Raadsvergadering d.d. 23 september 2008 Raadsnota nummer: 0008047 Onderwerp: Beleidsverslag sociale zekerheid 2007 Vragen van fractie: GroenLinks/D66 Naam raadslid: W.J.W.A. van der Zanden VRAGEN 1. Mensen die met ingang van 2007 bijstand aanvragen hebben recht op een voorschot van minimaal 90% van de bijstandsuitkering. Krijgen alle aanvragers van bijstand standaard binnen vier weken dit voorschot en worden ze ook standaard op deze mogelijkheid van een voorschot gewezen? Antwoord: De meeste aanvragen voor levensonderhoud worden binnen een maand afgehandeld, zodat er geen aanleiding is voor het verstrekken van een voorschot. In de incidentele gevallen waarin de afhandeling toch langer duurt, vindt voorschotverlening plaats. 2. Hoeveel personen zijn in 2007 gedurende de aanvraag van een bijstandskering afgehaakt? Is er onderzoek gedaan naar wat er met deze personen gebeurd is en zo ja, wat zijn hier de resultaten van? Antwoord: In 2007 zijn er 41 aanvragen levensonderhoud ingetrokken. Er kunnen verschillende redenen zijn voor deze intrekking. Deze redenen registreren wij niet afzonderlijk zodat wij hiervan geen overzicht kunnen geven. Er vindt na intrekking van de aanvraag geen verder onderzoek plaats. 3. Zijn in de tabel op pagina 17 ook de gegevens verwerkt van Work First trajecten die voor 2007 begonnen zijn maar pas in 2007 zijn afgerond? Zo nee, kunnen deze gegevens dan alsnog gegeven worden? Antwoord: De tabel op pagina 17 bevat alleen gegevens over trajecten die in 2007 zijn gestart. Pas met ingang van 1-1-2007 worden voortrajecten ingezet voor mensen met een uitkering die in aanmerking komen voor Work First. Over voortrajecten zijn de gegevens die u vraagt dus niet beschikbaar. Hieronder ziet u een tabel over trajecten/dienstverbanden die voor 2007 zijn begonnen en in 2007 zijn afgerond. Lopende trajecten per 1-1-2007 Beëindiging zonder duurzame plaatsing in 2007 Duurzame uitstroom in 2007 Nog doorlopend in 2008
21 11 7 3
4. Wat gebeurt er met personen die na een voortraject Work First niet op een Work First traject geplaatst worden? Antwoord: Mensen voor wie in het voortraject gebleken is dat een dienstverband en traject niet mogelijk is, blijven uitkering ontvangen. Afhankelijk van de reden wordt gezocht naar een ander geschikt traject (bijvoorbeeld sociale activering) om stappen te zetten naar werk.
5. Uit tabel 5 volgt dat 11 personen geplaatst zijn. Betekent het dat deze personen werk hebben gevonden na afloop van hun Work First traject? Antwoord: Dat klopt. 11 personen hebben met behulp van Work First werk gevonden. 6. Op pagina 25 staat dat er niet voor gekozen is om de periodieke verklaring te vervangen door een mutatieformulier dat enkel ingeleverd hoeft te worden bij wijzigingen vanwege grotere rechtmatigheidswaarborgen. Kan dit nader toegelicht worden? In sommige andere gemeentes (b.v. Utrecht) is hier wel voor gekozen en hier zal toch ook gekeken zijn naar voldoende rechtmatigheidswaarborgen. Antwoord: Bij de keuze om (nog) niet over te gaan tot de afschaffing van de periodieke verklaring hebben wij overwogen dat de rechtmatige verstrekking van de uitkering met afschaffing onvoldoende gewaarborgd zou zijn. Er zijn inderdaad andere gemeenten die hierbij een andere afweging hebben gemaakt. Er zijn overigens ook gemeenten (o.a. Nijmegen) die weer zijn teruggekomen op de afschaffing van de periodieke verklaring en deze na een aanvankelijke afschaffing weer hebben ingevoerd. 7. In grafiek 10 is aangegeven waarom personen in de bijstand instromen. Onder welke categorie vallen personen waarvan het Work First traject in 2007 is beëindigd en die toch weer in de bijstand terecht gekomen zijn? Om hoeveel personen gaat het hier? Antwoord: 1 persoon (van de 16 beëindigde trajecten) voor wie het Work First traject in 2007 is beëindigd heeft een uitkering aangevraagd. De overige personen hebben zich niet meer gemeld voor uitkering. Deze persoon behoort tot de categorie beëindiging werk 8. Uit tabel 7 op pagina 26 volgt dat er in 2006 en 2007 geen herbeoordelingen WWB meer hebben plaatsgevonden. Wat is hier de reden van? Antwoord: De herbeoordelingen hadden betrekking op de invoering van de Wet werk en bijstand op 1 januari 2004. Iedereen die voor de invoering van de WWB een bijstandsuitkering ontving moest in 2005 worden herbeoordeeld. Deze herbeoordelingen hebben dus in 2005 plaatsgevonden. 9. Onder welke categorie vallen personen die in 2007 vanuit de bijstand in een Work First traject terechtgekomen zijn in grafiek 11? Om hoeveel personen gaat het hier? Antwoord: Het gaat hier om 17 personen. Zij vallen onder de categorie werkaanvaarding 10. Worden bijstandsgerechtigden vanuit de gemeente actief gewezen op het bestaan van de Onafhankelijk Arbeidsadviseur? Antwoord: Nee, dat gebeurt op dit moment niet.
11. Op pagina 38 wordt aangegeven dat er in 2007 geen wachtlijst was voor schuldhulpverlening. Betekent dit dat alle huishoudens die deze hulp nodig hadden meteen na aanmelding schuldhulpverlening gekregen hebben? Antwoord: Ieder verzoek om schuldhulpverlening kon direct in behandeling genomen worden. Dit betekent overigens niet dat iedere aanvraag leidt tot een schuldhulpverleningstraject, dit is namelijk afhankelijk van de omstandigheden en de vraag in hoeverre de aanvragen aan het traject wil meewerken. 12. Wat is de reden dat een bestandskoppeling met de belastingdienst om het niet gebruik van voorzieningen tegen te gaan in 2007 niet zinvol was? Antwoord: Uit de uitwisselingen die hebben plaatsgevonden is gebleken dat de gegevens die worden verkregen van de belastingdienst niet goed bruikbaar waren. In sommige gevallen was de informatie niet volledig en verder speelt een rol dat de belastingdienst uitgaat van de individuele belastingplichtige terwijl voor het recht op bijstand gekeken moet worden naar de gezinssituatie. 13. Is het in 2007 ook voorgekomen dat inburgeraars met een bijstandsuitkering bijzondere bijstand hebben aangevraagd voor de kosten van hun inburgeringstraject? Wordt en kan hierdoor door de gemeente bijzondere bijstand voor verleend worden? Antwoord: In 2007 zijn dergelijke aanvragen niet voorgekomen. In individuele gevallen bestaat er de mogelijkheid om voor dergelijke kosten bijstand te verlenen.
Raadsvergadering d.d. 23 september 2008 Raadsnota nummer 0008047 0nderwerp: beleidsverslag sociale zekerheid 2007 Vragen van fractie
CDA
Naam raadslid: Mustafa Cicek
VRAGEN 1. Hoe heeft de cliëntenraad op dit stuk gereageerd, welke specifieke opmerkingen zijn door hen gemaakt ? Antwoord: Het beleidsverslag is op 15 mei 2008 behandeld in de overlegvergadering van de cliëntenraad. Abusievelijk zijn de opmerkingen van de cliëntenraad niet, zoals voorgaande jaren verwerkt in het raadsvoorstel. Het uittreksel uit het verslag van deze overlegvergadering is hieronder opgenomen. 5.
Beleidsverslag sociale zekerheid 2007
De volgende onderdelen van het beleidsverslag komen aan de orde. Naar aanleiding van een vraag van de cliëntenraad wordt er uitleg gegeven over tabel 1 (pagina 11). Grafiek 5 (pagina 13) laat zien dat het aantal werklozen fors is gedaald. De cliëntenraad vraagt of er inzicht is
in de oorzaken van deze daling. Grafiek 5 gaat over de omvang van de werkloosheid en grafiek 1 (pagina 9) over de omvang van het uitkeringsbestand. Grafiek 1 laat een forse daling van het aantal uitkeringen zien. Er zijn verschillende reden voor de daling van de werkloosheid en het aantal uitkeringen. In de eerste plaats speelt de economische ontwikkeling een belangrijke rol. Daarnaast is het aantal uitkeringsgerechtigden gedaald door het gemeentelijk re-integratiebeleid (o.a. work first) en de aandacht voor handhaving. In grafiek 1 is ook te zien dat het aantal uitkeringen in Oosterhout sneller is gedaald dan het landelijke beeld. Hoofdstuk 5 gaat over inburgering. De cliëntenraad vraagt hoe dit in Oosterhout loopt. De inburgering staat in Oosterhout goed op de rails. Er is inmiddels extra formatie ingezet om nog meer personen de mogelijkheid van een inburgeringstraject te bieden. Om burgers hiervoor te bereiken zal waarschijnlijk voor een wijkgerichte aanpak gekozen worden. In paragraaf 6.3.4 (pagina 26) wordt ingegaan op het huisbezoek. De cliëntenraad vraagt wanneer er een huisbezoek wordt afgelegd en of dit vooraf wordt aangekondigd. Het betreffende onderdeel over huisbezoeken heeft betrekking op handhaving. Een huisbezoek vindt plaats als er signalen zijn die er op kunnen duiden dat de werkelijke situatie anders is dan de cliënt aangeeft. In het algemeen vindt een dergelijk huisbezoek onaangekondigd plaats. Ten aanzien van de langdurigheidstoeslag (pagina 33) vraagt de cliëntenraad waarom het aantal is achtergebleven bij de doelstelling. Verder heeft men gelezen dat de gemeente meer beleidsruimte krijgt bij het verlenen van een langdurigheidstoeslag en vraagt men of Oosterhout hiervan gebruik maakt. Het feit dat het aantal personen dat een langdurigheidstoeslag heeft ontvangen lager is dan geraamd wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het feit dat het aantal uitkeringsgerechtigden fors is gedaald. Ten aanzien van de grotere beleidsruimte gaat het nog om een wetsvoorstel dat het kabinet heeft ingediend. Pas op het moment dat de wet formeel is gewijzigd kan de gemeente deze beleidsruimte gaan invullen. Het aantal huishoudens dat is bereikt met het interventieprogramma (pagina 36) is gedaald. Hoe is deze daling te verklaren. Een belangrijke reden van de daling is dat het gemeentelijk beleid is gewijzigd waardoor een aantal voorzieningen, zoals de kosten van zwemlessen, verstrekt kunnen worden zonder tussenkomst van de GGD. De cliëntenraad kan instemmen met het beleidsverslag.
2. Volgens het beleidsplan 2007 zou u bijzondere aandacht schenken aan een stimuleringsregeling om binnen het bestand van uitkeringsgerechtigden kandidaten in aanmerking te brengen om als ZZPers aan de slag te gaan. Wat is het resultaat van die inspanning ? Antwoord: In het beleidsplan 2007 is vastgelegd dat zelfstandig ondernemerschap als uitstroominstrument onderzocht zou worden. Dit onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden. Zie hiervoor ook de toelichting in het kader op pagina 18 van het beleidsverslag. 3. In tabel 7 op blz. 26 wordt bij de Herbeoordeling WWB een 0 ingevuld. Wilt u dit nader verklaren? Antwoord: De herbeoordelingen hadden betrekking op de invoering van de Wet werk en bijstand op 1 januari 2004. Iedereen die voor de invoering van de WWB een bijstandsuitkering ontving moest in 2005 worden herbeoordeeld. Deze herbeoordeling heeft dus in 2005 plaatsgevonden. 4. Kan er sprake zijn van dubbel werk inzake de functies van werkmakelaars ? Immers
de taken komen zowel voor bij de gemeentelijke organisatie, het WSP (waar ook nog eens casemanagers van de gemeente werkzaam zijn) en het CWI. Bemoeien die zich allemaal met dezelfde mensen? Antwoord: Binnen het WSP hebben alle ketenpartners (CWI, UWV en gemeente) hun inbreng. De werkmakelaar zorgt in samenwerking met de andere medewerkers binnen het WSP voor een actieve werkgeversbenadering. Er is dus sprake inpassing in het WSP en niet van dubbel werk. De mogelijkheid van inpassing in het WSP werd ook al in het beleidsplan 2007 genoemd. 5. Wat zijn de gevolgen voor de gemeente als de termijn van de langdurigheidstoeslag zou worden teruggebracht naar 3 jaar ? Antwoord: Dit zal uiteraard tot gevolg hebben dat een grotere groep voor de langdurigheidstoeslag in aanmerking komt. Over de exacte gevolgen kunnen wij op dit moment echter geen uitspraken doen. Raadsvergadering d.d. 23 september 2008 Raadsnota nummer 0008047 Onderwerp: Beleidsverslag Sociale Zekerheid 2007 Vragen van fractie: Gemeentebelangen
Naam raadslid: Ad Kouwelaar
VRAGEN 1. pag. 15 - “Er zijn 6 vormen van dienstverlening aanbesteed waaronder : inkoop losse instrumenten, diagnose instrumenten en arbodienstverlening voor uitkeringsgerechtigden”. Wat moet onder de respectievelijke vormen van dienstverlening worden verstaan? Antwoord: Voor uitkeringsgerechtigden worden (onder andere) trajecten ingekocht. Soms is het niet nodig om een heel traject in te kopen, maar kan iemand geholpen worden door één los instrument in te kopen (bijvoorbeeld een training werknemersvaardigheden). Daarom is bij de aanbesteding gezocht naar een contractpartner die verschillende soorten ‘losse’ instrumenten kan verzorgen. Bij diagnose instrumenten gaat het met name om medisch-arbeidsdeskundige beoordeling in de situatie dat iemand aangeeft lichamelijke of psychische beperkingen te hebben. Er wordt dan door een specialist beoordeeld of en in welke mate er medische klachten zijn waarmee rekening moet worden gehouden. Met deze informatie kan worden ingeschat wat voor mogelijkheden iemand heeft om aan het werk te komen. Over arbodienstverlening: In de opstartfase naar een traject of bij deelname aan een traject is het van belang om aandacht te besteden aan ziekteverzuim door klanten. Weinig verzuim verhoogt het succes van re-integratieactiviteiten. Als sprake is van verzuim is het belangrijk om te weten wat de reden van het verzuim is, of het verzuim terecht is en wat de verwachte duur is. Hiervoor wordt een professionele dienstverlener ingeschakeld. Zo kan de consulent van de gemeente goed beoordelen wat hij wel van de klant mag verwachten en wat niet.
2. pag.18 – er hebben in 2007 16 personen deelgenomen aan sociale activering gericht op participatie. Hoe gaat het nu met deze personen, oftewel is er een toetsing naar de “toestand” van deze mensen? Antwoord: Net als bij alle andere vormen van trajecten worden deze activiteiten / mensen begeleid door een professionele organisatie en gevolgd door consulenten van de gemeente. 3. pag. 27 – bijna 23 % van de uitstroom in 2007 (84 personen) vallen onder de categorie “overige” is er een verder splitsing aan te geven van dit percentage? Antwoord: Neen, wij kunnen hiervan geen verdere specificatie geven. 4. pag. 29 – “de ten onrechte verstrekte bijstand wordt van betrokkenen teruggevorderd”. Hoe succesvol is die terugvordering? Antwoord: In tabel 9 zijn de ontvangsten van de verschillende vorderingssoorten opgenomen. Hieruit blijkt dat ten aanzien van terugvordering WWB een bedrag van € 205.937 is ontvangen. Bij terugvordering IOAW/IOAZ gaat het om een bedrag van € 22.750. 5. pag.33 en 34 - De doelstellingen van langdurige toeslag en bijzondere bijstand zijn niet gehaald. Is dat positief of negatief en wat is de reden van het niet halen van de doelstellingen? Antwoord: Het aantal huishoudens dat een beroep doet op bijstand voor de kosten van levensonderhoud is in 2007 fors gedaald (zie grafiek 1). Dit leidt ook tot een daling van het beroep op de langdurigheidstoeslag en bijzondere bijstand. Overigens geldt met name voor de bijzondere bijstand dat er mogelijk sprake is van de situatie waarin huishoudens die hier recht op hebben geen gebruik maken. 6. pag.35 – ten opzicht van 2006 is het aantal “Voorzieningen voor wonen” bij de bijzondere bijstand fors gestegen. Is daar een specifieke oorzaak voor aan te geven? Antwoord: Neen, er is hiervoor geen specifieke oorzaak aan te geven. 7. pag.36 – de kwijtschelding voor hondenbelasting geldt alleen voor de eerste hond! Antwoord: Klopt 8. pag.39 – er is een vergelijkend onderzoek naar het “niet gebruik” in de gemeenten Oosterhout, Waalwijk, Oss en Bergen op Zoom, in juni 2008 afgerond . Zijn er al bruikbare voorlopige conclusies getrokken en welke zijn dat dan? Antwoord:
De uitkomsten van dit onderzoek zullen wij betrekken bij de actualisering van het minimabeleid. Uw raad zal hierover bij de behandeling van het minimabeleid worden geïnformeerd. Raadsvergadering d.d. 23 september 2008 Raadsnota nummer 0008047 0nderwerp: beleidsverslag sociale zekerheid 2007 Vragen van fractie VVD Naam raadslid: J. de Ridder VRAGEN 1. Op pagina 2 van de Samenvatting staat dat de uitgaven voor de uitkeringen hoger zijn dan het budget dat wij hiervoor van het rijk hebben gekregen. Waar zitten die overschrijdingen precies in? Antwoord: De daling van het aantal uitkeringsgerechtigden is met name in de jaren 2004 tot en met 2006 lager geweest dan de landelijke ontwikkelingen. Omdat het macrobudget wordt vastgesteld op basis van landelijke ontwikkelingen van het bijstandsvolume waren de budgetten voor 2006 en 2007 het budget 2007 lager dan het budget van de jaren daarvoor. Hierdoor zijn wij geconfronteerd met tekorten. 2. Welke maatregelen worden genomen om die overschrijdingen terug te dringen? Antwoord: Wij hebben de activiteiten gericht op handhaving en re-integratie geïntensiveerd. Dit heeft in de loop van 2007 geleid tot een daling van het uitkeringsbestand die gunstiger is dan het landelijk gemiddelde. Zoals het er nu naar uit ziet zal er in 2008 geen sprake meer zijn van een tekort op het uitkeringsbudget. 3. Is het mogelijk bij de gerealiseerde doelstellingen het cijfermateriaal, te vergelijken met de cijfers van vergelijkbare gemeenten? Met andere woorden doen wij het beter dan andere gemeenten? Antwoord: In grafiek 3 is de ontwikkeling van het uitkeringsvolume in Oosterhout afgezet tegen de landelijke ontwikkelingen en de gemeenteklasse waar Oosterhout in valt. Hieruit blijkt dat de daling van het uitkeringsvolume in Oosterhout sneller is gegaan dan het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van de gemeenteklasse. 4. Op pagina 21 is vermeld dat de aanbesteding van inburgeringstrajecten langer heeft geduurd dan gepland? Wat is de oorzaak daarvan? Antwoord: Deze vertraging is veroorzaakt door het feit dat er door een van de aanbieders een kort geding procedure is gestart naar aanleiding van de aanbesteding. Overigens is deze aanbieder door de rechter in het ongelijk gesteld.