VLUGSCHRIFT VLUCHTELINGEN JRG. 9 NR. 2 februari 2011 Geesje Werkman, Kerk in Actie, Postbus 456, 3500 AL Utrecht Tel. (030) 880 17 56 Fax (030) 880 17 67 E-mail:
[email protected] UITNODIGING UPDATEDAG VLUCHTELINGEN 21 MAART 2011 Het nieuwe kabinet zit al weer enige maanden, en in het asiel- en migratiebeleid tekent zich, zoals eigenlijk te verwachten viel, van alles af. Tegen de strafbaarstelling van illegaliteit zijn de handen ineen geslagen. Maar natuurlijk speelt er zich meer af op het brede beleidsterrein van migratie en asiel. Diverse commissievergaderingen hebben de revue gepasseerd. Amnesty International bood een petitie aan over de vreemdelingenbewaring, en er was een hoorzitting naar aanleiding van de zorgen over de situatie van kinderen, onder andere geuit door Unicef en Defence for Children. Wordt vervolgd, was eigenlijk steeds de term waarmee je de bijeenkomsten van de vaste Kamercommissie kon afsluiten. Daarom is het een goede tijd om bijeen te komen en om gezamenlijk bij te praten over de ontwikkelingen. Om vervolgens ook gezamenlijk te bepalen of en hoe we de komende tijd in strategische zin kunnen optrekken. U wordt hiertoe uitgenodigd voor een bijeenkomst op maandag 21 maart 2011 van 10.00 tot 16.00 uur, in Meeting Plaza te Hoog Catharijne, Godebaldkwartier 20 te Utrecht, tel. (030) 233 70 10. Het programma vindt u onderaan deze uitnodiging. De bijeenkomst is gratis toegankelijk, maar wij vragen u wel dringend om u van tevoren op te geven, dit mede in verband met koffie, broodjes et cetera. U kunt zich opgeven bij Mw. Marijke Gaastra tel. (030) 880 18 86 of
[email protected], bij voorkeur vóór 14 maart 2011. Wij hopen op een goede bijeenkomst, en weten dat uw komst daar mede toe kan leiden, dus van harte uitgenodigd. Meer informatie en programma: http://www.kerkinactie.nl/Kerk-en-gemeenten/Actueel/Agenda/Udatedag-vluchtelingen-Kerkin-Actie--ag5559 Strafbaarstelling illegaliteit /handtekeningen Op dit moment zijn er een 10.000 handtekeningen verzameld tegen de strafbaarstelling van de illegaliteit. Intussen zijn een groot aantal organisaties een document aan het vervaardigen, waar de organisaties en kerken allemaal zullen aangeven tegen de strafbaarstelling te zijn. In de loop van de komende maand zullen wij naar buiten komen met dit document en hierbij zullen dan alle handtekeningen worden gevoegd. Het document zal op het moment van naar buiten treden aan u worden toegestuurd, als extra bericht van het Vlugschrift, en ook zal het op de website van Kerk in Actie verschijnen. Zoals het er nu uit ziet zal ook zeer binnenkort dit onderwerp op de kameragenda aan de orde komen. Zodra het echt duidelijk is zullen we dit op onze web site zetten. De sluitingstermijn van het inzenden van handtekeningen is dus zeer binnenkort. Wake 6 maart 2011 Elke eerste zondag van de maand wordt gewaakt bij Detentie Centrum Kamp van Zeist, ook op zondag 6 maart. Het thema is: Verscheurd. Tijd: 16.30 uur. Plaats: Detentiecentrum
Kamp van Zeist, Richelleweg 13, Soesterberg. Per auto: afslag Soesterberg, richting Militair Luchtvaartmuseum. Openbaar vervoer: bus 56, halte Kampweg Soesterberg, 10 minuten lopen via Kampweg. Raden van kerken Zeist en Soest/Soesterberg, werkgroep Kerkelijke Ondersteuning Vluchtelingenwerk. Informatie: (030) 696 22 83. Wake bij het detentiecentrum Rotterdam, 6 maart, 19.00 - 20.00 uur
Op elke 1e zondag van de maand is er van 19-20 uur een wake voor het hek van Detentiecentrum Rotterdam aan de Portelabaan 7 (RET-bus 33). Informatie via Connie vd Broek: 06-25383472 of 010 - 4116085 Wakes bij Detentiecentrum Schiphol-Oost voor Pasen, 9 maart – 24 april 14.00u In de lijdenstijd voor Pasen staan wij stil bij wat er in deze gevangenis met mensen gebeurt. Wij geven een teken van solidariteit aan de grensgevangenen. Tevens maken wij duidelijk dat wij grote vragen hebben bij het opsluiten van mensen die niets misdaan hebben. Dit doen we door middel van wakes bij het Cellencomplex Schiphol-Oost. Deze wakes worden telkens vanuit de traditie en het gedachtegoed van een andere geloofsgemeenschap gehouden: 9 maart: Aswoensdag Religieuzen voor Vluchtelingen & Catholic Worker 13 maart: Basisbeweging Nederland 20 maart: Time to Turn 27 maart: Oud-Katholieken 3 april: Oecumenische wake: Kerken uit Hoofddorp 10 april: Luthers-Doperse wake 17 april: Palmpasen Oecumenische wake: Kerken uit Amsterdam Oost 22 april: Goede vrijdag Franciscaanse Vredeswacht 24 april: Pasen: Oecumenisch Vuur Locatie: cellencomplex Schiphol-Oost (Ten Pol 64, 1438 AJ Oude Meer). Omdat dit Cellencomplex per openbaar vervoer moeilijk bereikbaar is, rijden we met auto's naar het cellencomplex. Vertrek om 13.30 uur vanaf NS Station Amsterdam Zuid (naast restaurant Wagamama, Zuidplein 12). Informatie: www.schipholwakes.nl of bel 06 - 3029 5461 en 06 - 5162 6529 Notitie Commissie Meijers over Kabinetsvoornemens Op verzoek van de Tweede-Kamercommissie Immigratie en Asiel heeft de Commissie Meijers toegezegd een tweede notitie te schrijven ter aanvulling van onze notitie van 8 november 2010 (CM1016) over de grenzen die het internationale recht en vooral het EUrecht stellen aan voornemens van het kabinet op het terrein van immigratie en asiel, zoals verwoord in het regeerakkoord. Ook hebben wij toegezegd aan te geven op welke punten het EU-recht weinig of geen beperkingen stelt. (…) Bij lezing van deze notitie is het goed te bedenken dat de Europese en internationale rechtsregels geen doel op zich vormen. Veel van die regels zijn uitdrukking van breed gedeelde waarden over omgang met mensen, niet alleen met mensen in kwetsbare posities, zoals migranten en leden van minderheidsgroepen, maar ook mensen die gebruik maken van hun recht elders in de Europese Unie naar betere levensomstandigheden of andere kennis en ervaringen te zoeken. Deze regels zijn een essentieel onderdeel van het geheel van regels binnen de Unie, die onvermijdelijk voor verschillende lidstaten op verschillende momenten, wisselende effecten hebben. Apert misbruik van die regels mag en moet worden bestreden. De voordelen van het vrij verkeer kunnen echter niet worden genoten zonder soms ook bepaalde door Nederland misschien als kosten of nadelen van het vrij verkeer gevoelde maatregelen, die mede de uitkomst van de betreffende overeenkomsten zijn, te aanvaarden. Lees de brief op: Commissie Meijers Tweede Brief Regeerakkoord Leo Lucassen & Lucassen, J.: Winnaars en verliezers, Een nuchtere balans van 500 jaar immigratie In dit boek gaan Leo en Jan Lucassen systematisch na hoe de immigratie in verschillende periodes moet worden verklaard en wat de effecten ervan zijn op de korte en de lange termijn. Zij doen dit aan de hand van de begrippen winst en verlies, zowel ‘berekend’ voor de migranten zelf als voor de ontvangende samenleving. Op die manier ontstaat een evenwichtiger oordeel over de betekenis van immigratie voor de Nederlandse samenleving in heden en verleden.
Fototentoonstelling uitgenodigde vluchtelingen, 12 februari - 13 maart, GEMAK den Haag Ieder jaar worden mensen uit verschillende landen waar de vluchtelingennood hoog is geselecteerd en uitgenodigd om in Nederland een nieuw bestaan op te bouwen. Fotografen Kakebeeke en Blankevoort volgden een jaar lang hun ervaringen in Nederland. Informatie: www.gemak.org Tentoonstelling Bootvluchtelingen, 22 januari – 4 september 2011, Rotterdam Het Maritiem Museum Rotterdam toont met foto's van Piet den Blanken de gevaarlijke overtocht die Afrikaanse bootvluchtelingen in vervallen vissersbootjes maken van Marokko naar de Canarische Eilanden. Ze zijn ten einde raad, hebben een uitzichtloze toekomst in eigen land en hopen op een beter bestaan in het veelbelovende Europa. De kustwacht redt regelmatig gelukszoekers in doodsangst uit volgelopen bootjes. Ook laat de tentoonstelling met foto's uit eigen collectie zien dat veel Vietnamesen, uit angst voor onderdrukking, na de oorlog hun communistische vaderland achter zich laten. In kleine scheepjes dreven ze langs de drukke vaarroute tussen Hongkong en Singapore in de hoop te worden opgepikt door Europese vrachtschepen, van bijvoorbeeld de Nedlloyd rederij, met uitzicht op een ticket naar Nederland. Demonstratie voor Irakese vluchtelingen Irakese vluchtelingen in Nederland worden geconfronteerd met dreiging van gevangenisstraffen en gedwongen uitzettingen. Dit is een goede reden voor de Irakezen om een demonstratie te organiseren voor de betreffende vluchtelingen. Hiermee vragen ze de Nederlandse overheid de rechten van deze mensen niet te schenden. Dit zijn dezelfde rechten die opgenomen zijn in internationale verdragen zoals de UVRM en de EVRM. Tot de internationale organisaties die zojuist werden genoemd, behoort de UNHCR die gebonden is aan de Verenigde Naties en Amnesty International. Deze organisaties en het Europees hof voor de Rechten van de Mens hebben Nederland herhaaldelijk aangegeven de aanbevelingen in acht te nemen en hebben daarnaast gewaarschuwd voor de gevolgen, als daar geen gehoor aan wordt gegeven. Tevens hebben deze organisaties hun diepe bezorgdheid uitgesproken over het feit dat er geen gehoor wordt gegeven door Nederland aan deze waarschuwingen. Ondanks de internationale druk weigert de Nederlandse overheid asiel te verlenen. Sterker nog, de Nederlandse overheid maakt zich schuldig aan de gevangenneming van de overgrote meerderheid van de vluchtelingen en de gevangenneming van enkel de vaders, waardoor ze gescheiden worden van hun vrouwen en kinderen. Daarnaast wordt er mentale druk uitgeoefend door de vluchtelingen te dwingen om te tekenen voor een vrijwillige terugkeer. Wij nodigen u hierbij uit om de vluchtelingen te ondersteunen in de demonstratie dat zal worden gehouden aan de voorzijde van het Nederlandse parlement in Den Haag op donderdag 24 februari 2011 van 12.00 tot 15.00 uur. Vrouwen Tegen Uitzetting (VTU) De afgelopen jaren belegde VTU in het kader van Internationale Vrouwendag informatiebijeenkomsten in de Balie. Nu vinden we het weer tijd om de straat op te gaan om het Nederlandse asielbeleid aan de kaak te stellen en het idee te bestrijden dat vluchtelingen leugenaars, profiteurs en criminelen zijn. Ook sluiten we aan bij de protesten tegen het strafbaar maken van illegalen. De actie vindt plaats op vrijdag 11 maart aanstaande van 14.00 tot 16.00 uur, op de Dam, in Amsterdam. Informatie:
[email protected] Mieke Maassen: 06 27066663; Ellen Santen: 06 22104512 Nacht van de vervanging: 17 maart De Nacht van de Vervanging is een actie waarbij bekende en onbekende Utrechters zich uitspreken tegen de wetsvoorstellen die illegaal verblijf strafbaar stellen en het onmogelijk maken voor mensen zonder legaal verblijf ooit nog een reguliere vergunning aan te vragen.
Tegen deze wetsvoorstellen willen we op donderdag 17 maart in Utrecht een symbolische actie voeren. Op het Domplein in Utrecht zal een symbolische ‘cel’ geplaatst worden, waar bekende Utrechters tussen 12:00 en 00:00 uur een half uur tot een uur de plaats in mogen nemen van een asielzoeker of migrant zonder verblijfsvergunning. Hiermee wordt solidariteit betoond aan onschuldige mensen die straks zonder pardon zullen worden gecriminaliseerd. Tijdens de actie wordt een programma georganiseerd met een aantal sprekers, debat, muziek, een diner, een borrel enzovoorts. Bij dit programma zullen ook statusloze asielzoekers en migranten aanwezig zijn waarmee u en andere betrokkenen bij de actie in gesprek kunt gaan over hun leven in de illegaliteit nu en de angst voor de gevolgen van de wetsvoorstellen. De Nacht van de Vervanging is een landelijke actie tegen de plannen van deze strafbaarstelling van illegaliteit. In de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Nijmegen en Eindhoven worden met medewerking van diverse bekende Nederlanders protestacties georganiseerd. Binnenkort zal meer informatie over de actie en het programma worden verstuurd. Nieuw jaarrapport van Human Rights Watch Op 24 januari 2011 is het nieuwe World Report 2011 van Human Rights Watch verschenen. Dit rapport behandelt per land de belangrijkste mensenrechtenontwikkelingen in 2010. Het volledige rapport staat op http://www.hrw.org/en/worldreport-2011 Asielaanvragen in 2010 Het totale aantal asielaanvragen dat in Nederland in 2010 is gedaan, verschilt weinig met de twee voorgaande twee jaren. Sinds 2003 is het aantal aanvragen redelijk constant, met 2004 en 2007 als jaren met de laagste en 2009 als jaar met de hoogste instroom. Een kwart van de aanvragen in 2010 is afkomstig van Somaliërs (3.671). Uit Afghanistan en Irak komen respectievelijk 1904 en 1584 aanvragen. Bijna de helft van de asielaanvragers is afkomstig uit deze drie landen. Het aandeel van asielaanvragen van Afghanen en Irakezen is nauwelijks veranderd ten opzichte van 2009. Het aantal aanvragen van Somaliërs is sterk gedaald: van 6027 naar 3671, ofwel van bijna 40% naar bijna een kwart van het totaal. Ondanks deze sterke daling is het totale aantal aanvragen weinig veranderd. Dit is te verklaren door een groei van het aantal asielaanvragen van onder meer Armeniërs, Soedanezen en
Geen overdracht asielzoekers aan Griekenland Naar aanleiding van de uitspraak M.S.S. van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 21 januari 2011 heeft minister Leers in een brief van 10 februari jl. laten weten voorlopig geen asielzoekers over te dragen aan Griekenland. Het Hof oordeelde dat Griekenland de mensenrechten van asielzoekers schendt, en dat hetzelfde geldt voor landen die asielzoekers naar Griekenland terugsturen. Er zijn volgens de minister op dit moment ongeveer 1950 asielzoekers in Nederland van wie het asielverzoek op grond van de Dublinverordening eigenlijk door Griekenland moet worden behandeld. De IND zal nu hun asielverzoeken inhoudelijk gaan beoordelen. De minister gaat ervan uit dat binnen ongeveer zeven maanden door de IND op deze aanvragen zal worden beslist. De inhoudelijke behandeling van deze asielverzoeken is afhankelijk van de stand van zaken in de Dublinprocedure. Volgens de minister moeten asielzoekers die in de Dublinprocedure zijn uitgeprocedeerd en in de opvang wachten op de feitelijke overdracht aan Griekenland, een nieuwe asielaanvraag indienen. Hetzelfde geldt voor asielzoekers die een klacht hebben ingediend bij het Europees Hof waarop nog niet is beslist. Het ligt voor de hand dat ook asielzoekers die inmiddels in de Dublinprocedure zijn uitgeprocedeerd en niet meer in de COA-opvang verblijven, een nieuw asielverzoek moeten doen. Wat betreft asielzoekers die nog in afwachting zijn van een uitspraak in beroep of hoger beroep tegen het besluit dat Griekenland verantwoordelijk is voor behandeling van hun asielverzoek, geldt dat de IND zal bezien hoe de zaak zal terugvloeien in de asielprocedure. Is Griekenland al verzocht de
asielzoeker over te nemen of terug te nemen, maar is er nog geen beschikking waarin is bepaald dat Griekenland verantwoordelijk is, dan zal er geen Dublinbesluit komen maar alsnog een inhoudelijk beoordeling plaatsvinden. Nederland zal de asielverzoeken van asielzoekers die via Griekenland Europa zijn ingereisd inhoudelijk moeten behandelen, tot het moment dat de situatie voor asielzoekers in Griekenland verbeterd is. De regering zet er dan ook op in dat de Europese Unie samen met de Europese Commissie, UNHCR en andere EU-lidstaten ondersteuning biedt, zodat Griekenland zijn Europese en internationale verplichtingen weer zal kunnen nakomen. Gevolgen voor Dublinclaims op andere landen? Of de uitspraak van het Europees Hof ook gevolgen heeft voor overdracht naar andere landen dan Griekenland hangt natuurlijk af van de situatie in het betreffende land. Onderzoek naar positie vluchtelingengroepen in Nederland In opdracht van het ministerie van VROM heeft het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) onderzoek gedaan naar de integratie van Afghaanse, Irakese, Iranese en Somalische migranten in de Nederlandse samenleving. Er wonen circa 38.000 personen van Afghaanse, 52.000 van Irakese, 31.000 van Iranese en 27.000 van Somalische herkomst in Nederland. Samen gaat het dus om een kleine 150.000 personen. Het betreft mensen met een verblijfsvergunning die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Afghanistan, Irak, Iran en Somalië. Over hen is nog nauwelijks iets bekend, zeker in vergelijking met de andere minderheden in Nederland. Het rapport geeft inzicht in het opleidingsniveau en de positie op de arbeids- en woningmarkt. De studie gaat bovendien in op sociaal-culturele aspecten van integratie, zoals het aangaan van contacten met autochtone Nederlanders, de beheersing van de Nederlandse taal en de opvattingen die vluchtelingen hebben over het wonen en leven in Nederland. Enkele uitkomsten • Van de Iranese migranten heeft 49% werk. Dit geldt voor 36% van de Afghaanse, 35% van de Irakese en 29% van de Somalische migranten. Bij autochtonen is dit 70%. • 41% van de Iranese migranten heeft een opleiding op hbo/wo-niveau. Dit is hoger dan onder autochtone Nederlanders. Somalische migranten zijn daarentegen zeer laag opgeleid: 58% heeft ten hoogste basisonderwijs gevolgd. • Bijna 80% van de Irakese en Afghaanse en bijna 90% van de Somalische inburgeraars geeft aan (zeer) tevreden te zijn met het gevolgde inburgeringsprogramma. Iranese inburgeraars zijn minder over de inburgering te spreken (60% is (zeer) tevreden). Personen die het inburgeringsprogramma hebben afgerond beheersen het Nederlands beter dan de groep die dat niet heeft gedaan. • Een belangrijk deel van de vluchtelingengroepen heeft een gemengde of overwegend autochtone vriendenkring. Ruim een derde van de personen van Afghaanse en Irakese afkomst gaat in de vrije tijd meer om met autochtonen dan met leden van de eigen groep. Bij migranten van Iranese origine is dit 45%. Bij de Somalische Nederlanders is dit aandeel met 27% lager. Personen uit de vluchtelingengroepen onderhouden vaker contacten met autochtonen dan bijvoorbeeld Turken en Marokkanen doen. • Meer dan 90% van de Afghaanse, Irakese, Iranese en Somalische migranten voelt zich veilig in Nederland. Ongeveer driekwart van de Afghaanse, Irakese en Iranese migranten geeft aan dat ze niet meer in het land van herkomst willen wonen. Behandeling vovo-verzoek afwachten in Nederland? Een asielzoeker die een verzoek doet tot het treffen van een voorlopige voorziening mag de beslissing op dat verzoek niet altijd in Nederland afwachten. In WBV 2011/1 zijn de situaties uitgebreid waarin deze beslissing niet mag worden afgewacht. Voortaan mag een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet in Nederland worden afgewacht als het gaat om een herhaald asielverzoek dat is afgewezen omdat er geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn vermeld. Hetzelfde geldt als sprake is van misbruik van recht. Hiervan is sprake als het verzoek om een voorlopige voorziening geen redelijk belang heeft. De minister verwacht dat deze maatregel ertoe bijdraagt het stapelen
van procedures zoveel mogelijk te voorkomen. Hij had deze beleidswijziging in een brief van 11 januari 2011 al aangekondigd. Vaak is een voorlopige voorziening nodig om te voorkomen dat een asielzoeker al wordt uitgezet, voordat in (hoger) beroep is beslist. In de volgende situaties mocht een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening al niet in Nederland worden afgewacht: § als het een tweede of volgend verzoek om een voorlopige voorziening is § als de openbare orde of de nationale veiligheid zich daartegen verzet § als daardoor de uitzetting onredelijk wordt belemmerd. Verantwoordelijkheid minister en BMA-arts begrensd De artsen van het Bureau Medische Advisering (BMA) doen hun werk over het algemeen deskundig, professioneel, autonoom en zorgvuldig, zo schrijft minister Leers in een brief van 11 februari jl. aan de Tweede Kamer. De brief van de minister geeft daarmee antwoord op schriftelijke vragen die gesteld waren naar aanleiding van een uitzending van Zembla op 22 januari 2011. In de betreffende uitzending kwamen behandelend artsen van ernstig zieke vreemdelingen aan het woord die het onverantwoord vonden dat hun patiënten op basis van medische adviezen van de artsen van het BMA teruggestuurd zouden worden naar hun land van herkomst. De BMA-artsen hadden bepaald dat er behandelmogelijkheden zouden zijn, terwijl de behandelend artsen stelden dat die voor de betreffende vreemdeling niet toegankelijk zouden zijn en dat de vreemdelingen daarom niet teruggestuurd mochten worden. Volgens de behandelend artsen handelen de BMA-artsen daarmee niet in overeenstemming met de door iedere arts afgelegde Eed van Hippocrates, waarin deze belooft dat het belang van de patiënt voorop zal staan. De minister stelt echter dat zijn verantwoordelijkheid en die van de BMA-artsen begrensd is. Hij vindt dat het op individuele basis realiseren van de feitelijke toegang tot medische zorg in het land van herkomst vanuit Nederland kan leiden tot onrechtvaardigheden en/of precedentwerking. Daarnaast vindt hij dat de feitelijke toegankelijkheid niet deugdelijk kan worden getoetst omdat verschillende niet-medische factoren een rol kunnen spelen, zoals financiële, geografische en infrastructurele factoren en veiligheidsaspecten. De toets naar de feitelijke toegankelijkheid valt daarom niet onder zijn verantwoordelijkheid. Als deze beoordeling door een BMA-arts zou worden gemaakt, handelt deze bovendien in strijd met de zorgvuldigheidseisen die aan dergelijke adviseurs worden gesteld. De BMA-arts dient zich te beperken tot medische aspecten. De minister stelt dat BMA-artsen in het algemeen de informatie van de behandelende arts over klachten en behandeling overnemen. Daarnaast kan de BMA-arts een expertise laten verrichten bij een specialist (niet zijnde de behandelende arts). Voor de beoordeling van de beschikbaarheid van medische behandeling in het land van herkomst maken de BMA-artsen gebruik van de informatie van ter plekke werkzame artsen van International SOS en vertrouwensartsen. Over behandelend artsen zegt de minister dat zij soms medische verklaringen afgeven over prognoses en gevolgen bij terugkeer, waarover zij eigenlijk niet mogen adviseren. Conform de KNMG-richtlijnen is dit namelijk een adviestaak die toebehoort aan een medisch adviseur en niet aan de behandelende arts. Meldpunt Vreemdelingendetentie bestaat één jaar Een jaar geleden startte Stichting LOS met het Meldpunt Vreemdelingendetentie. Doel was meer zicht te krijgen op detentieomstandigheden van vreemdelingen en deze te helpen verbeteren. Het afgelopen jaar zijn bij het meldpunt bijna honderd meldingen binnengekomen. Waarover wordt geklaagd? Er werd bij het meldpunt vooral geklaagd over de medische zorg in de detentiecentra, de bejegening door het personeel en de mogelijkheden tot contact met de buitenwereld. Zo kwamen klachten binnen over de gebrekkige toegang tot benodigde specialistische zorg en gaven vreemdelingen meerdere keren aan dat ze zich niet serieus genomen voelen door het
personeel. Verder ervaart men een gebrek aan privacy tijdens bezoekuren en werd geklaagd over de afstand tot de detentiecentra voor familie na overplaatsing. Zelf een klacht? Stichting LOS verzoekt iedereen klachten over detentieomstandigheden van vreemdelingen te melden. Dat kan telefonisch (030) 299 02 22, of via een klachtenformulier op de website www.meldpuntvreemdelingendetentie.nl. Meldingen worden onderzocht en zo mogelijk wordt een klacht ingediend bij de Commissie van Toezicht of een ander bevoegd orgaan. Opnieuw presentaties bij Iranese ambassade VluchtelingenWerk heeft vernomen dat er bij de Iranese ambassade weer presentaties kunnen plaatsvinden van uitgeprocedeerde Iranese asielzoekers, om zodoende terugkeer te bewerkstelligen. Presentaties van Iraniërs waren om diplomatieke redenen tijdelijk opgeschort, in verband met de executie van de Iraans/Nederlandse Zahra Bahrami. Inmiddels heeft Nederland ook weer een ambassadeur naar Iran gestuurd. Uit een brief van de IND uit november 2010 blijkt overigens dat de Iranese ambassade geen documenten (laissez passers) afgeeft voor gedwongen terugkeer. Laissez passers worden wel verstrekt indien men bij de presentatie een verklaring aflegt dat men vrijwillig wil terugkeren. Fotoverslag: een reis langs de buitengrenzen Krijgen asielzoekers nog de kans om asiel aan te vragen? Auteur Max (stagiair bij het Landelijk Bureau) reisde voor zijn afstudeeronderzoek (master sociale geografie) langs de Spaanse landgrenzen. Hoe streng bewaakt Spanje zijn grenzen? Lees hier alles over in het lentenummer van VluchtelingenWerk Magazine en op de website van VluchtelingenWerk Gezocht voor familie in Somalië Een cliënt van VluchtelingenWerk Delft heeft goede contacten met een familie in Somalië. Deze familie is op zoek naar hun zoon. Het vermoeden is dat hij in Rotterdam woont. De voornaam van de zoon is Kamal. Hij is geboren in 1980. Zijn afkomst is Hawiyo, met substam Murusade. Hij is geboren in het zuiden van Somalië en is gevlucht uit Somalië in 1995. Hij woont sinds 1995 of 1996 in Nederland. Graag wil VluchtelingenWerk Delft van andere afdelingen weten of deze zoon misschien bij hen cliënt is (geweest). Informatie hierover graag naar Inge van der Linden (
[email protected]), tel. (015) 760 01 90. Trainingshandleiding Pharos voor Somalische ouders Pharos heeft in samenwerking met Het Inter-lokaal en NIM Maatschappelijk Werk de trainingshandleiding ‘Je wilt je kind niet kwijtraken’ ontwikkeld voor Somalische ouders in asielzoekerscentra. Deze handleiding is gebaseerd op de trainingen voor moeders en vaders die in het asielzoekerscentrum worden uitgevoerd. Kenmerkend is dat het om een flexibele training gaat, die direct aansluit op de ervaringen en opvoedvragen van Somalische ouders. Somalische ouders hebben veel vragen over de opvoeding van hun kinderen in Nederland. Verschillende recente onderzoeken over de maatschappelijke positie van Somaliërs benadrukken dat opvoedingsondersteuning voor deze groep erg belangrijk is. Bestaande methoden sluiten onvoldoende aan op de vragen van deze ouders, zeker in het asielzoekerscentrum. Het eerste deel van de handleiding geeft informatie over de achtergronden van Somalische gezinnen die, afkomstig uit een ontwrichte samenleving, moeite hebben zich maatschappelijk staande te houden. Opvattingen van Somalische ouders over opvoeden “daar en hier”, hun onzekerheid over opvoeden in Nederland en hun behoefte aan informatie over opvoeden en onderwijs in Nederland komen ter sprake. Het tweede deel is een gedetailleerd draaiboek waarin aan de hand van concrete voorbeelden de uitvoeringspraktijk beschreven wordt. De handleiding is bruikbaar voor gemeenten, GGD ‘en, centra voor jeugd en gezin, de Jeugdgezondheidszorg, Somalische organisaties en welzijnsorganisaties die meer willen weten over de achtergronden van Somaliërs in Nederland en hoe adequate
opvoedingsondersteuning uitgevoerd kan worden. De handleiding is gratis te downloaden via www.pharos.nl. Voor meer informatie over deze trainingsmethode kan contact opgenomen worden met Bram Tuk,
[email protected], tel. (030) 234 98 00. Petitie Irakese vluchteling Nederland wil Omar, een Irakees gevlucht voor eerwraak terug sturen naar zijn land van herkomst. Daar zal hij gedood worden door zijn eigen vader of de familie van zijn ex-vriendin. Omar zit opgesloten tussen twee landen, Nederland wil niet dat hij hier blijft. En in Irak wordt hij vermoord. Zouden jullie mij willen helpen? Zoveel mogelijk mensen moeten deze petitie tekenen! http://redomar.petities.nl Rechtbank: Oeigoerse mannen lopen gevaar Uit de geciteerde passages blijkt dat iedere Oeigoerse man die bij de controle op 6 juli 2009 in de Oeigoerse regio van Urumqi werd aangetroffen, is meegenomen. Deze controles duurden op kleinschaliger basis voort tot eind juli 2009. Volgens getuigen werden wijken afgesloten terwijl de veiligheidsdiensten op zoek waren naar jonge Oeigoerse mannen. In andere gevallen zijn de veiligheidsdiensten achter iedere jonge man aan gegaan die zij konden pakken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich, gelet op de informatie in deze passages, niet zonder nadere motivering op het standpunt kunnen stellen dat eiser bij terugkeer niet in de negatieve belangstelling van de autoriteiten zal staan. Uit de rapportage van Human Right Watch blijkt niet dat sprake moet zijn van een specifiek op eiser gerichte verdenking om opgepakt te worden. Het zijn van een Oeigoerse man uit de Oeigoerse regio van Urumqi is daartoe voldoende. De beroepsgrond treft doel. Beroep gegrond (rechtspraak.nl Rechtbank Haarlem AWB 10/4268 & AWB, 4.2.11) Rechtbank: vrouwen in Congo lopen gevaar De Vzr overweegt dat, gelet op de wijdverbreidheid van het seksuele geweld, dat, zoals gesteld in voornoemde WBV en ambtsbericht, "epidemische vormen" heeft aangenomen, niet zonder meer valt in te zien dat er onderscheid gemaakt kan worden tussen de risico's die verschillende (groepen van) vrouwen lopen. Verweerder heeft dit vermeende onderscheid ook overigens onvoldoende gemotiveerd. Dat, zoals verweerder heeft toegelicht, de situatie van getrouwde vrouwen en vrouwen die deel uitmaken van een stabiel gezin minder ernstig zou zijn dan die van alleenstaande vrouwen, volgt in ieder geval niet uit genoemde informatie nu daarin wordt vermeldt dat vrouwen ook in bijzijn van hun familieleden worden verkracht en dat ook binnen het huwelijk geweld op grote schaal voorkomt. Evenmin is zonder meer duidelijk dat vrouwen die in het verleden slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld, meer risico zouden lopen dan vrouwen bij wie dit niet aannemelijk is gemaakt. Waarom dan toch sprake moet zijn van een geloofwaardig asielrelaas is evenmin voldoende gemotiveerd. De rechtbank overweegt dat verweerder onvoldoende gemotiveerd heeft weerlegd dat eiseres bij terugkeer geen reëel risico loopt op een behandeling in strijd met art. 3 EVRM, dan wel art. 15 onder c Definitierichtlijn. Beroep gegrond. (migratieweb VK Rb Haarlem AWB 09/41831, 17.12.10) Rechtbank: Irakezen die werkten voor Amerikaanse bedrijven lopen gevaar Niet in geschil is dat eiser vanaf 2003 tot aan zijn vertrek in mei 2007 werkzaamheden heeft verricht voor het IOM en diverse Amerikaanse bedrijven in de Internationale Zone in Bagdad. Naar aanleiding van eisers beroep op art. 3 EVRM overweegt de rechtbank (rb) dat uit het ambtsbericht van januari 2010 over Irak blijkt dat personen, werkzaam zoals eiser was, een hoog risico lopen op ontvoering en moordaanslag. De vraag van eiser had daarom met verhoogde aandacht moeten worden beoordeeld en daarvan is de rb niet gebleken. De rb oordeelt, in navolging van de rb Utrecht in een uitspraak van 7 oktober 2010 (09/30572) dat sinds de verkiezingen in maart 2010 de veiligheidssituatie in bepaalde delen
van Irak, waaronder Bagdad, is verslechterd en het aantal burgerslachtoffers van willekeurig geweld is toegenomen. Mede in aanmerking genomen verder de berichtgeving van de minister van Buitenlandse Zaken over de verslechterde situatie in Irak (TK 2009 201, nr. 2635) oordeelt de rb dat verweerder niet zonder nadere motivering kon volstaan met de enkele mededeling dat de aard en de intensiteit van het geweld in Irak niet dusdanig is dat elke uitzetting daarheen een schending oplevert van art.3 EVRM. Gerechtshof: sluiting noodopvang geen reden ondertoezichtstelling kinderen Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is niet gebleken van gronden die een ondertoezichtstelling van de minderjarigen rechtvaardigen. Niet aannemelijk is geworden dat een ondertoezichtstelling nodig is, omdat andere middelen ter afwending van de dreiging hebben gefaald of zullen falen. School en hulpverleners hebben weliswaar hun zorgen geuit over het welzijn van de kinderen, maar de moeder geeft er blijk van dat zij tijdig hulp heeft ingeschakeld en dat zij dat ook in de toekomst blijft doen. De door het AMK aangevoerde reden om een ondertoezichtstelling aan te raden, te weten dat de moeder niet in staat zou zijn om hulpverlening te vragen vanwege de uitzettingsprocedure, vindt dan ook geen steun in wat ter zitting is aangevoerd noch in de stukken. De moeder zegt dat de kinderen geen hulp krijgen omdat ze stateloos zijn, maar heeft niet aangegeven welke hulp nodig is gevraagd, maar niet is verstrekt. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, kunnen de vrees en de mogelijkheid dat de moeder en de kinderen zullen moeten vertrekken uit [noodopvang in woonplaats], dan wel uit Nederland echter niet worden weggenomen door een ondertoezichtstelling. Er is daarom onvoldoende grond om het verzoek tot ondertoezichtstelling toe te wijzen. (vluchtweb week 4 Gerechtshof Leeuwarden 200.068.500, 21.12.10) Rechtbank: UNHCR-verklaring uit 2009 is nova voor Afghaanse 1F-er Eiser dient een herhaalde aanvraag in en stelt dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid. De rb oordeelt dat alleen de door eiser overgelegde ‘Note on the structure and operation of the KhAD/WAD in Afghanistan 1978 – 1992’ van de UNHCR van 13 mei 2008 (UNHCR-notitie), gelezen in samenhang met de daarmee nauw verbonden rapportages van dr. A. Giustozzi uit 2003, 2005 en 2006, een novum is, op gelijke gronden als de Afdeling aangeeft in haar uitspraak van 24 september 2009 (200901907/1). Voor verweerder blijft het ambtsbericht uit 2000 bepalend voor het tegenwerpen van art.1F. De rb oordeelt, onder verwijzing naar voormelde Afdelingsuitspraak, dat de informatie uit de UNHCR-notitie voor zover gebaseerd op de notities van Giustozzi, geen concreet aanknopingspunt biedt voor twijfel aan het ambtsbericht. Eiser brengt ter zitting een brief in van G. Westerveen, deputy regional representative van UNHCR in de regio waar ondermeer Nederland onder ressorteert, gedateerd 9 juli 2009. In deze brief is opgenomen dat “the names of four Russian experts on Afghanistan and the KhAD/WAD were communicated to the Ministry in an email of 11 november 2008”. Eiser wijst ook op de Kamerbrief van de minister van Buitenlandse Zaken van 2 oktober 2009 waaruit blijkt dat de Russische adviseurs hebben geholpen de KhAD/WAD op te zetten. Nu deze brieven niet in de procedure die tot deze uitspraak leiden aan de orde zijn gesteld kan verweerder noch de rb volstaan met een verwijzing naar de Afdelingsuitspraak van 24 september 2009 en is een verdere beoordeling op zijn plaats. De rb is van oordeel dat eiser met de UNHCR-notitie, zoals toegelicht in de brief van 9 juli 2009 van de UNHCR, concrete aanknopingspunten heeft aangedragen voor twijfel aan de juistheid van het ambtsbericht. Beroep gegrond. (vluchtweb week 3 rb Haarlem 09/2422, 17.12.10) Rechtbank: risico bij terugzenden Burundese alleenstaande vrouw gemengde afkomst Eiseres heeft in het kader van haar beroep op artikel 3 EVRM gesteld dat er, gezien haar gemengde afkomst, bezien in samenhang met het feit dat zij – inmiddels gescheiden en met de zorg over haar minderjarige kinderen belast – als alleenstaande vrouw bij terugkeer naar Burundi een specifiek verhoogd risico loopt het slachtoffer te worden van seksueel geweld, dat in Burundi op grote schaal plaatsvindt. Ter onderbouwing van dit beroep op artikel 3
EVRM heeft eiseres verwezen naar rapporten van Amnesty International en ACAT Burundi en OMCT. De rechtbank overweegt dat eiseres als alleenstaande vrouw en alleenstaande moeder in Burundi een verhoogd risico zal lopen op seksueel geweld. De omstandigheid dat in het ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken over Burundi van maart 2009 niet staat dat bepaalde categorieën vrouwen een verhoogd risico lopen op seksueel geweld, doet er naar het oordeel van de rechtbank niet aan af dat dit wel in de rapporten van ACAT Burundi en OMCT en Amnesty International is vermeld. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiseres bij haar uitzetting naar Burundi niet een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan een behandeling als bedoeld in artikel 3 van het EVRM. Het beroep is gegrond. (rechtspraak.nl Rechtbank Utrecht AWB 09/43749 BEPTDN, 22.7.10) Rechtbank: risico voor homo’s in Irak (…) Voorts stelt eiser dat hij vanwege zijn seksuele geaardheid een gegronde vrees voor vervolging heeft dan wel een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met art. 3 EVRM. In het rapport van HRW van augustus 2009 worden de wijdverspreide campagne van buitengerechtelijke executies, ontvoeringen en mishandelingen van homoseksuele mannen beschreven. HRW heeft vernomen dat de Irakese veiligheidsdiensten zouden samenspannen en deelnemen aan de moorden. Gelet hierop kan verweerder zonder nadere motivering niet worden gevolgd in zijn standpunt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Irak vanwege zijn seksuele geaardheid voor vervolging te vrezen heeft dan wel een reëel risico op schending van art. 3 EVRM loopt. Uit de Afdelingsuitspraken van 3 juli 2008 (nr. 200701486/1 en 200706386/1) en van 8 juni 2009 (nr. 200900007/2) leidt de rb in navolging van de Afdeling uit de jurisprudentie van het EHRM af dat, homoseksuelen in een zo kwetsbare positie verkeren dat degenen die tot die groep behoren enkel vanwege hun seksuele geaardheid doelwit zijn van ernstige mensenrechtenschendingen en dat zij daartegen geen bescherming kunnen krijgen. Het bestreden besluit is onzorgvuldig tot stand gekomen en onvoldoende gemotiveerd. Beroep gegrond. (vluchtweb week 4 Rb Haarlem 10/24828, 31.12.10) Rechtbank: verblijfsvergunning moeder bij Nederlands kind Eiseres beoogt verblijf bij haar in 2003 hier te lande geboren Nederlandse zoon. Eiseres verblijft sinds 1997 in Nederland. De rechtbank overweegt dat uit Europese jurisprudentie inzake artikel 8 EVRM volgt dat er een "fair balance" moet worden gevonden tussen het belang van eiseres en haar zoon enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Bij die te verrichten belangenafweging moet verweerder alle van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar betrekken. Dat heeft verweerder niet gedaan. Zo kon verweerder, gelet op de leeftijd van eiseres ten tijde van haar komst in 1997 naar Nederland (veertien jaar) en het doel van haar komst (verblijf bij moeder), zich niet zonder nadere motivering op het standpunt stellen dat sprake was van een eigen keuze van eiseres om naar Nederland te komen en dat zij redelijkerwijs rekening had moeten houden met de gevolgen van die keuze. Voorts heeft verweerder bij de belangenafweging niet kenbaar betrokken of en zo ja, welke betekenis toekomt aan de lange verblijfsduur van eiseres hier te lande. Daarbij wijst de rechtbank er nog op dat eiseres na 2003 kennelijk gedurende een lange periode hier te lande heeft verbleven met medeweten van de Nederlandse autoriteiten, waaronder de autoriteiten, belast met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000. Beroep gegrond. (rechtspraak.nl Rechtbank Groningen Awb 09/35980, 23.11.10) Raad van State: voorlopig geen Dublin-uitzetting naar Italië In afwachting van het hoger beroep van 3 december 2010 (10/25730) inzake de aanvraag om een asielvergunning, heeft de vreemdeling verzocht een vovo te treffen. De vreemdeling stelt dat Italië bij de behandeling van asielaanvragen in strijd met het Unierecht handelt en
dat de minister in dat verband gebruik had moeten maken van zijn bevoegdheid om het asielverzoek onverplicht aan zich te trekken in het licht van art. 3 lid 2 DV. Voorts heeft hij gesteld dat uit een aantal door de EHRM op de voet van Rule 39 ten aanzien van Italië getroffen IM’s kan worden afgeleid dat het EHRM twijfelt aan de kwaliteit van de asielprocedure in Italië. Tevens heeft hij aangegeven dat Italië in een aantal gevallen IM’s heeft genegeerd. De vreemdeling is aangekondigd op 28 januari 2011 te zullen worden uitgezet. In het licht van het arrest van het EHRM (MSS tegen België en Griekenland) van 21 januari 2011 (30696/09), ziet de voorzitter aanleiding nu te bepalen dat de vreemdeling niet zal worden uitgezet totdat partijen zich ter zitting over het verzoek nader hebben uitgelaten en de voorzitter vervolgens uitspraak heeft gedaan. De behandeling zal op korte termijn, maar niet vóór de voorgenomen overdrachtsdatum plaatsvinden. Vovo toegewezen. Raad van State: toelating kind bij grootouder mag zonder mvv Omdat in het Vreemdelingenbesluit in duidelijke bewoordingen is neergelegd dat voor de categorie minderjarige, schoolgaande vreemdelingen die drie jaar ononderbroken hoofdverblijf in Nederland hebben de beoogde verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verband dient te houden met gezinshereniging bij een Nederlander of een hoofdpersoon met rechtmatig verblijf, als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e dan wel l, van de Vw 2000, is de tekst bepalend voor de uitleg van de bepaling. De bepaling ziet dus niet alleen op gezinsleven bij ouders maar ook op gezinsleven met grootouders. (rechtspraak.nl Raad van State 201010751/1/V1, 2.2.11) Raad van State: wel zicht op uitzetting naar China Nu de minister, gelet op wat hij ter zitting heeft uiteengezet, nog steeds regelmatig en intensief contact met de Chinese autoriteiten onderhoudt teneinde hen te bewegen om op meer regelmatige basis over te gaan tot afgifte van laissez passer, hij afdoende heeft gemotiveerd waardoor de behandeling van de sinds 2010 ingediende laissez passer aanvragen van ongedocumenteerde Chinese vreemdelingen wordt bemoeilijkt en voorts in aanmerking genomen dat het merendeel van de acht laissez passer aanvragen van gedocumenteerde Chinese vreemdelingen nog vrij recent is, bestaat thans geen grond voor het oordeel dat het zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn is komen te ontbreken. Dat, naar de rechtbank heeft overwogen, slechts een beperkt aantal van de 17 eerder verstrekte laissez passer is afgegeven binnen een termijn die in geval van een inbewaringstelling als redelijk kan worden aangemerkt en de afgifte van die 17 laissez passer op hetzelfde moment heeft plaatsgevonden, doet daaraan niet af. Er bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat de Chinese autoriteiten niet bereid zijn een reisdocument te verstrekken indien de vreemdeling volledige en juiste informatie verstrekt en het door hen te verrichten onderzoek niet frustreert. Voor zover de vreemdeling onvoldoende meewerkt aan het onderzoek, komen de vertraging van het onderzoek en de verlenging van de duur van de bewaring in zoverre voor zijn rekening en risico. Voorts heeft de vreemdeling geen, hem persoonlijk betreffende, concrete feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan de minister het op voorhand uitgesloten heeft moeten achten dat het onderzoek door de Chinese autoriteiten binnen een redelijke termijn tot afgifte van een reisdocument kan leiden. Gelet op het bovenstaande heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn thans ontbreekt. (rechtspraak.nl Raad van State 201011149/1/V3, 19.1.11) Rechtstreekse plaatsing uitgenodigde vluchtelingen Met een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Leers voor Immigratie en Asiel laten weten dat hij van plan is de centrale opvang van uitgenodigde vluchtelingen te beëindigen. Uitgenodigde vluchtelingen zullen niet meer eerst opgevangen worden in AZC Amersfoort, maar rechtstreeks in gemeenten worden geplaatst. Met de nieuwe werkwijze wil de minister starten bij de eerste selectiemissie in maart van dit jaar. Aangezien de voorbereidingsperiode tussen selectie en vertrek naar Nederland zes maanden duurt, zou de eerste rechtstreekse
plaatsing in gemeenten in september van dit jaar plaatsvinden. De culturele oriëntatie – die door het COA wordt verzorgd in het land waar de uitgenodigde vluchtelingen nu verblijven – wordt uitgebreid van vier naar twaalf dagen, zodat de uitgenodigde vluchtelingen beter voorbereid naar Nederland komen. Daarnaast zal het COA al geruime tijd voor de overkomst van de vluchtelingen contact opnemen met de gemeente waar de vluchtelingen worden geplaatst om informatie uit te wisselen en de komst van de vluchtelingen voor te bereiden. Over de brief van de minister moet nog een debat met de Tweede Kamer worden gevoerd. De datum hiervoor is nog niet bekend. Uitvoering motie Spekman volgens minister een succes Met de motie Spekman werd de regering verzocht om vóór eind 2009 opvang te verlenen aan uitgeprocedeerde asielzoekers die vanwege een aanvraag om verblijf op medische gronden rechtmatig in Nederland zijn. Een jaar later is de uitvoering van de motie geëvalueerd. Op grond van de motie Spekman komen die uitgeprocedeerde asielzoekers in aanmerking voor opvang door het COA, die een aanvraag indienen voor verlening van een verblijfsvergunning voor medische behandeling, dan wel een beroep doen op artikel 64 Vw nog voordat hierop is beslist. De minister besloot de motie als test een jaar uit te voeren. Om misbruik te voorkomen werd als voorwaarde gesteld dat de vreemdeling een actueel en volledig medisch dossier moet overleggen. Hiermee wilde de minister voorkomen dat vele uitgeprocedeerde asielzoekers alleen maar om opvang te krijgen een aanvraag om verblijf om medische redenen zouden indienen. Bovendien zou het Bureau Medische Advisering (BMA) zoveel mogelijk binnen twee weken advies uitbrengen, dus nog voordat de vreemdeling de aanvraag voor verblijf op medische gronden zou hebben ingediend. Uit de evaluatie blijkt dat het afgelopen jaar maar 130 keer een beroep is gedaan op de motie. In slechts 60 gevallen bleek het dossier dat was opgestuurd actueel en volledig. Vanwege het lage aantal aanvragen kon het BMA in de meeste gevallen (50) binnen twee weken een medisch advies uitbrengen. Ongeveer 40 aanvragen werden op grond van het medisch advies direct afgewezen, een klein aantal is direct toegewezen. De minister concludeert dat het filter goed werkt bij een lage instroom. De minister verwacht geen substantiële toename van het aantal aanvragen en ziet dan ook geen reden de uitvoering van de motie te beëindigen. In een brief van 7 december 2009 aan de Tweede Kamer is uitgelegd hoe men een beroep kan doen op de motie Spekman. Onbekend is nog wanneer het rapport op de agenda van de Tweede Kamer komt. Minister voor Immigratie en Asiel: Nederland gaat Dublin-zaken Griekenland zelf beoordelen De minister deelt de lopende ca. 1950 Dublin/Griekenland-zaken in drie categorieën in: 1. Asielzoekers die de nationale rechtsmiddelen (beroep en hoger beroep) hebben uitgeput: zij moeten een nieuwe asielaanvraag indienen. 2. Asielzoekers die nog in afwachting zijn van een uitspraak in beroep of hoger beroep: de IND zal opnieuw besluiten. 3. Asielzoekers aan wie nog geen beschikking is uitgereikt: zij kunnen een inhoudelijke beoordeling van de asielaanvraag tegemoet zien. De minister hanteert als uitgangspunt dat na een 'omsteltijd' van ongeveer een maand binnen ongeveer zes maanden een beslissing zal worden genomen. Toekomstige asielaanvragen waarin normaliter Griekenland om terug- of overname zou worden verzocht kunnen voorlopig ook worden opgenomen in de Nederlandse asielprocedure "tenzij overdracht aan een andere lidstaat dan Griekenland op grond van de Dublin-verordening of andere internationale overeenkomsten in de rede ligt." (MvI&A, 10.2.11) Minister voor Immigratie en Asiel: Voornemens nieuwe eisen gezinshereniging § De verhoging van de termijn bij voortgezet verblijf van drie naar vijf jaar maakt dat de termijnen voor zelfstandig verblijf worden geharmoniseerd. Zo'n twintig andere EU-
landen kennen deze termijn ook. Ik zie 1 januari 2012 als uiterste datum om dit te realiseren. § De uitzonderingen die ik beoog bij het verhogen van de termijn van het voortgezet verblijf zijn dezelfde als die van het vorige kabinet. Het gaat om slachtoffers van huiselijk geweld, eer-gerelateerd geweld, achterlating en schrijnende gevallen. § Het onderzoek naar de zelfstandige huisvesting is zo goed als afgerond. De minister van BZK zal in februari aanstaande de Kamer een reactie sturen. § Het onderzoek naar inzage in antecedenten van de referent is onlangs gestart. De onderzoekers gaan ervan uit dat het eindrapport in juni gereed kan zijn. § Het voorschrift is dat de vreemdeling zich dient te verzekeren voor ziektekosten. Dat blijft bestaan. De Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) heeft in 2010 handmatig onderzoeken naar schijnhuwelijken en schijnrelaties gedaan. In ruim 350 gevallen zijn vermoedens van fraude onderzocht. In 41% van de onderzochte dossiers bleek uiteindelijk dat er geen sprake was van fraude. In 6% van de onderzochte dossiers zag de IND aanleiding om op basis van de resultaten meteen in te grijpen en de verblijfsvergunning in te trekken (kamerstuk 32175: 16, 10.2.11 (overleg 18.1.11)) Minister voor Immigratie en Asiel: Iranese AMA’s kunnen niet in Iran worden opgevangen Voortaan zal niet meer op voorhand worden aangenomen dat sprake is van adequate opvang van overheidswege voor Iranese alleenstaande minderjarige vreemdelingen. In tegenstelling tot in het vorige ambtsbericht, staat in het huidige ambtsbericht namelijk dat de kwaliteit van de opvangtehuizen en de voorzieningen over het algemeen niet adequaat zijn en dat deze bovendien verschillen per opvangtehuis. Vooral de capaciteit om de kinderen de vereiste zorg te bieden ontbreekt veelal. (MvI&A, 1.2.11) Minister voor Immigratie en Asiel: geen strafvermindering criminele illegalen Criminele illegalen komen niet meer in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidsstelling, zoals in beginsel geldt voor veroordeelden. De tenuitvoerlegging van hun gevangenisstraf wordt alleen korter als zij vanuit hun detentie onmiddellijk uit Nederland vertrekken en niet meer terugkomen. Bij kortere gevangenisstraffen moet de illegaal in ieder geval de helft van zijn straf uitzitten en vervolgens Nederland verlaten. Bij langere gevangenisstraf moet de illegaal voor zijn vertrek uit Nederland tweederde van zijn straf hebben uitgezeten. Als zij niet terugkeren, moeten zij hun hele gevangenisstraf uitzitten. (Rijksoverheid 11.2.11) Minister voor Immigratie en Asiel: tijdelijk geen uitzetting naar Iran Voorlopig worden geen Iraniërs gedwongen teruggestuurd naar Iran. Nederland is tijdelijk gestopt met de presentaties bij de Iranese ambassade. Dit heeft VluchtelingenWerk Nederland op 8 februari vernomen van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Dit heeft te maken met de diplomatieke relatie met Iran sinds de executie van de Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami. Minister voor Immigratie en Asiel: Tijdens proces sluiting noodopvang zijn 850 personen uitgestroomd Met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is gekozen voor een projectmatige aanpak om gemeenten te ondersteunen bij deze beëindiging. Hiervoor is door de IND, de DT&V en het COA individueel maatwerk geleverd. Tot december 2010 zijn 920 vreemdelingen beoordeeld als noodopvangzaak. Tot december 2010 zijn in totaal 850 vreemdelingen uit de noodopvang gestroomd. Dat is deels omdat ze alsnog een vergunning hebben gekregen. Deels zijn ze vertrokken, waarvan een deel met onbekende bestemming. Op dit moment zijn er ongeveer 70 noodopvangzaken in behandeling bij de DT&V. Daarmee kunnen we de zaak afronden.
Als een gemeente wordt geconfronteerd met een plotselinge toestroom is er een speciale contactlijn en kunnen afspraken worden gemaakt met de DT&V voor hulp. Dit gebeurt ook. Hoewel ik weet dat sommige gemeenten er anders over denken, is mijn conclusie dat noodopvang niet meer nodig is. (kamerstuk 29344: 78, 18.1.11 (overleg 16.12.10) Brief minister Leers (immigratie en asiel) Deze week schreef minister Leers een brief naar de kamer, de brief is te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid-en-immigratie/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2011/02/22/kamerbrief-beleidsvisie-stroomlijningtoelatingsprocedures.html Minister: onderzoek alternatieven vreemdelingendetentie Minister Leers maakte duidelijk dat hij actief op zoek gaat naar werkbare alternatieven. Dat betekent ondermeer kijken naar de wijze waarop terugkeer in landen als Australië en België vorm krijgt. In die zoektocht naar alternatieven zal hij ook nagaan wat te doen en hoe om te gaan met mensen in een kwetsbare positie. De minister zegde ook toe met Amnesty en ander organisaties te gaan kijken naar de criteria die bij de detentie van vreemdelingen worden toegepast. Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie heeft aangegeven dat hij al begonnen is met maatregelen om het bestuursrechtelijke karakter van vreemdelingendetentie meer tot uitdrukking te brengen. (AI 26.1.11) Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG): waarschuwt tegen strafbaarstelling illegaal verblijf Wij vinden dat strafbaarstelling van illegaliteit meer nadelige gevolgen heeft dan (positieve) voordelen. Zo leidt strafbaarstelling tot stigmatisering en criminalisering van grote groepen mensen die mogelijk als gevolg van het enkele feit dat zij als illegaal strafbaar zijn, gedrag gaan vertonen waarbij zij uit het zicht raken van de overheid, haar instellingen en maatschappelijke organisaties. Het risico is reëel dat illegaal hier verblijvende ouders hun kinderen, die een recht hebben op onderwijs, niet meer aanmelden voor een school, dat zij niet, dan wel minder snel een beroep doen op medische zorg en dat mensen extra kwetsbaar worden omdat zij uit zicht dreigen te raken van maatschappelijke en zorginstanties. In het bijzonder waar het gaat om categorieën als kinderen, zorgbehoevenden en mensen met medische problemen. Bovendien rijst de vraag naar de (juridische) positie en verplichtingen van overheidsinstanties en hun medewerkers als zij kennis krijgen van het feit dat zij van doen hebben met een (strafbare) illegaal. Hetzelfde geldt voor medewerkers in onderwijs, maatschappelijke organisaties en zorginstellingen. De juridische positie van degenen die beroepshalve met een illegaal van doen krijgen is onduidelijk Het voorstel zegt daar niets over, terwijl toch ook op dit punt duidelijkheid is geboden. Verder is weinig aannemelijk dat slachtoffers van mensenhandel en uitbuiting met de voorgestelde maatregel zijn gediend. Wij zijn van mening dat juist deze categorie bescherming behoeft, terwijl te vrezen valt dat juist zij terughoudender worden om aangifte te doen. Met alle negatieve consequenties van dien. Verder hebben wij twijfel over de handhaafbaarheid van het voorstel. Gezien het feit dat het hier naar verwachting om veel mensen gaat is twijfelachtig hoe in de praktijk inhoud en betekenis wordt gegeven aan opsporing, vervolging en feitelijke strafbaarstelling. Niet aannemelijk is dat met de huidige capaciteit de handhaafbaarheid van het voorstel geborgd kan worden. Wij merken nog op dat eerdere voorstellen om illegaal verblijf stafbaar te stellen vanwege praktische, juridische en andere bezwaren niet zijn doorgezet door vorige kabinetten. (VNG 1.2.11)
Hammarberg kritisch over gezinsherenigingsbeleid Het wordt steeds moeilijker voor immigranten in Europa om hun familieleden te laten overkomen. Immigranten moeten voldoen aan onredelijke voorwaarden die onoverkomenlijke obstakels opwerpen om samen te kunnen leven met hun geliefden. Dit stelt Hammarberg, mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa in zijn ‘Human Rights Comment’ op 2 februari 2011. Hammarberg noemt daarbij Nederland als voorbeeld. Voordat gezinshereniging wordt toegestaan in Nederland moeten familieleden een inburgeringsexamen afleggen op een Nederlandse ambassade of consulaat in het land van herkomst. Deze zijn echter niet voor iedereen bereikbaar. Zo kunnen Afghanen geen Nederlandse taallessen volgen in hun eigen land en moeten zij helemaal naar India of Pakistan vertrekken waar zich de dichtstbijzijnde Nederlandse ambassade bevindt. Hammarberg wijst op de nieuwe regering Rutte die samen met de PVV het voornemen heeft nog strengere voorwaarden te stellen om zo het aantal migranten terug te dringen. Om die reden wil de regering ook de Gezinshereniginsrichtlijn aanpassen. Verder wijst hij op het probleem dat een aantal Europese landen de gezinsherenigingsaanvragen expres lijkt te vertragen, zelfs in de meest spoedeisende gevallen. Algemeen bekend is dat het voor veel migranten een ernstige ontbering vormt gescheiden te leven van de familie, zeker als het gaat om kinderen die in het land van herkomst zijn achtergebleven. De huidige tendens om de familie-eenheid steeds verder te begrenzen, eerbiedigt niet de mensenrechtenstandaarden. Het recht op eerbiediging van het gezinsleven is vastgelegd in internationale verdragen, in het bijzonder in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind. Hammarberg verwijst naar een resolutie van de Raad van Europa uit 2004 waarin staat dat immigranten en vluchtelingen die wettig op het grondgebied verblijven, zo spoedig mogelijk herenigd moeten worden met hun familie. ACVZ- Briefadvies over het Europees inreisverbod In het voorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de implementatie van de Terugkeerrichtlijn wordt bepaald dat de vreemdeling aan wie een Europees inreisverbod wordt opgelegd, geen rechtmatig verblijf (meer) heeft. Ook wordt overtreding van het inreisverbod strafbaar gesteld. Volgens de ACVZ is de noodzaak van de voorgestelde maatregelen onvoldoende aangetoond. Daarnaast is de commissie van mening dat de combinatie van de verplichte oplegging van het inreisverbod, samen met de categoriale strafbaarstelling van de overtreding daarvan en de onmogelijkheid om rechtmatig verblijf te hebben gedurende het verbod niet proportioneel is. De tekst van het briefadvies vindt u op de website: www.acvz.org VluchtelingenWerk Nederland: Verlengde Grensdetentie, noodzakelijk en effectief? Asielzoekers die via Schiphol naar Nederland komen en geen geldig paspoort of visum hebben, worden gevangen gezet in een gesloten opvangcentrum. Deze Gesloten Opvang Centrum procedure (GOC-procedure)* wordt gebruikt als de IND denkt meer dan de acht dagen van de algemene asielprocedure, maar korter dan zes weken nodig te hebben. In 2008 en 2009 kwamen jaarlijks gemiddeld 85 mensen in deze procedure terecht. De zes weken termijn werd nogal eens overschreden. De personen die dit overkwam zaten in totaal 184 dagen (2008) en 120 dagen (2009) vast. 'Onschuldige mensen die Nederland om bescherming vragen, komen onacceptabel lang terecht in de cel', vat Dorine Manson, directeur VluchtelingenWerk Nederland de problematiek samen. 'Het is helemaal oneerlijk als je bedenkt dat asielzoekers die via Duitsland of België naar Nederland komen, hun asielprocedure gewoon in een asielzoekerscentrum doorlopen'. Download het rapport Verlengde grensdetentie: noodzakelijk en effectief ? Terugkeerrichtlijn Inmiddels zijn er weer veel nieuwe uitspraken over de terugkeerrichtlijn in relatie tot detentie. Opvallend zijn:
§ § §
§
§
Grensdetentie: valt volgens Rechtbank Amsterdam onder de Terugkeerrichtlijn omdat NL nog niet in eigen wetgeving heeft vastgelegd dat het er niet onder valt. Detentie tijdens asielprocedure: valt buiten de Terugkeerrichtlijn volgens Rechtbank Zutphen Duur detentie: volgens de Rb Maastricht is 6mnd het maximum, volgens andere rechtbanken is een afweging nodig op de gronden die de Terugkeerrichtlijn daarvoor biedt: verlenging mag alleen bij niet-meewerken of bij wachten op documentatie uit het herkomstland Onderduikrisico: volgens de Terugkeerrichtlijn moet eerst onderzocht worden of een lichter middel mogelijk is, bv een meldplicht. Bij deze afweging spelen een rol aan de negatieve kant: lang illegaal verblijf, eerdere uitzetting en illegaal teruggekeerd, frustreren uitzetting, geen identificatie. Aan de positieve kant spelen een rol: vast adres, meewerken, paspoort. In elk geval mogen criminele antecedenten of ongewenstverklaring níet meetellen. Rechtbanken verschillen over de vraag of ze dit vol moeten toetsen.
IOM: terugkeercijfers 2010 In 2010 heeft IOM 3.064 personen begeleid met de terugkeer naar hun land van herkomst of hervestiging naar een derde land waar toelating gewaarborgd is, vergeleken met 2.583 personen vorig jaar. Van de 3.064 personen die in 2010 vrijwillig met IOM uit Nederland zijn vertrokken, had 55% een asielachtergrond, had 40% nooit een verblijfsvergunning aangevraagd (irreguliere migranten) en had 5% een reguliere verblijfsprocedure doorlopen. De belangrijkste terugkeerlanden zijn Irak, Brazilië, Macedonië, Georgië en China. (IOM 21.1.11) IND: voorbereidingen terugkeer naar Bagdad De Dienst Terugkeer en Vertrek heeft van 11 t/m 13 januari 2011 Bagdad bezocht, het resultaat is dat de autoriteiten akkoord zijn gegaan met de toegangsverlening van 180 nieuwe aanvragen. Tevens hebben zij ingestemd met een bezoek/taskforce aan Nederland om ongedocumenteerde (vermeende) Irakese vreemdelingen te spreken. Op dit moment wordt een Irakese delegatie via diplomatieke kanalen uitgenodigd. Verweerder vertrouwt erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. (IND 25.1.11) Nederlandse regels rond gezinshereniging van immigranten schenden mensenrechten Het wordt steeds moeilijker voor immigranten om hun familieleden te laten overkomen. Dat stelt de commissaris voor mensenrechten van de Raad van Europa, een organisatie van landen die democratie en mensenrechten willen bevorderen. Mensen die een aanvraag voor gezinshereniging indienen, moeten voldoen aan ''onredelijke'' voorwaarden. Die scheppen onoverkomelijke obstakels voor aanvragers om te kunnen leven met hun geliefden, aldus commissaris Thomas Hammarberg woensdag. Selectiever beleid Zelfs migranten die al lange tijd in het land wonen of genaturaliseerde burgers wordt het mensenrecht op gezinshereniging ontnomen. Hammarberg constateert een almaar ''beperkender en selectiever'' beleid in Europa, maar noemt Nederland als eerste voorbeeld. De commissaris wijst op de regering-Rutte, die met de PVV besloot de voorwaarden voor gezinshereniging aan te scherpen. Hammarberg maakt zich ook zorgen over het streven van Den Haag om de Europese wetgeving op dit gebied aan te passen. Bron: ANP Terechte geldboete voor Groningse parochies vanwege 'illegale' organist De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft twee kerkgenootschappen in Groningen in mei 2009 terecht een geldboete opgelegd, omdat een man uit Guatemala als organist in beide kerken speelde zonder dat voor hem de daarvoor vereiste werkvergunning was afgegeven. Dit blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State van vandaag (2 februari 2011). De man verbleef destijds als vreemdeling in Nederland. In mei 2010 kwam de rechtbank in Groningen ook al tot het oordeel dat de kerkgenootschappen de wet hadden overtreden. De rooms-katholieke parochies uit Delfzijl en Kloosterburen waren van mening dat de overtreding hun niet kon worden verweten vanwege een onduidelijke arbeidsmarktaantekening in het paspoort van de organist. De Raad van State is het echter met de Groningse rechtbank eens dat hun de overtreding wel kan worden verweten, omdat deze aantekening nog niet in zijn paspoort stond op het moment dat de man uit Guatemala in dienst trad van de parochies. De rechtbank zag vooral vanwege de financiële situatie van de parochies en de geringe aanstelling die de organist in de kerken had, echter wel aanleiding om de beide geldboetes van € 8.000 te verlagen. In zijn uitspraken draait de Raad van State deze verlaging terug, omdat de omvang van de werkzaamheden 'niet als marginaal kan worden aangemerkt'. De parochies hebben daarnaast 'niet aannemelijk gemaakt dat zij gezien hun financiële omstandigheden door de boetes onevenredig worden getroffen', aldus de hoogste bestuursrechter. Tegen de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen hoger beroep meer mogelijk. Lees de volledige tekst van de uitspraken met zaaknummers 201006149/1 (Kloosterburen) en 201006150/1 (Delfzijl). Bron: Nederlands Juridisch Dagblad, NJD Juridisch nieuws, http://juridischdagblad. Hammarberg: vermijd detentie kinderen zonder verblijfsvergunning An analysis of reports from UN agencies and reputable non-governmental organisations indicates that migrant children continue to be routinely detained, in spite of recommendations from the Council of Europe and the European Union. While European states provide a minimum age at which a child could be detained for a criminal offence such rules do not exist in migration cases. The consequence is that even families with very small children have been placed in detention centres. When children are detained with their parents, authorities have justified this with the argument that it is in the best interest of the children not to be separated from their parents. However, the humane solution would be to spare the whole family, including the caregivers, from detention in order to give the child the necessary support and security. Detaining parents while their children remain free cannot be an appropriate alternative. Alternative solutions exist. During a visit to Belgium I saw apartments where families due to be returned were accommodated. They had the possibility to leave the flat and live in an almost ordinary life; the parents had the possibility to organise the return and the children were able to attend school in the meantime. Similar humane approaches are needed for the unaccompanied minors. They should benefit from smaller accommodation facilities, with more privacy and better care, and with access to education. This would also be in line with the recent EU Action Plan on Unaccompanied Minors. Putting an end to the detention of asylum-seeking or migrant children should be seen as the first and important step towards minimising the use of detention in all immigration cases, including of adults. Hammarberg: gezinshereniging is een recht The right to respect for family life is guaranteed by international conventions; in particular by the European Convention on Human Rights, the revised European Social Charter, the European Convention on the Legal Status of Migrant Workers as well as the UN Convention on the Rights of the Child. The Council of Europe Parliamentary Assembly’s Recommendation 1686 (2004) on human mobility and the right to family reunion recommends less strict conditions for migrant applicants in respect to financial guarantees, health insurance and housing and, in particular, to avoid discrimination against women migrants and refugees which could result from the imposition of such measures.
The main message is that immigrants and refugees, who are lawfully residing in a state, should be able to reunite with their family members as soon as possible, without going through laborious procedures. Being denied the human right to be with one’s family makes life more burdensome – and integration much more difficult. SID-lecture Auditorium VU-Amsterdam 16 mei, 18.00 uur Spreker Hein de Haas (Oxford University) on ‘Migrants as Agents of Change’ Website: http://www.sid-nl.org Transnational Newsletter, 9th Issue, January 2011 Exactly three years ago and with reference to the World Social Forum in Nairobi in January 2007 we published an open letter "to our sisters and brothers in Africa" on our frontpage. We still keep it as an important and valid document, signed by (not only) African migrants in Europe in order to to communicate their transnational approach and experiences to bridge and interconnect the struggles. Migrant struggles and solidarity campaigns are the main topics in this newsletter: the chain of actions 2010, mainly directed against Frontex (page 3); the europeanwide campaign against Dublin II, the project of a transeuropean webguide and the ongoing resistance in Italy (page 4). Download english version [pdf 330kb] Shine Seminar Shine Seminar is a six week course, which will be held from February 18th to April 3rd, 2011, in Amsterdam. It is designed to promote a healthy understanding of injustice and the Christian response. Through the course we hope to provide resources and practical tools, while mobilizing and connecting those who desire to pursue a long term missions calling as an activist or missions worker in communities impacted by the global sex trade. The majority of lectures will be held in the context of YWAM’S Lighthouse building located in the center of the Red Light District, Amsterdam. Our goal is to provide a live, learn environment: a mixture of lecture, dialogue and hands on experience. We will address commercial sexual exploitation, human trafficking, prostitution and demand from multiple perspectives. We will hear from speakers on topics ranging from a biblical perspective on justice and intercession to a snapshot of consumer economics, research on trafficking/prostitution, from those working in government agencies or community NGO’s. At the end of the course the student should be able to host a basic training on both the sex trade and the consumer economics that drive the business. They should have tools to network with other organizations and activists, as well as some basic experience in the field in order to relate with victims. They should be able to intercede fueled by knowledge and have a basic understanding of biblical justice. They should be able to problem solve personal trigger points in their own faith, learning methods of self-care as they address these heavy topics. Not able to attend the whole seminar? Week 2, 5 and 6 are open weeks! That means that you can join the morning lectures from 9:30-1pm! Price for open weeks: €50/week, http://www.ywamamsterdam.org/training/shine/ Zwitserland: sobere voorzieningen leiden niet tot meer vertrek Four Swiss organisations – Amnesty International Switzerland, Observatoire du droit d’asile, Solidarités sans frontières and Organisation suisse d’aide aux réfugiés (OSAR) – launched a campaign criticising the Swiss “emergency assistance” system for asylum seekers whose applications have been rejected. Since 2008, this group cannot benefit from ordinary social assistance and are only entitled to “emergency assistance” which, according to the organisations, forces around 5,800 people to live in a precarious situation, in violation of their fundamental rights and human dignity. The system was intended to have a dissuasive effect on people attempting to seek protection in Switzerland and also to convince people who have received a negative decision on their
applications to leave the country. However, only 12-17% of the persons concerned by the measure have actually left the country. (ECRE 11.2.11) De in dit Vlugschrift gepubliceerde berichten zijn onder andere afkomstig uit Compact van VluchtelingenWerk Nederland en de Nieuwsbrief van Stichting Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt (LOS).