Investeren in duurzame groei Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
De Rotterdamse aanpak Het programma Duurzaam 2010-2014:
oorzaken als de gevolgen van de klimaat-
Rotterdam is uniek en blijkt een inspirerend
Investeren in duurzame groei is het
verandering aan te pakken, de luchtkwaliteit
voorbeeld voor andere steden. Het publiek-
draaiboek waarmee Rotterdam werkt aan
te verbeteren en de geluidsoverlast te
private samenwerkingsverband Rotterdam
een schone, groene, gezonde en economisch
beperken, werkt Rotterdam voortvarend aan
Climate Initiative (RCI) maakt onderdeel uit
sterke stad. Rotterdam is een daadkrachtige
het totale duurzaamheidsdossier. Door de
van dit programma en richt zich op een
en innovatieve wereldhavenstad en neemt
ambities en resultaten op het gebied van
halvering van de CO2-uitstoot in 2025 ten
samen met bewoners, bedrijven en in-
milieu, klimaat, energie, water en afval
opzichte van 1990, honderd procent
stellingen haar verantwoordelijkheid voor een
ontwikkelt Rotterdam zich tot de duur-
klimaatbestendigheid in 2025 en verster-
duurzame toekomst. Door zowel de
zaamste wereldhavenstad. De aanpak van
king van de Rotterdamse economie.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
3
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
4
Inhoudsopgave
Leeswijzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Managementsamenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Activiteiten, resultaten en effecten 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 3 Het kader: Programma Duurzaam 2010-2014 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Algemene resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Opgave 1 Vooroplopen bij het v erminderen van CO2-uitstoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Opgave 2 Verbeteren van de energie-efficiency . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Opgave 3 Omschakelen naar duurzame energie en biomassa als brand- en grondstof . . . . . . . . . . 25 Opgave 4 Bevorderen van duurzame mobiliteit en transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Opgave 5 Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Opgave 6 Groener maken van de stad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Opgave 7 Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen van duurzame producten . . . . . . 41 Opgave 8 Duurzaamheid in onderwijs en onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Opgave 9 Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Opgave 10 Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Transitiemonitor duurzaam Rotterdam 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Organisatie en financiën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Publicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
5
Leeswijzer In mei 2011 werd het Rotterdamse
zaamheidsopgaven van het programma
• Transitiemonitor
programma Duurzaam 2010-2014: Investe-
Duurzaam. Met behulp van dit programma
ren in duurzame groei gelanceerd. In deze
wil Rotterdam de transitie naar een
vraag in hoeverre Rotterdam op de goede
tweede ‘Rotterdamse Duurzaamheidsmoni-
duurzame stad en haven stimuleren.
weg is naar de finishlijn: een duurzame
tor’ worden de resultaten uit 2012 van dit
Jaarlijks wordt er over de voortgang in de
wereldhavenstad. Het Rotterdamse streven
programma op een rij gezet. Naast de
tien opgaven en in deze transitie gerappor-
naar duurzaamheid betekent dat economi-
behaalde resultaten op het gebied van
teerd. Deze Rotterdamse Duurzaamheids-
sche ontwikkelingen gepaard moeten gaan
duurzaamheid en milieu zijn hierin ook de
monitor 2012 bestaat dan ook uit drie
met een steeds lagere CO2 -uitstoot.
resultaten verwerkt van het publiek-private
hoofdonderdelen:
Hiervoor zijn fundamentele veranderingen,
samenwerkingsverband Rotterdam Climate
• Activiteiten en resultaten
transities, nodig in de manier waarop
Initiative (RCI), een initiatief van de
energie wordt gebruikt in de sectoren
gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf
gaven wordt allereerst de belangrijkste
gebouwde omgeving, verkeer en vervoer, en
Rotterdam NV, DCMR Milieudienst Rijn-
activiteiten en de bereikte resultaten in het
industrie en energieopwekking. De transi-
mond en Deltalinqs, de koepelorganisatie
afgelopen jaar beschreven.
tiemonitor is een apart onderdeel van deze
van de Rotterdamse bedrijven in haven en
• Bereikte effecten
rapportage.
industrie. Het Rotterdam Climate Initiative
is onderdeel van het programma Duur-
effecten van de inspanningen, in relatie tot
Aan het einde wordt ingegaan op de
zaam.
de doelstellingen. Dit gebeurt aan de hand
organisatie en de financiële verantwoor-
van indicatoren die voor iedere opgave zijn
ding. Het geheel is op hoofdlijnen samenge-
vastgesteld.
vat in de managementsamenvatting.
De indeling van deze rapportage is
Voor elk van de tien duurzaamheidsop-
Per opgave wordt ingegaan op de
gebaseerd op de tien Rotterdamse duur-
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
In de transitiemonitor gaat het om de
6
Voorwoord De stad verwarmen met restwarmte uit de
50% CO2 -reductie in 2025 ten opzichte van
industrie in de haven, energie besparen
1990 en 100% klimaatbestendigheid.
door stoom tussen bedrijven uit te wisselen, stil asfalt aanleggen, elektrische
Maar vooral ook Rotterdammers zelf leveren
auto’s stimuleren, vele vierkante meters
hun bijdrage. Door zonnepanelen te
groene daken aanleggen, een hybride
installeren, elektrisch te rijden, meer te
sleepboot in de vaart brengen en samen
fietsen en verantwoorder te eten. Er is een
met Rotterdammers werken aan meer
groeiende belangstelling voor duurzame en
groen in de stad. In Rotterdam gebeurt het!
lokaal geproduceerde producten via
Met trots presenteer ik u dan ook de
stadslandbouw. En ook andere partijen in de
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012.
stad, zoals scholen, kennisinstellingen,
Hierin vindt u alle grote en kleinere
woningcorporaties, ontwikkelaars, zieken-
projecten en ontwikkelingen die in 2012
huizen en horecagelegenheden, zetten zich
hebben plaatsgevonden vanuit het
in. Samen met hen maakten we woningen
gemeentelijke programma Duurzaam.
en kantoren energiezuiniger, realiseerden we de honderdtienduizendste vierkante meter
Het programma Duurzaam (2010-2014) is
aan groen dak en bouwden we aan de
het programma waarin we als gemeente
infrastructuur voor elektrische voertuigen: in
Rotterdam werken aan onze ambities voor
ruim een jaar zijn er meer dan 200 oplaad-
een duurzame stad. Deze ambities zijn
punten bijgekomen. En ja: in Rotterdam
gebundeld en vertaald naar tien opgaven.
worden sinds kort volop elektrische scooters
We gaan vol voor een schone, duurzame en
geproduceerd én verkocht!
Ik ben dan ook ongelofelijk trots op wat we met elkaar de afgelopen tijd in Rotterdam
economisch sterke stad en haven. Omdat het in een duurzame stad prettiger en
Het boeken van resultaten gaat niet vanzelf.
voor elkaar hebben gekregen. Maar ik kijk
gezonder leven is. Omdat het economische
Veranderende economische omstandig-
graag verder dan vandaag. Hoe gaan we in
kansen biedt en banen schept zodat we onze
heden maken het voor partijen lastig te
de toekomst aan de slag met onze grote
investeringen ruimschoots terugverdienen.
investeren, ook al geeft die investering op
opgave? Het gaat niet vanzelf. En we
Kortom: investeren in een groene economie
langere termijn grote voordelen. Daarbij
kunnen het niet alleen. Het blijft ontzettend
maakt je als stad op tal van fronten sterker.
moet de prijs van de CO2-uitstoot omhoog
belangrijk om de kwaliteit van onze
om vergroening rendabel te maken. Samen
leefomgeving te verbeteren en tegelijkertijd
Rotterdam is één van de duurzaamste
bepleiten we bij de Europese Unie en de
de Rotterdamse economie te versterken. Ik
steden van Europa (vierde plek Green Capital
rijksoverheid gunstige randvoorwaarden
hoop dat ik ook het komende jaar weer op
2014). Dat is een gezamenlijk resultaat. We
voor verduurzaming. Maar het is vooral ook
de inzet van velen mag rekenen om de
hebben sterke partners met gelijke ambities.
voor onszelf een extra grote uitdaging om al
volgende stap te kunnen zetten naar een
Zoals de mede-initiatiefnemers van het
onze creativiteit aan te wenden en aanspre-
écht duurzame stad!
Rotterdam Climate Initiative (RCI): Haven-
kende projecten te kunnen blijven realiseren.
bedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst
Dat doen we samen, als vier RCI-partners en
Rijnmond en Deltalinqs. Drie organisaties
met de mensen, bedrijven, kennis-
Wethouder Duurzaamheid, Binnenstad en
die samen met de gemeente Rotterdam
instellingen en maatschappelijke organisa-
Buitenruimte
werken aan de doelstellingen van het RCI:
ties in Rotterdam.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
7
Alexandra C. van Huffelen
Managementsamenvatting
Via het programma Duurzaam 20102014: Investeren in duurzame groei werkt
Belangrijke stappen naar een duurzamer Rotterdam
ven. De CCS-demonstratieprojecten ROAD (E.ON en GDF SUEZ) en Green Hydrogen (Air Liquide) kwamen in een cruciale fase. De
Rotterdam aan een schone, groene, gezonde en economisch sterke stad. Het
Verminderen van de uitstoot
investeringsbeslissing van ROAD (Rotter-
Rotterdam Climate Initiative (RCI), een
In 2012 zijn er belangrijke maatregelen
dam Opslag en Afvang Demonstratiepro-
initiatief van de gemeente Rotterdam, het
genomen die op korte termijn gaan zorgen
ject) wordt in 2013 genomen. De Europese
Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieu-
voor een schaalsprong op weg naar een
subsidieaanvraag van het Green Hydrogen-
dienst Rijnmond en Deltalinqs (de
duurzamere stad en haven. Zo is Stedin in
project werd niet gehonoreerd. Air Liquide
koepelorganisatie van de Rotterdamse
april 2012 gestart met de aanleg van een
beraadt zich nu op andere manieren om
bedrijven in haven en industrie), maakt
pijpleiding voor het transport van stoom
CCS te realiseren.
hier deel van uit. De ambities voor 2025
tussen bedrijven in het Botlekgebied. De
zijn stevig: 50% CO2-reductie in 2025 ten
oplevering is in het voorjaar van 2013. Met
LNG kan een belangrijke bijdrage leveren aan
opzichte van 1990 en 100% klimaat-
het stoomnetwerk kan de CO2-uitstoot op
het schoner maken van de transportsector,
bestendig maken van de regio. Het
termijn jaarlijks met meer dan 200.000 ton
door vermindering van de uitstoot van NOx,
programma moet bovendien tot een
CO2 worden gereduceerd en wordt de
SOx, fijnstof en broeikasgassen. Om LNG als
versterking van de Rotterdamse economie
luchtkwaliteit verbeterd. AVR Rozenburg en
transportbrandstof te introduceren, moet
leiden, met in de periode tot 2014
chemiebedrijf EKC, respectievelijk de eerste
een hele keten op gang worden gebracht. De
minimaal 350 miljoen euro aan duurzame
leverancier en eerste afnemer van de stoom,
breakbulkterminal die Gasunie en Vopak
investeringen als resultaat. Investeringen
zijn de andere investeerders.
naast de GATE-terminal gaan bouwen is
die bijdragen aan meer werkgelegenheid,
daarin een belangrijke stap. Hiermee komt
een betere leefkwaliteit voor de Rotter-
Daarnaast is de aanleg van “De Nieuwe
LNG beschikbaar als alternatief voor
dammers en een nog aantrekkelijker
Warmteweg” gestart. Tot eind 2013 werkt
stookolie voor kustvaart, binnenvaart en
vestigings-klimaat voor bedrijven. Ook
Warmtebedrijf Rotterdam aan een pijplei-
wegtransport. De introductie van LNG als
werkt Rotterdam, vooral voor de gezond-
ding van 26 kilometer tussen AVR Rozen-
transportbrandstof wordt begeleid door het
heid van Rotterdammers, aan een
burg en Rotterdam-Zuid. Als het warmtenet
Nationaal LNG Platform, dat in 2012 in
verbetering van de luchtkwaliteit en het
gereed is, kunnen ongeveer 50.000
aanwezigheid van minister Verhagen in
terugdringen van het aantal geluidgehin-
huishoudens en bedrijven worden voorzien
Rotterdam is opgericht. Andere mijlpalen op
derden.
van duurzame warmte. De AVR is het eerste
het gebied van toepassing van LNG zijn de
bedrijf dat restwarmte, die vrijkomt bij
lancering van de eerste hybride, en daarmee
De Rotterdamse duurzaamheidsaanpak,
afvalverbranding, zal leveren aan het
zeer energiezuinige, sleepboot van Europa
vertaald in tien opgaven, wordt jaarlijks
warmtetransportnet. Er zullen steeds meer
(de RT Adriaan als E-KOTUG) in juni 2012 en
gemonitord. Deze tweede jaarrapportage
warmte producenten en -afnemers worden
de doop van een nieuwe LNG-tanker door
van het programma Duurzaam 2010-
aangesloten op het netwerk.
prinses Maxima in december 2012. Ook
2014, de Rotterdamse Duurzaamheids-
hebben de havenbedrijven van Götenborg en
monitor 2012, beschrijft de belangrijkste
De RCI-partners werkten verder aan de
Rotterdam in 2012 een intentieverklaring
activiteiten en resultaten in het afgelopen
ontwikkeling van een CO2-hub in de
getekend over het versnellen van de
jaar. Daarnaast bevat het een effecten-
Rotterdamse haven. Deze hub biedt een
introductie van LNG als maritieme brand-
monitor, die per opgave aangeeft welke
infrastructuur waarmee afgevangen CO2
stof. In 2015 moet in beide havens LNG
effecten er in 2012 zijn bereikt, en een
(CCS) kan worden vervoerd voor gebruik in
gebunkerd kunnen worden.
transitiemonitor, waarin de voortgang
kassen of voor opslag in lege olie- en
naar de Rotterdamse duurzaamheids-
gasvelden onder de Noordzee. Via Letters of
Luchtkwaliteit en geluid
transitie wordt beschreven.
Endorsement hebben Shell, Air Liquide, en
Om de luchtkwaliteit in Rotterdam te
de consortia ROAD (E.ON en GDF SUEZ) en
verbeteren, is het aantal walstroomvoorzie-
CINTRA (Vopak, Anthony Veder, Air Liquide
ningen waar aangemeerde schepen gebruik
en Gasunie) het belang hiervan onderschre-
van kunnen maken, uitgebreid. Zo wordt het
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
8
BRON: STEDIN.
BRON: E-KOTUG.
De RT Adriaan is in juni 2012 als E-KOTUG gedoopt. De Rotterdamse boot is de
Aanleg stoomnetwerk in de Rotterdamse Botlek.
eerste hybride sleepboot van Europa.
gebruik van scheepsgeneratoren overbodig
zame energie aan de huurder. De energielas-
Daarmee is hij een belangrijk adviseur van
en wordt de uitstoot van fijnstof en NOx
ten van de betrokken huurders zijn hierbij
het RCI. Jeroen van der Veer volgt Ruud
voorkomen. Om geluidshinder te voorkomen
bevroren. Het project is goed uit te breiden
Lubbers op, die als erevoorzitter betrokken
zijn de Laan van Dada, Laan van Magisch
naar andere gebieden. De voorbereidingen
blijft bij het RCI. De inzet van Jeroen van der
Realisme, Aveling Zuid, Rosestraat en de
hiertoe zijn in volle gang vanuit het project
Veer zal vooral gericht zijn op het verduur-
Ankie Verbeek Ohrlaan voorzien van een
Versnelling 010. Hierin worden Rotterdamse
zamen van de industrie, dat eveneens een
nieuw stil wegdek. Naast de aanleg van stil
woningen grootschalig verduurzaamd,
centraal thema is in de Rotterdamse
wegdek werkt Rotterdam ook aan andere
waarbij de investering zich terugverdient via
Havenvisie, Port Compass 2030. De RCI
concrete maatregelen, zoals het isoleren van
een lagere energienota voor de bewoner.
agenda is hierin goed geborgd.
Duurzame mobiliteit
gevels in geluidsbelaste gebieden. Duurzaam bouwen en wonen
Op het gebied van duurzame mobiliteit is
Koploper op het gebied van klimaatadaptatie
De aanpak van de gebouwde omgeving
de infrastructuur voor elektrisch rijden fors
Het programma Rotterdam Climate Proof
begint zijn vruchten af te werpen. Een goed
uitgebreid. In juni werd het honderdste
heeft als doel ervoor te zorgen dat Rotter-
voorbeeld hiervan is de Hildegaertschool in
oplaadpunt voor elektrische auto’s in
dam in 2025 honderd procent klimaatbe-
Rotterdam, die zich de duurzaamste school
gebruik genomen. Eind 2012 waren er 212
stendig is. Dit betekent dat de stad zich kan
van Nederland mag noemen. De school is in
oplaadpunten in Rotterdam. Verder was het
aanpassen aan het veranderende klimaat,
2012 geopend en voorzien van de nieuwste
eerste jaar van Het Nieuwe Rijden |
en beter bestand is tegen hevige regen-
technieken. Zo vervangen warmte-koude-
Elektrisch Vervoer Centrum (HNR | EVC) een
buien, stijging van de zeespiegel of
opslag en zonnecollectoren een standaard
succes. Het centrum verwelkomde ruim
veranderingen van de waterstand van de
cv-installatie en is er een vegetatiedak dat
drieduizend bezoekers sinds de opening,
Maas. Vanuit dit programma is in 2012 de
regenwater vasthoudt en filtert. De
kreeg naamsbekendheid in het hele land en
Rotterdamse Adaptatie Strategie (RAS)
duurzame verlichting speelt in op het
won in september 2012 de publieksprijs
opgeleverd. Deze strategie gaat in op de
gemoed van de kinderen om ze bij de les te
E-Mobility Awards in de categorie ‘Stimule-
urgentie van klimaatadaptatie in Rotter-
houden. Leerlingen kunnen in hun eigen
ring Elektrisch Vervoer’. Ook zijn de eerste
dam en beschrijft welke richtinggevende
lokaal zien hoeveel energie ze verbruiken.
‘Made in Rotterdam’ elektrische scooters
besluiten nodig zijn om dit de komende
van de ESFA op de RDM-Campus opgeno-
decennia op een gerichte en effectieve wijze
Ook hebben in 2012 drie hotels een gouden
men in het gemeentelijke wagenpark. Deze
te doen. Kortgezegd: hoe houden we hier
Green Key-certificaat behaald. Hiermee telt
fabriek kent een bijzondere opzet: mensen
droge voeten. Met deze informatie zijn
de stad Rotterdam bijna vierduizend
met een afstand tot de arbeidsmarkt
kansrijke strategieën voor een klimaatbe-
‘groene’ hotelbedden, ongeveer vijftig
worden opgeleid tot arbeidskrachten met
stendige stad ontwikkeld. Sinds eind 2012
procent van het totaal.
goede kansen op de arbeidsmarkt.
is een eerste beschrijving van de Rotter-
Woningbouwvereniging Hoek van Holland en
damse adaptatiestrategie beschikbaar, die
Waifer Nederland hebben zeven corporatie-
Nieuwe voorzitter van de Council
in 2013 met stakeholders wordt besproken
woningen van zonnepanelen voorzien.
In oktober 2012 is Jeroen van der Veer
en bestuurlijk vastgesteld. Als onderdeel
Waifer investeert als private partner in de
officieel aangetreden als nieuwe voorzitter
van de Rotterdamse Adaptatie Strategie is
zonnepanelen en levert vervolgens duur-
van de Council, de adviesraad van het RCI.
de Rotterdamse klimaat-MKBA ontwikkeld.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
9
In een MKBA (maatschappelijke kosten-
zijn op zoek naar oplossingen voor
werd de 100.000ste vierkante meter groen
batenanalyse) worden de kosten van een
wateroverlast in de deltastad Manilla.
dak gevierd. Dat gebeurde op het groene
investering afgewogen tegen de baten
Studenten van de Hogeschool Rotterdam
sedumdak van flatgebouw Meyenhage – de
vanuit het perspectief van de maatschappij
hebben in samenwerking met Rotterdam
Schere in Rotterdam Charlois. Eind 2012
als geheel.
onderzoek gedaan naar klimaatadaptatie
telde Rotterdam ruim 110.000 vierkante
aldaar. Singapore heeft haar interesse in
meter groen dak. Op de stenige plekken
Rotterdam als internationale voorbeeldstad
samenwerking met Rotterdam op het
Hooglandtuin, Johan Idaplein, Zwijnd-
Ook ver buiten de stadsgrenzen zijn de
gebied van water en klimaatadaptatie
rechtseplein, Tidemanplein, HBU-locatie
stappen die Rotterdam zet op weg naar een
kenbaar gemaakt.
Coolsingel en het Afrikaanderpark zijn daarnaast vergroeningsprojecten uitge-
duurzame stad goed merkbaar. De Europese Commissie bereidt een klimaat-
In 2012 werden circa 25 internationale
voerd. Ook is het eerste waterplein
adaptatiestrategie voor. Omdat een
delegaties ontvangen om te leren hoe
opgeleverd op het Bellamyplein in Spangen.
dergelijke strategie op lokaal niveau
Rotterdam werkt aan klimaatbestendigheid
De uitvoering van het waterplein op het
ontwikkeld moet worden, faciliteert zij de
op de langere termijn, in combinatie met
Benthemplein is gestart; oplevering vindt
steden met een trainingsprogramma.
het aanjagen van ‘groene groei’. Het door
plaats in 2013.
Rotterdam is hierbij benoemd tot ‘peer city’
Rotterdam opgerichte netwerk Connecting
en heeft een leidende rol in dit trainingspro-
Delta Cities groeide in 2012 uit tot tien
gramma. In oktober 2012 bezochten
kernsteden met daaromheen een ring van
Duurzame investeringen versterken de economie
ongeveer twintig watermanagers uit
geïnteresseerde wereldsteden, waaronder
In deze collegeperiode staan eind 2012
vijftien Europese steden Rotterdam. In het
Vancouver en Singapore. Dit leverde
bijna 300 miljoen euro aan investeringen
project ‘’Ho Chi Minh City, moving towards
Rotterdam een erkende voortrekkersrol op
genoteerd die voldoen aan de definitie
the sea’’, werkten Nederlandse bedrijven in
het terrein van klimaatadaptatie bij de C40
‘duurzame investering’. Daarmee ligt
opdracht van Rotterdam aan de ontwikke-
Climate Leadership Group, het samenwer-
Rotterdam op schema om het doel van 350
ling van een klimaatadaptatiestrategie
kingsverband van steden op het gebied van
miljoen euro aan duurzame investeringen
naar Rotterdams model. Ook de Filipijnen
klimaatverandering waaraan het Clinton
te bereiken in 2014. Een voorbeeld van
Climate Initiative nauw gelieerd is.
duurzaam investeren is het Stoomnetwerk, waarvoor de totale investering bijna 20
Congresstad Duurzaamheid
miljoen euro bedraagt. Stedin, afvalverwer-
In Rotterdam hebben diverse congressen op
ker en enegieleverancier AVR en chemiebe-
het gebied van duurzaamheid plaatsgevon-
drijf EKC zijn de investeerders. Een andere
den. Een voorbeeld hiervan is de Shell
grote investering is het Windpark Hartel-
Eco-marathon. Parallel hieraan heeft een
brug II, waar acht windmolens met een
forum plaatsgevonden waar internationale
totaal van 24 MW aan vermogen worden
deskundigen uit het bedrijfsleven, de
geplaatst. Dit windpark is een rechtstreeks
academische wereld en maatschappelijke
resultaat van het RCI windconvenant 2009.
organisaties gewerkt hebben aan oplossin-
De investering bedraagt 36 miljoen euro.
gen voor de Energie-Water-Voedsel Nexus. Het evenement heeft ongeveer 40.000
In het regionale Valorisatieprogramma
belangstellenden getrokken.
Deltatechnologie zijn kansrijke cases aangedragen om met de valorisatiepartners uit te werken tot (markt)producten of
Er wordt voortvarend gewerkt aan het
pilots. Het Europees Fonds voor Regionale
vergroenen van de stad. In april werden De
Ontwikkeling (EFRO) keurde de subsidieaan-
Dakakkers op kantoorgebouw Het Schie-
vraag in het najaar 2012 goed. Daarmee is
block in het centrum van Rotterdam
er 3,6 miljoen euro beschikbaar gekomen
aangelegd. De akkers zijn met 1.000
voor regionale innovatieontwikkeling en
Bijen op de Dakakkers, het grote landbouwdak in
vierkante meter de eerste grote stadsland-
valorisatie op het gebied van klimaatadap-
Rotterdam centrum.
bouwdaken in Nederland. Op 2 juni 2012
tatie. Voor het Masterplan Jakarta Coastal
Foto: KARIN OPPELLAND.
Vergroening en extra waterbergingen
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
10
Bij het wegverkeer begint het elektrisch vervoer voet aan de grond te krijgen door onder meer de aanleg van steeds meer oplaadpunten.
Development Strategy is mede door
geen aanvullende CO2-reductie opgeleverd.
het huidige pakket aan RCI-maatregelen
Rotterdamse inspanningen 4 miljoen euro
Bij het wegverkeer begint het elektrisch
wordt gerealiseerd, zal dit naar verwachting
beschikbaar gekomen. Aan twee Nederland-
vervoer voet aan de grond te krijgen door
leiden tot een CO2-reductie van ca 21 Mton
se consortia is een opdracht gegund.
onder meer de aanleg van steeds meer
in 2025. Verreweg het grootste deel hiervan
Effectenmonitor: effecten van de inspanningen
oplaadpunten. Eind 2012 waren dat er in
komt van CO2-maatregelen bij de industrie
Rotterdam 212. Ook de inzet van biobrand-
en energieopwekking. Met deze CO2-reductie
stoffen voor het vrachtverkeer levert een
wordt de halvering van de CO2-emissies in
Elk jaar wordt met de effectenmonitor
reductie op van de CO2-uitstoot. De bereikte
2025 gehaald.
gekeken welke effecten zijn te benoemen uit
reductie in de sector verkeer en vervoer
de inspanningen die zijn geleverd, en of
wordt geschat op enkele kilotonnen CO2 in
B. Klimaatbestendig maken van de regio
deze op koers liggen met de uitgestippelde
2012. In de gebouwde omgeving zijn
In 2012 is ruim 6.200 kubieke meter extra
weg richting de doelstellingen in 2025. Uit
inmiddels bij veel corporatiewoningen
waterbergingscapaciteit gerealiseerd. Het
de effectenmonitor van 2012 blijkt dat
energiebesparende maatregelen uitgevoerd.
totaal staat nu op 36.000 kubieke meter.
diverse opgaven een aanzienlijk effect van
Datzelfde geldt voor veel MKB-branches en
Daarmee is circa negen procent van de
de gedane inspanningen laten zien. Voor
grootverbruikers als ziekenhuizen. Ook zijn
totale opgave tot 2025 ingevuld (415.000
een aantal opgaven geldt dat de effecten
energie-adviezen verstrekt aan huishoudens
kubieke meter). De verwachting is dat in
eind 2012 nog niet duidelijk waarneembaar
met lage inkomens, waarmee zowel energie
2015 75.000 kubieke meter extra waterber-
waren. Vaak is dit conform verwachting. In
als kosten worden bespaard. De geschatte
ging gereed is. De doelstelling voor 2014
2012 en de jaren daar aan voorafgaand, zijn
CO2-reductie in de gebouwde omgeving
– 160.000 vierkante meter groene gevels en
belangrijke stappen gezet om de doelen in
bedraagt 20 kton.
daken – ligt op koers: het aantal vierkante
2025 te kunnen halen.
meter groen dak waarvoor subsidie werd De beperkte CO2-reductie door getroffen
aangevraagd is in 2012 met bijna 31.000
A. Verminderen van de CO2-uitstoot
maatregelen is conform verwachting.
gestegen. Eind 2012 stond de ‘groene-
In 2012 is er, conform verwachting, een
Projecten die leiden tot grootschalige
dakenteller’ op 110.000 vierkante meter.
bescheiden effect op de vermindering van
CO2-reductie, zoals de realisatie van het
Daarnaast telde Rotterdam nog 5.500
CO2-uitstoot. In 2012 bedroeg de CO2-uit-
stoomnetwerk, aansluiting van woningen
vierkante meter aan groene gevels.
stoot in Rotterdam 29.550 kton, waarbij de
op industriële restwarmte en toepassing
bereikte CO2-reductie door aanpak van het
van het afvangen, opslaan en hergebruiken
C. Versterken van de Rotterdamse economie
RCI ongeveer 100 kton bedraagt. Eind 2011
van CO2 (CCS), vergen een lange aanlooptijd
Het programma Duurzaam moet onder
is een start gemaakt met extra CO2-afvang
en hoge investeringen. Hier is in 2012 de
andere leiden tot een versterking van de
(bij chemiebedrijf Abengoa) die via een
bodem voor gelegd, waarna de beoogde
Rotterdamse economie, met in de periode
pijpleiding aan de glastuinbouw wordt
effecten over enkele jaren merkbaar worden.
tot 2014 minimaal 350 miljoen euro aan
geleverd. In 2012 werd ongeveer 80 kton
Het RCI richt zich daarom op het bereiken
duurzame investeringen – van publieke en
afgevangen. De verbetering van de energie-
van de doelstellingen in 2025, met
private partijen samen – als resultaat. In
efficiency bij de industrie heeft vooralsnog
belangrijke mijlpalen in 2015 en 2020. Als
2012 bedroeg de omvang aan duurzame
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
11
Pluktuin Essenburgsingel.
investeringen ruim 63 miljoen euro. Dat
door meer gasverbruik. Bij gemeentelijke
werk in het Botlekgebied, de aanleg van het
betekent dat vanaf 2010 al bijna 300
gebouwen is de CO2-emissie per vierkante
warmtenet, de infrastructuur voor
miljoen euro is geïnvesteerd. Dat is 26
meter nagenoeg gelijk gebleven. Bij de
elektrisch rijden en de omvang van de
miljoen meer dan het doel voor deze
elektriciteitsproductie is de CO2-uitstoot per
investeringen in duurzaamheid belangrijke
periode. Het bereiken van het uiteindelijke
opgewekte kilowattuur juist gestegen ten
projecten die in de nabije toekomst gaan
doel ligt daarmee ruim op koers.
opzichte van 2011. De voornaamste oorzaak
zorgen voor een schaalsprong.
Transitiemonitor
hiervan is dat gasgestookte energiecentrales, die een lagere uitstoot per kWh hebben,
Om deze schaalsprong mogelijk te maken
De transitiemonitor geeft antwoord op de
minder elektriciteit hebben geproduceerd,
werken de RCI partners aan het opstarten,
vraag in hoeverre Rotterdam op de goede
terwijl de kolencentrale van E.ON op de
uitvoeren en vergroten van projecten.
weg is naar een duurzame stad. Het
Maasvlakte relatief meer heeft geprodu-
Daarbij wordt ook goed gekeken naar
realiseren van een duurzaamheidstransitie
ceerd. Dit wordt veroorzaakt door marktom-
externe ontwikkelingen die Rotterdam niet
in Rotterdam vraagt inzet over vele jaren.
standigheden. In de sector Verkeer en
zelf in de hand heeft. Belangrijk aan-
Het resultaat hiervan is van jaar tot jaar
Vervoer is nog geen sterke verandering
dachtspunt is de lage CO2-prijs in het
meer zichtbaar.
zichtbaar in de indicator CO2 per gereden
Europese emissiehandelssysteem. Die
kilometer ten opzichte van 2011.
zorgt ervoor dat er weinig prikkel is voor de
Voor het Rotterdamse streven naar
grote industrie en de energiesectoren om
duurzaamheid zijn fundamentele verande-
Omdat het gaat over meer dan alleen
te verduurzamen. Daarnaast is de situatie
ringen nodig in de manier waarop energie
technologische innovatie, maar ook om
op de energiemarkt op dit moment
gebruikt wordt in de sectoren gebouwde
veranderingen in beleid, gedrag en cultuur,
zodanig dat de elektriciteitsprijs laag is en
omgeving, verkeer en vervoer en industrie en
wordt de echte transitie pas bereikt als op
de gasprijs relatief hoog. Hierdoor staan
energieopwekking. De transitie is in beeld
voldoende schaal sprake is van nieuwe
relatief efficiënte gasgestookte warmte-
gebracht door de CO2-uitstoot te koppelen
manieren van denken, werken en organise-
krachtinstallaties stil of worden op korte
aan indicatoren die de economische
ren. De transitiemonitor laat zien dat op
termijn uit bedrijf genomen. Er dreigt
ontwikkeling in deze sectoren weergeven.
belangrijke onderdelen in 2012 de kiem
efficiencywinst verloren te gaan. RCI zet
Voor de gebouwde omgeving is gekeken naar
voor deze omslag is gelegd. De condities
zich in richting de rijksoverheid en de
de CO2-uitstoot per vierkante meter
die het RCI schept, zijn daarmee in
Europese Unie om te pleiten voor gunstige
vloeroppervlak. Die is voor woningen en MKB
toenemende mate succesvol. In termen van
randvoorwaarden voor verduurzaming.
ten opzichte van 2012 licht toegenomen
structuur zijn de aanleg van het stoomnet-
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
12
Activiteiten, resultaten en effecten 2012
Het kader: programma Duurzaam 2010-2014 Naar een duurzame wereldhavenstad De partners van het Rotterdam Climate Initiative (RCI) werkten in 2012 met het programma Duurzaam 2010-2014: Investeren in duurzame groei aan een schone, groene, gezonde en economisch sterke stad. De twee hoofddoelstellingen voor 2025 zijn: het halveren van de CO2-uitstoot in 2025 ten opzichte van 1990 en het honderd procent klimaatbestendig maken van de regio. Daarnaast staan het verminderen van geluidshinder en het verbeteren van de luchtkwaliteit centraal en de relatie die daar ligt met de gezondheid van de Rotterdammers. Het programma moet bovendien tot een versterking van de Rotterdamse economie leiden, met in de periode tot 2014 minimaal 350 miljoen
Duurzame informatiemarkt in het Drijvend Paviljoen tijdens de Wereldhavendagen.
euro aan duurzame investeringen als resultaat. Die investeringen moeten ook
en industrie. Ook andere partijen dragen bij
bijdragen aan meer werkgelegenheid voor
aan de realisatie van het programma:
en biomassa als brand- en grondstof
Rotterdammers. Rotterdam wil met het
individuele bewoners, verenigingen en
4. Bevorderen van duurzame mobiliteit
programma een betere leefkwaliteit
instellingen, scholen, woningcorporaties,
realiseren voor haar bewoners en een nog
MKB-ondernemers en multinationals. Maar
aantrekkelijkere vestigingsstad worden voor
ook vervoersbedrijven, medeoverheden en
bedrijven.
kennisinstellingen.
Duurzaamheid als gezamenlijke uitdaging
De tien Rotterdamse duurzaamheidsopgaven
Meer dan zestig partijen droegen bij aan de
In het programma Duurzaam zijn voor de
inhoud van het programma Duurzaam. Ook
periode tot en met 2014 tien Rotterdamse
de realisatie van de doelstellingen in het
duurzaamheidsopgaven en 89 concrete
programma vormt een gezamenlijke
actiepunten geformuleerd. De tien
uitdaging. Niet alleen voor de partners van
Rotterdamse duurzaamheidsopgaven zijn:
3. Omschakelen naar duurzame energie
en transport 5. Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht 6. Groener maken van de stad 7. Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen van duurzame producten 8. Duurzaamheid in onderwijs en onderzoek 9. Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering 10. Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling.
het RCI, de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst Rijnmond en Deltalinqs, de koepelorganisatie van de Rotterdamse bedrijven in haven
1. Vooroplopen bij het verminderen van
De indeling in deze tien opgaven vindt u terug in deze Rotterdamse Duurzaamheids-
CO2-uitstoot 2. Verbeteren van de energie-efficiency
monitor 2012.
Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam:
De economie van Rotterdam is in 2025 veelzijdiger, innovatiever, concurrerender en duurzamer dan nu. Eigenlijk is de economie alleen maar duurzaam: de chemie is groen, we produceren veel elektriciteit via zon en wind, vangen CO2 op en hergebruiken warmte uit de haven. En de randen van de stad stellen we beschikbaar voor stadslandbouw voor de Rotterdammers.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
14
Algemene resultaten In het vervolg van deze Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012 leest u per opgave de belangrijkste activiteiten en resultaten uit het afgelopen jaar. Hieronder wordt in de breedte kort teruggeblikt op enkele belangrijke ontwikkelingen.
Nieuw kabinet wil inzetten op groene groei Duurzame economische groei bewerkstelligen. Dat is één van de belangrijkste
En in duurzame energieopwekking, warmte-
Uitvoering van de Rotterdamse Havenvisie, Port Compass 2030
krachtinstallaties en het afvangen, opslaan
Nadat in 2011 de Rotterdamse Havenvisie,
en hergebruiken van CO2 (CCS). Het RCI vroeg
Port Compass 2030 was vastgesteld, werd
het nieuwe kabinet om Rotterdam als uniek
in juli 2012 het convenant getekend om de
gebied te ondersteunen bij de duurzame
uitvoering hiervan echt gestalte te geven. In
transitie. Daarbij moet fors ingezet worden
deze havenvisie is onder andere afgesproken
op de biobased economy en zijn er grote
dat de Rotterdamse haven koploper wil zijn
kansen voor het verduurzamen van de
op het gebied van efficiency en duurzaam-
gebouwde omgeving en de mobiliteit.
heid. De activiteiten die in RCI-verband
daarmee kostenbesparing en modernisering.
worden opgestart en uitgevoerd zijn
opgaven van het kabinet. Het RCI heeft de
Lokale klimaatagenda
informateurs voor de kabinetsformatie 2012
Met de rijksoverheid is de Lokale Klimaat-
Rotterdam, de gemeente Rotterdam,
per brief tien kernpunten voor duurzame
agenda opgesteld. Deze beschrijft op welke
Deltalinqs, provincie Zuid-Holland en de
groei aangereikt. Deze zijn nodig voor het
gebieden de rijksoverheid en lokale
ministeries van Infrastructuur & Milieu en
creëren van extra werkgelegenheid en
overheden met elkaar willen samenwerken
van Economische zaken, Landbouw &
economische groei in de Rotterdamse regio.
om de duurzame transitie te versnellen.
Innovatie ondertekenden het convenant.
De kernpunten betreffen onder andere de
Doel van de agenda is dat succesvolle lokale
vergroening van het belastingstelsel en een
klimaatinitiatieven op grote schaal
Internationale activiteiten
betere werking van het Europese emissie-
navolging krijgen. Dit gebeurt door
Sinds de start profileert RCI zich als actieve
handelssysteem. Dit zijn cruciale instru-
kennisuitwisseling en het opheffen van
partner op het internationale speelveld,
menten die leiden tot meer investeringen
eventuele knelpunten in de wet- en
zowel in Europees verband waar actief de
door bedrijven in energie-efficiency en
regelgeving.
samenwerking wordt gezocht met
Het kennisnetwerk Connecting Delta Cities breidt zich steeds verder uit.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
15
hiervoor hard nodig. Het Havenbedrijf
Jeroen van der Veer, voorzitter Council (adviesraad) RCI:
Groene groei, dat is de kern van waar we aan moeten werken. Op wereldschaal is daar, ondanks de grote klimaatconferenties, weinig van terecht gekomen. Daarom wordt het nu ‘bottom-up’ aangepakt, met een grote rol voor lokale overheden en bedrijven. In Rotterdam is die werkwijze al vergevorderd, met een unieke samenwerking tussen het haven- en industrieel complex en de stad. Jeroen van der Veer, voorzitter Council (adviesraad) RCI.
omringende landen op het gebied van LNG
selecteerde: Bristol, Kopenhagen en
en om Rotterdam te moderniseren en
en CCS, als op wereldschaal. Vooral op het
Frankfurt. De beoordeling van de Rotter-
efficiënter te maken. Zodat ook in de
gebied van klimaatadaptatie wordt
damse duurzaamheidsaanpak door het
toekomst een goede economische ontwik-
Rotterdam steeds meer gezien als koploper-
expertpanel laat zien dat de kracht van
keling mogelijk is in een leefbare stad.
stad in de wereld. In 2012 werden circa 25
Rotterdam als duurzame stad zit in de
Lubbers wist als kwartiermaker en voorzit-
delegaties uit de hele wereld ontvangen om
duurzame gebiedsontwikkeling en duur-
ter van de Council het RCI nationaal en
te leren van hoe Rotterdam werkt aan
zame innovaties.
internationaal op de kaart te zetten en
klimaatbestendigheid op de langere termijn
Rotterdam als koploper te profileren.
en hoe Rotterdam dit doet in combinatie
Rotterdam 26e Fairtrade Gemeente
met het aanjagen van ‘groene groei’. Het
Op 14 december ontving de gemeente
ambassadeur in voor onderwerpen als CCS
door Rotterdam opgerichte netwerk
Rotterdam het predicaat Fairtrade Gemeente.
en de biobased economy. De heer Lubbers
Connecting Delta Cities groeide in 2012 uit
Rotterdam werkte de afgelopen twee jaar
blijft betrokken bij het RCI als erevoorzitter.
tot tien kernsteden met daaromheen een
hard om te voldoen aan de criteria voor
In deze rol kan het RCI een beroep op hem
ring van geïnteresseerde wereldsteden,
Fairtrade Gemeente. Het toekennen van de
blijven doen voor advies of om zich voor
waaronder Vancouver en Singapore. Dit
titel is een erkenning van de stappen die
bepaalde onderwerpen in te zetten als
leverde Rotterdam een erkende voortrekkers-
Rotterdam de afgelopen jaren maakte om
pleitbezorger.
rol op het terrein van klimaatadaptatie in
eerlijke handel op de kaart te zetten.
C40-verband op. De C40 Climate Leadership
Rotterdam heeft 41 maatschappelijke
Group is het samenwerkingsverband van
instanties en 28 bedrijven die Fairtrade-
Jeroen van der Veer nieuwe voorzitter RCI-Council
steden op het gebied van klimaatverande-
producten gebruiken. Fairtrade is ook
Op 22 oktober is Jeroen van der Veer
ring waaraan het Clinton Climate Initiative
opgenomen in het inkoopbeleid van de
officieel aangetreden als nieuwe voorzitter
nauw gelieerd is. In bilaterale contacten
gemeente. Eerlijke handel bevordert de
van de Council van het Rotterdam Climate
vond onder meer intensieve samenwerking
duurzame ontwikkeling in de internationale
Initiative. Daarmee is hij een belangrijk
plaats met Ho Chi Minh City in het project
handel. Fairtrade-producten dienen daar-
adviseur van het RCI. Van der Veer volgt de
‘’Ho Chi Minh City, moving towards the sea’’,
naast te voldoen aan strenge milieueisen.
heer Lubbers op. De Council is het adviesor-
waarbij Nederlandse bedrijven in opdracht
Daarnaast zette hij zich als betrokken
gaan van het RCI, met belangrijke vertegen-
van Rotterdam werkten aan de ontwikkeling
Ruud Lubbers erevoorzitter RCI
van een klimaatadaptatiestrategie naar
Op 10 december nam het Rotterdam
bedrijfsleven. Met zijn kennis van de
Rotterdams model.
Climate Initiative intern afscheid van Ruud
energie- en industriesector is Van der Veer
Lubbers als voorzitter van de RCI-Council.
als geen ander in staat om het RCI te
De heer Lubbers stond in 2007 aan de wieg
ondersteunen bij het vormgeven van de
van het Rotterdamse klimaatprogramma. In
duurzaamheidstransitie in de Rotterdamse
Rotterdam eindigde op de vierde plaats bij
zijn rol als voorzitter van de International
haven, industrie en stad.
de European Green Capital Award 2014.
Advisory Board (IAB) adviseerde hij toenma-
Van der Veer bekleedde diverse nationaal en
Deze award is een Europese titel voor
lig burgemeester Opstelten en havenwet-
internationaal toonaangevende functies.
duurzame steden. Voor de verkiezing
houder Harbers om met een ambitieus
Naast bestuursvoorzitter van Shell, was hij
hadden zich negentien steden aangemeld,
klimaatprogramma aan de slag te gaan
recentelijk voorzitter van de Topsector
waaruit het Europese panel drie finalisten
vanwege de hoge CO2-uitstoot in dit gebied
Energie.
Vierde plaats voor Rotterdam bij European Green Capital Award
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
16
woordigers uit overheid, wetenschap en
Opgave
1
ooroplopen bij het verminderen V van CO2-uitstoot
Rotterdam wil zo snel mogelijk overgaan op een CO2-arme economie en zo een concurrentievoordeel creëren. Met als doel dat de CO2-uitstoot in 2025 gehalveerd is ten opzichte van 1990. Toen was de uitstoot 24 Mton, dus in 2025 mag de uitstoot hooguit 12 Mton zijn. Zonder maatregelen stijgt de uitstoot mogelijk tot meer dan 33 Mton in 2025. Het overgrote deel (88 procent) van de CO2-uitstoot in Rotterdam komt voor rekening van de industrie en energieopwekking in het havengebied. Verkeer en vervoer (zeven procent) en de gebouwde omgeving (vijf procent) stoten ook CO2 uit. Bij deze opgave worden de vorderingen op het gebied van CO2-afvang, -transport en -opslag (CCS) beschreven. Verbeteringen van de energie-efficiency en opwekking van duurzame energie zorgen ook voor een vermindering van CO2-emissies. Deze komen bij de volgende opgaven aan de orde.
het eerste grote CCS-project in Europa zijn. CCS wordt gezien als een onmisbare techniek in de strijd tegen klimaatverandering en de ontwikkeling hiervan wordt daarom ondersteund door de EU en de Nederlandse overheid. Voor Rotterdam betekent dit de start van grootschalige toepassing van CCS bij zowel de energiesector als bij de industrie. Voor de ontwikkeling van dit demonstratieproject is 180 miljoen euro aan Europese en 150 miljoen euro aan Nederlandse steun toegezegd. De investering van de ROAD-
Activiteiten en resultaten
partners is van dezelfde ordegrootte. Door de structureel lage CO2-prijs van de
CCS te demonstreren. Per jaar wordt dan
afgelopen jaren is echter een financieel
Het Rotterdam Opslag en Afvang Demon-
meer dan 1 Mton CO2 afgevangen bij de
tekort ontstaan. De ROAD-partners werken
stratieproject (ROAD) is een gezamenlijk
nieuwe E.ON-centrale op de Maasvlakte. De
nu in samenwerking met de rijksoverheid
project van E.ON en GDF SUEZ Nederland
CO2 wordt opgeslagen in een leeg gasveld
en waar mogelijk gesteund door het RCI aan
(Electrabel) om vanaf 2016 op grote schaal
onder de bodem van de Noordzee. ROAD zal
het vinden van extra dekking om dit tekort
Foto: Rob Niemantsverdriet.
ROAD
Maasvlakte Power Plant 3 van E.ON in aanbouw.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
17
Steven Lak, voorzitter Deltalinqs:
Juist de gezamenlijke inspanning voor duurzame economische groei biedt Rotterdam met het haven- en industrieel cluster extra mogelijkheden voor energieefficiency, duurzame energie en CO2-hergebruik en -opslag.”
te dekken. Rotterdam heeft aangegeven
NER300, een Europese subsidieregeling
E.ON en GDF SUEZ aan de gedane toezeg-
voor duurzame energie en CO2-opslagpro-
Internationale samenwerking op CCS-gebied
gingen voor CCS-toepassing te zullen
jecten. Air Liquide wil nog steeds investeren
Het RCI neemt deel aan een samenwer-
houden en in 2013 de investeringsbeslis-
in CCS en zoekt nu naar andere manieren
kingsverband van regio’s rond de Noordzee.
sing te willen vernemen. Deze toezeggingen
om het project te realiseren.
Deelnemers zijn onder meer Schotland,
werden in 2007 gedaan aan de gemeenteraad bij de besluitvorming over de bouw van de beide kolencentrales.
Verder bouwen aan de CO2-hub
Noordrijn-Westfalen, Antwerpen en de Engelse Yorkshire en Humber-regio. Een
De partners van het RCI werken verder aan
belangrijk onderwerp dat gezamenlijk wordt
Air Liquide (Green Hydrogen)
de ontwikkeling van een CO2-hub in de
opgepakt is de zogenaamde “dry run”-
Rotterdamse haven. Deze hub biedt een
exercitie. In de toekomst zal CO2 over
In december werd bekend dat aan het Green
infrastructuur waarmee afgevangen CO2
landsgrenzen heen getransporteerd worden
Hydrogen Project van Air Liquide geen Euro-
vanuit het Rotterdamse industriegebied of
en (mogelijk) opgeslagen in een gedeelte
pese subsidie is toegekend. Dit project is
van elders wordt verzameld en vervoerd
van de Noordzee dat niet onder Nederlands
het tweede grootschalige Rotterdamse
voor gebruik in kassen of opslag in lege
beheer valt. Om hier in juridische en
demonstratieproject naast ROAD. Hiermee
olie- en gasvelden onder de Noordzee. Via
organisatorische zin op voor te bereiden,
zou Rotterdam een CCS-project hebben op
‘Letters of Endorsement’ hebben Shell, Air
worden deze aspecten virtueel getest.
het gebied van energieopwekking en één op
Liquide en de consortia ROAD (E.ON en GDF
Hiermee wordt duidelijk welke aspecten
het gebied van de industrie. In mei 2011
SUEZ) en CINTRA (Vopak, Anthony Veder,
moeten worden aangepast.
werd dit project door de toenmalige
Air Liquide en Gasunie) het belang hiervan
minister Verhagen van Economische Zaken,
onderschreven.
Landbouw en Innovatie ingediend voor de
En verder • zijn de geleerde lessen bij de Rotterdamse
Directoraat-generaal Klimaat en
is ondersteuning verkregen van de Global
Directoraat-generaal Energie om de zorg te
CCS-aanpak in kaart gebracht. Doel van dit
CCS Institute en het Clinton Climate
onderzoek was om internationaal kennis te
Initiative. Met het ontwikkelde kostenmodel
uiten over de aanhoudend lage prijs van
kunnen delen over praktische ervaringen
kunnen potentiële ontwikkelaars van CCS
CO2-emissierechten die de ontwikkeling van
binnen een groot en complex CCS-systeem.
nagaan wat de kosten van transport en
CCS-projecten bemoeilijkt. Daarbij is
Deze lessen en de duiding van de resulta-
opslag zullen zijn. Deze worden in hoge
Rotterdam als centrum voor Europese
ten hebben met behulp van de RCI-deelne-
mate beïnvloed door de aan te leggen
mers geleid tot een evaluatierapport over
transportcapaciteit en de locatie waar CO2
de CCS-aanpak van het RCI. Hierin staan verbetersuggesties op het gebied van de
ontwikkeling van CCS neergezet. • neemt het RCI deel aan diverse overlegvormen om CCS lokaal en internationaal
wordt opgeslagen. • heeft het RCI haar input geleverd op een
van de grond te krijgen. Doel is om door
ontwikkeling van infrastructuur, opslaglo-
consultatie van de Europese Unie over
samenwerking synergievoordelen te
caties voor CO2, draagvlak voor CCS en
mogelijke maatregelen om op korte termijn
behalen en niet twee keer het wiel uit te
economische prikkels op de lange termijn.
tot verhoging van de prijs van CO2-emissie-
vinden. En om meer kracht te ontwikkelen
rechten te komen.
voor het bewerkstellingen van de juiste
• is een studie opgestart naar de kosten van transport en opslag van CO2. Voor de studie
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
• zijn er bezoeken gebracht aan Brussel,
18
kaders vanuit regelgeving en beleid.
Effectenmonitor Doel: CO2-uitstoot ligt in 2025 50 procent lager dan in 1990.
de inzet van biobrandstoffen voor het vrachtverkeer levert een
Indicator: De jaarlijkse CO2-uitstoot van alle bronnen in Rotterdam.
reductie op van de CO2-uitstoot. De bereikte reductie in de sector verkeer en vervoer wordt geschat op enkele kilotonnen CO2.
In 2012 bedroeg de CO2-uitstoot in Rotterdam 29.550 kton. Dat is
In de gebouwde omgeving zijn inmiddels bij vele corporatiewonin-
ongeveer gelijk aan het niveau van 2011 (29.763 kton). Toch zijn er
gen energiebesparende maatregelen uitgevoerd. Datzelfde geldt
per sector verschillen met de uitstoot van 2011: bij bedrijven die
voor veel MKB-branches en grootverbruikers als ziekenhuizen. De
gebruikmaken van warmtekrachtkoppeling (WKK) is een afname
branchegerichte aanpak van het RCI, waarbij bedrijven en instellin-
van de uitstoot te zien. Daar tegenover staat een hogere uitstoot
gen gericht worden benaderd, leidt in toenemende mate tot
in de chemiesector. Bij huishoudens is er toename van de uitstoot
structurele maatregelen. Ook zijn energie-adviezen verstrekt aan
door het hogere gasverbruik als gevolg van de koude winter. De
huishoudens met lage inkomens, waarmee zowel energie als kosten
uitstoot door verkeer en vervoer is nagenoeg onveranderd.
worden bespaard. De geschatte CO2-reductie in de gebouwde
Overigens betreft het voorlopige cijfers: voor sommige bronnen
omgeving bedraagt 20 kton.
waren nog geen cijfers over 2012 beschikbaar. Deze zijn geschat op basis van externe bronnen of inschattingen van experts.
2025 is het doeljaar voor halvering van de CO2-emissies en voor
Bvenstaande grafiek betreft het beeld van de totale CO2-uitstoot.
2015 en 2020 zijn tussentijdse mijlpalen gesteld waarop significante CO2 reductie zichtbaar moet zijn. Voor 2015 is dit 2,5 Mton,
CO 2-emissie
in de grafiek weergegeven door het groene gedeelte in de balk.
50
Grootschalige CO2-reductie vergt vanwege de complexiteit en omvang van projecten een lange aanlooptijd. De verwachting is dat
45
de komende jaren een toenemende en meer grootschalige CO2-
40
reductie dankzij de RCI-aanpak zichtbaar zal zijn. Zo wordt in 2013 het eerste deel van het stoomnetwerk in de Botlek in gebruik
35
genomen en worden de eerste gebouwen in de stad verwarmd met
30
industriële restwarmte van AVR dat via het Warmtebedrijf Rotterdam aan de stad wordt geleverd. Ook zal het aantal elektri-
25
sche voertuigen groeien en het opgesteld vermogen aan windener-
20
gie worden uitgebreid, zowel in de haven als in het stedelijk gebied (Hoek van Holland). Daarmee is een duidelijk begin gemaakt met de
15
energietransitie in Rotterdam. 10
Ondanks de maatregelen van het RCI zal de komende jaren de
Mton
5
CO2-uitstoot in Rotterdam nog toenemen. Nieuwe bedrijvigheid op
0 1990
2005
’06
‘07
’08
‘09
’10
‘11
‘12
2015 2020
2025
Maasvlakte 2 en de nieuwe elektriciteitscentrales van E.ON en GDF
Reductie door aanpak RCI
SUEZ die binnenkort in bedrijf gaan, zorgen voor een toename van
CO 2-uitstoot
CO2-emissies die de reductie daarvan door RCI maatregelen
Prognose Doel RCI
Bron: PD1A.1
Het effect van ingezette maatregelen groeit gestaag maar is zoals
voorlopig nog overtreft. De CO2-afvang bij deze centrales start met een demonstratieproject (ROAD) en zal na verloop van tijd worden opgeschaald. Ook wordt voorzien in bijstook van biomassa. De
verwacht nog beperkt. In 2011 was de bereikte CO2-reductie door
halvering van de CO2-emissies in 2025 is met het huidige pakket
RCI maatregelen nog 50 kton, in 2012 was dit ongeveer 100 kton.
aan RCI-maatregelen haalbaar, maar wel mede afhankelijk van
Eind 2011 werd een start gemaakt met extra CO2-afvang (bij
handelssysteem en de economische situatie. Wanneer voorziene
chemiebedrijf Abengoa) die via een pijpleiding aan de glastuinbouw
maatregelen worden gerealiseerd, zal dit leiden tot een CO2-
externe factoren zoals de CO2-prijs in het Europese emissie-
wordt geleverd. Daar wordt de CO2 gebruikt als meststof voor de
reductie van circa 21 Mton in 2025. Verreweg het grootste deel
planten. In 2012 werd op die manier ongeveer 80 kton afgevangen.
hiervan komt van CO2-maatregelen bij de industrie en bij energie-
De verbetering van de energie-efficiency bij de industrie heeft per
opwekking.
saldo vooralsnog geen aanvullende CO2-reductie opgeleverd (zie ook opgave 2). Hier is intensivering van de inzet noodzakelijk. Bij het wegverkeer (zie ook opgave 4) begint het elektrisch vervoer voet aan de grond te krijgen door onder meer de aanleg van steeds meer oplaadpunten. Eind 2012 waren dat er in Rotterdam 212. Ook
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
19
Opgave
2
erbeteren van de V energie-efficiency
Een belangrijk Europees en nationaal klimaatdoel is om in 2020 20% meer energieefficiency te bereiken. Dat is nodig om klimaatverandering tegen te gaan en om minder afhankelijk te worden van (ingevoerde) fossiele brandstoffen. Om dit doel te bereiken zijn omvangrijke vervangings- en innovatie-investeringen nodig. Dit wordt in het kader van Rotterdam Climate Initiative (RCI) gestimuleerd. Ook wordt gewerkt aan de ontwikkeling van warmte- en stoomnetwerken en worden door kennisuitwisseling technologische innovaties bij bedrijven bevorderd en gedrag beïnvloed. De inzet van burgers en bedrijven is voor deze opgave van belang. Daarom stimuleert het RCI lokale initiatieven.
worden voorzien van duurzame warmte. De komende 30 jaar zal AVR restwarmte die vrijkomt bij afvalverbranding leveren aan het warmtetransportnet.
‘Leiding over Noord’ De warmtekrachtcentrale van de Galileïstraat, die voor een groot deel bijdraagt aan de stadsverwarming, wordt in 2014 gesloten. Hier komt het plan ‘Leiding over
Activiteiten en resultaten
Noord’ voor in de plaats. Deze leiding wordt door Eneco aangelegd en benut restwarmte uit het Botlekgebied voor stadsverwarming.
In 2012 zijn de werkzaamheden gestart
van een pijp-leiding van 26 kilometer
Besparing als gevolg van de komst van deze
voor de distributie van industriële rest-
tussen AVR Rozenburg en Rotterdam-Zuid.
leiding is naar schatting 100 kton CO2. Dit
warmte via een nieuwe warmteleiding naar
Als het warmtenet gereed is, kunnen
is de besparing ten opzichte van een
Rotterdam-Zuid. Tot medio 2013 werkt
ongeveer 50.000 huishoudens en bedrijven
gewone enkelvoudige ketel (CV) in de
Bron: Visser & Smit Hanab.
Aanleg Nieuwe Warmteweg
Warmtebedrijf Rotterdam aan de aanleg
Aanleg Nieuwe Warmteweg tussen AVR Rozenburg en Rotterdam-Zuid.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
20
miljoen kubieke meter biogas op. Die kan direct in de omgeving schoon worden toegepast. Water- en energiespecialist GMB heeft de handschoen opgepakt om dit project van Havenbedrijf en Deltalinqs Energy Forum te realiseren. In 2013 wordt de finale investeringsbeslissing verwacht.
Samenwerkingsproject CELSIUS De Europese Commissie heeft in 2012 een subsidie verstrekt van 15 miljoen euro aan het samenwerkingsproject CELSIUS. Hierin werkt Rotterdam samen met de steden Göteborg, Genua, Keulen en Londen. Gezamenlijk zetten zij zich in voor een BRON: STEDIN.
grootschalige uitrol van energie-efficiënte en financieel rendabele oplossingen op het gebied van (collectieve) warmte- en koudesystemen in Europa. In het project worden twaalf nieuwe technisch en
Aanleg stoomnetwerk in de Rotterdamse Botlek.
economisch innovatieve projecten gedehoeveelheid hiermee te verwarmen
aan volgende tracés en deelnemers.
monstreerd. Rotterdam gaat bestaande
vastgoed.
Fabrieken langs een tracé kunnen dan
gebouwen aansluiten op het warmtenet,
stoom invoeren of juist afnemen. Met het
Stoomnetwerk
een koppeling aanbrengen tussen Meneba,
gehele stoomnetwerk in de Botlek wordt de
de RWZI Dokhaven en het warmtenet en
Netwerkbeheerder Stedin, afvalverwerker
CO2-uitstoot met 200.000 tot 400.000 ton
een nieuwe koudeopslagtechniek demon-
AVR/Van Gansewinkel en chemiebedrijf en
per jaar teruggedrongen. Dat zorgt ook voor
streren. De gemeente trekt hierbij samen
stoomgebruiker Emerald Kalama Chemical
een betere luchtkwaliteit. Het stoomnet-
op met de TU Delft, Warmtebedrijf
(EKC) investeren samen in het stoomnet-
werk Botlek west wordt in mei 2013 in
Rotterdam en Nuon. Het CELSIUS-project
werk in de Rotterdamse Botlek. Zij hebben
gebruik genomen.
zal in het tweede kwartaal van 2013 van
de ‘Final Investment Decision’ in februari
start gaan.
2012 ondertekend, mede dankzij de inzet
Centrale slibverwerking
van de RCI-partners. Stedin is in april 2012
Veel bedrijven hebben een eigen zuiverings-
gestart met de aanleg van de pijpleiding.
installatie. Aan het einde van het zuive-
Energiebesparing openbare verlichting
Het doel van het netwerk is om de stoom
ringsproces blijft biologisch slib achter, dat
De afgelopen jaren heeft Rotterdam veel
van de ene fabriek te transporteren naar
afgevoerd wordt en buiten de regio
energie bespaard in de openbare verlich-
omliggende fabrieken die stoom als
verbrand. Door het hoge watergehalte in
ting. Een belangrijke maatregel was de
productiemiddel nodig hebben. Deze
het slib kost dit veel energie en transport-
investering in witte, energiezuinige
fabrieken wekken hun stoom nu met
kilometers. Uit onderzoek is gebleken dat
verlichting die op de doorgaande wegen in
fossiele brandstof op tegen hoge kosten.
de gezamenlijke verwerking van het slib
de nachtelijke uren wordt gedimd. Het
Het eerste deel van het netwerk wordt
voldoende potentie heeft om in 2013 van
aantal lampen is door uitbreidingen als
aangelegd in het westelijk deel van het
start te gaan. Op de locatie van Kemira in
Nesselande, Park Zestienhoven en het
industriegebied, met als uiteindelijke doel
de Botlek levert deze vorm van co-siting
toevoegen van deelgemeente Rozenburg
om het netwerk in de Botlek door te
voor vergisting van 8.000 ton droge stof uit
toegenomen, maar ondanks dat is er een
trekken. In 2013 wordt intensief gewerkt
zuiveringsslib op termijn jaarlijks 3,2
flinke besparing gerealiseerd. In 2012 was dat bijna vier procent ten opzichte van 2011. Door het zuinige areaal verlichting en
Wim Roelofs, manager New Business, Stedin:
de inmiddels doorgevoerde maatregelen
De industrie kan veel efficienter met energie omgaan en zo kosten besparen door gebruik te maken van elkaars restenergie. Daarvoor zijn investeringen nodig in infrastructuur voor restwarmte en stoom. Een goed voorbeeld is het Stedin Stoomnetwerk in de Botlek.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
21
gaat de energiebesparing de komende jaren minder snel, maar Rotterdam ligt op koers om de beoogde besparing van vijftien procent in 2014 te halen.
Besparing bij het MKB
namelijk de druk op de marges van deze
29 hotels en congreslocaties die het
Bij het MKB kan veel winst geboekt worden
installaties door lage elektriciteits- en
convenant in 2010 hebben ondertekend,
op het gebied van energiebesparing. Ook
relatief hoge gasprijzen. De RCI-partners
hebben aan het eind van het project 22 het
levert dit financiële voordelen op voor de
deden dit onderzoek samen met Rotter-
internationale milieukeurmerk Green Key
ondernemer. Afgelopen jaar heeft Klimaat-
damse industriële bedrijven. Op basis van
behaald. Dat betekent dat zij het verduurza-
route bij 127 ondernemers energiescans
de resultaten wordt in 2013 gewerkt aan
men en verminderen van hun milieubelasting
uitgevoerd. Klimaatroute adviseerde de
een uniek simulatiemodel waarin de
onderdeel hebben gemaakt van hun bedrijfs-
ondernemers over mogelijke maatregelen
effecten worden aangetoond van gezamen-
voering. Negentien van hen behaalden een
en de terugverdientijd daarvan. Als de
lijke benutting van energiecapaciteit,
gouden Green Key, de hoogste onderschei-
ondernemers alle maatregelen doorvoeren,
inclusief opties voor verduurzaming van
ding. De bedrijven zijn in de aanloop naar de
bedragen de geïdentificeerde besparingen
energieopwekking.
certificering ondersteund met themabijeen-
614 ton CO2 per jaar (1.210.000 kWh en
komsten. Hierin konden de deelnemers
18.200 kubieke meter aardgas). In decem-
Steeds meer hotels met Green Key
ber 2012 hadden negentien van de
Het convenant ‘Duurzame Hotels en Congre-
ontvangen over door hen zelf aangedragen
gescande bedrijven de geadviseerde
slocaties’ is in 2012 afgesloten met een
onderwerpen. De stad Rotterdam telt nu bijna
maatregelen genomen en overwogen dertig
bijeenkomst. In 2012 hebben drie hotels een
vierduizend ‘groene’ hotelbedden, ongeveer
bedrijven serieus om dit te doen. Het doel
gouden Green Key-certificaat behaald. Van de
vijftig procent van het totaal.
ervaringen uitwisselen en informatie
om 25 procent van de bedrijven een jaar na de scan geactiveerd te hebben lijkt ruimschoots gehaald te worden.
Green Deal MKB Deltalinqs heeft samen met MKB Nederland een Green Deal met de rijksoverheid gesloten. Het doel is om bij tenminste twintig MKB-bedrijven in de Rotterdamse haven en industrie tot hogere energie-efficiency te komen. Dit heeft in 2012 tot zeven scans geleid op verlichting en verwarming. Daaruit blijkt dat met relatief eenvoudige maatregelen tien tot zestig procent energie
Drie hotels behalen het gouden Green Key-certificaat.
kan worden bespaard. In 2013 is een vervolg gepland van energiescans voor verlichting, verwarming, koeling, luchtbehandeling en intern transport.
Demonstratieproject Slim met stroom BRON: APM TERMINALS.
Deltalinqs Energy Forum en het Havenbedrijf Rotterdam hebben in 2012 onderzocht welke mogelijkheden er zijn om de installaties voor efficiënte opwekking van stoom en stroom te behouden (warmte kracht koppeling-installaties, WKK). Actueel is
Artist impression van de nieuwe terminal van APM op Maasvlakte 2.
En verder • heeft APM Terminals Maasvlakte II B.V. als eerste
van een nieuw kantoorpand op de Maasvlakte 2.
schappers acht Deltalinqs Energy Forum
• werd het recreatiecentrum Zevenkampse Ring
expertmeetings georganiseerd in 2012. Vaste
NL Ontwerpcertificaat met 3 sterren ontvangen.
door de vakjury van de Zwembad van het Jaar
thema’s in de expertmeetings zijn de techno-
Daarmee scoort het bedrijf een ‘Very Good’.
Verkiezing uitgeroepen tot het duurzaamste
logische en organisatorische mogelijkheden voor
APM ontving het certificaat van de Dutch Green
zwembad van Nederland.
verhoging van de energie-efficiëntie en
bedrijf in de Rotterdamse haven een BREEAM-
Building Council (DGBC) voor de ontwikkeling
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
• heeft Deltalinqs met bedrijven en weten-
22
strategische benutting van restwarmte.
Effectenmonitor Doel industrie: Jaarlijkse verbetering van de energie-efficiency met 2 procent. Indicator: Jaarlijkse energie-efficiency voor de industrie.
Resultaten energie efficiency industrie 2006-2011 Agentschap NL heeft op verzoek van het RCI de energie-efficiency van de industrie en de sector energie in deze regio in kaart gebracht voor de periode 2006-2011. De verbetering van de energie-efficiëntie bij de industrie wordt in Nederland gestimuleerd door (vrijwillige) afspraken in de zogenaamde MJA3 en MEE-convenanten. Namens het RCI ondersteunt en stimuleert Deltalinqs het Rotterdamse bedrijfsleven tot een verbetering van de energieefficiency. Onder meer door een gebiedsgerichte aanpak, via samenwerking tussen bedrijven, binnen het haven- en industrieel complex en vanuit een ketenbeheerbenadering (logistieke ontwikkeling) tot ver buiten het haven- en industrieel complex. De resultaten van deze ketenbeheerbenadering worden landelijk (nog) niet gemeten en zijn in deze rapportage dus ook niet meegenomen. Voor de resultaten 2006-2011 zijn de resultaten van de meest energierelevante sectoren (energie, chemie en petrochemie) vergeleken.
In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven over de hele periode 2006- 2011. Cluster
Energieverbruik
Productie
Efficiencywinst
Besparing per jaar
tov 2006
(gemiddeld)
Energie
+31%
+45%
9,4%
2,0%
Industrie totaal
-2,3%
-2,6%
-0,3%
0,1%
MEE
-3,1%
-3,1%
0,0%
0,0%
MJA
+4,5%
+1,2%
-3,3%
-0,6%
DEF-leden (ex energie)
-1,6%
+0,2%
1,8%
0,4%
De industrie in de Rotterdamse haven is met een gemiddelde energie-efficiency van 0,1 procent over de periode 2006-2011 onder de doelstelling van jaarlijks 2 procent verbetering gebleven. De DEF-leden scoorden gemiddeld met 0,4 procent beter.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
23
FOTO: RINIE BOON.
Industrie bij avond.
Resultaten 2006-2011
In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van de efficiency voor de
Het energiegebruik van de industrie in Rotterdam is in de periode
energiesector en de industriesector weergegeven in een Energie-
2006-2011 met 2,3 procent gedaald. In dezelfde periode is de
Efficiency Index (EEI). Deze index, die in 2006 per definitie op 100
productie met 2,6 procent gedaald. Dat betekent een geringe
begint, geeft weer hoeveel efficiënter de groep bedrijven is
stijging van het energiegebruik per eenheid product van gemiddeld
geworden. Hoe sterker de index daalt, hoe efficiënter. Hieruit blijkt
0,1 procent per jaar. Dit is aanzienlijk lager dan de doelstelling van
dat de energiesector 9 procent efficiënter is geworden (gemiddeld
2 procent energie-efficiency verbetering per jaar of de ‘autonome’
2,0 procent per jaar), tegen een verslechtering van 0,6 procent voor
ontwikkeling van 0,7 procent per jaar12.
de industrie (gemiddeld 0,1 procent per jaar, maar met name door de invloed van 2011).
In de sector ‘energieproductie’ is sprake van geheel andere
Ontwikkelingen EEI
ontwikkelingen. Productie en energiegebruik zijn sterk gestegen. Daarbij is een forse efficiencywinst geboekt, deels door ingebruik-
105
name van moderne efficiënte installaties, deels ook door betere
100
benutting van bestaande installaties die een groter deel van hun warmte konden afzetten. Het verschil in de ontwikkeling van de
95
efficiency tussen de totale industrie in de regio en de Deltalinqs
90
Energy Forum-leden ligt vooral aan een verschil in populatie.
85
Vanwege de grote fluctuatie in deze periode, zijn er ook grote verschillen in efficiency te zien.
80
De daling van het energiegebruik in 2010 en 2011 is vooral te
2007
2008
2009
2010
2011
EEI energie
verklaren door productiedalingen bij twee grote bedrijven: een
EEI industrie
raffinaderij en een chemiefabriek die uit bedrijf zijn genomen wegens vervanging. De situatie bij deze bedrijven heeft ook een sterke invloed op de ontwikkeling van de energie-efficiency. Als deze bedrijven buiten beschouwing gelaten worden, zou de efficiency in 2011 licht verbeterd zijn. Ook een lagere bezettingsgraad kan het resultaat beïnvloeden.
1 Diverse instanties veronderstellen dat zonder additionele externe maatregelen de energie-efficiency van de industrie jaarlijks met 0,7% verbetert als gevolg van vernieuwing en onderhoudswerkzaamheden.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
2006
24
De jaren 2007 en 2008 zijn geschat
Opgave
3
mschakelen naar O duurzame energie en biomassa als brand- en grondstof
De Rotterdamse haven is de grootste van Europa als het gaat om de aanvoer en verwerking van biobrandstoffen. Het Rotterdam Climate Initiative (RCI) geeft invulling aan de rol van ‘Bioport van Europa’ door de handel in en overslag van biomassa makkelijker te maken. Ook motiveert het RCI energiebedrijven om biomassa als brandstof te gebruiken in kolencentrales en biomassa-energiecentrales. Het RCI stimuleert bovendien lokaal gebruik van biobrandstoffen en faciliteert onderzoek, pilots en bedrijvigheid op het gebied van groene chemie in Rotterdam. Daarnaast wordt gewerkt aan het vergroten van de hoeveelheid windenergie en het versnellen van investeringen in zonne-energie. Ondertekening convenant voor het plaatsen van minimaal vijftig windturbines in de regio Rotterdam.
Activiteiten en resultaten
Manon Jansen, Ecofys:
Hernieuwbare grondstoffen met isobutanol
biokerosine en bioplastics. Dit zou in de
De RCI-werkgroep Groene chemie onder-
de productie van isobutanol voor biobrand-
zocht in 2012 diverse kansrijke routes voor
stoffen (10 procent bijmenging). Hiervoor
groene grondstoffen. Op basis van de
wordt tweede generatie biomassa gebruikt,
moleculaire eigenschappen, toepassings-
zoals suikerbietenpulp en andere in de
mogelijkheden en beschikbaarheid van de
haven beschikbare reststromen.
grondstoffen komt isobutanol uit suiker-
eerste fase vanaf 2015 moeten leiden tot
resultaten zijn gepresenteerd tijdens het
Minimaal vijftig windturbines in de stadsregio
symposium “Groene chemie in de Delta”,
De gemeenten van de stadsregio Rotterdam
dat in de fabriekshal van Plant One werd
hebben op 21 juni 2012 een convenant
georganiseerd.
getekend voor het plaatsen van minimaal
reststromen nadrukkelijk in het vizier. De
vijftig windturbines verspreid over de regio. Half december is met steun van RCI, de
In totaal hebben deze een vermogen van
provincie Zuid-Holland en de topsector
minimaal 150 MW aan duurzame energie.
Biobased Economy het Isobutanolplatform
Op Rotterdams grondgebied zijn Hoek van
Rotterdam van start gegaan. Hierin werken
Holland als potentiële locatie en Rozenburg
bedrijven en wetenschappers aan de
en de Beneluxster-Zuid als studielocatie
ontwikkeling van een biobased route voor
opgenomen. De drie locaties hebben samen
isobutanol, geschikt voor biobrandstof,
een vermogen van 48 MW.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
25
Biomassa speelt in elk lange termijn hernieuwbare energiescenario een belangrijke rol. Daarnaast dient biomassa als voedsel, veevoer en als grondstof voor de chemie. Slimme keuzes ten aanzien van het gebruik van biomassa zijn essentieel. Goede, internationaal vastgelegde duurzaamheidscriteria van het grootste belang. De haven van Rotterdam, als Bio Port strategisch gepositioneerd voor de import, export, overslag en verwerking van biomassa, speelt hierin een echte leidersrol.
Onderzoek wind- en zonneenergie
Hieraan gekoppeld is een lobby richting de
In 2012 is onderzoek gedaan naar het
rijksoverheid om zaken ook formeel, dat wil
toepassen van windenergie en zonne-ener-
zeggen fiscaal, mogelijk te maken. In het
gie op respectievelijk bedrijfsterreinen en
nieuwe regeerakkoord staat dat een fiscaal
bedrijfsdaken, onder meer bij een project
instrument geïntroduceerd gaat worden om
voor opwekking van zonne-energie op het
lokale duurzame energieopwekking te
dak van het RDM-gebouw. De inventarisatie
stimuleren onder zelfleveringcondities.
van windenergiepotentieel op bedrijfster-
Zonnepanelen Hoek van Holland
zien. Dit is een optelling van 52 MW bij
Woningbouwvereniging Hoek van Holland en
bedrijven die al beschikken over windturbi-
Waifer, een initiatief van TNO en Stichting
nes of al een vergunningsaanvraag hadden
Building Brains, hebben zeven corporatiewo-
en een potentieel van 83 MW uit globale
ningen van zonnepanelen voorzien.
locatiescans bij geïnteresseerde bedrijven.
Bijzonder aan de aanpak is dat noch de
In hoeverre dit potentieel ook daadwerkelijk
woningcorporatie, noch de huurder hoeft te
is te benutten, is nog onderwerp van
investeren. Waifer investeert als private
gesprek binnen de bedrijven zelf en in
partner in de zonnepanelen en levert
overleg met het Havenbedrijf. Deltalinqs en
vervolgens de duurzame energie aan de
Havenbedrijf onderzoeken ook mogelijkhe-
huurder. De energielasten van de betrokken
den voor bedrijven om te participeren in
huurders zijn bevroren; zij zijn gevrijwaard
Het RCI onderzoekt de productiekansen voor het
windprojecten elders in de haven.
van verdere kostenstijgingen. Het project is
veelzijdige groene molecuul isobutanol uit reststomen
goed opschaalbaar en voorbereidingen
van de suikerproductie. Isobutanol kan in de bio-
daarvoor zijn in volle gang. In eerste
economie de basis vormen voor bioPET-flessen en
Op Heijplaat loopt een aanbesteding door
instantie ligt de focus op 200 extra
andere bioplastics, biokerosine, biodiesel, bio-
het Havenbedrijf Rotterdam voor de aanleg
woningen in Hoek van Holland in 2013. De
kunstrubber en fijnstofonderdrukkers.
van zonnepanelen op de RDM Campus. Door
financiering van 5.000 extra woningen is in
het Havenbedrijf wordt met onder meer
voorbereiding.
Zonnepanelen RDM Campus
Bron: Suikerunie.
reinen heeft een totaal van 135 MW laten
Eneco gesproken over de mogelijkheden om de opbrengsten hiervan ten goede te laten komen van de bewoners op Heijplaat.
En verder missie naar Brazilië geweest. Zowel met
veel opvallende zonne-energieprojecten
gedaan voor de manier waarop de
overheden als bedrijven zijn contacten
heeft. Tegelijk werden de eerste zeven
bijmengverplichting van biobrandstoffen op
gelegd met zicht op vervolg. Brazilië is
zonnepanelen op corporatiewoningen
een verantwoorde wijze kan worden
potentieel een belangrijke leverancier van
verhoogd. De EU schrijft voor dat in 2020
biobrandstoffen en biologische grondstof-
• heeft RCI aan het kabinet een voorstel
tien procent van de brandstoffen voor de vervoerssector biobrandstoffen zijn. In
onthuld in Hoek van Holland. • is een collectief zonne-energieproject op de geluidswal bij Terbregge in voorbereiding.
fen. • is eind 2011 de APX-Endex, de beurs voor
De uitvoering van dit project is voorzien in 2013.
Nederland is dat percentage nu vijf procent
handel in energie, gestart met de eerste
en dat wordt jaarlijks verhoogd. Het
fase van een biomassahandelsbeurs. Het
Rotterdamse voorstel is gericht op het
afgelopen jaar is gewerkt aan de voorberei-
testperiode besloten tot een volledige
stimuleren van biobrandstoffen die zorgen
ding van de tweede fase waarin de handel
pilotopstelling van zonne-panelen. Dit
voor zo groot mogelijke CO2-reductie, bij
verloopt via een zogenaamd ‘clearing-
gebeurt in een horizontaal gespannen net
verbranding zo min mogelijk luchtvervui-
house’. Dit vergemakkelijkt de handel in
met richtingsensor (afmetingen 13 bij 20
ling en waarbij indirecte veranderingen in
biomassa.
landgebruik worden voorkomen. Het
• heeft het Delftse bedrijf Sunuru na een
meter) in het Rotterdamse havengebied.
• heeft Rotterdam in 2012 de Holland Solar
• heeft het Havenbedrijf een projectteam
voorstel wordt nu verder wetenschappelijk
Days georganiseerd en is de stad officieel
gevormd dat de mogelijkheden van
onderbouwd door het Copernicus Instituut
uitgeroepen tot Solar City 2012. De Solar
duurzame energieopwekking op tijdelijk
in Utrecht.
City is een stad die actief zonne-energie
niet in gebruik genomen terreinen gaat
• is er in mei 2012 een RCI biomassahandels-
promoot, zelf zonne-energie toepast en/of
onderzoeken en stimuleren.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
26
Effectenmonitor Duurzaam energieverbruik
Windenergie
Doel: 20 procent duurzaam energieverbruik in 2020, conform het
Doel: Voor duurzame energie in 2015 60 MW extra windenergie in de
‘Covenant of Mayors’.
haven en 150 MW extra in 2020. Daarnaast mogelijk nog 48 MW buiten
Indicator: het percentage duurzaam energieverbruik van totale
het havengebied (Rozenburg, Hoek van Holland).
energieverbruik in Rotterdam (stad en haven).
Indicator: Het opgesteld vermogen aan windenergie.
Aandeel duurzaam energiegebruik
Windenergie 400
25%
opgesteld vermogen
350 20%
DOEL
300
250
15%
200 10%
150
100
50 MW
Percentage
5%
0% 2010 Gerealiseerd
2011
2012
2020
Doel
0 2009
2010
2011
2012
2015
2020
Bron: PD3.1
stedelijk gebied haven op bedrijfsterreinen haven publiek terrein
Als deelnemer aan het ‘Covenant of Mayors’ onderschrijft Rotter-
Doel Prognose Bron: PD3.2
dam de ambitie van twintig procent duurzaam energieverbruik in 2020. Dat betekent dat in 2020 twintig procent van het totaal door Rotterdam gebruikte energie van duurzame bronnen afkomstig moet zijn. Het percentage bedroeg in 2012 3,5 procent en dat
Door de aanleg van Maasvlakte 2 zijn op een aantal locaties
was lager dan in 2011. Dat kwam vooral door minder bijstook van
windmolens verwijderd. Het opgesteld vermogen van windturbines
biomassa bij de kolencentrale van E.On op de Maasvlakte. Ook is er
neemt daardoor de laatste jaren af. In 2011 werd het windpark
een kleine afname (2 MW) van het opgesteld windvermogen door
Dobbelsteen verwijderd; in 2012 is door verwijdering van een
verwijdering van een windturbine. Het percentage duurzaam
windturbine het opgesteld vermogen nog eens met 2 MW afgeno-
energiegebruik ligt nog fors lager dan de doelstelling voor 2020 en
men. Ook op bedrijfsterreinen staan windmolens, in totaal gaat
ligt iets onder het landelijk aandeel duurzaam energieverbruik (4,4
het om 25 MW.
procent).
Het doel blijft om in 2020 300 MW opgesteld vermogen te hebben
De cijfers voor de bepaling van duurzame energieproductie door de
in het openbaar havengebied. Op basis van de plannen voor
AVR, die een grote bijdrage levert aan het Rotterdamse aandeel
nieuwe windlocaties is de verwachting dat het opgesteld vermo-
duurzame energieproductie, zijn vanaf 2012 op een betere
gen aan windenergie in 2013 al fors zal gaan toenemen en dat het
gegevensbron gebaseerd. De cijfers van eerdere jaren zijn herbere-
doel wordt gehaald. In 2015 zal naar verwachting 210 MW
kend en vallen daardoor lager uit.
gerealiseerd zijn.
Op basis van de plannen van het RCI – toename windenergie en de bijstook van biomassa in kolencentrales – wordt de komende jaren, vooral vanaf 2015, een flinke groei van de omvang van groene stroom verwacht.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
27
Bijstook van biomassa Doel: Door bijstook van biomassa in kolencentrales moet in 2025 4,5 Mton CO2-reductie gerealiseerd zijn. Indicator: De CO2-reductie door bijstook van biomassa in kolencentrales.
Bijstook van biomassa 5
CO2-reductie
4
3
2
Mton
1
0 2005 Doel RCI
2008
2009
2010
2011
2012
2015
2020
Prognose
2025 Bron: PD3.3
In 2012 bedroeg de omvang van bijstook van biomassa in de kolengestookte elektriciteitscentrale van E.ON 141.000 ton. Dat is een kwart minder dan voorgaande jaren. Deze omvang van bijgestookte biomassa zal naar verwachting flink toenemen. Zeker na de opening van de nieuwe centrales van E.ON en GDF SUEZ (voorheen Electrabel) in 2013 waar vanaf 2015 biomassa zal worden bijgestookt. In 2015 kan daarmee een jaarlijkse CO2 -reductie van 1.200 kton worden bereikt. Om de hoeveelheid bij te stoken biomassa fors op te schalen zijn aanvullende beleidsmaatregelen nodig op het gebied van duurzaamheid en betaalbaarheid van de biomassa. De prognose is gebaseerd op een gestage toename van de bijstook van biomassa bij de kolencentrales. Echter is de verwachting dat vanaf 2020 de huidige E.ON-centrale op de Maasvlakte gesloten is en daar dus ook geen bijstook meer mogelijk is.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
28
Opgave
4
evorderen van duurzame B mobiliteit en transport
Rotterdam moet bereikbaar zijn, maar wel op een duurzame manier. Het streven is dan ook een schoon gebruik van het Rotterdamse mobiliteitssysteem voor personen- en goederenvervoer. Dat gebeurt onder andere door de aanleg van fietspaden. Daarnaast wil Rotterdam meer schone en stille voertuigen en investeert daarom in haar gemeentelijk wagenpark, onder meer met de introductie van elektrische en hybride voertuigen. Ook richt Rotterdam zich op de toepassing van schone brandstoffen, zoals biodiesel voor vrachtverkeer en vloeibaar aardgas voor de binnenvaart. Duurzame mobiliteit draagt bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot en een betere luchtkwaliteit.
Activiteiten en resultaten Scooters ‘Made in Rotterdam’
Oplaadpalen elektrisch vervoer
was een succes: ruim drieduizend bezoekers
De eerste elektrische scooters ‘Made in
Cofely heeft in 2012 de aanbesteding
sinds de opening, naamsbekendheid in het
Rotterdam’ van scooterfabrikant ESFA op
gewonnen voor het plaatsen van oplaadpa-
hele land en een succesvolle partner in de
de RDM-Campus zijn in 2012 in gebruik
len voor elektrisch vervoer. Op 6 juni is het
promotie van elektrisch rijden. HNR-EVC is
genomen door de gemeente. Zij zijn
honderdste oplaadpunt voor elektrische
de eerste en enige plaats in Nederland waar
gemaakt in Rotterdam, door Rotterdamse
auto’s in gebruik genomen. Eind 2012
vooral de zakelijke bezoeker terecht kan
medewerkers en techniekstudenten. De
waren er 212 oplaadpunten in Rotterdam.
voor onafhankelijk advies en het maken van
gemeente Rotterdam gaat de scooters
proefritten met elektrische voertuigen. De
Zij rijden daarbij uitsluitend op groene
Succesvol eerste jaar Elektrisch Vervoer Centrum
stroom.
Het eerste jaar van Het Het Nieuwe Rijden |
nu nog relatief beperkt, maar het aantal is
Elektrisch Vervoers Centrum (HNR-EVC)
gegroeid van ongeveer 1.700 auto’s eind
gebruiken bij het dagelijkse werk in de stad.
belangstelling voor elektrisch rijden groeit. Weliswaar is het aantal elektrische auto’s
Michiel Hartman, directeur QWIC:
In ESFA werken wij voor de fabriek van onze scooters samen met Maas Leerabrieken en een aantal onderwijsinstellingen. Mensen met enige afstand tot de arbeidsmarkt én mbo-studenten Techniek leren het vak terwijl zij werken. De RDM-Campus is dus de ideale omgeving voor de fabriek. En in de stad zien onze mensen het resultaat van hun werk daadwerkelijk rondrijden.
Tijdens de eerste reis rond de wereld met een volledig elektrische auto werden twee jonge Franse ingenieurs door wethouder Baljeu ontvangen bij het Elektrisch Vervoer Centrum in Rotterdam.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
29
Shell Eco Marathon voor het eerst in Rotterdam.
2011 naar ruim 4.000 eind juni 2012.
Shell Eco-marathon
genomineerd in de categorie ‘Clean
HNR-Elektrisch Vervoer Centrum heeft in
Voor het eerst vond in mei 2012 de
Shipping’ van de Seatrade Awards.
september 2012 de publieksprijs E-Mobility
vierdaagse Shell Eco-marathon plaats in
Awards gewonnen in de categorie ‘Stimule-
Rotterdam. Meer dan 3.000 Europese
Smart Port
ring Elektrisch Vervoer’.
studenten stonden voor de uitdaging zo ver
De Rotterdamse ambitie voor duurzame
mogelijk te rijden op één liter brandstof in
economische groei vraagt om het slim
hun zelfgebouwde voertuigen. Hiermee
benutten van organisatorische concepten
testten zij hun kennis van energie-efficiënt
en transportmodaliteiten. Voor de over-
Wat zijn de kansen en knelpunten voor het
rijden op een speciaal aangelegd stratencir-
dracht van fundamentele kennis en
gebruik van high blend biodiesel in
cuit rondom Ahoy. Tegelijkertijd vond een
inzichten uit de wetenschap heeft Delta-
vrachtwagens? Die vraag stond centraal in
forum plaats waar internationale deskundi-
linqs in 2012 het project Smart Port
het praktijkproject ‘High Blend Biodiesel
gen uit het bedrijfsleven, de academische
georganiseerd: acht ontbijtsessies met
voor Vrachtvervoer’ dat in december 2009
wereld en maatschappelijke organisaties
bedrijven en kennisinstellingen. Het
van start ging. Het project is op initiatief
oplossingen bedachten voor de Energie-
verkennen van logistieke concepten stond
van de gemeente Rotterdam uitgevoerd
Water-Voedsel Nexus: de wereldwijd stijgen-
centraal, zoals het bundelen van individuele
door een consortium waarin de gehele
de vraag naar energie, water en voedsel.
vervoersopdrachten en de optimale
biobrandstofketen vertegenwoordigd was.
Ongeveer 40.000 belangstellenden kwamen
koppeling van vervoer over spoor, water en
De proef is in april 2012 geëindigd, na een
af op het evenement. De komende twee jaar
weg (modal split). Ook konden bedrijven hun
looptijd van 2,5 jaar. In september 2012
blijft Rotterdam het podium voor de Shell
specifieke vragen en ideeën door de
heeft het consortium de eindrapportage
Eco-marathon.
kennisinstellingen laten onderzoeken. Het
High Blend Biodiesel voor vrachtvervoer
opgeleverd. In de proef zijn twee miljoen
project Smart Port krijgt een vervolg in
CO2 -uitstoot vermeden. Het gebruik van
Lancering eerste hybride sleepboot
high blend biodiesel leidt tot een aanzienlijk
Tijdens de traditionele en drukbezochte
lagere uitstoot van fijnstof dan bij gebruik
Vlaggetjesdag op 6 juni vond in Rotterdam
Investeringen voor emissievrij transport op terminals
van gewone diesel. De gebruikte biodiesel
de lancering plaats van de RT Adriaan als
De twee nieuwe terminals op Maasvlakte 2
(B30 en B20) uit restvetten is goed
E-KOTUG. De Rotterdamse boot is de eerste
hebben in 2012 met het bestellen van
inzetbaar als vervanging van reguliere
hybride sleepboot van Europa. Internatio-
energie-efficiënte terminaluitrusting
diesel. Doordat het consortium gebruik
naal maritiem dienstverlener KOTUG heeft
(kranen, AGV’s etc.) grote stappen gezet
heeft gemaakt van biodiesel uit restvetten
met de hybride sleepboot, in samenwerking
richting verduurzaming. Met volledig
was ook geen sprake van concurrentie met
met het Canadese AKA, een zeer milieu-
elektrisch aangedreven AGV’s (onbemande
voedselproductie.
vriendelijke en energiezuinige sleepboot
voertuigen) zal er op de nieuwe terminals
ontwikkeld. In april 2012 is de E-KOTUG
emissievrij containertransport plaatsvinden.
praktijkkilometers afgelegd en is 470 ton
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
30
2013.
En verder • zijn er in 2012 vijfhonderd fietsbeugels
• heeft van 16 t/m 22 september 2012 de
Hamburg CSC gecertificeerd. De Cargos-
geplaatst waarmee de gewenste duizend
Europese Mobiliteitsweek plaatsgevonden.
hell-container is om een aantal redenen
nieuwe stallingsplaatsen zijn gerealiseerd.
De gehele week waren er activiteiten in
zeer innovatief. Hij is gemaakt van
Rotterdam in het kader van duurzame
vezel-versterkt composiet waardoor deze
tot nu toe nog in het fietspadennetwerk
mobiliteit. Op zondag 16 september konden
circa 25 procent lichter is dan de traditio-
ontbraken (de zogenaamde ontbrekende
alle passanten van de Binnenrotte
nele, stalen container. Toepassingsmoge-
schakels). Dit is gebeurd bij de van
kennismaken met de Elektrisch Vervoer-
lijkheden liggen onder meer op het gebied
Aerssenlaan, Vasteland, Goudsesingel,
Roadshow: ruim vijfhonderd mensen
Terletweg, Oudedijk en Bovendijk.
bekeken de diverse elektrische auto’s of
• zijn er fietspaden aangelegd op plekken die
• is het programma van eisen gerealiseerd
maakten een proefrit.
van reefer-lading (gekoelde producten). • presenteerde BMW de BMW ActiveE tijdens het ‘Mobility of the Future’-evenement op 2 februari in Rotterdam. Na Duitsland en de
voor laad-infrastructuur voor elektrische
• vond op 9 en 10 oktober in Rotterdam de
voertuigen in nieuwe parkeergarages. De
Ecomobielbeurs plaats; zowel in de stand
Verenigde Staten is Nederland het derde
gemeenten en marktpartijen kunnen
als ook in de workshops ter plekke was
land ter wereld waar klanten de elektrische
hiervan gebruikmaken. In het vierde
ruime aandacht voor elektrisch rijden.
BMW ActiveE gaan testen in het dagelijks
kwartaal is gestart met een project om te
• is de Cargoshell-container, een inklapbare container waarvan meerdere exemplaren
passen is op nieuwe parkeergarages in
op één vrachtwagen vervoerd kunnen
Rotterdam.
worden, door Germanischer Lloyd in
gebruik.
Foto: Luuk van Kaathoven fotografie.
onderzoeken of dit concept generiek toe te
BMW presentatie in het Drijvend Paviljoen.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
31
Effectenmonitor
Elektrische voertuigen
Het bevorderen van schoon gebruik
2011
Doel: het bevorderen van schoon gebruik, schone voertuigen en schone brandstoffen. Indicator:
• het aantal gereden fietskilometers.
• het aantal elektrische voertuigen.
2012
• het aantal getankte liters biobrandstoffen
(gedurende de pilot).
DOEL
2014
Rotterdam stimuleert schone mobiliteit door het gebruik van de fiets aantrekkelijker te maken met meer fietspaden en stallingen. Rotter-
0 Aantal
dammers zullen daardoor in de stad eerder voor de fiets kiezen. Het aantal gereden fietskilometers geeft hiervoor een goede indicatie.
Gereden fietskilometers
200
Gerealiseerd
400
600
800
Doel
1.000
Bron: PD4.3
aantal gegroeid naar 85 en per eind 2012 zijn het er 180. Kanttekening hierbij is dat er in Rotterdam een aanzienlijk aantal elektrische
2004
en hybride leaseauto’s rondrijdt die elders geregistreerd zijn en dus in
2006
bovengenoemde gegevens (vooralsnog) niet te vatten zijn. Rotterdam zet haar activiteiten voort door laadpunten voor elektrische
2007
voertuigen te plaatsen, pilots uit te voeren en ondersteuning te
2009
bieden aan het elektrisch vervoercentrum. Zo wordt een versnelling
2010
van de groei beoogd van vooral het aantal plug-in hybride elektrische voertuigen. In 2013 wordt een forse toename van het aantal
2011
elektrische voertuigen verwacht. In 2014 vervalt de fiscale stimuleringsmaatregel waarbij elektrische leaseauto’s een bijtelling kennen
2012
van 0 procent. Dit zal waarschijnlijk nadelig zijn voor de verdere groei 0
50
100
150
200
250
Aantal (x miljoen)
300
350
Bron: PD4.1
van elektrisch vervoer. Het doel is 1.000 laadpunten en voertuigen in 2014 te realiseren. Dat wordt waarschijnlijk gehaald.
Rotterdam stimuleert al jaren de fiets als transportmiddel in de stad.
Het bevorderen van schone brandstoffen
Die inzet is zichtbaar in het stijgend aantal gereden fietskilometers in
Als derde spoor bij duurzame mobiliteit zet Rotterdam in op schone
de afgelopen jaren: het totaal aantal fietskilometers is vanaf 2004
brandstoffen. Nederland kent een zogeheten bijmengverplichting voor
met tien procent toegenomen. Op de telpunten rondom de binnen-
biobrandstoffen. Voor de periode 2010-2020 moet het percentage
stad is zelfs een sterkere groei te zien. In 2012 is het aantal fietskilo-
biobrandstof toenemen van vier procent naar tien procent van de
meters iets afgenomen ten opzichte van 2011. Daarvoor is geen
totale hoeveelheid verkochte brandstoffen. In 2012 was dat 4,5
eenduidige verklaring. De daling is mogelijk het gevolg van slechte
procent. Deze bijmengverplichting is bepalend voor de totale
weersomstandigheden.
hoeveelheid gebruikte biobrandstoffen in Rotterdam. Daarnaast heeft
Op basis van de ontwikkeling in de laatste jaren, is de verwachting dat
ook de praktijkproef met biodiesel in de periode 2010-2012, die
het gebruik van de fiets de komende jaren nog verder gaat toenemen.
vooral was bedoeld om de technische haalbaarheid van het gebruik
Onder meer door het realiseren van extra fietsenstallingen bij OV-haltes.
van hogere percentages biobrandstoffen te onderzoeken, een
Het bevorderen van schone voertuigen
tijdelijke impuls gegeven aan biobrandstoffen. Gedurende de gehele proef is er 835.000 liter biodiesel B20/B30 getankt. Het bijmengper-
Naast schoon gebruik stimuleert Rotterdam ook schone voertuigen.
centage is daarmee met 0,25 procent gestegen. De praktijkproef is in
Voor het stedelijk verkeer gaat het dan vooral om elektrische
april 2012 geëindigd. In 2012 is tot die tijd 120.000 liter B20
voertuigen. In 2014 moeten in Rotterdam 1.000 elektrische voertui-
getankt. Door te hoge grondstofprijzen is een structureel groter
gen rijden.
gebruik in Rotterdam na afloop van de proef uitgebleven.
Er is tot op heden een constante groei te zien van het aantal
Voor een verdere reductie van schadelijke uitlaatgassen lijkt groot-
elektrische voertuigen in Rotterdam. Eind 2010 waren er in Rotter-
schaliger gebruik van brandstoffen met hoge aandelen biobrandstof
dam ongeveer 24 elektrische voer-tuigen geregistreerd. Dit aantal
(>20 procent) één van de kansrijke opties. Het is nu aan marktpartijen
betreft personenauto’s (volledig en plug-in hybride elektrisch),
om te besluiten hier mee door te gaan. Het RCI voert actieve lobby om
bedrijfsauto’s, bussen, driewielers en motorfietsen. Eind 2011 is dit
de verdere stijging in te vullen met nog duurzamere biobrandstoffen.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
32
Opgave
5
erminderen geluidsoverlast V en bevorderen van schone lucht
Het verminderen van geluidsoverlast en het blijvend verbeteren van de luchtkwaliteit dragen bij aan de gezondheid van Rotterdammers. Inspanningen op dat gebied vormen de rode draad in het programma Duurzaam. Wegverkeer is een belangrijke bron van geluidsoverlast en luchtvervuiling. Daarom zet Rotterdam in op schone mobiliteit. Alle maatregelen op dat gebied staan bij opgave 4: bevorderen van duurzame mobiliteit en transport. Opgave 5 betreft de overige maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren en de geluidsoverlast verminderen. Dat zijn bijvoorbeeld stille wegdekken, geluidsschermen, dynamisch verkeersmanagement en walstroom.
met zand. Voor de uitstoot van fijnstof is stabilisatie beter dan af- en aanvoeren. Voor de uitstoot van CO2 blijkt kalk relatief slecht te scoren vergeleken met stabilisatie met Forz en af- en aanvoeren.
Stadsverwarming bestaande bouw Bestaande woningen hebben een relatief hoog energieverbruik en stoten daardoor
Activiteiten en resultaten
relatief veel NOx uit. Door bestaande woningen aan te sluiten op het warmtenet
Luchtzuiverend dak Roteb
uitstoot van CO2, NOx en fijnstof (PM10). De
zorgt Rotterdam niet alleen voor een hoge
Rotterdam heeft in 2012 het Roteb-gebouw
administratie van zes bouwprojecten is tot
CO2 -reductie, maar ook voor veel minder
naast het Kleinpolderplein voorzien van
in het kleinste detail uitgeplozen. Op basis
NOx. Het ombouwen van bestaande
dakbedekking die stikstofoxide afvangt. Het
van de resultaten heeft Rotterdam een
woningen van gas naar warmte is complex.
3.000 vierkante meter grote dak van het
model ontwikkeld dat de verwachte
Daarom worden pilotprojecten uitgevoerd
Roteb-complex stamt uit de jaren ‘50 en
milieubelasting per project inzichtelijk
om deze transitie (kosten)effectief te
onderhoud was nodig. De gemeente kijkt bij
maakt. Ook kan met het model voor ieder
maken. In 2012 is de zesde warmte-
dakrenovaties altijd of en op welke manier
bouwproject in de toekomst worden
aansluiting gerealiseerd, voor in totaal 715
het dak kan bijdragen aan een meer
berekend hoeveel CO2 -reductie mogelijk is
woningequivalenten. Partijen krijgen
duurzame leefomgeving. De aanleg van een
als bepaalde maatregelen worden genomen.
subsidie als zij op fossiele brandstoffen
groen dak of benutting van het dakopper-
De CO2 -uitstoot van bouwverkeer kan met
gestookte verwarmingsinstallaties in
vlak voor zonne-energie bleek vanwege de
maar liefst dertig procent worden terugge-
gebouwen vervangen door een aansluiting
constructie niet mogelijk. Uiteindelijk werd
bracht. Goed voor de Rotterdamse klimaat-
op het collectieve warmtenet, gevoed met
er gekozen voor een luchtzuiverende
doelstellingen én goed voor de aannemer.
industriële restwarmte. De subsidie wordt
dakbedekking. Die is aan de bovenzijde
verstrekt om een warmteaansluiting te
(TiO2). Deze korrels kunnen onder invloed
Visie op duurzame bouwlogistiek
van uv-licht stikstofoxiden (NOx) omzetten
Parallel aan het onderzoek naar bouwver-
in ongevaarlijk nitraat dat met de regen
keer heeft Rotterdam een visie op duur-
wegspoelt. Via deze techniek wordt alsnog
zame bouwlogistiek ontwikkeld. ‘Duurzame
Walstroom Oosterkade
een bijdrage geleverd aan een betere
grondstromen’ staan centraal in deze visie.
Als aan schippers gebruiksvriendelijke
leefomgeving.
In 2012 heeft Rotterdam samenwerking
moderne walstroomvoorzieningen wordt
gezocht met andere steden en overheden
aangeboden, wordt hiermee het gebruik van
om dit verder te ontwikkelen. Ook heeft
scheepsgeneratoren en dus uitstoot van
Bouwverkeer heeft een groot aandeel in de
Rotterdam in 2012 twee pilots uitgevoerd
fijnstof en NOx voorkomen. Bijkomend
totale milieuvervuiling door vrachtverkeer,
met stabilisatie van grond om zo grond-
voordeel is dat geluidemissie van scheeps-
zo blijkt uit Rotterdams onderzoek. De
transport te minimaliseren. Hierbij is 500
generatoren wordt voorkomen. In november
gemeente heeft de milieubelasting van
ton grond gestabiliseerd met respectievelijk
2012 is een walstroomvoorziening aan de
bouwprojecten onderzocht door het aantal
Forz (een kunstmatige grondstof uit
Oosterkade in gebruik genomen. Rivier-
voertuigkilometers te berekenen dat nodig
gerecycled afval) en kalk. In beide pilots is
cruiseschepen die aan de Oosterkade
is voor de aan- en afvoer van personen en
de uitstoot van CO2 en fijnstof vergeleken
liggen, kunnen hierdoor stroom van de wal
materialen en de daaraan gerelateerde
met het afvoeren van grond en aanvullen
afnemen.
afgewerkt met titaniumdioxidekorrels
Aanpak bouwverkeer
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
33
realiseren en de ervaringen te delen totdat de aansluiting een volledig stookseizoen gebruikt is.
Hans Schmitt, projectmanager walstroom, Stena Line BV:
Gedurende de tijd dat de schepen van Stena Line in Hoek van Holland voor de wal lagen afgemeerd, werd voorheen de benodigde elektriciteit opgewekt door dieselgeneratoren. Deze generatoren produceerden geluid en uitlaatgassen, wat het leefklimaat in de omgeving nadelig heeft beïnvloed. Doordat de schepen nu worden aangesloten op groene elektriciteit van de wal, wordt er aan boord van de schepen geen geluid meer geproduceerd en komen er ook geen schadelijke uitlaatgassen meer vrij. Stena Line BV realiseert eerste walstroomaansluiting voor zeeschepen.
Walstroom Hoek van Holland
vastgesteld dat in de periode 2013- 2014
wegverkeer te verminderen. Daar waar
Om de luchtkwaliteit in Hoek van Holland
wordt uitgevoerd.
stedelijk wegdek vanuit een onderhoudsbe-
te verbeteren en de stikstofdepositie en de
hoefte toe is aan vernieuwing, wordt zoveel
Stena Line BV en het Havenbedrijf
Dynamisch Verkeersmanagement Zuidvleugel
Rotterdam het project ‘Walstroom Hoek
Het samenwerkingsverband DVM Zuidvleu-
Realisme, Aveling Zuid, Rosestraat en de
van Holland’ ontwikkeld. Dit houdt in dat
gel wil met dynamisch verkeersmanage-
Ankie Verbeek Ohrlaan voorzien van een
afgemeerde schepen van Stena Line BV aan
ment (DVM) het verkeer op het hoofdwe-
nieuw stil wegdek. Het stille wegdek op de
de kade van de terminal in Hoek van
gennet in de Zuidvleugel van de Randstad
Groene Kruisweg is een proefvak van
Holland gebruik kunnen maken van
zo lang en gelijkmatig mogelijk rijdend
14.000 vierkante meter. De komende zeven
walstroom. Op 13 juni 2012 is de voorzie-
houden, zonder dat hiervoor grote
jaar wordt op dit proefvak intensief
ning feestelijk in gebruik genomen. Met de
infrastructurele aanpassingen en investe-
onderzoek naar de kwaliteit van het
realisatie van dit project heeft Stena Line
ringen nodig zijn.
wegdek bij intensief gebruik gedaan. Naast
BV veel kennis opgedaan die zij graag met
De inzet van DVM moet leiden tot minder
de aanleg van stil wegdek werkt Rotterdam
anderen deelt.
vertraging en files op het hoofdwegennet.
ook aan andere concrete maatregelen,
Daarnaast heeft het een positieve invloed op
zoals het isoleren van gevels in geluidsbe-
de luchtkwaliteit in de regio. Doordat het
laste gebieden.
uitstoot van CO2 te verminderen, hebben
Dynamisch Verkeersmanagement Binnenstad
verkeer beter doorstroomt, zijn er minder
mogelijk voor stil asfalt gekozen. In 2012 zijn de Laan van Dada, Laan van Magisch
De gemeente Rotterdam zet zich in voor
afremmende en optrekkende auto’s en is er
een duurzamer verkeers- en vervoersnet-
minder filerijdend verkeer. In 2012 is het
Stimulering LNG in scheepvaart en vrachtverkeer
werk omdat dit belangrijk is voor de
aantal instrumenten langs het hoofdwegen-
LNG kan een belangrijke bijdrage leveren
leefomgeving en economie van de stad.
net verder uitgebreid. De werkzaamheden
aan het schoner maken van de trans-
Daarom probeert Rotterdam de doorstro-
van de Regiodesk zijn uitgebreid, waarbij de
portsector, door vermindering van de
ming te bevorderen waar dat kan, en bij te
Regiodesk de beschikking heeft gekregen
uitstoot van NOx, SOx, fijnstof en
sturen waar dat moet, door middel van
over een groter aantal regelscenario’s en
broeikasgassen. Om LNG als transport-
dynamisch verkeersmanagement (DVM).
meer instrumenten. Ook is een start
brandstof te introduceren, moet een hele
Dynamisch verkeersmanagement – denk
gemaakt met het verbeteren en verder
keten op gang worden gebracht. De
aan dynamische route-informatiepanelen,
automatiseren van de communicatieverbin-
breakbulkterminal die Gasunie en Vopak
betere afstelling van verkeerslichten en
dingen tussen de Regiodesk en de lokale
naast de GATE-terminal gaan bouwen is
actuele verkeersinformatie – zorgt voor een
verkeerscentrales, waaronder de Rotterdam-
daarin een belangrijke stap. Hiermee
betere en gelijkmatigere doorstroming van
se Verkeersregiekamer.
komt LNG beschikbaar als alternatief
verkeer. Hierdoor rijden bezoekers van de
voor stookolie voor kustvaart, binnen-
binnenstad minder kilometers en ontstaat
Stil wegdek
minder congestie. Dit betekent minder
De aanleg van stille wegdekken is één van
van LNG als transportbrandstof wordt
emissies en is dus goed voor de luchtkwali-
de meest belangrijke maatregelen die
begeleid door het Nationaal LNG
teit. In 2012 is een pakket van maatregelen
Rotterdam neemt om het geluid van
Platform, dat in 2012 in aanwezigheid
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
vaart en wegtransport. De introductie
34
Effectenmonitor
van minister Verhagen in Rotterdam is opgericht. Doel van het platform is kennis-
Geluid
en informatie-uitwisseling, coördinatie en toezicht op de uitvoering van afgesproken acties. De initiatiefnemers van het LNG-
Doel: eind 2013 hebben 15.000 Rotterdammers 3 dB minder
platform zijn Deltalinqs, Energy Valley en
verkeerslawaai in hun woning ten opzichte van 2010.
Stichting LNG TR&D. Overige betrokken
Indicator: aantal Rotterdammers met 3 dB minder verkeerslawaai in
partijen zijn de rijksoverheid (Green deal
hun woning ten opzichte van 2010.
LNG), regionale overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties.
Doel van opgave 5 is dat 15.000 Rotterdammers eind 2013 3 dB minder verkeerslawaai ondervinden dan in 2010. De verwachting is
Prinses Maxima doopte in december 2012
dat het doel niet gehaald gaat worden. Reden hiervoor is dat er in
een nieuwe LNG-tanker. Ook hebben de
2012 structureel bezuinigd is op wegonderhoud. Daarmee is de
havenbedrijven van Götenborg en Rotterdam
aanleg van stiller wegdek vertraagd. De toepassing van stiller
in 2012 een intentieverklaring getekend over
wegdek vormt namelijk de hoofdmoot voor de realisatie van deze
het versnellen van de introductie van LNG
doelstelling.
als maritieme brandstof. In 2015 moet in beide havens LNG gebunkerd kunnen
In 2012 zijn er 1409 extra bewoners met 3 dB minder geluids-
worden. Daarnaast zijn er in samenwerking
hinder dan in 2011, vooral door de aanleg van stil asfalt en door
met het Centraal Bureau Rijn- en Binnen-
gevelisolatie van woningen nabij de Calandbrug. In totaal hebben
vaart vijf scans uitgevoerd naar dual
sinds 2010 nu 4.211 inwoners minimaal 3 dB minder verkeersla-
fuel-toepassing en loopt met sleepboot-
waai in hun woning. Het beoogde tussenresultaat voor 2012,
bedrijf KOTUG een onderzoek naar dual
9.000 Rotterdammers met 3 dB geluidshinder minder dan begin
fuel-toepassing op sleepboten.
2010, is niet gehaald. Vooral het toepassen van stil wegdek is door bezuinigingen op het wegenonderhoud achtergebleven ten
Waterstofplatform Rotterdam
opzichte van de verwachting.
In 2012 is met steun van het RCI gewerkt aan een haalbaarheidsstudie naar toepas-
Voor 2013 zullen extra inspanningen worden geleverd om het
singen van waterstof voor mobiliteit. Samen
gat tussen doel en realisatie te verkleinen. Echter, ook deze
met elektrisch rijden op batterijen vormt
inspanningen zullen dat gat niet volledig dichten. Verder valt op
elektrisch rijden op waterstof een sterke
dat de planning rondom het Investeringsbudget Stedelijke
mobiliteitsvorm om emissies in Rotterdam
Vernieuwing (ISV3) in 2012 is uitgelopen. Het effect van ISV3 is
te verlagen. Daarbij heeft Deltalinqs de
echter beperkt. De vertraging heeft daarom geen grote gevolgen
samenwerking tussen bedrijven en overhe-
voor het behalen van deze opgave.
den op dit gebied op gang gebracht om tot
Minder geluidhinder
een gezamenlijke aanpak te komen. Vanuit
door maatregelen tegen verkeerslawaai
de Europese Unie en de rijksoverheid is
16
subsidie toegezegd voor de bouw van een waterstoftankstation in Rotterdam. Dit zal
14
in 2013 worden gerealiseerd.
12
En verder Aantal bewoners (x duizend)
10
• hebben de gemeente Rotterdam, de Stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland begin 2012 een programma opgesteld voor de verschoning van de binnenvaart om zo de luchtkwaliteit in de regio te verbeteren. Het verschonen van de binnenvaart wordt gestimuleerd met een subsidieregeling. Binnenvaartschippers kunnen hiervan gebruikmaken als zij hun
6 4 2 0 2010
motor willen verschonen. In het voorjaar van 2013 zullen de partijen een samenwerkingsovereenkomst ondertekenen voor de uitvoering van het programma.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
8
Calandspoorbrug
Stil asfalt
Extra projecten
Prognose
Gevelisolatie
35
20 11
2012
Geluidscherm A20
2013 Doel
Bron: PD5.1
Luchtkwaliteit Doel: Voldoen aan de wettelijke normen voor stikstofdioxide (NO2) in
landelijke luchtmeetnet) en op het meetpunt van de DCMR
2015 en fijn stof (PM10) in 2011, een jaargemiddelde concentratie van
Milieudienst Rijnmond in Overschie. Beide meetpunten zijn gelegen
40 microgram per kubieke meter.
langs drukke wegen.
Indicator: De jaargemiddelde concentraties van NO2 en fijnstof.
Na een lichte stijging in 2011 als gevolg van het droge voorjaar is in 2012 de concentratie fijnstof weer verder afgenomen. Deze trend wordt vooral veroorzaakt doordat het verkeer minder fijnstof uitstoot, onder meer door grootschalig gebruik van katalysatoren
Stikstofdioxide (NO2 )
en roetfilters. De afname geldt zowel voor grovere deeltjes als voor
Microgram/m 3
60
de fijnere deeltjes (kleiner dan 2,5 micrometer), die relatief
50
Rotterdam Noord
40
Overschie
30
Hoek van Holland Hoogvliet
20 10 0
Grenswaarde 2003
‘04
‘05
‘06
‘07
‘08
‘09
‘10
‘11
‘12
Bron: DCMR
schadelijk zijn voor de volksgezondheid. In aanvulling op deze resultaten wil Rotterdam de luchtkwaliteit structureel verbeteren om zo de gezondheid van de inwoners verder te verbeteren. Uit recente literatuur komt naar voren dat elementair koolstof (EC) een betere indicator is voor gezondheidseffecten dan PM10 en NO2. Rotterdam onderzoekt op dit moment de mogelijkheden om EC onderdeel te maken van het luchtbeleid voor de lange termijn.
Het doel is te voldoen aan de wettelijke normen voor stikstofdioxide (NO2) in 2015 en fijnstof (PM10) in 2011: een jaargemiddelde concentratie van 40 microgram per kubieke meter. De belangrijkste bron voor NO2 op leefniveau is gemotoriseerd verkeer. De concentraties op leefniveau worden sterk bepaald door lokale verkeersstromen en kunnen daardoor lokaal ook sterk verschillen. Op een aantal lokaties in Rotterdam staan meetstations die de concentratie NO2 monitoren. De resultaten van de afgelopen periode zijn opgenomen in bovenstaande grafiek. Op basis van de metingen kan in het algemeen geconcludeerd worden dat de concentratie NO2 een licht dalende trend vertoont. Langs drukke wegen (Rotterdam-Noord en Overschie) voldoet deze echter nog niet aan de grenswaarde voor 2015. Op de overige meetstations worden de normen niet overschreden. De resultaten van het meetpunt in Overschie worden nog nader
Fijn stof (PM10)
Microgram/m 3
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Rotterdam Noord Overschie Grenswaarde
2003
‘04
‘05
‘06
‘07
‘08
‘09
‘10
‘11
‘12
Bron: DCMR
geanalyseerd gezien de onverwachte daling in 2011. De norm voor fijnstof (PM10), ook een jaargemiddelde van 40 microgram per kubieke meter, is in 2012 overal gehaald. Dat blijkt uit het RIVM-meetpunt in Rotterdam-Noord (onderdeel van het
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
36
Opgave
6
Groener maken van de stad
Als de stad groener wordt, draagt dat bij aan een groot aantal doelstellingen van de gemeente Rotterdam. Groen vangt regenwater op en helpt daardoor wateroverlast tijdens hevige regenbuien te voorkomen. Het maakt de stad aantrekkelijker en zorgt voor een aangenamer stadsklimaat, waarbij de inwoners van de stad zich prettiger voelen. Daarnaast dempt extra vegetatie hinderlijke geluiden en heeft groen een positieve invloed op de CO2-balans en de luchtkwaliteit. Het doel van de gemeente is niet alleen om meer groen te realiseren, maar bovenal om meer groen op de juiste plekken in de stad toe te passen.
Activiteiten en resultaten Groene daken
subsidieregeling. Op 2 juni 2012 werd de
Vergroeningsprojecten
Groene daken geven Rotterdam een groener
100.000ste vierkante meter gevierd op het
Aan de stenige plekken Hooglandtuin,
aanzien, vormen een buffer bij regenafvoer
groene sedumdak van flatgebouw
Johan Idaplein, Zwijndrechtseplein,
en zorgen voor een langere levensduur van
Meyenhage - de Schere in Rotterdam
Tidemanplein, HBU-locatie Coosingel en
een dak. De gemeente Rotterdam stimu-
Charlois. Eind 2012 telde Rotterdam ruim
het Afrikaanderpark zijn in 2012 vergroe-
leert de aanleg van groene daken met een
110.000 vierkante meter groen dak.
ningsprojecten uitgevoerd. De projecten
100.000m2 groen dak in Rotterdam.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
37
aan de Christiaan de Wetstraat en het
landbouw in en om Rotterdam stimuleren.
Oleanderplein zijn nog in volle gang. In het
Het zelf telen en eten van verse groenten
eerste kwartaal van 2013 wordt een start
zorgt ervoor dat stadsbewoners zich
gemaakt met de vergroening van het
lichamelijk en geestelijk beter gaan voelen.
Duylplein/Driehoeksplein.
Bovendien wordt de stad door de aanleg van
Door de deelgemeenten zijn 661 nieuwe
moestuinen groener en verbetert daardoor
bomen aangevraagd, voor 151 bomen met
de leefomgeving. Een van de vele stadsland-
extra kwaliteit en voor 57 bomen stand-
bouwprojecten is het initiatief van Stichting
plaatsverbetering. Er is voor 11.193 vierkan-
Uit je Eigen Stad. Deze stichting startte in
te meter oppervlakte overig groen aange-
de zomer van 2012 met een stadsboerderij
vraagd. Dat moet zorgen voor een
op de Marconistrip. De oogst is te koop in de
aangenaam groen leefklimaat op straten en
eigen winkel en wordt geserveerd in het
pleinen als het Nozemanplein, het Ame-
restaurant. Het stadslandbouwbedrijf wil
landseplein, de Lepelaarsingel, Borneveld,
een rendabel bedrijf worden door de hele
de Hendrikstraat, de Oostmolenwerf, de
keten in eigen hand te houden. Wat de
Mariniersweg en het Schiedamsevest.
medewerkers van Uit je Eigen Stad niet zelf
Stadsboerderij bij het Marconiplein.
kunnen verbouwen, nemen ze af bij boeren
1.000 vierkante meter het eerste grote
Stadslandbouw
net buiten Rotterdam. Ook worden op deze
stadslandbouwdak van Nederland. Bij dit
In het programma Duurzaam is opgenomen
locatie oogstfeesten, markten, workshops,
project wordt vooral veel ervaring opgedaan
dat de gemeente Rotterdam initiatieven op
kinderactiviteiten en educatieve program-
die andere dakinitiatieven kunnen benut-
het gebied van stadslandbouw en het
ma’s georganiseerd.
ten. In 2012 ontving De Dakakker de Green Card van de GreenBuildingAward-jury. Deze
vermarkten van regionale producten ondersteunt. Het uitvoeringsprogramma
De Dakakker op het kantoorgebouw Het
Green Card is een speciale prijs van de
Food & the City, dat in mei 2012 groen licht
Schieblock in het centrum van Rotterdam
vakjury voor een bijzonder Nederlands
kreeg van het college van B&W, wil stads-
werd april 2012 aangelegd. Het is met
groenproject.
Emile van Rinsum, directeur Rotterdams Milieucentrum:
Echte stadslandbouw kan ook op het dak. Hiermee vang je twee vliegen in één klap: koele groene daken en het verbouwen van voedsel dicht bij huis. We passen ons in Rotterdam daarmee aan het klimaat aan, en maken daarmee minder voedselkilometers. Dat het kan, bewijst de eerste dakakker!
De Dakakkers op het Schieblock is in 2012 aangelegd.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
38
En verder natuurlijke overgang naar het naast-
• werd Rotterdam in 2012 gekozen als gaststad voor het landelijke symposium ‘Dag van de Stadslandbouw’, dat in april 2013 plaatsvindt. • werd aan de Maasboulevard het groene dak van het kantoor van HHSK geopend. • verscheen de informatiebrochure ‘Groene daken in Rotterdam’. • bezochten ruim 170 mensen de drie groene infodaken op het dakterras van Engels. • is de deelgemeente Feijenoord weer een
gelegen Afrikaanderpark. De aanleg van de geveltuin is een onderdeel van het Vergroeningsproject Rotterdam.
• won het project ‘Natuurdak & Omgeving BP Raffinaderij Rotterdam’ de eerste prijs van de GreenBuilding Award in de categorie ‘daktuin of gevelgroen groter dan 1.000 vierkante meter. De jury: “Op alle fronten springt dit project eruit en het excelleert in ontwerp, technische uitvoe-
stukje groener door een nieuwe geveltuin
ring, groen, opdrachtgeverschap en
bij ’t Gemaal aan de Pretorialaan. Deze
maatschappelijke relevantie. Het gebouw
eerste groene gevel in de wijk Feijenoord
is met groen ingepast in het landschap.
ligt tegenover het zeer drukbezochte
Gebruik van inheemse kruiden maakt het
Afrikaanderplein. De groene wand van
een duurzaam geheel in een industriële
vijftig vierkante meter vormt een
omgeving.”
Het project ‘Natuurdak & Omgeving BP Raffinaderij Rotterdam’ won de eerste prijs van de GreenBuildingAward, categorie groter dan 1.000 m2.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
39
Effectenmonitor
Resultaat 2012 Tot en met 2012 is een positief resultaat behaald. Bovenstaande tabel laat zien dat aan de collegetarget voor de tien in 2010 minst
Doel: Het areaal groen en water is in 2014 toegenomen in de tien
groene wijken invulling is gegeven en dat het areaal groen en het
buurten die in 2010 het minst groen waren (collegetarget).
aantal bomen is gestegen ten opzichte van 2010. Van de college-
Indicator: Aantal wijken (van die tien) met groter areaal groen en
target om tien stenige wijken te vergroenen zijn er tot en met 2012
water ten opzichte van de situatie in 2010.
reeds zeven gerealiseerd. Het doel is om in 2013 nog vier stenige wijken te vergroenen. Daarmee wordt het doel mogelijk zelfs overtroffen.
Eind 2010 is een nulmeting verricht (peildatum 31-12-2010). Niet in alle tien minst groene wijken is sprake van een stijging: in In onderstaande tabel staat een overzicht van de ontwikkeling van
een aantal wijken (Tussendijken, Afrikaander-wijk, Oud-Crooswijk
het areaal groen en water in de tien minst groene wijken.
en Agniesebuurt) is nog sprake van een afname. Daarvoor zijn verschillende oorzaken te benoemen, zoals onderhoudsprojecten, bouwprojecten en nog niet doorgevoerde bestandsmutaties.
Onderdeel aantal m2 groen en
31/12/2010 555.017
31/12/2012
Verschil
540.533
- 14.484*
Doorkijk 2013 Er is een miljoen euro budget beschikbaar voor de vergroening in
water in het openbaar
2013. Deels wordt dat benut voor projecten die bijdragen aan het
gebied in beheer en
creëren van extra vierkante meters groen en bomen in de tien
onderhoud bij de
minst groene wijken en het vergroenen van vier stenige plekken.
gemeente
Daarnaast is budget beschikbaar gesteld voor bewonersinitiatieven.
aantal m2 water in het
96.748
70.593
- 26.155* Op basis van de voortgang ligt het bereiken van het doel op koers
openbaar gebied
en wordt dit in 2013 bereikt. aantal m2 groen in het
458.269
469.940
11.671
Vergroening wijken
openbaar gebied in
12
beheer en onderhoud bij de gemeente
10 8
* De wijziging in het areaal water betreft een administratieve bestandsmutatie. Het feitelijk areaal oppervlaktewater is niet
6
gewijzigd. In de definitie van dit collegedoel staat dat het gaat om ‘areaal vierkante meter buitenwater en water niet in onderhoud bij
4
de gemeente’, wat wil zeggen dat de deelgemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud. Omdat in de cijfers van de nulmeting voerd.
2 Aantal
(2010) ook ander water is meegeteld, is nu een correctie doorge-
2010
2011
vergroening wijken prognose doel
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
40
2012
2013
Bron: PD6
Opgave
7
ergroten van duurzame V investeringen en bevorderen van duurzame producten
Wereldwijd laten duurzame bedrijven een sterke economische groei zien. Ook Rotterdam wil haar economische groei graag op duurzame wijze realiseren. Sectoren met grote kansen voor investeringen zijn bijvoorbeeld groene chemie en groene energie en water- en deltatechnologie. Kansrijke duurzame diensten zijn de ontwerp-, installatie- en bouwsector en duurzame mobiliteit. Het programma Duurzaam, het programma Regionale en Stedelijke Economie en de Clean Tech Delta werken samen via deze clusters aan een verdere duurzame economische versterking van Rotterdam. Het college van B&W streeft in de periode tot 2014 naar minimaal 350 miljoen euro aan duurzame investeringen in Rotterdam en de haven.
Activiteiten en resultaten Duurzame investeringen
voor de investeringen is de ‘Final Invest-
In deze collegeperiode staan eind 2012
ment Decision’ (FID). Het gaat om investe-
Waterpleinen, een windpark en een waterstoftankstation
bijna 300 miljoen euro aan investeringen
ringen in Rotterdam, stad en haven, en in
Er werd ook geïnvesteerd in de waterpleinen
genoteerd die voldoen aan de definitie
maatregelen die bijdragen aan de realisatie
Bellamyplein en Benthemplein. Het Bellamy-
‘duurzame investering’. Daarmee ligt
van de doelstellingen van het programma
plein kostte 0,8 miljoen euro, waarvan het
Rotterdam op schema om het doel van 350
Duurzaam.
Hoogheemraadschap Delfland 100.000 euro
miljoen euro aan duurzame investeringen
bijdroeg. In het Benthemplein werd 5,3
te bereiken. En de werkelijke omvang van
Stoomnetwerk
alle duurzame investeringen in Rotterdam
Een voorbeeld van duurzaam investeren is het
miljoen euro van het Hoogheemraadschap
is zeer waarschijnlijk nog groter, omdat
Stoom-netwerk, waarvoor de totale investe-
van Schieland en de Krimpenerwaard,
bedrijven uit concurrentieoverwegingen
ring bijna 20 miljoen euro bedraagt. Stedin,
550.000 euro van Interreg Maxigreen en
niet altijd in staat of bereid zijn hun
afvalverwerker en enegieleverancier AVR en
360.000 euro werd door Mooi Nederland
investeringen vrij te geven. De maatstaf
chemiebedrijf EKC zijn de investeerders.
bijgedragen. Dan is er nog het Windpark
BRON: DE URBANISTEN.
miljoen euro geïnvesteerd. Daarvan kwam 1
In oktober 2012 startte de realisatie van ‘s werelds eerste grootschalige waterplein: het Benthemplein.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
41
Hartelbrug II, waar acht windmolens met een
Ir. R.P (Enrico) Moens, teamleader VCAPS, project Ho Chi Minh City:
totaal van 24 MW aan vermogen worden
geplaatst. Dit windpark is een rechtstreeks
Rotterdam heeft met het netwerk Connecting Delta Cities een hechte bestuurlijke band opgebouwd met Ho Chi Minh City in Vietnam. Deze band is van grote waarde gebleken bij de ontwikkeling van een Climate Adaptation Strategy voor deze deltastad. De strategie, ontwikkeld door het Vietnamees Climate Adaptation Partnership (VCAPS-consortium) onder leiding van het advies- en ingenieursbureau Grontmij, heeft daarbij gebruik gemaakt van in Rotterdam ontwikkelde kennis en ervaring op het gebied van klimaatadaptatie.
resultaat van het RCI windconvenant 2009. De investering bedraagt 36 miljoen euro. Ook voor het waterstoftankstation van Air Liquide is de Final Investment Decision genomen en daar is 1,99 miljoen euro mee gemoeid. De uitvoering start in 2013.
TKI-subsidie In 2012 werkten RCI-partners, kennisinstellingen en bedrijfsleven samen in een platform dat de mogelijkheden voor de productie van isobutanol voor biochemicaliën en biobrandstoffen wil vergroten. Voor dit
uit de regio Rotterdam. Mede door dit
maar vergroot ook de kans op opdrachten
project is in het kader van de topsectoren-
project heeft Grontmij besloten een
voor het bedrijfsleven. De Rotterdamse
aanpak van de rijksoverheid door het
vestiging in Rotterdam te openen.
aanpak is verder onderdeel geweest van een
Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) een subsidie toegekend van 133.000 euro.
World Biofuels Markets
RaiUno documentaire, een BBC radioprogramma en van diverse internationale
In maart 2012 was Rotterdam voor de
vakbladen. Daarnaast is ook het aantal
tweede achtereenvolgende keer het toneel
water- en klimaatseminars en conferenties
In het regionale Valorisatieprogramma
voor Europa’s grootste internationale
in Rotterdam in 2012 verder gegroeid. Er
Deltatechnologie zijn kansrijke cases
conferentie op het gebied van biomassa. In
zijn er ongeveer vijftien geregistreerd, met
aangedragen om met de valorisatiepartners
het WTC verzamelden zich 1700 experts uit
als hoogtepunt de Nationale Deltaconferen-
uit te werken tot (markt)producten of pilots.
bedrijfsleven, wetenschap, NGO’s en
tie, met 1500 deelnemers in Ahoy.
Het Europees Fonds voor Regionale Ontwik-
overheden om de laatste ontwikkelingen op
keling (EFRO) keurde de subsidieaanvraag in
het gebied van biobrandstoffen met elkaar
Ho Chi Minh City
het najaar 2012 goed. Daarmee is er 3,6
te delen en om zaken te doen. In 2013 komt
Onder begeleiding van Rotterdam zijn voor
miljoen euro beschikbaar gekomen voor
de conferentie wederom naar Rotterdam.
Ho Chi Minh City een klimaatatlas en een
EFRO-subsidie
regionale innovatieontwikkeling en valorisa-
conceptadaptatiestrategie opgeleverd door
werking. Betrokken partijen zijn onder andere
Rotterdamse aanpak klimaatadaptatie
de gemeenten Delft en Dordrecht, Hoge-
Een recordaantal delegaties (ruim twintig)
hierin begeleidt. Voor het ontwikkelen van
school Rotterdam en Hoogheemraadschap
bezocht in 2012 Rotterdam om kennis te
de adaptatiestrategie zijn in juni 2012 in
van Schieland en de Krimpenerwaard. De
nemen van de Rotterdamse aanpak voor
Vietnam workshops georganiseerd.
innovaties worden ingezet voor een
klimaatadaptatie. Dit leidt niet alleen tot
duurzame en klimaatbestendige stad.
meer hotelovernachtingen in Rotterdam,
tie, een goed voorbeeld van regionale samen-
een consortium met onder andere Rotterdamse bedrijven dat Ho Chi Minh stad
Jakarta Coastal Development Strategy Nederland ondersteunt de bestendigheid van Jakarta tegen overstroming in het kader van het programma Water Mondiaal. De aanpak van deze bedreiging krijgt vorm in de Jakarta Coastal Development Strategy (JCDS). Voor het Masterplan Jakarta Coastal Development Strategy is mede door Rotterdamse
Le Hoang Quan, chairman of the
inspanningen 4 miljoen euro beschikbaar
People’s Committee van Ho Chi
gekomen. De contracten zijn gegund aan
Minh City bedankt burgemeester
twee consortia van Nederlandse bedrijven. De
Abouteleb voor de Rotterdamse
Rotterdamse inzet heeft hiermee geleid tot
ondersteuning bij de klimaatatlas
een forse spin-off voor de Nederlandse
en concept-adaptatiestrategie voor
watersector en de andere betrokken partijen
de Vietnamese hoofdstad.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
42
En verder
Effectenmonitor
• werd de inhoudelijke voorbereiding voor de Rotterdamse bijdrage aan het Europese subsidieprogramma op
Doel: Eind 2013 is in Rotterdam door gemeente en externe partijen
gebied van klimaatadaptatie, DeltaLife, afgerond. De aanvraag is
350 miljoen euro geïnvesteerd in duurzaamheid (collegetarget).
ingediend. Als deze aanvraag gehonoreerd wordt ontvangt het
Indicator: Omvang van duurzame investeringen.
programma een bijdrage van 2,6 miljoen euro. • heeft Connecting Delta Cities-partner Singapore haar interesse in
Duurzame investeringen
samenwerking met Rotterdam op gebied van water en klimaatadap-
omvang
tatie kenbaar gemaakt, mede naar aanleiding van een bezoek van
2010
Burgemeester Aboutaleb. Ook de Filipijnen zijn op zoek naar oplossingen voor wateroverlast in de deltastad Manilla. Studenten van de Hogeschool Rotterdam hebben in samenwerking met
€
€
€
2011
Rotterdam onderzoek gedaan naar klimaatadaptatie aldaar. • is de internationale jaarvergadering van het Wereld Natuur Fonds in
€
2012
Rotterdam gehouden. Nederland werd uitgekozen als gastland
€
€
2013
omdat de Nederlandse afdeling van het WNF precies vijftig jaar bestaat. Voor deze gelegenheid zijn vijftig steuren uitgezet in de
€ 0
Nieuwe Maas. Bij de openingsceremonie op de SS Rotterdam was
50
100
Euro (x miljoen)
koningin Beatrix aanwezig.
150
200
Gerealiseerd
250 Doel
300
350 Bron: PD7
• was in mei 2012 de Van Nelle Ontwerpfabriek het podium voor Rio aan de Maas. Deze VN-conferentie stond in het teken van lokale
Het totaal aan duurzame investeringen is in 2012 verder
initiatieven voor lokale duurzaamheid.
opgelopen en ligt daarmee nog steeds voor op het doel. Eind
• vond een aantal kennisbijeenkomsten plaats, zoals de Jaarbijeen-
2012 bedroeg de omvang aan duurzame investeringen ruim 63
komst Duurzaam Ontwikkelen die in het teken stond van bestaande
miljoen euro. Dat betekent dat vanaf 2010 al bijna 300 miljoen
bouw en transformatie en de Rotterdamse Top Duurzaam Vastgoed.
euro is geïnvesteerd.
• zegde de provincie Zuid-Holland een subsidie van 50.000 euro toe
Dat is 26 miljoen meer dan het doel voor deze periode. Het
voor een haalbaarheidsonderzoek naar verduurzaming van de
bereiken van het uiteindelijke doel – de realisatie van minimaal
warmtelevering door geothermie. Samen met marktpartijen wordt
350 miljoen euro aan duurzame investeringen eind 2013 – ligt
de haalbaarheid onderzocht.
daarmee ruim op koers.
• werd de Green Business Club Rotterdam opgericht. Dit is een privaat
Waarschijnlijk is het werkelijke totaal van alle duurzame
initiatief om actieve partijen, met name vastgoedbezitters en
investeringen in Rotterdam nog veel groter. Bedrijven zijn uit
-gebruikers in de binnenstad, te binden rond een duurzame,
concurrentieoverwegingen niet altijd bereid hun investeringen
gebiedsgerichte aanpak. In mei 2012 was de kick-off waarbij vier
vrij te geven.
Rotterdamse founding fathers zijn aangesteld en meerdere serieus geïnteresseerde partners werden voorgesteld. Samen zullen zij
In de definitie van deze target is als maatstaf de ‘Final Invest-
andere potentiële partners benaderen. Vervolgstappen zijn het
ment Decision’ (FID) van de betreffende bedrijven vastgesteld.
samenstellen van een Rotterdams bestuur en het formuleren van
Het gaat hierbij om investeringen in maatregelen die bijdragen
een uitvoeringsprogramma.
aan de realisatie van de doelstellingen op het gebied van CO2 -reductie en klimaatbestendigheid.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
43
Opgave
8
uurzaamheid in onderwijs D en onderzoek
Als duurzaamheid integraal onderdeel gaat uitmaken van het onderwijssysteem zal dit bij de leerlingen kennis en inzicht vergroten. Dat is belangrijk voor leerlingen van alle leeftijden: van het basisonderwijs tot en met het hoger onderwijs. Rotterdam werkt aan de vernieuwing van de natuur- en milieueducatie. Met de opleidingsinstituten, hogescholen en universiteiten wordt de samenwerking geïntensiveerd. En wordt gezocht naar mogelijkheden voor het creëren van stageplaatsen en het bieden van concrete vraagstukken uit de Rotterdamse praktijk aan studenten op het gebied van duurzaamheid.
Activiteiten en resultaten
Bram Wondergem, projectleider Hogeschool Rotterdam:
Bedrijven willen duurzame ontwikkeling, wat betekent dat ook hun toekomstige medewerkers en klanten duurzaam opgeleid moeten zijn. Dus is duurzaamheid een belangrijk thema in het onderwijs. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen.
Scholing/onderzoek en zon
Katholiek Onderwijs (RVKO). De eerste
Eind 2012 heeft de Topsector Energie twee
school die zal worden aangepakt is
subsidieaanvragen over scholing/onderzoek
basisschool De Kleine Prins. Dit is de school
en zon gehonoreerd. De uitvoering van deze
die eerder als een van de eerste scholen in
beste kansen bieden aan de ontwikkeling
projecten gebeurt in 2013 en 2014. Het
Nederland een Eco-school-certificaat heeft
van ‘lokale duurzame energieprojecten’. Het
gaat om de hieronder beschreven projecten
gekregen.
onderzoek moet resulteren in nieuwe,
SOFIE en IRIS.
SOFIE
innovatieve voorstellen voor de herziening
IRIS
van deze kaders. Concrete voorstellen
In het project IRIS werkt Rotterdam samen
moeten op korte termijn de meest knel-
Het project SOFIE behelst de ontwikkeling
met o.a. de Universiteit van Amsterdam/
lende onderdelen in de huidige regulering
van innovatieve financieringsconstructies
Centrum voor Energievraagstukken, de
wegnemen. Daarna volgt het belangrijkste
voor het verduurzamen van schoolgebou-
Vereniging Eigen Huis en de gemeente
resultaat: een voorstel tot structurele
wen. Hierin werkt Rotterdam samen met
Amsterdam. Er vindt een onderzoek plaats
aanpassing van wet- en regelgeving, dat óók
o.a. de Rotterdamse Vereniging voor
naar de benodigde juridische kaders die de
is geënt op de lokale, decentrale productie van energie. Daarbij zal voor elektriciteit, gas en warmte zoveel mogelijk een gelijke benadering worden gekozen.
CO2-les voor basisscholen wint prijs De basisschoolles ‘CO2 wat is daarmee?’ is in november 2012 uitgeroepen tot het beste initiatief van 2012 binnen het project STROOM. Natuur- en milieueducatie Zuid-Holland ontwikkelde de les in opdracht van het RCI. Het Warmtebedrijf Rotterdam en Visser & Smit Hanab financierden vervolgens extra lessen voor scholen langs Bron: Visser & Smit Hanab.
de Nieuwe Warmteweg in Rotterdam. Naast het feit dat de les door de jury als actueel en vernieuwend werd betiteld, viel ook deze publiek-private samenwerking bij de jury erg in de smaak. De les maakt leerlingen van groep 6-7 duidelijk wat CO2 is, wat de nadelige gevolgen van te veel CO2 zijn en
Praktijklessen tijdens “CO2 - wat is daarmee?”
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
44
De Hildegaertschool in Rotterdam mag zich de duurzaamste school van Nederland noemen.
hoe je de uitstoot ervan kunt beperken. De
basispakket wordt geleidelijk uitgerold
regenwater vasthoudt en filtert. Verder is
school nodigt de ouders na afloop van de
binnen het NME-aanbod.
de school natuurlijk goed geïsoleerd; iedere
les uit voor een informatieavond over
Verder is gewerkt aan het opzetten van een
ruimte heeft een automatische klimaatre-
energiebesparing.
NME-coalitie, een samenwerkingsverband
geling. De duurzame verlichting speelt in op
tussen de belangrijkste NME-partijen in
het gemoed van de kinderen om ze te
Rotterdam, en een brochure over de
kalmeren of bij de les te houden.
samenhang tussen stadslandbouw en NME.
Alle technieken samen zorgen voor de nodige
Natuur- en Milieueducatie In het kader van de beleidsvernieuwing van Natuur- en Milieueducatie (NME) zijn het
besparingen en een gezond binnenklimaat,
Het basispakket omvat het aanbod aan
Duurzaamste school van Nederland
activiteiten dat voor iedere Rotterdammer
De Hildegaertschool in Rotterdam mag zich
hoeveel energie ze verbruiken en bij de
wordt ingezet. Hierbij is een onderscheid
de duurzaamste school van Nederland
entree kunnen ze zien hoeveel de hele
gemaakt in doelgroepen met de focus op
noemen. De school is in 2012 geopend en
school verbruikt. De verwachting is dat de
jongeren van zes tot twaalf jaar (de
voorzien van de nieuwste technieken. Zo
school straks 35 procent aan energie
basisscholieren). Het pluspakket omvat
vervangen warmte-koude-opslag en
bespaart in vergelijking met de oude
activiteiten die met aparte financiering
zonnecollectoren een standaard cv-instal-
situatie.
aanvullend kunnen worden afgenomen. Het
latie. Ook is er een vegetatiedak dat
basispakket en het pluspakket uitgewerkt.
maar zijn ook educatief inzetbaar. Leerlingen kunnen in hun eigen lokaal zien
En verder Groen. Deze leerlijn voor de onderbouw van
Tijdens het evenement werden de Groene
aantal partners aan een educatieprogram-
het voorgezet onderwijs wordt met de
Vogel 2012 (vrijwilligersprijs) en de Groene
ma voor scholen in Rotterdam. Naam van
website www.klimaatonderwijs010.nl
Pluim 2012 (prijs voor de groenste
het programma is ‘de Straat van de
voorjaar 2013 voor alle docenten in en om
Toekomst’. Doel is om burgers van jong tot
Rotterdam beschikbaar gesteld.
oud te betrekken bij duurzame gebiedsont-
• vond in december 2012 de Groene
• werkte de gemeente Rotterdam met een
overheidsdienaar) uitgereikt. • hebben in de zomervakantie van 2012 ruim 800 kinderen het drijvend paviljoen
Conferentie Duurzaam Door plaats in
bezocht om mee te doen aan de Waterquiz
Rotterdam. Milieucentrum Rotterdam
die samen met de waterschappen was
eigen docenten, studenten en docenten uit
organiseerde de conferentie om groene en
ontwikkeld.
het onderwijswerkveld in Rotterdam de
inspirerende initiatieven rond het thema
doorgaande leerlijn Klimaat/Energie/
Natuur- en Milieueducatie te bundelen.
wikkeling. Het programma loopt tot 2014. • ontwikkelde de Hogeschool Rotterdam met
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
45
Effectenmonitor
Basisscholen Om duurzaamheid in het onderwijs te integreren, is het nodig dat
Onderwijs- en kennisinstellingen
kinderen daar op basisscholen al aandacht voor hebben. Door centra voor natuur- en milieueducatie en educatieve tuinen
Doel: In 2025 is duurzaamheid integraal onderdeel van opleidingen en
(schooltuinen) te bezoeken, zetten zij een eerste, belangrijke stap.
leidraad voor onderwijs en onderzoek.
In 2012 bezochten 163 groepen (groep 6/7 van de basisscholen)
Indicatoren:
een educatieve tuin. Dat is een fractie minder dan in 2011 (169). In
• Het aantal onderwijs- en kennisinstellingen waarmee afspraken zijn
totaal ging het hierbij om 22 lessen op jaarbasis, dus: 163 x 22
gemaakt over duurzaamheid in onderwijs en onderzoek
lessen = 3586 lessen in 2012. Daarmee maakte 57 procent van het
• Het aantal basisscholen dat actief bezig is met natuur- en milieu-
totaal aantal basisscholen gebruik van deze tuinen. Dat betekent
educatie (NME).
een toename van zeven procent. Daarnaast bezochten 2241 groepen van basisscholen (variërend van groep 1 tot 8) een van de zeven Rotterdamse centra voor natuur- en milieueducatie. Dat is
Afspraken over duurzaamheid in het onderwijs
ruim 200 meer dan in 2011. Sommige groepen kwamen twee keer
5
per jaar. Van alle basisscholen bezocht 79 procent deze centra; een toename van zes procent ten opzichte van 2011. Met een gemid-
4
delde groepsgrootte van 22 leerlingen betekent dat bijna 50.000 leerlingen.
3
Educatieve tentoonstelling Het aantal bezoekers aan een educatieve tentoonstelling over
Aantal instellingen
2
natuur en milieu is drastisch afgenomen. In 2011 waren dat er 35.824, in 2012 nog maar 2000. De teruggang is het gevolg van
1
bezuinigingen in Charlois, waardoor de tentoonstellingsruimte daar in 2012 moest sluiten. Hier werd het leeuwendeel van de geregis-
0
2008
2009
2010
2011
2012 Bron: PD8.1
treerde bezoekers voor tentoonstellingen ontvangen. Alleen de Blijde Wei in Prins Alexander heeft nu nog af en toe een tentoonstelling voor algemeen publiek. Het totaal aantal bezoekers van alle acht kinderboerderijen in 2012 bedroeg samen 1.101.936. De twee
Rotterdam heeft inmiddels met vier onderwijs- en kennisinstellin-
bijzondere tuinen in Rotterdam – de Cultuur Historische Planten-
gen afspraken gemaakt over duurzaamheid in onderwijs en
tuin in Charlois en de Botanische Tuin in Kralingen-Crooswijk –
onderzoek. Het betreft de Hogeschool Rotterdam, de TU Delft
werden in 2012 door 47.390 personen bezocht.
(beide in 2008), de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) in 2010 en in 2011 het Zadkine. Met het Zadkine zijn afspraken gemaakt over een op te richten Koudecentrum. In het najaar van 2012 is gestart met het verkennen van nieuwe mogelijkheden voor samenwerking met de Hogeschool Rotterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, Albeda en Zadkine op het gebied van energie en duurzaamheid. Uitkomsten worden in 2013 verwacht. Insteek is het beter faciliteren van de doorstroom van mbo naar verkorte (associate degree, AD) en hbo-opleiding, van hbo naar EUR/TU Delft en de afstemming van de onderwijs- en onderzoeksprogramma’s en curricula. Daarnaast concentreert de verkenning zich op het beter laten aansluiten van curricula op wat de stad en haven van afgestudeerden vragen. Nadruk wordt gelegd op inhoudelijke onderwerpen die aansluiten bij de Human Capital Agenda’s van de topsectoren Energie, Chemie, Agro/Food, Water/Maritiem en Logistiek.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
46
Opgave
9
oorbereiden op de gevolgen V van klimaatverandering
Het klimaat verandert. Dat heeft ook voor Rotterdam gevolgen: regenbuien worden heviger, waardoor meer wateroverlast in de stad ontstaat. Op termijn zal Rotterdam als laaggelegen deltastad te maken krijgen met een zeespiegelstijging en een rivierstand die soms heel hoog of juist heel laag is. In 2008 is het programma Rotterdam Climate Proof opgezet om goed te kunnen omgaan met die veranderingen. Dit programma heeft als doel ervoor te zorgen dat Rotterdam in 2025 honderd procent klimaatbestendig is.
geen uitvoeringsplan maar stelt kaders, geeft uitgangsprincipes aan en maakt de ambities en doelstellingen concreet. Basis voor de RAS zijn de verschillende onderzoeken uit het Kennis voor Klimaat-programma. Met deze informatie zijn kansrijke strategieën voor een klimaatbestendige stad ontwikkeld. Sinds eind 2012 is een eerste
Activiteiten en resultaten
beschrijving van de Rotterdamse adaptatiestrategie beschikbaar, die in 2013 met
In ontwikkeling: de Rotterdamse Adaptatie Strategie
in Rotterdam en beschrijft welke richting-
stakeholders wordt besproken en bestuurlijk
gevende besluiten nodig zijn om dit de
vastgesteld.
De Rotterdamse Adaptatie Strategie (RAS)
komende decennia op een gerichte en
gaat in op de urgentie van klimaatadaptatie
effectieve wijze te doen. De strategie zelf is
Rotterdam: internationale voorbeeldstad De Europese Commissie bereidt een Europese klimaatadaptatiestrategie voor die Europese steden kunnen gebruiken als kader voor hun eigen strategie. De Europese Commissie ondersteunt hen daarbij met een trainingsprogramma. Rotterdam is als voorbeeld aangesteld en door de Europese Commissie gevraagd om ‘peer city’ te worden op het gebied van klimaatadaptatie. Als ‘peer city’ heeft Rotterdam een leidende rol in het trainingsprogramma. De trainingen van het ‘EU Adapt’-project hebben tot doel om steden bewust te maken van de noodzaak van klimaatbestendigheid en hen te ondersteunen bij het ontwikkelen van een adaptatiestrategie. Vijftien steden, ingedeeld in drie groepen, nemen deel aan het trainingsprogramma. In oktober 2012 hebben ongeveer twintig watermanagers uit deze steden Rotterdam bezocht. Zij wisselden kennis uit via presentaties en workshops, deelden ervaringen uit hun eigen steden en leerden zo van elkaars aanpak. Ook bracht de groep een bezoek aan Rotterdamse voorbeeldprojecten van klimaatadaptatie, zoals de ondergrondse waterberging, het drijvend paviljoen en het groene dak op het Groothandelsgebouw.
Watermanagers uit andere Europese steden bezoeken Rotterdam.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
47
Annebeth Loois, projectmanager Tygron:
Tijdens spelsessies met de Rotterdamse Climategame zie ik interessante discussies ontstaan over de complexiteit en haalbaarheid van adaptieve maatregelen. Inmiddels is er reeds internationale belangstelling. Zo heeft Los Angeles na het zien van de Climategame de behoefte uitgesproken voor een eigen versie.
worden twee situaties met elkaar vergeleken: de situatie zonder uitvoering van het project (het nulalternatief) en de situatie met uitvoering van het project (het projectalternatief). Het verschil tussen beide situaties is het effect dat het project heeft op de maatschappij. Bijzonder aan
Rotterdamse Climategame
Feijenoord. Spelenderwijs verkrijgen de
deze MKBA is dat voor het eerst een model
Eind 2012 is de Rotterdamse Climategame
spelers ook inzicht in meerlaagse veiligheid.
is gemaakt voor stedelijke klimaatadaptatie
opgeleverd, een initiatief van Rotterdam
Bovendien kunnen zij maatregelen tegen
dat niet uitgaat van één investering, maar
Climate Proof, het Delta-programma
elkaar afwegen. Binnen de game spelen ook
van diverse maatregelen. Ook hanteert deze
Nieuwbouw en Herstructurering en het
het beschikbare budget en eventuele
MKBA een dynamisch rekenmodel dat
Watergovernance Centre. De Climategame
subsidiemogelijkheden een rol.
gebruikt kan worden voor strategievorming.
voorstellen die het dilemma van klimaat-
Rotterdamse klimaat MKBA
sten valt op dat diverse maatregelen zeer
adaptief bouwen of herstructureren en een
Als onderdeel van de Rotterdamse Adapta-
positief scoren: de baten overschrijden de
waterveilige omgeving duidelijk tot
tie Strategie is de Rotterdamse klimaat-
lasten duidelijk. Oorzaak hiervan is de
uitdrukking brengen. Deelnemers zijn
MKBA ontwikkeld. In een MKBA (maatschap-
aanname ‘meeliften met gepland onder-
partijen die bij een lokale gebiedsontwikke-
pelijke kosten-batenanalyse) worden de
houd’ waardoor de investeringskosten
ling betrokken zijn, zoals gemeente,
kosten van een investering afgewogen
beperkt zijn en de baten relatief groot.
woningcorporaties, waterschap en
tegen de baten vanuit het perspectief van
Daarnaast valt op dat het aantrekkelijk is
projectontwikkelaars. Zij kunnen uitgebreid
de maatschappij als geheel. Om de baten te
om naast klimaatadaptatie in te zetten op
experimenteren in een realistische
kunnen waarderen, moet je het effect van
het bereiken van neveneffecten zoals
visualisatie van de wijk Rotterdam
een project in kaart brengen. Daarvoor
luchtkwaliteit en leefomgeving.
helpt stakeholders bij het opstellen van
Bij het bestuderen van de eerste uitkom-
En verder • zijn in november 2012 diverse sessies georganiseerd op het internationale congres Flood Risk 2012 in het WTC Rotterdam. • is de volledig gerestylede website van Connecting Delta Cities live gegaan (www.deltacities.com). • is in november 2012 het waterpleingedeelte van het Bellamyplein feestelijk geopend. • zijn de werkzaamheden voor de aanleg van het grote waterplein en internationale showcase Benthemplein gestart. • is de marktconsultatie voor drijvende woningen Nassauhaven uitgevoerd: drie marktpartijen hebben een business case voor de
Uitgebreid experimenteren met de Rotterdamse Climategame.
uitvoering ingediend. In het tweede kwartaal van 2013 wordt een keuze gemaakt voor het winnende consortium. • is de ‘Rapportage adaptief bouwen in buitendijks gebied’ afgerond en voor review naar Kennis voor Klimaat gestuurd. Het ‘Toetsingskader waterveiligheid’ is in concept gereed. Integratie van beide onderdelen leidt tot het ‘Beleidskader buitendijks bouwen’. Naar verwachting is deze in het tweede kwartaal van 2013 gereed.
Feestelijke opening waterplein Bellamyplein (Spangen).
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
48
Effectenmonitor
focus primair gelegd op het reduceren van de effecten van de toename van neerslag en minder op de normen. Het blijft belangrijk
Waterberging
dat er voldoende waterbergingscapaciteit in een gebied aanwezig is. Het voornaamste doel is echter het voorkomen van overlast en
Doel: 415.000 kubieke meter extra waterberging in 2025 ten opzichte
schade in stedelijk gebied ten gevolge van meer neerslag door de
van 2010.
klimaatverandering en niet het behalen van een bepaalde
Indicator: het aantal kubieke meter waterberging dat sinds 2010 is
waterbergingsnorm.
gerealiseerd.
Groene daken en gevels
De doelstelling ‘honderd procent klimaatbestendig’ krijgt concrete invulling bij het opstellen van de Rotterdamse Adaptatie Strategie
Doel: 160.000 vierkante meter groene gevels en daken in 2014.
(RAS). Deze moet in 2014 zijn vastgesteld. Tegelijkertijd werkt
Indicator: het aantal vierkante meter groene gevels en daken waarvoor
Rotterdam op dit moment al aan een aantal adaptatie-
sinds 2010 subsidie is aangevraagd.
maatregelen. Om beter voorbereid te zijn op de stijgende waterspiegel en grotere hoeveelheden regen in korte tijd wil Rotterdam
De doelstelling voor 2014 – 160.000 vierkante meter groene gevels
de waterbergingscapaciteit vergroten.
en daken – ligt op koers. Op basis van gegevens uit de gemeentelijke subsidieregeling groene daken blijkt dat in 2012 het aantal
In 2025 moet 415.000 kubieke meter extra waterberging zijn
vierkante meter groen dak waarvoor subsidie werd aangevraagd
gerealiseerd ten opzichte van 2010.
met bijna 31.000 is gestegen. Er is in 2012 geen gemeentelijk vastgoed van een groen dak voorzien. Ook zijn in 2012 geen groene
In 2012 is ruim 6.200 kubieke meter extra waterbergingscapaciteit
gevels met een waterbergingsfunctie gerealiseerd. In 2012 is de
gerealiseerd. Ruim 5.000 kubieke meter komt door extra oppervlak-
100.000ste vierkante meter groen dak op een passende manier
tewater in het Rietpark in Groenenhagen-Tuinhoven (IJsselmonde).
gevierd. Een ander hoogtepunt was de opening van de Dakakkers op
Daarnaast realiseert de gemeente 750 kubieke meter in de vorm
het Schieblock, het eerste dak met daarop stadslandbouw. Eind
van tijdelijke waterberging (waterplein Bellamyplein in Delfshaven)
2012 stond de ‘groenedakenteller’ op 110.000 vierkante meter.
en 230 kubieke meter via de ondergrondse waterberging bij het
Daarnaast was er nog 5.500 vierkante meter aan groene gevels.
Johan Idaplein in deelgemeente Rotterdam-Noord. De overige capaciteit is ontstaan door nieuw open water (onder meer bij het
Groene daken en gevels
Spinozapark) en door de aanleg van groene daken. Met deze extra
180
6.200 kubieke meter is in totaal sinds 2010 ruim 36.000 kubieke meter extra waterberging gerealiseerd. Daarmee is circa negen
160
procent van de totale opgave tot 2025 ingevuld. De verwachting is dat in 2015 75.000 kubieke meter extra waterberging gereed is.
140
Waterberging, extra capaciteit
120 100
2010 80
2011 2012
60 40 m2 (x duizend)
2015 2025 0
100.000
m3 waterberging
200.000
300.000
Gerealiseerd
400.000 Doel
0 2010
Prognose
Gerealiseerd
Bron: PD9.1
De opgave voor waterberging is gebaseerd op provinciale normen voortkomend uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. Bij het vaststellen van die normen zijn de watersystemen het uitgangspunt en niet de effecten die kunnen optreden bij een tekort aan waterberging. Na de herijking van Waterplan 2 Rotterdam wordt de
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
20
49
2011 Doel
2012
2014 Bron: PD9.2
Opgave
10
evorderen van duurzame B gebiedsontwikkeling
Nieuwe gebiedsontwikkelingen en herstructurering in de stad maken duurzaamheid voor iedereen zichtbaar. Door gebouwen en gebieden duurzaam te (her)ontwikkelen, werkt Rotterdam aan een groene, schone, gezonde en economisch sterke stad. Projecten als Stadshavens, Heijplaat en Rotterdam Central District dragen bij aan de ambities van Rotterdam als duurzaamste wereldhavenstad. De duurzame ontwikkeling van deze gebieden is goed voor de stad en haar inwoners, deelgemeenten en private partijen als ontwikkelaars, woningcorporaties, bouwbedrijven en investeerders.
Activiteiten en resultaten
Bert Wijbenga van Nieuwenhuizen, voorzitter Raad van Bestuur Woonbron:
Bij de opgave om Heijplaat energieneutraal te maken, draait het om de bewoners. Het project heeft alleen kans van slagen als zij er achter staan, en als het hen iets oplevert. Woonbron is ervan overtuigd dat dit het geval is en ondersteunt de plannen dan ook van harte.
Resultaten duurzaam ontwikkelen
structie en transparante samenwerking
In 2010 kwamen circa zestig marktpartijen
tussen partijen. Perspectief voor de
overeen om duurzaam te ontwikkelen. Alle
middellange termijn is de aanpak van
ondertekenaars hielden in februari 2012 in
10.000 woningen. Dit levert een kosten-
een netwerksessie de bereikte resultaten
voordeel op voor de eigenaar en de huurder
(stijging van) energielasten door isolatie,
tegen het licht. De conclusie is dat de
en kansen voor scholing en werkgelegen-
voorlichting/gedrag en het toepassen van
verduurzaming van nieuw commercieel
heid. De partners ontwikkelen voor dit
alternatieve energiebronnen is voor die
vastgoed goed loopt, met voorbeelden als
project een gezamenlijke communicatie-
doelgroep het meest urgent.
Forum, Stadskantoor, First Rotterdam en
strategie waarin het overtuigen en
Cool 63. De woningbouw kent ook goede
ondersteunen van de bewoners centraal
Energieneutraal Heijplaat
voorbeelden, maar loopt op dit punt achter.
staat. De achtergrond voor de inzet is de
In november 2012 is de samenwerkingsover-
De uitdaging ligt nu vooral in de aanpak van
verwachting dat de energielasten steeds
eenkomst ‘Heijplaat en RDM-terrein 2’ (SOK2)
bestaande bouw. Corporaties spelen daarbij
meer de hoogte van de woonlasten bepalen.
ondertekend. Hierin zijn de (gebieds)
een belangrijke rol. Maar ook transformatie
De lage inkomensgroepen worden daardoor
afspraken tussen Rotterdam (deelgemeente
van kantoren en gebieden moet worden
als eerste getroffen. Beperking van de
en stedelijke diensten), woningcorporatie
opgepakt. De gemeente wil dit faciliteren door kennisuitwisseling te bevorderen en door knelpunten weg te nemen. Hier zijn met de partijen afspraken over gemaakt. Deze afspraken komen onder andere naar voren in het hieronder beschreven project Versnelling 010.
Versnelling 010 Corporaties, energiebedrijven, financiële instellingen en bouw- en installatiebedrijven zijn een samenwerking gestart die is foto Erno Wientjes i.o.v. Woonbron.
gericht op het versnellen en opschalen van energiebesparing in bestaande woningen. De gemeente faciliteert dit proces. Het doel van dit project, met de naam Versnelling 010, is om op een dusdanige manier te investeren in energiebesparing dat deze investeringen zich terugbetalen via een lagere energienota. Hiervoor is schaalgrootte nodig, een geschikte financieringscon-
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
Duurzame initiatieven Heijplaat onderscheiden door WNF.
50
certificering – ook een gebiedscertificaat voor het Central District te behalen.
Visie warmte en koude Het verduurzamen van de warmtelevering in de gebouwde omgeving van Rotterdam is al jaren speerpunt van het RCI. Met de oprichting van het Warmtebedrijf, de aanleg van De Nieuwe Warmteweg en de daarmee samenhangende afspraken over warmtelevering in Rotterdam zijn belangrijke stappen gezet. Voor het vervolg en om de Rotterdamse kansen verder te benutten heeft de gemeente het initiatief genomen voor een dialoog over een langetermijnvisie op de warmte-koudevoorziening van de Rotterdamse gebouwde omgeving in 2030. Van najaar 2012 tot voorjaar 2013 wordt een serie van vier gesprekken gevoerd en een bestuurlijke bijeenkomst gehouden door een groep van stakeholders. Deze groep bestaat uit de gemeente, de provincie, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, energiebedrijven en netbeheerders. In 2013 wordt deze visie afgerond en start de gezamenlijke uitvoering van de gemaakte afspraken. Ook zal in het tweede
Het nieuwe Rotterdam Centraal bevat 10.000 m2 aan zonnepanelen.
kwartaal van 2013 het CELSIUS-project van Woonbron, het Havenbedrijf Rotterdam, RDM
een internationale onderscheiding voor
Campus/ Hogeschool Rotterdam, Eneco,
individuen, organisaties en instellingen, die
Stedin en bewoners van Heijplaat vastgelegd.
door hun inzet een belangrijke bijdrage
Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan de
leveren aan natuurbescherming en het
realisatie van de ontwikkeling van het Nieuwe
bevorderen van duurzame ontwikkeling.
Dorp, een adaptatiestrategie, een afspraken-
start gaan, zoals beschreven bij opgave 3.
En verder • wordt in de wijk De Esch gewerkt aan een
kader Duurzaam Heijplaat, de westelijke
Rotterdam Central District
ontsluitingsweg en gebiedsmarketing.
Het Rotterdam Central District is de entree
Leonidas met duurzame woningen via
In juli 2012 is het Afsprakenkader Duurzaam
van de stad, gelegen naast het vernieuwde
zelfbouw door groepen en individuele kopers.
Heijplaat vastgesteld als onderdeel van
Rotterdam Centraal. Het district omvat
Insteek is een buurt met kleine groene
bovengenoemde SOK2.
grofweg het gebied rondom het Weena. De
bouwkavels, die autoluw is en waar adaptief
In dit document staan de afspraken die moe-
vereniging Rotterdam Central District heeft
gebouwd wordt. Het plan is tot stand
ten leiden tot een concreet werkprogramma
tot doel het gebied rond het station te
gekomen via een participatietraject met
voor de versnelde realisatie van een sociaal
verbeteren, voor eigenaren, bewoners en
aspirant-kopers. In 2013 wordt de haalbaar-
en economisch duurzaam, klimaatbestendig
bezoekers. Onder de leden bevinden zich
en energieneutraal Heijplaat. De naoorlogse
niet alleen de gemeente, maar ook
bouw wordt er vervangen door duurzame en
ontwikkelaars, lokale ondernemers en
uiting gegeven aan een duurzame gebieds-
innovatieve nieuwbouw. Voor de bestaande
bewoners. De verbetering van het Central
ontwikkeling. Naast het eerder genoemde
bouw die blijft wordt gewerkt aan een
District gaat onder andere via het verduur-
Heijplaat ligt een sterke focus op de invulling
omvangrijk programma voor energie-
zamen van de panden in het gebied. Een
van de Rijnhaven (o.a. drijvend bouwen) en
besparing en verduurzaming met mede-
aantal panden, waaronder Central Post,
het Merwe-Vierhavengebied. Zichtbaar
werking van de bewoners.
heeft energielabel A. In 2013 wordt een
resultaat is onder meer de invulling met
De Heijplaters ontvingen voor hun duur-
BREEAM-certificaat verwacht voor onder
stadslandbouw ‘Uit je eigen stad’ en de
zame initiatieven in 2012 een onderschei-
andere FORUM. Daarnaast worden in 2013
transformatie van een van de Marconitorens
ding van het Wereld Natuur Fonds, namelijk
met de vereniging Central District de
tot ‘Science Tower’.
de WWF Leaders for a Living Planet. Dat is
mogelijkheden verkend om – naast gebouw-
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
51
plan voor de voormalige hockeyvelden van
heid van het plan getoetst. • wordt in het gebied Stadshavens concreet
Effectenmonitor
BREEAM NL Gebied BREEAM NL Gebied is een managementinstrument voor duurzaamheid in nieuwe gebiedsontwikkelingen en voor de daarbij vastgelegde
Doel: Alle grote te ontwikkelen gebieden (zoals Binnenstad, Stadsha-
ambities. In 2013 wordt het geschikt gemaakt voor bestaande
vens en Hart van Zuid) scoren minimaal twee sterren op het nationale
gebiedsontwikkelingen. Via een zelf-assessment met BREEAM NL
keurmerk voor duurzame gebiedsontwikkeling.
Gebied wordt de duurzaamheidscore van het ontwerp van de
Indicator: • Percentage grote gebiedsontwikkeling met een verant-
gebiedsontwikkeling bepaald. Een score van twee sterren is de
woordelijke voor duurzaamheid.
minimale ambitie voor alle ruimtelijke ontwikkelingen. De quickscan
• Het percentage van grote gebiedsontwikkelingen die twee
BREEAM leert dat extra inzet nodig is op het thema bronnen (onder
sterren scoren op een zelf-assessment met BREEAM NL
andere energie en materialen) binnen het Rotterdamse planproces.
Gebied op het nationale keurmerk voor duurzame gebiedsontwikkeling.
Voor 2013 is de ambitie: • voor alle grote Rotterdamse gebiedsontwikkelingen wordt de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de duurzaamheid-
Duurzaamheid in plannen en projecten De integratie van duurzaamheidsaspecten in ruimtelijke plannen is
opgave geborgd. • minimaal een registratie voor een ontwerp certificaat BREEAM NL Gebied is aangevraagd bij de Dutch Green Building Council.
een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van duurzame gebiedsontwikkeling. En daarmee ook van een betere kwaliteit van de leefomgeving.
De grote Rotterdamse gebiedsontwikkelingen betreffen: • Binnenstad: Coolhaven (Hoboken) & Rotterdam Central District
Eind 2011 is vastgesteld dat iedere agendapost voorzien moet zijn
• Hart van Zuid
van een duurzaamheidsparagraaf als eerste stap in de borging van
• Leonidas (collectief publiek duurzaam opdrachtgeverschap)
duurzaamheid van Rotterdamse projecten. Zodoende wordt vanaf
• Stadionpark
2012 duurzaamheid als thema meegenomen in de gebiedspro-
• Stadshavens: Merwe-Vierhavens & Heijplaat & Rijnhaven
gramma’s. Het maken van een duurzaamheidsparagraaf binnen de
• Schiebroek Zuid (opgave/ontwikkeling door Vestia) *
projecten stimuleert dat de inzet op duurzaamheid benoemd
• Vreewijk (opgave/ontwikkeling Havensteder) *
wordt, waarbij het streven is om meetbare doelen op te nemen. * Zowel Vestia als Havensteder hebben een investeringsstop, waardoor grootschalige plannen stilliggen.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
52
Transitiemonitor duurzaam Rotterdam 2012 Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
53
Transitiemonitor duurzaam Rotterdam Het programma Duurzaam zet in op de transitie naar een duurzame stad en haven. De transitiemonitor geeft aan wat de stand van zaken is en laat het effect zien van het programma van het Rotterdam Climate Initiative (RCI). Hiermee wordt antwoord gegeven op de vraag in hoeverre Rotterdam op de goede weg is naar een duurzaam Rotterdam.
Duurzaam gebouwde omgeving De indicator voor de gebouwde omgeving, CO2-uitstoot per vierkante meter vloeroppervlak, is uitgewerkt voor de deelsectoren woningen, gemeentelijke gebouwen en midden- en kleinbedrijf (MKB). De CO2-uitstoot is bepaald voor het totale energiegebruik en omvat dus gas, elektriciteit en warmte. Voor 1990 zijn geen gegevens over elektriciteitsgebruik bekend. Dat jaar is daarom buiten beschouwing
Rotterdam wil een duurzame stad zijn. Voor het stedelijke gebied
gelaten. Over de veranderingen van vloeroppervlakken in 2012 van
gaat het om een sterke economie en een hoge kwaliteit van leven;
de drie deelsectoren zijn nog geen gedetailleerde gegevens bekend.
de haven wil koploper zijn op het gebied van efficiëntie en duur-
Daarom is gerekend met de vloeroppervlakken uit 2011.
zaamheid2. Het Rotterdamse streven naar duurzaamheid betekent
Vloeroppervlakte, CO 2 -emissie per eenheid
dat economische ontwikkelingen gepaard moeten gaan met een steeds lagere CO2-uitstoot voor de relevante functies in stad en
0,12
haven: wonen, werken, mobiliteit en productie. Hiervoor zijn
0,10
fundamentele veranderingen, transities, nodig in de manier waarop energie wordt gebruikt in de drie sectoren die te onderscheiden zijn:
0,08
gebouwde omgeving (wonen, werken), verkeer & vervoer (mobiliteit),
0,06
en industrie & energieopwekking (elektriciteitproductie).
0,04
De inzet van het RCI is om deze transities voor elkaar te krijgen en jaarlijks de voortgang te tonen. Dat wordt gedaan aan de hand van
kg/m 2
Over de transitiemonitor
0,02 0,00 Woningen
deze transitiemonitor, waarin het effect van het RCI-programma zichtbaar is.
2010
2011
MKB
Gemeentelijk vastgoed
2012
De transitie is in beeld gebracht door de CO2 -uitstoot te koppelen aan onderdelen die de economische ontwikkeling binnen de drie genoemde sectoren weergeven. Dit levert de volgende transitie-
Woningen
indicatoren op:
Uit de RCI-monitoring blijkt dat de CO2 -uitstoot van woningen na
• voor de gebouwde omgeving: CO2 -uitstoot per vierkante meter
een daling in 2011 licht is toegenomen in 2012. De verschillen
vloeroppervlak.
tussen de jaren worden bijna geheel veroorzaakt door veran-
• voor verkeer & vervoer: CO2 -uitstoot per gereden kilometer.
deringen in gasverbruik, die weer verklaard kunnen worden door
• voor elektriciteitsopwekking: CO2 -uitstoot per eenheid elektrici-
strengere en minder strenge winters. Autonome ontwikkelingen en
teitsproductie.
specifieke inzet van het RCI met partners in de stad zorgen ervoor dat nieuwe woningen energiezuiniger zijn dan oude woningen,
Voor deze drie indicatoren is, voor zover beschikbaar, de waarde
waardoor de CO2 -uitstoot structureel afneemt.
bepaald voor de jaren 1990 (peiljaar), 2010, 2011 en 2012. Eén aparte indicator voor de industrie is niet mogelijk vanwege de
De inspanningen waarbij het RCI betrokken is sorteren effect. Een
diversiteit in soorten product. Hierdoor is een eenduidige indicator
belangrijke stap is het aansluiten van woningen op restwarmte van
voor CO2 -uitstoot per eenheid product moeilijk te bepalen. Voor
de industrie (AVR Rozenburg) via het warmtenet van het Warmte-
raffinaderijen is de variëteit kleiner, maar door outsourcing van
bedrijf Rotterdam. Het aantal aangesloten woningen groeide van
bijvoorbeeld waterstofproductie geeft de koppeling aan de
2.771 begin 2012 naar ongeveer 3.400 woningen eind 2012.
CO2 -uitstoot een vertekend beeld. Voor beide sectoren kan wel de
Daarnaast zijn er ook zakelijke aansluitingen op het warmtenet
energie-efficiency bepaald worden (zie opgave 2). Hieronder vindt u
gerealiseerd, zoals kantoren en het Maasstad Ziekenhuis. Overigens
de resultaten per sector.
komt de warmte vooralsnog van tijdelijke voorzieningen, zoals hulpketels. Vanaf 2013 is de warmte afkomstig van de AVR en wordt een groter CO2-reductie effect verwacht. Daarnaast wordt energie
2 Havenvisie 2030, ‘Port Compass’. Havenbedrijf Rotterdam,
bespaard door renovatie van woningen door woningcorporaties.
december 2011.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
54
Voorbeeld van transitie in de gebouwde omgeving
Duurzaam verkeer en vervoer Binnen de sector verkeer & vervoer is onderscheid gemaakt naar
Deze collegeperiode heeft het programma Duurzaam tot doel om 4.000
personenverkeer (auto, openbaar vervoer, brommer en fiets) en
woningen bestaande bouw en alle nieuwbouw aan te sluiten op het
vrachtvervoer (vooralsnog enkel over weg; de gegevens voor de
warmtenet. Het aantal aangesloten woningen op het warmtenet van
CO2 -uitstoot van scheepvaart zijn voor het bepalen van jaarlijkse
het Warmtebedrijf Rotterdam is gegroeid naar ongeveer 3.400
veranderingen onvoldoende betrouwbaar en nauwkeurig).
woningen. Dat is nog beperkt, gezien het totaal aantal woningen in
Gereden afstand, CO 2-emissie per eenheid
Rotterdam (circa 300.000). De CO2-reductie per aangesloten woning is 84 procent. Naar verwachting zijn in 2030 280.000 woningequivalenten (150.000 woningen en 130.000 woningequivalenten in de utiliteiten kantoorsector) aangesloten. Dit betekent wel degelijk een transitie.
MKB Ook bij het MKB is de uitstoot per vierkante meter vloeroppervlak na een daling in 2011 weer toegenomen. In tegenstelling tot bij woningen is dit echter vooral een gevolg van veranderingen in het
1990
2010 2011 2012
elektriciteitsverbruik en niet in het gasverbruik. Eén reden waarom
0,0
juist het elektriciteitsverbruik varieert bij het MKB kan zijn dat
0,1
kg / km
0,2
0,3
0,4
0,5
Personenvervoer
0,6
0,7
Vrachtvervoer
0,8
0,9
1,0
Bron: TM003
koeling, waar elektriciteit voor nodig is, in 2011 minder nodig was dan in de andere jaren.3
Personenverkeer Net als bij woningen, lijkt het weer dus vooralsnog de belangrijkste
Voor het personenverkeer is de CO2 -uitstoot bepaald door de
reden voor de jaarlijkse veranderingen in energiegebruik. Op
uitstoot van auto, bus en brommer op te tellen. Voor metro en
termijn is de verwachting dat besparingen de trend van energiege-
tram (de RET gebruikt al jaren honderd procent groene stroom) en
bruik bepalen.
de fiets is de uitstoot nul. Voor OV is het totaal aantal reizigerskilometers bepaald. Alle gegevens zijn afkomstig uit de Regionale
Het RCI zet in op energiebesparing bij het MKB door ondernemers
Verkeersmilieukaart4 (RVMK). De uitstoot per reizigerskilometer
energiescans aan te bieden. Na het uitvoeren van energiescans
vertoont een lichte daling door het gebruik van schoner vervoer en
worden maatregelen zoals het toepassen van energiezuinige
door een groter aandeel van OV en fiets.
verlichting vaak snel genomen. Tegelijkertijd houdt de gemeente
De CO2 -uitstoot per kilometer van nieuwe auto’s in Nederland is
Rotterdam bedrijven en instellingen aan de wettelijke verplichting
vele jaren nauwelijks gewijzigd, maar vanaf 2008 wordt die
om alle maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of
kleiner5. Dit kwam door scherpere Europese normen voor de
minder direct te nemen. Bij een groot aantal branches, zoals
uitstoot en door belastingmaatregelen, waardoor de vraag naar
supermarkten, datacenters, hotels en zorginstellingen zijn in dit
zuinige auto’s toeneemt. Ook de economische crisis en de hoge
kader de controles al uitgevoerd. Het aantal bedrijven met een
brandstofprijzen hebben bijgedragen aan de toegenomen vraag
vastgesteld energieplan blijft stijgen: van veertien procent in 2010
naar kleine en zuinige auto’s. Het effect van deze zuinige auto’s op
naar zestien procent in 2011 tot twintig procent eind 2012. Circa
het gehele wagenpark groeit gestaag en wordt naar verwachting de
veertig procent van de relevante bedrijven in Rotterdam is bezocht.
komende jaren zichtbaar in een afgenomen uitstoot per kilometer.
Wanneer alle verplichte maatregelen genomen worden, besparen zij hiermee 30.000 ton CO2 -uitstoot per jaar. Dit komt overeen
Rotterdam zet in op een toename van het aantal elektrische
met de CO2 -uitstoot van ongeveer 8.000 huishoudens.
voertuigen naar 1.000 in 2014. Eind 2012 reden 180 elektrische
Gemeentelijke gebouwen
voertuigen rond in Rotterdam. Stimulering van deze toename gebeurt bijvoorbeeld door een goede oplaadinfrastructuur voor
De CO2-uitstoot per vierkante meter vloeroppervlak bij gemeentelijke
auto’s te ontwikkelen. Zo legt de gemeente een basisnetwerk met
gebouwen is min of meer gelijk gebleven. De verwachting is dat dit
oplaadpunten aan (op straat en in parkeergarages) en kan iedereen
de komende jaren zal dalen als gevolg van onder meer verhuizing
met een elektrische auto tot en met september 2014 een beroep
naar De Rotterdam en het Stadskantoor. De gemeente gebruikt voor
doen op een subsidieregeling voor oplaadpunten. De gemeente
haar gas- en elektriciteitsgebruik groene stroom en groen gas.
streeft er naar om eind 2014 ongeveer 1.000 oplaadpunten voor auto’s in Rotterdam te hebben, inclusief oplaadpunten op eigen terrein en in parkeergarages. Begin 2012 waren 82 oplaadpunten
3 Dit wordt weergegeven in koeldagen: hiervan waren er 44 in 2011, tegenover 84 en 84 in respectievelijk 2010 en 2012. Bron: KWA, op basis
4 Bron: Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam.
van de meetgegevens van het KNMI-station in Rotterdam.
5 Bron: www.compendiumvoordeleefomgeving.nl
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
55
foto: Eric Fecken.
Rotterdam Test Elektrisch Rijden.
gerealiseerd; eind 2012 waren dit er 212. De gemeente geeft zelf het
van de landelijke Emissie-registratie en dit betreffen schattingen,
goede voorbeeld: uiterlijk in 2014 moet 25 procent van het gemeen-
die bovendien niet beschikbaar zijn over de afgelopen drie jaar. De
telijk wagenpark bestaan uit elektrische of hybride voertuigen. De
uitstoot kan gekoppeld worden aan het aantal overgeslagen tonnen
RET doet proeven met elektrische en hybride bussen. Inzet op
goederen. Omdat de nauwkeurigheid van de data nog (te) beperkt
elektrische voertuigen zorgt niet alleen voor minder CO2-uitstoot,
is, is scheepvaart niet in de grafiek opgenomen. Het is de bedoeling
maar is ook beter voor de luchtkwaliteit en scheelt in de geluidshin-
dat op termijn wel te doen.
der. Door aandacht voor het fietsverkeer (meer en betere fietspaden,
Voor de binnenvaart is walstroom op grote schaal geïnstalleerd. Het
meer stallingen) neemt het aantal fietskilometers gestaag toe.
aantal aansluitingen is in twee jaar tijd gestegen van 168 eind 2009 naar 371 aansluitingen eind 2012. Dit aantal is iets lager dan eind
Voorbeeld bij verkeer en vervoer
2011, omdat het aantal aansluitingen om veiligheidsredenen moest worden teruggebracht. In de Rotterdamse Maashaven zijn eind 2012 nieuwe kasten geïnstalleerd. In totaal zijn er ongeveer 800 ligplaat-
In januari 2012 werd bij de openbare laadpunten 399 kWh ‘getankt’.
sen voor de binnenvaart in Rotterdam.
Een jaar later was dit in dezelfde maand 6.575 kWh. Een toename van
Stena Line heeft de eerste walstroomaansluiting voor zeeschepen
ruim 1.600 procent. In de maand januari van 2013 werden daarmee
gerealiseerd. Ook is voor de binnenvaart het Green Award-certifi-
38.135 elektrische kilometers gereden.
caat geïntroduceerd, dat ondertussen door 309 schepen is behaald.
Vrachtverkeer Voor het vrachtverkeer is, net als voor personenauto’s, de uitstoot per gereden kilometer niet noemenswaardig gewijzigd de laatste twintig jaar. Het RCI stimuleert het gebruik van biobrandstoffen voor het wegverkeer. Het gebruik van biodiesel is in een pilot van het RCI gestegen van 380.000 liter in 2010 naar 470.000 liter in 2011. In de eerste drie maanden van 2012 is 120.000 liter gebruikt. De pilot liep tot april 2012. Verder is er binnen de Europese Unie een verplichte bijmenging van biobrandstoffen dat in 2012 4,5 procent bedroeg.
Scheepvaart De omvang van de CO2 -uitstoot van de scheepvaart is vergelijkbaar
Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu sluit het eerste schip
met die van het personenverkeer. Er zijn alleen cijfers beschikbaar
van Stena Line BV aan op het walstroomnet in de haven van Hoek van Holland.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
56
Sinds 2012 krijgen binnenvaartschepen met dat certificaat vijftien
Europese emissiehandelssysteem) om de weg naar grootschalige
procent korting op het binnenhavengeld. Schepen die nabehande-
toepassing van CCS en biomassa-bijstook mogelijk te maken.
lingstechnieken (roetfilters en katalysator) of LNG als brandstof gebruiken kunnen zelfs een korting van dertig procent op het
Daarnaast moet de CO2 -uitstoot worden gereduceerd door de
binnenhavengeld ontvangen. Ook schone zeeschepen die 31 punten
toename van andere vormen van hernieuwbare energie, vooral door
of meer scoren op de Environmental Ship Index (ESI) krijgen een
het vergroten van het vermogen van windenergie. Binnen tien jaar
korting op de havengelden.
moet dit vermogen meer dan verdubbeld zijn: van 130 MW in 2010 en 137 MW in 2012 naar circa 300 MW in 2020. Het huidige
Duurzame elektriciteitsopwekking
opgestelde vermogen van 137 MW is goed voor een besparing van
Voor de sector industrie & elektriciteitsopwekking is de CO2 -uit-
ongeveer 235.000 ton CO2 ofwel de CO2 -emissie van meer dan
stoot per eenheid product een aantrekkelijke indicator om de
60.000 huishoudens.
ontwikkelingen naar een duurzame sector te volgen. Zoals eerder genoemd, is het voor de industrie echter nog niet mogelijk om dit
Conclusie
te doen. Voor de energie producerende bedrijven is dit wel mogelijk
Het realiseren van een duurzaamheidtransitie in Rotterdam vraagt
en is de uitstoot gekoppeld aan de elektriciteitsproductie (in kWh).
inzet over vele jaren. Het resultaat zal daarom op de lange termijn
De CO2 -uitstoot per kWh elektriciteit in 2010, 2011 en 2012 is flink
pas echt goed zichtbaar zijn. Omdat het gaat over meer dan alleen
lager dan die in 1990. Dat komt met name door het bijplaatsen van
technologische innovatie, maar ook om veranderingen in beleid,
warmtekrachtkoppelinginstallaties, die elektriciteit én nuttige
gedrag en cultuur, is een echte versnelling pas bereikt als er op voldoende schaal sprake is van nieuwe manieren van denken, werken en organiseren. De transitiemonitor laat zien dat we op
Elektriciteitsproductie, CO 2 -emissie per eenheid
belangrijke onderdelen deze kiemen leggen. De condities die het
1,0
RCI schept, zijn in toenemende mate succesvol. In termen van
0,9
structuur zijn de uitbreiding van het warmtenet, de infrastructuur
0,8 0,7
voor elektrisch rijden en de voorbereiding voor CO2 -afvang en
0,6
-opslag (CCS) duidelijke voorbeelden die een schaalsprong in de
0,5
nabije toekomst mogelijk gaan maken.
0,4 kg/kWh
0,3 0,2 0,1 0,0 1990
2010
2011
2012 Bron: TM002
Voorbeeld bij de industrie- en energieopwekking Rotterdam zet in op grootscheepse CO2-afvang en -opslag (CCS). Het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD) bij de nieuwe
warmte produceren en daarmee een hoger rendement hebben dan
kolencentrale van E.ON zal leiden tot een reductie van 1,1 miljoen ton
de traditionele energiecentrales. In 2012 is echter wel een stijging
CO2 per jaar. Uiteindelijk is het streven om tot volledige afvang van CO2
te zien ten opzichte van 2011. De voornaamste oorzaak hiervan is
bij deze centrale en ook bij de nieuwe centrale van GDF SUEZ (Electra-
dat gasgestookte energiecentrales, die een lagere uitstoot per kWh
bel) over te gaan. Dat moet in 2025 leiden tot circa 7,6 Mton CO2-reduc-
hebben, minder elektriciteit hebben geproduceerd, terwijl de kolen-
tie en daarmee tot 85-90 procent minder CO2-uitstoot bij de elektrici-
centrale van E.ON op de Maasvlakte relatief meer heeft geprodu-
teitsproductie van deze centrales. Er is dan sprake van een vergaande
ceerd. Daarnaast zijn het aandeel bijgestookte biomassa en de
transitie naar CO2-vrije elektriciteitsproductie.
elektriciteit uit windmolens gedaald, wat ook een verhogend effect heeft op de hoeveelheid CO2 per kWh. De inzet van het RCI bij elektriciteitsproductie is gericht op het realiseren van CCS (afvang en opslag van CO2) en bijstook van biomassa in kolencentrales (zowel bij de huidige E.ON Maasvlaktecentrale als bij de nieuwe centrales van E.ON en Electrabel). Momenteel gaat het om het starten van het eerste grootschalige Europese CCS-demonstratieproject ROAD (Rotterdamse Opslag en Afvang Demonstratie) bij de nieuwe centrale van E.ON op de Maasvlakte. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet naar grootschalige toepassing van CCS bij de energiesector en in de industrie. RCI werkt aan voorzieningen en bepleit betere randvoorwaarden (zoals een hogere CO2 -prijs in het
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
57
Organisatie en financiën Programma Duurzaam
Rotterdam Climate Initiative
Het Programma Duurzaam is een breed programma dat raak-
Het RCI, dat in 2007 van start ging, is een publiek-privaat samen-
vlakken heeft met vrijwel alle beleidsterreinen van de gemeente
werkingsverband van de gemeente Rotterdam, DCMR Milieudienst
Rotterdam en waarin de samenwerking in RCI-verband een plaats
Rijnmond, Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs. Het heeft als
heeft gekregen. Om de gewenste resultaten te bereiken zijn veel
hoofddoelen een duurzame economische ontwikkeling te bewerk-
inspanningen van derden nodig. Het programmabureau bekijkt
stelligen in combinatie met een halvering van de CO2 -uitstoot van
welke partijen in de stad aan zet zijn om een bijdrage te leveren,
de regio in 2025 ten opzichte van 1990. Daarnaast moet Rotter-
agendeert en spreekt partijen aan op hun bijdrage. De activiteiten
dam in 2025 honderd procent klimaatbestendig zijn. Dat is de
uit het programma zijn er voor een groot deel op gericht om die
prioriteit van het deelprogramma Rotterdam Climate Proof. Deze
partijen waar nodig en mogelijk te ondersteunen om tot implemen-
doelstellingen zijn bij de start van het programma Duurzaam
tatie te komen.
integraal opgenomen. Nu het RCI binnen het programma Duurzaam valt, is er een integrale aanpak van het gehele klimaat- en
De praktische uitvoering van het programma en het rapporteren
milieudossier.
over de voortgang ervan is een taak van het programmabureau Duurzaam. Ook de coördinatie van de wettelijke milieutaken van de
De besturing van het samenwerkingsverband vindt
gemeente behoort tot het takenpakket. De uitvoering van de
plaats vanuit de RCI-Board onder voorzitterschap van
individuele activiteiten is en blijft de verantwoordelijkheid van de
burgemeester Aboutaleb van Rotterdam. De board bestaat uit een
‘gewone’ gemeentelijke organisatie en de drie externe RCI-partners
vertegenwoordiging van de vier partners op het hoogste niveau
Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijn-
plus de provincie Zuid-Holland. Advies en reflectie gebeuren vanuit
mond.
de RCI-Council, de adviesraad, waarvan tot oktober 2012 Ruud Lubbers de voorzitter was. Jeroen van der Veer – voormalig topman
Verdere taken van het programmabureau zijn:
van Shell – nam in oktober het stokje over als nieuwe voorzitter
• Organiseren van communicatie en participatie rond het
van de RCI-Council. De leden van de Council zijn stakeholders en
programma Duurzaam • Faciliteren van het samenwerkingsverband RCI
deskundigen vanuit het bedrijfsleven, overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen.
• Onderhouden van de netwerken met de belangrijkste (gemeentelijke) uitvoerders van de activiteiten uit het programma en met de andere collegeprogramma’s • Borgen van duurzaamheid in alle facetten van de gemeentelijke organisatie (de diensten), bij deelgemeenten en bij de relevante (publieke en private) partners buiten de gemeente • Onderhouden en ontsluiten van kennisnetwerken en netwerken die relevant zijn voor de uitvoering van het programma • Aanjagen, faciliteren, regisseren, verbinden. Het programmabureau Duurzaam had in 2012 een bezetting van negentien fte en het is onderdeel van het cluster Stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. De gemeente heeft voor de wettelijke milieutaken de opdrachtgeversrol richting de DCMR bij het programmabureau Duurzaam ondergebracht.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
58
Samenstelling RCI-Board 2012 De heer ing. A. Aboutaleb
Voorzitter
De heer ir. drs. H.N.J. Smits
Havenbedrijf Rotterdam, vice-voorzitter
Mevrouw drs. A.C. van Huffelen
Wethouder Duurzaamheid, Binnenstad en Buitenruimte
Mevrouw. drs. J.N. Baljeu
Wethouder Haven, Verkeer en Regionale Economie
De heer drs. G. Veldhuijzen
Gedeputeerde provincie Zuid-Holland
De heer mr. J.H. van den Heuvel
DCMR Milieudienst Rijnmond
De heer M.W. van Sluis RA
Deltalinqs
Mevrouw drs. P.W. Verhoeven
Directeur Duurzaam, gemeente Rotterdam
De heer drs. W.J. de Raaf MBA Programmamanager RCI, secretaris RCI-board
Samenstelling RCI-Council 2012 (adviesraad) De heer prof. dr. R.F.M. Lubbers
Voorzitter council RCI (tot en met oktober 2012)
De heer drs. ir. J. van der Veer
Voorzitter council RCI (sinds oktober 2012)
De heer B. Hennissen
Havenbedrijf Rotterdam
De heer B. Poeth
Eneco
De heer prof.dr. ir. A.P.C.Faaij
Universiteit Utrecht
De heer J.A. van de Gronden
Wereld Natuur Fonds
De heer prof. dr. ir. P. Vellinga
Wageningen Universiteit
De heer L. Werring, MSc
Instituut Clingendael
Mevrouw dr. ir. N.C.M. Alma-Zeestraten
Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie
De heer drs. J. Tholen
KPMG Sustainability
De heer drs. H. Brouwer
ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Mevrouw drs. M. van Empel
ministerie van Infrastructuur & Milieu
De heer drs. M. Broekhof
European Climate Foundation
De heer drs. C. van Oostrom
OVG Real Estate
De heer ir. B.P. Voet
Shell Nederland Raffinaderij
De heer ir. P. Vermaat MBA
Evides
Mevrouw drs. P.W. Verhoeven
directeur Duurzaam, gemeente Rotterdam
De heer drs. W.J. de Raaf MBA
RCI, secretaris
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
59
Financiën
Duurzaam in het collegewerkprogramma in 2010 bedroeg 31 miljoen
De financiële verantwoording over de besteding van de gemeentelijke
euro. Daarnaast vallen de algemene middelen milieu (DCMR) en de
gelden voor het programma Duurzaam – inclusief het RCI – loopt via
rijksgelden voor onder meer luchtkwaliteit en bodem onder de
de bestuursrapportages van het cluster Stadsontwikkeling naar het
verantwoordelijkheid van het programma Duurzaam.
college en de gemeenteraad (productregie Duurzaam en regie Milieu).
De besteding hiervan wordt via de daartoe strekkende specifieke
Er zijn meerdere financieringsbronnen voor de uitvoering van het
rapportages verantwoord. De verantwoording over de besteding
programma. De reservering voor het budget van het programma
van middelen in 2012 betreft in deze rapportage uitsluitend de
hoofdlijnen van het programmabudget.
Het meerjarig budget van het programma Duurzaam was bij de start van het programma als volgt over de jaren verdeeld: (bedragen x 1000) PROGRAMMABEGROTING 1) programmabudget
2011
2012
2013
2014
Totaal
6.000
7.000
8.500
9.500
31.000
2.200
1.800
4.000
8.200
8.800
8.500
9.500
35.000
2) (doorlopend) programmabudget Rotterdam Climate Proof TOTAAL PROGRAMMABEGROTING
Bezuinigingsopgave De oorspronkelijke reservering van 31 miljoen euro is in 2011 door een aantal maatregelen in het kader van de b ezuinigingen aangepast. Onderstaande tabel toont de gevolgen: (bedragen x 1000) PROGRAMMABEGROTING NA VERWERKING BEZUINIGINGSOPGAVE OORSPRONKELIJKE PROGRAMMABEGROTING
2011
2012
2013
2014
Totaal
8.200
8.800
8.500
9.500
35.000
-1.000
-2.000
NADERE SPECIFICATIE BEZUINIGINGSOPGAVE: 1) budgetoverheveling naar beleidsveld Groen 2) korting doorgevoerd /verplichtingenstop
-1.000 -750
3) besluit collegeretraite: 0,7 miljoen euro verminderd 4) besluit Raad: korting t.b.v. Milieuteams
-750 -700
-700
-75
-75
5) voorjaarsretraite 2012/extra bezuiniging 6) temporisering HERZIENE PROGRAMMABEGROTING
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
-1.000 -1.720 5.730
60
7.025
7.500
-1.000
-2.000
1.720
0
9.220
29.475
Jaaroverzicht 2012 In onderstaande tabel worden budget en besteding in 2012 tegen elkaar afgezet. (bedragen x € 1000) PROGRAMMABEGROTING
2012
1) programmabudget jaarschijf 2012
6.000
2) bestedingen in 2012
2.200
SALDO (Onderschrijding budget)
1.984
Toelichting: Het saldo aan budget dient om aangegane verplichtingen door het programma Duurzaam/RCI te dekken.
Bestedingsoverzicht 10 opgaven In onderstaande tabel staat de onderverdeling van de bestedingen per opgave: (bedragen x € 1000) BESTEDINGSOVERZICHT OVER DE 10 OPGAVEN
2012
1) Vooroplopen bij het verminderen van de CO2 -uitstoot
503
2) Verbeteren van de energie-efficiëntie
654
3) Omschakelen naar duurzame energie en biomassa als brand- en grondstof
708
4) Bevorderen van duurzame mobiliteit en transport
184
5) Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht
471
6) Groener maken van de stad
1
7) Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen duurzame producten en diensten
514
8) Vergroten van draagvlak voor duurzaamheid
882
9) Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering
1.032
10) Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling
515
TOTAAL BESTEDINGEN
5.463
Toelichting: Van de bestedingen in 2012 van 6.185.000 euro is 5.463.000 euro direct aan projecten besteed. Het restant bestaat uit kapitaallasten (174.000 euro) en indirecte kosten (548.000 euro).
Financiering RCI-partners De externe partners in het RCI-samenwerkingsverband kregen een RCI-werkbudget van de gemeente. Daarnaast werd een beroep gedaan op hun eigen organisaties en achterban om te zorgen voor cofinanciering. Dit verminderde de afhankelijkheid van gemeentelijke financiering. In totaal werd in 2012 ten laste van het programmabudget een bedrag van 1.795.000 euro door de externe RCI-partners besteed (dit is onderdeel van de hiervoor weergegeven bestedingen). (bedragen x € 1000) FINANCIERING RCI-PARTNERS
2012
1) DCMR
755
2) Deltalinqs
780
3) Havenbedrijf / Port of Rotterdam
260
TOTAAL
1.795
De activiteiten van Deltalinqs werden voor bijna 300.000 euro gecofinancierd door bedrijven en het Global CCS Institute. Het Havenbedrijf financierde zelf circa 1,6 miljoen euro de uren die eigen medewerkers aan RCI-activiteiten besteedden en ongeveer 90.000 euro externe kosten.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
61
Publicaties Rotterdam Climate Proof heeft in 2012 geparticipeerd in drie onderzoeken van het Nationale onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat: de Boer, Joop, Botzen, Wouter, Terpstra, Teun (2012). Percepties van burgers over binnen- en buitendijks wonen. IVN/VU, HKV, rapport KvK/045/2012, ISBN/EAN: 978-94-90070-52-6 (HSRR07/HSGR08). Beumer, V., Hulsman, H., and Koning, E. (Deltares, City of Rotterdam) (2012). Exploring opportunities for Green Adaptation in Rotterdam, Knowledge for Climate report number: 86/2012 KfC 86/2012, ISBN 978-94-90070-62-5 (HSRR3.2). Brolsma, R., J. Buma, H. van Meerten, M. Dionisio, J. Elbers (2012). Effect van droogte op stedelijk gebied; Kennisinventarisatie, Deltares 1206224-000, KvK 87/2012, ISBN 978-94-90070-61-8 (HSRR3.3).
Deze drie onderzoeken zijn te vinden op: http://kennisvoorklimaat.klimaatonderzoeknederland.nl/hotspots/regio-rotterdam. Daarnaast zijn er in 2012 nog twee andere onderzoeken uitgevoerd: Abeelen, C. (2012), Energie efficiency in de Rotterdamse Industrie. Agentschap NL. Van Engelenburg, B.C.W., Noothout, P.M. (2012). Rotterdam CCS Cluster Project – Case Study on ‘Lessons Learnt’ – Final report, DCMR Centre for Environmental Expertise. Dit onderzoek is te vinden op: www.globalccsinstitute.com.
Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012
62
Colofon Publicatie Programmabureau Duurzaam, gemeente Rotterdam/Rotterdam Climate Initiative Eindredactie Leene Communicatie, Gouda Opmaak, Uit de Kunst!, Rotterdam Foto omslag Eric Fecken Foto achterpagina Eric Fecken
Meer informatie http://www.rotterdamclimateinitiative.nl/ http://rotterdam.nl/duurzaam @RotterdamRCI
Partners Rotterdam Climate Initiative