Vormingsdienst Aan: Stafvergadering Vlaamse Vormingsdienst Ter info aan:
Auteur
Referentie
Brussel
Tom van Looy
STAF/NOTA/2015/20150903_vluchtelingen
2015-09-03
#Opdevlucht Zelden is een maatschappelijk thema op zo’n korte tijd uitgegroeid tot een discussie met zo’n grote tegenstellingen, zowel politiek als in de publieke opinie. Deze nota is een eerste en beperkte poging om een aantal dingen te duiden en in hun context te plaatsen.
1
Vooraf: enkele belangrijke (internationale) verdragen en overeenkomsten
Universele verklaring van de rechten van de mens Artikel 14 lid1: eenieder heeft het recht om te vluchten en asiel te zoeken in andere landen en bescherming te genieten tegen vervolging Internationaal verdrag betreffende de status van vluchtelingen (1951) De aangesloten staten hebben de plicht om de asielaanvragen van vluchtelingen in behandeling te nemen en het is hen verboden de asielzoekers terug te brengen naar het land van herkomst wanneer ze het statuut van vluchteling hebben Definitie vluchteling: Een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen. Uitsluitingsgronden: personen die zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid of handelingen hebben gesteld in strijd met de principes van de VN. Door 147 landen ondertekend Niet ondertekend door o.a. Noord-Korea, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, India, Pakistan, Indonesië en Mongolië Overeenkomst van Dublin (Dublin I) en Dublinverordening (Dublin II) Vereenvoudigd: de Europese lidstaat waarin de asielzoeker zich het eerst aanmeldt is verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag. Asielzoekers kunnen maar in één van de landen die de overeenkomst ondertekenden asiel aanvragen (dubbele aanvragen voorkomen). Geldt ook wanneer asielzoekers illegaal een Europese lidstaat binnen reizen
1
2
Lidstaten mogen zich ook vrijwillig asielverzoeken aantrekken (bijvoorbeeld wanneer een andere lidstaat zijn plicht tov het Vluchtelingenverdrag verzaakt)
Asielprocedure in België
Stap 1: de aanvraag Asielzoekers melden zich aan bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) in Brussel of aan de grens (haven luchthaven, …). DVZ onderzoekt of België verantwoordelijk is voor de aanvraag (Dublin onderzoek), DVZ mag dan beslissen om de asielzoeker door te verwijzen naar een andere lidstaat. In deze fase worden vingerafdrukken en foto’s genomen van de asielzoeker en is er een verplicht longonderzoek (TBC). De asielzoeker krijgt na afloop van de intake een voorlopige verblijfsvergunning (tenzij verwijzing naar andere lidstaat). Opmerking: de verwerkingscapaciteit van DVZ is vastgelegd op 250 aanvragen per dag. Wie niet kan behandeld worden (vanaf nr. 251) staat letterlijk op straat en heeft geen recht op materiële hulp tenzij de goodwill van burgers, middenveld of stad Brussel. Stap 2: dispatching Na de intake, wanneer de procedure is opgestart, heeft de asielzoeker gedurende de looptijd van die procedure recht op materiële hulp (bed, bad, brood). Dit kan verscheidene maanden in beslag nemen. De dienst Dispatching wijst de asielzoeker een opvangplaats toe op basis van beschikbaarheid en behoefte (grootte gezin, specifieke noden, bestaande trauma’s, …). Zolang de procedure loopt spreekt men over ‘asielzoekers’, vanaf de erkenning over ‘vluchteling’. Stap 3: opvang Gedurende de eerste 4 maanden worden asielzoekers opgevangen in een collectieve opvang; Hier krijgt men de materiële hulp, kan men rekenen op (psychologische) begeleiding en wordt gepolst naar vrijwillige terugkeer. Na 4 maanden kan bekeken worden of een individuele opvangplaats aangewezen is. Dit in samenwerking met de OCMW’s. Na 6 maanden verblijf (ook bij onzekerheid over eindbeslissing aanvraag)mogen asielzoekers zich aanbieden op de arbeidsmarkt mits aanvraag arbeidskaart C). Update: de periode tot toelating op de arbeidsmarkt zou worden ingekort tot 4 maanden Stap 4: oproeping en gehoor De asielaanvraag wordt verder onderzocht door het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatslozen (CGVS). De asielzoeker wordt opgeroepen voor een verhoor waar men zijn/haar verhaal toetst aan de werkelijkheid en of de asielzoeker in aanmerking komt voor het statuut ‘vluchteling’ (cfr. Vluchtelingenverdrag). Bij dit verhoor mag de aanvrager zich laten bijstaan door een advocaat. Stap 5: beslissing Er zijn drie beslissingen mogelijk: 1. De aanvraag wordt verworpen: men krijgt 30 dagen om het grondgebied te verlaten
2
2. Men krijgt het statuut ‘erkende vluchteling’ 3. Men krijgt het statuut ‘asielzoeker met subsidiaire bescherming’ (ASB, geen vluchteling op basis van strikte definitie Vluchtelingenverdrag maar voldoende grond om aan te nemen dat terugkeer een zeker risico inhoudt, bijvoorbeeld oorlogsvluchtelingen). Stap 6: na de beslissing 1. Asielaanvraag verworpen: mogelijkheid tot aantekenen beroep of verlaten van het grondgebied (na 30 dagen wordt men ‘illegaal’) 2. Erkend vluchteling of ASB: men krijgt een verblijfsvergunning en kan op zoek gaan naar een eigen woning. Men wordt hierbij begeleid door het OCMW. Men wordt geregistreerd in het bevolkingsregister Indien geen eigen inkomen en werkwillig krijgt men een leefloon Men ontvangt kindergeld Plicht tot werk zoeken en integratietraject Indien niet werkwillig kan leefloon ingetrokken worden Stap 7: einde statuut DVZ kan, in samenspraak met het CGVS het statuut beëindigen:
3
Wanneer er sprake is van een aanzienlijke, langdurige stabilisering van het thuisland (einde oorlog cfr. ex-Joegoslavië) Wanneer uit je gedrag blijkt dat je geen vrees hebt terug te keren naar het thuisland (vb. frequent terugreizen naar thuisland) Wanneer blijkt dat je oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid hebt begaan Wanneer uit bijkomende informatie blijkt dat er sprake is van een frauduleuze aanvraag of leugenachtige verklaringen Wanneer je de Belgische nationaliteit verworven hebt
Enkele cijfers
Wereldwijd zijn er naar schatting 60 miljoen (60.000.000) vluchtelingen, 90% van de vluchtelingen komt terecht in buurlanden of zwerft rond in eigen land. Alleen al in Syrië zijn er 7 miljoen ‘ontheemden’ binnen de eigen landsgrenzen. Momenteel neemt Turkije meer dan 2 miljoen vluchtelingen op, Libanon 1,3 miljoen (op een bevolking van ongeveer 5 miljoen), Jordanië 600.000. Ongeveer 2% van alle vluchtelingen wereldwijd komen naar Europa (450.000 personen). Dit is 0,09% op 500 miljoen inwoners in de Europese Unie. Als België procentueel evenveel vluchtelingen zou opnemen als Libanon komen we uit op 2.600.000 Van alle asielaanvragen in Europa gebeuren er 3,6% in België (Duitsland 32,4%, Italië 10,3%, Frankrijk 10%). 55% van de erkende vluchtelingen vindt binnen 4 jaar een job Het aandeel van asielzoekers in de ‘kost’ van de kinderbijslag is 0,1% 20% van de migranten in België zijn asielzoekers, de 80% andere zijn EUonderdanen
4
Misverstanden, vooroordelen en terechte vragen
4.1
Is dit de grootste vluchtelingencrisis sinds WOII?
3
Terminologie: men spreekt van een crisis wanneer er zich een acute en zware noodsituatie voordoet. Het vluchtelingenprobleem is echter niet nieuw, de oorlogen in Syrië, Irak en een aantal Afrikaanse landen slepen al jaren aan. Het aantal erkende asielzoekers stijgt weliswaar maar de rechtstreekse oorzaak hiervan is dat het aandeel economische vluchtelingen (vooral Oost-Europa) binnen de groep asielaanvragers gedaald is en het aantal vluchtelingen omwille van oorlog en geweld (Syrië, Irak, …) spectaculair gestegen is. In 2000 was de toestroom asielzoekers nog groter omwille van de crisis in Kosovo, nochtans werd de term ‘crisis’ toen niet gehanteerd. Waarom voelt het dan nu zo acuut aan?
4.2
‘Bufferlanden’ lopen over. Tot nog toe werd het merendeel van de (vooral Syrische en Irakese) vluchtelingen opgevangen door Libanon, Turkije en Jordanië maar daar is de maximumcapaciteit ruimschoots overschreden. Bijkomend is er sprake van een ernstig geldgebrek bij hulporganisaties actief in de regio omwille van een toenemend aantal conflicten en noodsituaties (v. aardbeving Nepal). Hierdoor worden de omstandigheden in de vluchtelingenkampen zwaarder (voedseltekorten, gebrek aan tenten, ontoereikende gezondheidszorg,…) Libië was onder Khadaffi een bijna onneembare vesting. Financieel gesteund door oa Italië was er een afspraak over het tegenhouden van vluchtelingen. Na de val van Khadaffi en de bijhorende chaos lag de doorgang via de zee terug open. ‘Grenslanden’ Griekenland en Italië kunnen de stroom niet meer verwerken en laten mensen verder trekken. Nu ze niet langer alleen opduiken in Lampedusa maar ook in Boedapest, Berlijn en Brussel worden de vluchtelingen plots veel zichtbaarder. Het oprukken van IS: het geweld heeft een nieuw gezicht gekregen, naast oorlog is er nu sprake van verregaande barbarij, de angst drijft ‘twijfelaars’ over de rand De toegang wordt kleiner, traditionele vluchtwegen over land worden systematisch en hermetisch afgesloten. Een steeds groter wordende groep vluchtelingen begeeft zich naar een steeds kleiner wordende toegang tot Europa, met name de Middellandse Zee. Treffend cijfer: in 2013 waagden 60.000 vluchtelingen de overtocht, sinds januari al 300.000. Van 3000 weet men zeker dat ze de overtocht niet overleefd hebben.
Asielzoekers willen niet terug naar hun thuisland
Dit gaat op voor economische vluchtelingen maar zij worden zelden erkend. Uit het overgrote deel van de dossiers van erkende vluchtelingen blijkt de uitdrukkelijke hoop om terug te kunnen keren naar het thuisland. Wanneer men echter enkele jaren in een land verblijft, de kinderen naar school gaan, men een job gevonden heeft en zich integreert in de samenleving stijgt de kans dat men wil blijven. Dat omschakelpunt ligt op 3 à 4 jaar (onderzoek Centrum Migratie Studies, CeMIS). Daar kan men 2 conclusies aan verbinden: Wil men de vluchtelingenstroom indijken zal maximaal moeten worden ingezet op het verkrijgen van vrede en stabiliteit in de thuislanden Indien wereldvrede niet realistisch: reden te meer om volop in te zetten op onthaal en integratie van nieuwkomers
4
4.3
Migratie bedreigt onze welvaart (ze willen niet werken meneer!)
Uit meerdere internationale studies blijkt dat migratie bijna altijd een positief economisch effect genereert in het gastland. Het zorgt voor innovatie, grotere concurrentie, stijgende productiviteit en consumptie. Bovendien geeft het merendeel van de migranten expliciet aan te willen werken. Er is echter één grote bedenking bij; niet iedereen ervaart die meerwaarde doordat de concurrentie tussen vooral laaggeschoolde arbeidskrachten toeneemt. Nieuwkomers zijn niet zelden bereid om meer uren te presteren aan een lager loon en wanneer men niet terecht kan in de reguliere arbeidsmarkt ontstaan parallelle circuits (zwartwerk). Syndicale waakzaamheid is dus geboden om te vermijden dat groepen werknemers (al naargelang hun statuut) tegen elkaar worden opgezet met de verborgen agenda: afbouw van arbeidsomstandigheden en winstmaximalisatie.
4.4
Waarom doen de rijke Arabische landen weinig of niets voor de vluchtelingen?
Een terechte opmerking. Het lijkt er inderdaad op dat rijke oliestaten als Saoedi-Arabië, Oman en de VAE weinig tot niets doen voor wat in veel gevallen hun geloofsgenoten zijn. Hier zijn een aantal redenen voor:
Puur praktisch: om deze landen te bereiken moeten Syrische en Irakese vluchtelingen een uitgestrekt woestijngebied overwinnen, Turkije, Libanon of Jordanië zijn dus niet alleen dichterbij maar bovendien is de reis –relatief gezienmakkelijker. Bijna geen enkele oliestaat heeft het Vluchtelingenverdrag ondertekent, zij voelen dus geen verplichting om vluchtelingen op te vangen of te helpen. Integendeel, vaak wacht de vluchtelingen ter plaatse geen bed, bad of brood maar gevangenneming, geweld en gedwongen terugkeer. Veel vluchtelingen willen werken in het nieuwe gastland. De oliestaten zitten echter niet te wachten op deze potentiële werknemers, ze importeren immers massaal nog goedkopere arbeidskrachten uit Nepal of Bangladesh.
Er loopt momenteel een massale campagne op sociale media om de golfstaten ertoe te bewegen hun verantwoordelijkheid te nemen. De Arabische hashtag ‘verwelkomen Syrische vluchtelingen is een plicht van de Golf’ werd op één dag 33.000 keer gebruikt en enkele kritische dagbladen plaatsten vlammende commentaarstukken. Tot nu toe zonder gevolg.
4.5
Waarom willen zoveel vluchtelingen naar Duitsland?
Eén op drie van alle asielaanvragen in de Europese Unie gebeuren in Duitsland. Het verleidt andere Europese lidstaten (Hongarije) tot uitspraken zoals ‘het vluchtelingenprobleem is een Duits probleem’. Maar vanwaar de aantrekkingskracht?
Duitsland heeft een migratietraditie, reeds medio jaren 60 bedroeg het aantal gastarbeiders in Duitsland om en bij het 1 miljoen. Onder andere de Turkse gemeenschap is enorm groot. Voor velen is Duitsland, als grootste economie van de Unie, het symbool van Europa.
5
Duitsland heeft de ‘Dublinregel’ al enige tijd opzij geschoven, er wordt niet meer nagekeken of de asielzoeker ergens anders de Unie is binnengekomen. De regels waaraan een asielzoeker moet voldoen om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt zijn aanzienlijk versoepeld In tegenstelling tot bijvoorbeeld België kent Duitsland een bijzonder korte asielprocedure (enkele weken) ‘Reclame’ via sociale media. Via Twitter en Facebook worden massaal positieve berichten over Duitsland gedeeld onder vluchtelingen. Ook de harde woorden van Angela Merkel aan het adres van extreemrechts zijn ruim verspreid (ondertussen hebben al een tiental Syrische baby’s de naam Angela Merkel gekregen).
De populariteit van Duitsland verklaart ook meteen de reserves van vluchtelingen om zich in bijvoorbeeld Polen of Hongarije aan te bieden. De repressieve aanpak, vijandige houding van de bevolking en beperkte materiële hulp (geen bewegingsvrijheid, geen gratis water, …) drijft hen verder Europa in. Update; op 13 september 2013 kondigde de Duitse regering aan opnieuw grenscontroles in te voeren. De mogelijkheid om tijdelijke grensbewaking in te roepen staat expliciet vermeld in het Schengen-akkoord.
4.6
Asielzoekers zijn vooral jonge alleenstaande mannen
Klopt niet. Op 8 september 2015 werden welgeteld 19.117 asielzoekers opgevangen in België (cijfers Fedasil). Van deze groep zijn 38% alleenstaande mannen en meer dan 50% gezinnen. Vijf procent (of ongeveer 1000 individuen) zijn kinderen en jongeren die niet begeleid zijn. Dit heeft rechtstreekse gevolgen voor het opvangbeleid. Gezinnen hebben andere noden dan alleenstaande mannen. Nu wordt vooral ingezet op collectieve opvang maar gezinnen zijn meer gebaat bij individuele opvang. Bovendien hebben vooral de kinderen en jongeren zonder begeleiding een zeer specifieke vorm van opvang en hulp nodig.
4.7
Vergelijkingen met de Belgische vluchtelingen in WOI en WOII
Zowel voor-als tegenstanders in het vluchtelingendebat gebruiken de massale vlucht van Belgische burgers in beide wereldoorlogen als basis voor hun argumentatie. We moeten oppassen met dit soort vergelijkingen omdat er enkele belangrijke verschillen zijn tussen de huidige toestand en de context waarin onze (over)grootouders de vlucht namen:
Met het Duitse keizerrijk en later het nationaalsocialisme hadden België en zijn buurlanden een gezamenlijke vijand, de solidariteit met de Belgische vluchtelingen was er dus bijna automatisch. Kijk maar naar de terminologie in de Britse pers die sprak over ‘brave little Belgium’ WOI: de Belgische vluchtelingen uit Nederland keerden inderdaad snel terug (de meesten na enkele maanden). De rechtstreekse aanleiding hiervoor was de overtuiging dat Duitsland de oorlog zo goed als gewonnen had en de veroverde gebieden relatief rustig waren. Bovendien voerde de toenmalige Nederlandse overheid een actief terugkeerbeleid waarbij treinen werden ingelegd tussen de vluchtelingenkampen en Antwerpen WOII: de snelle verovering van een groot deel van Europa door de nazi’s maakte verder vluchten onzinnig. Als men dan toch onder een dictatuur moest leven, dan liever in het thuisland
6
Er heerst ook een geromantiseerd beeld over de opvang van Belgische vluchtelingen door hun buurlanden. Een ‘gedeelde Westerse cultuur’ tussen de Belgische vluchtelingen en hun gastlanden (vooral Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië) betekende niet per definitie een vlekkeloze integratie. In de Franse publieke opinie werden de Belgen afgeschilderd als luierikken en zowel de Britse als Nederlandse pers waarschuwden voor de Belgen die notoire alcoholisten en messentrekkers zouden zijn. Wat in historische context allicht interessanter is, zijn de Belgische emigratiestromen in de jaren 20 van de vorige eeuw en het interbellum. Tienduizenden Belgen emigreerden om economische redenen naar Canada, de Verenigde Staten, Rusland (!) en Afrika. België kende daardoor decennialang een negatief migratiesaldo (Morelli, Groupe d’étude de Démographique Appliquée).
4.8
Met de vluchtelingen laten we ook het terrorisme binnen
Veel mensen maken zich zorgen over de binnenlandse veiligheid wanneer er asielzoekers binnenkomen uit landen die op het gebied van terrorisme een zekere (al dan niet terechte) reputatie hebben. Vooral de opkomst van IS heeft die angst doen toenemen. De kans op een massale intocht van terroristen lijkt echter gering:
De procedure tot erkenning tot vluchteling is geen administratieve formaliteit. Er gebeurt een zeer uitgebreid onderzoek waarbij de verschillende internationale inlichtingendiensten intensief gegevens uitwisselen. Er is dus een zeer gedetailleerde screening van de asielzoeker alvorens hij of zij erkend kan worden IS is een territoriale beweging met als hoofddoel verovering. Zij kunnen geen duizenden strijders missen op het terrein. IS is ook een terreurbeweging die angst als wapen gebruikt. Het zelf verspreiden van berichten over duizenden aanhangers die Europa instromen is dus een propagandastrategie
Uiteraard is terrorisme een bestaand en reëel gegeven, ook in West-Europa. Maar meestal gaat het daarbij om zogenaamde ‘eenzame wolven’ die al geruime tijd in Europa verblijven en er vaak zelfs geboren zijn. Een beleid van hermetisch gesloten grenzen is dus geen oplossing voor dit probleem.
7