Via Twence Info Magazine
Jaargang 15
december 2015
Uitgave 44
“Biomassaenergiecentrale goed voor 75 windmolens”
Verder in deze editie: 02 Meer resultaat door slimme toepassing kennis en techniek 08 Retrospectief: 4 steps forward! 11 Nieuw toezichtconvenant met provincie Overijssel 12 Green Deal Duurzaam Stortbeheer getekend
Twence wil zijn bestaande installaties optimaal gebruiken en verbeteren. Om invulling te geven aan deze strategische beleidslijn, zoeken wij steeds naar nieuwe mogelijkheden voor beter onderhoud. We vergroten constant onze eigen kennis van de installaties en de processen. Wij werken hierin samen met onze leveranciers en met kennisinstellingen in de regio.
Continue verbetering als missie
Meer resultaat door slimme toepassing kennis en techniek
Stookproeven geven veel inzicht
Het gaat om een proefopstelling; de proef duurt tot eind 2016. Twence voert deze proef uit in samenwerking met huisleverancier Martin GmbH (München, Duitsland) en het Zwitserse ExplosionPower GmbH. Martin wil graag ervaring opdoen met deze vorm van ketelreiniging en benaderde Twence om de proef met hen aan te gaan.
De kwaliteit van afval is niet visueel in te schatten. Dat betekent dat we niet van tevoren kunnen weten hoe het afval brandt en hoeveel warmte en rookgassen er ontstaan. De mate van verontreiniging in de rookgassen bepaalt hoeveel hulpstoffen nodig zijn om deze te reinigingen.
Sinds enkele jaren reinigen wij de ketelwanden al door kleine gecontroleerde explosies. Waar we dit tot op heden zo’n 10 keer per jaar deden, zorgt de shock pulse-techniek voor continue reiniging, waarmee we elk uur alle delen van de ketel ontdoen van ketelas.
Met onze goed onderhouden installaties hebben wij een sterke basis om te werken aan onze andere duurzame doelen: meer grondstoffen winnen uit afval, reststromen en biomassa en tegelijk meer duurzame energie opwekken uit hernieuwbare bronnen.
Een nieuwe vorm van ketelreiniging, met behulp van zuurstof en methaan
Stookproeven geven veel inzicht
Om meer kennis op te doen over de verschillende afvalstromen, voeren we steeds vaker stookproeven uit met afval dat we als een aparte, ‘geïsoleerde’ batch verwerken. Daarmee leren we over de verbrandingswaarde van het afval, over emissies en over de kwaliteit van bodemassen die voortkomen uit het verwerken van bepaalde afvalstromen.
Proeven met semi-droge ontslakker
Het effect zal op langere termijn zijn dat we in staat zijn beter te sturen op het ‘afvalportfolio’, waardoor de prestaties van de installaties optimaal zullen zijn.
Van oorsprong wordt met veel water gewerkt in de (natte) ontslakker, waar de asresten in een waterbad terecht komen na het verbrandingsproces. Water blust de soms nog smeulende bodemassen én fungeert als waterslot om de noodzakelijke onderdruk in de ketel te handhaven. Nadelen zijn echter dat metalen (bijvoorbeeld aluminium) en ongebluste kalk gaan reageren en dat de bodemassen door het water aan elkaar plakken. Dat maakt het lastiger om de metalen te isoleren en het belast de opwerkingsmachines zwaar. Het is dus van belang om een goede middenweg te vinden tussen vocht en stof.
Shock Pulse Generators: nieuwe techniek ketelreiniging In de verbrandingsketel van lijn 1 van de afvalenergiecentrale zijn zogenaamde ‘Shock Pulse Generators’ in bedrijf genomen. Hiermee testen we een relatief nieuwe vorm van ketelreiniging, waarbij met behulp van zuurstof en methaan een gecontroleerde explosie wordt opgewekt. De schokgolf, die hierdoor ontstaat, blaast het binnenste van de ketel schoon. Dit is een preventieve reinigingsmethode die er uiteindelijk voor zorgt dat de warmte optimaal uit de rookgassen wordt gehaald.
02
Via Twence
Sinds de ingebruikname van onze nieuwe bodemasopwerkingsinstallatie in oktober 2014, beschikt Twence over het ‘neusje van de zalm’ op dit gebied. Het is echter bekend dat de resultaten nog verder kunnen verbeteren, als debodemassen droger zijn. Hiervoor moeten aanpassingen worden doorgevoerd in de afvalenergiecentrale.
Vervolg zie pagina 04
03
Al zo’n twee jaar geleden deden we een eerste proef met een ‘drogere’ werkwijze
Door de semi-droge ontslakker haalt het machinepark nog meer metalen uit de bodemassen
Vervolg van pagina 03
Een ander nadelig punt van de natte ontslakker is het verspreiden van vuile stoffen over alle deeltjes. De kleine asdeeltjes blijken de meeste verontreinigingen te bevatten. Deze lossen in het water van de ontslakker op. Vervolgens geven ze dit vuil weer af aan de relatief schone grotere korrels. Met een drogere ontslakker voorkomen we deze vervuiling zodat de grotere korrels veel schoner blijven. Al zo’n twee jaar geleden deden we een eerste proef met een ‘drogere’ werkwijze. De resultaten waren zo gunstig, dat het onderzoek weer is opgestart nu het ONFA-project (Optimalisatie Non-FerroAfvangst uit bodemassen) is afgerond. De proeven die nu lopen zijn er op gericht om een optimum te vinden waarbij zo weinig mogelijk reactie plaatsvindt, geen brandende stoffen in de slakkenbunker terecht komen en tegelijkertijd stofoverlast voorkomen wordt. Voor de ‘waterslotfunctie’ van de natte ontslakker is een goede technische oplossing gevonden. De proefinstallatie, die nu op één van
04
de lijnen van de afvalenergiecentrale is gemaakt, functioneert zeer goed. Ook in dit unieke en vernieuwende project werken we nauw samen met leverancier Martin GmbH uit München (D). De branche heeft er veel belangstelling voor. Nederlandse afvalenergiebedrijven werken allemaal aan technieken om meer metalen terugwinnen uit bodemassen, zoals ook vastgelegd in de Green Deal (zie elders in dit blad). De techniek van de ‘semi-droge’ ontslakker levert een interessante bijdrage aan de recyclingdoelstellingen.
Marc Kapteijn deed zijn ervaring in de afvalbranche op onder meer in directiefuncties bij AEB en Shanks. Inmiddels is het een jaar geleden dat hij aantrad als directeur van Twence. ViaTwence vroeg hem naar zijn ervaringen het afgelopen jaar. En wat hij als belangrijke speerpunten voor de nabije toekomst ziet.
Samen de beste oplossingen vinden Je hebt veel ervaring in de afvalbranche. Wat valt je het meest op aan Twence? “Ik heb in het afgelopen jaar zo ongeveer met iedereen in en rond Twence kennis gemaakt. Wat mij daarbij het meest opvalt, is dat we Twence echt sámen zijn. Door de grote kennis, kunde en betrokkenheid van de Twence-medewerkers zijn we in staat om op een heel hoog niveau uiteenlopende materiaalstromen te verwerken. Alle huidige Twence-activiteiten, maar ook de toekomstige activiteiten sluiten goed aan bij de geformuleerde strategie: groeien in duurzame energie en grondstoffen. Dat de markten voor energie en grondstoffen momenteel onder druk staan, voelen we weliswaar in onze resultaten voor 2015 en 2016, maar dat doet niets af aan onze langetermijn-ambities.”
Kan je iets meer zeggen over die ambities? “Twence is een schitterend bedrijf dat zijn aandeelhouders (waaronder 15 gemeenten, red.) helpt maatschappelijke doelstellingen op het gebied van afvalverwerking, recycling en duurzame energie waar te maken. Al onze aandeelhouders streven naar het realiseren van de landelijke en regionale duurzaamheidsdoelstellingen, daar komt het woord ‘samen’ weer om de hoek kijken. Alleen heeft iedereen zo zijn eigen weg uitgestippeld en is de één verder dan de ander. Voor ons is het een uitdaging om samen met iedere klant de beste oplossing te vinden, met de technologie die daarbij hoort.”
Marc Kapteijn trad 1 december 2014 aan als algemeen directeur bij Twence
We hebben besloten om op termijn ook de beide andere verbrandingslijnen om te voorzien van een ‘semi-droge’ ontslakker. Deze innovatie resulteert er in dat we met minder handelingen, water en afvalproducten, een beter resultaat bereiken.
Welke projecten zie je de komende periode? “Een belangrijke pijler onder Twence is bioconversie. Steeds nuttiger toepassingen creëren voor biomassa. Dat kan zijn het vergroten van de duurzame energieproductie, bijvoorbeeld ons BEC 2.0 project. Maar ook bijvoorbeeld het fijnmazig terugwinnen van waardevolle stoffen uit het regionale mestoverschot. Een ander mooi voorbeeld is de green deal bodemassen. Binnen deze landelijke afspraken streven we ernaar om onze verbrandingsassen zo schoon te krijgen dat ze als vrij toepasbare bouwstof kunnen dienen. Door geavanceerde technologie halen we metaaldeeltjes zo groot als een speldenknop terug. Deze ontwikkeling draagt bij aan onze ‘grondstoffenroute’, want je voorkomt de uitputting van primaire bouwstoffen. Maar het draagt ook bij aan de duurzaamheidsdoel-stellingen van onze aandeelhouders. Immers: het achteraf nog verder scheiden van metalen telt mee in hun recyclingpercentages.”
Een belangrijke pijler onder Twence is bioconversie
Via Twence
05 03
Groot energieproject formeel van start
Biomassa-energiecentrale goed voor 75 windmolens Met de formele goedkeuring van het project door de raad van commissarissen op 13 november is het project ‘BEC 2.0’ formeel gestart. De ombouw van onze biomassa-energiecentrale (BEC) zorgt ervoor dat wij straks alleen al uit dit onderdeel van ons bedrijf een hoeveelheid energie kunnen leveren die vergelijkbaar is met de opbrengst van 75 grote windmolens!
Harry Hegeman (projectleider Techniek) (projectleider BEC 2.0)
‘We schalen het projectteam steeds verder op. Er zijn heel veel aspecten die moeten worden onderzocht én samen moeten komen. Niet alleen de technische kant is van belang, maar natuurlijk ook de financiële aspecten, het commerciële traject en de vergunningen’ meldt Huub Nijkamp, eindverantwoordelijke voor de coördinatie van het totale project ‘We vormen het projectteam met zo veel mogelijk eigen mensen, om de kennis ook binnen het bedrijf goed te ontwikkelen. Daar heb je bij het in bedrijf nemen veel voordeel van.’
SDE+
In het project wordt volop aandacht besteed aan vernieuwing
Begin juni ontvingen we van het ministerie van EZ de beschikking voor de SDE+-subsidie voor de BEC. Het gaat om subsidie op te produceren duurzame energie in de periode van 2018 tot en met 2030. De toekenning van de subsidie is een essentiële bijdrage in het helpen realiseren van de duurzaamheidsambities van onze aandeelhouders. De zeer snelle toekenning beschouwen we als teken van het vertrouwen dat de overheid in dit Twence-initiatief heeft.
Innovaties
Na ruim een jaar van voorbereidingen kunnen nu de vervolgstappen worden gezet. Het project is opgedeeld in vijf ‘loten’. Voor lot 1, de turbine, is de zogenoemde prekwalificatie al afgerond Daarmee is een selectie gemaakt van leveranciers, die aan mogen aanbieden. Hun voorstellen verwachten we nog dit jaar te ontvangen. De gunning van de opdracht staat in februari 2016 gepland. Ook voor lot 2, de warmteleidingen, hebben we al een voorselectie gemaakt van leveranciers en zijn we bezig met het schrijven van de specificaties voor de aanbesteding. De loten 3 (optimalisatie van de ketel), 4 (warmteterugwinning
In het project wordt volop aandacht besteed aan vernieuwing. Zo zal er voor de nieuwe turbine en generator een hal worden gebouwd achter de bestaande gebouwen van de centrale. ‘De bestaande turbine in de centrale handhaven we, die krijgt een backup functie. Het is een vorm van risico-reductie, we vergroten de bedrijfszekerheid van de installatie hiermee’ aldus Harry Hegeman. ‘We hebben bij collega-bedrijven gekeken naar nieuwe technieken. Zo zijn we enthousiast over een innovatieve stookautomaat die we in Duitsland hebben gezien bij een identieke installatie. Die automaat zorgt er voor dat je stoomproductie constant en stabiel is en maakt daardoor corrosie en emissies beter beheersbaar. Als het werkt zoals we in gedachten hebben, dan ontlast zo’n automaat de bedrijfsvoering aanzienlijk’.
06
Via Twence
Aanbesteding
De geplande locatie van de nieuwe turbine- en generatorhal met de nieuwe leidingbrug, achter de bestaande gebouwen van de biomassa-energiecentrale.
en Huub Nijkamp
Twence levert sinds 2007 groene stroom uit de biomassa-energiecentrale. In deze centrale zetten we afvalhout en biomassa om in elektriciteit. De stroom is dus 100 procent duurzaam. Twence wil deze centrale moderniseren en ombouwen zodat ook warmte kan worden geleverd. Hiermee verdrievoudigen we de energieproductie met dezelfde hoeveelheid brandstof als in de huidige situatie. Dit is een forse rendementsverhoging. Meer duurzame energie dus voor Twente.
uit de rookgasreiniging) en 5 (civiele werkzaamheden, zoals gebouwen en leidingbrug) volgen daarna. ‘Het loopt goed zo. De step-by-step methode die we hanteren zorgt er voor dat we de kennis die we opdoen in het proces optimaal gebruiken in het vervolg’ geeft projectleider Techniek Harry Hegeman aan.
‘In dit project nemen we ook de voorbewerking en kwaliteitsbeheersing van de brandstoffen mee’ geeft Huub Nijkamp aan. ‘Het is als een verbouwing, waarbij we zelfs het fundament versterken. We gaan die installatie vanaf 2018 nóg beter bedrijven met deze optimalisaties dan we al die jaren al hebben gedaan.’
Ombouw De bouw start in januari 2017. In januari 2018 volgt een ‘ombouw-stop’, waarin we de installatie zo kort mogelijk stop zetten om alle noodzakelijke aansluitingen van nieuwe onderdelen op de bestaande installaties te maken. Het is de bedoeling dat de BEC dan al in april 2018 weer vol in bedrijf is en –naast groene stroomwarmte produceert voor stadsverwarming in Enschede, industriële warmte voor AkzoNobel en andere partijen.
Windmolens Al jaren timmeren we aan de weg om een maximum aan duurzame energie te winnen uit materialen waar geen andere bestemming meer voor is. Nu al ‘staan’ er 165 windmolens op het terrein van Twence, oftewel: leveren wij een hoeveelheid energie die vergelijkbaar is met de opbrengst van 165 grote, 2 MW windmolens. Mede mogelijk gemaakt door onze aandeelhouders die ons ruimte geven te ontwikkelen. En ook mogelijk gemaakt door onze omwonenden, die een constructieve houding aannemen ten aanzien van alles wat op ons terrein gebeurt.
07
Meer metalen uit bodemassen Bodemassen zijn bij afvalverbranding verreweg de grootste stroom aan reststoffen. Bij Twence gaat het om circa 150.000 ton per jaar. In de slakkenopwerkingsinstallatie worden de bodemassen geschikt gemaakt voor onder meer de wegenbouw, door het ruwe materiaal eerst te verkleinen en er vervolgens zo veel metalen en vervuiling uit te halen. Sinds de uitbreiding in 2014 met een nieuwe bedrijfshal met geavanceerde scheidingstechnieken, kunnen we nog kleinere metaaldeeltjes uit de bodemassen verwijderen. Het gaat bijvoorbeeld om aluminium, zink en koper, die weer terug kunnen worden gebracht in de kringloop. In totaal zo’n 15.000 ton metalen per jaar. Het proces is een vorm van scheiding achteraf en telt mee in de recyclingdoelstellingen van onze aandeelhouders.
Met geavanceerde techniek halen we 95% van het ijzer en 85% van de non-ferro metalen uit onze bodemasssen
Retrospectief: 4 steps forward! Onder grote belangstelling leverden we 22 oktober 2014 onder de noemer ‘4 steps forward’ vier projecten op, die een interessante bijdragen leveren aan verdere verduurzaming van de regio. Na oplevering van de installaties volgde een fase van testen, inregelen en ervaring opdoen. De vier nieuwe installaties zijn een product van samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. In de afgelopen jaren hebben honderden mensen bijgedragen aan de ontwikkeling, constructie en bouw van de installaties. De projecten zijn mooie voorbeelden van hoe iedere partij zijn rol optimaal kan invullen om samen tot iets goeds te komen: kennisinstellingen en
08
opleidingsinstituten (Saxion, UT, TNO) ontwikkelen nieuwe inzichten, het bedrijfsleven vertaalt dit in nieuwe oplossingen, overheden stimuleren door regelgeving en faciliteiten. Voor onze partners waren we ook in deze projecten de ‘proeftuin’ waarin nieuwe concepten marktrijp worden. Hiermee dragen we samen bij aan een gunstig vestigingsklimaat
Beter dan de doelstellling uit de Green deal
voor hightech-ondernemingen in de regio en aan het ontwikkelen van hoogwaardige werkgelegenheid. Met de totale investeringen in de projecten, inclusief subsidies van de EU, Agentschap NL en de Provincie Overijssel, was een bedrag van ruim €15 miljoen gemoeid.
Via Twence
De resultaten van de extra bewerkingen overstijgen de verwachtingen. De eerste drie kwartalen van dit jaar realiseerden we nog hogere afvangrendementen dan we -ambitieus- budgetteerden. ‘Het is een successtory’ beaamt projectleider Harry Hegeman van het ONFA-project (Optimalisatie NonFerro Afvangst uit bodemassen). ‘We kunnen inmiddels 95 procent van het ijzer uit de bodemassen halen. En van de non-ferro metalen winnen we 85 procent terug. Dat is nog beter dan de doelstelling uit de Green deal. En daarnaast is aluminium aan erts onttrekken een proces waarbij veel energie wordt gebruikt. Dat we het nu kunnen hergebruiken betekent dus een forse besparing op CO2-uitstoot!’ ‘Als ze hier op kantoor een nietje in de vuilnisbak gooien, dan vissen wij die weer uit de verbrandingsresten’ vult Luc Boer, teamleider in de bodemasopwerkingsinstallatie, aan. ‘Hoe goed iedereen thuis ook probeert
zijn afval te scheiden, er blijven altijd materialen in het afval die we graag weer beschikbaar maken voor hergebruik. Mijn team en ik zijn er trots op dat we daar aan bij dragen.’ Green deal De Nederlandse afvalenergiecentrales hebben in 2012 een ‘green deal’ met de overheid gesloten om de kwaliteit van de bodemassen te verbeteren. Vanaf 1 januari 2017 moet minstens de helft van de bodemassen niet meer in zogenaamde IBC-werken worden toegepast. Het percentage non-ferro metalen dat uit de bodemas wordt teruggewonnen, moet in 2017 op minimaal 75% liggen. De volledige afschaffing van de IBC-werken wil de overheid in 2020 doorvoeren. Toepassing eigen CO2 Voor het reinigen van de rookgassen wordt in de afvalenergiecentrale van Twence natriumbicarbonaat (NaHCO3) ingezet. Twence heeft de afgelopen jaren in samenwerking met onder meer Procede, een spin-off van de Universiteit Twente, een installatie ontwikkeld om in de rookgasreiniging van één van de verbrandingslijnen koolstofdioxide (CO2) af te vangen en te gebruiken als grondstof voor natriumbicarbonaat. Het project is met bijna uitsluitend regionale bedrijven gerealiseerd. ‘De CO2-afvangst uit de rookgassen draait al maanden naar volle tevredenheid’ vertelt projectleider Andy Roeloffzen met gepaste trots. ‘De slurry die we produceren is exact volgens de theorie en op specificatie’. De overgang van het droge proces naar een proces waarin de natte slurry wordt gebruikt voor de reiniging van rookgassen, levert wat aanloopproblemen op. ‘Het zou tè mooi zijn dat je iets zo nieuws gaat doen en dat het vanaf dag één naadloos werkt.
09 03
Vervolg van pagina 09
Twence heeft landelijk als eerste met de provincie Overijssel een convenant opgesteld waarin de nieuwe ISO19600 richtlijn voor compliance-management de basis vormt. Vrijdag 30 oktober ondertekenden gedeputeerde van de provincie Overijssel Monique van Haaf en Twence-directeur Marc Kapteijn het convenant. De inwerkingtreding van het nieuwe convenant toont het wederzijds verdiende vertrouwen dat provincie Overijssel en Twence in de loop van de afgelopen jaren met elkaar hebben opgebouwd.
We zijn al ver gekomen met een uniek proces. We zijn er als projectteam van overtuigd dat de installatie straks doet, waarvoor hij ontworpen is: onze rookgassen reinigen met natriumbicarbonaat, geproduceerd met ons eigen CO2’. De afval-energiewereld kijkt met grote belangstelling mee met de ontwikkeling bij Twence: het biedt een zeer interessante mogelijkheid om geld te besparen door verduurzaming. Vorig jaar mocht Andy Roeloffzen al een groot gezelschap toespreken in Potsdam (D) en Procede sprak op een conferentie in Trontheim (NO). De bevindingen zijn opgenomen in een wetenschappelijk document, dat als boekwerk is ingebracht voor een conferentie in Berlijn in november 2015. Ook hier spreekt Andy Roeloffzen over de eerste resultaten.
Maximale steun voor innovatie Eind augustus werd bekend dat ook de derde –en daarmee laatstesubsidie is toegekend voor het project. Het gaat om de nationale subsidie EOS-DEMO. Het totaal aan toegekende subsidies komt daarmee op bijna € 1,3 miljoen. We danken deze subsidies aan het hoge ‘nieuw-gehalte’ van het natriumbicarbonaatproject en de kansen die het biedt bij succes.
Het beladen van de natte vergister
Vergisting van lastig verwerkbaar materiaal De Enschedese specialist in bioenergiesystemen HoSt ontwikkelde de combi-vergister, die bij Twence werd gerealiseerd en getest. De installatie is een combinatie van een natte vergister voor vloeibare biomassastromen met daarnaast een droge (container) vergister voor lastig verwerkbare materialen, zoals bijvoorbeeld bermgras. De droge vergister is het experimentele en innovatieve deel van de installatie. In de testfase bleek het technisch concept van de containervergister niet naar verwachting te functioneren. Dit deel van de installatie nemen we niet in bedrijf. De installatie is daarmee puur een natte vergister geworden. Deze presteert echter dertig procent beter dan geprognotiseerd, terwijl de gasopbrengst zelfs vijftig procent hoger is dan verwacht. We verwerken hier onder meer putvetten, slib van waterzuiveringen en reststromen uit de levensmiddelenindustrie. ‘Het is teleurstellend dat de containervergister niet functioneerde zoals we ons hadden voorgesteld’ geeft projectleider Rolf Nijboer aan. Hij is desondanks zeer tevreden: ‘het is voor zowel onszelf als voor HoSt een leerzaam traject is geweest. We zijn daarnaast heel blij met de prachtige resultaten die we bereiken met de natte vergister’.
10
Betere benutting van meer stortgas Met het realiseren van nieuwe stortgasonttrekkingsbronnen en het bijbehorende leidingnetwerk in onze stortheuvels in Hengelo, voorkomen we dat een groot deel van het broeikasgas methaan uit de stortheuvels in de atmosfeer terecht komt. Het gas converteren we naar elektriciteit en warmte. Het systeem is sinds september 2014 volledig operationeel. Met de nieuwe bronnen onttrekken we meer gas aan de stortheuvels dan met de oude installatie. Een parallelle proef met het zogenaamde Multriwell-onttrekkingssysteem leverde vooralsnog onvoldoende extra opbrengst op om dit verder uit te rollen.
Nieuw toezichtconvenant Twence met provincie Overijssel Met het nieuwe convenant kunnen compliance-managementprocessen meer geïntegreerd worden. De richtlijn is uitgebreider, risicogericht en geeft praktische handvatten. De kwaliteit van het toezicht neemt toe, terwijl de administratieve last afneemt. In een aantal stappen zijn Twence en provincie Overijssel al sinds 2005
bezig om het toezicht op systeemniveau mogelijk te maken. De convenanten van 2009 en 2012 waren al bewijs van de steeds groeiende volwassenheid van de manier waarop Twence omgaat met de interne controle op naleving van wet- en regelgeving. Met het convenant van 2015 zetten we samen weer een nieuwe stap.
Monique van Haaf, gedeputeerde van de provincie Overijssel, en Twence-directeur
Het stortgas dat we winnen, het biogas van onze gft-vergister en het biogas van onze natte vergistingslijn verwerken we volledig geautomatiseerd in de twee gasmotoren van onze bioconversie-installaties. Daarmee worden hoge rendementen gerealiseerd.
De richtlijn is uitgebreider, risicogericht en geeft praktische handvatten
Marc Kapteijn bezegelen de nieuwe afspraken met een handdruk
Ander toezicht Met ‘compliance’ wordt bedoeld dat een persoon of organisatie werkt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. ‘Compliancemanagement is een instrument om implementatie en naleving van alle intern vastgestelde en extern opgelegde regels te organiseren’ aldus Arno Eleveld, senior adviseur compliance bij Twence. ‘Dit kan variëren van interne gedragsen integriteitscodes en veiligheidsvoorschriften tot externe wet- en regelgeving op het gebied van bijvoorbeeld milieu’. Wanneer het compliancemanagementsysteem goed werkt, kan toezicht op een ander niveau worden gevoerd. In plaats van op locatie praktijkcontroles te houden, controleert de provincie nu bij Twence of de wijze van borging klopt met de afspraken. Steekproefsgewijs controleert de toezichthouder vervolgens op de werkvloer of wat op papier gebeurt ook klopt met de praktijk. Zo kan de provincie Overijssel Twence efficiënter en beter controleren.
Via Twence
11
Green Deal Duurzaam Stortbeheer getekend Op 6 oktober ondertekenden staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur & Milieu), gedeputeerden van betrokken provincies, de Stichting Duurzaam Stortbeheer en andere partijen in de branche de Green Deal Duurzaam Stortbeheer. Dit is ook voor Twence een belangrijk moment.
De Green Deal regelt dat aangesloten exploitanten de ruimte krijgen om onderzoek te doen naar mogelijkheden hun stortplaatsen duurzamer te beheren: is het mogelijk de stortlichamen zodanig te beïnvloeden, dat ze binnen één generatie nog maar heel weinig emissies voortbrengen?
We hopen dat we de bevindingen op onze stortlobben kunnen toepassen
en water zal het organische deel van het afval naar verwachting sneller afbreken. De emissies die daarbij vrijkomen voer je als stortgas af en gebruik je om er elektriciteit en warmte van te maken. Schadelijke stoffen, zoals metalen, zullen sneller binden en meer inert worden.” Duurzaam nalaten Vanwege dit onderzoek heeft te Provincie ons 12 jaar uitstel gegeven om de eindafdekking op onze stort-lobben aan te brengen. Jan Kroon: ‘we moesten aantonen dat de onderafdichting van onze stortplaatsen voldoet aan alle eisen, die worden gesteld om in aanmerking te komen voor uitstel. Er is heel wat archief-materiaal door mijn handen
gegaan! Nu we, door onze actieve deelname in de Stichting Duurzaam Stortbeheer uitstel hebben gekregen voor het afdekken, hopen we dat we de bevindingen van het onderzoek straks op onze stortlobben kunnen toepassen. Dan kunnen we ze duurzaam nalaten’. Tot op heden werden stortplaatsen beheerd volgens de IBC criteria: Isoleren, Beheersen, Controleren. Stortplaatsexploitanten, zoals Twence, isoleren het afval door het aanbrengen van een onderafdichting en later een bovenafdichting. Door middel van peilbuizen en controledrains beheren we de stortplaats ‘eeuwigdurend’. Hiervoor stellen we een ‘nazorgplan’ op. Daarin leggen we vast wat er nog moet worden gedaan, als de stortplaats voorbij de exploitatiefase is. Provincies beheren de fondsen voor deze eeuwigdurende nazorg. Het geld brengen de stortplaatsexploitanten (verplicht) in. ‘Deze werkwijze betekent dat wij toekomstige generaties goed ingepakt afval nalaten én geld om het te blijven beheren. Dat lijkt netjes geregeld, maar het is geen duurzame oplossing’ aldus Jan Kroon.
Onderzoeken De onderzoeken vinden plaats op een stortplaats van Attero en op twee stortplaatsen van Afvalzorg, de twee grootste stortplaatsexploitanten van ons land. Andere bij de Stichting Duurzaam Stortbeheer aangesloten exploitanten, zoals Twence, denken en betalen mee. Op de drie onderzoekslocaties wordt getracht het emissiepotentieel van de stortplaatsen te verminderen. Jan Kroon, senior adviseur milieu bij Twence, heeft zich intensief met dit onderwerp beziggehouden: “Door het gedoseerd toedienen van lucht
Colofon Redactie Twence Holding B.V. Postadres Postbus 870, 7550 AW Hengelo, Nederland T +31 (0)74 240 44 44 F +31 (0)74 240 43 33 E
[email protected] I www.twence.nl Fotografie Simone Gerard, Twence Holding B.V., Frans Dekker, Wiebe Kiestra Fotografie Teksten Twence Holding B.V. Vormgeving Reclamebureau VanderVeer, Enschede Druk Drukkerij Hofmeijer, Hengelo