Voorstel aan dagelijks bestuur Datum vergadering Steller / afdeling Bestuurder Programma Routing
25-03-2014 M.J. Potter / Projecten en waterkeringen L.H. Dohmen Waterkeringszorg DB
Agendapunt Openbaar Bijlage(n) Registratiecode
7 Ja 2
*140889*
Onderwerp Eerste beoordeling nieuwe normering Deltabeslissing Waterveiligheid Voorstel Instemmen met verzending van de bijgevoegde conceptbrief. Samenvatting Binnen het Deltaprogramma wordt toegewerkt naar de Deltabeslissing Waterveiligheid. Deze beslissing bevat een landsdekkend normvoorstel voor de waterkeringen. De waterschappen worden in drie rondes gevraagd een reactie te geven op de normering: - in maart vindt een eerste consultatieronde van de normen plaats, dit betreft een beoordeling van de concept deltabeslissing en bijbehorende concept normen; - tussen half april en mei vindt een tweede consultatieronde plaats; - bij vaststelling van de concept wetgeving na 2015 vindt een formele uitvoerbaarheidstoets plaats op basis van het wetsvoorstel.
./.
Bij deze eerste consultatieronde is door de Unie van Waterschappen gevraagd om in te gaan op de verwachte consequenties van de concept normen aan de hand van een aantal generieke vragen. In de bijgevoegde conceptbrief zijn deze vragen beantwoord. Op dit moment wordt er door het Deltaprogramma Veiligheid (DPV) een andere, lagere, normering voorgesteld dan door het Deltaprogramma Rivieren (DPR). Alleen de normering, zoals voorgesteld door DPR is voor onze dijkringen acceptabel. De normering voor de overstromingskans conform DPR is als volgt: - 1/300 voor de overige dijkringen; - 1/1000 voor o.a. Maastricht-West; - 1/3000 voor Maastricht-Oost. Voor de overige punten verwijs ik u naar de bijgevoegde conceptbrief. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
140889
Unie van Waterschappen De heer ir.ing A.J. Vermue Postbus 93218 2509 AE 'S-GRAVENHAGE
Sittard, uw kenmerk : 70203/LH uw brief van : 13 februari 2014 ons kenmerk : 201402890 *201402890* onderwerp
behandeld door : ing. M.J. Potter doorkiesnummer : 046-4205794 e-mail :
[email protected]
:
eerste beoordeling nieuwe normering Deltabeslissing Waterveiligheid
Geachte heer Vermue, Op 6 maart 2014 heeft u het waterschap het 'concept nieuw waterveiligheidsbeleid; versie 4 maart 2014' toegezonden. Het door u toegezonden document is afkomstig van het Deltaprogramma veiligheid (DPV), met inbreng van de gebiedsgerichte deelprogramma’s en nieuwbouw en herstructurering. Op basis van dit document hebben wij een eerste beoordeling uitgevoerd over de consequenties van de nieuwe concept normen. In de bijlage treft u de beantwoording van de door u voor het proces geformuleerde vragen. De volgende punten zijn hierin voor ons het belangrijkst. 1. Er zijn momenteel twee afwijkende sets met nieuwe normen in omloop die zijn opgesteld door respectievelijk het Deltaprogramma veiligheid (DPV) en het Deltaprogramma rivieren (DPR). De door DPR gecommuniceerde zijn onderverdeeld in een overstromingskans van: • 1:300 (overige dijkringen); • 1:1000 (o.a. Maastricht-West); • 1:3000 (Maastricht-Oost). Eenduidige normvoorstellen vanuit het DPV en het DPR/de gebiedsgerichte deelprogramma’s is noodzakelijk, waarbij wat ons betreft het DPV de normering van het DPR integraal dient over te nemen.
Waterschap Roer en Overmaas Postbus 185, 6130 AD Sittard • Parklaan 10, 6131 KG Sittard 046-4205700 •
[email protected] • www.overmaas.nl Nederlandse Waterschapsbank N.V. 63.67.52.658 IBAN NL42NWAB0636752658 • BIC NWABNL2G btw-nummer NL8123.61.155.B01 • KVK 14130516
ISO 9001:2008 GECERTIFICEERD
Waterschap Roer en Overmaas
2. Bij de start van het proces om voor de norm van de primaire waterkeringen over te gaan
van een overschrijdingsnorm naar een overstromingsnorm, is als vertrekpunt gehanteerd dat de huidige beschermingsniveaus bij het omzetten van de norm niet achteruit zouden gaan. De huidige norm van de primaire waterkeringen in ons beheersgebied is uitgedrukt in een 1:250 overschrijdingsnorm. Indien gekozen wordt voor de norm 1:100 betekent dit dat mensen er effectief op achteruitgaan, hetgeen voor ons onacceptabel is. 3. Tot slot willen we erop wijzen dat een heldere rol- en taakafbakening tussen de opgave in
dijkversterking en rivierkundige maatregelen essentieel is voor de implementatie van de nieuwe normering, onder riviertak brede regie. Hierbij hoort een helder afgebakende en afrekenbare opgave voor alle betrokken overheden.
Hoogachtend, het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
201402890
2/4
Waterschap Roer en Overmaas
BIJLAGE Beantwoording van de door u voor het proces geformuleerde generieke vragen 1. Zijn de normwaarden (zoals afgeleid uit Lokaal Individueel Risico (LIR), Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) en groepsrisico) voor uw waterschap acceptabel en realistisch? Nee, de landelijk gehanteerde werkwijze is geen robuuste benadering voor de Limburgse dijkringen in het geval dat er, zoals DPV nu voorstelt, voor 1:100 wordt gekozen. Bij een keuze voor 1:100 resulteert dit erin dat er geen garantie is voor de basisveiligheid (1e doel waterveiligheidsbeleid: 'veiligheid voor iedereen'). Voor ons is derhalve alleen een ondergrens van 1:300, zoals voorgesteld door DPR, acceptabel. 2. Uitlegbaar: is er een consistente redeneerlijn toegepast voor het indelen in dijkringtrajecten en het afleiden van normwaarden? Is er een consistente redeneerlijn toegepast voor het indelen in dijkringtrajecten? • De vraag voor het indelen in dijkringtrajecten is voor ons waterschap niet relevant, omdat de dijkringen in ons beheersgebied relatief klein zijn en er hierdoor ook geen splitsing van de dijkringen in dijkringtrajecten heeft plaatsgevonden. Is er een consistente redeneerlijn toegepast voor het afleiden van normwaarden? • De redeneerlijn is niet uitlegbaar indien gekozen wordt voor het voorstel van DPV, omdat daarmee niet de basisveiligheid gegarandeerd wordt. • De redeneerlijn is uitlegbaar indien conform voorstel van DPR voor een ondergrens van 1:300 gekozen wordt. 3. Wat verwacht u als belangrijkste consequentie van wet en –regelgeving in voorbereiding? •
• •
• •
Om de norm in 2050 te kunnen halen, is het belangrijk om af te spreken wie waarvoor aan de lat staat. Voor het waterschap betekent dit een ontwerpwaterstand van de waterkering waaraan voldaan moet worden en waarvoor het waterschap verantwoordelijk is. Een (wettelijk verankerde) regierol op riviertakniveau (Maas van Eysden tot Hollands Diep) is wenselijk om het geheel aan maatregelen ten aanzien van volgordelijkheid en resultaat te sturen en te bewaken. Wet- en regelgeving moet kaders geven voor: o de aanleg en toetsing van de waterkeringen ontworpen met de nieuwe overstromingskansbenadering; o het moment dat de beheerder van de waterkering aan de nieuwe eisen moet voldoen; en o de financiële kaders voor het behalen van de doelstellingen. Vooruitlopend op de wettelijke verankering in 2017 moet het mogelijk zijn om al te anticiperen op de nieuwe normen (Raad van State 'proof' kunnen ontwerpen). Om (daar waar geen noodzaak is) regret investeringen te voorkomen en te investeren met een actuele urgentie, dient de nieuwe normering z.s.m. in het nHWBP te worden opgenomen.
201402890
3/4
Waterschap Roer en Overmaas
4. Is het tijdpad om aan de norm te voldoen (2050) acceptabel en realistisch voor uw waterschap? Hierop is nu geen eenduidig antwoord mogelijk: • De uitkomsten van het regioproces zijn nog niet omgezet in concrete besluitvorming. • De benodigde financiering voor het behalen van de opgave is nog niet geregeld. 5. Geven aspecten evacuatiefractie, vitale en kwetsbare infrastructuur en buitendijkse gebieden (voor zover opgenomen in de Deltabeslissing) nog aanleiding tot het maken van opmerkingen? • •
Voor kleine dijkringen geldt dat ze bij een - plotse - dijkdoorbraak snel volstromen met bijbehorend risico op slachtoffers (Veiligheid paradox). Evacuatie dient in ons beheergebied plaats te vinden op basis van neerslagvoorspellingen, niet op basis van daadwerkelijk gemeten neerslag. Het tijdsbestek tussen het vallen van de neerslag en de benodigde evacuatie is te kort.
6. Heeft u nog aandachtspunten voor beheer en onderhoud, vergunningverlening en handhaving? Het is van groot belang dat plannen voor rivierverruiming worden vastgelegd in ruimtelijke reserveringen (Barro). Deze dienen een solide basis te vormen voor een toekomstbestendig vergunningbeleid, handhaving en ruimtelijke ordening. 7. Zijn er specifieke omstandigheden binnen het beheersgebied, die tot specifieke opmerkingen over de Deltabeslissing leiden? Ja, de overstroombaarheidseis die nu nog geldt voor de dijkringen in ons beheersgebied dient bij de Deltabeslissing komen te vervallen. 8. Wat is volgends u nodig om in 2017 te kunnen starten met het toetsen aan de nieuwe overstromingsnormen? Voor 2017 dient het instrumentarium en de daarbij behorende eenduidige werkbeschrijving beschikbaar te zijn. 9. Wat is volgens u nodig voor een goede implementatie van de nieuwe normering? Zie antwoord 8.
201402890
4/4