towerswatson.nl
Update
Over actualiteiten in de pensioenwereld
Europees witboek pensioenen
Nummer 6 | Juni 2013
In deze editie: 1 Europees witboek pensioenen
Op 21 mei 2013 heeft het Europees Parlement door middel van een resolutie van de Nederlandse Europarlementariër Ria Oomen, lidstaten opgeroepen om pensioenen te baseren op een combinatie van verschillende pijlers. Daarbij zouden overheidspensioenen een behoorlijke levenstandaard voor ouderen moeten garanderen. Met de resolutie reageert het Europees Parlement op het witboek van de Commissie van februari vorig jaar. Het Europees Parlement pleit voor de introductie van een gediversifieerd systeem: een combinatie van publieke pensioenen in de eerste pijler, aanvullende pensioenen uit collectieve regelingen of bedrijfspensioenen met kapitaaldekking in de tweede pijler en private besparingen in de derde. In feite dus het systeem zoals we dat in Nederland al kennen. Daarnaast werd nogmaals het belang van pensioenfondsen als grote betrouwbare langetermijninvesteerders in de EU-economie herhaald. De resolutie onderstreept daarnaast dat pensioen een zaak is van de afzonderlijke lidstaten: keuzes van de lidstaten met betrekking tot de verstrekkers van tweedepijlerpensioenen moeten worden gerespecteerd en pensioenvoorzieningen moeten een bevoegdheid blijven van de lidstaten. In het verlengde daarvan, heeft staatssecretaris Klijnsma op Kamervragen geantwoord niet te verwachten dat er een Europees garantiestelsel of een Europese aansprakelijkheid voor pensioenen komt. Dit ondanks het feit dat in een arrest van het Europese Hof wordt geoordeeld dat op
basis van een Europese richtlijn de (Ierse) staat aansprakelijk gesteld kan worden als bij een faillissement van een onderneming de deelnemers van de pensioenregeling de helft of meer van hun pensioenrechten verliezen. Een dergelijk voorstel maakt ook geen onderdeel uit van de beleidsvoorstellen van de Europese Commissie in het Witboek Pensioenen. Het arrest van het Hof van wordt op dit moment geanalyseerd door het ministerie. Daarbij wordt ook nagegaan of, en zo ja, wat dan de gevolgen zijn voor Nederland. De staatssecretaris verwacht de resultaten tijdens het zomerreces bekend te kunnen maken.
1 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rick Crauwels
[email protected]
2 Overzicht én inzicht, dat is het idee! 3 Ontwerpbesluit tot wijziging Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen 4 Openbare consultatie nFTK aanstaande 5 Weinig draagvlak voor wetsvoorstellen fiscale kader per 2015
Update - Juni 2013
Overzicht én inzicht, dat is het idee!
2 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mylène Caris (communicatiespecialist) of Richtje Thien (juridisch specialist)
[email protected] [email protected]
Op 26 juni 2012 kwam toenmalig minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) met een aantal aanbevelingen om de pensioencommunicatie te verbeteren. Staatssecretaris Klijnsma informeerde de Tweede Kamer onlangs over hoe zij deze aanbevelingen verder wil gaan uitwerken. Uitgangspunten van de aanbevelingen zijn dat het vertrouwen van de deelnemer in de pensioensector is gedaald en dat het pensioenbewustzijn nog altijd (te) laag is. Daaruit kan geconcludeerd worden dat de huidige wettelijke communicatieverplichtingen tekort schieten. Dit is een zorgelijke situatie, zo stelt Klijnsma. Juist omdat vertrouwen en bewustzijn laag zijn, is duidelijke en eerlijke communicatie met de deelnemer nu belangrijker dan ooit. Daar komt de overgang naar een nieuw pensioencontract nog eens bij. In de aanbevelingen van SZW staat de deelnemer centraal. Deelnemers moeten weten hoeveel pensioen zij kunnen verwachten én kunnen beoordelen of dat voldoende is. Bovendien moeten zij zich (meer) bewust worden van de risico’s en kosten van pensioenvoorzieningen. De communicatie moet deelnemers dus overzicht én inzicht geven. Zodat zij - als dat nodig is - actie kunnen ondernemen.
“Pensioencommunicatie “ speelt een belangrijke rol bij het hebben van vertrouwen in de pensioensector.” Eerst meer onderzoek De aanbevelingen worden samen met andere stakeholders - onder andere de AFM, DNB, de Pensioenfederatie en communicatie-experts verder uitgewerkt. Op dit moment loopt er een aantal onderzoeken naar risico’s en koopkracht, inzicht in de kwaliteit van pensioenregeling en een pensioendashboard. De uitkomsten van de onderzoeken worden gebruikt bij de besluitvorming over de nieuwe regelgeving. De belangrijkste uitgangspunten bij de vernieuwing van de wetgeving over communicatie zijn: •• meer ruimte voor maatwerk en digitalisering, •• gelaagdheid in infomatie en •• uniforme communicatie over koopkracht en risico’s.
2 towerswatson.nl
Towers Watson juicht deze plannen toe. Wij denken dat dit een stap in de goede richting is. Staatssecretaris Klijnsma: “Het is belangrijk dat pensioendeelnemers inzicht krijgen in de hoogte en toereikendheid van het eigen pensioen, zodat zij weten of het nodig is om eventueel aanvullende maatregelen te nemen. Zeker in een veranderende wereld is goede communicatie essentieel. Pensioencommunicatie speelt een belangrijke rol bij het hebben van vertrouwen in de pensioensector.”
Rol van de werkgever Zowel Klijnsma als de Stichting van de Arbeid (StvdA) zijn - als het om pensioencommunicatie gaat - voorstander van een meer prominente rol van de werkgever. De werkgever is in het kader van het arbeidsvoorwaardenbeleid immers het eerste aanspreekpunt voor werknemers. Bovendien is de werkgever wettelijk verplicht werknemers over de inhoud van de pensioenregeling en over belangrijke wijzigingen te informeren. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat veel werkgevers te weinig kennis van pensioen hebben om dit goed te kunnen doen. Een goede samenwerking tussen pensioenuitvoerders en werkgevers kan deze situatie verbeteren. De StvdA komt nog vóór 1 augustus 2013 met aanbevelingen.
Planning Na de zomer worden de eerste stappen gezet om te komen tot de nodige aanpassing van de wet- en regelgeving. Rond de jaarwisseling - zo is althans op dit moment de verwachting - wordt de wetswijziging bij de Kamer ingediend. Tot die tijd blijft de huidige wet- en regelgeving van kracht. De juridische specialisten van Towers Watson volgen alle ontwikkelingen op de voet en kunnen voor pensioenfondsen en werkgevers in ieder geval uitzoeken of hun pensioencommunicatie aan wet- en regelgeving voldoet. Onze communicatiespecialisten denken mee over een effectief communicatiebeleid en kunnen dit beleid ook uitvoeren. Towers Watson heeft veel ervaring in het ondersteunen van pensioenfondsen en werkgevers op het gebied van pensioencommunicatie. De aanbevelingen van SZW zijn al onderdeel van onze advisering. Dat de deelnemer bij de communicatie over pensioen centraal staat, is voor ons dus een logische zaak. Ook daarom juichen wij deze ontwikkelingen toe.
Ontwerpbesluit tot wijziging Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen Het besluit over het beloningsbeleid van pensioenfondsen is onlangs door staatssecretaris Klijnsma aan de Tweede Kamer gestuurd. In dit besluit wordt ingegaan op het beloningsbeleid van pensioenfondsen en het beperken van de risico’s die door dit beleid zouden kunnen optreden. Een nieuw artikel (21a) van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, vormt een verdieping op de verplichting uit artikel 21 tot een beleid gericht op risicobeheersing. Hiermee wordt aangesloten op het Besluit beheerst beloningsbeleid Wft. Het artikel bepaalt dat het beloningsbeleid niet aanmoedigt tot het nemen van risico’s die voor het fonds onaanvaardbaar zijn. Dit hangt onder meer samen met de omvang, aard en organisatie van het fonds in kwestie. In het beleid dienen procedures en maatregelen te worden opgenomen ter voorkoming en beheersing van beloningscomponenten en beloningsstructuren die tot het nemen van onaanvaardbare risico’s zouden kunnen leiden. Dit beleid moet door het fonds bovendien openbaar worden gemaakt. De Nederlandsche Bank kan nog nadere regels stellen inzake het opstellen, vaststellen, uitvoeren, evalueren en aanpassen van het beloningsbeleid van een fonds. Dit geldt ook voor het vormgeven van de beloningscomponenten en beloningssstructuren en het proces omtrent de openbaarmaking van het beloningenbeleid. In het concept Besluit uitvoering pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt een bepaling opgenomen die stelt dat een fonds zicht moet hebben op het beloningsbeleid van een derde partij waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed. Dit inzicht dient bij de keuze voor een derde partij in de afwegingen betrokken te worden. Uit de toelichting op het voorstel blijkt dat hierbij vooral gedacht moet worden aan werkzaamheden op het gebied van vermogensbeheer en grootschalige administratie.
Tijdsbesteding fondsbestuurders In het concept-besluit wordt ook ingegaan op de tijd die fondsbestuurders besteden aan de uitoefening van hun functie. Een nieuw artikel in het Besluit uitvoering pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling sluit aan op de Wet bestuur en toezicht; deze wet heeft als doelstelling de waarborging van de kwaliteit van bestuur en toezicht en het voorkomen van belangenverstrengeling en een ‘old boys network’. De nieuwe regeling bepaalt dat personen die bestuurder of lid van de raad van toezicht van een fonds willen worden, slechts in die functie benoemd kunnen worden als zij hierdoor maximaal 1 voltijd equivalent (fte) aan werkzaamheden als bestuurder of in een toezichthoudend orgaan verrichten. Voor de betreffende bestuurs- en toezichthoudende functies is een weging vastgesteld, waarbij echter wel onderscheid wordt gemaakt tussen grote en kleine fondsen.
3 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jorrit Siemensma of Paul de Koning
[email protected] [email protected]
“Het “ beloningsbeleid moet het nemen van risico’s die voor het fonds onaanvaardbaar zijn, niet aanmoedigen.” Daarnaast wordt door een zelfstandige weging van bestuursfuncties het aantal functies dat gecombineerd kan worden, beperkt. DNB kan in voorkomende gevallen bepalen dat, hoewel aan de eis van maximaal 1 fte wordt voldaan, een persoon toch te weinig tijd heeft voor het behoorlijk uitvoeren van een functie. Tot slot wordt opgemerkt dat niet-uitvoerende bestuurders in een gemengd fondsbestuur als bestuurder worden beschouwd, in tegenstelling tot het BW waarin ze aangemerkt worden als toezichthouder. Daarbij wordt een visitatiecommissie niet als toezichthoudend orgaan aangemerkt.
Towers Watson Update april | 3
Update - Juni 2013
Openbare consultatie nFTK aanstaande In de komende weken zal het nieuwe Financiele Toetsingskader verder vorm krijgen, als staatssecretaris Klijnsma het concept wetsvoorstel voor het zomerreces ter internetconsultatie voorlegt, zoals zij dit eerder aankondigde. Daarmee komt dan - ruim een jaar na publicatie van de Hoofdlijnennota - een einde aan een periode van relatieve onduidelijkheid die tussentijds onder meer nog vergroot werd door de uitspraken van de Stichting van de Arbeid in het sociaal akkoord van 11 april 2013. Het nFTK zal pas veel later dit jaar definitief worden, althans volgens de planning van het ministerie, maar de consultatieteksten zullen de richting die is ingeslagen in ieder geval markeren. Overigens heeft Towers Watson een elftal aandachtspunten geschetst bij de regelgeving omtrent het reële contract, in een whitepaper dat op de website is gepubliceerd. Behalve het concept wetsvoorstel is nog een aantal andere uitingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangekondigd; uitingen die stuk voor stuk van belang zijn voor de vormgeving van pensioenregelingen vanaf 1 januari 2015. Ten eerste heeft de staatssecretaris toegezegd de bevindingen van een onderzoek naar de effecten van de doorsneepremiesystematiek te zullen presenteren. Tegenover de argumenten voor afschaffing daarvan staan ook bezwaren daartegen, onder meer vanwege de ingrijpende transitieproblematiek. Ten tweede zal het ministerie zich, naar aanleiding van de rapportage van de UFR-commissie, een mening moeten vormen over de te hanteren rentetermijnstructuur in zowel het huidige als het nieuwe FTK. De commissie beziet de parameters in de UFR-methodiek – de vraag of die methodiek in
4 towerswatson.nl
algemene zin wenselijk is, ligt formeel gesproken niet voor. Partijen als het CPB en het AG spraken zich hier eerder over uit en gaven aan het niveau waarnaar de curve toegroeit (een forward rate van 4,2% bij een looptijd van 60 jaar) te beschouwen als relatief hoog. In dit verband kan tevens nog worden opgemerkt dat in de rekenexercities voor de eventuele solvabiliteitsvereisten in de herziene Pensioenfondsenrichtlijn (die inmiddels vooralsnog van de baan zijn) op die UFR een afslag van 35 basispunten werd toegepast vanwege kredietrisico.
4 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert
[email protected]
In de derde plaats heeft staatssecretaris Klijnsma aangegeven ook voor de zomer aan te zullen geven hoe zij invulling wil geven aan het overbruggingsregime dat tussen het moment van aankondiging en invoering van het nFTK zal ontstaan.
“Ruim “ een jaar na publicatie van de Hoofdlijnennota komt dan een einde aan een periode van relatieve onduidelijkheid.” Ondertussen, en feitelijk losstaand van bovenstaande, buigt de Tweede Kamer zich deze weken op de herziening van het Witteveenkader. Ook dat heeft uiteraard consequenties voor de vormgeving van pensioenregelingen. Meer duidelijkheid op elk van deze fronten is meer dan wenselijk. Wij houden u, ook gedurende de zomermaanden, dan ook graag op de hoogte van de ontwikkelingen op elk van deze dossiers.
Weinig draagvlak voor wetsvoorstellen fiscale kader per 2015 Tijdens het wetgevingsoverleg van 24 juni 2013 is gebleken dat er de nodige kritiek is op de wetsvoorstellen over het fiscale kader per 2015. Het debat is geschorst en de staatsecretarissen Weekers (Financiën) en Klijnsma (Sociale Zaken) hebben een nieuw overleg met sociale partners geïnitieerd. Tijdens het wetgevingsoverleg van 24 juni 2013 zijn twee wetsvoorstellen besproken.
1 Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen
5 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Eric Heemskerk of Petra Verdegaal
[email protected] [email protected]
Kern van het wetsvoorstel is dat de fiscaal begunstigde pensioenopbouw wordt beperkt: •• de fiscaal maximale jaarlijkse opbouwpercentages worden verlaagd naar 1,75% (middelloon) en 1,55% (eindloon). •• het pensioengevend inkomen wordt gemaximeerd op € 100.000.
2 Wet pensioenaanvullingsregelingen Kern van het wetsvoorstel zijn twee pensioenexcedentregelingen. Hiermee kan, in aanvulling op bovengeschetste fiscaal begunstigde pensioenopbouw, voor extra pensioen worden gespaard uit het netto loon tot 1,85% van het inkomen per dienstjaar als bruto uitkering. Pensioensparen op basis van deze regelingen houdt in dat de aanspraak belast is, de werknemersbijdrage niet aftrekbaar is en de uitkering niet belast is. Verder is de waarde van de pensioenaanspraak vrijgesteld van box 3 heffing (vermogensrendementsheffing), mits wordt voldaan aan de gestelde fiscale begrenzingen. De eerste regeling is de pensioenexcedentregeling (aftopping) voor extra pensioenopbouw van 1,75% tot 1,85% (middelloon) over een pensioengevend inkomen tot en met € 100.000. De tweede regeling is de optoppingspensioenexcedentregeling voor extra pensioenopbouw van 1,85% over een pensioengevend inkomen boven de € 100.000. Op basis van beide pensioenexcedentregelingen kan, naast ouderdomspensioen, naar rato ook worden gespaard voor extra partner- en wezenpensioen.
Wetgevingsoverleg Tijdens het wetsgevingsoverleg bleken de gevolgen van de wetsvoorstellen onduidelijk. Daarnaast geven de pensioenexcedentregelingen aanleiding voor veel kritiek, onder meer vanwege de uitvoeringskosten die gemoeid gaan met deze regelingen. De staatssecretarissen zullen opnieuw in overleg treden met sociale partners. Op 26 juni zal het (vervolg)overleg in de Tweede Kamer worden hervat.
Towers Watson Update april | 5
Copyright © 2013 Towers Watson. Alle rechten voorbehouden. TW-NL-2013-32645
towerswatson.nl