Rede van de
Heer
VOORZITTER VAN
Jean
MONNET
DE HOGE AUTORITEIT
vöovr de Gemeenschappelijke Vergadering BUirSNGBWOtfZ
ZITTWG
(14 Januari lţ>54J
Mijnheer de Voorzitter, Mejuffrouw* Mijne Heren ! Het voornaamste doel van deze zitting van de Gemeenschappelijke Vergadering omvat een on derzoek van het investeringsbeleid, dat de Hoge Autoriteit zich voorste't te volgen. Het gaat hier namelijk niet om een pian, doch wel degelijk om een investeringsbeleid, d.w//„ om een beleid, dat de mogelijkheid biedt zich aan de middelen, waarover de Hoge Autoriteit kar. beschikken, alsmede aan de wijzigingen In de voorwaarden van economische of technische aard waarmede bij dít beleid rekening dient te worden gehou den, aan te passen. De eerste gemeenschappelijke Europese 'markt verschaft de bedrijvigheid van de ondernemin gen een. breder terrein, alsmede een nieuwe maatstaf voor de investeringen en nieuwe ont wikkelingsmogelijkheden.
In dit verband га! de Hoge Autoriteit thans aan de Gemeenschap een algemeen overzicht van de te dekken behoeften en de mogelijkheden tot expansie verschaffen. Dît overzicht, dat op gezette tijden 2aï worden bijgewerkt en gepubliceerd, žal met betrekking tot hun investeringsbeleid ten leidraad voor de producenten en de Gemeenschap in haar ^ehee] vormen. Dank zij de associatie, welke wij mei het Verenigd Kon ink rijk zulten aangaan, toi welk doel wij zojuist aan de Britse Regering hebben voorgesteld onderhandelingen te openen, za! ált overzicht nog worden Gezien de moeilijke mvestenngsvoorwaarden, welke ín Europa gelden, sieh dc Hoge Autoriteit thans pogingen in het werk om nieuwe mogelijkheden voor de financiering U* vinden, welke een aanvulling vormen op die, waarover de ondernvmmgen 'm omi- tsnden slechts met zoveel mobile- de beschikking kunnen krijgen. De Hogtk AutorUe-U wenst bij de Gemeenschappelijke Vergadering en de producenten geen enkele ι wij tel te laten bestaan aangaande de steeds opnieuw1 optredende moeilijkheden waarmede een voortgezette inspanning ín deze richting onophoudelijk te kampen zal, hebben, alsmede aangaande de vasthoudendheid en de inventieve gee-η. welke voortdurend daartoe vereist zuüen zíjn. De Hoge Autoriteit is van mening, dat het succes van haar actie op dit gebied de grondvoorwaarde is voor het beleid, waarvan, zij U thans een uiteenzetting geeft. In het kader van dit gezamenlijk streven, waarbij de door ons opgelegde heffingen een rol spelen, is de Hoge Autoriteit reeds met de Rege-
ring van de Verenigde Staten in onderhandeling getreden 1er bepaling ván de .modaliteiten ener ík moge hier herhalen, dat de Gemeenschap, toen щ zich tot de Verenigde Staten wendde, niet om steun verzocht, d o a om leningen- Het Europa in wording verschalt zichzelf door de uit breiding van haar productie de middelen om financiële verplichtingen op zich te nemen, welke het ook zal kunnen nakomen. De Hoge Autoriteit zal geen vast omlijnd programma opstellen voor de verdeling van de geldmiddelen, waarover zij de beschikking zal kri}Naar gelang van de СшапсШе bronnen, welke zullen kunnen worden verkregen en naar gelang van de behoeften van de Gemeenschap, zal zij de door de ondernemingen ingediende aanvragen aan een onderzoek onderwerpen, daarbij reke ning houdend met het belang van deze plannen ning» welke zij zich voor de financiering dezer plannen getroostenHet streven van de Hoge Autoriteit zal er in de eerste plaat« op zijn gericht een bijdrage te leveren tot de ontwikkeling en verbetering van de voor de ijser- en staalindustrie en de Europese industriële productie noodzakelijke grondstoffen. De plannen, welke de Hoge Autoriteit in eerste aanleg wenst door te voeren ten einde de verwezenlijking hiervan te vergemakkelijken, betreffen in werkelijkheid de productie van kolen en de opvoering van het rendement, alsmede de
bouw van eîecfcrische centrales hij de mijnen, de briefer en de våning en verwerking van het ijzererts. isäntiet t deel van dit eerste stadiWîn- De ijzeren staalindustrie xelí zal uit dese &щшикп£ onmiddellijke voordelen trekken« welke echter allerminst de enige behwven te zijn; naarmate de ПштсШ!е mo^ .Hjkhede« auch zullen verrui men* га! een de^) van ons streven er ift bestaan een bijdrage tot de modernisering van de instal latici van de ijzer- en «itøaiindustrie «If te leveren. Ten vindt* op realistische wìjm de slgemene doelstelling;en met betrekking toi de modernisering en de orientale op langt termijn van het fabricageproces alsmede de uitbreiding van de productiecapaciteit vast te aftellen, heelt de Hoge Autoriteit de waarschijnlijke ontwikkeling van o> vraag naar kolen ejrstaal, zoals dese door de economische deskundigen* «lie verleden Jaar ?ijn ļg&ruadpieiegd* was geschat,, vergeleken roet de daadwerkelijke door.de? ondernemingen arelf in* gestelde actiesDe Hoge Autoriteit w.nst dew *enrte conclu sies ter kennis van de Vergadering te brengen. dere algemene doelstellingen шп het Raadge vend Comité vóór hun ©penbasrrøakmg voorElk jaar zal dît onderzoek naar de vermoedelijke ontwikkeling van de vraag en deae enquête
worden ingesteld, terwijl de daaruit door de Hoge Autoriteit gemaakte gevolgtrekkingen', openbaar zullen worden gemaakt. Onder de huidige omstandigheden heeft de Hoge Autoriteit aan deze methode 4 e voorkeur gegeven boven het instellen van een dwingend voorschrift tot voorafgaande opgave van alle investeringen. De Hoge Autoriteit heeft er dan ook voor gewaakt, op het moment van de instelling van de, gemeenschappelijke markt geen verwarring te stichten bij de producenten ten aanzien van de voortzetting der lopende investeringen, door voorafgaande opgave verplant te stellen. Ik moge in dit verband nogmaals herhalen, hoezeer de Hoge Autoriteit er bij alle maatregelen, welke harerzijds werden getroffen, naar streeft, de overgang van nationale naar nieuwe vormen van de europese markt zonder stoten te doen verlopen. Deze verplichte opgave, waarvan de Hoge Autoriteit zich kan bedienen, zal in een geheel andere sfeer en ondar geheel verschillende voorwaarden kunnen worden gezien, wanneer de vooruitzichten op de gemeenschappelijke markt met die van de gezamenlijke producenten overeen zullen stemmen. Uiteraard zou de Hoge Autoriteit in de tussentijd verplicht kunnen zijn om van de bevoegdheden, welke zij krachtens artikel 54 bezit, gebruik ïe maken, één en ander in het geval, dat uit deze gegevens zou blijken, dat bepaalde projecten slechts met behulp van subsidies ïevens^vatbaar zouden zijn, hetgeen in strijd is met het Verdrag.
8
Voor wat het staal betreft, komt een beoogde productie van 50 milüoen ton over vier of vijf jaar overeen zowel met een tamelijk optimis tische schatting van de ontwikkeling van de vraag als met de verwachte resultaten van door de ondernemingen zelve gevoerde acties. In nagenoeg alle gevallen zal deze productieuitbreiding door modernisering van bestaande installaties worden verkregen,, &w.z* aonder de bouw van geheel nieuwe fabrieken. Deze moder nisering zal zowel de zojuist door mij aangestipte toename van de productiecapaciteit als een aan zienlijke verlaging van de kostprijs der ijzer- en staalproducten mogelijk maken. Dit is een aspect, waarop de Hoge Autoriteit niet genoeg de nadruk kan leggen. Immers, de toekomst vaň de staalproductie der Gemeenschap hangt af van het concurrentiever mogen van deze productie, zowel binnen de Ge meenschap als op de exportmarkten. De verla ging van de kostprijs van de ijzer- en staalin dustrie vormt dus een zeer voornaam element in de algemene doelstellingen, welke de Gemeen schap dient na te streven. Vergelijkt men deze productie met de huidige productie in de grote staalprodueerende landen, nl. 101 millióén ton in de Verenigde Staten en 38 milüoen ton in de Sovjetunie» en stelt men het lage verbruikspeil van staal in de Gemeenschap per inwoner vast {nauwelijks 200 kg tegen meer dan 600 kg in de Verenigde Staten en thans reeds 180 kg in de Sovjetunie), dan moet men wel tot de bevinding komen, dat een dusdanige doelstelling een minimum vormt, indien Europa
een aanvang wenst te maken met het inhalen van haar achterstand. Uit de aan.U uitgereikte rapporten zal het U bekend zijn, dat de door ás Hoge Autoriteit geraadpleegde economise'««; ¿'«kundigen wat de kolen betreft, tot een raming zijn gekomen voor een toename van de vraag met 25 å 35 millióén ton. Wíj mogen echter níet uit het oog verliezen, dat de kolen ín stijgende mate de concurrentie van andere krachtbronnen ondervinden, zoals electrictteit, aardgas* stookolie en wellicht binnenkort ook kernenergie. Bovendien zou het onvoorzichtig zíjn de productie te ontwikkelen tot een punt, waarop zij ín staat zcu zijn zelfs ín perioden van zeer boge conjuctuur aan elke toename van de vraag te voldoen; daaruit 2ou immers een moeilijke toestand voor de arbeidskrachten op ogenblikken van dalende vraag ontstaan. De voor de uitzondermgsperioden vereiste elasticiteit kan overigens în de invoer worden gevonden. Deze overwegingen vereïsen bijzondere voor» zichtigheid ten aanzien van de kolenmijnindustrie. De Hoge Autoriteit beschouwt het als haar pitch! met haar onderzoek en overleg voort te gaan» alvorens zij zich op een algemeen beleid met betrekking tot de ontwikkeling op lange termijn vastlegt. Wat daarentegen de pogingen* welke m de loop van de volgende jaren dienen te worden ondernomen, betreft, kunnen re£*ds enkele gevolgtrekkingen als vaststaand worden aangenomen.
до
Ten einde de bevoorrading van dc gcpmiec-
teerde productie van 50 millióén ton staal te verzorgen, wordt een bijkomende productie van ongeveer 10 mUUocn ton cokes, ofwel 15 milUoen ton cokeskoïen, vereist. Deze doelstelling komt over het geheel genomen overeen met de door de ondernemingen ín uitvoering genomen projecten, zoals uit de door *4· Hoge Autoriteit ingestelde enquêtes it geblekenBovendien wordt een zo sterk mogelijke verlaging van de kostprijs van kolen en de zorg voor een zo goed mogeUjk gebruik van deze grondstof» tegenover de andere energiebronnen, welke zich aan het ontwikkelen zijn* uiterst dringend. UH dien hoofde dienen hiertoe onverwijld twee soorten maatregelen ie worden genomen. De eerste soon heeft ten doel. kolensoorten welke moeilijk te verkopen zijn, voor hei gebruik 1er plaatse zonder transportkosten fe gebruiken. Dit brengt, op het tijdstip» waarop de ontwikkeling van de hydro-electrische installaties geringere voortgang begint te maken* de bouw van moderne eleetrïsehe centrales met zich mede, welke niet alleen het mijnbedrljf van energie kunnen voorzien, doch tevens een extra-hoe\reelbeld eleetrisehe stroom aan andere verbruüters kunnen leveren. In dezelfde gedachtengang dienen ook de ond rzookmgswerkzaamljeden met betrekking tot de totale vergassing van kolen actief te worden voortgezet. Voorts dienen andere maatregelen ten doel te hebben de productie te moderniseren» ten einde een aanzienlijke opvoering van het rendement per arbeider en een verlaging van de kostprijs mogelijk te maken.
и Wat tenslotte het ijzererts betreft, zou een pro
ductie van 50 milliœn ton staal een extra-bevoorrading met ongeveer 15 milliœn ton ijzererts vereisen. Het grootste deel van deze toename zal zonder twijfel door de Gemeenschap zelf kunnen worden opgeleverd. Het merendeel van de mijnen van de Gemeenschap leent zich namelijk tot een algemeen gebruik van de meest moderne uitrusting, welke een belangrijke verhoging van het rendement mogelijk maakt, alsmede een daarmede overeenkomende daling van de kostprijs. Dit zíjn dan de grote lijnen van deze algemene doelstellingen, welke de ondernemingen van de Gemeenschap tot leidraad moeten dienen.
Deze ontwikkeling en modernisering zullen kunnen leiden tot een geleidelijke vervanging van de productie, welke een last voor de Ge* meenschap vormt, door een productie in een economisch meer verantwoorde vorm. Dit is een uiterst belangrijke voorwaarde* waaraan moet worden voldaan alvorens een verhoging van het levenspeil mogelijk is. Om echter deze resultaten te kunnen bereiken, dient een hoogst belangrijke hinderpaal uit de weg te worden geruimd, In onze Europese landen heeft de zorg, zelfs verouderde productiemethoden te handhaven» uit vrees dat de bij deze productie betrokken arbeidskrachten werkloos zouden worden, dikwijls remmend op de vooruitgang der economie gewerkt. Het instandhouden van dergelijke bedrijven werkt remmend zowel op de verlaging van de kostprijzen als op de verhoging van de lonen.
12
Niais ïs van meer belang voor de toekomst van de Europese economie dan deze tegenstrijdigheid tussen de zorg voor stabiliteit en de dwingende eis tot vooruitgang te overwinnen. Doch, ien einde deze doorslaggevende omwenteling te vol* brengen, dienen wij aan deze onder or^unstige voorwaarden tewerkgestelde groep arbeidskrachten de middelen ter beschikking W stellen om de lasten en risico's, welks? deite noodzake.ïijfcc verandering met zich m&nvbvengl. te helpen dragen, DA 'm nu juist '¿Ín en doel van de bepalingen van het Verdrag met betrekking lot d ė wederaanpassing. Voor de eerste maai wordt 'm ome tanden gepoogd dli vraagstuk rechtstreeks tot optoning ie brengen, terwijl de benodigde geld middelen daarvoor ter beschikking staan. De vergoedingen voor wachten of voor veran derde huisvesting, alsmede de Ikosten voor her scholing, kunnen door de uit de heffing afkom stige middelen worden gedekt Wij hopen, dat de Vergadering zal begrijpen, dat er op dit gebied geen oplossingen bestaan, welke overal en te aììen tijde kunnen worden toegepast, maar *dat de t^rffteüijke toestanden» waarvoor wij ons geplaatst zullen den, steeds opnieuw andere oplossingen vereisen. Ten einde aan de verplichtingen van de Gemeenschap te kunnen voldoen, hfeft de Hoge Autoriteit zojuist een hoogst belangrijke beslis 4ng genomen, n.L een begin te maken mei het aanleggen van een reserve uit de haar ter beschikking staanáe middelen met het oog op de bijdrage, welke zij mogelijk zal dienen te leveren tøf ondersteuning van die werkkrachten, welke zich eventueel zou-
den verplaatsen van oneconomische bedrijven naar die, welke op economisch meer verantwoorde wijze werken. Deze rechtstreekse hulp aan de Arbeidskrachten gaat trouwens met andere mogelijkheden van actie gepaard. Bij het onderzoeken der investeringen zal door de Hoge Autoriteit met de door bepaalde ondernemingen op het gebied van kolen en staal ontworpen reorganisaties, waardoor de bedrijvigheid en de werkgelegenheid gehandhaafd kunnen blijven, rekening worden gehouden, terwijl door het vergemakkelijken van het veranderen van huisvesting het beleid met betrekking tot de arbeiderswoningbouw aan een der voornaamste voorwaarden voor het opnieuw tewerkstellen der werkkrachten voldoet. Het is níet aan de Hoge Autoriteit om te beslissen, welke ondernemingen de voorwaarden van hun bedrijvigheid dienen te wijzigen. De ondernemingen behoren onder eigen verantwoordelijkheid te beoordelen în welke richting zij zich wensen te bewegen. Zij weten immers van te voren of deze reorganisatie de positie van hun arbeidskrachten nadelig zal beïnvloeden en zijn derhalve verplicht de Hoge Autoriteit en de Regeringen tot wier jurisdictie zij behoren» tijdig daaromtrent in te lichten, opdat de noodzakelijke maatregelen kunnen v/orden genomen. Op het gebied van de wederaanpassing namelijk treedt de Gemeenschap niet alleen op. Krachtens het Verdrag is het aan de Regeringen, de vraagstukken, welke zich met betrekking tot de wedertewerkstelling van arbeidskrachten voordoen, aan haar voor te leggen.
De bestudering van de mogelijkheden tot wedertewerkstelling der arbeidskrachten dient door de Hoge Autoriteit en de Regeringen gemeen*· schappelijk te worden ondernomen. De niet terugvorderbare steun dient voor de ene helft door de Gemeenschap, voor de andere door de Regeringen te worden gedragen. Ontwerpen voor het scheppen van nieuwe vormen van bedrijvigheid, w?Ike zelfs buiten het kader van de kolen- en staalindustrieën kunnen vallen, komen eveneens voor financiële hulp ïn aanmerking» op voorwaarde, dat zowel door de betrokken Hegering als door de Hoge Autoriteit zelf daartoe toestemming wordt verleend en dat deze laatste de instemming van de Raad van Ministers verwerft : het ware niet denkbaar* dat zulk een toestemming zou worden verleend, indien de betrokken Regering niet self een deel van de inspanningen ten behoeve van de arbeidskrachten voor haar rekening zou nemen. Gezien'de belangrijkheid van de heffing, zowel voor wat de wederaanpassing als de financiering dor investeringen betreft, heeft de Hoge Autoriteit besloten dit bedrag naar gelang van de verplichtingen! waaraan a j zal dienen te voldoen, te verdelen. De huidige financiële hulpbronnen van de Gemeenschap en de over het eerste halfjaar van 1954 verwachte inkomsten vertegenwoordigen tezamen de tegenwaarde van 48 millióén dollar. De Hoge Autoriteit heeft van dit bedrag iüt~
15 — als voorlopige toewijzing voor de instelling van een garantifonds voor de door haar op te nemen leningen, een bedrag van 35 mil lióén dollar; — als voorlopige toewijzing voor de wederaanpassing» een bedrag van 7 millióén dollar; — als voorlopige toewijzing voor technisch en nomisch onderzoek van belang voor de productie en de arbeidsveiligheid, een eer ste bedrag van één miiUoen. Wat de administratieve uitgaven betreft is de Hoge Autoriteit van mening, dat de kosten van de vier instellingen van de Gemeenschap voor het tweede somester van het lopende boekjaar, dus voor het eerste halfjaar van 1954 niet meer dan 5 millióén dienen te belopen; de reeds gedu rende het verstreken halfjaar bespaarde gelden worden van blijvende aard geacht. Zoals ik U reeds bij een vorige, zitting heb medegedeeld, zullen deze uitgaven tot in bijzon derheden openbaar worden gemaakt. De Hoge Autoriteit heeft in overeenstemming met de Commissie van de Vier Voorzitters een methode ingevoerd, waardoor een ieder tot in de kleinste bijzonderheden zal weten hoe de geld middelen van de Gemeenschap worden aange wend. Volgens deze methoden, welke, voorzover wij weten» in geen van onze landen bestaat, wordt gedurende het lopende boekjaar de stand der uitgaven per hoofdstuk, per artikel en zelfs per post bekend gemaakt. De publļicatie inzake de uitgaven over het eerste halfjaar van het boek-
jaar 1653-1954 zal in de komende weken plaatsvinden. De instellingen hebben alreeds een staat hunner administratieve uitgaven over het eerste boekjaar aan de Commissie voor de Comptabiliteit en Administratieve Aangelegenheden overHieruit zal men vooral gemakkelijk kunnen zien, dat geen enkele uitgave op generlei wijze voor andere doeleinden is besteed dan die welke in het bijzonder de Gemeenschap voor Kolaa en Staal betreffen. De enquête, welke door de Hoge Autoriteit is ingesteld naar de financieringsvoorwaarden voor de investeringen in de mdustrieëa van de Gemeenschap, toont aan hoe noodzakelijk het is andere hulpbronnen dan die welke Europa zelf ter beschikking staan, te verkrijgen» alsmede de noodzaak er naar te streven de aan de nieuwe financieringen verbonden kosten te verlichten. De werkelijk verachte brato-investeringen ín de kolenmijnindustrie van de Gemeenschap, in de verschillende nationale valuta, vertegenwoordigen een totaal van ongeveer 530 milHoen dollar in 1952 en 550 millióén dollar in 1953. Ret onderzoek van de verschillende önancieringsbronnen toont aan, welke moeilijkheden de ondernemingen ontmoeten ten einde een dergelijk investeringspeil te waarborgen. Uit de traditionele middelen ter dekking van de investeringen — eigen geldmiddelen der ondernemingen en beroep op de geld- en kapitaalmarkt — kon in 1952 en 1953 nauwelijks meer dan de helft van het totale !>edrag der verrichte investerin-
17 gen v/orden gedekt. Bijna de helft van deze investeringen kon slechts door uitzonderlijke middelen, bankcredieten op korte termijn of financiering van overheidswege, worden gewaarborgd. ijzer- en staalindustrie 2ijn vrijwel geheel ana* geven thans een nauwkeurige omvan onze onderzoekingen terzake en z u ü en Uw Commissie voor de Investeringen van de resultaten daarvan in kennis «tellen. Deze toestand is tuet nieuw, zij bestond practisch reeds onmiddellijk na beëindiging van de oorlog en er komt g ^ n v< 'betering in. Uit de financieringstabel blijkt, zowel voor kolen als voor staal, een steeds grotere uitputting van de ondernemingen, welke hun absoluut noodzakelijke werkzaamheden slechts ten koste van voortdurend onzekerder en meer kostbare financieringen kunnen uitvoeren. De rentevoet bedraagt
regelmatig 7 en δ */· (soms meer) voor leningen, welke dikwijls minder dan 5 jaar lopen en welke leningen op lange termijn worden genoemdj wanneer zij 10 of 15 jaar lopen» Moet er nog aan worden herinnerd, dat een lening tegen 6 V» en met 10 jaar looptijd, een totale financiële last betekent van bijna 14 Чш per jaar» welke nood zakelijkerwijze een terugslag op de prijzen te weegbrengt en tenslotte doar de verbruiker 7
Hoe zouden de basisindustrieën, wier kostbare investeringen slechts over een langdurige periode kunnen worden afgeschreven, op den duur zulke hoge rentepercentages kunnen verdragen bij leningen van een dergelijke korte looptijd ?
Tegelijkertijd gaan de ondernemingen in de Verenigde Staten leningen aan tegen een tussen 3 en 4 V» liggende rentevoet met aflossingsperioden, welke tot 25 jaar lopen; in Groot-Brittantttë ligt de rentevoet voor even lange aflossingsperioden tussen de 4 en S ft/#* Be bijdrage van de Hoge Autoriteit kan noodzakelijkerwijs slechts een deel van de totale financiering uitmaken. Het sal echter een wezenlijke- bijdrage zijn, omdat zij zowel door middel van de op te nemen leningen als door de te verstrekken garanties geheel zal zijn bestemd voor het verstrekken van nieuwe financieringsmiddelen aan de ondernemingen, welke deze normalerwijze niet zouden kunnen verkrijgen.
De Hoge Autoriteit zal pogen aan de ondernemingen kapitaal te verschaffen tegen renteen aílassíngsvoorwaarden, welke gunstiger zijn dan díe, waaraan zíj thans ín het algemeen zijn onderworpen- Het ligt In haar bedoeling voor elke groep van projecten leningen te verstrekken tegen voorwaarden, welke voor alle betrokken ondernemingen gelijk zijn- De Hoge Autoriteit is ervan overtuigd, dat deze aanvullende kapitaals* voorziening tegen een uniforme rente het begin zal kunnen zijn van een grotere eenheid in de wijze, waarop onze industrieën worden gefinancierd en t'en doeltreffende bijdrage zal leveren tot de noodzakelijke wijziging der Europese financieringsvoorwaarden. In hoeverre de pogingen van de Hoge Autoriteit ook mogen slagen, alle vraagstukken met betrekking tot de financiering zullen daarmede
19
niet Stijn opgelost, investering in zware indus* íríeên, zoals åle van de Gemeenschap, zou op den duur niet mogelijk zijn, indien de ДпаосШе hulpbronnen in Europa zeil zo zeldzaam en го bezwaarlijk blijven. Gemeenschappelijke actie van de Hoge Autoriteit tezamen met de Regerin
gen is zowel (en aanzien van dít financiële vraagstuk ate met betrekking tot dat van de ontwikkeling van hei verbruik van kolen en statuì onont-
Voor de eerste maal worden verschillende acties, zoals : ontwikkeling en verbetering van de productie, wc-derasnpiming,, het onderzoek naar nieuwe financíele hulpbronnen, recht*streek^« in Algemene zin en op mn Europees plan ter band genomen. Zij zullen van diepgaande invloed zíjn op de voorwaarden voor de bedrijvigheid der ondernemingen en op hes leven âex arbeiders. Zìi zullen de rol van zuurdesem speien bij de groei en de modernisering van de economieën onzer landen. Voor het «retslagen van dit beleid Is het noodzakelijk zonder een ogenblik van verslapping en met vasthoudendheid een actie te voeren om de oude gewoonten te doen verandefen. De Hoge Autoriten maakt zich geen enkele illusie omtrent de moeilijkheden, welke zij op haar weg zal ontmoeten- Zij doet een beroep op het begrip van industriëlen en arbeiders» op de roedewerking der Regeringen» op de steun van deze Gemeenschappelijke Vergadering» opdat onze gemeenschappelijke wilskracht ons in staat zal stellea deze grote onderneming te volbrengen.