Advies aan Dagelijks Bestuur Adviseur
:
Jos Saes/Peter Schrijvers
Datum
:
30 maart 2015
Onderwerp/Verzoek Mergelland
:
voorgenomen opheffing van de GR Pentasz
Algemeen Bestuur Publiceren Onder intrekking van
: : :
ja, besluitvorming neen nvt.
Advies : o instemmen met de voorgestelde procedurebeschrijving en de daarin opgenomen processtappen (zie hieronder en bijlage 1) o in te stemmen met het concept-voornemen tot opheffing van de GR Pentasz o dit concept-voornemen door tussenkomst van de directeur voor advies voor te leggen aan de OR o het concept-voornemen en het advies van de OR aan het AB ter vaststelling aan te bieden met het verzoek dit door tussenkomst van de colleges voor besluitvorming voor te leggen aan de raden.
Besluit DB d.d.
:
Dhr. J.L.H.J. Saes Secretaris
Dhr. Mr. J-P. Kompier Voorzitter
Blad 1 van 6
Inleiding Na de vaststelling van het Bedrijfsplan “Gezamenlijke uitvoeringsorganisatie sociale dienst Maastricht-Heuvelland” door de colleges en de raden van de zes betrokken gemeenten kan een start worden gemaakt met de implementatiefase van de beoogde uitvoeringsorganisatie. Deze fase is erop gericht om per 1 januari 2016 de (gezamenlijke) uitvoeringsorganisatie operationeel te laten worden. De voortgang van de planning in de implementatiefase brengt nu ook met zich dat de gevolgen voor de gemeenschappelijke regeling Pentasz per 31 december 2015 geregeld moeten worden. Operationalisering van de gezamenlijke nieuwe uitvoeringsorganisatie middels een centrumgemeenteconstructie Maastricht betekent dat de nu geldende gemeenschappelijke regeling Pentasz opgeheven en geliquideerd zal moeten worden. Overwegingen Opheffing van de gemeenschappelijke regeling Pentasz heeft tot gevolg dat de in die regeling door de deelnemende raden en colleges overgedragen (gedelegeerde) taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden ingetrokken worden en weer terugkomen bij de oorspronkelijk bevoegde bestuursorganen (raden en colleges) van die vier gemeenten: Eijsden-Margraten, Meerssen, Gulpen-Wittem en Vaals. Die bevoegdheden van de raden en colleges (sedert 1 januari jl. op basis van de Participatiewet) zullen per 1 januari 2016 als volgt verdeeld worden: • kaderstellende beleidsvoorbereiding en het vaststellen van verordeningen in dat verband zullen door de betrokken gemeenteraden dienen te gebeuren. In die zin krijgen de raden dus ruimere bevoegdheden dan nu het geval is bij de gemeenschappelijke regeling Pentasz. Al die bevoegdheden zijn nu immers integraal overgedragen aan de organen van die regeling; • de uitvoering van dat beleid en die verordeningen zullen door de colleges door het aangaan van de nieuwe gemeenschappelijke regeling “Gezamenlijke uitvoeringsorganisatie” (centrumgemeente Maastricht) opgedragen (= gemandateerd) worden aan het college van Maastricht als centrumgemeente. De daadwerkelijke uitvoering zal dan gebeuren door de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. Omdat dit op basis van een mandaatverhouding gebeurt, blijven de colleges politiek en bestuurlijk verantwoordelijk voor die uitvoering. De controletaak van de raden heeft daar dus ook betrekking op. Ook in die zin krijgen de raden een ruimere bevoegdheid dan nu het geval is op basis van de GR Pentasz. Om dit proces van opheffing en liquidatie en de daarmee samenhangende intrekking van de gedelegeerde taken en bevoegdheden zorgvuldig te laten verlopen is een tijdige besluitvorming over opheffing en liquidatie van de gemeenschappelijke regeling nodig. Er moet immers in deze overgangsfase sprake zijn van een “going concern”: de interne bedrijfsvoering en externe dienstverlening aan de klanten van de GR Pentasz moet naadloos overgaan naar de nieuwe (gezamenlijke) uitvoeringsorganisatie. De planning van de daarvoor noodzakelijke processtappen is opgenomen in bijlage 1 bij deze notitie. In deze notitie zal ik nader ingaan op een aantal van deze processtappen.
Blad 2 van 6
Processtappen 1 en 2 Formeel ligt de bevoegdheid tot het opstellen van een voornemen tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling bij het Algemeen Bestuur (AB). Dit is immers het hoogste orgaan van het openbaar lichaam Pentasz (zie artikel 12, lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen, hierna: Wgr). Daarin zijn ook de bestuursorganen (raden en colleges) van de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd (zie artikel 6, GR Pentasz). Het Dagelijks Bestuur (DB) is belast met de voorbereiding van dit voornemen (zie artikel 12, sub b, GR Pentasz). Het voornemen tot opheffing van de GR Pentasz moet voor advies worden voorgelegd aan de Ondernemingsraad (OR) van het openbaar lichaam Pentasz (zie artikel 25, lid 1 sub c Wet op de ondernemingsraden, hierna: WOR). In dit verband is het concept voornemen van het AB tot opheffing als bijlage 2 bij deze notitie gevoegd. In dit verband wil ik erop wijzen, dat het adviesrecht van de OR in deze richting gegeven wordt door het OR-advies wat uitgebracht is over het bedrijfsplan. In dat plan ligt immers de grondslag om tot opheffing en liquidatie van de GR Pentasz over te gaan. In die zin is het concept-voornemen niet meer en niet minder dan een logisch vervolg op het bedrijfsplan. Als bestuurder in de zin van de WOR zal ik, na bespreking van dit concept -voornemen in het DB, dit voor advies aan de OR voorleggen. Het door de OR uit te brengen advies kan, na kennisneming daarvan door het DB, bij het concept-voornemen tot opheffing worden gevoegd dat aan het AB ter vaststelling wordt voorgelegd. Processtappen 3 en 4 Na bespreking en vaststelling van het concept-voornemen kan dit door het DB namens het AB door tussenkomst van de colleges aan de raden van de deelnemende gemeenten ter besluitvorming worden voorgelegd. Op grond van artikel 27, lid 1 GR Pentasz zijn alleen de raden bevoegd tot het nemen van een besluit tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Een opheffingsbesluit is genomen als drie van de vier raden daartoe besluiten. Dat de stemmen eventueel staken dan wel dat de meerderheid tegen opheffing is, moet denkbeeldig worden geacht, omdat immers al met het bedrijfsplan is ingestemd. Processtappen 5 t/m 10 Het gevolg van het nemen van het opheffingsbesluit is dat het openbaar lichaam Pentasz nu in staat van liquidatie komt re verkeren. Daarom dient ook bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen achter de naam van Pentasz i.l. (in liquidatie) te worden vermeld. Dit is gericht op derden die in het maatschappelijke en (privaatrechtelijk) rechtsverkeer met het openbaar lichaam Pentasz te maken hebben dan wel krijgen. Voor de publiekrechtelijke rechtshandelingen die nog verricht zullen worden, hoeft deze vermelding niet plaats te vinden. Deze gebeuren immers niet door de rechtspersoon Pentasz, maar door de (daartoe bevoegde) bestuursorganen (AB, dan wel DB, c.q. de mandaathouders van deze). Op het opstellen van het liquidatieplan is artikel 27, leden 2 t/m 4 GR Pentasz van toepassing. Voor het opstellen hiervan is het DB verantwoordelijk. Dit wordt hierin ondersteund door een team dat bestaat uit de extern adviseur die de opheffing en liquidatie voor de Gr Pentasz begeleidt, de accountant en de controller van Pentasz. Het op te stellen liquidatieplan inventariseert de vermogensrechtelijke positie van het openbaar lichaam. Onderdeel daarvan maken in ieder geval de eventuele personele
Blad 3 van 6
gevolgen van de opheffing. Zonder op het plan vooruit te willen lopen, is de verwachting gerechtvaardigd dat de personele gevolgen adequaat afgewikkeld zullen worden op basis van het sociaal plan, dat is opgesteld voor de vorming van de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. Mochten er onverhoopt toch nog personele gevolgen uit de opheffing volgen (bijvoorbeeld boventalligheid), dan zullen die in het liquidatieplan worden meegenomen. Dat kan betekenen dat voor die gevallen een afzonderlijk sociaal plan vastgesteld zal moeten worden waarin de rechtspositie van de betrokken medewerkers geregeld wordt. Voor de uitvoering en de (financiële) gevolgen daarvan blijven de aan de GR Pentasz deelnemende gemeenten verantwoordelijk. Het concept-liquidatieplan wordt door het AB aan de raden voorgelegd. Deze kunnen daarover hun zienswijzen kenbaar maken. Na verwerking van eventuele zienswijzen wordt het liquidatieplan vastgesteld door het AB. De raden worden hiervan op de hoogte gesteld. Processtappen 11 t/m 14 Na vaststelling van het plan dient daarvan de vereffening uitgevoerd te worden. De wijze van vereffening (en de verdeelsleutel over de deelnemende gemeenten van een positief dan wel negatief saldo) is reeds opgenomen in het vastgestelde liquidatieplan. Op grond van artikel 27, lid 5 GR Pentasz treedt het DB op als vereffenaar. Formeel eindigt de vereffeningsfase als het liquidatieplan is uitgevoerd. Dan verkrijgt het opheffingsbesluit rechtskracht in die zin, dat het de basis vormt voor de doorhaling van de registratie van de GR Pentasz in de gemeentelijke registers en in het Handelsregister. Hierbij moet echter worden opgemerkt, dat dit bij het openbaar lichaam Pentasz langer duurt. Formeel moet immers nog de jaarrekening 2015 worden opgemaakt, zoals dat vastgelegd is in artikel 22 GR Pentasz. Dat is ook van belang voor de verantwoording door de deelnemende gemeenten aan het ministerie van SZW. Dat betekent dat de GR Pentasz nog enkel blijft bestaan voor het opmaken en vaststellen van de jaarrekening 2015. Gedurende die periode blijven ook het DB en AB in functie (zie artikel 27, lid 6 GR Pentasz). Dit laatste punt doet niet af aan het feit dat de GR Pentasz gedurende die periode geen taken , bevoegdheden en verantwoordelijkheden meer heeft voor de uitvoering van de Participatiewet. Deze bevoegdheden zijn formeel immers ingetrokken per 31 december 2015. Onder punt 3 heb ik hierboven aal aangegeven hoe de taken en bevoegdheden verdeeld zijn en uitgeoefend zullen worden vanaf 1 januari 2016. Juridische consequenties & juridische risico’s Het gevolg van het nemen van het opheffingsbesluit is dat het openbaar lichaam Pentasz nu in staat van liquidatie komt re verkeren. Daarom dient ook bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen achter de naam van Pentasz i.l. (in liquidatie) te worden vermeld. Dit is gericht op derden die in het maatschappelijke en (privaatrechtelijk) rechtsverkeer met het openbaar lichaam Pentasz te maken hebben dan wel krijgen. Voor de publiekrechtelijke rechtshandelingen die nog verricht zullen worden, hoeft deze vermelding niet plaats te vinden. Deze gebeuren immers niet door de rechtspersoon Pentasz, maar door de (daartoe bevoegde) bestuursorganen (AB, dan wel DB, c.q. de mandaathouders van deze).
Blad 4 van 6
Personele of organisatorische consequenties & risico’s
Financiële consequenties & financiële risico’s
Communicatie + stappenplan
Bijlage 1 Opheffing en liquidatie gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Pentasz Processtappen, planning en bevoegde bestuursorganen Processtappen Planning Bevoegd en bestuursorgaan doorlooptijd 1. Voornemen tot April-mei DB AB opheffing 2. Overleg voornemen April-mei Directeur OR bestuurder 3a. Vaststellen concept April AB opheffingsbesluit 3b. Concept April-mei DB opheffingsbesluit via colleges naar raden 4. Nemen Mei-juni Raden opheffingsbesluit 5. Opdracht voor juli AB DB opstellen liquidatieplan 6. Opstellen concept Sept-okt DB (i.c. adviseur + liquidatieplan interne ondersteuning + accountant) 7. Bespreken en nov DB AB vaststellen concept liquidatieplan 8. Concept nov AB liquidatieplan naar raden (via colleges) voor zienswijzen 9. Verwerking nov DB (i.c. adviseur + zienswijzen in concept interne liquidatieplan ondersteuning + accountant) 10. Vaststellen dec AB definitief liquidatieplan
Blad 5 van 6
11. Uitvoeren liquidatieplan 12. Toesturen opheffing en afwikkeling liquidatie aan GS (tkn) 13. Formeel moment opheffing en einde liquidatie GR Pentasz 14. Doorhaling in gemeentelijke registers en register KvK
Jan-april 2016 April 2016
DB DB
April 2016
April 2016
DB
Blad 6 van 6