4-001
18.11.2004 ___________________________ 4-002
VOORZITTER: DE HEER COCILOVO Ondervoorzitter
De Voorzitter. − Mijnheer Bourlanges, ik heb nota genomen van uw persoonlijke opmerking, waaraan op gepaste wijze gevolg zal worden gegeven conform ons Reglement.
4-003
Opening van de vergadering
4-010
Activiteiten van de Europese Ombudsman (2003)
4-004
(De vergadering wordt om 10.00 uur geopend) 4-005
Ingekomen stukken: zie notulen 4-006
Van de Raad ontvangen verdragsteksten: zie notulen 4-007
*** 4-008
Bourlanges (ALDE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik heb het woord genomen voor een persoonlijk feit, op grond van artikel 145 van het Reglement. De aantijgingen die de Voorzitter van de Commissie, tijdens het debat van gisteren, aan mij gericht heeft, hebben mij hooglijk verbaasd. Mijn naam mag dan niet genoemd zijn, het was glashelder dat deze op mij betrekking hadden. De heer Barroso zei dat het hem verbaasde enkele leden van een zeker fractie – en daarmee bedoelde hij mij en keek hij overigens ook onze kant op – felle kritiek te horen leveren jegens een commissaris, in dit geval de commissaris voor mededinging, terwijl diezelfde fractie, naar hij zei, met klem had aangedrongen op handhaving van de betreffende commissaris op die post. Ik stel vast dat de heer Watson met de grootst mogelijke stelligheid heeft ontkend iets dergelijks gezegd te hebben. Hij heeft er enkel en alleen op gewezen dat middels het door mevrouw Berès ondertekende schrijven, de betreffende commissie en de liberale leden daarvan hun fiat gaven aan de benoeming van mevrouw Kroes. Mijns inziens gaat het hier om een fundamentele kwestie, want wat geeft de voorzitter van de Commissie het recht niet de inhoud van de argumentatie van een afgevaardigde te betwisten maar de rechtmatigheid en de legitimiteit ervan? Daarnaast heeft hij het over de bijzondere betrekkingen tussen het Parlement en de voorzitter van de Commissie. Wat geeft hem het recht de bewegingsvrijheid van een parlementslid in te perken? Is de heer Barroso verantwoordelijkheid voor de fractiediscipline? Moet op basis van gesprekken die hij heeft gevoerd, en die hij overigens verkeerd heeft geïnterpreteerd, dan maar de bewegingsvrijheid van ieder lid van dit Parlement worden beperkt? Dat is ontoelaatbaar en ik verzoek dat de heer Barroso volledige duidelijkheid in deze kwestie verschaft vóór de stemming van het middaguur. 4-009
4-011
De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A60030/2004) van de heer De Rossa, namens de Commissie verzoekschriften, over het jaarverslag 2003 van de Europese Ombudsman. 4-012
Diamandouros, Ombudsman. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, dank u voor deze gelegenheid om het Parlement voor de eerste keer sinds de historische uitbreiding van de Europese Unie toe te spreken en het jaarverslag van de Europese Ombudsman over 2003 te presenteren. Ik ben op 1 april 2003 in functie getreden als Ombudsman, na de pensionering van de eerste Ombudsman, de heer Söderman. Dit verslag bestrijkt derhalve de laatste drie maanden van zijn ambtstermijn, alsmede de eerste negen maanden van mijn eigen werkzaamheden. Ik wil de heer Söderman prijzen voor het uitstekende werk dat hij heeft verricht en de vele dingen die hij voor de Europese burgers heeft bereikt, op de eerste plaats natuurlijk voor het vestigen van de Europese Ombudsman als een doeltreffende, dynamische en alom gerespecteerde instelling ter bevordering van openheid, verantwoordingsplicht en goed bestuur. Ik wil verder mijn waardering uitspreken voor de aftredende Commissie vanwege al het constructieve werk dat zij gedurende haar zittingstermijn voor de burgers verricht heeft en ik wil met name vice-voorzitter Loyola de Palacio bedanken voor haar samenwerking en haar steun. Ik kijk uit naar het werken met de voorgedragen vice-voorzitter, Margot Wallström, die ik binnenkort in haar nieuwe rol hoop te ontmoeten. In het jaarverslag 2003 wordt melding gemaakt van de vooruitgang die is geboekt bij het behandelen van klachten, bij het bevorderen van goed administratief gedrag en bij het vergroten van de bekendheid van de instelling onder de burgers, waaronder, niet op de laatste plaats, de inspanningen om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding en haar van de nodige middelen te voorzien om de burgers in 25 lidstaten in de 21 Verdragstalen te kunnen bereiken. In 2003 bedroeg het totale aantal klachten dat de Europese Ombudsman ontving 2 436, een stijging van 10 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. In bijna 70 procent van de gevallen kon de Ombudsman de klager helpen door een onderzoek naar de klacht te openen, de klacht over te dragen aan een andere bevoegde instantie, of de klager concreet te zeggen tot
6
18/11/2004
wie hij zich kon wenden voor een snelle en doeltreffende oplossing van zijn probleem.
geselecteerde inschrijvers voldoende tijd te geven om beroep in te stellen tegen gunningsbesluiten.
Zoals ik reeds heb aangegeven toen ik in april van dit jaar voor de Commissie verzoekschriften verscheen, zet de stijgende tendens in het aantal klachten zich voort. In de eerste 10 maanden van 2004 heeft zich een nog niet eerder vertoonde stijging voorgedaan van 54 procent in vergelijking tot dezelfde periode vorig jaar. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit niet te wijten is aan een verslechtering van het administratieve gedrag van de Europese instellingen, maar veeleer aan een grotere bekendheid van de burgers met de wijze waarop zij hun rechten kunnen uitoefenen.
Het merendeel van deze successen was niet mogelijk geweest zonder de actieve samenwerking van andere instellingen bij het snel, volledig en correct beantwoorden van klachten. Het jaarverslag 2003 bevat vele voorbeelden waarin de instellingen onmiddellijk actie ondernemen om zaken die onder hun aandacht worden gebracht te schikken en waarin zij positief reageren op de voorstellen en aanbevelingen van de Ombudsman.
Met steun en aanmoediging van leden van dit Parlement, hebben we de afgelopen jaren grote inspanningen verricht om burgers voor te lichten over hun recht om een klacht in te dienen. Ik ben ervan overtuigd dat deze inspanningen bijgedragen hebben aan het toegenomen gebruik dat van onze diensten wordt gemaakt en het was bemoedigend om te zien dat deze inspanningen in het uitstekende verslag van de heer De Rossa ook worden onderkend. In 2003 nam de Ombudsman in 180 zaken een besluit na onderzoek. In 47 procent van de zaken bleek uit het onderzoek geen wanbeheer. Een dergelijke bevinding is niet altijd negatief voor de klager, aangezien hij er toch baat bij heeft dat de betrokken instelling volledige uitleg over haar optreden geeft. In 28 procent van de zaken leidde het onderzoek van de Ombudsman ertoe dat de zaak tot volle tevredenheid van de klager werd geregeld door de betrokken instelling, of tot een minnelijke schikking. Als er geen minnelijke schikking kon worden bereikt, werd de zaak afgesloten met een kritische opmerking of werd er een ontwerpaanbeveling gedaan. In 2003 werden negen nieuwe ontwerpaanbevelingen gedaan, waaronder één die tot gevolg had dat de Raad zich aansloot bij het Parlement en de Commissie door kandidaten bij vergelijkende onderzoeken voor aanwerving van de instellingen inzage te geven in hun eigen gecorrigeerde examenteksten. Indien een communautair orgaan verzuimt medewerking te verlenen, kan ik de zaak aan dit Parlement voorleggen in een speciaal verslag. Het verheugt mij te kunnen verklaren dat ik het niet noodzakelijk achtte een dergelijk speciaal verslag op te stellen over de zaken die in 2003 werden afgesloten. In 2003 werden vijf nieuwe initiatiefonderzoeken ingesteld, waarvan er één betrekking heeft op de integratie van personen met een handicap, en met name op de maatregelen die door de Europese Commissie zijn genomen om ervoor te zorgen dat personen met een handicap niet worden gediscrimineerd in hun relaties met de Commissie. In de loop van het jaar werden twee onderzoeken op eigen initiatief met een positief resultaat afgesloten. Eén hiervan had tot gevolg dat de Commissie haar aanbestedingsprocedures gewijzigd heeft door niet-
Als ik leden en functionarissen van de instellingen en organen van de Europese Unie persoonlijk toespreek, zoals ik in 2003 acht keer heb gedaan, ben ik er altijd op gebrand te benadrukken hoe waardevol het is om onmiddellijk en constructief te reageren op klachten. Ik denk dat de Ombudsman gezien kan worden als een waardevolle informatiebron voor alle instellingen die de kwaliteit van hun bestuur willen verbeteren. Het ultieme doel voor ons allen dient immers het leveren van de best mogelijke diensten aan de burgers te zijn. Ombudsmannen en vergelijkbare organen bestaan nu op nationaal niveau overal in de Europese Unie, met inbegrip van alle nieuwe lidstaten. De enige uitzondering hierop is Italië. De samenwerking met deze bureaus en hun regionale equivalenten speelt een cruciale rol bij het verbeteren van de dienstverlening voor de burgers via het uitwisselen van informatie en ervaringen, de overdracht van klachten tussen de Europese, nationale en regionale niveaus en het informeren van burgers over hun rechten op grond van Europese wetgeving en over de wijze waarop zij deze rechten kunnen uitoefenen en beschermen. Het samenwerkingsnetwerk tussen de Europese Ombudsman en de nationale en regionale ombudsmannen in geheel Europa, dat bestaat uit negentig bureaus in dertig landen, werd in 2003 versterkt en geïntensiveerd door middel van vier bijeenkomsten op hoog niveau in Athene, Valencia, Warschau en Straatsburg. Deze samenwerking wordt bevorderd via periodieke communicatie-initiatieven van de Europese Ombudsman. Toen ik in april 2003 in functie trad, heb ik de taak op me genomen om de burgers in alle lidstaten te bereiken, teneinde hen te informeren over de werkzaamheden van de Europese Ombudsman. Ik heb daartoe in 2003 een bezoek gebracht aan vele lidstaten en vóór 1 mei 2004 had ik de toetredende landen alle tien bezocht. Ik heb ontmoetingen gehad met nationale en regionale ombudsmannen, hoge regeringsfunctionarissen en leden van de rechterlijke macht en ik heb mijn werk gepresenteerd aan non-gouvernementele organisaties, kamers van koophandel, universiteiten, de pers en EUvertegenwoordigers. Uit de periodieke Eurobarometer-enquêtes komt naar voren dat deze bezoeken doeltreffend zijn gebleken in het bevorderen van de bekendheid van de Europese
18/11/2004
7
Ombudsman, aangezien deze bekendheid na een bezoek vaak was toegenomen. Dit wordt ook bevestigd door het aantal bezoekers van de website van de Ombudsman. Ook de scherpe stijging van het aantal klachten, met name van het aantal ontvankelijke klachten, wijst hierop. Deze informatiebezoeken komen bovenop de regelmatige pers- en communicatieactiviteiten van de Europese Ombudsman, die in 2003 onder meer bestonden uit ruim 80 toespraken van de Ombudsman en zijn personeel en het gemiddeld eens in de negen werkdagen uitbrengen van een persbericht.
Europese Code van goed administratief gedrag, waarin cruciale elementen van openheid worden uitgewerkt, zoals het geven van redenen voor besluiten en een servicegerichte en toegankelijke houding in relaties met het publiek. Ook ik betreur dat de code nog niet volledig wordt toegepast door alle instellingen en organen, maar ik verwacht dat de aantredende Commissie zal voortbouwen op de toezeggingen van mevrouw de Palacio en onmiddellijk zal beginnen met het werk aan een wet inzake behoorlijk bestuur, zoals voorzien wordt in de Grondwet voor Europa.
Met het oog op de grotere werkdruk voor de instelling met betrekking tot het behandelen van klachten, communicatieactiviteiten en contacten met nationale en regionale ombudsmannen in het uitgebreide Europa, stel ik voor de financiële middelen voor de instelling in de begroting voor 2005 te verhogen. Ik ben het Parlement dankbaar dat het positief gereageerd heeft op deze oproep, die mij in staat zal stellen de burgers doeltreffend te blijven dienen.
Ten tweede, wat het statuut van de Ombudsman betreft, de Ombudsman moet om het vertrouwen in de instelling te handhaven de klachten die burgers aan hem voorleggen zo grondig en zorgvuldig mogelijk kunnen onderzoeken. Ik hoop van harte dat ik gedurende deze zittingsperiode de mogelijkheid zal hebben om op de kwestie van het statuut terug te komen, met name in verband met de vragen die door de rapporteur aan de orde zijn gesteld ten aanzien van het recht van de Ombudsman op toegang tot documenten en het horen van getuigen.
Ik wil de leden van de Commissie verzoekschriften bedanken voor hun steun en hun constructieve voorstellen, zoals die uiteengezet worden in het verslag van de heer De Rossa, en ik wil mijn waardering laten optekenen voor het werk en de positieve bijdrage van die commissie in het vorige Parlement, evenals van haar toenmalige voorzitter, de heer Gemelli. Veel kwesties die in dit verslag aan de orde worden gesteld zullen door de instellingen moeten worden aangepakt, waaronder niet op de laatste plaats de toegang tot documenten, de inbreukprocedure en het statuut van de Ombudsman. Ik zou echter willen reageren op een aantal kwesties die mij als Ombudsman rechtstreeks aangaan. Ten eerste moeten we het belang van transparantie voor het winnen van het vertrouwen van burgers niet onderschatten. Zoals in het verslag-De Rossa terecht wordt opgemerkt, kan er nog veel worden verbeterd, zoals blijkt uit het feit dat het gebrek aan of de weigering van toegang tot informatie nog altijd goed is voor het grootste deel van de ontvankelijke klachten die bij mijn bureau worden ingediend. Zelfs vorige week nog heb ik, in reactie op een klacht van een lid van dit Parlement, de Raad opgeroepen terug te komen op zijn weigering om in het openbaar te vergaderen als hij zijn wetgevende rol vervult. De Grondwet voor Europa voorziet erin dat de Raad in het openbaar vergadert als er een wetsvoorstel wordt besproken en in stemming wordt gebracht, maar het kan toch niet zo zijn dat de burgers op deze fundamentele verbetering van de openheid moeten wachten totdat de Grondwet van kracht wordt. Ik ben er vast van overtuigd dat het beraadslagen achter gesloten deuren over kwesties die het dagelijks leven van onze burgers beïnvloeden redelijkerwijs niet verdedigd kan worden, met name nu alle lidstaten de tekst van de Grondwet plechtig hebben ondertekend. Ik vond het bijzonder verheugend om te zien dat in het verslag-De Rossa het belang werd benadrukt van de
Ten derde en laatste, wat de versterkte samenwerking met de Commissie verzoekschriften betreft, die zou ik zeer graag ontwikkelen. In rechtstreekse reactie op de suggestie in het verslag-De Rossa zie ik louter voordelen als de commissie een volledig geïntegreerd lid van het Europees netwerk van ombudsmannen en soortgelijke organen zou worden. Dit netwerk is immers een cruciaal instrument gebleken voor de doeltreffende behandeling van klachten en de uitwisseling van beste praktijken. We zullen het netwerk blijven versterken, met het uiteindelijke doel ervoor te zorgen dat de rechten die in de EU-wetgeving zijn vervat voor onze burgers een dagelijkse realiteit worden. Ik zou het dan ook van harte toejuichen als de commissie volledig betrokken zou worden bij dit initiatief. Met instemming van het Parlement zal ik erop toezien dat mijn bureau de praktische regelingen treft om dit voorstel in de zeer nabije toekomst ten uitvoer te leggen. Volgend jaar viert de Europese Ombudsman zijn tienjarig bestaan. Ik ben er oprecht van overtuigd dat de betrekkingen van goede wil, vertrouwen en begrip die gedurende deze periode zijn opgebouwd een uitstekende basis zullen vormen voor het verder verbeteren van de kwaliteit van het bestuur, ten behoeve van de burgers. Het Europees Parlement en zijn Commissie verzoekschriften zijn in dit opzicht cruciale partners voor de Europese Ombudsman. Ik kijk uit naar de steeds sterker wordende samenwerking tussen onze instellingen in de toekomst en ik dank u allen heel hartelijk voor uw aandacht. (Applaus) 4-013
De Rossa (PSE), rapporteur. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil om te beginnen zeggen dat het, gewend als ik ben geraakt aan het samenvatten van mijn
8 gedachten in één minuut, een zekere luxe is om vijf minuten te hebben om een kwestie toe te lichten. Ik wil de Ombudsman, de heer Diamandouros, bedanken voor zijn opmerkingen hier vandaag, in het bijzonder voor die over het verslag. Ik wil hem daarnaast bedanken voor het uitstekende werk dat hij sinds zijn benoeming heeft verricht. Hij heeft het vertrouwen waargemaakt dat dit Parlement bij zijn benoeming in april 2003 in hem heeft uitgesproken en naar mijn mening heeft hij zelfs meer dan dat gedaan. Ook wil ik mijn waardering uitspreken voor de vorige Ombudsman, de heer Söderman, die baanbrekend werk heeft verzet bij het opzetten van het bureau van de Ombudsman. De heer Diamandouros heeft zich beziggehouden met een ongelooflijke hoeveelheid activiteiten. Hij heeft niet alleen duizenden klachten behandeld die hij heeft ontvangen, maar ook zijn bureau voorbereid op de uitbreiding en bijna alle lidstaten bezocht, waaronder de tien nieuwe lidstaten. Een van de opmerkelijkste statistieken in zijn verslag is – afgezien van het almaar groeiende aantal klachten, dat zoals de Ombudsman terecht heeft opgemerkt niet noodzakelijkerwijs hoeft te duiden op een verslechtering van het bestuur – het feit dat 75 procent van de klachten die het bureau van de Ombudsman heeft ontvangen, in feite buiten zijn mandaat vielen. Dat is niet per se slecht omdat het duidelijk aangeeft dat de burgers het bureau van de Ombudsman zien als de laatste plek waar zij nog terecht kunnen met de problemen die zij hebben met de Europese instellingen. De Ombudsman zorgt er op zeer correcte wijze voor dat al deze klachten worden doorgestuurd naar die organen waar burgers op een bepaalde manier verhaal kunnen halen, of dat nu de Commissie verzoekschriften is, het bureau van de nationale ombudsman, of een andere nationale instelling. De rol van het bureau van de Ombudsman is zonder meer het waarborgen van goed bestuur door het Europees Parlement, de Commissie en de Raad. De belangrijke rol die de Commissie verzoekschriften vervult, staat uiteraard aan de andere kant van die vergelijking, aangezien wij juist proberen te waarborgen dat nationale regeringen en lokale autoriteiten in het belang van de burger voldoen aan de Europese wetgeving. In het verslag dat we vandaag bespreken wordt gewezen op een aantal belangrijke hervormingen dat volgens de Commissie verzoekschriften uitgevoerd dient te worden om ervoor te zorgen dat het democratisch functioneren van de Europese Unie gewaarborgd blijft. Openheid, transparantie en verantwoordingsplicht zijn de voornaamste bouwstenen voor het opbouwen van een Europees demos. Wij bepleiten dan ook dat het nu noodzakelijk is, in het licht van de tien jaar ervaring van het bureau van de Ombudsman, om het statuut te herzien. Deze noodzaak vloeit tevens voort uit de oprichting van OLAF en uiteraard uit het feit dat we hopelijk op vrij korte termijn een Grondwet zullen ratificeren die een Handvest van de grondrechten bevat
18/11/2004 waardoor de rol van de burgers in Europa duidelijk vergroot zal worden. De herziening moet worden uitgevoerd door het Europees Parlement in samenwerking met het bureau van de Ombudsman en ik hoop dat we vrij binnenkort met die herziening aan de slag kunnen. Ook de Commissie moet haar procedures wijzigen om parlementair toezicht op en onderzoek van de inbreukprocedures door de Ombudsman mogelijk te maken. Op dit moment ontzegt men ons echter het recht deze procedures te onderzoeken, hetgeen naar mijn mening ongepast is. Ik vind dat de Raad, zoals ook de Ombudsman heeft onderstreept, nu de amendementen van het Parlement op het statuut van de Ombudsman moet aanvaarden die betrekking hebben op de toegang tot documenten. Dit Parlement heeft er via de Commissie constitutionele zaken en in het verslagAlmeida Garrett, op gewezen dat het noodzakelijk was dat statuut te wijzigen, aangezien artikel 3, lid 2 op dit moment beperkingen oplegt aan de onderzoeksbevoegdheden van de Ombudsman en zoals thans verwoord de toegang blokkeert tot documenten, doordat men inzage kan weigeren op grond van met redenen omklede motieven van geheimhouding. Inzage in documenten van een lidstaat die als geheim zijn geclassificeerd kan alleen maar worden toegestaan “na voorafgaande toestemming van de betrokken lidstaat”. Bovendien moeten beambten van de instellingen die zijn opgeroepen als getuige “spreken in naam van en in opdracht van hun diensten en blijven [zij] gebonden door hun verplichting inzake beroepsgeheim”. Dit is heden ten dage geen aanvaardbare situatie meer. De Ombudsman, waarin het Parlement en de andere instellingen hun vertrouwen hebben uitgesproken, heeft nu immers geen toegang tot documenten en op deze wijze wordt hem de toegang zelfs ontzegd. Ten slotte wil ik de Commissie ook met klem verzoeken – hangende de goedkeuring van een wettelijk bindende Code van goed administratief gedrag voor alledrie de instellingen, die deel uitmaakt van de nieuwe Grondwet – zich nu te onderwerpen aan de vrijwillige gemeenschappelijke code die de Raad en het Parlement reeds hanteren. Het zou goed en gepast zijn om dat te doen. Ik wil nog één korte afsluitende opmerking maken. Dit Parlement moet zich beraden op de manier waarop de Raad omgaat met het vragenuur hier in dit Parlement. Ik was gisteren aanwezig bij het vragenuur en de fungerend voorzitter van de Raad weigerde vrijwel alle aanvullende vragen die hem gesteld werden te beantwoorden. Ik beschouw dit als minachting van het Parlement en ben voornemens een formele klacht in te dienen, maar ik ben daarnaast van mening dat we moeten bekijken hoe we hiermee om dienen te gaan. Of we houden een echt vragenuur, waarbij de Raad in dit Parlement verantwoording aflegt, of we schaffen het vragenuur in zijn geheel af. 4-014
18/11/2004 Reding, Commissie. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de rapporteur, de Commissie heeft zich met belangstelling gebogen over het jaarverslag over de werkzaamheden van de Europese Ombudsman van het jaar 2003. Zoals u weet komt dit debat op een overgangsmoment, op een moment waarop de nieuwe parlementaire wetgevingsperiode net is ingegaan en de benoemingsprocedure voor de nieuwe Europese Ombudsman gaande is. Bij het debat over het jaarverslag over de werkzaamheden van de Europese Ombudsman van het jaar 2002 heeft de Commissie de gelegenheid te baat genomen om de eerste Europese Ombudsman, de heer Söderman, te feliciteren met zijn rol in de invoering van het Europese ombudssysteem. En nu zou ik graag de heer Diamandouros, zijn opvolger, feliciteren met het uitstekende werk dat hij heeft verricht. Hij is in april 2003 in functie getreden en heeft bewerkstelligd dat de instelling die hij vertegenwoordigt doelmatiger is geworden in het bevorderen van behoorlijk openbaar bestuur, en de eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten. Zijn bijdrage is van grote waarde geweest voor de Commissie en voor de Europese burgers in het algemeen. Volgens de Commissie is door de ontwikkeling van contacten met de nationale en regionale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bemiddeling tussen de burgers en het openbaar bestuur van de lidstaten, de rol van de Europese Ombudsman versterkt en heeft deze instelling bekendheid gekregen bij de Europese burgers, zoals de Ombudsman zelf al benadrukte. Dit is van groot belang, omdat als onze instellingen niet bekend zijn ze niet gebruikt zullen worden en hun nut niet zal worden bewezen. De Commissie neemt, met de Ombudsman, nota van het toegenomen aantal aan de Ombudsman gerichte klachten. Zij is van mening dat het aantal klachten verder moet blijven groeien, vooral naarmate de effecten van de uitbreiding merkbaar worden. Ik ben het overigens roerend eens met wat de Ombudsman gezegd heeft, namelijk dat een toename van het aantal klachten niet betekent dat de situatie in het veld niet goed is. Het wil alleen maar zeggen dat de burger zich meer en meer bewust is van zijn rechten en dat is een goede zaak. Wat betreft de afhandeling van de dossiers, is de Commissie verheugd dat de Europese overheden in veel gevallen geëigende maatregelen hebben getroffen om tot een oplossing te komen. Wat de wijziging van het statuut van de Ombudsman aangaat is het nu aan het Parlement om een initiatief te ontplooien en een meerderheidsbesluit te nemen dat de goedkeuring van de Raad kan wegdragen; de Commissie zal geen advies uitbrengen. U kunt er echter van op aan, dames en heren afgevaardigden, dat de Commissie ieder nieuw initiatief welwillend en met belangstelling zal bestuderen. Als het gaat om de Code van goed administratief gedrag, die bindend zal worden voor alle instellingen en organen
9 van de Europese Unie, heeft de Commissie niet overijld te werk willen gaan. De code van de Commissie, die voor een zeer belangrijk deel is gebaseerd op voorstellen van de Ombudsman, is in november 2000 van kracht geworden. Het eerste tenuitvoerleggingsverslag is enkel van toepassing op het jaar 2001, en dus beschikken we nog niet over de benodigde kennis voor het presenteren van een voorstel voor een interinstitutionele code. Wij zullen dus verder werken op basis van vollediger gegevens om te bezien of het nodig is deze code te hervormen en hoe dat dan moet gebeuren. De Commissie schaart zich achter de voorstellen van het Parlement aangaande het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO), een recentelijk in het leven geroepen interinstitutioneel orgaan met als opdracht lijsten van geschikte kandidaten op te stellen op basis van de algemene vergelijkende onderzoeken, naargelang van de behoeften van elke instelling. In het kader van de selectieprocedures moeten de regels en de werkwijzen op het gebied van transparantie en openheid in acht worden genomen. Deze zijn in de loop der jaren tot stand gekomen, met name dankzij het werk van de Ombudsman. De Commissie steunt de oproep van het Parlement aan de instellingen en organen van de Unie om de verordening waarin het recht van toegang van het publiek tot documenten wordt geregeld toe te passen. De Commissie herinnert eraan dat Verordening (EG) nr. 1049/2001 voortaan ook van toepassing is op de communautaire agentschappen, hetgeen het verhelpen van verschillende klachten zou moeten vergemakkelijken. Wat betreft de toegang tot documenten in het kader van de inbreukprocedures, is het van belang dat de Commissie over de nodige bewegingsruimte beschikt om haar onderzoeken in alle onafhankelijkheid te kunnen uitvoeren. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen het transparantiebeginsel en de nodige vertrouwelijkheid in de dialoog tussen de Commissie en de lidstaten. De werkwijze van de Commissie op dit terrein is conform de jurisprudentie van het Gerecht van eerste aanleg. Voor afgeronde inbreukprocedures heeft de Commissie haar werkwijzen herzien en wordt van geval tot geval gekeken of de documenten al dan niet ter beschikking kunnen worden gesteld, hetgeen vaak inderdaad gebeurt. Mijnheer de rapporteur, mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Commissie, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, tot zover wat de Commissie op dit moment te zeggen heeft in reactie op het onderhavige verslag. Overigens zou de Commissie graag, ook namens de burgers, de Commissie verzoekschriften heel hartelijk willen bedanken voor het uitmuntende werk dat zij geleverd heeft. Bovendien zou ik de gelegenheid willen aangrijpen om de voorzitter van deze commissie eraan te herinneren dat ikzelf vijftien jaar geleden voorzitter was. De Commissie verzoekschriften doet buitengewoon goed werk ten dienste van het burgers.
10 4-015
Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE), namens de fractie. - (EL) Mijnheer de Voorzitter, collega’s, het jaarverslag 2003 dat de Europese Ombudsman heeft voorgelegd aan de Voorzitter van het Europees Parlement, en ook in de Commissie verzoekschriften heeft gepresenteerd, verdient ons aller goedkeuring. Zo staat dat ook in het verslag van de heer De Rossa en de daarin opgenomen resolutie. Met de aanneming van het jaarverslag is echter geen eind gekomen aan onze verplichtingen. Wij moeten de belangrijkste conclusies daaruit goed in onze oren knopen, en daarmee rekening houden in onze toekomstige activiteiten. Wij moeten inhaken op de hierin vervatte informatie en erop aandringen dat iets wordt gedaan om het gebrek aan openheid en transparantie in de werking van de Europese instellingen goed te maken. Het feit dat 75 procent van de verzoekschriften niet onder de bevoegdheden valt van de Europese Ombudsman betekent niet dat dit orgaan te wensen overlaat. De niet-behandelde verzoekschriften werden namelijk doorverwezen naar andere instanties. Belangrijk is voor ons evenwel de behandeling van de ontvankelijk verklaarde verzoekschriften. Tweederde van de verzoekschriften betrof de Europese Commissie, dat wil zeggen de communautaire instelling die met haar beslissingen de burgers rechtstreeks raakt. Er waren ook verzoekschriften met betrekking tot het Europees Parlement, de Raad, en het Bureau voor personeelsselectie. Zelfs indien wij echter rekening houden met het feit dat, zoals de heer Diamandouros al zei, het aantal verzoekschriften met 40 procent is gestegen, blijft het percentage Europese burgers dat zijn toevlucht neemt tot de Europese Ombudsman heel laag. De Europese Ombudsman bestaat als orgaan nu al tien jaar. De eerste Ombudsman, de heer Söderman, heeft dit orgaan aanzienlijk versterkt, en hetzelfde kan worden gezegd van zijn opvolger, de huidige Ombudsman, de heer Diamandouros. Als gekozen vertegenwoordigers van de Europese burgers moeten wij ervoor zorgen dat geen enkele burger verstoken blijft van de in de artikelen 41, 42 en 43 van het Handvest van de grondrechten verankerde rechten. Dat Handvest is nu een vast bestanddeel geworden van het door de Raad goedgekeurd, Grondwettelijk Verdrag van Europa. Het kan best zijn dat buitengerechtelijke geschillenregeling daarin niet wordt erkend, maar in artikel 1, lid 2 van de nieuwe Grondwet staat wel dat de besluiten met meer openheid en dichter bij de burger genomen moeten worden. De rol van de Europese Ombudsman en de rol van de voor de administratie bevoegde commissarissen zijn een garantie voor behoorlijk bestuur, en voor de eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten.
18/11/2004 Wij mogen evenmin uit het oog verliezen dat het onze plicht is de efficiëntie van dit orgaan te versterken. Wij moeten deze plicht nakomen en daarom zijn wij verheugd over de verklaringen van de commissaris. Tot slot wil ik er nog op wijzen dat het de Europese Ombudsman tot eer strekt dat hij op eigen initiatief vijf onderzoeken heeft ingesteld. Een van de meest opvallende onderzoeken betrof de afschaffing, binnen de Europese instellingen, van discriminatie van personen met een handicap. Als ondervoorzitter van de Commissie verzoekschriften wil ik graag mijn dank uitspreken voor het wederzijds doorgeven van verzoekschriften. Dit is een juiste aanpak en in het belang van de Europese burgers. 4-016
Dobolyi (PSE), namens de fractie. – (HU) Wij feliciteren de heer De Rossa met zijn uitmuntende verslag, dat zonder twijfel het resultaat is van hard werken. Onze complimenten ook aan de heer Diamandouros, vanwege zijn voortreffelijke speech waarin hij een overzicht gaf van zijn werkzaamheden als Europese Ombudsman. Voor de socialisten is het prioritair dat we de kwaliteit van de democratie versterken door de burger in het middelpunt van onze activiteiten te plaatsen. De meeste van onze doelstellingen hoorden wij terug in zowel het verslag van de heer Diamandouros als dat van de heer De Rossa; op veel terreinen moet echter nog het een en ander verbeterd worden, willen wij de burgers zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn. In de allereerste plaats roepen wij de instellingen, en dan met name de Raad, op zich te gedragen alsof het Grondwettelijk Verdrag reeds van kracht is. Wanneer de Raad als wetgevend orgaan optreedt, dient hij dat op een openbare en transparante wijze te doen. De aanbeveling van de Ombudsman op dit punt heeft mijn welgemeende instemming. Het is niet mogelijk de Europese democratie te versterken zonder openheid en transparantie te betrachten en het is betreurenswaardig dat er nog altijd geen transparantie heerst en dat de handelingen van de Raad zich achter gesloten deuren blijven afspelen. Ten tweede staan wij achter het werk van het Europees Mensenrechtenbureau. Zoals u weet, heeft de commissie onlangs een discussienota het licht doen zien. Ik hoop van harte dat de commissie diegenen die betrokken zijn bij de vertegenwoordiging en bescherming van burgerrechten, namelijk de Commissie verzoekschriften van dit Parlement en de Europese Ombudsman, grondig en uitgebreid zal raadplegen. Volgend jaar bestaat het instituut van de Europese Ombudsman tien jaar en dit zou dan ook een goed moment zijn om nog eens na te denken over de status van de Ombudsman. Laten we vaststellen op welke gebieden het instituut van de Europese Ombudsman versterkt kan worden, bijvoorbeeld op het punt van de toegankelijkheid van documenten.
18/11/2004 Tot besluit wil ik mijn waardering uitspreken voor de inzet van de heer Diamandouros, waarmee hij de wederzijdse samenwerking tussen de Commissie verzoekschriften en zijn verbindingsnetwerk heeft verdiept. Ik ben hem dankbaar voor zijn hulp bij onze voorlichtingscampagne, die erop gericht is burgers te informeren over de rechten die zij op grond van het Grondwettelijk Verdrag hebben en hen erop te wijzen dat zij het recht hebben verzoekschriften bij het Parlement en klachten bij de Ombudsman in te dienen. Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, ik wil afronden met de opmerking dat de burgers, zoals de heer Diamandouros al zo dikwijls heeft verklaard, de Unie alleen dan als betrouwbaar en geloofwaardig zullen ervaren als hun rechten deel gaan uitmaken van hun dagelijkse werkelijkheid. 4-017
Sbarbati (ALDE), namens de fractie. - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, allereerst wil ik de heer De Rossa van harte gelukwensen met zijn doeltreffend en volledig verslag. Het in Nice geproclameerde Handvest van de grondrechten van de Europese Unie heeft inhoud gegeven aan het begrip “Europees burgerschap”, dat reeds in het Verdrag van Maastricht was opgenomen. De betrekkingen tussen de Unie en haar burgers zijn verbeterd en daarmee is vooruitgang geboekt bij de bescherming van de grondrechten en de grondvrijheden van de Europese burger. Ofschoon de rechten en de communautaire bepalingen van toepassing zijn op de burgers en hun activiteiten, hebben deze burgers nauwelijks enige mogelijkheid om zich tegen eventueel wanbestuur te verdedigen. Daarom wordt het steeds noodzakelijker om een zo goed mogelijk werkende samenleving te garanderen en een concreet antwoord te geven op de behoeften van deze samenleving. Het is de taak van de Ombudsman om gepaste oplossingen aan te dragen en op te komen voor de fundamentele rechten en waarborgen van het individu. De instelling van de Ombudsman is de meest evidente uitdrukking van de in het volk gewortelde soevereiniteit. De Ombudsman zet zich in voor de verdediging van de individuele rechten ten overstaan van de instellingen. De burgers vragen de instellingen hun rechten te beschermen. Dankzij de Europese Ombudsman en het gehele systeem van lokale ombudsmannen heeft iedere burger een gesprekspartner en kan hij of zij een verzoekschrift indienen, maar wordt tevens bijgedragen aan meer transparantie en efficiëntie in de Europese instellingen en aan de uitbreiding van de Unie met andere kandidaat-lidstaten, daar de totstandkoming van een cultuur van eerbiediging van de burgerrechten wordt bevorderd.
11 de mogelijkheid om aanbevelingen te formuleren of de kwestie voor te leggen aan het Europees Parlement. Uit het jaarverslag blijkt dat onze Ombudsman zich tot nu toe - met onder meer de hulp van het netwerk van Europese nationale en lokale ombudsmannen - heeft beziggehouden met een grote reeks uiteenlopende onderwerpen: belastingvoorschriften, financiering van projecten, mededingingsregels, discriminatie op grond van geslacht, ras, gezondheid, inkomen of anderszins, achterstallige betalingen, contractgeschillen, willekeurige discriminatie, gebrek aan transparantie, of weigering van toegang tot inlichtingen van de kant van de verschillende EU-instellingen. Het is dus zonder meer voor iedereen duidelijk dat tijdig en onpartijdig optreden absoluut noodzakelijk is. De functie van de Europese Ombudsman werd voor het eerst opgenomen in het Verdrag van Maastricht van 1992, en betreft hoofdzakelijk de behartiging van de belangen van de burger, van de burger die verloren raakt in het woud van normen en voorschriften. De nationale regels zijn reeds zeer omvangrijk, maar de Europese normen worden bij de verdere op- en uitbouw van een supranationale rechtsorde alleen maar ingewikkelder. Daarom moet het Europees Parlement de Ombudsman dank zeggen en beloven dat het zal ijveren voor de versterking van zijn functie. Ook moeten wij de Commissie verzoekschriften versterken, die met haar onderzoeken, controle en voorstellen de operationele arm is van de Ombudsman. Tezamen kunnen zij het democratiseringsproces en de sociale samenhang bevorderen. Met de activiteiten van de Ombudsman, en de ondersteuning van de Commissie en haar technische structuren, zijn wij in staat om niet alleen het concept van Europees burgerschap te consolideren, maar ook de cultuur omtrent het stelsel van de Ombudsman te verspreiden en tot zijn recht te doen komen. Daarbij moet men overgaan van een bureaucratisch model, dat loodzwaar weegt op de instellingen van de Unie, naar een ombudsmanmodel, en vooral naar een model waarin de burger macht heeft. Dat zou de vervolmaakte democratie zijn. Dat betekent een kwaliteitssprong en met het oog daarop is het onderhavig verslag, vanuit organisatorisch standpunt bekeken, mijns inziens een goed verslag. Op die manier kunnen wij blijven werken aan de bescherming van de mensenrechten, de grondvrijheden en de beginselen van de samenwerking en de subsidiariteit. Daarbij moeten wij ervoor zorgen dat de Europese burger een dominus wordt, en niet enkel een kiezer is die vriendelijk verzocht wordt naar de stembus te gaan. 4-018
De Europese Ombudsman is bijgevolg de steun en toeverlaat van elke burger die zich in zijn rechten aangetast voelt. Hij kan een onderzoek instellen naar gevallen van wanbestuur door de Europese instellingen en oplossingen voorstellen. Als de door hem voorgestelde schikkingsoplossingen mislukken, heeft hij
Hammerstein Mintz (Verts/ALE), namens de fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, laat mij allereerst de rapporteur, mijnheer De Rossa, gelukwensen met zijn buitengewoon verstandige verslag en met de geestdrift waarmee hij, soms door middel van compromissen, de
12 amendementen die door ons zijn voorgesteld tegenover de Commissie heeft verdedigd. Het verslag over de Europese Ombudsman schetst een zeer helder kader inzake het soort problemen waar burgers mee geconfronteerd worden op het moment dat zij te maken krijgen met het Europees bestuur. Uit het verslag blijkt onder meer duidelijk dat, ondanks hetgeen wat reeds bereikt is, met name door de Europese Ombudsman en zijn team, de burger nog steeds moeilijkheden ondervindt wanneer hij informatie of documenten van de instellingen wil verkrijgen. Er moet ook nog veel werk worden verricht om ervoor te zorgen dat de selectieprocedure voor functionarissen transparanter wordt en in hogere mate wordt gebaseerd op verdienste. Dit verslag duidt er ook op dat, als wij willen bereiken dat de Europese Unie in hogere mate wordt geaccepteerd door de burgers, in de zin dat zij de wetgeving die uit de Unie voortkomt eerbiedigen, het van cruciaal belang is om de indruk te vermijden dat er personen zijn die boven de wet staan. Dit geldt niet alleen voor de Europese instellingen maar ook voor de lidstaten, aangezien zij via de Raad deelnemen aan de totstandkoming van Europa en tegelijkertijd verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de Europese wetgeving. Met die bedoeling hebben wij amendementen ingediend die de aandacht vestigen op de noodzaak om op dit moment, nu men op het punt staat de Europese Grondwet te ratificeren, de toekomstige rol van de Commissie als hoedster van de Verdragen in aanmerking te nemen. Hoewel wij ons er allen van bewust zijn dat het mandaat van de Europese Ombudsman slechts betrekking heeft op de Europese instellingen, vervult zijn bureau een belangrijke rol wanneer het gaat om de uitoefening van toezicht op de juiste toepassing van de communautaire wetgeving. Daarom nodig ik de Europese Ombudsman uit om in samenwerking met het Parlement en zijn Commissie verzoekschriften, en ook met de Europese Commissie, de noodzakelijke criteria te ontwikkelen die duidelijk zullen maken wanneer er een inbreukprocedure in gang moet worden gezet en op welke beginselen dergelijke maatregelen gebaseerd zullen zijn. Tot slot zou ik willen verwijzen naar de door mij ingediende amendementen betreffende de noodzaak om een algemeen systeem van niet-gerechtelijke maatregelen te ontwikkelen teneinde meer macht te verlenen aan de burgers. De redenering achter deze wijzigingen berust opnieuw op het feit dat de taak van de Europese Ombudsman eruit bestaat om de burgers de mogelijkheid te geven zich uit te spreken over zaken die op hen van invloed zijn. 4-019
McDonald (GUE/NGL), namens de fractie. – (EN) (Spreekster spreekt in het Iers)
18/11/2004 Ik ben zowel verheugd over het jaarverslag van de Europese Ombudsman als over het verslag van de rapporteur, de heer De Rossa, en feliciteer hen met hun werk. Sinn Féin zet zich in voor een EU die toegankelijk is voor de bevolking. We steunen maatregelen die bijdragen aan het vergroten van de transparantie, de verantwoordingsplicht, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het werk van de EU. De burgers van de Europese Unie eisen en verdienen instellingen die op professionele en open wijze omgaan met hun zorgen en klachten, en die bereid zijn gemaakte fouten toe te geven en op een adequate manier te herstellen. Zoals de rapporteur echter duidelijk maakt in zijn verslag, heeft een aantal organen, waaronder de Europese Commissie, de aanbevelingen en de bepalingen inzake de toegang van het publiek tot bepaalde documenten niet opgevolgd. Het is betreurenswaardig en onaanvaardbaar dat een aantal instellingen het bureau van de Ombudsman geen volledige inzage in documenten heeft gegeven. Ik wil mij achter de aanbeveling in het verslag van de rapporteur scharen, namelijk dat de Ombudsman dient te beschikken over onbeperkte toegang tot documenten die relevant zijn voor zijn onderzoeken. Het werk van de Europese Ombudsman vestigt de aandacht op het bredere debat over de verantwoordingsplicht – of, liever gezegd, het ontbreken van deze verantwoordingsplicht – binnen de Europese Unie. Hoe welkom en noodzakelijk het werk van de Europese Ombudsman ook is, dat bureau alleen is nu eenmaal geen wondermiddel tegen het democratisch tekort van de Europese Unie. We moeten hierover realistisch en duidelijk zijn. Transparantie, verantwoordingsplicht en vertrouwen kunnen niet uitsluitend gewaarborgd worden door een doeltreffend functionerend bureau van de Europese Ombudsman. Daarvoor zijn aanzienlijke politieke veranderingen nodig. We moeten daarom serieus werk maken van het democratiseren van de Europese Unie. We moeten een EU creëren die de rol van de lidstaten aanvult, in plaats van dat zij deze ondermijnt. We hebben een EU nodig die de lokale en regionale democratie in staat stelt tot bloei te komen en die de soevereiniteit van de lidstaten en hun bevolking eerbiedigt. Zonder deze heroriëntatie is het onvermijdelijk dat de rol van de Ombudsman, hoe waardevol ook, in het niet zal vallen bij ons democratisch tekort. 4-020
Sinnott (IND/DEM), namens de fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil zowel de heer De Rossa als de Ombudsman feliciteren met hun verslagen. Hoe gelukkig mogen we onszelf, gezien de situatie, prijzen met de heer Diamandouros! Maar staat u alstublieft eerst eens stil bij de omstandigheden waaronder een ambt als dat van Ombudsman wordt ingesteld: het gaat hier namelijk om een fundamentele verschuiving van echte
18/11/2004 democratie naar een procesmatige democratie. Dit is een machtsverschuiving van het volk naar de bureaucraten, waardoor onze democratie verwatert tot een bureaucratie met een democratisch tintje. In een echte democratie heeft men geen behoefte aan een Ombudsman. Mensen spreken daarin immers namens zichzelf, rechtstreeks via hun stem en via lokale participatie. Als hun vertegenwoordigers niet doen wat de kiezers willen, worden zij vervangen. Weten de mensen eigenlijk wel dat zij hun macht zijn kwijtgeraakt? Het wordt hun in ieder geval niet verteld. Als een stem een valuta-eenheid was en echte macht een artikel in een winkel, dan zou het interessant zijn om onze koopkracht nu te vergelijken met die van twintig jaar geleden of twintig jaar daarvoor. Ik denk dat we tot de conclusie zouden komen dat de democratie in waarde is gedaald. Op een bepaald niveau weten mensen ook dat hun democratische valuta is gedevalueerd. Dit groeiende besef komt namelijk tot uiting in de chronisch lage verkiezingsopkomst bij de Europese verkiezingen. Met het oog op dit democratische tekort, kan ik alleen maar dankbaar zijn dat we een Ombudsman hebben die namens ons het strijdperk betreedt – iets wat we in een echte democratie weliswaar gewoon zelf hadden kunnen doen. Ik ben nog dankbaarder dat, gezien de eindeloze, anonieme bureaucratie waarmee mensen in onze procesmatige democratie te maken krijgen, we een Ombudsman met goede bedoelingen hebben, zoals uit dit verslag blijkt. Ondertussen zal ik, ook al verwijs ik kiezers door naar de Ombudsman, blijven hameren op het teruggeven van de macht aan het volk, aangezien alleen dat tot echte democratie zal leiden. 4-021
Libicki (UEN), namens de fractie. − (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de Ombudsman, dames en heren, ik voer niet alleen het woord namens de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten, maar tevens als voorzitter van de Commissie verzoekschriften. De Europese Ombudsman en de Commissie verzoekschriften werken zeer nauw samen, want dit zijn de twee instellingen die zich onmiddellijk om de zaken van de burger bekommeren, de burgers direct aanspreken en direct door de burgers worden aangesproken. Vandaag de dag wordt vaak gezegd dat de Europese instellingen zijn vervreemd van het leven van de burgers. Waar de burger zich niet verbonden voelt met wat er in de Europese Unie gebeurt, zijn de Europese Ombudsman en de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement de instellingen tot wie de burger zich kan wenden met klachten. Vervolgens kan hij erop rekenen dat zijn klacht zal worden behandeld of dat hij tenminste een bevredigende opheldering krijgt. Deze problemen van de burgers zijn van groot belang en hetzelfde geldt derhalve voor de rol van de Europese Ombudsman en de Commissie verzoekschriften. Wij werken nauw met de Ombudsman samen en wij zijn van
13 mening dat hij uitstekend werk verricht. Naast samenwerking tussen de Ombudsman en de Commissie verzoekschriften vindt er in uiterst belangrijke kwesties ook samenwerking plaats met het Europees Parlement. Hierbij gaat het ook om kwesties die op initiatief van de Ombudsman worden behandeld of waarover de Commissie verzoekschriften advies heeft uitgebracht. Intussen is duidelijk geworden dat de rol van de Ombudsman, een instelling die eigenlijk is ontstaan als tegenwicht tegen de andere instellingen, van het grootste belang is. Vandaag behandelen wij het jaarverslag over 2003. Mijnheer De Rossa heeft hier reeds namens onze commissie over gesproken. Wij zijn van mening dat de Ombudsman uitstekend werk verricht. Tot slot wil ik erop wijzen dat de instelling van de Ombudsman om duidelijke redenen in de communistische landen niet bestond. Pas toen het communisme aan kracht verloor, in de nadagen van het communisme, werd in Polen een ombudsman benoemd. De instelling van de ombudsman geniet in mijn land een steeds grotere autoriteit. Verder deed het mij genoegen om te horen dat mevrouw Reding, de vertegenwoordigster van de Europese Commissie, destijds het ambt bekleedde dat mij nu te beurt is gevallen. 4-022
Battilocchio (NI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik spreek namens de Nieuwe Italiaanse Socialistische Partij. Ik ben burgemeester van een kleine stad aan de rand van Rome, en tijdens mijn ambt heb ik kunnen vaststellen hoe belangrijk het werk van de ombudsman is: hij is een interface en filter tussen de overheid en de burger. De Europese Ombudsman moet, mutatis mutandis, een moderne, efficiënte en effectieve bemiddelaar zijn - of zou dat moeten zijn - tussen de communautaire instellingen en de Europeanen. Hij moet ijveren voor de verwezenlijking van het grondrecht van iedere burger op goed bestuur, op een bestuur dat beantwoordt aan de criteria van transparantie en billijkheid, zoals ook in het Handvest van Nice staat. Er is reeds een lange weg afgelegd. Er is een netwerk van ombudsmannen en andere nationale en lokale instanties ontstaan waar klachten kunnen worden ingediend waarvoor de Europese Ombudsman niet bevoegd is. Er moeten echter nog meer inspanningen worden ondernomen om, in het belang van de Europese burger, een volledig en vruchtbaar systeem te creëren voor buitengerechtelijk beroep. Ik heb nu al enkele maanden gewerkt als lid van de Commissie verzoekschriften maar ik moet helaas vaststellen dat, zoals ook uit de cijfers uit het voortreffelijke verslag van de heer De Rossa blijkt, de desinformatie en verwarring over de nauwkeurige bevoegdheden van de Europese Ombudsman nog steeds enorm groot zijn. Ofschoon er in 2003 voorspoedig gewerkt is, overeenkomstig de procedures, is het belangrijk dat er een doorbraak wordt bewerkstelligd bij
14 de Europese burgers. Deze moeten zich sterker bewust worden van de rol van de Ombudsman, en de Ombudsman moet dichter bij het dagelijks leven van de burgers komen te staan, waar hij tot nu toe te ver vanaf stond. De gewenste herziening van het statuut van de Ombudsman moet op dat aspect zijn afgestemd. De Ombudsman moet meer reële en concrete mogelijkheden krijgen om de aan hem voorgelegde problemen op te lossen. De Europese Ombudsman moet een echte trait d’union zijn tussen de Gemeenschap, de polis en de instellingen die haar besturen. 4-023
Atkins (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil op de allereerste plaats graag mijn dank, alsmede die van het Parlement, betuigen aan de heer Perry, mijn voorganger, die zo veel heeft gedaan om de Commissie verzoekschriften, waarvan de rol van de Ombudsman zo’n belangrijk kenmerk is, steviger op de kaart te zetten. (Applaus) Verder wil ik de heer De Rossa feliciteren met een steekhoudend verslag en mij bij hem aansluiten wat betreft het bedanken van de heer Söderman voor zijn diensten als Ombudsman en de heer Diamandouros voor zijn werk gedurende de periode die hij tot nu toe in functie is. Ik wil vijf korte punten aan de orde stellen. Eén, de Commissie moet haar afkeer van een opener en doeltreffender controle van de lidstaten heroverwegen, met name als het gaat om de tenuitvoerlegging van communautaire wetgeving met betrekking tot inzage in documenten die betrekking hebben op de inbreukprocedure. Twee, de Code van goed administratief gedrag zou door alle instellingen en organen van de EU moeten worden nageleefd, de Commissie zelf niet uitgezonderd. Mijn fractie zal zich voor deze zaak blijven inzetten tot ons doel is bereikt. Drie, mijn fractie staat volledig achter de uitbreiding en verbetering van de onderzoeksbevoegdheden van de Ombudsman. Vier, we hebben gehoord dat 75 procent van de klachten niet-ontvankelijk wordt verklaard. Er bestaat dus behoefte aan een voortdurende voorlichtingscampagne in de gehele Europese Unie om de bekendheid van de Ombudsman, alsook van de verzoekschriftenprocedure, onder onze burgers te verbeteren. Vijf, tot slot wil ik de Commissie en de Raad met klem verzoeken om eraan vast te houden – zelfs te eisen – dat er strikte termijnen worden gehanteerd voor het verstrekken van antwoorden aan de Ombudsman, de Commissie verzoekschriften en, bovenal, aan rekwestranten of klagers. Zoals op een schoolrapport zou kunnen staan: in het algemeen gaat het tot dusver goed. 4-024
18/11/2004 Cashman (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil de heer Diamandouros en de rapporteur feliciteren met hun werk. Ik wil het nu graag hebben over Verordening (EG) nr. 1049/2001. In weerwil van de kritiek werkt de Verordening inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zeer goed. Ik dring er bij de Commissie dan ook met klem op aan onze eis om herziening van die verordening in te willigen, vooral ook met het oog op de nieuwe Grondwet. Als de Raad in het openbaar moet vergaderen wanneer hij zijn wetgevende rol vervult, zullen we deze “wetgevende rol” eerst moeten definiëren. Ik wil verder ingaan op de opmerkingen van mevrouw Sinnott. Het lijkt erop dat zij de vergaderzaal heeft verlaten, maar zij suggereerde dat de Ombudsman een manifestatie is van een ondemocratisch proces. Wil zij soms beweren dat de Scandinavische landen, die de ombudsmannen zelfs in hun grondwetten hebben vastgelegd, ondemocratisch zijn? Als dat was wat ze probeerde te zeggen, dient zij haar excuses aan te bieden. Daarnaast wil ik tegen een andere afgevaardigde zeggen, die meen ik lid is van de UKIP – zij slaapt zeker! – dat de rol van een ombudsman het democratisch proces juist stimuleert en versterkt. Deze rol is namelijk een onderdeel van de beroepsprocedures en het draait hierbij om de mogelijkheid om verhaal te halen en rechtvaardigheid af te dwingen. Met betrekking tot de inbreukprocedures kan ik mij niet vinden in de opvatting dat het proces van inbreukprocedures door de Commissie wordt misbruikt. Het inbreukproces leidt immers vaak tot een juridisch proces. Door de betreffende documenten openbaar te maken alvorens er een besluit genomen is om al dan niet een juridische procedure in gang te zetten, zou de zaak van beide partijen in die procedure worden ondermijnd. Ik bedank de heer Diamandouros en het Parlement voor hun beleefde gehoor. 4-025
Matsouka (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, tijdens de Europese verkiezingen van juni jongstleden hebben de wegblijvers gezegevierd. Wij zijn het er allemaal mee eens dat de Europese burgers een duidelijke boodschap de wereld in hebben gestuurd: zij kunnen zich niet vinden in dit Europa; dit Europa gaat hen nauwelijks aan en kan hen ook niet beschermen in het dagelijks leven. Vooral de jongeren, de vrouwen en, meer in het algemeen, de sociaal uitgesloten burgers schrijven de minachting waaraan zij dagelijks worden blootgesteld, toe aan het beleid van de Europese Unie. Wij zien evenwel dat er ook een uitzondering is op deze algemene tendens: het vertrouwen van de Europese burgers in de Europese Ombudsman stijgt namelijk pijlsnel. De cijfers tonen aan dat het aantal
18/11/2004 verzoekschriften van de Europese burgers dit jaar, in één jaar tijd dus, waarschijnlijk met 40 procent zal stijgen. Als wij deze cijfers interpreteren krijgen wij een bevestiging van het feit dat niet alleen de heer Söderman en mijn landgenoot, de heer Diamandouros, de functie van Ombudsman op waardige wijze hebben waargenomen, maar ook dat de Europese burger een instelling beloont die hem voldoening geeft ten aanzien van iets vanzelfsprekends, namelijk het recht op toegang tot de instellingen van de Unie. De instellingen moeten echter beter werken en beter tot hun recht komen, en daarom moeten zij worden versterkt, ongeacht de personen die deze vertegenwoordigen. Vaak spreken wij over democratisch tekort, gebrek aan transparantie of politieke wil, en wel dusdanig dat mijn generatie ze niet anders dan als politieke clichés kan beschouwen. Laten wij daarom ophouden met alsmaar de vinger te leggen op de problemen. Laten wij eindelijk haalbare oplossingen zien te vinden, niet met woorden maar met daden, oplossingen waaraan ook de instellingen steun kunnen geven. Het is een feit dat in de Grondwet de instelling van de Ombudsman is verankerd en dat daarmee de transparantie en de democratische participatie in de Unie worden bevorderd, misschien niet op een vlekkeloze manier, maar in ieder geval wel beter dan nu. Laten wij steun geven aan beide doelstellingen, en dan zullen wij misschien tijdens de volgende verkiezingen een verrassing krijgen, een aangename verrassing dit keer. Misschien kunnen wij dan het vertrouwen van de burgers terugwinnen en ze ervan overtuigen sterker deel te nemen aan het politieke leven in Europa. Europa verandert. Dat was de leus tijden de laatste Europese verkiezingen. Ik persoonlijk ben daarvan overtuigd. Wel moeten wij er allen voor zorgen dat Europa in positieve zin verandert. 4-026
McGuinness (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, er bestaan geen systemen die nooit haperen, en ondanks de kritiek van mevrouw Sinnott beschikken we in Ierland over een zeer doeltreffend bureau van de ombudsman en we zijn ook nog eens een democratie, dus die twee gaan wel degelijk hand in hand. Ik merk op dat uw bureau in 2003 2 500 klachten heeft ontvangen. Dat is mijns inziens heel weinig. In Ierland wordt per jaar grofweg hetzelfde aantal klachten ingediend, en wij zijn toch een klein land in vergelijking tot de EU. Ik merk echter ook op dat er in het betreffende jaar sprake was van een stijging van het aantal klachten met 40 procent. Ik veronderstel dat dit te wijten is aan het werk dat u verricht heeft om uw bureau meer bekendheid te geven bij het bredere publiek. Ik geloof niet dat het komt doordat de EU-instellingen beter werken dan de instellingen van de lidstaten. Alle instellingen kampen immers met het probleem dat zij veeleer geneigd zijn zichzelf te beschermen dan voor het publiek te zorgen. Ik weet dat veel van de klachten die u ontvangt niet tot uw taakgebied behoren, maar hiermee wordt nog weer
15 eens het punt onderstreept dat burgers gewoon niet weten tot wie zij zich moeten wenden als zij te maken krijgen met bestuurlijke en andere problemen. Als nieuwgekozen lid van het Europees Parlement heb ook ik problemen met deze instelling, dus ik deel de moeilijkheden die de burgers ondervinden. Ik zou in het algemeen willen zeggen dat als alle instellingen een meer klantgerichte benadering zouden hanteren, u werkloos zou worden, hoewel ik niet denk dat dit in de nabije toekomst zal gebeuren. Op nationaal niveau heeft het bureau van de ombudsman, in ieder geval in Ierland, een buitengewone positieve impuls gegeven aan veranderingen. Het heeft het systeem en de cultuur veranderd, en ik denk dat uw bureau op vergelijkbare wijze een impuls moet geven aan het doorvoeren van veranderingen, door niet alleen een bureau te zijn dat problemen van individuen oplost, maar een bureau dat het systeem voor alle burgers verandert en wel in positieve zin. Ik wens u veel succes bij uw werk. 4-027
Mitchell (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, in 2003 heeft de Europese Ombudsman 363 onderzoeken uitgevoerd. Naar aanleiding van de 2 436 klachten die in 2003 werden ontvangen, zijn 250 onderzoeken gestart terwijl het in 110 gevallen ging om onderzoeken die nog niet waren afgerond aan het einde van december 2002. Ik zou twee opmerkingen willen maken over deze cijfers. Ten eerste lijkt het aantal onderzoeken in vergelijking met het aantal ontvangen klachten op het eerste gezicht zeer klein en dat doet de vraag rijzen of, zelfs wanneer de Europese burger weet dat de Europese Ombudsman bestaat, hij of zij wel weet waarmee hij zich in de praktijk bezighoudt. Dit verstoort misschien de eensgezindheid hier vanochtend, en ik wil niemand beledigen, maar zouden veel nieuwe leden van dit Parlement zelfs maar de naam van de Ombudsman kennen? Ik vraag het me sterk af. Ik wil erop wijzen dat 66,9 procent van deze onderzoeken verband hield met de Europese Commissie – daar gaat het imago van de Commissie als de hoedster van de Verdragen. Om echter te voorkomen dat we zelfgenoegzaam worden in dit Parlement had 10,7 procent van de onderzoeken betrekking op het Europees Parlement, het op één na hoogste aantal. Ten tweede moeten we, hoewel de stijging van het aantal klachten aan de Ombudsman met 10 procent niets is om trots op te zijn, deze cijfers bekijken en interpreteren tegen de achtergrond van de inspanningen die het bureau heeft gedaan om zijn bekendheid te vergroten. Zou de stijging van 54 procent die vandaag door de Ombudsman werd gemeld echter ook niet verband kunnen houden met het feit dat een groot aantal leden van het Europees Parlement op verkiezingspad was en de publiciteit probeerde te halen? Ik neem nota van wat er gezegd is over het EPSO (Europees Bureau voor personeelsselectie) en ik dring erop aan dat er
16 grotere inspanningen worden gedaan om de problemen die daar bestaan te verhelpen. Tot slot wil ik het belang herhalen van de vele rollen die de Ombudsman vervult en hem succes wensen bij de uitvoering van zijn taken. 4-028
Diamandouros, Ombudsman. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb buitengewoon veel waardering voor de bereidheid van dit Parlement om te luisteren naar mijn slotopmerkingen. Ik zal het heel kort houden. Ik bedank alle leden van het Parlement die mij vereerd hebben met hun opmerkingen voor de constructieve aard hiervan. Ik wil ook commissaris Reding bedanken voor haar opmerkingen en erop wijzen dat, aangezien zij dertien jaar geleden voorzitter was van de Commissie verzoekschriften, zij over de nodige ervaring beschikt om het soort werk dat wordt verricht door deze commissie en door het bureau van de Ombudsman op waarde te schatten.
18/11/2004 overgrote meerderheid van de burgers juist met de Commissie te maken heeft. Daardoor is het onvermijdelijk dat ook het merendeel van de klachten tegen de Commissie gericht zal zijn. De bereidheid van de Commissie om tot oplossingen te komen en samen te werken is groot. Ik zal deze situatie scherp in het oog houden en mijzelf rekenschap blijven geven van de noodzaak op te treden als controleur van de instellingen, met inbegrip van de Commissie. Tot slot wil ik nogmaals mijn dank aan de heer De Rossa voor zijn verslag laten optekenen, alsmede aan de Commissie verzoekschriften, en wil ik dit Parlement bedanken voor zijn steun. Ik zal mij met uw samenwerking en steun blijven inzetten ten dienste van de burgers. (Applaus) 4-029
De Voorzitter. − Het debat is gesloten. De stemming zal dadelijk plaatsvinden.
Ik wil de heer Libicki, de voorzitter van de Commissie verzoekschriften, bedanken voor zijn opmerkingen en hem ervan verzekeren dat ik ernaar uitkijk nauw met hem samen te werken bij het bevorderen van de gezamenlijke en gemeenschappelijke doelen van de Ombudsman in die commissie.
4-030
Ik zal niet stuk voor stuk ingaan op alle individuele opmerkingen, maar een aantal algemene punten maken. Ik verzoek de Commissie dringend de kwestie van de Code van goed administratief gedrag nogmaals in overweging te nemen. De commissaris is misschien te bescheiden geweest door te stellen dat zij op dit moment niet over de benodigde informatie beschikt om de kans op het boeken van vooruitgang te kunnen inschatten. Ik verzeker haar ervan dat ik, voor zover dit mogelijk is, haar en de Commissie terzijde zal staan om een bijdrage te leveren aan het boeken van vooruitgang met betrekking tot deze kwestie, ten behoeve van alle burgers.
4-032
De toegang tot documenten, de transparantie en het bevorderen van non-juridische procedures staan bovenaan mijn prioriteitenlijst, en dat zal zo blijven.
Welkomstwoord 4-031
VOORZITTER: DE HEER BORRELL FONTELLES Voorzitter De Voorzitter. − Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om de delegatie van de door de heer David Eugen geleide Federale Vergadering van de Zwitserse Bondsstaat welkom te heten. Vandaag in Straatsburg houden de delegatie uit Zwitserland en die van het Europees Parlement hun drieëntwintigste interparlementaire vergadering. Ik wil hier het grote belang onderstrepen van de interparlementaire vergaderingen tussen Zwitserland en de Europese Unie met het oog op de bevordering van samenwerking en wederzijds begrip tussen onze burgers. Namens het Europees Parlement wens ik ze een vruchtbare en productieve vergadering toe.
Ik zou willen afsluiten met drie opmerkingen. Bovenop de stijging van het aantal klachten met 54 procent dit jaar, hebben we ook een stijging van 62 procent gezien in het aantal ontvankelijke klachten. Dit lijkt erop te wijzen dat steeds meer mensen bij ons aankloppen om de juiste redenen. Hieruit kan vervolgens worden afgeleid dat we erin geslaagd zijn de mensen te informeren over de wijze waarop zij een klacht kunnen indienen en over wat wij voor hen kunnen doen.
Ik wil ook de delegatie van het parlement van Azerbeidzjan welkom heten, die wordt geleid door de heer Siruz Tebrizli, voorzitter van de mensenrechtencommissie van dit parlement en voorzitter van de delegatie Azerië in de Commissie interparlementaire samenwerking EU-Azerbeidzjan.
Mijn tweede punt betreft het feit dat 70 procent van de klachten is ingediend tegen de Commissie. Hieruit blijkt zeker niet dat de Commissie haar werk slechter doet. Dit wordt simpelweg veroorzaakt door het feit dat de
Ik wens u een aangenaam verblijf in Straatsburg toe.
Deze delegatie is hier voor haar jaarlijkse vergadering met de delegatie van het Europees Parlement.
4-033
Stemmingen
18/11/2004 4-034
Gezamenlijke resolutie over de nieuwe Commissie (RC-B6-0151/2004) (Het Parlement neemt de resolutie aan)1 4-035
Barroso, Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat wij een gemeenschappelijke ambitie delen, namelijk een sterke en onafhankelijke Commissie die, samen met dit Parlement en met eenieder die deze visie deelt, Europa op de weg voorwaarts kan houden. Ik neem nota van de resolutie waarover u zojuist heeft gestemd. Ik kijk ernaar uit deze nauwkeuriger te onderzoeken. Mijn eerste indruk is echter dat deze voor ons een goede basis kan vormen voor het bereiken van overeenstemming over de manier waarop wij de komende vijf jaar met elkaar zullen samenwerken. Deze bepalingen dienen geformaliseerd te worden door binnenkort het kaderakkoord te actualiseren dat in 1999 is goedgekeurd en dat als leidraad fungeert voor de samenwerking tussen onze twee instellingen. Het enige waar ik om vraag is dat er in de benadering die wij overeenkomen rekening wordt gehouden met onze respectievelijke rollen en verplichtingen, alsmede met het Verdrag betreffende de Europese Unie. Voordat ik inga op de details die uiteengezet worden in paragraaf 5 van uw resolutie, wil ik eerst nogmaals bevestigen dat ik nog steeds achter mijn toezeggingen sta met betrekking tot het formeren van een groep van commissarissen voor de grondrechten en het doen van nieuwe voorstellen op dit belangrijke terrein. Ik zal nu een eerste reactie geven op de specifieke kwesties die in paragraaf 5 aan de orde worden gesteld. Met betrekking tot paragraaf 5 bis, ter en quater heb ik, zoals ik gisteren heb aangegeven, mijn team verzocht de toezegging te doen dat commissarissen zullen aftreden wanneer ik dat aan hen vraag, en die toezegging heb ik ook gekregen. Ik zal alle kritiek die dit Parlement uit over het functioneren van commissarissen zeer zorgvuldig onderzoeken en ben bereid de conclusies die ik zal trekken tegenover het Parlement toe te lichten. Op deze manier bevestigen we het beginsel van de individuele verantwoordelijkheid van iedere commissaris, zonder vraagtekens te plaatsen bij het beginsel van collegialiteit, dat de voorzitter van de Commissie, uit hoofde van het Verdrag, dient te waarborgen. Wat de vervanging van commissarissen betreft, moeten we een onderscheid maken tussen de huidige situatie, waarin noch voor de Commissievoorzitter, noch voor het Parlement een rol is weggelegd, en de toekomstige situatie onder de Grondwet. De Grondwet zal de procedure voor het vervangen van commissarissen meer doen lijken op de procedure voor de goedkeuring van de Commissie aan het begin van haar mandaat. In deze overgangsfase kan ik er derhalve mee instemmen dat 1
zie notulen
17 nieuwe commissarissen niet officieel voor dit Parlement hoeven te verschijnen totdat hun benoeming is goedgekeurd door de relevante parlementaire commissie. Wat hun verschijnen voor de Raad betreft, dat heb ik niet geheel in eigen handen, aangezien een voorgedragen nieuwe commissaris taken zal moeten uitvoeren die verband houden met zijn of haar portefeuille. In het geval van een herverdeling van portefeuilles binnen mijn team, aanvaard ik dezelfde verplichting dat commissarissen wier portefeuilles veranderen niet officieel voor dit Parlement hoeven te verschijnen totdat hun benoeming is goedgekeurd door de relevante parlementaire commissie. Met betrekking tot paragraaf 2 en paragraaf 5 quinquies wordt in uw resolutie de suggestie gewekt dat we nog niet de noodzakelijke stappen hebben ondernomen om het potentiële probleem van belangenconflicten te voorkomen. Gisteren heb ik de gedetailleerde regelingen toegelicht voor het omgaan met potentiële problemen van belangenconflicten die zich binnen een portefeuille zouden kunnen voordoen. Laten we deze nu eerst ten uitvoer leggen. In een latere fase zullen we dan de mogelijkheid hebben hun doeltreffendheid te beoordelen. Ik zal alle verdere veranderingen doorvoeren die in het licht van onze ervaringen noodzakelijk blijken te zijn. Ten aanzien van paragraaf 5 sexies deel ik, zoals ik in juli heb aangegeven, de opvatting van het Parlement over de noodzaak om, samen met de Raad, de meerjarenprogrammering en de strategische planning te versterken. Ik zal daartoe in januari een aantal ontwerpvoorstellen voor de strategische doelstellingen van de Unie voor de komende vijf jaar aan u presenteren, die gezamenlijk door alle instellingen goedgekeurd dienen te worden. Ik zal in december naar uw debat over dit onderwerp luisteren en rekening houden met uw voornaamste zorgen. Met dit debat wordt vooruitgelopen op dit belangrijke nieuwe samenwerkingsterrein, dat ook in de Grondwet is voorzien. Nu de paragrafen 5 septies en octies. Onze betrekkingen moeten gebaseerd zijn op vertrouwen en regelmatige contacten. Mijn team zal daarom prioriteit geven aan het verschijnen voor dit Parlement. Zowel ik als vicevoorzitter Wallström zijn voornemens regelmatige en actieve contacten te onderhouden met de Conferentie van voorzitters. De inkennisstelling van besluiten en voorstellen van de Commissie aan het Parlement komt overeen met de huidige regelingen uit hoofde van het kaderakkoord, dat ik uiteraard bereid ben te eerbiedigen. Desalniettemin ben ik van mening dat dit kaderakkoord noch voor het Parlement, noch voor de Commissie altijd naar genoegen ten uitvoer is gelegd, vooral als het gaat om het doeltreffend communiceren aan het brede publiek wat de Unie nu eigenlijk doet. Ik hoop dat we besprekingen kunnen voeren over het verbeteren van deze regeling, waarbij we ons richten op het vaststellen
18 van de belangrijkste voorstellen die de aandacht van het Parlement en onze gezamenlijke communicatieinspanningen verdienen. De presentatie van deze voorstellen moet voor zover mogelijk zodanig gepland worden dat deze samenvalt met de plenaire vergaderingen. Als we dit voor elkaar kunnen krijgen, zou ik willen pleiten voor meer flexibiliteit ten aanzien van meer routinematige initiatieven. Paragraaf 5 nonies. De Commissie licht nu al toe hoe zij gevolg zal geven aan de standpunten van het Parlement over wetsvoorstellen. De ervaring leert dat dit een bruikbaar mechanisme is en ik ben gaarne bereid dit uit te breiden naar standpunten van het Parlement die geen wetsvoorstellen betreffen. Paragraaf 5 decies. We moeten een onderscheid maken tussen kwesties die verband houden met de informatiestroom tussen de Commissie en het Europees Parlement en kwesties die in algemenere zin verband houden met de toegang tot Europese documenten die onder de bestaande wetgeving (Verordening 1049/01) vallen. Ik ben gaarne bereid met u te kijken naar manieren waarop de informatiestroom tussen het Parlement en de Commissie verbeterd kan worden. Zoals ik afgelopen juli heb verklaard, is het een fundamentele vereiste voor dit Parlement om te zorgen voor democratisch toezicht. In verband met Verordening 1049/01 moeten we praktische ervaringen met de regels voor toegang tot documenten in onze overwegingen meenemen. We moeten echter niet vergeten dat die regels pas iets langer dan twee jaar worden gehandhaafd. We moeten dan ook niet een onmiddellijke herziening plannen, maar veeleer overeenstemming zien te bereiken over een tijdschema voor herziening gedurende de zittingsperiode van dit Parlement. Aangezien de regels inzake de toegang tot documenten zijn overeengekomen op basis van medebeslissing, moeten we niet vergeten dat op dit terrein ook de instemming van de Raad nodig zal zijn. Paragraaf 5 undecies. De voornaamste richtsnoeren van de gedragscode die zal gelden voor het gedrag en het functioneren van de nieuwe Commissie zijn reeds door mijn team goedgekeurd. Ik ben bereid het Europees Parlement op de hoogte te stellen van eventuele veranderingen in de bepalingen van de code ten aanzien van belangenconflicten of ethisch gedrag, en zal naar behoren rekening houden met alle standpunten die het over dergelijke veranderingen inneemt. Paragraaf 5 duodecies. Ik ben van mening dat de gemeenschappelijke benadering van het stellen van overeengekomen prioriteiten en het plannen van ons werk, alsmede de frequentere contacten tussen onze instellingen, de informatiestroom op deze twee terreinen zal helpen verbeteren. We moeten in het licht van recente ervaringen echter altijd blijven kijken naar mogelijke verbeteringen.
18/11/2004 Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, in algemene zin beschouw ik deze resolutie als een goede basis. Vice-voorzitter Wallström en ik zullen constructief met u samenwerken, waarbij we ingaan op de punten die ik zojuist heb gemaakt en alle andere punten die onze twee instellingen gepast achten, met als doel het versterken van de rollen die het Europees Parlement en de Commissie vervullen in hun werk voor Europa. 4-036
(FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, wat wij de afgelopen weken hebben meegemaakt beschouw ik als een heilzame oefening voor de Europese democratie. (Applaus) Zelfs op de moeilijkste momenten, zelfs als we van mening verschilden, hebt u mij nooit ook maar de minste kritiek op het Parlement horen uiten. Integendeel, u hebt van mij altijd een constructieve boodschap gekregen, waarin ik het verlangen aan de dag legde met uw instelling samen te werken. (Applaus) Ik denk dat wij alle moeilijkheden nu in een geest van compromis hebben opgelost. Zonder bereidheid tot het sluiten van compromissen is het sowieso niet mogelijk het Europees project te verwezenlijken. Het is niet mogelijk iedereen altijd volledig tevreden te stellen; er moeten altijd compromissen worden gesloten. Wij zijn evenwel tot een resultaat gekomen dat ruimschoots tevredenstellend is en daar ben ik blij om. We zijn het de volkeren van Europa verschuldigd dat aan het einde van deze oefening de Europese instellingen sterker zijn geworden en beter in staat om aan hun verwachtingen de voldoen. En zoals u weet verwachten zij groei, meer banen en de bestendiging van het Europees model, waarin de hervormingen en de dynamiek van de economie worden verenigd met solidariteit en sociale cohesie. Voor u staat een bekwame, op haar taak berekende Commissie, en ik kan u verzekeren dat ik mij aan het hoofd daarvan met alle energie die ik in mij heb zal inzetten om die doelstellingen te realiseren en ervoor te zorgen dat de mannen en vrouwen van Europa straks zullen merken dat er iets veranderd is. Ik reken op uw steun. (Applaus) 4-037
Poettering (PPE-DE), namens de fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Commissie, mijnheer de voorzitter van de Raad, geachte collega’s, het Europees Parlement heeft zojuist met een zeer grote meerderheid van stemmen een ontwerpresolutie aangenomen die naar mijn vaste overtuiging de parlementarisering binnen de Europese Unie verder zal bevorderen. Uit dit overtuigende resultaat blijkt dat het Europees Parlement eensgezind is in zijn opvatting dat weliswaar constructief met de
18/11/2004 Commissie samengewerkt moet worden, maar dat daarnaast ook de parlementaire democratische controle op de Commissie uitgeoefend dient te worden. Wij zeggen in onze ontwerpresolutie dat wij goede arbeidsverhoudingen tussen de Commissie en het Parlement willen. Mede gezien de houding van sommige regeringen is het noodzakelijk dat de Commissie en het Parlement zich in beginsel als bondgenoten beschouwen. Met betrekking tot de noodzaak van de controle door het Parlement op de Commissie willen wij u ook het volgende zeggen, geachte voorzitter van de Commissie: In beginsel staan wij steeds aan de kant van de Europese Commissie omdat zij een belangrijke instelling van de Europese Unie is. Als hoedster van de Verdragen en van de handhaving van het recht kunt u altijd op de steun van de PPE-DE-Fractie rekenen. (Applaus) Wij hadden met de Commissie Prodi al een kaderovereenkomst gesloten. U heeft nu in uw antwoord laten blijken dat hetgeen wij in de ontwerpresolutie hebben afgesproken, ook in een kaderovereenkomst tussen ons opgenomen kan worden. Mevrouw Wallström, als toekomstige vice-voorzitter komt straks u de taak toe om het werk van uw gerespecteerde voorgangster Loyola de Palacio voort te zetten, met wie wij in de afgelopen jaren over de totstandkoming van de kaderovereenkomst hebben onderhandeld. Met het uitvoeren van die taak moeten wij snel en gezamenlijk een begin maken. Van groot belang is ook ons besluit met betrekking tot het al dan niet uitspreken van ons vertrouwen in de leden van de Commissie. Als het Parlement aan een bepaald lid van de Commissie dat vertrouwen ontzegt, dan moet dat voor u, mijnheer de voorzitter van de Commissie, reden zijn om serieus te overwegen of u dat lid van de Commissie niet zou moeten ontslaan; deze gang van zaken is ook al zo in de overeenkomst met de Commissie Prodi opgenomen. Als u niet op de eis van het Parlement ingaat, dient u uw besluit hier voor dit Europees Parlement te verdedigen; dat is al een parlementaire vooruitgang in vergelijking met de huidige situatie.
19 begroeten. Wij verwachten dat u gedurende uw gehele mandaat rekenschap tegenover het Europees Parlement aflegt als het Parlement daar om vraagt - niet alleen op verzoek van de plenaire vergadering, maar ook op verzoek van de parlementaire commissies en alle andere organen van dit Parlement. Als het Parlement u een dergelijk verzoek doet, dient uw aanwezigheid in het Parlement voorrang te krijgen boven alle andere verplichtingen die u op dat moment wellicht heeft. Dat is zo belangrijk omdat u verantwoording ten opzichte van het Parlement verschuldigd bent. (Applaus) Daar zullen wij voortdurend aan vast blijven houden en wij zullen nauwlettend volgen of de leden van de Commissie daar ook gehoor aan geven; de leden van de vorige Commissie hebben zich immers tegenover het Parlement op zeer verschillende manieren opgesteld. Uw strategische programma zal ook van zeer groot belang zijn. Wij gaan er vanuit dat u dit in januari zult voorleggen. In het verlengde van een eerder besluit is door de Conferentie van voorzitters besloten dat wij eigenlijk al nu in november tijdens deze vergadering over uw strategische programma hadden moeten debatteren. Toen gingen wij er nog vanuit dat de procedure geen vertraging zou oplopen. Wij hebben nu besloten dat het Parlement zijn uitgangspunten in december in een ontwerpresolutie zal neerleggen. Dat kan en moet dan voor u een aanleiding zijn om de standpunten van het Parlement niet slechts ter kennisgeving aan te nemen, maar om deze ook te integreren in het strategisch programma van de Europese Commissie. Sta mij toe om hier nog één ding aan toe te voegen: Onze fractie betreurt het dat het subsidiariteitsvoorstel van de UEN-Fractie niet is aangenomen. Wij zijn van mening dat op de gebieden waarop Europa bevoegd is, Europa inderdaad sterk moet zijn en goed doordachte maatregelen moet nemen. Europa moet zich echter niet alle taken willen toe-eigenen, omdat wij immers ook nog gemeenten, regio’s provincies en staten hebben. Elk van deze vier niveaus heeft zijn eigen taken en daarom respecteren wij het subsidiariteitsbeginsel.
In de komende vijf jaar mag niemand deel van de Commissie uitmaken als hij of zij niet eerst de parlementaire procedure heeft doorlopen. Wanneer er in de Commissie een vervanging noodzakelijk is - om welke reden dan ook - houden wij vast aan ons standpunt dat elk nieuw lid van de Commissie zich in een hoorzitting voor dit Parlement dient te verantwoorden; zo is het in de ontwerpresolutie geformuleerd en zo dient het ook in de kaderovereenkomst te worden opgenomen.
Tot slot: onze fractie zal u vandaag in grote eensgezindheid haar vertrouwen geven. Wij zullen ons op positief kritische wijze aan uw zijde scharen, maar wij zijn ook vastbesloten om onze parlementaire controle uit te oefenen. Vanuit dat perspectief, mijnheer de voorzitter, wensen wij u en uw college van commissarissen alle goeds en heel veel succes in de komende vijf jaar!
(Applaus)
4-038
Geachte Commissievoorzitter, geachte dames en heren van de Commissie, het is een goede zaak om het voltallige college van de Commissie hier te mogen
(Applaus van rechts) Schulz (PSE), namens de fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte dames en heren, ik zou graag een groot Europeaan en een van de belangrijkste afgevaardigden van dit Parlement in herinnering willen
20
18/11/2004
roepen door een zin van hem te citeren. Willy Brandt heeft ooit gezegd: Het Europees Parlement krijgt geen rechten, maar zal die rechten moeten veroveren. In de afgelopen drie weken heeft dit Parlement inderdaad rechten veroverd en wij mogen allemaal trots zijn op de geslaagde strijd die wij daarvoor hebben geleverd. Wij hebben namelijk een trend tot stoppen gebracht - de trend van de overmacht van de regeringen in de Europese Unie. Wij hebben duidelijk gemaakt dat het Parlement als vrij gekozen volksvertegenwoordiging dezelfde rechten heeft en op dezelfde hoogte staat als de vertegenwoordigingen van de landen en regeringen.
de fundamentele waarden van de burgers van de Europese Unie. Een vrije meningsuiting voor iedereen is uiteraard één van die fundamentele waarden. Het recht van het Parlement om te beslissen wie er in een uitvoerend orgaan mag plaatsnemen en wie niet, is echter ook een van die fundamentele waarden. Het verbeteren van de democratie behoort ook tot die waarden. De vrij gekozen volksvertegenwoordiging is sterker uit dit proces tevoorschijn gekomen en dat is een goede zaak. Dat is een goede zaak omdat dit de belangrijkste voorwaarde is om elkaar op gelijke voet tegemoet te treden.
Wat wij de afgelopen drie weken hier hebben meegemaakt, onderstreept de democratische vooruitgang van Europa. Parlementen worden gekozen om bij meningsverschillen strijd te leveren tegen regeringen en ook tegen de uitvoerende organen. Parlementen en afgevaardigden worden gekozen om deze strijd ook in de praktijk te voeren. Als wij deze strijd net zo goed aangaan als in de afgelopen weken, krijgen onze burgers steeds meer vertrouwen in onze instellingen - dat merken wij allemaal. Dat begrijpen de mensen. Voor deze strijd kunnen zij begrip opbrengen.Van de Noordkaap tot Sicilië en van de Azoren via Ostfriesland tot aan de Russische grens. De steun voor het Parlement is nog nooit zo groot geweest als nu en daar moeten wij gebruik van maken. Dat is een bevestiging van deze instelling.
Geachte voorzitter Barroso, het is uw goed recht om kritiek op het Parlement uit te oefenen. Ik herinner mij dat u tijdens een debat van een aantal dagen geleden in dit Parlement duidelijke kritiek heeft laten horen, al was die ook alleen aan een bepaalde stroming in dit Parlement gericht. Dat is uw goed recht. Het is echter onze plicht om de uitvoerende organen te controleren. Daarom herhaal ik nog één keer: bij alle - en echt bij alle! - onenigheden zullen wij net zo te werk gaan als wij dat in de laatste drie weken hebben gedaan. Dat geldt ook voor situaties waarin wij van mening zijn dat uw Commissie of uw politieke intenties de verkeerde kant opgaan.
(Applaus) Beide instellingen - zowel het Parlement als de Commissie - zijn sterker uit dit proces tevoorschijn gekomen. Ook u, mijnheer de voorzitter, heeft de gelegenheid om veranderingen te bewerkstelligen met de Commissie waaraan u leiding gaat geven. Ik refereer in dit verband aan de uitdrukking blind date. Dat was een toepasselijke formulering van u. Sommige blind dates hebben zo hun charme. De blind dates die u heeft gehad, waren voor een deel echter niet zo charmant. Als u geen prijs meer stelt op die blind dates, hoeft u de regeringen alleen maar duidelijk te maken dat met ingang van de Commissie Barroso er een einde komt aan de procedure dat u iedereen maar moet accepteren die wordt voorgedragen. Dan hoeft er ook niet langer een politieke prijs voor de kandidaatstellingen van de regeringen te worden betaald. (Applaus) Als u zo te werk gaat, behoren u en de Commissie ook tot de winnaars. Ook u zult hier sterker uit tevoorschijn komen. Wij hebben ons in de debatten van de afgelopen weken op de essentiële boodschappen geconcentreerd. Ik wijs in dit verband nog een keer op de hoorzittingen en de resultaten daarvan, omdat die hoorzittingen vaak een bron van de conflicten zijn geweest. Tegen die achtergrond kunnen die essentiële boodschappen in één zin worden samengevat: dit Parlement heeft zich met een brede meerderheid opgeworpen als verdediger van
Op Europees niveau is het samenspel tussen een uitvoerend orgaan en het Parlement namelijk gebaseerd op het feit dat u een innovatiemonopolie heeft en wij de plicht hebben om een sociaal evenwichtige en rechtvaardige wetgeving te waarborgen; dat is ook precies waar wij de komende vijf jaar voor zullen zorgen. (Applaus) De geschiedenis leert dat meer democratie ook altijd tot een grotere sociale rechtvaardigheid heeft geleid. Daarom is de democratische vooruitgang die wij hebben geboekt, voor ons het begin van de strijd die wij de komende vijf jaar zullen voeren. De sociale verworvenheden in Europa die in de lidstaten tot stand zijn gebracht - dat heb ik gisteren al gezegd en dat zeg ik vandaag weer - mogen niet op Europees niveau te grabbel worden gegooid. Dat is in onze ogen de cruciale taak voor uw Commissie. Onze Sociaal-democratische Fractie zal het voorstel dat u vandaag voorlegt, steunen. Een aantal collega’s in onze fractie is echter nog niet overtuigd en zal u het gevraagde vertrouwen vandaag niet schenken. Het is nu aan u om ook het vertrouwen van die collega’s in de loop van de komende jaren te winnen. De Sociaal-democratische Fractie steunt uw voorstel. Ik wens u veel succes bij het tot stand brengen van meer sociale samenhang en sociale rechtvaardigheid in Europa. (Applaus van links) 4-039
Watson (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, vandaag zal een meerderheid van de Liberalen en
18/11/2004 Democraten vóór de Commissie van de heer Barroso stemmen. Enkele van onze leden zullen dat niet doen. Er is werk aan de winkel en al met al vinden wij, mijnheer Barroso, dat uw Commissie nu klaar is om aan de slag te gaan. Mijn fractie heeft met enige zorg kennis genomen van uw afsluitende opmerkingen in het debat van afgelopen avond. Om eerlijk te zijn, vragen wij ons bezorgd af of u het Parlement wel voldoende begrijpt. Ik heb u met verbazing horen zeggen dat een fractie een veto had uitgesproken over het plan om een commissaris een andere portefeuille te geven. Iedereen weet namelijk dat dit een privilege is waarover normaal gesproken in de hoofdsteden van de lidstaten wordt beslist. Ik was verbaasd toen ik u hoorde suggereren dat u met handen en voeten bent gebonden aan een fractie in dit Parlement. Ik verkeerde namelijk in de veronderstelling dat u met handen en voeten bent gebonden aan Rome, Boedapest en Den Haag! (Applaus van het midden) Wellicht doelde u op mijn fractie, al ben ik mij er niet van bewust dat zij een verklaring zou hebben afgegeven die ertoe strekt dat bepaalde commissarissen op hun post moeten blijven. Sterker nog, ik heb publiekelijk verklaard dat u de vrijheid moet hebben uw eigen besluiten te nemen over de verdeling van de portefeuilles van uw nieuwe team. Wij willen dat u deze vrijheid heeft. U gaf het Huis de schuld voor het gebrek aan bewegingsvrijheid, terwijl wij in feite met u hebben samengewerkt om het bereikte compromis tot stand te brengen, terwijl niemand van ons in dit Parlement de regering zal zien die wij zelf zouden hebben gekozen. Het goedkeuringsproces voor de Commissie eindigt niet hier. Dit Huis verleent geen mandaten voor onbepaalde tijd. Vandaag krijgt u uw rijbewijs. Morgen beginnen we met de verkeersregels. We willen een nieuwe kaderovereenkomst, want zonder het vermogen uw Commissie doeltreffend te controleren, kunnen wij ons werk niet goed doen. Parlementair toezicht zonder sanctiemogelijkheden maakt van de democratie een papieren tijger. Wij willen iets beters, daar hebben wij een maand geleden ook op aangedrongen. De ontwerpresolutie die vandaag is ingediend maakt duidelijk dat wij serieus kijken naar zaken als geschiktheid, bekwaamheid of belangenconflicten bij de toewijzing van portefeuilles aan commissarissen. Mogelijke probleemgevallen zullen wij scherp in de gaten houden. De Liberalen en Democraten houden een oogje in het zeil. Ik neem met voldoening kennis van uw bereidheid de kaderovereenkomst te vernieuwen op basis van aangescherpte voorwaarden. Wij willen uw handen niet binden of u in gijzeling nemen. Elke macht die het Parlement wint, brengt de last van verantwoordelijkheid met zich mee en die zullen wij moeten dragen, samen
21 met u en uw college. Goed Europees bestuur houdt echter in dat een Europese regering ter verantwoording kan worden geroepen, zoals u zelf heeft gezegd. Mijnheer de voorgedragen voorzitter, de Liberalen en Democraten verlenen u hun fiat om aan het werk te gaan. Als partners zullen wij een constructieve rol spelen. Wij kunnen u echter geen gezag verlenen. Gezag zullen u en uw commissarissen moeten verdienen: elke dag en elke maand weer, stukje bij beetje, in deze sterkere, nauwere Europese Unie. (Applaus) 4-040
Cohn-Bendit (Verts/ALE), namens de fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de tijden veranderen. Na de verbeelding aan de macht, hebben we vandaag de hypocrisie aan de macht. Het is allemaal zo helder als glas. Wij hebben laten zien dat een meerderheid in dit Parlement het niet eens was met de fractieleiders van de grootste fracties van dit Parlement, waaronder de fractieleider van de christen-democraten, die van de liberalen en op zeker moment zelfs die van de socialisten; een meerderheid stond een kritischer houding van onze kant voor dan deze voorzitters wilden ten aanzien van het voorstel van de heer Barroso. Zo stonden de zaken er de afgelopen maanden voor. Toen ontdekten wij plotsklaps dat alle kritiek die wij uitten jegens deze Commissie slechts voor de helft waar was. De heer Barroso heeft ons hier in juli in ferme, krachtige bewoordingen toegesproken: “Ik zal niet doen wat de heer Chirac wil, ik zal niet doen wat de heer Schröder wil”. Maar vandaag zegt hij tegen ons: “Ik doe wat Harry Potter, alias de heer Balkenende, wil” – en dat is trouwens een compliment aan de heer Balkenende want ik ben een grote fan van Harry Potter. Maar waarom krijgt de Nederlandse minister-president vandaag het groene licht als het gaat om mevrouw Kroes, terwijl de heer Schröder een supercommissaris werd geweigerd? De onafhankelijkheid van deze grote democraten is werkelijk verbazingwekkend. De heer Poettering heeft zelf op televisie gezegd: “Wij zullen niet akkoord gaan met mevrouw Kroes, omdat zij zoveel affaires achter de rug heeft”. Maar vandaag heeft niemand het meer over het probleem – want een probleem zal het blijven – dat u voor mededinging een commissaris hebt die niet de onafhankelijkheid van deze Commissie kan vertegenwoordigen omdat zij het product van haar geschiedenis is. Zo bezien is de toestand toch onvoorstelbaar! Daarom richt ik mij tot de talrijke collega’s in dit Parlement die kritisch staan tegenover het deel van de Commissie dat niet veranderd is, en zeg ik hun het volgende: “Door ‘ja’ te stemmen en zo een vrijbrief te geven aan de Commissie van de heer Barroso zwakt u de kritiek af die u geuit heeft tegen dat deel van de Commissie.” Natuurlijk weten we dat de heer Barroso een meerderheid gaat krijgen, maar waarom verdorie zouden
22 we hem een meerderheid geven waarmee hij bij de beleidsvorming over ons heen kan lopen? Als u vandaag politiek wilt handelen – en ik richt mij tot allen hier aanwezig die zich nog afvragen of ze ja moeten zeggen, zich moeten onthouden, of nee zeggen – zeg ik u het volgende: ja, ik weet van u dat u volgzaam bent; de meerderheid van de PPE-fractie zou de afgelopen keer al ja gestemd hebben. En als je volgzaam bent moet je dat ook van het begin tot het eind volhouden. Ik richt me dus niet tot u, ik richt me tot degenen die de heer Barroso geen vrijbrief wilden geven. U verzoek ik na te denken, “nee” te stemmen, u te onthouden, om te laten zien dat wij kritisch zijn en dat wat de heer Barroso ons voorstelt, nog altijd broddelwerk is. (Applaus vanuit bepaalde fracties) 4-041
Wurtz (GUE/NGL), namens de fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, over enkele ogenblikken zal uw Commissie, mijnheer Barroso, worden goedgekeurd. Maar wij zijn van mening dat dit succes slechts schijn is, want het komt voort uit het soort trucjes op topniveau dat crises alleen maar erger maakt in plaats van oplost. De Commissie zit nu bijna op haar plaats, maar het gemakkelijkste deel heeft zij daarmee achter de rug. Vijf maanden geleden heeft een absolute meerderheid van de Europeanen duidelijk laten blijken niet veel met de Europese instellingen op te hebben. Zij verweten ons een Europa op te bouwen waarin zij zich niet langer herkennen. Wat is de boodschap die u tot hen gericht hebt sinds u gekozen bent, mijnheer Barroso, waarmee het Europees project voor hen weer zin krijgt? Ten eerste hebt u zich een naam verworven door op slinkse wijze te proberen de Commissie een draai te geven die elders als neoconservatief gekenschetst zou worden, door de zeer symbolische portefeuille van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid toe te wijzen aan een voorstander van een obscurantistisch en ouderwets model. Geheel tegen uw verwachting in heeft dat in brede kringen van de Europese opinie luid protest gewekt en het strekt het Parlement tot eer dat het dit gevoel heeft opgepikt en dit voorstel vorige maand heeft doen stranden. Het strekt de voorzitter van de Commissie daarentegen niet tot eer dat hij deze zo gevoelige verantwoordelijkheden opnieuw heeft toegewezen aan een man die uit diezelfde regering komt, de minst geloofwaardige van alle regeringen als het gaat om rechtvaardigheid en de verdediging van de vrijheden in Europa.
18/11/2004 Vergeet u ten slotte niet, mijnheer de voorzitter van de Commissie, dat de meerderheid van de Europeanen zich van meet af aan heeft verzet tegen het oorlogsavontuur van president Bush. Welnu, ondanks de pijnlijke lessen die de gebeurtenissen ter plaatse dagelijks opleveren, hebben we u echter nog altijd niet in het minst horen terugkomen op uw ongelukkige initiatief van de Azorentop, dat heeft bijgedragen aan de verdeeldheid van Europa op een punt waarin de beschaving zelf op het spel staat. Een stem van goedkeuring is een stem van vertrouwen. Om de drie redenen die ik zojuist heb aangevoerd, en zonder mij een oordeel te willen aanmatigen over de personen waaruit uw college is samengesteld, hebben wij geen vertrouwen in deze Commissie als geheel. Omdat wij een visie van Europa aanhangen waarin onze medeburgers zich kunnen herkennen, zullen wij tegen de Commissie Barroso stemmen. (Applaus) 4-042
Farage (IND/DEM), namens de fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de heer Barroso noemde zijn team eurocommissarissen “van hoge kwaliteit”. Goed, laten we ze eens aan een soort van accountantscontrole onderwerpen. Ik weet dat die niet erg geliefd zijn in de Europese Commissie en dat accountants – als ze hun werk goed doen – worden ontslagen, maar laat ik toch maar beginnen: Uit Frankrijk hebben we de heer Barrot, die belast is met vervoer. In 2000 werd hij veroordeeld tot acht maanden cel vanwege zijn betrokkenheid bij een verduisteringszaak. Twee jaar lang mocht hij geen openbaar ambt bekleden. Uit Hongarije hebben we de heer Kovács, die zich gaat buigen over belastingen. Jarenlang was hij een communistische apparatsjik, een vriend van Kádár, de dictator van Hongarije, en een uitgesproken tegenstander van de waarden die bij ons in het Westen hoog in het vaandel staan. (Applaus van de IND/DEM-fractie) Zijn nieuwe rijk gaat het belastingbeleid voortbrengen en hij zal toezicht houden op de douane-unie van Cork tot Vilnius. Gaan de PPE-fractie en de Britse Conservatieven daar echt hun stem aan geven?
(Applaus van de GUE/NGL-Fractie) Ten tweede bent u nog verder gegaan dan uw voorgangers in hetgeen de kern vormt van de vertrouwenscrisis van de Europeanen in het Europa zoals dat nu wordt vormgegeven, te weten het neoliberale dwaalpad, de cultus van de privatisering; wat dat aangaat zult u met uw weigering te luisteren naar de kritiek van alle kanten over de wijze waarop u met de concurrentieportefeuille bent omgegaan de vrees niet wegnemen.
Uit Estland hebben we de heer Kallas, twintig jaar lang apparatsjik en lid van de communistische partij totdat zijn nieuw verworven smaak voor het kapitalisme hem in moeilijkheden bracht. Oké, hij is vrijgesproken van misbruik en fraude, maar hij is wel veroordeeld voor het verstrekken van onjuiste inlichtingen. Deze man wordt belast met fraudebestrijding! Wat een giller! (Gelach en applaus van de IND/DEM-fractie)
18/11/2004 Uit het VK hebben we de heer Mandelson, belast met de handelsportefeuille. Hij is twee keer uit de Britse regering gezet, maar om eerlijk te zijn is hij een van de bekwamere commissarissen! Uit Nederland hebben we mevrouw Kroes, belast met mededinging. Zij is ervan beschuldigd te liegen tegen het Europees Parlement. Het zijn maar beschuldigingen, maar ze worden geuit door de heer Van Buitenen en we moeten er kennis van nemen. Zeg nu zelf, zou u een tweedehands auto kopen van deze Commissie? Nee natuurlijk! Maar zelfs al waren het bekwame commissarissen en zelfs al was dit een Commissie van hoog niveau – wat, sorry mijnheer Barroso, niet zo is – dan nog zouden we de Commissie moeten afwijzen, simpelweg omdat de Commissie de hoedster is van de Verdragen, de motor van de integratie; de schepper van de wetgeving die het zakenleven in heel Europa zoveel schade berokkent. De Commissie belichaamt het slechtste van de Europese Unie; de Commissie is de regering van Europa en hoeft aan niemand rechtstreeks verantwoording af te leggen. Als u gaat stemmen, neemt u er dan alstublieft nota van dat twintig van deze commissarissen al hebben verklaard van plan te zijn de Grondwet uit te voeren zelfs nog voor deze door de lidstaten is geratificeerd. Deze onvoorstelbare arrogantie voorkomt dat ook maar één lid van de Fractie Onafhankelijkheid/Democratie vóór deze Commissie zal stemmen. (Luid applaus van de IND/DEM-fractie) 4-043
Crowley (UEN), namens de fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik sluit mij aan bij de loftuitingen over de inspanningsverplichtingen waartoe de heer Barroso zich heeft verbonden met betrekking tot de resolutie waarover wij zojuist hebben gestemd. Ik zal niet gaan herhalen wat al door voorgaande sprekers is gezegd en ik volsta daarom met te onderstrepen dat de algemene inhoud van hetgeen we in het Parlement willen zien gebeuren met betrekking tot de nieuwe Commissie helder is uiteengezet en afgekondigd in deze resolutie, die tevens rekening houdt met de kaderovereenkomst, zoals gewijzigd. Met de gebeurtenissen van de laatste vier tot zes weken in ons achterhoofd is het belangrijk eraan te herinneren dat het Parlement een verantwoordelijkheid heeft. Het Parlement heeft die verantwoordelijkheid waargemaakt .... (Protest van de heer Toubon, die een beroep op het Reglement wil doen) Het spijt me mijnheer de Voorzitter, zo kan ik niet verder gaan. 4-044
De Voorzitter. − Mijnheer Toubon, tijdens de stemming kunnen geen moties van orde worden ingediend en ik ga u niet het woord geven. Een beroep op het Reglement
23 zal na de stemming worden behandeld. Ik verzoek u de vergadering niet meer te verstoren. 4-045
Crowley (UEN), namens de fractie. – (EN) Dank u wel, mijnheer de Voorzitter. Het is belangrijk dat wij ons bezinnen op de recente gebeurtenissen, en bedenk dat het Parlement vastbesloten is geweest uitvoering te geven aan zijn democratische en uitvoerende taak ter controle van de Commissie. (Opnieuw protest van de heer Toubon) 4-046
De Voorzitter. − Mijnheer Toubon, gaat u alstublieft zitten of verlaat de vergadering. 4-047
Crowley (UEN), namens de fractie. – (EN) Dank u wel, mijnheer de Voorzitter. Zoals ik zei, is het belangrijk dat wij ons bezinnen op de recente gebeurtenissen. Om te beginnen had ik graag gestemd over de samenstelling van de Commissie zoals die tijdens de vorige vergadering is gepresenteerd. Helaas wist een meerderheid in het Parlement de anderen ervan te overtuigen dat het beter was de stemming te annuleren. De Raad en de Commissie hebben zich echter de zorgen van het Parlement ter harte genomen en zijn gekomen met een nieuw voorstel en een nieuw team. Onze verantwoordelijkheid nu is deze Commissie goed te keuren. Ik wil afgevaardigden op geen enkele manier het recht ontzeggen kritiek te spuien op leden van de Commissie. Desondanks is het belangrijk en onze plicht te verzekeren dat leden van dit Parlement deze instelling niet gebruiken om politieke geschillen uit te vechten met regeringen in hun land waarmee ze op ideologisch vlak van mening verschillen. Het doet afbreuk aan dit Huis en zijn leden als wij het mensen verbieden er meningen op na te houden die wij niet onderschrijven. Want als er iets is dat Europa moet doen, dan is het wel de vrijheid van gedachte en de vrijheid van ideeën verdedigen, zelfs al zijn we het niet met die ideeën en gedachten eens. (Applaus van rechts) Zodra het stof weer is nedergedaald zal de bevolking in Europa ons niet beoordelen op de waakzaamheid van fracties in het Parlement of op het gegeven dat we een punt kunnen scoren tegen een andere instelling. Zij zullen ons beoordelen op ons vermogen sterker te zijn dan of gelijk te zijn aan de Raad of de Commissie. Ze zullen ons niet beoordelen op wie we ervan weerhielden commissaris te worden. Ze zullen ons en de Commissie beoordelen op basis van de prestaties die wij voor de Europese bevolking verrichten.
24 We moeten een einde maken aan de politieke spelletjes en verder gaan met de dingen die er werkelijk toe doen, te weten de uitvoering van werkzaamheden ter verwezenlijking van de agenda van Lissabon, het creëren van omstandigheden die de mensen in Europa betere toegang bieden tot banen en kansen van betere kwaliteit alsmede de bevordering van Europa’s rol op het wereldtoneel. Over zes maanden is de Europese bevolking alweer vergeten welke commissarissen wij hebben geweigerd. Ze zullen zich wel afvragen wat Europa heeft gedaan inzake Darfur, wat Europa heeft gedaan inzake Ivoorkust en wat Europa heeft gedaan om de minstbedeelden in onze samenleving te helpen. Binnen dit Huis hebben wij een stem. Wij zijn gekozen om die stem te laten horen namens de mensen die ons als hun vertegenwoordigers hebben gekozen. Maar wie zal zijn stem laten horen voor de mensen die alleen staan en mensen die onrechtvaardig zijn behandeld? Als wij het niet doen, wie dan wel? Wie zal zijn stem laten horen voor de onderdrukten? Als wij het niet doen, wie dan wel? Wie geeft ons het recht te spreken namens al die mensen als wij onze tijd en energie verdoen met het onderuit halen van bijvoorbeeld neoliberale, neoconservatieve en communistische ideeën om politiek te kunnen scoren? Het mooie van deze Commissie en de Europese Unie is dat ze mensen van uiteenlopend ideologisch pluimage in staat stellen samen te werken en zo te komen tot een consensus ten behoeve van het gemeenschappelijk belang. Consensus en compromissen moeten nooit het begin, maar altijd het sluitstuk van een proces zijn. Mijnheer Barroso, u en uw team hebben laten blijken naar de zorgen van dit Parlement te willen luisteren. Ik hoop en geloof dat deze situatie van blijvende aard zal zijn. Uw verantwoordelijkheden en plichten uit hoofde van de Verdragen zijn evenzeer van belang. Van tijd tot tijd zult u moeten opstaan en weigeren het hoofd te buigen voor elke eis van een regering of dit Parlement. De beste resultaten komen namelijk tot stand in een klimaat van gezonde politieke strijd tussen de instellingen. Ik verwelkom deze Commissie. Zij zal door een meerderheid van mijn fractie en de meeste leden van het Parlement worden gesteund. In ruil voor onze steun vragen wij u het spel eerlijk te spelen. (Applaus van rechts) 4-048
Le Pen, Jean-Marie (NI). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het circus Buttiglione heeft zijn deuren gesloten, en vanaf nu heerst in Straatsburg de pro-Europese orde. De heer Buttiglione, een onafhankelijk man en overtuigd katholiek, is vervangen door de heer Frattini, voorbeeldig vrijmetselaar, evenals mevrouw Udre, die er door een van haar landgenoten van werd beschuldigd een eurosceptica te zijn. Daarentegen zijn de heer Kovács, de ex-stalinist die door de Commissie energie als volstrekt incompetent werd
18/11/2004 beoordeeld, en de dames Fischer-Boel en Kroes, geplaagd door potentiële belangenverstrengeling, juist niet vervangen. Wat mij betreft, ik zie in deze zaak-Buttiglione een les en drie slachtoffers. De les: om eurocommissaris te worden moet men eurocompatibel zijn, oftewel politiek, mentaal en zelfs religieus correct, adept van de tolerantie, het non-discriminatiebeginsel, en bovenal de mensenrechten, de nieuwe bijbel van de weldenkenden. Elke afwijkende manier van denken zal voortaan streng worden veroordeeld. En dan de slachtoffers. De eerste is de toekomstige Europese Grondwet. Zowel artikel II-70 over de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, als artikel II-71 over de vrijheid van meningsuiting en van informatie zijn door het Europees Parlement met voeten getreden. De heer Buttiglione is in zekere zin de eerste seculiere martelaar van het Handvest van de grondrechten. Het tweede slachtoffer is Italië, dat is gezwicht voor het Europees Parlement, dat de heer Berlusconi heeft gedwongen vervanging te zoeken voor de commissaris die hij had aangewezen en wiens bekwaamheid en oprechtheid voordat hij gehoord werd door niemand ooit in twijfel werden getrokken. Het derde en laatste slachtoffer is de Europese Commissie en haar voorzitter, de heer Barroso; zij komen verzwakt uit deze krachtmeting met het Parlement tevoorschijn. Nee, mijnheer Barroso, u was niet de gijzelaar, of het slachtoffer van extreemrechts, zoals u ten onrechte beweert, maar van uw eigen beoordelingsfouten. U hebt, zij het rijkelijk laat, ingezien dat men het op een confrontatie liet aankomen en dat het Europees Parlement u wilde doen buigen om zijn autoriteit ten opzichte van de Raad en de Commissie te onderstrepen. Wat ons betreft, als Europees rechts, trots op onze overtuigingen en gesteund door het volk: wij zullen onze landgenoten verdedigen, zowel tegen de Europese superstaat als tegen de toetreding van Turkije, en wel door uw Commissie onze goedkeuring te onthouden. Dan nog kort iets: mijnheer de Voorzitter, u hebt zelf toegegeven dat u zich gemengd had in Franse zaken door bij de presidentsverkiezingen van 2002 de steun van de Portugese regering toe te zeggen aan kandidaat Chirac. De heer Chirac, die zoals iedereen weet noch op de hoogte is van de geografie, noch van de geschiedenis van Europa, heeft onlangs beweerd dat wij allen kinderen van Byzantium zijn. Wat een onheilspellend voorteken is dat, want de kinderen van Byzantium, die met hun ouders en hun bestuurders verwikkeld waren in discussies over het geslacht van de engelen, werden op 29 mei 1453, na een beleg van anderhalve maand, verzwolgen door het moslimleger van sultan Mehmed II. Als symbolisch en barbaars gebaar doopte hij zijn hand in het bloed van de dode christenen en zette hij zijn handafdruk op de muur van de Hagia Sophia van Constantinopel, die sindsdien de grote moskee van Istanbul is geworden en gebleven. (Applaus)
18/11/2004 4-049
Poettering (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, sta mij toe om mede namens mijn fractie, een persoonlijke verklaring af te leggen. De opmerkingen van onze collega Farage zijn dit Europees Parlement onwaardig. (Levendig en langdurig applaus) Jacques Barrot heeft nooit en te nimmer een strafbaar feit begaan. Nooit en te nimmer! Jacques Barrot maakt weliswaar deel uit van een andere instelling, maar aangezien ik hem al veel jaren ken, wil ik namens mijn fractie het volgende vaststellen: Jacques Barrot is een buitengewone persoonlijkheid, hij is achtenswaardig, hij is geloofwaardig en hij geniet ons volste vertrouwen. (Levendig applaus) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u verzoeken om na te gaan of aan de beledigende opmerkingen van onze collega Farage eventueel strafrechtelijke consequenties verbonden kunnen worden. Ik wijs zijn opmerkingen resoluut van de hand en spreek ons eendrachtige vertrouwen in Jacques Barrot uit. (Levendig applaus en onrust) 4-050
Schulz (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte dames en heren, mijn fractie sluit zich volledig aan bij wat de heer Poettering zojuist heeft gezegd. Wij hebben een aantal kandidaten danig bekritiseerd. De heftige kritiek die in een politieke discussie wordt geuit, mag er echter nooit toe leiden dat de persoonlijke integriteit van mensen in de vorm van premature veroordelingen wordt aangetast. Daarom wil ik één ding duidelijk stellen: los van de kritiek die wij met betrekking tot deze kwestie hebben geuit, mag er nooit worden getwijfeld aan de menselijke en persoonlijke integriteit van de kandidaten. Tot de heer Barrot wil ik het volgende zeggen: u bent weliswaar uit een andere politieke hoek afkomstig dan wijzelf, maar juist uw persoonlijke integriteit is boven alle twijfel verheven. Ik ben het dan ook volledig eens met de opmerkingen van onze collega. De dingen die voor de betreffende Engelse afgevaardigde gelden, zijn overigens evenzeer op de heer Le Pen van toepassing. (Levendig en langdurig applaus) 4-051
Cohn-Bendit (Verts/ALE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, u weet dat wij onze kritiek ten aanzien van sommige commissarissen niet onder stoelen of banken hebben gestoken, maar ik zou persoonlijk tegen de heer Barrot willen zeggen dat ook wij de manier waarop hij wordt aangevallen onaanvaardbaar vinden. Ik zou willen zeggen dat het probleem van de partijfinanciering in Frankrijk geen van de partijen onberoerd heeft gelaten … (Gemengde reacties)
25 … geen van de partijen onberoerd heeft gelaten. (Protest van de Verts/ALE-Fractie) Ja, ik weet dat ik had kunnen zeggen dat het de Groenen wel onberoerd heeft gelaten, maar dat is nu niet van belang. Daarom roep ik al mijn collega’s op hun politieke aanvallen op de Commissie voort te zetten, maar zich niet te laten verleiden tot aanvallen op de persoon, want ik denk dat dergelijke opmerkingen nergens toe leiden. 4-052
Watson (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik voel niet de behoefte om in te gaan op de aantijgingen van de heer Farage. Hij kan de juridische verantwoordelijkheid op zich nemen voor de beschuldigingen die hij heeft geuit. Ik moet zeggen dat ik verbaasd en teleurgesteld ben over het gedrag dat deze fractie de laatste weken in het Parlement ten toon heeft gespreid. Laatst stond een van haar leden, de heer Kilroy-Silk, als een bezetene door de microfoon te schreeuwen. Soms schaam ik mij over de reputatie van mijn land in Europa als Britse hooligans zich weer eens bij een voetbalwedstrijd hebben misdragen. Ik ben bang dat hun afgevaardigden nu ook in het Parlement zijn aanbeland. (Applaus) 4-053
Wurtz (GUE/NGL). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat onze tijd goed wordt besteed als we het woord geven aan de fractievoorzitters om op dit incident te reageren. Ethische overwegingen moeten deel uitmaken van onze opvatting van politiek bedrijven. Ik voor mij vind dat in het politieke debat alles is toegestaan, behalve laster. Ik wil dus graag zeggen dat de heer Barrot voor mij weliswaar een politiek tegenstander is, maar dat ik hem als mens respecteer, en ik zou namens mijn fractie willen zeggen dat wij de belasteringen die hem zojuist ten deel zijn gevallen verre van ons werpen. (Applaus) 4-054
De Voorzitter. − Mijnheer Farage, u kunt pas spreken wanneer ik u het woord geef. Ik wil u vragen nog eens na te denken over wat u in uw bijdrage hebt gezegd. U hebt het recht te verzoeken om uw woorden niet in de notulen te laten opnemen. Als dat wel gebeurt, zult u de eventuele juridische consequenties die eruit voortvloeien moeten aanvaarden. 4-055
Farage (IND/DEM). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik weet niet zeker of ik uw commentaar moet opvatten als een neutrale interventie of misschien eerder als een verkapt dreigement. Ik vermoed het laatste. Voor alle duidelijkheid, aan mijn opmerkingen is grondig onderzoek vooraf gegaan. De heer Cohn-Bendit impliceerde meer te weten over deze zaak toen hij
26
18/11/2004
probeerde uit te leggen dat deze moeilijkheden en problemen vele partijen in Frankrijk niet onberoerd hebben gelaten. Mijn opmerkingen over de heer Barrot berusten op zeer nauwgezet onderzoek. Niet dat ik zo’n fan ben van dit Parlement, maar ik dacht dat parlementsleden het recht hadden vrij te spreken, verklaringen af te leggen en vragen te stellen. Ik dacht dat het daar altijd om draaide in parlementen, en daarom ben ik uitermate verbaasd over het commentaar van de heer Poettering. Laat er geen misverstand over bestaan, als blijkt dat mijn opmerkingen niet op waarheid berusten, deugt mijn onderzoek niet en als dat zo is, ben ik uiteraard bereid mijn woorden terug te nemen en mijn oprechte verontschuldigingen aan te bieden.
(Applaus) 4-060
VOORZITTER: DE HEER ONESTA Ondervoorzitter Verslag (A6-0030/2004) van de heer De Rossa, namens de Commissie verzoekschriften, over het jaarverslag 2003 van de activiteiten van de Europese Ombudsman (2004/2091(INI)) (Het Parlement neemt de resolutie aan) De Voorzitter. − De stemming is beëindigd. Wij gaan nu over tot de stemverklaringen.
(Applaus van de IND/DEM-fractie) 4-056
Ontwerpbesluit over de verkiezing voorgedragen Commissie (B6-0164/2004)
Ik wil ook het Europees Parlement feliciteren. Wat vandaag gebeurd is, heeft de Europese democratie en de Europese Unie als geheel versterkt.
van
de
(Het Parlement neemt het besluit aan) 4-057
De Voorzitter. − Mijnheer Barroso, geachte commissarissen, het Europees Parlement heeft zojuist zijn vertrouwen in u uitgesproken en ik wil u van harte gelukwensen. Hiermee komt er een einde aan een belangrijke episode in de geschiedenis van de Europese parlementaire democratie. Europa heeft een sterke Commissie en een geloofwaardig Parlement nodig en dit is vandaag nog meer het geval dan gisteren. Wat onze meningsverschillen ook mogen zijn, ik geloof dat we genoegen kunnen scheppen in het feit dat ons debat de burgers van Europa heeft bereikt. Ik wil u zeggen, mijnheer Barroso, dat het Parlement, net als u, een nieuw partnerschap wil tussen onze twee instellingen, een partnerschap gebaseerd op wederzijds respect en wederzijds vertrouwen, zodat de Europese Unie democratischer, legitiemer en effectiever kan worden. (Applaus) 4-058
Barroso, voorzitter van de Commissie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wil namens mijzelf en al de leden van de Commissie mijn oprechte dank uitspreken voor het vertrouwen dat u in mijn Commissie hebt gesteld. Ik zal u ook zeggen dat ik dit vertrouwen zie als een grote – of eigenlijk: enorme – verantwoordelijkheid. Wij zullen al het mogelijke doen om Europa, de Europese instellingen en onze medeburgers te dienen. Ik heb op dit moment niets meer te zeggen – wel veel te doen. Hartelijk dank. 4-059
Nicolaï, Raad. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de nieuwe Commissie feliciteren; zij heeft de brede steun van het Europees Parlement. Ik zie ernaar uit met deze nieuwe Commissie samen te werken.
4-061
Stemverklaringen 4-062
Verkiezing van de Commissie 4-063
Belder en Blokland (IND/DEM), schriftelijk. − Als Nederlandse leden van de IND/DEM groep zagen wij ons bij deze stemming geplaatst voor een dilemma. Tijdens de plenaire vergadering van oktober in Straatsburg toonden de linkse en liberale fracties grote felheid tegen de bijbelse opvattingen van Buttiglione over huwelijk en seksualiteit. Opvattingen waarin wij ons herkennen. De houding van het Europees Parlement stellen wij onder kritiek. Hier heerst een geestelijk klimaat, waarin geen plaats is voor afwijkende principiële opvattingen. Wij hebben daarom moeite in te stemmen met een Commissie zonder Buttiglione. Er is te veel gebeurd om te volstaan met een beoordeling van de capaciteit van de voorgestelde Commissie. Deze stemming kan namelijk niet los worden gezien van het onrecht dat Buttiglione is aangedaan. En dat terwijl hij zich loyaal opstelde aan het Verdrag. De pijn en verontwaardiging over het optreden van het Europees Parlement en een beoordeling van de capaciteiten van de voorgestelde Commissie strijden om voorrang. Er is immers slechts één stemming, waarin al onze gevoelens en afwegingen verwoord moeten worden. Gelet op het geschetste dilemma hebben wij ons bij de stemming onthouden. Op deze wijze maken wij duidelijk dat de vrijheid van godsdienst en meningsuiting ons even lief is als de bestuurlijke capaciteit van Europa. 4-064
Bielan, Fotyga, Janowski, Kamiński, Libicki, Roszkowski en Szymański (UEN), schriftelijk. − (PL)
18/11/2004 Ik ben van mening dat de wijze waarop dit Parlement een wijziging van de samenstelling van de Europese Commissie onder voorzitterschap van de heer Barroso heeft afgedwongen een schending vormt van de bevoegdheden van het Parlement alsmede van het beginsel van gewetensvrijheid. Ik ben van mening dat de benoeming van de commissarissen het soevereine besluit van de regeringen van de lidstaten moet zijn en dat het Europees Parlement hun keuzes niet zou mogen aanvechten. Het negatieve oordeel van de parlementaire commissie over de heer Buttiglione, de kandidaat-commissaris voor justitie, vrijheid en veiligheid, stoelde op ideologische overwegingen, niet op een evaluatie van zijn capaciteiten. In wezen werd hij door links gediscrimineerd omdat hij opkwam voor zijn christelijke overtuigingen. Tot slot ben ik van mening dat het een schande is dat het Parlement een gelovig man, wiens eerlijkheid duidelijk wordt weerspiegeld door zijn levensloop, afwees als commissaris, terwijl er in dezelfde Europese Commissie wel plaats is voor mensen die een prominente rol speelden in antidemocratische communistische regimes. Dit geeft aan dat het Parlement met twee maten meet. Ik heb mij derhalve bij de stemming over de goedkeuring onthouden. 4-065
Bradbourn (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Samen met mijn Britse collega’s van de conservatieven heb ik mij bij de stemming over de Commissie Barroso onthouden. Hoewel wij de voorgedragen voorzitter in grote lijnen steunen, hebben wij een groot probleem met de Commissie als geheel. Wij erkennen dat de heer Barroso de kwaliteiten heeft om zijn plichten te vervullen en dat hij in grote lijnen onze standpunten deelt inzake de strategie van Lissabon en de transatlantische betrekkingen. Ook erkennen wij dat deze Commissie zijn visie per saldo ondersteunt. Wij beschouwen dit als een positief gegeven en zijn dan ook in principe geneigd tot steun. Waar wij echter heel veel moeite mee hebben, is het debat over de terugtrekking van de heer Buttiglione als kandidaat-commissaris. Hij moest vertrekken terwijl de kandidatuur van minstens nog één andere voorgedragen commissaris, die ook het mikpunt is geweest van ernstige kritiek tijdens zijn hoorzitting, gewoon werd gehandhaafd. Ik vind dat een flagrant voorbeeld van discriminatie. Wij vinden dit onaanvaardbaar, net als de beloftes die door de voorgedragen commissarissen zijn gedaan om ernaar te streven de bepalingen van de Grondwet uit te voeren nog voor deze formeel is aangenomen. Dat vinden wij antidemocratisch. Deze aspecten spreken dermate in het nadeel van de Commissie die door de heer Barroso is voorgedragen,
27 dat wij, tot onze spijt, niet anders konden dan ons van stemming onthouden. 4-066
De Keyser (PSE), schriftelijk. – (FR) In juli jongstleden heb ik tegen de verkiezing van de heer Barroso als voorzitter van de Commissie gestemd, want voor mij was hij niet de kandidaat die de Europese burgers rechtens mochten verwachten. Ook zijn welwillende standpunt ten aanzien van de aanval op Irak, volslagen in strijd met het internationaal recht, was onaanvaardbaar. Tijdens de vergadering van oktober heb ik mij verzet tegen de Commissie Barroso I, een volstrekt onaanvaardbare Commissie. Als de heer Barroso niet op het allerlaatste moment bakzeil had gehaald om een verpletterende persoonlijke nederlaag te vermijden, had ik vanzelfsprekend nee gestemd. De heer Barroso heeft het team dat hij ons wilde opdringen echter licht gewijzigd. Ook vandaag blijf ik fel gekant tegen de aanwezigheid van mevrouw Kroes op de post van mededinging, want als gevolg van haar aanwezigheid bestaat er een aanzienlijk risico op belangenverstrengeling. Het is echter van belang dat er nu eindelijk een nieuwe Commissie aan het werk kan gaan. Ik heb dus ja gestemd, zij het met tegenzin. Zoals velen van mij collega’s zie ik nu reikhalzend uit naar de presentatie van haar beleidsprogramma. Ik zal zeer nauwlettend toezien of in dit programma een belangrijke plaats is ingeruimd voor het sociale beleid dat de burgers verwachten. (Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement) 4-067
dos Santos (PSE), schriftelijk. – (PT) Ik heb niet voor de door de heer Barroso voorgestelde Commissie gestemd, deels vanwege de politieke concessies die de aangestelde Commissievoorzitter als gevolg van recente besluiten van het Europees Parlement heeft moeten doen, maar ook en vooral omdat ik geloof dat ik door zo te stemmen heb bijgedragen tot meer eenheid binnen de Sociaal-democratische Fractie. De nu goedgekeurde Commissie is al met al een slechte oplossing, en dat is in de huidige politieke omstandigheden beslist betreurenswaardig. Dit is helaas vooral te wijten aan het feit dat de Commissievoorzitter zwak en machteloos is. Dat is de crux van het probleem. Dat mevrouw Kroes is aangehouden als commissaris voor mededinging is niet minder dan een tijdbom die de Commissie in de toekomst ernstige schade kan toebrengen. De voorzitter van de Commissie is reeds door dit Parlement aanvaard. Als we de Commissie nu zouden
28 verwerpen zou dat de toestand alleen maar verergeren en leiden tot een politieke crisis waar we geen behoefte aan hebben. Ik heb me derhalve van stemming onthouden. 4-068
Estrela (PSE), schriftelijk. – (PT) Ik heb om drie belangrijke redenen niet tegen de door de heer Barroso voorgestelde Commissie gestemd (door me van stemming te onthouden heb ik er wel toe bijgedragen dat ze niet is verworpen): 1. De voorzitter van de Commissie heeft belangrijke wijzigingen aangebracht en zo geprobeerd tegemoet te komen aan de wensen van het Parlement in het algemeen en de wensen van de Sociaal-democratische Fractie in het bijzonder. 2. Ofschoon dit volgens mij niet de Commissie is die Europa nodig heeft en ze bovendien sterk neoliberaal gekleurd is, is het huidige voorstel toch aanmerkelijk beter dan het vorige. 3. Er zijn echter toch nog een aantal problematische gevallen met commissarissen die niet geschikt zijn voor de portefeuille die ze is toegewezen, hetgeen tot ernstige belangenconflicten kan leiden. 4-069
Ford (PSE), schriftelijk. − (EN) Omdat ik lid ben van de Labour Party zouden de Commissie en ik sowieso nooit helemaal dezelfde meningen en standpunten delen. Niet alle Europese regeringen zijn namelijk links terwijl de Commissie het vertegenwoordigende gezicht is van deze regeringen in Europa. Ik stem voor deze Commissie, niet omdat ik het met alles eens ben waarvoor zij staat, maar omdat zij de diversiteit van de Europese regeringen belichaamt. Drie weken geleden schoof de heer Barroso een kandidaat naar voren die uit de pas liep ten aanzien van de Europese waarden en opvattingen. Het Parlement, de rechtstreeks gekozen afgevaardigden van de Europese burgers, kwam in het geweer en bewees dat zijn leden sterk van wil zijn en zich niet zomaar laten wegzetten door de Commissie. Het is nu duidelijk dat alle commissarissen op hun tellen moeten passen. We moeten in dit verband speciale aandacht schenken aan Neelie Kroes in haar rol als commissaris voor mededinging. Door haar vorige baan als lobbyiste zou er immers heel goed belangenverstrengeling kunnen ontstaan. We hebben onze tanden laten zien en het Parlement aan kracht doen winnen. Nu moet de Commissie ons vertrouwen verdienen. 4-070
Fruteau (PSE), schriftelijk. – (FR) In de eerste fase van de hoorzittingen van het Europees Parlement met de kandidaat-commissarissen konden de afgevaardigden vaststellen dat sommige kandidaten maar matig thuis waren in de dossiers waarmee zij eventueel belast
18/11/2004 zouden worden. Buitendien waren, in navolging van de uitlatingen van de heer Buttiglione, schandelijke ideologische standpunten aan het licht gekomen, die in strijd zijn met de fundamentele waarden van de EU, zoals tolerantie, cultureel pluralisme en vrijheid van gedachte. In de samenstelling van de nieuwe Commissie, waarvan de goedkeuring vandaag aan het Europees Parlement werd voorgelegd, is inderdaad rekening gehouden met die problemen. Er wordt echter op geen enkele wijze een antwoord geboden op de politieke vragen en op een aantal ethische vragen die de motivatie vormden voor de vijandigheid van een meerderheid van de afgevaardigden op 27 oktober jongstleden. Met de vervanging van de heer Buttiglione door de heer Frattini komt op de post van commissaris voor vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een man te zitten die bekend staat om het ontwerpen van wetgeving in Italië met als enig doel de heer Berlusconi te beschermen tegen de beschuldigingen die tegen hem bestaan, met name met betrekking tot corruptie. Bovendien blijft de post van commissaris voor mededinging in handen van mevrouw Kroes, wier relaties met de zakenwereld een reëel risico met zich meebrengen op belangenverstrengeling. (Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement) 4-071
Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Vandaag komt, met de weinig verrassende goedkeuring van de nieuwe Commissie, een einde aan het psychologische drama van de benoeming van de Europese Commissie. Drie veranderingen volstonden; veranderingen die ogenschijnlijk van secundair belang zijn, maar die in werkelijkheid zeer veelzeggend zijn. De heer Buttiglione is eruit gegooid, omdat hij het waagde het natuurlijke gezin en de homoseksualiteit niet aan elkaar gelijk te stellen. Mevrouw Udre is eruit gegooid, daar zij het in uw ogen teveel opnam voor de landbouwers van haar land. Maar de heer Kovács mag blijven, de Hongaarse stalinist die is bekeerd tot modelsocialist en die schitterde door onbekwaamheid. Mevrouw Kroes mag op mededinging blijven, ondanks haar banden met multinationals. En op landbouw mag mevrouw Fischer-Boel blijven, wier echtgenoot varkens fokt in Rusland, waardoor een overduidelijk geval van belangenverstrengeling ontstaat. Met deze groep van commissarissen houdt de Commissie enkel de schijn van onafhankelijkheid op. Ze is inderdaad onafhankelijk van de naties, van de lidstaten, maar niet van de multinationals, noch van doctrines die de meerderheidsopinie bepalen en de vrijheid vernietigen, zoals onlangs nog te zien was in België.
18/11/2004 De Commissie Barroso is jammer genoeg geknipt voor de taak die haar wacht, namelijk de versnelde mondialisering onder Amerikaans gezag, de deïndustrialisatie van Europa, de toetreding van Turkije, de verdwijning van de natiestaten ten gunste van de met een Grondwet uitgeruste Europese superstaat, de ontmanteling van het Europees sociaal model, de organisatie van een immigratie ...
29 post. Discriminatie van katholieken of andere religieuze stromingen mag natuurlijk niet voorkomen. Nu is de tweede fout hersteld, maar het nieuwe voorstel is nog federalistischer dan het vorige. Het weerspiegelt de wil van de politieke elite in plaats van de volkswil.
(Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement)
Junilistan heeft zijn mandaat gekregen van kiezers die tegen verdere centralisatie en bureaucratisering van het Europese project zijn. Wij hebben daarom tegen het voorstel van de heer Barroso gestemd.
4-072
4-074
Gomes (PSE), schriftelijk. – (PT) Ik heb ervoor gekozen de door de voorzitter Barroso voorgestelde Commissie mogelijk te maken, omdat ik – gezien de recente gebeurtenissen – geloof dat het verwerpen van deze Commissie het functioneren van de EU ernstig zou schaden en tot een serieus conflict tussen de instellingen zou leiden. Dankzij het ingrijpen van het Europees Parlement heeft de meest ongeschikte van de oorspronkelijk voorgestelde Commissieleden zijn post in het college van commissarissen niet kunnen aanvaarden, maar deze Commissie is volgens mij toch te sterk neoliberaal getint, onder een leider die goed zou kunnen werken als hij zich maar houdt aan de democratische principes en doelstellingen van de Europese integratie.
Hazan (PSE), schriftelijk. – (FR) Ondanks dat de heer Barroso onder druk van de Europese socialisten in het Europees Parlement bakzeil moest halen bij de eerste presentatie van de Commissie in oktober jongstleden, ben ik van oordeel dat de wijzigingen die sindsdien door de voorzitter van de Commissie zijn aangebracht bij lange na niet voldoende zijn om hem mijn steun te gunnen. Daarom heb ik tegen de goedkeuring van de Commissie gestemd zoals deze is voorgesteld door de heer Barroso.
Ik heb evenwel niet vóór deze Commissie kunnen stemmen, omdat het feit dat mevrouw Kroes nog steeds de portefeuille mededinging beheert bij mij ernstige twijfels oproept. Niet omdat ik geloof dat ze onbekwaam zou zijn, vooral niet omdat haar aanstelling er één is waarin de stroper jachtopziener wordt. Waar het om gaat is dat zij als persoon niet geschikt is – en dat is voor een commissaris essentieel – , omdat ze bij het opgeven van de vele multinationals waarmee ze professionele banden onderhoudt verzuimd heeft de wapenproducent Lockheed Martin te noemen. Ook het feit dat de portefeuille Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken is toegewezen aan een minister die onder Berlusconi heeft gediend, terwijl deze twee persoonlijkheden samen verantwoordelijk zijn voor de vertragingen bij de goedkeuring van het aanhoudingsbevel, roept bij mij twijfels op … (Stemverklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement) 4-073
Goudin, Lundgren en Wohlin (IND/DEM), schriftelijk. – (SV) De Zweedse partij Junilistan was om twee redenen van plan tegen het eerste voorstel van de heer Barroso te stemmen. Ten eerste vonden wij dat hij in zijn onderhandelingen met de regeringen gestreefd had naar een extreem federalistische Commissie. Ten tweede vonden wij dat hij een zeer slecht beoordelingsvermogen had getoond door de heer Buttiglione voor te stellen als verantwoordelijke voor gelijkberechtiging van vrouwen en voor de rechten van homoseksuelen. Daarentegen hadden wij geen bezwaar tegen de heer Buttiglione als commissaris op een andere
In tegenstelling tot een meerderheid van de socialistische fractie, is mijn “nee” tegen de minimaal gewijzigde Commissie Barroso, alsmede dat van mijn gehele afvaardiging, een uiting van mijn weigering een blanco cheque te geven aan een Commissie die niet aansluit op mijn waarden van tolerantie, pluralisme en vrijheid, een Commissie die haar liberale en conservatieve koers heeft bevestigd. Nu moeten wij zorgen dat we waakzaam blijven, ten aanzien van mevrouw Kroes op mededinging en mevrouw Fischer-Boel op landbouw, die binnen de Europese Commissie een groot risico op belangenverstrengeling met zich meebrengen, en de heer Frattini, ambassadeur van de heer Berlusconi, voor justitie en vrijheden. 4-075
Helmer (PPE-DE), schriftelijk. − (EN) Ik heb mij onthouden bij de stemming over de Commissie Barroso. Hoewel ik de voorgedragen voorzitter Barroso in grote lijnen ondersteun, heb ik namelijk een fundamenteel probleem met de Commissie als geheel. Ik besef dat de heer Barroso uit centrumrechtse kringen afkomstig is en zich als Atlanticus gemanifesteerd heeft. Ik besef eveneens dat deze Commissie, alles in aanmerking genomen, in substantiële mate van centrumrechtse snit is. Ik beschouw dat als een positief gegeven en ik ben daarom geneigd tot steun. De Commissie Barroso ondersteunt echter de ratificatie van de Europese Grondwet, waar mijn partij, de Britse Conservatieven, op tegen is. Zij zijn van mening dat deze Grondwet de belangen van het Britse volk schaadt. Erger nog, de meeste voorgedragen commissarissen hebben tijdens hun hoorzittingen kenbaar gemaakt dat zij, vooruitlopend op ratificatie, geheel van zins zijn om binnen de gebieden waarvoor zij verantwoordelijk zijn
30 aspecten van de Grondwet ten uitvoer te leggen. Ik vind dat onaanvaardbaar en een belediging voor de democratie. Vanwege deze negatieve aspecten die aan de Commissie Barroso kleven, heb ik, na wikken en wegen, besloten dat ik geen andere keus heb dan mij van stemming te onthouden. 4-076
Lulling (PPE-DE), schriftelijk. – (FR) Later deze week zal ik voor de goedkeuring van de Europese Commissie stemmen, zoals ik al vastbesloten was te doen drie weken geleden, voor de heer Barroso zijn voorstel introk. De wijzigingen in de samenstelling die sindsdien zijn doorgevoerd hebben niets afgedaan aan mijn mening dat de Commissie over het geheel genomen in staat is de vele uitdagingen die haar wachten aan te gaan. Zij verdient dus mijn vertrouwen, zelfs al lijken bepaalde keuzen mij betwistbaar, net als drie weken geleden het geval was. Over het algemeen betwijfel ik of de recente gebeurtenissen, die worden omschreven als een grote overwinning van het Europees Parlement, werkelijk hebben bijgedragen tot een democratischer Europa en de rust van de interinstitutionele dialoog ten goede zijn gekomen. Ik betreur met name het giftige heksenjachtklimaat dat ontstaan is na enige ongelukkige uitlatingen van een kandidaat-commissaris. Het is nu duidelijk dat de procedure van de “individuele goedkeuring” van de commissarissen, een procedure die geenszins in de Verdragen voorkomt maar die in feite wel is toegepast door het Parlement, binnen de kortste keren uit de hand is gelopen: ze is op hoogst onrechtvaardige en willekeurige wijze toegepast. In de ogen van een aantal van mijn collega’s geldt onbekwaamheid als een pekelzonde. (Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement) 4-077
Mann, Thomas (PPE-DE), schriftelijk. - (DE) Ik heb zojuist mijn steun aan de nieuwe Commissie gegeven. Ik heb er vertrouwen in dat de heer Barroso een goede dirigent van zijn orkest zal zijn nadat het eenmaal is ingespeeld en dat hij uiteenlopende moeilijke partituren aan zal kunnen, inclusief de partituren die het Parlement vandaag aan hem heeft overhandigd. Vanuit Hongarije had ik een veel tactvollere opstelling verwacht. Lásló Kovács had zich niet opnieuw kandidaat moeten stellen, en niet alleen vanwege zijn communistische opvattingen. Of zijn ontoereikende kwaliteiten op energiegebied wél afdoende zullen zijn voor belastingvraagstukken zal nog moeten blijken. De Nederlandse Neelie Kroes zou in de Commissie wel
18/11/2004 eens voor de meeste dissonanten kunnen zorgen. Het fungerend voorzitterschap van de Raad had haar kandidatuur moeten intrekken omdat zij niet over de noodzakelijke onafhankelijkheid voor mededingingskwesties beschikt. Ik kan weinig begrip opbrengen voor het intrekken van de kandidatuur van Rocco Buttiglione, aangezien hij door zijn grote deskundigheid op zijn vakgebied een verrijking voor het orkest zou zijn geweest. Veel van de aanwezigen hadden hem graag als commissaris begroet wellicht op een andere post - ook al zijn zij het voor een deel niet altijd met de standpunten van de heer Buttiglione eens. Europa dient een podium voor vrijheid van meningsuiting en godsdienst en voor een cultureel pluralisme te blijven. Onze ex-collega heeft herhaaldelijk laten blijken dat hij de Europese waarden respecteert en dat hij ervoor instaat dat het vigerende recht in acht zal worden genomen. Ik hoop dat alle lidstaten in de toekomst gekwalificeerde kandidaten zullen voordragen. Het dient vervolgens de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de Commissie te blijven om een persoonlijke keuze te maken uit een reeks getalenteerde musici. 4-078
Martinez (NI), schriftelijk. – (FR) Naast universele figuren als Vasco Da Gama en Magellaan had Portugal onder zijn markante politici Pombal, de Lusitaanse Richelieu. Daarnaast was er, tot die zwarte woensdag in oktober 2004, uzelf, mijnheer Barroso. Net als hij heeft u getracht weerstand te bieden aan de kleine dikdoeners van dit Parlement en aan de papieren tijgers van ons parlementair Colosseum. Terwijl men hier in alle talen zweeg toen de keel van Theo van Gogh werd doorgesneden als in Rembrandt’s schilderij “Het offer van Abraham”, verdiende de heer Buttiglione juist steun. Om die reden, hoewel we het niet eens zijn met het tomeloze euroliberalisme van het begrotingsversoberingspact, noch met het euroturkisme dat u ten uitvoer zult moeten brengen, hadden wij besloten uw verzet op dit punt van vrijheid te steunen. Sindsdien heeft het optreden van de Franse politieke inquisiteurs u gedwongen het hoofd te buigen. Ik zou onderscheid willen maken tussen de persoon en de instelling en ik zou de eerste sterkte willen wensen aan het roer van de Europese karveel, ook al koerst deze richting een dode ster, omdat het avontuur van de eenentwintigste eeuw er niet meer in bestaat 500 miljoen Europeanen te besturen maar 6 miljard aardbewoners. 4-079
Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. − Op 15-09-1999 maakte ik in een stemmotivering in het bijzonder bezwaar tegen de kandidatuur van de voorgestelde nieuwe commissaris Bolkestein. Hij was toen de kandidaat met de meest uitgesproken voorkeuren voor gedwongen privatisering van overheidstaken en voor het achterwege laten van alle mogelijke taken voor de EU die niet passen in zijn ultraliberale visie op de economie. Hij laat ons een ontwerp-
18/11/2004 dienstenrichtlijn na die nu al bekend staat als gruwelrichtlijn omdat hij nationale regels voor de bescherming van de arbeid onschadelijk maakt door ze met elkaar te laten concurreren. Tegen Bolkestein had ik bezwaar omdat hij de ideoloog van een verkeerd Europa is, maar zijn kwaliteiten als politicus heb ik altijd volstrekt serieus genomen. Dat geldt niet voor zijn nu door Nederland geleverde eveneens liberale opvolgster. Zij is 15 jaar geleden uit de Nederlandse politiek verdwenen en sindsdien een aantal keren negatief in het nieuws gekomen vanwege haar voorafgaande daden als minister én vervolgens haar optreden als zakenvrouw. Zoals ik gisteren al in het debat heb aangegeven maakte zij daarbij steeds omstreden keuzes die slechts kleine groepen belanghebbenden bevoordeelden tegenover het algemeen belang. Daarom moeten we er serieus rekening mee houden dat zij eerder dan het ... (Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement) 4-080
Ribeiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Gelet op de – strikt politieke – redenen waarom wij in juli tegen de aanstelling van Durão Barroso als Commissievoorzitter hebben gestemd, de voordrachten die zijn gemaakt en de hoorzittingen van de mensen die zijn voorgedragen om samen de Commissie te vormen alsook het feit dat de samenstelling van deze Commissie ertoe zal leiden dat er politieke opties gevolgd zullen worden waar wij tegen zijn en waar wij ons tegen verzetten hebben wij tegen deze Commissie gestemd. De samenstelling ervan is niet gewijzigd en de politieke omstandigheden die ons stemgedrag in juli rechtvaardigden zijn nog steeds – en in nog sterkere mate – van toepassing. Ons stemgedrag nu is verder ingegeven door de redenen die wij in onze stemverklaring bij de gemeenschappelijke resolutie over dit onderwerp hebben uiteengezet. Wij herhalen dat we ons zullen inzetten voor andere politieke keuzen, en dat zijn keuzen waarin aandacht wordt besteed aan sociale, regionale en milieuaspecten – de doelstelling van sociale en economische cohesie, die altijd naar de achtergrond wordt verschoven. 4-081
Ribeiro e Castro (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor de voorgestelde Commissie gestemd, zoals ik dat ook graag gedaan zou hebben toen de heer Durão Barroso zijn eerste team presenteerde. Je zou verwachten dat de fracties in dit Parlement zich op een tijdstip als het huidige, met de uitbreiding en het openbare debat over het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa – een tijd vol mogelijkheden en verlangens –, bij hun besluiten lieten leiden door hun verantwoordelijkheidsgevoel. Dat is helaas niet het geval geweest. Ik ben teleurgesteld dat men drie weken geleden de eerste gelegenheid om zulks te doen voorbij heeft laten gaan. Wat me vooral gestoord heeft is de schandelijke
31 wijze waarop leden van dit Parlement en bepaalde parlementaire diensten zich ontvankelijk hebben getoond voor een tegen professor Buttiglione gerichte lastercampagne. Sommigen hebben zelfs actief meegewerkt aan deze campagne. Men heeft te kwader trouw leugens verspreid om groepen activisten materiaal te verschaffen, en die informatie was objectief gezien geen correcte weergave van hetgeen zich tijdens de parlementaire voorzittingen had afgespeeld. Ik kom zelf uit Portugal en ik geloof dat geen enkele Portugees die ook maar iets weet van de Europese werkelijkheid kan bevatten dat een afgevaardigde uit zijn eigen land zich kan uitspreken tegen een Commissie die voor het eerst door een Portugees wordt voorgezeten. Ik had niet verwacht dat mijn collega’s zo halsstarrig zouden volharden in hun dwaling. Dat is een ietwat sektarische opstelling en heeft met de kern van de zaak niets te maken. Ik wens de voorzitter van de Commissie en zijn team het allerbeste en ik vertrouw erop dat zijn leiderschap er garant voor staat dat de ontwikkeling van de Unie zich voltrekt met eerbied voor diversiteit. 4-082
Queiró (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Ofschoon ik het niet eens ben met een aantal aspecten van deze resolutie, heb ik toch voor gestemd, omdat ik geloof dat van alle voorstellen die ons zijn voorgelegd dit voorstel een aanvaardbaar compromis vertegenwoordigt, vooral wat paragraaf 5 bis betreft. Ik vind dat punt fundamenteel, aangezien de uiteindelijke – gegronde – beslissing om een commissaris die niet langer het vertrouwen van het Parlement geniet toch aan te houden, bij de voorzitter van de Commissie berust. De andere compromissen zijn er meestal op gericht de werkrelaties tussen het Parlement en de Raad te verbeteren, en dat is iets waar ik altijd voor ben. Alleen de kwestie subsidiariteit blijft zo nog over. Helaas roept de compromisresolutie niet op tot naleving van dit beginsel, een oproep die wel werd gedaan in een door de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten ingediend amendement. Het feit dat dit amendement niet is aangenomen houdt voor het Parlement en de andere Europese instellingen echter geen vrijbrief in om het subsidiariteitsbeginsel niet strikt na te leven, overeenkomstig de bepalingen van de bestaande Verdragen en het toekomstige Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa. Het heeft me dus niet ervan weerhouden voor te stemmen. 4-083
Ribeiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Deze gemeenschappelijke ontwerpresolutie – gemeenschappelijk voor de fracties die haar ondertekend hebben – is veelbetekenend. De ondertekenaars hebben zo – met hun “terwijl”, “verwelkomt”, juicht toe”, “hoopt dat”, “dringt aan op” (en ofschoon) – voor de nieuwe Commissie in haar opgelapte samenstelling gestemd.
32 Wat de ondertekenaars verwelkomen, toejuichen, hopen en verlangen verandert echter niets (en zeker niet in positieve zin) aan de – politieke – redenen waarom wij tegen de aanstelling van de heer Durão Barroso als Commissievoorzitter hebben gestemd. De Commissie zoals die nu is samengesteld is heel gewoon een team dat zich zal inspannen voor politieke keuzen die haaks staan op alles waar wij in geloven en waarvoor wij willen vechten. Als we al twijfels hadden, dan hebben de gebeurtenissen van oktober en het daarmee samenhangende eenmalige vertoon van eenheid daar een einde aan gemaakt. Commissarissen die op een schandalige wijze de verbondenheid tussen de economisch-financiële macht en de politieke instellingen belichamen worden opnieuw voorgedragen en krijgen zelfs meer bevoegdheden toegekend. De vervanger van een commissaris die met zijn ideeën indruiste tegen de opvattingen die een aantal parlementariërs er op het gebied van de mensenrechten op nahouden, heeft tijdens de hoorzittingen precies dezelfde antwoorden gegeven die door de diensten waren opgesteld ten behoeve van de aspirantcommissaris wiens plaats hij moest innemen, vanwege verklaringen die hij bij de hoorzittingen had afgelegd. We moesten dus wel tegen deze ontwerpresolutie stemmen, net als in juli. (Stemverklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement) 4-084
Ribeiro e Castro (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Ik heb uiteraard voor de compromisontwerpresolutie gestemd. Dit compromis is een weerslag van de mate waarin de ondertekenende fracties met het voor ons kenmerkende verantwoordelijkheidsgevoel overeenstemming hebben weten te bereiken. Ik wil echter ook iets zeggen over het belang van het door de UEN ingediende amendement (waar ook ik voor gestemd heb). In dat amendement wordt er bij de nieuwe Europese Commissie, die nu eindelijk kan beginnen te functioneren, op aangedrongen het subsidiariteitsbeginsel strikt na te leven. Naleving van het subsidiariteitsbeginsel is om te beginnen al geruime tijd een principiële vereiste waar meer aandacht aan moet worden besteed, maar het is ook en vooral het kenmerk van alle oprechte Europeanen die “Eenheid in Verscheidenheid” – de spreuk die het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa heel beknopt samenvat – niet alleen met de mond belijden maar ook in de praktijk brengen. Ik ben geschokt dat afgevaardigden van Portugees links – de Socialistische Partij, de Communistische Partij en Links Blok – tegen dit voorstel om het subsidiariteitsbeginsel te steunen en prioriteit te verlenen hebben gestemd. Zij kunnen vijftien stemmen uitbrengen
18/11/2004 en ze zijn verantwoordelijk voor het feit dat dit voorstel het niet heeft gehaald. Ik wil verder wijzen op de verstandige opmerking die de voorzitter van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten, de heer Poettering, tijdens zijn bijdrage heeft gemaakt in de zin dat de nieuwe Commissie nieuwe en nauwe samenwerkingsbanden dient te smeden met de nationale parlementen om deze te betrekken bij de constructie van Europa. Dat zou het best in een interinstitutioneel akkoord kunnen worden vastgelegd. 4-085
Roure (PSE), schriftelijk. – (FR) Op 26 oktober jongstleden leek het de heer Barroso beter zijn college van commissarissen niet aan de stemming van het Europees Parlement te onderwerpen. Dat besluit werd genomen als gevolg van ons verzet tegen een aantal commissarissen, na de hoorzittingen. Wij hebben ons vandaag uitgesproken over de goedkeuring van de Commissie Barroso die ons is gepresenteerd als zijnde de “nieuwe” Commissie Barroso. Ik zal niet terugkomen op de eerdere episodes waarvan wij allen op de hoogte zijn. Als coördinatrice van mijn fractie voor de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken heb ik de hoorzitting bijgewoond van de heer Frattini. Dat is een intelligente “politiek correcte” man, maar dat de portefeuille van justitie terecht komt bij de minister van de regering-Berlusconi, die blijk heeft gegeven van zijn rekkelijke visie op justitie, baart mij zorgen. Mevrouw Kroes houdt haar portefeuille en vroeg of laat zullen er belangenconflicten opduiken. Het ontbreekt ons aan garanties voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid. De heer Barroso heeft onze opmerkingen aangehoord, maar ik zou liever hebben dat hij ernaar geluisterd had. De veranderingen die de heer Barroso voorstelt zijn slechts cosmetisch. Ik vind dit geringe aantal wijzigingen niet voldoende. Ik blijf bij mijn eerdere stemgedrag; daarom heb ik tegen de goedkeuring van deze Commissie gestemd. 4-086
Silva Peneda (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) De EU is nu in een fase beland waarin een hele reeks belangrijke hervormingen dient te worden uitgevoerd met het oog op de ontwikkeling van het sociale model, een model dat integraal deel uitmaakt van ons erfgoed. Als we onszelf als een project voor de vrede willen zien, dan zullen we economisch moeten groeien. Europa zal meer banen moeten scheppen, duurzame ontwikkeling moeten bevorderen, en binnen haar grondgebied meer tekenen van sociale en economische cohesie moeten tonen. We zullen bovendien internationaal gezien een belangrijker rol moeten vervullen – ook in de strijd tegen het terrorisme.
18/11/2004 Om deze doelstellingen te verwezenlijken zal er door de Europese Unie en de lidstaten overal een sterk pro-actief beleid moeten worden gevoerd. De Commissie heeft daarom behoefte aan een leiderschap dat in staat is de nodige hervormingen door te voeren, één en ander binnen het kader van de compromissen die tussen de verschillende politieke stromingen binnen dit Parlement zijn bereikt. Ik weet dat de heer José Manuel Durão Barroso een hervormer is en over de leidinggevende kwaliteiten beschikt waar het uitvoerend orgaan van de EU nu dringend behoefte aan heeft. Daarom heb ik voor de door José Manuel Durão Barroso voorgezeten Commissie gestemd. Het feit dat de leider van de Europese Commissie een landgenoot is, verleent mijn stem een extra dimensie: trots. 4-087
Toussas (GUE/NGL), schriftelijk. - (EL) Wij hebben tegen de kandidatuur van de heer Barroso gestemd en tegen de nieuwe Commissie. Zij tonen immers aan dat het volksonvriendelijke, autoritaire en oorlogszuchtige beleid van de EU zal worden voortgezet en zelfs aangescherpt. Dat het voorstel werd ingetrokken en bepaalde commissarissen werden uitgewisseld, was het gevolg van interne tegenstellingen. Men was op zoek naar personen die hetzelfde beleid op efficiëntere wijze zouden kunnen toepassen, en naar een “democratisch” vijgenblad voor de nieuwe consensus tussen sociaaldemocratische en conservatieve partijen. Om de volkeren om de tuin te leiden werd het debat toegespitst op de personen en niet op het beleid van de nieuwe Commissie. De nieuwe kandidaat-commissarissen hebben met hun verklaringen onze mening bevestigd: zij zullen de belangen van het kapitaal hartstochtelijk verdedigen. Zij hebben een lans gebroken voor de bevordering en de toepassing van het reactionair Grondwettelijk Verdrag. Zij willen het autoritaire programma van Den Haag, een waar terreurprogramma voor de werknemers, uitvoeren, en hebben aangedrongen op de versnelling van de nieuwe, tegen de belangen van de arbeiders indruisende maatregelen van de strategie van Lissabon en op de verscherping van de imperialistische agressiviteit van de EU. De socialistische fractie, de groenen, de liberalen en al degenen die victorie kraaien en de verandering van bepaalde personen als een overwinning van de democratie beschouwen, houden de volkeren voor de gek wat de politiek en ware aard van de EU betreft. De Europese afgevaardigden van de Communistische Partij van Griekenland hebben tegen de Commissie gestemd en zullen bijdragen aan de strijd van de volkeren opdat het volksonvriendelijke beleid dat de nieuw gekozen Commissie, met de “zegen” van alle
33 regeringen van de EU wil gaan voeren, wordt gedwarsboomd en ongedaan gemaakt. 4-088
Weber, Manfred (PPE-DE), schriftelijk. - (DE) Ondanks mijn twijfels heb ik mijn steun voor de Commissie Barroso uitgesproken. Het positieve beeld van een Europa op christelijke basis is door de lastercampagne van de linkerzijde van het Europees Parlement aangetast. 4-089
Fatuzzo (PPE-DE). - (IT) Voorzitter Barroso, heren commissarissen, u hebt ook de stem gekregen van de heer Fatuzzo, de vertegenwoordiger van de Partij van de Gepensioneerden en lid van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten. Ik wil voorzitter Barroso iets vragen, die naar men mij zegt, 48 jaar oud en dus nog heel jong is. Trekt u zich het lot van de ouderen in heel Europa aan! Kijkt u naar hun problemen! Ik weet trouwens zeker dat u dat zult doen, want dat doen normaal gesproken alle jongeren. Talloze ouderen verkeren namelijk in heel moeilijke economische omstandigheden. Velen kunnen van hun pensioen nauwelijks een glas water en een stuk brood kopen. Wij zouden dan ook dolgelukkig zijn als iets werd gedaan aan de problemen van de hulpbehoevende bejaarden in heel Europa, en hopen dat dit in de komende vijf jaar een van de bereikte doelstellingen zal zijn. 4-090
Martin, David (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het interessante aan wat we de laatste zes weken hebben meegemaakt, is dat we bewezen hebben dat politiek geen spel is dat enkel winnaars en verliezers kent; meer dan één instelling kan winst boeken als zich een geschil voordoet. Neem bijvoorbeeld de Commissie. Die is beter toegerust uit dit proces tevoorschijn gekomen en beter in staat haar taken de komende vijf jaar te vervullen. Het Parlement boekt winst, omdat we hebben laten zien dat we de uitvoerende macht effectief kunnen controleren en dat we invloed hebben op de totstandkoming van de uitvoerende instelling. Dat is goed voor het Parlement. Meer op mijn gebied – ik ben thans lid van de Commissie internationale handel – wil ik kort opmerken dat de heer Mandelson een voortreffelijke indruk heeft achtergelaten bij onze commissie. Hij gaf blijk van veel kennis en inzicht met betrekking tot de vraagstukken waarover hij zich de komende vijf jaar moet buigen en van een groot verlangen met het Europees Parlement samen te werken. Al met al zeer positief. 4-091
Titley (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijn delegatie heeft vóór de Commissie gestemd, omdat wij steeds van mening zijn geweest dat alles draaide om de bekwaamheid van de commissarissen. Wij waren niet blij met het oorspronkelijke voorstel en we denken dat als de heer Barroso de zaken beter had aangepakt, problemen hadden kunnen worden voorkomen. Hoe dan ook, wij begrijpen dat hij het niet gemakkelijk heeft gehad in zijn confrontatie met bepaalde regeringen.
34 We hebben nog steeds bedenkingen bij deze Commissie. Wij zullen haar de komende tijd van zeer nabij blijven volgen en zo nodig ter verantwoording roepen. Daarnaast zullen wij de Commissie houden aan de beloftes die voorzitter Barroso vandaag gedaan heeft in het Parlement, vooral zijn beloftes aangaande de mensenrechten. Ik heb vanmorgen een brief geschreven aan Voorzitter Borrell waarin ik de aandacht vestigde op de schandalige uitingen van racisme aan het adres van zwarte Engelse spelers, die gisteravond en dinsdagavond tijdens de voetbalwedstrijden tussen Engeland en Spanje op de tribunes te horen waren. Ik zou graag willen dat de Commissie initiatieven ontplooit en daarbij inhaakt op de ideeën van voorzitter Barroso om het racisme rond de voetbalvelden aan te pakken. 4-092
Vanhecke (NI). – Voorzitter, het verwijderen van kandidaat-commissaris Buttiglione uit de nieuwe Europese Commissie heeft dan toch op zijn minst één voordeel gehad. Het heeft het mij vandaag erg gemakkelijk gemaakt om tegen deze nieuwe Commissie te stemmen. Het is zonder meer een schande - en we moeten daar vandaag opnieuw akte van nemen - dat een bekwaam mens wordt geslachtofferd op het altaar van de politieke correctheid, enkel en alleen omdat hij er ook nog een persoonlijke overtuiging op nahoudt die blijkbaar niet de overtuiging is van de meerderheid in dit Parlement. Dat terwijl in diezelfde Commissie die we vandaag hebben goedgekeurd mensen als Louis Michel zetelen, de persoonlijke vriend, medewerker en steun en toeverlaat van dictators met bloed aan de handen, zoals Laurent Kabila destijds of zoals Fidel Castro vandaag. Het is een schande, maar de zaken zijn tenminste duidelijk. Deze Commissie is politiek correct, deze Commissie wil ons met de Europese grondwet nog meer eenheidsworst door de strot duwen. Deze Commissie wil ons met een niet-Europees land als Turkije opzadelen. Wij zullen onze echte Europese idealen niet verloochenen. Wij gaan deze Commissie, Voorzitter, in de komende jaren met hand en tand bestrijden. 4-093
Claeys (NI). – Voorzitter, de voorzitter van de Commissie noemt de samenstelling van zijn ploeg een compromis. Het is in elk geval een compromis dat niet bevredigend is. Rocco Buttiglione moest na een linkse haatcampagne verdwijnen wegens het uiten van meningen die niet politiek correct zouden zijn. De mogelijke belangenverstrengeling waarvan mevrouw Kroes en mevrouw Fischer-Boel worden verdacht, is blijkbaar geen probleem. Ook het communistische, stalinistische verleden van de heer Kovács blijkt geen probleem. Twee maten en twee gewichten, meer valt daarover niet te zeggen. Over democratie wordt veel gepraat, maar in werkelijkheid wordt de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd en wordt geen rekening gehouden met de
18/11/2004 wil van de bevolking. De kwestie Turkije is daarvan een perfecte illustratie. Tegen de wil van de overgrote meerderheid van de Europeanen in, wil ook de nieuwe Commissie de toetreding van Turkije er tot elke prijs doordrukken. Ook om die reden is de Commissie vandaag een Commissie die helemaal geen steun en vertrouwen verdient. 4-094
Cavada (ALDE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, beste collega’s, een aanzienlijke minderheid van de democraten van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa hebben zich van stemming onthouden, en ter getuigenis daarvan biedt ik u een stemverklaring. Voorzitter Barroso kreeg in juli al de steun en de goedkeuring van een comfortabele meerderheid. In oktober, met name in verband met de Italiaanse zaak, heeft hij echter, bij gebrek aan ervaring, aan politiek gezag ingeboet. En alsof dat nog niet genoeg was is daar door bepaalde lidstaten geen lering uit getrokken, en evenmin door de voorzitter van de Commissie, die zich ernaar gevoegd heeft dat op tenminste één commissaris – en waarschijnlijk twee – verdenkingen blijven rusten als gevolg van een blijvend risico op belangenverstrengeling. De kwaliteiten van de persoon zelf zijn buiten kijf, maar het was werkelijk zeer onverstandig deze portefeuille aan haar toe te wijzen. Wij zijn teleurgesteld, wij zullen deze Commissie wantrouwend bejegenen en wij zullen onszelf verplichten tot toezicht en waakzaamheid. Europa heeft behoefte aan veeleisendheid en helderheid. Ik wens deze Commissie sterkte, als ze tenminste het einde van haar mandaat haalt. 4-095
De Voorzitter. – Hiermee zijn de stemverklaringen beëindigd. 4-096
- Verslag-De Rossa (A6-0030/2004) 4-097
Goudin, Lundgren en Wohlin (IND/DEM), schriftelijk. – (SV) Wij hebben voor dit verslag gestemd omdat het voornamelijk een uiteenzetting bevat van het jaarverslag van de Europese Ombudsman voor het jaar 2003. Wij zijn ertegen dat het verslag verwijst naar zowel het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie als naar het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa. Hoewel wij voor het verslag stemmen, steunen wij deze gedeelten van het verslag niet. 4-098
Martin, David W. (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik verwelkom dit verslag, waarin het belang wordt onderstreept van het recht voor elke Europese burger op een toegankelijke onafhankelijke arbiter voor een onpartijdige behandeling van hun klachten, getrouw aan artikel 41 (Recht op behoorlijk bestuur) in hoofdstuk V (Burgerschap) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
18/11/2004 Ik neem met voldoening kennis van de oproep in het verslag om de transparantie binnen de Europese instellingen nog meer te bevorderen. Ik ben het verder eens met het argument dat een toename van de klachten aan de Ombudsman in het afgelopen jaar niet per se als een slecht teken moet worden opgevat. Hieruit blijkt immers dat steeds meer mensen in heel Europa hun weg weten te vinden naar deze faciliteit als loket waar ze hun klachten kunnen indienen. 4-099
Queiró (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor het Verslag-De Rossa (A-60030/2004) gestemd. Ik geloof dat de Ombudsman bij de bevordering van openheid en verantwoording in de besluitvormingsprocessen en het bestuur van de Europese Unie een wezenlijke bijdrage levert tot een Unie waarin besluiten daadwerkelijk zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. Ik wijs er in dit verband op dat het Parlement de Code van goed administratief gedrag van de Europese Unie unaniem heeft aangenomen en dat de Commissie die Code niet heeft goedgekeurd. Verder is het zo dat het Europees Parlement op een verzoek van de Ombudsman tot wijziging van de bepalingen in het statuut van de Ombudsman met betrekking tot het recht op toegang tot documenten en het horen van getuigen de aanbeveling heeft gedaan om deze bepalingen te wijzigen, maar dat is nog altijd niet gebeurd als gevolg van het voorbehoud van de Commissie en de Raad. De Ombudsman speelt een belangrijke rol door de burgers te informeren aangaande hun rechten en plichten met betrekking tot de Europese instellingen. Het Parlement moet daarom al het mogelijke ondernemen om een gezamenlijke herziening van het statuut van de Ombudsman mogelijk te maken. We moeten dit statuut efficiënter vormgeven en zodanig veranderen dat beter tegemoet kan worden gekomen aan verzoeken van de zijde van de burgers. 4-100
Ribeiro e Castro (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Net als de rapporteur geloof ook ik dat het jaarverslag over de activiteiten van de Europese Ombudsman in het jaar 2003 goedgekeurd dient te worden. Dit verslag heeft betrekking op het laatste deel van het mandaat van de vorige Ombudsman en de eerste maanden van de activiteiten van de huidige Ombudsman. Ik vestig de aandacht op het feit dat de vorige Ombudsman steeds heeft geijverd voor de toegang van het publiek tot documenten van de instellingen en voor volledige transparantie in aanwervingsprocedures. Hij heeft er verder voor gepleit dat alle communautaire wetgeving die rechtstreekse gevolgen voor de burgers heeft degelijk gegrond dient te zijn. Van belang is ook dat er een Code van goed administratief gedrag van de Europese Unie komt. Alleen goedkeuring door de Commissie ontbreekt nog.
35 Wat de huidige Ombudsman betreft: er zijn ook positieve signalen waarneembaar, zeker als het gaat om de toename van het aantal behandelde klachten (30 procent in 2004). Tot slot wordt in het verslag gesteld dat de meeste burgers niet op de hoogte zijn van de activiteiten van de Ombudsman, aangezien het overgrote merendeel van de klachten buiten zijn bevoegdheden vallen. Dat betekent dat we meer aandacht moeten besteden aan de verschillende oplossingen die op EU-niveau worden vastgelegd en die in de praktijk tekortschieten – zowel intrinsiek als voor de doelstellingen waarvoor ze in het leven zijn geroepen. 4-101
*** 4-102
Martin, David (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik stel dit punt aan de orde hoewel ik besef met welk probleem de Voorzitter kampte. Ik vond het hoogst ongelukkig dat een gewoon lid van dit Parlement dat een beroep op het Reglement wilde doen, niet de kans kreeg het woord te voeren, terwijl een verzoek van een fractieleider om het woord te nemen onmiddellijk werd gehonoreerd. Zoals ik zei, stel ik dit punt aan de orde in het besef dat de omstandigheden waarin wij ons werk op dat moment deden moeilijk waren. Het is echter belangrijk dat er niet wordt getornd aan een van de weinige rechten waarover de parlementsleden beschikken, zoals het indienen van een motie van orde en de deelname aan dit soort vergaderingen waarin stemverklaringen worden afgelegd. Onder de heersende omstandigheden dient de Voorzitter alle afgevaardigden gelijk te behandelen. Fractieleiders hebben geen voorrechten als het gaat om het indienen van een motie van orde. Ik vraag u vriendelijk dit punt onder de aandacht van de Voorzitter van het Parlement te brengen. 4-103
De Voorzitter. – Dank u, mijnheer Martin, het zal worden doorgegeven aan de Voorzitter, maar aangezien u zelf een eminent ondervoorzitter bent geweest, weet u ook hoe moeilijk deze zaken zijn. 4-104
Rectificaties stemgedrag: zie notulen 4-105
Bekendmaking gemeenschappelijke standpunten van de Raad: zie notulen 4-106
(De vergadering wordt om 12.35 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat) 4-107
VOORZITTER: DE HEER VIDAL-QUADRAS ROCA Ondervoorzitter 4-108
36
18/11/2004 Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering: zie notulen
4-109
Debatten over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (artikel 115 van het Reglement) 4-110
Ivoorkust De Voorzitter. − Aan de orde zijn vijf ontwerpresoluties over Ivoorkust. 4-111
Aubert (Verts/ALE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik, namens de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie, mijn blijdschap uitspreken over de besluiten die de Veiligheidsraad deze week genomen heeft, met name aangaande het wapenembargo, hoewel het natuurlijk wel een voorwaarde is dat dit embargo daadwerkelijk in acht wordt genomen en dat er veel doeltreffender toezicht op de wapenhandel komt, zoals onze collega Romeva i Rueda overigens ook beklemtoont in zijn verslag. Maar behalve dat het inderdaad zaak is om ferm te reageren op de gewelddadigheden die in Ivoorkust worden gepleegd, is het bovendien geboden dat er veel meer op de lange termijn wordt opgetreden en niet alleen wanneer de toestand onhoudbaar wordt. Daarom denken wij dat een verregaande hervorming van het Afrika-beleid nodig is, en niet alleen dat van Frankrijk maar ook dat van de Europese Unie. Daarbij gaat het vooral om de vraagstukken op het gebied van duurzame economische ontwikkeling binnen het buitenlands beleid dat wij voeren ten aanzien van die landen. Wat Ivoorkust betreft dient evenwel te worden benadrukt dat de daling van de grondstofprijzen en van de cacaoprijzen een groot deel van de bevolking in bittere armoede heeft gestort, hetgeen bijdraagt tot een nog verdere destabilisering van het land. Daarbij komt dat de Europese Unie zeer recentelijk nog haar visserijovereenkomst met Ivoorkust heeft vernieuwd. Deze levert enorme problemen op nu daar een burgeroorlog heerst en er geen enkel toezicht op de visserijafspraken mogelijk is. Verder is er nog het beleid inzake structurele aanpassing, dat de stelsels voor onderwijs en gezondheidszorg en de openbare diensten ernstig heeft gedestabiliseerd. Kortom: al dat beleid, op economisch, financieel en handelsterrein, speelt ook een aanzienlijke rol in de politieke situatie van die landen. Dat doet natuurlijk niets af aan de verantwoordelijkheid van de Afrikaanse en Ivoriaanse politici zelf, maar we moeten beslist langetermijnmaatregelen treffen om deze beleidsterreinen te bundelen. Het kan namelijk niet zo zijn dat we enerzijds in het noorden de ontwikkeling van gewapende troepen stimuleren, uiteraard voor de goede zaak, namelijk om elders de troepen te ontwapenen aan wie wij eerder wapens hebben verkocht, terwijl we aan de andere kant eraan bijdragen dat hele bevolkingsgroepen tot extreme
armoede worden gedreven door onrechtvaardig, destructief financieel en handelsbeleid, waardoor de vestiging van rechtsstaat en democratie alleen maar moeilijker wordt. Daarom verlangen wij van de Europese Unie dat zij een volstrekt andere koers aanhoudt ten aanzien van Ivoorkust en alle Afrikaanse landen, zodat al deze aspecten met elkaar in overeenstemming worden gebracht en wij er niet langer mee volstaan – ook al is dat zeker ook nodig – te reageren in geval van, buitengewoon ingewikkelde, crises. 4-112
Kinnock, Glenys (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de dramatische gebeurtenissen in Ivoorkust hebben ons opnieuw attent gemaakt op de wankele situatie in dat land, dat in het verleden werd beschouwd als een oase van economische voorspoed in een verder uiterst explosieve regio. Mensen trokken naar Ivoorkust op zoek naar werk en welvaart. De situatie is uiterst zorgwekkend, omdat mensen duidelijk worden aangezet tot geweld. De omstandigheden doen sterk denken aan die van Rwanda destijds, waar milities via de staatsradio en particuliere radiostations werden opgehitst om burgers aan te vallen, met name burgers van Franse nationaliteit. Ik verwelkom de resolutie van de VN waarin oproepen tot geweld in radio-uitzendingen zijn aangepakt, maar daarnaast zou ik graag willen dat de VN, als onderdeel van haar mandaat, het recht wordt verleend de rol van vredeshandhaver op zich te nemen in dergelijke situaties. De situatie in Ivoorkust draait voornamelijk om de schuldvraag. Vorig jaar maakte ik deel uit van een missie naar Ivoorkust in het kader van overleg tussen de ACS-landen en het Europees Parlement. Er is toen heel veel gesproken over het noorden en het zuiden, over de rebellen en de regering, over wie verantwoordelijk was voor het mislukken van de Linas-Marcoussisovereenkomst. De haat in dat land is niet alleen gericht tegen Frankrijk. De last van het verleden wordt nu ingezet als krachtig wapen om haat te zaaien onder de bevolking tegen president Gbagbo en Frankrijk. Sommigen vrezen dat Abidjan hetzelfde lot staat te wachten staat als Kinshasa in de Democratische Republiek Congo, een land waar de wolkenkrabbers vervallen zijn tot ruïnes en de boulevards vol scheuren en gaten zitten. Mijn oordeel is gebaseerd op wat ik in Ivoorkust heb gezien, en ik zag dat het eigenlijk veel meer gaat om een confrontatie tussen Afrikanen onderling. Etnische groepen uit het noorden staan tegenover etnische groepen uit het zuiden. Grondbezitters staan tegenover migrerende werknemers die grondbezitter willen worden. Het conflict draait ook om het kostbaarste bezit van Ivoorkust, cacao. Alsof het allemaal nog niet ingewikkeld genoeg is, zijn er nog kwesties die zich bij de onafhankelijkheid voordeden en nooit zijn opgelost.
18/11/2004 Problemen die tot op de dag van vandaag zijn voortgewoekerd. Het gaat daarbij om vragen als: wie zijn precies de burgers van Ivoorkust? Wie kan Ivoorkust besturen? Wie kan zich verkiesbaar stellen in Ivoorkust? De noorderlingen vinden dat zij rechtenloos zijn en voortdurend worden gediscrimineerd door wat zij zien als de elites in het zuiden. De problemen in Ivoorkust kunnen pas worden opgelost als er werk wordt gemaakt van de eigendomsrechten en andere aanspraken. Ten slotte ben ik het, met verwijzing naar de VNresolutie, ermee eens dat het wapenembargo van groot belang is. Wat de vorige spreker echter niet noemde, was het zeer belangrijke feit dat dit embargo krachtig is ondersteund door de Afrikaanse Unie, wat een bijzonder positieve ontwikkeling is. Hoofdstuk VII van het VNHandvest voorziet in robuuste maatregelen, ingeval het wapenembargo niet wordt geëerbiedigd. Ik wil derhalve van de Commissie weten op welke wijze zij denkt te verzekeren dat de EU steun biedt aan en samenwerkt met de VN in haar inspanningen in Ivoorkust en krachtigere maatregelen treft die, gezien de situatie ter plaatse, verder gaan dan wat bepaald wordt in artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou. 4-113
Kohlíček (GUE/NGL). − (CS) Dames en heren, dit agendapunt is getiteld “Debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat” en naar mijn mening moeten deze beginselen algemeen worden nageleefd, ongeacht of iemand al dan niet beschouwd wordt als burger van een bepaalde staat. We mogen niet vergeten dat in het geval van een van de belangrijkste landen van West-Afrika jarenlang beweerd werd dat het democratische raamwerk van de samenleving solide was, en dat de aanwezigheid van enkele tienduizenden Europeanen en de relatief stabiele economische situatie van een van de grootste exportlanden van cacao tot gevolg had dat waarnemers van gebeurtenissen in Abidjan de rassenproblemen in het land niet opmerkten en evenmin, wat nog belangrijker is, het inherente risico van spanningen tussen het christelijke zuiden, het islamitische noorden en vluchtelingen. Het lijdt geen enkele twijfel dat de problematische situatie van dit moment enerzijds het gevolg is van de rivaliteit tussen Frankrijk en de Verenigde Staten ten aanzien van West-Afrika, en anderzijds van een verslechtering van de economische situatie van het land, die geleid heeft tot maatschappelijke spanningen en die een voedingsbodem gevormd heeft voor religieuze groeperingen met een extremistische inslag. Met name het aantal gewelddaden dat op grond van nationaliteit, ras en religie gepleegd wordt tegen de burgerbevolking is verontrustend. Om die reden moeten we, ook al speelt in dit vraagstuk een conflict tussen twee imperialistische machten mee, alles in het werk stellen om de inzet te steunen van internationale vredestroepen, die voor het merendeel uit Afrika afkomstig zijn. Alleen zo zullen
37 wij immers de basisvoorwaarden kunnen creëren voor het oplossen van de crisis. Dit zou ook een van de manieren zijn waarop de anti-Franse sentimenten die zijn aangewakkerd door de interventie van het leger van de voormalige kolonisator, tot bedaren zouden kunnen worden gebracht. Ik denk niet dat het goed is om de luchtmacht van het regime lam te leggen, alleen maar omdat er een aantal gewapende oppositiegroepen in het land zijn, en ik wil erop wijzen dat dergelijke maatregelen op geen enkele manier bijdragen tot een oplossing van de crisis. Het enige dat vaststaat, is dat zij slechts lijden veroorzaken onder de overgrote meerderheid van de bevolking en dat ze een verslechtering van de gezondheidsdiensten en sociale dienstverlening tot gevolg hebben. We kunnen niet werkloos toezien terwijl mensenrechten geschonden worden en de bevolking wordt opgehitst tot het plegen van geweld, het vernietigen van infrastructuur en het monddood maken van de oppositie, en een van de doelstellingen van de ontwerpresolutie is dan ook een halt toe te roepen aan dergelijke acties. Ik doe een klemmend beroep op u om vóór deze ontwerpresolutie te stemmen. Dank u. 4-114
Posselt (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, aan de crisis in Ivoorkust ligt een breed scala aan uiteenlopende oorzaken ten grondslag die grondig geanalyseerd dienen te worden. Natuurlijk bestaan er, net als in de meeste West-Afrikaanse landen, spanningen tussen het christelijke, animistische zuiden en het meer islamitische noorden. Uiteraard zijn er problemen als gevolg van de zeer willekeurige grenzen die de koloniale machthebbers ooit hebben getrokken; grenzen die doorgaans niet alleen etnische groeperingen, maar ook grote volkeren van elkaar scheiden zodat deze nu aan weerszijden van de grens moeten leven. Natuurlijk is er ook, mede als gevolg van koloniale fouten, sprake van economische en sociale instabiliteit, maar wij moeten wel één ding heel duidelijk voor ogen houden: al deze factoren mogen nooit worden gebruikt als een rechtvaardiging voor geweld en voor schendingen van de mensenrechten. Wij moeten in dit verband de autoriteiten in deze landen en de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid respectievelijk de Afrikaanse Unie erop wijzen dat zij ook een grote verantwoordelijkheid hebben om een bijdrage aan de stabilisering te leveren. In onze gemeenschappelijke ontwerpresolutie, die ook door mijn fractie wordt gesteund, zou de tekst onder punt 6 als kritiek op Frankrijk kunnen worden uitgelegd. Ik wil duidelijk stellen dat kritiek op Frankrijk niet terecht zou zijn. Natuurlijk maakt iedereen fouten en Frankrijk uiteraard ook. Voor een deel is Frankrijk ook zelf mede de oorzaak van zijn koloniale problemen in West-Afrika. Aan de andere kant moet echter ook heel duidelijk worden gezegd: zonder de Fransen zou er niet de geringste kans bestaan dat het moorden, stelen en plunderen in Ivoorkust wordt beëindigd. Wij kunnen in het Europees Parlement wel mooie speeches houden en ontwerpresoluties aannemen, maar het zijn de Franse soldaten - en voor een deel ook Franse burgers - die in
38 Ivoorkust onder extreem moeilijke omstandigheden een vreedzame oplossing tot stand moeten brengen. Daarom moeten wij ook laten blijken dat wij solidair met ze zijn. Naar mijn idee wordt in punt 6 van de ontwerpresolutie geen kritiek op Frankrijk geuit, maar wel op de andere Europese en overige landen die de oplossing van deze kwestie alleen aan Frankrijk overlaten en die eigenlijk heel comfortabel op de achtergrond blijven en zich aan hun verantwoordelijkheden onttrekken. Daarom zou ik ook tegen onze collega Kohlíček het volgende willen zeggen: uiteraard bestaan er imperialistische en koloniale verantwoordelijkheden. Er moet echter ook een keer worden gezegd dat zonder de Franse aanwezigheid in Afrika in de jaren zeventig en tachtig een aantal centrale gebieden in Afrika door de SovjetUnie zou zijn veroverd; door die Franse aanwezigheid zijn deze gebieden niet in de handen van de expansionistische communistische ideologie gevallen. En de dag die wij gisteren hebben gevierd - de vijftiende verjaardag van de vrijheidsbeweging in Tsjechoslowakije - zouden wij wellicht helemaal niet zo hebben kunnen vieren als er in de jaren zeventig en tachtig ook geen tegenkrachten waren geweest. Wij staan op dit moment voor een belangrijke taak, namelijk om in samenwerking met de volkeren in Afrika - en dus niet op basis van een bevoogdend kolonialisme - de aanzet te geven voor een nieuw begin. Dat betekent dan wel dat er niet alleen een nieuw etnisch evenwicht gevonden moet worden, maar dat in die landen ook de staatsstructuur bevorderd moet worden. Daarnaast dient gezorgd te worden voor de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld, een oplossing van de problemen in verband met de verschillende volkeren die binnen landen leven, en, met name, decentralisatie. Deskundigen met betrekking tot vraagstukken over kerkelijke ontwikkelingshulp, zoals mijn collega Albert Deß, ondersteunen op voorbeeldige wijze de ontwikkeling van decentrale projecten. Dat zijn geen prestigeprojecten, naar projecten die de mensen daadwerkelijk hulp bieden. Dat is de toekomst! Wij moeten de democratie weer vanaf de basis opbouwen door middel van lokaal zelfbestuur, decentrale projecten en door het bevorderen van de zelfredzaamheid. Wij moeten daarbij geen gebruik maken van prestigeprojecten die te veel het stempel dragen van de koloniale traditie; wat dat betreft moet ik de criticasters weer gelijk geven. Wij Europeanen hebben een verantwoordelijkheid op dit gebied. Wij bedanken Frankrijk dat het die verantwoordelijkheid op zich heeft genomen. Wij moeten nu een actieve rol gaan spelen bij het tot stand brengen van een vreedzame situatie, die meer moet omvatten dan alleen een wapenstilstand. 4-115
Le Pen, Marine (NI). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, er zijn negen Franse soldaten gedood en 38 gewond geraakt; 15 000 burgers verkeren in gevaar en er worden onaanvaardbare gewelddadigheden gepleegd. Zulks is de
18/11/2004 rampzalige balans van de Franse interventie in Ivoorkust. De rol die Frankrijk gespeeld heeft is tweeslachtig gebleken en dat geldt nu ook voor het Franse Afrika-beleid in haar totaliteit. Welke lering kan worden getrokken uit deze ernstige gebeurtenissen in Ivoorkust? De wereldwijde anarchie op migratiegebied brengt ernstige gevaren met zich mee, die een voedingsbodem vormen voor het terrorisme. De Arabische moslimwereld is in grote beroering en het Westen is een preferent doelwit voor radicale moslimfundamentalisten die erop uitgetrokken zijn om ons continent te veroveren, getuige de vorming van netwerken in Spanje, Groot-Brittannië, België, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Het niet willen reguleren van de migratiestromen brengt de toekomst van Europa in gevaar. Of u wilt of niet: de immigratie is het kernprobleem van de nieuwe eeuw. Het is tijd dat een aantal dramatische vergissingen worden hersteld en dat een evenwichtig en realistisch plan wordt overwogen voor samenwerking tussen Noord en Zuid, waarbij identiteit, grondgebied, cultuur en godsdienst van eenieder gerespecteerd worden. De enige verstandige weg voor de twee continenten Europa en Afrika is gelegen in een nauwe samenwerking. De Europeanen en de Fransen moeten beseffen dat zij alles te winnen hebben bij het welslagen van een betere samenwerking, want een evenwichtige ontwikkeling van Afrika zal eraan bijdragen de bedreigende migratiedruk te verlichten en de migratiestromen om te keren. Met dat doel sturen wij aan op een andere NoordZuiddialoog, gebaseerd op vertrouwen, eerlijkheid en de inachtneming van onze wederzijdse vitale belangen. Om het lievelingscitaat van president Mbeki te parafraseren: het wordt tijd dat er op dit gebied iets nieuws uit Europa komt. 4-116
Posselt (PPE-DE). - (DE) Ik zal het kort houden en deze interventie is echt een uitzondering. Voordat commissaris Figel’ het woord neemt, wil ik hem van harte gelukwensen met zijn benoeming vandaag. Ik ben blij dat juist hij degene is die als eerste commissaris vandaag in dit actualiteitendebat met ons in discussie zal gaan. 4-117
Figel’, Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, nog steeds sprekend namens de Commissie Prodi zou ik enkele standpunten van de Commissie met u willen delen waarin onze zorgen tot uitdrukking komen die wij hebben geuit in de resolutie over de situatie in Ivoorkust en de recente schendingen van de mensenrechten. De Europese Unie heeft bij voortduring haar diepe bezorgdheid geuit over het geweld van beide kampen sinds het begin van de crisis in september 2002. Vorig jaar verbeterde de situatie iets, maar vanaf het begin van dit jaar, en met name de laatste maanden is er weer sprake van een achteruitgang. Zoals de heer Kinnock zei, stond Ivoorkust bekend om zijn economische
18/11/2004 voorspoed, maar op lange termijn kan er geen economische bloei zijn zonder politieke stabiliteit en respect voor de mensenrechten. In maart hebben veiligheidstroepen van de regering en gewapende milities lukraak onschuldige burgers vermoord in Abidjan en grootschalige schendingen van de mensenrechten gepleegd. We weten dat er ten minste 120 mensen om het leven zijn gebracht. Abidjan is veranderd – de heer Kinnock vergeleek de stad met Kinshasa. Zoals mevrouw Aubert en anderen beklemtoonden, zijn er in juni in het noorden van het land, dat thans gecontroleerd wordt door de ex-rebellen van de nieuwe strijdkrachten, verschillende massagraven ontdekt met meer dan honderd lichamen. Stelselmatig wordt de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd en de pers gemuilkorfd. Op 1 november werden de redacties van de belangrijkste oppositiekranten geplunderd en vernield door de jonge patriotten. Extremistische aanhangers van Gbagbo hebben de macht over de staatsradio en -televisie naar zich toegetrokken. Ze hebben opgeroepen tot geweld tegen buitenlanders. Internationale radio-uitzendingen zijn gesaboteerd. Een andere bron van zorg is het besluit van de regering om de elektriciteitsvoorziening te blokkeren. In het noorden van het land is de watervoorziening eveneens stilgelegd. Onder druk van de internationale gemeenschap, waaronder de Commissie, is de elektriciteitsvoorziening even hervat, maar prompt weer opnieuw afgesloten. Als de regering de elektriciteit blijft afsluiten zal dat leiden tot een humanitaire ramp. De Commissie denkt na over de voorbereiding van een nieuw besluit voor humanitaire hulpverlening om de situatie te verbeteren, met name in het noorden van het land. De internationale gemeenschap moet op deze situatie en de schending van de mensenrechten reageren. De Commissie verwelkomt daarom de VN-sancties, zoals het wapenembargo, het reisverbod en de bevriezing van tegoeden, die niet alleen gelden voor degenen die de volledige tenuitvoerlegging van de akkoorden van Marcoussis en Accra III blokkeren, maar ook voor eenieder die verantwoordelijk is voor ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationale humanitaire recht. De Afrikaanse Unie en de bemiddelingspogingen van president Mbeki hebben de volmondige steun van de Commissie. Op 15 november had president Mbeki in Brussel een ontmoeting met de voorgedragen voorzitter van de Commissie, de heer Barroso. De Commissie deelt de zorgen van president Mbeki over de toekomst van Ivoorkust. In augustus van dit jaar stelde de Commissie de Raad voor, de overlegprocedure in werking te stellen in
39 toepassing van artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou. De lidstaten voelden daar toen niet voor, omdat zij het Accra III-akkoord, dat net drie dagen ervoor was ondertekend, niet in gevaar wilden brengen. Uit de recente ontwikkelingen en het feit dat het Accra III-akkoord niet ten uitvoer wordt gelegd, blijkt hoe belangrijk het is de overlegprocedure in toepassing van artikel 96 op gang te brengen om de autoriteiten van Ivoorkust onder druk te zetten de besprekingen te hervatten. 4-118
De Voorzitter. commissaris.
−
Hartelijk
dank,
mijnheer
de
De stemming vindt aansluitend op de debatten plaats. Het debat is gesloten. 4-119
Tibet (zaak Tenzin Deleg Rinpoche) De Voorzitter. − Aan de orde is het debat over zes ontwerpresoluties over Tibet (de zaak Tenzin Deleg Rinpoche). 4-120
Lichtenberger (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, Tibet is al lange tijd aanleiding voor initiatieven van de Europese Unie. In de laatste paar maanden is helaas de indruk ontstaan dat het bevorderen van goede handelsbetrekkingen met China ten koste gaat van de steun voor Tibet. Daarom is het onderhavige initiatief dringend noodzakelijk en het doet mij dan ook veel deugd dat het Europees Parlement zijn stem verheft naar aanleiding van de dreigende terechtstelling van Tenzin Deleg Rinpoche, die geen eerlijk proces heeft gehad. De terechtstelling staat al gepland voor begin december, terwijl de schuld van deze boeddhistische lama nog niet is vastgesteld. Wij roepen China dan ook dringend op om deze terechtstelling uit te stellen en voor een eerlijk proces te zorgen dat aan de internationale rechtsnormen voldoet. China dient sowieso de doodstraf af te schaffen - dat is een principiële eis - en moet ook eindelijk eens de vrijheid van godsdienst van het Tibetaanse volk respecteren, dat zijn rechten op geweldloze wijze verdedigt en opeist. Daarvoor dienen wij groot respect te hebben! Daarnaast dient de Commissie tijdens de Top tussen de Europese Unie en China haar bezorgdheid over dat doodvonnis tot uitdrukking te brengen en op een aanvaardbare totaaloplossing voor de kwestie-Tibet aan te dringen. Daarvoor zijn internationale voorbeelden beschikbaar en die moeten wij telkens weer gebruiken om een vreedzame relatie tussen Tibet en China tot stand te brengen. Tibet dient de sleutel voor een goed partnerschap tussen de Europese Unie en China te zijn; het is onze plicht om deze taak tot een goed einde te brengen. 4-121
40 Stihler (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de zaak Tenzin Deleg Rinpoche is door verschillende ingezetenen van mijn kiesdistrict in Schotland aan de orde gesteld, onder meer door Iain Thom en Naomi Ness, leden van de Tibet Vereniging van de Universiteit van Edinburgh. Op 3 december 2002 werd Tenzin Deleg Rinpoche door een politiek gemotiveerde rechtbank in Tibetaans China zonder geloofwaardig bewijs ter dood veroordeeld. Hij is op basis van valse beschuldigingen veroordeeld voor een misdrijf dat hij niet heeft begaan; onafhankelijk onderzoek van Human Rights Watch heeft dat uitgewezen. Hij verblijft in afwachting van zijn dood in Chinese gevangenschap en het is onbekend waar hij wordt vastgehouden. Tenzin Deleg heeft echter altijd volgehouden dat hij onschuldig is. Zo zou hij hebben gezegd: “Ik ben onterecht beschuldigd. Ik heb altijd gezegd dat wij niet de hand mogen opheffen tegen een ander.” Hij heeft juist veel aanhangers gekregen door de gematigde en vreedzame wijze waarop hij de problemen van de Tibetanen en de onderdrukking in Tibet tegemoet treedt, door zich als lama actief in te zetten voor de bevordering van het Tibetaans Boeddhisme, en door zijn werk voor Tibetaanse gemeenschappen. Hij is een symbool van de Tibetaanse identiteit en een kampioen van de Tibetaanse zaak. Hij is geen vriend van de Chinese autoriteiten. De arrestatie, opsluiting en het schijnproces van Tenzin vormen het hoogtepunt van een reeks van maatregelen om de activiteiten van hem en zijn geestverwanten aan banden te leggen. Zij riskeren, ook nu nog, zware straffen als ze het wagen het voor hem op te nemen. De paradoxale stilte die volgde op de doodstraf van Tenzin Deleg, een zeer geliefd persoon, wordt door Human Rights Watch toegeschreven aan een campagne van intimidatie en terreur van de Chinese autoriteiten. Internationale mensenrechtenorganisaties zijn gealarmeerd door berichten dat hij in gevangenschap zou zijn gemarteld – wat eerder een waarschijnlijkheid is dan een verdenking. Human Rights Watch rapporteert tevens dat hij verstoken was van het belangrijkste grondrecht van het internationale recht: het recht op verweer. Onder het voorwendsel dat er staatsgeheimen in het geding zijn, weigeren de Chinese autoriteiten nog steeds openheid van zaken te geven over wat zich in de rechtbank heeft afgespeeld. Kortom, het was een showproces. De zaak Tenzin Deleg Rinpoche past treurig genoeg in een lange reeks van mensenrechtenschendingen van de Chinese autoriteiten jegens het Tibetaanse volk in de Tibetaanse Autonome Regio en Tibetaans China. De systematische onderdrukking van alles wat Tibetaans is, typeert de Chinese politiek betreffende Tibet. Het Europees Parlement moet China duidelijk maken dat deze politiek onaanvaardbaar is en dat het alles in het werk moet stellen om de bescherming van de mensenrechten alsmede de identiteit van het Tibetaanse volk op het gebied van cultuur, politiek, leefklimaat en religie te waarborgen. De rechterlijke dwaling waarvan
18/11/2004 Tenzin Deleg het slachtoffer is geworden, moet worden rechtgezet. Ik verzoek alle leden dan ook deze resolutie te steunen. 4-122
Meijer (GUE/NGL). – Voorzitter, in de geschiedenis zijn dunbevolkte en afgelegen gebieden al vaak door de omgeving gebruikt om ruimte te vinden voor een grote en groeiende bevolking. Dat gaat altijd ten koste van de vrijheid en de afwijkende cultuur van het volk dat reeds in dat gebied woont. Tibet, dat net als het aangrenzende Oost-Turkistan of Xinjiang tegen de wil van zijn bevolking reeds lang internationaal wordt erkend als een deel van het grondgebied van China, vormt daarop geen uitzondering. Er vindt kolonisatie van Chinezen uit het gebied van het dichtbevolkte midden en oosten van het land plaats en veel nieuwkomers vervullen de rol van ambtenaar, politieman of militair. Verzet tegen deze vernederende situatie wordt al vele jaren onderdrukt met alle, vooral gewelddadige, middelen. Zoals vaak voorkomt in vergelijkbare situaties ziet het ernaar uit dat de regeerders in China wel het grondgebied van Tibet willen hebben, maar niet de inwoners. Ik ben geen bewonderaar van de traditionele theocratie in het oude Tibet van voor 1951, dat zich in de praktijk tijdelijk had kunnen onttrekken aan het gezag van het langdurig door oorlogen verscheurde China. Ook zonder die bewondering vind ik de huidige toestand volstrekt onaanvaardbaar en lijkt het mij verstandig dat China ook onderhandelt over oplossingen met de ballingen in India, die worden aangevoerd door de Dalai Lama. De problemen worden alleen maar groter als datgene wat de regering separatisme noemt, wordt bestraft met de doodstraf of met een doodstraf met opschortende werking. Dat geldt ook als gevangenen in afzondering worden gehouden en gemarteld. Een land dat zoiets doet, zou zeker geen wapens van de lidstaten van de Europese Unie moeten kunnen kopen. Commissie en Raad moeten bij de betrekkingen met China niet als voornaamste uitgangspunt nemen dat dit een groot land is met een snel groeiende economie. Het gaat namelijk om een land dat gekoloniseerde volkeren niet vrijlaat, economische groei boven alles stelt en ook voor het overige mensenrechten schendt. Als Europa duidelijk maakt dat wij die Chinese politiek niet vanzelfsprekend vinden, is dat een bijdrage tot de noodzakelijke verandering en die is hard nodig. 4-123
Mann, Thomas (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, al bijna twee jaar geleden stelden wij hier in Straatsburg alles in het werk om de executie van de beide Tibetanen Tenzin Deleg Rinpoche en Lobsang Dhondup te voorkomen. Ondanks onze unaniem aangenomen ontwerpresolutie, ondanks wereldwijde oproepen en campagnes gericht aan nationale Parlementen, ondanks veel stille protestwaken van vrijwilligers en ondanks massale protesten op diplomatiek niveau, is Lobsang Dhondup in januari 2003
18/11/2004 toch terechtgesteld. Over enkele dagen dreigt zijn leraar, de hoog aangeschreven lama Tenzin Deleg Rinpoche, hetzelfde lot te ondergaan omdat het uitstel van twee jaar over twee weken, dat wil zeggen op 2 december, verstrijkt. Hij wordt door de Chinese leiding nog steeds als een terrorist behandeld. Hij kan nog steeds geen aanspraak maken op een fatsoenlijk proces en op onafhankelijke juridische bijstand. Zijn vermeende bekentenis dat hij bij aanslagen met explosieven betrokken is geweest, is onder dwang tot stand gekomen. Verder is ook niet bekend hoe zijn gezondheidstoestand is nadat hij blijkbaar meerdere keren is gemarteld. Zijn mensonterende isolement vormt een flagrante schending van de Overeenkomst van de Verenigde Naties betreffende de behandeling van gedetineerden. Ik ben het met de drie vorige sprekers eens: zwijgen zou het ergste zijn wat wij in deze situatie zouden kunnen doen. De ware reden voor de arrestatie van Rinpoche is zijn grote invloed op de bevolking en zijn steun aan de Dalai Lama. Dat vonden enkele hardliners in China blijkbaar onacceptabel. Namens de PPE-DE-Fractie doe ik een beroep op de Europese instellingen om de druk op de Chinese leiding te vergroten. De kwestie Rinpoche, geachte heer Figel’, dient op de agenda van de Top tussen de EU en China van 8 december te worden gezet. Hopelijk is dat niet te laat! De Raad wil ik nog op één ding opmerkzaam maken: het Europees Parlement heeft voortdurend verzocht om een speciale vertegenwoordiger aan te stellen voor kwesties die met Tibet te maken hebben. Die zou een productieve bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van een vreedzame oplossing. De Volksrepubliek China organiseert de Olympische Spelen in 2008 en het land is een van de permanente leden van de Veiligheidsraad van de VN. Waarom zou China op vertrouwen en steun kunnen rekenen als de mensenrechten en de minderheden in dat land niet worden gerespecteerd? Sinds afgelopen maandag hebben wij zelf in dit Parlement een stukje Tibet kunnen ervaren. Wij hebben toen gezamenlijk een mandala in elkaar gezet. Er is ook gemediteerd. De monniken die dit organiseerden, hebben de mogelijkheid benut om ons te informeren over hun aandeel in de cultuur aldaar. Zij hebben ons duidelijk gemaakt wat het betekent als alles overhoop wordt gegooid, als wij de eigen taal in ons eigen land niet meer zouden mogen spreken en als - en dat zou het ergste van alles zijn - culturele en religieuze uitingen verboden worden. Ik ben blij dat veel afgevaardigden ook de vorige spreker - en veel assistenten, journalisten en bezoekers aanwezig waren bij de vervaardiging van deze mandala, die overigens net af is. Ik wil met nadruk stellen dat wij blij zijn met een aantal vorderingen die aan Chinese kant zijn gemaakt, zoals het aangaan van de dialoog met vertegenwoordigers van de Dalai Lama en het vrijlaten van de non Ngawang Sandrol, die tientallen jaren als martelaar voor de Tibetaanse zaak in de gevangenis heeft gezeten. Dat zijn ontwikkelingen waar wij als Europees Parlement
41 verheugd over zijn en waaraan wij ook een bijdrage hebben geleverd. Wordt deze weg van de rede echter ook in de toekomst gevolgd? Past het in een dergelijk klimaat om vonnissen te vellen zonder enige juridische onderbouwing? Geachte collega’s, laten wij ons met alle energie en invloed ervoor inzetten dat het doodvonnis tegen Tenzin Deleg Rinpoche niet wordt voltrokken en dat er in aanwezigheid van onafhankelijke waarnemers alsnog een eerlijk proces zal worden gehouden. Ook de Chinese leiding kan het zich niet veroorloven om niet naar de stem van de rede te luisteren. (Applaus) 4-124
Libicki (UEN). − (PL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de huidige situatie maakt het moeilijk om zonder emotie en zonder persoonlijk engagement te spreken over het lot van Tibet en van het Tibetaanse volk. Dit volk leeft in unieke, door de natuur geschapen omstandigheden en was altijd min of meer geïsoleerd van de wereld om hem heen. Het heeft een specifieke cultuur voortgebracht met een specifieke houding tegenover internationale aangelegenheden. Sinds meerdere decennia gaat dit volk gebukt onder de gewelddadige onderdrukking van China, een imperialistisch en communistisch land dat misbruik heeft gemaakt van het feit dat Tibet nooit een speciale positie in het internationale verkeer heeft geambieerd. Zoals gezegd leefde het Tibetaanse volk in specifieke, door de natuur geschapen omstandigheden en daarom zag het geen reden om naar andere landen ambassadeurs te sturen en een internationale positie in te nemen. China verklaarde daarom dat dit land en dit volk niet soeverein waren en geen recht hebben op soevereiniteit. Uiteraard had het Tibetaanse volk recht op soevereiniteit, maar niet op de manier waarop dit over het algemeen in Europa wordt begrepen. Wij hebben namelijk de gewoonte om staten te erkennen die ambassadeurs en vertegenwoordigingen hebben en deelnemen aan internationale conferenties. Wij kunnen ons niet neerleggen bij het onrechtmatige optreden van de Chinese autoriteiten, waardoor een vreedzaam volk het slachtoffer is geworden van het Chinese imperialisme. Wij zien hoe dit vreedzame volk geweld wordt aangedaan en hoe dit geweld nog toeneemt en een massale exodus van Tibetanen naar Europa en naar andere delen van de wereld veroorzaakt. Wij mogen niet aanvaarden dat een vreedzame samenleving op alle terreinen wordt vervolgd en dat zijn taal, cultuur en godsdienst worden vernietigd. De wereld is vandaag bereid om heel wat misdaden door de vingers te zien zolang die worden begaan door personen die economische contracten en uitzicht op materieel gewin kunnen aanbieden. Het Europees Parlement mag niet de morele principes van dit type aanvaarden, principes van personen die erin kunnen toestemmen dat een heel volk van de internationale arena wordt verbannen zolang daar maar enig materieel voordeel tegenover staat. Of wellicht gaat het ook om aanzienlijk materieel voordeel. Wij hebben gezamenlijk een resolutie opgesteld en die resolutie roept alle regeringen van de Europese Unie en
42 alle deelnemers aan de topontmoeting tussen de Europese Unie en China op om ervoor te zorgen dat China een einde maakt aan deze onderdrukking. Wij roepen met name op in actie te komen ten aanzien van een geval waarin het lot van een gewetensgevangene op het spel staat. Wij roepen op tot de vrijlating van de monnik Tenzin Deleg Rinpoche. 4-125
Nattrass (IND/DEM), namens de fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijn sympathie gaat uit naar het volk van Tibet. Zij verloren hun onafhankelijkheid en culturele identiteit toen een onwelkome strijdmacht over de grens trok. De Tibetanen moesten zich houden aan door het buitenland opgelegde regels die bedoeld waren om hun land en tradities te elimineren. Ik sympathiseer met hen, omdat het Verenigd Koninkrijk zijn onafhankelijkheid en identiteit heeft verloren toen een referendum over handel uitmondde in een politieke overname. Onwelkome, door het buitenland opgelegde regels, bedoeld om tradities te veranderen en het land te elimineren, spoelden over de grens.
18/11/2004 beantwoordde in de verste verte niet aan de internationale normen en de opschorting van de voltrekking van de doodstraf zou over twee weken moeten verstrijken. Tenzin is een boeddhistische monnik die zeer populair is onder de Tibetanen vanwege zijn onwankelbare trouw aan de Dalai Lama. Hij heeft ook herhaaldelijk openlijk blijk gegeven van deze trouw en altijd geweigerd om de in 1995 door Peking gekozen Panchen Lama te erkennen. Hij is met andere woorden een symbool dat China wil uitwissen en vernietigen. Europa moet, onder meer in het kader van de komende bilaterale top, met klem aandringen op nietigverklaring van de doodstraf voor Tenzin. Europa moet meer in het algemeen een moratorium op de voltrekking van de doodstraf eisen. Laten wij onze stem verheffen, commissaris Figel’, en een stokje steken voor de zoveelste onrechtvaardige, bloedige klap in het gezicht van Tibet en de Tibetanen. 4-127
Ik steun de Tibetanen in hun vreedzame strijd om zich uit de greep van China te ontworstelen en ik hoop dat ze zullen bidden voor de burgers van het VK in hun strijd om zich uit de ijzeren greep van de EU-bureaucratie te ontworstelen. Ik respecteer de vreedzame bedoelingen van de boeddhistische traditie van Tibet en ik realiseer me dat de rest van de wereld er veel van kan leren. Op maandag zei de Voorzitter dat de Eerste Wereldoorlog, een oorlog waarin mijn beide grootvaders hun land hebben verdedigd, een burgeroorlog was. Daar klopt niets van. Ik ben mij ervan bewust dat ook de trotse geschiedenis van Tibet wordt herschreven door een vergelijkbare vertegenwoordiger van het bureaucratendom. Degenen die niets leren van de geschiedenis zijn gedoemd deze te herhalen. Ik kan enkel uit sympathie een Latijnse uitspraak ten beste geven die in de jaren veertig van de vorige eeuw verengelst is en waarvan ik denk dat die de boeddhistische leer volgt, “noli illegitimatum carborundum” – laat je niet kleinkrijgen door die schoften. 4-126
Battilocchio (NI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, het is opvallend dat het vonnis van de rechtbank van Sichuan de aandacht van de internationale pers heeft getrokken, want het is slechts een van de vele doodstraffen die zijn opgelegd door het regime van Peking tijdens de lange geschiedenis van onderdrukking van de Tibetaanse interne beweging door de Chinese politie. Dit zou een van de afschuwelijke verhalen uit de lange, te lange reeks van gewone, dagelijks voorkomende schendingen van de mensenrechten moeten zijn, maar dat is het niet. Tenzin Deleg Rinpoche is een symbool: hij is een belangrijke lama uit het district Litang in Kardze. Hij is in 2002, onmiddellijk na de aanslag in Chengdu gearresteerd. Het verloop van het proces
Figel’, Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag mijn waardering uitspreken over de bijdrage van het Europees Parlement en zijn rol in het bewustmakingsproces, die gestalte krijgt door de organisatie van activiteiten en de beschikbaarstelling van ruimtes, zoals bijvoorbeeld hier, in Straatsburg. De eerbiediging van de mensenrechten in Tibet is een groot punt van zorg voor de Europese Unie en, zoals mevrouw Lichtenberger zei, “een cruciaal onderwerp” op de agenda van de mensenrechtendialoog tussen de EU en China. Ik ben het volkomen eens met de zienswijze van de heer Mann dat de vrijheid van geweten bovenaan de lijst van politieke vrijheden staat. De Europese Unie heeft herhaaldelijk uiting gegeven aan haar bezorgdheid over individuele gevallen in Tibet. Tijdens de laatste ronde van de besprekingen tussen de EU en China over de mensenrechten, die afgelopen september plaatsvond in Beijing, is de situatie van Tenzin Deleg Rinpoche door de EU-trojka ter sprake gebracht. De situatie werd afgelopen maandag opnieuw aangesneden bij een ad-hocbijeenkomst met het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, waarbij geïnformeerd werd naar zijn verblijfplaats en gezondheid. De Unie sprak de hoop uit dat de doodstraf die hem is opgelegd niet zal worden gehandhaafd en riep op de zaak juridisch te onderzoeken. De Europese Unie hecht er groot belang aan deze kwestie van zeer nabij te volgen. Als de doodstraf van Tenzin Deleg Rinpoche zou worden voltrokken, zou dat een buitengewoon negatief signaal zijn en duidelijk afbreuk doen aan het krediet dat de Chinese regering onlangs heeft opgebouwd, bijvoorbeeld door het bezoek toe te staan van speciale afgezanten van de Dalai Lama aan Tibet. Gebaren die warm werden verwelkomd door de internationale gemeenschap. Bovendien zou het een wissel trekken op de betrekkingen tussen de EU en China aan de vooravond van onze jaarlijkse topconferentie.
18/11/2004
43
Meer in het algemeen, als onderdeel van haar algemene beleid inzake Tibet, roept de Europese Unie al jaren op, en zij zal dit blijven doen, een directe dialoog tot stand te brengen tussen de Dalai Lama en de Chinese autoriteiten, omdat dat de enige realistische manier is om een duurzame oplossing te vinden voor de kwestieTibet. Wij beschouwen het recente derde bezoek van de speciale afgezanten van de Dalai Lama als een bemoedigend teken van vooruitgang. In haar dialoog met China heeft de Europese Unie al geregeld uiting gegeven aan haar bezorgdheid over de uitgebreide toepassing van de doodstraf en gewezen op haar lang gevestigde standpunt voor afschaffing. Zij heeft onverdroten geijverd voor ten minste de instelling van een moratorium. Wat de bestrijding van het terrorisme betreft, heeft zij eveneens beklemtoond dat deze strijd enkel gewonnen kan worden als hij berust op respect voor de grondbeginselen die aan de basis staan van de internationale betrekkingen, in het bijzonder met betrekking tot de waarborging van de mensenrechten. 4-128
De Voorzitter. commissaris.
−
Hartelijk
dank,
mijnheer
de
De stemming vindt aansluitend op de debatten plaats. Het debat is gesloten. 4-129
Mensenrechten in Eritrea De Voorzitter. − Aan de orde is het debat over zeven ontwerpresoluties inzake de mensenrechten in Eritrea.
De situatie is uiterst precair en ik verzoek iedereen dan ook om onze ontwerpresolutie te steunen. 4-131
Attard-Montalto (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, Eritrea kent geen gelukkige geschiedenis, maar ik kan me in het recente verleden van dit land geen situatie voor de geest halen die zo gruwelijk was als die van nu. Wie de ontwerpresolutie doorneemt, ziet dat mijn land, Malta, en Libië worden genoemd. Het was zeer ongelukkig dat enige tijd geleden een aanzienlijk aantal Eritreeërs gedwongen terug moest keren naar eigen land. Ze hadden niet de vereiste documenten om de vluchtelingenstatus aan te vragen en Malta wilde de procedure niet opstarten want het land was nog geen lid van de Unie en bovendien was Italië de oorspronkelijke reisbestemming. Een betreurenswaardige gang van zaken. Malta mag dan technisch gesproken in zijn recht hebben gestaan, het had zeker niet het morele gelijk aan zijn zijde. Thans is het vreselijke lot dat de Eritreeërs ten deel is gevallen, bekend en verteld door een of twee overlevenden die erin slaagden hun land opnieuw te ontsnappen. Een groot aantal van hen werd opgesloten, velen werden gemarteld. Een ooggetuige vertelde zelfs dat een aantal van hen om het leven gekomen of vermoord zijn. Gezien de huidige situatie vind ik dat de Europese Unie zich anders moet opstellen tegenover dit land. De dialoog moet worden stopgezet, want de boodschap komt niet over. De dialoog is aan scherven. Onze toonzetting moet zodanig assertief zijn dat de Eritreeërs gaan beseffen dat zij de Europese Unie nodig hebben. Financiële steun en alle vormen van hulpverlening kunnen worden stopgezet. 4-132
4-130
Lichtenberger (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, de situatie in Eritrea wordt met de dag slechter. Wij ontvangen zorgwekkende berichten die voortdurend slechter en dramatischer worden; het is erg om dat hier te moeten constateren. De oppositie wordt nu niet alleen vervolgd, maar ook gevangengezet. Jonge dienstweigeraars worden opgesloten, met de dood bedreigd en volgens onze informatie ook in groten getale doodgeschoten. Eritrea kent geen persvrijheid meer en de onafhankelijke kranten zijn opgeheven. Eritrea staat op de op vier na laatste plaats op de lijst die door Verslaggevers Zonder Grenzen inzake persvrijheid is opgesteld. Eritrea heeft op dit moment niet alleen internationale protesten nodig, maar ook een binnenlandse dialoog met de maatschappelijke organisaties. Dit zal en kan namelijk de enige mogelijkheid zijn om in dit land weer een vreedzame samenleving te creëren. Alle betrokkenen moeten met elkaar om de tafel gaan zitten en er moet worden gestreefd naar een opening van de kanalen voor een dialoog.
Kohlíček (GUE/NGL). − (CS) Dames en heren, als we de mensenrechtensituatie in Eritrea willen bespreken, moeten we onszelf eerst afvragen naar welke maatstaf deze gemeten kan worden. We hebben het veelvuldig over universele mensenrechten, maar ik weet nog niet zo zeker of wat wij in Europa onder dergelijke rechten verstaan wel altijd in alle landen ter wereld en in elke culturele context kan worden toegepast. Het moet echter gezegd dat we er nu al een aantal jaren getuige van zijn dat enkele van de meest reactionaire regimes proberen de steun die zij krijgen, te gebruiken om de ontwikkeling van broeinesten van obscurantisme en militant islamisme te bevorderen in bepaalde delen van de wereld, en tevens proberen grensgeschillen met militaire middelen op te lossen, bijvoorbeeld in het geval van Eritrea en Ethiopië. Er zijn in het verleden weliswaar pogingen gedaan om democratische beginselen in te voeren en vreedzame samenwerking met de buurlanden van Eritrea tot stand te brengen, maar de situatie in het land is inmiddels aanmerkelijk gecompliceerder geworden en de meeste gebieden waarop internationale organisaties toezicht houden, laten een geleidelijke achteruitgang zien. De slechte infrastructuur, het analfabetisme onder grote delen van de bevolking, de trage economische groei en
44 religieus obscurantisme culmineren in maatregelen om meer jonge mensen op te roepen voor het leger, en dat heeft weer tot gevolg dat mensen proberen het land te verlaten. Welke maatstaf voor mensenrechten we ook hanteren, we kunnen niet onze ogen sluiten voor een dergelijke stand van zaken en er verder het zwijgen toe doen. We mogen niet werkloos toezien hoe leden van het Eritrese parlement en buitenlandse journalisten gevangen worden gehouden zonder dat ook maar enige formele aanklacht tegen hen is ingediend, vrijheden die in de grondwet van Eritrea verankerd zijn, worden geschonden en de fundamentele bepalingen van internationale mensenrechtenconventies met voeten worden getreden. We moeten tot actie overgaan in overeenstemming met artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou, zoals commissaris Figel’ ook al gezegd heeft. De ingediende ontwerpresolutie is een eerste stap op de weg naar verandering, alsmede een poging een oplossing te helpen vinden voor wat een uitzichtloze situatie lijkt in een van de armste landen ter wereld. Ik roep u dan ook op voor deze resolutie te stemmen. 4-133
Gahler (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, vandaag is in dit debat de dramatische situatie in Eritrea aan de orde - óók in Eritrea moet daar helaas aan worden toegevoegd, omdat er veel Afrikaanse landen zijn waarin wij met dergelijke acute ontwikkelingen worden geconfronteerd. Ook president Thabo Mbeki heeft in zijn speech van gisteren hier in de plenaire vergadering een lange lijst van Afrikaanse brandhaarden de revue laten passeren; een lijst die weliswaar niet uitputtend kon zijn, maar waarbij ik toch wil aantekenen dat het niet noemen van Zimbabwe helaas niet op toeval zal hebben berust. (Applaus) Nu is dus na het debat over Ivoorkust Eritrea aan de orde - een land dat nog niet erg lang zelfstandig is en ook al een bloedige grensoorlog met het grote buurland Ethiopië achter de rug heeft. Intern is het land net zo verscheurd. De grondwet van 1997, waarin de burgerrechten, inclusief de godsdienstvrijheid, worden gegarandeerd, is het papier niet waard waarop zij is geschreven. Elf voormalige afgevaardigden, de zogenaamde “Elf van Asmara”, zitten sinds september 2001 in de gevangenis zonder dat er een aanklacht tegen hen is ingediend. Ook de Afrikaanse mensenrechtencommissie heeft al in maart 2004 hun vrijlating geëist. Het is een goede zaak dat dergelijke eisen ook vanuit Afrika zelf worden gesteld. Daarnaast zijn er journalisten gevangengenomen. Er is al opgemerkt dat het land wat de persvrijheid in de wereld betreft op een roemloze, op vier na laatste plaats staat. Wij verlangen dat ook de rechten van alle gedetineerden worden gerespecteerd, met name van de jongeren die op 4 november zijn gearresteerd. Zij moeten onder meer contact kunnen hebben met advocaten en familieleden.
18/11/2004 Wij verlangen met name van de Raad en van de Commissie dat de raadplegingsprocedure overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou in gang wordt gezet. Doel hiervan moet zijn dat een dergelijk regime niet ook nog eens van de privileges kan profiteren zoals die in de Overeenkomst van Cotonou zijn voorzien. Tegelijkertijd moeten wij niet alleen meer humanitaire hulp bieden, maar tevens voor een betere ondersteuning zorgen van alle betrokken non-gouvernementele partijen die zich sterk maken voor niets meer en niets minder dan de naleving van de nobele tekst van de grondwet van 1997. (Applaus) 4-134
Belder (IND/DEM). – Voorzitter, de zorgwekkende situatie op het gebied van godsdienstvrijheid is een belangrijk onderdeel van de politieke dialoog die de Europese Unie ter plaatse met de Eritrese autoriteiten voert. Dat antwoordde de Nederlandse regering op 6 mei van dit jaar op breed gedragen parlementaire vragen over godsdienstvrijheid in Eritrea. Collega's, de ontwerpresolutie doet aan deze belangwekkende mededeling van het huidige voorzitterschap van de Raad geen recht en dat betreur ik zeer. Laten we de hoofdfeiten even helder op een rij zetten. Een, in de Eritrese grondwet is de algehele vrijheid van godsdienst vastgelegd. Twee, een regeringsdecreet van mei 2002 bepaalt evenwel de registratie van alle godsdienstige groepen. Drie, die registratie geldt evenwel niet voor vier van hen, namelijk de orthodoxe christenen, moslims, katholieken en leden van de evangelische kerk van Eritrea. Vier, tal van kleine protestantse kerken wordt al jarenlang registratie geweigerd en dat terwijl hun gebedshuizen officieel zijn gesloten. Vijf, blijkens een recent verslag van de Amerikaanse overheid worden momenteel waarschijnlijk meer dan 200 leden van nietgeregistreerde godsdienstige groepen vastgehouden. Zes, de Eritrese politie dwingt leden van niet-geregistreerde kerken verklaringen te ondertekenen waarin zij hun geloofsovertuiging loochenen. Mijnheer de Voorzitter en mijnheer de commissaris, van godsdienstvrijheid is in Eritrea absoluut geen sprake. Daarom hoop ik dat de Europese Unie zich daarvoor volledig blijft inspannen en dat het liefst in samenwerking met de Amerikaanse regering, die van een gelijke betrokkenheid ingeval van ernstige schendingen van de godsdienstvrijheid in Eritrea blijk geeft. Dit is toch dé gelegenheid om aan de transatlantische samenwerking voor de verdediging van westerse waarden gestalte te geven en dat is hoog nodig in de Europese Unie van 2004. 4-135
Tannock (PPE-DE), namens de fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, Eritrea is een klein land in OostAfrika met viereneenhalf miljoen inwoners, dat zijn onafhankelijkheid pas in 1993 heeft gekregen. Na een
18/11/2004 bittere strijd die dertig jaar duurde, wist het land zich los te maken van Ethiopië. Dom genoeg begon het land prompt nieuwe conflicten uit te vechten, eerst met Jemen over de visgronden rond de Hanish-eilanden, en vervolgens opnieuw met Ethiopië in 1998, over een betwiste grensregio. Dit laatste conflict werd pas in juni 2000 beslecht nadat 70 000 mensen het leven hadden gelaten. Voor Ethiopië is het nog steeds niet acceptabel dat het dorp Badme door de Internationale Grenscommissie aan Eritrea wordt toegewezen. Er bevindt zich een 4200koppige VN-vredesmacht aan de grens, maar haar werk wordt bemoeilijkt door de weigering van Ethiopië gebiedsafbakening toe te staan en door de beperkingen die Eritrea stelt aan de activiteiten van de VN. Eritrea is een zeer arm land en de enige Afrikaanse staat – samen met de Democratische Republiek Congo – die verkiezingen voor onbepaalde tijd heeft uitgesteld. Deze waren beloofd door de zogenaamde overgangsregering van president Afeworki krachtens de grondwet van 1997 en hadden in december 2001 moeten plaatsvinden. Voorts is er een verschijningsverbod van onafhankelijke media van kracht en zitten gearresteerde journalisten, waaronder sinds kort een Zweedse burger, nog steeds gevangen. Het regerende Volksfront voor Democratie – een weinig toepasselijke naam moet ik zeggen – blijft de enige wettelijke partij. Er is echter door bannelingen in 2002 een nieuwe partij opgericht: het Eritrese Volksbevrijdingsfront - Democratische Partij. Amnesty International noemt de mensenrechtensituatie abominabel en stelt vast dat politieke gevangenen, waaronder de groep van voormalige parlementsleden, de Elf van Asmara, geregeld worden gefolterd. Naar verluidt zijn onlangs gevangenen in de militaire gevangenis Adi Abeto ter dood gebracht. Voorts beschuldigt de regering van Soedan – dat zelf geen beste staat van dienst heeft op het gebied van de mensenrechten – Eritrea ervan hulp te geven aan de rebellen van Darfur en hun groeperingen. Dit land is een tragische puinhoop. Mijn fractie, de PPEDE, verzoekt daarom de nieuwe Commissie Barroso, die vandaag officieel is gekozen, uitdrukking te geven aan haar verbondenheid met de democratie en de mensenrechten in Afrika door de procedures op gang te brengen in toepassing van artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou en te onderzoeken welke extra maatregelen er genomen moeten worden om de rechtsstaat en vrijheid in dit land te herstellen. 4-136
Figel’, Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, geachte leden van het Parlement, ik waardeer uw bijdragen die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. De Commissie deelt uw standpunten en is er ernstig bezorgd over dat de mensenrechten door de daden van de Eritrese regering in het gedrang komen. De regering legt de vrijheid van meningsuiting, informatie, vereniging en verplaatsing aan banden.
45 Mevrouw Lichtenberger en de heer Kohlíček stelden dit al deels aan de orde. De Commissie betreurt de afwezigheid van tekenen die duiden op democratische hervormingen in de nabije toekomst. De beknotting van de vrijheid van geloof maakt deel uit van een algemene trend waarin civiele en politieke rechten in Eritrea met voeten worden getreden. De Commissie kent het bestaan van recente rapporten van verschillende internationale partners die er melding van maken dat de Eritrese regering mensenrechten en religieuze rechten schenden en de vrijheid van sommige minderheden om hun godsdienst te belijden inperken. Volgens sommige informatiebronnen heeft de regering leden van onwelgevallige religieuze groepen, zoals Jehova’s Getuigen en aanhangers van het Baha'i-geloof, lastig gevallen, gearresteerd en opgesloten. Op 4 november is de Commissie getuige geweest van incidenten waarbij Eritrese veiligheidstroepen lukraak duizenden jongeren arresteerden die ervan verdacht werden de dienstplicht te ontlopen. Deze arrestaties vonden plaatsen in straten, winkels en kantoren, bij wegversperringen en in huizen. De gearresteerden worden vastgehouden in legergevangenissen waar ze naar men denkt zijn blootgesteld aan het risico van mishandeling. Volgens berichten zijn sommigen doodgeschoten en vele anderen verwond na een opstootje in een gevangenis. Familieleden en advocaten hebben geen toegang tot de gevangenen. Wat doen we eraan? De Commissie tracht het probleem aan te pakken door ondersteuning van bewustmakingsprojecten van NGO’s in Eritrea op het gebied van de mensen- en burgerrechten, en versterking van het maatschappelijk middenveld en de onafhankelijke media. Eritrea is een speerpuntland binnen het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, waarvoor 1,6 miljoen euro per jaar wordt vrijgemaakt uit de desbetreffende begrotingslijn. Het valt echter niet mee om projecten voor de mensenrechten en van civiele organisaties in kaart te brengen vanwege de beperkte capaciteit van het plaatselijke maatschappelijk middenveld en de broze politieke situatie. Ten tweede is de Commissie van oordeel dat zich een patroon van mensenrechtenschendingen ontvouwt waarvan de ontwikkelingen in coördinatie met de lidstaten van nabij worden gevolgd. De Commissie neemt de situatie onder de loep en zal spoedig komen met voorstellen op basis van de overeenkomst van Cotonou, waar de heren Kohlíček, Gahler en Tannock om vroegen. De Commissie benadrukt echter dat de dialoog met de regering van Eritrea met zeer veel moeite tot stand gekomen is. Nu dat het gelukt is, vindt de Commissie dat er in de dialoog moet worden gestreefd naar verbeteringen in de binnenlandse situatie en de buitenlandse betrekkingen. Wij willen dreigementen vermijden en zijn van mening dat het opbouwen van vertrouwen waarschijnlijk meer zal bijdragen aan een verbetering van de mensenrechtensituatie. De Commissie zal gedurende de dialoog
46
18/11/2004
mensenrechtenschendingen, in het bijzonder met betrekking tot de zogeheten Elf van Asmara en de gevangenschap van onafhankelijke journalisten, aan de kaak blijven stellen. Inzake de regionale betrekkingen sluit ik af met te zeggen dat de Europese Unie, als getuige bij de overeenkomst van Algiers over de oplossing van het grensconflict tussen Ethiopië en Eritrea, er veel waarde aan hecht de dialoog met beide partijen op een evenwichtige, open en weloverwogen wijze voort te zetten. 4-137
De Voorzitter. commissaris.
−
Hartelijk
dank,
mijnheer
de
4-141
De Voorzitter. − Voordat wij over het mondeling amendement van de heer Mann stemmen wil ik vragen of iemand bezwaar heeft tegen de indiening van dit amendement. (Het Parlement keurt het mondeling amendement goed) (Het Parlement neemt de gezamenlijke resolutie aan)2 *** Gezamenlijke ontwerpresolutie mensenrechten in Eritrea (RC-B6-167/2004)
(Het Parlement neemt de gezamenlijke resolutie aan)3 4-142
De stemming vindt aansluitend plaats.
Samenstelling commissies en delegaties: zie notulen
Het debat is gesloten.
4-143
Agenda voor de volgende vergaderperiode: zie notulen
4-138
Stemmingen 4-144
4-139
De Voorzitter. − Wij gaan nu over tot de stemming over de ontwerpresoluties die vanmiddag zijn besproken. Ontwerpresolutie 166/2004)
inzake
inzake
Ivoorkust
(RC-B6-
(Het Parlement neemt de resolutie aan)1 ***
Vergadering van dinsdag 21 december 2004: zie notulen 4-145
Besluiten inzake bepaalde documenten: zie notulen 4-146
Van de Raad ontvangen verdragsteksten: zie notulen 4-147
Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten: zie notulen
Ontwerpresolutie inzake Tibet (de zaak Tenzin Deleg Rinpoche) (RC-B6-169/2004) 4-148
Schriftelijke verklaringen (artikel 116): zie notulen
Vóór de stemming: 4-140
Mann, Thomas (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, wij stellen voor om uit het uitstekende verslag van onze collega Romeva i Roveda punt 20 over te nemen. Dat verslag over de opheffing van het wapenembargo met betrekking tot China is hier gisteren aan de orde geweest. Met uw welnemen zou ik daaruit het volgende willen citeren: verzoekt de Raad en de lidstaten het EU-embargo op de handel in wapens met de Volksrepubliek China te handhaven en de bestaande nationale beperkingen op dergelijke wapenverkopen niet af te zwakken; is van mening dat dit embargo gehandhaafd dient te blijven tot de Europese Unie een wettelijk bindende gedragscode voor wapenuitvoer heeft aangenomen en de Volksrepubliek China concrete stappen heeft ondernomen om de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren, onder andere door een ratificatie van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en door het volledig in acht nemen van de rechten van minderheden. Wij stellen voor om de exacte originele formulering van punt 20 op deze plaats in te lassen, omdat de betreffende tekst gisteren op brede steun kon rekenen.
4-149
Onderbreking van de zitting 4-150
De Voorzitter. − Ik verklaar de zitting van het Europees Parlement te zijn onderbroken. (De vergadering wordt om 16.20 uur gesloten)
2 1
zie notulen
3
zie notulen zie notulen
18/11/2004
47 INHOUD
18.11.2004 ..................................................................... 5 Opening van de vergadering ....................................... 5 Ingekomen stukken: zie notulen ................................. 5 Van de Raad ontvangen verdragsteksten: zie notulen ............................................................................ 5 Activiteiten van de Europese Ombudsman (2003) .... 5 Welkomstwoord ......................................................... 16 Stemmingen ................................................................ 16 Stemverklaringen....................................................... 26 Rectificaties stemgedrag: zie notulen ....................... 35 Bekendmaking gemeenschappelijke standpunten van de Raad: zie notulen ....................................... 35 Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering: zie notulen................................. 36 Debatten over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (artikel 115 van het Reglement) . 36 Stemmingen ................................................................ 46 Samenstelling commissies en delegaties: zie notulen46 Agenda voor de volgende vergaderperiode: zie notulen ............................................................. 46 Vergadering van dinsdag 21 december 2004: zie notulen ............................................................. 46 Besluiten inzake bepaalde documenten: zie notulen46 Van de Raad ontvangen verdragsteksten: zie notulen .......................................................................... 46 Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten: zie notulen................... 46 Schriftelijke verklaringen (artikel 116): zie notulen46 Onderbreking van de zitting ..................................... 46