Vewin jaarverslag 2013

Vewin jaarverslag 2013


Profiel Inhoud Voorwoord Directieverslag Stuurgroepen Vewin Brussel Communicatie & Informatie Organisatie Jaarrekening Colofon

Profiel Vewin is de Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland. Haar belangrijkste taak is het behartigen van de belangen van de leden in Den Haag en Brussel. Binnen de vereniging bepalen de leden in de Algemene Ledenvergadering (ALV) de koers en het beleid. De ALV kent een onafhankelijke voorzitter. Het Vewin-kantoor staat onder leiding van de directeur die door het bestuur is benoemd.

Samenwerking

Ambitieus en strategisch

RIWA, de Vereniging van Rivierwaterbedrijven, behartigt de algemene belangen van de rivierwaterbedrijven. De RIWA-koepel omvat de stroomgebieden van de Rijn, Maas en Schelde.

KWR Watercycle Research Institute is het nationale kenniscentrum voor de drinkwatersector. Samen mèt en vóór de drinkwaterbedrijven ontwikkelt KWR kennis voor een continue verbetering van de drinkwaterkwaliteit, nu en in de toekomst. Vewin en KWR werken nauw samen in de Vewinstuurgroepen en de Programma Begeleidingscommissies van KWR.

De Nederlandse drinkwaterbedrijven leveren aan ruim 7,5 miljoen adressen continu (7 x 24 uur) kraanwater van onberispelijke en smaakvolle kwaliteit. Drinkwater is een eerste levensbehoefte. Zowel het water als de bedrijven genieten een groot vertrouwen. De bedrijfstak wil deze positie nog verder versterken.

De belangen van de waterbedrijven laten zich in vele opzichten combineren met de belangen van andere (maatschappelijke) organisaties. Vewin werkt daarom samen met stakeholders als consumentenorganisaties, de telecomsector, vertegenwoordigers van de chemische-, bestrijdingsmiddelenen geneesmiddelenindustrie, natuur- en milieuorganisaties en andere brancheorganisaties.

De strategie van Vewin is gericht op: • effectieve en efficiënte belangenbehartiging in de Haagse en Brusselse netwerken; • optimale informatievoorziening voor de leden door relevante documenten en bronnen gemakkelijk beschikbaar te maken, onder andere op basis van een systeem van monitoring van belangrijke issues en stakeholders.

Oorsprong Vewin is op 18 november 1952 opgericht. Nederland telde toen 198 drinkwaterbedrijven, waarvan er 177 lid waren van de vereniging. Thans kent Nederland tien bedrijven, die alle zijn aangesloten bij Vewin. Vewin-leden produceren jaarlijks ruim 1,1 miljard m3 betaalbaar, schoon en veilig drinkwater (1952: 0,4 miljard m3). Vewin kent daarnaast ook leden op de Antillen.

Innovatief De Nederlandse drinkwaterbedrijven behoren kwalitatief en organisatorisch tot de wereldtop. Innovatie is voor de drinkwatersector essentieel. Vewin onderzoekt bij voortduring hoe zij tegemoet kan komen aan veranderende behoeften van haar leden, de consumenten en maatschappelijke organisaties.

Vewin 2013 Vewin zetelt in Den Haag en heeft – met de Unie van Waterschappen – ook een kantoor in Brussel (totaal 20,1 fte).

2



Inhoud Voorwoord voorzitter

4

Directieverslag6 Verslag activiteiten Stuurgroepen Bronnen & Kwaliteit Bodem & Infrastructuur Beveiliging & Crisismanagement Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

9 10 13 15 18

Verslag Vewin Brussel

20

Communicatie & Informatie

22

Organisatie Vewin

24

Jaarrekening26 Balans27 Staat van baten en lasten 28 Algemeen30 Waarderingsgrondslagen31 Toelichting op de balans 33 Toelichting op de staat van baten en lasten 38 Ondertekening jaarrekening 42 Overige gegevens 43 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant44

Colofon45 Dunea

3



Voorwoord voorzitter De beschikbaarheid van goed, gezond en goedkoop drinkwater is in Nederland zo vanzelfsprekend, dat wij lijken te vergeten dat ook onze drinkwaterbronnen continue bescherming nodig hebben en dat elders op de wereld nog steeds een groot te kort aan drinkwater is. Vewin en de drinkwatersector willen zich daarom nationaal en internationaal blijven inzetten voor de bescherming van drinkwaterbronnen en de beschikbaarheid van schoon en veilig drinkwater.

Prof.dr. C.P. Veerman

‘Het jaar 2013 stond voor de Vewin-organisatie in het teken van veranderingen: de verhuizing naar Den Haag en een nieuwe directeur. Veranderingen waarmee de belangenbehartiging een nieuw elan krijgt.’

In 2013 stonden in Nederland vraagstukken als het boren naar schaliegas, medicijnresten in waterbronnen en het gebruik van de ondergrond op de agenda. De beschikbaarheid van goed en genoeg zoetwater werd besproken in het Deltaprogramma Zoetwater. In Brussel werd in Europees verband onder andere gesproken over het privatiseren van drinkwater bedrijven (hetgeen in Nederland overigens als ongewenst wordt gezien) en de prioritaire stoffenrichtlijn. Stuk voor stuk onderwerpen waarvoor blijvend aandacht moet worden gevraagd bij de Haagse en Brusselse politiek. Het jaar 2013 stond voor de Vewin-organisatie in het teken van veranderingen: de verhuizing naar Den Haag en een nieuwe directeur. Veranderingen waarmee de belangenbehartiging een nieuw elan krijgt. Na bijna 60 jaar heeft Vewin het kantoor in Rijswijk verruild voor de Malietoren in Den Haag. Het hart van de Nederlandse belangenbehartiging waarin naast VNO-NCW en MKB Nederland ook andere belangenbehartigers zijn gevestigd en in de directe nabijheid van andere relevante stakeholders zoals de Unie van Waterschappen, het NWP, IPO, VNG, ministeries en Tweede Kamer. Kortere lijnen maakt de samenwerking en daarmee de bundeling van krachten gemakkelijker. De kortere afstand tot ministeries en het parlement vergroot eveneens de slagkracht van de belangenbehartiging.

Deze verhuizing is de verdienste van Theo Schmitz die in 2013 na 10 jaar zijn werkzaamheden als directeur heeft overgedragen aan Renée Bergkamp. Theo Schmitz heeft in die tijd Vewin weten te positioneren als de belangenbehartiger van de drinkwatersector en de verhuizing naar de Malietoren als de kroon op dit werk mogelijk gemaakt. Renée Bergkamp neemt, met een rijke politieke en bestuurlijke ervaring, het stokje over en kan samen met de leden verder bouwen aan eigentijdse belangenbehartiging. Daarbij is de samenwerking met stakeholders van binnen en buiten de waterbranche van groot belang, zowel in Nederland als internationaal.

4



Beleggingsbeleid

Internationale samenwerking is van belang omdat watervraagstukken grensoverschrijdend zijn. Dat geldt voor de bescherming van bronnen, waarvoor bijvoorbeeld de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht is en de beschikbaarheid van drinkwater, waarvoor de Nederlandse drinkwaterbedrijven zich wereldwijd inzetten. Maar ook voor waterbeheer kwesties die rechtsreeks invloed kunnen hebben op de beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwater. Overstromingen in Azië, maar ook dichterbij in Engeland, tonen dit aan. Vewin blijft zich dan ook inzetten voor een internationale samenwerking bij het oplossen van deze vraagstukken.

De beleggingen van Vewin zijn gebaseerd op de ‘Fido’-richtlijnen. Dat wil zeggen dat middelen risicoloos worden belegd, er wordt geen risico gelopen ten aanzien van de hoogte van de belegde middelen. Dit heeft vanzelfsprekend een lager rendement tot gevolg. Vewin heeft per 31 december 2013 een beperkte hoeveelheid obligaties (ca € 251.000) en spaartegoed (ca € 12,20 miljoen).

Jaarverslag Dit jaarverslag is opgesteld volgens de eisen van corporate governance, zoals beschreven in de richtlijnen voor organisaties zonder winststreven. In de bijlage van dit jaarverslag treft u de controleverklaring van de onafhankelijke accountant aan. De bijbehorende management letter is in het bestuur besproken en gaf daar geen aanleiding tot opmerkingen.

Bestuurlijk Het bestuur en de Algemene Ledenvergadering van Vewin zijn in 2013 vier keer bijeen gekomen. Hierbij werd intensief aandacht besteed aan de standpunten van de drinkwatersector in Den Haag en Brussel. Vanuit een toekomst gerichte agenda wordt gewerkt aan het benutten van kansen en het realiseren van ambities.

Financiële Transparantie De financiële situatie van Vewin is gezond. De begroting 2013 werd uitgevoerd binnen de kaders die in december 2012 waren vastgesteld en uit de reserves werden de afgesproken uitgaven bekostigd in het in het kader van het zogeheten European Water Innovation Fund (EWIF). De uitvoering van de begroting stond onder leiding van de directeur en werd door het bestuur goedgekeurd.

5



Directieverslag opnieuw een lastenverhoging voor burgers en bedrijven optreedt, terwijl zij al 20% belasting betalen bovenop de drinkwaterprijs, is de belasting tot stand gekomen. Het is wel gelukt om een aantal consequenties te verzachten en een ruime overgangsperiode af te spreken.

In dit jaarverslag van de Vereniging van waterbedrijven in Nederland brengen wij verslag uit van onze (inter)nationale netwerkactiviteiten in 2013 in Den Haag en Brussel. De ontwikkelingen, die in 2013 op de drinkwatersector afkwamen, bewijzen dat een alerte belangenbehartiging noodzakelijk is. De drinkwatersector heeft raakvlakken met zeer veel beleidsterreinen en overheidsbeslissingen. Denk aan terreinen als energie, landbouw, natuur, milieu, crisisbeheersing, ruimtelijke ordening, innovatie, belastingen etc. etc.

In 2013 is de eerste verplichte benchmark van de drinkwaterbedrijven uitgevoerd en door de minister van I&M naar de Tweede Kamer gestuurd. De drinkwatersector is al jarenlang gewend om op vrijwillige basis prestatievergelijkingen uit te voeren. Dit past allemaal bij de uitrol van de nieuwe Drinkwaterwet, waarbij ook een nieuwe rol van de ILT en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hoort en aandacht van ons vraagt. Gebleken is dat de intenties en resultaten van de sector op het gebied van kwaliteit en transparantie niet zonder meer terugkomen in de rapportages van de ILT en ACM. Om dat wel voor elkaar te krijgen, is nog veel inspanning nodig en leven nog de nodige zorgen. Op het gebied van bronnen en kwaliteit is er veel aandacht besteed aan het geneesmiddelendossier. Ook is er gewerkt aan het volwaardig meenemen van de drinkwaterbelangen in het Deltaprogramma Zoet Water. Op het gebied van bodem en infrastructuur zijn de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) en de kwestie van mogelijke schaliegaswinning vooral aan bod geweest. De drinkwatersector heeft zelf onderzoeken laten uitvoeren, waaruit blijkt dat de conclusie van de minister van EZ, dat alle risico’s bij schaliegaswinning beheersbaar zijn, op zijn minst prematuur is.

Tijdig en serieus meewegen van de drinkwaterbelangen is onze inzet. Die inzet plegen we niet alleen, maar samen met onze leden, met samenwerkingspartners en bondgenoten en in Europees en mondiaal verband met andere landen. Naast een uitstekende kennispositie, zijn daarvoor het hebben van goede antennes en samenwerkingsbereidheid en overtuigingskracht nodig. Eigenschappen, die wij graag aanwenden om onze miljoenen klanten continue te voorzien van betaalbaar drinkwater van uitstekende kwaliteit, nu en in de toekomst.

Belangenbehartiging in Den Haag In Den Haag heeft het Kabinet Rutte II door het sluiten van een fors aantal akkoorden ingezet op allerlei hervormingen en bezuinigingen. Onder hoge politieke druk is ook besloten tot een forse verhoging van de Belasting op Leidingwater, waardoor de inkomsten voor het Rijk stijgen met ongeveer € 200 miljoen. De maatregel is gepresenteerd als vergroeningsmaatregel. Ondanks ons pleidooi dat er geen effect op verduurzaming is en dat er

Voor onze sector, als één van de vitale sectoren was de evaluatie van de Wet Veiligheidsrisico’s in 2013 ook een belangrijk onderwerp.

6



Belangenbehartiging in Brussel

Samenwerking

Op tal van terreinen werken Europese regels door in het Nederlandse beleid op het gebied van o.a. landbouw, marktwerking en milieu. Op al die terreinen worden de ontwikkelingen gevolgd en via interventies en position papers beïnvloed.

Vewin verricht haar activiteiten op het gebied van netwerken en belangen behartiging waar mogelijk in samenwerking met andere stakeholders en bondgenoten, zoals gemeenten (VNG) en provincies (IPO) namens de aandeelhouders van de drinkwaterbedrijven, de Unie van Waterschappen, KWR, KIWA, RIWA, VNO-NCW, LTO-Nederland, Natuurorganisaties, NWP en de collega’s in de netwerksectoren Kabels, Telecom en Energie. Vewin is steeds op zoek naar en staat open voor andere allianties en bondgenootschappen.

Naast bedreigingen biedt Brussel ons ook kansen. Het European Innovation Partnership (EIP) voor Water stimuleert innovatiekansen in de watersector. Nederland is actief, zowel in het Steering Committee rond de EU Commissaris voor Milieu, als in de Task Force en de Action Groups, waar kennisinstellingen en bedrijven concreet samenwerken.

Vereniging Communicatie

In 2013 zijn ook de eerste calls in het kader van Horizon 2020 opengesteld.

Het communicatiebeleid is gericht op een permanente versterking van het profiel en imago van de drinkwatersector en van de positie van Vewin als (inter)nationale branche- en lobby-organisatie en drinkwaterautoriteit. Kennisdeling en informatievoorziening zijn hierbij van groot belang. Ook in 2013 heeft dit vorm gekregen in nauwe samenwerking met de drinkwaterbedrijven, via het Platform Communicatie. Het Platform Communicatie kwam in 2013 minimaal vier maal bijeen. Er werd onder andere aandacht besteed aan issues zoals schaliegas, Belasting op Leidingwater (BoL) en de sectorbrede communicatiestrategie. Tevens werd er een speciale studiedag georganiseerd voor alle communicatiemedewerkers in de drinkwatersector, die dit jaar in het teken stond van netwerken en lobbyen. Andere voorbeelden zijn de ondersteuning van PR-activiteiten, workshops en (internationale) bijeenkomsten.

Door een goede link te leggen met de Topsector Water waar de drinkwatersector, via het Kernteam Watertechnologie, goed is vertegenwoordigd, kan van deze Europese ontwikkeling ook in Nederland goed gebruik gemaakt worden. Naast deelname aan EIP, is Vewin in Brussel ook actief in het Water supply and sanitation Technology Platform (WssTP), het European Centre of Employers and Enterprises providing Public services (CEEP) en de Europese koepel EUREAU.

7



Stuurgroepen en ad hoc samenwerking

Verwachtingen voor 2014

Ook in 2013 heeft de beleidsvoorbereiding ten behoeve van besluitvorming in het Bestuur plaatsgevonden in vier Stuurgroepen. Deze werkwijze zorgt voor structuur in de beleidsvoorbereiding en de belangenbehartiging en voor betrokkenheid van alle leden daarbij. Dit geldt ook voor het Platform Juristen.

Luidend in euro’s Vewin verwacht geen belangrijke mutaties in de personele organisatie in 2014. Er wordt uitgegaan van een personeelsbezetting over 2014 van ca. 20 fte. Door het bestuur van Vewin is een sluitende begroting voor 2014 opgesteld. Qua omvang volgen de baten en lasten in totaliteit de trendmatige ontwikkeling van de afgelopen jaren. Deze is er op gericht een steeds efficiëntere en effectievere organisatie te bewerkstelligen.

Op een enkel onderwerp wordt buiten de Stuurgroepen om overlegd. Bijvoorbeeld de bespreking van de Beleidsnota Drinkwater vindt direct op bestuursniveau plaats. Ook in 2013 hebben de Stuurgroepen seminars georganiseerd met externe deelnemers.

Baten Totaal Baten

Bureau

5.851.000

Lasten Personele lasten

Ondernemingsraad en Personeel

Huisvestingslasten

Directie en Ondernemingsraad zijn diverse malen bijeen geweest, met de op stapel staande relocatie als vast agendapunt. Daarnaast kwamen ook onderwerpen als bedrijfsregelingen (bedrijfstijden/vervoer), verplichte vrije dagen en verzuim uitgebreid aan bod.

Overige lasten Projectmatige lasten Totaal lasten

Verzuim

Verwacht bedrijfsresultaat

Het ziekteverzuim was in 2013 onverminderd laag: 1,03 %.

Dank Vewin stond in 2013 voor omvangrijke en complexe opdrachten. Ik wil de medewerkers danken voor de professionaliteit en inzet waarmee zij zich van hun taken hebben gekweten.

8

2.912.000 258.000 267.000 2.414.000 5.851.000 0



Verslag activiteiten stuurgroepen

Vitens

9



Bronnen & kwaliteit

In 2013 stonden diverse thema’s op de agenda van de stuurgroep Bronnen & Kwaliteit. Bij het Deltaprogramma Kust heeft de Tweede Kamer na interventie van Vewin de regering verzocht de duin- en grondwatergebieden voor drink watervoorziening geografisch vast te leggen in de Nationale Visie Kust, zodat zij duurzaam zijn veiliggesteld. De minister zal bij provincies en gemeenten benadrukken dat zij dit in hun instrumentarium opnemen. Het ministerie van EZ werkt aan een Natuurvisie, waar Vewin bij betrokken is. De drinkwatersector wordt steeds meer erkend als natuurbeheerder. Naar aanleiding van een Vewin-seminar over drinkwater en natuur, is de Groene Tafel tot stand gekomen. Een bijeenkomst waar bestuurders van de drinkwatersector, EZ, provincies, waterschappen, natuur organisaties en de recreatiesector afspraken maken over de versterking van de combinatie drinkwater en natuur.

gesteld in een gesprek met staatssecretaris Mansveld, Kamerleden en stakeholders. De staatssecretaris heeft aangegeven chemische onkruid bestrijding te verbieden op verhardingen, voor particulieren en voor groenbeheer en sportvelden. De Kamerbehandeling volgt. Vewin heeft bij het Vijfde Actieprogramma Nitraatrichtlijn maatregelen bepleit die moeten leiden tot het terugdringen van de normoverschrijdingen. Zoals de aan scherping van de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat en de verhoging van de werkingscoëfficiënt voor varkensdrijfmest. De ministeries van I&M en EZ hebben bij het RIVM een onderzoek uitgezet naar mogelijke aanvullende maatregelen voor drinkwaterbronnen. Vewin heeft zitting in de begeleidingsgroep.

Drinkwaterbedrijven pachten circa 1200 hectaren van Staatsbosbeheer en nemen hierbij de natuurbeheertaak over, zonder vergoedingen, terwijl wel een hoog erfpachtcanon wordt betaald. De drinkwaterbedrijven wensen gelijke behandeling, alle gebieden die als natuur worden beheerd, moeten als ‘natuurgrond’ worden gewaardeerd. De bedrijfsterreinen zouden voor verkoop moeten worden aangeboden. Vewin heeft hier contact over met het ministerie van EZ en de Tweede Kamer. Vewin heeft inbreng geleverd voor de Tweede Nota Duurzame Gewasbescherming. Prioriteit hierbij was een glyfosaatverbod buiten de landbouw (motie Grashoff nr. 32372-65). Vewin heeft dit aan de orde

10



Grondwater

middelen, meststoffen en zware metalen in grondwater. Vewin vraagt de overheid maatregelen te nemen om deze bedreigingen weg te nemen: preventieve ketenbenadering, normering nieuwe stoffen, uitvoering gebiedsdossiers, mest- en bestrijdingsmiddelenbeleid, bodemsanering, ruimtelijk beleid, internationale stroomgebiedsafstemming. En tevens zorgen dat er voldoende zoet water van voldoende kwaliteit is wegens klimaatverandering. Vewin heeft bij de Tweede Kamer en het ministerie van I&M gepleit voor opname van de uitkomsten van de gebiedsdossiers in de stroomgebiedbeheersplannen. Gebiedsdossiers worden opgesteld door Provincies en Rijkswaterstaat en geven per gebied bedreigingen en mogelijke maatregelen aan ter bescherming van de drinkwatervoorziening.

De Tweede Kamer heeft de regering verzocht een normenkader voor probleemstoffen in het grondwater te verbeteren en op te nemen in het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water. Het ministerie zal nagaan of afstemming van de drinkwaternormen en de normen in het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water en de Wet bodembescherming kan worden verbeterd. In de Nota Drinkwater zal de minister daar nader op ingaan. De drinkwatersector heeft veel grondwaterwinningen en in meerdere provincies wordt vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van grondwater voor de bereiding van drinkwater. Bij meer dan de helft van deze grondwaterwinningen is sprake van antropogene verontreinigingen in het ingenomen grondwater die middels zuivering weggenomen moeten worden. Dit blijkt onder meer uit het RIVM-rapport “Bescherming drinkwaterbronnen in het nationaal beleid” (mrt 2013). Daarom is meer aandacht nodig voor oplossen en voorkomen van kwaliteitsproblemen bij grondwaterwinningen ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Het ontbreekt echter aan adequate normen en daarom vragen wij om het normenkader te verbeteren gezien de eisen die de Drinkwaterwet stelt. Normen in de Wet Bodembescherming zijn niet afgestemd op de eisen in de Drinkwaterregelgeving.

Geneesmiddelen In 2013 is het onderwerp geneesmiddelen in drinkwater op verschillende keren aan de orde gekomen. Vewin heeft bij de aanpassing van de Prioritaire Stoffenrichtlijn in Brussel gepleit voor het standpunt van de Europese Commissie om drie geneesmiddelen op de lijst van prioritaire stoffen op te nemen. Na behandeling in het Europees Parlement zijn de drie geneesmiddelen uiteindelijk van de lijst verwijderd. Vewin heeft de Tweede Kamer gevraagd om een actieprogramma en normering voor geneesmiddelen. De Tweede Kamer heeft de regering vervolgens verzocht om in samenwerking met de partijen uit de waterketen te onderzoeken of er een wettelijke toetsingskader voor de concentratie van geneesmiddelenresiduen in oppervlaktewater en grondwater kan komen. Tevens heeft de Kamer verzocht, een normvoorstel (van 0,1 µg/l) voor geneesmiddelen in het grondwater over te nemen en te komen met een preventieve aanpak van medicijnresten bij de bron. De minister wenst geen nieuwe normen. Het beleid is nu al gericht op risicoanalyse. Vewin heeft in 2013 met de Unie van Waterschappen en RIWA een gezamenlijk document opgesteld

Kaderrichtlijn Water Vewin heeft het principe ‘de vervuiler betaalt’ onder de aandacht gebracht van de Tweede Kamer bij de wijziging van de Waterwet in het kader van de verontreinigingsheffing. Daarnaast heeft Vewin begin 2013 de kernbeheerkwesties drinkwater voor de 2e generatie stroomgebiedbeheersplannen (2015-2021) aan het ministerie van I&M aangeboden. De beheerkwesties drinkwater geven de resterende bedreigingen voor de drinkwatersector aan. Zoals restanten van bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen en nieuwe stoffen in de rivieren en de aanwezigheid van bestrijdings

11



“Visie ontwikkeling humane geneesmiddelen in de waterketen”. Doel is een gezamenlijke agenda te ontwikkelen die ook zorgt dat betrokkenen (de ketenpartijen) en het ministerie actief in het dossier stappen zetten. Eind 2013 heeft de Tweede Kamer besloten begin 2014 een rondetafel gesprek te houden over geneesmiddelen en water.

Deltaprogramma Zoetwater Het Deltaprogramma Zoetwater heeft de kansrijke strategieën in 2013 getrechterd naar een voorkeursstrategie. Vewin is vertegenwoordigd in het Bestuurlijk Platform en het Programmateam Zoetwater. Voor Vewin is het belangrijk dat in de doelstellingen van Zoetwaterprogramma een gezond en evenwichtig watersysteem en het beschermen van cruciale functies (drinkwater) expliciet benoemd worden. Tevens is handhaving van de bestaande verdringingsreeks van belang. De samenhang tussen waterkwantiteit en -kwaliteit in het Deltaprogramma Zoetwater kan nog beter. Om die reden heeft RIVM in samenwerking met de drinkwater bedrijven onderzoek gedaan naar de effecten van klimaatontwikkelingen op de waterkwaliteit bij innamepunten voor de drinkwatervoorziening. Daarbij is geanalyseerd wat het effect van klimaat kan zijn op de concentratie van verontreinigende stoffen in het oppervlaktewater. Met de Economische Analyse Zoetwater heeft Vewin bij het Deltaprogramma aangegeven welke mogelijke maatregelen in het watersysteem haalbaar zijn en welke knelpunten opgelost moeten worden. De Vewin-investeringsagenda is begin 2014 aan het Deltaprogramma aangeboden. Daarin geven bedrijven aan welke investeringen zij daadwerkelijk doen in het kader van de zoetwaterstrategie. De agenda wordt opgenomen in het Deltaplan Zoetwater dat onderdeel is van de Deltabeslissing.

Waterleiding Maatschappij Limburg

12



Bodem & Infrastructuur

Bij de stuurgroep Bodem & Infrastructuur is in 2013 een groot aantal onderwerpen aan bod gekomen. De Wet Bodembescherming wordt integraal herzien. Bodemsanering zal onderdeel worden van ruimtelijke ontwikkelingen, Vewin participeert in de klankbordgroep. Naar de ondergrondse eindberging van kernafval loopt een uitgebreid onderzoeksprogramma. Vewin participeert in het programma en heeft gereageerd op de onderzoeksopzet om verschillende opties voor eindberging te vergelijken. De ondergrondse infrastructuur vormt het hart van de drinkwaterdistributie. Om inzichtelijk te maken hoe zorgvuldig de bedrijven met assetmanagement omgaan heeft Vewin een publicatie uitgegeven over investeren in infrastructuur. In de Eerste Kamer is bij de behandeling van de Wet nadeelcompensatie door de minister van V&J een handleiding toegezegd voor nadeelcompensatie bij gedwongen verlegging van kabels en leidingen. Bij de uitwerking is Vewin actief in een klankbordgroep. Vewin werkt nauw samen met brancheorganisaties van overige ondergrondse netten. In 2007 is daarvoor het Platform Netbeheerders opgericht. In 2013 is een tweetal seminars georganiseerd over ‘Samenwerken in infrastructuur’ en de ‘Structuurvisie Ondergrond’.

Een voorstel voor Europese verordening verplicht dat de aanleg van telecomkabels in drinkwaterleidingen wordt toegestaan. Vewin heeft nationaal en Europees bezwaren gemaakt vanwege risico’s voor de drinkwaterkwaliteit. De kwaliteit van aanleg en onderhoud van binneninstallaties wordt geborgd via ‘Erkende installateurs’ die zijn aangesloten bij daartoe opgerichte stichtingen (SEI en Sterkin). Vewin participeert in beide besturen. Samen met het ministerie van I&M is verkend of het risico van permeatie van bodemverontreiniging door drinkwaterleidingen afdoende in de beoordelingssystematiek is opgenomen. Het onderzoek wordt in 2014 afgerond.

Schaliegas Schaliegaswinning blijft in Nederland zowel de politiek als de gemoederen bezig houden. Ook voor Vewin was dit in 2013 een belangrijke issue gezien de risico’s voor grondwaterbronnen bij boren naar schaliegas. Het ministerie van EZ heeft een onderzoek uitgevoerd om de risico’s van

13



STRONG, Structuurvisie Ondergrond. Medio 2013 heeft de sector haar inzet voor STRONG geformuleerd en dit gedeeld met het ministerie van I&M. In de Tweede Kamer is bepleit om drinkwater prioriteit te geven waar ondergrondse functies elkaar in de weg zitten en afwegingen gemaakt moeten worden. Drinkwater is aangemerkt als ‘dwingende reden van groot openbaar belang’. Op aangeven van Vewin is hiertoe in de Kamer ook een motie ingediend. In september heeft Vewin twee seminars georganiseerd om te discussiëren over STRONG. Met de netbeheerders en gemeenten is een gezamenlijke visie opgesteld over de problematiek van kabels en leidingen en op welke wijze STRONG daar een bijdrage aan kan leveren.

schaliegas in beeld te brengen, waarvan in augustus 2013 de resultaten bekend werden. Het ministerie heeft vervolgens aangekondigd eerst een Structuurvisie schaliegas en een plan-MER op te stellen om in beeld te brengen welke gebieden geschikt zijn voor schaliegaswinning. Hiervoor is 1,5 jaar uitgetrokken, in die periode zal niet worden geboord. Vewin was nauw betrokken in de discussie, onder andere als lid van de klankbordgroep voor het onderzoek. De sector heeft ook zelf reviews van het EZ-onderzoek laten uitvoeren om beter inzicht te krijgen in risico’s van schaliegas en de leemtes in het bijhorende juridische kader. Voor 2014 heeft de sector een onderzoeksprogramma opgesteld om beter grip te krijgen op deze risico’s en de gewenste regulering. Vooralsnog ziet Vewin winning van schaliegas als een zeer risicovolle activiteit, waarbij mogelijke effecten voor drinkwaterbronnen nog onvoldoende in beeld zijn en waarbij nog onvoldoende duidelijk is hoe deze risico’s beheerst kunnen worden. Vewin vindt dat deze risico’s uitgesloten moeten worden en de kwaliteit gewaarborgd moet blijven. Vewin heeft op verschillende momenten haar zorgen richting de Tweede Kamer kenbaar gemaakt. Zo is in september 2013 gesproken op een door de Kamer georganiseerde hoorzitting.

WION/INSPIRE Bij de voorbereiding van graafwerkzaamheden in de bodem is het cruciaal dat alle betrokken partijen beschikken over actuele, gedetailleerde en betrouwbare informatie over waar kabels en leidingen in de bodem aanwezig zijn. Nog steeds is schade door graafwerkzaamheden dé belangrijkste oorzaak voor onderbrekingen van de levering. Voor de informatieverstrekking over ligging van kabels en leidingen is enkele jaren geleden de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse netten (WION) tot stand gekomen. Met de Europese Richtlijn INSPIRE komen verplichtingen op de lidstaten af die vergelijkbaar zijn: digitale beschikbaarstelling van informatie over de ligging van kabels en leidingen. Nederland is verplicht deze richtlijn te implementeren. Vewin vindt het van belang om optimaal aan te sluiten bij de bestaande systeem voor informatie-uitwisseling. Overheden, netbeheerders, grondroerders en Kadaster hebben daarom in 2013 besloten tot een gezamenlijk visie te komen voor de implementatie van INSPIRE in samenhang met de WION. Voor de invoering hiervan is door de partijen een intentieverklaring getekend en een gezamenlijk aangetrokken programmamanager aangesteld voor de implementatie in 2014.

STRONG In de ondergrond vinden steeds meer activiteiten plaats. Het wordt zo druk dat regulering en ordening van ondergrondse ruimtegebruik noodzakelijk wordt. Functies zitten elkaar steeds vaker in de weg. Dit geldt niet alleen in de ondiepe ondergrond als het gaat om kabels en leidingen, ook dieper wordt het steeds drukker. Aardwarmte, schaliegas, warmte-koude opslag, tunnels, parkeergarages, buisleidingen. Alles heeft ruimte nodig. En uiteraard ook waterwinning. Bescherming van grondwatervoorraden kan beperkingen met zich meebrengen voor andere ondergrondse functies. Zorgvuldige afstemming is dus gewenst. Vewin steunt het initiatief van het ministerie van I&M om een beleidsnota voor de ondergrond op te stellen,

14



Beveiliging & Crisismanagement

De Stuurgroep Beveiliging en Crisismanagement behandelde in 2013 een breed scala aan onderwerpen. Op het gebied van crisiscommunicatie is in Vewin-verband een Handreiking Crisiscommunicatie opgesteld. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt welke rol en taak Vewin, de drinkwaterbedrijven en alle directe crisispartners hebben ten aanzien van crisiscommunicatie bij drinkwaterincidenten en crises. Vewin heeft samen met het Nederlands Genootschap voor Burgemeesters en het Instituut voor Fysieke Veiligheid een mindmap opgesteld die bij drinkwaterincidentenof rampen de bestuurlijke aandachtspunten van burgemeesters en zijn adviseurs onder de aandacht brengt.

Evaluatie Wet veiligheidsregio’s

De mindmap maakt voor het crisisteam informatie inzichtelijk en werkt als een checklist om verschillende aspecten van een drinkwatercrisis langs te lopen. Hiermee wordt een efficiënte besluitvorming bij crises beoogd. Een heroverweging is uitgevoerd naar de aansluiting van de drinkwatersector op het noodcommunicatiesysteem C2000. Hierbij is gekeken naar alternatieve systemen die beter aansluiten bij het specifieke gebruik van de drinkwaterbedrijven. Gebleken is dat de vaste NoodCommunicatieVoorziening (NCV) van KPN een goed alternatief is voor interne- en onderlinge noodcommunicatie alsmede noodcommunicatie met de meldkamers van de hulpdiensten en bestuurders. Het jaar 2014 wordt een overgangsjaar waarin onderzocht wordt of er behoefte is aan een aanvullend mobiel noodcommunicatiesysteem voor in het veld dat in de dagelijkse praktijk inzetbaar is.

Net als in voorgaande jaren, heeft Vewin ook in 2013 op ambtelijk én politiek niveau de noodzaak van landelijke sturing in het dossier ‘regionale samenwerking’ onder de aandacht gebracht. Het evaluatierapport van de commissie Hoekstra naar de werking van de Wet veiligheidsregio’s concludeerde dat het ontwikkelen van veiligheidsregio’s een gunstig effect heeft gehad op de kwaliteit en effectiviteit van de rampenbestrijding, maar dat het op een aantal punten beter moet. Het advies is dat het Veiligheidsberaad de wettelijke taak moet krijgen om centrale afspraken te maken met landelijk georganiseerde samenwerkingspartners. Daarnaast moeten de primaire processen van de veiligheidsregio’s worden gestandaardiseerd. Hierbij gaat het om alarmering, opschaling, crisis communicatie en ICT. Uniformiteit is een voorwaarde voor samenwerking.

15



Cybersecurity

Ook moet de Inspectie V&J met een handhavingsstrategie gaan werken, bestaande uit intensivering van toezicht en verschillende interventies. De adviezen van Hoekstra zijn conform de inzet van Vewin, ze bieden goede handvatten voor een betere en efficiëntere samenwerking tussen veiligheidsregio’s en drinkwaterbedrijven. Minister Opstelten heeft toegezegd de handhavingsstrategie voor de Inspectie V&J uit te werken. Daarnaast worden randvoorwaarden vastgelegd om uniformiteit voor betere samenwerking te bereiken. Een ander belangrijk punt voor Vewin was de positie van het Veiligheidsberaad. Hier gaat het kabinet niet mee in het advies van Hoekstra. Minister Opstelten heeft de Tweede Kamer toegezegd dat samenwerking tussen veiligheidsregio’s en vitale sectoren één van de landelijke doelstellingen wordt waarover hij prestatieafspraken gaat maken met het Veiligheidsberaad. De Inspectie V&J controleert op naleving. Vewin gaat samen met collega vitale sectoren, VNO-NCW en V&J overleggen over de invulling van deze prestatieafspraken.

Cybersecurity is één van de topprioriteiten van het kabinet. Ook in de drinkwatersector staat cybersecurity hoog op de agenda. Begin 2013 zijn de resultaten van de derde sectorbrede benchmark Informatiebeveiliging opgeleverd. Deze benchmark houdt het beveiligingsbewustzijn op pijl en geeft inzicht in waar verbetering nodig is. Daarnaast is onder leiding van Vewin een beleid opgesteld over ‘Responsible Disclosure’, de wijze waarop melders op verantwoorde wijze ICT-kwetsbaarheden in informatiesystemen en softwareproducten kenbaar maken richting het betreffende bedrijf. De leidraad is op de websites van de bedrijven geplaatst. Op het gebied van wetgeving is het wetsvoorstel melding inbreuken elektronische informatiesystemen ter consultatie gebracht. Met deze wet krijgen drinkwaterbedrijven voor majeure ICT-inbreuken een wettelijke meldplicht aan het Nationaal Cyber Security Centrum(NCSC) van V&J. Vewin heeft haar drie belangrijkste punten aan V&J voorgelegd: ICT-inbreuken worden via de eigen toezichthouder bij het NCSC gemeld; het NCSC heeft geen interventiebevoegdheid richting drinkwaterbedrijven; en meldingen van ICT-inbreuken en alle verstrekte gegevens moeten worden uitgezonderd van de Wob. De verdere behandeling van het wetsvoorstel is vertraagd waardoor niet duidelijk is of de punten van Vewin opvolging hebben gekregen. Daarnaast zijn samen met de Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid de te nemen cybersecuritymaatregelen verkend die de overheid bij een terreurdreiging treft. Doel is de maatregelen van de overheid en van de vitale sectoren zo goed mogelijk op elkaar aan te sluiten ter verhoging van de weerbaarheid. Tot slot is de samenwerking met het NCSC versterkt. Drinkwaterbedrijven hebben hun relevante IP-adressen aangeleverd zodat het NCSC hen tijdig kan waarschuwen bij eventueel geïnfecteerde systemen.

Waternet

16



Uniformering binnen de drinkwatersector De drinkwatersector werkt op een aantal beleidsterreinen uniform. Uniformering bevordert de samenwerking en kennisuitwisseling tussen de drinkwaterbedrijven wat uiteindelijk tot kennisvermeerdering leidt. In 2013 zijn een aantal uniformeringstrajecten in gang gezet. Drinkwater bedrijven zijn op basis van de Drinkwaterwet verplicht om elke vier jaar een leveringsplan bij de ILT in te dienen. Een fundamenteel onderdeel van het leveringsplan is de Verstoringsrisicoanalyse (VRA) die de basis vormt voor alle continuïteit- en crisisbeheersingsvoorzieningen van elk drinkwaterbedrijf. Besloten is onder leiding van Vewin de aanpak en methodiek van de VRA sectorbreed te uniformeren. Door het gebruik van een eenduidige aanpak zijn de VRA’s van de drinkwaterbedrijven op dezelfde wijze te interpreteren door de ILT en onderling vergelijkbaar en uitwisselbaar. In samenspraak met de drinkwaterbedrijven is een aanpak en methodiek tot stand gekomen die aan de hand van twee praktische workshops zijn getoetst en beoefend. Bij de methodiek is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de methodiek van de Nationale Risicobeoordeling die door het Rijk en de veiligheids regio’s wordt toegepast. Daarnaast heeft de sector besloten om ook het leveringsplan te uniformeren. Na afronding van traject rondom de VRA, wordt tezamen met alle bedrijven een uniform sjabloon voor het leveringsplan opgesteld. De invulling is vervolgens aan de individuele bedrijven. Medio 2016 moeten bedrijven hun nieuwe leveringsplan bij de ILT indienen. Tot slot is de sector overeengekomen dat het toegangsbeleid van de bedrijven waar kan en nodig geüniformeerd wordt. Uitwerking vindt plaats in 2014.

Waterbedrijf Groningen

17



Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

2013 was voor de drinkwatersector een ijkjaar waarin de ambities en prestaties van de drinkwatersector langs meerdere maatlatten werden gelegd. De uitkomsten van de onderzoeken en rapportages zijn voor de drinkwater bedrijven positief: het benchmarkrapport Water in Zicht 2012 liet verdere verbetering van de diverse prestatiethema’s zien en de Visitatiecommissie Bestuursakkoord Water benoemde een groot deel van de drinkwaterbedrijven tot de koplopers met een goed ambitieniveau. Daarnaast legde de sector via wettelijk voorgeschreven rapportages over de tarieven en bedrijfsprestaties verantwoording af aan de minister van I&M en de Tweede Kamer. In 2013 nam het kabinet enkele besluiten die impact hebben op de bedrijfsvoering van de drinkwaterbedrijven: forse verlaging van de Wacc en verdubbeling van de Belasting op Leidingwater.

Prestatievergelijking

Bestuursakkoord Water

In 2013 is de eerst verplichte prestatievergelijking van de drinkwater bedrijven uitgevoerd en door de minister van I&M naar de Tweede Kamer gestuurd. De verplichte prestatievergelijking is het vervolg op de sinds 1997 door de drinkwaterbedrijven vrijwillig uitgevoerde onderlinge vergelijking. De prestatievergelijking is tot stand gekomen in overeenstemming met het door de minister vastgestelde Protocol Prestatievergelijking Drinkwaterbedrijven 2012. De 10 drinkwaterbedrijven zijn vergeleken op vier thema’s: Drinkwaterkwaliteit, Dienstverlening, Milieu en Financiën & Efficiency. De prestaties van de drinkwaterbedrijven zijn ten opzichte van het vorige benchmarkjaar (2009) verder verbeterd.

De Stuurgroep Water heeft in maart 2013 een Visitatiecommissie Bestuursakkoord Water (BAW) aangesteld onder leiding van Karla Peijs. De visitatiecommissie is de eerste trede van de interventieladder, die is ingesteld als stok-achter-de-deur maatregel. De interventieladder voorziet in maatregelen die in toenemende mate dwingend zijn voor de samenwerking in de waterketen. De Visitatiecommissie bestaat uit een aantal onafhankelijke deskundigen en heeft eind 2013 een eerste rapportage opgeleverd, daarna begin 2014 een definitief eerste beeld. De drinkwater bedrijven behoren voor een groot deel tot de koplopers, er zijn geen achterblijvers. De ambities van de drinkwaterbedrijven zijn als voldoende

18



waar de belasting voorheen gericht was op het terugdringen van het waterverbruik thuis. De maatregel leidt tot een verhoging van de jaarlijkse belastinginkomsten van € 125 miljoen naar € 330 miljoen. Vewin heeft in reactie op het herfstakkoord de consequenties van de maatregel voor het bedrijfsleven en de eigen bedrijfsvoering uitgebreid voor het voetlicht gebracht. Dit heeft geleid tot diverse aanpassingen om de consequenties van de maatregel te verzachten, zoals een aflopend tarief voor de grote watergebruikers en een uitgestelde invoeringsdatum met ruime overgangsperiode.

beoordeeld en de bedrijven liggen op koers om de beoogde besparingen te behalen. De drinkwaterbedrijven hebben plannen ingeleverd om minimaal 5% te besparen en deze ambitie onderbouwd met zo concreet mogelijke acties. Samenwerking met partners in de waterketen is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Een aanzienlijk deel van de besparings acties is inmiddels al in gang gezet, soms zelfs gerealiseerd. Reden waarom de Visitatiecommissie het vertrouwen heeft dat de drinkwatersector de besparing van jaarlijks € 70 miljoen volgens afspraak haalt in 2020.

Vermogenskostenvoet De Minister van I&M heeft in 2013 besloten om de gemiddelde gewogen vermogenskostenvoet (Wacc) voor de periode 2014-2015 vast te stellen op 4,8%. In 2012-2013 werd een Wacc van 6% gehanteerd voor de drinkwatersector. De Wacc bepaalt de maximumvergoeding die het drinkwaterbedrijf mag betalen voor het vermogen dat het aantrekt van aandeelhouders en/of via leningen op de kapitaalmarkt. De Wacc wordt berekend volgens een formule in de Drinkwaterregelgeving en aannames en inschattingen van bijvoorbeeld markten renteontwikkeling en het risicoprofiel van de sector. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) adviseerde de minister om de Wacc neerwaarts bij te stellen vanwege met name de gedaalde rentes, daarnaast is het risicoprofiel anders ingeschat. De drinkwatersector heeft beargumenteerd aangegeven zich niet te kunnen vinden in het advies van de ACM, de minister heeft het advies onverkort overgenomen.

Belastingen In het herfstakkoord tussen de coalitiepartijen en enkele oppositiepartijen is gekozen voor een verhoging van de Belasting op Leidingwater als vergroeningsmaatregel. Het tarief is verdubbeld en de drempel waarboven geen belasting was verschuldigd is afgeschaft. De afschaffing van de drempel betekent dat ook het bedrijfsleven belasting gaat betalen,

Waterleidingmaatschappij Drenthe

19



Verslag Vewin Brussel element, maar veel flexibeler dan oorspronkelijke voorstel. Positief is dat voor de nationale invulling van het plattelandsontwikkelingsbeleid (POP) € 32 miljoen beschikbaar komt (excl. nationale cofinanciering). Bij de nationale invulling van het GLB heeft Vewin zich, samen met de UvW, LTO en IPO, ingezet om binnen het GLB geld te reserveren voor watermaatregelen, met € 65 miljoen als resultaat. Dit geld zal worden ingezet om de doelen van de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water te halen, mogelijk via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

Het belang van Europese weten regelgeving voor de drinkwatersector is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Europa heeft bevoegdheden en neemt besluiten die directe gevolgen hebben voor de Nederlandse watersector op gebieden als milieu, marktwerking en landbouw. De Europese dimensie is daarom een onmisbaar onderdeel geworden van de dagelijkse praktijk van het drinkwaterbeheer. Omdat Nederland slechts één van de 28 lidstaten van de EU is werd ook afgelopen jaar weer veel samengewerkt met andere Nederlandse organisaties, zoals bijvoorbeeld het Huis van de Nederlandse Provincies, VNO-NCW of Internationale organisaties zoals het Europees Milieuagentschap. Ook de goede relaties met beleidsmakers en koepelorganisaties (EUREAU, EUWMA, CEEP en EWA) zijn hierbij van essentieel belang. De contacten met Europarlementariërs blijven onverminderd op peil. Zo kende het jaarlijkse Waterdiner in Straatsburg voor de Nederlandse Europarlementariërs ook in 2013 een hoge opkomst.

Prioritaire stoffen Gestart in 2012, werd het debat over de richtlijn over prioritaire stoffen in water in september 2013 afgerond. De drie veelbesproken farmaceutische middelen (twee hormoonstoffen en het geneesmiddel Diclofenac) worden uiteindelijk op een zogenaamde ‘watch list’ geplaatst. Deze zal uiterlijk 1 september 2014 tot stand komen en iedere twee jaar worden vernieuwd of aangepast. Twaalf nieuwe stoffen zijn toegevoegd aan de reeds bestaande prioritaire stoffenlijst en moeten uiterlijk in december 2027 goede chemische status hebben. Voor zeven stoffen zijn de normen aangescherpt, een goede chemische status moet behaald zijn in december 2021. Met name op Nederlands instigatie, is afgesproken dat er in september 2015 een strategische aanpak zal liggen om watervervuiling door medicijnen te vermijden. Het bronbeleid is expliciet opgenomen in het uiteindelijke voorstel om een dergelijke discussie in de toekomst te voorkomen.

Met het vaststellen van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 2014-2020 zijn ook de bedragen voor andere fondsen vastgelegd: Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (€ 373 miljard), de regionale fondsen (€ 325 miljard) en het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 (€ 70 miljard). Los van het budget stond 2013 voor het GLB in het teken van de invulling van het beleid. Met name het voorstel voor een verplichte vergroening in ruil voor directe betalingen uit Brussel leidde tot debat. Het uiteindelijke compromis bevat wel een verplicht vergroenings-

20



Aanbestedings- en concessierichtlijn

Verminderde kosten van de aanleg van breedband

Eén van de prioritaire dossiers in 2013 was de herziening van de Europese regels omtrent aanbesteden en concessies. Een specifiek onderdeel van het voorstel leidde in Europa tot commotie: de concessierichtlijn. Het initiële voorstel leek de mogelijkheid tot het privatiseren van de drinkwatersector te impliceren. Deze implicatie strookte niet met de status van Dienst Algemeen Belang die in Nederland aan de drinkwatervoorziening is toegekend. Dit is in Brussel bij verschillende partijen onder de aandacht gebracht en overgenomen, conform het Vewin-voorstel wordt nu verwezen naar de bepaling in het Verdrag van Lissabon waarin staat dat lidstaten zelf besluiten over de organisatie van Diensten van Algemeen Belang. Hierdoor is de concessierichtlijn niet van toepassing op de Nederlandse drinkwatersector. Aanhoudende maatschappelijke en politieke discussie leidde er uiteindelijk toe dat Europees Commissaris Barnier (Interne Markten en Diensten) ook formeel besloot de drinkwatersector volledig buiten de richtlijn te houden. Uiteindelijk is alleen de aanbestedings richtlijn relevant voor de drinkwatersector.

De Europese Commissie heeft een voorstel gepubliceerd voor een verordening met als doel de kosten van de aanleg van elektronische hogesnelheidscommunicatie-infrastructuur omlaag te brengen, door gebruik te maken van bestaande fysieke infrastructuur, waaronder drinkwaterleidingen. De verordening verplicht drinkwaterbedrijven hun leidingen open te stellen voor medegebruik door telecomproviders en om op verzoek een redelijk aanbod te doen voor toegang tot hun netwerken voor uitrol van telecomkabels. Telecomproviders krijgen het eenzijdige recht op informatie over de ligging van andere netwerken en geplande graafwerkzaamheden van andere netwerkbeheerders. Vewin heeft dit onderwerp geagendeerd bij koepelorganisatie EUREAU en is een actieve lobby gestart om drinkwater uit de reikwijdte van het voorstel te krijgen. Vooralsnog lijkt het Europees Parlement ontvankelijk voor onze argumenten. De discussie loopt nog in de Raad.

21



Communicatie & Informatie Communicatie draagt bij aan de rol van Vewin als branchevereniging van de Nederlandse drinkwatersector. Betrouwbaarheid, zichtbaarheid en kwaliteit zijn de kernwaarden. Met als doel het versterken van de positie van Vewin als belangenbehartiger en de sector in het algemeen. Het vergroten van de zichtbaarheid van zowel Vewin als de sector, voor relevante stakeholders en het bouwen aan een imago van een betrouwbare, innovatieve en duurzame sector.

• • • • •

In samenwerking met de stuurgroepen van Vewin zijn de volgende publicaties uitgebracht: Tarievenoverzicht Drinkwater 2013 Jaarverslag 2012 Lobbyagenda 2013/2014 Kerngegevens drinkwater 2013 Water in zicht 2012, bedrijfsvergelijking drinkwatersector Ne/Eng

PR/PR

Digitale media

De PR/PA activiteiten zijn in 2013 verder uitgebouwd en geïntensiveerd. Gewerkt is aan het uitbouwen en onderhouden van een netwerk. In het verlengde van contacten met Kamerfracties en de voor Vewin relevante debatten, ten behoeve van het versterken van de positie en het imago van Vewin en de drinkwatersector, is een actief mediabeleid gevoerd in 2013. Media aandacht was er onder andere voor waterkwaliteit drinkwaterbronnen, de verdubbeling van de Belasting op Leidingwater (BoL), ontharden van water, chemische onkruidbestrijding en gewasbeschermingsmiddelen. Deze aandacht kwam onder andere van diverse landelijke kranten, Radio 1 en het tv programma Kassa.

Digitale communicatie vormt een belangrijk onderdeel van de communicatiestrategie van Vewin en draagt bij aan de belangenbehartiging. Daarbij staat een crossmediale aanpak centraal. De standpunten en berichtgeving van Vewin worden actief uitgedragen onder andere via de website, position papers, Waterspiegel en Waterspiegel Update. Vanaf september 2013 ontvangen de leden een digitale Lobbybrief over Kamer-agenda, -vragen, moties en andere lobbyactiviteiten van Vewin. Om de belangenbehartiging te versterken is in 2013 een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuwe Vewin website. Daarmee wordt de verbinding met de doelgroep geoptimaliseerd. Een concreet voorbeeld hiervan is de mobile website. Deze wordt ontwikkeld om aan te sluiten bij de ontwikkeling van de digitale informatievoorziening. De website krijgt een eigentijdse uitstraling en zal de modernste technieken ondersteunen zoals tablets en smartphones. In 2014 zal de site worden gelanceerd. Om de transparantie van de internationale activiteiten van de Nederlandse drinkwaterbedrijven en verantwoording van uitgaves voor deze activiteiten af te leggen is in 2013 gestart met het ontwikkelen van een nieuwe website genaamd IDWP.nl. Dit staat voor International Drinking Water Projects.

Publicaties In 2013 is het opinieblad van Vewin, Waterspiegel, vijf keer verschenen. Het magazine brengt nieuws en achtergronden uit de wereld van drinkwater en aanverwante sectoren en brengt de belangen van de drinkwatersector onder de aandacht. Belangrijke thema’s dit jaar waren onder andere schaliegas, zoet water, visitatiecommissie waterketen en het landbouw beleid. Waterspiegel Update is ook in 2013 zes maal aangeboden.

22



Deze website biedt zowel het totaaloverzicht van de Nederlandse drinkwatersector, als informatie over de projecten, over de landen en over de drinkwaterbedrijven. De informatie wordt door de drinkwaterbedrijven zelf geplaatst en is daarmee actueel en reel time beschikbaar. De website zal in april 2014 worden gelanceerd.

Platform Communicatie Het Platform Communicatie is in 2013 een vier keer bijeen gekomen. Er was onder andere aandacht voor de sector brede communicatie strategie, asbestcementleidingen, crisiscommunicatie, schaliegas, BoL en het communicatieproject van het ministerie van I&M. De Landelijke communicatie dag, georganiseerd door Vewin voor alle communicatiemedewerkers in de drinkwatersector, stond dit jaar in het teken van netwerken en lobbyen. Hoe bouw je een netwerk op, wat is het nut van een netwerk en hoe kan je het gebruiken?

Sectorbrede Film ‘Gewoon Kraanwater’ In 2013 is in samenwerking met Tuvalu Media, Vewin en de waterbedrijven gewerkt aan het maken van een film over de drinkwatersector. De film heeft tot doel het werk van de sector inzichtelijk te maken en te versterken. Binnen één verhaallijn worden zelfstandige animaties getoond over de drinkwatersector en de diverse productieprocessen. De film kan worden ingezet op de website, en kan ondersteunend werken voor de media en educatie. Diverse opnames zijn gemaakt bij de drinkwaterbedrijven. De film zal in april 2014 worden gelanceerd.

Brabant Water

23



Organisatie Vewin Bestuur

• • • • • • • • • • •

Management Team

Het Vewin-bestuur bestaat uit de tien vertegenwoordigers van de leden plus een onafhankelijke voorzitter. Het Vewin-bureau staat onder leiding van een directeur die door het bestuur is benoemd. De samenstelling van het bestuur was in 2013 als volgt: Prof.dr. C.P. Veerman (voorzitter) Mevr. R. Doedel, directeur NV Waterleiding Maatschappij Limburg (vice-voorzitter tot oktober 2013) Ir. R.R. Kruize, algemeen directeur Waternet (vice-voorzitter tot oktober 2013) Drs. P. Jonker, algemeen directeur Dunea (vice-voorzitter vanaf oktober 2013) Ir. M.G.M. den Blanken, directeur PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Ir. H.J.L. de Kraa, interim directeur NV Waterbedrijf Groningen Ir. K.J. Hoogsteen, directeur NV Waterleidingmaatschappij Drenthe Drs. G.J. van Nuland, directeur Brabant Water NV Mevr. L.C.A. Declercq MSc, voorzitter directie Vitens Ir. P. Vermaat MBA, directeur Evides NV Prof. dr. ir. W.G.J. van der Meer, algemeen directeur Oasen

• • • • • •

In 2013 was de samenstelling van het Management Team als volgt: Drs. Th.J.J. Schmitz, directeur (tot 1 november 2013) Mevr. mr. R.M. Bergkamp, directeur (vanaf 1 november 2013) Drs. A. Frentz, manager Belangenbehartiging Ir. N.M. Zoon, manager Communicatie & Informatie G.J.B. Gaalman, controller Mevr. J.A.M. Porsius-Zevenster, hoofd secretariaat

Organisatiestructuur bureau De Vewin-organisatie kent onderstaand organogram.

Algemene Ledenvergadering Bestuur Directie Finance & Control c.a.

Communicatie & Informatie

24

Belangenbehartiging

Bureau Brussel

Ondersteuning



Samenstelling personeel Op 31 december 2013 telde Vewin 23 medewerkers (inclusief één zzp’er), waarvan 57% mannen en 43% vrouwen. In 2013 traden twee medewerkers uit dienst en kwamen twee medewerkers in dienst.

Verzuimcijfers Het totaal verzuim van het Vewin-personeel bedroeg in 2013 1,03%.

Ziekteverzuimcijfers 2012 - 2013* 2012

2013

Kort (% aandeel t/m 7 dagen)

0,43

0,67

Middellang (% aandeel 8 t/m 42 dagen)

0,00

0,36

Lang (% aandeel 43 t/m 365 dagen)

0,69

0,00

Totalen

1,12

1,03

* Berekening volgens standaard voor verzuimregistratie (Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden [1996]. Berekening van ziekteverzuim: Standaard voor verzuimregistratie.

Evides Waterbedrijf

Amsterdam: Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden).

25



Vewin Jaarrekening 2013

Oasen

26



Balans per 31 december 2013 (na verwerking voorstel resultaatbestemming); luidend in euro’s

Activa Materiële Vaste Activa Hard- en software 3 jaar Hard- en software 5 jaar Kantoorinventaris Gebouw (aanpassingen) Totaal Materiële Vaste Activa Financiële Vaste Activa Obligaties en Overige effecten Totaal Financiële Vaste Activa Vlottende Activa Debiteuren Overige vorderingen Overlopende activa Liquide middelen en spaartegoeden Totaal Vlottende Activa Totaal Activa

31-12-2013

35.300 16.706 255.324 -

31-12-2012

Passiva Eigen Vermogen Verenigingskapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserves Totaal Eigen Vermogen

40.575 14.030 24.484 17.787 307.330

255.903

31-12-2013

226.890 6.863.057 5.662.651

31-12-2012

226.890 6.129.486 6.336.371 12.752.598

12.692.747

96.876 Kortlopende Schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overlopende passiva Totaal Kortlopende Schulden

543.811 255.903

543.811

27.235 180.869 307.329

100.259 117.101 132.519

12.201.740

12.249.796

Totaal Passiva

12.717.173

12.599.675

13.280.406

13.240.362

27

72.423

57.050

78.778 376.607

84.607 405.958 527.808

547.615

13.280.406

13.240.362



Staat van baten en lasten Met betrekking tot het jaar 2013; luidend in euro’s

Realisatie 2013

Begroting 2013

Realisatie 2012

Baten Contributie Leden Bijdragen Derden Baten uit Activiteiten

4.414.000 123.449 17.688

4.414.000 27.000 15.000

4.414.000 95.473 5.814

Uit separate heffingen (van leden & derden) Benchmark 233.013 Benchmark Internationaal 376.500 Baten uit Overdrachtsactiviteiten 484.211

251.000 275.000 392.000

174.000 472.652 262.722

5.374.000

5.424.661

Totaal Baten

5.648.861

Realisatie 2013

Begroting 2013

Realisatie 2012

Lasten Organisatie: Personeelskosten Huisvestingskosten Kantoorkosten Bestuurskosten Projecten, Thema’s & Activiteiten Totaal van Organisatie

2.490.274 298.713 200.336 37.229

2.703.000 258.000 221.000 50.000

2.521.157 260.010 193.610 39.557

1.162.848 4.189.400

1.319.000 4.551.000

1.094.125 4.108.459

Projecten:

28

Uit separate heffingen (van leden & derden) Benchmark 233.013 Benchmark Internationaal 391.880 Overdrachtsactiviteiten 464.435 uit de reserves TTI-W (2007 - 2011) EWIF (2012 - 2016) 500.000 Boer & Croon traject Sharepoint Portal Services 16.531 Totaal Projecten 1.605.859

251.000 275.000 476.000

173.998 486.810 446.007

500.000 1.502.000

1.091.860 500.000 112.324 2.400 2.813.399

Totaal Lasten

6.053.000

6.921.858

5.795.259



Realisatie 2013 Resultaat gewone bedrijfs uitoefening Saldo financiele baten en lasten Resultaat Resultaatbestemming: Mutatie bestemmingsreserves Mutatie algemene reserve

Begroting 2013

Realisatie 2012

- 146.398

- 679.000

- 1.497.197

206.249

179.000

283.266

59.851

- 500.000

- 1.213.931

673.720 - 733.571

500.000 -

599.857 614.074

-

-

-

29



Algemeen Statutaire zetel Vewin De Vereniging draagt de naam: Vereniging van waterbedrijven in Nederland, afgekort Vewin. Zij heeft haar statutaire zetel in Rijswijk en heeft zetel aan de Bezuidenhoutseweg 12 in de gemeente ‘s-Gravenhage en is aangegaan voor onbepaalde tijd. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.

De Activiteiten van Vewin bestaan uit Vewin is de brancheorganisatie van de drinkwaterbedrijven in Nederland en heeft ten doel de behartiging van de gezamenlijke belangen van de leden in (inter)nationale netwerken en het verrichten van al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. De leden vormen tevens het bestuur van de vereniging. Het bestuur geeft vorm aan, bewaakt de doelstellingen en de koers van de vereniging, initieert en begeleidt discussies binnen de vereniging en houdt toezicht op het bureau. Het bestuur stelt daartoe onder andere stuurgroepen in met een afgebakend beleidsveld, specifieke of generieke opdrachten. De activiteiten vinden taakstellend binnen begrote kaders plaats.

Verbonden Partijen De vereniging heeft geen verbonden partijen in de zin van het jaarrekeningrecht.

Valuta Alle bedragen in deze jaarrekening luiden in euro’s, tenzij anders is vermeld.

30



Waarderingsgrondslagen Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening

De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs.

De jaarrekening is opgesteld met toepassing van de richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten, tenzij dit bij het betreffende balanshoofd anders wordt vermeld en in andere gevallen worden de activa en passiva opgenomen tegen de historische kosten. Baten en lasten worden toegekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in de Balans en Staat van Baten en Lasten mee genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Financiële vaste activa De onder de financiële vaste activa opgenomen effecten worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.

Vorderingen en overlopende posten

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva

De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.

Vergelijkende cijfers 2012

Grondslagen voor de bepaling van het Resultaat

In 2013 zijn een aantal posten gereclassificeerd. In deze jaarrekening zijn de vergelijkende cijfers dienovereenkomstig aangepast. Per onderdeel zijn deze verschillen toegelicht.

Baten en Lasten Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen baten en lasten. Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben uitgaande van historische kosten. Lasten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn.

Materiele vaste activa De materiele vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen.

31



Waarderingsgrondslagen, vervolg Pensioenregeling Personeel Vewin heeft een toegezegde pensioenregeling. Deze regeling wordt gefinancieerd door afdrachten aan de pensioenuitvoerder. De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder’-benadering. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Aan de hand van de uitvoerings-overeenkomst wordt beoordeeld of en zo ja welke verplichtingen bestaan naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie op balansdatum. Deze additionele verplichtingen, waaronder eventuele verplichtingen uit herstelplannen van de pensioenuitvoerder, leiden tot lasten voor Vewin en worden in de balans opgenomen in een voorziening. De waardering van de verplichting is de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om deze per balansdatum af te wikkelen. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, wordt de verplichting gewaardeerd tegen contante waarde. Discontering vindt plaats op basis van rentetarieven van hoogwaardige ondernemingsobligaties. Toevoegingen aan en vrijval van de voorziening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten. Ultimo 2013 (en 2012) waren er voor Vewin geen pensioenvorderingen en geen verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioen uitvoerder verschuldigde premie.

Vennootschapsbelasting De vereniging is vanwege haar aard niet vennootschapsbelastingplichtig.

32



Toelichting op de balans per 31 december 2013

Materiele vaste activa

Het verloop van deze post is als volgt: Hard- & Software Afschrijvingstermijn Aanschafwaarde per 1-1-2013 Investeringen Desinvesteringen Aanschafwaarde per 31-12-2013

3 jaar 124.143 30.694 - 14.912 139 .925

5 jaar 40.159 10.084 - 5.895 44.348

Kantoorinventaris 10 jaar 67.434 277.038 - 73.332 271.140

Cumulatieve afschrijvingen t/m 2012 Cumulatieve afschrijvingen vervreemde activa Afschrijvingen in 2013 Extra afschrijvingen ivm verhuizing 2013 Cumulatieve afschrijvingen t/m 2013

83.568 - 14.912 35.969 104.625

26.129 - 5.895 7.408 27.642

42.950 - 73.332 20.595 25.603 15.816

100.373 - 118.160 4.923 12.864 -

253.020 - 212.299 68.895 38.467 148.083

40.575 35.300

14.030 16.706

24.484 255.324

17.787 -

96.876 307.330

Boekwaarde 31-12-2012 Boekwaarde 31-12-2013

33

Aanpassing Gebouw 10 jaar 118.160 - 118.160 -

Totaal

349.896 317.816 - 212.299 455.413



Financiele vaste activa Obligaties en overige effecten Obligaties Overige Effecten Totaal Obligaties en overige effecten

31-12-2013

31-12-2012

250.750 5.153 255.903

538.658 5.153 543.811

Obligaties € 538.658 - 285.000 - 2.908 250.750

Overige Effecten € 5.153 5.153

Einde looptijd

Rente percentage

2023

4,375%

Het verloop inzake de obligaties, respectievelijk de overige effecten:

Stand per 1-1-2013 Aflossing / Verkopen in 2013 Correctie waardering Stand per 31 december 2013

Omschrijving Obligaties La Poste

Nominale waarde 250.000

Verkrijgingsprijs 250.750

Markt-/Koers waarde 286.837

Waardering ultimo jaar 250.750

Toelichting Obligaties: Het karakter van de beleggingen is risicomijdend. In 2013 werd voor een nominaal bedrag van € 285.000 aan obligaties afgelost. Er is in 2013 geen sprake geweest van een voortijdige aflossing. De couponrente lag gedurende het jaar boven de vergoeding op langlopende deposito’s. De obligaties hebben een resterende looptijd van meer dan 1 jaar. Vewin is voornemens om de obligaties aan te houden tot einde looptijd. Toelichting Overige Effecten: Ten aanzien van de overige effecten zijn geen mutaties opgetreden in 2013.

34



Vlottende activa 31-12-2013

31-12-2012

27.235 27.235

100.259 100.259

Overige Vorderingen Omzetbelasting Totaal Overige Vorderingen

180.869 180.869

117.101 117.101

Overlopende Activa Nog te ontvangen rente Overige overlopende activa Totaal Overlopende Activa

169.649 137.680 307.329

43.987 88.532 132.519

Debiteuren Debiteuren Totaal Debiteuren Ten aanzien van de vorderingen wordt geen voorziening noodzakelijk geacht.

De post ‘Nog te ontvangen rente’ heeft betrekking op de deposito’s en obligaties welke voor een periode van een jaar of langer zijn uitgezet en waarvan de afwikkeling (rente ontvangst) in 2014 plaats vindt. Van het totaal van de overige overlopende activa heeft een bedrag van € 24.827 een resterende looptijd langer dan 1 jaar.

Liquide middelen Kas Bank Deposito’s en spaartegoeden Totaal Liquide Middelen

971 250.769 11.950.000 12.201.740

392 49.404 12.200.000 12.249.796

Vooralsnog wordt de liquiditeitspositie zoveel mogelijk aangehouden op een spaar-, respectievelijk depositorekening. Vewin heeft met de ING-bank een risicomijdend beleggingsprofiel samengesteld. De liquide middelen aangehouden bij de ING bank staan ter vrije beschikking van de vereniging. Onder de deposito’s is een bij de Rabobank opgenomen deposito van € 2,5 mln 10 jaar vast opgenomen. Dit deposito is verpand als garantiestelling voor de financiering van de KWR nieuwbouw te Nieuwegein. De rente op dit deposito, met ingangsdatum 2 september 2013, bedraagt 3,2%.

35



Eigen vermogen Het verloop van de mutaties 2013 is als volgt:

Verenigingskapitaal Algemene Reserve

Bestemmingsreserves: Huisvesting Wachtgeld Branchecampagne EWIF 2012 - 2016 Sharepoint Portal Services Totaal bestemmingsreserves Totaal Eigen Vermogen

Saldo per 1/1/2013

Voorstel Resultaat bestemming

Saldo per 31/12/2013

226.890 6.129.486 6.356.376

733.571 733.571

226.890 6.863.057 7.089.947

1.404.283 2.553.966 509.614 1.750.000 118.508 6.336.371

- 136.084 - 21.105 - 500.000 - 16.531 - 673.720

1.268.199 2.532.861 509.614 1.250.000 101.977 5.662.651

12.692.747

59.851

Verenigingskapitaal: Bij de oprichting van de vereniging is € 226.890 als beginkapitaal ingebracht. Algemene Reserve: De vereniging bepaalt de inzet van de middelen die middels de Algemene Reserve ter beschikking staan. Bestemmingsreserve Huisvesting: Deze middelen worden aangehouden in verband met de nieuwe locatie, die in 2013 is betrokken. Ultimo 2013 zijn de eenmalige lasten, alsmede de extra afschrijvingslasten verbandhoudende met de verhuizing middels het resultaatvoorstel ten laste van deze reserve gebracht (€ 136.084). Het restant van de reserve wordt vooralsnog aangehouden ter dekking van eventuele calamiteiten en een noodgedwongen toekomstige herherhuisvesting. Bestemmingsreserve Wachtgeld: De hoogte van het saldo van de Bestemmingsreserve Wachtgeld wordt jaarlijks bezien tegen het licht van de in de wet en CAO opgenomen regelingen bij ontslag (individueel en collectief). Ter bepaling van de omvang die een dergelijke reserve zou moeten hebben, wordt gekeken naar de omvang, diensttijd en leeftijd van het personeelsbestand en de in de wet respectievelijk de CAO opgenomen bepalingen omtrent het toekennen van uitkeringen bij reorganisatie en of ontslag. Tevens wordt rekening gehouden met bijkomende financiële aspecten rond individueel en collectief ontslag. Berekeningen in 2011 bepaalden de hoogte van een dergelijke reserve op circa € 2,6 mln. Ultimo 2013 behoeft deze reserve geen aanpassing. Bestemmingsreserve Branchecampagne: Het restant van de reserve ten behoeve van de Branchecampagne, die met ingang van het begrotingsjaar 2007 beschikbaar was voor jaarlijkse campagnes, bedroeg ultimo 2011 € 509.614. Ultimo 2011 is besloten om de resterende middelen beschikbaar te houden voor toekomstige media activiteiten ten behoeve van de sector. Per activiteit zal een voorstel met begroting- en financieringsvoorstel aan het bestuur worden voorgelegd. In de loop van 2013 zijn er geen activiteiten op dit gebied ondernomen.

12.752.598

Bestemmingsreserve EWIF 2012-2016: Middels bestuursbesluit d.d. 5 oktober 2011 is besloten € 2,5 mln te reserveren voor de vormgeving van een Europese samenwerking tussen Vewin en KWR middels een zogeheten European Water Innovation Fund (EWIF 2012-2016). KWR zal de voorstellen ontwikkelen en de projecten begeleiden namens de Nederlandse drinkwaterbedrijven. Jaarlijks wordt een bedrag van € 500.000 aan KWR betaald, voor de financiering van projecten in dit kader. De middelen komen uit de daartoe gevormde bestemmingsreserve van Vewin. Vewin levert in dit kader beleidsmatige inzet in Brussel ter grootte van € 50.000. Inmiddels zijn er nieuwe afspraken gemaakt met KWR, waarbij de inzet van Vewin voor eigen rekening wordt genomen en aan KWR € 450.000 betaald. Bestemmingsreserve Sharepoint Portal Services: In 2007 werd een start gemaakt teneinde op een interactieve wijze te communiceren met de leden en stakeholders. Hiertoe is Microsoft SharePoint Portal Services ingericht tot een multimedianetwerk (symbiose van internet/intranet/website), die deze werkwijze mogelijk maakt. In 2013 lag de focus op de verbetering van de werkwijze binnen Sharepoint, Windows 7, Office 2010 en mobiele applicaties. Overige aanpassingen hadden betrekking op de uitkomsten van de gebruikers onderzoeken inzake het werken met Sharepoint. Ook in de komende jaren zal een uitbouw van deze wijze van communiceren plaatsvinden. In de bestemmingsreserves worden bedragen opgenomen waaraan een specifieke bestemming door het bestuur is gegeven.

36



Kortlopende schulden 31-12-2013

31-12-2012

Crediteuren Crediteuren Totaal Crediteuren

72.423 72.423

57.050 57.050

Belastingen en premies sociale verzekeringen Loonbelasting Totaal Belastingen en premies sociale verzekeringen

78.778 78.778

84.607 84.607

Overlopende Passiva Niet opgenomen vakantieverlof Niet opgenomen IB-uren Te betalen / vooruit ontvangen posten Nog te betalen Vakantietoelage (FAB/reconstructie) Totaal Overlopende Passiva

246.332 91.249 17.705 21.321 376.607

Niet opgenomen vakantieverlof en IB-uren Het niet opgenomen vakantieverlof per 31 december 2013 bedroeg 2.864 uren (ultimo 2012; 3.162 uur). Per 1 augustus 2009 werd de nieuwe flex CAO van kracht. De verwachting was dat het aantal verlofdagen af zou nemen in verband met opname van 8 verlofdagen in het flexibel arbeidsvoorwaarden budget (FAB). Met ingang van 2013 is het aantal dagen opgenomen in het FAB met 5 dagen verhoogd naar 13 dagen. Het uitstaande aantal verlof uren daalt ultimo 2013 naar 2.864uren. Deze uren hebben betrekking op niet opgenomen uren tot en met 2013 en worden als kortlopend beschouwd. Het saldo van het niet opgenomen Inzetbaarheidsbudget (IB uren) per 31 december 2013 bedroeg 1.782 uur (ultimo 2012; 1.650 uur). Dit aantal uren mag conform de CAO van jaar tot jaar worden meegenomen en dient de inzetbaarheid van de medewerker op enig moment in de toekomst te garanderen.

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Leaseauto’s: Vanaf 2000 maakt Vewin gebruik van operationele lease-overeenkomsten. Deze overeenkomst schept gedurende de leaseperiode van de auto’s verplichtingen voor de Vewin die niet uit de Balans blijken. Op 31 december 2013 beschikte Vewin over 5 bedrijfsauto’s in operational lease met een totale verplichting van € 68,719 (2012 € 68.263). De verplichtingen belopen achtereenvolgens voor 2014 € 34.200, 2015 € 13.923 en 2016 € 10.984. De meerjarige verplichtingen hebben een looptijd korter dan 4 jaar.

270.969 79.634 32.591 22.764 405.958

Huurverplichting: Vewin heeft het op 1 oktober 2009 gesloten huurcontract met Kiwa NV formeel beëindigend op 1 juli 2013. Eind mei 2013 heeft Vewin haar nieuwe kantoor in de Malietoren aan de bezuidenhoutseweg te Den Haag betrokken. Met de verhuurder VNO-NCW is een huurcontract voor de periode van 4 jaar gesloten met een optie tot verlenging van wederom 4 jaar. De jaarhuur voor 2014 bedraagt uitgaande van het contract en de bedongen korting (2 van de 9 maanden over de gehele contractperiode) ca € 110.000 (realisatie 2013 € 75.000). De bijkomende servicelasten met betrekking tot 2014 zullen naar verwachting ca € 59.000 bedragen (realisatie 2013 € 97.000). De meerjarige verplichtingen hebben een looptijd korter dan 4 jaar (eindigend op 1 juni 2017). HWS: Vewin voert als beklaagde een civiele procedure (feitelijk een vervolg op een vorig jaar nietig verklaarde eis). Ten aanzien van de uitkomst van dit proces is ten tijde van het opstellen van de jaarrekening niets bekend.

37



Toelichting op de staat van baten en lasten Met betrekking tot 2013

Realisatie 2013

Begroting 2013

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Begroting 2013

Realisatie 2012

Baten Contributie Leden Contributie Totaal Contributie Leden

4.414.000 4.414.000

4.414.000 4.414.000

Baten uit Benchmarks Benchmark Nationaal Benchmark Internationaal Totaal Baten uit Benchmarks

4.414.000 4.414.000

Het contributiebedrag voor 2013 is gelijk gebleven ten opzichte van de realisatie 2012. Daarnaast worden sommige activiteiten separaat met de leden en of derden afgerekend.

Bijdragen derden Doorberekende kosten Brussel Doorberekende kosten Waternetwerk Doorberekening leaseauto’s Diverse baten Eenmalige opbrengst Geschillencommissie 2012 Totaal Bijdragen Derden

63.783 2.027 29.055

27.000 -

73.134 3.206 2.203 16.930

28.584 123.449

27.000

95.473

Baten uit Activiteiten Bronnen en Kwaliteit Corporate Communicatie Overige Opbrengsten uit Activiteiten Totaal Baten uit Activiteiten

3.038 14.650 17.688

10.000 1.000 4.000 15.000

2.594 3.220 5.814

233.013 376.500 609.513

251.000 275.000 526.000

174.000 472.652 646.652

De kosten inzake de ‘Nationale Benchmark’ zijn conform de begroting 2013 binnen de ledenbijdragen opgevangen. Integratie met de uitvoering van de Internationale benchmark betekende per saldo een lagere doorberekening voor de Leden. De kosten van de ‘Internationale Benchmark’, worden door leden en de deelnemende internationale partijen gedragen.

Baten uit Overdrachtsactiviteiten Geschillencommissie Project C2000 EWIF Waterleidingmuseum NHI Totaal Baten uit Overdrachtsactiviteiten

81.311 72.901 50.000 80.000 199.999 484.211

89.000 73.000 50.000 80.000 100.000 392.000

36.542 72.900 75.000 78.280 262.722

Vewin berekent de lasten uit hoofde van de ‘Geschillencommissie’ volledig door aan de veroorzakers. In 2013 is besloten om ook de vaste lasten uit hoofde van het hebben van een geschillencommissie door te berekenen. Dit veroorzaakte een eenmalig verschil in verband met de afrekening over 2012 in 2013. Deze eenmalige extra opbrengst staat onder de diverse baten 2013 opgenomen. De opbrengsten inzake het ‘Project C2000’ betreft de doorbelasting op grond van de afname per individueel lid van het aantal apparaten van het nationale C2000-crisiscommunicatiesysteem. De opbrengst inzake EWIF betreft de inzet van Vewin in Brussel (vastgesteld op 10% van de verstrekte bijdrage ad € 500.000 per jaar). Waterleidingmuseum betreft de doorberekening van de kosten van het museum aan de leden van Vewin op basis van het aantal administratieve aansluitingen. In 2013 is besloten deze doorberekeningssystematiek ook toe te passen op de doorberekening inzake NHI 2012. Over 2012 vond geen doorberekening inzake NHI plaats, met eenmalig hogere baten in 2013 tot gevolg.

De ontvangsten uit hoofde van ‘Corporate Communicatie’ en ‘Overige Opbrengsten uit Activiteiten’ betreffen eenmalige incidentele opbrengsten van derden.

38



Toelichting op de staat van baten en lasten, vervolg Realisatie 2013

Begroting 2013

Realisatie 2012

2.069.729 304.227 81.233 127.106 27.429 - 13.202 49.204 - 155.452 2.490.274

2.072.000 300.000 77.000 163.000 35.000 56.000 2.703.000

2.047.880 286.922 75.927 138.323 27.623 56.419 29.563 - 141.500 2.521.157

Realisatie 2013

Begroting 2013

Realisatie 2012

107.362 6.026 11.995 20.663 19.051 11.000 16.531 24.239

88.000 20.000 23.000 45.000 25.000 12.000 8.000

88.152 18.062 11.262 31.829 24.135 11.629 2.400 8.541

- 16.531 200.336

221.000

- 2.400 193.610

Lasten Organisatie Personeelskosten Salarissen Premies ABP, SFN en FUR Premie ziektekostenverzekering Reis- en verblijfkosten Studie, symposia, congressen e.d. Uitbetalingen vakantieverlof Overige personeelslasten Baten inzet Internationale Benchmark Totaal Personeelskosten

Kantoorkosten Afschrijvingen Kantoorbehoeften Kosten verzekeringen Drukwerk & Porti e.d. Telefoon, fax en dataverkeer Controle van de jaarrekening SharePoint ontwikkelen & inrichten Overige uitgaven Kosten SharePoint (ten laste van de projecten) Totaal Kantoorkosten

Aantal FTE’s Vewin ultimo 2013 bedraagt 20,08 (ultimo 2012 19,75). Ultimo 2013 maakte Vewin gebruik van 0,2 FTE aan ZZP’ers (ultimo 2012 bedroeg deze inzet 0,6 FTE). Toelichting Personeelskosten: De totale onderschrijding ten opzichte van de begroting (€ 213.000) kent diverse oorzaken: De toegerekende personele inzet inzake de internationale benchmark bedraagt in 2013 circa € 155.000 (2012 € 142.000). Per saldo bedruipt de internationale Benchmark zich bijna in zijn geheel. Daarnaast zijn de reis-&verblijfkosten (€ 36.000), de uitgaven in het kader van opleidingen ( € 8.000) en de overige personele kosten (€ 7.000) lager. De andere componenten van de personeelskosten kwamen per saldo evenens iets lager uit (€ 7.000). Van bovenstaande personeelskosten is € 64.000 doorberekend aan de UvW in het kader van de gezamenlijke inzet in Brussel. De UvW berekende Vewin op haar beurt in dit kader ca € 105.000 aan personele lasten aan Vewin door.

Huisvestingskosten Huur Herhuisvestingkosten Servicekosten Huisvesting Brussel Totaal Huisvestingskosten

88.363 97.616 68.482 44.252 298.713

127.000 59.000 72.000 258.000

Toelichting Kantoorkosten: In de afschrijvingslasten zit tevens begrepen de vervroegde afschrijvingen inzake het gebouw die verband houden met het beëindigen van het huurcontract in Rijswijk (uiterlijk per juli 2013). Deze extra lasten worden sinds 2010 bij de resultaatbestemming ten laste van de bestemmingsreserve huisvesting gebracht. In 2013 ging het om een bedrag van € 32.914 (2012 € 18.783). De verwachte extra uitgaven rond de verhuizing en de benodigde aanpassing van de huisstijl inzake het drukwerk en porti viel achteraf lager uit. Dit geldt eveneens voor de post kantoorbehoeften. De post overige uitgaven (€ 24.239) heeft voornamelijk betrekking op benodigde Microsoft (software)licenties.

Bestuurskosten Bestuurskosten Totaal Bestuurskosten

74.881 15.396 97.419 72.314 260.010

37.229 37.229

50.000 50.000

De bestuurskosten betreffen naast de bezoldiging van de voorzitter tevens de kosten van de bestuursvergaderingen.

Toelichting Huisvestingskosten: De huisvestingslasten zijn hoger dan begroot vanwege de eenmalige (her)huisvestingskosten. Daarnaast waren er voordelen in verband met verleende kortingen rond de beëindiging van het KIWA huurcontract te Rijswijk en de bedongen huurkortingen op het VNO/NCW contract. Van de bovenstaande huisvestingskosten ‘Brussel’ is ca € 28.000, op basis van vier kwartalen, doorberekend aan de Unie van Waterschappen.

39

39.557 39.557




Begroting 2013

Realisatie 2012

Stuurgroepen Bronnen & Kwaliteit Bodem & Infrastructuur Beveiliging & Crisismanagement Doelmatigheid & Transparantie

81.587 149.027 66.079 146.031

154.000 175.000 61.000 141.000

107.720 166.535 45.453 56.817

Overig Communicatie Internationaal Overige lasten uit activiteiten

399.823 215.010 105.291

430.000 235.000 123.000

378.987 193.719 144.894

1.162.848

1.319.000

1.094.125

233.013 391.880

251.000 275.000

173.998 486.810

72.900 97.064 34.880 81.311

73.000 99.000 35.000 89.000

72.900 96.222 33.479 65.126

78.280 100.000

80.000 100.000

78.280 100.000

Realisatie 2013

Begroting 2013

Realisatie 2012

500.000 16.531

500.000 -

500.000 1.091.860 112.324 2.400

Activiteiten gefinancieerd d.m.v. separate heffing/derden

1.605.859

1.502.000

2.813.399

Totaal Lasten Projecten, Thema’s & Activiteiten

2.768.707

2.821.000

3.907.524

Projecten, Thema’s & Activiteiten

Activiteiten gefinancieerd uit contributieheffing Benchmarks Benchmark (smalle) Benchmark Internationaal Overdrachtsactiviteiten Project C2000 BTO Watermeters Geschillencommissie Stichting Nederlands Waterleidingmuseum NHI (KWR)

Uit de Reserves EWIF (2012 - 2016) TTI-W (2007 - 2011) Boer & Croon traject Kosten Sharepoint Portal Services

Toelichting Lasten uit Activiteiten: Vewin heeft ook in 2013 ingezet op méér effectiviteit en efficiëncy. Daarnaast vindt ook meer samenwerking plaats met (expertise van) derden. Tevens wordt in het bovenstaande overzicht ook het aandeel van de collectieve & wettelijke taken in de totale lasten uit activiteiten duidelijker zichtbaar. In 2013 is er geen branchecampagne uitgezet. In 2013 is de volgende tranche activiteiten in het kader van EWIF afgewikkeld, welke conform de afspraken onder regie van KWR plaatsvinden en waar Vewin inzet in het Brusselse levert. Naast de kosten van de Nationale en de Internationale Benchmark behoort feitelijk ook de inzet van personeel te worden gedekt uit de opgehaalde middelen. De personele inzet rond de Internationale Benchmark wordt toegerekend (€ 155.450; 2012 € 141.500). De middelen die voor dit doel zijn opgehaald bij Leden en internationale deelnemers, blijven ca € 15.400 achter bij de feitelijke inzet voor dit project (opbrengsten € 376.500 tegen de ‘out of pocket’ kosten inclusief toegerekende lasten € 391.900). In 2012 waren er eenmalige lasten uit hoofde van TTI/W (KWR) en het Boer&Croon traject. Op de overige onderdelen zijn er overschrijdingen en op andere is minder uitgegeven dan vooraf geraamd. De actualiteit bepaald veelal de accenten in de uitvoering en daarmee het uiteindelijke kosten niveau van de projectmatige onderdelen. Per saldo blijft Vewin met de uitvoering binnen de voor 2013 gestelde kaders.

40




Begroting 2013

Realisatie 2012

209.125 32 209.157

179.000 179.000

289.139 256 289.395

2.908 2.908

-

6.129 6.129

206.249

179.000

283.266

Saldo Financiële Baten en Lasten Rentebaten Overige (financiële) Baten Totaal Financiële Baten Rentelasten Totaal Financiële Lasten Saldo Financiële Baten en Lasten

De rentecurve daalde ook in 2013 gelijdelijk naar een lager doch redelijk stabiel niveau. De dalende interest baten worden verder beïnvloed door: De uitgelichte obligaties, die tot einde looptijd werden aangehouden en aanzienlijk meer opbrachten (4,25% op jaarbasis) dan de spaartegoeden. Ultimo 2013 is nog een relatief klein aandeel over van deze portefeuille. De afrekening in 2012 met KWR inzake TTI-W waardoor Vewin over ruim een miljoen minder rentedragend vermogen beschikte ten opzichte van het jaar er voor. Het bij de RABO bank afgesloten 10 jarig deposito, inzake de garantstelling ten behoeve van KWR/financiering, zorgt vanaf 2014 voor een positieve bijdrage (3,2% op jaarbasis) bij de huidige lage rentestand op de overige spaartegoeden.

41



Ondertekening van de jaarrekening ’s-Gravenhage, mei 2014

Directeur Vewin

Bestuur Vewin

Mevr. Mr. R.M. Bergkamp

Prof. Dr. C.P. Veerman (voorzitter) Drs. P. Jonker (vice-voorzitter) Mevr. R. Doedel Ir. R.R. Kruize Ir. M.G.M. den Blanken Ir. H.J.L. de Kraa Ir. K.J. Hoogsteen Drs. G.J. van Nuland Mevr. L.C.A. Declercq MSc Ir. P. Vermaat MBA Prof. Dr. Ir. W.G.J. van der Meer

42



Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Middels het bestuursbesluit d.d. maart 2011 is besloten wederom voor de periode van 5 jaar (2012-2016) een bestemmingsreserve ten laste van het vermogen van Vewin in te stellen. Het betreft EWIF ten behoeve van projecten welke door KWR worden uitgevoerd. Op basis van een jaarlijkse verantwoording wordt de subsidie met een maximum van € 0,5 mln per jaar aan KWR uitbetaald. Als gevolg van het bestuursbesluit werd een bestemmingsreserve van € 2,5 mln gevormd.

Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.

Statutaire bepaling Resultaatbestemming In de statuten staat niets vermeld omtrent de resultaatbestemming.

Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2012 De jaarrekening 2012 is vastgesteld in de algemene ledenvergadering gehouden op 14 maart 2013. De algemene ledenvergadering heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel.

Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2013 Resultaat Toevoegingen en onttrekkingen aan bestemmingsreserves Onttrekking Bestemmingsreserve EWIF Onttrekking Bestemmingsreserve Wachtgeld Onttrekking Bestemmingsreserve Huisvesting Onttrekking Bestemmingsreserve SharePoint Portal Services Mutatie bestemmingsreserves Saldo toe te voegen aan de Algemene Reserve

59.851

500.000 21.105 136.084 16.531 673.720

De lasten uit hoofde van de aanvullende WW uitkeringen na ontslag, waarvoor Vewin eigen risicodrager is en andere specifieke regelingen in verband met een onvrijwillig einde van het dienstverband, worden ultimo boekjaar ten laste van de Bestemmingsreserve Wachtgeld gebracht. In 2013 betaalde Vewin € 21.105 in het kader van aanvullende WW uitkeringen. In verband met het beëindigen van het huurcontract per 1 juli 2013 heeft Vewin alle ‘aard en nagelvaste’ zaken in het gebouw vervroegd afgeschreven. Deze vervroegde afschrijvingen en eenmalige kosten inzake de verhuizing en herinrichting worden ten laste van de bestemmingsreserve Huisvesting gebracht (voor 2013 een bedrag groot € 38.468 tegen 2012 € 33.458). Tevens worden alle eenmalige uitgaven met betrekking tot de verhuizing, herinrichting en aanpassingen van het gehuurde op de nieuwe locatie in de Malietoren (€ 97.616) ten laste van deze bestemmingsreserve gebracht. In 2013 bedroegen deze uitgaven in totaal een bedrag van € 136.084. Ten laste van de bestemmingsreserve SharePoint Portal Services worden de over het afgelopen boekjaar gemaakte ontwikkelingskosten, die in het kader van dit software pakket zijn uitgegeven, gebracht (€ 16.531).

733.571 Het saldo van het resultaat inzake de bedrijfsvoering 2013 en de mutaties van de diverse bestemmingsreserves zal worden toegevoegd aan de Algemene Reserve (€ 733.571). De bovenstaande mutaties zijn reeds verwerkt in het gepresenteerde vermogen. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die van invloed zijn op de vereniging of op de financiële resultaten van de vereniging.

43



Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

44



Colofon © Vewin, Den Haag

Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 12 Den Haag

Eindredactie en coördinatie Vewin, Communicatie & Informatie

Postadres Postbus 90611 2509 LP Den Haag

Grafisch ontwerp Haagsblauw, Den Haag

Telefoon (070) 349 08 50 E-mail [email protected] Website www.vewin.nl

Fotografie Coverfoto: PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Drinkwaterbedrijven DigiDaan Bert Janssen

45

Vewin jaarverslag 2013

Recommend Documents