Agenda Openbare raadsvergadering
Dinsdag 27 maart 2012 Aanvang 20.00 uur Raadzaal in het Raadhuis, Dr. Langeveldplein 30, Sliedrecht Om 20.00 uur begint een vragen(half)uurtje (artikel 45 vragen). De leden van de raad kunnen tijdens dit half uur vragen stellen aan het college van burgemeester en wethouders. Aansluitend zal de raadsvergadering beginnen.
1.
Opening en loting t.b.v. stemming en volgorde sprekers
2.
Spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen Personen die willen inspreken over geagendeerde onderwerpen dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon.
3.
Vaststellen agenda
4.
Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van: a. 31 januari 2012 b. 21 en 22 februari 2012
notulen a notulen b
5.
Ingekomen stukken en mededelingen
raadsvoorstel bijlagen
Hamerstuk zonder stemverklaring
6.
Ontwerpbegroting 2012 Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht/Sliedrecht
raadsvoorstel raadsbesluit bijlagen
Debatstukken 7.
Vaststellen van bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C
raadsvoorstel raadsbesluit bijlagen
Hamerstuk met stemverklaring 8.
Verstrekking eenmalige bijdrage Griendencollege
raadsvoorstel raadsbesluit
-2-
9.
Sluiting
Sliedrecht, 16 maart 2012 De voorzitter van de gemeenteraad,
A.G.M. van de Vondervoort
-3-
De voorzitter gaat ervan uit dat alle technische en informatieve vragen voor de vergadering naar de griffie,
[email protected] zijn gemaild, zodat de vergadering hiermee niet wordt belast.
Aanlevering moties en amendementen In verband met een goed verloop van de vergadering wordt u verzocht digitale teksten van moties en/of amendementen uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te mailen, zodat vermenigvuldiging kan plaatsvinden.
Vergaderstukken De (digitale) agenda, de notulen en de voorstellen staan op www.sliedrecht.nl/raad. De (papieren) agenda, de notulen en de voorstellen liggen vanaf vrijdag 23 maart 2012 ter inzage in de publiekshal van het gemeentekantoor aan de Industrieweg 11.
GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE (HAMERRAAD)VERGADERING GEHOUDEN OP DINSDAG 31 JANUARI 2012
Voorzitter: mevrouw A.G.M. van de Vondervoort Griffier: de heer A. Overbeek Verslag: mevrouw E. Verveer, bureau Getikt (af audio) Aanwezig:
17 leden: de heren T.C.C. den Braanker, M.C. Quist, mevrouw H.M. Mulder, L.A. Huijser, mevrouw M.J. Bisschop-Roodbeen, mevrouw G.J. Visser-Schlieker, de heren T.W. Pauw, M. Sneijder, W.H. Blanken, A. van Gameren, de heren J.J. Huisman, mevrouw C.A. de Bruin, V.E. Prins, W.J. Dunsbergen, K. Kuiken, mevrouw C.E. Verschoor-Bijderwieden, de heer L. van Rekom.
Afwezig:
de heer C.N. de Jager, de heer M. Visser
Namens het college:
de wethouders J.P. Tanis, J.A. Lavooi en A. de Waard
1. OPENING EN LOTING T.B.V. STEMMING EN VOLGORDE SPREKERS De voorzitter Dames en heren, goedenavond. Hartelijk welkom bij deze vergadering van de gemeenteraad van Sliedrecht. We hebben een hamerraad zoals gemeld. De heer Visser heeft aangegeven later te zullen komen en voor het geval er stemmingen zijn, dan beginnen die bij nummer vijf op de presentielijst, mevrouw Mulder. De heer de Jager is afwezig. 2. VASTSTELLEN AGENDA De voorzitter Kan de agenda worden vastgesteld zoals die hier ligt? Dat is het geval. Hamerstukken zonder stemverklaring 3. HERBENOEMING BESTUURSLEDEN STICHTING OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS PAPENDRECHT EN SLIEDRECHT (OPOPS) De voorzitter Akkoord met het voorstel? Dan is aldus besloten. Hamerstukken met stemverklaring 4. GR VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID De voorzitter Wie wenst een stemverklaring te geven? Bij nader inzien niemand? Kan ik dan aannemen dat conform het voorstel wordt besloten? Dat is het geval.
5. SLUITING De voorzitter Dan zijn wij toe aan de sluiting en dat is bij deze gebeurd. Dank u wel.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 27 maart 2012. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
-2-
GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP DINSDAG 21 en WOENSDAG 22 FEBRUARI 2012
Voorzitter: mevrouw A.G.M. van de Vondervoort Griffier: de heer A. Overbeek Verslag: mevrouw E. Verveer, bureau Getikt (af audio) Aanwezig:
18 leden: de heer T.C.C. den Braanker, mevrouw M.J. BisschopRoodbeen, de heren M.C. Quist, L.A. Huijser, M. Visser, mevrouw H.M. Mulder, de heren C.N. de Jager, V.E. Prins, W.J. Dunsbergen, K. Kuiken, mevrouw G.J. Visser-Schlieker, de heren M. Sneijder, W.H. Blanken, mevrouw C.A. de Bruin, de heren A. van Gameren, J.J. Huisman, L. van Rekom, mevrouw C.E. Verschoor-Bijderwieden
Afwezig:
de heer T.W. Pauw
Namens het college:
de wethouders J.P. Tanis, J.A. Lavooi en A. de Waard
1. OPENING EN LOTING T.B.V. STEMMING EN VOLGORDE SPREKERS De voorzitter Goedenavond. Ik open de vergadering van de gemeenteraad. Hartelijk welkom iedereen. Er is bericht van verhindering binnengekomen van de heer Pauw. Bij de agenda is aan de orde dat de stemming en de sprekersvolgorde wordt gestart door nummer 15, mevrouw Mulder. Bij de agendapunten 7 tot en met 9 ben ik de portefeuillehouder vanuit het college en ik heb met uw vicevoorzitter afgesproken dat hij op dat moment het voorzitterschap van deze vergadering op zich neemt. 2. SPREEKRECHT BURGERS OVER GEAGENDEERDE ONDERWERPEN Personen die willen inspreken over geagendeerde onderwerpen dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de raadsvergadering aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. De voorzitter Dan zijn we bij het spreekrecht voor burgers over geagendeerde onderwerpen. Ik heb begrepen dat u via de mail informatie heeft ontvangen over en van een tweetal mensen die hadden willen inspreken. Op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht en de inmiddels op grond daarvan vaststaande jurisprudentie is het zo dat lopende zienswijzenprocedure daarover niet kan worden ingesproken. En dat artikel uit de Algemene Wet Bestuursrecht en de jurisprudentie die op grond daarvan is ontstaan heeft ook zijn weerslag gekregen in artikel 18 lid 2 van uw eigen reglement zoals dat in nagenoeg alle gemeenten het geval is, want dat zijn de voorstellen uit de voorbeeldreglementen van de VNG. Dat is de reden dat aan betrokkenen niet kan worden toegestaan hier in te spreken.
Overigens is het zo dat ik mijn secretariaat heb gevraagd om als voorzitter van raad en college met beide betrokkenen een gesprek te hebben, dus dat zal naar ik aanneem binnenkort plaatsvinden. Ik deel u dat even mee, zodat u weet wat er aan is vooraf gegaan en wat de redenen zijn dat het loopt zoals het loopt. Andere mensen met betrekking tot het spreekrecht hebben zich niet gemeld. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser U zei dat het was lopende de zienswijzenprocedure. Maar met het raadsvoorstel wat wij hier vanavond op tafel hebben liggen is toch het zienswijzentraject gelopen. Want u adviseert daar toch in om ze gegrond en ongegrond verklaren? De voorzitter Het college doet een voorstel aan de raad, maar de raad beraadslaagt daarover en besluit daarover. En pas daarna is dat traject afgelopen. Mevrouw Visser Oké, dank u wel. 3. VASTSTELLEN AGENDA De voorzitter Dan stel ik u voor de agenda zoals die voorligt vast te stellen. Mevrouw Bisschop. Mevrouw Bisschop Voorzitter, dank u wel. Ik heb één mededeling van orde. Ik wil graag aankondigen dat ik tijdens punt 15 de raadzaal zal verlaten. De voorzitter Dank u wel. Verder niet over de agenda? Dan is hij daarmee vastgesteld.
4. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN: a. 29 november 2011; b. 20 december 2011 De voorzitter Dan zijn wij bij de notulen van de vergadering van 29 november. Die kunnen worden vastgesteld, neem ik aan? Dat is het geval. Vastgesteld. Van 20 december. Die kunnen worden vastgesteld? Dat is het geval.
5. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN Voor kennisgeving aannemen: 1. Artikel 44 vragen van de fractie van het CDA van 14 december 2011 over informatievoorziening aan bewoners Baanhoek-West en de beantwoording van het college van 5 januari 2012 2. Artikel 44 vragen van de fractie van het CDA van 16 december 2011 over de Merwede-Lingelijn en de beantwoording van het college van 11 januari 2012 3. Artikel 44 vragen van de SGP/ChristenUnie fractie van 20 december 2011 over windenergie en de beantwoording van het college van 10 januari 2012 4. Artikel 44 vragen van de fractie van het CDA van 23 januari 2012 over hondenbeleid en de beantwoording van het college van 31 januari 2012 5. Artikel 44 vragen van de fractie van PRO Sliedrecht van 30 januari 2012 over aangetekende brief de heer Slootweg 6. Brief van het college van 31 januari 2012 over stand van zaken beantwoording artikel 44 vragen projecten van de fractie van PRO Sliedrecht van 31 oktober 2011. 7. Auditplan gemeente Sliedrecht 2011. Brief auditcommissie aan gemeenteraad over accountantsofferte. Verslag Auditcommissie van 20 december 2011. 8. Startnotitie “Doeltreffendheid van subsidies” van de rekenkamercommissie Sliedrecht. 9. Brief van Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht van 1 februari 2012 over statutenwijziging De voorzitter Dan zijn wij toe aan de ingekomen stukken en mededelingen. Ik neem aan dat conform het voorstel kan worden besloten. Is dat het geval? Dat is het geval. Dank u wel.
-4-
6. VACATURE REKENKAMERCOMMISSIE (BENOEMING) De voorzitter Dan zijn we bij agendapunt 6, de benoeming van een lid voor de vacature in de Rekenkamercommissie. Ik zou willen vragen of mevrouw Verschoor, de heer Huisman en de heer Prins de commissie van stemopneming willen zijn. Dan vraag ik een ieder het stembiljet in te vullen en schors ik voor enkele ogenblikken om op de uitslag van de stemming te wachten. SCHORSING De voorzitter Ik heropen de vergadering. Er zijn uitgebracht 18 stemmen, waarvan 14 voor de heer Mak, 3 tegen en 1 blanco. Daarmee is de heer Mak benoemd tot lid van de Rekenkamercommissie.
7. TOEKOMST VAN SLIEDRECHT De voorzitter Dan zijn wij toe aan agendapunt 7, de toekomst van Sliedrecht. Dan vraag ik de heer Den Braanker om met mij van plaats te wisselen. De vicevoorzitter Aan de orde is agendapunt 7, Toekomst van Sliedrecht, waarin de raad wordt gevraagd om in te stemmen met een negental punten. Wie wil hier het woord over voeren? Goed. De heer Van Gameren heeft het woord. De heer Van Gameren Dat is heel snel; dank u wel. We praten vanavond over de toekomst van Sliedrecht. Eigenlijk zou dat een discussie moeten zijn over de echte inhoud van de toekomst van Sliedrecht, wat we in de komende jaren voor de burgers zouden willen realiseren, maar het gaat vanavond meer over de techniek en de bestuurlijke organisatie van Sliedrecht in de toekomst. Want die echte toekomst hebben we al eerder besproken in de nota Sliedrecht 2010 en verder. Daar hadden we een schitterende missienotitie genoteerd. Ik wil hem nog wel eens even opdiepen. Verdiepend in water, innovatief op land en samen betrokken bij de mensen. Dat hoort eigenlijk de toekomst te zijn voor Sliedrecht. Maar dan toch. De PvdA is het afgelopen jaar vrij helder geweest over de toekomst van Sliedrecht. Namelijk als eerste: de gemeente blijft zelfstandig voortbestaan. De organisatie wordt op termijn in overzichtbare fases afgeslankt tot de direct bestuurlijke zaken per gemeente en tot de echt voor de bevolking van belangzijnde zaken, zoals ruimtelijke ordening beheer op gemeentelijk, wijk- en dorpsniveau, welzijn, sport, cultuur en dergelijke. Ik denk dat dat juist ook uitgangspunt zou moeten zijn. De overige inhoudelijke en materiële productie laten we dan over of delegeren deze aan technische uitvoeringsorganisaties, zoals die nu nog bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden als dochters bekend zijn. Maar, ik zal dat straks nog een keer herhalen, het echte beleid moet dichtbij onze borst blijven, moet dichtbij de lokale gemeente blijven. En dus niet bij een Drechtraad. Die kan wat ons betreft worden opgeheven. Dat wil zeggen: geen Drechtstad, dat wil zeggen: geen verlengd lokaal bestuur. Dat is heel helder. De huidige gemeenschappelijke regeling Drechtsteden is een aardige bureaucratie geworden met veel bestuurlijke drukte. En gelet op het dreigement van Dordrecht in het laatste voorstel van het Drechtstedenbestuur over Noordoevers lijkt de koers naar Drechtstad daar al te worden ingezet. De PvdA Sliedrecht staat hier anders in; heel anders. Althans, in zoverre dat waar het besluit uitgaat van samenwerking op basis van verlengd lokaal bestuur, zoals dat nu de praktijk is. De fractie van de PvdA kiest voor samenwerking met en uitbesteding aan zelfstandige uitvoeringseenheden, die elk onder toezicht horen te staan van een eigen compact toezichtorgaan voor die functie en die verantwoording aflegt aan de raad van Sliedrecht. Dat kunnen zijn de huidige of straks nieuwe dochters binnen de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Maar dat is geen wet van Meden en Perzen. Dan de amendementen. Wij hebben gepoogd, met hulp van anderen, dat tot uitdrukking te brengen in een aantal amendementen. Ik heb ze van tevoren ingediend en ze zijn al uitgereikt, heb ik gezien. Ik weet niet of de voorzitter me echt verplicht om ze straks allemaal te gaan voorlezen. Ik wil dat graag doen, maar iedereen heeft die dingen voor zich. Voor het overige sluiten wij aan bij het besluit zoals dat nu voorligt, namelijk: Sliedrecht blijft bestuurlijk zelfstandig en het ambtelijk apparaat wordt in fasen en op termijn omgevormd naar een regievoerende organisatie. Ook in de rest van de punten kunnen we ons vinden omdat die vrij vaag zijn, breed geformuleerd zijn en
-5-
eigenlijk ook wel gelden voor de door de PvdA nagestreefde wijze van samenwerking en uitbesteding. In de opiniërende vergadering is er door de andere partijen, en met name door de SGP/ChristenUnie en het CDA veel stil gestaan bij het lonken, ik zeg het negatief maar ik bedoel het niet zo, naar Hardinxveld-Giessendam. Wat ze zelf met Sliedrecht dan als toekomst in gedachten hebben, heb ik nog niet vernomen. Ik heb wel begrepen dat Hardinxveld helemaal niet onze kant op wil, laat staan dat ze zich willen aansluiten bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Hardinxveld ziet het SCD, zo heb ik begrepen, net als een aantal andere gemeenten in de Waard, als een waar schrikbeeld. En voor de rest lijkt iedereen het allemaal wel best te vinden wanneer we zo doorgaan in de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Onze stellingname is anders; wij willen terug naar eigen beleidvoering op de belangrijke onderdelen. Wij begrijpen ook best dat het natuurlijk niet morgen zal kunnen. Natuurlijk, de bestaande dochters moet je misschien nog lang in ere houden, maar straks komen er vragen om andere velden, andere functies ook te gaan overdragen naar de netwerkgedachte in Dordrecht. Onderwijs, cultuur, misschien zelfs veiligheid en dat soort zaken. Daar willen wij het beleid dicht bij ons houden. En dat zou beter kunnen met een eigen beleid in plaats van verlengd lokaal bestuur. Daar wil ik het in eerste termijn bij laten. De vicevoorzitter Misschien is het wel goed, want u heeft gerept over de amendementen die u heeft ingediend, om die toch voor te lezen, al is het alleen al voor de begrijpelijkheid en dat we kunnen meelezen en het tussen de oren krijgen. Als u mij toestaat, geef ik ook een nummer aan de amendementen. De heer Van Gameren Oké, prima. Ik begin met de eerste. Mag ik me beperken tot het amendement zelf en niet alle toelichting erbij? Amendement 1 gaat over de toekomst van Sliedrecht. In het besluit toekomst van Sliedrecht gestelde conceptbesluit wordt als extra besluitpunt toegevoegd tussen de punten 5 en 6 als extra nieuw deelbesluit: 6. In geval van verdere samenwerking en/of uitbesteding van gemeentelijke taken en activiteiten wordt gekozen voor het neerleggen daarvan bij uitvoeringsorganisatie per beleidsector. Dat was nummer 1. Nummer 2. In het conceptbesluit toekomst van Sliedrecht wordt als extra besluitpunt toegevoegd na nieuw punt 6 een nieuw deelbesluit 7. In geval van samenwerking en/of uitbesteding van gemeentelijke taken en activiteiten bij de bovengenoemde uitvoeringsorganisatie blijft het beleid bij de gemeente en de verantwoording voor de bedrijfsvoering en de productie van zo’n eenheid komt bij een compact toezichtorgaan. Dat was nummer 2. De vicevoorzitter Even voor de goede orde. Leest u ze nu op zoals die voorliggen, zoals die uitgedeeld zijn? Want anders wijkt uw gesproken tekst af van de geschreven tekst. De heer Van Gameren O, sorry. Ik had ze nauwkeuriger voor moeten lezen, sorry. Mevrouw Van de Vondervoort Ze zijn van 4 tot 1 geniet in plaats van van 1 tot 4. De heer Van Gameren Ja, dat heb ik ook ontdekt, dus ik was toch maar bij 1 begonnen. Neem me niet kwalijk. De vicevoorzitter Maar dan is dat voor iedereen duidelijk. De heer Van Gameren Voor de voorzitter niet, maar voor mij wel. Dus dat is helder. We gaan verder met nummer 3. Het in de conceptnota toekomst van Sliedrecht gestelde concept raadsbesluit wordt als extra besluitpunt toegevoegd na het nieuwe deelbesluit 7: 8. In geval van samenwerking en/of uitbesteding van gemeentelijke taken en activiteiten bij uitvoeringsorganisaties ligt de keuze voor zo’n samenwerking en/of uitbesteding daarvan bij de raad op basis van een productencatalogus, leveringsovereenkomst, afspraken- en uitvoeringsprotocollen en een contract met een einddatum. Dat was nummer 3.
-6-
Dan komen we toch bij nummer 4. In het in de conceptnota toekomst van Sliedrecht gestelde raadsbesluit wordt als extra besluitpunt toegevoegd na nieuw deelbesluit 8: 9. In geval van samenwerking en/of uitbesteding van gemeentelijke taken en activiteiten bij uitvoeringsorganisaties vindt dat alleen plaats als daar voor Sliedrecht kwaliteitswinst en/of efficiencywinst is te behalen die vooraf meetbaar is. Dat was nummer 4 van de door ons ingediende amendementen. De vicevoorzitter Goed. Dan wil mevrouw Visser interrumperen. Mevrouw Visser Ik wilde eigenlijk twee vragen stellen aan de heer Van Gameren van de PvdA fractie. Als ik het goed begrijp, houdt u vast aan 1 tot en met 6. Dan komen er vier tussen, zoals geformuleerd in uw amendementen. En dan gaan we verder met de huidige 7 zoals het in het concept raadsvoorstel staat?
De vicevoorzitter Wilt u uw microfoon gebruiken, meneer Van Gameren? Mevrouw Visser Ik ga er op die manier van uit dat u dat zo bedoelt. Maar als ik nou naar het concept raadsvoorstel kijk, en dan met name naar het voorgestelde besluitpunt 7, daar staat: het college werkt bovenstaande beslissingen zo uit dat de raad in de gelegenheid is beleidsmatig en financieel de kaders aan te geven en controle uit te voeren, lokaal en regionaal. Als ik u nou goed heb horen spreken in uw eerste termijn, dan onderschrijft u gelukkig een beetje ons standpunt wat de verantwoordelijkheid van de Drechtraad betreft, maar dan kan deze zin toch eigenlijk ook niet blijven bestaan? Want u wijst eigenlijk verlengd lokaal bestuur af en zegt: beleid blijft in Sliedrecht, maar verantwoording blijft ook in Sliedrecht. De heer Van Gameren Ja. Mevrouw Visser Dan zouden we toch eigenlijk lokaal en regionaal moeten kunnen schrappen bij 7? De vicevoorzitter De heer Van Gameren aan het woord. De heer Van Gameren Ik zit even te zoeken naar het raadsvoorstel zelf. De vicevoorzitter U mag daar ook in tweede termijn op terugkomen. Mevrouw Visser Mag ik dan nog een vraag stellen over de amendementen aan de heer Van Gameren? De vicevoorzitter Ja, u mag een vraag stellen. Mevrouw Visser Het amendement nummer 3, meneer Van Gameren. De heer Van Gameren Amendement nummer 3. Die andere laat ik even zitten, ja? Mevrouw Visser Ja, ik neem aan dat we toch nog schorsen dadelijk over de amendementen, dus dat u nog tijd heeft om daar nog even op terug te komen. De heer Van Gameren Maar het gaat om amendement 3? De vicevoorzitter Mevrouw Visser is aan het woord, meneer Van Gameren. Mevrouw Visser Amendement nummer 3, daar wilt u toevoegen het punt 8 in geval van samenwerking en/of uitbesteding van de gemeentelijke taken en activiteiten bij uitvoeringsorganisaties ligt de keuze… Nou, maar de laatste zin met name: en een contract met einddatum.
-7-
De heer Van Gameren Ja. Mevrouw Visser Is dat in uw belevingswereld een uittredingsdatum? Wat bedoelt u met een einddatum? De vicevoorzitter De heer Van Gameren aan het woord. De heer Van Gameren Als ik met iemand een samenwerking aanga, danwel een uitbestedingscontract sluit, dan heb ik er nog nooit een gezien zonder einddatum. Dus dat kan vijf jaar zijn, dat kan tien jaar zijn. Mevrouw Visser Maar u bedoelt een einddatum, echt op die manier? De heer Van Gameren Ja. Mevrouw Visser Oké. Het was een verhelderingsvraag. Dank u wel. De vicevoorzitter Goed. Dat was het betoog van de heer Van Gameren. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Voorzitter, dank u wel. De VVD kan u melden dat we het op heel veel punten eens zijn met de voorstellen. Op veel punten, zei ik. Helaas niet met alle. Het vierde besluitpunt geeft aan dat er op gemeenschappelijk beleidsmatig terrein samenwerking met één of meer andere gemeenten of samenwerkingsverbanden plaatsvindt. We gaan er van uit dat hiermee bedoeld wordt dat er ruimte is om samenwerking met buurgemeenten buiten het Drechtstedenverband te kunnen realiseren. Graag ontvangen wij hiervan een bevestiging. Want dit betekent dan ook dat we met Gorinchem, Hardinxveld of Molenwaard beleidsmatig kunnen gaan samenwerken. Zoals al eerder aangegeven vinden we de huidige wijze waarop de Drechtraad functioneert, niet werkbaar. Het democratisch gehalte is wat ons betreft ver te zoeken en totaal niet effectief. Zonde van het geld en de tijdbelasting van de raadsleden. In dat kader heeft de VVD een poging gedaan om bij de andere fracties te polsen of een wijziging van inrichting van de Drechtraad gesteund zou worden. Deze wijziging zou dan betrekking kunnen hebben op in plaats van de raadsleden in de Drechtraad te laten plaatsnemen, dat we de portefeuillehouders naar voren schuiven, die dan in de Drechtraad zouden kunnen deelnemen. Onze collegeleden kunnen dan gewoon weer de belangen behartigen van de gemeente Sliedrecht, zoals gebruikelijk bij de andere gemeenschappelijke regelingen. Helaas hebben wij moeten constateren dat er voor dit voorstel geen meerderheid is. Dat vinden wij jammer. Wij blijven bij ons standpunt dat we de Drechtraad in de huidige vorm een gedrocht vinden dat niet werkt en niet, of te ingewikkeld democratisch is. In het verlengde hiervan vinden we ook dat het Drechtstedenbestuur zich maar moet richten op een toezichthoudende taak ten aanzien van de uitvoeringsorganisaties in plaats van de Drechtstedengemeenten te bestoken met wollig beleid en visies waar we niet op zitten te wachten. Laat ik een voorbeeld geven. Wethouder Sleeking heeft afgelopen week in de krant laten noteren dat hij in Dordrecht stopt met allerlei woningbouwprojecten en alleen nog de bouw van dure woningen wil toestaan. Op zichzelf begrijpen we dat volstrekt en dat getuigt ook van lef. Maar ik dacht toch werkelijk dat we een regionale woonvisie hadden. In Sliedrecht hebben we ook nog een Watertorenterrein waar dure woningen moeten komen. Ook wij zitten met nieuwbouwprojecten voor honderden appartementen. Moeten we dit dan niet regionaal afstemmen met elkaar? En eigenlijk aan de portefeuillehouder vragen of, in het kader van de uitlatingen van Sleeking, die afstemming plaatsgevonden heeft. Wij concluderen dat samenwerking alleen werkt als alle partijen dezelfde belangen hebben bij een samenwerking. Dat is in Drechtstedenverband niet altijd het geval. Voorzitter, zo lang uit het voorstel niet blijkt dat we een signaal aan de Drechtsteden afgeven dat het anders moet in de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur, kunnen wij niet akkoord gaan met de voorliggende toekomstvisie. En tenslotte: u kunt erop rekenen dat we ons standpunt ook bij de Drechtsteden en ook bij onze eigen regiofractie zullen bevestigen. Dank u wel.
-8-
De heer Dunsbergen Voorzitter? De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Mag ik een vraag stellen aan de heer Van Rekom? De vicevoorzitter Ja, als u dan direct daaropvolgend wellicht uw betoog houdt. De heer Dunsbergen O, interessante volgorde. Dank u wel. Meneer Van Rekom, ik hoor u spreken over Drechtsteden en de Drechtraad. Kunt u ook nog iets zeggen over hoe u de toekomst van Sliedrecht ziet? De heer Van Rekom Absoluut. Als ik het hele stuk gelezen heb, en dat heeft u denk ik kennelijk ook gedaan, dan moge duidelijk zijn dat een toekomst van Sliedrecht niet zonder samenwerking kan. Daar hecht de VVD ontzettend veel belang aan. We proberen hier alleen duidelijk te maken dat als we vanuit deze raad geen signalen geven, althans, nou praat ik even voor de VVD, dat we ontevreden zijn over het functioneren van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur, dan bestaat er bij ons een enorme angst dat we gewoon doorgaan op dezelfde voet, dat Drechtsteden met een enorme snelheid maar voordendert en ons in allerlei samenwerkingsverbanden gaat duwen waar we, dat is onze overtuiging, later spijt van gaan krijgen. En wat wij graag willen is dat we een gezonde discussie houden, ook hier in deze raad wat mij betreft, over het functioneren van de Drechtraad en de Drechtsteden. En het heeft wel degelijk invloed op de toekomst. Want als dat niet zo zou zijn, waarom hebben we dan überhaupt een Drechtsteden? De vicevoorzitter Dat was de heer Van Rekom. De heer De Jager. De heer De Jager Ik maak uit uw betoog op dat u op dit moment niet zegt dat we moeten stoppen met de Drechtsteden en de Drechtraad, maar dat u wilt dat het gewoon anders gaat. Ondanks dat u het een gedrocht vindt. De vicevoorzitter De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Omdat ik het een gedrocht vind, vind ik dat de manier waarop we met een Drechtraad omgaan en hoe dat functioneert en ook het Drechtstedenbestuur, dat dat moet veranderen. Nogmaals, wij zijn geen tegenstander van samenwerking; integendeel zelfs. Maar wel een samenwerking waar we voldoende grip op hebben. En wij hebben niet het gevoel dat we al datgene wat binnen de Drechtsteden gebeurt, dat we daar voldoende grip op hebben. Het glijdt ons uit de vingers. En dat betekent maar één ding: of je schaft het helemaal af, wij zijn ook niet de allerberoerdste. Wij stellen nu eigenlijk voor van: ga nou eens met z’n allen gewoon, ook in deze raad, daadwerkelijk en heel duidelijk vaststellen wat je nou vindt van de Drechtraad en ook van het Drechtstedenbestuur en hoe het anders zou moeten. En ik heb in de wandelgangen al heel vaak gehoord dat het geen zin heeft om daar als kleine gemeente Sliedrecht daar wat tegen te doen; ik hecht er belang aan dat we een krachtig signaal geven aan de Drechtsteden dat het anders moet. En dat is waar het de VVD om gaat. En daarom is ook puur de reden waarom ik betreur dat we eigenlijk in het hele stuk van de toekomst van Sliedrecht een niet onbelangrijk fenomeen als Drechtraad, Drechtstedenbestuur en daarboven het samenwerkingsverband Drechtsteden niet aan de orde stellen. Want wat mij betreft kun je de toekomst van Drechtsteden niet los zien van de toekomst van Sliedrecht. De vicevoorzitter Goed. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, de toekomst van Sliedrecht zal altijd in het licht gezien moeten worden van de Sliedrechtse burgers. En als raad hebben we de
-9-
verantwoordelijkheid vanuit die achtergrond besluiten te nemen over de toekomst van Sliedrecht. Zoals vaker vastgesteld heeft Sliedrecht een heel eigen identiteit en het CDA staat ook voor de bescherming van die identiteit. Dat is er de reden van dat het CDA samen met de SGP/ChristenUnie een amendement indient dat over dit onderwerp gaat. Want boven alles uit gaat en staat het welbevinden van de Sliedrechtse burgers. Vandaar dat we tijdens de opiniërende bespreking al aangegeven hebben te kiezen voor optie 2: Sliedrecht als zelfstandige gemeente met een ambtelijke regieorganisatie. En veel zal er natuurlijk van afhangen hoe die regieorganisatie uitgerold wordt en daar zullen we nog over komen te spreken. Burgers en ook de Sliedrechtse bedrijven mogen, als het gaat om de kwaliteit van de dienstverlening, niet merken als er bestuurlijke of organisatorische veranderingen plaatsvinden. Belangrijk is dat de burgers ervaren dat de dienstverlening dichtbij is. En verder vinden we het belangrijk dat de beleidskeuzes binnen het eigen dorp gemaakt kunnen worden. We gaan over ons eigen beleid en we gaan over onze eigen begroting. Voorwaarde voor verdergaande samenwerking is dat Sliedrecht in control blijft op de beleidsbeslissingen en de daarbij behorende kosten. Want als we niet meer in control zijn, dan hebben we een andere urgentie als het gaat om samenwerking. Samenwerking met anderen is prima, mits er sprake is van behoud of verbetering van de kwaliteit van beleid en dienstverlening. De efficiëntie en besteding van overheidsmiddelen, daar gaat het om. Dat kan door ambtelijke samenwerking, waarbij de deelnemende gemeenten over en weer ambtelijke capaciteit en expertise uitwisselen. En inderdaad, bij andere gemeenten denken wij ook aan Hardinxveld-Giessendam. Vandaar dat er ook een motie ondertekend is waarin wij het college oproepen, en dat hebben we samen gedaan met de SGP/ChristenUnie, om Hardinxveld onder de aandacht te brengen bij de Drechtsteden. Maar er kan ook met marktpartijen samengewerkt worden. Voorzitter, de discussie over ons deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden staat binnenkort op onze agenda. De CDA fractie heeft in dit verband een amendement ondertekend, ook weer samen met SGP/ChristenUnie, om voorafgaand aan die discussie een stand van zaken gesprek te houden. En ik heb de indruk dat de heer Van Rekom daar ook wel welwillend tegenover staat. Waar zijn we aan gebonden en welke consequenties zijn er bij het veranderen van de gemeenschappelijke regeling? Samenvattend. Voor de CDA fractie zien we de volgende onderwerpen waarover nagedacht kan worden: hoeveel lokaal maatwerk willen we nog? Lees: hoe gaan we de regieorganisatie uitrollen? Hoe bewaken we de identiteit van Sliedrecht ten behoeve van onze burgers? Welke toekomst zien we voor de verdere samenwerking met Hardinxveld-Giessendam en mogelijk anderen? De discussie over onze positie binnen de Drechtsteden en de Drechtsteden in het algemeen. En voor het overige sluiten wij ons aan bij de punten zoals die genoemd zijn in het voorstel. De vicevoorzitter Mag ik aannemen dat u het amendement en de motie laat verwoorden door SGP/ChristenUnie? De heer Dunsbergen Mij is verteld dat de heer De Jager buitengewoon goed kan voorlezen. De vicevoorzitter Dan zullen we dat afwachten. Een interruptie van de heer Van Rekom en de heer Van Gameren. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dank u wel. Ik heb natuurlijk die motie nog niet voor mijn neus liggen, maar de strekking ervan is mij bekend als het gaat om Hardinxveld. Wat ik niet begrijp, is waarom nu opeens de focus alleen op Hardinxveld wordt gelegd, terwijl we volgens mij nu de kans hebben om uit te spreken dat we graag ook naar de buurgemeenten willen kijken. U heeft dat in uw laatste woord wel aangegeven. Dus dat is iets wat ik gewoon niet begrijp. Anderzijds is het zo, als ik het goed verstaan heb, dat de motie omvat dat de Drechtsteden zou moeten gaan verkennen om Hardinxveld te laten aansluiten bij Drechtsteden, als ik het zo moet begrijpen. Is het niet veel beter dat ons eigen college gaat kijken naar mogelijke samenwerkingsvormen, waaronder Hardinxveld? De vicevoorzitter De heer Dunsbergen.
- 10 -
De heer Dunsbergen In antwoord op uw eerste vraag: inderdaad heb ik tot slot aangegeven: en andere gemeenten. Dat behoort uiteraard ook tot de mogelijkheden. Dus ik denk dat ik dat voldoende beantwoord heb. En als het gaat om Hardinxveld, ja, dat is een buurgemeente. Daarnaast is het zo dat wij… De heer Van Rekom Sorry hoor, maar waarom staat dat dan niet in de motie? Waarom is daar alleen Hardinxveld genoemd dan? De heer Dunsbergen Ja, daar wilde ik nu net antwoord op geven. De heer Van Rekom Oké. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Als het gaat om het verhaal richting Hardinxveld sluiten wij ons aan bij het collegeprogramma en het uitvoeringsprogramma waar het expliciet in genoemd staat. De vicevoorzitter De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Het staat er niet expliciet, maar er staat "zoals" voor. Dus goed de tekst lezen, dan staat er: samenwerking met andere gemeenten, zoals Hardinxveld-Giessendam. Onder dat zoals rekenen we dus ook de buurgemeenten Molenwaard, Alblasserdam, Papendrecht et cetera. Dan onderschrijf ik dat volledig, natuurlijk. Binnen de Drechtsteden kunnen wij best andere samenwerkingsverbanden oprichten of aangaan met andere gemeenten binnen deze regio. De heer Dunsbergen Voorzitter, mag ik daar nog op reageren? De vicevoorzitter Eerst mevrouw Visser en dan komt u zo aan de beurt. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Maar meneer Van Gameren, in dat collegeakkoord wat u toch ondertekend heeft, stond toch zelfs dat voor eind 2010 de eerste pilots met Hardinxveld er moesten zijn? Er staat toch wel heel wat meer in dat coalitieakkoord dan zoals u nu doet voorkomen, dat er alleen maar staat: zoals Hardinxveld-Giessendam. In april 2010 wilde u toch nog echt wel heel hard tegen Hardinxveld aanschuren. De vicevoorzitter De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Heel simpel: er staat "samenwerking met buurgemeenten zoals Hardinxveld". Dat het nader gespecificeerd is, zeg: nou, laten we eens beginnen met een aantal pilots met Hardinxveld. Dat het mislukt is, is een ander verhaal, maar alla. Ik bedoel, daar heb ik op zich geen probleem mee. Maar er staat gewoon zoals, dus dan reken ik erop dat wanneer het bijvoorbeeld met Hardinxveld niet zou lukken, dat er ook eens gekeken wordt naar Papendrecht, Molenwaard, Alblasserdam, noem maar op. Het kan allemaal. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, mevrouw Visser heeft buitengewoon goed geantwoord. Dat wilde ik ook zeggen, voorzitter. De vicevoorzitter Oké. Mevrouw Visser heeft een vraag aan de heer Dunsbergen nog, maar….. de heer Van Gameren?
- 11 -
De heer Van Gameren Nog een vraagje aan de heer Dunsbergen. Begrijp ik nou dat u zegt van: ik wil vanavond nog geen mening geven over de toekomst van Sliedrecht binnen de Drechtsteden? Want laten we wel wezen. Want als we Sliedrecht om willen vormen tot een regiegemeente, dan bedoelen we dus eigenlijk dat we ergens anders het werk neerleggen. Dus dat wil zeggen dat we dat bij de Drechtsteden bijvoorbeeld neerleggen, want daar hebben we al een aantal dingen neergelegd. Dan kan je dat toch niet los zien van de toekomst van Sliedrecht? Dan kan je toch niet zeggen van: ja, we praten even over de toekomst van Sliedrecht, maar hoe we dat in de Drechtsteden regelen zien we straks wel? Daar moet je nu een uitspraak over doen. Ik had erop gerekend dat we hier praten over de toekomst van Sliedrecht, dus ook over de toekomst van Sliedrecht binnen de Drechtsteden en dat je hier die zaak aftimmert. Het had beter geweest wanneer je gezamenlijk als raad een standpunt zou kunnen bepalen over hoe je je gaat opstellen, straks in die Drechtraaddiscussie. Nu begrijp ik dat daar geen sprake van kan zijn. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja voorzitter, volgens mij staat op de agenda het agendapunt toekomst van Sliedrecht en krijgen we op enig moment, voor mij duurt het niet al te lang meer, de discussie over onze positie binnen de Drechtsteden. En op die manier hebben wij het aangevlogen en op die manier heb ik ook gereageerd. De vicevoorzitter Goed. De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Dat staat niet op de rol van de agenda van de raad van Sliedrecht: nog een nadere discussie over de toekomst van Sliedrecht binnen de Drechtsteden. Die staat namelijk in deze nota op de agenda. Tenminste, ik heb van de agendacommissie nog geen signaal gekregen dat we nog een extra raadsvergadering gaan doen over de toekomst van Sliedrecht binnen de Drechtsteden. De vicevoorzitter Oké. Mevrouw Visser. De heer Dunsbergen Er is toch een bevestiging… De vicevoorzitter Mevrouw Visser is aan het woord. Mevrouw Visser Ik wil toch ook even reageren richting de heer Dunsbergen. De toekomst van Sliedrecht, waar wij vanavond over spreken, gaat uit van een bestaande realiteit. En die bestaande realiteit is op dit moment dat we onderdeel zijn van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Dan moet je of zeggen: we gaan eerst praten over de positie van Sliedrecht in Drechtsteden en dan bepalen we onze eigen toekomstvisie. Of we zeggen: we praten vanavond over deze nota met de bestaande realiteit van een regio. Ongeacht wat ik van de regio vind, en daar vind ik heel veel van, heb ik wel voor mezelf gezegd: dit voorgesteld besluit is gebaseerd op de notitie zoals we die toegestuurd hebben gekregen en die is doorspekt met Drechtsteden. Dus u kunt niet zeggen: we nemen deze 9 besluiten zonder de realiteit van het huidige Drechtsteden in ogenschouw te nemen of erbij te betrekken. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Daar heeft u gelijk in, maar wij wilden als CDA vanavond de focus en de vinger leggen bij de toekomst van Sliedrecht, vanuit de vier scenario’s zoals die in het voorstel staan. En je hebt natuurlijk te maken met de realiteit van de Drechtsteden zoals die voorligt en ik heb me ook aan deze tafel weleens kritisch uitgelaten over de manier waarop daar gewerkt wordt en de manier waarop dat gaat. Vandaar dat wij ook in een amendement aangeven: laten we daar met elkaar over spreken. Dat is wat wij voorstellen. En in die zin hebben wij als CDA fractie dus gereageerd op het raadsvoorstel waarin vier scenario’s staan: Sliedrecht zelfstandig, Sliedrecht zelfstandig met
- 12 -
ambtelijke regieorganisatie, enzovoort. Daar hebben we op gereageerd, daar hebben we onze reactie op geformuleerd. En wat ik nu hoor, is dat het alleen maar over Drechtsteden gaat. De vicevoorzitter Dit was in het kader van vragen stellen aan het CDA. De heer Van Gameren Dat is een beetje te kort door de bocht, hè? De vicevoorzitter Nee, daar zijn wij mee begonnen en volgens mij zijn we daar nog niet mee geëindigd. Dus laat ik nu de heer Van Rekom het woord geven, want tenslotte heeft hij ook recht van spreken in deze discussie. De heer Van Rekom Ja, want ik had een aantal vragen gesteld en vervolgens krijg je allerlei interrupties waardoor de beantwoording van mijn vragen achterwege blijft en de rest van de fracties kennelijk wel beantwoord zijn. Dus ik wil die laatste vraag herhalen over waarom in de motie staat vermeld dat Drechtsteden bij Hardinxveld moet aankloppen om te kijken of die een vorm van samenwerking ziet en waarom niet ons eigen college? Die vraag heeft u nog niet beantwoord. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Voorzitter, zoals mevrouw Visser zojuist al zei is Drechtsteden een realiteit. En in feite zei de heer Van Gameren dat ook, hè? De bestaande dochters in stand houden. De vicevoorzitter De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Nou, nou … vooralsnog in stand houden. Later kun je altijd nog eens een keer discussiëren of je dat om moet vormen; laten we dat even wel wezen. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen geeft antwoord op de vraag van de heer Van Rekom. De heer Dunsbergen Ik ga heel erg m’n best doen om nu alleen nog antwoord te geven op de vraag van de heer Van Rekom. De vicevoorzitter U heeft het woord. De heer Dunsbergen Dan moet ik even goed nadenken… De vicevoorzitter Drechtsteden is een realiteit, zei u. De heer Dunsbergen Ja, goed, dat weten we allemaal. Dat je in plaats van dat je het initiatief bij Hardinxveld legt van: komen jullie deze kant op, kun je net zo goed het initiatief andersom leggen en zeggen, projectmatig bijvoorbeeld: kijk eens of Hardinxveld verleid kan worden om wat meer mee te gaan in dat traject. De vicevoorzitter Goed, dat als antwoord. De heer Huisman. De heer Huisman Voorzitter, is het niet een beetje arrogant om elke keer te zeggen dat Hardinxveld dingetjes moet ondernemen? Wij zitten hier in Sliedrecht en we hebben het alleen maar over Hardinxveld. Wat ik weet, is dat Hardinxveld helemaal niet zo zit te wachten op samenwerking enzovoort. Ik vind het een beetje arrogant dat wij als Sliedrechters over Hardinxveld gaan zitten praten. De vicevoorzitter Oké. Dat is uw stellingname. Wilt u daar nog op antwoorden?
- 13 -
De heer Dunsbergen Ik sluit niet uit dat er in Hardinxveld over Sliedrecht gesproken is in de raad. Dat is helemaal niet zo gek, want je bent buren van elkaar. Je kunt kijken waar je elkaar kunt versterken. Dat is op zich helemaal niet zo vreemd in deze tijden. De vicevoorzitter Goed, ik ga over naar mevrouw Visser. Mevrouw Visser aan het woord. Mevrouw Visser Ik wil toch nog even reageren op de eerste termijn van de heer Dunsbergen van de CDA fractie. U heeft gezegd op een zeker moment: wij kunnen alleen maar een goede regiegemeente zijn als we daar een passend ambtelijk apparaat voor hebben. Dat wordt binnenkort uitgerold en daar gaan wij over spreken met elkaar, zegt u dan steeds. Helemaal in het begin heeft u daar iets over gezegd, voordat het ging over eigen beleid, eigen begroting en in control zijn. En op het laatst heeft u daar ook nog iets over gezegd. Maar als ik nou naar het huidige voorgesteld besluit nummer 8 kijk, dan staat er: het college is verantwoordelijk voor een bijpassende ontwikkeling van de ambtelijke organisatie. Hoe denkt u daar dan als raadslid, als fractievoorzitter, over te gaan spreken en wanneer? De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, wanneer, dat zal van de agendacommissie afhangen. Als het gaat over de inhoudelijke discussie over die regieorganisatie inrichten, dat heb ik al een paar keer aangegeven in de jaren dat ik hier nu actief ben, wat we ook wel de kerntakendiscussie noemen. Dat is ook wat ik noemde: hoeveel lokaal maatwerk willen we hier nog blijven bieden? Ik denk dat dat een discussiepunt is waar we als raad nog kaders over kunnen formuleren. En dan vervolgens kan volgens mij het college daarmee aan de slag om te kijken: oké, en wat is dat dan? We hebben er wel verschillende keren discussies over gevoerd, we hebben erover gesproken met elkaar. Het was meer een dialoog van: oké, hoe zitten we erin met elkaar? Maar ik kan me niet herinneren dat we ooit besluitvorming hebben laten plaatsvinden. De vicevoorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Nee, dat hebben we ook niet, maar er staat ook hier duidelijk: het college is verantwoordelijk. En daarom vraag ik aan u: op welk moment denkt u daarover mee te kunnen praten als raadslid of als fractievoorzitter? De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, dan vraagt u mij een tijd en daar heb ik op dit moment geen antwoord op. Maar ik denk wel dat… Mevrouw Visser Laat ik het anders vragen. Denkt u dat u erover mag praten? Dat het onze taak is als raad om te praten daarover? Want er staat heel duidelijk in dit voorstel, waar u in principe bereid bent ja tegen te zeggen met een amendement erbij: het college is verantwoordelijk. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regieorganisatie. Als het gaat om de inrichting en als het gaat om… Mevrouw Visser Nee, dat staat er niet hè? Er staat: is verantwoordelijk voor een bijpassende ontwikkeling van de ambtelijke organisatie. Er staat niet verantwoordelijk, er staat gewoon: is verantwoordelijk voor de bijpassende ontwikkeling. Dat staat er. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen.
- 14 -
De heer Dunsbergen Ja, maar goed, dan ga ik ervan uit dat het om de uitvoering gaat. Zo vertaal ik dat dan. Mevrouw Visser Maar het is beide hè, uitvoering en verantwoordelijk liggen bij het college. De vicevoorzitter Goed, mag ik dit even als einde van dit discussiepunt formuleren? Dan ga ik over naar de heer De Jager. De heer De Jager Voorzitter, dank u wel. Wij hebben als fractie in de opiniërende bijeenkomst van 17 januari uitvoerig stilgestaan bij de toekomst van Sliedrecht. Een paar kleine punten van die discussie wil ik herhalen. Wij waren toen ook al duidelijk dat we het over veel punten wel eens waren. Onze fractie gelooft in een zelfstandig Sliedrecht en gelooft ook in regionale samenwerking waarbij de Drechtsteden wat ons betreft ook een prima rol kunnen vervullen. En daarnaast kunnen ook andere samenwerkingsverbanden aangegaan worden, met buurgemeenten of marktpartijen. En bij dit alles is een omvorming naar een regieorganisatie onvermijdelijk. In onze optiek biedt dat ook kansen. Alleen, wij zijn ook heel duidelijk geweest in die opiniërende bijeenkomst dat het uiteindelijk niet ten koste kan gaan van alles, en met name niet van de identiteit van Sliedrecht. Wij hebben toen ook de volgende aanpassingen bepleit en die wil ik nog even kort noemen. Een zodanige formulering dat wij plaatselijk af moeten kunnen wijken als dat zou leiden tot minder efficiency en suboptimalisatie. Wij hebben gepleit om de taken van de Drechtraad en de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden te verduidelijken, dat het goed helder wordt wat dat nu voor ons inhoudt. We hebben gepleit voor de aandacht voor onze rol als opdrachtgever. We hebben gepleit voor de relatie met HardinxveldGiessendam en we hebben ook gepleit om vaart te maken met verbeteringen en zoals net ook door de heer Dunsbergen aangegeven, het in control komen en blijven. In het nu aangepaste voorstel zijn twee kleine wijzigingen aangebracht en dat vindt onze fractie onvoldoende en niet helemaal recht doen aan de uitvoerige discussie van 17 januari. Wij hebben dan ook twee amendementen opgesteld in samenspraak met de CDA fractie en een motie die ik hier zal voorlezen. De vicevoorzitter Wilt u dan eerst het amendement voorlezen? Mevrouw Visser Voorzitter? De vicevoorzitter Interruptie van mevrouw Visser. Mevrouw Visser Twee amendementen en een motie, of? De heer De Jager Dat klopt. Mevrouw Visser Twee amendementen plus een motie? De heer De Jager Ja. Mevrouw Visser Oké. De vicevoorzitter Het eerste amendement noemen we dan amendement nummer 5. De heer De Jager In het conceptraadsbesluit toekomst van Sliedrecht gestelde wordt aangevuld op besluitpunt 3: het zo doelmatig en effectief mogelijk met middelen omgaan mag niet ten koste gaan van de identiteit van Sliedrecht. Ik heb daar een vrij uitvoerige toelichting onder staan; ik denk dat het voldoende is als hij straks rondgedeeld wordt. Ik zal de kop daarvan nog lezen. Identiteit mag wat kosten. En onder identiteit verstaan wij in het kort onder meer dat in Sliedrecht sprake is van zorg voor elkaar, sterke sociale verbanden zoals kerken en verenigingen. En wij verwijzen hier naar de structuurvisie 2006 en naar de Sliedrecht 2010 en verder.
- 15 -
De vicevoorzitter Dat voor amendement nummer 5. Hij zal worden gekopieerd en worden uitgedeeld. Amendement nummer 6. De heer De Jager In het concept raadsbesluit toekomst van Sliedrecht gestelde wordt als extra besluitpunt toegevoegd, tussen de huidige punten 4 en 5: voorafgaande aan de behandeling van de toekomst van de Drechtsteden geeft het college duidelijk aan wat de huidige samenwerking in de Drechtsteden precies inhoudt en wat de consequenties zijn van mogelijke veranderingen in de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Ik wil de toelichting hiervan wel even voorlezen, omdat ik die van belang vind, ook naar aanleiding van de discussie die ik net heb gevolgd. De vicevoorzitter Gaat uw gang. De heer De Jager Op korte termijn, planning is eerste helft 2012, gaan de Drechtstedengemeenten discussiëren over haar toekomst. In Sliedrecht heerst een negatief sentiment over deze samenwerking. Enerzijds komt dat door ervaringen met die huidige samenwerking en anderzijds komt dat naar onze mening ook door een niet goed doorgronden van de consequenties van de huidige gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Aan dit laatste punt kan gewerkt worden door dit te verhelderen en door deze duidelijkheid kan de raad van Sliedrecht zich een beter oordeel vormen over de toekomstige samenwerking binnen de Drechtsteden. Dan de motie. De vicevoorzitter Motie nummer 1. De heer De Jager Gehoord de beraadslagingen en overwegende dat; het profiel van Hardinxveld-Giessendam grote overeenkomsten heeft met dat van Sliedrecht en dus daarmee vergelijkbare bestuurlijke en ambtelijke opgaven heeft, te denken valt aan economie, maritiem, arbeidsmarkt, onderwijs, infrastructuur, milieu en bedrijventerreinen. Draagt het college op om bij het Drechtstedenbestuur te bevorderen dat Hardinxveld-Giessendam projectmatig betrokken wordt bij de Drechtstedelijke samenwerking. Dank u wel. De vicevoorzitter Ook deze motie en het voorgaande amendement komt naar u toe. Dan ben ik gekomen bij mevrouw Visser. Mevrouw Visser Dank u wel, voorzitter. U zult het ons niet euvel duiden dat we op de moties en amendementen in eerste termijn niet ingaan, omdat we vragen na deze termijn of na de eerste termijn voor de portefeuillehouder om een korte schorsing. Het voorgestelde besluit zoals het hier voorligt, aangedragen door het college, bevat een voorgesteld besluit 1 tot en met 9. Onze fractie heeft tijdens de opiniërende raad heel duidelijk aangegeven dat wij dit concept raadsvoorstel gelegd hebben naast de nota zoals wij die zelf als lokale partij hebben geschreven. Als je die twee naast elkaar legt, dan zou je kunnen zeggen: zoals het raadsvoorstel er vanavond ligt, komt dat grotendeels tegemoet. Want in het voorgestelde besluit 1 tot en met 9 komt Drechtsteden en Drechtraad niet meer voor. Het gaat alleen maar over samenwerkingsverbanden. Dat klinkt dan wel zo van: het is ons een eind tegemoet gekomen. Waar onze fractie moeite mee heeft is met name het punt 7, waar staat: het college werkt bovenstaande beslissingen zo uit dat de raad in de gelegenheid is beleidsmatig en financieel kaders aan te geven. Daar staat dus niet dat de raad in staat is beleid te bepalen. We mogen kaders aangeven en het beleid kan overal bepaald worden. Want er staat ook duidelijk achter: lokaal en regionaal. En bij punt 9 staat: het college bestuurt en beheert de organisatie en samenwerkingsverbanden met inachtneming van bovengenoemde besluiten. Dat zou besluit 1 tot en met 9 kunnen zijn, maar ik zou heel graag van de portefeuillehouder willen horen of ik daar ook onder moet verstaan: voorgaande besluiten. Want dat zijn ook allerlei besluiten om toe te treden tot GRD’s en dochters en dat soort dingen. Dan zou ik nummer 9 moeten omarmen en moeten zeggen: kijk, het college wordt weer verantwoordelijk voor al die samenwerkingsverbanden, die gaat zich verantwoorden in Sliedrecht en wij hoeven als raadsleden nergens meer naartoe. Dus ik wacht die beantwoording heel graag af.
- 16 -
De vicevoorzitter Goed. U heeft ook aangegeven dat u het antwoord van de portefeuillehouder afwacht en vervolgens vraagt om een schorsing. Precies. Dan lijkt het me goed als de portefeuillehouder eerst de vragen die gesteld zijn, beantwoordt. De portefeuillehouder. Burgemeester Van de Vondervoort Voorzitter, voordat ik de vragen die gesteld zijn per fractie beantwoord, wil ik toch even een paar opmerkingen maken die een iets algemener karakter hebben, omdat het beeld wat ik uit de eerste termijn van de kant van de raad overhoud, is dat er eigenlijk een viertal centrale thema’s in het debat naar voren komen die eigenlijk in allerlei varianten en bewoordingen door nagenoeg alle fracties naar voren zijn gebracht. En dat betreft het thema de identiteit van Sliedrecht en de vraag in welke mate we onszelf in de positie houden om onze eigen beleidsmatige beslissingen te nemen. Dat is volgens mij een centraal thema, waarbij de hoofdlijn zoals die hier in de raad naar voren wordt gebracht er één is die uitgaat van een zelfstandig Sliedrecht met een maximale inzet op eigen beleidsmatige besluitvorming. Dat is de hoofdlijn die ik uit de discussie haal. En dat is overigens ook in overeenstemming met datgene wat in het voorstel van het college staat, met dien verstande dat het college wel zegt: realiseer je nu dat er heel veel zaken zijn waar je als Sliedrecht niet meer zomaar alleen over kan besluiten, omdat het noodzakelijk en wenselijk is om afstemming met je omgeving tot stand te brengen. Heel vaak in Drechtstedenverband, maar soms ook in Zuid-Holland Zuid verband of met een enkele individuele buurgemeente. Ik kom daar straks nog verder op terug. Tweede thema heeft volgens mij betrekking op de vraag hoe de regieorganisatie zich moet ontwikkelen en wat dat betekent voor de wijze waarop de taken die niet in die regieorganisatie door onszelf moeten worden uitgevoerd, elders een plaats krijgen. Daarbij worden hier in het debat wat verschillende varianten naar voren gebracht. De variant van uitbreiding van dochters en verzelfstandiging van dochters, om het maar even zo te zeggen in Drechtstedentermen. Maar ook wel uitbesteding op de markt of los-vaste samenwerking met individuele buurgemeenten, één of meer. Voor wat betreft het college is het zo dat wij een regieorganisatie zien als een organisatie die hier in Sliedrecht met name datgene wat we beleidsmatig zelf willen blijven bepalen en de opdrachten die daarvoor uitgezet moeten worden en de controle die op de uitvoering daarvan moet worden uitgevoerd, in eigen huis willen houden, om het maar even zo te formuleren. En dat alle andere taken, en dat is niet een proces wat in een jaar klaar is, dat daarvan moet worden afgewogen op welke plaats je die kwalitatief het beste en het meest efficiënt kunt uitvoeren. En dat kan zijn in Drechtstedenverband, in de variant van de dochters zoals die daar nu zijn. Dat kan zijn in ZuidHolland Zuid verband. Dat kan zijn op de markt. Dat kan zijn samen met een buurgemeente, bijvoorbeeld Hardinxveld-Giessendam, maar als het gaat om de brandweer doen we dat samen met Papendrecht en Alblasserdam. Dus daar zijn verschillende varianten mogelijk. En dat is ook een bevestiging van de vraag die de heer Van Rekom stelde. Het derde thema heeft betrekking op de Drechtraad en de vraag hoe met die Drechtraad om te gaan, waarbij een vrij breed gevoelen hier is dat die Drechtraad eigenlijk een verkeerd orgaan is in de samenwerking in de Drechtsteden. En dat heeft alles te maken met het feit dat de beleidsmatige besluitvorming gewenst wordt in Sliedrecht en zo weinig mogelijk in Drechtstedenverband en dat de Drechtstedenorganisatie zoveel mogelijk wordt gezien als een uitvoeringsorganisatie. En als dat laatste zo is, past daarin dat portefeuillehouders het bestuur van die Drechtsteden of die Drechtstedenonderdelen vormen. Dat neemt niet weg dat wij op dit moment een gemeenschappelijke regeling hebben waarin de Drechtraad een andere vorm en inhoud heeft en dat kunnen wij niet vanuit Sliedrecht zelfstandig wijzigen. Dus dat is een gesprek wat in Drechtstedenverband en in de Drechtraad moet plaatsvinden en waarvoor een wijziging van de gemeenschappelijke regeling nodig is. Het vierde heeft betrekking op Hardinxveld-Giessendam, het vierde thema wat door alle lijnen heen loopt. Ik heb in de tijd dat ik hier zit een aantal keren overleg gehad met mijn collega van Hardinxveld-Giessendam en heel nadrukkelijk in die overleggen aan de orde gesteld hoe Hardinxveld-Giessendam de samenwerking in de regio ziet. Ik heb eerder aangegeven dat Hardinxveld-Giessendam zijn eigen toekomstvisie heeft vastgesteld en in die eigen toekomstvisie uitgaat van een zelfstandig Hardinxveld-Giessendam met een samenwerkingsoriëntatie op de Waard en op Zuid-Holland Zuid en niet een samenwerkingsoriëntatie op de Drechtsteden, ook al sluiten ze dat als onderdeel van Zuid-Holland Zuid niet uit. Ik moet zeggen dat ik het in die context lastig vind om als Hardinxveld-Giessendam zelf die keuzes maakt, om vanuit Sliedrecht verder te gaan
- 17 -
dan samenwerking accepteren, uitwisseling van mensen accepteren op het moment dat ons dat beide goed zou uitkomen. Die openheid is er, ook van de kant van Hardinxveld-Giessendam. En die ruimte om op die manier naar elkaar te kijken en samen te werken, die is er wel, maar dat betreft dan heel vaak veel kleinschaliger en meer op ambtelijk niveau georganiseerde uitwisseling van kennis en ervaring. Dus ik zit wel een beetje in mijn maag met de vraag hoe ik dat zou moeten oplossen. Dat gezegd zijnde probeer ik even de vragen langs te lopen. De heer Van Gameren heeft gelijk als hij aangeeft dat 2010 en verder een eerder document is waarin die toekomst inhoudelijk ook veel meer wordt neergezet vanuit de watergebondenheid, de innovatie en de zorgkant van Sliedrecht en dat dit stuk een iets zwaarder accent op de organisatie heeft. Maar het accent in dit stuk ligt ook wel op de bestuurlijke verantwoordelijkheid en op de rolneming van raad en college. Het is waar dat de keuze die in dit stuk wordt herbevestigd, want die stond ook in eerdere stukken, om die regieorganisatie te ontwikkelen, dat dat betekent het afslanken van de gemeentelijke organisatie de komende jaren. In welk tempo en in welke mate is iets wat we niet op dit moment kunnen vaststellen en bepalen, maar wat in de loop van de tijd uitgewerkt moet worden en ook mee bepaald wordt door de vraag wat je kwalitatief en qua efficiency waar kunt neerzetten. En dat is iets wat tijd kost en verder uitgewerkt moet worden. Maar de regieorganisatie gaat ervan uit dat we in eigen huis de kwaliteit organiseren om de beleidsmatige beslissingen zo dicht mogelijk in eigen huis te houden voor zover dat kan en ook redelijk is, gezien de verwevenheid die er wel of niet is met de regio. Als het gaat over ruimtelijke ordening en economie zal die verbondenheid en die gedeelde besluitvorming met de regio eerder aan de orde zijn dan wanneer het gaat over de uitvoering van bijvoorbeeld WMO taken, die een veel lokaler karakter kunnen hebben. Dus je zult een differentiatie gaan zien in de wijze waarop die besluitvorming plaatsvindt. Maar ook als besluitvorming in de regio plaatsvindt, is wel degelijk aan de orde op welke wijze de inzet en de inbreng vanuit het Sliedrechtse perspectief in die regio aan de orde wordt gesteld en dat moet vorm krijgen. En dat is een werkwijze die we ondanks alles wat we daar de afgelopen jaren in hebben geïnvesteerd, nog niet goed hebben uitontwikkeld en waar die rolverdeling tussen raad en college, zowel in de Drechtsteden als hier in de Sliedrechtse raad, nog een beetje door elkaar loopt en wat we de komende tijd, naar mijn overtuiging, naar de overtuiging van het college verder zouden moeten willen ontwikkelen. Dat betekent dat opheffen van de Drechtraad op korte termijn er ook gewoon niet bij is, want dat is een besluit wat daar gevraagd wordt. Wat we wel kunnen doen is kijken of we in eigen huis beter kunnen organiseren dat beleidsmatige besluitvorming die in de Drechtraad aan de orde is en relevant is voor Sliedrecht, hier goed wordt voorbereid. Nou, daar hebben we de afgelopen weken een aantal pogingen gedaan om te kijken op het sociale domein van: hoe ga je die verhouding en die inbreng vanuit Sliedrecht nou organiseren en regelen? En ik denk dat dat voorbeelden zijn die ook, als het gaat om andere zaken in de komende tijd, verder aan de orde kunnen zijn. Hardinxveld-Giessendam ben ik denk ik op ingegaan. Amendement, daar kom ik op het eind even op terug. De heer Van Rekom heb ik een bevestiging gegeven op punt 4 in de besluitvorming, van zijn interpretatie daarvan. Ik ben het eens met de heer Van Rekom als hij zegt: probeer nou te kijken dat je dat onderscheid tussen dat deel wat eigenlijk een beheersorganisatie en uitvoeringsorganisatie is in de Drechtsteden en dat deel waar je echt beleidsmatig verbindingen hebt, dat meer te onderscheiden en met name dat beheers- en uitvoeringsdeel meer te koppelen aan het Drechtstedenbestuur en aan portefeuillehouders. Ik ben het daar mee eens. Dat is ook wel de lijn van denken die een beetje in Drechtstedenverband begint te ontwikkelen en dat is ook wel wat we vanuit ons college, als portefeuillehouders, proberen in onze inbreng in de Drechtsteden zoveel mogelijk vorm te geven. Dus ik hoop dat dat er ook toe leidt dat we in de komende tijd een betere positionering van zowel raden als colleges in die Drechtsteden tot stand kunnen brengen, gegeven het feit dat de regeling eruit ziet zoals die eruit ziet. En totdat die veranderd wordt, moeten we het ermee doen. Ik zou wethouder Lavooi willen vragen om zo meteen even een antwoord te geven op de vraag of er over het stopzetten van het woningbouwprogramma in Dordt overleg is geweest in het regionale platform van volkshuisvestingswethouders; dan ga ik even door met de andere punten. De heer Dunsbergen heeft aangegeven heel nadrukkelijk voor optie 2 te kiezen. Het is wat het college betreft waar dat burgers zo weinig mogelijk moeten merken van bestuurlijke en organisatorische veranderingen. De burgers moeten merken dat de dienstverlening en de inhoudelijke besluitvorming zoals die ten dienste van hen in dit huis wordt gedaan, zo goed mogelijk wordt voorbereid en uitgewerkt, waar dan ook
- 18 -
vormgegeven. En dat is ook wat die regiegemeente en het voorstel zoals het hier nu ligt inhoudt. De vraag hoeveel lokaal maatwerk er kan zijn is een vraag die niet op dit abstracte niveau beoordeeld kan worden, omdat iedere keer als er beleidsthema's aan de orde zijn, die afweging voorligt en gemaakt moet worden. Maar we zullen zien dat er de komende jaren op veel terreinen verbindingen in de regio zijn die minimaal afstemming en soms gedeelde besluitvorming vragen. En daartussen, tussen zelfstandig minimale afstemming en gedeelde besluitvorming, zitten soms ook nog tussenvormen die afhankelijk van het onderwerp en de schaal van het thema waarop besluitvorming moet plaatsvinden, een verschillende invulling kunnen hebben. De heer Dunsbergen maakte nog een opmerking waarbij hij regieorganisatie en kerntakendiscussie één op één aan elkaar plakte en dat zou ik nou eigenlijk niet willen doen. Want volgens mij is het dus echt zo dat de kerntakendiscussie gaat over de vraag: welke inhoudelijke taken en welk inhoudelijk beleid willen wij hier in Sliedrecht ten behoeve van onze burgers voeren en in stand houden? Welk voorzieningenniveau willen we in stand houden? En een regieorganisatie heeft te maken met de vraag: hoe organiseren wij de voorbereiding en uitvoering daarvan? En als het gaat over die rolneming, dan is die kerntakendiscussie wel degelijk de verantwoordelijkheid van de raad en moet de raad daarover, ook inhoudelijk, echt zijn besluiten nemen. Moet de raad als het gaat over de regieorganisatie en ontwikkeling die daar aan vastzit wel degelijk kaders stellen en kunnen controleren of dat binnen uitgangspunten en randvoorwaarden zoals geschetst in deze notitie en op onderdelen soms ook nog weleens terug zou kunnen komen, moet dat kunnen toetsen. Maar het kan naar mijn smaak niet zo zijn dat op elk detail uitwerkingsonderwerp wat daarbij aan de orde is, ik noem maar iets: binnenkort hebben we een discussie over of de GEO informatie bij Drechtsteden kan worden ondergebracht, dat al dat soort onderdelen hier in de raad moeten worden besloten. Dat moet echt tot de besluitvorming van het college kunnen worden gerekend, waarover het college zich achteraf verantwoordt op basis van casus die vooraf door de raad zijn meegegeven in termen van kwaliteit, efficiency, winst, dichtbijheid. Er zijn een aantal van die zaken genoemd. En ik voel er dus niet zoveel voor, ook in het licht van de hele discussie die we met elkaar de komende tijd gaan voeren als het gaat over: wat is de rol van de raad, wat is de rol van het college, om al dat soort stappen vooraf ter besluitvorming aan de raad voor te leggen. En het is niet per ongeluk dat de beslispunten zijn geformuleerd zoals ze zijn geformuleerd. Ik denk dat mevrouw Visser dat heel erg goed heeft begrepen en verwoord en ik zou me daarbij nadrukkelijk willen aansluiten. Mevrouw Visser Ik heb niet gezegd dat ik het ermee eens ben, ik heb alleen voorgelezen wat er staat. Burgemeester Van de Vondervoort Nee, uw interpretatie, daar zou ik me nadrukkelijk bij willen aansluiten. Mevrouw Visser Nee oké, dan is het goed. Burgemeester Van de Vondervoort U hebt niet gezegd dat u het ermee eens bent, ik probeer duidelijk te maken dat u een interpretatie geeft die goed aansluit bij wat de rolverdeling zou moeten zijn tussen raad en college. Daar leg ik de nadruk op en dat laat onverlet dat u de opvatting mag hebben dat u het desondanks zo niet wil, maar daar sloot ik mij bij aan. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja voorzitter, nu we toch gaan interrumperen, want ik voel me ook wel uitgedaagd. Het gaat om twee vragen: het hoe en het wat. En die kun je niet los van elkaar zien, vandaar dat ik die twee zaken met elkaar verbonden heb. Vandaar dat ik bewust de kerntakendiscussie genoemd heb ten opzichte van de regieorganisatie. Het is uiteraard niet mijn bedoeling op uitvoeringsniveau hier aan deze tafel te spreken. Ik denk dat ik dat al meerdere malen heb aangegeven. Waar het om gaat is, en dat is punt 7, ook in antwoord op mevrouw Visser die punt 8 citeerde, dat doe ik met nummer 7, waar nadrukkelijk wordt aangegeven dat wij kaders hebben te stellen. Nou, dat gebeurt binnen die kerntakendiscussie en vandaar die verbinding die ik gelegd heb tussen de kerntakendiscussie en de regieorganisatie.
- 19 -
De vicevoorzitter Mevrouw Van de Vondervoort. Burgemeester Van de Vondervoort Natuurlijk is er een relatie tussen de regieorganisatie en de kerntakendiscussie. Want de regieorganisatie moet de uitvoering geven aan de inhoudelijke keuzes die in het kader van de kerntakendiscussie worden gemaakt. Dat spreekt vanzelf. En de raad mag kwalitatieve en financiële randvoorwaarden stellen aan de wijze waarop de regieorganisatie zich kan ontwikkelen. Ook dat spreekt vanzelf, want het budgetrecht, ook voor de organisatie ligt uiteindelijk bij de raad. Maar tot zover en niet verder gaat de verantwoordelijkheid van de raad. En ik weet dat u daar ook vrij strikt in bent. Dat hebt u ook meerdere keren aangegeven, maar in uw verwoording net zag ik u even terugglijden. Ik ben blij dat u dat corrigeert. Maar ook voor de raad als geheel is het denk ik van belang om zich te realiseren dat dit de discussie is die we met elkaar hebben te gaan, als het gaat over rolneming door de raad en rolneming door het college. De raad gaat over het wat en de randvoorwaarden voor het hoe. Het college gaat over het hoe en de invulling van het hoe. En dat zijn wel belangrijke gegevens en uitgangspunten in dit debat en ik denk dat het goed is dat we ons daar met elkaar van bewust zijn dat dat zo zou moeten zijn en dat we met elkaar moeten proberen om dat zo goed mogelijk vorm te geven. En dat is verandering ten opzichte van de gewoontes die we hier hebben. En elke verandering brengt even met zich mee dat er ongemak is en dat het zoeken is naar hoe je dat dan precies doet, rechtdoend aan de posities en de belangen van iedereen. Ik denk dat de heer De Jager heeft aangegeven op een aantal punten het eens te zijn. We hebben geprobeerd in het raadsvoorstel een aantal wijzigingen aan te brengen, mede naar aanleiding van de inbreng die in de opiniërende vergadering ook door uw fractie is aangereikt. Ik constateer dat u het niet ver genoeg vindt gaan. Ik kom zo even op de moties en amendementen. Bij de vraag van mevrouw Visser bij punt 7, dat gaat, als het gaat over lokaal en regionaal, niet alleen over Sliedrecht en de Drechtsteden, maar dat is breder te interpreteren. En als het gaat over punt 9, dan sluit dat aan bij de discussie zoals ik die nu net verwoordde, dus ik hoop dat dat ook zo wordt geïnterpreteerd. Ik zou wethouder Lavooi willen vragen om even te reageren op het punt van de woningbouw. Vindt u dat goed, voorzitter? De vicevoorzitter U wilt niet eerst de amendementen? Een interruptie van mevrouw Visser. Mevrouw Visser Bij punt 7 had ik wel door dat het lokaal en regionaal was, maar ik heb u nog wat gevraagd. Dat er staat dat de raad in gelegenheid is beleidsmatig en financieel kaders aan te geven. En ik had daar veel liever gehad dat u mij zou bevestigen dat daar eigenlijk staat dat de raad in staat is het beleid te bepalen. Want in de gelegenheid is, dat is redelijk vrijblijvend. Burgemeester Van de Vondervoort Oké, dan heb ik u verkeerd begrepen. Maar het spreekt vanzelf dat de raad het beleid bepaalt. De vicevoorzitter Dat is het antwoord. Burgemeester Van de Vondervoort Alleen, het gaat hier over de randvoorwaarden die de raad mee kan geven, maar die stelt de raad uiteraard wel vast. De vicevoorzitter Ik wil u toch vragen om ook uw opmerkingen te maken over de amendementen en de motie. Burgemeester Van de Vondervoort Oké. Ja, ik heb ze nu net voor me gekregen, dus ik hoop dat ik er goed op kan reageren en anders bewaar ik het tot de tweede termijn. Amendement nummer 1, die betrekking heeft op het neerleggen van gemeentelijke taken bij uitvoeringsorganisaties per beleidssector. Ik zou minder moeite hebben met het amendement als er een punt zou staan achter "uitvoeringsorganisaties". En waarom zeg ik dat? Omdat ik denk dat het niet goed is om heel erg te gaan segmenteren naar beleidssectoren en te sterk gaan fragmenteren op smalle paadjes. Dus ik zou u willen vragen een punt te zetten achter uitvoeringsorganisaties. En als dat het geval is, heb ik er minder moeite mee, omdat dat in lijn is met het voorstel zoals dat voorligt, dat daar waar we
- 20 -
uitvoering kunnen geven, zoals bijvoorbeeld nu in de dochters van de Drechtsteden, dat we dat dan in de toekomst kunnen doen. De heer Van Gameren Zullen we dat gelijk regelen? Die punt mag wat mij betreft daar gezet worden. Burgemeester Van de Vondervoort Oké, die punt wordt daar gezet, zegt de heer Van Gameren. Dan amendement 2. Ik zou de heer Van Gameren willen vragen om daar in tweede termijn nog even op terug te komen, omdat ik niet helemaal snap wat we moeten doen als we moeten zorgen dat de verantwoording bij een compact toezichtorgaan komt. Wat is dat? Wat moet ik me daarbij voorstellen? Wie zijn dat? Hoe verhoudt zich dat tot wat de raad hier wil? Ik begrijp dit even nu niet goed. Ik vraag u dat in tweede termijn even mee te nemen. De heer Van Gameren Een kleine toelichting. Burgemeester Van de Vondervoort Nou ja, ik krijg ze net uitgereikt, dus misschien heb ik ze nog niet goed genoeg kunnen lezen. De vicevoorzitter Goed. Amendement 3. Burgemeester Van de Vondervoort Amendement 3 heeft betrekking op samenwerking en uitbesteding op basis van een productencatalogus, leveringsovereenkomsten, afspraken- en uitvoeringsprotocollen en een contract met een einddatum. Het spreekt wat mij betreft vanzelf dat de regieorganisatie en dus ook de uitbesteding veel zakelijker, preciezer en met dit soort aspecten moet worden gedaan. Maar om het op zo'n manier neer te leggen, vind ik ingewikkeld. Want als er geen productencatalogus is omdat je bijvoorbeeld één product ergens uitbesteedt, hoe doen we dat dan? Dan kunnen we alweer niet hier aan voldoen. Dus ik vind het een ongelukkige formulering, terwijl ik uw intentie om veel preciezer af te spreken wat je regelt, zodat je weet wat je krijgt tegen welke kosten en in welke tijd, want dat is uw bedoeling, met die intentie ben ik het erg eens. De vicevoorzitter Goed. Amendement 4. Burgemeester Van de Vondervoort Amendement 4. Ik vind dat er een verschil is tussen samenwerking en uitbesteding. Samenwerking gaat niet alleen over kwaliteitswinst of efficiencywinst, maar soms ook over gedeelde verantwoordelijkheid. En of die dan helemaal van toepassing kan zijn, weet ik niet. Dus daar kom ik graag in tweede termijn nog even op terug, want ik moet even goed kijken of ik hem wel goed interpreteer. Dan hebben we amendement 5. Welke is 5? De vicevoorzitter Dat is het zo doelmatig en effectief… Burgemeester Van de Vondervoort Doelmatig, ja. Dat is de aanvulling op beslispunt 3. Ik denk dat daar niet zoveel problemen mee hoeven te zijn. Ja, mag niet ten koste gaan van de identiteit van Sliedrecht; ik zou zeggen: u bent er in de regel zelf bij om dat te bepalen. Voor een deel gaat het natuurlijk over de organisatie waar het college alleen de verantwoordelijkheid heeft. Helemaal niet ten koste van de identiteit van Sliedrecht, dat weet ik niet. Want op het moment dat je gedeelde verantwoordelijkheid hebt, zul je soms ook een beetje moeten inleveren. Maar de intentie die daar achter zit om zo dicht mogelijk bij die eigen verantwoordelijkheid van Sliedrecht te blijven wordt gedeeld. En het amendement wat betrekking heeft op… De voorzitter Nummer 6. Burgemeester Van de Vondervoort … de consequenties van de Drechtstedensamenwerking. Ik hoop dat als de Drechtsteden gaan besluiten over hun eigen toekomst, dat het proces zo is ingericht dat het college ook de tijd en de gelegenheid heeft om dit te doen. Maar geen bezwaar tegen de achterliggende
- 21 -
bedoeling. En dan is er nog een motie. Nou, ik denk dat ik voldoende heb gezegd over HardinxveldGiessendam en ik zou het oordeel over de motie maar aan de raad willen laten. De vicevoorzitter Goed. Dan de heer Lavooi. Maar ik zie een interruptie van mevrouw Visser. Mevrouw Visser Nee, ik wil een verhelderingsvraag stellen aan de SGP/ChristenUnie fractie. De vicevoorzitter De heer Lavooi over de woonvisie en de afstemming daarvan in regioverband. Wethouder Lavooi Dank u wel, voorzitter. Gelet op de hoeveelheid teksten die afgelopen uren over ons heen is gekomen, volgens mij een betrekkelijk eenvoudig onderwerp. Maar desondanks, ik weet niet precies wat wethouder Sleeking heeft laten optekenen in de krant, maar ik kan u wel melden, meneer Van Rekom, dat hij zeker niet op eigen houtje spreekt. Wij hebben in het portefeuillehoudersoverleg Fysiek Wonen met elkaar gesignaleerd dat er op het gebied van woningbouw een overproductie dreigt. Ik gebruik bewust het woord dreigt, net zo goed als dat heeft plaatsgevonden rondom bedrijvenvestigingen en kantorenbouw. Dat hebben we met elkaar in Drechtstedelijk verband gesignaleerd en we hebben tegen elkaar gezegd: dat moeten we proberen onder ogen te zien. Dat leidt ertoe dat we een afspraak hebben gemaakt om per subregio, dus niet primair Drechtstedelijk, maar per subregio en in dit verband hebben wij het dan over Alblasserdam, Papendrecht en Sliedrecht, te bekijken hoe onze woningbouwplanning op dit moment is, nog even afgezien van de problemen die we sowieso met elkaar in Nederland op dat gebied hebben. Maar om te bekijken wat we per subregio aan plannen hebben, of we dat beter op elkaar zouden kunnen afstemmen en of er ook in onze subregio sprake zou kunnen zijn van een overproductie. Dat overleg met die drie gemeenten op wethoudersniveau vindt zeer binnenkort plaats. Dat leidt er uiteraard weer toe dat ik terugkoppel naar het college en ook naar het portefeuillehoudersoverleg Drechtsteden. Maar vervolgens ook uiteraard naar u, want zoals u weet hebben we met elkaar afgesproken dat we over de actualisering van de structuurvisie en de actualisering van de woonvisie 2007 bij u terugkomen. Dus samenvattend: Sleeking heeft zeker niet op eigen houtje gesproken. We hebben gezamenlijk iets gesignaleerd en wij gaan daar met elkaar naar kijken. De vicevoorzitter Goed. Een verhelderingsvraag? Ja. De heer Van Rekom Mag ik dan concluderen dat u ook een signaal heeft afgegeven dat ook Sliedrecht hier te maken heeft met een heleboel appartementen die of niet verkocht zijn of worden en we inderdaad destijds ook besloten hebben dat we een Watertorenterrein met dure woningen nog moeten realiseren? Ik wil niet zeggen dat er geen afstemming plaatsvindt, maar feitelijk hebben we wel te maken met een zorgelijke ontwikkeling op de woningbouw, waardoor als we niet uitkijken en daar zelf niet alert op reageren, wij straks met een heleboel onverkoopbare woningen staan en de rest van de regio straks vrolijk alle projecten heeft stopgezet. De vicevoorzitter Even voor de goede orde. U stelt uw vraag, maar u heeft het opgevoerd als een voorbeeld. Ik zou graag de antwoorden willen beperken tot de toekomst van Sliedrecht, in die relatie. De heer Van Rekom Dat lijkt me prima, maar ik hecht er wel aan dat ik deze zorg uitspreek, als u het niet erg vindt. De vicevoorzitter De heer Lavooi. Wethouder Lavooi Ja, over de details per woningbouwlocatie, daarvan lijkt het me vanavond zeker niet verstandig om daar in het openbaar met elkaar over van gedachten te wisselen. De vicevoorzitter Goed. Ik kijk even naar de raad. Een verhelderingsvraag van mevrouw Visser.
- 22 -
Mevrouw Visser Ja, ik had eigenlijk nog twee vragen aan de SGP/ChristenUnie fractie. Het kan een voorleesfout geweest zijn, maar in uw eerste alinea ongeveer heeft u gezegd, meneer De Jager: en regio-organisatie is onvermijdelijk. De heer De Jager En waar heeft u het over? De amendementen, de motie? Mevrouw Visser Nee, in eerste termijn. Toen heeft u gezegd: een regio-organisatie is onvermijdelijk. Ik mag toch hopen dat u regieorganisatie bedoeld heeft. De heer De Jager Ik denk dat ik de klemtoon verkeerd legde. De vicevoorzitter En de tweede vraag. Mevrouw Visser En de tweede vraag is, u zegt van: ik heb er 17 januari over gesproken en toen heb ik vijf aandachtspunten genoemd en die herhaal ik nu nog kort. En toen zei u als eerste aandachtspunt: ik vind dat Sliedrecht een mogelijkheid moet hebben om eventueel eens een keer een afwijkend standpunt ergens over in te nemen als het beleid wordt bepaald binnen het regionale verband. Ik kom dat niet tegen in het voorgestelde besluit punt 1 tot en met 9 en ik kom het ook niet tegen in uw moties en amendementen. Laat u dat punt vallen, of denkt u: als ik het maar vaak genoeg luid en duidelijk uitgesproken heb, dan komt het wel door? De heer De Jager Volgens mij staat dat in de toelichting op amendement nummer 5 wel. Mevrouw Visser Daar staat dat u de tekst wilt wijzigen in: mag niet ten koste gaan van de identiteit van Sliedrecht. De heer De Jager Nee, in de toelichting heb ik het over, eerste regel. In de eerste regel van de toelichting staat: identiteit mag wat kosten. Mevrouw Visser Ja. Maar…. laat ik het anders formuleren. Dan maar even in de vorm van een voorbeeld. Wij hadden hier in Sliedrecht totdat we in de Sociale Dienst Drechtsteden gingen een supersociaal beleid. Toen gingen we harmoniseren, heette dat. Uiteindelijk werd het nivelleren voor de Sliedrechtse burgers; kunnen ze ook niks aan doen. Alleen, ik heb uw eerste aandachtsstreepje begrepen als: ik vind dat als Sliedrecht iets afwijkends mag vinden, dus met andere woorden: iets extra's of misschien wel ergens nee tegen kunnen zeggen. Dan zal je dus echt je beleid in Sliedrecht moeten houden en dan is het meer dan identiteit die wat mag kosten. De heer De Jager Nu stelt u in die laatste regel nog een andere vraag. Maar in het amendement staat dat het zo doelmatig en effectief mogelijk met middelen omgaan niet ten koste mag gaan van de identiteit. Dat betekent automatisch ook dat het soms best weleens wat kan kosten. Want als je heel doelmatig of effectief met middelen omgaat, beter dan nu, zal dat dus minder geld gaan kosten waarbij je op een gegeven moment bij bepaalde onderwerpen kan zeggen: dat kan dan wel voordeliger zijn, maar dat willen we in dit geval niet. En dan kost het dus meer. De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Nee, maar wat ik dan aan u vraag is, zegt u dan: wij moeten in Sliedrecht de mogelijkheid hebben om als een heel verband, dan bedoel ik niet Drechtsteden, maar Zuid-Holland Zuid of een ander samenwerkingsverband, A zegt, dat u dan zegt van: doordat het effectiever efficiency oplevert hebben we wat over, wij willen A plus? Of misschien wel A min, want dat … De heer De Jager Niet per definitie, maar wel heel erg afhankelijk van het onderwerp.
- 23 -
Mevrouw Visser Nee, dat begrijp ik. Het moet niet normaal zijn: Sliedrecht wil wat anders. Maar op dat moment…. dus die plaatselijke afwijking, die verwoordt u dan in amendement 5? De heer De Jager Ja, volgens mij wel. Mevrouw Visser Oké. Dank u wel. De vicevoorzitter Goed. Dan stel ik vast dat we de eerste termijn hebben gehad en dat we overgaan tot een schorsing. Ik stel voor een kwartier. SCHORSING De vicevoorzitter Ik open de vergadering en geef het woord aan mevrouw Visser. Mevrouw Visser Wilt u dat ik gelijk mijn tweede termijn afwerk, of? Want ik was eigenlijk laatste in spreekvolgorde. Ik ging er van uit dat iedereen wel behoefte had om over die moties even te schorsen. De vicevoorzitter Als ik de volgorde aanhou, dan zou ik bij de heer Van Gameren moeten beginnen. Maar als ik uw instemming heb, dan stel ik voor dat u ook gelijk uw tweede termijn erop laat volgen. Mevrouw Visser Ja, nou, dank u wel, voorzitter. Ik heb goed naar iedereen geluisterd en ook naar de beantwoording van de portefeuillehouder. Wat me wel verbaasde, is dat de portefeuillehouder direct inging op de amendementen en de moties zonder met het college gesproken te hebben. Ik mag toch aannemen dat het echt een collegestandpunt is wat u verwoord heeft over de amendementen en de moties. Burgemeester Van de Vondervoort Het college spreekt altijd met één mond, dat weet u. Mevrouw Visser Ja, maar ja, goed. Amendement gewoon vanaf 1? De vicevoorzitter U mag uw oordeel geven over de amendementen. Mevrouw Visser Oké, dank u wel. Amendement 1 was dat wij vanaf nu, als wij al iets buiten de deur brengen, dat doen in uitvoeringsorganisaties. Dat heeft de steun van PRO Sliedrecht, want een uitvoeringsorganisatie is voor ons niet per definitie een vaststaande, huidige organisatie waar we in samenwerken. Amendement 2. In geval van samenwerking en/of uitbesteding van de gemeentelijke activiteiten bij de bovengenoemde uitvoering blijft het beleid bij de gemeente. En dat komt er een hele lange zin achteraan en de verantwoording en dan gaat u over naar een compact toezichtorgaan. Als u en de verantwoording et cetera laat vallen, kunnen we het wel steunen. Als u het compacte toezichtorgaan in stand houdt, kan de fractie van PRO Sliedrecht het niet steunen, omdat u schrijft in de toelichting dat een compacte groep, dat toezichtorgaan weer iets is met gekozen leden uit raden en/of besturen van raden et cetera, et cetera. Dus zou het weer bestuurlijke belasting van raadsleden zijn. De voorzitter De heer Van Gameren ter interruptie. De heer Van Gameren Ja, ter interruptie even een verduidelijking op die toelichting, nog verder. Het woord compact slaat erop dat ik zeker geen bestuurlijk circus daar wil optuigen. Ik heb er ook bij gezet: bijvoorbeeld één gekozen lid uit raad en/of bestuur. En waarom raad en/of bestuur? Dat kan per gemeente verschillen. Misschien dat er één gemeente is die zegt: nou, ik zet een raadslid in of ik zet een wethouder in. Drie gemeenten samenwerken, een toezichtorgaan van drie mensen.
- 24 -
Mevrouw Visser Ik snap dat op zich wel, maar we hebben het over de toekomstvisie van Sliedrecht. En op het moment dat ik instem met een compact toezichtorgaan, dan kan het toch zijn na de verkiezingen in 2014 dat weer een raadslid hier vandaan op een post gedrukt wordt. Dus wat dat betreft, die laatste zin, als die eruit gaat, steunen we het en anders steunen we het niet. De heer Van Gameren Daar denk ik nog even over na. Mevrouw Visser Ja, doet u dat maar. En dan de toekomst van Sliedrecht, amendement 3. Is de fractie van de PvdA te verleiden om aan de laatste zin "en een contract met einddatum" daar aan toe te voegen: en ontbindingsvoorwaarden? De heer Van Gameren Ik denk dat dat hoort in zo’n contract, een ontbinding- dan wel uittredingszin. Ja hoor. De vicevoorzitter Daar komt u dan zo op uw termijn op terug. Mevrouw Visser Als we dat erbij krijgen, dan steunen wij dat amendement ook. Amendement 4, daar heb ik verder geen commentaar op. Dat steunen we gewoon. Dan gaan we naar de amendementen en moties van de SGP/ChristenUnie en de CDA fractie. Heb ik het nou goed gezien, meneer Van Gameren, dat amendement 5 op een later tijdstip door u mede ondertekend is? De heer Van Gameren Ja. Mevrouw Visser Oké. Op zich kan de fractie van PRO Sliedrecht zich vinden in dit amendement. Alleen de toelichting en dan het tweede balletje; ik neem aan dat u een stukje citeert uit het visiestuk 2010 en verder. En daar geeft u aan: een aanzienlijk deel van de inwoners heeft een traditionele verbondenheid met kerk en religie met daaraan gekoppeld veel jongeren- en jeugdwerk. Dat begrijp ik wel, maar wat ik nou mis in uw toelichting is dat er ook nog een ander groot aanzienlijk deel van de inwoners van Sliedrecht is die ook wel traditionele waarden heeft, alleen niet verbonden aan kerk en religie. Ik weet ook nog niet hoe u dat op moet lossen, maar ik zou het toch fijn vinden als de indieners van dit amendement daar nog eens even naar zouden kijken. De vicevoorzitter De heer De Jager. De heer De Jager Mag ik daar even op ingaan? In de toelichting staat natuurlijk ook de structuurvisie 2006. Volgens mij staat het daar wat meer zoals u bedoelt, dan. Ik denk dat je de toelichting in samenhang moet lezen. Mevrouw Visser Jawel. Maar ook in de eerste staat weer: groepen die verschillen qua leeftijd, opleidingsniveau, werkkring, religieuze achtergrond of politieke voorkeuren leven in harmonie met elkaar. Maar dat tweede wordt er echt heel duidelijk uitgelicht: een aanzienlijk deel van de inwoners heeft een traditionele verbondenheid. Maar er is nog een aanzienlijk deel van de inwoners die ook best wel tradities heeft, alleen dan niet met kerk en religie, en die ook van waarde zijn voor Sliedrecht. En ik vind als we dan zo’n amendement maken waarvan we zeggen: de couleur locale, zal ik het dan maar noemen, van Sliedrecht benoemen we, dan moet die aanzienlijke groep ook benoemd worden. Ik weet alleen nog niet precies hoe ik dat zou moeten verwoorden. De heer Visser U zei zelf al: het is een citaat. Mevrouw Visser Ja, maar ik neem aan dat als je citeer, dat je dan ook zoekt naar het benoemen van iedereen. Want we zitten hier met z’n allen voor 24.000 Sliedrechters. En dan wat betreft de motie. De vicevoorzitter Amendement 6 laat u liggen?
- 25 -
Mevrouw Visser O sorry, amendement 6, daar heb ik oké boven staan, dus daar ga ik verder dan ook niet meer op in. En wat betreft de motie. Gezien de bijdrage die wij geleverd hebben over het coalitieakkoord en onze standpunten verder daarin, kunnen wij deze motie niet steunen. De vicevoorzitter Goed. De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Ik wil nog een paar punten benadrukken voordat ik inga op de moties. Ik wil nog een keer benadrukken dat wij als fractie van de PvdA daar toch echt nog steeds anders in staan. Wij denken dat het einde zou moeten zijn met het verlengd lokaal bestuur. Wij begrijpen ook wel dat dat niet morgen kan en dat dat niet morgen kan met de dochters. En zeker niet met de sociale dienst. Maar ik heb ook al benadrukt: er komen straks meerdere terreinen aan waarop programmatische solidariteit wordt gevraagd en programmatische samenwerking wordt betoogd en bepleit. Dat we daar een andere weg inslaan en dat kan gewoon. Wij hoeven niet direct een samenwerkingsorganisatie of een uitvoeringsorganisatie, waar wij toe besluiten, onder de paraplu van de Drechtsteden te schuiven. Dat kan ergens anders ook zijn. Het kan onder de paraplu van de Drechtsteden, ook wel goed, maar dan niet onder de supervisie van de Drechtraad. Dat is het essentiële verschil waar we over praten. En natuurlijk kan je goede afspraken maken, maar waar twee dingen zo duidelijk door elkaar lopen, een lokaal beleid met een regionaal beleid, wanneer in Dordrecht de Drechtraad iets besluit over sociale aangelegenheden, dan is dat een groot grijs gemiddelde van wat we allemaal vinden, terwijl we misschien als Sliedrecht best zouden willen zeggen: dat zou anders kunnen. Nu moeten we onder het juk, ik zeg het negatief, door van de Drechtraad, terwijl als je een andere organisatie had gekozen, had je alles nog steeds bij de samenwerkende sociale dienst kunnen laten, maar op punten het beleid zelf kunnen maken. En het maken van afspraken, het kan allemaal, maar het zou zo mooi zijn wanneer je dat beleid nog heel dicht aan jezelf houdt. Zeker waar het direct mensen raakt. En daar zijn we voor. De heer Dunsbergen Meneer Van Gameren? De vicevoorzitter Een vraag van de heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dus we stellen nu vast dat de, noem het de dochters of hoe je het ook formuleert, een aantal dingen ligt gewoon vast. Dat is de realiteit. Mevrouw Visser zei dat ook al. In feite pleit u ervoor om bij nieuwe ontwikkelingen kritisch te kijken: hoe gaan we het organiseren? Is dat nu wat u bepleit? De heer Van Gameren Niet alleen kritisch kijken hoe we het anders gaan organiseren: om het anders te gaan organiseren. Dus dat is een ander verhaal. Bovendien, nogmaals, op termijn kun je altijd nog zeggen van: een aantal taken zoals we ze nu ondergebracht hebben, zou je op een andere manier misschien moeten regelen. Weet wel, je staat nu op een essentieel kruispunt van die doorwerking binnen de Drechtsteden. Kijk, wat we nu bij de Drechtsteden hebben is een shared service centrum. Dat gaat nog steeds om dingen die nauwelijks de mensen raken. Het maakt niet uit van welke ambtenaar ze het salaris krijgen, het maakt niet uit wie de rekeningen intoetst, het maakt niet zo erg uit wie de systeembeheerder is voor de computertjes. Maar straks gaan we naar dingen toe die echt ergens over gaan. Dan gaat het over cultuur, dan gaat over het zwembad, dan gaat het om bibliotheken, noem maar op. Als we dan direct al gaan samenwerken en we schuiven dat direct weer onder de paraplu van de Drechtraad, dan krijgen we dus weer hetzelfde wat we nu hebben. Dat wil ik nog een keer benadrukken, dat dat het essentiële onderscheid is wat ik wil maken. En het tweede punt wat ik wil maken is: ik ging van de veronderstelling uit, als ik over de toekomst van Sliedrecht praat en daar is een regieorganisatie aan de orde, dan denk ik toch echt dat ik dus ook over de plek praat waar die producten naartoe gaan. Dus dan praat ik ook over: hoe zien die uitvoeringsorganisaties eruit, hoe zou ik dat moeten regelen en hoe verhoudt zich dat tot de bestaande Drechtstedenorganisatie? Dat wou ik toch nog even van tevoren benadrukken voordat ik naar een paar andere dingen ga. Wat betreft die samenwerking met andere buurgemeenten. Er is veel over Hardinxveld gesproken. We komen het straks nog een keer in een motie tegen; die zullen we overigens niet steunen. Maar ik pleit er toch voor
- 26 -
om wat we met de Brandweer dus wel gedaan hebben om naar Papendrecht te kijken en naar Alblasserdam te kijken, nou, dat schijnt goed te gaan. Ik ben er een klein beetje mee bekend. Dan denk ik ook van: misschien zijn er op andere gebieden ook van dat soort dingen te doen, die helemaal los staan weliswaar van de Drechtsteden, maar wat je binnen deze regio, binnen de Waard, zou kunnen doen. Want onze wortels liggen meer in de Waard dan op het eiland van Dordt. Dan nog even een opmerking die PRO Sliedrecht maakte, mevrouw Visser, over punt 9 uit de besluitvorming. Ik erken dat waar ik mijn amendementen ingevoegd heb, dat ik later niet meer de energie kon vinden om te kijken: hoe is nou de consistentie met punten die achterblijven? Dus dat blijf ik nog even schuldig. Maar het college, of ze nu harmonieus met één mond spreken of alle vier samen, dat doet er niet toe, zal daar zeker nog een keer blik over laten gaan van: zitten er tegenstrijdigheden in, danwel zitten er overlappingen in, moeten we daar niet een andere tekst van maken? Dat laat ik even aan het college over. Mevrouw Visser Maar meneer Van Gameren, dat kan toch niet wat u nu zegt? We nemen vanavond wel een besluit of niet een besluit. En we nemen dat besluit 1 tot en met 9 plus de zes amendementen, maar u kan niet zeggen: dan kijken ze er nog een keer naar en veranderen ze de tekst. Wij besluiten vanavond iets of we besluiten het niet. De heer Dunsbergen Ja, dat vind ik ook. Dat vind ik ook. Mevrouw Visser Want dan vervallen we weer in onze eigen valkuilen. De vicevoorzitter Mevrouw Visser heeft gezegd. De heer Van Gameren vervolgt. De heer Van Gameren Gelet op deze grote tegenstand die ik ervaar en het missen van het vertrouwen zal ik vrede hebben met een tekst die misschien straks niet helemaal consistent is. Dat is niet anders, maar dat zij dan maar zo. Wat betreft die identiteit. U zegt: ja, die identiteit moet je zo dicht bij je houden, maar anderzijds moet je goede afspraken maken in de Drechtsteden wanneer die identiteit in het geding komt. Dat lukt niet. Dan denk ik van: neem dan maar zelf je beslissingen en hou een gedeelte van het beleid maar aan jezelf. Dat is het weer hetzelfde punt als wat ik net gezegd heb van: probeer zoveel mogelijk beleid aan jezelf te houden. De vicevoorzitter De amendementen. De heer Van Gameren O ja, de amendementen. Ik zal kijken of ik daar een beetje orde in kan brengen. Amendement 1 ging over de samenwerking en/of uitbesteding bij uitvoeringsorganisatie. Daar hadden we al besloten om daar een punt achter te zetten. De vicevoorzitter Nee, dat is niet besloten. Daar is een opmerking over gemaakt vanuit het college en daar zou u…. De heer Van Gameren De fractie van de PvdA heeft besloten daarmee in te stemmen en dat daar dus een punt komt. De vicevoorzitter Dat betekent dus dat u bij deze een subamendement indient waarbij per beleidssector wegvalt. Zo zal het dan ook gelezen moeten worden door de anderen. De heer Van Gameren Ja, op die manier moet hij dan in stemming gebracht worden, denk ik, als erover gestemd moet worden. Dan over amendement 2, daar moet ik straks weer terugkoppelen op mevrouw Visser, want die had daar een beetje bezwaar tegen. Daar was een toelichting gevraagd, geloof ik, over dat toezichtorgaan. De vicevoorzitter De portefeuillehouder.
- 27 -
Burgemeester Van de Vondervoort Ja, ik begrijp absoluut niet wat u zich voorstelt bij een compact toezichtorgaan en wat ik nou moet doen als dit wordt aangenomen. De heer Van Gameren Als er zo’n uitvoeringsorganisatie komt, daar een voorstel te doen tot een klein toezichtorgaan. Dat is op zich niet zo moeilijk. Ik heb het eronder gezet, ik heb het net nog een keer herhaald van: je moet het niet onder de Drechtraad brengen. En daar heb ik me mee vergeleken. Dus als dit onder de Drechtraad komt, zo’n uitvoeringsorganisatie, dan heb je een toezichtorgaan van ik geloof een stuk of acht portefeuillehouders plus nog 42 tot 45 Drechtraadleden, et cetera. Dat lijkt me niet helemaal werkbaar. Dat is nu ook niet helemaal werkbaar. De heer Van Gameren Ons voorstel was: als je een uitvoeringsorganisatie bouwt, hou het dan compact. Zet daar een klein, compact toezichtorgaan onder. Als er vier gemeenten samenwerken, zal zo’n bestuur bestaan uit vier leden. Misschien met een voorzitter erbij. Mevrouw Visser Meneer Van Gameren, dat moet je sowieso niet doen, want dan zouden de stemmen staken. Maar meneer Van Gameren, u bent uw tweede termijn begonnen met uw pleidooi dat de PvdA een einde wil maken aan verlengd lokaal bestuur. Dus met andere woorden, als ik u goed begrepen heb is het gewoon weer zo: je kan samenwerken wat je wilt, wij geven als raad de kaders mee, we geven een budget mee, de wethouders gaan dat via hun organisatie inkopen bij welke uitvoeringsorganisatie dan ook. Dus de enige toezichthouder dan namens ons 19 raadsleden is toch het college? Dan moet je toch helemaal niet als een compact toezichtorgaan…. die wethouder komt toch hier gewoon weer vertellen wat hij uitgespookt heeft? De heer Van Gameren Dan heb ik het verkeerd geformuleerd of misschien moet ik het nog een keer uitleggen. Het toezichtorgaan gaat niet over het beleid. Dat toezichtorgaan, zal ik maar zeggen, of het managementteam van zo’n uitvoeringsorganisatie, legt verantwoording af aan de raden, aan de klanten. Dus die vertellen tegen de klanten wat ze uitgespookt hebben het afgelopen jaar. Mevrouw Visser Ja, maar meneer Van Gameren, dat moeten wij als raad toch helemaal niet willen? Het enige wat wij toch moeten doen is kaders stellen, geld meegeven en controleren? De heer Van Gameren Nou, bij dat controleren moeten zij dus vertellen wat ze ervan gemaakt hebben. Mevrouw Visser Maar dan gaat u een soort auditcommissie extraordinaire maken, die gaat controleren namens de raad en dan hier verslag uitbrengen. Nee, nee. De vicevoorzitter Goed, ik stel even de vraag of u het amendement in stand laat zoals het er nu staat, of dat u naar aanleiding van de opmerking van PRO Sliedrecht en de portefeuillehouder nog met een wijziging komt. De heer Van Gameren Nee. De vicevoorzitter Prima. De heer Van Rekom nog een opmerking? De heer Van Rekom Nou, ik wilde een poging doen om hier aan te geven dat ik volgens mij wel begrijp wat de heer Van Gameren zegt. Als dat niet zo is, dan hoor ik het ook graag. Maar wij leven in ieder geval in de veronderstelling dat het wat ons betreft volstrekt helder is wat de heer Van Gameren onder een toezichthoudend orgaan verstaat. En dat kun je ook denk ik zien aan de laatste zin die in de toelichting staat. Wat hij bedoelt is dat zo’n toezichthoudend orgaan, de bedoeling is dat hij in opdracht van de raad, en wie dat dan ook is, althans, dat kunnen wat de VVD betreft best de portefeuillehouders zelf zijn die daar een toezichthoudende rol hebben, met de bedoeling dat op termijn de Drechtraad wordt opgeheven, want dat is wat daar staat. En dat is wat ons betreft een
- 28 -
volstrekt helder verhaal. Daar kun je het mee eens zijn of niet mee eens zijn. Maar ik vind dat datgene wat nu in het amendement staat, wat de PvdA heeft gezegd, is dat niks meer en niks minder. We willen een discussie over het functioneren van de Drechtraad en de inrichting, daar ga ik straks wel een opmerking over maken, maar dat is volgens mij wat de PvdA bedoelt. De vicevoorzitter Oké. De heer Van Gameren, microfoon gebruiken. De heer Van Gameren Het is nu ook zo dat we in de Drechtraad toch ook MARAP's krijgen over de sociale dienst? En er wordt ons toch ook als toezichtorgaan gemeld van wat er uitgespookt is, wat er bereikt is, hoeveel geld er aan besteed is? Nou, ik vind dat als ik met een aantal gemeenten samen of desnoods alleen, ergens een taak neerleg, dan mag best de bedrijfsvoering in de gaten gehouden worden door een toezichtsorgaan, en daar gaat het eigenlijk alleen maar om, over het reilen en zeilen. Dat staat ook in de toelichting. Maar het beleid en de controle van dat beleid wordt gemaakt door de lokale raad. Mevrouw Visser Meneer Van Gameren. Bij de toelichting heeft u nu gezegd: waarin bijvoorbeeld één gekozen lid uit raad en/of besturen van de raden per deelnemende gemeente zitting heeft. Mag ik daar lezen van u: waarin één lid per deelnemende gemeente zitting heeft? De heer Van Gameren Ja, dat mag u daar lezen. Alleen, ik wilde dat niet van tevoren zo dirigerend regelen, zal ik maar zeggen. Mevrouw Visser Nee, maar dan hou je het juist heel vrij. Gewoon één lid per gemeente. De heer Van Gameren Dus één lid per deelnemer. Mevrouw Visser Ja, één lid per deelnemende gemeente. De heer Van Gameren Ja, dat staat erin. Dus één lid per deelnemer. Ik wil dat woord bijvoorbeeld best weghalen, hoor. De vicevoorzitter Goed, maar dat mag u dan zo uitleggen. U heeft aangegeven: ik laat het amendement zo staan zoals het staat. De heer Van Gameren Ja. De vicevoorzitter En vervolgt u uw betoog over de andere amendementen, of heeft u daar niet de behoefte aan? De heer Van Gameren Ja, natuurlijk heb ik daar behoefte aan. Dat ging over amendement 3. Mevrouw Van de Vondervoort was wat in verwarring, geloof ik, over de sterk dirigerende tekst die daar staat. U zei van: ja, dat is toch logisch dat dat gedaan wordt? Nou, daar hebben wij in het verleden andere ervaringen mee, vandaar dat het hier staat. En dat er misschien nog andere documenten kunnen zijn, dat hou ik niet voor onmogelijk. Ik heb hier een gelimiteerde lijst genoemd en ik wilde niet gelijk afsluiten met: en dergelijke. Maar dat zou u eigenlijk dan toe moeten voegen. Dus dan zou het moeten zijn: afspraken- en uitvoeringsprotocollen, een contract met einddatum en/of uittredingsdatum en dergelijke. De vicevoorzitter U wilt uw amendement wijzigen? De heer Van Gameren Nee, nee. Nou ja, met deze laatste toevoeging. Ik las het net voor. De vicevoorzitter En/of …
- 29 -
De heer Van Gameren Dat en moet weg. Er staat: en een contract met einddatum. En daar voegen we toe: en/of uittredingsvoorwaarden en dergelijke. Dan is het niet meer gelimiteerd en dan gaat het om dat soort documenten. De vicevoorzitter Goed, dan stel ik vast dat hier sprake is van een subamendement, ingediend door de PvdA. De heer Van Gameren De griffier houdt het allemaal bij. Amendement 4, dat houden we in stand. Want 9 is de oude 5 in het voorstel van het college. Alleen, wij hebben er maar één ding aan toegevoegd, dat staat aan het eind: die vooraf meetbaar is. Als u de 5 in het conceptraadsbesluit leest, dan staat er: gezamenlijke uitvoering van overheidstaken vindt plaats als daar voor Sliedrecht kwaliteits- en/of efficiencywinst is te behalen. Dat kan in zowel kleinere als grotere samenwerkingsverbanden. Dat is uw eigen tekst in het voorstel. Het enige wat ik daar aan wil toevoegen is achter te behalen, die vooraf meetbaar is. De vicevoorzitter Even voor de duidelijkheid: achter te behalen? Dat staat er al. De heer Van Gameren O even kijken. Ik zoek even de plek. Nee, dat is goed, daar moet ie achter komen ja. De vicevoorzitter Hij kan in stand blijven zoals die er staat? Prima. De heer Van Gameren Nee, maar ik wilde even toelichten dat dat in feite de oude tekst is. De vicevoorzitter Meneer Van Gameren, zou u wat vaart willen maken, want het wordt voor de publieke tribune toch wat onnavolgbaar. De heer Van Gameren Ja, ja. Dan moeten ze wel op blijven letten, hè. De vicevoorzitter Dat was uw betoog? De heer Van Gameren Nee, nee. Met het eerste amendement gaan we niet akkoord. De vicevoorzitter Noem even het nummer van het amendement. De heer Van Gameren Sorry, de motie gaan we niet mee akkoord. Dat is helder. Punt 5. De vicevoorzitter Amendement nummer 5. De heer Van Gameren Daar heb ik m’n handtekening onder gezet, maar nogmaals, ik wil benadrukken: dat gaat alleen om de zin, niet om de toelichting. Die is weliswaar gedeeltelijk ontleend aan dit stuk, Sliedrecht 2010 en verder. De vicevoorzitter Maar u hoeft zich daar niet over uit te spreken, want u heeft hem zelf ingediend. De heer Van Gameren Maar daar zijn we het dus mee eens. De laatste, 6, daar zijn we het vooralsnog niet mee eens. Daar willen we nog even over nadenken, wat wijsheid is. De vicevoorzitter Dat was het betoog van de heer Van Gameren. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dank u wel, voorzitter. Ik ga even in de versnelling, als u het niet erg vindt. Wij hebben alle amendementen en de motie in onze fractie besproken. Een aantal vinden we absoluut sympathiek, dat zal ik zo meteen eventjes toelichten. Maar alles bij elkaar afwegend, als al die
- 30 -
amendementen en motie leiden tot het voorstel wat deze amendementen veroorzaken, dan moeten we toch tot de conclusie komen dat wij niet akkoord kunnen gaan met een dergelijk raadsvoorstel. Simpelweg omdat we nog steeds vinden dat er onvoldoende signalen worden afgegeven richting het functioneren van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur. Desalniettemin zou ik toch graag even willen aangeven welke amendementen wij zouden steunen als wij het eindoordeel konden steunen. En dat betreft de vier amendementen van de PvdA, 1, 2, 3 en 4. Daar kunnen wij mee leven met wat nuanceopmerkingen, die ik nu voor me zal houden. Maar wij vinden die eigenlijk prima. Dan kom ik op de motie van de SGP/ChristenUnie en het CDA. Ik denk dat ik in ons betoog al heb aangegeven dat wij het jammer vinden dat in deze motie hier alleen Hardinxveld staat. Als er meerdere buurgemeenten initiatieven qua samenwerking hierin zouden staan, dan was het wat ons betreft een stuk positiever geweest. En daarbij hadden we veel liever gehad dat ons eigen college de samenwerking zou opzoeken en niet via het Drechtstedenbestuur. Dus die motie zouden wij niet steunen. Datzelfde geldt voor amendement 5, identiteit. Allereerst, de VVD is zoals bekend een beetje allergisch voor termen als `identiteit mag wat kosten`. Dan willen wij altijd graag tot op de bodem weten wat dat moet kosten. Nou, dat blijkt hier niet uit. Dus daar zijn we sowieso al huiverig voor. En voor de rest vinden we dit amendement behoorlijk overbodig, omdat we eigenlijk vinden dat zoals in het raadsvoorstel is vermeld de identiteit voldoende is. Amendement 6, daar hebben wij net het langst bij stil gestaan en we hebben nog eventjes het amendement voorgelezen. En voorafgaande aan de behandeling van de toekomst van de Drechtsteden, staat er, geeft het college duidelijk aan wat de huidige samenwerking in de Drechtsteden precies inhoudt en wat de consequenties zijn van mogelijke veranderingen in de gemeenschappelijke regeling. Dit lijkt erop alsof we al vijf jaar aan het samenwerken zijn en we nog niet weten wat die samenwerking nou precies inhoudt. Dat vinden we een uitermate vreemd amendement. En dat is ook de reden waarom wij dit amendement niet zouden ondersteunen. Dat was het. Dank u wel. De vicevoorzitter En dat is in de situatie dat u tegen het gehele voorstel stemt. Oké. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u, voorzitter. Ik loop de amendementen en de motie even langs. Amendement 1. Het woord uitvoeringsorganisatie, het is al vaker gezegd, is eigenlijk een containerbegrip. Daar kun je blijkbaar van alles onder verstaan. Zoals het nu geformuleerd is kunnen we ons vinden in het subamendement. Amendement 2 steunen we niet, daar is wel genoeg discussie over geweest. Amendement 3. Ik had nog even een bescheiden gesprek/discussie met mevrouw Van de Vondervoort over het wat en het hoe. Ik denk dat dit wel redelijk op uitvoeringsniveau ligt. Wat we als CDA fractie wel interessant vinden, is het punt van die einddatum en die ontbindingsvoorwaarden en dergelijke. Hoe je dat technisch moet verwerken weet ik niet, maar dat vinden we als CDA fractie wel een technisch punt. Maar het amendement zoals het nu geformuleerd is, steunen we niet. Maar dat zeg maar dat het ergens nog in de tekst opgenomen zou kunnen worden, maar procedureel heb ik er geen verstand van, vonden we dat interessant. Amendement 4 van de PvdA fractie steunen wij. En uiteraard blijven we bij onze motie en twee amendementen die we zelf hebben ingediend. Dank u wel, voorzitter. De vicevoorzitter Goed. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Mag ik via u, voorzitter, aan de CDA fractie vragen wat hun argumenten zijn om amendement 2 niet te steunen? Want u zegt alleen: ik steun het niet. En heeft dat nou juist te maken met dat de Drechtraad omgevormd kan worden, of heeft dat te maken met andere argumenten om het niet te steunen? De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, nou, voorzitter, ik vind het eigenlijk een te vaag verhaal. Dat is één. Het feit dat je de Drechtraad opheft, dat zie ik op korte termijn gewoon niet gebeuren. Dat is gewoon realiteit.
- 31 -
De heer Van Gameren Dat staat niet in het amendement. De heer Dunsbergen En als je dan gaat kijken naar dat compacte toezichtsorgaan, daar hebben we gewoon onvoldoende beeld bij, dus dat kunnen we dan ook niet steunen. De vicevoorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ik snap uw argumenten, meneer Dunsbergen, maar toch nog even. Ik ben inderdaad degene geweest die vanavond…. De vicevoorzitter Microfoon, mevrouw Visser. Mevrouw Visser Neem me niet kwalijk. Ik ben inderdaad degene geweest vanavond die gezegd heeft: die notitie zoals die voorligt als onderlegger van dit raadsbesluit is de huidige realiteit. Maar ik ben ook wel iemand die zegt: als je maar lang genoeg die drupsteen bent, dan schuur je dat vanzelf uit en dan krijg je gedachteveranderingen, terwijl ik u nou hoor zeggen: die Drechtraad opheffen kan niet op korte termijn, dus praten we er niet over. En ik denk juist, op het moment dat je er met z’n allen steeds vaker over praat en het met z’n allen steeds vaker ter discussie stelt, dat je in andere plaatsen de geesten er ook rijp voor maakt. Dus op zich, dat signaal afgeven van op termijn opheffen, lijkt mij niet verkeerd. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Mevrouw Visser, dat is de reden waarom wij amendement 6 hebben ingediend, om daar nog een keer juist over te spreken. Dat is de eerste opmerking die ik wil maken. En de tweede opmerking vind ik de uitdrukking compact toezichtorgaan al veel te veel gefocust. Er is in feite al één richting, terwijl wij zeggen: laten we nou gewoon met elkaar die discussie aangaan en dan kijken van± wat komt daar uit? Maar dat vinden we hier gewoon onvoldoende in terug. De vicevoorzitter De heer Van Gameren, interruptie. Microfoon aan. De heer Van Gameren En als je dat stukje weghaalt? De heer Dunsbergen Meneer Van Gameren, ik waardeer uw lenigheid, maar wat blijft er dan van het amendement over? Want dan komt het volgens mij grotendeels overeen met wat er al in de tekst staat. De heer Van Gameren Dan blijft het beleid bij de gemeente liggen. De heer Dunsbergen En dat heb ik in mijn betoog aangegeven, dat we dat belangrijk vinden. De heer Van Gameren Ja, maar dat staat niet in de punten 1 tot en met 9. De heer Dunsbergen Maar goed, ik ben even los als het gaat om de procedure. Maar we hopen dat de voorzitter daar enige helderheid in kan verschaffen. De vicevoorzitter Ik geef het woord aan de heer De Jager. De heer De Jager Voorzitter, dank u wel. Wij lopen ook even de amendementen na. Amendement 1 kunnen wij steunen. Amendement 2, daar is veel discussie over gevoerd. En dat steunen wij niet, om de redenen die al een aantal keer hier door de zaal zijn gegaan. Dus wij onderschrijven de reden om die niet te steunen. Dat geldt ook voor amendement 3, waarbij we met het CDA wel van mening zijn dat er dingen in staan die best de aandacht behoeven, zoals einddatum en ontbindingsvoorwaarden en dergelijke. Dat sluit ook een beetje aan bij onze opmerking dat we, onze rol als opdrachtgever, daar
- 32 -
best weleens goed naar zouden kunnen kijken. Maar in het geheel van het amendement kunnen wij het niet steunen. Amendement 4 steunen wij wel. Ten aanzien van onze eigen amendementen samen met het CDA en de motie: die steunen we uiteraard wel. Ik wil nog wel heel even ingaan op de toelichting bij amendement 6. Toen ik die in zat te tikken heb ik mezelf de vraag gesteld: hoe lang mag een toelichting zijn? Ik heb het idee dat ik hem nog iets meer had moeten toelichten om aan te geven dat ik echt… De vicevoorzitter Heeft u het over de motie? De heer De Jager Nee, het amendement 5. Zei ik 6? Mijn excuus, ik bedoel 5. Ik bedoel de lange toelichting. Maar ik bedoel daar de gehele Sliedrechtse samenleving mee. En ten aanzien van amendement 6 kijk ik ook een klein beetje naar de VVD. Ik vind dat toch wel een beetje een gemiste kans, want u kunt natuurlijk aangeven dat we na zoveel jaren nu nog niet weten wat daar gebeurt. Ik denk dat we dat op een aantal lijnen wel weten, maar het zou best wel zo kunnen zijn dat we door toelichting en onderbouwing daar best wijzer in kunnen worden. Dat hoeven we helemaal niet uit te sluiten. Dat is één. En in de tekst van het amendement staat iets over consequenties. Ik zou graag willen weten wat de consequenties zijn als, en dan, en wat er gebeurt. En dat is iets heel anders dan niet weten wat er nu gebeurt. Nee, vanuit het vertrekpunt dat je weet wat er gebeurt eens goed nadenken van: wat zijn de consequenties als je stopt of als je doorgaat of als je zus of als je zo? De vicevoorzitter De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dat is een aardige toelichting, maar zo staat het er niet. Zo wordt nog steeds de indruk gewekt dat we hier met de gehele raad de ballen verstand niet hebben van hoe de Drechtsteden functioneert. Dat is de indruk die ik erbij heb. En dan is het simpel, volgens mij begrijp ik absoluut hoe de Drechtsteden op dit moment functioneert en heb ik daar een mening over. En dat is ook de reden waarom wij het raadsvoorstel niet zullen steunen: wij vinden dat er een signaal afgegeven moet worden dat er iets fundamenteel moet veranderen in het functioneren van de Drechtraad. En dan kunnen we erover blijven praten en aan het college vragen hoe het precies werkt, maar ik denk dat je er rijkelijk laat mee bent om die vraag nu te stellen terwijl we al vijf jaar aan het samenwerken zijn met Drechtsteden. En dat is de indruk die dit amendement opwekt. De heer De Jager Mogelijk kunt u hem ook anders lezen, maar u leest hem zoals u hem leest. Ik wil het er verder bij laten. De vicevoorzitter Goed, dan geef ik tenslotte nog het woord aan de portefeuillehouder. Burgemeester Van de Vondervoort Dank u wel. Twee opmerkingen en dan loop ik nog even de amendementen langs. Ik geloof dat het twee of drie Drechtraadvergaderingen geleden is dat de evaluatie van de Drechtraad daar op de agenda stond. December, kijk. Ik meld het maar even. We kunnen dus nu proberen om vanuit Sliedrecht de discussie over de Drechtraad te heropenen, maar het moet dus daar gebeuren en twee maanden geleden was daar ruimschoots de gelegenheid voor om dat te doen. En de conclusie die daar toen getrokken is, is dat niet het soort van verandering, zoals die door sommigen hier wordt bepleit, nu wordt ingevoerd. Dat neemt niet weg dat er heel veel discussie te voeren is over de vraag hoe je verlengd lokaal bestuur inricht en hoe je de balans vindt tussen dingen samen doen en je eigen verantwoordelijkheid houden. Dat is het punt waar de VVD met name ook op hamert. Alleen met betrekking tot de positie van de Drechtraad kunnen wij daar op dit moment vanuit het college niet zoveel mee. Los daarvan is het zo dat hier in de raad ook volstrekt tegenstrijdige geluiden te horen zijn. De vicevoorzitter De heer Van Rekom.
- 33 -
De heer Van Rekom Ja, dat is juist. Maar ik vind het te kort door de bocht dat u het continu legt bij de Drechtraad. Terwijl, ik hecht eraan dat we de discussie over het functioneren van de Drechtraad en van het Drechtstedenbestuur in deze raad doen. Het heeft in mijn optiek weinig zin, en dat is ook een van de kritiekpunten die ik heb, dat je in de Drechtraad met 55 Drechtraadleden een discussie gaat voeren over het functioneren van het eigen orgaan. Ik vind dat niet juist. Ik hecht eraan dat we die discussie hier voeren. En nou weet ik wel, maar dat is ook een ander kritiekpunt die we hebben, dat we met z’n allen regiofracties hebben waarin we ook nog eens een keer onze standpunten moeten gaan vaststellen. Het is een veel te ingewikkeld proces om nou eens en vooral duidelijk te maken dat het niet effectief is hoe de Drechtraad nu functioneert. En dan kunnen blijven discussiëren in een Drechtraad, maar ik, en dat is de laatste keer dat ik het zeg, hecht eraan dat we die discussie hier voeren en niet in de Drechtraad. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Voorzitter, daarom hebben wij amendement 6 ingediend om dat gesprek op gang te brengen. Burgemeester Van de Vondervoort Ik denk dat het prima is dat gesprek hier te voeren; ik zeg alleen dat we hier dus niet die besluitvorming kunnen wijzigen, want die besluitvorming moet in de Drechtraad gewijzigd worden. Dat is mijn punt. Ik ga inhoudelijk een heel eind met u mee. Ik kom er bij amendement 6 zo even op terug. Het tweede is dat de heer Van Gameren een aantal toelichtingen heeft gegeven bij de amendementen die in ieder geval wat mij betreft helderder maken wat de achtergrond en de bedoeling van de amendementen is. Ik zal over een paar nog even iets zeggen. 1 hoef ik niks meer aan toe te voegen, daar is per beleidssector geschrapt en er is wat het college betreft geen bezwaar tegen 1. Dat had ik in eerste termijn ook gezegd. Met betrekking tot amendement 2 zou het college de raad willen ontraden dat amendement aan te nemen, met de opmerkingen en toelichtingen die ik in eerste termijn ook al gegeven heb. En uw toelichting heeft dat punt niet verhelderd. En ik waag ook te betwijfelen of het consistent is in uw eigen redenering. Maar dat is aan u om te beoordelen. Amendement 3 ontraden we ook, eigenlijk om twee redenen. U zegt wel dat het in lijn ligt met wat er aan de orde is, maar wat ons betreft is het zo dat niet alle keuzes voor samenwerking en uitbesteding bij de raad liggen. Want dat is voor een belangrijk deel collegeverantwoordelijkheid. Maar daarnaast is het zo dat we in het kader van het totale verbetertraject waar we mee bezig zijn, dat opdrachtgever- en opdrachtnemerschap en het SMART maken van je uitbestedingsactiviteiten enzovoort, nadrukkelijk in het verbetertraject hebben opgenomen. Dus ondanks het feit dat het amendement, in deze vorm opgeschreven, ontraden wordt, wordt inhoudelijk aan de intenties van wat hier staat wel degelijk tegemoet gekomen door de wijze waarop dat in het verbetertraject mede vorm krijgt. Met betrekking tot amendement 4. U schrijft, het is overgeschreven van wat er in het oorspronkelijke tekstvoorstel 5 staat, maar dat is niet waar. Want in het concept raadsvoorstel zijn besluitpunt 4 en 5 met elkaar verbonden, maar nadrukkelijk onderscheiden omdat 4 gaat over gemeenschappelijk beleid en 5 over gemeenschappelijke uitvoering. En wat u doet in de tekst van 4 is beleid en uitvoering aan elkaar knopen en daarvan zeggen dat het vooraf meetbaar moet zijn. En ook nog zeggen dat het alleen mag als het kwaliteitswinst en efficiency oplevert, terwijl je soms om hele andere redenen samenwerking bijvoorbeeld wilt en het ook niet altijd kwaliteits- en efficiencywinst oplevert. Of dat je hele gerichte redenen hebt om samen te werken en te accepteren dat het dat niet oplevert, maar dat er hele andere dingen zijn waarom je dat wil. Dus het is bepaald niet een gelukkig geformuleerd amendement. Met betrekking tot amendement 5 heb ik in eerste termijn al aangegeven dat daar niet zoveel bezwaar tegen bestaat. Met betrekking tot amendement 6 zou ik u het volgende willen voorstellen. Ik zou de fracties van de SGP/ChristenUnie en de CDA fractie, het is gezamenlijk ingediend, willen vragen om het amendement in te trekken, onder acceptatie van de volgende toezegging. Het amendement zoals het hier ligt, praat over een stuk toekomst van de Drechtsteden. Ik neem haast aan dat u verwijst naar een tekst zoals dat in de notitie staat die gaat over de doorontwikkeling van de Drechtsteden. Dat is een proces wat loopt in Drechtstedenverband. En ik zou u willen toezeggen dat het college een uiterste inspanning doet en ook probeert in het proces, voor
- 34 -
zover we dat kunnen beïnvloeden in Drechtstedenverband, het zo te regelen dat de intentie van wat hier gevraagd wordt, namelijk om eens te kijken van: hoe zou die doorontwikkeling met inachtneming van dat wat de raad hier wenst met betrekking tot eigen positie, samenwerking, voorwaarden die eraan gesteld moeten worden enzovoort, vorm gegeven kunnen worden? En ik zou u dus willen toezeggen dat het college een notitie voorbereidt die daar op ingaat, in het licht van het proces van besluitvorming met betrekking tot de doorontwikkeling Drechtsteden. En als ik u dat toezeg, zou ik u willen vragen dit amendement in te trekken omdat dit qua formulering misschien net iets onhandiger is dan dat wat ik u nu toezeg, terwijl ik volgens mij tegemoet kom aan wat u graag wilt hebben. Mevrouw Visser En op welke termijn zegt u dat toe? Burgemeester Van de Vondervoort Ja, dat zal door ons voorbereid moeten worden en dat zal in de tijd gezien parallel moeten lopen met het proces van doorontwikkeling van de Drechtsteden. Maar ik verwacht dat het college daar voor het zomerreces een notitie over aan de raad zal kunnen aanbieden. Mevrouw Visser Dat proeftuinenbesluit dat u daarover genomen hebt, dat was toch al een gevolg van die doorontwikkeling? Burgemeester Van de Vondervoort Dat is wel een van de dingen die met doorontwikkeling te maken heeft, maar de doorontwikkeling waar in de notitie naar verwezen wordt is een vervolg op de discussie die gestart is, onder andere in een bijeenkomst hier waar burgemeester Blase als portefeuillehouder van de Drechtsteden ook voor hier geweest is. Die discussie krijgt nog een vervolg en daar verwijst deze notitie naar. En die zal onder andere dit soort elementen, naar ik aanneem, ook in zich hebben. Maar in ieder geval kan het college daar aandacht aan besteden. De vicevoorzitter De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Mijn bezwaar tegen amendement 6 was dat ik het liever niet heb; ik zou liever willen hebben dat we nu die beslissing nemen. De PvdA is ook zo ver om die beslissing te nemen, maar als anderen nog niet zo ver zijn of dat nu niet durven, dan verwacht ik wel dat met die notitie in de hand we nog steeds een besluitvormende discussie een keer hier kunnen hebben wat er dan moet gebeuren. Want die zit er nog steeds aan vast. De vicevoorzitter Mevrouw Verschoor, aanvullend. Mevrouw Verschoor Ja, want wat ik een beetje proef uit wat u nou wilt schrijven, het gaat nog steeds over doorontwikkeling van Drechtsteden. Dus de punten waar zowel de PvdA als de VVD het over heeft gehad van: we moeten naar een heel andere organisatie toe, dat proef ik niet uit de woorden van een doorontwikkeling van de Drechtsteden. Burgemeester Van de Vondervoort Ik gebruik de terminologie die in de Drechtsteden aan de orde is. Daar wordt de terminologie doorontwikkeling Drechtsteden gebruikt. Dat hebben we in de notitie zoals die hier ligt, opgenomen. Dat betekent ook veranderingen in de Drechtsteden met betrekking tot de huidige werkwijze. Dat gebeurt al op een aantal terreinen. En u bent straks in de gelegenheid om daar uw oordeel over te vellen. En als er, wat nu niet het geval is, dan een situatie zou ontstaan dat een meerderheid van de raad de opvattingen van de fractie van PvdA en VVD zou delen, dan moeten we opnieuw kijken hoe we daar naar kijken. Maar ik waag nog te betwijfelen of zelfs de fractie van de VVD en PvdA er hetzelfde over denken. Maar laten we die inhoudelijke discussie dan voeren aan de hand van die notitie en aan de hand van de besluitvorming die te zijner tijd door de Drechtsteden gevraagd wordt over die doorontwikkeling. En dan kunt u ja en nee zeggen en proberen de besluitvorming te beïnvloeden, maar als u daar nou het materiaal voor aangereikt krijgt, dan kunt u toch verder met die discussie?
- 35 -
De vicevoorzitter Goed. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Misschien dat ik het gemist heb, hoor, maar die discussie kunnen we hier in deze raad voeren en niet in de Drechtraad. Burgemeester Van de Vondervoort Het college zegt u toe een notitie voor te bereiden die u hier kunt bespreken. En daarna zal dat gevolgen moeten hebben voor het besluitvormingsproces in de Drechtsteden. De heer Van Gameren Dus dat wil zeggen dat in ieder geval voordat er iets besloten wordt in de Drechtraad over de doorontwikkeling, wij hier als raad nog een keer een besluitvormend iets hebben over dat onderwerp. Burgemeester Van de Vondervoort Dat is wat wij als college willen proberen, maar wij kunnen alleen ons eigen tempo en onze eigen informatie regelen. Wij kunnen niet regelen hoe dat proces in de Drechtsteden gaat. Ik zeg: wij proberen dat bij elkaar te brengen zodat wat u graag wil bewaarheid zou kunnen worden. Daar zetten wij op in. De heer Van Gameren …dat we er anders over denken in de Drechtraad, maar voor de PvdA is het belangrijk, en dat zullen we daar ook doen, om in de Drechtraad datzelfde geluid te laten horen van: bij andere samenwerkingen en toekomstige samenwerkingen moet dat anders gaan in de Drechtraad. Dat is een richtinggevend kader voor de doorontwikkeling binnen de Drechtsteden. En ik zou graag willen hebben dat het gedeeld wordt door de Sliedrechtse raad. En als dat niet door de Sliedrechtse raad gedeeld zou worden, dat ik hier in ieder geval toch die discussie heb om die poging te wagen. Burgemeester Van de Vondervoort Ik zeg tegen u dat wij ons inspannen om het zo te laten lopen, maar wij kunnen alleen maar proberen invloed te hebben op het besluitvormingstraject zoals het Drechtstedenbestuur dat loopt. Dat hebben wij niet alleen in de hand. Wij doen ons uiterste best om het zo te laten lopen dat gebeurt wat u nu vraagt. De heer Dunsbergen Voorzitter? We waarderen de discussie over ons amendement; prima. Maar zoals ik er nu naar kijk, neig ik ernaar om het staande te houden. De vicevoorzitter Ik kijk even naar de heer De Jager, want dat voorkomt misschien een schorsing. De heer De Jager Voorzitter, dat weet ik nog niet. Het amendement is volgens mij bedoeld om op korte termijn duidelijk te krijgen wat die samenwerking inhoudt, voor degene die dat nog niet helemaal helder hebben dan. Maar met name ook om te kijken wat de consequenties zijn van de regeling die er nu ligt en wat er gebeurt en wat de consequenties daarvan zijn als je daarvan af gaat wijken of anders gaat besluiten. Als ik naar het voorstel van de portefeuillehouder luister, dan lijkt het wel alsof we dan een soort besluitvormingstraject ingaan en dat was niet de bedoeling van dit amendement. Dus tot op heden neig ik ernaar om hem nog staande te houden. De vicevoorzitter Kunt u dat misschien helder verwoorden of zegt u: ik heb een schorsing nodig om dat nog eens te onderstrepen om het al of niet in stand te houden? De heer De Jager Zelf heb ik daar op dit moment nog geen schorsing voor nodig. De vicevoorzitter Dus mag ik daaruit concluderen dat u de lijn die de heer Dunsbergen aanhoudt, deelt? De heer De Jager Dat deel ik, ja.
- 36 -
De vicevoorzitter Prima. Dan vraag ik nog aan de portefeuillehouder om in te gaan op de motie, want u was met uw verhaal bezig. Burgemeester Van de Vondervoort Ik had in de eerste termijn al gezegd dat ik al voldoende heb gezegd over de samenwerking met Hardinxveld-Giessendam en de eenzijdigheid en de beperktheden daarvan en dat ik, dat gezegd zijnde, het oordeel aan de raad laat. En overigens denk ik dat de toezegging zoals ik die deed en het amendement niet tegelijkertijd aan de orde zijn. Dus het is òf de toezegging òf het amendement. De vicevoorzitter Goed. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Voorzitter, als ik kijk naar de indieners van de motie en naar het aantal aanwezigen hier vanavond aan tafel en de motie wordt staande gehouden, dan wordt ie gewoon aangenomen. Dat is vrij simpel. Dus de vraag is dan wel richting college: wat gaat u doen als die motie aangenomen wordt? Burgemeester Van de Vondervoort Voor moties geldt altijd dat het college zich na aanname van moties beraadt over de wijze of en waarop er uitvoering aan wordt gegeven, want een motie is een verzoek aan het college. De vicevoorzitter Goed. Mag ik hiermee de discussie als beëindigd beschouwen? Ja, dat is het geval. Dan gaan we toe naar de stemming. Wenst iemand van u een stemverklaring? Mevrouw Visser Ik heb nog een korte vraag aan de indieners van amendement 5. Houden die de toelichting in stand zoals die nu is? Met balletje 1 en balletje 2? De vicevoorzitter De heer De Jager. De heer De Jager Ja, zoals ik het begrepen heb, stemmen we over het amendement en niet over de toelichting. Mevrouw Visser Nee, dat weet ik, maar die hoort er wel bij. Je maakt een toelichting en dan zeg je: en omdat die toelichting is zoals die is, maak ik dat om dat amendement. De heer De Jager Ja, maar ik lees in de toelichting absoluut niet iets waarbij ik bevolkingsgroepen uitsluit. Sterker nog, ik heb een zo’n grote opsomming gemaakt van, dat die wat mij betreft heel volledig is. Maar moet daar een groep bij waarvan u zelf de definitie nog niet kan verwoorden, ja, dan zou ik daar met de fractie even over na moeten denken. Mevrouw Visser Maar je kan ook even wat laten vallen en dan blijft het gewoon de 24.000 inwoners. De heer De Jager Maar hoe wilt u dat dan noemen? Mevrouw Visser Als je alleen het eerste balletje laat staan, dan heb je alles in je toelichting wat je ook uiteindelijk in 2 hebt staan, maar dan veel uitgebreider. De heer De Jager Ja, maar daar beslissen we niet over. Het eerste balletje staat er ook en daarboven staat ook iets over Sliedrecht en verband, zoals kerken en verenigingen. En verenigingen is ook heel breed, dus…. De vicevoorzitter U heeft de gewenste helderheid. De heer Dunsbergen.
- 37 -
De heer Dunsbergen Daar een laatste opmerking over. Ik denk dat het einde van dat tweede balletje, dat daar ook toch duidelijk in verwoord staat dat het heel algemeen is. De vicevoorzitter Oké, dan mag dat de toelichting zijn. Wenst iemand van u een stemverklaring? Nee. Wenst u vervolgens stemmen bij opsteken van handen dan wel hoofdelijke stemming? Ik kijk even rond. Mag ik hieruit concluderen dat u geen van beide…? De heer Dunsbergen Laten we handen opsteken, voorzitter. De vicevoorzitter Per handen opsteken? Goed. Dan is het zo dat we eerst stemmen over de amendementen/subamendementen, zal ik maar zeggen. Vervolgens het voorstel en vervolgens de motie. Ik breng in stemming amendement 1, waar moet gelezen worden: in geval van verdere samenwerking en/of uitbesteding van gemeentelijke taken en activiteiten wordt gekozen voor het neerleggen daarvan bij uitvoeringsorganisatie. Wie is voor dit amendement? Ik concludeer iedereen minus de fractie van de VVD en daarmee is het aangenomen. Amendement 2 breng ik in stemming. Wie is voor dit amendement? En wie is tegen dit amendement? PvdA is voor dit amendement. Dat zijn 3 stemmen voor. Verworpen. Amendement 3. Wie is voor dit amendement? Ik concludeer dat de fractie van de PvdA en de fractie van PRO Sliedrecht vóór dit amendement zijn en daarmee is het aangenomen met 6 stemmen voor. Mevrouw Visser Bent u nog wakker, voorzitter? De vicevoorzitter Dan is het verworpen. Mevrouw Visser Ik vind hem wel leuk, maar… De vicevoorzitter Het is een lange avond. Ik breng in stemming amendement 4. Wie van u is voor dit amendement? Iedereen is voor, minus de VVD en daarmee is het aangenomen. Amendement 5. Wie is voor dit amendement? Voor: de PvdA, SGP/ChristenUnie en het CDA. Daarmee is het amendement aangenomen. Amendement 6. Wie is voor dit amendement? De heer Van Gameren Mag ik een stemverklaring afleggen? De voorzitter U heeft de mogelijkheid gehad om een stemverklaring af te geven, dus ik sta u dat niet meer toe. (zonder microfoon) Burgemeester Van de Vondervoort Als het amendement wordt aangenomen is er geen toezegging, want dan wordt het amendement uitgevoerd en niet de toezegging. (zonder microfoon) De vicevoorzitter Amendement 6 breng ik in stemming. Wie is voor dit amendement? Ik constateer dat de fractie van het CDA en SGP/ChristenUnie voor dit amendement zijn, plus de heer Sneijder en daarmee is dit amendement aangenomen. De vicevoorzitter Dan gaan wij over naar het voorstel. De heer Van Gameren wenst een stemverklaring af te geven.
- 38 -
De heer Van Gameren Heel kort, hoor. Ik ben mijn eerste termijn begonnen met: alles wat hier staat en wat misschien aanzienlijk verbeterd had kunnen worden met de moties die helaas afgewezen zijn, zijn er zo veel open punten in en zoveel open einden en zoveel vaagheden dat eigenlijk niemand daartegen kan zijn. En het zal ook onze voorstellen best helpen. Dus wij willen niet tegen dit besluit zijn. De vicevoorzitter Goed. Ik breng het in stemming. Wie is voor de voorgestelde besluiten zoals verwoord onder 1 tot en met 9? Ik concludeer dat de PvdA, CDA, SGP/ChristenUnie voor zijn. En daarmee is het voorstel aangenomen. De vicevoorzitter Dan de motie. Wie is voor de motie? Ik concludeer dat de partij van het CDA en SGP/ChristenUnie voor zijn en daarmee is de motie aangenomen. De vicevoorzitter Ik kijk direct even naar de klok. We hebben de afspraak om tot 23:00 uur te vergaderen. Ik stel voor, zoals u op de hoogte bent gesteld dat morgenavond eventueel een reservedatum is, dat wij morgenavond verder vergaderen om 20:00 uur. De heer Van Rekom, voorstel. De heer Van Rekom Dan heb ik een voorstel, want als je kijkt naar de tribune, dan zitten daar mensen die volgens mij hier zijn voor het agendapunt Alblas, om in ieder geval dat agendapunt als eerste te gaan behandelen. Anders lopen we het gevaar dat die mensen nog een avond kwijt zijn aan dit circus. De vicevoorzitter De heer Sneijder. De heer Sneijder Aansluitend op het agendapunt over familie Alblas, dan maar SOJS gelijk maar erachter aan plakken, want die zitten ook al een redelijke tijd te wachten. De vicevoorzitter Anderen nog? Nee. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Voorzitter, ik kan me vinden in de voorstellen van de agendawijziging. De vicevoorzitter Ik heb uw adviezen gehoord. Wij zullen morgen, als dat uw instemming heeft, komen met een gewijzigde agenda. Ik sluit de vergadering. Burgemeester Van de Vondervoort Nee, u schorst de vergadering, anders moet er een nieuwe oproep komen. De vergadering is geschorst. De vicevoorzitter De vergadering is geschorst. SCHORSING
VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN SLIEDRECHT D.D. 22 FEBRUARI 2012 De voorzitter Goedenavond. Ik heropen de vergadering van de gemeenteraad. Welkom. Voor vanavond zijn er berichten van verhindering van de heren Pauw en Huisman. Voor wat betreft de agenda hebben wij gisteravond het verzoek gekregen de agendapunten 10 en 14 te behandelen als eerste agendapunt en ik stel u voor dat zo te doen. Gaat u daarmee akkoord? Dan doen we dat zo. En dan zou ik voordat we aan de slag gaan met de agenda, u willen vragen even te gaan staan. Ons heeft het bericht bereikt dat de heer Dirk Stam maandag 20 februari is overleden op de leeftijd van 91 jaar. De heer Stam was lid van de PvdA en namens die partij lid van de gemeenteraad. Hij was wethouder in Sliedrecht van september 1978 tot september 1982. De heer Stam was een sociaaldemocraat in hart en nieren en hij heeft zich via een groot aantal commissies en besturen tientallen jaren vastberaden
- 39 -
ingezet voor zijn idealen. Die idealen verbonden hem sterk met onderwijs, openbare werken en volkshuisvesting. Als wethouder heeft hij zich onder meer zeer ingespannen voor de bouw van sociale woningen die onder andere in de Zoutstoep en het Middenveer ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. In juni 2011 heb ik persoonlijk met hem kennis kunnen maken tijdens een bezoekje ter gelegenheid van zijn 65-jarig huwelijk. Hij was ook toen nog zoals we hem kennen: scherp van geest en geïnteresseerd in de wereld om hem heen. Ik wil zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen sterkte wensen met dit verlies en u een ogenblik stilte vragen om hem te gedenken. Dank u wel. Onze griffiestagiaire Suna is vanochtend in het huwelijk getreden en de griffier laat even een kaartje rondgaan met een felicitatie voor haar en haar partner.
10. BESTEMMINGSPLAN MANEGE ALBLAS De voorzitter Dan gaan wij nu naar agendapunt 10, het bestemmingsplan manege Alblas en ik vraag de raadsleden wie daarover het woord wensen. De heer Van Gameren, de heer Van Rekom, mevrouw Visser, de heer Huijser, de heer Dunsbergen. De heer Van Gameren heeft het woord. De heer Van Gameren Het bestemmingsplan manege Alblas. Al eerder heeft de fractie van de PvdA gezegd zich wat ongemakkelijk te voelen bij dit voorstel, dat is al eerder ter sprake geweest. Het is een langlopende affaire, waar we uiteindelijk toch een oplossing voor hopen te vinden. Daar gaat het weliswaar vanavond dan niet over; het gaat alleen maar over het vaststellen van het bestemmingsplan, maar dat toch terzijde. Heel kort hoor. De redenen die ten grondslag liggen aan het afwijzen van de zienswijzen, met uitzondering van nummer 2, die van de Gasunie, lijken formeel ook wel terecht te zijn. De telling op bladzijde 2 van het voorstel is wat verwarrend, als je die vergelijkt met die in het voorgestelde besluit, maar alla. We willen wel akkoord gaan met dat voorstel. Vooral omdat het uiteindelijk gaat om het kunnen realiseren van Baanhoek West. En het is in de huidige tijd al moeilijk genoeg om daar projectontwikkelaars voor te vinden die dat echt willen aanpakken. En blijkbaar ziet men daar nog steeds mogelijkheden toe. Met andere woorden: voor de verhuizing van Alblas is eigenlijk geen alternatief. En over de plek is ook al heel lang onderhandeld. De reclamanten lijken minder die plek te betwisten, maar meer hun misnoegen kenbaar te maken over het feit dat zij niet hun wensen daar kunnen realiseren. De voorzitter Dank u wel. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dank u wel, voorzitter. Ook wij kunnen kort zijn. De VVD is het er niet mee eens dat het bestemmingsplan niet voor het hele gebied is vastgesteld. Daarmee wordt veel onrust gewekt bij andere belanghebbenden in dit gebied, die zich benadeeld voelen door deze voorkeursbehandeling. Wij begrijpen niet waarom de visie van de provincie op het hele gebied niet is afgewacht. Het zou verstandig zijn als het college dit voorstel intrekt en haar huiswerk gewoon opnieuw zou doen. We vinden dat Alblas absoluut recht heeft op een snelle afwikkeling, maar alles afwegende kunnen wij niet anders dan het college op te roepen het voorstel in te trekken en een bestemmingsplan voor het gehele gebied te maken. Het moge duidelijk zijn dat we anders tegen dit voorstel zijn. Dank u wel. De voorzitter De heer Huijser. De heer Huijser Dank u wel, voorzitter. Wij worstelen met dat dossier van Alblas. En gelet op alle commotie die er achterliggende weken ook is ontstaan hebben wij een vraag aan het college. Zou het college ons kunnen vertellen of de procedure die gevoerd is in de achterliggende maanden met betrekking tot de aankoop en dergelijke, en ik weet, het is een gepasseerd station maar ik wil het toch voorleggen, juist geweest is? Want stel nu dat we op een gegeven moment later moeten vaststellen met elkaar, en de heer Van Rekom heeft in augustus en september daar al op gewezen, van: laten we nou eens kijken naar de procedure, of die juist geweest is. Stel nu dat het zo is dat de procedure juist
- 40 -
geweest is, dan gaan wij akkoord met het voorliggende voorstel. Maar misschien dat u als college kunt aangeven in een ja of een nee dat de procedure juist geweest is. Dat is onze voorvraag. Dank u wel. De voorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen (…) dat de familie Alblas recht heeft op een snelle afwikkeling, dus we houden het kort. Het is al een buitengewoon complex verhaal en de CDA fractie was op zich wel verheugd met de toezegging die u gisteravond deed om met de mensen die de zienswijzen hebben ingediend, rond de tafel te gaan. Daar wil ik het even bij laten. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Dank u wel, voorzitter. Ik zou natuurlijk gewoon heel makkelijk kunnen zeggen: in het verleden zijn we met alle voorstellen die betrekking hadden op het verplaatsen van Alblas niet akkoord gegaan, dus hier gaan we ook niet mee akkoord. Dat zal, als het vanavond op tafel blijft liggen zoals het hier ligt, ook het resultaat zijn. Toch willen we nog één keer een dringend beroep doen op het college, en misschien wel op de raad om dat ook richting het college te adviseren: om dit voorstel terug te nemen, eerst al die vragen eens te beantwoorden over de brieven die wij gekregen hebben, en die hebben alle fracties gekregen, en dan nog maar een keer terug te komen met dit voorstel. Want het was in augustus/september dat u dat voorstel deed van die grondaankoop en toen heeft onze fractie serieus overwogen om het besluit ter vernietiging voor te dragen, omdat wij gewoon hele grote twijfels hebben over de procedure die gelopen is. Het was ook in die periode dat hier in Sliedrecht andere dingen speelden, dus we hebben het laten lopen. Maar nogmaals doen wij een heel dringend verzoek aan u allen om niet vanavond dit besluit aan te nemen. De voorzitter Dank u wel. Zijn er raadsleden die op elkaar willen reageren voordat ik wethouder Lavooi het woord geef? Dat is niet het geval. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Dank u, voorzitter. Ik probeer in één verhaal een antwoord te geven, danwel een reactie te geven op de diverse sprekers. Als me dat in eerste termijn niet lukt, dan merk ik dat in tweede termijn wel. Als het gaat om de gevolgde procedure, dan kunnen we die onderscheiden in twee zaken: a. de aankoop van de gronden waar u enige tijd geleden een besluit over heeft genomen en b. het voorstel rondom het bestemmingsplan en de reactie op de zienswijzen wat vanavond aan de orde is. Als ik nog even heel snel terugga naar het eerste aspect en ik vermoed, ik weet het eerlijk gezegd niet zeker, maar ik vermoed dat van de kant van de SGP/ChristenUnie met name daar nog op gewezen wordt, dan meld ik dat we daar enige tijd geleden, ik heb de datum van de raadsvergadering niet in m’n hoofd, uitvoerig over hebben gesproken. Ook hebben we stilgestaan bij de vraag hoe dat procedureel is gegaan. Daar hebben we als college een antwoord op gegeven. En uiteindelijk is een meerderheid van uw raad daarmee akkoord gegaan. Om daar nu vanavond weer op terug te komen, lijkt mij eerlijk gezegd niet aan de orde. En als er twijfel zou zijn aan gevolgde procedures, dan … De heer Huijser Voorzitter, mag ik interrumperen? De voorzitter De heer Huijser. De heer Huijser Meneer Lavooi, wij willen er niet op terugkomen. De vraag die gesteld is, is alleen maar: is de procedure juist geweest of niet, met in het achterhoofd de opmerking die de heer Van Rekom heeft gemaakt over melden bij Europese Commissie en dergelijke. Die twee vragen liggen voor en niet anders. We komen op de discussie niet terug. Wethouder Lavooi Naar eer en geweten van het college en met inachtneming van de adviezen die we hebben gekregen is het antwoord daarop: ja. Als ik dan op de inhoudelijke aspecten die vanavond aan de orde zijn in mag gaan, bespeuren we bij eigenlijk alle raadsfracties toch een gevoel van ongemak.
- 41 -
Niet zozeer als het gaat om de mogelijke realisering van de manege Alblas, want iedereen kent de situatie in Baanhoek West en het feit dat we via een mediationtraject met elkaar gedwongen zijn om een oplossing te vinden. Ik zeg het nog maar een keer, misschien overbodig, maar het is wel zo dat zowel de provincie als de gemeente Sliedrecht als belanghebbenden uiteindelijk na veel juridisch getouwtrek tot een mediationtraject zijn gedwongen. En dat heeft ertoe geleid dat u het voorstel heeft gekregen rondom de koop en vanavond ook het voorstel rondom het bestemmingsplan. Dat dat gevoelens oplevert dat je op de een of andere manier gedwongen wordt een oplossing te vinden, dat geldt niet alleen voor de gemeente Sliedrecht, dat geldt ook voor de provincie en dat geldt ook zeker voor belanghebbenden. Maar wat er nog bij komt, dat blijkt ook uit de zienswijzen uiteraard die zijn ingediend en onze reacties daarop, dat is dat ook belanghebbenden in het gebied vervolgens in het geweer komen en daar hebben ze uiteraard alle recht toe. Daarover zou ik het volgende willen zeggen. Voor zover het, en dan heb ik het dus over de belangen van andere partijen dan de familie Alblas, binnen onze mogelijkheden ligt, hebben wij ons in het verleden en ook recent nog bereid getoond om te bezien of wij uitvoering kunnen geven aan hun wensen. Ik kan dat ook aantonen. Dat blijkt bij de familie Boer uit de beantwoording van de zienswijzen zoals u die in het raadsvoorstel heeft gezien en onze brief van 15 februari jongstleden, waarvan u een kopie heeft, waarin we hebben aangegeven nadrukkelijk te willen meedenken over een bepaalde locatie. Dat blijkt bij de heer P. Smits uit de beantwoording van de zienswijze onder punt 1, onze uitgesproken intentie. Dat blijkt bij Langerak uit ongeveer dezelfde passage. En dat blijkt bij B.G. Smits uit de beantwoording van de zienswijzen die u in het raadsvoorstel heeft gezien en een tweetal recente brieven van 18 januari 2012 en 15 februari 2012. Die feiten spreken naar ons idee voor zich. En dat leidt ertoe, nogmaals, dat ik namens het college beweer dat voor zover het binnen onze mogelijkheden ligt, wij ook recent nog ons bereid hebben getoond om te bezien of we uitvoering kunnen geven aan hun wensen. Daar komt nog bovenop dat uw voorzitter, ook de voorzitter van het college, bereidheid heeft getoond om nogmaals met een tweetal mensen die zienswijzen hebben ingediend, van gedachten te wisselen. Dus aan de kant van het college om mee te denken met ook andere belanghebbenden ligt het volgens mij niet. Vervolgens is het wel aan u als raad om vanavond een mening te geven over het raadsvoorstel en daarin feitelijk ook de onder punt 4 opgenomen antwoorden op de zienswijzen zoals het college die aan u voorlegt. Dus wij menen dat het in ieder geval toch verstandig is voor u als raad om daar vanavond als raad ook een uitspraak over te doen. Ik hoop, voorzitter, op deze manier alle reacties van de diverse fracties te hebben beantwoord in één keer. Als me dat niet is gelukt, dan merk ik het graag. De voorzitter Dank u wel. Wie wenst in tweede termijn het woord? De heer Van Rekom. De heer Van Rekom heeft het woord. De heer Van Rekom Dank u wel, voorzitter. Ik moet zeggen dat de antwoorden van de portefeuillehouder mij er niet van hebben overtuigd dat de situatie nu ten aanzien van de belanghebbenden is veranderd. Wat mevrouw Visser ook zojuist gezegd heeft: we hebben een paar dagen geleden niet voor niks een aantal brieven in onze mailbox ontvangen die volgens mij aan duidelijkheid niets te wensen over lieten. Ik wil gewoon, en dan sluit ik me aan bij de woorden van mevrouw Visser, er echt op aan dringen dat we toch het voorstel maar terugnemen, het college althans, om uiteindelijk het huiswerk opnieuw te doen. Want ik hecht eraan, ook kijkend naar de afgelopen periode die we met z’n allen hier hebben meegemaakt dat we niet nog een keertje een wellicht procedureel onjuist besluit gaan nemen waar we later enorm veel spijt van gaan krijgen. Dat zou ik betreuren, dus ik wil er nog een keer op aan dringen om nog maar eens te overwegen om het huiswerk opnieuw te doen. De voorzitter Dank u wel. De heer Huijser. De heer Huijser Dank u wel, voorzitter. Nou, de laatste opmerking van de heer Van Rekom neem ik niet over. Maar ik neem ze wel over waar hij zegt van: kunnen we nog eens een keer kijken hoe die procedure nou precies gegaan is? Is een second opinion een mogelijkheid en dat dan in die periode wat nagedacht kan worden en dan ergens in maart dat het besluit weer opnieuw op de agenda komt? Is dat
- 42 -
misschien een aardige tussenoplossing? Want ik moet er dus niet aan denken, en nogmaals, dan zeg ik meneer Van Rekom na, dat we zo meteen worden teruggefloten. En dat zou dan toch wel een verschrikkelijk slecht signaal zijn in de richting van Sliedrecht. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ja, kort, voorzitter. Ik hoop dat de SGP/ChristenUnie in dit geval wel doordringt tot het college. In eerste termijn heb ik in de beantwoording van de wethouder niet die bereidheid gehoord om het voorstel terug te nemen. Dus dan blijft er voor ons niets anders over dan nog een keer een dringend beroep op u allen te doen om het vanavond terug te nemen, nog een keer een en ander op een A4’tje te zetten. En anders rest onze fractie niet anders dan vanavond tegen dit besluit te stemmen. De voorzitter Dank u wel. Is er nog behoefte om op elkaar te reageren? Dat is niet het geval. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Ik verzoek om een schorsing, voorzitter. De voorzitter Hoe lang hebt u nodig, denkt u? Ik schors de vergadering voor tien minuten. SCHORSING De voorzitter Als iedereen de plaatsen weer wil innemen, dan heropen ik de vergadering en is het woord aan wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Voorzitter, dank u wel. De reden waarom ik een schorsing vroeg was met name gericht op de inbreng van de kant van de SGP/ChristenUnie fractie. Overigens, daarmee wil ik uiteraard andere fracties geen onrecht doen. Maar de meningen van de andere fracties waren op zich wel helder. Maar daar waar het ging om een oproep in de richting van het college om een second opinion te laten uitvoeren, had ik behoefte aan collegeberaad. Ik kijk ook even in de richting van de SGP/ChristenUnie fractie. En dan met name ook de vraag gericht op die second opinion. Als die vraag gericht is op het voorstel wat vanavond aan de orde is, namelijk akkoord te gaan met het collegevoorstel inclusief de reacties op de ingediende zienswijzen en de vraag of daarbij de procedure die gevoerd is, juist is geweest, feitelijk uw inbreng in eerste termijn, dan kunnen wij niet anders zeggen dan dat we bij dit bestemmingsplan hebben gehandeld zoals we bij alle bestemmingsplannen handelen en naar ons idee dan ook volstrekt correct hebben gehandeld, op basis waarvan wij een second opinion in dit geval niet nodig achten. Dat was, voorzitter, de reden om een schorsing aan te vragen. Voor het overige zijn er, dacht ik, door andere fracties in onze richting niet direct vragen gesteld. Wel zijn er stellingen betrokken uiteraard, maar geen directe vragen gesteld. Dus ik meen te kunnen volstaan met dit antwoord, als u het goed vindt. De voorzitter Dank u wel. De heer Huijser. De heer Huijser Ik begrijp dat ik niet duidelijk geweest ben. Ik ben begonnen met de aankoopprocedure, of die procedure juist geweest is. En ik weet het, die discussie ga ik niet overdoen, voor de helderheid. En dat was de vraag aan het college: is de procedure in die hele aankoopgeschiedenis juist geweest? En als dat ja is, en daar heeft u ja op gezegd, zo heb ik begrepen, we hadden het niet over het bestemmingsplan, maar over de aankoopprocedure, dan is het voor ons ook ja met betrekking tot het bestemmingsplan. De voorzitter Oké. De aankoopprocedure staat vandaag niet op de agenda. U hebt daar in eerste instantie de vraag over gesteld. Het college heeft gereageerd in tweede termijn voor wat betreft de procedure met betrekking tot het bestemmingsplan. Dan ligt nu de vraag voor of we het voorstel in stemming kunnen brengen. Wie zou dit voorstel willen steunen?
- 43 -
De heer Huijser Dan toch nog even voor de duidelijkheid: het ging over de procedure met betrekking tot de aankoop. En ik weet best wel dat dat vanavond niet aan de orde is, maar gelet op alle commotie die er is geweest de afgelopen weken, in de krant, via mailberichten die we gekregen hebben, vond ik het belangrijk om te vragen of die procedure juist geweest is. En is dat ja, en dat heeft wethouder Lavooi gezegd, dan is het wat ons betreft ook ja met betrekking tot de bestemmingsplanwijziging. De voorzitter U was daar duidelijk over. Het gaat over het bestemmingsplan Manege Alblas. Was er iemand die een stemverklaring wilde geven? Zag ik dat? De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja voorzitter, zoals aangegeven denken wij dat de familie Alblas recht heeft op een snelle afwikkeling. We zullen in die zin ook op basis van het voorstel wat voorligt instemmen. Maar we vragen nogmaals aandacht voor de andere belanghebbenden, dat daar goed mee gecommuniceerd wordt. De voorzitter Nog andere stemverklaringen? De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dank u wel. Wij stemmen, zoals al denk ik volstrekt helder is, tegen. En ik wil even benadrukken dat het ons absoluut niet gaat om Alblas; die hebben we expliciet in onze afweging meegenomen. Maar het gaat met name ook om de andere belanghebbenden. En ik kan niet anders zeggen en dat is de waarschuwing die ik hier bij deze stemverklaring nog een keer wil geven: we moeten geen spijt krijgen van een besluit, ook als het gaat om een bestemmingsplan wat niet meer terug te draaien is. En ik zou het betreuren, zeker in de fase waarin Sliedrecht op dit moment zit en dat kunnen we er niet bij hebben. En gezien de stemming vind ik het gewoon jammer dat het college niet de moed heeft gehad om dit voorstel terug te nemen. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Andere stemverklaringen? Dat is niet het geval. Wie is voor het voorstel? Dat zijn de fracties van SGP/ChristenUnie, CDA en PvdA. Fracties van PRO Sliedrecht en VVD willen geacht worden te hebben tegengestemd te hebben bij dit voorstel. 14. STARTNOTITIE ‘DOORLICHTING STICHTING OPEN JEUGDWERK SLIEDRECHT’ De voorzitter Dan gaan wij naar agendapunt 14. Voordat we aan dat agendapunt beginnen: ik wil niemand druk opleggen als het gaat om de tijd. Maar we hebben de planning om deze agenda af te maken en daarna nog een opiniërende bijeenkomst over de ROM-D te hebben. Als dat niet gaat lukken, dan zullen wij of morgenavond of dinsdagavond een extra opiniërende vergadering met betrekking tot de ROM-D moeten beleggen. Dus ik doe een beroep op u om te kijken of we dat kunnen voorkomen, maar u moet zich niet gedwongen voelen om het sneller af te raffelen dan u naar uw eigen verantwoordelijkheid kunt doen. Agendapunt 14 is aan de orde. Wie wenst daarover het woord? Dat is de heer Van Rekom, dat is mevrouw De Bruin, dat is de heer Kuiken en mevrouw Mulder en de heer Blanken. Het woord is aan mevrouw Mulder. Mevrouw Mulder Dank u wel, voorzitter. Ik zal snel praten. In principe kan onze fractie instemmen met de startnotitie die voorligt. Zoals al in de opiniërende vergadering gemeld, zijn wij blij met de extra toevoegingen en zijn wij benieuwd naar de uitkomsten. Wij blijven er echter bij dat het totale Jeugdbeleid leidend moet zijn voor de voorwaarden en de doelstellingen van het SOJS en dat de twee onderzoeken dus naar ons idee in de verkeerde volgorde uitgevoerd worden. Wij verzoeken de wethouder daarom nogmaals uitdrukkelijk te bevestigen dat de behandeling van de herijking van het Jeugdbeleid en de doorlichting van het SOJS tezamen worden behandeld. De doorlichting kan dan een onderdeel vormen van de herijking van het Jeugdbeleid zoals toegezegd in de opiniërende raad. Dat was het. De voorzitter Dank u wel. De heer Blanken.
- 44 -
De heer Blanken Dank u, voorzitter. Ja, de wethouder heeft goed geluisterd en heeft een aantal dingen goed overgenomen uit de opiniërende raad. Dan kom ik bij het proces voor totstandkoming van de kaderstelling, bladzijde 7. Daarin is opgenomen: na vaststelling door de gemeenteraad vanavond zal in samenwerking met SOJS aan de uitwerking begonnen worden. Pak ik dan het raadsvoorstel bij de externe communicatie, dan staat daar nog steeds: het bestuur zal gevraagd worden hierin te participeren. Dus ik zou graag daar een tekstwijziging zien. Verder heb ik nog een aantal vragen. Allereerst hopen wij dat de uitkomst wordt geschreven met een open mind en dat daarin vooral het denken in mogelijkheden wordt opgenomen. Wij zouden het ook prettig vinden als er een benchmark wordt opgenomen. Dat was het even, voorzitter. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw De Bruin. Mevrouw De Bruin Dank u, voorzitter. Zoals ik al tijdens de opiniërende bijeenkomst van december vorig jaar zei: 40 jaar lang levert de stichting een bijzonder positieve bijdrage aan de Sliedrechtse samenleving. En de fractie van de PvdA is daar trots op en hoopt dat Sliedrecht de komende 40 jaar ook plezier zal hebben van deze stichting. En als we het dan over zo’n lange tijd hebben, is het niet meer dan verstandig om je zo af en toe eens te bezinnen op de stand van zaken, de ontwikkelingen in de maatschappij en de structuur van je dienstverlening. De PvdA fractie kan dus instemmen met deze startnotitie. Zoals het bestuur van de stichting heeft aangegeven, zijn er al een paar stappen in de goede richting gezet. En wij hebben er het volste vertrouwen in dat ook het vervolg een goede uitkomst zal laten zien die ons allen in staat zal stellen de positie van het open jongerenwerk in onze Sliedrechtse samenleving te behouden en te versterken. Dank u wel. De voorzitter De heer Kuiken. De heer Kuiken Dank u wel, voorzitter. De CDA fractie stemt in met de huidige startnotitie doorlichting Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht, zoals dat voor ons ligt. Met name is de CDA fractie blij dat de leeftijd van de doelgroep is bijgesteld. Als CDA fractie kunnen wij instemmen met deze startnotitie. De voorzitter Dank u wel. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dank u wel. Nou, ook wij kunnen een positief bericht melden: de VVD gaat akkoord met de startnotitie en we zijn benieuwd naar de uitkomsten. Dat was het. Dank u wel. De voorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ja, dank u wel voorzitter. Ik wilde toch even reageren op de opmerking van de heer Kuiken van de CDA fractie waarin hij als een vaststaand feit aanneemt dat de leeftijdsgroepen van de stichting Open Jeugdwerk al aangepast zijn. Volgens mij staat daar bij de oplossingenrichtingen onder punt 7 alleen maar: het is verdedigbaar om de leeftijdsgrens van het jongerenwerk hierbij aan te laten sluiten en dus in plaats van 26 jaar de maximale leeftijd van 23 jaar te hanteren. In de uitwerking zullen verschillende varianten worden meegenomen. Dus volgens mij is er nog helemaal niks besloten en is dat alleen maar een uitgangspunt, een oplossingsrichting die het college op dit moment aan ons aanbiedt, maar waar nog steeds duidelijk staat: in de uitwerking zullen verschillende varianten worden meegenomen. Want ook 23 is discutabel; dat is alleen maar door André Rouvoet verzonnen. De voorzitter Heeft de heer Kuiken behoefte om te reageren? De heer Kuiken Ja, voorzitter, dan heb ik me daarin een klein beetje misrekend, maar het is wel in de opiniërende vergadering duidelijk aan de orde geweest dat de leeftijd naar beneden bijgesteld moest worden, naar 23 jaar. Als CDA fractie hopen we dan dat de startnotitie, wanneer die dus uitgewerkt wordt, dat men dat ook hanteert.
- 45 -
De voorzitter U neemt alvast een voorschotje op uw oordeel, straks als de notitie er ligt. Ik hoor het. Nog anderen die op elkaar wensen te reageren? De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Voorzitter, ik hoorde van de fractie van PRO Sliedrecht om een tekstwijziging in te brengen in het voorstel. Komt de fractie met een amendement? De voorzitter Nee, dat kan niet, want er kan alleen geamendeerd worden op het raadsbesluit. De heer Dunsbergen En dat was niet het voorstel? De voorzitter Nee, dat was niet het voorstel. Dat ging over een discrepantie tussen de tekst van het raadsvoorstel en de tekst van het stuk. Daar ging het om. Geen anderen meer? Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Dank u, voorzitter. Om direct maar met dat laatste te beginnen, als u het goed vindt: de opmerking van PRO Sliedrecht over de mogelijke discrepantie. Wat doen we nou met de vervolgprocedure, doen we dat nou in samenwerking met de SOJS of gaan we SOJS vragen om hieraan mee te werken? Volgens mij was dat de essentie van uw punt. Uiteraard gaan we vragen aan de SOJS om hieraan mee te werken; dat hebben we overigens ook al gedaan. En we proberen natuurlijk zoveel mogelijk ook samen te werken met deze stichting. We hebben elkaar nodig; ik heb dat ook al eens in eerdere termijnen gezegd. Dat neemt niet weg dat er uiteindelijk voorstellen gedaan zouden kunnen worden waarbij het voorstel van het college aan u, maar u bent als raad uiteindelijk aan zet, misschien hier en daar afwijkt van datgene wat de SOJS vindt. Maar de intentie van het college is heel nadrukkelijk om met het bestuur van de stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht samen te werken. Vanuit een open mind, ik zou bijna zeggen: vanzelfsprekend. Maar die open mind geldt met name voor u, want wat we als college doen is niet meer en niet minder dan uiteindelijk een voorstel aan u leveren waarbij we ervan uitgaan dat we allemaal een open mind hebben. Nogmaals, samenwerking met de SOJS is nadrukkelijk de intentie van het college. PvdA was dacht ik meer een stellingname, de leeftijd. U zegt het terecht, voorzitter. We hebben in de startnotitie nu opgenomen dat dat leeftijdsaspect inderdaad een punt van onderzoek is. Maar PRO Sliedrecht heeft ook gelijk: daar is dus nog geen besluit over genomen. En het CDA heeft hierover wel een mening gegeven, maar daar is nog geen besluit over genomen. Voor het overige: dank voor de steun om met deze startnotitie verder te gaan. In de richting van SGP/ChristenUnie fractie tenslotte, voorzitter, want we moeten proberen snel te zijn: de toezegging van de opiniërende vergadering herhaal ik hier graag. De voorzitter Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn? Mevrouw Mulder en de heer Blanken. Verder niet? Mevrouw Mulder. Mevrouw Mulder Dank u wel, voorzitter. Wat ik ook nog even wilde zeggen, nu aanrakend aan de leeftijd, dat er ook naar de onderkant van de leeftijd gekeken moet worden en niet alleen kijken hoe het van de bovenkant naar beneden zou moeten. Verder ben ik blij dat de toezegging herhaald is. De voorzitter De heer Blanken. De heer Blanken Ja, voorzitter, dank u wel. Ik heb nog geen antwoord gekregen op de benchmark die ik gevraagd heb. De voorzitter Nog anderen die op elkaar willen reageren? Dat is niet het geval. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Benchmark, we halen het onderzoekscentrum erbij, zoals bekend. Als het gaat om benchmarkgegevens over het functioneren van de stichting Open Jeugdwerk vraag ik me af of daar echt gegevens over bekend zijn, maar als die er zijn, en ik zeg u toe dat we daar naar zullen speuren, dan gaan we die er zeker bij betrekken. Maar ik vrees dat er niet zo gek veel literatuur over dat onderwerp is. Maar we gaan het bekijken.
- 46 -
De voorzitter Dank u wel. Dan noteer ik voor dit moment dat de toezegging, gedaan in de opiniërende raad, hier geacht wordt te zijn herhaald. Ik zeg er overigens bij dat toezeggingen gedaan in een opiniërende vergadering en daar door de voorzitter ook als toezegging herhaald in die vergadering en vastgesteld in die vergadering, hier niet opnieuw aan de orde hoeven te komen omdat ze dezelfde waarde hebben. Het neemt niet weg dat ik hem vandaag graag voor u alsnog noteer. Ik geloof dat ik kan constateren dat dit voorstel met algemene stemmen wordt aanvaard. Dat is het geval. Dan doen we het zo, dank u wel.
8. Rekenkamercommissierapport Sturingskracht van de raad De voorzitter En dan gaan we naar agendapunt 8, het rapport van de Rekenkamercommissie. En dan vraag ik de heer Den Braanker om voor de agendapunten 8 en 9 even het voorzitterschap weer op zich te nemen. De vicevoorzitter Goed. Aan de orde is agendapunt 8, Rekenkamercommissierapport Sturingskracht van de raad. Wie kan ik daar het woord over geven? Ik kijk rond. De heer Van Gameren, mevrouw Visser, de heer Dunsbergen, mevrouw Bisschop en de heer Van Rekom. De heer Van Gameren heeft het woord. De heer Van Gameren De raad heeft al heel lang geleden de Rekenkamer gevraagd eens te kijken naar de sturingskracht van de raad. Lezende het rapport is het daarmee blijkbaar niet best gesteld. De klachten van de geïnterviewde raadsleden zijn herkenbaar. Een deel van die conclusies en aanbevelingen waren ook al te lezen in het rapport van mevrouw Van de Vondervoort wat wij op 24 oktober al bespraken: betere rolneming door de raad, betere raadstukken, betere organisatie, betere planning en controle. Ik noem er maar een paar. Een deel ervan wordt al aangepakt en ook dit rapport wordt gebruikt door de werkgroep van de fractievoorzitters die de opdracht van de raad hebben gekregen een en ander in een integraal rapport samen te brengen. Natuurlijk ligt de focus van het rapport op wat niet goed gaat. Maar ook op het rapport is mijns inziens wel het nodige af te dingen. Het is een onderzoek, gebaseerd op een steekproef van twee onderwerpen. Ook lijken de deelconclusies meer gebaseerd te zijn op de interviews dan op meting en toetsing langs de criteria op de geduide sturingsinstrumenten bij die twee onderwerpen. Die resultaten lees ik niet in het rapport en dat zou eigenlijk moeten. Maar dat laat onverlet dat in de beleidsvoorbereidingen en besluitvormende processen alles natuurlijk beter kan en dat staat buiten kijf. Daarom kunnen we ons vinden in het besluit waarin de deelconclusies zijn uitgewerkt, met dien verstande dat wij er voor moeten zorgen, maar dat is een opdracht aan onszelf, dat ze straks onderdeel uitmaken van het integraal verbeteringsproject zowel van raad, college en organisatie en zoals dat thans al wordt geschreven. De vicevoorzitter Goed. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Voorzitter, dank u wel. We hebben eigenlijk maar één opmerking. Dat betreft het tweede besluitpunt waarin het college wordt gevraagd na te denken over de gewenste positie van Sliedrecht in de regio over twintig jaar en de uitkomsten daarvan aan de raad voor te leggen in een geactualiseerde structuurvisie. Wij vinden twintig jaar wel heel erg lang; wat ons betreft mag die horizon een stuk korter zijn. En daarnaast nemen wij aan dat de structuurvisie alleen op dit punt wordt gewijzigd en we niet een totale wijziging van de structuurvisie zullen krijgen. Voor de rest prima. De vicevoorzitter Goed. Mevrouw Bisschop. Mevrouw Bisschop Voorzitter, dank u wel. Ook wij kunnen kort zijn. Wat ons betreft zit onze zorg niet bij de voorstellen zelf. Die zijn prima verwoord en hebben ook ons akkoord. Tijdens de opiniërende raad die hieraan vooraf is gegaan hebben wij al inhoudelijk er iets over gezegd. Bovendien krijgen de voorstellen een vervolg in het document dat de vertrouwenscommissie in oprichting aan het voorbereiden is. Echter, onze grootste zorg, of aandachtspunt, is eigenlijk dat de
- 47 -
voorgestelde veranderingen echt bij ons persoonlijk ingang zullen gaan vinden. Dat het draagvlak bij ons krijgt. Met andere woorden: dat het ons tussen de oren gaat zitten. We moeten eigenlijk die voorstellen, of zoals het hier wordt verwoord, laat ik het maar zo zeggen, verinnerlijken, dat we het echt allemaal van onszelf maken. Dat we met elkaar die rol oppakken die hier geschetst wordt. En dat is toch wel waar wij als fractie nog graag de aandacht op willen vestigen. Het is een opdracht aan ons allen als raad om onze rol op te pakken en mevrouw Visser zei het gisteravond nog heel mooi richting meneer Van Gameren: wij als raad stellen kaders, we geven het geld en controleren. En dat moeten we ook echt gaan doen, als we dit rapport lezen. Dus daar willen we toch wel graag de aandacht op vestigen. En voor het overige: akkoord. Dank u wel. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, om te beginnen complimenten aan de Rekenkamercommissie. Er is een heel gedegen werkstuk opgeleverd, heel herkenbaar en het levert ook goede conclusies op. Dat zien we terug in de besluiten die voorliggen. De CDA fractie sluit aan bij de opmerkingen zoals de heer Van Rekom die maakte dat het uiteraard zal gaan om een deel van de structuurvisie, want de structuurvisie helemaal opnieuw formuleren, dat red je niet medio 2012. En als het gaat om de jaarlijkse P&C producten en dat zaken dan smart geformuleerd worden, dat is ook nog een detail, dan zouden we het prettig vinden als dat bijvoorbeeld in de begroting in alle domeinen ook terugkomt. Maar over het geheel genomen grote waardering voor het rapport. We hebben er dankbaar gebruik van gemaakt als voorbereidingsgroep, ook in voorbereiding op 12 maart, waar we ook over de opmerkingen zoals mevrouw Bisschop die maakte, nadrukkelijk zullen spreken. De vicevoorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Kort, voorzitter. Het zijn zes besluiten die voorgesteld worden, met daaronder nog een aantal deelbesluiten, waarvan er twee de verantwoordelijkheid zijn van het presidium en de overige de verantwoordelijkheid zijn van het college. Het enige wat wij daarmee kunnen doen is ze heel veel succes wensen en over een jaar ter verantwoording roepen. Dat was eigenlijk het standpunt van onze partij wat betreft dit rapport. Heel veel dank voor het rapport aan de Rekenkamer, maar het is het derde rapport op rij waar eigenlijk alle conclusies hetzelfde zijn. Dus het enige wat we nu kunnen doen, en dat noemt mevrouw Bisschop dan verinnerlijken en noem maar op, is gewoon het een keer echt gaan doen. Daar wens ik iedereen, zowel college als raad, heel veel succes bij. De vicevoorzitter Is er vanuit uw raad nog behoefte om op elkaar te reageren? Nee? Dan de portefeuillehouder. Burgemeester Van de Vondervoort Nou ja, het is een beetje ingewikkeld om van portefeuillehouder te spreken, want het betreft een rapport van de raad zelf. Maar er wordt het nodige aan het college gevraagd. Ik zou eigenlijk twee opmerkingen willen maken en die betreffen de eerste twee bullets van het eerste besluitpunt. Want het eerste bullet gaat over iets wat het college eind januari gevraagd wordt op te leveren en het tweede betreft die structuurvisie. Op beide onderwerpen heeft het college in de reactie aangegeven daar een wijziging voor te stellen. Met betrekking tot het eerste om dat wat gevraagd wordt mee te nemen in de P&C stukken van het jaar 2012, dus niet in januari, maar van het jaar 2012, dus de eerste aanzet komt dan bij de stukken die rond de zomer verschijnen. En met betrekking tot de structuurvisie hebben wij als college aangegeven ons te willen beperken tot de actualisatie van de structuurvisie zoals die er nu ligt. Ik hoop dat de raad wil accepteren dat het college deze twee besluitpunten zo interpreteert. En vervolgens zullen wij datgene wat aan het college gevraagd wordt, zo goed mogelijk proberen tot een goed einde te brengen. De vicevoorzitter Tweede termijn, waarbij u ook wordt gevraagd te reageren op datgene wat de portefeuillehouder heeft ingebracht ten aanzien van de uitleg van voorstelde besluiten. Mevrouw Visser zie ik. Zijn er nog anderen die willen reageren? Dan heeft mevrouw Visser het woord.
- 48 -
Mevrouw Visser Ja, met name de beantwoording van mevrouw Van de Vondervoort. En eigenlijk ook in de richting van het CDA en VVD, want die spreken beiden over een deel van de structuurvisie aanpassen, maar volgens mij gaat die structuurvisie die hier genoemd wordt in het voorgestelde besluit, met name over de positie van Sliedrecht in de regio. Dat staat er. En dat is iets anders dan actualisering van onze eigen structuurvisie. En volgens mij hebben we gisteravond door de nota Toekomst van Sliedrecht met name de positie in de regio besproken. Dus ik begin nu het spoor bijster te raken. Gaan de VVD en het CDA deze bullet nog amenderen of gaat het inderdaad over de positie van Sliedrecht in de regio en moeten we daar dan de toekomstvisie van gisteren voor lezen? Want het gaat hier niet om onze huidige structuurvisie, want die zou al geactualiseerd worden conform het coalitieakkoord. De vicevoorzitter De heer Van Rekom, aanvullend als reactie. De heer Van Rekom Ik heb het echt zo gelezen als zijnde de structuurvisie die een heel breed beeld geeft van het reilen en zeilen van Sliedrecht. Die is dus veel ruimer dan alleen maar over de regio. Als nu blijkt dat er een andere structuurvisie is waaraan u refereert, dan heb ik dat natuurlijk niet zo bedoeld. Het is alleen, en dat is eigenlijk de boodschap die de VVD wilde geven, dat we niet heel veel werk gaan verrichten voor iets wat alleen om de regio gaat. En in welk document dat dan staat, dat vind ik dan minder relevant, maar het is natuurlijk wel van belang dat we het over hetzelfde document hebben. Dus dat hoor ik dan graag. De heer Dunsbergen Voorzitter? De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, ik sluit me hartelijk aan bij de opmerking van de heer Van Rekom. Er ligt een structuurvisie en of dat die nou in 2006 of in 2008 is vastgesteld, dat weet ik niet meer. Ik denk in 2006. Dus in die zin, dat hij geactualiseerd wordt, dat lijkt me vanzelfsprekend. Maar dat is wat anders dan dat je zegt: we gaan hem helemaal opnieuw herschrijven, want dan ben je twee jaar bezig. De vicevoorzitter Ja. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ja, toch nog even in de richting van de heer Dunsbergen, voorzitter. In het eigen coalitieakkoord van de CDA fractie stond toch dat de huidige structuurvisie sowieso geactualiseerd zou worden in het jaar 2011? Maar hier gaat het over de positie van Sliedrecht in de regio, bij bullet twee. Dat zijn echt twee verschillenden grootheden. Wij hebben de structuurvisie van Sliedrecht die geactualiseerd moet worden, want die is inmiddels zes jaar oud, dus dat is logisch. Maar de positie van Sliedrecht in de regio, waar hier in dit besluit iets over gevraagd wordt, is echt iets anders dan de structuurvisie uit 2006, hoor. De vicevoorzitter Ik constateer dat er nu even verschillende interpretaties bestaan ten aanzien van de tweede bullet en waar de accenten op gelegd zouden moeten worden. Ik geef de portefeuillehouder graag nog de gelegenheid om daar een afdoend antwoord op te geven. Burgemeester Van de Vondervoort Een afdoend antwoord… ik weet niet of dat lukt. Want er lopen twee dingen door elkaar heen: dat is de structuurvisie die geactualiseerd en gedigitaliseerd wordt, dat is één proces. En het andere proces, dat betreft toekomst Sliedrecht waar ook de positie van Sliedrecht in de regio in staat. Als iedereen zegt: het gaat over die twee documenten, dan zou ik voorstellen, om verwarring te voorkomen, om die tweede bullet gewoon te schrappen en vast te stellen dat we aan het werk zijn met de dingen die hier beoogd worden. En dan zou ik voor wat betreft de eerste bullet willen voorstellen om januari te schrappen in januari 2012, maar uiterlijk eind januari 2012 te formuleren. Dus dan zou het voorstel zijn om in het eerste besluitpunt januari te schrappen en de tweede bullet te
- 49 -
schrappen, met de interpretatie zoals ik die zojuist geef. En volgens mij zijn we dan weer helemaal bij de les met z’n allen. En dan kan je het eens of niet eens zijn, maar dan is het duidelijk. Mevrouw Visser Dan een verhelderingsvraag. Kijk, op zich snap ik het voorstel van onze voorzitter om te zeggen: schrap bullet twee. Alleen, op het moment dat we dat schrappen, dan is een volledige vraag richting het college weg. Dan zeggen we eigenlijk: het college hoeft niet meer na te denken, niet over de positie van Sliedrecht in de regio en niet meer over de actualisering van de structuurvisie. We moeten iets houden dat die opdracht aan het college in stand blijft. De vicevoorzitter Voor het ordelijk verloop van de vergadering. Ik begon met te zeggen dat er verschillende interpretaties waren. Het voorstel vanuit het college is om de tekst te schrappen en u moet daar een antwoord op geven of u het daarmee eens bent of niet. Daar heeft mevrouw Visser op gereageerd. Ik kijk ook even naar anderen die willen reageren. Ik zie de heer Dunsbergen en mevrouw Bisschop en de heer Van Rekom. De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja, voorzitter, als het gaat om de eerste bullet: prima dat januari geschrapt wordt. Maar ik zou het jammer vinden als de uitwerking van de bullet zoals die voorligt, dan in december pas aan de orde is. Ik zou het prettig vinden als lopende het jaar die lange termijnplanning al meegenomen wordt en dat we dan eind 2012 de zaak uitgewerkt en kant en klaar hebben in alle delen van die P&C cyclus. Dat is één. Twee. Een tussenoplossing zou ook kunnen zijn dat je bullet twee knipt. Aan de ene kant het verhaal van de regio. Hoe we daar over denken, daar denken we allemaal over na in het kader van het document wat gisteravond op de agenda stond. En de tweede opdracht die er ook ligt, daar hebben wij dan blijkbaar het accent op gelegd, is de actualisatie van de structuurvisie. De vicevoorzitter Oké. Dus een knip en dat is uw voorstel ten aanzien van bullet twee. Dan kijk ik even naar mevrouw Bisschop. Mevrouw Bisschop Ik had ook nog een idee om iedereen op één lijn te krijgen. Ik dacht: je haalt gewoon in een geactualiseerde structuurvisie eruit. Dus dan krijg je: daarvan aan de raad voor te leggen uiterlijk medio 2012. Dan hebben we volgens mij alle discussies van tafel. De vicevoorzitter Dat is dan het derde voorstel. Ik kijk even nog naar de heer Van Rekom. De heer Van Rekom Ik vind het voorstel wat de portefeuillehouder gedaan heeft eigenlijk prima, omdat we ook al vonden dat die twintig jaar erg lang was. Wij kunnen daar wel mee leven, onder de voorwaarde dat voor de rest het college wel blijft nadenken. De vicevoorzitter Goed. Dan constateer ik dat er uiteenlopende opvattingen zijn over wat er moet gebeuren. En volgens mij kan dat maar tot één ding toe leiden: dat het voorstel in mijn optiek teruggenomen zou moeten worden. Mevrouw Bisschop Nee, we worden het best wel eens. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen misschien nog een goed idee? De heer Dunsbergen Als het op dat punt komt, zou ik zeggen: laten we gewoon het voorstel van de portefeuillehouder volgen. Het gaat erom dat we gewoon doorgaan en dat we er gewoon mee aan de slag gaan. Want zoveel bloed moeten we hier nou ook weer niet uit laten vloeien, dat het teruggenomen moet worden. Dan moeten we het gewoon pragmatisch oplossen. Mevrouw Bisschop Ja meneer Dunsbergen, nu gaat u te snel. Want om de tweede bullet weg te halen vinden wij te ver gaan.
- 50 -
De vicevoorzitter Geldt dat ook voor andere fracties? De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Het voorstel van de heer Dunsbergen, wilt u dat nog eens herhalen? De heer Dunsbergen Bullet twee zijn eigenlijk twee aandachtspunten. Eén is dat verhaal zoals mevrouw Visser dat aangeeft, van: de gewenste positie van Sliedrecht in de regio over twintig jaar. Nou, punt, daar hebben we over gesproken, dat stond gisteravond op de agenda. En het tweede aspect, dat is ook meerdere keren gezegd al, dat is dat er in het uitvoeringsprogramma en in het collegeprogramma gesproken wordt over actualisatie van de structuurvisie. Het zijn twee delen in één bullet en als je dat splitst, ben je er gewoon uit. Mevrouw Visser Nee, je moet alleen de uitkomsten daarvan weghalen. Als je nou gewoon zegt: twintig jaar, punt. En dan: de uitkomsten daarvan, weglaat. En dan een nieuwe zin: aan de raad voor te leggen een geactualiseerde structuurvisie uiterlijk medio 2012. Dan heb je ze allebei, wel in één bullet, maar dan zijn het twee afzonderlijke grootheden. De heer Dunsbergen Ja, prima voorstel. We hebben een meerderheid. De vicevoorzitter Ik hoop dat de griffier het voor mij goed verwoord heeft, maar dan beschouwen we dit als een mondeling amendement wat wordt ingediend door de heer Dunsbergen, mevrouw Visser, de heer Van Gameren en mevrouw Bisschop. En dat leest als volgt. De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Ik ben inmiddels al vijf minuten het spoor volledig bijster, maar ik vind het op dit moment goed, nog steeds onder de voorwaarde dat het college gewoon blijft meedenken. Mevrouw Visser Maar nu geven we ze juist de opdracht om ze na te laten denken over. De vicevoorzitter Goed. Ik lees het aldus voor. Bij bullet één onder punt 1 vervalt januari. Onder bullet twee onder punt 1: daarna het college na te laten denken over de gewenste positie van Sliedrecht in de regio over twintig jaar, punt. Aan de raad voor te leggen een geactualiseerde structuurvisie uiterlijk medio 2012. Mag ik concluderen dat de bespreking hiermee voltooid is, dat we kunnen overgaan tot stemming? Mag ik aannemen dat iedereen voor het mondelinge amendement is? En dat ook iedereen voor het voorstel is zoals dat is verwoord onder besluit 1 tot en met 6? Akkoord.
9. ORGANISATIEONTWIKKELING De vicevoorzitter We gaan naar agendapunt 9, organisatieontwikkeling. Wie van u kan ik daar het woord over geven? Ik zie de heer Van Rekom, de heer Van Gameren, mevrouw Visser, de heer Prins en de heer De Jager. De heer Van Gameren heeft het woord. De heer Van Gameren Over het extra geld voor de organisatie. Ik vat het maar even samen dat het eigenlijk voor de afdeling financiën is. Mede door de uitname van de boekhouding naar het SCD, door de vergrijzing heb ik begrepen, en hogere kwaliteitseisen die worden gesteld aan planning en controle, wordt het financieel beheer kwetsbaar, zoals ik in het stuk lees. Er is nu in het voorstel, in ieder geval in vergelijking met wat er in de opiniërende vergadering besproken is, beter verwoord om welke bedragen het gaat en vooral in welke mate ze structureel zijn en vanaf welk jaar ze effectief zullen zijn. En daaruit blijkt dat de afdeling financiën ons vanaf 2013, daar baseer ik me maar even op, in ieder geval € 100.000 meer gaat kosten per jaar. Dat is structureel. Dat is fors. Echter, waar deze raad aandringt, en dat hebben we meerdere malen gedaan, op verbetering van de financiële stukken als begroting, rekening, Kadernota, budgetrapportages en dergelijke en ook zorg heeft over de financiële huishouding in het algemeen, kan de fractie van de PvdA zich vinden in dit voorstel. Klagen is goed, maar verbeteringen kosten nou eenmaal geld. Ook de uitbreiding van het bestuurssecretariaat is fors. Vanaf 2012 € 76.000 structureel. Hier hebben we eigenlijk wat meer moeite mee, maar gelet op de
- 51 -
noodzaak tot verbetering van de bestuursprocessen, dat wordt er ook bij genoemd, wil mijn fractie daar niet tegen zijn. Wel maken we ons zorgen over de personele taakstelling zoals die in de brede doorlichting, zeg maar de bezuinigingen, is opgelegd. Oorspronkelijk was dat anderhalf miljoen. We wachten tot op heden nog op die invulling. Niet zozeer van die anderhalf miljoen, want die is inmiddels al omlaag gebracht met zes en halve ton structureel. Maar ook daarvan hebben we nog geen invulling gezien. In plaats daarvan, gelet op dit voorstel, stijgen de personele lasten vooralsnog. Vraag is dan: blijft het college toch wel bij die oorspronkelijke bezuiniging, die weliswaar verlaagd is, maar tot die zes en halve ton? De vicevoorzitter De heer Prins. De heer Prins Voorzitter, in de opiniërende vergadering van 31 januari 2012 heeft mijn fractie al aangegeven dat het voorstel over veel bedragen gaat en ook over hoge bedragen. De CDA fractie heeft via een technische vraag proberen te achterhalen hoe de voorgestelde bedragen zijn opgebouwd. Dat wil zeggen: wie wordt ingehuurd, welke kennis wordt ingehuurd, hoe lang wordt die kennis ingehuurd, enzovoort. Helaas kon daar geen nadere specificatie van worden gegeven, maar wel vinden we het goed dat niet alleen wordt ingehuurd bij dure adviesbureaus, maar dat eerst regionaal bij andere gemeenten wordt gekeken of daar deskundige personen rondlopen die wellicht minder duur zijn. Dit past prima bij het CDA verkiezingsprogramma waarin we hebben voorgesteld om, en ik citeer nu eventjes: besparingen door te voeren op het terrein van de externe advisering. Dank u wel. De vicevoorzitter De heer Van Rekom. Mevrouw Visser wil reageren. Sorry, meneer Van Rekom. Interruptie van mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ik heb eigenlijk een korte vraag aan de heer Prins, als dat mag van u. De vicevoorzitter Dat mag, want anders geef ik u niet het woord. Mevrouw Visser De heer Prins geeft aan dat hij heeft geprobeerd te achterhalen hoe, aan wie en waarom, zal ik het zo maar even zeggen, het geld wordt uitgegeven. Dan zegt u van: eigenlijk krijg ik daar geen bevredigend antwoord op, en toch gaat u akkoord. De heer Prins Nou, goed, misschien was mijn vraag achteraf iets te gedetailleerd, mijn technische vraag. Ik heb inderdaad gevraagd van: hoe zijn die bedragen nu precies opgebouwd? In de beantwoording kon daar geen duidelijk antwoord op gegeven worden, maar er is wel aangegeven van: in eerste instantie gaan we kijken in regionaal verband of daar mogelijkheden zijn, bij andere gemeenten en niet direct bij dure, externe adviesbureaus. Dus dat stelde mij wel gerust. Mevrouw Visser Mag ik een vervolgvraag stellen? Want juist bij de ad 1, meneer Prins, staat heel duidelijk, daar zit de grootste smak van € 711.000 die in totaal voor 2012 gevraagd wordt en dat gaat niet naar de regio. De heer Prins Dat klopt. Ik heb me vooral gericht op punt 3. Daar gaat het over die ontwikkeling richting de zelfstandige regieorganisatie. Mevrouw Visser Dat is ongeveer een vijfde van het gevraagde bedrag. De heer Prins Maar dat is dan toch een substantieel bedrag, vindt de CDA fractie. Mevrouw Visser Oké, dank u wel. De vicevoorzitter Goed. De heer Van Rekom alsnog.
- 52 -
De heer Van Rekom De organisatieontwikkeling kost veel geld. Wat ons betreft te veel geld. De nadere onderbouwing die we hebben gekregen in het raadsvoorstel en de beantwoording van de vragen overtuigen ons niet. We gaan naar een regieorganisatie en dat begrijpen en ondersteunen we ook. Dat daar extra geld voor nodig is, begrijpen we ook. De versterking van de afdeling financiën lijkt gezien een 65 procent tekort aan capaciteit logisch. Maar waarom dan niet de detachering, die ook genoemd is, terugdraaien? De huidige besparing op het ambtenarenapparaat van € 290.000 wordt teniet gedaan door al deze extra kosten. Sterker nog, we gaan tot 2013 totaal bijna 1 miljoen extra uitgaven doen voor het verbetertraject en geven dus fors mee extra uit dan dat we besparen. De VVD heeft echt en oprecht overwogen om akkoord te gaan met de extra uitgaven, maar we zijn er niet van overtuigd dat met dit extra geld het lek boven is. Onze grootste twijfel zit hem in de extra € 130.000 externe uitgaven ten behoeve van het geven van een impuls aan de organisatieontwikkeling. Wij kunnen dat niet meer aan onze burgers uitleggen. Laat het college en de gemeentesecretaris eerst zelf maar aantonen dat ze het veranderingsproces kunnen managen; dan zien we wel verder. Kortom: we zijn niet akkoord met dit voorstel, tenzij het voor fors minder kan en aangetoond is dat het college dit veranderingsproces aankan. Wat ons betreft is dit laatste nog niet gebleken. Dank u wel. De vicevoorzitter De heer De Jager, interruptie. En u heeft ook gelijk het spreekrecht. De heer De Jager Dat is mooi. Ik wil aan de heer Van Rekom een verhelderingsvraag stellen wat het alternatief is als je dit op dit moment niet met tijdelijke krachten alvast probeert beet te pakken. De vicevoorzitter De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Volgens mij hebben we zoals u weet op 12 maart een bijeenkomst en dan gaan we heel open met elkaar aan tafel zitten, als ik het goed begrepen heb. En daaruit moet maar eerst eens blijken of we met z’n allen in staat zijn om dit veranderingsproces te managen. En ik wacht wat dat betreft liever dit verbeterproces af, voordat ik nu op voorhand zoveel geld ga uitgeven wat alleen maar bedoeld is voor intern gericht en wat wat mij betreft veel te hoog is, wat ik al gezegd heb. En wij kunnen het ook niet meer aan onze burgers uitleggen. En wij horen heel vaak van de burgers dat we eigenlijk maar intern aan het navelstaren zijn. En als het dan ook nog eens een keertje zoveel geld moet kosten, dan heeft dat bij ons niet de voorkeur. En daarom zijn wij kritisch op een dergelijk uitgavenpatroon. De heer De Jager Ja, maar dat is niet de vraag. De heer Van Rekom Dan mag u hem nog een keer stellen, dan zal ik goed luisteren en dan probeer ik hem te beantwoorden. De heer De Jager Dan zal ik hem nog een keer stellen, dan zal ik hem iets langer stellen. Ik denk dat het verbeteringsproces al in werking is gezet. Vorig jaar hebben we daar voor het eerst met de begroting wat van gezien. Daar is ook tijdelijke capaciteit voor ingehuurd. En dat kost geld en het is jammer dat dat zo duur is en dat heeft effect gehad. Op het moment dat je nu zegt van: dat doen we niet, dan zeg je eigenlijk: we zetten dat proces gewoon even stil tot het allemaal wel duidelijk is. En wat zijn de consequenties daar dan van? De vicevoorzitter De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Nou, dan zal ik die vraag op een andere manier beantwoorden. Als u goed geluisterd heeft zojuist, dan hebben we gezegd dat het in ieder geval wat ons betreft voor fors minder zou moeten kunnen. Dat is argument nummer 1. Ik heb net gezegd, in de opiniërende bijeenkomst heb ik dat ook al expliciet aangegeven: ons is anderhalf miljoen besparing op personeelslasten beloofd. Dat is nu teruggebracht, wat de heer Van Gameren ook al zei, naar zes en halve ton. Wij snappen best dat de kosten af en toe voor de baten gaan, maar het staat in geen verhouding tot datgene wat ons is
- 53 -
toegezegd. En eigenlijk impliciet geven wij aan dat we vinden dat het hoog tijd wordt dat we gewoon niet alleen extra capaciteit in een organisatie stoppen om een probleem op te lossen, want wij hebben de ervaring dat dat negen van de tien keer niet helpt. En daar is het verbeterplan waar we met z’n allen al lange tijd en wat mij betreft al veel te lang over gehad hebben, moet daar een oplossing en helderheid in geven of het wel verantwoord is dat je zoveel geld van de burgers, laat ik het dan maar zo zeggen, gaat uitgeven voor een traject, een kwaliteitsimpuls waarvan ik nog niet overtuigd ben dat je met dit geld die daadwerkelijke kwaliteitsimpuls doet. En daarom zijn we tegen. De vicevoorzitter De heer De Jager. De heer De Jager Maar u wilt het proces op dit moment niet vertragen? De heer Van Rekom Nee. De heer De Jager Door dan te zeggen van: we kijken eerst nog. Dus we mogen wel gewoon doorgaan, maar u vindt het jammer dat het zoveel geld kost? De heer Van Rekom Sterker nog, ik vind het niet alleen jammer, ik vind het onverantwoord. De heer De Jager Ja, maar dan zou je moeten stoppen. De heer Van Rekom Ik heb gezegd dat het voor fors minder moet. De heer De Jager Dus wel doorgaan, dan? De heer Van Rekom Het zou natuurlijk naïef zijn om niet door te gaan, maar ik wil u nog een keer wijzen op het verbeterplan waarin we een aantal knelpunten hebben geconstateerd die je nou eenmaal simpelweg niet met geld kan oplossen, maar door middel van een verandering. Ik heb uw collega mevrouw Bisschop daar ook zojuist voor horen pleiten. Er moet hier eerst wat in de gemeente Sliedrecht veranderen qua houding en gedrag voordat we daadwerkelijk verder kunnen. En zoals u weet zijn we daar hartstikke hard mee bezig om dat voor elkaar te krijgen en vind ik een dergelijke uitgave van totaal 1 miljoen wat we nu aan het veranderingsproces gegeven hebben zonder duidelijk zicht… De heer Van Gameren Die 1 miljoen kan ik niet thuisbrengen. Waar komt die vandaan? De heer Van Rekom Vorig jaar hebben we ook de boel… De heer Van Gameren O, dat neemt u mee? De heer Van Rekom Ja, dat lijkt me wel reëel. De heer Van Gameren Ik praat alleen over dit voorstel. Mevrouw Visser Op dit moment, met het voorstel zoals het voorligt, als je de technische beantwoording erbij pakt, wordt er gevraagd over twee jaar tijd om € 949.000. Dus dat is gewoon een miljoen. De vicevoorzitter Dat was mevrouw Visser. De heer De Jager, uw betoog moet u nog houden. De heer De Jager Nou, dat betoog is kort. Wij stemmen in met het voorstel. Wij vinden het ook jammer dat veranderingen heel veel geld kosten, maar dat is inherent aan zo’n proces. Ik kan ook niet precies duiden wat het dan wel of niet mag kosten, dat is op zich best moeilijk. Waar wij heel erg
- 54 -
tevreden over zijn, is dat er al sinds vorig jaar hard aan gewerkt wordt en dat de eerste resultaten al zichtbaar zijn. En dat dat tijdelijk extra capaciteit kost en dat dat omgezet wordt in structurele capaciteit, dat is een proces waar je helaas qua kosten doorheen moet, maar wat wij nogmaals als kosten voor de baten zien. Dus wij stemmen in met dit voorstel. De vicevoorzitter De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Daar blijven we van mening over verschillen. Ik vind dat u als fractie veel te snel over het geld besluit wat eigenlijk van onze burgers is en waar de burgers op de hele lange termijn mogelijk een keer iets van leren. En ik vind het eigenlijk een beetje te kort door de bocht dat u alleen maar aangeeft dat u vindt dat het veel is, maar dat u dan maar het risico neemt dat het ooit een keer goed komt. En dat vind ik een beetje te kort door de bocht. De heer De Jager Volgens mij heb ik dat wij dat risico nemen, niet genoemd. Maar veranderingsprocessen kosten geld. En ik ben het met u eens dat dat dan ook in onze houding en in onze aanpak en in ons hoofd die verandering ook moet plaatsvinden. Dus je kan dan niet zeggen: ik doe de portemonnee net zo lang dicht totdat die houding en die perceptie allemaal om is en dan gaan we de portemonnee een keer open doen en dan gaan we om, want dan ben je gewoon te laat. De vicevoorzitter Goed. Ik concludeer dat hier toch een verschil van inzicht is. Ik zou deze discussie toch af willen ronden en mevrouw Visser het woord willen geven. Mevrouw Visser Voorzitter, ik kan vrij kort zijn, eerlijk gezegd. Wij hebben bij de behandeling in opiniërende raad gezegd: er ligt een voorstel wat niet heel helder is. We hebben daar technische vragen over gesteld. Die zijn ook bij de aanbieding van het gewijzigd raadsvoorstel bijgevoegd. Als je naar die beantwoording kijkt, dan kan ik geen andere conclusie trekken dan dat er voor twee jaar tijd € 949.000 gevraagd wordt. Er staat wel een leuk kadertje in waar we uitgaan van 461 en 104, maar daar zijn de vacaturegelden et cetera niet bij opgeteld. Bij de overwegingen staat dat de gemeente geconfronteerd wordt met een toename van gemeentelijke taken in combinatie met krimpende budgetten. Als je dat goed leest, dan betekent dat dat we meer moeten doen met minder geld. En wat gaan wij nou in Sliedrecht doen? We gaan een regieorganisatie ontwikkelen. Dat betekent dat we heel veel uit gaan besteden. Dus uiteindelijk gaan we dan ook de prijs daarbij zelf bepalen. En in plaats van dat we dan zeggen: we gaan het uitbesteden voor het mindere geld wat we ervoor krijgen, zeggen we: nou, we nemen dat geld wel voor onze rekening en uiteindelijk leggen we die rekening gewoon bij de burgers neer. Dat is één. Verder is onze fractie geschrokken bij de beantwoording van.. De vicevoorzitter Interruptie van de heer De Jager. Mevrouw Visser O, jawel. De heer De Jager Ik begrijp uw opmerking niet helemaal. Telt u nu de kosten van de ontwikkeling zoals die hier gevraagd worden, op of trekt u dat af van de voordelen die uiteindelijk komen uit zo’n nieuwe organisatie? Mevrouw Visser Ja, maar meneer De Jager. Ik heb ook in die beantwoording juist de voordelen niet gezien. We hebben het meneer Van Gameren horen zeggen, we hebben het meneer Van Rekom horen zeggen, ik kan het ook beamen. Toen wij startten hier in Sliedrecht met de brede doorlichting, is ons anderhalf miljoen besparing op het personeelsbudget beloofd. De heer De Jager Dat is niet mijn vraag. Mevrouw Visser Nee, luister. Als je zou zeggen: die anderhalf miljoen halen we door in twee jaar tijd dit geld uit te geven en vanaf 2012 gaan de budgetten omlaag, dan zou ik zeggen: uw redenering
- 55 -
volgend, kosten gaan voor de baten. Maar in diezelfde beantwoording, die aanbiedingsbrief, staat dat we in 2015 nog een taakstelling hebben van € 390.000,- die nog niet eens is ingevuld. Als hier zou staan: met het uitgeven van dit geld halen wij de taakstelling in 2015, en eventueel 2014, daar wordt niet eens over gesproken, 2013 kost nog € 104.000 extra structureel, dan kan ik dat niet verantwoord uitgeven. Kosten die voor de baten uitgaan, die kan ik verantwoord uitgeven. Maar hier worden kosten gevraagd waarvan een groot deel structureel is, ook na 2013, zonder dat er een berekend voordeel tegenover staat. En dan gaat het om gemeenschapsgeld. Wij moeten al meer taken gaan uitvoeren met minder geld. En als we dat, dat wat we dan wel binnenhalen, uit gaan geven aan onze eigen organisatie, doen we onze burgers tekort. Dat is mijn beredenering. De heer De Jager Nou is het me helder. Mevrouw Visser Ja? De vicevoorzitter Mevrouw Visser, vervolgt u uw betoog. Mevrouw Visser Waar was ik gebleven? Ik denk dat mijn betoog eigenlijk volledig aansluit bij de vraag die de heer De Jager gesteld heeft, waarin duidelijk naar voren komt dat mijn fractie niet overtuigd is dat dit geld het gaat doen. En mijn fractie zou misschien nog kunnen leven met de vraag van eenmalig geld in 2012 en dat dan het college zegt, in 2013 marcheert het en gaan we langzaamaan de taakstelling op personeelsbezuinigingen halen. Dan zou het nog een overweging voor onze fractie zijn, maar met name ook een structurele van 2013 en verder... En we gaan het niet halen, want in hetzelfde stuk staat dat we het over een project hebben van drie tot vier jaar. Dus vandaar dat mijn fractie niet overtuigd is dat dit op dit moment het juiste voorstel is. De vicevoorzitter De heer Dunsbergen. De heer Dunsbergen Ja voorzitter, ik zit wat te zoeken, ik beluister de discussie en ik denk: worden er nu niet allerlei dingen aan elkaar geknoopt die je eigenlijk niet aan elkaar moet knopen? Als op een gegeven moment je huis in brand staat, dan ga je toch ook blussen? Dan ga je toch niet denken: nou, wat kost het water? Er zijn zaken nodig als het gaat om de inrichting, met name financieel. Ik heb daar nu inmiddels al de nodige ontwikkelingen in gezien. We krijgen er in ieder geval andere documenten voor, dus er staat wel wat tegenover. Dus in die zin denk ik: er moet gewoon wat gebeuren. Ik denk dat dat wel helder is, daar zijn we het allemaal wel over eens. Waar ik geen zicht op heb en dat is ingewikkeld, dus dan moet je afgaan op wat er in de stukken staat, is wat het dan uiteindelijk kost en wat het eigenlijk zou moeten kosten. De heer Van Rekom zegt: ja, dat moet veel goedkoper kunnen. Ja, hoe dan? Hoe organiseer je dat dan als je de dingen gewoon op een rijtje wilt hebben? Ik wil per kwartaal gerapporteerd worden over: hoe is de stand van zaken? De vicevoorzitter De heer Van Rekom wil daarop reageren. De heer Dunsbergen Ik wil niet in april horen 2012 hoe we in 2011 gedraaid hebben. Dat soort dingen, dan denk ik van: dat is gewoon niet goed. De vicevoorzitter De heer Van Rekom als eerste het woord. De heer Van Rekom Misschien kan ik voortbordurend op uw vergelijking mijn punt duidelijk maken. We zijn het er absoluut over eens: als er brand is, dan moet je blussen. Dat moet je ook vooral snel doen. Maar je moet in de tussentijd ook gaan onderzoeken waar de brandhaard zit. En als die brandhaard op het moment dat je geblust hebt, weer brand veroorzaakt, dan doe je iets niet goed. De heer Dunsbergen Dat is nou precies waarom ik denk dat die centen ingezet worden: om dat te regelen.
- 56 -
De heer Van Rekom Dat is ook precies mijn opmerking die ik geplaatst heb, dat ik eerst vind dat we onszelf moeten overtuigen dat deze gelden die nu worden uitgegeven en deze maatregelen die worden genomen, ook daadwerkelijk die brand permanent blussen. En daar ben ik, nogmaals, niet van overtuigd. En dat is waar ik het over heb. Niets meer en niets minder. De vicevoorzitter Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Ik hoor meneer Dunsbergen zeggen: en dan krijgen we driemaandelijkse rapportage en dan kunnen we controleren of .. De heer Dunsbergen Dat zou ik willen. Mevrouw Visser Nou, dat zou u willen. Maar als u dat nou zou willen, waarom, is mijn vraag dan, stemt uw fractie in met het nu alvast structureel maken van € 104.000 in 2013? Want als u dat vraagt en u zou ze krijgen, dan zou kunnen blijken, positive thinking, dat we het misschien wel met wat minder kunnen. Maar dan heb je al wel die € 104.000 voor 2013 meegegeven volgens dit raadsbesluit. De heer Dunsbergen Dat is dus maar de vraag, of het voor minder kan. Mevrouw Visser Maar als u tegen dit raadsbesluit ja zegt, dan staat er bij 4: het extra budget voor 2013 van € 104.000 structureel -dus ook na 2013, dat gaat in de meerjarenraming jaarlijks- mee te nemen met het opstellen van de Kadernota 2013. U geeft nu de opdracht met dit raadsvoorstel aan het college om in de Kadernota 2013 € 104.000 structureel op te nemen voor ontwikkelingskosten. Dat gaat u nu met dit voorstel zeggen. De heer Dunsbergen Ik denk dat het anders ligt, maar dan heb ik liever dat de wethouder daarop reageert. De vicevoorzitter De portefeuillehouder, mevrouw Van de Vondervoort. Mevrouw Visser, dit was het verhaal. Prima. Wilt u nog op elkaar reageren? Anders geef ik het woord aan de portefeuillehouder, mevrouw Van de Vondervoort. Burgemeester Van de Vondervoort Dank u wel. Ik zal proberen heel kort te zijn. Ik ben in ieder geval blij dat het gewijzigde voorstel en de beantwoording die gegeven is op de verschillende vragen die in de opiniërende raad en qua technische vragen aan de orde zijn geweest, meer duidelijkheid hebben gegeven dan in de opiniërende eerste ronde bleek. Tegelijkertijd wil ik een paar opmerkingen maken. Er gaan hier allerlei rekensommen over tafel die ik maar even laat voor wat ze zijn. In het raadsvoorstel staat dat de structurele kosten vanaf 2013 104 zijn van het voorstel zoals het hier ligt. En het is toegelicht in de stukken zoals ze er liggen. Een paar opmerkingen wat mij betreft. Het college is ervan overtuigd dat zonder deze maatregelen het verbeterplan wat u toegestuurd hebt gekregen, niet kan worden uitgevoerd. En dat betekent dus dat datgene wat hier voorligt naar ons idee nodig is om te zorgen dat die verbeterslag daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Dat laat onverlet dat de bezuinigingstaakstelling zoals die nu nog resteert, die zes en halve ton waarvan een deel inmiddels is gerealiseerd, ruim een derde en een kleine twee derde moet nog gerealiseerd worden, dat die wat het college betreft opdracht blijft tot op het moment dat wij met uw raad daarover een andere afspraak zouden maken. Wij gaan er van uit dat we dat moeten realiseren, maar wij kunnen op dit moment die garantie niet aan de voorkant geven, want wij zijn gewoon bezig met die organisatieontwikkeling en proberen dat uiteraard zo zuinig mogelijk te doen. Dat geldt overigens voor het geheel. Als blijkt dat de bedragen die in het voorstel staan niet volledig benut hoeven te worden omdat we eerder klaar zijn of dat zich omstandigheden wijzigen waardoor we korter aan een traject kunnen werken dan hier voorzien, dan zullen we dat uiteraard doen. Dit geld is niet opgenomen om op te maken, maar dit geld is opgenomen om te kunnen gebruiken als het nodig is. En op dit moment is de inschatting dat het nodig is. Dat dat veel geld is, dat zal ik niet ontkennen; het is gewoon veel geld. Maar het is wel
- 57 -
noodzakelijk om de gewenste verbetering te realiseren. Wat mij betreft dan nog twee opmerkingen. Ik zou graag het beeld dat het heel makkelijk is om in een ambtelijke organisatie veel te bezuinigen, willen rechtzetten. Als we kijken naar vergelijkingen met buurgemeenten en met gemeenten van gelijke omvang, dan zit Sliedrecht niet heel royaal in het personeel. En ik denk dat het wel goed is om je dat te realiseren, want naarmate je krapper zit, is de kans dat je met maatregelen bezuinigingen kunt realiseren ook kleiner. Dus het realiseren van die zes en halve ton zal best een opgave zijn. Dat neemt niet weg dat we dat ons wel tot doel stellen, zoals met u afgesproken. Tweede vraag die ik nog wil beantwoorden heeft betrekking op: waarom draaien we dan de detachering niet terug? We draaien die detachering niet terug omdat dat geen oplossing is voor het vraagstuk wat we hier aan de orde stellen. Daar zitten allerlei matchingsproblemen, functieproblemen, kwaliteitsproblemen tussen, waardoor dat geen oplossing voor dit probleem is. En ik zou overigens ook van detachering willen zeggen dat detachering ons ook heel erg kan helpen om mensen tijdelijk vanuit andere gemeenten te kunnen gebruiken of om onze eigen medewerkers de kans te geven om zich verder te verbreden en uit te waaieren, ook naar andere plekken en hun eigen loopbaan te vervolgen. Dus detachering is ook een heel nuttig personeelsinstrument, zowel als je problemen hebt als wanneer je oplossingen zoekt. En daar zou ik het voor dit moment bij willen laten. De vicevoorzitter Tweede termijn. Wie mag ik noteren? Of was dat ter interruptie? Mevrouw Visser Voorzitter, vóór de tweede termijn is het misschien zinvol om iemand nog antwoord te laten geven op dat punt van die € 104.000 structureel. De vicevoorzitter De portefeuillehouder. Burgemeester Van de Vondervoort Die € 104.000 structureel moet in de Kadernota opgenomen worden en gedekt worden. En daar krijgt u een voorstel voor van het college, bij de Kadernota. Mevrouw Visser Maar wij geven toch als raad nu opdracht of toestemming om dat daarin op te nemen? Burgemeester Van de Vondervoort Ja. Materieel beslist u nu voor de structurele uitgaven en u krijgt het dekkingsvoorstel bij de Kadernota. De vicevoorzitter Goed. Tweede termijn. Ik kijk naar de sprekers. De heer Van Gameren, als enige spreker. De heer Van Gameren Ben ik de enige dan? Ik heb een zwak voor financiën, dat is nu eenmaal zo. Een oude leermeester zei een keer tegen mij: wee je gebeente als je niet weet uit de administratie dat de brandverzekering betaald is. De zaak kan in de brand vliegen, maar je slaapt niet rustig meer wanneer je niet weet dat de administratie op orde was. En dan weet je dat die brandverzekering betaald is. En vandaar dat ik een zwak heb voor financiën. Want ik heb nu ook even zitten tellen uit dit voorstel en dan kom ik erachter dat die 65 procent minder capaciteit ongeveer drie FTE zou moeten zijn. Dat wil zeggen dat er dus maar twee over zijn op de afdeling financiën. En dat vind ik spannend. Wat heet, dat vind ik gevaarlijk. Dus vandaar dat ik zeg: daar moet zo rap mogelijk wat aan gedaan worden. En als het dan € 104.000 structureel kost, dan zij dat zo. De vicevoorzitter Goed. Wil een van u hier nog op reageren? Ik kijk nog even naar de portefeuillehouder of die nog wenst te reageren op de heer Van Gameren. Burgemeester Van de Vondervoort Nee, ik ben heel erg blij met deze steun en het begrip voor het feit dat dit echt noodzakelijk is.
- 58 -
De vicevoorzitter Dan is dit het einde van de bespreking. Mag ik concluderen dat de fracties van de VVD en PRO Sliedrecht tegen het voorstel zijn? En de anderen dus derhalve akkoord? Ja? Dan bij dezen.
11. EVALUATIE WATERBUS De voorzitter Dan zijn wij op dit moment bij agendapunt 11, evaluatie Waterbus. Wie vraagt daarover het woord? De heer Van Gameren, mevrouw… Mevrouw Visser Voorzitter, een punt van orde bij dit voorstel. Misschien is dit nieuw beleid, hoor, maar waarom gaan wij een rapportage stand van zaken als raadsvoorstel behandelen en het enige wat we doen is kennis nemen van de rapportage? Het is toch een normaal ingekomen stuk? Gewoon maar als punt van orde, hoor, want… Of is dit nieuw beleid, is dit een gevolg van de organisatieontwikkeling? De voorzitter Nee, volgens mij is dit het gevolg van een afspraak die daarover met de raad is gemaakt. Maar als u het voortaan anders wenst, graag. Maar als u het alleen voor kennisgeving aanneemt, dan kan het onderwerp misschien op dit moment snel behandeld worden. Ik stel voor dat we zowel in de agendacommissie als in het presidium het punt wat u maakt, nog eens even opnieuw bespreken, maar laten we daar nu de tijd niet aan besteden. Ik begrijp wat u bedoelt; u hebt wat mij betreft een punt te pakken. Mevrouw Visser Het is zonde van de tijd; dan had het er gewoon niet op moeten staan. De voorzitter Ik zei dat dit het gevolg is van een afspraak met de raad. Wie wenst hierover het woord? De heer Van Gameren en de heer Prins, de heer Sneijder, mevrouw Bisschop. De heer Prins heeft het woord. De heer Prins Dank u wel, voorzitter. De CDA fractie neemt kennis van de huidige stand van zaken van de Waterbus en wij stemmen in met het tweejaarlijks rapporteren over de Waterbus. Verder zijn we blij dat wordt overwogen de Waterbushalte dichterbij de wijk Baanhoek West te situeren en tot slot is mijn fractie benieuwd naar de uitkomst van de verkenningen voor het doortrekken van de veerdienst Gorinchem tot en met het Middeldiep. Dank u wel. De voorzitter De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Ja, niet zoveel nieuws na de opmerking van de heer Prins. In ieder geval is na de behandeling in de opiniërende raadsbijeenkomst het voorstel veranderd; zeer ten goede wat mijn fractie betreft. De Waterbus heeft beterschap beloofd waar het gaat om de marketing. Ze gaan goedkopere kaartjes verkopen en er wordt onderzocht om die halte Oosteind inderdaad te gaan verplaatsen naar Boskalis. En er vindt een verkenning plaats over een veerdienst op Gorinchem. Nou, dat ziet er allemaal positief uit en het lijkt dan ook met de ambitie de goede kant op te gaan. En dat is ook van belang, waar ook blijkt dat de uitwisseling tussen de Merwede Lingelijn- en de Waterbuspassagiers niet zo direct is als wij in eerste instantie dachten. Laat onverlet dat die evaluatie daar toch volgens ons aandacht aan zou moeten schenken en dat er tweejaarlijks wordt gerapporteerd over de stand van zaken via de college informatiebrief lijkt ons een goede zaak. De voorzitter Mevrouw Bisschop. Mevrouw Bisschop Voorzitter, dank u wel. Tijdens de opiniërende raad hebben wij er al het een en ander over gezegd. Ook wij hebben kennis genomen van de rapportage en ook van de gewijzigde onderdelen van dit raadsbesluit. We stemmen ook nog ergens mee in, dus volgens mij is het niet helemaal zinloos dat we dit vanavond doen. De Waterbus is, zoals we ook al eerder hebben gezegd,
- 59 -
een belangrijke voorziening in Sliedrecht. We zijn blij met het aantal acties wat we in dit raadsvoorstel terugvinden en ook met de toezeggingen die zijn genoemd. Met name de aandacht voor het prijskaartje en het verplaatsen van de halte in Papendrecht Oost, daar zijn we zeer blij mee dat daar nu speciale aandacht voor is en dat daarover wordt gepraat. We gaan akkoord met de tweejaarlijkse evaluatie. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer Sneijder. De heer Sneijder Voorzitter, dank u wel. Aan het begin, gedurende de discussie met mevrouw Visser, heeft u even gerefereerd aan een afspraak met de raad dat dit zo behandeld zou worden. Wellicht kunt u dat zo meteen nog even toelichten, want die afspraak kan ik me dan weer niet heugen. Ik heb een vraag aan mevrouw Bisschop: waar stemmen we nu precies mee in? We nemen het alleen maar voor kennisgeving aan, naar mijn weten. Mevrouw Bisschop We stemmen in met een tweejaarlijkse rapportage. De heer Sneijder O ja, daar heb ik overheen gelezen. Sorry. Scherp. Wat nu voorligt, vind ik een heel goed voorstel en een resultaat, denk ik, van de besprekingen de laatste keer van de opiniërende vergadering. Ik wil best wel veel dank uitspreken over de manier van wijzigen. Bijna al onze opmerkingen zijn overgenomen. Het is wel jammer dat het raadsvoorstel is gewijzigd van een evaluatie naar een rapportage. Daar zit het hele eiereneten: er wordt niet meer geëvalueerd en dat is op zich wel jammer. Er wordt alleen maar gerapporteerd. Ik begrijp dat het college en deze raad weinig te vertellen hebben over de Waterbus. Een gemiste kans wil ik het niet noemen, maar ik vind het jammer dat er niet méér in zit, laat ik het zo zeggen. Wil ik er nog meer over zeggen? Nee, eigenlijk niet. Dat was het. De voorzitter Dank u wel. Gezien de tijd zal ik maar meteen het woord geven aan wethouder De Waard, denk ik. In de opiniërende raad is afgesproken dat dit een bespreekstuk op deze raadsagenda zou worden; daar refereerde ik aan. Wethouder De Waard. Wethouder De Waard Voorzitter, dank u wel. Ik heb daar verder niet zoveel aan toe te voegen. Ik constateer dat ik heel veel constateringen heb waargenomen. Dat betekent dus dat ik daar geen vragen uit heb gedestilleerd. De enige vraag is die van de heer Prins over dat hij nieuwsgierig is naar het resultaat van eventuele doortrekking van de veerdienst vanuit Gorinchem. En zoals al eerder toegezegd dat wij u rapporteren over deze Waterbus via de college informatiebrief, zal ook dat, wanneer daar iets van bekend wordt, u tussentijds ook gerapporteerd worden. De voorzitter Dank u wel. Mag ik aannemen dat er geen behoefte is aan een tweede termijn en dat u allemaal instemt met het voorstel? Dan is dat het geval.
12. STARTNOTITIE VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN NIEUWE KADERNOTA BEWONERSPARTICIPATIE De voorzitter Dan zijn we aan agendapunt 12, de startnotitie bewonersparticipatie, vat ik hem maar even samen. Wie wenst daarover het woord? De heer Van Rekom, de heer Van Gameren, de heer Prins, de heer Huijser, mevrouw Visser. De heer Prins heeft het woord. De heer Prins Dank u wel. Ja voorzitter, dank voor de aangepaste startnotitie. De CDA fractie vindt het goed, of eigenlijk moet ik natuurlijk zeggen: vanzelfsprekend dat bewoners mogen meepraten over de concept Kadernota. We zien die Kadernota dan ook met vertrouwen tegemoet en stemmen in met de startnotitie. Dank u wel. De voorzitter De heer Van Gameren.
- 60 -
De heer Van Gameren Ook dit voorstel is inderdaad aangepast; ook mijn dank daarvoor. Vooral daar wordt toegevoegd dat de ambtelijke organisatie in overleg met belanghebbenden in de Kadernota in ieder geval in concept gaat opstellen. En vooral ook dat de bewoners daarin ruimte krijgen. In de toevoeging op bladzijde 6 kunnen wij ons vinden, omdat daar wellicht een forse uitgebreidheid is ingewisseld voor slagvaardigheid. Wij kiezen dus ook voor oplossingsrichting 1. Dat sluit het beste aan bij de huidige ambities van de raad en het kost minder geld en minder tijd. En er is, zoals gezegd, nog volop ruimte voor inbreng. Daar wou ik het bij laten. De voorzitter De heer Van Rekom. De heer Van Rekom Dank u wel. Ook voor ons geldt dat de aangepaste startnotitie er nu veel beter uitziet. Echter, in de opiniërende bijeenkomst hebben we gevraagd om in het kader van deze startnotitie te onderzoeken of de wijkplatforms teruggebracht zouden kunnen worden van drie naar twee. Tot onze grote verbazing wordt nu in het raadsvoorstel gevraagd om de wijkindeling niet ter discussie te stellen, omdat deze wijkindeling in overleg met de politie zou zijn vastgesteld. Hier begrijpen wij niets van. Waarom zou een wijkindeling voor de wijkplatforms gelijk moeten zijn aan die van de politie? In Rotterdam bijvoorbeeld hebben ze wijken zo groot als heel Sliedrecht. We hebben toch nog even nagevraagd wat daar de achtergrond van was en we hebben als antwoord gekregen dat de huidige wijkindeling voldoet en dat daarnaast de wijkindeling als een uitvoerende zaak wordt beschouwd en niet kaderstellend is. Als wij zouden vinden dat de wijkindeling voldoet, hadden we uiteraard niet gevraagd om dit te onderzoeken. Hoezo uitvoerend? Wat als de raad wil dat er twee wijken moeten komen? Volgens mij een prima kader. Dus kom nou niet aan met een zwamverhaal over kaderstellend of uitvoerend, dat zijn we meer dan beu. U kunt op z’n minst de oplossingsrichting, de voors en tegens, bestuderen van het reduceren van het aantal wijkplatforms. En als dit door deze plotseling ingevoegde drogreden niet gebeurt, dan kan de VVD niet akkoord gaan met deze startnotitie. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer Huijser. De heer Huijser Dank u wel, voorzitter. Wij zijn ook blij met de wijzigingen die aangebracht zijn in de notitie. Wij blijven echter nog wel bepleiten om naast de genoemde nota’s die in de startnotitie vermeld zijn, ook de vastgestelde visie 2003 van wijkgericht werken in het kader van burgerparticipatie zeer nadrukkelijk in de geïntegreerde nota mee te nemen. Ook de wijkplatforms dienen naar onze beleving daar ook hun plaats in te hebben. En leidend voor ons is ook de notitie van de Nationale Ombudsman, de nota. En ik wil de wethouder er nog op attenderen: in de eerste termijn heb ik dat wel gevraagd over een evaluatie, maar mij is ontschoten om in tweede termijn daar nog een vraag over te stellen, want u heeft daar geen antwoord op gegeven, om de evaluatie van al die projecten die tot nu toe geweest zijn aan ons te doen toekomen. En dan zou het aardig zijn als we die krijgen voordat we gaan discussiëren over de nota die er aan zit te komen. Wanneer wij daar een positief antwoord op krijgen, en dat zal haast wel, dan gaan wij akkoord met oplossing 1. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw Visser. Mevrouw Visser Vrij kort, voorzitter. Dit is de startnotitie en wij zien de echte notitie met belangstelling tegemoet. Wij zullen hem naast het rapport van de Nationale Ombudsman leggen; dat is voor ons het toetsingskader. Dus begin maar. Maar ik wil dan wel even reageren op wat de heer Van Rekom heeft gezegd. Voor ons is het geen wet van Meden en Perzen dat we hier drie wijkplatforms hebben. Als het in de praktijk blijkt dat het anders kan, dan moet dat gewoon kunnen. Wat betreft de opmerking van de heer Huijser: het staat er niet in, in de startnotitie, dat ze wijkgericht werken meenemen. Maar het lijkt me dat het niet anders kan. Dus ik hoop wel dat u daar ook een positief antwoord op krijgt.
- 61 -
De voorzitter Dank u wel. Zijn er nog anderen die op elkaar willen reageren voordat ik wethouder De Waard het woord geef? Dat is niet het geval. Wethouder De Waard. Wethouder De Waard Voorzitter, dank u wel. Het CDA gaat akkoord met wat hier voorligt. Dat geldt ook voor de PvdA, heb ik mogen constateren. De VVD vraagt om te onderzoeken of het van drie naar twee platforms kan. U heeft gelijk: als de raad zegt dat dat moet, dan moet dat. Je kunt met één platform volstaan. Ik heb de vorige keer ook al gezegd dat we eventueel naar zeven zouden kunnen. Wat wij nu constateren is dat op dit moment de drie wijkplatforms uitstekend functioneren. Die zijn ook keurig bezet door voldoende mensen. Er is ook belangstelling voor om daar in mee te doen. Je kunt … De voorzitter Interruptie van de heer Van Rekom. De heer Van Rekom Ik heb in de opiniërende bijeenkomst geopperd in het kader van het bezuinigingstraject dat het wellicht te overwegen zou zijn om van drie naar twee te gaan, omdat je daarmee wellicht wat ambtelijke ondersteuning zou kunnen uitsparen. Ook dat is wat ons betreft een belangrijk argument. En nogmaals, je kan het toch op zijn minst onderzoeken? En als uiteindelijk uit het onderzoek blijkt dat het allemaal niet voldoet et cetera, wij krijgen vanuit onze achterban weleens andere signalen over het functioneren van de wijkplatforms, en zeker als het gaat om de bezetting. Dus nogmaals, het lijkt me absoluut geen verkeerde zaak dat het gewoon onderzocht wordt. De voorzitter Wethouder De Waard. Wethouder De Waard Ja, ik vind het altijd jammer van algemene constateringen: wij krijgen signalen. Dan zou ik ze heel graag op papier van u willen hebben, dan kan ik dat ook nader onderzoeken. Dan kan ik daarmee aan de slag. Want het gonzen om mij heen van allerlei opmerkingen, dat vind ik jammer. Want ik ga er uiteindelijk over en ik moet er oplossingen voor bedenken. Dus ik hou me aanbevolen voor opmerkingen in die richting. De heer Huijser In de richting van meneer Van Rekom: als de wethouder genegen is om onderzoek te doen, dan gaat u mee? De heer Van Rekom Dan gaan we absoluut mee, ja. De heer Huijser Dank u wel. De voorzitter Wethouder De Waard. Wethouder De Waard Ik had in ieder geval al willen antwoorden in de zin van: wij hebben al een vooruitloopje genomen op wat u vraagt, eigenlijk, om te kijken naar ambtelijke ondersteuning. Wij hebben dat in de loop van het afgelopen jaar al teruggebracht naar een beperking tot bijvoorbeeld vier keer per jaar ondersteunen. Dat was in het verleden veel meer. We hebben dat beperkt. We hebben faciliteiten gegeven aan de wijkplatforms om in ieder geval in dit huis te vergaderen; zonder ambtelijke ondersteuning, dat zijn we ook aan het onderzoeken. Dus in die zin lopen wij al vooruit om te kijken of wij toch enige bezuiniging kunnen toepassen op het geheel. En gelden vrij te maken om dat eventueel anders maar dan ook echt in het wijkgebeuren te besteden, en niet aan de ambtelijke ondersteuning. Dus in die zin hebben we dat al gedaan. We hebben gekeken of het mogelijk is om met die drie platforms door te gaan, maar als u ons de opdracht geeft om dat te onderzoeken, dan gaan we dat ook in de aanloop naar dit traject meenemen. De SGP/ChristenUnie constateert blij te zijn met de wijzigingen die zijn aangebracht. Als u vraagt om de visie van 2003 te betrekken, dan meen ik dat 2003 al betrokken is bij een van de twee nota’s die hier is opgenomen. Met andere woorden: die maakt daar integraal onderdeel van uit en dus wordt die ook meegenomen en gaat het ook zeker een hoofdstuk krijgen over het wijk- en buurtgericht werken. Als u vraagt naar een evaluatie van de
- 62 -
projecten, dan wilt u een evaluatie van alle projecten die hebben plaatsgevonden sinds 2003? Dat lijkt me een behoorlijke opgave. De heer Huijser Ja, kijk, we hebben in het verleden natuurlijk wat gevonden als het ging over planvorming, wijkplatforms en daar hebben we nog nooit een evaluatie van gezien. Dus op korte termijn snap ik best wel dat dat niet kan, maar het zou aardig zijn als voor die notitie er toch een rapportage kwam van hoe dat gegaan is in de achterliggende jaren. Want dat is toch wel interessant, lijkt mij. De heer Van Rekom Dat steunen wij van harte. Wethouder De Waard Alles wat interessant is, wil ik graag onderzoeken, dus dat neem ik voor u mee. PRO Sliedrecht vraagt in het licht van het rapport om de notitie van de Nationale Ombudsman te bekijken. Dat is ook al geconstateerd in het collegeakkoord, dus in die zin is het geen enkel probleem om dat mee te nemen. Mevrouw Visser Dat heb ik echt niet gevraagd, hoor. Ik heb alleen maar gewoon gezegd: u kunt uw gang gaan met het maken van de notitie en als die er is, leggen wij hem naast het rapport van de Ombudsman en dan is het rapport van de Ombudsman ons toetsingskader. Meer heb ik echt niet gezegd, hoor. Wethouder De Waard Maar u hebt er toch geen probleem mee… Mevrouw Visser Ik heb helemaal niks gevraagd. Wethouder De Waard U hebt er toch geen probleem mee als ik dat ook nog doe? Mevrouw Visser Ja, maar ik zeg alleen: ik heb niks gevraagd. De voorzitter Helder. Wethouder De Waard vervolgt zijn beantwoording, of was hij klaar? Dan kijk ik even of er behoefte is aan een tweede termijn in de raad. Dat is niet het geval. Volgens mij hebben alle fracties aangegeven in te stemmen met het voorstel. Ik kijk alleen nog even naar de fractie van de VVD of de toezegging ruimhartig genoeg was met betrekking tot het aantal wijkplatforms. De heer Van Rekom Als die toezegging gewoon ingevuld wordt met als doel om echt expliciet te kijken naar een besparing op het ambtelijk apparaat wat ten goede kan komen aan de wijken zelf, dan kunnen wij akkoord gaan. De voorzitter Dank u wel. U hebt de toezegging naar mijn smaak correct geformuleerd, in lijn met de beantwoording van wethouder De Waard. Dan stel ik vast…. De heer Dunsbergen Voorzitter, de laatste opmerking van de heer Van Rekom vind ik wat vaag, dat hij zegt dat het ten goede komt aan de wijken zelf. Dat hoeven we nu niet uit te discussiëren, maar…. De voorzitter Waar het om gaat is dat wethouder De Waard heeft toegezegd te willen kijken naar besparingsmogelijkheden op de ambtelijke capaciteit met betrekking tot de wijkplatforms en tegen die achtergrond meldt de heer Van Rekom akkoord te gaan met het voorstel. Dus het voorstel is met algemene stemmen aanvaard.
- 63 -
13. EVALUATIE ONDERZOEK FIETSVERBINDINGEN EN FIETSENSTALLINGEN De voorzitter En dan zijn we aan agendapunt 13 toe, de evaluatie van het onderzoek Fietsverbindingen en fietsenstallingen. Wie wenst daarover het woord? De heer Van Gameren, de heer Sneijder, de heer Prins en mevrouw Bisschop. De heer Prins heeft het woord. De heer Prins Ja voorzitter, ik hou het ook weer kort. Het bevorderen van fietsgebruik is een speerpunt van de Sliedrechtse CDA. Fietsen is gezond voor lijf en leden. Er komt geen fijn stof of ultra fijn stof bij vrij. Het is beter voor het milieu. Het is goedkoper voor de portemonnee. En bovendien krijgen kinderen er een beter verkeersinzicht van dan wanneer ze elke dag op de achterbank in de auto zitten. Daarom stemt de CDA fractie van harte in met de voorgestelde maatregelen ten behoeve van fietsers. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer Van Gameren. De heer Van Gameren De voordelen die de heer Prins op fietsen plakt, kan ik dubbel en dwars onderschrijven. Ik mag graag op de fiets zitten. We zijn blij dat wij in dit voorstel veel herkennen uit ons eigen verkiezingsprogramma waar het gaat om fietsbeleid. Er is ook na de opiniërende raadsbijeenkomst nog heel veel aan toegevoegd. Daarmee wordt bijna letterlijk het fietsbeleid vet in de verf gezet. Wij zijn daar blij mee. Er is ook veel toegezegd: aanpassingen van kruispunten en met name het fietspad bij de Horst. Dat ziet er dus allemaal goed uit. Waar we niet blij mee zijn, is dat er nog eens een keer vet benadrukt wordt dat fietsers uit de voorrang moeten blijven op rotondes. Ik mag graag naar Alblasserdam fietsen en naar Hardinxveld fietsen en naar Papendrecht fietsen en daar kan ik gewoon doorrijden. Dan kom ik in Sliedrecht terug en moet ik ineens opletten dat ik dat niet meer doe. Dat is voor mij gevaarlijk, dus ik moet een beetje opletten wat dat betreft. Nou, dan heb ik alles gehad. De voorzitter Het wordt een beetje rommelig in de zaal. Was de heer Van Gameren klaar? Oké, dank u wel. Mevrouw Bisschop. Mevrouw Bisschop Voorzitter, dank u wel. Ik kan me herinneren dat de heer van der Plas tijdens de opiniërende raad zei: wij hebben dit voorstel met blijdschap ontvangen. Zoiets staat mij bij. Nou, ik kan u zeggen: wij hebben dit gewijzigde voorstel met blijdschap ontvangen. Tijdens de opiniërende raad hebben wij al het belang aangeduid van goede fietsverbindingen en goede fietsenstallingen. En de door ons genoemde aandachtspunten zijn nu ook nog eens expliciet opgenomen, stuk voor stuk. Dus ja, wat wil je nog meer? Hier zit een zeer tevreden fractie. Dank daarvoor. Er is goed naar ons geluisterd en wij zien de uitvoering met belangstelling tegemoet. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer Sneijder. De heer Sneijder Voorzitter, dank u wel. Ik hoef alle loftuitingen niet te herhalen, denk ik. Ik ben blij dat een aantal van onze opmerkingen is meegenomen. Ik vind het wel jammer; in tegenstelling tot de blijheid die mevrouw Bisschop tentoonstelt, ben ik wat minder blij met het niet doorgaan van overdekte fietsenstallingen waar ik om gevraagd heb. Erg jammer. Ik heb een vraag aan de heer Van Gameren, waarom hij op 2 februari 2010 heeft ingestemd met het uit de voorrang houden van de fietsers op de rotondes. Dat was het. Dank u wel. De voorzitter De heer Van Gameren. De heer Van Gameren Dat weet ik niet meer, of we daarmee ingestemd hebben. Maar dat was bij de rotondes, maar in ons verkiezingsprogramma staat nog steeds dat dat ding eruit moet. Mevrouw Visser Uw fractie heeft wel in 2010 gevraagd om na twee jaar een evaluatie te doen en dan het eventueel te heroverwegen. Waarom vraagt u dan nu niet om die heroverweging?
- 64 -
De voorzitter Voor de band: dit was mevrouw Visser en niet de heer Sneijder. De heer Van Gameren heeft het woord. De heer Van Gameren Dat is mij ontschoten. Ik lees niet elke keer na wat ik in het verleden gevraagd heb. De voorzitter Oké. Helder. De heer Van Gameren Ik neem aan dat het college daar op let. De voorzitter Er zijn volgens mij eigenlijk stemverklaringen gegeven door de leden van de raad die het woord gevoerd hebben. En ik denk dat we kunnen constateren dat dit voorstel met algemene stemmen wordt aanvaard. Dat is het geval. Dan doen we dat zo.
15. WMO BELEIDSPLAN SLIEDRECHT 2012-2015 mevrouw Bisschop verlaat de zaal De voorzitter En dan zijn we bij het WMO beleidsplan. Wie wenst daarover het woord? Ja, mevrouw Bisschop had aangegeven de zaal te verlaten. Mevrouw Mulder, de heer Kuiken, de heer Blanken en mevrouw De Bruin. Mevrouw Mulder heeft het woord. Mevrouw Mulder Dank u wel, voorzitter. Zoals al gezegd in de opiniërende raad zijn wij tevreden over het stuk en het plan wat nu voor ons ligt. Helemaal nu onze aanvullingen er in terug te vinden zijn. Zo vinden we terug dat er met de communicatie rekening gehouden gaat worden met de doelgroep, dat er actief gewerkt wordt aan de kwetsbaarheid, dat de kwetsbaarheid niet toeneemt en dat er een casemanager aangesteld wordt. Er blijven zorgen; die zijn ook verwoord in de brief van de WMO adviesraad, maar het feit dat het college deze zorgen meeneemt in de uitwerkingsplannen stemt ons dan weer positief. Voorzitter, wij kunnen instemmen met dit plan, maar willen nog wel benadrukken dat het hier gaat om de zorg voor de kwetsbare burger en dat hier voldoende aandacht voor moet blijven. Deze aandacht wensen wij ook voornamelijk voor de bestaande vrijwilligers, dus dat niet alleen de nadruk wordt gelegd op de nieuwe vrijwilligers. Dat was het. De voorzitter Dank u wel. De heer Blanken. De heer Blanken Dank u wel, voorzitter. Ook wij kunnen instemmen met dit gewijzigd voorstel. De vragen over de maatschappelijke stage die wij gesteld hebben zijn naar tevredenheid beantwoord. Ik wil daar wel bij zeggen, ondanks deze wettelijke bepalingen denk ik toch dat er een mismatch gaat plaatsvinden tussen diverse organisaties en de te lopen stages. Laten we vooral niet vergeten dat we over mensen praten en niet alleen over geld. Dat was het even. De voorzitter Dank u wel. Mevrouw De Bruin. Mevrouw De Bruin Dank u wel, voorzitter. Het WMO beleidsplan. Ook ik heb tijdens de opiniërende bijeenkomst van december al gezegd: het is een prima ambitieus plan, het uitvoeren meer dan waard. Maar het baart ons ook zorgen. Zorgen over de stichting Welzijn, zorgen over de belastbaarheid van de mensen die het werk moeten doen. En dat geldt niet alleen voor de medewerkers, maar ook voor de vrijwilligers. En zorgen over het al dan niet voldoende beschikbare geld. De PvdA fractie hoopt dat onze zorgen onterecht zijn en dat alle ambities uit het plan verwezenlijkt zullen worden. We verzoeken het college dan ook ons regelmatig op de hoogte te houden van de stand van zaken en de gang van zaken. Dank u wel. De voorzitter Dank u wel. De heer Kuiken.
- 65 -
De heer Kuiken Dank u wel, voorzitter. In de opiniërende vergadering heeft ook het CDA waardering uitgesproken voor dit beleidsplan. De zorgpunten die de WMO adviesraad onder de aandacht brengt onderschrijft ook de CDA fractie, met name voor de mantelzorgers, de vrijwilligers, die een schakel vormen in de uitwerking van het beleidsplan. Als CDA fractie hebben wij met instemming gelezen dat de WMO loketfunctie Sliedrecht verder verbreed en verdiept wordt. Dit blijft voor ons een belangrijk punt. Als CDA fractie stemmen wij in met dit beleidsplan. De voorzitter Dank u wel. Is er behoefte om op elkaar te reageren? Dan ligt er één verzoek van de PvdA fractie. Wethouder Lavooi. Wethouder Lavooi Ja, dat was één concrete vraag is onze richting, voorzitter. De vraag om de raad regelmatig bij te praten dan wel verslag te doen. Dat gaat zeker gebeuren, want een van de onderdelen van dit beleidsplan is dat we ten aanzien van een aantal onderdelen die we financieel wel hebben geparkeerd, nog met aparte voorstellen in uw richting komen. Dus dit gaat zeker gebeuren. De voorzitter Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. Dan constateer ik dat wethouder Lavooi toezegt met enige regelmaat te rapporteren over de WMO ontwikkelingen, zo vat ik het maar even samen. En dan constateer ik dat de raad unaniem instemt met het voorstel, bij afwezigheid van mevrouw Bisschop bij de beraadslagingen en de stemming. Dan is het zo… ja, de heer Quist heeft inmiddels de zaal ook verlaten, dat klopt. Maar dat was al vanaf een eerder agendapunt. Dat wordt in het verslag opgenomen. 16. SLUITING De voorzitter Dan stel ik vast dat wij de raadsagenda hebben afgerond en de raadsvergadering kunnen sluiten. Het is 22.10 uur. Ik zou u willen voorstellen om vijf minuten te schorsen en dan drie kwartier toch te gebruiken om het voorstel met betrekking tot Noordoevers, u krijgt zo het woord mevrouw Verschoor, en ROM-D te behandelen in de opiniërende bijeenkomst. Mevrouw Verschoor. Mevrouw Verschoor Ik wil daar een opmerking over maken, want het is laat en het is een belangrijk dossier. Het is een ingewikkeld dossier en daar valt volgens mij heel veel over te vertellen en over te zeggen met elkaar. Dus ik vraag me af of het nou verstandig is om dat tussen kwart over tien en elf uur nog te behandelen, of dat het toch verstandiger is om misschien een ander tijdstip te plannen, want ik weet dat dit dossier het wel verdient. De voorzitter Ik leg de vraag gewoon even aan de raad voor en dan kunnen we beoordelen of we aansluitend nog een opiniërende bijeenkomst hebben of niet. Wie zou nu dat voorstel nog willen bespreken in een opiniërende bijeenkomst? Wie is daar voor? Ik leg het voorstel gewoon maar even ter stemming voor, want anders is de tijd weg. Mevrouw Verschoor Dinsdag aanstaande is er volgens mij… o ja, dan is het vakantieweek, ja. Dat zou ik toch moeten weten. De voorzitter Het is of morgenavond of dinsdagavond. Dat spreken we dan daarna wel af. Maar de vraag is nu eerst of het ordevoorstel wat hier gedaan wordt om het niet meer te behandelen, gesteund wordt. Wie wil het nu wel behandelen? Wie is er voor om het wel te behandelen? Dat zijn de fracties van SGP/ChristenUnie en PvdA en het CDA. Fracties van PRO Sliedrecht en VVD liever niet? De heer Van Rekom Sterker nog, we praten hier niet over een klein projectje. En ik hecht er gewoon aan dat we hier een zorgvuldige discussie over voeren. En kijkend naar het tijdspad en ook naar het tijdstip vind ik het gewoon niet verstandig om een dergelijk belangrijk project aan het eind van de avond, terwijl we allemaal moe zijn, er even doorheen te loodsen. Dat zou ik betreuren.
- 66 -
Mevrouw Visser Voorzitter, je moet toch terugkomen, want je gaat het niet in drie kwartier redden. En dan denk ik: begin maar gewoon fris. De heer Van Rekom Ja, dat lijkt mij ook. De voorzitter De heer De Jager. De heer De Jager Ja, ik hoor diverse geluiden om mee heen die ik best kan begrijpen, maar aan de andere kant denk ik ook: je kan om 23.00 uur, misschien zelfs iets later, schorsen en dan morgen doorgaan. Je weet nooit hoe ver je komt. Maar het is mij om het even. De heer Van Gameren Als we toch morgen terug moeten komen, dan kunnen we het net zo goed morgen af doen of zo, maar ja… De voorzitter Maar als een substantieel deel van de raad liever morgen komt en een deel van de raad het om het even is en de inschatting van meerdere raadsleden is dat we het in drie kwartier niet kunnen doen, dan stel ik voor dat we morgenavond om 20.00 uur een opiniërende bijeenkomst over dit onderwerp hebben. Bent u daarmee akkoord? Ja? Kunt u daar allemaal met meer of minder plezier en ongemak mee leven? Dan doen we dat zo. Morgenavond om 20.00 uur opiniërende bijeenkomst Noordoevers, ROM-D. En dan sluit ik nu de raadsvergadering, dank ik u voor uw medewerking en wens ik u allen wel thuis.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 27 maart 2012 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
- 67 -
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, 16 maart 2012
Onderwerp: Ingekomen stukken raad Voorgesteld besluit: N.v.t. Voor kennisgeving aannemen: 1. Brief van 5 maart 2012, met bijlagen, van de bewonerscommissie Staatsliedenbuurt over de Staatsliedenbuurt 2. Jaarverslag 2011 van de rekenkamercommissie Sliedrecht 3. Brief van het college van 28 februari 2012, betreft beantwoording artikel 44 vragen van fractie van PRO Sliedrecht van 30 januari 2012 over aangetekende brief de heer Slootweg. 4. Brief van het college van 8 maart 2012, betreft beantwoording artikel 44 vragen van fractie van PRO Sliedrecht van 9 februari 2012 over beantwoording door gedeputeerde staten van Zuid-Holland op vragen van Provinciale Staten over het feitenonderzoek bij de Derde Merwedehaven 5. Artikel 44 vragen van 15 maart 2012 van de fractie van het CDA over revisie vergunning Dupont Dordrecht Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
BEWONERS COmiSSIE STAATSUEDENBUURT
rVIPGSD2012030612270178
GSD
06.03.2012
Contactadres: Dr. Kuyperstraat 32 3362 CJ Sliedrecht Tel.: 0184-420172 e-mail:
[email protected]
bRCffft
0178
Aan de Gemeenteraad Sliedrecht
Postbus 16, 3360 AA Sliedrecht
Betref: Staatliedenbuurt
Sliedrecht, 5 maart 2012
Geachte leden van de raad, Een deel van u heeft in oktober 2011 kennis gemaakt met huurders en huizen in de Staatsliedenbuurt tijdens een politieke binnenwijkschouw. Allereerst willen wij op deze plaats nogmaals onze dank uitspreken voor de grote belangstelling. Tijdens en ook na deze rondgang heeft u zelf kunnen constateren dat de huurders in deze buurt best tevreden wonen, ware het niet dat er duidelijke tekenen zijn van achterstallig onderhoud en verloedering. Wij hebben destijds bij de uitnodiging ook het 'Plan van aanpak' aan u overhandigd, dat voor de goede orde als bijlage toegevoegd is. Al 70% van de huurders heeft dit getekend, waarbij nog lang niet alle huurders hun mening gegeven hebben. In deze Plan van aanpak' geven de huurders duidelijk hun wensen en zorgen aan; zowel met betrekking op onderhoud, als ook met blik op een evt. herstructurering. Wij denken dat de huurders van de Staatsliedenbuurt BCS hiermee een sterk mandaat gegeven hebben om hun te mogen vertegenwoordigen. Wij voldoen ook verder aan alle wettelijke eisen voor een huurdersorganisatie. Wij moeten nu met betrekking tot een samenwerking met Tablis Wonen constateren dat wij stelselmatig aan het lijntje worden gehouden. Nadat wij in september 2011 eindelijk tot werkafspraken waren gekomen met Tablis Wonen stond in december 2011 het onderhoud van de woningen op de agenda. Tijdens dit gesprek, dat wij vol goede moed begonnen, werd duidelijk dat net gemaakte afspraken opnieuw ter discussie werden gesteld en ons venA^eten werd dat wij het verleden maar niet wilden laten rusten. Het thema onderhoud kwam in het geheel niet meer ter sprake. Zowel de gespreksnotitle als ook onze reactie hierop vindt u in de bijlage. Tablis Wonen heeft in 2009 het bestaan van achterstallig onderhoud erkend, toch is er tot op heden, tegen de toezeggingen van de kant van Tablis Wonen in, geen intentie of plan om dit
structureel in te halen. Sterker nog: het wordt ons verweten dat wij dit punt niet laten rusten. Het feit dat er tot op heden nog geen plannen zijn voor een herstructurering is geen aanleiding voor Tablls Wonen om stappen te ondernemen. Dit ondanks het feit dat de laatste renovatie al 20 jaar en in sommige gevallen zelfs langer geleden heeft plaatsgevonden, waarbij toen al zo goedkoop mogelijk gewerkt werd omdat de wijk toch binnenkort plat gaat'. De tactiek lijkt op dit moment te zijn alleen individuele klachten te behandelen en tijd te rekken totdat er plannen voor een herstructurering zijn. Hier kunnen onze huurders niet op wachten, zij hebben immers al twee jaar gewacht op het inlossen van de belofte van Tablis Wonen gedaan in 2009. Vooral de tocht-, vocht- en schimmelproblematiek moet nu structureel worden aangepakt, omdat de gezondheid van de bewoners in het geding is. Dit laatste geldt ook voor de problemen met ondeugdelijkerioleringen,die voor stank en vochtoveriast zorgen. Rest ons nog op te merken, dat wanneer Tablis Wonen niet binnenkort stappen onderneemt, ons alleen nog een gang naar de rechter en/of geschillencommissie openblijft. Namens de huurders uit de Staatsliedenbuurt wllen wij u vragen om uw hulp en verzoeken wij u als volksveritegenwoordiging uw politieke invloed en alle wettelijke mogelijkheden te gebruiken om dit probleem op te lossen. Wij danken u bij voorbaat voor uw steun en begrip. Natuuriijk zijn wij bereid, zo nodig verdere informatie te verstrekken. Voor alle vragen kunt u terecht bij het contactadres. Met vriendelijke groet, Helga SeiRsch SeiRsc
9,
/' K iJl^^ Voorzitter BCS
Plan van aanpak 2011 statement De Staatsliedenbuurt is de laatste wijk met goedkope huurwoningen in Sliedrecht. Als er hier nog meer goedkope en sociale huurwoningen verdwijnen, dan zal het voor veel van de huidige huurders moeilijk of onmogelijk worden in Sliedrecht te kunnen blijven wonen. De woningen zijn zelfs in de huidige staat van onderhoud zeer gevraagd, de wijk kent geen leegstand. De leefbaarheid is tot op heden goed, veelal door de aanwezige sociale controle, burenhulp en samenhorigheidsgevoel. Dit is mede mogelijk door de zeer gemengde samenstelling van huurders: gezinnen, alleenstaanden met en zonder kinderen, jongeren, ouderen van dagen en veel verschillende nationaliteiten, lage, midden en hogere Inkomensgroepen. Om de leefbaarheid te waarborgen of zelfs te verbeteren is het belangrijk deze samenstelling te behouden. Wij achten het daarom noodzakelijk dat elke huurder, bij welke vorm van herstructurering dan ook, de mogelijkheid heeft om terug te komen in deze wijk. Vanzelfeprekend is dit een vrije keuze. Wij vrezen dat de huidige ideeën van Tablis Wonen over een zo genoemde hoogwaardige renovatie wel of niet in combinatie met (gedeeltelijk) sloop/nieuwbouw voor de huidige en toekomstige huurders vergaande gevolgen hebben. De huren worden voor velen onbetaalbaar, door het opzeggen van huurcontracten is er geen terugkeermogelijkheid voor huurders met een inkomen boven ongeveer 33.000 euro. Het verwijzen naar een eventueel hogere huursubsidie vinden wij niet op zijn plaats, omdat deze subsidie volgens de huidige plannen in den Haag eerder lager wordt en zelfs plannen bestaan om huursubsidie voor huurders met een laag inkomen te korten wanneer deze in een te dure huunwoning zitten (nieuwe vorm van 'scheef wonen'). Ook is het maar de vraag of u bij een nieuwe toekenningsprocedure voor een gerenoveerde of nieuwbouwwoning nog aan de eisen voor toekenning voldoet; niet alleen financieel, maar ook qua doelgroep. Hierbij moet u denken aan: ouderen, starters onder 23, gezinssamenstelling, enzovoorts. Tablis Wonen is van plan het budget voor onderhoud in zijn geheel met 25% te korten in verband met de crisis, financieel en op de woningmarkt, en om de herstructureringsprojecten te kunnen betalen. Wij denken dat op onderhoud niet bezuinigd mag worden, immers is het wettelijk verplicht een vast deel van de huren voor onderhoud te reserveren. De woningen in de Staatsliedenbuurt hebben dringend een opknapbeurt nodig, vooral wat betreft tocht, vocht, schimmel en geluids- en warmte-isolatie. Wij zijn van mening dat hiermee niet kan worden gewacht totdat er uiteindelijk een herstructureringsplan opgesteld, goedgekeurd en uitgevoerd wordt. Tot op heden heeft elk herstructureringsproject in Sliedrecht vertraging opgelopen. Wij denken dan ook dat een begin in 2016 niet haalbaar is voor een groot herstructureringsproject. Tablis Wonen heeft in 2009 beloofd dat achterstallig onderhoud tot aan het begin van een eventuele herstructurering wordt ingehaald. Tot op heden is men deze belofte niet nagekomen.
Wat wij willen: -
behoud van de wijk met het zelfde aantal goedkope en sociale huurwoningen nu opknappen van de woningen en daarmee ook het inhalen v&n achterstallig onderhoud zonder dat de huurders (tijdelijk) moeten verhuizen. Op deze manier worden geen huurcontracten opgezegd en kan dus iedereen in zijn/haar woning blijven. z.o.z.
^
-
geen huurverhogingen tot na de opknapbeurt uitstellen van een grote herstructurering van de Staatsliedenbuurt totdat de andere projecten in Sliedrecht zijn afgesloten wanneer bij een herstructurering sloop/nieuwbouw onvermijdelijk blijkt willen wij dat hetzelfde aantal goedkope en sociale huurwoningen hiervoor terugkomt. Bij een (grote) verbetering van de woningen kunnen huurders voor de oude huur terugkeren. Pas bij woning wissel wordt een eventuele beperkte huurverhoging toegepast. Behoud van de duplex-woningen; het samenvoegen tot eengezinswoningen betekent het verlies van veel woningen, o.a. steirterswoningen en woningen, waar minder-validen zelfetandig kunnen wonen Bij welke plannen dan ook met betrekking tot onze wijk moeten de bewoners bij monde van de BCS gehoord en betrokken worden.
Hoe willen wij dit bereiken? -
-
-
-
-
Met deskundige ondersteuning alle wettelijke mogelijkheden gebruiken om de wensen van de huurders kenbaar te maken bij Tablis Wonen en ook bij de gemeente. Beiden hebben in hun prestatieafspraken vastgelegd dat rekening wordt gehouden met huurders die van kleine budgetten moeten rondkomen of om andere reden tot een sociaal zwakkere groep behoren. De wijk onder de aandacht brengen bij de politieke partijen van Sliedrecht en de wethouder wonen. Daarom willen wij in oktober 2011 een 'politieke binnenwijkschouw' houden, om de objectnummers van Tablis Wonen met gezichten en verhalen te vervangen. Immers praten wij over het thuis van mensen. Wilt u uw thuis laten zien en eventueel uw verhaal doen waarom u hier wilt blijven wonen? Dan kunt u zich opgeven bij de BCS. Wij willen voorkomen dat onze huurders nu al benadert worden door Tablis Wonen om verhuismogelijkheden etc. te bespreken. Er zijn op dit moment nog geen plannen, die goedgekeurd zijn door de gemeente en vooral de huurders, dus is er ook nog geen reden voor Tablis Wonen om wel al mensen te gaan t>enaderen. Wij raden u dan ook af om nu al individueel afspraken met Tablis Wonen te maken. Naar buiten brengen dat bij een herstructurering niet aan de wensen van de bewoners voorbij gelopen mag worden. Zelfe de wet zegt dat 70% van de bewoners in moet stemmen met sloop, anders gaat het niet door. Wel Is er een achterdeur: wanneer de gemeente instemt met de plannen worden de huurders buitenspel gezet. Om dit te voorkomen willen wij nu al de politiek betrekken en op hun verantwoordelijkheid wijzen. U continue op de hoogte houden van de ontwikkelingen en uw mening hierover vragen.
Bent u het eens met onze ideeën en voorstellen? Zet dan uw handtekening. Daamnee geeft u ons een sterk mandaat om onzer aller belangen te vertegenwoordigen en deze voorstellen kracht bij te zetten. De BCS werkt immers 'door huurders, voor huurders', waarbij dus uw wensen het uitgangspunt vormen. Laat uw wensen horen! Sliedrecht, 11 augustus 2011 Namens de BCS: De voorzitter Helga Seinsch
de vicevoorzitter/secretaris Sjaak van den Hil
Bijeenkomst H3S, BC Staatsliedenbuurt, Tablls Wonen Locatie: kantoor Tablls Wonen Datum: 8 december 2011,11.30 uur Aanwezig:
Afwezig:
H3S : K. Redelijkheid; W. Vroege en C. Veenis BC SLB : S. van Hll; G. Bezemer en M. van Ent TW : C. de Jongh, W. Enkhulzen, L. Timmer, J. Kramer, R. van Huuksloot, Y. Everse (notulen) R. Karel
Opening Kees de Jongh opent de vergadering door een ieder welkom te heten. Op uitnodiging zijn aanwezig de heren Leo Timmer en Jaap Kramer. Zij zullen met name bij het agendapunt "Onderhoud" hun bijdrage en toelichting geven. (Trjdens de vergadehns blijkt dat, hv,m, de tijdsdruk dit onderwerp geheel niet aan de orde komt). Verslag vorige vergaden'ng 7 november 2011 Het vensCag Is goedgekeurd met de volgende toevoegingen/opmerkingen: - De eerder verzonden brieven worden alsnog door Tablls Wonen beantwoord. Aangezien de brieven niet bekend zijn bij Tablls Wonen, stuurt de Bewonerscommissie de brieven nogmaals toe aan Ron van Huuksloot. - Zaken met betrekking tot het achterstallig onderhoud zijn niet benoemd in de notulen. Er wordt echter geen concreet aanvullend tekstvoorstel gedaan. Een opmerking van de Bewonerscommissie betreft het verslag in het algemeen: bet verslag geeft niet goed "de (negatieve) sfeef' van het overleg ween Kernpunten en werkafspraken overleg B.C.S, - H3S - TW d,d, 14 september 2011 AAet elkaar alle kernpunten (1 t/m 13) besproken. Aanvullingen op kernpunt: 2) De bewonerscommissie SLB ziet geen aanleiding om dit formeel vast te leggen. 8) M.b.t. de inspanningsverplichting naar BCS en bewoners: Aan de bewoners is toegezegd dat er medio oktober invulling gegeven zou worden aan de bewonersparticipatie. Schriftelijk is meegedeeld dat dit eind januari/begin februari wordt (de bewonerscommissie is vooraf over dit schrijven geïnformeerd door Tablls Wonen). De heer Jan Ottevanger van Woonactief is benaderd om de bewonersparticipatie in gang te zetten. Hij heeft ook het gehele proces rondom de Oude Uitbreiding geregeld. De heer Jan Ottevanger neemt dit jaar nog contact op met ^ v r . Helga Seinsch (tel.nr.: 0184-420172) en de heer Wim Vroege van H3S. De volgende bewonersavond wordt gehouden in het Griendencollege i.p.v. in de Lockhorst. 9) De data van de brieven wordt in twijfel getrokken, mogelijk moet dit zijn: 1 juni 2010 en begin juli 2010 (i.p.v, 2011). Ron van Huuksloot geeft aan, zodra de brieven binnen zijn, hier binnen een week een reactie op te geven. 11) Vanuit de BCS bestaat er nog behoefte aan een overleg m.b.t. het huur- en toewijzinpbeleid. Voor het overleg van 7 november was de heer C. van Verk uitgenodigd voor toelichting. Helaas was hij tijdens dit overleg verhinderd i.v.m. ziekte. Tablls benadmkt dat de heer Van Verk aan de regels die vandaag gelden niets toe of af kan doen. Uiteraard kan hij wel een toelichting geven op de plannen en ideeën die er zijn omtrent de wenselijke aanpassingen m.b.t. deze regels. Tablls belegt een overleg met de heer Van Verk. Naast de bewonerscommissie Staatsliedenbuurt en H3S worden alle bewonerscommissies hiervoor uitgenodigd. 12) Onder "periodiek" wordt verstaan: ieder half jaar. De informatie gaat ook naar H3S. Communicatie onderling Tablls Wonen betreurt het zeer, dat op 17 november (kort na het overleg van 7 november, waarin duidelijk afspraken met elkaar zijn gemaakt) een artikel in Het Kompas heeft gestaan, geplaatst door de Bewonerscommissie. Voor Tablls Wonen was er nauwelijks tijd en gelegenheid om op dit artikel te kunnen reageren. Inhoudelijk wordt er niet ingegaan op de zaken die in het artikel worden genoemd. Tablls Wonen is een transparante organisatie die niet communiceert via de pers. Ook H3S is het niet eens met zaken/verwijten die genoemd zijn in het artikel.
De bewonerscommissie geeft als commentaar dat ze vrij Is om de dingen te doen die ze willen doen. ZIJ ervaren het achterstallig onderhoud als zeer teleurstellend. Volgens de bewonerscommissie geeft dit artikel "de stemming weer die heerst In de buurt". De bewonerscommissie geeft een aantal voorvallen aan waarop, volgens hen, niet adequaat ^reageerd Is. Een voorbeeld Is de grote stankoverlast In een woning, waaruit uiteindelijk blijkt dat er een "oud hoofdriool" onder de woningen loopt waardoor afval onder de woningen terecht komt die voor de klachten zorgt. Tevens wordt een voorbeeld aangehaald met keukendeurkastjes die geverfd worden en bij plaatsing korter blijken te zijn. M.b.t. het probleem van het riool geeft Tablls aan dat dit een zeer lastig probleem was om te vinden, dit heeft te maken met een renovatie van 25 jaar geleden. Komen er meerdere klachten In de toekomst, zaC er ongetv/fjfeld sneller gereageerd kunnen worden. Tablls geeft aan dat het voorval met de keukenkastjes die korter zijn gemaakt niet de "schoonheidsprijs" verdient. Benadrukt wordt dat we met elkaar de toekomst In moeten om zaken te bereiken. Laten we een streep zetten onder het verleden en nadenken over morgen I Tablls Wonen zal de nieuwe dagelijkse onderhoudsklachten direct afhandelen en de bewoner vragen aan te geven of de onéerhouésklacht naar tevredenheid Is afg^anéeïé. Inéien uit de onderhoudsmeldingen (op adresniveau) blijkt dat er mogelijk sprake Is van achterstallig onderhoud e.e.a. Inventariseren en Indien nodig alsnog de aanpak (uitvoering) ervan opnemen In de onderhoudsplannlng. Daarnaast zal Tablls, Indien duidelijk aangegeven, het vermeende achterstallig onderhoud op de rit proberen te krijgen. H3S geeft aan dat er m.b.t. de Hooilucht mogelijk een preventieve actie door Tablls Wonen Ingezet kan worden. Diverse malen tijdens dit overleg werd er door de bewonerscommissie verwezen naar het verleden. Het kan niet zo zijn dat de Bewonerscommissie van de Staatlledenbuurt exact dicteert of voorschrijft wat Tablls moet doen. Tablls Wonen heeft een beleid waar ze zich aan houdt en wil dit hanteren. Conclusie/afspraken Alle partijen ervaren dit overleg als niet positief en constructief. Door constant op voorvallen uit het verleden terug te komen en zaken te blijven benoemen die Tablls Wonen niet goed doet of anders moet doen, wordt niets bereikt. Er wordt afgesproken:
- Tablls Wonen een schriftelijke reactie zal verzorgen m.b.t. de zaken en vragen die zowel schriftelijk als tijdens diverse overleggen door de BCS naar voren zijn gebracht. - De bewonerscommissie aanheft wanneer ze bereid zijn om constriKrtlef verder te kunnen met Tablls Wonen en H3S om zaken wat betreft de toekomst op te pakken. - AUe communicatie gaat via Ron van Huuksloot. - De dagelijks onderhoudsklachten worden op adresniveau verzameld, bijgehouden en geëvalueerd met de betreffende bewoners huurders/bewoners. Actiepunten • Dhr. J. Ottevanger neemt contact op met AAevr. Helga Seinsch en dhr. WIm Vroege voor een overleg m.b.t. bewonersparticipatie. » Er wordt een bijeerüiomst geregeld met dhr, C. van Verk en de Bewonerscommissies m.b.t. woningtoewijzing, « Toesturen van de "onbeantwoorde brieven"
Ron Ron BCS
BEWONERS COMMISSIE STAATSLIEDENBUURT
Contactadres: Dr. Kuyperstraat 32 3362 CJ Sliedrecht Tel.: 0184-420172 e-mail:
[email protected]
Aan Tablis Wonen dhr. de Jongh, dhr. Enkhuizen, cc: dhr. Gravesteijn, dhr. Jonkers c/o dhr. van Huuksloot Betref: Overleg
Sliedrecht, 21.02.2012
Geachte heren, Zoals reeds aangegeven willen wij op de gespreksnotitie van 8 december 2011 reageren. Wij zijn uitermate teleurgesteld over de gang van zaken. Sinds 2010 verzoeken wij om een gesprek over achterstallig onderhoud. Dat er sprake is van achtemtallrg onderhoud werd door u erkend tijdens de bewonersbijeenkomst in 2009 en dit was mede aanleiding voor de enquête, die op verzoek van Tablis nog in2009 gehouden is. De uitkomsten werden al begin 2010 aan u overhandigd tijdens de eerste gezamenlijke vergadering, waar tevens BCS erkend werd als organisatie van de huurders in de Staatsliedenbuurt. Uit deze enquête is zoals verwacht gebleken, dat er structureel tocht-, vocht- en schimmelproblemen zijn, die door Tablfs niet adequaat en zeker niet structureel worden aangepakt. Dit wondt door de huurders bij elke bevraging en bijeenkomst bevestigd. Enkele voorbeelden: kozijnen, die niet sluiten of defect zijn, maar niet gerepareerd (kunnen) worden, omdat er geen onderdelen meer verkrijgbaar zijn. Wij weten dat er deels voor gekozen is, deze dicht te kitten! Bewoners kunnen djjs niet ventileren. Rioleringen en hemelwaterafvoeren zijn gebrekkig en zorgen voörl^öchf en schimmel in de woningen, dito lekkages in badkamers. Dat deze problemen bestaan werd door Tablis erkend. Er werd toegezegd dat na de opname in 2010 door uw medewerkers de uitkomsten zouden vergeleken worden en daarna met ons besproken om tot een plan voor een oplossing te komen. Sindsdien hebben wij herhaaldelijk om dit gesprek verzocht, maar kregen elke keer nul op ons rekwest. Gesprekken, die plaatsvonden, gingen alleen over planmatig jaariijks onderhoud, en zelfs hier was dit pure informatie en geen overieg. Verder geeft u aan, dat u alleen individuele klachten over mogelijk achterstallig onderhoud wilt inventariseren en dan in de planning opnemen. Wij zijn van mening dat hier wel degelijk een spoedige en structurele aanpak nodig is om een verdere achteruitgang in de wijk te voorkomen en vooral om de gezondheid van de bewoners te waarborgen. Jammer genoeg was het opnieuw door uw gespreksleiding niet mogelijk om hierover constructief te overieggen; citaat: Tijdens de vergadering blijkt dat, i.v.m, de tijdsdruk dit onderwerp getieel niet aan de orde komt Vervolgens BCS te ordeneren aan te geven wanneer wij constructief willen samenwerken is dan ook voorzichtig gezegd niet bevorderiijk voor de nodige samenwerking. Ook uw opmerking dat wij willen dicteren of voorschrijven wat Tablis moet doen afwijkend van haar beleid slaat de plank geheel mis. Wij vragen om het naleven van wettelijke bepalingen, die huurders recht geven op een tocht-, vocht- en schimmelvrije woning. Verder willen wij onze expertise inbrengen om de leefbaarheid en veiligheid in de wijk te verbeteren of minimaal een verdere achteruitgang te voorkomen. Immers blijkt dat er tot op heden geen plannen zijn voor een herstructurering van de Staatsliedenbuurt. Zoals in ons 'Plan van aanpak' beschreven staat, zijn wij van mening dat er nu structurele maatregelen nodig zijn.
In uw gespreksnotitie verwijt u BCS, dat wij altijd op het verieden terugkomen. Dat lijkt ons niet zo vreemd wanneer blijkt dat gemaakte afspraken door u structureel niet worden nageleefd en bij elke vergadering opnieuw ter discussie gesteld worden. Zo hebben wij tot op heden geen enkele inhoudelijke reactie ontvangen op de u in 2010 en 2011 toegezonden stukken. Wij hebben deze in december 2011 opnieuw aan u ter beschikking gesteld. Er was toegezegd dat deze dan binnen een week beantwoord werden. Een schriftelijke reactie is er nog steeds niet. Tijdens de vergadering op 8 december 2011 werden de kernpunten van het overleg in september opnieuw besproken. Hier is het een en ander recht te zetten. Opnieuw blijkt uit deze gespreksnotitie dat wij nog steeds niet met onze naam genoemd zijn, maar met een door u verzonnen afkorting. Zie hier punt 6 van de kernafspraken: In het overleg en de correspondentie wordt de bewonerscommissie aangeduid als Bewoners Commissie Staatsliedenbuurt (BCS.). Verder constateren wij dat de namen van onze leden en gespreksdeelnemers opnieuw niet corredt gespeld zijn. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk hier toekomstig rekening mee te houden. Met betrekking tot punt 2 van de kemafspraken willen wij het volgende aanmerken: Wij hebben duidelijk gemaakt dat wij een volwaardige huurdersvereniging zijn voor de huurders van de Staatsliedenbuurt en hiervoor aan alle wettelijke eisen voldoen. Dit werd door Tablis beaamd. Natuurlijk zijn wij bereid dit fomieel vast te leggen, wij hebben zelfe in 2010 een schriftelijk voorstel hiervoor gedaan. Wel gaat het hier om een collectieve overeenkomst en niet een overeenkomst met individuele leden van BCS. Met betrekking op punt 12, de mutatiemeldingen, willen wij graag in verandering tot het vermeldde dat wij, net als in het verieden, deze maandelijks ontvangen, om nieuwe huurders spoedig met informatie te kunnen benaderen en om onze bestanden up to date te houden. Met betrekking tot het krantartikel willen wij nog erop wijzen, dat dit artikel niet door de BCS geïnitieerd was, maar door de krant zelf, die ons om een interview verzochte. Wij hebben hieraan graag gehoor gegeven om het *Plan van aanpak', dat immers door meer dan 70% van de bewoners ondertekend werd, en het ontstaan hiervan toe te lichten. De 'reactietijd' voor Tablis lag dus niet in onze hand. Maar gezien het feit dat Tablis inhoudelijk toch niet van plan was inhoudelijk te reageren lijkt dit een storm in een glas water. De inhoudelijke mening van H3S doet niet ter zake. In toto moeten wij concluderen dat Tablis een constructief inhoudelijk overieg met BCS tot op heden lijkt uit de weg te gaan. Dit verwijt aan BCS is dan ook volledig onterecht. Wij verzoeken u dan ook met nadruk om uw opstelling tegenover een door de huurders met grote meerderheid gekozen vertegenwoordiging te overdenken. Met vriendelijke groet, Helga Seinsch Voorzitter BCS
C4P in in
^ 00
-<«■
t—
CM 1
o z
«<
^
CO CJ LU
X
1 o i n LU
_i
^:
I• I
oc
lU •j 'd
t
I
^
(V)
4
i-o
1 ~:r C/7
o
Jaarverslag 2011 rekenkamercommissie Sliedrecht
1. Inleiding Bij deze biedt de rekenkamercommissie u, conform artikel 13 van het reglement van Orde, het jaarverslag over 2011 aan. In dit verslag legt de rekenkamercommissie in ieder geval verantwoording af over verrichtingen met toetsing aan het onderzoeksplan en eventuele aanpassingen in de werkwijze en/of dit reglement van orde van de rekenkamercommissie.
2. Waarom is er een rekenkamercommissie? Sinds januari 2006 is een rekenkamerfunctie (rekenkamer of rekenkamercommissie) wettelijk verplicht. Door de invoering van het dualisme werd o.a. het bestuur van de gemeente overgeheveld van de gemeenteraad naar het college van B en W. Om de gemeenteraad in haar controlerende (en kaderstellende) taak te ondersteunen kreeg de gemeenteraad een aantal extra instrumenten. Eén daarvan is de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie is er dus om de gemeenteraad te ondersteunen. Zij is geen instrument van, maar instrument voor de gemeenteraad. De rekenkamercommissie ondersteunt de raad door de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur te onderzoeken (Gemeentewet, artikel 182).
3. Rekenkamercommissie Sliedrecht De gemengd samen gestelde rekenkamercommissie Sliedrecht bestaat sinds januari 2011 uit drie interne –(burger)raads- leden en de (extern) voorzitter: de heren Ben van der Plas, Marthijn Sneijder, Rien Visser en Peter Sertons (extern voorzitter).
4. Onderzoek In het “Onderzoeksplan rekenkamercommissie Sliedrecht 2011” (april 2011 aan uw raad gestuurd) wordt toegelicht waarom de rekenkamercommissie heeft besloten als eerste te kiezen voor onderzoek “Sturingskracht van de raad”. Vervolgens heeft de rekenkamercommissie een onderzoeksopzet opgesteld en deze ter kennisname aan u, het college en de secretaris doen toekomen. Met enige vertraging, waarvan in juni aan het presidium mededeling is gedaan, is het onderzoek binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget, afgerond. Het onderzoek, en met name de Conclusie en Aanbevelingen, werd vervolgens breed ondersteund door uw opiniërende vergadering
De rekenkamercommissie heeft zowel het Reglement van Orde en de Verordening kritisch doorgelicht. Dit heeft voor beide geleid tot een aantal wijzigingen die gelijktijdig ter kennisname en ter vaststelling aan uw raad zullen worden gestuurd in het kader van de gehele codificatieoperatie. Het gewijzigde Reglement van Orde kunt u op de site van de gemeente vinden. In het najaar heeft de rekenkamercommissie zich aan u gepresenteerd in een geanimeerde informatieve vergadering
5. Financiën Het budget dat uw raad voor 2011 aan de rekenkamercommissie heeft toegekend was 20.000 euro. Daarvan is 5.000 euro besteed aan de vergoeding voor de secretariële en voorzitterstaak en 14.851 euro aan het onderzoek naar de sturingskracht van de raad.
SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE ART 44 RVO RAAD
Datum: 15 maart 2012
Aan de voorzitter van de raad,
Steller vragen: Wim Dunsbergen
Onderwerp: Revisie vergunning Dupont Dordrecht
Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:
Toelichting: Het bedrijf Dupont de Nemours, Baanhoekweg 22 te Dordrecht heeft een aanvraag revisie van de beschikking Wet Milieubeheer ingediend. Naar aanleiding van deze aanvraag is door de veiligheidsregio Zuid Holland Zuid regionale Brandweerzorg een advies uitgebracht. In het advies van de brandweer wordt gesproken over het aanvoeren van gevaarlijke stoffen als methanol en chloroform per schip en het plaatsen van nieuwe en grote opslagtanks wat in vergelijking met de vorige vergunning nieuwe elementen zijn en bij calamiteiten grote risico’s met zich mee brengen voor de werknemers van de bedrijven, woningen en de Sliedrechtse bevolking aan de noordoever van de rivier de Merwede? In Sliedrecht is al jarenlang wantrouwen onder de bevolking als het gaat om vergunningen in het kader van gevaarlijke stoffen. Nu er (opnieuw) een chemisch bedrijf een ingrijpende revisie van de vergunning aanvraagt, waarbij in geval van calamiteiten de gehele bebouwde kom en dus de gehele bevolking van Sliedrecht blijkens het advies van de brandweer in het effectgebied van een calamiteit ligt, is er alle reden buitengewoon kritisch te zijn op deze aanvraag.
1) Is het college van Sliedrecht op de hoogte van een aanvraag tot revisie van de beschikking wet Milieubeheer door het bedrijf Dupont de Nemours? En zo ja sinds wanneer? 2) Is het college op de hoogte van een advies van de veiligheidsregio Zuid Holland Zuid Regionale Brandweerzorg dd. 24 dec. 2010? Zo ja, sinds wanneer? 3) Is het College met mij van mening, dat de inhoud van de revisie aanvraag voor de Sliedrechtse bevolking, gelet op de mogelijke risico’s, van het allergrootste belang is. 4) Welke stappen heeft het College genomen of gaat het college nemen in de richting van de provincie Zuid Holland en de gemeente Dordrecht om invloed uit te oefenen op het al dan niet doorgaan, bijstelling etc. van de revisieaanvraag? Is de milieudeskundige dhr. J. Vollenbroek om advies gevraagd en is hem gevraagd een zienswijze namens Sliedrecht op te stellen?
5) Is het College met mij van mening, dat de provincie Zuid Holland, gelet op het grote belang van de bevolking in verschillende Drechtsteden waaronder Sliedrecht, de bewoners goed moet voorlichten bijvoorbeeld door een hoorzitting te beleggen voor de bevolking om deze te informeren en het recht van inspreken of mogelijk indienen van bezwaren mogelijk te maken. 6) Is het College bekend met de datum van 18 april, waarop de besluitvorming inzake de revisie zou worden afgerond. Herkent het College dat er sprake is van een grote tijdsdruk! 7) Wanneer en op welke wijze is het College voornemens de gemeenteraad en de burgerij voor te lichten en hoe gaat u reageren op mogelijk ongeruste reacties van de burgerij van Sliedrecht?
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht,
Onderwerp: Ontwerpbegroting 2012 van de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Voorgesteld besluit: Het verlenen van goedkeuring aan de voorgelegde ontwerpbegroting voor het jaar 2012 van de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Overwegingen en alternatieven: Inleiding. Per 1 januari 2010 heeft de gemeenteraad het openbaar primair onderwijs overgedragen aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht (hierna: de Stichting). De Stichting is een zelfstandig orgaan en oefent hierdoor alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit. Als uitwerking van artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs zijn in de akte van oprichting statuten opgesteld en zijn deze door uw raad goedgekeurd. Artikel 19, eerste lid, van de statuten bepaalt dat het bestuur jaarlijks een ontwerpbegroting ter goedkeuring aan de gemeenteraden (Sliedrecht en Papendrecht) aanbiedt met een toelichting op de baten en de lasten van de activiteiten voor het komende jaar, alsmede een meerjarenraming voor de daaropvolgende drie jaar. Ter voldoening aan artikel 19 van de statuten heeft de bestuursmanager de ontwerpbegroting 2012 en de meerjarenbegroting 2013 – 2016 bij brief van 29 november 2011 ingediend. Beoordeling van de ontwerpbegroting 2012. De ontwerpbegroting is bestemd voor het openbaar onderwijs in twee gemeenten. Om deze reden vindt op ambtelijk en bestuurlijk niveau overleg plaats met de gemeente Papendrecht, om te komen tot onderling gecoördineerde standpuntbepaling richting de Stichting. De ontwerpbegroting 2012 laat in zijn totaliteit een negatief resultaat (bladzijde 2) zien van € 210.964,-. In paragraaf 1.1 wordt hierop een nadere toelichting gegeven. Het resultaat wordt als bestemmingsresultaat vervolgens ten laste van de algemene reserve als onderdeel van het Eigen Vermogen gebracht (zie bijlage 6 en 7 van de ontwerpbegroting bladzijde). Het Eigen Vermogen in zijn totaliteit voor de Stichting bedraagt hierna per 31 december 2012 € 3.005.832,-. Het hierbij behorende weerstandspercentage bedraagt 31% (2011 : 37%). Het nieuwe kengetal van kapitalisatiefactor bedraagt 50%. Dit is hoger dan de bovengrens van 35% voor een schoolbestuur met een omvang van de baten van circa 9,6 miljoen. In paragraaf 5 (Risico’s) wordt hierop een nadere toelichting gegeven. Tijdens de bestuurlijke fusie besprekingen is gebleken dat beide partijen een laag risicoprofiel hebben. Dit houdt in dat zowel het openbaar onderwijs in Papendrecht als in Sliedrecht een weerstandsvermogen van minimaal 15% moet hebben. Daarnaast heeft de Stichting zelf besloten om als uitgangspositie voor het te voeren financieel beleid een weerstandspercentage van 25% te hanteren. Deze gepresenteerde ontwerpbegroting 2012 geeft aan dat het openbaar onderwijs in Sliedrecht een percentage heeft van 21%. (2011: 24%) Voor het onderwijs in Papendrecht is het percentage 36%. (2011: 44%) Zoals reeds vermeld gaat dit percentage verdwijnen en wordt als kengetal de
-2kapitalisatiefactor opgevoerd. Voor Sliedrecht bedraagt dit kengetal 30% en voor Papendrecht 60%. Het openbaar onderwijs in Sliedrecht blijft hiermee onder de bovengrens en dit is richting Rijk een prima positie voor het binnen Sliedrecht te voeren financieel beleid. Voor het openbaar onderwijs in Papendrecht is het beleid erop gericht, zoals vorig jaar aangekondigd, om de kapitalisatiefactor terug te brengen. De Stichting hanteert tevens als uitgangspunt dat alle bedrijfsonderdelen in principe gemiddeld over vijf jaar een sluitende exploitatie hebben. Afwijkingen zullen in de toekomst alleen op beleidsmatige wijze plaatsvinden en dat naar verwachting de reserves in de toekomst ingezet moeten gaan worden. Hieraan wordt voldaan. De taak van de gemeenteraad beperkt zich tot de financiële situatie van de Stichting om hiermee zorg te dragen dat de continuïteit voor het openbaar onderwijs niet in gevaar komt. Aan de hand van de ingediende meerjarenbegroting 2013 – 2016, het gestelde uitgangspunt dat alle bedrijfsonderdelen in principe gemiddeld over vijf jaar een sluitende exploitatie hebben en gelet op het aanwezige weerstandsvermogen kan gesteld worden dat de Stichting een gezonde bedrijfsvoering heeft. In het kader van deze financiële toetsing voor de continuïteit speelt het percentage van het weerstandsvermogen in relatie met de risicoanalyse de belangrijkste rol en zoals eerder opgemerkt voldoet deze over het geheel bezien in meer dan voldoende mate. De risicoanalyse moet wel om de vijf jaar (in 2014) worden geactualiseerd. Conclusie. De Stichting voldoet met een kapitalisatiefactor van 50% aan het uitgangspunt voor het te voeren financieel beleid. Daarnaast voldoet de Stichting aan het oude uitgangspunt van een minimaal benodigd weerstandsvermogen van 25% en voldoet tevens aan het gestelde uitgangspunt dat alle bedrijfsonderdelen in principe gemiddeld over vijf jaar een sluitende exploitatie hebben. De kapitalisatiefactor geeft aan dat de Stichting een zeer gezonde bedrijfsvoering heeft. Deze conclusie is conform het voorstel aan de gemeenteraad van Papendrecht.
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in:
Financiële kaders Op dit moment zijn er geen financiële consequenties, want het gaat alléén om een formele goedkeuring op grond van artikel 19 van de statuten van de Stichting.
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Uitwerking van artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs.
Tijdspad, monitoring en evaluatie Aan de orde bij behandeling jaarrekening 2012 van de Stichting.
Externe communicatie: N.v.t. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 februari 2012;
besluit:
tot het verlenen van goedkeuring aan de ontwerpbegroting voor het jaar 2012 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
r>
5^ 1
IVIPGSD2011120212190040
GSD
02.12.2011
T 078 - 644 98 80
0040
E
[email protected]!
Stichting Openbaar Primair Onderwijs
Papendrecrit ^Slied recht
Poidermoien 12 3352THPapendrecht
F 078-644 03 99 KvK: 24386999
Aan de gemeenteraad van de gemeente Papendrecht en de gemeenteraad van de gemeente Sliedrecht
Rabobank nr. 39 30 46 664
Datum Behandeld Kenmerk Onderwerp
29 november 2011 M. Beke 2011/960 begroting 2012-2016
Geachte dames en heren, Hierbij bied ik u de begroting 2012-2016 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht-Sliedrecht aan. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
M.L.C. Beke-Huiskes, Bestuursmanager
Bijlage: begroting 2012-2016
I^H^^' •"■■r .
r>
MPGSD2011120212190041
GSD
02.12.2011
i i i i i i i Openbaar Primair Onderwijs
Papendrecht aSIiedrecht
Begroting 2012
23 novembet 2011
0041
1
Inleiding In het kader van de planning- en controlcyclus binnen OPOPS wordt aan u jaarlijks een integrale meerjaren-begroting gepresenteerd. Deze exploitatiebegroting over de periode 2012-2016 bestaat uit vijf totaaloverzichten, te weten: •
Een totaalbegroting op stichtingsniveau
•
Een begroting uitgesplitst per school
•
Een begroting van het bestuurskantoor
•
Een begroting in verband met gemeenschappelijke activiteiten oftewel de bovenschoolse begroting
•
Een overzicht met kengetallen
De diverse begrotingsonderdelen worden apart toegelicht en de invloed van in- en externe ontwikkelingen zal kort belicht worden. Vei*volgens wordt nader ingegaan op de beleidskeuzes van de stichting. Daariia wordt de ontwikkeling van de kengetallen beschouwd. Tot slot worden de belangrijkste risico's benoemd die van invloed kunnen zijn op de gepresenteerde cijfers.
1.
Meerjarenbegroting 2012-2016
Onderstaand overzicht geeft de exploitatiebegroting 2012-2016 op stichtingsniveau weer. Meeriarenbeerotinff 2012-2016 *) Loonkosten Materieel Afschrijvingen
2012
2013
2014
2015
2016
8.064.307 1.626.974
7.882.479
7.838.764 1.495.794
7.752.202
1.552.461
7.861.601 1.507.794
160.376
197.330
201.430
207.830
209.230
1.490.794
Lasten
9.851.658
9.632.270
9.570.826
9.542.388
9.452.226
Rijksbaten Gemeente
8.889.621
8.964.177 176.800
8.943.220 176.800
8.975.109
177.606
uitkeringen derden
289.017
289.017
289.017
64.925 289.017
8.988.008 48.300 289.017
284.449
252.407
206.138
194.286
182.433
Baten
9.640.694
9.682.401
9.615.175
9.523.337
9.507.758
Saldo
-210.964
50.131
44.350
-19.052
55.532
In de hiernavolgende paragrafen worden de begroting voor 2012 en de onderliggende begrotingsonderdelen nader toegelicht.
*): In bijlage 1 "Meerjarenbegroting 2012-2016 O P O P S " vindt u de uitsplitsing voor de Papendrechtse en Sliedrechtse scholen.
1.1.
Toelichting op exploitatiebegroting 2012
In onderstaand overzicht vindt u een beschouwing van de begroting 2012 in relatie tot de begroting zoals die vorig jaar is samengesteld. Zoals u ziet, was reeds in de meerjarenbegrotin^ van vorig jaar voor 2012 een negatief exploitatieresultaat voorzien van € 155.217. Het exploitatieresultaat in 2012 bedraagt € 210.964 negatief. Exploitatiebegroting op basis van meerjarenbegroting:
2011-2015 2011 2012 Loonkosten Materieel Afschrijvingen Lasten Rijksbaten Gemeente Uitkeringen Derden Baten Saldo
8.263.934
8.108.800
1.398.523
1.336.324
168.300
202.400
9.830.756
9.647.524
2012^2016 2012 8.064.307 1.626.974 160.376 9.851.658
8.810.403
8.838.972
8.889.621
164.926
143.276
177.606
215.525
285.525
289.017
237.367
224.533
284.449
9.428.220
9.492.306
9.640.694
-402.536
-155.217
-210.964
Loonkosten: Bovenstaand overzicht iaat aan lastenzijde een afname van de loonkosten zien. Dit wordt voornamelijk verklaard door een afname van de formatie-eenheden (fte). De fte bedroeg in de begroting 2011 voor de periode 2011 en 2012 respectievelijk 134 en 129. Voor de actuele jaarbegroting 2012 bedraagt de fte 127. Daarnaast is in 2012 de inhuur van extern personeel verlaagd to.V. 2011. (-€13.000) Materieel: In de individuele schoolbegrotingen van 2011 zijn diverse posten op schoolniveau te laag begroot. Het effect is ca.+€98.000 die gecorrigeerd zijn in de begroting 2012. Op bestuursniveau is een bedrag van €17.000 (marketing/pr-activiteiten) doorgeschoven omdat deze activiteiten van de stichting in 2012 zullen worden uitgevoerd. Een andere post die de afwijking verklaart, is de toename van de dotatie gebouwenonderhoud. (€102.000K) Deze post was te laag begroot in 2011. In 2012 zal een additioneel bedrag van € 61.330 ten laste van de exploitatie worden gebracht in verband innovatieve investeringen in het onderwijs. Afschrijvingen: De afwijking die hier bestaat wordt voornamelijk verklaard door een stelselwijziging van de afschrijvingssystematiek en door minder investeringen dan verwacht. Rijksbaten: De rijksbaten zijn in belangrijke mate afhankelijk van de leerlingaantallen. In de begroting 2011 en 2012 waren respectievelijk de leerlingaantallen 2096 en 2066. De leerlingtelling van 1 oktober 2011 bedraagt echter 2094, waardoor de rijksbekostiging aanzienlijk hoger uitkomt.
Gemeentelijke bijdragen: Deze bijdragen waren in de begroting van 2011 aan de lage kant begroot. In de begroting 2012 is dit aangepast. Derden: De afwijking 2012 (begroting 2011) en de huidige begroting 2012 wordt voornamelijk verklaard door de presentatie van extra groeibekostiging die vanuit de bovenschoolse middelen wordt toegekend aan de OBS Henri Dunant (€30.000) en hogere rente inkomsten (€10.000)
1.2.
Toelichting op totaaloverzicht exploitatiebegrotingen per school
In 2011 is een nieuwe begrotingssystematiek geïntroduceerd waardoor de scholen meer grip op hun begroting hebben gekregen. Tijdens de begrotingsgesprekken bleek dat directeuren op grond van de begroting van vorig jaar en de begroting 2012 sturen op activiteiten om h u n begrotingen sluitend te krijgen. Voor 2012 en verder zal de uitdaging zijn o m een verdere kwaliteitsverbetering van de begrotingssystematiek na te streven waardoor men nog meer "in control" zal komen. In de bijlage 2"totaaloverzicht exploitatiebegrotingen per school" kunt u vaststellen dat aUe schoolbegrotingen gemiddeld over 5 jaar sluitend zullen zijn. Met de huidige methodiek van meerjarenbegrotingen kan eenvoudiger geanticipeerd worden op toekomstige ontwikkelingen in de formatie van de scholen. O p grond van de voorHggende meerjarenbegroting zijn er in de komende jaren voor leerkrachten geen gedwongen ontslagen te voorzien. E r bestaat voldoende verloop onder deze personeelscategorie en middels interne mobiliteit bHjft de formatie binnen de beschikbare ruimte. D e vei-wachting is dat er teveel onderwijsassistenten zullen zijn. Hieiwoor wordt nog naar een passende oplossing gezocht.
1.3.
Toelichting o p b o v e n s c h o o l s e begroting
In bijlage 3 wordt de bovenschoolse begroting weergegeven. Ter dekking van de kosten van gemeenschappelijke, bovenschoolse activiteiten is er in 2012 een eenvoudiger doorbelastingssystematiek ingevoerd. H e t benodigde dekkingspercentage is vastgesteld op 7,5% gebaseerd op de foriTiatievergoeding (2012 - €488.757). Hieronder volgt een opsomming van de lasten die hiermee worden gedekt: Loonkosten: D e toerekeningsmethodiek van normatieve loonkosten is niet veranderd ten opzichte van vorig begrotingsjaar. D e afwijking tussen de werkehjke loonkosten en de normatieve bijdrage uit de scholen wordt derhalve verklaard door de BAPO-lasten en de G G L . O m dezelfde reden vertoont de loonsubsidie ook een verschil. Per saldo geven beide afwijkingen een verschil van €141.000. Dit wordt voornamelijk verklaard doordat de loonsubsidie onvoldoende meestijgt met de stijgende loonkosten (te weten BPF, V F P F , WGA). Gebouwenonderhoud en huisvestingskosten: D e stichting beschikt over een Meerjarenonderhoudsplan (MOP). D e z e wordt jaarlijks geactualiseerd. D e gemiddelde dotatie ter dekking van de kosten ad ca. €206.073 is in de bovenschoolse begroting opgenomen. D e scholen dragen hieraan naar rato van hun leerHngen-aantal bij. Daarnaast is er tot en met het schooljaar 2012/2013 een post opgenomen als bijdrage in de dekking van de huurkosten van de locatie Duindoornhof
Extra formatie i.v.m. groei scholen: Per 1 augustus 2010 is de groeiregeling voor basisscholen gewijzigd. D e essentie van de groeiregeling is dat de meting op bestuursniveau in plaats van op schoolniveau plaatsvindt. Naast de groeitelling op 1 oktober, is er nu ook een bijzondere groeiteUing in de periode 1 mei en 1 juni (drempel 26 leerlingen). D e vei-wachting is dat d o o r O P O P S het komend jaar aan deze drempel wordt voldaan. Derhalve zijn deze baten op bestuursniveau toegevoegd. O p basis van gevoerd beleid zullen deze baten gebruikt gaan worden o m knelpunten op het gebied van groei in de organisatie te verlichten. Overige bovenschoolse activiteiten: Uit de exploitatie over 2011 blijkt dat enkele posten te hoog waren begroot (o.a.ARBO): deze posten zijn bijgesteld voor 2012. D e kosten voor zwangerschapsverlof worden in de bovenschoolse begroting opgenomen, omdat deze niet meer bij het Ver\^angingsfonds (=VF) mogen worden gedeclareerd. D e kosten worden overigens volledig gedekt uit de uitkeringen van het UWV. Verder zijn kosten voor begeleiding van personeel (die grotendeels (ca.75%) door het V F worden vergoed) in deze begroting zichtbaar gemaakt. Tenslotte zijn innovatieve activiteiten begroot: waaronder Europees aanbesteden, management-development, visieontwikkeling op zorgprofielen, opbrengstgericht werken en werken met begaafden.
D e BAPO-lasten zullen a.g.v. toenemend gebruik van de regeling naar verwachting in 2012 verder toenemen. In verband hiermee is het bijdragepercentage van de scholen verhoogd van 3 , 1 % naar 3,5%. Met deze afroming van de schoolbegrotingen wordt niet de gehele BAPO-last gedekt. H e t overige deel (ca. €70.000) wordt gedekt uit de bovenschoolse resei-ve. D e bovenschoolse begroting vertoont een negatief saldo. Dit is echter een bewuste keuze omdat: 1. middelen uit de reser-^^-e worden ingezet o m innovaties door te voeren; 2. de komende vier jaar, de jaarlijkse BAPO-kosten gedeeltelijk uit de reserves zullen worden gedekt; 3. er met een incidentele personele last rekening wordt gehouden.
1.4.
Toelichting op bestuursbegroting
Bijlage 4 geeft.de meerjarenbegroting van het bestuurskantoor weer. In het bestuurskantoor zijn de kosten opgenomen die als apparaatskosten van de stichting zijn aan te merken: loonkosten van bestuursmanager en bureaumedewerkers, kosten van administratie en accountant, contributies, marketing, representatie, verzekeringen en de materiele kosten van het bestuurskantoor. Het totaal van deze kosten is ca. 3,5% van de totale omzet. Het landelijk gemiddelde ligt op ca. 5%. Voor de periode 2012 tot en met 2014 ont^^^angt de stichting een bruidsschat van de gemeente Sliedrecht. De renteopbrengst wordt volledig toegerekend aan het bestuurskantoor en naar verwachting zal die opbrengst voor 2012 licht hoger zijn. Verder wordt een deel van de BPA-vergoeding toegerekend aan het bestuurskantoor. De resterende overschrijding (€ 17.000) in 2012 is met name terug te voeren op extra kosten wegens innovatie (PR/Marketing), waar^^oor een beroep op de resei'^^e wordt gedaan.
2.
Landelijke ontwikkelingen
H e t aandeel van de onderwijsbegroting in de totale Rijksbegroting gaat beduidend achteruit. H e t aandeel in 2011 is nog 1 8 , 1 % maar in 2015 slechts 16,7%. Dit betekent een forse vermindering van financiële middelen die beschikbaar zullen komen voor het primair onderwijs t o t 2016. Dit betekent concreet dat er voor 2012 € 9.619 miljoen beschikbaar zal komen en voor 2015 is er € 9.090 miljoen begroot. D a t betekent een afname van € 530 miljoen. D a t is meer dan de verwachte daling van het aantal leerlingen (-4,3%= 100.000 leerlingen).
Daarnaast zal het
gemeentefonds (voornamelijk van belang voor de huisvesting) in 2015 met € 773 miljoen verminderen ten opzichte van 2011. Al met al is de verwachting dat er voor het primair onderwijs minder geld beschikbaar zal zijn in de komende jaren. Deze ontwikkeHngen hebben ook gevolgen voor O P O P S . In onderstaande paragrafen wordt ingegaan op de belangrijkste ontwikkeHngen die van invloed zijn op deze begroting. 2,1, Externe ontwikkelingen Lumpsum V o o r de bepaling van de gemiddelde personeelslast (=GPL) is uitgegaan van de Staatscourant van 7 april 2011. Hierbij is de G P L per 1 januari 2011 m e t 0,58% opgehoogd ter compensatie van gestegen werkgeverslasten. Deze verhoging is in de begroting 2012 opgenomen. D e definitieve vaststelling van de G P L 2011/2012 wordt in november 2011 officieel bekend gemaakt maar is niet opgenomen in deze begroting. Andere mogelijke premiestijgingen per 1 januari 2012 zijn ook nog niet opgenomen omdat hierover nog geen informatie bekend is. D e prijsindexatie voor de materiële bekostiging is opgenomen in deze begroting (voor 2012 vastgesteld op 1,99%). D e premie voor de Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid (WGA) wordt m.i.v. 2012 een fractie lager t.o.v. het huidige begrotingsjaar. D e lumpsum zal hierop echter niet worden aangepast. H e t is onzeker hoe de extra loonkosten, die als gevolg van de invoering van het Actieplan Leerkracht (november 2007) zijn ontstaan, zullen worden opgenomen in de lumpsum voor de periode 2012-2016. In deze begroting is met die compensatie nog geen rekening gehouden. Tenslotte heeft het kabinet een bezuiniging op Passend Onderwijs aangekondigd van € 300 miljoen. Die bezuiniging zal ongetwijfeld effecten op de basisscholen hebben vanwege het verdwijnen van rugzakjes en het onder druk staan van de verwijzingen naar het Speciaal Onderwijs. H e t valt niet goed in te schatten welke effecten van invloed zullen zijn op O P O P S en derhalve is op dit punt aan de batenkant voorzichtig begroot.
Prestatiebox M.i.v. 2012 onü^angen besturen/scholen structureel geld via de zogenaamde prestatiebox (bijv. taal en rekenen, versterken cultuureducatie, toetsen excellentie, verbreding techniek). Via de prestatiebox krijgen scholen van hun bestuur middelen die bedoeld zijn o m in te zetten voor het realiseren van de doelstellingen van beleidsthema's van O C W in directe relatie met het school/bestuursbeleid. Deze middelen worden naast de lumpsum aan de besturen toegekend. Voor zover al bekend en toegepast zijn hieronder genoemde middelen opgenomen in deze begroting. Regeling versterking cultuureducatie D e huidige regeling versterking cultuureducatie (2008-2011) is verlengd tot het schooljaar 20112012. Vanaf 2012-2013 blijft het budget van de regeling vier jaar lang jaarlijks geoormerkt beschikbaar (€10,90 per leerling). Conciërgeregeling D e huidige conciërgeregeling blijft gehandhaafd tot 1 augustus 2012 en daarna wordt de regeling verlengd tot en met 1 augustus 2015. Landelijk wordt een bezuiniging van 17% van de subsidiëring doorgevoerd. Dit effect is als zodanig opgenomen in deze begroting. Met beide regelingen is als zodanig rekening gehouden in deze begroting.
Gemeenteliike vergoedingen Zowel de gemeente Papendrecht als Sliedreclit hebben een bezuiniging aangekondigd. In SKedrecht waren er plannen om de zogenaamde zorgmiddelen in de komende jaren af te bouwen. Volgens de laatste berichtgeving van de gemeenteambtenaar van de gemeente Sliedrecht bestaat hierover nog geen duidelijkheid en blijven de bedragen voor zover bekend beschikbaar. D e financiering van de Schakelklas wordt wel voortgezet. Papendrecht heeft de gemeentelijke vergoeding gestopt maar continueert de zorggelden. Voor (ver)nieuwbouw van scholen en groot planmatig onderhoud wordt jaarlijks een bedrag beschikbaar gesteld. Over de invulling van plannen en de financiële mogelijkheden op dit gebied wordt regelmatig overleg gepleegd met beide getneenten.
V e r v a n g i n g s f o n d s (VF) H e t ver^^angingsfonds heeft zijn premie voor vrijwillig verzekerd personeel per 1 augustus 2011 verhoogd naar 8,5%. Dit werkt echter nauwelijks door in onze begroting omdat het meeste personeel verplicht verzekerd is en die premie is 7,9%. D e rijks vergoeding voor verwanging is echter niet gekoppeld aan de premieontwikkeHng bij het VF. Per 1 augustus 2011 kan het zwangerschapsverlof niet langer bij het V F gedeclareerd kunnen worden. Maar de vergoeding van het UWV hoeft ook niet langer te worden afgedragen, zodat dit budgettair neutraal verloopt.
2.2.
Interne ontwikkelingen
Leerlingontwikkeling In tegenstelling tot de prognose (2059 11.) is het leerlingenaantal per 1-10-2011 hoger.(2094 11.) Er is sprake van een stijging met 35 leerlingen.(zie bijlage 5"Over2icht verwachte ontwikkeling leerlingaantallen") De prognoses vertonen de komende begrotingsjaren (2012-2016) een lichte daling van het aantal leerlingen in Papendrecht. Het aantal in SHedrecht laat het tegenovergestelde beeld zien. Vanaf 2016 is de verwachting dat de leerlingaantallen fors zullen dalen. De ramingen van de schooldirecteuren vertonen voor hun eigen school een stabiel beeld. GGL-ontwikkeling De Gewogen Gemiddelde Leeftijd van de leerkrachten is ten opzichte van het vorige jaar gestegen van 40,90 naar 41,70 en ligt boven het landehjk gemiddelde (41,25). De leeftijdsopbouw binnen OPOPS bHjft daarmee een punt van aandacht.
3.Beleidskeuzes Algemeen Het jaar 2012 staat voor een belangrijk deel in het teken van het ven^olg op de invoering van de wet 'goed ondei-wijs-goed bestuur' door de uitwerking van het managementstatuut. In 2012 vindt ook de besluit\^orming rondom het huisvestingsbeleid binnen de gemeenten Papendrecht en Sliedrecht plaats. O p grond daarvan zullen in de jaren daarna diverse activiteiten op huisvestingsgebied worden uitgevoerd. Onderwijs D e komende jaren zijn de volgende speerpunten geformuleerd. •
Opbrengstgericht werken
•
Visieontvvikkeling op zorgprofielen
•
Invoering referentiekader
Personeel O p het terrein van personeelsbeleid zijn de komende jaren de speerpunten professionalisering en kennisdeling. Landelijk is de tweede fase van de invoering van de functiemix (een onderdeel van het Actieplan Leerkracht) afgerond. H e t doel van de volgende fasen is dat in de komende jaren 4 0 % zwaardere functies op LB-niveau in de scholen worden geïntroduceerd. D e stichting heeft de tussendoelsteUing voor 2011niet behaald (doelstelling 19% LB peildatum 1 oktober 2011)
Met de kosten van de invoering is in deze begroting rekening gehouden maar
vooralsnog bestaat er onduidelijkheid over de consequenties hoe de bekostiging er op dit onderdeel er precies uit gaat zien. Vemiogenspositie Naar vei-wachting zal de algemene reserve op 31 december 2011 €3.216.796 bedragen, (zie bijlage 6.Ontwikkeling algemene reserwe en tekst bij onderdeel 4.kengetallen). In november 2009 is door de commissie D o n (ingesteld door de minister van Ondei-wijs) een advies uitgebracht over de vermogenspositie van scholen. O m d a t de stichting boven de signaleringsgrenzen van D o n ligt, is in 2011 een begin gemaakt met het aanspreken van de reseiwe middels de ontwikkeling van innovatieve activiteiten. Innovaties In 2011 zijn de eerste innovatieve projecten voorbereid. In 2012 zuUen deze activiteiten, die zullen bijdragen aan een structurele, kwalitatieve verbetering van het ondei-wijs, worden uitgevoerd. H e t totale bedrag van deze innovaties bedraagt voor 2012 €61.330 en in de jaren 2013-2016 €71.520.
Beleid inzake voorzieningen Conform regelgeving houdt de stichting twee voorzieningen in stand en wel voor gebouwenonderhoud (inpandig onderhoud en buitenschilderwerk) en voor personeel (spaan^erlof en ambtsjubilea). Treasury- en liquiditeitenbeleid De overheid heeft de richtlijnen inzaketi*easuiymet ingang van 2010 aangescherpt en het treasurystatuut is hierop aangepast. De stichting werkt binnen die regelgeving. Jaarlijks wordt er een liquiditeitsbegroting opgesteld, die een optimaal beheer van liquide middelen mogelijk maakt.
4.Kengetallen Algemeen Binnen het beoordelingskader van de commissie Don wordt de financiële positie van een ondei-wijsinstellling beoordeeld op basis van twee aspecten te weten het vermogens- en het budgetbeheer. Voor de beoordeling van het vermogensbeheer worden twee kengetallen gehanteerd namelijk, de kapitalisatiefactor en solvabiliteit. Bij de beoordeling van het budgetbeheer worden eveneens twee kengetallen gehanteerd: de current ratio (liquiditeit) en de rentabiliteit.Voor de stichting zijn deze kengetallen in de begroting opgenomen (zie bijlage 7. "kengetallen"). Criteria en kengetallen OPOPS Hieronder wordt een verkort overzicht gepresenteerd om een indruk te krijgen van de financiële (vei'wachte)positie van OPOPS. Omschrijving
Definitie
Criteria
Vermogensbeheer Kapitalisatiefactor: Solvabiliteit:
Balanstotaal-gebouwen / totale baten (%) Eigen vermogen (excl.voorz) / totaal passiva (%)
bovengrens 35% ondergrens 20%
Vlottende activa / kordopende schulden
ondergrens 0,5 bovengrens 1,5 ondergrens 0% bovengrens 5%
Jaarrekening
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
60,0%
59,0%
49,8%
59,5%
62,8%
62,6%
3,98
3,14
3,85
0,38%
-4,30%
-2,19%
Budgetbeheer Liquiditeit:
Rentabiliteit:
Exploitatieresultaat/totale baten (%)
De kapitalisatiefactor van OPOPS ligt boven de door de overheid gestelde bovengrens maar het beleid is erop gericht om de kapitalisatiefactor terug te brengen. De risico's die in het volgende hoofdstuk zijn geschetst zullen zeker een besHssende invloed op de hoogte van de factor hebben. De solvabiliteit is een maat om te beoordelen of de organisatie op langere termijn zijn verpKchtingen kan nakomen. De vermogenspositie van de stichting is hier ruim voldoende. De liquiditeit geeft een indicatie m.b.t.de mogelijkheid om op korte termijn de schulden te kunnen betalen. De liquiditeitspositie van de stichting is ruim voldoende. De rentabiliteit zou volgens de criteria moeten bewegen tussen de 0% en 5%. De vei-wachting is dat dit gegeven zich de komende jaren gemiddeld binnen deze grenzen zal bewegen.
5.Risico's en conclusies Deze begroting is tot stand gekomen na intensief overleg tussen schooldirecteuren, stafmedewerker bedrijfsvoering en bestuursmanager. In voorgaande tekst zijn een aantal risico's benoemd die hun uitwerking op de begroting hebben maar er zijn zeker ook risico's aanwezig die (nog) niet kwantificeerbaar zijn. Onderstaand vindt u een opsomming van de beschreven risico's waarbij een onderscheid is gemaakt naar externe en interne risico's. Met benoemde risico's is voor zover mogelijk rekening gehouden in deze begroting. Externe risico's l.Rijksbezuinigingen op het primair onderwijs (passend onderwijs, rugzakjes verdwijnen, 17% verlaging conciërgevergoeding in komende jaren); 2.Gemeentelijke bezuinigingen (zorggelden, schakelklassen); 3.Stijging van de ABP-premies (de stijging zit niet in de lumpsumvergoeding). Hiermee is in de begroting rekening gehouden; 4.Premie voor wachtgeld gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA). Hier loopt op dit moment een onderzoek om dit risico beheersbaar te maken; 5.Premiestijgingen van overige sociale verzekeringen per 1 januari 2012 zijn nog niet bekend. Hiermee hebben we in de begroting geen rekening gehouden; 6.De renteontwikkeling is zeer onzeker. Interne risico's l.Leerhngontwikkeling. In deze begroting is met name rekening gehouden met de ontwikkeling van leerlingaantallen (o.a. inschatting op basis van gerneenteKjke prognoses en inzichten van schooldirecties over langere periode). Andere risicofactoren, zoals de concurrentiepositie en de onzekere financiering van leerling-stromen zijn hierin niet bewust benoemd en meegenomen; 2.Onderwijskwaliteit. Permanente bewaking van de actualiteit van het onderwijs; 3.Personeel. Gemiddelde leeftijd/vergrijzing, ziekteverzuim, wachtgeldrisico; 4,Huisvesting. Ouderdom gebouwen, investeringen in huisvesting; 5.Inventaris. SamensteUing, ouderdom en (vervangings-)investeringen. Conclusie Concluderend kan worden gesteld dat het tekort over 2012 aanvaardbaar is, gezien de grote omvang van de reserves en de tijdelijkheid van de overschrijdingen. Mochten zich forse bezuinigingsmaatregelen van de overheid of anderszins ingrijpende situaties gaan voordoen dan zal de interne organisatie van aUe bedrijfsonderdelen tegen het licht gehouden moeten worden. Gerichte keuzes zullen dan noodzakelijk zijn.
Meerjarenbegroting 2012-2016
Loonkosten Materieel Afschrijvingen Lasten
2012 8.064.307 1.626:974 160.376 9.851.658
2013 7.882.479 1.552.461 197.330 9.632.270
2014 7.861.601 1.507.794
Rijksbaten Gemeente uitkeringen derden Baten
8.889.621 177.606 289.017 284.449 9.640.694
Biikge i
201.430 9.570.826
2015 7.838.764 1.495.794 207.830 9.542.388
2016 7.752.202 1.490.794 209.230 9.452.226
8.964.177 176.800 289.017 252.407 9.682.401
8.943.220 176.800 289.017 206.138 9.615.175
8.975.109 64.925 289.017 194.286 9.523.337
8.988.008 48.300 289.017 182.433 9.507.758
-210.964
50.131
44.350
-19.052
55.532
Sliedrecht Loonkosten Materieel Afschrijvingen Lasten
2.768.361 509.091 45.759 3.323.211
2.719.535 479.702 51.377 3.250.613
2.739.951 472.591 54.277 3.266.818
2.716.723 472.924 54.577 3.244.224
2.681.951 471.258 58.977 3.212.185
Rijksbaten Gemeente vMkeringen derden Baten
3.001.223 82.317 50.000 95.278 3.228.818
3.068.694 81.633 50.000 76.352 3.276.680
3.073.390 81.633 50.000 51.491 3.256.514
3.097,487 48.300 50.000 47.339 3.243.126
3.113.537 48.300 50.000 43.186 3.255.022
-94.393
26.067
-10.304
-1.099
42.837
Papendrecht Loonkosten Materieel Afschrijvhige7i Lasten
5.295.946 1.117.883 114.617 6.528.447
5.162.944 1.072.759 145.953 6.381.656
5.121.650 1.035.203 147.153 6.304.007
5.122.041 1,022.870 153.253 6.298.164
5.070.251 1.019.537 150.253 6.240.041
Rijksbaten Gemeente uitkeringen derden Baten
5.888.399 95.289 239.017 189.171 6.411.876
5.895.483 95.167 239.017 176.055 6.405.721
5.869.831 95.167 239.017 154.647 6.358.661
5.877.622 16.625 239.017 146.947 6.280.211
5,874.471 239.017 139.247 6.252.736
-116.571
24.064
54.654
-17.953
12.694
Saldo
Saldo
Saldo
1
Totaaloverzicht exploitatiebegrotingen per school IIRZ LASTEN Personeel Materieel Uitbesteed Afschrijvingen Totaal Lasten
De Wilgen 2012 1.486.518 183.400 12.975 25.600 1.708.493
2013 1.447.478 168.400 12.975 27.200 1.656.053
2014 1.441.384 168.400 12.975 29.100 1.651.859
2015 1.414.702 168.400 12.975 28.000 1.624.077
2016 1.415.801 168.400 12.975 30.100 1.627.276
1.613.846 12.547 4.337 41.861 0 29.553 1.702.145
1.602.185 11.208 4.331 41.300 0 24.768 1.683.792
1.565.183 11.208 4.176 41.300 0 19.048 1.640.915
1.578.740 8.848 4.253 41.300 0 16.536 1.649.677
1.588.023 5.597 4.357 41.300 14.024: 1.653.301
-6.348
27.739
-10.944
25.600
26.025
Henri Dunaat 2012 1.012.716 119.725 3.250 19.900 1.155.591
2013 1.007.731 119.725 3.250 23.800 1.154.506
2014 1.034.241 117.725 24.800 1.180.016
i015 1.034.241 117.725 3.250 26.200 1.181.416
2016 1.015.036 117.725 3.250 28.500 1.164.511
1.032.956 54.319 2.971 7.123 0 45.725 1.143.094
1.093.045 52.980 3.186 7.000 0 31.584 1.187.795
1.126.232 52.980 3.304 7.000 0 12.443 1.201.959
1.119.445 50.066 3.313 7.000 0 10.803 1.190.627
1.095.225 45.986 3.281 7.000 0 9.162 1.160.654
-12.497
33.289
21.943
9.211
-3.857
BATEN l^umpsmnvergoeding Niet-geoQwierkte rijkssubsidies Geooivnerkte rijkssubsidies Gemeentelijke subsidies Uitkeringen Baten van Derden Totaal Baten SALDO EXPLOITATIE
12CL LASTEN Personeel Materieel Uitbesteed Afschrijvingen Totaal Lasten
Bijlage 2
BATEN Uumpsumvergoeding Niet-geoonnerkte rijkssubsidies Geoonnerkte rijkssubsidies Gemeentelyke subsidies Uitkeringen Baten van Derden Totaal Baten SALDO EXPLOITATIE
J.ZDU
ol
Bijlade 2
13BY LASTEN Personeel Mateiieel Uitbesteed Afschrijvingen Totaal Lasten
De Knotwilg
BATEN M^umpstimmrgoeding Niet-geoonjurkte rijkssubsidies Geoonnerkte rijkssubsidies Gemeentelijke subsidies Uitkeringen Baten van Derden Totaal Baten SALDO EXPLOITATIE
13MP LASTEN Personeel Materieel Uitbesteed Afschrijvingen Totaal Lasten
1.372.354 204.475 27.588 30.000 1.634.417
1.344.270 199.308 27.588 38.400 1.609.566
1.331.688 193.475 27.588 39.400 1.592.151
1.331.688 193.475 27.588 39.200 1.591.951
1.331.688 193.475 27.588 40.900 1.593.651
1.497.549 26.547 4.596 8.000 35.470 57.036 1.629.199
1.482.267 25.208 4.524 8.000 35.470 47.548 1.603.017
1.521.054 24.625 4.645 8.000 35.470 35.393 1.629.188
1.527.846 21.658 4.709 4.667 35.470 32.572 1.626.923
1.506.376 18.648 4.709 0 35.470 29.751 1.594.954
-5.218
-6.549
37.037
34.972
1.30;
1.131.934 124.100 4.475 19.300 1.279.809
1.108.932 118,020 3.725 29.300 1.259.977
1.102.332 116.520 3.725 30.100 1.252.677
1.100.824 116.520 3.725 36.200 1.257.269
1.100.824 116.520 3.725 38.100 1.259.169
1.176.576 14.939 12.310 7.123 35.437 30.148 1.276.534
1.218.869 14.102 8.752 7.000 35.437 29.518 1.313.678
1.203.542 14.102 3.562 7.000 35.437 23.262 1.286.904
1.192.879 13.079 3.543 4.083 35.437 21.381 1.270.401
1.178.978 11.606 3.543 0 35.437| 19.501 1.249.064
.701
34.227
13.132
40.105
De Viermaster
BATEN : Uumpsu77!.vergoeding Niet-geoonnerkte rijkssubsidies Geoonnerkte rijkssubsidies Gemeentelijke subsidies Uitkeringen Baten van Derden Totaal Baten SALDO EXPLOITATIE
-3.275
30
Ill
ill
11
(ill
Bijlage 2
13 RI LASTEN
Anne Frank
[Personeel Materieel Llitbesteed Afschnjvingen
Totaal Lasten
858.783 135.750 2.725 17.800 1.015.058
854.751 148.750 2.725 21.500 1.027.726
856.815 130.750 2.725 21.500 1.011.790
845.176 117.750 2.725 22.100 987.751
826.720 117.750 2.725 19.600 966.795
954.304 20.720 2.415 4.000 35.499 21.758 1.038.696
955.086 18.138 2.400 4.000 35.499 21.758 1.036.881
936.442 14.037 2.364 4.000 35.499 21.758 1.014.100
920.496 11.107 2.333 2.333 35.499 21.758 993.526
905.713 7.006 2.333 0 35.499 21.758: 972.3081
23.638
9.155
2.310
5.775
5.513
1.394.621 233.350 5.938 47.000 1.680.909
1.326.340 216.000 5.938 56.000 1.604.278
1.302.164 214.000 5.938 55.400 1.577.502
1.308.792 214.000 5.938 55.000 1.583.730
1.308.792 214.000 5.938 50.900 1.579.630
1.578.874 34.174 4.902 9.500 32.611 40.229 1.700.290
1.523.844 34.057 4.716 9.500 32.611 37.231 1.641.959
1.486.361 33.894 4.589 9.500 32.611 34.233 1.601.188
1.475.845 33.894 4.589 5.542 32.611 31.236 1.583.716
1.454.942 33.894 4.589 0 32.611 28.238: 1.554.2731
19.381
i7.681
23.686
BATEN ]^umtsi!7??vcrooedino Niet-geoormerkte rijkssubsidies Geoo-nnerkte rijkssubsidies Ge?7teentelijke subsidies Uitkeringen Baten van Derden
Totaal Baten SALDO EXPLOITATIE
27RM LASTEN
t Kofschip
Personeel Materieel Uitbesteed Aischrijvingen
Totaal Lasten BATEN Uumpsumvergoeding Niet-geoonnerkte rjkssid?sidies Geoonnerkte rijkssubsidies Gemeentelijke subsidies Uitkeringen Baten van Derden
Totaal Baten SALDO EXPLOITATIE
-25.357
Meerjarenbegroting bovenschools
LASTEN Zwangers chap s verl o f Ziekteven^anging Ouders chap s verlo f Levensloop verlof Kosten BAPO Dotatie jubileum Malus \T/aanAaillende premie VF BGZ/ARBO Begeleiding personeel Brede School Diverse kosten Innovatie Extra foiTLiatie ivm groei scholen Europees aanbesteden Huur-en ko stenbij dr age Gebouwonderhoud dotatie Personeelsdag Representatie PR/Marketina
;
2014
2013
2012
Bijlage 3
2015-
2016
120.000
120.000
120.000
120.000
120.000
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
299.636 4.500
299.636 4.500
299.636 4.500
260.000 4.500
260.000 4.500
28.000 40.000 4.000
28.000 40.000 4.000
28.000 40.000 2.000
28.000 40.000 2.000
28.000 40.000 1.000
30.000 30.000 6.000 16.000 206.173 12.000 1.000
8.500 30.000 10.000 9.333 206.173 12.000 1.000
8.500 30.000 6.000
5.500 30.000 10.000
5.500 30.000 6.000
206.173 12.000 1.000
206.173 12.000 1.000
206.173 12.000 1.000
-
-
-
-
- 1
Loonkosten werkelijk
7.476.571
7.294.743
7.273.865
7.290.664
.204.102
Loonkosten normatief
7.256.926-
7.089.502-
7.068.624-
7.035.423-
6.998.861
^33.383
978.050
989.414
934.414
6.607.906 30.000 230.827 488.757 170.0006.516.754-
6.689.028 30.000 238.809 505.453 165.0006.558.012-
6.680.466 30.000 245.033 523.876 166.2006.548.453-
6.718.053 30.000 252.950 581.712 268.0006.584.250-
6.742.811 30.000 260.494 688.461 268.0006.608.563-
30.000 120.000
30.000 120.000
30.000 120.000
30.000 120.000
30.000 120.000
Totaal Baten
820.736
890.278
914.722
880.466
995.203
Saldo
211.218-
103.105-
63.329-
108.948-
60.789
80.000 30.000 43.000 65.000
70.000 8.500 36.000
60.000 8.500 21.500
50.000 8.500 7.000
Totaal Lasten
BATEN Loonsubsidie werkelijk Personele Groei subsidie Bijdrage BAPO Bijdrage gemeenschapp.begroting Bijdrage aan Bestuurskantoor Loonsubsidie normatief ^^F-vergoeding voor begeleiding personed U\XA^ zwangerschapsuitkering
;/// reserve
BAPO-^TÏjval Bestuurlijke innovatie Innovatie op scholen Incidentele personele last
5.500 7.000
Meerj; • rrnbegroting bestuurskantoor
2015
2014
2013
Bijlage 4
Personeel Loonkosten Inhuur Extern personeel(BvdV, juridisch)
136.600
136.600
136.600
136.600
136.600
12.000
12.000
12.000
12.000
12.000
500 2.500
500
500
500
500
2.500
2.500
2-500
2.500
Materieel kantine e.d. scholing dienstreizen Pluur-r energie Schoonmaak Heffingen Beveiliging
j
AK telefoon/fax Dixikwerk porti kantoorbehoeften (incl.papier, tone:' deskundigenadvies B estuursA^'ergoeding \^ergaderkosten ICT (kmc, websitbeheer software) Besaiursaccountant ab onnementen / valdit era tuur Contributies Representatie GMR PR/Marketing "\''er2ekeringen Studiedagen/conferenties bestuur
300
300
300
300
300
15.000 1.500 1.200 1.200 107.000 2.100 1.200
15.000 1.500 1.200 1.200 107.000 2.100 1.200
15.000 1.500 1.200 1.200 107.000 2.100 1.200
15.000 1.500 1.200 1.200 107.000
15.000 1.500 1.200 1.200 107.000 2.100 1.200
2.100 1.200
800
800
800
800
800
1.000 4.000 7.750
1.000 2.000 7.750
1.000 2.000 7.750
1.000 2.000 7.750
1.000 2.000 7.750
500
500
500
500
500
4.500 1.000
4.500 1.000
4.500 1.000
4.500 1.000
4.500 1.(00
500
500
500
500
11.000 4.500
11.000 4.500
11.000 4.500
11.000 4.500
500 11.000 4.500 {
500
500
500
500
500
19.000 7.500 1.000 196.050
2.000 7.500 l.COO 177.050
2.000 7.500 1.000 177.050
2.000 7.500 1.000 177.050
2.000 7.500 1.000 177.050
430 346
776
430 700 1.130
430 700 1.130
430 700 1.130
430 700 1.130
Totaal Lasten
345.426
326.780
326.780
326.780 1
326.780
Baten Bijdrage uit generieke korting Bruidsschat Sliedrecht Renteopbrengsten
170.000 100.000 60.000
165.000 100.000 60.000
166.200 100.000 60.000
268.000
268.000
60.000
60.000
Totaal Baten
330.000
325.000
326.200
328.000 1
Afschrijvingen Meubilair Apparatuur
15.426-
Saldo mt reserve
innovatie/PR
17.000
1.780-
1.220
328.000 1.220
Overzicht verw^achte ontwikkelino- leerlino-aantallen
Brinnr. Schoolnaam URZ De Wilgen 12CL Henri Dunant 13BY De Knotx^dlg 13MP De Viermaster 13RI Anne Frank 27RM 't Kofschip Totaal OPOPS
1-10-2010 390 263 430 305 222 456 2066
1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013 386 409 381 306 286 301 432 410 422 327 328 325 214 221 219 421 421 441 2072 2084 2094
Bijlage 5
1-10-2014 396 301 432 325 214 421 2089
1-10-2015 405 301 432 325 214 421 2098
ill
Ontvvdkkeling a l g e m e n e reserve
Bijlao-e 6
Samenvatting exploit at iesaldi
De Wilgen iHeiui Dunant De Knotwilg De Viermaster Anne Frank 't Kofsc liip Bestuursbureau Bovenschools Totaal
2012 6.34812.4975.2183.27523.638 19.381 15.426211.218210.964-
2013 27.739 33.289 6.54953.701 9.155 37.681 1.780103.10550.131
2014 10.94421.943 37.037 34.227 2.310 23.686 58063.32944.350
2015 25.600 9.211 34.972 13.132 5.775 141.220 108.94819.052-
2016 26.025 3.8571.303 10.1055.513 25.3571.220 60.789 55.532
gemiddelde exploitatiesaldo per jr 12.414 9.618 12.309 17.536 9.278 11.075: -3.069: -85.1621 -16.001
Ontwikkeling alge7ne?ie reserve
tDe Wilgen Henri Dunant De I<j.iot\x'ilg De Viermaster Anne Frank 'tKofechip Bestuursbureau Bovenschools Totaal
ctanu ladeve exploitatieover > jaar 62.072 48.088 61.544 87.681 46.392 55.377 -15.346 -425.811 -80.003
Ontwikkelvig alge7?ie7ie; ■eserve 1-1-2011 expires. 1-1-2012 31-12-2016 2011 reserves reserves reserves 4.754 237.062 232.308 299.133 -14.673 169.428 154.755 202.843 -16.284 398.413 382.129 443.673 529.519 -43.524 485.995 573.675 674.331 -62.655 611.676 658.068| 257.982 -28.223 229.759 285.1361 8.446 -42.877 -34.431 -49.777 1.348.905 -199.053 1.149.852 724.041 3.619.332 -402.536 3.216.796 3.136.793
Kengetallen
Bijlage 7
Totaal 2013
2012
2014
2015
2016
Eigen Vermogen begin resultaat Eigen Verjuogen ultimo
3.216.796 -210.964 3.005.832
3.005.832 50.131 3.055.963
3.055.963 44.350 3.100.313
3.100.313 -19.052 3.081.261
3.136.793
voorziening geboiiwon derhond dotatie onttrekking stand voorziening ultimo
1.078.854 206.173 -598.480 686.547
686.547 206.173 -176.130 716.590
"16.590 206.173 -291.976 630.787
630.787 206.173 -246.489 590.472
590.4'"2 206.173 -143.463 653.182
voorziening jubilea dotatie onttrekking sta?id voorziening ultitJio
117.000 4.500 -4.500 117.000
117.000 4.500 -4.500 117.000
117.000 4.500 -4.500 117.000
117.000 4.500 -4.500 117.000
117.000 4.500 -4.500 117.000
liquiditeit begin resultaat afschrijvingen investeringen saldo dotaties/onttrekkingen liquiditeit idtimo
4.100.000 -210.964 160.376 -320.320 -392.307 3.336.785
3.336.785 50.131 197.330 -223.150 30.043 3.391.139
3.391.139 44.350 201.430 -262.200 -85.803 3.288.916
3.288.916 -19.052 207.830 -214.300 -40.316 3.223.079
3.223.079 55.532 209.230 -226.500 62.710 3.324.051
1% 50%
0%
0%
50"/n
63%
63%
64%
64%
64%
2.066
>.094
2.072
2.084
2.089
4.798.559 9.640.694 3.005.832 -210.964
4.878.733 9.682.401 3.055.963 50.131
4.837.280 9.615.175 3.100.313 44.350
-4.777.913 9.523.337 3.081.261 -19.052
4.896.155 9.507.758 3.136.793 55.532
826.460 320.320 -160.376 986.404 475.370 4.100.000 -763.215 4.798.559
986.404 223.150 -197.330 1.012.224 475.370 3.336.785 54.354 4.878.733
1.012.224 262.200 -201.430 1.072.994 475.370 3.391.139 -102.223 4.837.280
1.072.994 214.300 -207.830 1.079.464 475.370 3.288.916 -65.838 4.777.913
1.079.464 226.500 -209.230 1.096.734 475.370 3.223.079 100.972 4.896.155
3,85 3.812.155 989.180
3,91 3.866.509 989.180
3,81 3.764.286 989.180
3,74 3.698.449 989.180
3,84 3.799.421 989.180
rentabiliteit(ER/TB) kapitalisatiefactör
voorziening
--- /o
(BT/TB)
weersta7idsverinogen(EV/TB)
'')
solvahiliteit(EV/BT) leerli'ngenaantallen
3.081.261
(1 okt T-1)
Verklaring afkoningeii BT = Balanstotaal TB = Totaal Baten EV = Eigen A-^erniogen ER = ExploitatieResultaat ^J vóór afronding bespreking met gemeente Sliedrecht Activazijde balans ^^aste activa Investeringen Afschrijvingen Vaste aciva ultimo Debiteuren Liquiditeit mutaties liquiditeit Balanstotaal
idtimo
Liquiditeit (vlottende aktiva/kortlopende schulden) vlottende aktiva kortlopende schulden
Kengetallen
Bijlage /
Papendrecht 2013
2Q12 ., Eigen Vermogen begin • resultaat ■ Eigen Vermogen, ultimo \ voorzienijig gebonwonderhoud dotatie onttrekkmg stand voorzieni7ig tdtimo voorzieriing jtdnlea dotatie ' onttrekking stand voorziening idtimo 1 I liquiditeit begin residtaat „3 afsc hrijvingeji I investeringen ' saldo dotaties/onttrekkingeji voorziening liqidditeit idtimo 'i
rentabiliteit(ER/TB)
2014
201>
2016
2.453.173 -116.571 2.336.602
2.336.602 24.064 2.360.667
2.360.667 54.654 2.415.321
2.415.321 -17.953 2.397.368
2.397.368 12.694 2.410.062
740.028 137.449 -502.845 374.632
3^4.632 137.449 -105.373 406.708
406.708 137.449 -192.982 351.174
351.174 137.449 -216.018 272.605
272.605 137.449 -81.245 328.809
93.000 3.000 -3.000 93.000
93.000 3.000 -3.000 93.000
93.000 3.000 -3.000 93.000
93.000 3.000 -3.000 93.000
93.000 3.000 -3.000 93.000
3.400.000 -116.571 114.876 -249.120 -365.396 2.783.789
2.783.789 24.064 146.330 -120.550 32.076 2.865.709
2.865.709 54.654 147.530 -195.200 -55.533 2.817.160
2.817.160 -17.953 153.630 -121,300 -78.569 2.752.968
2.752.968 12.694 150.630 -179.500 56.204 2.792.996
-2% 60%
0% 61%
1% 61%
0% 60^4
0% 62%
36%
37%
38"^
38%
39^/0
61%
61%
62"^
63%
62%
1.413
1.399
1.390
1.392
1.392
3.834.946 6.411.876 2.336.602 -116.571
3.891.086 6.405.721 2.360.667 24.064
3.890.207 6.358.661 2.415.321 54.654
3.793.685 6.280.211 2.397.368 -17.953
3.862.583 6.252.736 2.410.062 12.694
600.000 249.120 -114.876 734.244 316.913 3.400.000 -616.211 3.834.946
734.244 120.550 -146.330 708.464 316.913 2.783.789 81.920 3.891.086
708.464 195.200 -147.530 756.134 316.913 2.865.709 -48.549 3.890.207
756.134 121.300 -153.630 723.804 316.913 2.817.160 -64.192 3.793.685
723.804 179.500 -150.630 752.674 316.913 2.752.968 40.028 3.862.583
kapttaUsatiejactor (BT/TB) e^eei'standsvermogen(EV/TB) '-'') so Jvahiliteit(EV/B T) leerlingenaantallen (1 okt T-l) Verklaring afkoningen * B T = Balanstotaal T B = Totaal Baten E^'' — Eigen ^ ^ ermogen E R = ExploitatieResultaat ^) vóór afronding bespreking ???et ge?jieente Siiedredjt
Activazijde balans idtimo ' \^ aste activa Investeringen \fschrij vingen . ^ ^ aste aciva ultimo I _ ,. f Debiteuren ' Liquiditeit mutaties liquiditeit J Balanstotaal Liquiditeit (vlottende aktiva/kortlopend e schulden 1 vlottende aktiva I kortlopende schulden
Kengetallen
Bijlage 7
Sliedrecht 2012
2013
2014
2015
2016
Eigen Vermogen begin resultaat Eige7i Vermogen ultimo
763.623 -94.393 669.230
669.230 26.067 695.296
695.296 -10.304 684.992
684.992 -1.099 683.894
683.894 42.837 726.731
voorziening gebonwonderhond dotatie onttrekking stand voorziening idtiino
338.826 68.724 -95.635 311.915
311.915 68.724 -70.757 309.883
309.883 68.724 -98.994 279.613
279.613 68.724 -30.471 317.867
317.867 68.724 -62.218 324.373
24.000 1.500 -1.500 24.000
24.000 1.500 -1.500 24.000
24.000 1.500 -1.500 24.000
24.000 IbOO -1.500 24.000
700.000 -94.393 45.500 -71.200 -26.911 552.996
552.996 26.067 51.000 -102.600 -2.033 525.430
525.430 -10.304 53.900 -67.000 -30.270 471.757
471.757 -1.099 54.200 -93.000 38.253 470.111
470.111 42.837 58.600 -47.000 6.506 531.055
-3%
1% 30%)
0%
30"-'P
OC)n,4
0% 30%
^00,4
weerstandsver7nogen(EV/TB) '')
21%
21%
21%)
21%
22%)
solvalnliteit(EV/BT)
69%
70%
72%
69%
70%
leerlingenaantallen (1 okt T-1)
653
695
682
692
697
963.613 3.228.818 669.230 -94.393
987.647 3.276.680 695.296 26.067
947.074 3.256bl4 684.992 -10.304
984.228 3.243.126 683.894 -1.099
1.033b72 3.255.022 726.731 42.837
Afschrijvingen
226.460 71.200 -45.500
252.160 102.600 -51.000
303.760 67.000 -53.900
316.860 93.000 -54.200
355.660 47.000 -58.600
A^aste aciva ultimo
252.160
303.760
316.860
355.660
344.060
Debiteuren
158.457
158.457
158.457
158.457
158.457
Liquiditeit
700.000
552.996
525.430
471.757
470.111
-147.004
-27.566 987.647
-53.674 947.074
-1.645
60.944
984.228
1.033.572
voorziening jubilea dotatie onttrekking stand voorziening idtimo liqidditeit begin residtaat afschrijvingen investeringe?! saldo dotaties/onttrekkingen voorziening liqidditeit ultimo r€7itabiliteit(ER/TB)
24.000 1.500 -1.500 24.000.
1%
Verklaring afkortingen B T = Balanstotaal T B = Totaal Baten E^^ _ gjggj^ "\^ermogen E R - ExploitatieResultaat ^j vóór afronding bespreking ?mtgejiuente Sliedrecht
Activazijde balans tdthno Vaste activa Investeringen
mutaties liquiditeit Balanstotaal Liquiditeit (vlottende aktiva/kortlopende schulden vlottende aktiva kortlopende schulden
963.613
Gewijzigd Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht, 28 februari 2012
Onderwerp: Vaststellen van bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C. Voorgesteld besluit: 1. bij de vaststelling van het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; 2. de ingediende zienswijzen 1 tot en met 22 op het ontwerp bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C ontvankelijk te verklaren; 3. zich te verenigen met de beoordeling van het college van burgemeester en wethouders van de ingediende zienswijzen zoals opgenomen in het ‘Zienswijzenverslag bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C’ d.d. februari 2012; 4. in overeenstemming met het genoemde zienswijzenverslag: - de zienswijzen 1 t/m 13, 15, 20 en 21 gedeeltelijk gegrond te verklaren - de zienswijzen 14, 16 t/m 19 en 22 ongegrond te verklaren 5. het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp15OUWdeelBC3001, met de bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen in overeenstemming met de bij het raadsbesluit behorende en als zodanig gewaarmerkte overzicht van de wijzigingen. Overwegingen en alternatieven: 1. Inhoud bestemmingsplan Tablis Wonen heeft naar aanleiding van een uitgebreide inventarisatie van de 224 sociale huurwoningen in Oude Uitbreiding West geconcludeerd dat de bestaande woningen vervangen dienen te worden door nieuwbouw. De gemeenteraad van Sliedrecht heeft besloten haar medewerking te verlenen aan de voorgenomen plannen van Tablis Wonen. Randvoorwaarden hiervoor staan in de in mei 2008 door de gemeenteraad vastgestelde Startnotitie Oude Uitbreiding West. Verdere uitwerking hiervan heeft plaatsgevonden in de Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht en de Richtlijnen voor Beeldkwaliteit OUW Sliedrecht (beide in maart 2009 door de gemeenteraad vastgesteld). De ontwikkeling gaat uit van de sloop van 214 woningen en de bouw van 251 nieuwbouwwoningen en 128 gebouwde parkeerplaatsen. In eerste instantie is een bestemmingsplan in procedure gebracht voor het totale plangebied van Oude Uitbreiding West. Tegen dit bestemmingsplan zijn zienswijzen ingediend door de bedrijven die zijn gevestigd op het industrieterrein Molendijk-Industrieweg. Oude Uitbreiding West ligt namelijk deels in de geluidszone van dit industrieterrein. Naar aanleiding van deze zienswijzen is besloten om eerst voor deelgebied A van Oude Uitbreiding West een bestemmingsplan vast te stellen. Dit deelgebied ligt geheel buiten de geluidszone van het industrieterrein Molendijk-Industrieweg. Het bestemmingsplan voor dit gebied is op 4 oktober 2010 door de raad vastgesteld. Inmiddels nadert de bouw van de woningen in dit deelgebied zijn voltooiing.
-2Deelgebied B + C vallen (deels) binnen de geluidszone van het industrieterrein. Het voorliggende bestemmingsplan heeft alleen betrekking op deelgebied B + C. In deze deelgebieden worden 152 nieuwbouwwoningen en 66 gebouwde parkeerplaatsen gerealiseerd. De voorgestelde ontwikkeling past niet in het vigerende bestemmingsplan. Met het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C wordt de voorgestelde ontwikkeling in juridisch-planologisch opzicht mogelijk gemaakt. 2. Plangebied Het plangebied van het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C wordt begrensd door: - de Prins Hendrikstraat aan de noordzijde; - de Havenstraat aan de zuidzijde; - de Zuiderstraat aan de oostzijde; - de A.W. de Landgraafstraat aan de westzijde. 3. Besluit hogere grenswaarden Oranjewoud heeft in opdracht van VORM Ontwikkeling B.V. een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de ontwikkelingen in de Oude Uitbreiding West deelgebied B en C. Het doel van dit onderzoek is het inzichtelijk maken van de geluidbelasting vanwege wegverkeerslawaai op de gevels van de nieuw te realiseren woningen en vanwege industrielawaai op de gevels van de nieuw te realiseren woningen die binnen de zone van het industrieterrein Molendijk - Industrieweg liggen. Wat betreft wegverkeerslawaai wordt geconcludeerd dat de woningen binnen deelgebied B + C niet zijn gelegen binnen geluidzones van wettelijk gezoneerde wegen (50 km/h wegen). Voor niet gezoneerde wegen (30 km/h wegen) kan toetsing aan de normen van de Wet geluidhinder formeel niet plaatsvinden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient echter wel een afweging te worden gemaakt ten aanzien van de geluidhinder die afkomstig is van deze 30 km/h wegen. De geluidbelasting als gevolg van het verkeer op de A.W. de Landgraafstraat bedraagt maximaal 59 dB, exclusief aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder. De geluidbelasting vanaf de Havenstraat, Julianastraat, Middenstraat, Prins Hendrikstraat en Zuiderstraat varieert van 49 dB tot 56 dB, exclusief aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder. Op basis van deze uitkomsten kan worden gesteld dat de berekende geluidsbelasting uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar is en dat het nemen van maatregelen niet noodzakelijk is. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Ten aanzien van industrielawaai liggen de zaken gecompliceerder. De besluitvorming rond het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West heeft vertraging opgelopen door de relatie die aanwezig is tussen de gewenste ontwikkeling in Oude Uitbreiding West en het industrielawaai afkomstig van de bedrijven aan de overkant van de haven. Om de voorgestelde ontwikkeling in Oude Uitbreiding West mogelijk te maken, dient voor 87 woningen een hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder te worden vastgesteld. Hoewel het nemen van dit besluit een bevoegdheid is van ons college, brengen wij u hierna op de hoogte van de afwegingen die zijn gemaakt en het overleg dat heeft plaatsgevonden met de bedrijven om te komen tot de vaststelling van dit besluit. In het plangebied worden geluidsgevoelige objecten (woningen) gerealiseerd. Circa de helft van de nieuwe woningen ligt binnen de geluidszone van het industrieterrein Molendijk-Industrieweg. Ingenieursbureau Oranjewoud heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar het industrielawaai afkomstig van de bedrijven op dit industrieterrein. Uit dit onderzoek blijkt dat op de eerstelijnsbebouwing (ten opzichte van het industrieterrein, dus aan de Havenstraat en de A.W. de Landgraafstraat) sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) van de Wet geluidhinder. De ten hoogst toelaatbare grenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt niet overschreden. De maximaal berekende geluidbelasting bedraagt 55,4 dB(A). Afgerond is dit precies de ten hoogst toelaatbare grenswaarde van 55 dB(A).
-3In eerste instantie is bij het ontwerp bestemmingsplan voor het totale plangebied (in februari 2010) een ontwerp besluit hogere grenswaarden ter inzage gelegd, waarbij aan een aantal nieuwe woningen de maximaal toelaatbare hogere grenswaarde van 55 dB(A) werd toegekend (zoals berekend). Dit leidde echter tot een reactie van de bedrijven die stellen dat met het toekennen van deze grenswaarde van 55 dB(A) – feitelijk dus 55,4 dB(A) – het industrieterrein nagenoeg ‘op slot’ zou komen te zitten. Dit zou ook daadwerkelijk het geval zijn, maar formeel-juridisch kan en mag de gemeente met het toekennen van een grenswaarde van 55 dB(A) de nieuwe woningen vergunnen. Naar aanleiding van diverse overleggen met de bedrijven is besloten om zowel het belang van de nieuwe woningbouw als het belang van de bedrijven in de besluitvorming mee te nemen. Daarom is gezocht naar een manier om voor een aantal bedrijven, direct gelegen tegenover het plangebied, toch wat extra geluidruimte te creëren, het bouwplan voor Oude Uitbreiding West niet te frustreren en tegelijk een goed woon- een leefklimaat, zowel binnen als buiten de woningen, te houden. De handreiking richting de bedrijven is gevonden in het volgende. De Wet geluidhinder biedt bij vervangende nieuwbouw de mogelijkheid tot het vaststellen van een hogere geluidbelasting op de woningen tot maximaal 60 dB(A). Gemotiveerd kan worden dat in dit geval sprake is van vervangende nieuwbouw in de zin van de Wet geluidhinder. Uit onderzoek is gebleken dat het mogelijk is om een marge te hanteren van 2 dB(A). Dit betekent dat de vast te stellen hogere grenswaardes voor de nieuwe woningen 2 dB(A) hoger zijn dan de berekende waardes. Een woning die was berekend op 51 dB(A) krijgt hierdoor bijvoorbeeld een hogere grenswaarde van 53 dB(A). De woningen op de cruciale punten met een berekende waarde van 55 dB(A) – voornamelijk de bovenste woningen in de appartementen aan de Havenstraat – krijgen een waarde van 57 dB(A). Ook met het toekennen van een hoogste grenswaarde van 57 dB(A) is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Door het toekennen van meer marge, bijvoorbeeld 5 dB(A) marge om te komen tot 60 dB(A), zou het woon- en leefklimaat negatief worden beïnvloed. Er is dan geen sprake meer van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Daarnaast is het toekennen van meer marge op de woningen dan 2 dB(A) ook niet zinvol. Een grotere marge kan niet worden benut door de milieugrenzen (geluidzonering) elders in dit gebied. Met de gekozen oplossingsrichting wordt voorkomen dat het industrieterrein Molendijk-Industrieweg op slot wordt gezet door een geringe toename van de geluidbelasting vanaf de bedrijven door kleine wijzingen in de overdracht van het geluid, zoals reflecties ten gevolge van nieuwbouw bij bedrijven of het wegvallen van afscherming door sloop van bedrijfsgebouwen (waardoor de vastgestelde hogere waarden worden overschreden). Ondanks het aanhouden van de 2 dB(A) marge bij het toekennen van hogere grenswaarden hebben de bedrijven een zienswijze ingediend tegen het ontwerp bestemmingsplan en het ontwerp besluit hogere grenswaarden. De bedrijven geven aan dat zij het toekennen van de 2 dB(A) marge waarderen, maar dat zij bezwaar blijven houden tegen het feit dat er sprake is van een toename van het aantal geluidgehinderden, bewoners die binnen de geluidszone van het industrieterrein komen te wonen. De vrees van de bedrijven is dat deze bewoners gaan klagen over geluidsoverlast van de bedrijven. Naar aanleiding hiervan heeft overleg plaatsgevonden met ontwikkelaar VORM en Tablis Wonen. Om de vrees van de bedrijven weg te nemen is besloten is dat VORM en Tablis zorg zullen dragen voor expliciete voorlichting aan nieuwe bewoners over de aard van de locatie, onder meer in folders en andere publicaties. Tevens zullen de balkons aan de zijde van de Havenstraat worden voorzien van constructies (lamellen) die het mogelijk maken de balkons af te sluiten en zodoende geluid van de balkons te weren. Deze maatregelen zullen worden gecommuniceerd richting de bedrijven en in de beantwoording van de zienswijzen zal hier aandacht aan worden geschonken.
-44. Ter inzage In overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerp bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C na publicatie in Het Kompas en de Staatscourant samen met het ontwerp besluit hogere grenswaarden vanaf 28 oktober 2011 zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn bestond de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. 5. Zienswijzen bestemmingsplan Tegen het ontwerp bestemmingsplan zijn 22 zienswijzen ingediend door: 1. Electronic Power Control BV 2. T. Hoogendijk Beheer BV 3. Pool Trading BV 4. Machine- en Lierenfabriek C. Kraaijeveld BV 5. Hofman Sliedrecht Beheer BV 6. Spie Hofman 7. Visscher Scheepsreparatie BV 8. Van den Herik Sliedrecht 9. Scheepswerf L.J. Boer Sliedrecht BV 10. L.J. Boer Vastgoed 11. Kamer van Koophandel en Vereniging Sliedrechtse Ondernemers 12. Van Noordenne 13. IHC Sliedrecht BV 14. Misa Advies namens Van Vliet c.s. Transport Sliedrecht BV 15. Van Beest BV 16. C.R. Snel BV 17. Rob Snel BV 18. Verhoef Elektrotechniek 19. Bouwbedrijf Visser 20. Vereniging van Eigenaren Oude Uitbreiding West 21. Reclamant 1, Zuiderstraat 1 22. Reclamant 2, Middenstraat 15. Een deel van de bovengenoemde zienswijzen is reeds ingediend tijdens de terinzagelegging van het bestemmingsplan in 2010, toen er nog sprake was van een bestemmingsplan voor deel A, B en C. Aan de bedrijven is toegezegd dat de zienswijzen die destijds zijn ingediend mee zullen worden genomen bij de besluitvorming over deel B + C, dat in 2011 ter inzage is gelegd. Een aantal bedrijven heeft wel in 2010 een zienswijze ingediend tegen het totale plan, maar heeft dat niet opnieuw gedaan tegen het bestemmingsplan voor deel B + C. Er dient over die zienswijzen echter nog wel een besluit te worden genomen. Naast zienswijzen tegen het bestemmingsplan zijn ook zienswijzen ingekomen die zich inhoudelijk alleen richten tegen het hogere waardenbesluit dat samenhangt met het bestemmingsplan. Omdat in deze zienswijzen alleen punten met betrekking tot het hogere waardenbesluit worden genoemd, komen zij bij de vaststelling van het bestemmingsplan niet aan de orde. Ons college heeft over deze zienswijzen een besluit genomen. Voor een weergave van de zienswijzen en de beantwoording daarvan wordt verwezen naar het bijgevoegde zienswijzenverslag. De inhoud daarvan wordt geacht hier volledig te zijn opgenomen en herhaald. Uw raad wordt gevraagd in te stemmen met de overwegingen en conclusies zoals opgenomen in dit verslag. 6. Wijzigingen bestemmingsplan In het vast te stellen bestemmingsplan is ten aanzien van het ontwerp bestemmingsplan een klein aantal wijzigingen aangebracht. Voor een overzicht van deze wijzigingen wordt verwezen naar het bijgevoegde overzicht en de toelichting daarop.
-5Het betreft voornamelijk juridisch-technische aanpassingen. De uitgangspunten van het bestemmingsplan blijven ongewijzigd ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. 8. Geen exploitatieplan Volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro, artikel 6.12) stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Op basis van artikel 6.2.1 lid b (de bouw van een of meer andere (dan woningen) hoofdgebouwen) van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is dat hier het geval. Artikel 6.12 van de Wro bepaalt echter dat van het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afgezien indien het verhaal van de kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden ‘anderszins verzekerd’ is. Dit is het geval indien tussen de gemeente en betrokken partijen een anterieure overeenkomst is opgesteld. Ten behoeve van het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Deze overeenkomst dient tevens als anterieure overeenkomst in het kader van de Wro. Bij de financiële bepalingen (artikel 10) is een duidelijke afspraak gemaakt over de verdeling van de kosten. De verdeling biedt voldoende aanknopingspunten om te stellen dat de kosten anderszins verzekerd zijn. Daarom wordt uw raad (evenals bij de vaststelling van het bestemmingsplan voor deelgebied A in oktober 2010) voorgesteld in te stemmen met deze overeenkomst en geen exploitatieplan op te stellen. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders De kosten en de opbrengen van de ontwikkeling Oude Uitbreiding West worden geregeld in de hierboven genoemde samenwerkingsovereenkomst.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders - Op de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan is artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. - Het besluit om geen exploitatieplan vast te stellen vindt zijn grondslag in artikel 6.12 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Na vaststelling van het bestemmingsplan zal het bestemmingsplan samen met het besluit hogere grenswaarden ter inzage worden gelegd. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan is beroep mogelijk bij de Raad van State. Ingevolge artikel 3.8 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening treedt het bestemmingsplan in werking met ingang van de dag waarop de beroepstermijn afloopt.
Externe communicatie: Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan en het besluit tot het vaststellen van hogere grenswaarden wordt gepubliceerd in Het Kompas en (wat betreft het bestemmingsplan) in de Staatscourant. De indieners van een zienswijze zijn en worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de voortgang van de procedure.
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
Gewijzigd Concept Raadsbesluit De raad van de gemeente Sliedrecht; overwegende dat het ontwerp bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C met ingang van 28 oktober 2011 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen; overwegende dat van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen gebruik is gemaakt door: 1. Electronic Power Control BV 2. T. Hoogendijk Beheer BV 3. Pool Trading BV 4. Machine- en Lierenfabriek C. Kraaijeveld BV 5. Hofman Sliedrecht Beheer BV 6. Spie Hofman 7. Visscher Scheepsreparatie BV 8. Van den Herik Sliedrecht 9. Scheepswerf L.J. Boer Sliedrecht BV 10. L.J. Boer Vastgoed 11. Kamer van Koophandel en Vereniging Sliedrechtse Ondernemers 12. Van Noordenne 13. IHC Sliedrecht BV 14. Misa Advies namens Van Vliet c.s. Transport Sliedrecht BV 15. Van Beest BV 16. C.R. Snel BV 17. Rob Snel BV 18. Verhoef Elektrotechniek 19. Bouwbedrijf Visser 20. Vereniging van Eigenaren Oude Uitbreiding West 21. Reclamant 1, Zuiderstraat 1 22. Reclamant 2, Middenstraat 15. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 februari 2011; gezien het ‘Zienswijzenverslag bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C d.d. februari 2012; gelet op het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening;
besluit:
1. bij de vaststelling van het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; 2. de ingediende zienswijzen 1 tot en met 22 op het ontwerp bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C ontvankelijk te verklaren; 3. zich te verenigen met de beoordeling van het college van burgemeester en wethouders van de ingediende zienswijzen zoals opgenomen in het ‘Zienswijzenverslag bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C’ d.d. februari 2012;
4. in overeenstemming met het genoemde zienswijzenverslag: - de zienswijzen 1 t/m 13, 15, 20 en 21 gedeeltelijk gegrond te verklaren - de zienswijzen 14, 16 t/m 19 en 22 ongegrond te verklaren 5. het bestemmingsplan Oude Uitbreiding West deel B + C, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp15OUWdeelBC3001, met de bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen in overeenstemming met de bij het raadsbesluit behorende en als zodanig gewaarmerkte overzicht van de wijzigingen. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 27 maart 2012. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort
Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht
Datum 14 maart 2012
Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze ex art. 160, lid 2 van de Gemeentewet kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. bijlage
Bijlagen 2
Ons kenmerk Zaaknr.
B&W besluit 31 januari 2012
Portefeuillehouder J.P. Tanis
Fatale termijn nee Zorg en Welzijn Onderwerp
Verstrekking eenmalige bijdrage Griendencollege
Wat wordt gevraagd
1. Een eenmalige bijdrage aan het Griendencollege te verstrekken van € 187.000; 2. Hieraan de volgende voorwaarden te verbinden. a. De bijdrage is eenmalig en slechts bedoeld als overbrugging naar “meer schaal voor het VMBO in de regio”; b. Het Griendencollege verplicht zich te streven naar meer samenwerking/fusie; e.e.a. dient medio 2012 te resulteren in een rapportage over de uitkomsten; c. Inzet moet zijn dat de onderwijsvoorziening in Sliedrecht voor tenminste “techniek” en “zorg”, ook wanneer sprake is van een grotere regionale schaal, beschikbaar blijft; d. Uitgangspunt is dat in het financieel meerjarenperspectief van de school vanaf 2013 weer ruimte bestaat voor het structureel bekostigen van de thans door de gemeentelijke bijdrage bekostigde zaken (vervanging apparatuur en scholingskosten personeel); e. De gemeente wordt tweemaal per jaar van de financiële ontwikkelingen bij het Griendencollege op de hoogte gehouden. 3. De financiële bijdrage te dekken uit de algemene reserve.
Toelichting
Het college heeft de wens om het Griendencollege als lokale onderwijsfaciliteit te behouden. Gelet op de urgente problematiek heeft het bestuur een verzoek ingediend voor een gemeentelijke bijdrage. Dit voorstel beoogt daarin te voorzien. Naar aanleiding van de opiniërende bijeenkomst van 13 maart 2012 zijn het concept raadsvoorstel en –besluit op een tweetal
Kopieën aan: Archief
punten aangescherpt; de tekstuele aanpassingen zijn “vet” weergegeven en gearceerd. Bijgaande stukken Ambtelijk contactpersoon
1. Aangepast concept raadsvoorstel 2. Aangepast concept raadsbesluit E.J. van Genderen Tel.nr. (0184) 495 5993
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
AANGEPAST Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Sliedrecht,
Onderwerp: Verstrekking eenmalige bijdrage Griendencollege Voorgesteld besluit: 1. Een eenmalige bijdrage aan het Griendencollege te verstrekken van € 187.000; 2. Hieraan de volgende voorwaarden te verbinden. a. De bijdrage is eenmalig en slechts bedoeld als overbrugging naar “meer schaal voor het VMBO in de regio”; b. Het Griendencollege verplicht zich te streven naar meer samenwerking/fusie; e.e.a. dient medio 2012 te resulteren in een rapportage over de uitkomsten; c. Inzet moet zijn dat de onderwijsvoorziening in Sliedrecht voor tenminste “techniek” en “zorg”, ook wanneer sprake is van een grotere regionale schaal, beschikbaar blijft; d. Uitgangspunt is dat in het financieel meerjarenperspectief van de school vanaf 2013 weer ruimte bestaat voor het structureel bekostigen van de thans door de gemeentelijke bijdrage bekostigde zaken (vervanging apparatuur en scholingskosten personeel); e. De gemeente wordt tweemaal per jaar van de financiële ontwikkelingen bij het Griendencollege op de hoogte gehouden. 3. De financiële bijdrage te dekken uit de algemene reserve. Overwegingen en alternatieven: A. INLEIDING A.1. Probleemschets Het Griendencollege kampt met teruglopende leerlingaantallen. Zonder ingrijpende maatregelen dreigt deze onderwijsfaciliteit op termijn te verdwijnen. Momenteel wordt regionaal gewerkt aan een “Convenant Masterplan Beroepskolom vmbo-mbo Drechtsteden”. Daarnaast is bij het Griendencollege ingegrepen in het financieel meerjarenperspectief. De school heeft een financiële bijdrage aan de gemeente gevraagd om in de kwaliteit van het onderwijs te kunnen investeren. A.2. Behoud van de voorziening is gewenst Bij de begrotingsbehandeling 2012 (8 en 9 november 2011) is de problematiek rondom het Griendencollege – zij het zijdelings – aan de orde geweest. Daar bleek dat er binnen uw raad een wens bestaat om deze onderwijsfaciliteit voor Sliedrecht te behouden; binnen programma 3 van de begroting 2012 hebt u dit ook verankerd met de zinsnede “koersen op behoud en versteviging”. Het college wil zich maximaal inzetten voor het behoud van deze onderwijsvoorziening. Daar tegenover moet naar de opvatting van het college ook het Griendencollege zelf een inspanning leveren: een eventuele investering die de gemeenschap doet, moet ook rendement opleveren voor de toekomst. Dat is de insteek van het voorstel dat nu voorligt. A.3. De taak van de overheid - complicatie De gemeentelijke taak voor het onderwijs is toegespitst op: 1. Stichtingskosten schoolgebouwen;
-22. Uitbreidingskosten schoolgebouwen; 3. Kosten van eerste inrichting. De vragen van het Griendencollege hebben geen van alle een directe relatie met deze onderwerpen. Er zijn dus geen wettelijke gronden om een financiële bijdrage te verstrekken. Zoals gesteld leeft zowel bij u als bij het college de wens om deze onderwijsvoorziening in Sliedrecht in stand te houden. De urgentie om nu met een voorstel te komen, wordt mede veroorzaakt door het feit dat de inschrijving voor het nieuwe schooljaar start. Daarom is het van belang dat nu een krachtig signaal wordt afgegeven naar de samenleving, dat de inzet van de gemeente is om de voorziening te behouden en zo mogelijk te versterken.
B. VRAAGSTELLING Dit leidt tot de volgende vraagstelling 1. Op grond waarvan zou een bijdrage aan het schoolbestuur moeten worden verstrekt? 2. Waarvoor zou deze bijdrage moeten worden verstrekt en tot welk bedrag? 3. Onder welke condities zou de bijdrage moeten worden verstrekt? 4. In welke vorm zou een bijdrage kunnen worden verstrekt?
C. VOORSTEL C.0. Samenvatting Gelet op de wens om de onderwijsvoorziening voor VMBO binnen Sliedrecht in stand te houden, is een eenmalige bijdrage van € 187.000 te rechtvaardigen. Daaraan moet een aantal voorwaarden worden gekoppeld, waarvan de inspanningsverplichting om tot meer regionale samenwerking te komen en het beschikbaar blijven van de onderwijsvoorziening in Sliedrecht de belangrijkste zijn. C.1. Vraag 1: Argumenten voor de bijdrage Er is een aantal argumenten aan te voeren voor een bijdrage aan het Griendencollege. 1. Inhoudelijke argumenten: a. De onderwijsvoorziening (technische richting) is sterk verbonden aan de Sliedrechtse industrie; b. De onderwijsvoorziening (zorgrichting) is sterk verbonden aan de woonzorgfunctie van het gebouw. Daardoor kan een unieke verbinding tussen zorg en onderwijs bestaan; 2. Financieel argument: a. Het gebouw is nog jong en heeft daardoor een forse boekwaarde; het wegvallen van de onderwijsvoorziening levert minder rijksbijdrage op in de algemene uitkering uit het gemeentefonds waardoor de huidige kapitaallasten niet meer worden gedekt. Er zal dan naar een andere bestemming moeten worden gezocht om financiële nadelen te beperken. C.2. Vraag 2: Doel waarvoor de bijdrage wordt verstrekt: kwaliteit van onderwijs Voor de besteding van de bijdrage wil het college aansluiten bij de concrete inhoudelijke vragen die door het Griendencollege zijn gesteld. Het college hecht bij het in stand houden van de onderwijsvoorziening groot belang aan het borgen van de kwaliteit van het onderwijs. Om te voorkomen dat het verstrekken van bijdragen een vorm van incidentbestrijding wordt (exploitatiebijdrage zonder meer), moet gericht worden geïnvesteerd in de toekomst. De volgende door de school aangedragen doelen voldoen op dit moment naar onze mening aan dat criterium. 1. Herinvestering ICT € 112.000; hierdoor beschikt de school over actuele middelen om invulling te geven aan de onderwijsprogramma’s. Het gaat hierbij met name om investering in hardware (ca. 120 pc’s) en een (draadloze) infrastructuur. 2. Scholing € 75.000; hierdoor wordt geïnvesteerd in personeel, wat ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs en de mobiliteit van personeel.
-3Totaal is hiermee dus een bedrag gemoeid van € 187.000. C.3. Vraag 3: Condities voor verstrekking bijdrage: inspanningsverplichting Zoals hiervoor is aangegeven, worden momenteel regionaal gesprekken gevoerd om tot meer samenwerking te komen; hierop moet een inspanningsverplichting worden gelegd. Daarnaast moet worden gewaakt voor precedentwerking, zowel naar het Griendencollege zelf als naar andere scholen. Ook wil het college de “vinger aan de pols” houden voor de ontwikkelingen in de financiële situatie. Daarom worden de volgende condities gekoppeld aan het verstrekken van een bijdrage. 1. De bijdrage is eenmalig en slechts bedoeld als overbrugging naar “meer schaal voor het VMBO in de regio”; 2. Het Griendencollege verplicht zich te streven naar meer samenwerking/fusie; e.e.a. dient medio 2012 te resulteren in een rapportage over de uitkomsten; dit sluit aan bij lopende ontwikkelingen (“Convenant Masterplan Beroepskolom vmbo-mbo Drechtsteden”); 3. Inzet moet zijn dat de onderwijsvoorziening in Sliedrecht tenminste voor “techniek” en “zorg”, ook wanneer sprake is van een grotere regionale schaal, beschikbaar blijft; 4. Uitgangspunt is dat in het financieel meerjarenperspectief van de school vanaf 2013 weer ruimte bestaat voor het structureel bekostigen van de thans door de gemeentelijke bijdrage bekostigde zaken (vervanging apparatuur en scholingskosten personeel); 5. De gemeente wordt tweemaal per jaar (bij de jaarrekening [1e halfjaar] en bestuursrapportage/begroting [2e halfjaar]) van de financiële ontwikkelingen op de hoogte gehouden. C.4. Vraag 4: Vorm waarin de bijdrage kan worden verstrekt De vorm waarin de bijdrage kan worden verstrekt is een (eenmalige) budgetsubsidie. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in:
Financiële kaders Op dit moment is er binnen de gemeentebegroting geen ruimte om het voorgestelde bedrag van € 187.000 te dekken. Gelet op het belang en de urgentie wordt voorgesteld dit bedrag ten laste te brengen van de algemene reserve.
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders De eventuele bijdrage wordt verstrekt op basis van de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Sliedrecht
Tijdspad, monitoring en evaluatie Na vaststelling door de raad zal de toekenning verder worden uitgewerkt; op de voorwaarden zal vanuit het reguliere proces verder worden bewaakt. De ontwikkeling van de samenwerking in de VMBO-kolom wordt bestuurlijk gevolgd.
Externe communicatie: Pers
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
J.H. Koetsenruijter
A.G.M. van de Vondervoort
AANGEPAST Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 januari 2012;
besluit:
1. Een eenmalige bijdrage aan het Griendencollege te verstrekken van € 187.000; 2. Hieraan de volgende voorwaarden te verbinden. a. De bijdrage is eenmalig en slechts bedoeld als overbrugging naar “meer schaal voor het VMBO in de regio”; b. Het Griendencollege verplicht zich te streven naar meer samenwerking/fusie; e.e.a. dient medio 2012 te resulteren in een rapportage over de uitkomsten; c. Inzet moet zijn dat de onderwijsvoorziening in Sliedrecht voor tenminste “techniek” en “zorg”, ook wanneer sprake is van een grotere regionale schaal, beschikbaar blijft; d. Uitgangspunt is dat in het financieel meerjarenperspectief van de school vanaf 2013 weer ruimte bestaat voor het structureel bekostigen van de thans door de gemeentelijke bijdrage bekostigde zaken (vervanging apparatuur en scholingskosten personeel); e. De gemeente wordt tweemaal per jaar van de financiële ontwikkelingen bij het Griendencollege op de hoogte gehouden. 3. De financiële bijdrage te dekken uit de algemene reserve.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
A.G.M. van de Vondervoort