Björn, Aardig betoog, waarin je de lijn van je redenering aardig weet vast te houden. Ook belangrijk: je staaft die redenering met een behoorlijk aantal voorbeelden en met hier en daar zelfs een theoretische onderbouwing. Ten slotte ook niet verkeerd: je betrekt het betoog ook op eigen handelen en denken en kijkt daarbij af en toe ook in de spiegel. Enige serieuze kritiekpunt dat ik heb is dat je taal/ spelling hier en daar behoorlijk uit de bocht vliegt. Da’s dan weer jammer en zorgt ervoor dat de Voldoende geen Goed wordt. . Weer een leerdoel voor de volgende keer, toch?! Groet! Mark.
Vluchtelingenproblematiek: Je bent beschaafd of racistisch Door Bjorn Rommens Ik had mezelf eigenlijk voorgenomen me niet te mengen in het hele vluchtelingenverhaal. Op het moment dat je jouw mening kenbaar maakt val je gelijk in een van de twee kampen, namelijk het ‘laat ze allemaal maar binnen’ kamp of het ‘grenzen dicht’ kamp. En daarmee ben je gelijk een racist of te beschaafd, wat het moeilijk maakt om te kunnen discussiëren over de vluchtelingen. Ook voor journalisten. Dat vind ik jammer. Als journalist moet je natuurlijk zoveel mogelijk objectief blijven in de berichtgeving, maar een lezersreactie daarop is al snel gevormd. In de huidige samenleving, waar op de sociale media een mening snel gevormd is, is het voor een burger moeilijk om juist geïnformeerd te blijven. Je kan ervoor kiezen om politiek correct te zijn aangaande de vluchtelingen met opmerkingen als "Ik ben niet tegen vluchtelingen, maar..." of "Die mensen moeten worden geholpen, maar...", maar je kan er ook volledig op in gaan met een opmerking als ‘asieltsunami’ of iets dergelijks. Belangrijk is dus om je mening goed te onderbouwen en te kunnen verdedigen, maar dat is niet altijd even makkelijk. Journaliste Annabel Nanninga maakt het dagelijks mee. In het programma Dunk op RTL Z vertelt ze: "Ik ben van mening dat je ze niet moet opvangen, omdat er voor elk succesverhaal tien anderen in een gammel bootje stappen. Maar daar heb ik argumenten voor. Als je dat dan zegt, krijg je meteen een stortvloed aan foto's van verdronken kinderen, met het argument van 'dit is heel erg zielig'. Het is ook zielig, maar dat is geen argument." Door de enorme publieksopinie is het ook moeilijk voor een journalist om objectief te blijven. De term voor vluchtelingen wordt in de media verschillend benoemt. Van asielzoeker tot migrant, van oorlogsslachtoffer tot gelukszoeker. Maar daar trekken wij (journalisten) geen lijn in, wat ligt aan de achtergrond en visie van het medium waar zij voor werken. Dat is best storend, omdat de publieke opinie deels wordt gebaseerd op wat wij berichten aan het publiek. En met al die berichten die worden gepubliceerd over de vluchtelingen, worden alle termen door elkaar gebruikt en weet je niet meer waar het nu precies over gaat. Dan is het wel fijn om te weten waar die verschillende termen voor staan. De NRC-journalist Marc Leijendekker schreef daar een mooi achtergrond verhaal over. Daarin wordt benoemt dat een vluchteling iemand is die uit zijn land is gevlucht om te ontkomen aan oorlog of vervolging, voor wie het gevaarlijk is om terug te keren en die aanspraak kan maken op hulp en bescherming. Hier wordt ook de term oorlogsslachtoffers voor gebruikt in sommige media. Een migrant is iemand die er uit eigen beweging voor gekozen heeft om naar een ander land te gaan. Niet omdat hij of zij direct wordt bedreigd, maar om op zoek te gaan naar werk, goed onderwijs, een
beter leven, of om familie achterna te reizen. Daar wordt door sommige media ook het woord ‘gelukszoekers’ voor gebruikt. Wat moeten wij als medium dan doen? Een woord kiezen? Een positieve term voor vluchtelingen gebruiken bij goed nieuws en een negatieve term bij slecht nieuws? Dat is (helaas) de keuze aan de media zelf. Zo heeft de nieuwszender Al Jazeera gezegd dat ze het woord ‘migrant’ willen vermijden in hun berichtgeving. “Deze overkoepelende term dient zijn doel niet langer om de verschrikkingen te beschrijven die zich afspelen op de Middellandse Zee”, schreef online hoofdredacteur Barry Malone. Het woord “ontmenselijkt, schept afstand”. Daarom gebruiken ze liever de term ‘vluchteling’. IRIN, een persbureau voor humanitair nieuws, hecht juist aan het woord ‘migrant’. “Het is incorrect om alle migranten vluchtelingen te noemen”, schreef een medewerker van IRIN begin september. Het leidt ook tot onduidelijkheid. De rechten die vluchtelingen hebben, gelden niet voor alle migranten. De VN-organisatie voor vluchtelingen UNHCR waarschuwde eind augustus dat de termen ‘migrant’ en ‘vluchteling’ niet verward mogen worden. Dat zou volgens hen de publieke steun voor vluchtelingen en het migranten kunnen ondermijnen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het ene moment vind (bijna) iedereen de vluchtelingen zielig als er foto’s opduiken van een verdronken jongetje, het andere moment zijn de vluchtelingen ondankbaar uitschot omdat ze eten weigeren wat aan ze gegeven wordt of omdat ze klagen dat de opvanglocatie niet goed genoeg is. Wanneer er in het nieuws komt dat een vrouw is verkracht door asielzoekers vindt men al snel dat ze (allemaal) moeten oprotten, maar wanneer een asielzoekerscentrum wordt platgebrand gaat dat weer te ver voor sommige mensen (of juist niet). De opinie veranderd constant door deze incidenten en de overvloed aan berichten vanuit de media maken het ook allemaal ingewikkelder. Natuurlijk is het de taak van journalisten om nieuwsberichten te schrijven en een publiek debat op te starten. Een van de tien geboden waar wij als journalisten mee leven, de tien geboden van Kovach en Rosenstiel, is immers ‘Journalism must provide a forum for public criticsm and compromise’. Het publieke debat dus! Eigenlijk vind ik deze regel een beetje achterhaald. Zolang het nieuws maar op de sociale media te vinden is, vormt de samenleving wel een (gegronde) mening. Of het dan ook allemaal de juiste informatie is waar ze hun mening op vormen is een tweede. Of een journalist nu gekleurd of ongekleurd het nieuws brengt, mensen gebruiken dat artikel wel om een mening of argumenten te vormen. Toch heb ik er wel moeite mee dat meningen zomaar uit het luchtledige worden gevormd. Generaliseren kan ik al helemaal moeilijk hebben. ‘Ze zijn allemaal gelukszoekers’ of ‘ze gaan nu allemaal vast ook mijn vrouw/dochter verkrachten’. Kom op mensen, doe even rustig. Maar goed, ik ben nu vast te beschaafd of een linkse droplul ofzo, omdat ik niet vind dat ze allemaal terug moeten naar land van herkomst of dat alle vrouwen nu verkracht gaan worden door ‘testosteronbommen’. Welke redenen de media ook gebruiken om voor een bepaalde term te kiezen, belangrijk is dat ze onthouden dat er een verschil zit in de termen en dat gebruik van een bepaalde term veel te weeg brengt in de publieke opinie. Media zijn nu eenmaal de meest betrouwbare bronnen van informatie en daar moeten we ons naar gedragen. Nieuws moet eerlijk gebracht worden (weer een Kovach en Rosenstiel gebod: ‘Journalism’s first obligation is to the truth’) en niet constant vuurtjes stoken door gekleurd nieuws te brengen. Nouja, gekleurde termen in dit geval. Het is belangrijk dat mensen via de media een mening kunnen vormen over verschillende onderwerpen, maar laten we er dan wel voor zorgen dat die mening ongekleurd en feitelijk is. Discussiëren is goed, maar een niet onderbouwde discussie is niks waard. En ik maar zeggen dat ik me niet zou mengen in het vluchtelingenverhaal! Ik had mezelf eigenlijk voorgenomen me niet te mengen in het hele vluchtelingenverhaal. Op het moment dat je jouw mening kenbaar maakt, val je gelijk in een van de
twee kampen, namelijk het ‘laat ze allemaal maar binnen’ kamp of het ‘grenzen dicht’ kamp. En daarmee ben je gelijk een racist of te beschaafd, wat het moeilijk maakt om te kunnen discussiëren over de vluchtelingen. Ook voor journalisten. Dat vind ik jammer. Als journalist moet je natuurlijk zoveel mogelijk objectief blijven in de berichtgeving, maar een lezersreactie daarop is al snel gevormd. In de huidige samenleving, waar op de sociale media een mening snel gevormd is, is het voor een burger moeilijk om juist geïnformeerd te blijven. Je kan ervoor kiezen om politiek correct te zijn aangaande de vluchtelingen met opmerkingen als "Ik ben niet tegen vluchtelingen, maar..." of "Die mensen moeten worden geholpen, maar...", maar je kan er ook volledig op in gaan met een opmerking als ‘asieltsunami’ of iets dergelijks. Belangrijk is dus om je mening goed te onderbouwen en te kunnen verdedigen, maar dat is niet altijd even makkelijk. Journaliste Annabel Nanninga maakt het dagelijks mee. In het programma Dunk op RTL Z vertelt ze: "Ik ben van mening dat je ze niet moet opvangen, omdat er voor elk succesverhaal tien anderen in een gammel bootje stappen. Maar daar heb ik argumenten voor. Als je dat dan zegt, krijg je meteen een stortvloed aan foto's van verdronken kinderen, met het argument van 'dit is heel erg zielig'. Het is ook zielig, maar dat is geen argument." Door de enorme publieksopinie (krom geformuleerd) is het ook moeilijk voor een journalist om objectief te blijven. De term voor vluchtelingen wordt in de media verschillend benoemt taal . Van asielzoeker tot migrant, van oorlogsslachtoffer tot gelukszoeker. Maar daar trekken wij (journalisten) geen lijn in, wat ligt aan de achtergrond en visie van het medium waar zij voor werken onlogische verwijzing. Dat is best storend, omdat de publieke opinie deels wordt gebaseerd op wat wij berichten aan het publiek. En met al die berichten die worden gepubliceerd over de vluchtelingen, worden alle termen door elkaar gebruikt en weet je niet meer waar het nu precies over gaat. Dan is het wel fijn om te weten waar die verschillende termen voor staan. De NRC-journalist Marc Leijendekker schreef daar een mooi achtergrond verhaal over. Daarin wordt benoemt taal dat een vluchteling iemand is die uit zijn land is gevlucht om te ontkomen aan oorlog of vervolging, voor wie het gevaarlijk is om terug te keren en die aanspraak kan maken op hulp en bescherming. Hier wordt ook de term oorlogsslachtoffers voor gebruikt in sommige media. Een migrant is iemand die er uit eigen beweging voor gekozen heeft om naar een ander land te gaan. Niet omdat hij of zij direct wordt bedreigd, maar om op zoek te gaan naar werk, goed onderwijs, een beter leven, of om familie achterna te reizen. Daar wordt door sommige media ook het woord ‘gelukszoekers’ voor gebruikt. Wat moeten wij als medium journalisten dan doen? Een woord kiezen? Een positieve term voor vluchtelingen gebruiken bij goed nieuws en een negatieve term bij slecht nieuws? Dat is (helaas) de keuze aan de media zelf. Zo heeft de nieuwszender Al Jazeera gezegd dat ze het woord ‘migrant’ willen vermijden in hun berichtgeving. “Deze overkoepelende term dient zijn doel niet langer om de verschrikkingen te beschrijven die zich afspelen op de Middellandse Zee”, schreef online hoofdredacteur Barry Malone. Het woord “ontmenselijkt, schept afstand”. Daarom gebruiken ze liever de term ‘vluchteling’. IRIN, een persbureau voor humanitair nieuws, hecht juist aan het woord ‘migrant’. “Het is incorrect om alle migranten vluchtelingen te noemen”, schreef een medewerker van IRIN begin september. Het leidt ook tot onduidelijkheid. De rechten die vluchtelingen hebben, gelden niet voor alle migranten. De VN-organisatie voor vluchtelingen UNHCR waarschuwde eind augustus dat de termen ‘migrant’ en ‘vluchteling’ niet verward mogen worden. Dat zou volgens haar en de publieke steun voor vluchtelingen en het migranten kunnen ondermijnen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het ene moment vind taal (bijna) iedereen de vluchtelingen zielig als er foto’s opduiken van een
verdronken jongetje, het andere moment zijn de vluchtelingen ondankbaar uitschot omdat ze eten weigeren wat aan ze gegeven wordt of omdat ze klagen dat de opvanglocatie niet goed genoeg is. Wanneer er in het nieuws komt dat een vrouw is verkracht door asielzoekers vindt men al snel dat ze (allemaal) moeten oprotten, maar wanneer een asielzoekerscentrum wordt platgebrand gaat dat weer te ver voor sommige mensen (of juist niet). De opinie veranderd taal constant door deze incidenten en (….) overvloed aan berichten vanuit de media (….) het ook allemaal ingewikkelder. Natuurlijk is het de taak van journalisten om nieuwsberichten te schrijven en een publiek debat op te starten. Een van de tien geboden waar wij als journalisten mee leven, de tien geboden van Kovach en Rosenstiel, is immers ‘Journalism must provide a forum for public criticsm and compromise’. Het publieke debat dus! Eigenlijk vind ik deze regel een beetje achterhaald. Zolang het nieuws maar op de sociale media te vinden is, vormt de samenleving wel een (gegronde) mening. Of het dan ook allemaal de juiste informatie is waar ze hun mening op vormen is een tweede. Of een journalist nu gekleurd of ongekleurd het nieuws brengt, mensen gebruiken dat artikel wel om een mening of argumenten te vormen. Toch heb ik er wel moeite mee dat meningen zomaar uit het luchtledige worden gevormd. Generaliseren kan ik al helemaal moeilijk hebben. ‘Ze zijn allemaal gelukszoekers’ of ‘ze gaan nu allemaal vast ook mijn vrouw/dochter verkrachten’. Kom op mensen, doe even rustig. Maar goed, ik ben nu vast te beschaafd of een linkse droplul ofzo, omdat ik niet vind dat ze allemaal terug moeten naar land van herkomst of dat alle vrouwen nu verkracht gaan worden door ‘testosteronbommen’. Welke redenen de media ook gebruiken om voor een bepaalde term te kiezen, belangrijk is dat ze onthouden dat er een verschil zit in de termen en dat gebruik van een bepaalde term veel te weeg brengt in de publieke opinie. Media zijn nu eenmaal de meest betrouwbare bronnen van informatie en daar moeten we ons naar gedragen. Nieuws moet eerlijk gebracht worden (weer een Kovach en Rosenstiel gebod: ‘Journalism’s first obligation is to the truth’) en niet constant vuurtjes stoken door gekleurd nieuws te brengen. Nouja, gekleurde termen in dit geval. Het is belangrijk dat mensen via de media een mening kunnen vormen over verschillende onderwerpen, maar laten we er dan wel voor zorgen dat die mening ongekleurd en feitelijk is. Discussiëren is goed, maar een niet onderbouwde discussie is niks waard. En ik maar zeggen dat ik me niet zou mengen in het vluchtelingenverhaal!
Björn, Aardig betoog, waarin je de lijn van je redenering aardig weet vast te houden. Ook belangrijk: je staaft die redenering met een behoorlijk aantal voorbeelden en met hier en daar zelfs een theoretische onderbouwing. Ten slotte ook niet verkeerd: je betrekt het betoog ook op eigen handelen en denken en kijkt daarbij af en toe ook in de spiegel. Enige serieuze kritiekpunt dat ik heb is dat je taal/ spelling hier en daar behoorlijk uit de bocht vliegt. Da’s dan weer jammer en zorgt ervoor dat de Voldoende geen Goed wordt. . Weer een leerdoel voor de volgende keer, toch?! Groet! Mark.