STAD AALST BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Verwerking: dienst Algemene Administratie
VRAGENUUR VAN 31 januari 2012 Voorzitterschap: Christoph D’Haese Aanvang: 19.05 uur Einde: 20.15 uur
1.
"Denderend Aalst": sluikstorten op privaat terrein in de Doolhofstraat. (465273)
2.
Digitaal stemmen, nu ook in de praktijk. (465210)
3.
Toepassing deontologische code door politiek mandatarissen. (465567)
4.
RUP omtrent de N41. (465259)
5.
N41. (465271)
6.
Veiligheid. (465208)
7.
Keppestraat in Erembodegem: dicht bij verkeersinfarct. Verkeer in centrum Erembodegem dreigt vast te lopen. (465269)
8.
Cambio autodelen in Aalst. (465261)
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 1.
"Denderend Aalst": sluikstorten op privaat terrein in de Doolhofstraat. (465273) Vraag raadslid Benoit Wauters (VLAAMS BELANG). In de krant van 25 januari 2012 werd er gewag gemaakt van sluikstorting op een privaat terrein. Deze vuilnisbelt bestaat reeds lange tijd en is natuurlijk de volmaaktste plaats om daar andere vuiligheid te storten. Ik stel vast dat er autowrakken, kapotte zetels en allerhande rottend vuil opgestapeld liggen. Deze vuilnisbelt is een broedplaats voor allerhande ongedierte. Dat de buurtbewoners het beu zijn, is natuurlijk niet meer dan normaal. Zoals er meerdere locaties zijn in de stad. Vragen:
1. Ik stel mij vragen hoe het mogelijk is dat er in de stad zoveel stadsbedienden zijn zoals straathoekwerker, gemeenschapswachten, beëdigde ambtenaren voor sluikstorten en wijkagenten, en dat de dienst Leefmilieu van het bestaan van dit "containerpark" nog niet werd verwittigd. 2. Ware het niet wenselijk dat de Schepen of Burgemeester persoonlijk de eigenaar van het terrein eens op zijn plichten wees en eventueel maatregelen treft? De heer Johan Stylemans, schepen: Ik kan u op de eerste plaats zeggen dat de resem van stadsambenaren, die u opnoemt, zich stuk voor stuk zeer gedegen aan hun taak wijden. Ik zal u proberen aan te tonen wat specifiek voor deze zaak geldt, waardoor de waan zou kunnen gewekt worden dat dit niet zo zou zijn, en wat ik nogmaals wens tegen te spreken. Deze zaak is ons reeds enige tijd bekend en was korte tijd geleden ook onderwerp van een persartikel naar aanleiding van klachten uit de buurt. Een medewerker van onze dienst is er al meermaals ter plaatse geweest en volgt deze zaak op de voet op. Het betreft hier echter privé-eigendom, zoals u weet heeft de stad geen bevoegdheid op private terreinen en kan bijgevolg niet instaan voor de opruiming. Het betreft bijgevolg een burgerlijk geschil dat eventueel via politionele of juridische weg dient beslecht te worden. Op de dienst Leefmilieu kunnen we dan ook geen handhavende actie hiertegen ondernemen. Dat is de bevoegdheid van de politie. Onze medewerker gaf het dossier reeds in oktober 2011 door aan de politie, specifiek aan de Milieusectie. Dat wil dus zeggen, collega, dat het probleem ons inderdaad al veel langer gekend is, maar gelet op de specificiteit van de situatie wij inderdaad ook niet van de ene dag op de andere kunnen optreden, en ook de politie niet trouwens. We weten dat 2 van de 3 eigenaars van percelen met sluikafval toen door de politie werden aangeschreven en dat daar inderdaad reeds maatregelen werden getroffen. Ik kan u in elk geval garanderen, collega, dat deze problematiek verder zal worden opgevolgd en dat onze dienst samen met de politie streeft naar een snelle oplossing terzake, want niets is inderdaad zo storend als een sluikstort in uw buurt. 2
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Gevolggevend aan de verschillende tussenkomsten, kan ik u ook nog meedelen dat ik vandaag, via de hoofdpolitiecommissaris, nog een nota heb ontvangen waarvan ik u kort de inhoud weergeef: “Voor het sluikstorten in de Doolhofstraat werden door de milieudienst van de politie de eigenaars van de aanpalende vervuilende percelen aangemaand om het afval op hun terrein alsook de voertuigen of de autowrakken, die er zouden aanwezig zijn, te verwijderen. Het afval dat werd gestort rond de garageboxen werd door de diensten van de stad ondertussen ambtshalve verwijderd. Een gedeelte van de terreinen zouden aangekocht zijn door de Lijn en op deze terreinen is het afval, dat daar aanwezig is, tot op heden nog niet opgeruimd. Dat afval komt uiteraard niet van De Lijn maar is wellicht door particulieren of door derden op die terreinen achtergelaten. De Lijn zal door de milieudienst van de politie gecontacteerd en aangemaand worden om het afval ook daar te verwijderen, alsook het terrein af te sluiten zodat het sluikstorten ontmoedigd wordt. De milieudienst van de lokale politie is tot vandaag nog in contact geweest en streeft ernaar dat ook op dat terrein zo snel mogelijk de zaken zullen worden opgeruimd. Daarmee kan ik u aantonen, collega, dat wij inderdaad de problematiek rond zwerfvuil proberen zo snel mogelijk aan te pakken, dat wij dat ook op een geïntegreerde manier proberen te doen namelijk in nauwe samenwerking tussen de stadsdiensten en de milieucel van de politie, maar dat het inderdaad soms, gelet op bepaalde specifieke situaties zoals hier in de Doolhofstraat, niet altijd van de ene dag op de andere kan. De heer Ben Wauters, gemeenteraadslid: Ik ben tevreden dat u met deze zaak bezig bent maar ik heb nooit de bedoeling gehad om te zeggen dat die ambtenaren hun werk niet goed doen. De heer Johan Stylemans, schepen: Ik heb dat met mijn opmerking ook niet bedoeld, collega.
3
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 2.
Digitaal stemmen, nu ook in de praktijk. (465210) Vraag raadslid Sam Van de Putte (sp.a). Na wat discussie tussen de Vlaamse en de federale regering, besliste de eerste op 20 januari 2012 om, in uitvoering van de overheidsopdracht voor de ontwikkeling van een nieuw digitaal stemsysteem, over te gaan tot de aankoop van stemsystemen voor 3.286 stembureaus om deze in bruikleen aan te bieden aan alle gemeenten die in 2006 digitaal stemden maar ook aan de zes centrumsteden: Gent, Brugge, Aalst, Kortrijk, Oostende en Roeselare. Onze Stad zal dus voor het eerst elektronisch stemmen. De beslissing van de Vlaamse regering zorgt alleszins voor duidelijkheid. We weten waar we aan toe zijn. Hoe zal Aalst zich de komende weken en maanden op deze verandering voorbereiden? Moeten de stemlokalen voor het elektronisch stemmen aangepast worden? En, misschien nog wel het belangrijkste, hoe zal de communicatie naar de Aalsterse inwoners verlopen? Zowel voorzitters van het stembureau als de kiezers zelf moeten goed geïnformeerd worden om zonder zorgen hun taak te kunnen volbrengen. Vragen: 1. Hoe zal Aalst zich de komende weken en maanden op het elektronisch stemmen voorbereiden? 2. Moeten de stemlokalen voor het elektronisch stemmen aangepast worden? 3. Hoe zal de communicatie naar de Aalsterse inwoners verlopen?
Mevrouw Anne-Marie Verdoodt, schepen: Eerst en vooral zou ik toch een misverstand uit de wereld willen helpen. Bij de komende lokale verkiezingen op 14 oktober 2012 zou de stad Aalst digitaal “kunnen” stemmen maar wij zijn niet verplicht om hier op in te gaan. De heer Rogiers van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur “Vlaanderen Kiest”, komt op woensdag 8 februari 2012 naar Aalst om de nodige uitleg te geven aangaande het stemmen met computers en om eventueel praktische vragen te beantwoorden. Stand van zaken tot op heden: -
-
-
-
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken zal aan de hand van het aantal kiezers beslissen hoeveel stemcomputers zij zouden ter beschikking stellen. Door digitaal te stemmen zouden er minder stemhokjes nodig zijn. Er zou een nieuwe verdeling in de kieswijken moeten worden uitgewerkt. Indien het aantal computers vanuit het ministerie onvoldoende blijkt, zou de stad deze op eigen rekening moeten aankopen. Om de computers te bewaren dient de stad een opslagruimte te voorzien. De stad wordt verplicht om een jaarlijks onderhoudscontract af te sluiten met de firma die door het ministerie wordt aangewezen. De desbetreffende firma dient de computers na te kijken op hun werking. De personeelskosten zullen hoger zijn want: . de stad moet personeel voorzien voor de opstelling van de computers. . op de dag van de verkiezing dient de stad de goede werking van de toestellen te garanderen op de verschillende locaties. 4
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN .
de vergoedingen van de voorzitters en bijzitters van de bureaus zijn nu ten laste van de staat.
Er moet dus een plan uitgewerkt worden om de volledige kostenraming voor te leggen aan het cbs. Nadien zal dit voorgelegd worden aan de Gemeenteraad om uiteindelijk de beslissing te nemen of er digitaal of manueel zal worden gestemd. De stemlokalen dienen aangepast te worden om digitaal te kunnen stemmen. De huidige stemhokjes zijn niet meer bruikbaar, deze dienen aangepast te worden of er dienen nieuwe stemhokjes aangekocht te worden. Om elektronisch te stemmen dienen er in elk lokaal voldoende elektrische voorzieningen te zijn om de computers te kunnen aansluiten. Waarschijnlijk kunnen wij het huidige aantal locaties niet behouden. Indien er digitaal zal worden gestemd zullen de voorzitters van de stembureaus zoals naar gewoonte de nodige uitleg krijgen op het Kantonhoofdbureau en zullen de inwoners van onze stad tijdig worden ingelicht via de gebruikelijke media en communicatiekanalen, zoals ons informatieblad “Denderend Aalst”, de website, de geabonneerden op de Nieuwsbrief enz. Ik hoop dat u hiermee voor het ogenblik voldoende informatie gekregen heeft en na 8 februari zullen wij u meerdere inlichtingen kunnen geven. De heer Sam Van de Putte, gemeenteraadslid: Ik hoor eigenlijk vooral eerder de negatieve aspecten die het digitaal stemmen met zich kan meebrengen en de kosten die daarmee gepaard gaan. Dat geeft natuurlijk geen verdere duidelijkheid. Ik denk dat iedereen wel graag op de hoogte is hoe het hier nu in Aalst zal verlopen. Ik leid uit het antwoord ook af, dat het college zelf nog niet meteen een standpunt heeft ingenomen vóór of tegen, en dat wij nog een uitleg op 8 februari moeten afwachten? Ik denk dat het in ons aller belang is en ook van de inwoners en de kiezers in onze stad dat wij toch zo snel mogelijk beslissen of Aalst in dat systeem meestapt, ja of neen. Met alle voor- en nadelen die dat kan teweeg brengen zodanig dat iedereen zich daar toch voldoende kan op voorbereiden. Mevrouw Anne-Marie Verdoodt, schepen: U mag er zeker van zijn collega, dat ik uw standpunt deel en dat ik het liefst zou digitaal stemmen. Het kan misschien even negatief overgekomen zijn maar om een duidelijk standpunt in te nemen, zijn wij toch verplicht om de negatieve en de positieve kanten tegen elkaar af te wegen.
5
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 3.
Toepassing deontologische code door politiek mandatarissen. (465567) Vraag raadslid Martine De Maght (BLAUW). Het stadsbestuur van Aalst kwam alweer op een zeer negatieve wijze in de pers door de communicatie van leden van het college van Burgemeester en Schepenen omtrent de beslissing over het al dan niet verplaatsen van een fietsenstalling aan het Stationsplein tijdens de carnavaldagen 2012. In de verschillende communicaties, facebook, schrijven naar “aanvrager” vanwege burgemeester, kranten, …, werden extracties gegeven van interne communicatie door ambtenaren. Wat hier de bedoeling van is begrijpen wij niet aangezien voor de buitenwereld alleen de beslissing relevant is en die wordt genomen door de politieke uitvoerende mandatarissen, in dit geval de leden van het College van Burgemeester en Schepenen. Lezing en toelichting van de verschillende gepubliceerde stukken zal ter zitting worden gegeven.
Vragen: 1. Waarom wordt een beslissing van het CBS op deze manier gecommuniceerd? 2. Was dit een communicatie met medeweten en goedkeuren van alle leden van het College van Burgemeester en Schepenen? 3. Is er over deze communicatie overleg geweest met de betrokken ambtenaren en gebeurde deze communicatie met hun goedkeuring? 4. Op deze manier worden bepaalde diensten en bepaalde ambtenaren met opzet in een slecht daglicht geplaatst. Kan de Burgemeester aantonen dat hierdoor de deontologische code niet met de voeten getreden wordt? 5. Welk(e) gevolg(en) zal hieraan gegeven worden?
Burgemeester: U vraagt waarom wij die beslissing van het cbs op die manier hebben gecommuniceerd. Het traject van de stoet werd allereerst besproken op de veiligheidscel en wordt opgenomen in het Bijzonder Nood- en InterventiePlan, dat door u en deze gemeenteraad werd goedgekeurd in zitting van 21 december 2011. Bijkomend werd er elk jaar een tijdelijke politieverordening op het wegverkeer goedgekeurd door het schepencollege. Deze verordening wordt ook via de wettelijk vastgelegde kanalen gepubliceerd. Ook op de persconferentie van carnaval werden diezelfde beslissingen meegedeeld aan de pers. Tot zover dus de officiële mededeling van de beslissingen die terzake werden genomen door college en gemeenteraad. Ik heb enkel geantwoord op een e-mail van een burger op 23 januari 2012 door middel van een mail. Dit gebeurde na het inwinnen van advies van de bevoegde dienst, dienst Stadspromotie – sectie Organisatie. Ik heb op geen enkel moment hier aan de pers iets over laten weten en evenmin heb ik daarover iets op Facebook geplaatst. U vraagt of dit een communicatie is met medeweten met de rest van het cbs. Het was uiteraard een e-mail persoonlijk aan mij gericht. De beleefdheid vraagt toch dat ik hier op antwoord. Er is eigenlijk ook helemaal geen probleem met het antwoord, want het antwoord is volledig in de lijn van de beslissing die in de veiligheidscel, gemeenteraad en college werd genomen. Er was overleg met betrokken ambtenaren. Zoals eerder aangehaald, kan ik u zeggen dat bij het antwoord van de betrokken dienst dat ik ontving, ook de adviezen waren bijgevoegd waarop deze beslissing is gestoeld. 6
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Immers in het kader van openbaarheid van bestuur is het niet meer dan logisch dat adviezen waarop een beslissing gebaseerd is, ook volledig bekend zijn, ter inzage zijn en op een transparante manier kunnen worden bekend gemaakt. U zegt dat ik ambtenaren in een slecht daglicht zet. Op geen enkel moment zijn de ambtenaren van de stadsadministratie in een slecht daglicht gesteld. Integendeel, de adviezen van de diensten waren correct, goed gemotiveerd en werden dan ook gevolgd door de veiligheidscel. Openbaarheid van bestuur kan geenszins een overtreding van de deontologische code zijn. U vraagt mij naar het gevolg. Juiste informatie aan de burgers in het kader van openbaarheid van bestuur is maar normaal. Ik betreur dan ook dat van een antwoord dat gestuurd is naar een Aalsters burger, een politiek antwoord gemaakt wordt. Raadslid De Maght: Ik heb mij hier aan een aantal zaken gestoord en het meeste, mevrouw de burgemeester, aan het feit dat u doet alsof er niets aan de hand is. Ik kan u dat zelfs op papier weerleggen. U heeft dat zelf naar die mensen doorgestuurd. Die mensen vonden dat eigenlijk grappig genoeg of interessant genoeg om daar de pers op aan te spreken op hetgeen u durfde doorsturen. Daardoor is inderdaad die bal aan het rollen gegaan. Het gaat niet over het dossier, maar over de manier waarop het dossier is aangepakt. Ik kan u toch wel meegeven dat het inderdaad gaat om een brief die naar u is gestuurd en aan u gericht was op 22 januari. Al het interne mailverkeer dateert van vóór die datum. Die mensen konden dus geen enkele kennis hebben van de vraag die ging komen van de mensen, de horeca-uitbaters van het Stationsplein. Zij konden daar dus geen kennis van hebben. U maakt hier gewag van het feit dat er geen resultaat was bij de dienst Mobiliteit terwijl in dezelfde mail die u meestuurt eigenlijk de vraag gesteld wordt vanwege de dienst Mobiliteit: “We zouden dringend uitsluitsel willen krijgen omtrent de tijdelijke fietsenstalling op het Statieplein tijdens de carnavalsperiode”. Die mensen vragen informatie, u verwijst naar een BNIP en nu blijkt dat die mensen bij de opmaak van dat BNIP zelfs niet betrokken geweest zijn en zij zelfs niet over die informatie beschikken. Zij krijgen die informatie niet toegestuurd en op het einde van de rit gaat u die mails waarin die mensen informatie vragen, overmaken met de boodschap: “Kijk, ik wil wel, maar eigenlijk kan ik niet, want ze zijn er tegen”. U bent politiek verantwoordelijk, mevrouw de burgemeester. Als u laat uitschijnen naar de burger dat u niet de beslissing neemt maar de ambtenaren, dan heeft u eigenlijk uzelf overbodig gemaakt. Dat is niet wat de ambtenaren hier wel degelijk formuleren in de mails die u meegestuurd heeft. Ik zal de klacht op die manier formuleren zoals u ze hier ook verduidelijkt heeft en ik zal met zeer naaste spoed uitkijken naar de resultaten hiervan. Burgemeester: Ik kan alleen maar zeggen dat aan die beslissing, die ik zeker niet in twijfel trek en die genomen is door gemeenteraad en college, heel wat adviezen zijn vooraf gegaan. Correcte adviezen. Er is ook op geen enkel moment tussengekomen door mij om die adviezen op een andere manier te doen. Die zijn zeer correct geformuleerd. Die liggen aan de basis van de beslissing die genomen is en alles is eigenlijk correct gebeurd. Raadslid De Maght: U luistert niet, maar het is duidelijk.
7
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 4.
RUP omtrent de N41. (465259) Vraag raadslid Nancy Mbuyi Elonga (GROEN!). Op 14 december 2011 werd het provinciaal RUP omtrent de N41 voorlopig goedgekeurd door de provincieraad. Dat ruimtelijk uitvoeringsplan legt de voorwaarden vast voor de verlenging van de N41 tussen Lebbeke en Aalst. Het volledige dossier en plan MER wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek van 9 januari tot en met 8 maart 2012. Op woensdag 25 januari werd over het Milieu Effecten Rapport een informatievergadering georganiseerd in Dendermonde. In Aalst vinden we enkel de verplichte aankondiging van dat openbaar onderzoek terug, ondermeer op de website van de stad. Dat is het wettelijke minimum aan informatie, maar het stadsbestuur van Aalst neemt blijkbaar geen extra initiatieven om hierover informatie te verspreiden of debat aan te gaan. Nochtans heeft dat N41-project een significante weerslag op de woon- en luchtkwaliteit, op de mobiliteit en bereikbaarheid, op de risico's voor overstromingen, enzovoorts. Zowel voor bewoners van Gijzegem en Hofstade als voor de Aalstenaars in de wijken rond de Boudewijnlaan en de Dendermondse Steenweg. Veel mensen zijn erg bezorgd over de gevolgen. Daarom deze vragen: 1. Zal op uw initiatief ook in Aalst aan de bevolking bijkomende voorlichting
gegeven worden over dit openbaar onderzoek? 2. Hebben de stedelijke diensten Mobiliteit, Leefmilieu, Openbare Werken en de
verkeerspolitie standpunten ingediend of voorbereid in verband met dit project? 3. Heeft het stadsbestuur een standpunt bepaald in verband met de verschillende
opties over het tracé op Aalsters grondgebied? 4. Gaat u de gemeenteraad tijdig inlichten (dit is vòòr het afsluiten van het openbaar onderzoek ) over de standpunten van de stad en de tussenkomst van de stad in het openbaar onderzoek? Komt er een debat? Dit punt werd samen besproken met punt 5.
8
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 5.
N41. (465271) Vraag raadslid Ignace Verhaegen (Onafhankelijk). Enkele dagen geleden was er in Dendermonde een informatievergadering van de provincie waar het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voorgesteld werd over de doortrekking van de N41. Over dit dossier zijn reeds tal van debatten georganiseerd. De stad Aalst verklaarde in het verleden steeds dat de verantwoordelijkheid voor de doortrekking van de N41 bij de Vlaamse regering ligt en weigerde dan ook steeds een deelname aan elk debat over dit dossier. Ook vorige week was niemand aanwezig van de betrokken gemeentebesturen om op vragen van de inwoners te antwoorden. Wat bij heel wat aanwezigen niet echt goed onthaald werd. Nu de plannen stilaan vaste vorm krijgen lijkt het mij echter niet meer dan normaal dat ook het stadsbestuur kleur zal bekennen en hun standpunt over dit dossier zal geven aan de betrokken inwoners. Vragen: 1. Wat is het standpunt van het stadsbestuur over de plannen die voorgesteld worden over de doortrekking van de N41? 2. Zal het stadsbestuur voor de betrokken inwoners hierover een info en inspraakvergadering organiseren?
De heer Bart Van Lysebeth, schepen: Ik wil toch vertrekken van een beetje achtergrondinformatie naar aanleiding van beide vragen want het loopt een beetje dooreen, namelijk het stedenbouwkundig gegeven, de procedure RUP en het mobiliteitsvraagstuk. Maar ik ga proberen het standpunt van het college te verwoorden, maar de collega van Mobiliteit kan op elk ogenblik aanvullen, moest dit nodig zijn. De vragen van de raadsleden hebben betrekking op de procedure van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor de secundaire wegverbinding tussen Aalst en Dendermonde, die is heel stringent bepaald door het decreet en er wordt daar best zo weinig mogelijk van afgeweken. De provincie stelde het studiebureau Grontmij aan voor de opmaak van het RUP en het daarbijhorende plan MER (MilieuEffectenRapport). De stad Aalst beschikt weliswaar over de documenten maar kan zich niet in de plaats stellen van de provincie als overheid om hierover op eigen initiatief info- en inspraakmomenten te organiseren. Wat het standpunt van de stad betreft, dat wordt vooral bepaald door de historische beslissingen in deze gemeenteraad en door colleges voorafgaand aan dit bestuur, namelijk de basiscontouren van ons standpunt worden bepaald door het gewestplan. Het huidig tracé dat voorzien is in het nieuwe RUP komt volledig overeen, op enkele meters na, en dat zal toegelicht zijn want ik heb ondertussen de documenten nog eens grondig bekeken en dit gaat eigenlijk over quasi hetzelfde tracé als het nu opgenomen is in het RUP. Ook het ruimtelijk structuurplan Aalst voorziet in deze omleidingsweg die voorzien is om de gewenste ruimtelijke structuur voor Gijzegem te voorzien, en bovendien is een derde document bepalend voor ons standpunt omtrent de N41 en dat is het mobiliteitsplan. In het najaar van 2009 werden de gemeenteraadsfracties, ook sectorale organisaties, en heel wat bedrijven uitgenodigd naar een klankbordvergadering die daar heeft plaats gevonden. 9
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Ik bespaar u de ganse lijst maar hij is effectief indrukwekkend. Daar zijn eigenlijk de voornaamste bezwaren en opmerkingen al geformuleerd. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan werd voorlopig vastgesteld door de provincieraad van 14 december. Dus die voorlopige vaststelling is eigenlijk de start van de procedure om het RUP goed te keuren en werd met 59 ja-stemmen, 11 onthoudingen en 5 neen-stemmen goedgekeurd. Conform de Vlaamse codex ruimtelijke ordening wordt het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan een openbaar onderzoek. Dit openbaar onderzoek is aangekondigd volgens de voorgeschreven procedure. Het openbaar onderzoek is ook aangekondigd op de website van de stad Aalst en het volledige dossier ligt ter inzage aan de balie van de dienst Ruimtelijke Ordening. Het openbaar onderzoek loopt van 9 januari 2012 tot en met 8 maart 2012. In het kader van dit openbaar onderzoek organiseerde de provincie inderdaad, zoals u aangeeft een infovergadering, weliswaar niet verplicht, op 25 januari 2012. Deze infovergadering had plaats in de cc Belgica Dendermonde. Dit is ook een beetje logisch omdat de gemeenten die getroffen worden door dit RUP, Lebbeke, Dendermonde en Aalst zijn. Het is te begrijpen dat de provincie een locatie zoekt tussenin. Zoals ik al gezegd heb behoort het niet tot de opdracht van de stad Aalst om zelf een infovergadering te organiseren over de inhoud en de bepalingen van het RUP en bijbehorend plan MER. Ik heb begrepen dat de vraag van mevrouw Elonga eerder het stedenbouwkundige benadert en de vraag van de heer Verhaegen eerder gaat over het mobiliteitsaspect. Het zal natuurlijk maar zijn op het moment als die bepalingen vastliggen, en als het RUP zal goedgekeurd zijn, dat bij elk project om die N41, te realiseren alle geëigende procedures van inspraakinformatievergaderingen kunnen spelen. Misschien dan een beetje specifiek op de vragen die gesteld werden, ik zal eerst de vragen van raadslid Elonga behandelen: 1. De stad Aalst neemt best geen initiatief voor de organisatie van de infovergadering omdat het gaat over een dossier waar de provincie initiatiefnemer is en het een heel specifieke procedure betreft, zoals in het decreet beschreven. 2. De genoemde diensten van de stad hebben nog geen aangepast advies gegeven betreffende dit dossier omdat er niets wezenlijks word gewijzigd aan het tracé zoals het voorzien is, en zoals het nu wettelijk geregeld is. Het innemen van standpunten waar u het in uw vraag over heeft behoort immers tot de bevoegdheid van de gemeenteraad en het cbs, en niet tot de bevoegdheid van ambtenaren. Als er een wijziging in het standpunt zal ingenomen worden zal het door deze gemeenteraad en door het college zijn. Wat wel zo is, is dat de genoemde diensten desgevraagd wel advies zullen formuleren, indien nodig, en in elk geval kan je zeggen dat het niet is omdat wij geen hoorzittingen organiseren wij deze procedure niet nauwgezet opvolgen. 3. Ook daar moet ik een beetje in herhaling vallen. De huidige tracé-alternatieven op het grondgebied Aalst wijken slechts in zeer geringe mate af ten opzichte van gewestplantracés en wij kunnen dan ook bezwaarlijk spreken van verschillende opties. Aalst blijft bij dit tracé. Er was wel gans in het begin van het planningsproces even sprake van een zuidelijk tracé dat zou afwijken en door het natuurgebied gaan. Mensen die dat opgevolgd hebben weten dat Aalst zich onmiddellijk gekant heeft tegen dit tracé maar uiteindelijk heeft dat ook heel weinig draagvlak gekend en is deze optie definitief verlaten. 4. Deze vraag lijkt mij overbodig, gelet op het feit dat het tracé over het grondgebied van Aalst identiek blijft met vroegere besluiten door de stad. Dan de vragen van raadslid Verhaegen: 1. Eigenlijk zijn die antwoorden een beetje hetzelfde als u het document gezien heeft en de toelichtingsnota. De plaats waar het voor Aalst belangrijk is, namelijk in Gijzegem, zijn er mildere maatregelen voorzien en zal op het ogenblik dat het tracé gerealiseerd wordt die discussie moeten aangegaan worden naar de effectieve effecten op het vlak van mobiliteit. Maar dit is natuurlijk geen voorwerp van een ruimtelijk uitvoeringsplan. 10
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Dat bepaalt hoofdzakelijk het tracé en in de plan MER-studie zitten de elementen om verder rekening mee te houden op het ogenblik dat wij het tracé realiseren. U zal ook weten dat dit de baanvakken terug brengt op 1 baanvak. Het zou ons te ver leiden om daar hier op in te gaan. Als gemeenteraadslid kan u alle documenten inkijken, bovendien staan alle documenten op internet integraal voorhanden. 2. Als u echt de behoefte heeft om naar hoorzittingen te gaan, deze van vanavond in De Uil in Gijzegem zal je waarschijnlijk niet halen want die begint om 20 uur, maar donderdag aanstaande wordt er een hoorzitting georganiseerd door Raldes. De heer Ignace Verhaegen, gemeenteraadslid: Dank u, schepen, voor de uitleg. Mijn vragen zijn inderdaad een beetje meer mobiliteitsgericht. U zegt dat er afname van het verkeer zal zijn. Ik heb het document hier bij mij, op blz. 26 staat dat er in de Pachthofstraat meer verkeer zal komen. Wat mij dan wel opvalt, zijn de fietsers. Het is in de nabijheid van scholen en daar gaan wij werken met een licht geregeld kruispunt. Op de kruising aan de Damkouterbaan gaat men werken met een tunnel. De mensen vragen of het technisch niet mogelijk is om ook in de Pachthofstraat met een tunnel te werken. Dat zijn vragen die mensen zich stellen en waar wij geen antwoord op kregen. Als je dat op de hoorzitting van de provincie vraagt, zeggen ze: “Wij kunnen daar geen antwoord op geven. Als je het niet eens bent met die visie, dien dan een bezwaarschrift in.” Dat is natuurlijk met de mensen een beetje lachen. In de studie staat ook: “Windturbines mogelijk in Gijzegem.” Mensen die dat lezen vragen zich af wat het standpunt is van de stad daarover. Als gemeenteraadslid kan je enkel zeggen dat wij het standpunt niet kennen. Er was een paar dagen geleden ook een artikel in de krant dat stelde dat er een tunnel onder de Damkouterbaan komt maar dan stelt men dat men het fietspad zal wegnemen om daar een sneltram te maken. Langs waar gaan de fietsers dan nog op een veilige manier op school geraken? Als dat fietspad weg is, zullen ze niet meer langs de Damkouter rijden maar moeten ze een andere weg zoeken en dan is die tunnel eigenlijk overbodig. Dat zijn vragen die wij krijgen en waar wij dus niet kunnen op antwoorden en waar de dienst Mobiliteit misschien wel een antwoord kan op geven. De heer Johan Stylemans, schepen: Ik denk dat het vandaag nog te vroeg is om een definitief antwoord op die vragen te geven, in die zin dat nadat het RUP opgemaakt is en eventueel ook goedgekeurd geraakt, er op dat ogenblik een fase start van ontwerpend onderzoek met betrekking tot de inrichting van het tracé en de flankerende maatregelen die daar moeten genomen worden. Wat er vandaag in de krant staat of stond zijn mogelijke opties die kunnen genomen worden, maar wij gaan dezelfde discussie nog eens krijgen wanneer er naar de gemeenteraad gekomen wordt met het ontwerp van het ontsluitingscomplex van de Siesegemkouter en het tunneldossier dat ook nog eens terug, toch minstens informatief, naar deze gemeenteraad zal teruggekoppeld worden. Het is uiteraard zo dat elke keer als er ontwerpend onderzoek gebeurt, wij dan pas kunnen inschatten wat effectief de effecten zijn op dwarsende straten. Wat ik u wel kan meegeven is dat voor wat de vroegere Stationsstraat betreft, nu dus de Pachthofstraat, in elk geval de optie moet genomen worden om de bestaande schoolomgeving zo veilig mogelijk te houden. Dat is trouwens ook de optie van de ring rond Gijzegem om de bestaande schoolomgeving, die al jaren onder druk staat van het zwaar vervoer dat door het centrum van Gijzegem komt, te beveiligen, te verbeteren en te optimaliseren. Het kan niet de bedoeling zijn wanneer het tracé de Pachthofstraat zou snijden dat daar een bijkomende problematiek zou ontstaan ten overstaan van zwakke weggebruikers en dan zijn wij wel aan zet met betrekking tot het ontwerpend onderzoek en het finaliseren van die structuur. 11
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Zoals collega Van Lysebeth al gezegd heeft is het inderdaad zo dat er in elk geval flankerende maatregelen zullen voorzien worden en dat wij ook weten dat volgend jaar het tweede gedeelte van het huidige tracé van de N41 aangepast zal worden tot het centrum van Gijzegem en eigenlijk bijna tot aan de grens met Oudegem. Zodanig dat op het moment dat de ring rond Gijzegem gerealiseerd wordt wij eigenlijk van het Vlaamse Gewest een volwaardig vernieuwde straat overnemen, wat ook niet onbelangrijk is. Het is zo dat het standpunt van de stad Aalst ook altijd geweest is dat er voor de aanleg en het openstellen van de doortrekking van de N41 rond Gijzegem geen sprake kan zijn, voor zover er eerst geen oplossing geboden wordt aan de problematiek van de Boudewijnlaan en het op- en afrittencomplex van Siesegemkouter en stedelijk ziekenhuis. Dat standpunt blijft gestand en wanneer dat complete dossier aan de agenda geplaatst wordt, zal het uiteraard ook onderwerp uitmaken van besprekingen hier. Wat betreft het element dat gelanceerd is met betrekking tot de sneltram naar Dendermonde en Sint-Niklaas, dat is een dossier dat eigenlijk een beetje gepikt is door collega Van Malderen van Dendermonde. Dit is geen nieuw dossier, het is een dossier of een suggestie die opgenomen is in het meerjarig mobiliteitsplan van de Vlaamse Overheid om bepaalde zones met elkaar te gaan verbinden en in één adem zouden wij bijvoorbeeld ook tegelijkertijd het tracé Burst-Aalst er kunnen bijhalen, waar nu nog een trein rijdt, maar waar door het inzetten van een sneltram eigenlijk er kostenreducerend zou kunnen gewerkt worden, maar het is helemaal niet uitgemaakt of dat tracé gaat lopen langs het fietspad van Hofstade naar Gijzegem. Ik denk dat dit helemaal niet het geval zal zijn. Ik denk dat er een alternatief tracé zal onderzocht worden en mocht het dan toch zijn dat het tracé zou gebruikt worden, dan moet in elk geval ook flankerend er aan gekoppeld worden dat de fietsverbinding AalstHofstade-Gijzegem, via diezelfde zone, eigenlijk moet in stand kunnen gehouden worden. Maar ook dat zal onderhandeling vragen met de beheerder van de zate, namelijk de NMBS. Dat zal ook een dossier zijn dat hier ten gronde via commissie en college aan de gemeenteraad zal moeten voorgelegd worden. De heer Bart Van Lysebeth, schepen: Ik wil nog even ingaan op de windturbines. Dat is eigenlijk een goed voorbeeld. Ook de provincie is op dit ogenblik bezig met een provinciaal RUP voor te bereiden inzake zone’s te bepalen waar windturbines kunnen komen. Eigenlijk, collega, is dit het beste argument dat je aan de bewoners kan geven om toch wel effectief over te gaan tot het indienen van een bezwaar, als zij daar redenen voor hebben. Dit omdat er inderdaad verschillende besluitvormingen zijn die parallel lopen en die natuurlijk hun eigen dynamiek hebben. Ik heb niet willen aangeven dat er geen enkele hoorzitting zal komen, want ik sluit mij aan bij hetgeen collega Stylemans gezegd heeft. Er zal nog veel moeten gebeuren, en best ook nog heel gedetailleerd, naar specifieke projecten en situaties. Maar nu voor het RUP een hoorzitting organiseren, zou ook naar de bevolking mogelijks valse verwachtingen kunnen scheppen omdat wij geen initiatiefnemer zijn en omdat wij zelf ook niet kunnen ingrijpen op wijzigingen in het RUP omdat dit eigenlijk alleen maar aan de provincie toekomt. Dit is de reden waarom wij kiezen om daar geen valse hoop te creëren want als je een hoorzitting organiseert voor de bevolking dan mag het geen voldongen feit zijn en dan moet je minstens kunnen aangeven dat gij met effectieve bezwaren, die terecht zijn, kunt rekening houden. De heer Ignace Verhaegen, gemeenteraadslid: Ik geef de schepen gelijk want dat was een beetje de teneur in Dendermonde. De mensen waren met de verwachting gekomen dat zij vragen konden stellen en antwoorden krijgen en dat was niet het geval. 12
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN En voor de schepen van Mobiliteit, u zegt: “Dat is geen uitgemaakte zaak,”maar in het plan MER staat dat er potentieel is voor de uitbouw van de sneltramverbinding op de spoorwegbedding Oudegem-Aalst. De heer Johan Stylemans, schepen: Dus er staat in dat er een potentieel is. Dat wil dus niet zeggen dat het een uitgemaakte zaak is. De heer Ignace Verhaegen, gemeenteraadslid: Het is geen uitgemaakte zaak maar wij moeten dit toch opvolgen.
13
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 6.
Veiligheid. (465208) Vraag raadslid Mia De Brouwer (Onafhankelijk). Bijna dagelijks worden we geconfronteerd met inbraken, scheldpartijen, vechtpartijen zelfs ontvoering en overvallen. Oudere mensen vrouwen en kinderen durven bijna na zes uur, eenmaal donker. niet meer op de straat en dat in het centrum van onze stad. Naar aanleiding van de brutale overval 8 januari jongstleden (het Nieuwsblad 12/01/2011) had ik graag geweten hoeveel dergelijke feiten zich in 2011 in Aalst hebben afgespeeld en hoe dit cijfer geëvolueerd is sedert 2006. Zijn er ook cijfers beschikbaar voor het centrum van Aalst, zo ja hoe zien die eruit en wat is daar de evolutie sinds 2006? Daarnaast ben ik er ook van overtuigd dat vele dergelijke feiten voor de politie verstoken blijven omdat de slachtoffers de moeite niet doen of niet durven om hiervan aangifte te doen. Welke actie denkt het college te ondernemen om de burgers het belang van een dergelijke aangifte te overtuigen?
Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Het fenomeen “diefstallen met geweld” wordt in het lopend zonaal veiligheidsplan weerhouden als “veiligheidsfenomeen”, dat wil zeggen dat het behoort tot de zes fenomenen die prioritair worden aangepakt in de politiezone Aalst en er wordt in deze materie integraal en geïntegreerd projectmatig gewerkt. Dit toont aan dat het belang van het fenomeen erkend is zowel wat betreft de ernst van elke diefstal met geweld als wat betreft de impact ervan op elk slachtoffer. Ondanks deze doorgedreven aanpak moeten wij inderdaad vaststellen dat het aantal feiten blijft stijgen. In 2005 waren er 32 feiten, in 2006 waren er 62 feiten, in 2007 waren er 71 feiten, in 2008 waren er 82 feiten, in 2010 waren er zelfs 101 feiten en het blijft stabiel voor 2011 met 101 feiten. Nu, er is een analyse gebeurd om de verdeling van de diefstallen naar plaats en tijd in kaart te brengen zodat eigenlijk preventieve en controleacties kunnen geoptimaliseerd worden. Daarbij worden de feiten binnen de wallenring afzonderlijk onderzocht. Hieruit blijkt dat de geografische parameter te sterk schommelt en dus een onvoldoende resultaat geeft met het oog op het beter oriënteren van preventieve en ontradende acties. Diefstallen met geweld komen vooral binnen de deelgemeenten Aalst en Erembodegem voor, op verschillende tijdstippen, maar zonder vast patroon voor dag zowel als nacht. Uit een verdeling naar dag van de week levert dit ook geen nuttige gegevens op om preventieve acties beter te oriënteren. Nu uit de veiligheidsmonitor blijkt niet dat het aantal niet-aangiften hoog ligt. Vrijwel alle slachtoffers doen aangifte van diefstal met geweld. Vermoedelijk ligt het werkelijk aantal gevallen van steaming iets hoger dan het aantal aangiften dat wij binnenkrijgen. Vandaar zullen ook de scholen gesensibiliseerd worden om leerlingen toch aan te zetten om aangifte te doen van steaming. Nu elke diefstal met geweld of bedreiging maakt, in nauw overleg met het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter, het voorwerp uit van een grondig onderzoek, waardoor sedert de behandeling van dit fenomeen met als prioriteit het internationaal veiligheidsplan, elk jaar 50 % van de feiten opgehelderd worden, wat uiteraard een zeer hoog resultaat is in vergelijking tot andere fenomenen en waar wij eigenlijk terecht fier mogen op zijn. 14
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Er werd vastgesteld dat wanneer een diefstal met geweld uitzonderlijk niet wordt aangegeven of indien de aangifte niet geschiedt in overeenstemming met de wijze waarop de feiten zich in realiteit hebben voorgedaan, er andere omstandigheden of redenen zijn die bij het slachtoffer een rol spelen. Nu bij de ontwikkeling van het dossier “camerabewaking” staat uiteraard het bevorderen van veiligheid en ook diefstallen met geweld, voorop. Wij proberen er alles aan te doen dat camerabewaking maar ook voldoende verlichting en dergelijke er toe leiden dat uiteraard minder van die gevallen voorkomen, maar dat mensen ook wel meer aangifte zullen willen doen. Nu de sensibilisering gebeurt zeker, misschien moeten wij dat nog meer stimuleren. Maar ik heb er geen probleem mee, om als u dat graag hebt, dit nog verder in detail in een commissie Veiligheid te bespreken. Maar ik kan u verzekeren dat sensibilisering wel degelijk gebeurt en dat wij er alles aan doen om de methodes makkelijker te laten verlopen en om mensen toch wel aan te zetten om aangifte te doen. Het is nu eenmaal zo dat niet alle aangiften inderdaad binnenkomen maar blijkbaar hebben wij geen objectieve gegevens dat het aantal niet-aangiften hoog zou liggen, integendeel, uit de stadsmonitor blijkt het tegenovergestelde. Dat wil niet zeggen dat wij niet nog eens extra kunnen sensibiliseren. Mevrouw Mia De Brouwer, gemeenteraadslid: Die gevallen zijn meestal mensen die niet durven, die nog altijd drempelvrees hebben. Het zijn soms oudere mensen die de weg niet weten en ik denk dat het goed zou zijn dat wij daarover zouden sensibiliseren bijvoorbeeld via de seniorenclub? Men zou de mensen er moeten op wijzen dat het toch wel zeer nuttig is om dit te doen. Ik heb de laatste weken verschillende mensen bij mij op bezoek gehad die echt zwaar toegetakeld waren. Ik heb zelfs naar de wijkagent gebeld om dit te melden. Wij hebben waarschijnlijk allemaal in de krant gelezen dat er zondag een meisje bewusteloos lag op de straat. Dat is ook een geval dat niet alleenstaand is, want als je zondagvoormiddag op de Hopmarkt passeert, zie je daar veel mensen onder invloed van drugs. Er zijn er zo veel dat je zelfs niet durft stoppen om te vragen of ze hulp nodig hebben. Het is niet genoeg om één café te sluiten en deze dan op zaterdag op een andere plaats te laten openen. Wij weten dat er in dat weekend ook een meisje weggevoerd is naar het ziekenhuis. Ik zou daar wel meer aandacht voor vragen en misschien moet u daarover een gesprek hebben met de uitbaters. Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Ik heb geen probleem met uw suggestie om te sensibiliseren via senioren. Ik vind dat zelfs een zeer goede suggestie. Maar ik zou u willen aanraden om niet alles op één hoop te gooien. Het geval van de Hopmarkt van vorige week is nog in gerechtelijk onderzoek. Dat wil zeggen dat helemaal nog niet is gebleken wat er juist gebeurd is. Wij kunnen allerlei veronderstellingen hebben, maar zolang die niet bewezen worden naar aanleiding van de verhoren die door het parket worden gedaan, is het nog te vroeg, om daarover te oordelen. Wij houden uiteraard de Hopmarkt zeer goed in het oog. U weet dat daar bijna ieder weekend gecontroleerd wordt op drugs in het verkeer met betrekking tot een bepaalde zaak. Deze controle gebeurt steeds in de vroege ochtend meestal op zaterdag en zondag. Soms krijgen wij daar ook heel negatieve reacties op van mensen, die vinden dat ze onterecht worden tegengehouden, omdat zij niet onder invloed zijn van drank of drugs. Wij houden regelmatig die acties omdat wij het zo belangrijk vinden dat in het centruim van de stad iedereen op een veilige manier moet kunnen vertoeven. Ik zou u toch voorstellen om het allemaal niet op één hoop te gooien, want het is complexer dan dat, maar ik kan u verzekeren dat deze zaken zeker ter harte worden genomen. Ik zou u de raad geven om, als u mensen bij u krijgt die geen aangifte durven doen, te bellen naar de sociale dienst van de politie. 15
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Die dienst heeft een zeer goede reputatie en zij zullen zeker bij die mensen langs gaan. Dat zijn dan geen politieagenten, maar mensen die gespecialiseerd zijn en die kunnen de mensen helpen om het trauma te verwerken maar ook raadgevingen geven waarom ze toch aangifte zouden doen. Ik wil niet vooruit lopen op gerechtelijke dossiers die niets met elkaar te maken hebben, maar toch bedankt voor uw bezorgdheid. Mevrouw Mia De Brouwer, gemeenteraadslid: Ik had nog een vraagje. Is er een sluitingsuur voor bepaalde zaken? Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester: Als u het heeft over een bepaalde zaak op de Hopmarkt dan is die gedurende 4 maanden gesloten, en na die sluiting is in een charter met die zaak opgemaakt dat zij zich aan bepaalde overeenkomsten moeten houden, waaronder ook een sluitingsuur.
16
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 7.
Keppestraat in Erembodegem: dicht bij verkeersinfarct. Verkeer in centrum Erembodegem dreigt vast te lopen. (465269) Vraag raadslid Geert Verdoodt (sp.a). De Keppestraat die in Erembodegem de Ninovesteenweg met het station verbindt, kreunt de laatste maanden en jaren steeds meer en meer onder het toenemende verkeer. Honderden wagens, bussen en grote vrachtwagens wringen zich iedere dag in een bijna ononderbroken stoet doorheen de straat en langs de geparkeerde voertuigen. Hachelijke verkeerssituaties en stilstaande voertuigen zijn er schering en inslag. Aan het kruispunt tussen Keppestraat en de Rooms-Hofstraat ter hoogte van het Erembodegems station, is de situatie meermaals per dag chaotisch, ook buiten de spitsuren. Zeker wanneer grote vrachtwagens er de scherpe bocht richting Keppestraat moeten nemen, rijdt het verkeer er zicht steevast klem. Fietsen doorheen de straat of als voetganger de straat oversteken is meestal een hachelijke onderneming. Bewoners melden me regelmatig dat de onophoudelijke verkeersdrukte in combinatie met onaangepast rijgedrag het wonen in de straat steeds lastiger om dragen maakt. Ook in het weekend blijft deze situatie gelden. De voetpaden zijn op hele delen van de straat smal tot zeer smal en zorgen voor moeilijke passages van voetgangers, zowel van bewoners als passanten. De Keppestraat is in het verlengde van Dorpsstraat en Hogeweg de meest gebruikte straat om doorheen het centrum van de gemeente te rijden maar zij kan al een hele tijd de verkeersdrukte niet meer aan. Tijdelijke en noodzakelijke infrastructuurwerken in de Melkweg, Groenenbrielstraat en de Alfons Van De Maelestraat in het kader van Aquafin-werken verhogen de druk de laatste maanden nog extra. Toch kaderen de problemen in een ruimer kader. Ook de druk op parkeerplaatsen in het centrum en rond het station die moeten gedeeld worden door winkelbezoekers en treingebruikers is pertinent en neemt nog toe. De bewoners uit de straat en de buurt zijn vragende partij om de verkeerssituatie ernstig te evalueren en te bekijken waar op korte en lange termijn oplossingen mogelijk zijn, teneinde de woonkwaliteit terug te optimaliseren. Een werkgroep opstarten rond de mobiliteitsproblematiek in Erembodegem dringt zich op. Daarom stel ik graag volgende vragen aan het stadsbestuur:
1. Is de stad Aalst bereid op korte termijn te starten met een specifieke werkgroep om de mobiliteitsproblematiek in de Keppestraat en bij uitbreiding Erembodegem op te lossen? 2. Kan de stad Aalst hierbij bijzondere aandacht hebben voor de leefkwaliteit van de inwoners van de Keppestraat met onder andere de nodige aandacht voor brede en vlot begaanbare voetpaden?
De heer Johan Stylemans, schepen: Ik kan u zeggen dat de verkeerscirculatie en de verkeerssituatie in en om Erembodegem reeds lang een terecht zorgenkind is van zowel de dienst Mobiliteit als van mezelf. 17
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Het veelvuldig aansnijden door verkeersassen van de wellicht meest verstedelijkte deelgemeente van Aalst zorgt reeds lang voor kopzorgen en de ontwikkelingen die in de toekomst nog worden voorzien (oa. Keppekouter, Schotte en DuParc) zullen de situatie er niet op verbeteren. De dienst Mobiliteit heeft omtrent de Keppestraat een nota voorbereid, waarin al een eerste analyse gebeurde van de problematiek waarmee deze straat geconfronteerd wordt. De geregistreerde verkeersvolumes in de Keppestraat, wijzen mijns inziens op een oneigenlijk gebruik, waarbij er sprake is van doorgaand verkeer in de maas tussen de N405 (de oude Ninovesteenweg) en de N9 (de Brusselsesteenweg) en dit via de Roomshofstraat en Erembodegemstraat enerzijds en Erembodegem-Dorp en Hogeweg anderzijds. Dat betekent concreet dat het uitwerken van een oplossing voor de Keppestraat niet los kan gezien worden van het toekomstbeeld van andere straten zoals Hogeweg, Leuvestraat, Dorp en Roomshofbaan en bijgevolg een geïntegreerde aanpak vereist. Ik meen dan ook oprecht dat het aangewezen is om bij de opmaak van een nieuw mobiliteitsplan voor Aalst deze problematiek mee te nemen. Zou een aparte studie rond Erembodegem niet aangewezen blijken dan zal ik er in elk geval voor pleiten dat in het globale kader van de opmaak van het mobiliteitsplan met het luik Erembodegem een bijzonder aandachtspunt zou worden gegeven aan het belang van de in- en uitvalswegen voor het centrum van Aalst. Het is niet duidelijk of u een interne werkgroep bedoelt, dan wel een werkgroep waarin ook bewoners van de straat vertegenwoordigd zijn. Indien ook bewoners betrokken worden in het proces vraagt dit een goede voorbereiding en duidelijke afspraken. Dat kan u wel beamen, collega. Vast staat dat een kwalitatieve heraanleg van de Keppestraat niet mogelijk is zonder ingrijpende ruimtelijke ingrepen met verregaande beslissingen inzake eigendomsstructuren van particuliere aangelanden. Onteigeningen zullen wellicht niet te vermijden zijn. Het concept dat vanuit de dienst Mobiliteit in nauw overleg met het departement Openbare Werken als een soort van basismodel wordt opgemaakt en dat vandaag enkel nog maar een eerste basis vormt van intern overleg en studie, is precies bedoeld om de voorzieningen voor voetgangers en fietsers op te waarderen en de leefbaarheid van de straat te verhogen. De bereidheid om actief in te spelen op deze problematiek is en blijft er. Ik blijf er echter tegelijkertijd op drukken dat omzichtigheid in dit dossier is geboden en dat intens overleg met alle betrokkenen de enige kans is op een succes naar de toekomst toe.
18
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 8.
Cambio autodelen in Aalst. (465261) Vraag raadslid Nancy Mbuyi Elonga (GROEN!). In vele Vlaamse centrumsteden wordt auto-delen heel actief gestimuleerd. Vlaanderen heeft twee verenigingen: Cambio biedt een commercieel opgevat totaalpakket aan. Autopia vzw hanteert een netwerkformule met particulieren. In Brussel is onlangs nog derde speler gestart: Zen-Car, met uitsluitend elektrische wagens. De voordelen van autodelen zijn bekend: het stimuleert duurzame mobiliteit, kostenefficiëntie en een gezond leefmilieu. Cambio autodelen werkt al in Brussel en 14 Vlaamse steden en gemeenten, vooral in centrumsteden: Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Genk, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Turnhout, Sint-Niklaas… Samen goed voor meer dan 10.000 gebruikers! Bij de centrumsteden ontbreekt enkel Roeselare en jammer genoeg ook Aalst… In de Milieubeleidsplannen van Aalst werd al jaren geleden beloofd dat men het zou onderzoeken. Of het haalbaar is in Aalst, of er belangstelling voor zou zijn. U zou ook onderzoeken of Cambio-voertuigen ingeschakeld zouden kunnen worden in het systeem van de stedelijke dienstvoertuigen. Hierdoor kan het wagenpark van de stad verminderd worden. Cambio kiest voor energiezuinige wagens, en heeft ook al elektrische wagens in zijn aanbod. Vijf steden doen dat intussen al: zij kopen dus minder dienstvoertuigen aan. Cambio werkt ook samen met bedrijvencentra, met De Lijn, met partners uit de sociale economie (zoals FIETSenWERK). Mijn voorganger Karine Kindermans vroeg op 7 september 2010 hoe het met die plannen gesteld was. Er werd haar geantwoord dat de dienst mobiliteit in het najaar 2010 een enquête zou plannen. Die enquête liep uiteindelijk van mei 2011 tot september 2011.
Vragen: 1. Wat was in Aalst het resultaat van de enquête in verband met autodelen? Krijgen de deelnemers aan de enquête feedback? 2. Op basis van het resultaat zou de stad onderhandelen met Cambio - Optimobil Vlaanderen. Welk besluit nam het cbs hierover? Zijn die onderhandelingen al gestart? 3. Welke timing voorziet Aalst voor de start of een proefperiode van Cambioautodelen? 4. De stad Gent besloot vanaf 1 januari 2012 een subsidie uit te keren voor wie nieuw lid wordt van Cambio: het inschrijvingsgeld wordt door de stad terugbetaald. Wordt zo een stimulans in Aalst ook overwogen? De heer Johan Stylemans, schepen: In eerste instantie dien ik u te melden dat de leden van de commissie Mobiliteit in zitting van 25 januari 2012 geïnformeerd werden over de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek dat door middel van een enquête werd uitgevoerd. 19
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Jammer genoeg was u, als lid van de commissie, afwezig op deze commissie waardoor u niet in staat bent geweest om kennis te nemen van de resultaten en deel te nemen aan de bespreking van dit punt. Maar niet getreurd, ook in februari zal dit punt aan de agenda van de commissie Mobiliteit worden geplaatst. Over de enquête werd gecommuniceerd via affiches aan alle balies van het stadhuis en via de beschikbare mediakanalen van de stad (website, Denderend Aalst, persbericht,...). De enquête kon ingevuld worden ofwel via een online webtoepassing van de website van de stad, ofwel aan de hand van een papieren versie welke op eenvoudig verzoek kon opgevraagd worden bij de dienst Mobiliteit. Overigens liep de enquête over de referentieperiode juli-augustus-september 2011 en niet van mei 2011 tot september 2011. Geen enkele papieren versie werd opgevraagd, via de website van de stad werden 120 representatieve deelnames geregistreerd. De leden van de commissie ontvangen tegen de volgende commissievergadering (februari 2012) een rapport waarin alle antwoorden zullen vervat zitten. Het is uiteraard de bedoeling de respondenten te informeren over de resultaten van de enquête van zodra deze zijn gevalideerd door de daartoe bevoegde organen (commissie Mobiliteit, cbs, gemeenteraad). Dit werd overigens voorzien in de enquête. Op het einde van de enquête kon elke geïnteresseerde respondent zijn gegevens achterlaten om op de hoogte te blijven van het verdere verloop van het onderzoek. Desalniettemin spreekt het voor zich om de respondenten concreet te informeren aan de hand van een doelgerichte actie. Het is precies die actie (m.a.w. start Aalst met autodelen of niet?) dat nog moet gevalideerd worden door het cbs en de gemeenteraad. Volledigheidshalve moet ik u zeggen dat Cambio zelf beschikt over een lijst van mensen die in de voorbije maanden en jaren spontaan contact hebben opgenomen om zich te informeren over de mogelijkheden van autodelen in Aalst. Ook deze mensen zullen bij de verdere uitwerking worden betrokken. Er is op geen enkele wijze gesteld dat de stad zou onderhandelen met Cambio op basis van de resultaten van de uitgevoerde enquête. Het voeren van een enquête is een eerste randvoorwaarde dat wordt opgelegd door Cambio autodelen met als doel samen met Cambio na te gaan of er in Aalst interesse is voor autodelen. Het resultaat van die bevraging is één van de parameters die de dienst Mobiliteit in staat stelt om op basis van objectieve elementen een advies te formuleren aan het cbs en de gemeenteraad. Een andere parameter is de samenwerkingsovereenkomst tussen Cambio en de stad Aalst. Hiertoe werd vorige week donderdag 26 januari 2012 een overleg gepleegd op mijn kabinet om samen met de medewerkers van de dienst Mobiliteit de modaliteiten en randvoorwaarden van deze samenwerkingsovereenkomst in detail te bespreken. Het cbs zal gevraagd worden een besluit te nemen op basis van het finale advies van de dienst Mobiliteit. Het ligt in de ambitie van de dienst Mobiliteit de samenwerkingsovereenkomst te agenderen op de agenda van de gemeenteraad van maart 2012. De financiële middelen zijn in elk geval voorhanden. Het woord 'onderhandelen' plaatst de opzet van wat autodelen in Aalst kan betekenen ietwat in een verkeerd perspectief. Cambio mag dan wel gecategoriseerd worden als 'privaat initiatief', het wordt door tal van openbare instellingen (zoals bv. de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn, NMBS, TEC, MIVB,...) terecht ondersteund. Autodelen moet dan ook gezien worden als een duurzame en aanvullende verplaatsingsschakel in onze mobiliteitsketen. Dat wil niet zeggen dat Cambio haar diensten voor niets aanbiedt. Zoals reeds gezegd moeten de modaliteiten van de samenwerkingovereenkomst nog op het cbs besproken worden.
20
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Wel kan reeds gemeld worden dat de stad niet alleen hoeft tussen te komen in de variabele onkosten welke door het systeem wordt gegenereerd. De stad Aalst kan rekenen op een aanzienlijke ondersteuning van de Vlaamse overheid. Zoals reeds aangegeven ligt het in de ambitie van de dienst Mobiliteit de samenwerkingsovereenkomst te agenderen op de gemeenteraad van maart 2012. Daarna moet nog 4 maanden gerekend worden tot de effectieve implementatie van Cambio-voertuigen in de stad. Vooral het luik 'communicatie' vertegenwoordigt een belangrijk aandeel in deze periode. Daarnaast moeten ook nog andere modaliteiten geregeld worden zoals bijvoorbeeld het voorzien van gereserveerde parkeerplaatsen voor de voertuigen en de inrichting van deze parkeerplaatsen zoals het voorzien van beugels. De stad Gent heeft er natuurlijk ook voor gekozen om de Cambio voertuigen in te zetten als dienstvoertuigen voor dienstverplaatsingen van de stad. Als schepen van Mobiliteit ben ik dit gegeven genegen en ondersteun ik het advies van de dienst Mobiliteit om dit ook in Aalst te implementeren. Op dat vlak heb ik reeds overleg gepleegd met mijn collega van Openbare Werken, mevrouw Van de Steen met betrekking tot het aankoopbeleid voor dienstvoertuigen. Het is natuurlijk belangrijk te weten dat de stad Aalst al een aandeel heeft in de kosten die door het systeem Cambio-autodelen wordt gegenereerd. De stad voorziet in een minimum afname van de Cambio-diensten: 600,- EUR per wagen (met ondersteuning van Vlaanderen komt dit op max. 300, EUR per wagen over een periode van 18 maanden). Hierna zal de ondersteuning opnieuw geëvalueerd worden - de opstartfase bedraagt 3 voertuigen en vervult ook logistiek en communicatief heel wat taken. De stad Gent heeft reeds sinds 2004 autodelen op haar grondgebied. Het feit dat de stad Gent vandaag inschrijvingsgeld terugbetaalt, is natuurlijk een evolutie en een antwoord van de stad op het steeds groeiende succes van het autodelen in de Gent. Nuance met Aalst: bij ons moet het project nog opstarten, bekend worden, gebruikt worden, groeien en geëvalueerd worden. Pas na een grondige evaluatie kan een afdoende antwoord op uw vraag gegeven worden. Maar niet onbelangrijk en misschien een grote geruststelling is dat Cambio zelf het gebruik van haar systeem gericht monitort en intern evalueert op basis van de gebruiksfrequentie. Ook de stad wordt hiervan in kennis gesteld en afhankelijk van de output van deze monitoring worden aangepaste formules voorgesteld aan de stad én gebruikers van Cambio-autodelen. Om deze vraag af te ronden kan ik algemeen nog stellen dat: De samenwerkingsovereenkomst een financiële ondersteuning/eigen deelname van de stad voorziet gedurende minimum 24 maanden (startende vanaf de opstartdatum). De Vlaamse overheid Cambio-autodelen in Aalst ondersteunt in de vorm van een gegarandeerde gebruikersafname van max. 300,- EUR per voertuig voor de opstart met drie wagens over een periode van 18 maanden. Na deze 18 maanden kan het Cambio-voertuigenpark in Aalst uitgebreid worden met 1 tot 2 wagens en wordt ook hier Vlaamse ondersteuning voorzien over een periode van 12 maanden ten bedrage van max. 300,- EUR per wagen. Ik heb geprobeerd om zoveel mogelijk en gedetailleerd een antwoord op uw vragen te formuleren.
21