STAD AALST BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Verwerking: dienst Algemene Administratie
VRAGENUUR VAN 27 maart 2012 Voorzitterschap: Christoph D’Haese Aanvang: 19.10 uur Einde: 20.05 uur
1.
Parkeerproblematiek "Erembodegem centrum" actualiteit. (471543)
2.
Kluisjes in stedelijke sportaccommodatie en stadscentrum ten behoeve van sporters en toeristen. (471234)
3.
Parkeerproblematiek voor zorgverstrekkers. (471477)
4.
Bezwaarschrift N41. (471335)
5.
Verkeersregeling naar aanleiding van werken aan de nutsvoorzieningen Kanunnik Colinetplein Aalst. (471475)
6.
Sluikstorten. (471545)
7.
Terrasjesweer: kiezen voor eenvormigheid? (471338)
8.
Mobiel politie kantoor. (471337)
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 1.
Parkeerproblematiek "Erembodegem centrum" actualiteit. (471543) Vraag raadslid Eddy Schollaert (VLAAMS BELANG). De parkeerdrukte in Erembodegem centrum is bijzonder hoog. Deze overlast is vooral te wijten aan het feit dat sommige parkings van de NMBS stations betalend zijn en andere dan weer niet. Bijgevolg parkeren vele pendelaars zich aan de stationshalte van Erembodegem, deze is namelijk gratis. Indien deze parking volzet is, nemen de pendelaars de parkeergelegenheden van het centrum in. Dit heeft als gevolg dat er voor de klanten van de handelaars op het dorp geen parkeerruimte meer is. De handelaars in het centrum zijn deze situatie grondig beu. Deze week kreeg ik nogmaals een opmerking over deze problematiek. Deze klacht kwam ditmaal van een zeer geïrriteerde handelaar. Die meldde mij bovendien dat tal van klanten, als gevolg van de overbevolkte parking, zelfs uitwijken naar Hekelgem waar nu betalend parkeren is ingevoerd op de Steenweg naar Brussel (de winkelstraat van Hekelgem). De handelaars en de middenstanders van Erembodegem-centrum vragen dringende en doortastende maatregelen. Mijn vraag: 1. Gelieve van dit gegeven een sterk aandachtspunt te maken bij de opmaak van het vernieuwde mobiliteitsplan. 2. Onderhandelingen trachten te starten met de NMBS voor een uitbreiding van de spoorwegenparking en dit via een doorgang onder de spoorwegbrug. 3. Dit punt op de agenda van de commissie mobiliteit plaatsen. Actualiteit: Herziening van het mobiliteitsplan en de start van de voorbereidingen. Het verzamelen van de aandachtspunten. De heer Johan Stylemans, schepen: Collega, ik dank u voor de vraagstelling en voor de belangstelling die u constant betoont voor de verkeersproblematiek in en om het centrum van Erembodegem, een belangstelling die voor mij reeds lang een bezorgdheid geworden is en die veel ruimer gaat dan de pure parkeerproblematiek om en bij het station. Het is bovendien niet de eerste keer dat deze situatie op deze Raad wordt aangekaart. Ook collega Verdoodt is reeds verschillende keren hierover tussengekomen. Zoals zo dikwijls wanneer het om verkeer en parkeren gaat, is dit probleem niet eenvoudig op te lossen. Reeds in het huidige BPA Erembodegem-centrum werd de bezorgdheid om de toenemende druk van het parkeren door de aanwezigheid van het station onderkend. Toen werd in een uitbreiding - weliswaar beperkt - van de bestaande parking voorzien door het inkleuren van een reservatiestrook die zich bevindt achter de huizenrij van de Termurenlaan en die bereikbaar zou dienen gemaakt te worden hetzij door het doorpersen van het talud waardoor de huidige en de nieuwe ruimte rechtstreeks met elkaar verbonden zouden worden, hetzij door het toegankelijk maken van de nieuwe zone via de bestaande toegang achteraan de Termurenlaan en het zoeken naar een snelle verbinding met het station voor de voetgangers. Beide opties zijn problematisch. 2
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Het gebruik van de Termurenlaan als toegang zou gelet op de aanwezigheid van de school een verhoogde onveiligheid kunnen creëren. Het doorpersen van het talud is gelet op de eerder kleine ruimte van de nieuwe zone qua kostprijs momenteel niet echt bespreekbaar met NMBS. Tijdens een recent plaatsbezoek met medewerkers van de diensten Mobiliteit, Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening hebben we bovendien kunnen vaststellen dat een groot deel van deze ruimte al dan niet met de toelating van de NMBS werd vertuind door de eigenaars of bewoners van de Termurenlaan. Het terug reduceren van deze soms al beperkte buitenruimte zal ook hier op veel weerstand stuiten. De bouw van een parkeergebouw op de huidige parking waardoor op meerdere verdiepingen zou kunnen geparkeerd worden, is wellicht ook geen optie omwille van de te kleine grondoppervlakte en het verlies aan ruimte dat zich op elke verdieping zou kunnen voordoen omwille van de aan- en afrijstroken. Dus zal er moeten gezocht worden naar opties in de buurt en deze zijn sowieso beperkt. Een herinrichting van de Zwalmkouter en de aanleg van een infrastructuur op de terreinen van Gates zijn mogelijke alternatieven. Maar ook dit zal niet evident zijn. Ik heb eerder beloofd dat de diverse problemen die zich voordoen op het grondgebied van Erembodegem onderwerp zullen uitmaken van een bijzonder luik binnen het nieuwe mobiliteitsplan en daar zal ik mij aan houden, ook al zal die taak weggelegd zijn voor de nieuwe bevoegde schepen die vanaf 1 januari 2013 zal aantreden. Maar ook voor hem of haar zullen deze problemen nog meer actueel, dringend en moeilijker zijn dan het vandaag het geval is. Ik kan U hierbij al stellen dat niemand de valse hoop mag koesteren dat het nieuwe mobiliteitsplan het grote toverboek zal worden voor de oplossing van alle mobiliteitsvraagstukken op ons grondgebied. Noch van deze die er al volop zijn, noch van deze die nog op ons afkomen. En zeker die van het station van Erembodegem niet, waar enkel infrastructurele ingrepen een oplossing kunnen bieden. Om tegemoet te komen aan de handelaars zou in eerste instantie de invoering van een blauwe zone in het centrum een optie kunnen zijn. Maar ook dit dient goed overwogen te worden omdat de parkeerdruk zich zonder enige twijfel naar andere randstraten zal verleggen met alle gevolgen van dien. Bovendien zal ook de controle op het naleven van de parkeertijden door OPC opnieuw onderhandeld moeten worden. Ik meen dan ook dat er een globale oplossing dient gezocht en we niet moeten teruggrijpen naar het leggen van pleisters op een houten been. Daarom heb ik aan mijn medewerkers van de dienst Mobiliteit gevraagd om contact op te nemen met de verantwoordelijke van de NMBS om samen te pogen tot een oplossing te komen. Deze contacten zijn inmiddels gelegd. Ik ben ervan overtuigd dat eerstdaags een overleg hiertoe zal opgestart worden, een overleg dat hopelijk zal leiden naar concrete resultaten. Het spreekt vanzelf collega dat ik ten allen tijde bereid ben om aan de voorzitter van de commissie Mobiliteit te vragen om dit item aan de agenda te plaatsen om daar eveneens de discussie ten gronde te kunnen voeren. Ik hoop collega, dat ik met dit antwoord u heb kunnen aantonen dat deze problematiek ons inderdaad nauw aan het hart ligt en dat wij stelselmatig bezig zijn met het zoeken naar oplossingen om hieraan te verhelpen. De heer Eddy Schollaert, gemeenteraadslid: Ik ben zeer blij met uw antwoord en ik weet dat het een zeer moeilijk probleem is dat niet in een handomdraai is op te lossen. 3
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 2.
Kluisjes in stedelijke sportaccommodatie en stadscentrum ten behoeve van sporters en toeristen. (471234) Vraag raadslid Geert Verdoodt (sp.a). Jaarlijks komen vele duizenden toeristen/bezoekers naar onze stad. Een pas goedgekeurd toerismebeleidsplan streeft ernaar om dit aantal in de komende jaren drastisch te verhogen en alle bezoekers aan onze stad een zo kwaliteitsvolle als welkome ontvangst te bezorgen. Naast vele andere initiatieven kan het ter beschikking stellen van veilige opbergkluisjes hen hierbij helpen. Naar het voorbeeld van de Nederlandse stad Groningen en vele andere steden kunnen we in Aalst kluisjes aanbieden om persoonlijke spullen in op te bergen die het bezoekerscomfort drastisch verhogen. Een paraplu die bij mooi weer plots te veel wordt, een winkelzak vol aankopen die hindert bij het terrasje lopen of het restaurantbezoek, een handtas die onveilig aanvoelt om de schouder…tal van situaties waarbij de kluisjes hulp en comfort kunnen bieden. Met een muntstuk die men als paswaarde geeft voor de sleutel, moet dit voor de gebruiker zelfs geen financiële kost betekenen. Persoonlijk maak ik bij bezoeken aan steden in het binnen- en buitenland graag gebruik van deze dienst, waar voorhanden op een veilig ogende en centrale plaats. Dit moet dus ook in Aalst mogelijk zijn. In dezelfde lijn ligt mijn vraag om soortgelijke kluisjes aan te bieden aan de bezoekers en gebruikers van onze stedelijke sportinfrastructuur. Een vraag die eerder ook reeds binnen het beheer van de vzw Aalsterse Sportcentra aan bod kwam. Een belangrijke nieuwe trend in het sportlandschap is dat meer en meer sporters op individuele basis sporten of afspreken om samen te sporten. Zij functioneren dus niet noodzakelijk binnen de werking van een sportclub en haar accommodatie. Er bestaat in die zin een grote nood aan veilige plaatsen waar de sporter een handdoek, een drankflesje, een pet, een hinderlijke autosleutel kan achterlaten. Een kluisje kan perfect deze nood ledigen. Niet alleen voor individuele sporters natuurlijk maar ook voor alle gebruikers van de sportzalen of buitenterreinen. Ook hier kan , net als in het stedelijke zwembad, gewerkt worden met een muntstuk in ruilwaarde voor de sleutel van het kastje. Kluisjes voor toeristen, wandelaars, sporters, mensen die inkopen komen doen in de stad…allen kunnen zij van dit initiatief gebruik maken. Het is één van die kleine initiatieven die kunnen helpen om onze stad en sportterreinen aangenamer en vooral gebruiksvriendelijker te maken. Daarom graag de volgende vragen aan het stadsbestuur: 1. Is de stad Aalst bereid kluisjes te plaatsen in het stadscentrum ten behoeve van het comfort van haar bezoekers? 2. Is de stad Aalst bereid kluisjes te plaatsen op haar sportterreinen en sportzalen ten behoeve van het gebruikscomfort van de vele sporters/bezoekers? De heer Christoph D’Haese voorzitter: Er is momenteel geen kandidaat-respondent aanwezig. De heer Geert Verdoodt, gemeenteraadslid: Voorzitter, ik zal geduldig zijn en de volgende vraag laten behandelen.
4
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN De heer Christoph D’Haese, voorzitter: Met uw goedvinden gaan wij terug naar vraag 2. De heer Geert Verdoodt, gemeenteraadslid: Voorzitter, begrijp ik het goed dat schepen Van Lysebeth voor beide vragen zal antwoorden? De heer Christoph D’Haese, voorzitter: Zo zal dat zijn. De heer Bart Van Lysebeth, schepen: Ja, collega, toen ik uw vraag las, dacht ik onmiddellijk aan nestkastjes. Ik dacht bij mezelf, als wij voor de vogels voor nestkastjes zorgen dan kunnen wij evengoed voor de mensen die onze stad bezoeken, ook kluisjes voorzien, zij het dan om zaken op te bergen en niet om zelf in te kruipen. Maar kluisjes voorzien voor de sportactiviteiten hebben wij op aanraden van de vzw, waar het mogelijk is, al gedaan. Wij hebben er eigenlijk al geplaatst. Wij moeten dit eens nagaan en ik ben bereid om dit ook te agenderen op de volgende vergadering van de vzw. Het is alleszins een goed idee om het open te trekken naar toerisme. Dit lijkt op het eerste gezicht wel een goed idee maar het zal toch opnieuw een investering zijn en misschien moet er ook wel goed nagedacht worden waar wij die dan plaatsen. Ik vermoed dat wij dit ook over de tijd zullen moeten spreiden. Ik neem aan, als er bezoekers met de trein komen wij dat dan in de buurt van het station moeten voorzien. Ik denk dat wij alleszins het idee kunnen meenemen en dat ook de dienst Toerisme onderzoek zou kunnen doen waar die optimaal kunnen geplaatst worden. Op zich denk ik dat niemand iets tegen dat idee kan hebben en zou het inderdaad het comfort van bezoekers en sporters vergroten. De heer Geert Verdoodt, gemeenteraadslid: Ja, voorzitter, heel kort met alle respect, maar ik weet zeker dat er op Osbroek en in de sporthal Denderdal geen staan. Sporthal Denderdal is toch van toepassing voor een aantal situaties waar ik naar gerefereerd heb. Ik weet dat er al serieus over gesproken is, maar in deze zou ik zeggen: “Niet meenemen, maar gewoon doen”. Ik vind dit persoonlijk niet de grote zaken waar lang onderzoek moet over zijn maar dergelijke dingen moeten wij snel durven doen. Het zijn die kleine dingen waar ik ook na de evaluatie van het toerismebeleidsplan over heb gezegd: “Wij kunnen de grote visies op lange termijn doen, maar wij kunnen ook met kleine stadselementen met kleine praktische comfortelementen eigenlijk heel wat mensen plezieren en daar gaat men direct desnoods nog voor het einde van deze legislatuur iets van merken. Ik zou toch vragen, als het idee iedereen genegen is, om toch te overwegen om dat eerder snel dan via een onderzoek tot uitvoering te brengen. De heer Bart Van Lysebeth, schepen: Ik heb mij misschien slecht uitgedrukt, collega, wat ik wou zeggen is: “Rond sportaccommodatie kan je inderdaad vrij snel gaan omdat die accommodatie bestaat. Voor toeristische plaatsen denk ik dat er toch wel even zal moeten nagedacht worden als je ziet wat accommodatie in de publieke ruimte kost en je moet ook beschermd zijn tegen vandalisme. Dat is niet zo evident, dit moet ook eens kunnen besproken worden op OPR. Ik denk dat de twee wel verschillende snelheden van aanpak zullen hebben. 5
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 3.
Parkeerproblematiek voor zorgverstrekkers. (471477) Vraag raadslid Vera Van der Borght (Open VLD). Op 6 juli vorig jaar keurde het Vlaams Parlement een voorstel van resolutie goed van Open Vld, mede ingediend door onder andere collega’s Marino Keulen, Sas van Rouveroij en mezelf, waarin de parkeerproblemen aangekaart werden voor thuisverzorgers of verpleegkundigen. Deze krijgen immers, vooral in de steden, te maken met te weinig parkeerplaatsen en verliezen daardoor veel tijd, geld en energie in het zoeken naar een geschikte parkeerplaats. Tijd die ze uiteraard beter kunnen besteden aan de zorgverlening zelf natuurlijk. En dan zwijgen we nog van de vele boetes die de thuiszorgdiensten of hun personeel moeten betalen indien ze door omstandigheden langer parkeren dan waarvoor ze betaald hebben of niet volledig reglementair hebben kunnen parkeren. In het voorstel van resolutie werd aan de Vlaamse Regering gevraagd om de nodige initiatieven te nemen en een overleg te organiseren met de VVSG en zorgsector om te komen tot een uniforme regeling in heel Vlaanderen die een oplossing biedt aan de behoefte van de zorgverstrekkers. Volgende week zal ik in de Commissie Welzijn de bevoegde minister vragen naar een stand van zaken. Met mijn vraag in deze gemeenteraad wil ik echter al proactief een mogelijk project voorstellen om aan de problemen tegemoet te komen. Het initiatief bestaat al enkele jaren in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en heet ParkingPlus. Het houdt in dat inwoners (zeer) tijdelijk de parkeerplaats voor hun garagepoort kunnen ter beschikking stellen aan zorgverleners door een zelfklever van ParkingPlus op hun garagepoort te kleven. Zorgverstrekkers waarvan de wagen is uitgerust met een ParkingPlus kaart wordt op die manier duidelijk gemaakt dat ze zich daar kunnen parkeren. Alle partijen vinden elkaar via een website of zelfs via een GPS-systeem. Zo eenvoudig kan dat dus zijn. Alles staat of valt natuurlijk ook met de medewerking van gemeenten en politiezones die bereid moeten zijn hier hun volle samenwerking aan te verlenen. Ik zal dit project voorleggen aan de minister en vragen wat hij ervan denkt om dit in Vlaanderen ook op te starten, maar ik had dit ook graag voorgelegd aan u als lokaal beleidsverantwoordelijke, met de vraag om na te gaan of dit project al niet zou kunnen gestart worden in onze stad. Ook in Gent denkt men hierover na. Misschien kunnen we dus in afwachting van een Vlaamse beslissing een poging ondernemen om de problematiek hier zelf al aan te pakken. Vragen: 1. Hoe staat u tegenover een mogelijke invoering van een gelijkaardig project in onze stad? Ziet u dat mogelijk? 2. Bent u bereid om uw administratie opdracht te geven om een mogelijke invoering van het project ParkingPlus in Aalst te onderzoeken? De heer Johan Stylemans, schepen: Ik had een behoorlijk uitgebreid antwoord voorbereid maar ik zal proberen om het een beetje in te korten omwille van het feit dat er 8 vragen zijn en iedereen graag zijn tijd 6
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN neemt, maar dat neemt niet weg dat uw vraagstelling mij inderdaad toch wel nauw aan het hart ligt. Op 6 juli vorig jaar keurde het Vlaams Parlement een voorstel van resolutie goed waarin de parkeerproblemen voor thuisverzorgers of verpleegkundigen werden aangekaart. Er is inderdaad tot vandaag nog geen overleg met het VVSG, maar in elk geval heb ik mij gepermitteerd om even kort een bevraging te doen rond het onderwerp. Met de regelmaat van de klok klinkt vanuit de zorgsector (nu eens van de thuisverplegers, dan weer van kinesisten, of van huisartsen, enzovoort) de vraag om hen - liefst gratis - een parkeerkaart te bezorgen. Het is aan te raden met dergelijke vragen voorzichtig om te gaan. In het kader van een duurzaam parkeerbeleid is het niet aangewezen dat gemeenten ongebreideld parkeerkaarten verspreiden onder alle mogelijke aanvragers. Wij hebben trouwens in het verleden hier al eens de discussie gehad en toen waren ook de dierenartsen vragende partij om een dergelijke kaart te kunnen krijgen. Zonder afbreuk te willen doen aan de argumenten van die aanvragers, vertrekt de gemeente best vanuit haar eigen parkeerbeleidsplan. Daarbij is het doorgaans de bedoeling om te zorgen voor voldoende rotatie in de winkelstraten, zodat effectief iedereen van de verschillende parkeerplaatsen die op sommige plaatsen toch enorm schaars zijn, er ook gebruik kan van maken Het is dus aan de stad/gemeente om de - dikwijls moeilijke - evenwichtsoefening te maken tussen de vele verschillende vragen en noden van hun inwoners en bezoekers. En een eenduidig antwoord is niet gemakkelijk te geven want de situatie in de steden en gemeenten kan sterk uiteenlopend zijn. Maar dit neemt, voor alle duidelijkheid, niet weg dat een stad of gemeente in haar lokaal parkeerbeleid inderdaad aandacht kan en moet besteden aan de specifieke parkeerbehoeften van de thuisverzorgers. Dit kan bijvoorbeeld door na te gaan of het wenselijk en mogelijk is om her en der in de stad of gemeente een specifieke parkeerplaats te voorzien voor zorgverstrekkers en hulpdiensten. Lokale besturen hebben best wel oor naar de verzuchtingen van de zorgsector, maar een eventuele oplossing zal dus steeds aangepast moeten worden aan de plaatselijke context. Voor wat de stad Aalst betreft, collega, kan ik stellen dat om tegemoet te komen aan de noden van de genoemde sector, het retributiereglement inzake parkeren voorziet in een parkeerkaart voor zorgverstrekkers. Momenteel zijn er 28 van deze parkeerkaarten in gebruik in Aalst. Ik kan me voorstellen dat het aantal zorgverstrekkers die in het stadscentrum (betalende of blauwe zone) actief is, veel groter is en er dus dagelijks nog heel wat zorgverstrekkers zijn die het risico nemen om te parkeren zonder parkeerticket of parkeerkaart. Volledigheidshalve moet ik onderlijnen dat alle zorgverstrekkenden in de blauwe zones, gratis gedurende twee uur, kunnen parkeren mits het plaatsen van een reglementaire schijf. Ik vind dit zeker een waardevol voorstel. Er zal wel een duidelijke afbakening moeten gebeuren van de doelgroep. In het verleden kregen we bvb. al aanvragen voor vrijstellingen voor huishoudhulpen/poetshulpen die bvb. 2 uur of 4 uur per dag hulp bieden aan ouderen. Het parkingplusinitiatief in Brussel richt zich enkel naar gezondheidswerkers (verpleegkundigen, artsen, kinesitherapeuten). Er zijn dus duidelijke grenzen afgebakend bij het invoeren voor wat de doelgroepen betreft. In Brussel wordt het project gecoördineerd door een vzw. Ik weet niet of op dit ogenblik in Vlaanderen een overkoepelende overlegstructuur bestaat of dat er een aanzet wordt gegeven om die overkoepelende overlegsstructuur aan te reiken. Toch meen ik oprecht dat een dergelijk initiatief in Aalst kan en moet onderzocht worden en ook worden toegepast. 7
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Het principe waarbij burgers, overheid en zorgsector elkaar kunnen vinden in het onderbouwen van een steeds groter wordende behoefte verdient zeker bijzondere aandacht en zal zeker een positief signaal kunnen zijn; zeker in een periode waarin het negativisme over alles en nog wat stilaan de bovenhand haalt. Dit is tenminste een positief signaal en een positief project. Vanuit de dienst Mobiliteit zijn we dan ook ten volle bereid om dit project mee te trekken en actief mee te werken aan besprekingen en bevragingen. Ik zie ook een meerwaarde in een 'regionale' aanpak. Misschien kan dit ook besproken worden binnen het samenwerkingsverband van de 13 Vlaamse centrumsteden. Ik kijk dan ook uit naar mogelijke gemeenschappelijke initiatieven die vanuit uw mandaat als Vlaams Volksvertegenwoordiger samen met de stedelijke mobiliteitsdienst en de betrokken beleidsverantwoordelijke, in deze materie kunnen genomen worden. Dus om een kort antwoord te geven op uw vraag tot bereidheid om een dergelijk project ook te starten in Aalst kan ik daar zeker positief op ingaan. Mevrouw Vera Van der Borght, gemeenteraadslid: Ik ben uiteraard tevreden met uw antwoord en ik hoop dat wij er inderdaad kunnen in slagen om dat project hier in Aalst te laten starten, al was het bij wijze van proefproject. Ik ga er vanuit als het Brussels Gewest dat kan, wij dit ook moeten kunnen en ik ben er ook van overtuigd dat dit project inderdaad een plus is voor de zorgverstrekkers, een plus is voor de sociale cohesie in onze stad en het is ook een plus voor het milieu want er wordt minder rondgetoerd en minder CO2 uitgestoten. Mochten wij er in slagen, is het zeker ook een plus voor het imago van onze stad zodat wij kunnen doorgaan als een warme vindingrijke en slimme stad. Dus laat ons daarvoor gaan.
8
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 4.
Bezwaarschrift N41. (471335) Vraag raadslid Ignace Verhaegen (Onafhankelijk). De laatste weken is er heel wat te doen geweest omtrent de doortrekking van de N41. Tot 8 maart hadden de inwoners de tijd om een bezwaarschrift in te dienen tegen het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Blijkt nu dat niet alleen de tegenstanders van de doortrekking bezwaarschriften hebben ingediend. Er werden aan de provinciaal gedeputeerde bevoegd voor ruimtelijke ordening ook positieve bezwaarschriften overhandigd die pleiten voor het realiseren van de nieuwe weg. In het verleden wenste het stadsbestuur nooit een standpunt in te nemen of ook maar enige uitleg te geven aan de inwoners over dit dossier. Toen actievoerders op de vorige gemeenteraad hun bezwaarschriften aan de burgemeester overhandigden, adviseerde zij hen trouwens om bezwaar aan te tekenen bij de provincie. Het is dan ook merkwaardig dat dit positieve bezwaarschrift ingediend door zowel VOKA als RESOC mee ondertekend werd door burgemeester Ilse Uyttersprot. Vragen: 1. In welke hoedanigheid heeft de burgemeester dit positieve bezwaarschrift ondertekend? 2.
Is dit in overleg geweest met het volledige college, aangezien dit in de hoedanigheid van burgemeester gebeurde?
Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Raadslid Verhaegen, mijn antwoord op uw vraag zal zeer kort zijn. Ik heb het bezwaarschrift waarover u spreekt, ondertekend als voorzitter van de RESOC ZuidOost-Vlaanderen. U weet dat RESOC-streekoverleg een organisatie is waar zowel een aantal burgemeesters in zitten, alsook de provincie, maar ook een aantal sociale partners. Ik denk dat de N41 een dossier is dat RESOC behandelt gedurende meer dan 10 jaar. Dus wij hebben op de vergadering van de RESOC van 16 maart 2012 beslist om inderdaad dat document mee te ondertekenen en dus in hoedanigheid van voorzitter van het Streekoverleg heb ik dat mee ondertekend. Daarover was geen overleg met het college noodzakelijk, maar het is natuurlijk niet tegenstrijdig met de mening die het college daarover heeft. De heer Ignace Verhaegen, gemeenteraadslid: Het is dus niet besproken geweest op het college, alhoewel in het begin toen de bezwaarschriften bij ons toekwamen, alle leden van de gemeenteraad hebben die ook gekregen, ik een mail gekregen heb van schepen Van de Steen om dit, meer dan terecht, te bespreken op een college, en een antwoord namens het college en de provincie te geven. Dit was een vraag van collega Van der Borght maar ook schepen Van de Steen wou dat het college een antwoord formuleerde. Het is toch eigenaardig dat u alleen spreekt als voorzitter van RESOC en dat u daar het college niet bij betrekt?
9
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Collega, dat is een volledig ander orgaan waar een andere overlegstructuur heerst, als voorzitter van de vergadering en als de vergadering daarover unaniem is, dan zal ik ongeacht mijn persoonlijke mening, die is nu gelijklopend met wat er ondertekend is, dit ondertekenen.
10
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 5.
Verkeersregeling naar aanleiding van werken aan de nutsvoorzieningen Kanunnik Colinetplein Aalst. (471475) Vraag raadslid Christoph D'Haese (Onafhankelijk). In functie van werken aan de nutsvoorzieningen ter voorbereiding van de heraanleg van het Kanunnik Colinetplein is er sinds vorige week op verschillende plaatsen in de Geraardsbergsestraat en dit van af de Haring een verkeerssignalisatie aangebracht die de doortocht van de Geraardsbergsestraat verbiedt, plaatselijk verkeer uitgezonderd. Tot grote verbazing van een aantal middenstanders en cliënten van deze handelaars blijkt dat de normale doortocht op het Colinetplein helemaal niet onmogelijk is/was. Dit is natuurlijk erg als men beseft dat binnen de huidige verkeersstructuur van de stad de Geraardsbergsestraat de enige toegang is tot dit stadsdeel ook al is er nu tijdelijk tweerichtingsverkeer in de Zonnestraat. De manier waarop de stad deze verkeerssignalisatie samen met de aannemer uitgewerkt heeft getuigt van een gebrek aan respect voor de Aalsterse middenstand rond het Kanunnik Colinetplein en in de Geraaardsbergsestraat. Vraag: Zal de stad in de toekomst in functie van werken aan nutsvoorzieningen steeds volledige straten afsluiten ook al is er daartoe geen reden omdat de normale doortocht, hoewel moeilijk, toch mogelijk blijft of wanneer er mits enige creativiteit een redelijke bereikbaarheid van de handelszaken kan gegarandeerd worden?
Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Er vond op 13 maart 2012 een informatievergadering plaats met betrekking tot de werken aan het Colinetplein, de Geraardsbergsestraat, de Kalfstraat en Sint Jobstraat. Toen werd informatie gegeven over de werken die de stad er uitvoert vanaf eind april dit jaar. De mogelijke hinder en fasering werd eveneens doorgegeven aan de bewoners en handelaars. Er werd hen ook aangegeven dat er mogelijk hinder zou zijn door de werken aan de nutsvoorzieningen. De afspraak was dat plaatselijk verkeer steeds mogelijk moest zijn en dat de handelszaken tijdens die werken aan de nutsvoorzieningen bereikbaar moeten blijven. Groot was dan ook onze verbazing toen wij vorige week gecontacteerd werden door enkele middenstanders in de Geraardsbergsestraat. Men bleek in tegenstelling tot de afspraak alle verkeer af te sluiten en dit al van op de rotonde Den Haring. In de signalisatievergunning die de stad afleverde werd dit niet toegelaten. Er zat enkel een standaardplan in verwerkt waarvan je hoogstens kon verwachten dat enkel de zone waar men op dat moment werkte werd afgezet met signalisatie. Waardoor plaatselijk verkeer steeds door kon gaan. Er werd door schepen Van De Steen en mezelf een crisisvergadering samengeroepen om dit probleem asap het hoofd te kunnen bieden. De dienst Openbare Werken, de Verkeersdienst van de politie en de dienst Mobiliteit namen meteen de nodige maatregelen om plaatselijk verkeer door te laten en alle borden van de rijweg te halen. Schepen Van De Steen en ikzelf vergewisten ons diezelfde dag van de situatie. Het dreigement van de aannemer om dan maar te stoppen met de werken werd na overleg gemilderd en er werd overeenstemming bereikt. Wanneer de stad zelf werken uitvoert, wordt dit steeds zoveel mogelijk gefaseerd om de hinder tot een minimum te beperken. 11
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Aannemers die werken uitvoeren zijn meer en meer geneigd om de volledige rijweg te laten afsluiten om veiligheidsredenen want dit heeft te maken met hun aansprakelijkheid. Ik mailde eveneens naar onze diensten de week ervoor met de vraag of het niet mogelijk was tweerichtingsverkeer te voorzien in de Sint Jobstraat/Kalfstraat tijdens de werkzaamheden in de Geraardsbergsestraat, en omgekeerd tijdens de werken in de sint Jobstraat/Kalfstraat. Dit bleek evenwel niet mogelijk zonder de parkeerplaatsen in deze straat te supprimeren wat een bijkomende druk op de keizershallen zou teweegbrengen, terwijl deze parking momenteel door de werken aan de Hopmarkt een beduidend hogere bezetting heeft. Concreet zal de aannemer van TMVW wel kortstondig de Geraardsbergsestraat tussen de Stefaan de Jongestraat en de Hugo Lefèvrestraat moeten afsluiten op het moment dat men er de drie doorsteken over de straat moet maken. De stadsdiensten volgen op elk ogenblik welke omleiding er is en proberen de hinder te beperken. Men heeft ons vandaag nogmaals beloofd dat men voor die volledige afsluiting geen misbruik zal maken, dat de auto’s gewoon 5 minuten zullen moeten wachten en dat men de straat zo snel als mogelijk vrij zal maken. Tot zover wat er concreet in dit dossier is gebeurd. Algemeen is het de betrachting van de stad en haar diensten om de hinder bij werken aan nutsvoorzieningen zoveel mogelijk te beperken. Normaal wordt voor dergelijke werken nooit de weg afgesloten tenzij het niet anders kan en dan liefst zo kort mogelijk. Deze orders werden overgemaakt aan de dienst Verkeer van de politie. De dienst Openbare Werken verzekerde eveneens zijn medewerking om zoveel mogelijk hinder te beperken tijdens werken op ons grondgebied en wij zullen dat blijven volgen dag na dag. Er is ook een vertegenwoordiging van handelaars en bewoners die zullen aangesproken worden en met wie ook een wekelijks overleg zal worden georganiseerd. Dag aan dag zullen de mogelijke hindernissen worden besproken. De heer Christoph D’Haese, voorzitter van de gemeenteraad: Ik heb aandachtig geluisterd en ik dank u voor uw antwoord maar u zegt in het begin: “In tegenstelling tot de afspraak”. Wie heeft dan de afspraak niet gehonoreerd, want de handelaars zijn daar toch voor een voldongen feit geplaatst dat die straat hier toch onnodig volledig is afgesloten geweest. Wie is daar volgens u dan "verantwoordelijk" lees "aansprakelijk" voor? Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Wanneer wij werken voorzien maakt de dienst Openbare Werken een plan op bij de signalisatievergunning die 100 % klopt en waar men niets kan op zeggen, die is onberispelijk van kwaliteit. Dit was de aannemer van de nutswerken. De aannemers van nutswerken mogen altijd iets meer, daar worden niet zoveel vereisten gesteld en dat signalisatieplan was helemaal niet voldoende dus wij zullen daar in de toekomst moeten op toezien. Maar het is nu eenmaal een feit dat diensten onder mekaar soms wat gemakkelijker zijn voor nutsmaatschappijen. Maar ik denk dat dit de regel zeker niet mag zijn en in dit geval was het onaanvaardbaar.
12
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 6.
Sluikstorten. (471545) Vraag raadslid Eddy Schollaert (VLAAMS BELANG). Achteloos weggeworpen vuil en moedwillig weggegooid afval. Het stoort de bevolking. Deze week was er een zwaar geval van sluikstorten in de tunnel aan het station van Erembodegem (K. Walgraefplein). Gelukkig traden de stadsdiensten snel op nadat hun de klacht werd overgemaakt. Waarvoor mijn grote dank. Vraag: Het gehele station van Erembodegem is een geliefkoosde plaats voor sluikstorters. Sluikstorters op heterdaad betrappen is echter niet eenvoudig. Daarom de vraag naar de burgemeester/politie toe: Kunnen de politieagenten die op patrouille zijn en in Erembodegem langsrijden een kleine controle doorvoeren op de site van het station? Dit bijvoorbeeld door het gebied af te wandelen. De aanwezigheid van politie kan mogelijke sluikstorters afschrikken en op termijn een ontradend effect verwekken. Actualiteit: Het milieujaarprogramma stond deze maand geagendeerd op de commissie leefmilieu en er door de verschillen raadsleden werd zeer veel aandacht gevraagd voor het probleem van het sluikstorten. Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: De politie doet natuurlijk geregeld controle maar het is wel logisch dat als de patrouille passeert men aan geen sluikstorten doet. De wijkdienst en de Milieudienst van de Lokale Politie Aalst zullen hun patrouilles hiernaar verder blijven oriënteren. Maar wij kunnen daar geen agent een ganse avond laten staan om sluikstorten te voorkomen, dat moet u toch wel begrijpen. Maar er wordt controle gedaan in de mate van het mogelijke. De heer Eddy Schollaert, gemeenteraadslid: Ik verwacht niet dat die patrouille daar een ganse avond staat maar als ze er langs rijden en ze houden even halt zal het toch een onveilig gevoel geven voor de sluikkstorters. De heer Johan Stylemans, schepen: Ik denk dat er over de problematiek veel kan gezegd worden en dat er eigenlijk ook niet zo diep moet op ingegaan worden. Het is inderdaad zo dat de dienst Leefmilieu regelmatig een klacht ontvangt aangaande een sluikstort aan het station van Erembodegem. Het gaat eigenlijk niet over sluikstorten maar het zijn mensen die zakjes afzetten met huishoudelijk afval, die het vertikken om een gele zak te kopen en die dan in zakjes van bepaalde winkelketens hun afval deponeren. Maar ik kan u geruststellen, collega, dat dit niet alleen voor Erembodegem een probleem is maar zich aanbiedt over het ganse grondgebied van onze stad. Ik kan getuigen dat er zeer alert door onze diensten wordt opgetreden en dat binnen de dienst Leefmilieu 3 mensen hiertoe als centraal aanspreekpunt fungeren waardoor een permanentie aangaande deze problematiek verzekerd is, en dat de contacten met de 13
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN diensten van mevrouw Van de Steen namelijk dienst Stadsreiniging, Openbare Werken optimaal verlopen. Hetgeen wordt gesluiktstort wordt in de mate van het mogelijke, zo snel mogelijk verwijderd door de dienst Uitvoering, sectie Stadsreiniging. Telkens wordt gevraagd het sluikstort te doorzoeken naar gegevens van de dader(s) om de kosten van de verwijdering te verhalen. U begrijpt dat de overtreder niet steeds geneigd is zijn visitekaartje achter te laten en dat het opsporen van de daders bijgevolg niet eenvoudig is. De vraag naar meer controle in de buurt van het station van Erembodegem door de politiediensten daar heeft de burgemeester al op geantwoord. Daarnaast zal ook de rol die de dienst Leefmilieu en de gemeenschapswachten in dit dossier kunnen spelen, bepaald worden. Gezien er regelmatig gesluikstort wordt aan het station van Erembodegem is controle uiteraard nodig. Hoe deze ingevuld moet worden, is een keuze van het bestuur. Ik kan u nu reeds zeggen dat in de loop van deze week nog een overleg zal worden opgestart tussen de betrokken diensten om de aanpak van sluikstorten tot dusver te evalueren en desgevallend bij te sturen en na te gaan welke maatregelen, we bijkomend kunnen nemen voor een aantal kritische punten. Maar zoals altijd, collega, is de kern van het probleem het gedrag van de burger zelf en dat bijsturen is uiteraard andere koek en dat geldt niet alleen voor het sluikstorten maar ook in tal van andere aspecten van ons maatschappelijk leven.
14
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 7.
Terrasjesweer: kiezen voor eenvormigheid? (471338) Vraag raadslid Sam Van de Putte (sp.a). Met het doorbreken van de lentezon duiken de zomerterrassen terug op in het straatbeeld. De ene horecabaas gaat daar al wat creatiever mee om dan de andere. Bij de opmaak van het horecabeleidsplan en de heraanleg van het Vredeplein was er sprake van de opmaak van een terrasreglement voor de horecazaken op het grondgebied van onze Stad. Op 18 oktober 2010 keurde het cbs daarvoor al de basisprincipes goed. Er werden ambtenaren aangesteld om een voorstel tot politiereglement en een voorstel tot stedenbouwkundige vergunning uit te werken. De Stad koos er ook voor om met het Vredeplein als pilootproject te starten. Er waren interne vergaderingen en overlegmomenten met de horecauitbaters wat leidde tot enkele vragen rond het al dan niet mogen plaatsen van windschermen en het bepalen van de terraszones. Het cbs besliste op 28 maart 2011 om deze punten te laten bespreken op een commissie en op de GECORO. In het verslag van het cbs lees ik dat het de bedoeling was dat de horeca-uitbaters tegen volgend seizoen (dat van 2012) hun meubilair kunnen aankopen. Dat seizoen is nu begonnen, het terrasreglement is er echter nog niet. De horeca-uitbaters van het Vredeplein starten het seizoen zonder reglement en duidelijke afspraken met de Stad. Ze zijn vragende partij om werk te maken van het reglement zodat er duidelijkheid komt over hoe ze hun terras kunnen uitbouwen. Ook de horeca-uitbaters van andere pleinen en straten in de Stad wachten ongeduldig af. Sommigen willen investeren in nieuw terrasmeubilair maar stellen deze aankopen noodgedwongen uit omdat de bepalingen over hoe hun terras er mag uitzien nog niet werden vastgelegd. Vragen: 1. Hoe staat het met de opmaak van het terrasreglement en wat zijn de verdere stappen? 2. Wanneer voorziet de stad de invoering van het reglement op het Vredeplein? 3. Wanneer zal het overleg rond de opmaak van een reglement voor de andere pleinen en straten plaatsvinden? 4. Wat kunnen de horeca-uitbaters in afwachting van de nieuwe bepalingen doen?
Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Collega’s, allereerst wens ik toch mee te delen dat de horecacoach, na een lange zoektocht, in dienst is vanaf 1 december 2011. Het is dan ook evident dat zij eerst een inwerkperiode achter de rug heeft. Sedert het aflopen van het horecaconvenant hebben de diensten toch wel hard gewerkt. De dienst Ruimtelijke Ordening heeft in nauw overleg met alle betrokken diensten o.a. de horecacoach, een volledig nieuw terrasreglement uitgeschreven. Dit reglement is gebaseerd op de bevindingen van de stadsdiensten maar ook op de informatie die we verkregen hebben vanuit de horeca zelf.
15
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Het nieuw voorstel van reglement wordt op 10 april 2012 in een overlegvergadering met de horeca toegelicht en zal op de commissie Economische Zaken besproken worden. De Juridische dienst gaf advies dat het nieuw reglement zou deel uitmaken van de nieuwe algemene politieverordening dat normaliter in werking zal treden, voor wat de terrassen betreft, vanaf 1 januari 2013. In tegenstelling tot wat vroeger is geopteerd, zal er geen gefaseerde invoering plaatsvinden. Het Vredeplein zal dus mee opgenomen worden in de totaliteit. Voor wat het meubilair betreft, is er in het reglement een overgangsperiode van drie jaar voorzien, of dat is toch het voorstel. Wat het Vredeplein echter betreft, wijs ik er wel op, dat er na overleg met de horeca van het Vredeplein, reeds duidelijk afgesproken werd welke luifels, meubilair ed. mogelijk zijn op hun plein. De horeca-uitbaters zijn met andere woorden reeds op de goede weg om het toekomstige nieuwe reglement toe te passen en werden dan ook reeds voldoende geïnformeerd. De dienst Ruimtelijke Ordening en de horecacoach zitten eerstdaags samen om alle terrassen op pleinen en de belangrijkste horecastraten uit te tekenen. Dat vraagt toch heel wat werk, alle vergunningen op het grondgebied zullen manueel bekeken worden. De pleinen en sommige straten zullen nadien digitaal beschikbaar zijn. In samenspraak met de horeca zal er nadien een ontwerp inzake meubilair, eenvormigheid, … opgemaakt worden. Zoals u kan horen, betrekken we de horeca steeds bij dergelijke grote wijzigingen. Wij zullen dezelfde werkwijze hanteren als de voorgaande jaren en vanaf de vergadering van 10 april 2012 reeds in de mate van het mogelijke rekening houden met de nieuwe werkwijze. Het is zo dat aan de horeca-uitbaters weldegelijk de tip zal meegegeven worden om niet onmiddellijk nieuwe investeringen te doen, maar zij zullen ruimschoots op tijd de informatie krijgen om in orde te zijn. Zij krijgen ook een overgangsperiode maar wij zullen zien of er nog tips zijn vanuit de horeca zelf, maar dit zal in de komende weken besproken worden met de verschillende doelgroepen en ook op de commissie.
16
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 8.
Mobiel politie kantoor. (471337) Vraag raadslid Ignace Verhaegen (Onafhankelijk). Vanaf de maand juli neemt de Antwerpse politie haar zogenaamd ‘mobile office systeem’ in gebruik. Dit houdt in dat er een verstevigde laptop, een printer en internetaansluiting worden ingebouwd in een politiecombi. Dankzij dit systeem kunnen politiemedewerkers alle noodzakelijke opzoekingen doen en dossiers administratief afhandelen vanuit hun politievoertuig. Ze kunnen dus via het systeem alle informatie raadplegen die ze ook ter beschikking hebben op een computer in het politiekantoor. Het voordeel is dat ze hierdoor dus niet meer naar kantoor moeten om dossiers verder te verwerken. Op die manier kunnen ze nog meer aanwezig en aanspreekbaar zijn op straat. De politie van de stad Gent, die het proefproject op de voet gevolgd heeft, ziet het nut van deze investering in en zal ook het systeem in dienst nemen. De kostprijs voor het inbouwen van het systeem zou tussen de 9 000, EUR en 10 000,- EUR bedragen. Vraag: Heeft de politie van Aalst dit proefproject gevolgd, en wordt er overwogen om het systeem ook in Aalst in gebruik te nemen? Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: De Politiezone Aalst heeft dit project opgevolgd. Er was trouwens vorige week een bezoek van een delegatie van politiezones Antwerpen en Gent aan de politiezone Aalst, waarbij deze zones interesse hadden voor onze manier van werken. Dit project werd eveneens besproken. De Politiezone Antwerpen maakt, in tegenstelling tot Aalst, geen gebruik van de interventiemodule van ISLP (integrated system for the local police), zoals dit normaal voorgeschreven is. Politiezone Aalst doet dit wel, waardoor alle informatie automatisch overgetrokken wordt van de module "melding" naar "interventie" en naar de module "afhandeling" (het opmaken van de processen verbaal) waardoor er slechts een éénmalige vatting nodig is. Wij hebben volgende technische bedenkingen aangaande het project van de politiezone Antwerpen: - Alle informatieflux gebeurt via Virtual Machine, dus moeten de servers binnen het commissariaat ook Virtual Machine aankunnen wat een zeer dure oplossing is; - Virtual Machine mag volgens de geldende regels binnen de geïntegreerde politie niet op ISLP gebruikt worden. De dienst informatica van de federale politie (DST) is bijgevolg geen partner in het project van politiezone Antwerpen; - Het gebruik van internet vanuit de combi is niet mogelijk via ISLP omdat dit de enige oplossing is om de Algemene Nationale gegevensbank te beveiligen tegen hacken; - Het systeem van politiezone Antwerpen komt er eigenlijk op neer dat de men met de laptop in het voertuig met ISLP in reële tijd kan werken, meer niet; - Het aangehaalde voordeel dat politieambtenaren hierdoor niet meer naar kantoor zouden moeten om dossiers verder te verwerken, is eigenlijk onjuist. Er dienen steeds een aantal verrichtingen te gebeuren in het politiehuis. Anderzijds moet de laptop vooraan in het voertuig staan, waardoor de airbag moet uitgeschakeld worden, en er dus geen personeelslid naast de bestuurder kan plaatsnemen. Het 17
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
-
plaatsen van de installatie achteraan is te delicaat wanneer personen vervoerd worden met minder goede bedoelingen. Uit contacten met de politiezone Gent blijkt dat zij dit project onbetaalbaar vinden en alleszins niet onmiddellijk interesse hebben.
De meningen zijn verdeeld. Wij hebben ook een totaal andere ICT dan het korps in Antwerpen maar wij blijven dit natuurlijk opvolgen want indien er oplossingen zouden zijn om de administratieve lasten te vereenvoudigen voor onze interventieploegen op de baan dan gaan wij dit zeker te baat nemen maar ik denk niet dat dit de ideale oplossing is om dat te doen. De heer Ignace Verhaegen, gemeenteraadslid: Nog een klein vraagje burgemeester, heb ik het goed gehoord, zegt u dat Anwerpen niet met het ISLP-systeem werkt? Volgens de persmededeling van de politie van Antwerpen werken ze daar wel mee? Ik zou niet weten waarom het hier niet kan? Ook van de politie van Gent heb ik hier een bewijs dat ze wel degelijk het systeem zouden willen in voege brengen. Ik denk dat dergelijk systeem voor in de probleemwijken, die wij in Aalst kennen, dit toch wel een meerwaarde voor onze politiezone zou zijn. In Antwerpen denkt men eraan om het verder uit te breiden. In Aalst zou dat betekenen dat men in de deelgemeenten met een mobiel kantoor één of twee keer per maand zou kunnen langskomen en dat men daar de documenten zou kunnen verkrijgen. Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Als je mij niet gelooft, misschien geloof je de korpschef dan. De heer Denis Bergmans, korpschef: Alle lokale politiekorpsen werken met ISLP, dus ook Antwerpen, Gent. Maar in die ISLP zijn er verschillende modules. Er is een module “Melding” er is een module “Interventie” er is een module “Afhandeling”. De politiezone Antwerpen werkt enkel met de module “Afhandeling”. Wij werken, zoals het voorgeschreven is, met modulen “Melding", "Interventie" en "Afhandeling” waardoor je maar één keer gegevens moet inputten. Er zijn een aantal technische bezwaren tegen het invoeren van dit systeem, die de burgemeester zonet heeft meegedeeld, maar anderzijds moet je toch wel de kostprijs berekenen tussen de 10 000,- EUR en 15 000,- EUR per voertuig en dit maal 30 voertuigen. Naar ons oordeel is de meerwaarde daarvoor te gering. Anderzijds hebben wij ook destijds aan de gemeenteraad voorgesteld om 5 mobiele dataterminals aan te kopen waardoor er rechtstreeks wel contact is met de algemene nationale gegevensbank en waar men dus alle controles rechtstreeks op het terrein kan uitvoeren en in deze is dat, wat mij betreft, zeker even nuttig als dit systeem. Dat belet niet dat indien in de toekomst dat systeem goedkoper zou worden en 100 % beveiligd is, en ik sta er ook op dat wij in lijn liggen met de richtlijnen van de dienst Informatica van de federale politie, dat wij het kunnen overwegen om het aan te kopen maar, wat mij betreft, is dat nu nog niet aan de orde. De heer Ignace Verhaegen, gemeenteraadslid: Dank u wel, burgemeester en korpschef, voor de antwoorden maar ik zou willen suggereren om geen 30 voertuigen uit te rusten maar met 1 te beginnen en dat in bepaalde probleemwijken in te zetten. Ik denk dat dit een meerwaarde zou zijn.
18