Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 Beantwoording versie 1.1 Bestuurlijke vragen De heer Hombergen: 6. Conform het contract hoeft Delfluent geen inzicht te geven in de exploitatie (pag 5 oplegnotitie). Ook is geen benchmark afgesproken voor een "fair price" (art 5.2). Wel is een overwinstregeling afgesproken ( Pag 23 KPMG) voor rendementen boven 17,4 %. Boer en Kroon acht deze regeling echter een papieren tijger, omdat Delfluent voldoende mogelijkheden heeft om deze situatie te voorkomen. ( art. 4,7) !. Ook geeft Boer en Kroon aan dat de doelstelling van een systeem dat "het ontsporen van de prijzen" voorkomt niet is bereikt ( art 4,10 en 4,11). Vragen: 6.1 Ziet Delfland mogelijkheden om alsnog een dergelijk benchmark in het contract in te bouwen, of met andere methoden het gemis hiervan te ondervangen ? Het huidige contract voorziet niet in een benchmark. Contractaanpassing is mogelijk als beide partijen hiertoe bereid zijn. 6.2 Heeft Delfland kennis genomen van de jaarverslagen van Delfluent, en de bij de KvK gedeponeerde jaarrekeningen ? Zo Nee: waarom niet? Zo ja: welke analyse heeft Delfland hieruit getrokken ? Ja, de jaarverslagen worden jaarlijks ter kennisname beoordeeld een nadere analyse vindt niet plaats. 6.3 Heeft Delfland op welke wijze dan ook kennis genomen van de huidige rendementsgegevens van Delffluent? Welke analyse inzake rendement, winstnemingen, afschrijvingen, reserveringen en solvabiliteit heeft Delfland daaruit getrokken ? Nee 6.4 Acht Delfland zich voldoende geïnformeerd om een goede onderhandelingspositie te hebben ten opzichte van Delfluent ? Gaarne een toelichting. Ja, Delfland heeft goed inzicht op de elementen waarop in het kader van contractuele wijzigingen onderhandeld kan worden. Naast jaarcijfers ontvangt Delfland maandelijks gedetailleerde rapportages van Delfluent, is er maandelijks overleg. 6.5 Hoe denkt Delfland de genoemde "papieren tijger" van de overwinstregeling wel te benutten? Dit wordt een onderwerp bij toekomstig bestuurlijk overleg 6.6 Op welke wijze denkt Delfland de doelstelling als genoemd in artikel 4.10 (ontsporen van de prijzen) wel te bereiken? Dit wordt een onderwerp bij toekomstig bestuurlijk overleg 10. De in het rapport van Tenman geformuleerde stappen 3, 4 en 5 worden kennelijk niet meer uitgevoerd (pagina 3). Vraag: 10.1 Zal Delfland alsnog een marktconsultatie houden om te bezien op welke wijze een betrokkenheid van de markt kan leiden tot een goedkopere exploitatie? Zo ja: wanneer? Zo nee: waarom niet? Dit is toegelicht in de oplegnotitie bij de rapporten van Boer & Croon, KPMG en Tenman. Zie vergaderstuk 05.04 van de commissie Waterketen en Waterkeringen van 12 april 2011. 1
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011
11. Op pagina 3 wordt melding gedaan van een bespreking met vertegenwoordigers van Delfluent; conclusie 5 roept op tot een verder gesprek met Delfluent. Vraag: 11.1 Heeft dit gesprek inmiddels plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet? Zo ja: wat is het resultaat? Ambtelijk is informatie uitgewisseld. Er is overeenstemming bereikt over de uitgangspunten. De heer Ranner: 20. DBFO-contract & risicoverdeling Op 22 december 2010 werd de verkoop aan Rabobank Capital BV en EvidesIndustriewater BV en door Veolia geeffectueerd van 29% van de aandelen in Delfluent BV voor een waarde van € 118 million (zie Veolia Envronmental Operating and Financial Rreview , December 31 2010.) Aandeelhouders zijn volgens de statuten van Delfluent gehouden om te vervreemden aandelen eerst te koop aan te bieden aan de huidige andere aandeelhouders van Delfluent, of aan (een) externe partij(en) waarvoor de algemene vergadering van aandeelhouders goedkeuring heeft gegeven. Een nieuwe verdeling van aandelen kwalificeert als een Change of Control als bedoeld in art. 9.4 van het tussen Delfland en Delfluent geldende DBFO Agreement . Delfluent verzocht Delfland om instemming met de aandelentransactie, omdat in het DBFO agreement vereist werd. Dit verzoek mocht niet op onredelijke gronden worden geweigerd. In het stuk 917448 voor de Verenigde Vergadering van 17 februari 2011 werd gesteld is dat Delfland vanuit financiële overwegingen geen direct belang heeft. De vreemd-vermogen positie zou toenemen, terwijl het activum al op de balans staat. Ook was er geen duidelijk belang van Delfland bij strategisch aandeelhouderschap. Tenslotte waren er niet of moeilijk te beheersen effecten ten aanzien van het contractmanagement. Vragen: 20.1 Hoe is de allocatie van risico’s uit hoofde van het DFBO contract voor de huidige exploitatiefase. De allocatie van de risico’s is uitgewerkt in de toelichting van het financieel model en financiële analyse in het KPMG rapport in hoofdstuk 4, 5 en 6. In het bijzonder liggen de volgende risico’s bij HHD (niet uitputtend) met bijbehorend subkopje in de KPMG-rapportage: o Risico van een negatief saldo bij de verrekening van verwerking zuiveringsslib (“overige contractverantwoordelijkheden” en “verrekening”). In de settlement agreement zijn hierover additionele afspraken gemaakt met Defluent die het risico voor HHD mitigeert. o Risico van een negatief saldo bij de verrekening van lozingsheffingen (“overige contractverantwoordelijkheden” en “verrekening”) o Renterisico voor (doorgaans) kleine afwijkingen in variabele rente EIB en EURIBOR. (“overige contractverantwoordelijkheden - vervolg” en “verrekening”) o Indexatierisico (“betalingsmechanisme”) o Verrekening van afwijkingen in volumes ( “verrekening”) o Vergoeding bij bijzondere omstandigheden, zoals overmacht (“vergoeding bij bijzondere omstandigheden”) In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat het management en de operationele en onderhoudswerkzaamhedenvoor rekening en risico zijn van Delfluent ((“verantwoordelijkheden Delfluent”) 20.2 Hoe zien de risicoverdelingsafspraken er specifiek uit?
2
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 De allocatie van de risico’s is uitgewerkt in de toelichting van het financieel model en financiële analyse in het KPMG rapport in hoofdstuk 4, 5 en 6. Zie ook de beantwoording van de vorige vraag. 20.3 In hoeverre zijn deze de afgelopen periode aangepast en welke afspraken bestaan er ten aanzien van eventuele aanpassing? De allocatie van de risico’s is niet aangepast behoudens de afspraken gemaakt in de settlement agreement. Indien beide partijen bereid zijn hierin te wijzigen kunnen aanpassingen worden doorgevoerd. Vooralsnog wordt gedacht aan structureel bestuurlijk overleg 20.4 Waarom maakt het rapport van Boer en Croon de uitspraken over de verdeling van risico’s niet concreet? Dit is een keuze van het onderzoeksbureau. 24. Welke afspraken met derden zijn mogelijk om het risico van stroomuitval op voorhand af te dekken? Er zijn afspraken gemaakt tussen Delfland en Delfluent. Op basis van deze afspraken zijn noodstroomvoorzieningen gerealiseerd op de awzi’s Harnaschpolder en Houtrust en is het risico op een acceptabel niveau afgedekt. 25. Kunnen de artikelen 50, 51, 52 en 73 en eventuele andere relevante artikelen van het DFBO contract worden overlegd teneinde de mogelijkheden voor contractaanpassing of tussentijdse ontbinding te bezien? De contractteksten kunnen worden ingezien met in acht name van de vertrouwelijkheidclausules zoals opgenomen in artikel 67 van het DBFO contract. 27. Delfluent heeft volgens het DFBO-contract de verantwoordelijkheid voor het betalen van alle belastingen,(exclusief OZB), leges, heffingen etc. die gerelateerd zijn aan Delfluent of aan het verlenen van services door Delfluent. Vraag: 27.1 Waarom zijn indertijd de OZB belastingen waarop nu door een gemeente aanspraak wordt gemaakt uitgesloten en waarom is indertijd met de betrokken gemeente gelet op de contractsvoorwaarden geen afspraak gemaakt dat geen OZB zou worden geheven? Over de risicoallocatie voor de OZB belasting is voor contractsluiting bij diverse partijen advies ingewonnen en zijn de keuzes gemaakt. Het geschil met deze gemeente wordt verder afgehandeld door de portefeuillehouder financiën. 30. Waarom ontbreekt (nog) de gedetailleerde biedingsdocumentatie van de partijen verenigd in Delfluent? Mocht deze inmiddels al wel beschikbaar zijn gekomen kan dan aannemelijk worden gemaakt dat de in het DBFO contract opgenomen indices en bijbehorende weging een accurate afspiegeling vormden van de werkelijke kosten van Delfluent en haar onderaannemers? De biedingsdocumenten van de consortia die mee gedaan hebben in de biedingen zijn beschikbaar. Het DBFO contract is een prestatiecontract. Delfland betaalt voor de financiering en het presteren, de werkelijke kosten staan hier los van. De bedrijfsvoering is rekening en risico voor Delfluent en Delfluent Services. De werkelijke kosten van Delfluent en haar onderaannemers is hiermee een van de variabelen waaruit Delfluent als private onderneming haar winst kan behalen.
3
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 31. Welke is het bedrag dat becijferd kan worden voor het door Delfluent te leiden schade en verlies aan rendement op eigen vermogen als HH Delfland Delfluent Services zou overnemen? In hoeverre is overneming van het activum AZWI Houtrust een optie contractueel respectievelijk budgettair gezien? Hier is geen onderzoek naar uitgevoerd. Om het gevraagde schadebedrag resp. verlies aan rendement te bepalen is een degelijk onderzoek nodig. Op dit moment zien wij hier geen aanleiding voor. 37. Delfland lijkt wat betreft de informatievoorziening over de exploitatie-ontwikkeling bij Delfluent volstrekt afhankelijk van Delfluent Services. Hoe kan worden zeker gesteld dat die informatie juist en tijdig is en of de door Delfluent betaalde vergoedingen voor diensten en goederen marktconform is? Het DBFO contract is een prestatiecontract. Delfland betaalt voor de financiering en het presteren. De bedrijfsvoering is rekening en risico voor Delfluent en Delfluent Services. Delfluent Services is géén dochteronderneming van Delfluent. Omdat Delfluent een Special Purpose Company is en voor de financiers risicovrij moet blijven, heeft zij de exploitatie inclusief de risico’s ervan contractueel belegd bij Delfuent Services. Ook dit betreft een prestatiecontract met een afrekening op basis van volume en prestaties en niet op basis van ingediende exploitatiebegrotingen. De informatievoorziening over volumes en prestaties wordt veelvuldig getoetst (banken, Delfland, Veolia, BVR, etc..) en is naar onze mening betrouwbaar. Technische vragen De heer Hombergen: 1. Uit de KPMG-rapportage blijkt dat het HH Delfland een renterisico loopt, dat niet is belegd bij Delfluent. Dit is opmerkelijk, omdat hij een DBFO het consortium zelf voor de financiering zorgt, en de banken garant staan voor de uitvoering van het contract. Uit de tabel op pagina 33 blijkt dat dit risico vanuit 2006 (21000 Euro) in 2009 is opgelopen tot 190,000 euro. Vragen: 1.1 Wat is de reden van het beleggen van dit renterisico bij Delfland? Delfland wilde geen variabel interestrisico gedurende de looptijd van het contract en wilde een renteswap. Een swap is een derivaat waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico wisselt tegen dat van een andere partij. De renteswap wordt in het algemeen gebruikt om renterisico's te beheersen of af te dekken, of om een gewenste rentepositie in te nemen. Dit is vastgelegd in een contract met onder andere Dexia en leidt tot een vaste rente van 5,352% met een looptijd tot 2030. De financiering is (op verzoek van Delfland want zij voelde de druk van de renteontwikkeling) door Delfluent geregeld. 1.2 In welke omstandigheid is dit risico 0? Als het Europese Investeringsbank (EIB) variabel rentetarief gelijk is aan Euribor 1.3 In welke omstandigheid is dit risico maximaal? Risico is maximaal in situatie van hoog oplopend renteverschil. 1.4 Wat is het maximale risico? Maximaal risico is niet te bepalen aangezien het contract niet voorziet in begrenzing op een maximum. Omdat afgelost wordt, wordt het maximale bedrag wel steeds lager. 1.5 Wat is dit bedrag voor 2010? In de reconciliatie over 2010 heeft Delfland € 226.424.(excl. BTW) betaald aan Delfluent.
4
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 2. Volgens het rapport van KPMG stijgen in alle vier de scenario's de kosten meer dan voorzien bij contract close ( Pagina 40). Dit gebeurt in sterke mate vanaf 2016, maar volgens de tabellen op pagina 40 en 64 en 65 ook al vanaf ca 2011. In het meest gunstige scenario op pag 40 ( rapport KPMG) zijn de kosten ca 10 miljoen/jaar hoger, in het meest ongunstige ca 22 miljoen/jaar. Het is voor Delfland niet duidelijk of de kostenontwikkeling ook de werkelijke kosten volgt (KPMG pag 19). De door KPMG gebruikte index voor na 2016 is gebaseerd op de initiële aanname in het Base case Financial Model bij Contract close ( pag 39). Het beeld dringt zich op dat het contract bij aanvang een besparing oplevert, maar bij de exploitatie een aanzienlijk hogere lastenontwikkeling geeft dan berekend. Vragen: 2.1 Waarom is het nu door KPMG gebruikte scenario niet al vanaf het sluiten van het contract gebruikt, maar is er een lagere index gebruikt ? Is dit een gevolg van de mutaties die zijn opgetreden tussen de BAFO en Financial Close ? ( pag 53 KPMG, niet verder uitgewerkt !). Voor het sluiten van het contract is, om vergelijkingen te kunnen maken, een rekenmodel met een index van 2,4% gehanteerd. Deze index was op dat moment de beste inschatting die gemaakt kon worden. Dit model is nadien niet meer aangepast op werkelijke ontwikkelingen en wordt niet gebruikt bij het opstellen van onze meerjarenbegroting. De hierboven genoemde scenario’s zijn in het kader van de onderzoeken naar de PPS in 2010 door KPMG gemaakt. Hierin is een aantal scenario’s die KPMG mogelijk acht beschreven. Dit om verschillende ontwikkelingsrichtingen vanaf 2010 te laten zien. Tot 2010 zijn de werkelijke ontwikkelingen in de scenario’s opgenomen, daarna is het een model dat door KPMG is gebouwd. Voor het opstellen van de begroting van Delfland is en wordt op basis van het voorzichtigheidsprincipe gewerkt met een voorzichtig scenario. Dit scenario is gebaseerd op realisatiecijfers (historische cijfers CBS) uit het verleden, op geprognosticeerde hoeveelheden en zuiveringsprestaties en op inzicht in de werkelijke kostenontwikkeling op basis van monitoring van indexontwikkelingen. Deze raming wordt telkens voor 5 jaar opgesteld. Voor een samenvatting van de verschillende modellen zie onderstaande tabel:
Model Financial close / BAFO KPMG scenario's Begroting HHD
Jaar opgesteld
Prognose of werkelijk gerealiseerd
2003 Prognose (2,4%) Realisatie tm 2009, daarna 2010 prognose jaarlijks Prognose
2.2 Welk scenario hanteert HH Delfland voor haar meerjarenraming ? Op basis waarvan ? Risicomijdend. Zie verder 2.1. 2.3 Is dit opgenomen in de meerjarenprognose van Delfland ? Voor de meerjarenbegroting baseren we ons op de werkwijze zoals geschetst bij 2.1. 2.4 Wat zijn de cumulatieve kosten van de vier scenario's en het oorspronkelijke model ? De cumulatieve kosten zijn weergegeven in de grafiek zoals opgenomen in het rapport van KPMG. Samengevat betekent dit dat de cumulatieve kosten volgens de verschillende modellen als volgt zijn:
Oorspronkelijk model
€ 1.577.273.188
5
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011
Scenario 1a Hoge volumegroei Scenario 2a Geen volumegroei Scenario 1b Hoge volumegroei & extra indexstijging Scenario 2b Geen volumegroei en extra indexstijging
€ 1.831.855.051 € 1.763.326.170 € 1.911.163.579 € 1.835.560.111
2.5 Hoe verhoudt zich deze kostenontwikkeling met de kosten voor de eigen AWZI's ? De kostenstructuur van de awzi’s in eigen beheer en die van het DBFO contract zijn niet volledig met elkaar te vergelijken. Die van de awzi’s in eigen beheer is gebaseerd op werkelijke kosten voor de inzet van middelen. Het DBFO contract is een prestatiecontract op basis van vooraf afgesproken prijzen voor volume en prestaties die jaarlijks geïndexeerd worden. Daarnaast zijn we bij de awzi’s in eigen beheer risicodrager terwijl bij het DBFO contract de operationele risico’s door Delfluent worden gedragen. Een groot deel van de kosten van het DBFO contract betreft vaste kosten waarmee het waardebehoud van assets geborgd is tot en met 5 jaar na overdracht (2038). 2.6 Welke mitigerende maatregelen zijn mogelijk in Noord en Zuid om deze kostenontwikkeling te beperken ? Kostenontwikkeling wordt voor zowel voor Noord als Zuid sterk beïnvloed door macroeconomische ontwikkelingen welke niet beïnvloedbaar zijn door individuele organisaties. Mitigerende maatregelen zijn efficiënte en effectieve bedrijfsvoering in Zuid zoals het beperken tot de wettelijke taak, doelmatige inkoop etc..Voor Noord is de bedrijfsvoering voor Delfland niet beïnvloedbaar, er zijn immers prestatieafspraken gemaakt. 2.7 Waarom zijn in appendix 8 geen grafieken opgenomen voor de scenario's 1b en 2b ? Dit is een keuze geweest van het onderzoeksbureau KPMG, de achterliggende gedachte is nagevraagd bij KPMG. De grafieken zijn ter illustratie opgenomen in de appendix om het effect weer te geven van een hogere volume groei. Een additioneel indexatie-effect zou de lengte van de staven vergroten. Zie ook het totale effect op pagina 40. 3. Bij de beschrijving van het financieel model meldt KPMG dat er model-technische onvolkomenheden aan het licht zijn gekomen (p 28), die zijn gecommuniceerd met Delfluent. Vraag: 3.1 Heeft dit geleid tot een aanpassing in de Fee met terugwerkende kracht ? Zo nee: waarom niet ? Er stond een verkeerde verwijzing in een spreadsheet, dit is gecorrigeerd. De fee is niet gecorrigeerd maar het model. Het heeft geen effect gehad op de betaalde fee, afrekening heeft plaatsgevonden conform de contractuele afspraken uit het DBFO contract. Verder is geconstateerd dat de netto contante waarde berekening niet werd beïnvloed door de foutieve verwijzing. 4. Op pagina 36 geeft KPMG aan dat er verrekening plaatsvind op basis van een aantal indicatoren, zoals aangeleverd slib en grind. Dit heeft tot meerkosten geleid bij Delfland. Vragen: 4.1 Geven de geformuleerde indicatoren voldoende handvatten tot ketenoptimalisatie in de hele verwerkingsketen van het afvalwater? Op basis van de huidige inzichten in het DBFO contract ziet Delfland geen belemmeringen om te komen tot ketenoptimalisatie. Als er optimalisatiemogelijkheden zijn die aanleiding vormen voor een scopewijziging van het contract dan past Delfland dat toe in de vorm van een 6
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 Change to the Services. Bij het doorvoeren van changes worden technische en economische haalbaarheid gewogen. 4.2 Is het mogelijk deze indicatoren te muteren op basis van voortschrijdend inzicht in de optimalisatie van de gehele afvalwaterketen ? Denk hierbij aan het bestuursakkoord! Het huidige contract voorziet niet in de mogelijkheid tot het muteren van de indicatoren. 5. Bij aangaan van het contract werd gemeld dat de DBFO constructie een geprognosticeerde besparing oplevert van 17 % ten opzichte van de raming. Intussen hebben we voortschrijdend inzicht: Zo weten we dat de kostenontwikkeling in elk scenario hoger is dan voorzien, en dat ook vanuit HH Delfland meer FTE's nodig zijn om het contract te managen. Vraag: 5.1 Wat is nu de verwachting voor de kostenbesparing vanuit Delfland voor de gehele life-cycle van het contract (cumulatief) ? Neem ook hierbij de opmerking 4.21 van Boer en Croon inzake de "andere" kosten in acht! Zoals onder vraag 2.1 toegelicht is het rekenmodel niet geactualiseerd op basis van realisatiecijfers. De vergelijking die gevraagd wordt is daardoor op dit moment niet te maken. Daarnaast zijn de macro-economische ontwikkelingen van invloed op de kostenontwikkeling van zowel eigen beheer als beheer door Delfluent. Een indicatie voor de kostenbesparing op de gehele life-cycle is niet te bepalen omdat niet berekend kan worden welke risico’s eigen beheer zouden opleven en omdat er onzekerheden zijn omtrent macro-economische ontwikkelingen. Om een uitspraak te kunnen doen over de op dit moment verwachte besparing is verder onderzoek nodig. Door de vele onzekerheden die gepaard gaan met macro-economische ontwikkelingen en de hoge kosten die dit met zich meebrengt is besloten hiervan af te zien. 7. Wat is het antwoord op vraag J gesteld aan Boer en Croon ? Zie 4.22 en 4.23 in het betreffende rapport. 8. Conform pag 23 KPMG heeft Delfluent de mogelijkheid om met instemming van Delfland een herfinanciering uit te voeren. Vragen: 8.1 Is dit reeds gebeurd ? Zo Ja: wat was het financieel voordeel voor Delfland ? Zo nee: is het de verwachting dat dit tot 2018 kan gebeuren ? Nee, dit is door Delfluent wel overwogen en onderzocht. Ja, het kan gebeuren. 8.2 Wordt een dergelijke herfinanciering dan ook gebenchmarked met een financiering door de Waterschapsbank ? Zo nee: waarom niet ? Contractueel is vastgelegd dat Delfluent bepaalt welke financieringsmogelijkheden zij benchmarkt. Ook Delfluent heeft er belang bij een zo voordelig mogelijke financiering omdat ze voor 50% meedelen in het voordeel. De Waterschapsbank financiert overigens geen DBFO contracten. 9. Bij de informatieve VV werd genoemd dat er verschuivingen zijn geweest of zullen komen in de positie van de aandeelhouders van Delfluent. Toen is ook aan Delfland aangeboden aandeelhouder te worden. Een dergelijke participatie zou inzicht geven in de bedrijfsvoering van Delfluent. 7
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011
In de nieuwe DBFO-contracten in het UK heeft de opdrachtgever toegang tot de Board, zodat alle stukken gestudeerd kunnen worden en de besluitvorming kan worden gemonitord. Vragen: 9.1 Welke wijzigingen in de positie van de aandeelhouders zijn er geweest, en wat waren de achtergronden hiervan? Verkoop Veolia Water aandelen naar Evides Industriewater vanwege belang Veolia om de geconsolideerde schuldenlast voor deelnames in SPC’s op haar balans te reduceren. Interne verhanging van aandelen binnen de Rabobank. Verkoop Heijmans aandelenbelang in Delfluent aan Strukton (strategisch beleid Heijmans om dit na de constructiefase uit te voeren). 9.2 Welke overwegingen heeft Delfland gehad om wel of niet deel te nemen in Delfluent? Dit is toegelicht in VV stuk 06.05, VV 17 februari 2011 9.3 Welk belang hecht Delfland aan het hebben van meer inzicht in de bedrijfsvoering van Delfluent ( mede in relatie tot vraag 4)? Het DBFO contract is een prestatiecontract. Delfland hecht belang aan inzicht in de bedrijfsvoering van Delfluent daar waar het bijdraagt aan het rechtvaardigen van het geven van vertrouwen aan de bedrijfsvoering van Delfluent. Naar onze mening is de bedrijfsvoering van Delfuent transparant voor Dellfand. Dit wordt vastgesteld onder andere op basis van maandelijkse rapportages, audits, managementsystemen en maandelijkse overleggen over het presteren.
Mevrouw Engels: 12. Op blz 14 worden de verantwoordelijkheden van Delfluent beschreven. Genoemd wordt o.a. alle belastingen exclusief OZB. Vraag: 12.1 Hoe staat het met het onderzoek naar de juistheid van het in rekening brengen van de OZB aan Delfland door de gem.Midden-Delfland? Zie Burap I 2011 voor de laatste stand van zaken 13. Op blz 15 wordt het project additionele stikstofverwijdering beschreven. Vragen: 13.1 Wat was de aanleiding dit project in te voeren (ommissie in het DBFO contract?) en wat was de reden om het project af te blazen, terwijl er een speciale installatie voor was aangeschaft/gebouwd? Zie agendapunt II.7 - VV 12 mei 2005: beantwoording vraag mevrouw Engels over de 3e voortgangsrapportage AHR in 2004. Het project is onderdeel van de bijdrage van Delfland aan de Nederlandse verplichting te voldoen aan de Europese eisen voor stikstof verwijdering en ter voorkoming van een Europese boete aan Nederland. Aanleiding was een verzoek van de staatssecretaris van V&W uit december 2003 (DBFO contract is 4 december 2003 getekend) 13.2 Heeft Delfland hierbij financiële schade opgelopen en zo ja hoeveel? Op blz 8 van de oplegnotitie wordt aan meerkosten genoemd: 2,4 miljoen euro. Staat hier nog een vermindering van de rijksheffing effluent tegenover? 8
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 Het project is verrekend in de Service Fee en heeft geleid tot een geringe verlaging van de rijksheffing. 14. Op blz 16 komt aan de orde, dat er afwijkingen bestaan tussen EIB variabele rentetarieven en Euribor en dat het risico hiervoor gedragen wordt door Delfland. Vraag: 14.1 Om wat voor bedragen gaat het? Zie KPMG rapport hoofdstuk “Analyse gerealiseerde Service Payments” in de tabel överzicht “werkelijke totale service payments” achter “EIB interest reconciliation” op pagina 32 en 33. 15. Op blz 38 wordt vermeld, dat er enkele model-technische onvolkomenheden aan het licht zijn gekomen, waaronder een berekening van de vaste vergoeding in 2009. Vraag: 15.1 Ik neem aan, dat de bedragen gecorrigeerd zijn. Is naar aanleiding hiervan ook het model aangepast? Ja, zie vraag 3.1 16. Op blz 43 wordt een jaarrekening van Delfland genoemd. Vraag: 16.1 Wordt hier bedoeld de jaarrekening van 2009? Ja 17. Op blz 45 Wordt de BTW-component besproken: Delfland kan niet de BTW verrekenen, terwijl Delfluent dit wel kan. Ik heb gezien in de beschrijving op blz 6 van de Settlement Agreement, dat daar de BTW is opgenomen ten gunste van Delfland. Vraag: 17.1 Is dit wat maximaal mogelijk is of zou dit ook van toepassing kunnen zijn op andere onderdelen in de bedrijfsvoering? Settlement agreement is een incidenteel, gericht, onderhandelingsresultaat dat niet van toepassing verklaard kan worden op andere onderdelen. Het betreft het behaalde onderhandelingsresultaat ter hoogte van het genoemde BTW bedrag wat aan Delfland gecompenseerd wordt in de vorm van verlaging van de Fee. 18. Op blz 46 tav de financiële verwerking wordt gesteld, dat op basis van de resolutie en staat van de huidige informatie slechts een beperkte analyse heeft kunnen plaatsvinden. Vraag: 18.1 Is dit informatie, dat nog kan worden aangeleverd? Hiervoor zou een aanvullende opdracht moeten worden verstrekt aan KPMG. De uitgevoerde analyse geeft geen aanleiding om hier vervolg aan te geven. De heer Ranner: Vragen: 19. Gelet op de waardeontwikkeling van de aandelen Delfluent BV (impliciet huidige waarde ruim 406 miljoen, een sterke stijging t.o.v. de eigen vermogenspositie van 6,5 9
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 miljoen ultimo 2006), blijkt de netto contante waarde van de toekomstige kasstromen van Delfluent tot en met 2033 mede door het hefboomeffect van een leningportefeuille van meer dan 90% van het balanstotaal zeer winstgevend. Gelet op de toekomstige scherpe stijging van de service fee die Delfland aan de dochter Delfluent Services moet betalen had overneming van de 29% van de aandelen terdege kunnen worden overwogen omdat via het winstaandeel per saldo de zuiveringstarieven van Ingelanden van HH. Delfland aanzienlijk lager hadden kunnen zijn. Vraag: 19.1 Waarom is deze analyse niet aan de VV van Delfland voorgelegd? Onze analyse is toegelicht in VV stuk 06.05, VV 17 februari 2011 21. Op welke wijze volgt HH Delfland de ontwikkeling van de te betalen fee en de afwijking tussen deze fee en de kosten gemaakt door Delfluent Services? De ontwikkeling van de fee is het resultaat van de jaarlijkse reconciliatie met Delfluent. De reconciliatie tussen Delfluent en Delfluent Services ontvangt Delfland ter inzage. Ook deze reconciliatie is gebaseerd op volume, prestaties en indexering en niet op de kostenontwikkeling in de exploitatie van Delfluent Services. 22. Onder welke titel is eventuele opneming van de benchmarkbepaling gericht op het vast stellen of sprake is van marktconforme tarieven alsnog mogelijk? Zie beantwoording vraag 6.1. 23. In hoeverre ziet Delfland mogelijkheden om de risico’s uit hoofde van de geïndexeerde elementen van de door Delfland te betalen fee af te dekken door daartoe swap arrangementen en andere derivaten transacties zoals met betrekking tot de elektriciteitstarieven aan te gaan? We zien mogelijkheden om risico’s (gedeeltelijk) af te dekken. We bezien dit in het totale risicomanagement binnen Delfland. Op dit moment zijn er nog geen concrete acties ondernomen. 26. Delfluent heeft het recht om met goedkeuring van HH Delfland een herfinanciering uit te voeren. Het financieel voordeel van de herfinanciering dient berekend te worden door Delfluent en goedgekeurd te worden door HH Delfland, waarbij stilzwijgende goedkeuring van toepassing is. HH Delfland heeft recht op 50% van het uit herfinanciering behaalde voordeel. Volgens internet berichten heeft consultancy bureau Rebel een nieuw financieringsmodel voor Delfluent opgesteld. Vraag: 26.1 Heeft HH Delfland met dit model ingestemd en zo ja welke zijn de financieel gevolgen voor Delfland? Nee, want het heeft niet geleid tot een (voorgenomen) besluit van Delfluent tot herfinanciering. 28. Er is sinds 2007 een N-verwijderingsinstallatie die door Delfland wordt aangehouden. (oorspronkelijk was Delfluent contractpartner). Vragen: 28.1 Waarom zijn geen additionele zuiveringen meer uitgevoerd en wat zijn de kosten van het aanhouden van deze installatie respectievelijk de ontmanteling? Zie ook beantwoording vraag 13.1 en agendapunt II.7 - VV 12 mei 2005 (beantwoording vraag mevrouw Engels over de 3e voortgangsrapportage AHR in 2004).
10
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 Omdat de awzi’s voldoende stikstof verwijderen is de installatie geconserveerd en veroorzaakt deze geen kosten. Er is nog geen besluit genomen over eventuele ontmanteling omdat in het kader van innovatieve verkenningen de installatie potentieel inzetbaar is. 28.2 Welke kunnen hiervan de budgettaire gevolgen zijn voor Delfland? Voor zover we nu kunnen inschatten zijn de gevolgen beperkt. Ze kunnen mogelijk zelfs positief uitvallen, afhankelijk van de inzetbaarheid van de installatie ten behoeve van toekomstige innovatieve ontwikkelingen. 29. Completion Certificate, Performance & Settlement. Vragen: 29.1 Hoeveel bedraagt de getotaliseerde boete per 1 april 2011 die HH Delfland aan Delfluent kan opleggen in verband met het niet behalen van de Completion Certificate date voor de Houtrustinstallatie? De getotaliseerde boete per 1 april 2011 zou, aanvullend op de genoemde 160.000,- nog 460.000,- (10 maanden x ca. 46.000,-) voor de periode 1 juni 2010 - 1 april 2011 bedragen. Door de schikking in de settlementagreement is de mogelijkheid om een boete hiervoor op te leggen komen te vervallen. 29.2 Waarom heeft KPMG in haar discussiememo deze post niet gespecificeerd dit in tegenstelling tot de performance deduction per week voor Harnaschpolder? In tegenstelling tot de performance deduction is deze boete nooit in rekening gebracht, maar geschikt in de schikkingovereenkomst. De financiële analyse in het KPMG rapport richt zich op gerealiseerde bedragen. 29.3 Waarom is de schikkingsovereenkomst (mogelijk in de orde van 1 miljoen blijkens het KPMG rapport) en de ratio daarvan niet voorgelegd aan de Verenigde Vergadering? Op 22 december 2009 heeft het college van D&H ingestemd met het onderhandelingsresultaat over diverse onderwerpen tussen Delfland en Delfluent. De schikkingsovereenkomst is de uitwerking van dit onderhandelingsresultaat. Het resultaat van de onderhandeling is aan de VV als besparing gemeld in Burap II van 2010. 32. In hoeverre is in het financieel model gewerkt met een jaarlijkse stijging van de indices met 2,4% en wat gebeurt er indien de feitelijke mutatie in de betrokken grootheden met minder dan 2,4% stijgen? De begroting van Delfland is niet gebaseerd op het financieel model maar op prognoses en indexontwikkelingen. Het financieel model is gebaseerd op 2,4% kostenstijging. Afrekening vindt plaats op basis van werkelijke indexeringen. 33. Waaruit bestond de foute berekening in de vaste vergoeding in 2009 en waardoor is deze veroorzaakt? De foutieve berekening had betrekking op het vaste deel van de dienstverleningsvergoeding. Deze is veroorzaakt door foutieve verwijzingen in het financieel model . 34. In de financiële analyse (pag. 30 e.v. discussiememo) wordt de ontwikkeling weergegeven van de service payments. Waaruit bestaat de civil works renewals index en waardoor stijgt deze meer dan voorzien? De index wordt door CBS gepubliceerd en is gebaseerd op de index prijsindexcijfers grond-, weg- en waterbouw (GWW). De ontwikkeling van prijsindices is afhankelijk van macroeconomische bewegingen, is niet beïnvloedbaar en niet exact te voorzien.
11
Vragenlijst Commissie Waterketen & Waterkeringen inzake PPS Delfluent - Hoogheemraadschap van Delfland 25 mei 2011 35. Het meer dan voorzien leveren van ontwaterd slib en grind door Delfluent leidt tot extra uitgaven van HH Delfland. Betekent dit dat elke actie van Delfland meer ontwatering plaats vindt extra kosten voor Delfland op? Geldt deze redenering ook voor de lozingsheffing (hoeveelheid effluent TOD in biologisch verwerkte Effluent?) Niet het meer, maar het minder leveren dan voorzien van ontwaterd slib door Delfluent levert extra kosten op voor Delfland. Conform het DBFO contract levert meer ontwatering van slib ten opzichte van de bij sluiting van het contract gekozen benchmarkwaarde een voordeel op voor Delfluent. Daar staat tegenover staat dat Delfland voor een deel lagere kosten betaald voor slibafvoer. In de settlement agreement is het risico voor Delfland gemaximeerd tot een droge stof gehalte van 23%. Een betere zuiveringsprestatie leidt tot een voor Delfluent gunstige EDL (Effluent) reconciliatie. Daartegenover staat een door Delfland te betalen lagere rijksheffing. 36. Bij de scenario’s wordt uitgegaan van een extra stijging van de indices voor de prijsontwikkeling? Waarom heeft KPMG geen rekening gehouden met de sterk met de prijsontwikkeling gecorreleerde stijging van de cao-lonen? Bij de scenario’s met extra stijging van de indices zijn alle indices met 1% extra gestegen, hieronder valt ook de index CAO lonen (pag. 18) Ten slotte: Het college streeft ernaar bij toekomstige voorstellen tot partiele wijzigingen deze in het breder kader te plaatsen, zodat de VV een integrale beslissing kan nemen.
12