Via Twence Info Magazine
Jaargang 14
december 2014
Uitgave 43
“ Geen woorden, maar daden en dat is precies waar Twence mee bezig is”
Verder in deze editie: 02 Twence: blik op recycling 04 Grootste duurzame energieleverancier van Overijssel 06 4 steps forward! 10 Twence op vakbeurs RWM
fervent voorstander van een Europees stortverbod. Hoewel Nederland dus Europees koploper is, moeten we ook in ons land blijven investeren in metaalrecycling. “Daardoor kan het percentage hergebruikt blik nog verder toenemen”, verwacht de zegsman van de SKB. In de nabije toekomst denkt hij dat de meeste winst voor metaalrecycling te behalen is dankzij nieuwe technologische ontwikkelingen voor de opwerking van bodemassen. Omdat afvalenergiecentrales nu al steeds meer metalen kunnen terugwinnen uit bodemassen, ziet RobertJan ter Morsche weinig heil in het apart inzamelen van blik. “Door sommige gemeenten worden andere inzamelsystemen toegepast of overwogen, maar inzameling via het huisvuil is de efficiëntste methode. Het kost de samenleving het minst en is gemakkelijk en efficiënt voor consument, gemeente en het afvalenergiebedrijf.”
Robert-Jan ter Morsche (Stichting Kringloop Blik) ziet weinig heil in het apart inzamelen van blik
Twence: blik op recycling De recycling van stalen en aluminium blikverpakkingen is zeer succesvol. Dat is mede te danken aan afvalenergiebedrijven zoals Twence, die investeren in nieuwe installaties om meer metalen terug te winnen, stelt Robert-Jan ter Morsche van de Stichting Kringloop Blik.
“Het is een fantastisch mooi cijfer, dat andere sectoren kan inspireren”, zegt Robert-Jan ter Morsche van de Stichting Kringloop Blik (SKB) over het recyclingpercentage van blik. Dat zit met 91 procent (in 2012) ruim boven de wettelijke norm van 85 procent uit het Besluit Beheer Verpakkingen. Het is ook sterk gestegen ten opzichte van 2005, toen 84 procent van het blik werd hergebruikt. Volgens de secretaris van de stichting is de stijging mede te danken aan afvalenergiebedrijven, zoals Twence. Die investeren in installaties die meer metalen kunnen halen uit bodemassen (het restant dat overblijft na verbranding). Zo kan Twence tegenwoordig kleinere metaaldeeltjes
02
terugwinnen dankzij onder meer de ADR-technologie (zie kader). Andere branchegenoten halen meer metalen uit bodemassen door deze te wassen of chemisch te behandelen. De bedrijven verdienen de investeringen vaak snel terug, legt Robert-Jan ter Morsche uit. “Want blik en andere metalen brengen veel op, doordat ze eindeloos kunnen worden hergebruikt zonder verlies van de waardevolle eigenschappen.” Recycling is bovendien goed voor het milieu, want het bespaart 70 procent van de energie bij de productie van staal. Bij aluminium (dat via elektrolyse wordt gewonnen uit bauxiet) bedraagt die reductie maar liefst 95 procent. Volgens Ter Morsche hebben zijn stichting en afvalenergiebedrijven
zoals Twence dan ook hetzelfde doel: “Namelijk de kringloop voor grondstoffen – in ons geval blik – sluiten en daarmee het duurzame gebruik van grondstoffen en energie bevorderen.” Bij de Stichting Kringloop Blik zijn materiaalproducenten, verpakkingsbedrijven, het verpakkende bedrijfsleven en de detailhandel aangesloten. Stortverbod In Nederland is hergebruik van blik meer gemeengoed dan in de rest van Europa, weet Robert-Jan ter Morsche. “Dat komt omdat hier een stortverbod geldt. Na verbranding kunnen we metalen terugwinnen en recyclen, bij storten verdwijnen ze gewoon in de grond.” Om die reden is hij ook een
Voor meer informatie over de Stichting Kringloop Blik: www.kringloopblik.nl.
Inzameling van blik via het huisvuil is de efficiëntste methode
Meer metalen uit bodemassen Twence kan voortaan nog kleinere metaaldeeltjes uit bodemassen verwijderen. Op 22 oktober werd de nieuwe hal achter de bestaande slakkenopwerkingsinstallatie officieel in gebruik genomen. De machines in deze hal zijn gebaseerd op de modernste technologieën. Noviteiten zijn een ADR (advanced dry recovery) en een verbeterde combischeider. De machines kunnen 60 tot 70 procent meer aluminium, koper, zink en andere metalen uit de bodemassen verwijderen. Deze metalen worden hergebruikt. Dankzij dit zogenoemde ONFA-project (Optimalisatie Non-Ferro Afvangst uit bodemassen) zijn de bodemassen schoner en gemakkelijker inzetbaar in bijvoorbeeld de wegenbouw. Na verbranding blijft ongeveer een kwart van alle restafval over als bodemassen. Bij Twence gaat het om circa 150.000 ton per jaar. Staal wordt met magneten uit bodemassen teruggewonnen. Bij non-ferro’s (zoals aluminium) gebeurt dit door middel van wervelstroomscheiding.
Pilot inzameling verpakkingsmateriaal Losser loopt op rolletjes Afgelopen zomer is de gemeente Losser, samen met Twente Milieu en Twence, een proef gestart met het apart inzamelen van kunststof-verpakkingsmateriaal en blik in De Lutte en de wijk Saller. Het materiaal wordt vierwekelijks door Twente Milieu in de zogeheten verpakkingencontainer opgehaald en naar Twence gebracht, waar het machinaal wordt gesorteerd. Tijdens de laatste inzameling werd liefst 25% meer verpakkingsmateriaal opgehaald dan bij de eerste inzameling. De pilot duurt tot augustus 2015. Circulaire economie Bij Twence wordt het verpakkingsmateriaal in drie stromen gescheiden. Daarna gaan de verschillende soorten kunststoffen (75% van het totaal) naar de kunststofverwerkende industrie. Het blik gaat naar de metalenhandelaar en van de drankenkartons worden bij een gespecialiseerd bedrijf papier, kunststof en aluminium van elkaar losgeweekt. Van al deze grondstoffen worden weer nieuwe producten gemaakt. Twence probeert daar zoveel mogelijk regionale bedrijven bij in te schakelen en zo bij te dragen aan de circulaire economie en werkgelegenheid in Twente.
Via Twence
Zuivere stromen Wethouder Wilschut van Losser: “Er zit weinig ‘fout afval’ tussen en dat is heel prettig. Dat betekent ook dat de andere container met restafval veel minder snel vol is dan voorheen en dus minder vaak geleegd hoeft te worden. Als alle resultaten van de proef binnen gekomen en geanalyseerd zijn, bekijken we hoe we verder gaan. Dat gaat in nauw overleg met partners zoals Twente Milieu en Twence en met de andere Twentse gemeenten.”
03
Twence haalt steeds meer elektriciteit, warmte en stoom uit restafval. “We kijken continu naar nieuwe manieren om energie te produceren en zijn inmiddels uitgegroeid tot de grootste duurzame energieleverancier van Overijssel,” vertelt Rob van Ommen, sales manager Energy bij Twence.
Grootste duurzame energieleverancier van Overijssel Rob van Ommen
Voor de afname van duurzame thermische energie is Twence op zoek naar nieuwe partners
Ter illustratie geeft hij de indrukwekkende cijfers. Twence produceert voldoende elektriciteit voor 75.000 huishoudens. Daarnaast levert Twence warmte en stoom, vergelijkbaar met het warmteverbruik van circa 57.000 woningen. “Daarmee staan we in de top 10 van Nederlandse duurzame energieleveranciers”, weet Rob van Ommen. Op provinciaal niveau is Twence zelfs de grootste. De productie van energie uit hernieuwbare bronnen past volgens Van Ommen bij de maatschappelijke rol van het bedrijf. “Wij zien afval als bron van herbruikbare grondstoffen en energie. We brengen grondstoffen terug in de keten en zetten restafval in voor energetische benutting, zolang dit nog de meest efficiënte vorm van gebruik is.” Daarbij kijkt Twence continu naar hoe het nog beter kan, aldus Van Ommen. De afvalenergiecentrale (AEC) heeft een zeer hoge energieopbrengst en kan qua rendement ruimschoots de vergelijking aan met de huidige generatie kolengestookte elektrici-
04
teitscentrales. De stroom levert Twence aan de Twentse gemeenten en aan het openbare elektriciteitsnet. Sinds 1 januari 2011 levert de centrale ook stoom en warmte. De stoom uit de centrale benut AkzoNobel voor het indampen van pekel tot zout. Aanvankelijk werd vanuit één verbrandingslijn stoom geleverd, daarna werd ook warmte-uitkoppeling uit de andere lijnen mogelijk gemaakt. Sinds 2013 neemt AkzoNobel nog meer stoom af, waardoor het bedrijf inmiddels jaarlijks het verbruik van maar liefst 80 miljoen kubieke meter aardgas bespaart. Daarnaast levert de afvalenergiecentrale warmte -in de vorm van warm wateraan Ennatuurlijk in Enschede (de voormalige centrale van Essent), voor de verwarming van circa 7.000 woningen en ruim 200 bedrijven, waaronder de Universiteit Twente en het stadion van FC Twente. De combinatie van zowel warmteals stoomlevering is bijzonder, weet Van Ommen. “Twence is koploper in de toepassing van deze techniek.”
Ook internationaal oogstten deze projecten lof en viel het bedrijf in de prijzen: vorig jaar won Twence de prestigieuze Global District Energy Climate Award, een onderscheiding voor bijzondere prestaties op het gebied van warmte- en koudenetten. Partners Een belangrijke duurzame elektriciteitsleverancier van Twence is de biomassa-energiecentrale (BEC). Deze centrale kan nu al circa 44.000 huishoudens voorzien van groene stroom. Dat gebeurt door het verbranden van afvalhout, houtige niet-composteerbare delen uit de composteringsinstallaties en de grove delen uit het groenafval. De techniek is in grote lijnen vergelijkbaar met die van de afvalenergiecentrale. Maar ook voor dit bedrijfsonderdeel kijkt Twence naar hoe het nog beter kan. Er zijn vergevorderde plannen om ook levering van warmte en stoom vanuit de BEC mogelijk te maken en daarmee de duurzame energieproductie van dit bedrijfsonderdeel te verdrievoudigen.
Via Twence
De subsidie voor dit project wordt in 2015 aangevraagd, waarna de ombouw naar verwachting in 2018 kan worden afgerond. Voor de afname van deze duurzame thermische energie is Twence op zoek naar nieuwe partners. “Zo kunnen beide partijen hun duurzame ambities verder invullen,” zegt Rob van Ommen. Vergister Een al bestaand samenwerkingsverband is Twenergy. Daarin benutten Twence en Cogas stortgas van Elhorst-Vloedbelt voor elektriciteit en warmte. Ook op het Boeldershoekterrein heeft Twence onlangs geïnvesteerd in de vernieuwing van het stortgasnet en de -installaties. Enerzijds wordt hiermee voorkomen dat een groot deel van het broeikasgas methaan uit de stortheuvels in de atmosfeer terecht komt, anderzijds levert dit jaarlijks naar verwachting drie miljoen kubieke meter stortgas op. Het stortgas wordt verwerkt in de warmtekrachtkoppeling van Twence’ eigen vergistingsinstallatie, waarmee hoge rendementen worden gerealiseerd:
het gas wordt zo stroom voor 1400 woningen en warmte voor 400 huishoudens. In de vergister produceren bacterieculturen biogas uit organisch afval, dat vervolgens wordt omgezet in elektriciteit en warmte. Ook vergisting gebeurt bij Twence met de nieuwste technologie. Het jongste onderdeel, de innovatieve combivergister die door de Enschedese specialist in bioenergiesystemen HoSt is ontwikkeld, is 22 oktober officieel in gebruik genomen. Deze installatie vergist zowel vloeibare afvalstromen als lastig verwerkbaar organisch afval, zoals bermgras en industrieel organisch afval. Het gistende ‘gemakkelijke’ materiaal zorgt ervoor dat ook moeilijk verwerkbare stromen voor energie-onttrekking kunnen worden ingezet.
05 03
Onder grote belangstelling zijn woensdag 22 oktober vier duurzame projecten van Twence officieel opgeleverd. Gedeputeerde Ineke Bakker verrichtte de opening.
4 steps forward!
De sprekers bij de feestelijke oplevering, v.l.n.r. Geert Versteeg (Procede), Gert Jan Bennink (Twence)
Duurzaamheid en recycling gaan hand in hand met het ontwikkelen van hoogwaardige werkgelegenheid in de regio
De drie sprekers Ineke Bakker, Geert Versteeg van Procede (een spin-off van de UT) en Gert Jan Bennink van Twence, waren het er over eens dat er een eind moet komen aan de uitputting van fossiele brandstoffen. Geen woorden, maar daden en dat is precies waar Twence mee bezig is. De vier nieuwe, innovatieve installaties laten zien waar samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven toe kan leiden.
Het gaat om vier installaties waarmee Twence: 1. lastige groene afvalstromen zoals bermmaaisel efficiënter verwerkt; 2. CO2 geschikt maakt voor nuttige toepassingen, zoals rookgasreiniging; 3. tot 70 procent meer aluminium, koper, zink en andere metalen terugwint; 4 meer rendement haalt uit vrijkomend methaangas uit oude stortheuvels.
en Ineke Bakker (gedeputeerde Provincie Overijssel)
Met de totale investeringen in de vier projecten, inclusief subsidies van de EU, Agentschap NL en de Provincie Overijssel, is een bedrag van ruim €15 miljoen gemoeid. Met dat bedrag dragen we bij aan een beter milieu (minder methaanuitstoot), besparen we op fossiele brandstoffen (equivalent van 400.000 m3 aardgas op jaarbasis), realiseren we jaarlijks tot bijna 10.000 ton besparing van uitstoot van CO2, leveren we meer duurzaam geproduceerde energie (elektriciteit voor 2.000 woningen en warmte voor 550 woningen) én bereiken we betere recyclingspercentages door meer metaalterugwinning. Effecten die onze aandeelhouders sterken in hun eigen recycling- en duurzaamheidsdoelstellingen.
Gouden driehoek In de circulaire economie heeft iedereen een rol. Kennisinstellingen en opleidingsinstituten (Saxion, UT, TNO) ontwikkelen nieuwe inzichten, het bedrijfsleven vertaalt dit in nieuwe oplossingen, overheden stimuleren door regelgeving en faciliteiten. De gouden driehoek, waarin samenwerken essentieel is. Onze gasten maakten graag van de gelegenheid gebruik de installaties te bezoeken. De projectleiders gaven op locatie uitgebreid uitleg over de werking van de systemen en beantwoordden vragen. Na afloop vertrokken de genodigden in de wetenschap dat Twence al weer bezig is met nieuwe initiatieven voor nog meer stappen vooruit.
Winst voor de regio Maar er zijn meer positieve effecten. In de afgelopen jaren hebben honderden mensen bijgedragen aan de ontwikkeling, constructie en bouw van de vier installaties. Zo gaan duurzaamheid en recycling hand in hand met het ontwikkelen van hoogwaardige werkgelegenheid in de regio. Voor onze partners waren we ook in deze projecten weer de ‘proeftuin’ waarin nieuwe concepten marktrijp worden. Op deze manier dragen we samen bij aan een gunstig vestigingsklimaat voor hightech-ondernemingen in de regio. Een belangrijke motor van de Twentse economie.
06
Via Twence
03 07
De terugwinning van metalen wordt verhoogd, wat uit milieu-oogpunt van belang is
Vergisting lastig verwerkbaar materiaal De nieuwe combi-vergister op het terrein van Twence is door de Enschedese specialist in bioenergiesystemen HoSt ontwikkeld. Hierin kunnen naast reguliere vloeibare afvalstromen lastig verwerkbare biomassastromen worden vergist. Zo gebruiken we deze stromen nuttig voor de productie van duurzame energie. Het gaat om een pilot installatie, er zijn in Nederland nog geen andere installaties die dit materiaal op deze wijze kunnen benutten.
Betere benutting van meer stortgas Met het realiseren van nieuwe stortgasonttrekkingsbronnen en het bijbehorende leidingnetwerk in de stortheuvels op het Twence-terrein voorkomen we dat een groot deel van het broeikasgas methaan uit de stortheuvels in de atmosfeer terecht komt.
De verwachting is dat we met de combi-vergister circa 1 miljoen m3 biogas produceren, dat door de gasmotoren van de bioconversieinstallaties van Twence zal worden omgezet naar stroom voor 600 woningen en warmte voor nog eens 150 huishoudens. Door deze vernieuwing verhogen we de productie van stortgas tot naar schatting 3 miljoen m3 per jaar. Dit stortgas drijft de gasmotoren van Twence’ bioconversie-installaties aan, waarmee hoge rendementen worden gerealiseerd. Zo kan uit de oude stortheuvels elektriciteit voor 1.400 woningen en warmte voor 400 extra huishoudens worden gehaald.
08
Toepassing eigen CO2 Voor het reinigen van de rookgassen wordt in de afvalenergiecentrale van Twence onder meer natriumbicarbonaat (‘bakpoeder’, NaHCO3) ingezet. Twence heeft de afgelopen jaren in samenwerking met onder meer Procede, een spin-off van de Universiteit Twente, een installatie ontwikkeld om in de droge rookgasreiniging van één van de verbrandingslijnen koolstofdioxide (CO2) af te vangen en te gebruiken als grondstof voor natriumbicarbonaat. Vanwege het duurzame en innovatieve karakter krijgt het project subsidie van de provincie, de Rijksoverheid en de Europese Unie. Het project is met bijna uitsluitend regionale bedrijven gerealiseerd. De installatie zal op jaarbasis circa 8.000 ton NaHCO3 produceren. Dit levert een reductie van de uitstoot van 2.000 tot 3.000 ton CO2 op jaarbasis. Dat is dus goed voor het milieu.Daarnaast is het bedrijfseconomisch interessant, omdat bicarbonaat een kostbare grondstof is. Soda is een bulkproduct dat goedkoper en beter verkrijgbaar is dan natriumbicarbonaat. Daarnaast volstaat 1 ton soda voor de productie van ongeveer 1,6 ton natriumbicarbonaat, wat er dus ook nog eens voor zorgt dat er minder transportkilometers gereden hoeven worden.
Via Twence
Meer metalen uit bodemassen Na verbranding blijft ongeveer een kwart van alle restafval over als bodemassen, bij Twence circa 150.000 ton per jaar. Deze worden geschikt gemaakt voor onder meer de wegenbouw, door ruwe materialen eerst te verkleinen en er vervolgens zo veel mogelijk metalen en vervuiling uit te halen. Door de vergaande optimalisatie en uitbreiding van de bodemas-opwerkingsinstallatie kunnen nog kleinere metaaldeeltjes uit de bodemassen worden teruggewonnen. De machines zijn gebaseerd op de nieuwste technologieën en kunnen 60 tot 70 procent meer aluminium, koper, zink en andere non-ferro metalen uit de bodemassen verwijderen. Deze worden ‘schoner’ en gemakkelijker inzetbaar in bijvoorbeeld de wegenbouw. De metalen worden hergebruikt. Deze vorm van scheiding achteraf telt mee in de recyclingdoelstellingen van onze aandeelhouders. De Nederlandse afvalenergiecentrales hebben in 2012 een ‘green deal’ met de overheid gesloten om de kwaliteit van de bodemassen te verbeteren. Vanaf 1 januari 2017 moet minstens de helft van de bodemassen vrij kunnen worden toegepast als bouwstof in bijvoorbeeld de beton- en cement-
industrie. Nu mogen ze alleen zodanig geïsoleerd worden ingezet, dat het materiaal indien nodig weer terug te halen is. Verder moet het percentage non-ferro metalen, zoals aluminium, dat uit de bodemas wordt teruggewonnen, omhoog naar 75% in 2017. De terugwinning van metalen wordt verhoogd, wat uit milieu-oogpunt van belang is. Daarbij kan de bodemas worden ingezet als vervanger van zand of grind, dat dus niet meer uit de bodem hoeft te worden gehaald. Anderzijds leveren metalen geld op, waardoor dure verbeteringsstappen mogelijk economisch haalbaar worden.
09 03
Afvalmanagement wordt steeds internationaler en Twence groeit daarin mee
De stand van Twence op de vakbeurs RWM
Twence op vakbeurs RWM Twence exposeerde ook dit jaar weer op de Recycling & Waste Management (RWM) Exhibition in Birmingham.
Tijdens dé vakbeurs op het gebied van afvalmanagement van 16 tot en met 18 september werd de stand van Twence druk bezocht. Ook de informele netwerkbijeenkomst op woensdagmiddag 16 september was een succes. “Twence heeft zich in de breedste zin kunnen presenteren aan een internationaal publiek van zowel bestaande relaties als andere geïnteresseerden,” blikt sales manager Raymond ter Haar tevreden terug. Hij rekent daarom zeker op een vervolg in 2015. Afvalmanagement wordt steeds internationaler en Twence groeit daarin mee. Het mes snijdt aan twee kanten. Nederlandse afvalenergiecentrales zijn schoon en efficiënt en hebben overcapaciteit, in het Verenigd Koninkrijk wordt nog veel gestort. Met de brandstoffen die wij uit het Verenigd Koninkrijk halen kunnen we de duurzame
10
energielevering aan onze (regionale) afnemers van warmte en stoom voor langere termijn zeker stellen. Tegelijkertijd vindt het Verenigd Koninkrijk, waar het storten van afval sinds 2012 wordt ontmoedigd met hogere belastingtarieven, tijd om te investeren in duurzame verwerking van afval in eigen land.
Het logistieke proces voor het transport van tot brandstof opgewerkt huishoudelijk restafval (refuse derived fuel, RDF) uit het Verenigd Koninkrijk naar Twence is onlangs geoptimaliseerd. Door RDF niet langer te verpakken in plastic, maar het los in zeecontainers en vervolgens per schip te vervoeren, is het transport niet alleen goedkoper en efficiënter geworden, maar vooral ook milieuvriendelijker.
Milieuwinst bij afvaltransport “Het loopt fantastisch”, vertelt sales manager Raymond ter Haar over de alternatieve transportmethode, die sinds juli dit jaar operationeel is. Twence heeft deze ontwikkeld in samenspraak met regionale en internationale betrokkenen,
zoals transportbedrijf Leemans, zeetransportbedrijven CLDN en Samskip en het Londense afvalsorteerbedrijf Seneca. “Door samen na te denken over nieuwe logistieke concepten zijn we gekomen tot een unieke methode voor Europa.”
De eerste zeecontainer wordt gelost bij Twence.
Milieubalans Onderzoeksbureau CE Delft en van het Engelse bureau Eunomia hebben onderzoek gedaan naar de milieuaspecten van transport en verwerking op het Europese vaste land. Daaruit blijkt dat de milieubalans van het vervoer vanuit het Verenigd Koninkrijk en het omzetten van het afval in stroom en warmte in de hoogrendementinstallatie van Twence, positief uitvalt ten opzichte van het storten of zelfs verbanden in het Verenigd Koninkrijk.
Containers kunnen met minder mankracht veel sneller worden gevuld en geleegd
Deze voorziet in een gepatenteerd slidesysteem, waardoor toeleverancier Seneca het afval los in containers kan storten en niet langer in plastic balen hoeft te verpakken. Dat levert iedereen veel tijdwinst op, weet logistics officer Paul Burgers van Twence. “Containers kunnen met minder mankracht veel sneller worden gevuld en geleegd. Daarnaast is er minder kans op storingen, wat ook zorgt voor meer efficiency.” Om het transport duurzamer te maken, gebeurt het vervoer van RDF van Seneca per schip. Paul Burgers legt uit: “Eerder ging het transport zowel in Groot-Brittannië als in Nederland vooral over de weg, nu brengen schepen het bewerkte restafval vanuit Londen naar de containerterminal CTT in Hengelo. Die terminal ligt op een steenworp afstand van ons terrein, waardoor er nog nauwelijks wegtransport nodig is om het materiaal bij Twence te brengen.” Volgens zijn collega Raymond ter Haar levert deze nieuwe aanpak een forse reductie op van de CO2-footprint, al zijn precieze cijfers daarvan nog niet bekend. Hij verwacht dat het slidesysteem bij Seneca jaarlijks 110.000 ton RDF zal verwerken. “Maar uitbreiding is waarschijnlijk. Gezien onze positieve ervaringen verwachten we dat ook andere klanten van Twence in het Verenigd Koninkrijk zullen overstappen op dit systeem.”
Via Twence
11
Terugwinnen mineralen uit mestoverschot
Hoofdrol voor Elhorst-Vloedbelt Na een slapend bestaan van enkele jaren ziet het er naar uit dat de locatie Elhorst-Vloedbelt weer actief wordt. Twence heeft vergaande plannen om op het terrein van de vestiging in Zenderen een installatie te bouwen voor de verwerking van mest. Met deze installatie wil Twence zowel meewerken aan het oplossen van het mestoverschot in Oost-Nederland, als aan het terugwinnen van mineralen, waaronder fosfaten. Op termijn is het de bedoeling door vergisting ook energie op te wekken uit mest. Basis voor deze activiteiten is de nieuwe wetgeving die bepaalt dat de veehouderij verplicht is te zorgen voor de verwerking van mest die ontstaat in de bedrijfsvoering. Lukt dit niet, dan moet het aantal dieren worden teruggebracht tot er wel een evenwicht ontstaat.
De afgelopen tijd heeft Twence de plannen voorgelegd aan diverse partijen die er bij betrokken zijn. Zo waren er gesprekken met onder meer de Dorpsraad Zenderen en de gemeenteraad van Borne. Op zaterdag 15 november was op Elhorst-Vloedbelt een voorlichtingsochtend voor omwonenden, belangenorganisaties, de bevolking van Zenderen en andere belangstellenden. Medewerkers van Twence lichtten de bezoekers daar niet alleen voor over de achtergronden van het project maar lieten ook zien hoe de installatie er mogelijk uit komt te zien. Twence besteedt bij de ontwikkeling van het project veel aandacht aan het voorkomen van geuroverlast. Daarnaast zullen met vervoerders strikte afspraken worden gemaakt om de dorpskern van Zenderen te mijden.
Op korte termijn wil Twence de procedure beginnen voor het aanvragen van een milieuvergunning voor het project. Het is de bedoeling dat de eerste fase van het project eind 2015 bedrijfsklaar is. De laatste fase zal in 2017 gereed zijn. Door het instellen van een klankbordgroep wil Twence direct betrokkenen graag pro-actief betrekken bij de verdere ontwikkeling van de installaties.
De agrarische sector is verplicht mest die ontstaat in de bedrijfsvoering te verwerken
Marc Kapteijn nieuwe algemeen directeur Twence Met ingang van 1 december heeft Twence een nieuwe algemeen directeur. Dr. Marc Kapteijn heeft uitgebreide ervaring opgedaan in uiteenlopende posities in de energieen recyclingbranche. Zo bekleedde hij bij het Afval en Energiebedrijf Amsterdam de functie van Commercieel Directeur en die van plaatsvervangend
Algemeen Directeur. Marc Kapteijn (1969) studeerde chemie in Utrecht, waar hij ook promoveerde. Na zijn loopbaan aan de universiteit ging hij in 1998 bij Philips aan de slag als Sales & Marketing manager Shop Lighting. In 2004 stapte hij over naar de publieke sector en begon hij als Commercieel Directeur bij het Afval
en Energiebedrijf Amsterdam. In 2010 ging hij als Algemeen Directeur naar afvalinzamelaar Icova (onderdeel van Shanks Group Plc). Marc Kapteijn volgt Dr. Hans Nillesen op, die sinds juli 2014 als interimdirecteur leiding aan het bedrijf geeft.
Colofon Redactie Twence Holding B.V. Postadres Postbus 870, 7550 AW Hengelo, Nederland T +31 (0)74 240 44 44 F +31 (0)74 240 43 33 E
[email protected] I www.twence.nl Fotografie Simone Gerard, Twence Holding B.V., Frans Dekker, Sander Foederer Teksten Martine de Klein, Twence Holding B.V. Vormgeving Reclamebureau VanderVeer, Enschede Druk Drukkerij Hofmeijer, Hengelo