COMMISSIE WATERKETEN EN WATERKERINGEN Delft, 30 november 2010 AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Advies van de commissie Waterketen en Waterkeringen, tevens conceptverslag van de vergadering op 30 november 2010 over de aan haar voorgelegde voorstellen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering op 16 december 2010. Aanwezig: dhr. P. van der Ende dhr. J.J.M. Batist mevr. N.J. Dijkshoorn-van Dijk mevr. drs. J. Engels dhr. ir. L.P.I.M. Hombergen dhr. C. Kuijvenhoven RA dhr. J.W.A. van Olphen dhr. J.Th. Overmeer dhr. R. Reijn dhr. ir. G.A. van der Wedden dhr. drs. P.J.R. Baeten
hoogheemraad, plv. voorzitter Bedrijfsgebouwd Ongebouwd Water Natuurlijk PvdA CDA Bedrijfsgebouwd PvdD VVD AWP Delfland secretaris
Afwezig met kennisgeving: mevr. mr. A.W. Bom-Lemstra
hoogheemraad, voorzitter
01. Opening, vaststellen agenda Om 11.30 uur opent de voorzitter de vergadering. De notulist meldt dat de geluidsband niet werkt. De voorzitter stelt aan de commissie voor om te vergaderen zonder geluidsband. De commissie is daarmee akkoord. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 02. Vaststelling notulen van de vergadering van 9 november 2010 De heer Van der Wedden merkt op dat de wijzigingen die op 9 november zijn doorgegeven van het verslag van 12 oktober niet in het verslag van 9 november op pagina 1 zijn opgenomen. Ook is de vraag niet opgenomen hoe de afspraak voor de gewijzigde digitale verslaglegging tot stand is gekomen.1 De voorzitter zegt toe dat de wijzigingen alsnog worden opgenomen. Mevrouw Engels heeft dezelfde opmerking en stelt voor dat voortaan alle vastgestelde verslagen inclusief correcties op de website worden gezet. De voorzitter zegt toe dit door de secretaris uit te laten zoeken, en als het inderdaad eenvoudig is, dit voorstel te volgen.2 Mevrouw Dijkshoorn merkt op dat op pagina 2 onderaan moet staan dat het bedrag voor de versterking van de boezemkade van de Aalkeet-Buitenpolder omhoog is gegaan en niet 1
De digitale verslaglegging van de bijeenkomsten van de VV is meermaals besproken in de agendacommissie.
2
Op de website zullen in het vervolg, na vaststelling van de notulen, de ongetekende door de getekende exemplaren worden vervangen.
1
omlaag. De heer Overmeer hecht eraan dat in het verslag het woord ratten wordt vervangen door muskusratten, omdat er ook bruine of zwarte ratten zijn. De heer Hombergen verzoekt om in verband met de doorstart van Harnaschpolder eerder de PPS-onderzoeken te kunnen inzien dan februari zoals door de voorzitter bij het vorige overleg is meegedeeld. Hij zou het jammer vinden als het rapport (een deel van) zijn actualiteit verliest. Mevrouw Engels vraagt of de onderzoeken gevolgen hebben. Ze vindt dat, ook al leiden de onderzoeken niet tot een voorstel, het onderwerp dan nog uitgebreid in de commissie zou moeten worden besproken. De voorzitter geeft aan dat de notitie over de analyse van de PPS-constructie aan de orde zal komen in de VV van 30 juni 2011. Volgende week spreekt hij de opsteller van het rapport. 03. Mededelingen De voorzitter deelt mee dat de provincie in een brief aan Delfland heeft laten weten dat een vermindering van de grondwateronttrekking is toegestaan binnen de vergunningvoorwaarden. De heer Van Olphen vindt dat een wonderlijke ontwikkeling gezien de afspraken waar ProRail zich op beroept en de rol die de provincie in de GR speelt. Hij stelt dat alertheid in deze kwestie geboden blijft. 04. Agendapunten ter bespreking Er zijn geen agendapunten ter bespreking. 05. Agendapunten voor advies (stukken ter besluitvorming) 5.10 Uitvoeringsprogramma waterplan Vlaardingen De heer Kuijvenhoven leest op meerdere plaatsen dat door efficiënte maatregelen en samenwerking tot besparingen wordt gekomen. Toch wordt er een aanvullend krediet gevraagd. Hij wil daar een verklaring voor. De kostenberekening kan hij niet geheel volgen.3 Ook wil hij graag weten hoe in het samenwerkingsprogramma de maatregelen voor Delfland geprioriteerd worden. De heer Van Olphen heeft dezelfde vragen. Hij kan de berekening ook niet navolgen. Voor de heer Reijn geldt hetzelfde. Mevrouw Dijkshoorn sluit zich aan bij de vorige vragenstellers en vraagt aanvullend wat een helofytenfilter is. De heer Batist kan de berekening niet volgen van het operationeel programma in combinatie met de eerdere voorbereidingskosten en de andere deelnemers. Hij vraagt wat de achterliggende gedachte is van de besparing op de zuivering. Ook wil hij weten of het inderdaad mogelijk is dat het risico optreedt (pagina 4) dat Schiedam niet bijdraagt. Mevrouw Engels kan uit het plan niet goed afleiden welke maatregelen al uitgevoerd zijn vanaf 2007 en welke nog uitgevoerd moeten worden. Ook vraagt ze in welke fase van goedkeuring het plan nu zit. Ze wil graag een toelichting op het verhaal over het rioolvreemde water op pagina 3. Ten slotte vraagt ze naar de stand van zaken bij de intentieovereenkomst met Natuurmonumenten. De heer Hombergen vraagt hoe de verbinding tussen open water en de riolering mogelijk is. Hij leest dat er veel samengewerkt wordt met de gemeente en vindt dat een goed idee maar mist een nadere prioritering over wie voor welk deel verantwoordelijk is. De heer Van der Wedden vraagt zich ook af hoe het kan dat de genoemde besparingen leiden tot een aanvraag voor meer krediet. Ook wil hij graag een toelichting op hoe het rioolvreemde water, waardoor de Groote Lucht van slag raakt, wordt teruggedrongen. Hij wil, aansluitend op de opmerking van de heer Batist, graag weten hoe het risico dat de gemeente Schiedam niet betaalt, wordt beheerst. Ten slotte vraagt hij wat een slimme sifonconstructie inhoudt met het oog op de kosten voor beheer en onderhoud. 3
In het aan de VV gevraagde aanvullende krediet van € 481.000 is de bijdrage vanuit de OAS door de gemeente Schiedam van € 277.000, niet verdisconteerd. Dit is gedaan om boekhoud technische redenen en het is vanuit het oogpunt van rechtmatigheid noodzakelijk. De OAS-bijdrage wordt bij ontvangst weer ingeboekt via een algemene begrotingspost.
2
Beantwoording eerste termijn: De plv. voorzitter wijst voor wat betreft de vragen over de verrekening van de bijdrage van Schiedam op de lastige boekhoudkundige regels bij deze samenwerkingsverbanden. Eerst moet namelijk het volledige bedrag beschikbaar worden gesteld en naderhand worden dan de bijdragen van anderen teruggeboekt. De rekeningcommissie controleert dat weer. Een helofytenfilter is (meestal) een rietaanplant waarin voedingstoffen aan het water worden onttrokken. Het fosfaat/stikstofrijke water stroomt er aan de ene kant in. De voedingstoffen worden door het groeiende riet opgenomen. Het riet wordt gemaaid en afgevoerd. Het natuurlijk gezuiverde water stroomt er aan de andere kant weer uit. Verder antwoordt de plv. voorzitter dat Schiedam aan het plan bijdraagt omdat de gemeente destijds een achterstand had in waterkwaliteit die niet op korte termijn op het eigen grondgebied kon worden opgelost. Daarom heeft Schiedam bijgedragen aan de plannen om de hoeveelheid rioolvreemd water te verminderen die bij wateroverlast vanuit Vlaardingen naar de Groote Lucht wordt afgevoerd. Als het hard regent stijgt het peil in de (polder)singels van Vlaardingen boven de overstortdrempels van de riolering. Het (oppervlakte)water uit de singels loopt dan de riolering in en wordt afgevoerd naar de Groote Lucht die daardoor van slag raakt. De besparing wordt bereikt omdat het zandfilter dat nodig is om het rioolvreemde water door te geleiden, kan komen te vervallen. Die besparing is nog niet goed te kwantificeren. De plv. voorzitter geeft aan dat bij de prioritering van de maatregelen voor Delfland aan de kadernota wordt getoetst. In het waterplan wordt het voornemen geuit om alle maatregelen tot 2030 uit te voeren. Uiteraard wordt daarbij begonnen met de meest kansrijke. Het waterplan is ambtelijk afgehandeld en moet nu nog door de verschillende besturen goedgekeurd worden. Bij de planning moet ook op de lange termijn gedacht worden omdat maatregelen van de gemeente en Delfland worden gecombineerd bijvoorbeeld bij het openleggen van een weg. Elke drie jaar worden plan en krediet geactualiseerd en kan de VV monitoren of de uitvoering verloopt zoals afgesproken. Met slimme sifon ten slotte, wordt bedoeld dat door de ligging halverwege de ringsloot zes duikers niet hoeven te worden vergroot. Daarmee wordt 2 à 3 ton bespaard. Bovendien kan de sifon bij wateroverlast op afstand (dus snel) bediend worden. Bij het ontwerp en begroting is rekening gehouden met de exploitatie. Tweede termijn De heer Kuijvenhoven constateert dat eigenlijk het zekerstellen van de OAS-bijdrage de aanleiding is om dit Waterplan vast te stellen. Hij kan zich in deze financiële aanleiding vinden omdat daarmee het zandfilter bij de Groote Lucht kan worden afgebouwd. De heer Batist wil in het voorstel meegaan onder de voorwaarde dat zeker is gesteld dat Schiedam de OAS-bijdrage levert. Hij vindt dat dat er letterlijk in moet staan. De plv. voorzitter geeft aan dat dat in het voorstel wel is omschreven, maar door boekhoudkundige regels niet zo kan worden opgenomen. Mevrouw Engels vraagt hoe de procedure verder verloopt. De plv. voorzitter antwoordt dat na deze commissie de VV de notitie bespreekt. Het bestuurlijke overleg van mevrouw BomLemstra met de gemeente Vlaardingen is aanstaande vrijdag. De gemeenteraad moet er daarna nog mee instemmen. Mevrouw Engels vraagt nog wat de intentieovereenkomst met Natuurmonumenten inhoudt. De plv. voorzitter antwoordt dat het overleg met Natuurmonumenten in dit Waterplan is genoemd omdat het invloed kan hebben op de ruimtelijke inrichting. Het is echter geen onderdeel van het Waterplan. De heer Hombergen vraagt wat de rol is van gemeente Schiedam, gemeente Vlaardingen en Delfland en of er een leading party is in opdrachtverlening. De plv. voorzitter antwoordt dat gemeente Schiedam alleen een financiële bijdrage levert. Delfland en de gemeente Vlaardingen zijn voor hun deel van de maatregelen elk apart opdrachtgever. Er is geen leading party.
3
Besluit: Het stuk gaat door naar de VV als hamerstuk.4 5.11 Gemeenschappelijke regeling Aquon De plv. voorzitter licht toe dat aan de commissie advies wordt gevraagd om het samenwerkingsverband uit te breiden met nog twee waterschappen. Daarmee kan nog optimaler van het schaalvoordeel gebruik worden gemaakt waardoor de besparingen verder toenemen. De heer Van der Wedden vraagt of er door de Aquon-laboratoriumfusie ook minder personeel nodig is. Verder vraagt hij of er door de nu instappende waterschappen Stichtse Rijnlanden en Rivierenland ook gedeeld wordt in de door de andere waterschappen al gemaakte voorbereidingskosten en wil hij graag weten welk deel van de besparing van 699.000 euro Delfland toekomt. De heer Hombergen sluit zich aan bij de vorige spreker en heeft nog een paar vragen: Hoe kan berekend worden welke besparing de fusie Delfland oplevert?; Is die besparing een hard getal?; Is er al meer bekend over hoe de deelnemende partijen herkenbaar blijven (logo’s)?; Zijn de vestigingsplaatsen van de nieuwe laboratoria al bekend?; Hoe wordt met het personeel omgegaan?; Komt er een sociaal plan? Mevrouw Engels is ook geïnteresseerd in wat er met het personeel gaat gebeuren en vraagt wat de vestiging op drie locaties specifiek voor het Delflandse personeel betekent. De heer Batist begrijpt niet hoe precies tot de genoemde besparingen wordt gekomen. Het in het stuk genoemde rapport op internet geeft ook geen duidelijkheid. In de bijlage op internet staat op p52 een besparing van 39k€ in 2015 voor Delfland. Hoe verhoudt deze besparing zich tot het randvoorwaardelijke besparingspercentage uit het eerdere VV-besluit?5 Wat is de status van de begroting en klopt het dat de cijfers van Rijnland nog niet in de begroting zitten?6 Hij ziet dat door de fusie minder werklocaties nodig zijn maar vraagt zich af hoe groot het nadeel is van de panden die tegelijkertijd ergens vrijkomen. Mevrouw Dijkshoorn wil graag weten wat ilopunten zijn? Verder vraagt zij: Gaan de drie voorziene laboratoria hetzelfde werk doen of wordt ook gespecialiseerd?; Gaat Aquon ook werk doen voor andere waterschappen of voor de markt? De heer Reijn vraagt of er een uitstapmogelijkheid opgenomen is in de overeenkomst en wat die in zou houden? Ook wil hij weten of de kosten en besparingen terug te vinden zijn in de begroting van Delfland? Beantwoording eerste termijn De plv. voorzitter licht toe dat ilopunten rekeneenheden zijn die het mogelijk maken om de bedrijfsvoering van de waterschappen te vergelijken. Die techniek is nodig om tot een verdeelsleutel voor de fusie te komen. De 7,2 procent is ten opzichte van de oude situatie voor het fusiemoment (2009). Dat is voor 2009 ruimschoots gehaald. De onderhandelingen met de nu toetredende waterschappen hebben lang geduurd omdat die 7,2 procent ook binnen de begroting voor 2011 moest worden gehaald. Dat is wel gelukt, maar eerder dreigde Delfland voor de bemonstering van de zuivering en de hydrobiolologische bemonstering van oppervlaktewater wat meer te moeten betalen. Hij geeft verder aan dat in de begroting alleen de uitbestedingskosten zichtbaar zijn en niet de kosten en de baten van de fusie. Het zou inzichtelijk kunnen worden gemaakt via de 4
De VV ontvangt een herziene bijlage 1 (deel 7 Uitvoeringsprogramma). In de bijlage is nog een kleine aanpassing doorgevoerd. Het gaat om de tabellen 2.3 en 2.6. Het bedrag aangaande de kostenraming voor de aanleg van de “slimme” sifon was niet correct en is aangepast. Verder zijn in de bijlage de voorbereidingskosten voor de werkzaamheden opgenomen. 5
De besparing op p52 is ontoereikend voor het randvoorwaardelijke besparingspercentage. Delfland heeft daarom een aanvullende constructie afgesproken met betrekking tot monstername afvalwater. Met het voordeel van deze constructie (50k€) voldoet Delfland aan het percentage dat de VV als randvoorwaarde heeft gesteld voor toetreding tot de GR. Daarnaast wordt het financieel perspectief gunstiger als Rivierenland en Stichtse Rijnlanden toetreden en stuurt de stuurgroep gedurende het fusieproces actief op een verdere verhoging van de efficiency, bijvoorbeeld door flexibeler in te spelen op een variërend aanbod. 6
De conceptbegroting is vastgesteld door de stuurgroep en is de eindversie; de cijfers van Rijnland zitten in de begroting. Na vaststelling van de begroting wordt deze beschikbaar gesteld in de leeskamer in het gemeenlandshuis.
4
facturen van de bemonstering, maar de voorzitter zegt dat niet op voorhand toe als vast onderdeel van de jaarrekening. De redenering over het (internet)rapport van de heer Batist kan hij niet goed plaatsen. De besparingsverschillen tussen de deelnemende waterschappen hangen onder meer af van de bestaande situatie. Zo was Delfland al goed bezig met Deltawater. Daarom realiseert Rijnland met de fusie ook een grotere besparing. Op de formatie wordt op termijn ongeveer 16 fte bespaard. Dat loopt met de toetreding van Rivierenland en de Stichtse Rijnlanden nog wat verder op. In het sociaal statuut is opgenomen dat er geen gedwongen ontslagen vallen. Zoals te doen gebruikelijk is in deze gevallen, zal afvloeiing via natuurlijk verloop gebeuren. Als iemand vertrekt wordt die plaats niet meer ingevuld. Er is wel nog een discussie over de reisvergoeding ontstaan omdat aanvankelijk uitgegaan werd van één vestiging in Sliedrecht en nu van drie locaties (Tiel, Breda, Leiden). Dat punt moet nog worden uitonderhandeld, maar daarvoor is nog tijd omdat de start in juli 2011 is voorzien. Aquon gaat bestaan uit drie volwaardige laboratoria die hetzelfde werk kunnen doen. Specialisatie wordt nu nog niet voorzien. Op termijn is specialisatie niet uitgesloten, maar daar moet een aanleiding voor zijn. Het punt van de logo’s heeft de aandacht van meer waterschappen, die net als Delfland ook graag herkenbaar willen blijven na de fusie. Daarover wordt verder gepraat nadat de financiën in orde zijn. Rivierenland en de Stichtse Rijnlanden hebben volledig gedeeld in de reeds gemaakte voorbereidingskosten. Dat was een voorwaarde voor deelname. Stoppen met de gemeenschappelijke regeling kan na minimaal vijf jaar en dan geldt een opzegtermijn van een jaar. Er is een onafhankelijke boekhouder aangesteld om in een dergelijk geval de door de scheidende deelnemer veroorzaakte frictiekosten te bepalen. Tweede termijn De heer Hombergen stelt dat de besparing niet het enige doel was van de fusie. Ook van belang is een grotere continuïteit en eenheid van werken tussen de waterschappen. Hij vraagt of die doelen beter meetbaar te maken zijn dan nu het geval is. De plv. voorzitter antwoordt dat het doel voor 2009 in ieder geval ruimschoots gehaald is. Hij kan niet alle vragen beantwoorden en vraagt om vertrouwen. Het weet dat het geen rationele onderbouwing is, maar hij heeft een goed gevoel over de fusie. De heer Kuijvenhoven vraagt of er mogelijk nog meer deelnemers komen. De plv. voorzitter antwoordt dat dat te zijner tijd mogelijk is als dat voordelen biedt, maar dat er niet actief naar meer deelnemers wordt gezocht. De heer Batist wil toch graag een actuele begroting van Aquon-Plus en meer inzicht in de kosten en besparingen. De plv. voorzitter licht toe dat hij de vragen niet geheel kan beantwoorden. De kosten en baten van de fusie liggen besloten in de begroting van Delfland. De begroting voor Aquonplus zal hij te zijner tijd toezenden ter kennisname. Die is nu niet te geven omdat dat van een organisatie die nog niet bestaat volgens de boekhoudkundige regels niet mogelijk is. De plv. voorzitter antwoordt nog op de vraag over onderzoek voor derden dat hoofdzakelijk voor publiekrechtelijke lichamen kan worden gewerkt en tot 10 procent voor derden. Te denken valt aan Delfluent en Rijkswaterstaat waarvoor eerder ook werk is gedaan. Besluit: Het voorstel voor de Gemeenschappelijke Regeling Aquon gaat als hamerstuk naar de VV. 06. Rondvraag De heer Van der Wedden wil graag de stand van zaken bij Gooland weten. Is het rapport van de Grontmij er al? De plv. voorzitter antwoordt aan de hand van informatie die hij van mevrouw Bom-Lemstra heeft doorgekregen dat het rapport er is en dat het openbaar is. Op 2 december 2010 komt het in de raad van de gemeente Den Haag. De conclusies komen overeen met die van Delfland. Als het digitaal beschikbaar, dan wordt het digitaal aan de commissie toegezonden. Als het
5
niet digitaal voorhanden is, worden alleen de conclusies van het rapport op papier rondgestuurd.7 In ‘de Ingenieur’ heeft de heer Van der Wedden een artikel van een Amerikaanse deskundige gelezen die stelt dat voor Nederland alleen dijken niet genoeg zijn. Er zouden ook evacuatieroutes bekend moeten zijn bij een overstroming. Hij vraagt of Delfland een visie daarop heeft? De plv. voorzitter antwoordt dat de eerste verantwoordelijkheid in een dergelijk geval, waarbij het om openbare veiligheid gaat, bij de Commissaris van de Koningin (provincie) en de burgemeesters van de betrokken gemeenten ligt. Delfland heeft wel technische inbreng in het crisisteam dat dan ingesteld wordt. De heer Overmeer krijgt telkens als antwoord, als hij de vangstmethode van muskusratten ter discussie stelt, dat daarover pas in 2011 kan worden doorgepraat. Hij wil graag al tijdens het proces om tot de nieuwe organisatie te komen, over een ander aanpak nadenken en vraagt naar suggesties van de aanwezigen. De plv. voorzitter weet dat de heer Overmeer dit punt consequent ter discussie stelt maar moet doorverwijzen naar de afwezige portefeuillehouder mevrouw Bom-Lemstra. Mogelijk is zij bereid tot bilateraal overleg over de vraag maar hij kan niet voor haar spreken. De heer Hombergen vraagt door op de gevolgen van een overstroming voor Delfland. Hoe moet het hoogheemraadschap bijvoorbeeld omgaan met elektrische gemalen die uitvallen? Hij wil daar graag meer over weten. De plv. voorzitter geeft aan dat er afspraken en een calamiteitenplan zijn voor als zich calamiteiten voordoen. Zo zijn er onder meer afspraken over het plaatsen van mobiele pompen. Hij zegt toe dat de VV schriftelijk wordt geïnformeerd over wat er gebeurt als elektrische gemalen dreigen uit te vallen. Mevrouw Engels meldt dat haar schriftelijke vragen over Ter Heijde en ’s Gravenzande die ze eerder stelde volledig zijn beantwoord. Echter heeft ze nu bericht gehad van vrijwilligers die bij het beheer betrokken zijn dat er weer vegetatie in dat duinengebied is geruimd. Mogelijk heeft dit te maken met het werk voor de zwakke schakels, maar ze wil graag weten wat er aan de hand is, of er vergunningen voor het werk zijn en waarom de vrijwilligers niet op de hoogte zijn gebracht. De plv. voorzitter antwoordt dat hiermee de vragen formeel zijn vastgelegd en verwijst voor de beantwoording naar de afwezige portefeuillehouder mevrouw Bom-Lemstra.8 De plv. voorzitter sluit de vergadering om 13.15 uur. Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Waterketen en Waterkeringen d.d. 1 februari 2010. De voorzitter,
De secretaris,
mevr. mr. A.W. Bom-Lemstra
mevr. mr. A.I.L. Kooiman
7
De notitie van de Grontmij „Wateroverlastproblematiek Gooland gemeente Pijnacker-Nootdorp‟ d.d. 12 oktober 2010 is digitaal beschikbaar en is aan de VV toegezonden. 8
De door hoogheemraad Bom-Lemstra gemailde antwoorden op de voorafgaand aan de commissie door mw. J. Engels gestelde vragen over Kijkduin (zwakke schakels) worden toegezonden naar de commissie Waterketen en Waterkeringen d.d. 1 februari 2011.
6