) worden gescheiden en op
zen), speciale pallets en balken.
de juiste manier afgevoerd, volgens het Landelijk Afvalbeheersplan (LAP2). Dit doen we
Wij denken dat we nog flinke stappen kunnen
niet alleen op onze eigen terreinen, maar ook
zetten door te zorgen voor meer duurzame en
wanneer we op locaties voor onze klanten
herbruikbare verpakkingen. Wij zullen de ko-
werken.
mende tijd hier volop aandacht aan besteden. Met bestaande leveranciers zijn al afspraken gemaakt over het terugdringen van verpak-
Belangrijkste afvalstromen in 2009 Afvalstroom
Hoeveelheid in kg
Bedrijfsafval algemeen
410 (m3)
A-hout
2.640
B-hout
37.120
Blikken en emmers met verfresten
456
Boor- en snijolie, koelemulsie
423
Loodaccu’s Lege spuitbussen Vast oliehoudend garageafval
1.165 714 1.756
Zwavelzuuroplossing
67
Autobanden met velg
320
Bedrijfsafval stort Lege 1000 litertanks met geringe restanten Milieubox Metaalhoudend afvalwater
5.118 272 29 966
Olie-water slibmengsel
5.000
Folie
6.300
Papier en karton Halogeenvrij oplosmiddel
54.250 69
kingsafval en voor nieuwe leveranciers is verpakking onderdeel van de gunning. Tot op heden hebben wij de gerealiseerde besparingen nog niet in kaart gebracht. De komende jaren gaan wij de besparingen van papier-, karton- en folieafval monitoren. Het poedercoaten in eigen beheer zal een aanzienlijke besparing in verpakkingsmateriaal opleveren. Voor 2010 is het doel om de verpakkingen van onze kunststoftanks naar nagenoeg nul terug te brengen. Overige milieuaspecten • CFK’s: Al onze koelsystemen worden jaarlijks onderhouden en geïnspecteerd. In de laatste twee jaar zijn er geen verliezen geweest op het gebied van CFK’s. • Lozingen op het riool: Op de locaties Holten en Leimuiden is een wasplaats met een olie-vet afscheider met vloeistofdichte vloer. Deze wordt jaarlijks gecontroleerd en geleegd door een vaste leverancier. Verder worden er geen schadelijke vloeistoffen geloosd op het riool.
Ketenverantwoordelijkheid:
gehele keten in beeld te hebben zodat wij
duurzaam inkopen
actie kunnen ondernemen op alle mogelijke
Naast de verantwoordelijkheid die wij nemen
knelpunten die binnen onze invloedsfeer val-
ten aanzien van onze eigen negatieve effec-
len. Dit geldt niet alleen vanuit het oogpunt
ten zijn wij voor verbeteringen op het gebied
van milieu. Ook willen wij eventuele sociale
van duurzaamheid mede-afhankelijk van onze
risico’s in beeld brengen. Dit wordt ook van
toeleveranciers. Wij zijn gestart met een on-
ons verwacht. Vanaf 2010 gaat de overheid
derzoek in onze toeleveringsketen om ook
eisen stellen ten aanzien van het voorkomen
hier doelstellingen ter verbetering van het mi-
van kinderarbeid, dwangarbeid, discriminatie,
lieu te kunnen bepalen.
vrijheid van vakvereniging en schendingen van mensenrechten. Om hier garanties voor
In het kader van het ISO14001 traject hebben
te kunnen geven is meer inzicht in onze keten
wij 700 leveranciers onderzocht op milieu-
nodig.
aspecten, uit dit onderzoek blijkt dat er 45 leveranciers ‘milieurelevant’ zijn. Dat betekent dat deze leveranciers een belangrijke
‘Ketenverantwoordelijkheid is voor ons
bijdrage kunnen leveren aan het beperken
erg belangrijk. Wanneer machineonder-
van onze milieu-impact. De inkoop afdeling
delen in het buitenland worden geprodu-
gaat voor deze leveranciers eisen opstellen.
ceerd, dan zal ook daar aandacht moeten
In 2010 verwachten wij hiervan de eerste
zijn voor de milieubelasting. Daarnaast
resultaten.
is duurzaamheid in de gebruiksfase en tijdens beheer en onderhoud van
Momenteel kijken wij maar één of twee
belang, hierbij letten wij bijvoorbeeld op
stappen terug in de keten, maar wij streven
de uitstoot.’
ernaar de keten verder inzichtelijk te maken. Vanuit duurzaamheidsoogpunt is het zaak de
De heer B. Vrijdaal, provincie Friesland, afdeling Beheer en Onderhoud.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
23
24
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
3.3 Gemotiveerde en vakbekwame
Een verpleegkundig adviseur wordt daarnaast
medewerkers
ingehuurd om onze leidinggevenden actief
Het doel van ondernemen is het vervullen
te begeleiden met de re-integratie van hun
van een maatschappelijke functie. Daar heb
zieke medewerkers. Om de week heeft ze
je weliswaar geld voor nodig, maar ook men-
spreekuur op onze lokatie en de andere week
sen. We willen dan ook goed zorgen voor
neemt zij telefonisch contact met de zieke
onze mensen. We stimuleren medewerkers
medewerkers op. Bij langer durend ziektever-
om zich verder te ontwikkelen en jaarlijks
zuim wordt de verantwoordelijkheid bij P&O
wordt een toereikend budget beschikbaar
neergelegd, die samen met de verpleegkun-
gesteld voor trainingen en opleidingen.
dig adviseur een herstelplan opzet. Op afroep
Als iemand even een mindere periode heeft,
wordt de deskundigheid van bijvoorbeeld een
dan proberen we die toch zo lang mogelijk
bedrijfsarts of een arbeidsdeskundige inge-
aan boord te houden en te ondersteunen
schakeld.
waar mogelijk. We zijn ooit als familiebedrijf begonnen en willen het familiegevoel tijdens
Vanaf 2010 ligt de nadruk daarnaast op ver-
de groei behouden.
zuimpreventie. De verpleegkundig adviseur gaat een preventief medisch onderzoek
Belangrijke speerpunten in ons personeelsbe-
(PMO) uitvoeren. Dit onderzoek brengt op
leid zijn het terugdringen van verzuim, oplei-
een gestructureerde manier de gezondheids-
ding en ontwikkeling van onze medewerkers
risico’s van individuele medewerkers in beeld.
en het creëren van een cultuur waarin ieder-
Op basis van de adviezen die voortkomen uit
een zich thuis voelt. Daarnaast richten wij ons
het onderzoek stellen wij een plan van aan-
ook actief op toekomstige medewerkers.
pak op, dat bewaakt zal worden door de verpleegkundig adviseur. Op deze manier hopen
Verzuim
wij de lage verzuimcijfers van 2009 ook in de
De afgelopen jaren zijn we flink bezig ge-
komende jaren te handhaven en mogelijk nog
weest met het terugdringen van de verzuim-
verder te verlagen. In 2009 was ons gemid-
cijfers door het voeren van een actief verzuim-
delde verzuimpercentage 3,5 procent, voor
beleid. Dit doen we onder andere door onze
2010 is een percentage van maximaal 3,3
leidinggevenden meer verantwoordelijkheid
procent als doel gesteld.
te geven in de eerste weken van ziekte. Overzicht ziekteverzuim vanaf 2005 8,0 7,0
Percentage
6,0 5,0 4,0
2009
3,0
2008
2,0
2007
1,0
2006 2005
0 1-4
5-8
9-12
10-16
17-20
21-24
25-28
29-32
Weeknummer
33-36
37-40
41-44
45-48
49-52
In 2008 hebben alle leidinggevende mede-
Nederland ook een eigen opleidingsbudget
werkers een training ‘verzuimbeleid’ gehad.
van 1,5 procent van de loonsom per jaar.
In 2010 wordt iedere leidinggevende de mogelijkheid gegeven een herhalingstraining
Door het in huis halen van las-, straal-, en
te volgen. Nieuwe leidinggevende medewer-
poedercoatactiviteiten is de opleiding en ont-
kers worden verplicht deel te nemen aan de
wikkeling van onze productiemedewerkers
verzuimtraining.
dit jaar ook gericht op taakroulatie. Door het beheersen van meerdere ‘vakken’ en func-
Arbo
ties zijn onze productiemedewerkers breder
Aebi Schmidt Nederland heeft een Arbo- en
inzetbaar. Hierdoor wordt hun baan afwisse-
milieuteam. Het team voert vier keer per jaar
lender, hun kennis en kunde vergroot en kun-
overleg en bestaat uit zeven vertegenwoor-
nen wij onze seizoenspieken en -dalen meer
digers van verschillende afdelingen. De voor-
afvlakken. We breiden in totaal met ongeveer
zitter van het team is onze QESH-manager
twintig arbeidsplaatsen uit. Deels bestaan
(Quality, Environment, Safety and Health).
deze arbeidsplaatsen uit combinatiefuncties
Ons medewerkerhandboek bevat een gede-
van lassers en monteurs en poedercoaters/
tailleerd hoofdstuk van alle relevante veilig-
stralers.
heid- en milieuonderwerpen en is bij al onze medewerkers bekend.
Tot voor kort werd ongeveer 35 procent van onze productiemedewerkers in het laagsei-
Opleiding en ontwikkeling
zoen uitgeleend aan andere organisaties. Door
Tijdens
functioneringsge-
de flexibele inzetbaarheid van onze productie-
sprekken worden voor iedere medewerker
medewerkers is het in de toekomst niet meer
de opleidingswensen en -behoeften in kaart
noodzakelijk om een deel van onze medewer-
gebracht. Het beleid van de onderneming is
kers uit te lenen aan collega-bedrijven.
onze
jaarlijkse
erop gericht zelfstudie van haar medewerkers zoveel mogelijk te stimuleren. Uitgangspunt daarbij is, dat de studie in eerste instantie gericht wordt op het vakgebied dat aansluit bij het werkterrein waarop de medewerker in de onderneming werkzaam is. Dergelijke studies worden vrijwel altijd goedgekeurd.
‘Het is belangrijk de capaciteiten van mensen te benutten, mensen met de juiste capaciteiten moeten in de juiste functies worden ingezet. Het taakroulatiesysteem is hierin een goede stap.’ De heer S. Koenderink - Facilitair Manager Aebi Schmidt Nederland.
Daarnaast vinden wij ook de algemene ontwikkeling van onze medewerkers belangrijk, dus zelfs als de opleiding niet helemaal rele-
Cultuur
vant is maar de medewerker hem toch graag
In 2009 hebben we met het management-
volgt, bieden wij hierbij vaak ondersteuning.
team in een aantal sessies vastgesteld wat
In onze CAO is bepaald dat 0,6 procent van
onze gezamenlijke normen en waarden bin-
de loonsom wordt afgedragen aan het OOM
nen Aebi Schmidt Nederland zijn. We hebben
(Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de
vastgesteld dat we binnen de verschillende
Metaalbewerking). OOM biedt alle financiële
businessunits over een heel verschillende set
regelingen en diensten aan die voor mede-
van competenties dienen te beschikken om
werker en bedrijf noodzakelijk zijn om zich te
ons werk goed te kunnen doen. De doelstel-
ontwikkelen. Daarnaast heeft Aebi Schmidt
ling is om in 2010 deze ervaringen te delen
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
25
26
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
met de afdelingsleiding van Aebi Schmidt
zo te vergroten, dat wij ook in de toekomst
Nederland, zodat duidelijk wordt wat ons ver-
kunnen rekenen op voldoende personeel.
bindt, maar ook waar we verschillend van el-
Hoewel wij tot nog toe geen problemen ken-
kaar dienen te zijn om succesvol te blijven en
nen bij het vervullen van vacatures, is het wel
de medewerker tevredenheid te houden.
een trend dat het aantal mensen dat kiest voor een technische vakopleiding afneemt.
Toekomstige medewerkers
Om jongeren te interesseren in techniek heb-
In 2009 hebben in totaal 21 stagiaires bij ons
ben wij een contract afgesloten met JetNet.
gewerkt op verschillende afdelingen. In het
Hierbij zijn wij een samenwerkingsverband
eerste kwartaal van 2010 zijn er alweer 14 ge-
aangegaan met Scholengemeenschap De
start op de verschillende afdelingen.
Waerdenborch in Holten. Ook zijn wij aandeelhouder van de REMO West Twente en
Het doel van de stages is de jongeren ken-
voorzitter/aandeelhouder van de OBM. Op
nis te laten maken met een toekomstig ar-
deze manier proberen wij eraan bij te dragen
beidsveld. Daarnaast hopen wij natuurlijk ook
dat jongeren in Twente blijven na hun oplei-
de bekendheid van Aebi Schmidt Nederland
ding.
Personeelsbestand Momenteel hebben wij 231 medewerkers in dienst. Vrijwel iedereen valt onder de CAO kleinmetaal, met uitzondering van de directie en MT-leden die onder de holding vallen. Ruim tachtig procent van onze medewerkers heeft een contract voor onbepaalde tijd. Inherent aan onze bedrijfstak is dat er relatief weinig vrouwen werkzaam zijn. De ver-
Personeel in cijfers Leeftijdscategorie
Aantal
%
0-19
1
0,4
20-29
28
12,1
30-39
56
24,2
40-49
81
35,1
50-59
50
22,7
60-64
11
4,8
4
1,7
65+
houding in de bedrijfstak is 87 procent man
Verloop
versus 13 procent vrouw. Bij Aebi Schmidt
Onze organisatie kent een laag verloop en wij
Nederland bestaat ongeveer 10 procent van
hebben veel medewerkers die al jaren bij ons
het personeelsbestand uit vrouwen.
werkzaam zijn. In juli en augustus van 2008 vierden vijf medewerkers hun 35- of 40-jarig jubileum.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
27
28
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
De reactie van de jubilarissen: ‘Nido was vroeger een familiebedrijf en we zijn echt als lid van de familie opgenomen. Iedereen leefde mee met het bedrijf en we bleven bijvoorbeeld allemaal overwerken als een machine afgemaakt moest worden. Dat Nido-gevoel is in al die jaren niet veranderd. ‘Iedereen respecteert elkaar en is bereid een collega te helpen. We kunnen echt op elkaar bouwen. Samen zorgen we ervoor dat Nido meegaat met alle ontwikkelingen. Dat blijft een uitdaging en houdt het werk ook de komende jaren interessant.’ ‘Er zijn bij Nido niet voor niets zoveel mensen met zo’n lang dienstverband!’ Aantal dienstjaren 2009 Dienstjaren
Aantal
%
0-5
84
38,2
6-10
48
21,8
11-15
28
12,7
16-20
21
9,6
21-25
20
9,1
26-30
4
1,8
31-35
4
1,8
36-40
7
3,2
41 en hoger
4
1,8
Uit dienst
In dienst
6
7
20-29
8
13
30-39
4
9
Verloopcijfers 2009 Leeftijdscategorie 0-19
40-49
8
4
50-59
6
4
60-64
5
0
65+
2
0
39
37
Totaal
Een groot deel van het verloop, dat te zien is in de cijfers over 2009, betreft vakantiekrachten of medewerkers met een oproepcontract, in totaal 21.
3.4 Goede en langdurige relaties met onze klanten
Algemeen beeld klanttevredenheid Nido
Vroeger werden verkopen vooral gerealiseerd door persoonlijke contacten. Tegenwoordig worden aanbestedingen steeds belangrijker. Dit betekent dat er minder betrokkenheid is
Goed 90%
vanuit de uiteindelijke opdrachtgever en dat
Neutraal 9%
degene die over de inkoop beslist vaak min-
Slecht 1%
der kennis van zaken heeft. Ook in deze situatie blijven wij streven naar goede en langdurige relaties met onze klanten. Dat doen wij door goede producten en diensten te leveren en te zorgen voor een goede service. Iedere klant heeft te maken met maar twee vaste contactpersonen in onze organisatie: de servicemanager en de rayonmanager. Bij hen kan de klant voor alle vragen terecht. Wij zijn marktleider in gladheidbestrijding, maar dat neemt niet weg dat er geen concurrentie is. Het is dan ook belangrijk dat wij ons blijven onderscheiden en de klanten blijven binden. We zijn dan ook zeer benieuwd naar de mening van onze klanten. Tweejaarlijks laten wij een onderzoek uitvoeren naar ons imago, de klanttevredenheid en de loyaliteit van onze klanten. Het laatste onderzoek is uitgevoerd in 2008, in 2010 staat een volgende gepland.
Samenvatting klantenonderzoek: Nido (de oude naam van Aebi Schmidt Nederland) is een organisatie die staat voor een hoge kwaliteit en een goede service. Daarnaast is het een innovatief bedrijf, zowel op het gebied van productontwikkeling als procesontwikkeling. Nido is een betrouwbare organisatie omdat klanten op Nido kunnen bouwen. Nido komt haar afspraken na en schept reële verwachtingen. Klanten zijn het meest tevreden over de hoge kwaliteit en de goede service. Een aandachtspunt is de levertijd van strooiapparatuur, die niet altijd overeenkomt met de verwachtingen. De hoge kwaliteit van de producten wordt gecreëerd doordat Nido innovatief is en continu nieuwe ontwikkelingen toepast. De goede service is gebaseerd op de betrouwbaarheid van Nido als het bijvoorbeeld gaat om het nakomen van afspraken en het bieden van training en een onderhoudscontract. Klanten zijn zeer tevreden over Nido en zouden Nido dan ook aanbevelen bij anderen. Dit is een sterk signaal dat de klanten van Nido loyaal zijn naar Nido toe. Dit blijkt dan ook uit het klantenonderzoek.
Resultaten klantenonderzoek 2008 Het onderzoek in 2008 laat positieve resulta-
Wij zijn erg trots op dit resultaat en willen dit
ten zien: ‘De uiteindelijke conclusies van het
graag zo houden. Het aandachtspunt van de
klantenonderzoek zijn eenduidig en bieden
levertijden is opgepakt en we werken er hard
weinig perspectief voor verbeterpunten,’ al-
aan om ons sterker te profileren op de veeg-
dus het rapport. Een aandachtspunt dat naar
markt. Ook zijn we natuurlijk van naam veran-
voren kwam is dat wij voornamelijk worden
derd, we zijn daarom erg benieuwd naar hoe
geassocieerd met gladheidsbestrijding. Onze
dit alles tot uiting zal komen in de resultaten
‘veegtak’ blijkt een stuk minder bekend.
van het onderzoek in 2010.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
29
30
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
DUURZAAM ONDERNEMEN IN DE PRAKTIJK
Klantendagen Om goed in te kunnen spelen op de (verande-
3.5 Maatschappelijk betrokken ondernemen
rende) behoeften van onze klanten, leveren
Van oudsher gaat Aebi Schmidt Nederland
onze tweejaarlijkse klantendagen ons altijd
zorgvuldig met de omgeving om vanuit de
waardevolle input. Momenteel bestuderen
overtuiging dat je als onderneming hoort bij
wij de resultaten van onze klantendagen in
de plek waar je werkt. Dit betekent dat wij
2010. In een volgend verslag laten wij zien
open over onze onderneming communice-
wat we met de uitkomsten daarvan hebben
ren, goede relaties onderhouden met lokale
gedaan.
leveranciers en onze maatschappelijke betrokkenheid tonen. We hebben voor maatschappelijk betrokken ondernemen (nog) geen vastgesteld beleid. Aanvragen voor sponsoring of ondersteuning worden per geval bekeken. Onze financiële ondersteuning is echter vaak regionaal gebonden. De aanvragen die we krijgen zijn vaak op een of andere manier gelinkt aan onze medewerkers. Doordat veel van onze medewerkers in hun vrije tijd sportief bezig zijn, hebben de projecten die wij ondersteunen vaak een sportief karakter. Vanuit zakelijk oogpunt is de regionale insteek goed voor onze naamsbekendheid, vooral op de arbeidsmarkt. Ook projecten gericht op innovativiteit spreken ons aan.
Klantendagen april 2010 De afgelopen winter hebben we in Nederland te maken gehad
Daarnaast ondersteunen wij verschillende
met een langdurige periode met lage temperaturen en win-
goede doelen, bijvoorbeeld door het kos-
terse neerslag. Gladheidbestrijding was het gesprek van de
teloos beschikbaar stellen van advertentie-
dag. Ondanks het zouttekort en beperkte ervaring met deze
ruimte in ons ASH magazine dat vier keer per
sneeuwomstandigheden werden er toch steeds weer oplossin-
jaar verschijnt. Ook sponsoren onze mede-
gen gevonden. Maar: kan het beter? Velen denken van wel.
werkers vier kinderen via Plan Nederland en medewerkers die afzien van een kerstpakket
In april 2010 hebben wij daarom 11 klantendagen georganiseerd, met gemiddeld zo’n 30 klanten per dag. Het doel van deze dagen was om gezamenlijk te leren van de opgedane ervaringen en om oplossingsrichtingen en ideeën bij elkaar te brengen. De volgende onderwerpen stonden op de agenda: - Hoe voorkomen we zouttekort. - De zin en onzin van sproeien. - Gladheidbestrijding bij sneeuwval. - De impact van winterse weersomstandigheden. - Consequenties duurzame inkoop.
doneren hun bedrag aan KWF.
Enkele voorbeelden maatschappelijk betrokken ondernemen • Sponsoring Solar Team Twente 2009: Dit is de meest prestigieuze challenge op het gebied van duurzame energie. Het team van 18 studenten van Saxion en Universiteit Twente heeft anderhalf jaar gewerkt om een zonneauto te ontwerpen, bouwen en testen. Met deze zonneauto heeft het team de 3010 km afgelegd, dwars door de outback van Australië. • Sponsoring Triathlon Holten: Aebi Schmidt sponsort al jaren, in geld en in fysieke ondersteuning de triathlon in Holten. Deze wordt ieder jaar groter en professioneler. De Holtense Triathlon organisatie was zelfs gastheer voor de ETU Europese Kampioenschappen Triathlon 2009. • Sponsoring Diepe Hel Holterberg: Een jaarlijks hardloopevenement waaraan een (wisselend) team van medewerkers deelneemt. Wij sponsoren dit evenement sinds 2007 • KNSB: Sinds april 2010 sponsoren we de KNSB, afdeling Oost. • Sponsoring Stichting D.P.J. (Drugsinformatie & Preventie voor Jongeren): Deze stichting maakt en verspreidt films op het gebied van drugspreventie onder alle scholen in Nederland, waar het als onderdeel in het lespakket wordt opgenomen. • Sponsoring Musea: Twents Techniek Museum Heim in Hengelo en het Zoutmuseum in Delden • Sponsoring Stichting Doe een wens
3.6 Een gezonde financiële basis Op dit moment zijn wij marktleider op het
Financiële cijfers
gebied van gladheidbestrijding en kleinere
Aebi Schmidt Nederland heeft een omzetgroei laten zien van
(2 kubieke meter) veegmachines. Onze in-
50 miljoen euro in 2008 naar ruim 52 miljoen euro in 2009.
spanningen zijn er op gericht om deze positie
Het balanstotaal groeide licht, van 33 miljoen euro in 2008 naar
zo te houden. Dit betekent dat wij altijd een
34 miljoen euro in 2009. De Aebi Schmidt Groep in totaliteit
stap voor willen lopen in de markt.
liet een groei in winst voor belastingen en interest zien van 6 miljoen euro in 2008 naar 10 miljoen euro in 2009.
Qua groei richten wij ons vooral op de markten van de grotere veegmachines en de
Investering in opleiding en innovatie
markten van multifunctionele voertuigen.
Uitgaven voor opleidings- en studiekosten bedroegen zowel
Ons beleid is hierop afgestemd. Onze huidige
in 2008 als 2009 ruim anderhalve ton. De investeringen in
goede winstpositie wenden we aan om te blij-
research & development bedroegen in beide jaren ongeveer
ven innoveren en investeren in de toekomst.
een miljoen euro.
Bijvoorbeeld in nieuwe, milieuvriendelijke technologieën en uiteraard in onze mensen. ingehouden kan worden om te blijven invesOns economisch beleid is erop gericht om
teren in innovatie en opleiding. Variabelen
zodanig winstgevend te zijn dat enerzijds
waar wij op sturen zijn omzet en de winst voor
voldoende rendement kan worden geboden
belasting en interest. Daarnaast wordt ge-
op het door de aandeelhouder geïnvesteerde
streefd naar een minimaal gebruik van netto
vermogen en anderzijds voldoende winst
werkkapitaal en een gezonde solvabiliteit.
<<
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
31
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
32
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
33
34
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
4
KENNIS MAKEN MET AEBI SCHMIDT NEDERLAND >>
4.1 Een korte geschiedenis
4.2 Onze dienstverlening en producten
De dorpssmid Herman Klein Velderman bouw-
Klanten kennen ons vooral van de merknamen
de in 1949 de eerste sneeuwploeg voor de
Nido en Schmidt. Nido is ons merk voor strooi-
Gemeente Holten. De resultaten met die eer-
machines (gladheidbestrijding) en gebruiken
ste sneeuwploeg waren zo positief, dat Klein
we alleen op de Nederlandse markt. Schmidt
Velderman besloot zich meer op dit vakgebied
is de merknaam van onze veegmachines
toe te leggen. In de periode 1950 - 1960 wer-
(veegtechniek). Naast deze twee merken voe-
den van deze zogenaamde voorspansneeuw-
ren wij Aebi in Nederland als derde merk. Aebi
ploeg honderden stuks vervaardigd, die hun
levert cultuurtechniek machines die worden
weg vonden naar Rijkswaterstaat, Provinciale
ingezet voor het onderhoud van bermen en ta-
Waterstaat en gemeenten. Dit resulteerde
luds. De distributie van deze machines en de
in 1956 in de bouw van een fabriekshal, met
reserveonderdelen verloopt via onze vestiging
daarop de firmanaam Universal. In dit nieuwe
in Holten, de verkoop en het onderhoud is in
bedrijf werden naast sneeuwploegen ook al
handen van Mars Machines in Gieten.
spoedig zand-/zoutstrooiers gebouwd, waarbij in 1961 de eerste automatische strooier
Aebi Schmidt Nederland bestaat uit een or-
van het type Mammouth op de markt werd
ganisatie Productie & Ontwikkeling en een
gebracht. De smid bleef zijn producten verbe-
organisatie Verkoop & Service. De organisatie
teren en zo groeide Universal uit tot de groot-
Productie & Ontwikkeling ontwerpt en produ-
ste machinefabriek in Nederland voor deze
ceert onze apparatuur. De organisatie Verkoop
gespecialiseerde machines.
& Service zorgt voor de verkoopactiviteiten en de service c.q. after sales.
In Rhenen had de fabrikant Drost zich ook in de bouw van soortgelijk materieel gespe-
4.3 Onze markt
cialiseerd. Het werd onder de naam Nido
Wij opereren op de Nederlandse markt en
in de handel gebracht. In 1973 werd Nido
zijn marktleider op het gebied van gladheid-
overgenomen door Universal Machines B.V.
bestrijding. Onze belangrijkste klanten voor
Na deze samensmelting werd de fabriek
gladheidbestrijding zijn gemeenten, provin-
onder de naam Nido-Universal Machines B.V.
cies en het Rijk. De markt voor vegen bestaat
gevestigd in Holten. Na in 1980 te zijn overge-
hoofdzakelijk uit gemeentelijke afnemers.
nomen door Thyssen-Bornemisza, werd het
Wel zien we een verschuiving in deze markt
bedrijf in 1983 verkocht aan Schmidt Holding
naar particuliere afnemers.
Europe GmbH te St. Blasien, Zuid-Duitsland. 4.4 Onze organisatiestructuur en bestuur Op 24 april 2007 zijn de Schmidt Holding
Wij zijn onderdeel van de Aebi Schmidt Groep
Europe GmbH en de Aebi Holding gefuseerd
die geleid wordt door de Aebi Schmidt Holding
tot de Aebi-Schmidt Holding.
gevestigd in Zürich, Zwitserland. We opereren als een zelfstandige werkmaatschappij. Aebi
Tot voor kort waren we in Nederland nog
Schmidt Nederland BV legt verantwoording af
bekend als Nido Universal Machines B.V. Sinds
aan twee divisiebestuurders in de holding: het
6 juli 2009 is de officiële naam Aebi Schmidt
hoofd van de divisie Productie & Ontwikkeling
Nederland BV, nog steeds gevestigd in Holten.
en het hoofd van de divisie Verkoop & Service.
De Aebi Schmidt Holding wordt geleid door
en Technisch directeur Fred Harbers geeft
een niet-aandeelhouder in de vorm van een
leiding aan Productie & Ontwikkeling.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
35
CEO. De ondernemingsraad heeft een medeBeloning
dingingsrol in de organisatiestructuur.
De beloning van de directie wordt niet alleen Binnen Aebi Schmidt Nederland kennen we
bepaald op basis van financiële doelstellin-
verschillende afdelings-, staf-, en MT-overleg-
gen, maar ook op kwalitatieve doelen die jaar-
gen en een een directieoverleg.
lijks worden bepaald. Dit wordt vastgelegd in een jaarbudget dat gekoppeld is aan het
Algemeen directeur van Aebi Schmidt Neder-
jaarplan, waarin alle afspraken en doelstel-
land, Han Leemhuis, is voorzitter van het direc-
lingen worden beschreven. Voorbeelden van
tieteam van de BV Nederland en geeft leiding
kwalitatieve doelen zijn het behalen van de
aan de financiële afdeling, de afdeling algeme-
ISO14001-certificering, het uitbrengen van
ne zaken en aan de afdeling personeelszaken.
een duurzaamheidsverslag en het voeren van
Arjan Ester is Commercieel directeur en geeft
de benodigde functionerings- en beoorde-
leiding aan de afdelingen verkoop en service
lingsgesprekken met medewerkers.
Organigram Centraal en ondersteunende organisatie
CFO AEBI-SCHMIDT
Financieel Statutair Directeur
Controller
Automatisering
Personeel Organisatie
Facility Manager
Salaris administratie
Telefoon Receptie
Totaal 27 FTE
<<
36
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
KENNIS MAKEN MET AEBI SCHMIDT NEDERLAND
Organigram Productie & Ontwikkeling
COO AEBI-SCHMIDT
Technisch Directeur
Manager Service Export
QESH Manager
Assemblageleider
Productieleider Lassen/ spuiten
Chef magazijn
Groepsleiders productie
Groepsleiders productie
Groepsleiders magazijn
Product Management
Manager Development
Bedrijfsbureau TO
Manager inkoop
Order begeleiding
Konstruktie
Development Electronics
Leveranciers Manager
handboeken
Werkplaats ontwikkeling
Materiaal verwerving
tekenkamer
Airport projecten
Inkoper
Development de-icing
Totaal 104 FTE
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
37
Organigram Verkoop & Service
CCO AEBI-SCHMIDT
Commercieel Directeur
Secretariaat PR communicatie
Manager Service Nederland
Werkplaats Holten
Onderdelen verkoop
Werkplaats Leimuiden
Service Managers
Projecten Nederland
Bedrijfsbureau Service Projecten
Verkoop Buitendienst
Verkoop Binnendienst
Service monteurs
Totaal 100 FTE
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
38
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
39
40
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
5
OVER DIT VERSLAG >>
Dit duurzaamheidsverslag gaat over Aebi
ling heeft voor onze organisatie, activiteiten en
Schmidt Nederland. Het is ons eerste duur-
de impact hiervan op duurzaamheid.
zaamheidsverslag en heeft daarom het karakter van een nulmeting. Met dit verslag geven
Wij willen graag die onderwerpen aan bod
wij inzicht in waar wij nu staan op het gebied
laten komen die u relevant vindt voor onze or-
van duurzaam ondernemen en waar onze toe-
ganisatie en waarover u informatie verwacht.
komstige uitdagingen liggen. Omdat dit het
We denken met dit verslag goed op weg te
eerste verslag is, wordt er niet gerapporteerd
zijn, maar kunnen ons voorstellen dat u nog
over een bepaald jaar. We beschrijven de hui-
goede ideeën of suggesties heeft voor onze
dige stand van zaken en grijpen daarbij terug
toekomstige verslaglegging. We nodigen u
naar ontwikkelingen in het recente verleden.
dan ook van harte uit om te reageren. U vindt onze contactgegevens in het colofon.
De organisatie Verkoop & Service in België is sinds april 2010 juridisch onderdeel van Aebi Schmidt Nederland, maar is nog geen onderdeel van dit verslag.
5.1 De onderwerpen in dit verslag (materialiteit) Dit verslag behandelt de duurzaamheidsthema’s die voor onze organisatie het meest van
Dit verslag vormt de basis voor een tweejaar-
belang zijn. Deze thema’s zijn tot stand geko-
lijkse verslaglegging, zodat onze stakeholders
men door interne bijeenkomsten en de dia-
onze voortgang kunnen volgen, want wij zijn
loog met onze stakeholders. Wij volgen daar-
van mening dat wij open over onze onderne-
naast de ontwikkelingen in de markt op de
ming horen te communiceren. Dit verslag is
voet, bijvoorbeeld de toegenomen aandacht
dan ook bedoeld voor iedereen die belangstel-
voor duurzaam inkopen van de overheid.
<<
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
41
42
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
6
GRI - TABEL >>
Alleen zeggen dat je duurzaam onderneemt
door ons verslag te schrijven op basis van de
is niet voldoende. Duurzaam ondernemen
internationale G3-richtlijnen van het Global
moet ook objectief kunnen worden aange-
Reporting Initiative is voor ons dan ook een
toond en meetbaar worden gemaakt. Het vol-
logisch vervolg.
doen aan de overheidseisen voor duurzame gladheidbestrijding is hiervan een voorbeeld.
Wij zijn van mening dat op dit verslag het B-
Het extern laten auditeren van ons milieube-
niveau van de G3-richtlijnen van toepassing
leid conform ISO14001 was wederom een
is. Wij streven ernaar het rapporteringsniveau
manier om objectiviteit en meetbaarheid te
in komende verslagen te verhogen.
waarborgen. Het voortzetten van deze lijn
Indicator 1.
Strategie en analyse
1.1
Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de
1.2
Paragraaf
organisatie.
voorwoord
Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico’s en
voorwoord, 2.2
mogelijkheden.
3.2, 3.3, 3.4
2.
Organisatieprofiel
2.1
Naam van de organisatie.
4.1
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten.
4.2
2.3
Operationele structuur van de organisatie.
4.4
2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie
4.1
2.5
Het aantal landen waar de organisatie actief
4.2
2.6
Eigendomsstructuur en de rechtsvorm.
4.2, 4.4
2.7
Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren die worden
2.8
bediend en soorten klanten/begunstigden).
4.2, 4.3
Omvang van de verslaggevende organisatie.
3.3 personeel in cijfers 3.6 financiële cijfers
2.9
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom.
2.10 Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend. 3.
n.v.t. 3.1 technologische hoogstandjes
Verslagparameters Verslagprofiel
3.1
Verslagperiode (bijvoorbeeld fiscaal jaar of kalenderjaar) waarop de verstrekte informatie betrekking heeft.
voorwoord
3.2
Datum van het meest recente verslag (indien van toepassing).
n.v.t.
3.3
Verslaggevingscyclus (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.)
5
Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan.
colofon
3.4
Reikwijdte en afbakening van het verslag 3.5
Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag
5.1
3.6
Afbakening van het verslag.
5
3.7
Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte of afbakening van het verslag.
5
Indicator 3.
Verslagparameters
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden,
Paragraaf
dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten die de vergelijkbaarheid tussen verschillende verslagperioden of verslaggevende organisaties aanzienlijk beïnvloeden. 3.9
n.v.t.
De technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen, waaronder de voor schattingen gebruikte aannames en de technieken die zijn toegepast op de samenstelling van
aangegeven
de indicatoren en overige informatie in het verslag.
waar nodig
3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen van eerder verstrekte informatie.
n.v.t.
3.11 Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes.
n.v.t.
GRI-inhoudsopgave 3.12 GRI Tabel
6
Assurance 3.13 Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het betrekken van externe assurance van het verslag. 4.
n.v.t.
Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid Bestuursstructuur
4.1
De bestuursstructuur van de organisatie.
4.2
Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam
4.3
Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur:
eveneens een leidinggevende functie heeft.
4.4 4.4
vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam. 4.4
n.v.t.
Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan of medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuurslichaam.
4.5
4.4
Een koppeling tussen vergoedingen voor leden van het hoogste bestuurslichaam, topmanagers en leidinggevenden. (met inbegrip van vertrekregelingen) en de prestaties van de organisatie (met inbegrip van sociale en milieugerelateerde prestaties).
4.6
Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden.
4.7
4.4 beloning 2.3 gedragscodes
Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam voor het sturen van de strategie van de organisatie aangaande economische, milieugerelateerde en sociale onderwerpen.
n.v.t.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
43
44
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
GRI – TABEL
Indicator 4.
Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid
4.8
Intern ontwikkelde missie- of beginselverklaringen, gedrags-
Paragraaf
codes en uitgangspunten die van belang zijn voor de economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met vermelding van de mate van invoering ervan. 4.9
2.3 gedragscodes
Procedures van het hoogste bestuurslichaam voor het overzien van de inventarisatie en het beheer door de organisatie van economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met inbegrip van relevante risico’s en mogelijkheden en naleving van of conformiteit met internationaal overeengekomen
2.3 gedragscodes
standaarden, gedragscodes en principes.
4.4 beloning
4.10 Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam, in het bijzonder betreffende economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
4.4
Verplichtingen i.v.m. externe initiatieven 4.11 Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe door de verslaggevende organisatie.
3.1
4.12 Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of andere initiatieven die de organisatie onderschrijft.
2.2
4.13 Lidmaatschap van verenigingen (zoals brancheverenigingen) en/of nationale/internationale belangenorganisaties.
2.2 lidmaatschappen
Overleg met belanghebbenden 4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken.
2.2
4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden die moeten worden betrokken.
2.2
4.16 Benadering van het betrekken van belanghebbenden, waaronder de frequentie ervan. 4.17 De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren
2.2 Alle quotes,
zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en
3.4 goede en
hoe de organisatie hierop heeft gereageerd, onder meer via
langdurige relaties
haar verslaggeving.
met onze klanten
Indicator
Paragraaf
Prestatie-indicatoren Economische prestatie-indicatoren DMA Economische aspecten (managementbenadering).
3.6
EC1 Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten, personeelsvergoedingen, donaties en overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden.
3.6 financiële cijfers
EC6 Beleid, methoden en deel van uitgaven betreffende lokaal gevestigde leveranciers op belangrijke bedrijfslocaties.
3.2 leveranciers nabij
EC7 Procedures voor lokale personeelswerving en aandeel van het topkader dat afkomstig is uit de lokale gemeenschap op
3.3 toekomstige
belangrijke bedrijfslocaties.
medewerkers
Milieu prestatie-indicatoren DMA Milieuaspecten (managementbenadering).
3.2
EN1 Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume.
3.2 taartdiagram
EN3 Direct energieverbruik door primaire energiebron.
3.2 gasverbruik
EN4 Indirect energieverbruik door primaire bron.
3.2 electr. verbruik
EN5 Energie die bespaard is door besparingen en efficiëntie-
3.2 energieverbruik
verbeteringen.
resultaten en doelen
EN6 Initiatieven ten behoeve van energie-efficiëntie of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energie-eisen als resultaat van deze initiatieven. EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode.
3.2 energie 3.2 afvalstromen
EN28 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuweten regelgeving.
n.v.t.
Sociale prestatie-indicatoren: Arbeidsomstandigheden DMA Arbeidsomstandigheden (managementbenadering).
3.3
LA1 Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio.
3.3 personeelsbestand
LA2 Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep, geslacht en regio
3.3 verloop
LA4 Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt.
3.3 personeelsbestand
LA6 Percentage van het totale personeelsbestand dat is vertegenwoordigd in formele gezamenlijke arbo-commissies van werkgevers en werknemers die bijdragen aan de controle op en advies over arbo-programma’s. LA7 Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio.
3.3 arbo 3.1 veiligheid 3.3 verzuim
LA9 Afspraken over arbo-onderwerpen vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden.
3.3 arbo
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
45
46
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2010
GRI – TABEL
Indicator
Paragraaf
Prestatie-indicatoren Sociale prestatie-indicatoren: Arbeidsomstandigheden LA10 Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie. LA12 Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling .
3.3 opleiding en ontwikkeling 3.3 opleiding en ontwikkeling
LA14 Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkerscategorie.
n.v.t.
Sociale prestatie-indicatoren: Mensenrechten DMA Mensenrechten (managementbenadering)
3.2 duurzaam inkopen
HR4 Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen maatregelen.
n.v.t.
Sociale prestatie-indicatoren: Maatschappij DMA Maatschappij (managementbenadering)
3.5
SO8 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en regelgeving.
n.v.t.
Sociale prestatie-indicatoren: Productverantwoordelijkheid DMA Productverantwoordelijkheid.
3.1
PR1 Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke product- en dienstencategorieën die aan dergelijke procedures onderhevig zijn.
3.1
PR3 Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures en het percentage van belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan dergelijke
3.1 keurmerken
informatie-eisen.
en handleidingen
PR5 Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van resultaten van onderzoeken naar de klanttevredenheid.
3.4 goede en langdurige relaties
PR9 Monetaire waarde van significante boetes wegens het niet-naleven van wet- en regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten.
n.v.t.
<<
COLOFON Redactie Aebi Schmidt Nederland BV Advies en tekst Martine Willems en Kirsten Kossen, BECO groep Vormgeving HMR reclamebureau Contact Wij ontvangen graag uw reactie op het duurzaamheidsverslag. Voor inhoudelijke vragen kunt u terecht bij Bertus Wessels (QESH Manager), voor algemene vragen en opmerkingen kunt u zich wenden tot Arjan Ester (Commercieel Directeur). Aebi Schmidt Nederland Handelsweg 8, 7451 PJ Holten Postbus 30, 7450 AA Holten Tel. +31 (0) 548 370000 Fax +31 (0) 548 370233 E-mail
[email protected] www.aebi-schmidt.nl