Voor Straf Meedoen Prof. Dr. Geert Jan Stams Forensische Orthopedagogiek
Universiteit van Amsterdam
44 Thieves Bowlby, 1944
Meta-Analyses: Attachment & Psychopathie & Delinquentie 25 22 20 20
15 %
10
5
0 psychopathie
Machteld Hoeve & Geert Jan Stams
delinquentie
Prevalentie Psychopathie in Forensische Populaties 50 45 40 35 30 25 20 15
47
35 24
Laagste % Hoogste % 13
10 5 0 Nederland
Internationaal
Mental disorder in juvenile detention and correctional facilities (Fazel, 2008): meta-analyse
C D
52,8 52,8 18,5 11,7
ad
h
d
meisjes % jongens %
re ss ie
19,2 10,6
p
sy ch
os e
d
ep
2,7 3,3 0
20
40
60
Ben: 17 jaar
“Ik heb de overval gepleegd om geld te hebben om mijn verjaardag te vieren. Je doet het of je doet het niet. Als ik mijn verjaardag wil vieren dan moet ik het doen”. Hij wist dat het latere slachtoffer alleen in de winkel stond. Over het verloop van de roofoverval vertelde Ben dat hij haar vroeg of zij geld kon wisselen. Toen zij de geldla opende pakte hij haar bij de pols. Het slachtoffer begon te schreeuwen en toen pakte hij zijn stiletto “om mee te dreigen”. Toen zij harder begon te schreeuwen heeft hij haar hiermee gestoken Toen zij op de grond viel heeft hij snel wat spullen gepakt en is in paniek weggerend. Later toen hij opgepakt werd, hoorde hij dat zij overleden was. “Ik voelde me klote. Ik moest er voortdurend aan denken. Eerst dacht ik nog aan de vrouw en daarna alleen nog aan mezelf, aan de gevolgen voor mij.”
De gewetensontwikkeling van jeugdige delinquenten in diagnose en behandeling (Leonie Le Sage)
¾ van de jeugdige delinquenten heeft volgens het persoonlijkheidsonderzoek van Pro Justitia een gebrekkig ontwikkeld geweten Gebrekkig moreel oordeelsvermogen Gebrekkig moreel affect
Denkfouten
Schuld neerleggen bij het slachtoffer
Bagatelliseren morele betekenis
“Vrouwen vinden het lekker om aangerand te worden”
Foutief etiketteren
“Dat ik haar verkrachte was haar eigen schuld, want ze deed het met iedereen”
“Stelen is proletarisch winkelen”
Vijandige bedoelingen toeschrijven aan een ander
“Zij haat mij”
Vijandige Vertekening http://nl.youtube.com/watch?v=P_5NGOcbWq0
Wat kan ik in deze situatie doen? Vijandige Reacties overwegen
Wat is de beste Reactie? Geen rekening houden met gevolgen
Wat wil ik in deze situatie bereiken?
Intern Werkmodel
Reactie Gebrekkige sociale vaardigheden
Wat gebeurt er?
Instrumentele doelen
Waarom gebeurt dit? Toeschrijven vijandigheid
Crick & Dodge, 1994
Aandacht voor dreiging
Sociale Informatieverwerking
Competitie In het nadeel zijn Omgang met autoriteit Hulp ontvangen/geven
Van der Helm et al., 2011
Een Positieve Ervaring Van der Helm, 2011
I: Dus je zegt dat je veranderd bent hier, wat maakte nou dat je was veranderd? R: nou, toen ik 17 werd bracht mijn mentor een verjaardagscadeautje mee en er was taart. Dat had ik nog nooit meegemaakt, ik had nog nooit een verjaardagscadeautje gekregen, mijn vader zat in de bajes en mijn moeder maakte alles op aan de dope. I: en wat dacht je toen je dat cadeautje kreeg? R: Ik dacht eerst dat het niks uitmaakte omdat mijn leven alleen maar klotigheid en criminaliteit was, maar toen dacht ik dat er toch iemand was die om mij gaf. I: denk je dat nog steeds R: Ja, als je s„ nachts op kamer bent, lig je vaak te malen en denk je dat niemand om je geeft, maar dat is niet zo
Open Leefklimaat in de Gesloten Jeugdzorg, Relatie en Motivatie T2
T1 Behandelmotivatie
+
T3
Behandelmotivatie
Behandelmotivatie
+
Open Klimaat
+ +
(Relatie) Responsiviteit
(Relatie) Responsiviteit
(Relatie) Responsiviteit
Van der Helm, 2011
Figure 1. Structural Equation Model
growth t1
Ros et al., 2013 ,12
,71
support ,51 t2
support t3
,57 -,24
support t1
,14
-,06 ,06
,18
,02
-,33
-,05
incidents t1-t2
,48
incidents t2-t3
repression t1
Institutional climate and aggression in a secure psychiatric setting
Meta-analyses of Evidence-Based Treatment (EBT) versus Usual Care (UC) 20 19,5 19 18,5 18 17,5 17 16,5 16 15,5
20
17
Weisz, 2006
%
De Swart & Van den Broek, 2011
Meta-Analyses Evidence-Based Zorg voor Jeugdigen Andrews & Andrews & Bonta, 2010, Weisz et al., 1998,
Effecten van Evidence-Based Treatment 40 35 30 25 20 15 10 5 0
35 29 17
20
23
12 0
3
% positief effect
CAU = Care As Usual = Generalistische Aanpak = nul effect
Risk, Needs, Responsivity (RNR) principles (Andrews & Bonta, 2006)
Specifieke kenmerken AR op maat
What-works principes zijn leidend. Cognitief gedragstherapeutische elementen Gebruikmaking van ervaringsgerichte oefeningen
dramatherapeutische technieken, aangepaste mindfulness oefeningen, fysieke inspanning, innemen van perspectief
Continu aandacht voor motiveren Afstemming behandeling met diverse leefgebieden en eventuele ketenpartners Werken met terugvalpreventieplan en signaleringsplan Bieden van nazorg Hoogsteder, 2012
AR op Maat
Wijze waarop het materiaal wordt aangeboden, wordt afgestemd op leerstijl en de „taal‟ van de jongere; Afhankelijk van de problematiek (en het recidiverisico) wordt de intensiteit van de behandeling bepaald (frequentie en duur) en gekeken welke modules geïndiceerd zijn; Duur van de interventie is afhankelijk van de hardnekkigheid van de problematiek, de hoeveelheid modules die van toepassing zijn en het leertempo; Intensief individueel modulair aanbod met set van standaard en optionele modules. Groepsmodule, tenzij hiervoor een contra-indicatie aanwezig is. Thuisopdrachten (doe-opdrachten) zijn variabel en worden naar behoefte van jongere aangepast; De groepstraining kan worden herhaald; Duur nazorg is afhankelijk van de ernst van de problematiek, maar ook de motivatie van de jongere. Hoogsteder, 2012
Gecontroleerde Studie AR op maat De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de AR-groep aan het einde van het verblijf in de justitiële jeugdinrichting significant beter scoorde dan de TAU-groep op recidiverisico, agressief gedrag, oplossingsvaardigheden (coping), cognitieve vervormingen en responsiviteit (motivatie voor behandeling en vertrouwen in anderen).
Experimenteel (n = 63) AR-op maat Wachtlijst controlegroep TAU: cognitieve therapie (14.3%) en vaktherapie, zoals beeldende, drama en muziektherapie
Hoogsteder, Van Horn, Hendriks, & Wissink, 2012
Grote Effecten van AR op maat 90
83
80
72
70 60 50
40 30
68
67
57
55 48
45 35
38
49 %