Orde van de eredienst op zondag 1 februari 2015 in de Oude Kerk te Veenendaal. Aanvang 09.30 uur.
Thema: ‘Wat we onze kinderen mogen meegeven……’
In deze dienst mag
Jesse van de Werken het teken van Gods genadeverbond ontvangen
Voorganger Ouderling van dienst Koster Organist
: ds C.B Stam, wijkpredikant : br. Looij Looijen : br. Cor Maertzdorf : br. Bastiaan Stolk
1
*Orgelspel
*Afkondigingen door de ouderling van dienst *Persoonlijk gebed
*We zingen de schoolpsalmen: 105: 24 en 108: 1 (staande) 24.Die gunst heeft God Zijn volk bewezen, opdat het altoos Hem zou vrezen, Zijn wet betrachten en voortaan volstandig op Zijn wegen gaan. Men roem' dan d' Oppermajesteit om zoveel gunst in eeuwigheid.
1.Mijn hart, o Hemelmajesteit, is tot Uw dienst en lof bereid; ‘k zal zingen voor de Opperheer, ‘k zal psalmen zingen tot Zijn eer. Gij zachte harp, gij schelle luit, waakt op, dat niets uw klanken stuit’. ‘k Zal in de dageraad ontwaken en met gezang mijn God genaken. *Votum en groet
*Zingen Psalm 65: 1 en 3 1.De lofzang klimt uit Sions zalen tot U met stil ontzag. Daar zal men U, o God, betalen geloften, dag bij dag. Gij hoort hen, die Uw heil verwachten, o, Hoorder der gebeên, dies zullen allerlei geslachten, ootmoedig tot U treên.
2
3.Daar zal ons ’t goede van Uw woning. verzaden reis op reis en ’t heilig deel, o grote Koning van Uw geducht paleis! Gij, Gij zult vreselijke dingen ons in gerechtigheid doen horen en ons blij doen zingen van ’t heil voor ons bereid.
*Geloofsbelijdenis (Apostolicum)
*Zingen Psalm 103: 7 7.Geen vader sloeg met groter mededogen op teder kroost ooit zijn ontfermend’ ogen, dan Isrels HEER’ op ieder, die Hem vreest. Hij weet wat van Zijn maaksel zij te wachten, hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten, en dat wij stof van jongs af zijn geweest. *Onderwijzing aangaande de Heilige Doop De hoofdsom van de leer van de heilige Doop omvat de volgende drie delen: In de eerste plaats zijn wij met onze kinderen in zonde ontvangen en geboren. Daarom zijn wij mensen op wie de toorn van God rust, zodat wij in Zijn rijk niet kunnen komen, tenzij wij opnieuw geboren worden.(Ef. 2:3 en Joh. 3:3) Dat leert ons de ondergang in en de besprenkeling met het water. (Rom. 6:4) Daardoor wordt ons de onreinheid van ons hart aangewezen. Zo worden wij opgeroepen om een afkeer van onze zonde te hebben, ons voor God te verootmoedigen, en onze reiniging en zaligheid buiten onszelf te zoeken. In de tweede plaats betuigt en verzegelt de Heilige Doop ons de afwassing van de zonde door Jezus Christus. (Hand. 22:16) Daarom worden wij gedoopt in de naam van de Vader, en van de Zoon en van de Heilige Geest. (Matth. 28:19) -Als wij gedoopt worden in de naam van de Vader, betuigt en verzegelt ons God de Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade sluit en ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt. (Rom. 8:17) Daarom wil Hij ons met al het goede verzorgen, al het kwade van ons weren of dat kwade voor ons doen meewerken ten goede. (Rom. 8:28)
3
-Als wij gedoopt worden in de naam van de Zoon, verzegelt ons de Zoon dat Hij ons wast in Zijn bloed van al onze zonden en ons in de gemeenschap van Zijn dood en opstanding in lijft. (1Joh. 1:7) Zo worden wij van al onze zonden bevrijd en rechtvaardig gerekend voor God. -Als wij gedoopt worden in de naam van de Heilige Geest, verzekert ons de Heilige Geest door dit heilig sacrament, dat Hij in ons wil wonen en ons tot leden van Christus wil heiligen. Zo wil Hij ons schenken wat wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zonden en de dagelijkse vernieuwing van ons leven, totdat wij uiteindelijk in de gemeente van de uitverkorenen in het eeuwige leven geheel rein een plaats zullen ontvangen. (Ef. 5:27)In de derde plaats, omdat elk verbond twee kanten in zich heeft, worden wij door God door middel van de doop opgeroepen en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. Dit betekent dat wij innig verbonden zijn met deze enige God -Vader, Zoon en Heilige Geest -, Hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, in heel ons denken en met al onze krachten. (Matt. 22:37) Verder, dat wij ons van de wereld afkeren, onze oude natuur doden en in een nieuw godvrezend leven wandelen. (Tit. 2:12) En wanneer wij soms uit zwakheid in zonde vallen, moeten wij aan Gods genade niet twijfelen en ook niet in de zonde blijven liggen. De doop is immers een zegel en volkomen betrouwbaar getuigenis dat wij een eeuwig verbond der genade met God hebben. Hoewel onze kinderen dit alles niet begrijpen, mogen we hen toch niet van de doop uitsluiten. Want zonder dat zij het weten, hebben ze ook deel aan de verdoemenis in Adam, en zo worden zij ook zonder het te weten in Christus tot genade aangenomen. Immers, wat God zegt tot Abraham, de vader van alle gelovigen, geldt ook voor ons en onze kinderen: ’Ik zal mijn verbond maken tussen Mij en tussen u, en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn en voor uw nageslacht na u’. (Gen.17:7) Hetzelfde verklaart Petrus met deze woorden: ‘Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere onze God er toe roepen zal’. (Hand. 2:29) Daarom heeft God vroeger bevolen de kinderen te besnijden. Deze besnijdenis was een zegel van het verbond en van de gerechtigheid van het geloof. (Rom. 4:11) Zo heeft ook Christus de kinderen omhelsd, de handen opgelegd en gezegend. (Mark.10:16) Omdat (onder het nieuwe verbond) de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is, behoort men de kleine kinderen als erfgenamen van het rijk van God en Zijn verbond te dopen. De ouders hebben de plicht hun kinderen bij het opgroeien hierin uitvoeriger te onderwijzen.
4
*Gebed met het oog op de bediening van de Heilige Doop
*Zingen Op Toonhoogte lied 299: 1 en 4 (Jesse wordt binnengedragen) 1.Here Jezus, wij zijn nu in het heiligdom verschenen, met ons kind gaan wij tot U, wil Uw zegen ons verlenen, waar de roepstem wordt vernomen: laat de kind’ren tot Mij komen. 4.Herder, neem Uw schaapje aan. Hoofd, maak het één van Uw leden. Wees zijn weg, wijs het zijn baan. Vredevorst, wees Gij zijn vrede. Wijnstok, laat dit rankje bloeien, dat er eens veel vruchten groeien. *Stellen van de vragen en beantwoording door doopouders Geliefden in de Heere Christus, u hebt gehoord dat de doop een instelling van God is, om aan ons en onze kinderen Zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de doop met dat doel, en niet uit gewoonte of uit bijgeloof gebruiken. Opdat het dan openlijk bekend wordt dat u zo gezind bent, zult u op de volgende vragen oprecht antwoorden: -Ten eerste: Belijdt u dat onze kinderen, hoewel ze in zonde ontvangen en geboren zijn en daarom aan allerlei ellende, zelfs aan de verdoemenis onderworpen zijn, toch in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van de gemeente van Christus behoren gedoopt te zijn? -Ten tweede: Belijdt u dat de leer die in het Oude en Nieuwe Testament en in de 12 artikelen van het christelijk geloof samengevat en in de christelijke kerk hier geleerd wordt, de ware en volkomen leer van de zaligheid is? -Ten derde: Belooft u en neemt u voor uw rekening dit kind, van wie u de vader en de moeder bent, bij het opgroeien in deze leer naar uw vermogen te onderwijzen of te laten onderwijzen? Wat is hierop voor God en Zijn gemeente uw antwoord?
5
*Kindermoment, korte uitleg rond het doopvont *Zingen Op Toonhoogte lied 431 : 1 Jezus is de goede Herder, Jezus, Hij is overal. Jezus is de goede Herder, brengt mij veilig naar de stal. Als je 's avonds niet kunt slapen en je bang in 't donker bent, denk dan eens aan al die schaapjes, die de Heer bij name kent.
Jezus is… Iesoes, On Pastir’ nasj dòbryj, Iesoes, On oe nas fsjoedóe. Iesoes awèts sàchranjájet, wwódiet nas w-awtsja-arnjoe. Jeslie fsjò nje zasipájesj, nòts-joe tjibjá t’má strasjíet: to padóemaj o Pastírje, On-smótriet za-awèts Swajiech.
Iesoes, On Pastir … *Bediening heilige Doop Psalm 134 : 3 3.Dat ’s HEEREN zegen op u daal’, Zijn gunst uit Sion u bestraal’. Hij schiep ’t heelal, Zijn naam ter eer; looft, looft, dan aller heren HEER’! Bòzje, Twaríetel’ fsje zemljíe, Svajíech s-Siejóna blaag’slowie. Gaspòd’ swjitoj f-zjit’jé wétsjnom,
Fsjèch saberíe f-Njebèsniej dom! *Dankgebed na het dopen en gebed om de opening van de Schrift
6
*Orgelspel: Dooplied van ‘Sela’ (Jesse wordt weggebracht)
In het water van de doop, zien wij hoe God zelf belooft, dat zijn Naam voorgoed aan ons verbonden is. Water dat getuigt en spreekt, van de hoop die in ons leeft, dat Gods liefde voor ons niet veranderd is. Eén met Christus in Zijn dood, gaan wij onder in de doop, overtuigd dat er bij Hem vergeving is. Eén met Christus, ingelijfd, staan wij op van schuld bevrijd, in een leven dat voorgoed veranderd is. Met de Heer begraven en weer opgestaan, om voor Hem te leven, Jezus’ weg te gaan. Uit het water van de doop, putten wij geloof en hoop, dat Gods trouw en liefde blijvend is. Dat Gods trouw en liefde blijvend is. In Zijn lichaam ingelijfd: Christus’ kerk die wereldwijd, is geroepen om een beeld van Hem te zijn. Mensen overal vandaan, die de weg van Christus gaan, om vernieuwd voor Hem te leven, vrij te zijn. Reinig ons, vernieuw ons leven Heer. Heilig ons, en vernieuw ons leven Heer. Prijs de Vader, prijs de Zoon en heil’ge Geest! Prijs de Heer met al wat leeft en adem heeft! Wat een liefde, wat een hoop! U verzegelt door de doop dat ons leven bij U veilig is. Dat ons leven bij U veilig is. 7
*Schriftlezing 1 Samuël 2: 12-21 en Mattheüs 21: 12-16 De zonen van Eli. 12 De zonen van Eli echter waren verdorven mannen; zij kenden de HEERE niet. 13 Want de handelwijze van deze priesters met het volk was aldus: wanneer iemand een offer bracht, kwam de knecht van de priester, terwijl het vlees kookte, met een drietandige vork in zijn hand, 14 stak die in de kookpot, in de ketel, in de pan of in de pot, en alles wat de vork dan optrok, nam de priester voor zichzelf. Zo deden zij met al de Israëlieten die daar in Silo kwamen. 15 Ook vóór zij het vet in rook lieten opgaan, kwam de knecht van de priester en zei tegen de man die het offer bracht: Geef dat vlees om te braden aan de priester, want hij wil geen gekookt vlees van u aannemen, maar rauw. 16 En wanneer die man tegen hem zei: Zij moeten dat vet beslist eerst in rook laten opgaan; neem daarna maar voor uzelf zoals uw ziel verlangt, dan zei hij tegen hem: Nee, u moet het nú geven, en zo niet, dan neem ik het met geweld. 17 Zo was de zonde van deze jongemannen voor het aangezicht van de HEERE erg groot, want de mensen verwierpen hierdoor het offer van de HEERE. 18 Maar Samuël diende voor het aangezicht van de HEERE. Hij was een jongen, gekleed in een linnen priesterhemd. 19 Zijn moeder maakte van jaar tot jaar een klein bovenkleed voor hem en bracht hem dat, wanneer zij met haar man kwam om het jaarlijkse offer te brengen. 20 Dan zegende Eli Elkana en zijn vrouw, en zei: Moge de HEERE u nageslacht geven uit deze vrouw, vanwege dat wat zij de HEERE gebeden heeft. Vervolgens gingen zij weer terug naar zijn woonplaats. 21 En inderdaad zag de HEERE naar Hanna om. Zij werd zwanger en baarde drie zonen en twee dochters, en de jonge Samuël werd groot bij de HEERE. De tempelreiniging 12 En Jezus ging de tempel van God binnen en dreef allen die in de tempel verkochten en kochten naar buiten, en keerde de tafels van de wisselaars om en de stoelen van hen die de duiven verkochten. 13 En Hij zei tegen hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden; maar u hebt er een rovershol van gemaakt. 14 En er kwamen blinden en kreupelen bij Hem in de tempel en Hij genas hen. 15 Toen de overpriesters en schriftgeleerden de wonderen zagen die Hij deed, en de kinderen die in de tempel riepen: Hosanna, de Zoon van David! namen zij Hem dat zeer kwalijk, 16 en zeiden tegen Hem: Hoort U wel wat deze kinderen zeggen? Jezus zei tegen hen: Ja. Hebt u nooit gelezen: Uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen hebt U voor Uzelf lof tot stand gebracht?
8
Tekstlezing: ‘Zijn moeder maakte van jaar tot jaar een klein bovenkleed voor hem en bracht hem dat…....’ (1 Samuël 2 : 19a) *Zingen Psalm 115 : 6 en 7 6.Vertrouwt op God, gij allen die Hem vreest! Hij is altoos hun schild, hun hulp geweest. De HEER’was ons gedachtig. Zijn zegen blijft op Israel verspreid, Aärons huis is die ook toebereid. God is getrouw en machtig. 7.Elk die Hem vreest, hoe klein hij zij of groot, wordt van dat heil, die weldaân, deelgenoot. Hij zal ze groter maken, en z’ u zowel als ‘t kroost, dat gij bemint, dat nevens u zich aan Gods wet verbindt, in dubb’le maat doen smaken. *Verkondiging ’Wat we onze kinderen mogen meegeven…..’
*Zingen Op Toonhoogte lied 317: 1, 2 en 3
1.Hoort! Een woord van eeuwig leven Christus die ten hemel vaart: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aard; gaat vertolken alle volken wat u werd geopenbaard!
2..Doopt hen in de naam des Heren, Vader, Zoon en heil’ge Geest; dat zij mijn geboden leren, trouw en liefde allermeest. Roept hen op zich om te keren, roept hen tot het bruiloftsfeest!
9
3.Ik ben met u, alle dagen, nu en tot in eeuwigheid! Van mijn rijk zult gij gewagen gaat dan heen, gaat wereldwijd; als gij valt, zal Ik u dragen, Ik ben met u, voor altijd!
*Dankgebed en voorbede *Collecten: 1. Kerkbeheer 2. Diaconie *Zingen Psalm 149 : 1 en 2
1.Looft, looft de HEER’, Dien onbedwongen een nieuw gezang zij toegezongen in ‘t midden Zijner gunstelingen, die Hem ter ere zingen. Dat Israël met blijde klank, zijn milde Schepper loov’ en dank’, dat Sions kroost met lofgejuich zich voor zijn Koning buig’.
2.Laat d’ ijverige tempelreien op fluiten ’s Hoogsten naam verbreien, hun psalmgezangen vrolijk paren met trommelen en snaren, nu God met lust Zijn ogen slaat op Jakobs uitverkoren zaad, zachtmoedigen Zijn gunst betoont en hen met heil bekroont.
*Zegen
10
Na de dienst is er de gelegenheid om de doopouders in het koor de kerk de hand te drukken en Gods zegen toe te wensen bij de opvoeding van hun kind. Vanmiddag begint de dienst om 17.00 uur. Voorganger: ds. Van Leeuwen, Voorthuizen Hartelijk welkom!
Plattegrond van de Oude Kerk met haar nooduitgangen
11