Verzoek SP tot het mogen houden van een interpellatie over TSN: een partner om trots op te zijn (nr ) Besluiten zonder debat

OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd

30-03-2010 19:00

Raadzaal 1.02

19:00 Vragen raadsleden aan college Informatie

Molendijkzaal 0.01

Vermeerzaal 1.03

Programma van Eisen zwembad en sporthal Hogeweg Voorbereiding besluit

Lidmaatschap gebruikersvereniging Multisignaal Peiling

19:15 Onderzoek geloofsbrief nieuw benoemd raadslid A.O. Roelé

Tijdelijke Impuls Vrijwillige Inburgering Voorbereiding besluit

20:00

1

Tijd

Raadzaal 1.02

20:00 Vaststelling agenda Toelichting : Verzoek SP tot het mogen houden van een interpellatie over TSN: een partner om trots op te zijn (nr. 3399647) Besluiten zonder debat ______ Toelating en beëdiging nieuw benoemd raadslid A.O. Roelé Toelichting : Op 11 maart j.l. zijn 38 van de 39 raadsleden voor de nieuwe raadsperiode geïnstalleerd. Door het niet aannemen van zijn benoeming van een kandidaat raadslid was een plaats open gebleven, waarin thans wordt voorzien. Onderzoek van de geloofsbrief heeft eerder op de avond plaatsgevonden in De Ronde. 1. Wijziging Verordening SVn duurzaamheidslening Amersfoort Toelichting : Beoogd wordt de regeling voor de duurzaamheidsledning te laten aansluiten bij regelingen voor startersleningen; door het verhogen van de maximale WOZ-waarde kan een grotere groep woningeigenaren gebruik maken van de duurzaamheidslening. 2. Bezwaar maken tegen 1e en 2e begrotingswijziging Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Toelichting : Amersfoort neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling recreatieschap. Door minder inkomsten door het niet doorgaan van een project en extra uitgaven voor onderzoek naar andere beheersvormen worden deelnemersbijdragen verhoogd. Amersfoort heeft al eerder gepleit voor een andere begrotingssystematiek. Voorgesteld wordt bezwaar te maken tegen de dekking van de tegenvallers uit extra deelnemersbijdragen. 3. Beslissing op bezwaar Palestinaweg 5/7 te Hooglanderveen Toelichting : Bij motie van 24 maart 2009 heeft de raad uitgesproken dat het gebied ten noorden van de huidige Laak (Vathorst-Noord) niet in aanmerking komt voor de ontwikkeling van woningbouwplannen. De gemeenteraad is bevoegd tot het nemen van projectbesluiten Een bouwaanvraag die strijdig is met het bestemmingsplan moet worden aangemerkt als een verzoek om ontheffing dan wel een verzoek om een projectbesluit. Voorgesteld wordt het bezwaar ongegrond te verklaren aangezien het in strijd is met het bestemmingsplan 4. Vaststelling activiteiten voortvloeiende uit de ’Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’, het daarbij behorende subsidieplafond en de dekking van genoemde regeling. Toelichting : In het kader van de Taskforce Woningbouw is besloten een pakket aan (tijdelijke) maatregelen in te zetten ter stimulering van de woningbouw. 4a. ______Tijdelijke impuls vrijwillige inburgering; wijziging Verordening inburgering 2009-2012 Toelichting : Met ingang van 1 januari 2010 zijn een aantal wetswijzigingen van kracht geworden. Voorgesteld wordt gebruik te maken van de mogelijkheid de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering te verlagen. Agendering van het voorstel is afhankelijk van de behandeling in De Ronde eerder op de avond. 5. Vaststelling notulen, verslagen en besluitenlijsten februari Toelichting : — Benoemingen 6. Benoeming buitengewone fractieleden (stembriefje) Toelichting : Raadsfracties kunnen op grond van art. 15 Reglement van Orde maximaal twee personen, die verkiesbaar zijn geweest bij de meeste recente gemeenteraadsverkiezingen, voor benoeming als buitengewoon fractielid voordragen. 7. Benoeming voorzitter en leden Commissie begroting en verantwoording voor de raadsperiode 2010 - 2014. Toelichting :Na de gemeenteraadsverkiezingen dienen een voorzitter en leden benoemd te worden voor de nieuwe raadsperiode. Moties 8. SP: Sollicitatieplicht voor iedereen Woordvoerder : G.W. Groeneveld 20:30 Einde

2

De Ronde Datum: Aanvang:

dinsdag 30 maart 2010 19:00

Vragen raadsleden aan college Informatie Onderzoek geloofsbrief nieuw benoemd raadslid A.O. Roelé

Vragen raadsleden aan college Informatie Reg.nr.: 3394646 Van: Presidium Ambtelijk contact: Richard-Pronk (033 469 4379) Portefeuillehouder: Niet van toepassing Opsteller: Richard-Pronk Samenvatting: Gelegenheid voor raadsleden om mondeling vragen te stellen aan het college. Uitgangspunten • De mogelijkheid is bedoeld voor raadsleden (en derhalve niet voor insprekers) • De mogelijkheid is bedoeld voor korte vragen (en derhalve niet voor discussie, peiling van meningen of interpellatie, waarvoor immers andere mogelijkheden en spelregels bestaan) Reden van aanbieding: — Van de raad wordt gevraagd: — Vervolgtraject: Afhankelijk van het antwoord Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Raad stelt vragen aan college Opmerkingen presidium: Spelregels • Onderwerpen vragen worden uiterlijk maandag, voorafgaand aan de dinsdag van Het Besluit, voor 16.00 uur aangemeld bij de griffie. • De griffie mailt de aanmeldingen eind van de maandagmiddag door aan raad en college en maakt deze bekend op de website. • De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering en kan vragen doorverwijzen naar een volgende of andere mogelijkheid. Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: Onderwerpen aangemelde vragen (worden maandagmiddag 29 maart 2010 op de website geplaatst)

Onderzoek geloofsbrief nieuw benoemd raadslid A.O. Roelé

Het Besluit Datum: Aanvang:


Vaststelling agenda Toelichting : Verzoek SP tot het mogen houden van een interpellatie over TSN: een partner om trots op te zijn (nr. 3399647) Besluiten zonder debat ______ Toelating en beëdiging nieuw benoemd raadslid A.O. Roelé Toelichting : Op 11 maart j.l. zijn 38 van de 39 raadsleden voor de nieuwe raadsperiode geïnstalleerd. Door het niet aannemen van zijn benoeming van een kandidaat raadslid was een plaats open gebleven, waarin thans wordt voorzien. Onderzoek van de geloofsbrief heeft eerder op de avond plaatsgevonden in De Ronde. 1.

Wijziging Verordening SVn duurzaamheidslening Amersfoort Toelichting : Beoogd wordt de regeling voor de duurzaamheidsledning te laten aansluiten bij regelingen voor startersleningen; door het verhogen van de maximale WOZ-waarde kan een grotere groep woningeigenaren gebruik maken van de duurzaamheidslening.

2.

Bezwaar maken tegen 1e en 2e begrotingswijziging Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Toelichting : Amersfoort neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling recreatieschap. Door minder inkomsten door het niet doorgaan van een project en extra uitgaven voor onderzoek naar andere beheersvormen worden deelnemersbijdragen verhoogd. Amersfoort heeft al eerder gepleit voor een andere begrotingssystematiek. Voorgesteld wordt bezwaar te maken tegen de dekking van de tegenvallers uit extra deelnemersbijdragen.

3.

Beslissing op bezwaar Palestinaweg 5/7 te Hooglanderveen Toelichting : Bij motie van 24 maart 2009 heeft de raad uitgesproken dat het gebied ten noorden

van de huidige Laak (Vathorst-Noord) niet in aanmerking komt voor de ontwikkeling van woningbouwplannen. De gemeenteraad is bevoegd tot het nemen van projectbesluiten Een bouwaanvraag die strijdig is met het bestemmingsplan moet worden aangemerkt als een verzoek om ontheffing dan wel een verzoek om een projectbesluit. Voorgesteld wordt het bezwaar ongegrond te verklaren aangezien het in strijd is met het bestemmingsplan 4.

Vaststelling activiteiten voortvloeiende uit de ’Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’, het daarbij behorende subsidieplafond en de dekking van genoemde regeling. Toelichting : In het kader van de Taskforce Woningbouw is besloten een pakket aan (tijdelijke) maatregelen in te zetten ter stimulering van de woningbouw.

4a. ______Tijdelijke impuls vrijwillige inburgering; wijziging Verordening inburgering 2009-2012 Toelichting : Met ingang van 1 januari 2010 zijn een aantal wetswijzigingen van kracht geworden. Voorgesteld wordt gebruik te maken van de mogelijkheid de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering te verlagen. Agendering van het voorstel is afhankelijk van de behandeling in De Ronde eerder op de avond. 5.

Vaststelling notulen, verslagen en besluitenlijsten februari Toelichting : — Benoemingen

6.

Benoeming buitengewone fractieleden (stembriefje) Toelichting : Raadsfracties kunnen op grond van art. 15 Reglement van Orde maximaal twee personen, die verkiesbaar zijn geweest bij de meeste recente gemeenteraadsverkiezingen, voor benoeming als buitengewoon fractielid voordragen.

7.

Benoeming voorzitter en leden Commissie begroting en verantwoording voor de raadsperiode 2010 - 2014. Toelichting :Na de gemeenteraadsverkiezingen dienen een voorzitter en leden benoemd te worden voor de nieuwe raadsperiode. Moties

8.

SP: Sollicitatieplicht voor iedereen Woordvoerder : G.W. Groeneveld Einde

Vaststelling agenda

Toelichting : Verzoek SP tot het mogen houden van een interpellatie over TSN: een partner om trots op te zijn (nr. 3399647) 3399647 (pdf)

Besluiten zonder debat

______ Toelating en beëdiging nieuw benoemd raadslid A.O. Roelé Reg.nr .: -

Toelichting : Op 11 maart j.l. zijn 38 van de 39 raadsleden voor de nieuwe raadsperiode geïnstalleerd. Door het niet aannemen van zijn benoeming van een kandidaat raadslid was een plaats open gebleven, waarin thans wordt voorzien. Onderzoek van de geloofsbrief heeft eerder op de avond plaatsgevonden in De Ronde.

1.

Wijziging Verordening SVn duurzaamheidslening Amersfoort Reg.nr .: 3336840 Reg.nr.: 3355903 3355903 (pdf) 3336840 (pdf)

Toelichting : Beoogd wordt de regeling voor de duurzaamheidsledning te laten aansluiten bij regelingen voor startersleningen; door het verhogen van de maximale WOZ-waarde kan een grotere groep woningeigenaren gebruik maken van de duurzaamheidslening.

2.

Bezwaar maken tegen 1e en 2e begrotingswijziging Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Reg.nr .: 3334544 3334544 (pdf)

Toelichting : Amersfoort neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling recreatieschap. Door minder inkomsten door het niet doorgaan van een project en extra uitgaven voor onderzoek naar andere beheersvormen worden deelnemersbijdragen verhoogd. Amersfoort heeft al eerder gepleit voor een andere begrotingssystematiek. Voorgesteld wordt bezwaar te maken tegen de dekking van de tegenvallers uit extra deelnemersbijdragen.

3.

Beslissing op bezwaar Palestinaweg 5/7 te Hooglanderveen Reg.nr .: 3358640 3358640 (pdf)

Toelichting : Bij motie van 24 maart 2009 heeft de raad uitgesproken dat het gebied ten noorden van de huidige Laak (Vathorst-Noord) niet in aanmerking komt voor de ontwikkeling van woningbouwplannen. De gemeenteraad is bevoegd tot het nemen van projectbesluiten Een bouwaanvraag die strijdig is met het bestemmingsplan moet worden aangemerkt als een verzoek om ontheffing dan wel een verzoek om een projectbesluit. Voorgesteld wordt het bezwaar ongegrond te verklaren aangezien het in strijd is met het bestemmingsplan

4.

Vaststelling activiteiten voortvloeiende uit de ’Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’, het daarbij behorende subsidieplafond en de dekking van genoemde regeling. Reg.nr .:3364053 Reg.nr.: 3279674 3364053 (pdf) 3279674 (pdf)

Toelichting : In het kader van de Taskforce Woningbouw is besloten een pakket aan (tijdelijke) maatregelen in te zetten ter stimulering van de woningbouw.

4a. ______Tijdelijke impuls vrijwillige inburgering; wijziging Verordening inburgering 2009-2012 Reg.nr .: 3391910 Reg.nr .: 3393472 3393472 (pdf) 3391910 (pdf)

Toelichting : Met ingang van 1 januari 2010 zijn een aantal wetswijzigingen van kracht geworden. Voorgesteld wordt gebruik te maken van de mogelijkheid de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering te verlagen. Agendering van het voorstel is afhankelijk van de behandeling in De Ronde eerder op de avond.

5.

Vaststelling notulen, verslagen en besluitenlijsten februari Reg.nr .: 3359079 3359079 (pdf)

Toelichting : —

Benoemingen

6.

Benoeming buitengewone fractieleden (stembriefje) Reg.nr .: — stembriefje (pdf)

Toelichting : Raadsfracties kunnen op grond van art. 15 Reglement van Orde maximaal twee personen, die verkiesbaar zijn geweest bij de meeste recente gemeenteraadsverkiezingen, voor benoeming als buitengewoon fractielid voordragen.

7.

Benoeming voorzitter en leden Commissie begroting en verantwoording voor de raadsperiode 2010 - 2014. Reg.nr .: 3391749 3391749 (pdf)

Toelichting :Na de gemeenteraadsverkiezingen dienen een voorzitter en leden benoemd te worden voor de nieuwe raadsperiode.

Moties

8.

SP: Sollicitatieplicht voor iedereen SP: Sollicitatieplicht voor iedereen (pdf)

Woordvoerder : G.W. Groeneveld

Einde

INTERPELLATIE

Amersfoort, 24 maart 2010 Reg.nr.

3399647

Onderwerp: TSN: een partner om trots op te zijn

Aan de voorzitter van de raad. De volgende vragen zijn onderwerp van interpellatie: 1. Is het u bekend, dat TSN haar thuiszorgmedewerkers niet correct of zelfs helemaal niet uitbetaalt? 2. Heeft het college anderszins geluiden gehoord die duiden op onvrede onder werknemers van TSN? 3. indien bekend en gehoord, welke initiatieven heeft u ontplooid om deze omstandigheid terstond te verbeteren? 4. Bent u van mening dat een thuiszorgorganisatie, die haar medewerkers niet correct of zelfs helemaal niet uitbetaald wel in staat is een verantwoorde dienstverlening aan honderden Amersfoorters te waarborgen? 5. Deelt het college de mening van de SP dat het imago van contractpartners van de gemeente van invloed is op het imago van de gemeente zelf? 6. Deelt het college de mening van de SP dat te late of zelfs geen betaling van salaris in deze economisch slechte tijd niet voor mag komen? 7. Op welke wijze denkt het College voor de getroffen werknemers op te komen? 8. Deelt het college de mening van de SP dat de handelwijze van TSN uiteindelijk ten nadele van de clienten uitpakt? 9. Heeft het college geluiden gehoord die duiden op onvrede onder clienten van TSN? 10. Welke acties gaat het College ondernemen teneinde het niveau van en het vertrouwen in de dienstverlening (denk aan continuïteit en de kwaliteit van de thuiszorg) veilig te stellen? 11. Is naar uw oordeel de huidige aanbestedingsmethode nog steeds toereikend om een verantwoorde thuiszorgdienstverlening voor de inwoners van Amersfoort te garanderen? Over de overdracht van Amant naar TSN en de rol van de/een wethouder hierin heeft de SP nog de volgende vragen: 12. Heeft het college/de wethouder zich vooraf vergewist van mogelijke problemen van overname van personeel, die altijd plaats vinden bij een grote aanbiederswisseling? 13. zo ja, hoe kon het dan toch zo mislopen? 14. zo nee, waarom heeft de wethouder zich dan niet voorbereid op complicaties bij deze personeelswisseling? 15. is de wethouder van mening dat er sprake is van contractbreuk omdat TSN zijn personeel niet correct of niet uitbetaald?

16. vind de wethouder dat hij sec opdrachtgever is of ook medeverantwoordelijk is voor het personeelsbeleid van de thuiszorg die onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd? 17. hoe zou de wethouder het vinden als hij 2 maanden niet wordt uitbetaald? 18. hoe legt de wethouder uit aan het zorgpersoneel dat dit kan gebeuren terwijl op een verkiezingsavond in Zandfoort ad Eem gegarandeerd werd dat er niets fout zou gaan door zowel TSN als de wethouder? 19. Heeft de wethouder contacten met de vakbond ? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarover en met welk resultaat? 20. Heeft de wethouder zicht op hoe groot het probleem bij TSN werkelijk is? 21. Heeft de wethouder zich ervan vergewist dat soortgelijke problemen ook in andere plaatsen bij TSN plaatsvinden? 22. Zo ja, heeft hij daar maatregelen op genomen? 23. zo nee waarom niet? Het college wordt verzocht deze vragen tijdens de interpellatie te beantwoorden.

Toelichting: De gemeente Amersfoort heeft besloten de thuiszorg aan te besteden en heeft vervolgens contracten afgesloten met 17 zorgpartners om dit onderdeel van de WMO in de stad uit te voeren. Een van die partners is TSN: dit bedrijf heeft begin 2010 de thuiszorgtaken en het personeel van Amant overgenomen. Het marktaandeel van TSN in Amersfoort is groot. TSN is hierdoor alleen al te beschouwen als een belangrijke contractpartner van de gemeente. Maar ook door inhoud van het werkterrein waarop TSN zich begeeft, verdient TSN de volle aandacht van onze gemeente. Uw zorg is onze zorg – dit credo geldt hier zeker. De gemeentelijke taak om goed toe te zien en te letten op de kwaliteit en de continuïteit van de (thuis)zorg is heel belangrijk: het gaat immers om het zekerstellen van de zorgbehoefte voor vele Amersfoortse inwoners. Een 3e reden – en meest basale reden om als gemeentebestuur aandacht te besteden aan TSN - is in dit geval de grote hoeveelheid gemeentelijk geld dat omgaat in deze sector. Administratieve puinhoop en achterstanden bij uitbetaling salarissen De SP heeft een TSN-klachten-meldpunt geopend en een aantal zeer betrouwbare meldingen binnen gekregen, dat het bij TSN een administratieve puinhoop is. Er worden geen salarissen uitbetaald; ook worden geen voorschotten uitbetaald. In de dagelijkse praktijk en uit de ontvangen meldingen blijkt zo langzamerhand, dat TSN meer tijd besteed aan het opkopen van (delen van)andere thuiszorginstellingen, dan aan het op orde brengen van haar administratie en het tijdig betalen van haar personeel. Wellicht heeft deze raad geen zin in problemen en doet deze zaken heel formeel en procedureel af als een zaak tussen werkgever en werknemer. De SP ziet dit absoluut niet zo: als TSN een belangrijke contractpartner is, heeft het aanzien en handelen van TSN zeker zijn weerslag op het aanzien van de gemeente. Bovendien dient het gemeentebestuur te beseffen en het zich aan te trekken, dat veel thuiszorgclienten zich zorgen gaan maken , wanneer hun (vaste) hulp door TSN in fin.problemen komt en wellicht niet meer verschijnt…. De SP acht de kans hierop groot.

De gemeente Amersfoort heeft besloten de thuiszorg aan te besteden en heeft vervolgens contracten afgesloten met 17 zorgpartners om dit onderdeel van de WMO in de stad uit te voeren. Een van die partners is TSN: dit bedrijf heeft begin 2010 de thuiszorgtaken en het personeel van Amant overgenomen. Het marktaandeel van TSN in Amersfoort is groot. TSN is hierdoor alleen al te beschouwen als een belangrijke contractpartner van de gemeente. Maar ook door inhoud van het werkterrein waarop TSN zich begeeft, verdient TSN de volle aandacht van onze gemeente. Uw zorg is onze zorg – dit credo geldt hier zeker. De gemeentelijke taak om goed toe te zien en te letten op de kwaliteit en de continuïteit van de (thuis)zorg is heel belangrijk: het gaat immers om het zekerstellen van de zorgbehoefte voor vele Amersfoortse inwoners. Een 3e reden – en meest basale reden om als gemeentebestuur aandacht te besteden aan TSN - is in dit geval de grote hoeveelheid gemeentelijk geld dat omgaat in deze sector. Administratieve puinhoop en achterstanden bij uitbetaling salarissen De SP heeft een TSN-klachten-meldpunt geopend en een aantal zeer betrouwbare meldingen binnen gekregen, dat het bij TSN een administratieve puinhoop is. Er worden geen salarissen uitbetaald; ook worden geen voorschotten uitbetaald. In de dagelijkse praktijk en uit de ontvangen meldingen blijkt zo langzamerhand, dat TSN meer tijd besteed aan het opkopen van (delen van)andere thuiszorginstellingen, dan aan het op orde brengen van haar administratie en het tijdig betalen van haar personeel. Wellicht heeft deze raad geen zin in problemen en doet deze zaken heel formeel en procedureel af als een zaak tussen werkgever en werknemer. De SP ziet dit absoluut niet zo: als TSN een belangrijke contractpartner is, heeft het aanzien en handelen van TSN zeker zijn weerslag op het aanzien van de gemeente. Bovendien dient het gemeentebestuur te beseffen en het zich aan te trekken, dat veel thuiszorgclienten zich zorgen gaan maken , wanneer hun (vaste) hulp door TSN in fin.problemen komt en wellicht niet meer verschijnt…. De SP acht de kans hierop groot. Toelichting bij vragen 8 t/m 11 Ook de clienten zelf zijn de dupe van achterstanden op admin. gebied: - De tijdige administratie van de door clienten te betalen eigen bijdrages loopt gevaar; clienten krijgen pas maanden later nog rekeningen van het CAK over deze eerste maanden van 2010 -

Clienten met een PGB ontvangen ook geen rekeningen???

-

daarnaast speelt dan nog de zorg die zij samen met hun thuiszorghulp hebben over de continuïteit van de te leveren zorg.

Datum, 24 maart, Bets Beltman SP

Gemeente Amersfoort verordening 3355903

Verordening

De raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 februari 2010 , sector SOB/MIL (nr. 3336840); gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Deelnemersovereenkomst tussen gemeente Amersfoort en Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten;

b e s l u i t: vast te stellen:

Verordening SVn Duurzaamheidsleningen Amersfoort 2010 1.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde regels wordt verstaan onder: 1. aanvraag: een verzoek aan het college om toekenning van een duurzaamheidslening; 2. aanvrager: een meerderjarige natuurlijke persoon, die eigenaar-bewoner is van een in de gemeente Amersfoort gelegen woning, die geschikt en bestemd is voor permanente bewoning; de aanvrager dient voor minstens 50% eigenaar te zijn van de woning; 3. het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort 4. energiebesparende maatregelen: maatregelen genoemd in artikel 5 van deze Verordening 5. SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken; 6. revolverend fonds: het geheel van de fondsdelen van de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst en haar aanvullende overeenkomst met het SVn. In dit fonds worden de rente en de aflossingen over de duurzaamheidsleningen teruggestort; 7. duurzaamheidslening: een gemeentelijke stimuleringsregeling ten behoeve van de financiering van duurzaamheidsmaatregelen die worden getroffen in de eigen woning. De duurzaamheidslening wordt door het college aan aanvrager toegekend waarna SVn de financiële uitvoering ter hand neemt; 8. BKR: Bureau Krediet Registratie te Tiel Artikel 2 Revolverend fonds 1. De gemeenteraad heeft een revolverend fonds Duurzaamheidsleningen ingesteld waaruit met inachtneming van het bepaalde in deze verordening duurzaamheidsleningen kunnen worden toegekend. 2. Het revolverend fonds is ondergebracht bij het SVn. 3. De gemeenteraad kan besluiten middelen aan het revolverend fonds toe te voegen.

3355903 VERORDENING SVN DUURZAAMHEIDSLENINGEN AMERSFOORT 2010 -1-


4. Uit het revolverend fonds kunnen slechts leningen worden toegekend tot maximaal het bedrag van de in het fonds aanwezige middelen. 5. Het college stelt jaarlijks het budget voor het komende kalenderjaar vast, dat beschikbaar is voor het verstrekken van duurzaamheidsleningen. Artikel 3 Duurzaamheidsleningen 1. Het college kan een aanvrager bij de SVn voordragen voor een duurzaamheidslening ten laste van het in artikel 2 bedoelde budget. De hoofdsom van de duurzaamheidslening is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten van energiebesparende maatregelen. 2. De lening heeft de volgende kenmerken: a) Het te verstrekken bedrag bedraagt minimaal € 2.500,-- en maximaal €7.000,-- (incl. BTW) b) De looptijd is maximaal 10 jaar. Bij een bedrag tussen €2.500,-- en €5.000,-- is de looptijd maximaal 5 jaar; c) Het rentepercentage bedraagt 2% d) Bij verkoop van de woning, waaraan de energiebesparende maatregelen zijn getroffen, dient de restantschuld ineens en volledig afgelost te worden; e) De duurzaamheidslening wordt verstrekt via een onderhandse akte. Artikel 4 Voorwaarden SVn De algemene voorwaarden van SVn zijn op de geldlening van toepassing. Deze zijn vastgelegd in de SVn documenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’en de ‘Productspecificaties van stimuleringsleningen’. Deze documenten zijn aanwezig in de SVn informatiemap, die deel uitmaakt van de deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Amersfoort en SVn. Artikel 5 Duurzaamheidsmaatregelen 1. Tot de duurzaamheidsmaatregelen worden gerekend: a) Warmtepomp b) Zonnepanelen c) Zonneboiler d) Kleinschalige windturbine e) Gevelisolatie f) Dakisolatie g) Vloerisolatie h) Raamisolatie i) Verwarmingsinstallatie 2. De maatregelen als genoemd in lid 1 sub e t/m i komen eerst in aanmerking als ze op zich dan wel gezamenlijk leiden tot een klasseverbetering op de door SenterNovem gehanteerde energiebesparingsverkenner. 3. Het college kan de in het eerste lid vermelde lijst van duurzaamheidsmaatregelen uitbreiden. Artikel 6 De aanvraag 1. De aanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend op een daartoe beschikbaar gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van: a) Offertes van aannemers, installateurs en/of leveranciers ter zake van te treffen maatregelen als bedoel in artikel 5, eerste lid van de verordening; b) Uitkomsten van de energiebesparingsverkenner, zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid van de verordening. c) Planning van de werkzaamheden 2. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld



Artikel 7 Weigeringsgronden Burgemeester en wethouders wijzen de aanvraag in elk geval af, indien a. door toekenning het maximaal beschikbare bedrag van € 140.000,- zou worden overschreden; b. de aanvraag wordt ingediend na het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen; c. de werkelijke kosten van de energiebesparende maatregelen niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat; d. De woning waaraan de energiebesparende maatregelen worden getroffen een WOZ-waarde van € 250.000,-- te boven gaat; e. Reeds eerder een duurzaamheidslening aan aanvrager voor de betreffende woning is verstrekt. Artikel 7a Ophoging weigeringsgrond In afwijking van het gestelde in artikel 7 sub d wijzen burgemeester en wethouders van 01-01-2010 tot 0101-2011 een aanvraag af als de woning van de aanvrager en waaraan de energiebesparende maatregelen worden getroffen een WOZ-waarde van € 350.000,- te boven gaat. Artikel 8 Voordracht Het college besluit een aanvrager bij SVn voor een duurzaamheidslening voor te dragen, indien uit de bij de aanvraag ingediende bescheiden blijkt dat het uitvoeren van de duurzaamheidsmaatregelen leidt tot een klasseverbetering op de door SenterNovem gehanteerde energiebesparingsverkenner of een van de maatregelen onder artikel 5 eerste lid sub a t/m d van de verordening. Artikel 9 Toekenning 1. Alle aanvragen die het college bij SVn voor een duurzaamheidslening voordraagt, worden getoetst bij het Bureau Krediet Registratie (BKR). 2. Er zal een kredietbeoordeling worden uitgevoerd door SVn. 3. De toekenning van een duurzaamheidslening door het college geschied onder voorbehoud van een positief advies van SVn. 4. De financiële afwikkeling van een toegekende duurzaamheidslening wordt verzorgd door SVn. 5. Verstrekte leningen worden aangemeld bij het Bureau Krediet Registratie. Artikel 10 Bouwkrediet Duurzaamheidsleningen worden verstrekt via een onderhandse akte en komen via een bouwkrediet van de SVn tot uitbetaling op basis van op naam gestelde facturen van door derden uitgevoerde werkzaamheden, dan wel via facturen van de aanschaf van materialen voor zelf uitgevoerde duurzaamheidsmaatregelen. Artikel 11 Hardheidsclausule Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening. Artikel 12 Intrekking en terugvordering 1. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit waarin wordt voorzien in de toekenning van een duurzaamheidslening intrekken indien: a. de aanvrager niet voldoet aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen; b. de duurzaamheidslening is toegekend of vastgesteld op grond van door de aanvrager onjuiste verschafte gegevens. 2. Bij de intrekking kunnen burgemeester en wethouders de contante waarde van het reeds genoten en of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk terugvorderen.



Artikel 13 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening SVn Duurzaamheidsleningen Amersfoort 2010. Artikel 14

Overgangsbepaling

Artikel 7a van deze verordening expireert op 01-01-2011. Voor aanvragen die voor 01-01-2011 worden ingediend geldt artikel 7a van deze verordening. Voor aanvragen die na 01-01-2011 worden ingediend geldt artikel 7 lid d van deze verordening Artikel 15 Inwerkingtreding De Verordening SVn Duurzaamheidsleningen Amersfoort 2009 wordt ingetrokken; de Verordening SVn Duurzaamheidsleningen Amersfoort 2010 reedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Vastgesteld in de openbare vergadering van …….. de griffier,

de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM:


Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Van Aan Portefeuillehouder

: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders S. van 't Erve en mr R. Luchtenveld

B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit

: 23-02-2010 : --: 30-03-2010 :

Reg.nr. Datum Agendapunt

: 3336840 : 23 februari 2010 : HB-1

TITEL Wijziging Verordening SVn duurzaamheidslening Amersfoort 2009

BESLISPUNTEN 1. De regeling voor de duurzaamheidslening te laten aansluiten bij de regelingen voor Startersleningen wat betreft de maximale WOZ-waarde van woningen waarop de regelingen van toepassing zijn; 2. hiertoe de duurzaamheidslening tijdelijk (tot 01-01-2011) van toepassing te laten zijn op woningen met een WOZ-waarde van maximaal €350.000,--; 3. daarvoor de Verordening SVn Duurzaamheidslening Amersfoort 2010 vast te stellen; 4. met ingang van de datum van inwerkingtreding de Verordening SVn Duurzaamheidslening Amersfoort 2009 in te trekken.

AANLEIDING Om de woningmarkt te stimuleren zijn een aantal maatregelen genomen waaronder het verhogen van de grens van de Nationale Hypotheekgarantie en het verruimen van de startersregeling.

BEOOGD EFFECT Door het verhogen van de maximale WOZ-waarde kan een grotere groep woningeigenaren gebruik maken van de duurzaamheidslening.

ARGUMENTEN 1.1 Voor de eenduidigheid is het wenselijk de regeling voor duurzaamheidslening en starterslening op elkaar te laten aansluiten. 1.2 Met de duurzaamheidslening kunnen energielasten van de woning omlaag worden gebracht. Dit heeft een positief effect op het beheersbaar houden van de woonlasten en een positief effect op de woningmarkt.

KANTTEKENINGEN 1.1 en 1.2.Er zijn door het ophogen van de WOZ-waarde meer gegadigden voor een lening, waardoor het fonds sneller uitgeput kan raken. FINANCIËN Het totale budget voor de duurzaamheidslening bedraagt €140.000,-. Sinds inwerking treding van de regeling in maart 2009 zijn 3 leningen toegekend. Er is nog €126.103,75 beschikbaar.

VERVOLG In 2010 wordt door de gemeente in samenwerking met installatiebedrijven een campagne uitgevoerd om huiseigenaren te stimuleren energiebesparende maatregelen te treffen. Naar verwachting zullen er dan meer aanvragen voor een duurzaamheidslening binnenkomen. Inlichtingen bij: P.M. Sparenburg, SOB/MIL, (033) 469 50 43

Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3336840 pagina 2

BETROKKEN PARTIJEN Het voorstel is besproken met SVn.

COMMUNICATIE De verruimde reikwijdte van de duurzaamheidslening zal in Stadsberichten bekend worden gemaakt.

Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit - Verordening SVn Duurzaamheidslening Amerfoort 2010 (nr. 3355903)

Gemeente Amersfoort raadsbesluit

pagina 1

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3336840

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 februari 2010, sector SOB/MIL (nr.3336840); b e s l u i t:

1. de regeling voor de duurzaamheidslening te laten aansluiten bij de regelingen voor Startersleningen wat betreft de maximale WOZ-waarde van woningen waarop de regelingen van toepassing zijn; 2. hiertoe de duurzaamheidslening tijdelijk (tot 01-01-2011) van toepassing te laten zijn op woningen met een WOZ-waarde van maximaal €350.000,--; 3. daarvoor de Verordening SVn Duurzaamheidslening Amersfoort 2010 vast te stellen; 4. met ingang van de datum van inwerkingtreding de Verordening SVn Duurzaamheidslening Amersfoort 2009 in te trekken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier

de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Boeve


: 16-02-2010 : -: 30-03-2010 :


: 3334544 : 16 februari 2010 : HB-2

TITEL 1e en 2e begrotingswijziging 2010 Recreatieschap

BESLISPUNTEN In het kader van de bevoegdheid van de raad om te reageren op de 1e en 2e begrotingswijzigingen 2010 van het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied, bezwaar te maken tegen de begrotingswijzigingen.

AANLEIDING Amersfoort neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Valleien Kromme Rijngebied. Het schap heeft te maken met minder inkomsten dan geraamd, doordat een project dat inkomsten zou opleveren niet doorgaat (1e begrotingswijziging) en ziet zich gesteld voor extra uitgaven in 2010 voor het doen van onderzoek naar andere vormen van beheer voor de grote recreatieterreinen (2e begrotingswijziging). De in juli 2009 vastgestelde begroting 2010 van het schap biedt geen ruimte om deze tegenvallers op te vangen. Dit leidt tot verhoging van de deelnemersbijdragen. Op basis van artikel 29 van de gemeenschappelijke regeling wordt u in de gelegenheid gesteld te reageren op de begrotingswijzigingen.

BEOOGD EFFECT Het door het Algemeen Bestuur van het recreatieschap kunnen laten vaststellen van de 1e en 2e wijziging van de begroting 2010.

ARGUMENTEN Het recreatieschap kent financiële problemen. Omdat er onvoldoende draagvlak was voor verhoging van de deelnemersbijdragen, is de begroting 2010 sluitend gemaakt door bezuinigingen en bijstellingen door te voeren. Bij onze reactie op het aanbieden van de begroting 2010 van het recreatieschap hebben wij gepleit voor een begrotingssystematiek waarbij wordt uitgegaan van een reëele begroting, waarbinnen ruimte is om beperkte wijzigingen op te vangen, zonder dat de deelnemers van het schap zich daar telkens over hoeven uit te spreken aan de hand van begrotingswijzigingen. Het algemeen bestuur heeft op 10 december 2009 ingestemd met de noodzaak van het uitvoeren van de taakopdracht terreinen (o.a. onderzoek naar andere beheersvormen voor de grote recreatieterreinen. Dit vloeit voort uit de zogenaamde fundamentendiscussie die in het schap is gevoerd. De kosten van het onderzoek (€ 85.000,-) kunnen slechts door extra bijdragen van de deelnemers worden gedekt. Hetzelfde geldt voor het uitblijven van inkomsten uit de verondieping Gravenbol (€ 40.000,-), omdat dit project niet kan doorgaan. Amersfoort heeft in het Algemeen Bestuur aangegeven het niet eens te zijn met dekking van deze tegenvallers uit extra deelnemersbijdragen.

Inlichtingen bij:

H.M. Groenland-Brouwer, WSO/MO, (033) 469 43 97


FINANCIËN Voor Amersfoort betekenen de begrotingswijzigingen dat incidenteel een extra bijdrage van € 5288,- aan het schap moet worden betaald. Een bezwaar van Amersfoort tegen de begrotingswijzigingen ontslaat ons niet van de plicht de extra bijdrage te betalen. De extra bijdrage van € 5288,- valt binnen het in de gemeentebegroting geraamde budget voor deelname aan het recreatieschap.


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit


pagina 1

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3334544

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 februari 2010, sector WSO/MO (nr.3334544); b e s l u i t:

In het kader van de bevoegdheid van de raad om te reageren op de 1e en 2e begrotingswijzigingen 2010 van het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied, bezwaar te maken tegen de begrotingswijzigingen.


de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld


: 09-03-2010 : --: 30-03-2010 :


: 3358640 : 17 februari 2010 : HB-3

TITEL Beslissing op bezwaar Palestinaweg 5/7 te Hooglanderveen

BESLISPUNTEN 1. Het bezwaar ongegrond te verklaren conform bijgevoegde concept beslissing op bezwaar en daarmee tevens het bevoegdheidsgebrek te herstellen; 2. het ondertekenen van de beslissing op bezwaar te mandateren aan het hoofd van de afdeling Juridische Zaken.

AANLEIDING Op 30 oktober 2009 is het verzoek tot het nemen van een projectbesluit en daarmee de bouwaanvraag eerste fase voor het realiseren van een woning op het perceel Palestinaweg 5/7 te Hooglanderveen afgewezen. Deze afwijzing is ten onrechte door het college en niet door de raad geschied. Tegen dit besluit is bezwaar gemaakt. Een hoorzitting in het kader van de bezwaarprocedure heeft op 7 januari 2010 plaats gehad. Gelet op de motie die op 24 maart 2009 is aangenomen, waarin is besloten dat het gebied ten noorden van de huidige Laak (Vathorst-Noord) niet in aanmerking komt voor het ontwikkelen van woningbouwplannen, is het verzoek tot het nemen van een projectbesluit afgewezen. In bezwaar zijn geen feiten/argumenten naar voren gebracht die een nieuw of ander gezichtspunt geven, zodat u wordt geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren. In bezwaar is een bevoegdheidsgebrek geconstateerd: het besluit is ten onrechte door het college genomen en niet door de raad. Projectbesluiten zijn voorbehouden aan de raad. Met deze beslissing op bezwaar wordt dan ook tevens beoogd het bevoegdheidsgebrek te herstellen doordat het primaire bestreden besluit wordt bekrachtigd.

Inlichtingen bij:

M. van Kleef, DIA/VIA, (033) 469 49 04


BEOOGD EFFECT Afhandeling van het bezwaarschrift.


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- Raadsbesluit - Concept beslissing op bezwaar (nr. BZW.09.0345.001/BVE996017)


pagina 1

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3358640

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 februari 2010, sector DIA/VIA (nr.3358640);

b e s l u i t:

1. het bezwaar ongegrond te verklaren conform bijgevoegde concept beslissing op bezwaar (nr. BZW.09.0345.001/BVE996017) en daarmee tevens het bevoegdheidsgebrek te herstellen; 2. het ondertekenen van de beslissing op bezwaar te mandateren aan het hoofd van de afdeling Juridische Zaken.


de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld


: 16-03-2010 : --: 30-03-2010 :


: 3364053 : 16 maart 2010 : HB-4

TITEL Vaststelling van de activiteiten voortvloeiende uit de ‘Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’, het daarbij behorende subsidieplafond en de dekking van genoemde regeling.

BESLISPUNTEN Vaststelling van de activiteiten voortvloeiende uit de ‘Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’, het daarbij behorende subsidieplafond ter hoogte van € 200.000,- en de dekking van de ‘Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’ uit de RRI.

AANLEIDING In september 2009 heeft ons college besloten in het kader van de ‘Taskforce Woningbouw’ een pakket aan (tijdelijke) maatregelen in te zetten ter stimulering van de woningbouw. U bent hierover geïnformeerd door middel van de Raadsinformatiebrief ‘ontwikkeling economische crisis (nr. 4)’, reg. nr. 3239742, pagina 6. Recent heeft ons college, onder de opschortende voorwaarde dat uw raad overgaat tot vaststelling van de activiteit, het subsidieplafond en de dekking via dit raadsvoorstel, de ‘Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’ vastgesteld.

BEOOGD EFFECT Stimulering van de verkoop van nieuwbouwwoningen om zodoende de bouwproductie op gang te houden.

ARGUMENTEN Deze maatregel is gericht op een particuliere koper van een nieuwbouwwoning of kavel en behelst het terugbetalen van maximaal 50% van de leges van de betreffende bouwvergunning indien binnen drie maanden na de verleende bouwvergunning met de bouw wordt gestart. Aangezien een dergelijke terugbetaling niet past binnen de opzet van de belastingwetgeving, hebben wij de ‘Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’ vastgesteld. De regeling houdt in het kort in dat een koper van een nieuwbouwwoning/kavel in Amersfoort de mogelijkheid heeft –indien aan de voorwaarden is voldaan- een subsidie van maximaal € 2.500,- te ontvangen. De regeling loopt van 1 januari 2010 tot 1 januari 2011. Voorts geldt een subsidieplafond van € 200.000,-. Artikel 4:23 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat in een wet of verordening moet zijn vastgelegd voor welke activiteiten subsidie kan worden verleend. In de Algemene Subsidieverordening is bepaald dat dit alle activiteiten betreft waarvoor uw raad een programma heeft vastgesteld. De in de regeling vastgelegde activiteit “aankoop nieuwbouwwoningen” valt niet onder een vastgesteld programma. Bovendien moet het subsidieplafond en de dekking van de financiële middelen door uw raad worden bepaald. Bijgaand besluit heeft dan ook die strekking.

Inlichtingen bij:

mw. mr. A.E. Buteyn, SOB/PO, (033) 469 44 63


KANTTEKENINGEN In dit voorstel vragen wij uw raad, vooruitlopend op de jaarrekening, in te stemmen met het dekken van € 180.000 voor de ‘Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’ vanuit de RRI. Wanneer u besluit tot dekking vanuit de RRI, betekent dat dat er minder middelen beschikbaar zijn voor andere projecten. Met de Nota Grondexploitaties en strategisch vastgoed bent u geïnformeerd over de beschikbare middelen in de RRI en de bestaande wensen.

FINANCIËN Voor de dekking van deze incidentele subsidieregeling is € 200.000 benodigd. Er is € 20.000 beschikbaar in de jaarbudgetten in het programma-onderdeel wonen. Voor het restant is nog geen dekking. Wij stellen uw raad daarom voor in te stemmen met dekking van de subsidieregeling voor een bedrag van € 180.000 uit de RRI.

VERVOLG Niet van toepassing.

BETROKKEN PARTIJEN In Stadsberichten zal naast de officiële bekendmaking van deze verordening een apart item aan dit onderwerp besteed worden. Voorts zullen de diverse bouwbedrijven/ontwikkelaars over deze regeling geinformeerd worden.


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit - Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning (nr. 3279674)


pagina 1

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3364053

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 maart 2010, sector SOB/PO (nr.3364053); b e s l u i t: de activiteit die gesubsidieerd wordt door de ‘Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning’, het bijbehorende subsidieplafond ter hoogte van € 200.000,- en de dekking ter hoogte van € 180.000 van genoemde subsidieregeling uit de RRI vast te stellen.


de voorzitter

Subsidieregeling Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort; gelezen het B&W voorstel d.d. maart 2010 nr. 3363357 sector SOB/PO; overwegende dat het gewenst is regels te geven voor de subsidieverstrekking ten behoeve van de aankoop van een nieuwbouwwoning; gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008; besluiten vast te stellen de volgende subsidieregeling:

SUBSIDIEREGELING AANKOOP NIEUWBOUWWONING

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen In deze subsidieregeling wordt verstaan onder: a.Nieuwbouwwoning: woning of appartement die/dat gebouwd is/wordt op het grondgebied van de gemeente Amersfoort en waarvan de bouw gestart is in het jaar 2010 en wel binnen drie maanden na afgiftedatum van de daarvoor verleende bouwvergunning. b. Koper: natuurlijke persoon of natuurlijke personen die (gezamenlijk) een schriftelijke, definitieve koop/aannemingsovereenkomst met de ontwikkelaar/verkoper/aannemer voor een onder a. bedoelde woning/appartement heeft/hebben gesloten. of natuurlijke persoon of natuurlijke personen die (gezamenlijk) voor een onder a. bedoelde woning een schriftelijke aannemingsovereenkomst zijn aangegaan (hierna ook: particulier opdrachtgever). c. Start bouw: de datum waarop met de graafwerkzaamheden voor de bouw van de nieuwbouwwoning is begonnen en dit schriftelijk overeenkomstig de voorwaarde uit de verleende bouwvergunning is gemeld aan de afdeling SOB/VTH/HH. Artikel 2 Doelgroep Koper van een nieuwbouwwoning in Amersfoort of particulier opdrachtgever tot de bouw van een woning op een kavel in de gemeente Amersfoort. Het doel is de stimulering van de woningmarkt in Amersfoort.

Artikel 3 Subsidieplafond 1. Op grond van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Amersfoort bedraagt het plafond voor deze subsidieregeling ten behoeve van de stimulering van de woningmarkt vanaf datum inwerkingtreding daarvan tot 1 januari 2011 in zijn totaliteit een bedrag van maximaal € 200.000,-. Genoemd bedrag is door de raad beschikbaar gesteld. Het betreft een incidentele subsidie. 2. De maximaal per aanvraag te verstrekken subsidie bedraagt 50% van de gemiddelde bouwleges per woning van het project waarbinnen koper een woning heeft gekocht -dan wel 50% van de bouwleges van de woning die op de gekochte bouwkavel wordt gerealiseerd- met een maximum van € 2.500,-. Een koper heeft slechts eenmaal recht op een subsidieverstrekking. 1

3.

Subsidieverlening vindt plaats zo lang het subsidieplafond niet is bereikt. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

Artikel 4 Toetsingscriteria Bij de subsidieverstrekking gelden de volgende toetsingscriteria: - Koper moet voldoen aan het begrip koper. - Aan een koper wordt slechts eenmaal subsidie verstrekt. - Koper moet een volledig ingevuld door de gemeente verstrekt aanvraagformulier met bijlage inleveren. Onvolledig ingevulde formulieren worden niet in behandeling genomen. - Met de bouw van de nieuwbouwwoning moet zijn gestart in 2010 en binnen drie maanden nadat de bouwvergunning daarvan is verleend.

HOOFDSTUK 2

SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 5 vorm subsidieverstrekking Het college stelt de subsidie ten behoeve van de aankoop van een woning direct vast.

Artikel 6 Indieningstermijn aanvraag De aanvraag voor de subsidie ten behoeve van de subsidiering voor de aankoop van een nieuwbouwwoning moet voor 1 januari 2011 bij het college van burgemeester en wethouders zijn ingediend.Aanvragen die na deze datum worden ingediend vallen buiten deze regeling en worden buiten behandeling gelaten. Artikel 7 Eisen aan de aanvraag De aanvraag moet worden ingediend door middel van een volledig ingevuld door de gemeente verstrekt aanvraagformulier met als bijlage de door verkoper / aannemer en koper ondertekende koopen/of aannemingsovereenkomst betreffende de nieuwbouwwoning.

Artikel 8 Beschikking op de aanvraag De beschikking op een aanvraag voor een subsidie ten behoeve van de aankoop van een nieuwbouwwoning wordt uiterlijk binnen zes weken na ontvangstdatum van de aanvraag aan de aanvrager bekendgemaakt. Artikel 9 Weigeringsgronden Subsidieverstrekking kan naast de weigeringsgronden in de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2008 tevens worden geweigerd op grond van het niet voldoen aan de in deze subsidieregeling opgenomen criteria en/of in het geval dat de aanvrager geen natuurlijk persoon is. Artikel 10 Afdeling 4.2.8 Awb niet van toepassing Afdeling 4.28 Awb is niet op deze subsidieregeling van toepassing.

HOOFDSTUK 3

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Hardheidsclausule Het college kan 1. van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepaling leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. 2. in alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is beslissen. 2

Artikel 12 Inwerkingtreding en duur Deze subsidieregeling treedt in werking, op de dag na publicatie, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2010. Subsidieaanvragen worden vanaf deze datum beoordeeld op basis van deze subsidieregeling. De subsidieregeling is van toepassing op aanvragen die ingediend zijn voor 1 januari 2011. De regeling vervalt van rechtswege nadat de aanvragen die tijdig zijn ingediend zijn afgewikkeld.

Artikel 13 Citeertitel Deze subsidieregeling heet: Subsidieregeling aankoop nieuwbouwwoning.

Vastgesteld in de vergadering van De secretaris,

De burgemeester

PUBLICATIEDATUM:

3

Gemeente Amersfoort

Verordening

Reg.nr.

3393472

De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 23 maart 2010, sector WSO/MO (nr. 3391910); vindt het, gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering; nodig dat er regels komen voor inburgering van inburgeringplichtigen en inburgeringbehoeftigen, waarin de lokale beleidskeuzes zijn opgenomen. De regels betreffen de uitvoering van de gemeentelijke taken informatie en advies, handhaven en faciliteren; heeft artikel 147 van de Gemeentewet gelezen; b e s l u i t: vast te stellen:

Verordening inburgering 2009 - 2012 HOOFDSTUK I Artikel 1

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Begripsbepalingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort; b. De wet: de Wet inburgering; c. Inburgeringplichtigen: iedere oudkomer en nieuwkomer tussen de 16 en 65 jaar, die duurzaam in Nederland wil en mag wonen en die volgens de verplichtingen van de wet, nog niet aan zijn inburgeringplicht heeft voldaan; d. Inburgeringbehoeftige: iedere inwoner van Nederland, niet zijnde een inburgeringplichtige, tussen de 16 en 65 jaar van een andere dan Nederlandse afkomst, wiens participeren in de Nederlandse samenleving beperkt wordt door onvoldoende kennis van de Nederlandse taal en samenleving; e. Inburgeraar: omvat inburgeringplichtigen en inburgeringbehoeftigen; 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. Artikel 2

Informatieverstrekking

1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot voorzieningen ten behoeve van hun inburgering. 3393472 VERORDENNG INBURGERING 2009 - 2012 1 van totaal 4

Gemeente Amersfoort

2. Het college maakt bij de informatieverstrekking in ieder geval gebruik van de volgende middelen: a. Een spreekuur dat telefonisch en fysiek bereikbaar is b. Schriftelijke informatieverstrekking c. Informatie via de website d. Informatiegesprekken. 3. Het college beoordeelt jaarlijks de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeraars en rapporteert daarover aan de raad. HOOFDSTUK II

Artikel 3

DOELGROEPEN EN SAMENSTELLING VAN DE INBURGERINGVOORZIENING OF TAALKENNISVOORZIENING

Aanwijzen van de doelgroep

Asielgerechtigde inburgeringplichtigen en geestelijke bedienaren krijgen, verplicht conform de wet, van het college een inburgeringaanbod. Daarnaast wijst het college de inburgeringplichtigen aan als groep aan wie een inburgeringvoorziening aangeboden kan worden. Tenslotte wijst het college de inburgeringbehoeftigen aan als groep aan wie een inburgeringvoorziening aangeboden kan worden. Artikel 4

De samenstelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening (verder voorziening)

1. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeraar. 2. Indien de inburgeraar een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden,draagt het college er zorg voor dat de inburgeringvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. 3. Een voorziening omvat een cursus, die toeleidt naar een inburgeringexamen, Staatsexamen of een diploma waarmee de inburgeraar aantoonbaar aan zijn inburgeringverplichting heeft voldaan, en een inburgeringexamen. Artikel 5

De inning van de eigen bijdrage

1. De eigen bijdrage wordt vastgesteld op € 200,- Deze bijdrage wordt verrekend met een bonus van € 200,- als de vrijwillige inburgeraar binnen uiterlijk 2 pogingen het inburgeringexamen met succes aflegt. 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. Artikel 6

Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeraar bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. Het deelnemen aan de aangeboden inburgeringcursus of taalkennisvoorziening; b. Het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider; c. Het deelnemen aan voortgangsgesprekken; d. Voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald; e. Het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

3393472 VERORDENNG INBURGERING 2009 - 2012 2 van totaal 4

Gemeente Amersfoort

HOOFDSTUK III HET AANBOD VAN EEN INBURGERINGVOORZIENING Artikel 7

De procedure van het doen van een aanbod

1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet in beginsel mondeling. 2. Wanneer de inburgeraar het aanbod aanvaardt, neemt het college, binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling, het besluit tot toekenning van de voorziening overeenkomstig het gedane aanbod. 3. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk, wanneer de individuele situatie daarom vraagt. In die situatie wordt het aanbod gezonden naar het adres waar de inburgeraar in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven. 4. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringvoorziening of de taalkennis voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringvoorziening worden verbonden. 5. De inburgeraar aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 4 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. 6. Wanneer de inburgeraar het aanbod aanvaardt, neemt het college, binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod. Artikel 8

De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgering- of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval: a. Een beschrijving van de voorziening; b. Een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeraar; c. De datum waarop het inburgeringexamen of het Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald wanneer het inburgeringaanbod een inburgeringplichtige betreft; de datum waarop het inburgeringexamen moet zijn gedaan, wanneer het inburgeringaanbod een inburgeringbehoeftige betreft; d. De verplichting tot betaling van de eigen bijdrage e. De termijnen en wijze van betaling; en f. Ingeval van een inburgeringplichtige oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt. HOOFDSTUK IV DE BESTUURLIJKE BOETE Artikel 9

Het opleggen van bestuurlijke boetes

Bestuurlijke boetes kunnen alleen opgelegd worden aan inburgeringplichtigen en daarbij alleen aan diegenen die niet vallen onder het regiem van Sociale Zekerheid. Voor deze laatste groep geldt het maatregelbeleid van Sociale Zekerheid. Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 100,- indien de inburgeringplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringplichtig is en geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. Indien de inburgeringplichtige zich binnen twaalf maanden opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding geldt opnieuw een boete van ten hoogste € 100,-.


Gemeente Amersfoort

2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening. Indien de inburgeringplichtige zich binnen twaalf maanden opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding geldt opnieuw een boete van ten hoogste € 200,-. 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. 4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringexamen heeft gehaald. Artikel 11 Een tweede examenkans voor inburgeringplichtigen Indien de inburgeringplichtige 80 % van een aangeboden traject heeft gevolgd en hij zich aantoonbaar heeft ingespannen om het inburgeringexamen te halen, kan het college aan een inburgeringplichtige kostenloos een tweede examenmogelijkheid aanbieden. HOOFDSTUK V

DE BESTUURLIJKE BELONING

Artikel 12 Het aanbieden van bestuurlijke beloning Ieder die zijn inburgeringexamen haalt ontvangt van het college een 1-jarig abonnement voor de openbare bibliotheek. HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN Artikel 13 Citeertitel Deze verordening heet Verordening inburgering 2009 - 2012. Artikel 14 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2010. Artikel 15 Intrekking vorige versie De Verordening Wet inburgering 2009-2012 ingangsdatum 1 januari 2009 wordt ingetrokken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de griffier,

de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM:


Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder S. van 't Erve


: 23-03-2010 : 30-03-2010 : 30-03-2010 :


: 3391910 : 23 maart 2010 :

Onder voorbehoud van uitkomst behandeling in De Ronde

TITEL Tijdelijke impuls vrijwillige inburgering

BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met het verlagen van de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering van € 270,naar € 200,-; 2. in te stemmen met het verrekenen van de eigen bijdrage met een bonus van € 200,- als de vrijwillige inburgeraar binnen uiterlijk 2 pogingen het inburgeringsexamen met succes aflegt; 3. artikel 5 van de Verordening inburgering 2009-2012 als gevolg van de beslispunten 1 en 2 te wijzigen; 4. de gewijzigde Verordening Inburgering 2009-2012 vast te stellen.

AANLEIDING In de Raadsinformatiebrief ambities inburgering (nr. 2010-18) gaven wij aan dat per 1 januari 2010 een aantal wetswijzigingen van kracht is, waarvan wij zouden onderzoeken welke wij kunnen benutten om onze ambitie van 627 inburgeraars waar te maken. Aan gemeenten wordt de mogelijkheid geboden de eigen bijdrage voor de vrijwillige inburgering – een zeer moeilijk bereikbare doelgroep – volledig af te schaffen of een lagere eigen bijdrage te vragen dan de nu geldende € 270,- . Wij willen van deze mogelijkheid gebruik maken, omdat dit ons in staat stelt onze ambitie te realiseren. De overige wetswijzigingen bieden geen extra mogelijkheden om onze ambitie van 627 vrijwillige inburgeraars effectiever te kunnen bereiken. Door het verlagen van de eigen bijdrage zullen meer potentiële inburgeraars een aanbod voor een inburgeringstraject accepteren. De mogelijkheid om het geïnvesteerde bedrag ‘terug te verdienen’verhoogt de motivatie om het inburgeringexamen binnen twee pogingen te halen. Hiermee krijgen meer Amersfoorters met een niet-Nederlandse etniciteit de kans om het Nederlands beter te leren beheersen en het functioneren van de Nederlandse samenleving beter te begrijpen. Dit biedt hen meer kansen om als actief burger deel te nemen aan de maatschappij. Dat is goed voor de sociale weerbaarheid van Amersfoort en draagt bij aan de doelstellingen van ons integratiebeleid.

ARGUMENTEN 1.1 Ambitie realiseren Uit ervaringen van het NVA en andere gemeenten blijkt dat het inburgeringsaanbod aantrekkelijker is als er wél een eigen bijdrage gevraagd wordt in combinatie met de mogelijkheid om deze ‘terug te verdienen’. Deelnemers blijken ook gemotiveerder te zijn in hun traject, doordat een beroep op de eigen verantwoordelijkheid gedaan wordt. Met een aantrekkelijk aanbod kunnen wij onze ambitie van 627 inburgeraars beter bereiken. Dit is de meest effectieve maatregel die de wetswijziging biedt om onze ambitie te realiseren. Inlichtingen bij:

R. Groosman, WSO/MO, (033) 469 51 35


1.2 Extra Rijksbijdrage Om aanspraak te maken op de knelpuntenpot van het ministerie van VROM/WWI om knelpunten in de uitvoering van de Wet inburgering aan te pakken, moeten wij in de periode januari t/m mei minimaal 196 trajecten realiseren. Van deze rijksbijdrage (ca. 800.000€) willen wij in het kader van ons speerpunt participatie door inburgering gebruik kunnen maken. Het is kort dag. Met een aantrekkelijker aanbod verwachten wij voldoende trajecten te kunnen realiseren.

KANTTEKENINGEN 1.1 Eigen verantwoordelijkheid. Het verlagen van de eigen bijdrage kan de indruk wekken dat de overheid de eigen verantwoordelijkheid van de vrijwillige inburgeraar inperkt. Door de eigen bijdrage niet af te schaffen, maar te verlagen, en een financiële prikkel aan het succesvol afronden van een inburgeringstraject te koppelen zijn wij van mening dat wij de eigen verantwoordelijkheid juist extra aanspreken.

FINANCIËN De gevolgen van dit besluit kunnen worden opgevangen binnen het beschikbare budget.

VERVOLG Niet van toepassing

BETROKKEN PARTIJEN NVA Centrum voor Duurzame Inburgering


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit - Verordening inburgering 2009-2012 (nr. 3393472)

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3391910

De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 23 maart 2010, sector WSO/MO (nr. 3391910); b e s l u i t:

1 2 3 4

in te stemmen met het verlagen van de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering van € 270,naar € 200,-; in te stemmen met het verrekenen van de eigen bijdrage met een bonus van € 200,- als de vrijwillige inburgeraar binnen uiterlijk 2 pogingen het inburgeringsexamen met succes aflegt; artikel 5 van de Verordening inburgering 2009-2012 als gevolg van de beslispunten 1 en 2 te wijzigen; de gewijzigde Verordening Inburgering 2009-2012 vast te stellen.


de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Van Portefeuillehouder

: Fractievoorzitters / presidium : Gemeenteraad : ---


: --: --: 30-03-2010 :

Aan


: 3359079 : 16 maart 2010 : HB- 5

TITEL Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten

BESLISPUNTEN Notulen, verslagen en besluitenlijsten van 9 februari tot en met 16 februari 2010 vast te stellen

AANLEIDING Conform de Gemeentewet stelt de raad de eigen verslagen vast.

BEOOGD EFFECT Vaststelling van de notulen, verslagen en besluitenlijsten.

ARGUMENTEN Ingekomen voorstellen voor wijzigingen: - geen

VERVOLG De concept-verslagen die op internet staan worden vervangen door de vastgestelde verslagen

BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad.

Namens de Gemeenteraad van Amersfoort, de griffier,

de voorzitter a.i.,

A.M. van Omme

M. Vogels

Bijlagen :

- ontwerp-raadsbesluit

Inlichtingen bij:

J.G. Richard-Pronk, GRF, (033) 469 42 39

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.

3359079

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van de fractievoorzitters/presidium van 16 maart 2010, GRF (nr. 3359079); b e s l u i t:

Notulen, verslagen en besluitenlijsten van 9 februari tot en met 16 februari 2010 vast te stellen: -

Verslag De Ronde 9 februari 2010, Beleidskader Zorg onder Dak, Stedelijk Kompas Amersfoort 2010-2014 (nr. 3353008), besluitenlijst (nr. 3345867) Verslag De Ronde 9 februari 2010, Visie Amersfoort West en aanzet tot discussie over de westkant van de stad (voorgezette bijeenkomst) (nr. 3353506), besluitenlijst (nr. 3351309) Verslag De Ronde 9 februari 2010, Eemplein (nr. 3353049), besluitenlijst (nr. 3345907) Besluitenlijst De Ronde 9 februari 2010, VVD concept motie: Schrappen aanleg Woonwagencentra in Vathorst (nr. 3345920) Verslag De Ronde 9 februari 2010, Fusie SRO- Haarlem, evaluatie (nr. 3353524), besluitenlijst (nr. 3345947) Notulen Het Besluit 9 februari 2010 (nr. 3353948), besluitenlijst (nr. 3351322) Verslag De Ronde 16 februari 2010, SP: n.a.v. achterblijven actieve informatie over de conclusies van het woningbehoefte onderzoek (nr. 3359669), besluitenlijst (nr. 3352423) Verslag De Ronde 16 februari 2010, PvdA enJA: RIB 2010-14 ‘Stand van zaken Monumentenzorg en Archeologie’ (nr. 3359680), besluitenlijst (nr. 3352446) Notulen Het Besluit 16 februari 2010 (nr. 3363745 + bijlage nr. 3363716), besluitenlijst (nr.3352349)

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 maart 2010. de griffier,

de voorzitter,

AGENDAPUNT HB-6.

STEMBRIEFJE

(3400893)

Benoeming buitengewone fractieleden ___________________________________________________________________________________

Fractie BPA: - G. van Vliet - G.A. Veenendaal Fractie VVD: - M. Ballast-Tartarian - R. van Ravenzwaaij Fractie PvdA: - E. Hinloopen Fractie D66: - D.H. van de Voort - T. van der Weide Fractie GroenLinks: - A.H.M. Tolboom Fractie CDA: - A.J. Pongers - M. Paffen-Zeenni Fractie CU: - R.K. Dijksterhuis - G.H. Hunink Fractie SP: - A.M. Meijer - P.H.M. van Griensven Fractie Trots op Nederland: - J.E.J. Woudenberg - A.J.W. den Ouden

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder

: Fractievoorzitters / presidium : Gemeenteraad : ---


: : : :

----30-03-2010 30-03-2010


: 3391749 : 16 maart 2010 : HB-7

Allen benoemd

TITEL Benoeming voorzitter en leden Commissie begroting en verantwoording

BESLISPUNTEN De Commissie begroting en verantwoording voor de raadsperiode 2010-2014 als volgt samen te stellen: 1. voorzitter: -

de heer M. Tigelaar, vanuit de fractie van de CU

2. leden: -

de heer G. van Vliet vanuit de fractie van de BPA

-

de heer E. Hinloopen vanuit de fractie van de PvdA

-

de heer T. van der Weide vanuit de fractie van de D66

-

de heer D.A. van de Velde vanuit de fractie van de GRL

-

de heer R.P. Offereins vanuit de fractie van de CDA

-

de heer A.J.W. den Ouden vanuit de fractie van Trots op Nederland

AANLEIDING Nu er een nieuwe raad is aangetreden moeten de voorzitter en de leden van de Commissie begroting en verantwoording door de raad worden benoemd. In artikel 3 van het Reglement van orde van de raad 2010 zijn de taak en samenstelling van de commissie geregeld. Iedere fractie kan een fractielid ter benoeming aan de raad voordragen; ook buitengewone fractieleden kunnen als lid worden voorgedragen.

BEOOGD EFFECT Het samenstellen van de Commissie begroting en verantwoording voor de raadsperiode 2010-2014.

ARGUMENTEN Deze personen zijn voorgedragen door de fracties. In de voorgaande raadsperiode was de heer Tigelaar voorzitter van de commissie. Wij stellen voor hem ook voor de komende raadsperiode te benoemen. De SP-fractie heeft voorgesteld om over taken en werkzaamheden van de commissie nog een keer apart te praten. Zonodig kan de verordening op een later moment worden aangepast.

KANTTEKENINGEN Niet van toepassing

Inlichtingen bij: Raadsgriffie, (033) 469 4379


FINANCIËN Niet van toepassing


BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.

Fractievoorzitters gemeenteraad van Amersfoort, de griffier,

de voorzitter a.i.,

A.M. van Omme

M. Vogels

Bijlagen

- geen

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3391749

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van het fractievoorzitters/presidium van 16 maart 2010, GRF (nr. 3391749);

besluit

de Commissie begroting en verantwoording voor de raadsperiode 2010-2014 als volgt samen te stellen: 1. voorzitter: - de heer M. Tigelaar, vanuit de fractie van de CU 2. leden: -

de heer G. van Vliet vanuit de fractie van de BPA

-

de heer E. Hinloopen vanuit de fractie van de PvdA

-

de heer T. van der Weide vanuit de fractie van de D66

-

de heer D.A. van de Velde vanuit de fractie van de GRL

-

de heer R.P. Offereins vanuit de fractie van de CDA

-

de heer A.J.W. den Ouden vanuit de fractie van Trots op Nederland

Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 maart 2010. de griffier,

de voorzitter,

Sollicitatieplicht voor iedereen

MOTIE

Amersfoort, 24 maart 2010 Raadsvoorstel nr.:

De raad van de gemeente Amersfoort; Overwegende dat De lopende collegeonderhandelingen tot gevolg zullen hebben dat 1 of meer wethouders niet zullen terugkeren. De lopende collegeonderhandelingen tot gevolg zullen hebben dat 1 of meer wethouders niet zullen terugkeren. Het gemeentelijk beleid de afgelopen 4 jaar intensief ingezet heeft op het voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid met de sollicitatieplicht als belangrijk instrument. De gemeente Amersfoort in de komende raadsperiode ingrijpende en pijnlijke bezuinigingen moet doorvoeren. Van mening zijnde dat De politiek een voorbeeldfunctie heeft voor burgers. Een geloofwaardig re-integratiebeleid een groter maatschappelijk draagvlak creëert als politici zich aan hetzelfde regiem onderwerpen als gewone burgers. De kloof tussen burgers en politiek kan worden verkleind als politici voor zichzelf geen uitzonderingsposities creëren. Wachtgeldregelingen onevenredig zwaar op de gemeentebegroting drukken. Verzoekt aftredende en niet terugkerende wethouders zich op basis van vrijwilligheid te onderwerpen aan dezelfde sollicitatieplicht als andere werkzoekenden en roept hen op een intentieverklaring te ondertekenen, waarin zij verklaren zich aan deze sollicitatieplicht te houden.

Datum, 24 maart 2010 Geert Groeneveld SP Fractie

SP: Sollicitatieplicht voor iedereen



Programma van Eisen zwembad en sporthal Hogeweg Voorbereiding besluit

SP: Sollicitatieplicht voor iedereen

Programma van Eisen zwembad en sporthal Hogeweg Voorbereiding besluit Reg.nr.: 3393306 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Dijkman (033 469 50 69) Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: Dijkman Samenvatting: De raad heeft in de vergadering van 16 februari 2010 motie M-17.11 aangenomen. Met deze motie wordt het college opgedragen: "het Programma van Eisen voor het nieuwe Zwembad aan de Hogeweg, alsmede het Programma van Eisen voor de sporthal ten spoedigste aan de gemeenteraad ter vaststelling aan te bieden." Reden van aanbieding: Raad heeft erom gevraagd (motie M-17.11) Van de raad wordt gevraagd: Normaliter is het vaststellen van een Programma van Eisen in feite uitvoering van een raadsbesluit en wordt dat niet door de raad maar door het college vastgesteld. Bij motie heeft de raad in dit geval het college een opdracht gegeven. Het college voldoet met dit voorstel aan die opdracht. Van de raad wordt dus gevraagd het Programma van Eisen vast te stellen. Vervolgtraject: Na vaststelling van het Programma van Eisen door de raad en na besluitvorming door het college over het door NV SRO ingediende prestatievoorstel voor het beheer en de exploitatie van het zwembad en de sporthal, wordt de aanbesteding voorbereid. Doel activiteit: Voorbereiding belsuit Soort activiteit: Raadsvoorstel Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: Raadsvoorstel (/smartsite.shtml?ch=ter&id=220156) : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/college/besluiten/2010/week%2010/3375618%20-%20Programma%20van%20eisen%20sportvoorzieningen%20Hogeweg.pdf : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/Moties%20en%20amendementen/Reguliere%20raad%202010/M-17.1%20Motie%20Vaststellen%20PvE%20van%20nieuwe%20zwembad%20en%20sporthal%20aan%20de%20Hogeweg%20%28BPA%29%2016%20februari%202010%20%28aangenomen%29.pdf nr. 3371328 (pdf) Programma van Eisen Sportvoorziening Hogeweg (pdf)

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder A. Kruyt


: 09-03-10 : : :


: 3371328 : 26 februari 2010 :

TITEL Programma van eisen zwembad en sporthal Hogeweg

BESLISPUNTEN Het programma van eisen voor zwembad en sporthal Hogeweg vast te stellen.

AANLEIDING De raad heeft met de in de vergadering van 16 februari 2010 aangenomen motie M 17.11 het college opgedragen om ..”het Programma van Eisen voor het nieuwe Zwembad aan de Hogeweg, alsmede het Programma van Eisen voor de sporthal ten spoedigste aan de gemeenteraad ter vaststelling aan te bieden.“

TOELICHTING In 2004/2005 heeft de raad kaders gesteld voor het nieuw te realiseren zwembad aan de Hogeweg. Richtinggevende uitspraken zijn onder meer gedaan in de politiek-bestuurlijke discussie naar aanleiding van de volgende notities: - het discussiedocument zwemwater in Amersfoort van september 2004; - de notitie ‘Amersfoort Waterproof” van november 2004 (uitwerking van motie M9.1, 8 november 2004); - de notitie ‘Zwemwater in Amersfoort’ van februari 2005. Bij de kaderstelling is door de raad onder meer aangegeven uit te gaan van sluiting van het Aquadroom, een springfaciliteit in afgeslankte vorm ( 5 meter) en een 50 meterbad met 8 wedstrijdbanen, geschikt voor nationale lange baanwedstrijden internationaal waterpolo. Vervolgens is een concept programma van eisen opgesteld waarbij is uitgegaan van de volgende configuratie: -een 50 meterbad met 8 banen; -een 25 meterbad met 5 meter springfaciliteit en springkuil; -een 25 meter trainings- en instructiebassin.

Inlichtingen bij:

R. Dijkman, WSO/MO, (033) 469 50 69

Gemeente Amersfoort

Dit ‘basisprogramma’ is in 2008 voor reactie voorgelegd aan de zwemverenigingen, KNZB en de NV SRO. Zowel met de vaste gebruikersorganisaties als met de raad is vervolgens in de periode daarna uitgebreid van gedachten gewisseld over de nieuw te realiseren zwembad en sporthal aan de Hogeweg. Het voorlopige programma van eisen voor het zwembad is als gevolg daarvan op verschillende momenten aangepast, onder meer met een 10 banen 50 meterbassin. De meest recente voorlopige versie (2 februari 2010) van dit programma (zwembad en sporthal) is wederom voor reactie voorgelegd aan de zwemverenigingen (Amer en AZ&PC) , de KNZB, de ASF en een aantal andere gebruikers. Alleen van beide zwemverenigingen hebben we een reactie op het conceptprogramma van eisen van 2 februari ontvangen. Met de zwemverenigingen en de KNZB heeft inmiddels op 24 februari jongstleden een vervolgoverleg plaatsgevonden. Als resultaat van dit laatste overleg is het voorlopig programma van 2 februari jl. op enkele punten aangepast (omschrijving verenigingsruimtes, aansluitingen en toiletunits). Met de verenigingen en de KNZB hebben wij overeenstemming bereikt over het thans voorliggende programma van eisen. Ten opzichte van het voorlopige programma van eisen is in de eindversie van 2 maart naar aanleiding van de opmerkingen van gebruikers en de Ronde van 26 januari jl. een aantal wijzigingen opgenomen: -twee verenigingsruimtes van elk 70 m2 (pagina 17); -toiletunits tbv. de verenigingsruimtes (pagina 17); -een multifunctioneel sportbassin van 25x15m ipv 25x12,5 m, geschikt voor schoonspringen vanaf 10 meter (op voorwaarde van externe financiering) (pagina 27 en 28); -de mogelijkheid van gezinsrecreatie in het doelgroepenbad door middel van plaatsing van speeltoestellen en opblaasbare speelelementen, zoals bijvoorbeeld een flexibele glijbaan, in en rond het bassin tijdens recreatieve zwemuren (pagina 29). Voor de sporthal is in het programma een vrije speelhoogte van 9 meter als optie opgenomen. (pagina 31) In overleg met verenigingen en KNZB hebben wij inmiddels het bureau Andres cs. opdracht verleend om de concrete mogelijkheden voor externe financiering vande 10-metertoren te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek verwachten wij voor de zomer.

BEOOGD EFFECT Vaststelling van het programma van eisen voor de sportvoorziening Hogeweg.

ARGUMENTEN 1.1 Uitvoering motie M 17.11 d.d. 16 februari 2010. 1.2 Zowel zwemverenigingen als de KNZB stemmen in met voorliggend programma van eisen.

FINANCIËN Sportvoorziening Hogeweg wordt binnen het beschikbare budget (€ 30,1 miljoen) ontwikkeld.

VERVOLG Na vaststelling van het programma van eisen door de raad en na besluitvorming door het college over het door NV SRO ingediende prestatievoorstel voor het beheer en de exploitatie van het zwembad en de sporthal, wordt de aanbesteding voorbereid.

Gemeente Amersfoort

BETROKKEN PARTIJEN Zwemverenigingen, KNZB, ASF. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- Programma van eisen sportvoorziening Hogeweg, d.d. 1 maart 2010

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3371328

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 februari 2010, sector WSO/MO (nr.3371328); b e s l u i t:

Het programma van eisen voor zwembad en sporthal Hogeweg vast te stellen.


de voorzitter

PROGRAMMA VAN EISEN ZWEMBAD EN SPORTHAL HOGEWEG

Gemeente Amersfoort Sector WSO/V&V/CTS

Versie: 3 maart 2010

Datum: 3 maart 2010

INHOUDSOPGAVE Bladzijde 1. VOORWOORD .................................................................................................................... 4 2. RANDVOORWAARDEN ...................................................................................................... 4 2.1. STEDENBOUWKUNDIG .......................................................................................................... 4 2.2. ARCHITECTUUR ................................................................................................................... 4 3. WET- EN REGELGEVING .................................................................................................... 4 4. RUIMTELIJKE OMSCHRIJVING ......................................................................................... 6 4.1. RUIMTESTATEN.................................................................................................................... 6 4.2. VERDIEPT BOUWEN ............................................................................................................ 12 5. FUNCTIONELE OMSCHRIJVING PER RUIMTE .............................................................. 15 5.1. ALGEMENE RUIMTEN .......................................................................................................... 15 5.2. KANTOREN ........................................................................................................................ 18 5.3. PERSONEEL........................................................................................................................ 18 5.4. HORECA............................................................................................................................. 19 5.5. ALGEMENE RUIMTEN ZWEMBAD .......................................................................................... 21 5.6. WEDSTRIJDBAD ................................................................................................................. 23 5.7. MULTIFUNCTIONEEL SPORTBASSIN ..................................................................................... 27 5.8. DOELGROEPENBAD............................................................................................................. 29 5.9. SPORTHAL ......................................................................................................................... 31 6. BOUWFYSISCHE EISEN ................................................................................................ 35 6.1. TECHNISCHE KWALITEIT VAN HET BINNENKLIMAAT ............................................................ 35 6.1.1. Luchtkwaliteit in relatie tot luchtwegaandoeningen .......................................................... 35 6.1.2. Thermisch comfort ....................................................................................................... 35 6.1.3. Warmtedoorgangscoëfficiënten ..................................................................................... 35 6.2. LUCHTVOCHTIGHEID .......................................................................................................... 35 6.3. GELUID.............................................................................................................................. 35 6.3.1. Geluidsdrukniveau ........................................................................................................ 35 6.3.2. Nagalmtijd ................................................................................................................... 36 6.3.3. Geluidsisolatie .............................................................................................................. 36 6.3.4. Luchtgeluidsisolatie ...................................................................................................... 36 6.3.5. Contactgeluidisolatie ..................................................................................................... 36 6.4. VISUELE KWALITEIT ........................................................................................................... 36 6.4.1. Licht ........................................................................................................................... 36 6.4.2. Lichthinder (verblinding) ............................................................................................... 37 6.4.3. Kleurweergave ............................................................................................................. 37 7. BOUWTECHNISCHE EISEN.............................................................................................. 38 7.1. ALGEMEEN ......................................................................................................................... 38 7.2. BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN........................................................................................ 38 7.2.1. Gevels ......................................................................................................................... 38 7.2.2. Daken ......................................................................................................................... 38 7.2.3. Kozijnen en deuren ...................................................................................................... 38 7.2.4. Vloeren ....................................................................................................................... 38 7.2.5. Wanden ...................................................................................................................... 39 7.2.6. Plafonds ...................................................................................................................... 40 7.3. BUITENTERREIN................................................................................................................. 40

Programma van eisen zwembad en sporthal Hogeweg

2 van 63

Datum: 3 maart 2010

8. INSTALLATIETECHNISCHE EISEN .................................................................................. 41 8.1. ALGEMEEN ......................................................................................................................... 41 8.2. WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES............................................................................ 41 8.2.1. Voorschriften ............................................................................................................... 41 8.2.2. Verwarming ................................................................................................................. 41 8.2.3. Ventilatie ..................................................................................................................... 42 8.2.4. Loodgieterswerk en sanitair........................................................................................... 42 8.2.5. Vuilwater rioleringscircuit .............................................................................................. 43 8.2.6. Gasinstallatie ............................................................................................................... 43 8.2.7. Gebouwbeheersysyteem ............................................................................................... 43 8.3. ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES .................................................................................. 44 8.3.1. Voeding en verdeelkast................................................................................................. 44 8.3.2. Lichtinstallatie (leidingnet en aansluitpunten).................................................................. 44 8.3.3. Armaturen ................................................................................................................... 45 8.3.4. Noodverlichtingsinstallatie ............................................................................................. 46 8.3.5. Krachtinstallatie ........................................................................................................... 46 8.3.6. Voorzieningen warmte technische installatie ................................................................... 46 8.4. COMMUNICATIE-INSTALLATIES ........................................................................................... 46 8.4.1. Glasvezelnetwerk / ICT ................................................................................................. 46 8.4.2. Telefooninstallatie ........................................................................................................ 46 8.4.3. Brandmeld- en ontruimingsinstallatie ............................................................................. 46 8.4.4. Centrale Antenne Installatie .......................................................................................... 47 8.4.5. Datanetwerk ................................................................................................................ 47 8.4.6. Omroep/ geluidinstallatie .............................................................................................. 47 8.5. BEVEILIGINGSINSTALLATIES............................................................................................... 47 8.5.1. Brandbeveiligingsinstallaties .......................................................................................... 47 8.5.2. Bliksembeveiligingsinstallatie ......................................................................................... 47 8.5.3. Overspanningsbeveiligingsinstallatie............................................................................... 48 8.5.4. Aarding ....................................................................................................................... 48 8.5.5. Inbraakdetectie-installatie ............................................................................................. 48 8.5.6. CCTV installatie ............................................................................................................ 48 8.5.7. Drenkelingendetectiesysteem (DDS) .............................................................................. 48 8.5.8. Toegangscontrole ......................................................................................................... 48 8.6. WATERBEHANDELINGSINSTALLATIES .................................................................................. 49 BIJLAGE 1: BIJLAGE 2: BIJLAGE 3: BIJLAGE 4:

NAGALMTIJDEN ................................................................................................. 52 RUIMTE TEMPERATUREN .................................................................................. 55 VENTILATIE ....................................................................................................... 58 VERLICHTING .................................................................................................... 61


3 van 63

Datum: 3 maart 2010

1.

VOORWOORD

De gemeente Amersfoort is voornemens een nieuw sportaccommodatie te ontwikkelen en te realiseren aan de Hogeweg in Amersfoort. Voor deze ontwikkeling en realisatie zijn in dit document de programma-eisen voor de huisvesting vastgelegd.

2.

RANDVOORWAARDEN

2.1.

STEDENBOUWKUNDIG

De stedenbouwkundig randvoorwaarden zijn beschreven in het Bestemmingsplan “Hogewegzone” d.d. 22 september 2009 met projectnummer 90156 en ID-nummer NL.IMRO.03070000SAB90516-VO01 en het Beeldkwaliteitsplan “Hogewegzone” van KCAP Architect & Planners, d.d. september 2009. Op de zwembadlocatie wordt de mogelijkheid geboden te investeren commerciële voorzieningen, zoals welness, fitness, sauna, ed. Deze functies dienen in samenhang met het zwembad ontwikkeld te worden maar maken geen onderdeel uit dit programma. 2.2. ARCHITECTUUR De architectonische randvoorwaarden zijn beschreven in het Beeldkwaliteitsplan “Hogewegzone” van KCAP Architect & Planners, d.d. september 2009.

3.

WET- EN REGELGEVING

Voor de nieuwe huisvesting zijn de hieronder genoemde algemeen geldende normen en voorschriften van toepassing:

(Nieuw) Burgerlijk Wetboek Stabu Standaardbepalingen UAV-GC 2005 Wet ruimtelijke ordening en de bijbehorende uitvoeringswet en regelgeving Besluit ruimtelijke ordening Wet Milieubeheer Milieueffectrapportage (MER) Besluit MER (Wet Milieubeheer) Strategische Milieubeoordeling (SMB) Wet milieugevaarlijke stoffen Wet Bodem Bescherming Nieuwe Wet luchtkwaliteit Leefmilieuverordening Flora/fauna en Speciale Beschermingszones Beleidsvernieuwing Bodemsanering Grondtransacties HandhavingsUitvoeringsMethode Grondstromen (HUM) Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren Bouwstoffenbesluit


4 van 63

Datum: 3 maart 2010

Grondwaterwet Meetcode elektriciteit Gaswet Meetcode gas Waterleidingwet Waterstaatswetgeving Waterschapswet Ontgrondingenwet Omgevingsrecht Beleidsregels opgravingsbevoegdheid Eisen College voor de Archeologische kwaliteit Bestrijdingsmiddelenwet Gebruiksbesluit Bouwbesluit Modelbouwverordening/de gemeentelijke Bouwverordening Drank- en Horecawet Tabakswet BSE-programma’s Wet Hygiëne Veiligheid Bad Zweminrichtingen (WHVBZ) Verlichting voor Sportaccommodaties; Algemene Grondslagen; NSVV Verlichting voor Sportaccommodaties; Binnensporten; NSVV Verlichting voor sportaccommodaties; deel 11 Zwemmen; NSVV/NSF Brochure Duurzame zwembaden; Novem Handboek voor Toegankelijkheid

Verder dient de accommodatie te voldoen aan: het Internationaal Toegankelijkheidssymbool ITS (handleiding uitgegeven door de Federatie Nederlandse Gehandicaptenraad). Het gebouw dient te voldoen aan de eisen voor verkrijging van het ITS symbool waarmee aan de toegankelijkheidsbehoefte van bezoekers met een functiebeperking wordt voldaan. Keurmerk ISA Sport Keurmerk Veilig en Schoon


5 van 63

Datum: 3 maart 2010

4.

RUIMTELIJKE OMSCHRIJVING

4.1.

RUIMTESTATEN

In het ontwerp dienen de oppervlakten uit onderstaande ruimtestaten te worden gehanteerd als streefafmetingen. Door middel slim ontwerpen kan men creatieve toepassingen tot stand brengen in de lay-out, waardoor er een maximaal multifunctioneel gebruik van functies ontstaat.

Tabel 1. Algemene ruimten Ruimte/functie

per aantal totaal eenheid m² in m²

a b c d e f g h i

entree incl. tochtsluis centrale hal receptieruimte back-office toiletten D + H Miva-toilet entree verenigingsruimte verenigingsruimte berging/ kantoor verenigingsruimte j toiletten D+H vereniging k Miva-toilet l dienstingang m fietsenstalling n werkkast totaal nuttig vloeroppervlak

toeslag verkeersruimte toeslag constructie

20 250 30 10 3 7 20 140 10

1 1 1 1 8 1 1 1 1

20 250 30 10 24 7 20 140 10

6 7 5 30 8

2 1 1 1 1

12 7 5 30 8 573

10,0% 8,0%

57 50

totaal bruto vloeroppervlak

Opdeelbaar in twee gelijke delen

681

Tabel 2. Kantoren Ruimte/functie

a b c d e


kantoor bedrijfsleider kantoor teamleiders archief-, kopieer- en printruimte vergaderruimte serverruimte totaal nuttig vloeroppervlak


20 20 10 40 6

1 1 1 1 1

10,0% 8,0%

10 8



20 20 10 40 6 96

114

6 van 63

Datum: 3 maart 2010

Tabel 3. Personeel Ruimte/functie

a b c d e


personeelsruimte toiletten D + H doucheruimte personeel kleedruimte personeel wasruimte totaal nuttig vloeroppervlak


50 3 8 20 6

1 4 2 2 1

10,0% 8,0%

12 11


50 12 16 40 6 124

147

Tabel 4. Horeca Ruimte/functie

a b c d e f g


horecaruimte uitgiftepunt tribune bereidingskeuken spoelkeuken berging werkkast containerruimte totaal nuttig vloeroppervlak


250 20 40 30 30 8 20

1 2 1 1 1 1 1

0,0% 8,0%

0 33



250 40 40 30 30 8 20 418

451

7 van 63

Datum: 3 maart 2010

Tabel 5. Algemene ruimte zwembad Ruimte/functie

a b c d e f g h i j


gemeenschappelijke kleedruimte wisselcabines (standaard) wisselcabines (groot) ruimte garderobekasten doucheruimte toiletten D + H toilet MIVA make-upruimte/ haardroogruimte berging werkkast totaal nuttig vloeroppervlak


25 2 3 0,12 48 3 7 20

8 40 10 600 2 12 1 1

200 80 30 72 96 36 7 20

30 8

1 1

30 8 579

20,0% 8,0%

116 56


750

Tabel 6. Wedstrijdbad Ruimte/functie

a bassin (52 x 25 m.)

per aantal totaal eenheid m² in m² 1.301

1

1.301

854 20 10 30 15

1 1 1 1 1

854 20 10 30 15

10 180

1 1

10 180

3 7 40

12 1 2

36 7 80 2.543

0,0% 8,0%

0 203

b c d e f

perron juryruimte badmeesterpost terras bij horeca uitgiftepunt fysiotherapie/massage/dopingcontrole g EHBO ruimte h tribune i toiletten D + H j Miva-toilet k berging zwemzaal totaal nuttig vloeroppervlak

toeslag verkeersruimte toeslag constructie totaal bruto vloeroppervlak


10 banen, diepte 2,2 m., verschuifbaar springperron/keerwand ad 2 m., met beweegbare bodem met schuinstand van 25 x 10 m. kopse zijden 5 en 3 m. en langszijden 6 en 3 m.

capaciteit 300 vaste toeschouwerplaatsen + 150 flexibele toeschouwerplaatsen op perron

2.746

8 van 63

Datum: 3 maart 2010

Tabel 7. Multifunctioneel sportbassin Ruimte/functie



375

1

375

6 banen, diepte 3,80 m. tot 5.00 meter, met volledige beweegbare bodem met schuinstand, incl. 2 x 3 m., 2 x 1 m. en 3,5,7,5 en 10-meter wedstrijdspringplanken

b perron c tribune

588 60

1 1

588 60

kopse zijden 6 m. en langszijden 6 en 3 m.

10 60 40 40

1 1 1 2

10 60 40 80 1.213

0,0% 8,0%

0 97

d e f g

badmeesterpost droogspringruimte krachtsportruimte berging zwemzaal totaal nuttig vloeroppervlak


capaciteit 100 vaste toeschouwerplaatsen + 50 flexibele toeschouwerplaatsen op perron

1.310

Tabel 8. Doelgroepenbad Ruimte/functie



200

1

200

b perron c berging zwemzaal totaal nuttig vloeroppervlak

268 40

1 2

268 80 548

0,0% 8,0%

0 44



diepte 2,2 m., volledig beweegbare bodem met schuinstand kopse en langszijde 3 m.

592

9 van 63

Datum: 3 maart 2010

Tabel 9. Technische ruimten zwembaden Ruimte/functie

a b c d e f g h i j k


CV ruimte filterruimte werkplaats + kantoor luchtbehandelingsruimte ruimte zoutelectrolyse vuilwaterkelder bufferkelder schoonwater kelder elektrameterruimte traforuimte gasmeterruimte totaal nuttig vloeroppervlak


100 150 50 500 30 150 150 150 4 15 4

1 1 1 1 1 1 4 1 1 1 1

5,0% 8,0%

88 147


100 150 50 500 30 150 600 150 4 15 4 1.753

1.988

Tabel 10. Sporthal Ruimte/functie

a b c d e f g h i j k l

sportvloer (48 x 28 m.) toestellenberging EHBO-ruimte / behandelkamer juryruimte kleedruime doucheruimte toiletten D + H Miva-toilet docentenkamers werkkast docenten/scheidsrechters was/kleed/- toiletruimte tribune

per aantal totaal eenheid m² in m² 1.344 60 10 20 25 12 3 7 10 16 17

1 3 1 1 6 6 6 1 3 1 3

1.344 180 10 20 150 72 18 7 30 16 51

0,6

200

120

0,00% 8,00%

0 161

8,00%

174

2.179

totaal netto vloeroppervlak

toeslag constructies

capaciteit 200 vast en 200 tijdelijk voor centre court

2.018

totaal nuttig vloeroppervlak

toeslag verkeerscirculatie toeslag installaties

vrije hoogte is 7 meter.

totaal bruto vloeroppervlak Totaal bruto vloeroppervlak:


2.354 11.133

10 van 63

Datum: 3 maart 2010

Tabel 11. Terrein Ruimte/functie

a b d e


bruto bebouwd oppervlak entreegebied autoparkeerplaatsen fietsstallingsplaatsen Totaal benodigd terreinoppervlak

25 1

150 636

8.197 3.000 1.875 636 13.708

zie overzicht verdiept bouwen 3.750 m² verdeeld over 2 parkeerlagen

Tabel 12. Parkeernorm fietsen Parkeernorm fietsen CROW

Parkeren t.b.v. het zwemmen Parkeren t.b.v. sporthal

m² bvo

1.876 1.344 aantal bezoekers

Parkeren t.b.v. bezoekers zwembad Parkeren t.b.v. bezoekers sport Totaal


aantal pp totaal per 100 aantal pp m²

20 6

375 81

aantal pp totaal aantal pp per bezoeker

400

0,3

120

200

0,3

60 636

11 van 63

Datum: 3 maart 2010

4.2.

VERDIEPT BOUWEN

Hierna is weergegeven welke ruimten er eventueel op een verdieping gelokaliseerd kunnen worden. Hiermee wordt optimaal grondgebruik bevorderd. Ruimte/functie

Verdiept Bebouwd vloeroppervlak

a b c d e f g h i j k l m n

Tabel 1. Algemene ruimten entree incl. tochtsluis centrale hal receptieruimte back-office toiletten D + H Miva-toilet entree verenigingsruimte verenigingsruimte berging/ kantoor verenigingsruimte toiletten D+H vereniging Miva-toilet dienstingang fietsenstalling werkkast

n n n n n n n j j j j n n n

24 297 36 12 29 8 24 0 0 0 0 6 36 10

a b c d e

Tabel 2. Kantoren kantoor bedrijfsleider kantoor teamleiders archief-, kopieer- en printruimte vergaderruimte serverruimte

j j j j j

0 0 0 0 0

a b c d e

Tabel 3. Personeel personeelsruimte toiletten D + H doucheruimte personeel kleedruimte personeel wasruimte

j j j j j

0 0 0 0 0

a b c d e f g

Tabel 4. Horeca horecaruimte uitgiftepunt tribune bereidingskeuken spoelkeuken berging werkkast containerruimte

n j n n n n n

270 0 43 32 32 9 22


12 van 63

Datum: 3 maart 2010

Ruimte/functie

a b c d e f g h i j

Tabel 5. Algemene ruimte zwembad gemeenschappelijke kleedruimte wisselcabines (standaard) wisselcabines (groot) ruimte garderobekasten doucheruimte toiletten D + H toilet MIVA make-upruimte/ haardroogruimte berging werkkast


n n n n n n n n n n

259 104 39 93 124 47 9 26 39 10

n n n n n n

1.405 922 22 11 32 16

n j j j n

11 0 0 0 86

Tabel 7. Multifunctioneel sportbassin a bassin (25 x 15 m.) b perron c tribune d badmeesterpost e droogspringruimte f krachtsportruimte g berging zwemzaal

n n j n n n n

405 635 0 11 65 43 86

Tabel 8. Doelgroepenbad a bassin (20 x 10 m.) b perron c berging zwemzaal

n n n

216 289 86

Tabel 6. Wedstrijdbad bassin (52 x 25 m.) perron juryruimte badmeesterpost terras bij horeca uitgiftepunt fysiotherapie/massage/dopingcontrole g EHBO ruimte h tribune i toiletten D + H j Miva-toilet k berging zwemzaal

a b c d e f


13 van 63

Datum: 3 maart 2010

Ruimte/functie

a b c d e f g h i j k

a b c d e f g h i j k l


Tabel 9. Technische ruimten zwembaden CV ruimte j filterruimte j werkplaats + kantoor j luchtbehandelingsruimte j ruimte zoutelectrolyse j vuilwaterkelder j bufferkelder j schoonwater kelder j elektrameterruimte n traforuimte n gasmeterruimte n Tabel 10. Sporthal sportvloer (48 x 28 m.) toestellenberging EHBO-ruimte / behandelkamer juryruimte kleedruime doucheruimte toiletten D + H Miva-toilet docentenkamers werkkast docenten/scheidsrechters was/kleed/- toiletruimte tribune Totaal bruto vloeroppervlak:


0 0 0 0 0 0 0 0 5 17 5

n n n j n n n n n n n

1.568 210 12 0 175 84 21 8 35 19 59

j

0

8.197

14 van 63

Datum: 3 maart 2010

5.

FUNCTIONELE OMSCHRIJVING PER RUIMTE

5.1.

ALGEMENE RUIMTEN

a. entree inclusief tochtsluis Het sportcentrum uitrusten met een centrale entree uit te voeren in een duidelijk kleurcontrast, duidelijk verlicht en opvallend van vorm met naam (en het logo) van de accommodatie in duidelijke en contrasterende letters. De entree voorzien van een tochtsluis met tochtvrije grote automatische tourniquetdeur geschikt voor grote groepen met daarnaast twee (nood)deuren en passende luifelconstructie met automatische buitenverlichting (schemerschakelaar). Voor gebruik door minder validen dient er in de roterende deur een inwendig gebruiksoppervlak aanwezig te zijn van minimaal 1100 x 1400 mm of 900 x 1800 mm. Indien dit niet het geval is één van de twee (nood)deuren geschikt te maken als entreedeur voor minder validen. Alle toegangsmogelijkheden voldoende vlak over oppervlakte van minimaal 1.800 x 1.800 mm. Buiten een rooster ter breedte van elke deur van verzinkt staal met antislipprofiel op een betonnen put aanbrengen en achter elke deur een schoonloopmat aanbrengen. De put aansluiten op de riolering. De entree situeren op een voor publiek logische en (sociaal)veilige plek. Denk aan de brandweervoorschriften en toegankelijkheid voor mindervaliden. Tevens plaatsen van een brand-/vandalisme bestendige brievenbus volgens goedkeuring TPG, geschikt voor enveloppen van A3 formaat. Naast de centrale entree dienen de volgende in- en uitgangen tot de zwemaccommodatie aanwezig te zijn: een aparte in- en uitgang voor toeschouwers direct vanaf de tribunes van het zwembad een aparte entree voor verenigingen die direct toegang geeft tot de verenigingsruimten een entree tot het zwemstadion direct vanaf de openbare weg voor het aanvoeren van grote voorzieningen en materialen (2.20 x 2.40 meter) een entree tot de sporthal direct vanaf de openbare weg voor het aanvoeren van grote voorzieningen en materialen (2.20 x 2.40 meter) een dienstingang voor personeel aangrenzend/gekoppeld aan een fietsenstalling. b. centrale hal / c. receptieruimte / d. backoffice De centrale hal vormt de overgang van de entree naar de verschillende accommodatieonderdelen en dient tevens als wachtruimte die gerelateerd is aan de horecavoorziening. Vanuit deze ruimte moeten de volgende onderdelen direct bereikbaar zijn: kleedaccommodaties; vergaderruimte; verenigingsruimte; horeca; centrale toiletvoorzieningen; tribune zwembad; tribune sporthal. De centrale hal dient een vriendelijke, warme sfeer te bezitten. Er zal visueel contact moeten kunnen zijn met het zwembad en de horecavoorziening. Ook voor bezoekers die de entreehal wensen te


15 van 63

Datum: 3 maart 2010

gebruiken als wachtruimte dient de ruimte uitnodigend en sociaal veilig te zijn met faciliteiten om het verblijf aangenaam te maken zoals zitjes, leestafel en automaten met drank en versnaperingen. In de hal hangt een monitor waarmee de exploitant en verenigingen informatie kunnen communiceren over het aanbod, openstelling e.d. De toegang tot de verschillende accommodatie-onderdelen zal op een overzichtelijke en logische wijze (via geleidehekken en tourniquettes) in de ontvangstruimte moeten worden gesitueerd. Deze ruimte dient daglichttoetreding te hebben. Langs de wanden dienen tenminste twee geïntegreerde vitrines aangebracht te worden ten behoeve van presentatie van klein materiaal dat te koop is. In de ruimte wordt een aansprekend vorm gegeven balie opgenomen ten behoeve van receptie- en kassawerkzaamheden voor het zwembad en de sporthal. De balie biedt ruimte voor twee werkplekken (werkblad circa 1 x 4 m) en beschikt over voldoende kastruimte. De balieruimte dient een functioneel vloer oppervlak te hebben van circa 18 m². De afsluitbare balie, d.w.z., voor receptie- en kassawerkzaamheden uitvoeren als 'open' balie. Het moet mogelijk zijn dat de balie op een later moment alsnog dicht te maken is, d.m.v. staand, slagvast glas op balieblad tot ca. 2 meter boven vloerpeil receptie. De receptie dient alleen toegankelijk te zijn voor bevoegde personen en na diensttijd geheel afgesloten te kunnen worden. Vanuit de balie is er rechtstreeks toegang tot de back-office. In de back-office is een werkplek, kastruimte, een kluis en een centraal bedieningspaneel voor lichtschakelingen, geluidsomroepinstallatie, alarmeringsinstallatie e.d. opgenomen. In deze ruimte kan een receptiemedewerker zich terug trekken om de kas op te maken en geld af te storten. Bovendien dient de ruimte als vluchtweg voor de receptiemedewerker. Vanuit de balie dient onbelemmerd uitzicht te zijn op: toegang kleedaccommodaties zwembad; toegang kleedaccommodatie sporthal; in- en uitgang(en); entree horeca; toiletten centrale hal. Bij het ontwerpen van de balie aandacht schenken aan zowel functionele, ergonomische (bijv. een “goed rollende” vloer) als esthetische aspecten. De signalering- en bedieningsapparatuur (voor centrale voorzieningen zoals geluid, verlichting, alarm, beveiligingscamera’s) alsmede de monitoren in het baliemeubel of in de wand verwerken. Het dimensioneren en plaatsen van de balie afstemmen op een geautomatiseerd toegang- en betalingssysteem. De balie zodanig ontwerpen dat ook rolstoelgebruikers vanuit de receptie bediend kunnen worden. De balievloer enigszins verhoogd aanleggen zodat de zittende receptiemedewerker de klant ongeveer op ooghoogte ziet. Om geen oponthoud en misverstanden te verkrijgen dient er per richting een tourniquet te worden geplaatst.


16 van 63

Datum: 3 maart 2010

e. toiletten D + H / f. Miva-toilet In de centrale hal te situeren: 1 damestoiletgroep, 1 herentoiletgroep en 1 mindervalide toilet. De toiletten situeren nabij toegang horecavoorziening, daar deze toiletgroepen mede voor de horecavoorziening bedoeld zijn. De damestoiletgroep bestaat uit 5 toiletruimten met een gemeenschappelijke voorruimte. Deze is voorzien van 2 wastafels compleet met koud wateraansluiting, tijdschakeling en spiegels. De herentoiletgroep bestaat uit 3 toiletruimten met een voorruimte waarin gesitueerd 2 urinoirs welke door schaamschotten zijn gescheiden, alsmede 2 wastafels compleet met koud wateraansluiting, tijdschakeling en spiegels. Het mindervalidetoilet volgens de eisen uitvoeren en te installeren. De afmeting dient minimaal 2,20 x 2,20 m te zijn. In de ruimte is een wastafel met spiegel, een warm- en koud watervoorziening en tijdschakeling opgenomen. Tevens is de ruimte voorzien van een goed bereikbare alarmmeldingvoorziening. Alle wanden dienen geschikt te zijn voor montage van wandclosets. De wandclosets alleen voorzien van brillen. g. entree verenigingen De entree geeft toegang tot twee separate verenigingsruimten. Deze entree is gelegen op een sociaal veilige plek en is direct te bereiken vanaf de openbare weg. h. verenigingsruimte / i. berging / j. toiletten/ k. miva toilet Voor de zwemverenigingen is een verenigingsruimte opgenomen. Deze ruimte is opdeelbaar in twee gelijke delen. Deze ruimte dient te worden voorzien van een telefoon- en data aansluiting. In deze ruimte dient een deel van de wand zodanig te zijn uitgevoerd dat er audiovisuele instructies of presentaties verzorgd kunnen worden. Het benodigde oppervlak hiervoor is 3,0 meter breed en 2,6 meter vrije hoogte. De verenigingsruimte beschikt over een berging/kantoor en is voorzien van een toiletruimte die bestaat uit een voorportaal met een wastafel (dames en heren gescheiden), 1 mivatoilet, 2 herentoiletten, 1 urinoir en 2 damestoiletten. De verenigingsruimten dienen direct te grenzen aan het wedstrijdbad. De ruimte dient casco te worden opgeleverd en is geschikt om alle noodzakelijke voorzieningen op het gebied van ventilatie, licht, geluid, communicatie/presentatie, verwarming, warm- en koud stromend water en schoonmaak mogelijk te maken. l. dienstingang Voor het personeel wordt voorzien in een separate in- en uitgang van de accommodatie die op een sociaal veilige plaats gelegen is. De toegang aan de buitenzijde voorzien van automatische buitenverlichting (schemerschakelaar). Bij de toegangsdeur een borstelmat. Een intercom aanbrengen in relatie met de receptie in de centrale hal. Nabij (of gecombineerd met) de dienstingang een overdekte en afsluitbare fietsenberging voor het personeel aanbrengen. m. fietsenstalling Voor het personeel is een inpandige fietsenstalling ((voor minimaal 20 rijwielen/scooters e.d.) voorzien die tevens dienst kan doen als personeelsingang.


17 van 63

Datum: 3 maart 2010

n. werkkast Gelegen in de centrale hal is een werkkast/berging opgenomen voor de opslag van materialen ten behoeve van de BHV en/of andere materialen. Aan de wanden drie legplanken aanbrengen op verschillende hoogten.

5.2.

KANTOREN

De kantoren zijn gelegen in de buurt van de receptieruimte aan de buitenzijde van het gebouw. a. kantoor bedrijfsleider De kantoorruimte omvat een werkplek ten behoeve van een bureauopstelling met twee pc werkstations. Tevens is in de ruimte een aparte vergadertafel voorzien met zes stoelen. De ruimte beschikt over voldoende aansluitpunten en kastruimte. b. kantoorruimte teamleiders Deze kantoorruimte beschikt over twee volwaardige werkplekken (bureaus, stoelen etc.) en een kastenwand. De ruimte voorzien van voldoende aansluitpunten (ook voor automatisering/netwerk). Tevens is in de ruimte een aparte vergadertafel voorzien met zes stoelen. c. archief- kopieer- en printruimte Een aparte kopieerruimte opnemen aansluitend aan kantoorruimte manager en teamleiders. In deze ruimte ook stellingen opnemen voor papiervoorraad en opslag van archief is vereist. d. vergaderruimte Deze ruimte is bestemd voor vergader- en scholingsbijeenkomsten van het personeel. Alle aansluitingen voor audiovisuele voorzieningen zijn opgenomen. Automatische verlichtingsschakeling moet handmatig zowel dimbaar als uitschakelbaar zijn i.v.m. projectiemogelijkheid. e. serverruimte Voor de aan te schaffen PC-configuraties voor alle data-aansluitingen in het gebouw dient een separate geconditioneerde computerruimte met een werkplek te worden ingericht.

5.3.

PERSONEEL

Alle hieronder genoemden personele ruimten zijn uitsluitende te gebruiken voor de medewerkers van het sportcentrum, dus voor zowel de medewerkers van het zwembad als die van de sporthal. a. personeelsruimte Deze ruimte moet een directe relatie hebben met de personeelskleedruimte en de personeelsingang. De personeelsruimte moet voorzien worden van voldoende daglichttoetreding met hand bedienbare draairamen. De ruimte te voorzien van een keukenblok min. 2,50 m met roestvast stalen werkblad, onder- en bovenkastjes en ruimte voor koel/vrieskast met magnetron (voldoende aansluitpunten). In te richten met tafel en stoelen (10 personen) en één zitje. Vaste kastruimte en postvakken aanbrengen.


18 van 63

Datum: 3 maart 2010

b. toiletten D + H Er dient 1 damestoiletgroep en 1 herentoiletgroep gerealiseerd te worden. Deze toiletten voorzien van 2 wastafels compleet met koudwateraansluiting, tijdschakeling en spiegels. De herentoiletgroep bestaat uit 1 toiletruimten met een voorruimte waarin gesitueerd 2 urinoirs welke door schaamschotten zijn gescheiden. c. doucheruimte personeel / d. kleedruimte personeel Deze ruimten dienen door middel van een gang of voorportaal gescheiden te worden van de personeelsruimte. De dames- en herenafdeling dienen gescheiden te zijn. Iedere afdeling bestaat uit: een kleedruimte met 25 kledingkastjes met polsband of pinlocksysteem; een toiletruimte met voorportaal; een doucheruimte met twee douches en voorportaal. e. wasruimte Aangrenzend aan de personeelskleedruimte is een wasruimte gesitueerd waarin een wasmachine en wasdroger opgesteld staan. Ruimte is voorzien van een uitstortgootsteen met warm- en koudwateraansluiting.

5.4.

HORECA

De voorziening dient een sterke verbindingsrelatie te hebben met de centrale hal, het zwembad en de sporthal. Het droge horecadeel heeft een directe verbinding met het natte horecadeel van het zwembad dat gelegen is in de zwemzaal met het wedstrijdbassin. Dit natte gedeelte bestaat uit een uitgiftebalie/bar met een terras. Tijdens evenementen zijn er eveneens één of twee ‘tijdelijke’ uitgiftepunten (zie tribune zwembad). . a. horecaruimte Het restaurant bevat een indeling met sportcafé/-barruimte, een restaurantgedeelte met tafels en stoelen voor 125 personen en een uitgiftepunt voor het natte terras. In de ruimte een compleet barmeubel met alle toebehoren plaatsen met ruimte voor min. 20 personen. Plafondhoogte minimaal 2,60 m. De ruimte (in overleg) te voorzien van een open haard (gesloten gasbrander) met sfeervol meubilair. De indeling van de ruimte qua sfeer accentueren door de keuze meubilair, vloerbedekking, verlichting e.d. De ruimte zodanig uitvoeren dat een flexibele indeling mogelijk is. Het restaurant moet zo mogelijk in twee aparte units geëxploiteerd kunnen worden. De verlichtingsen geluidsinstallatie dient gescheiden te kunnen worden bediend. Hierdoor wordt het mogelijk: bij beperkte bezoekersaantallen een meer intieme sfeer te creëren. gebruikers van de sporthal en het zwembad te separeren indien gewenst, een deel beschikbaar te houden voor sporters/begeleiders, terwijl een ander deel, wellicht gekoppeld aan vergaderruimte en /of multifunctionele ruimte, wordt gebruikt voor andere activiteiten. De garderobe dient een aparte ruimte te zijn in het restaurant. Het ontwerp, de indeling en de afwerking van de inrichting moet voldoen aan de eisen gesteld door de Drank- en Horecawet met onder andere tenminste twee volledig van elkaar gescheiden toilettengroepen met een aanzienlijke capaciteit passend bij dit ruime restaurant en gesitueerd in de


19 van 63

Datum: 3 maart 2010

centrale hal. Tevens dient er te worden voldaan aan de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen welke ondernemers voorschrijft een HACCP-systeem te gebruiken. b. uitgiftepunten tribune Het uitgiftepunt is van belang als in de accommodatie evenementen of sportwedstrijden met veel toeschouwers plaatsvinden. In het horecapunt is een opstelruimte nodig inclusief de benodigde aansluitpunten. De uitvoering/constructie is van belang bij de beoordeling of het in de ruimtestaat opgenomen opslagpercentage verkeersruimte voldoende opstelruimte oplevert, ook voor het consumpties afhalende publiek. c. bereidingskeuken / d. spoelkeuken De keukens, geschikt voor volledige bereiding uit verse grondstoffen tot en met serveren in de horecavoorziening, rechtstreeks verbinden met de berg- en de barruimte, eventueel ook door middel van een doorgeefluik. Inrichting van de keuken geschiedt in samenspraak met de opdrachtgever, exploitant en leverancier. De exploitant dient zorg te dragen voor de investering in de bar- en keukeninrichting. Als gevolg van de HACCP zijn meerdere keukenruimten en bergingen nodig. De bepaling van de afmeting van de keukens omvat de inschatting van de benodigde ruimte voor de verschillende functies om de gerechten te bereiden als: ontvangst goederen; opslag; voorbereiding; 2 keukens (bereidingskeuken en spoelkeuken); afwassen. De benodigde ruimte voor de verschillende functies is afhankelijk van het aantal te bereiden maaltijden, de uit te voeren werkzaamheden, de benodigde keukenapparatuur en de benodigde ruimte voor het logistieke proces (personeel). Dit afstemmen op de omvang van het restaurant en wijze van gebruik in het geval van grootschaliger evenementen/bezoekersaantallen waarbij het restaurant in zijn geheel wordt gebruikt. e. berging Bergingen voor koelinstallatie, koolzuurinstallatie, frisdrank, fusten, etc. Bij het ontwerp van deze ruimten dient aandacht te zijn voor aspecten als ventilatie, afzuiging en hygiëne (tegels, afvoeren). Voor het benodigde aantal bergingen en oppervlakten zie de beschouwing onder ‘keukens’. In deze berging ten behoeve van muziekoptredens en andere activiteiten in het restaurant een 3fasen krachtaansluiting verzorgen. f. werkkast Een afsluitbare ruimte t.b.v. van de horeca. g. containerruimte Een inpandige containerruimte geschikt voor vijf containers (vier afval- en een papiercontainer) met een interne toegang vanuit het complex en een toegang vanaf de openbare weg op een plaats die voor het verzamelen van vuil het meest logisch is. Containers moeten gemakkelijk in en uit het gebouw kunnen worden gebracht.


20 van 63

Datum: 3 maart 2010

5.5.

ALGEMENE RUIMTEN ZWEMBAD

De accommodatie beschikt over drie separate zwemzalen, die zowel gezamenlijk als onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren en in een veilige routing (van ondiep naar diep water) zijn gesitueerd. Er is sprake van een verdeling van de kleedzone in twee aaneengeschakelde zones. Een zone voor het wedstrijden multifunctioneel sportbassin en een zone voor het doelgroepenbassin. Beide delen moeten los van elkaar kunnen functioneren en sluiten aan op een separate douchevoorziening. Maar bij evenementen of andere momenten waarop dat gewenst is moeten de acht kleedruimten als geheel gebruikt kunnen worden. Bezoekers voor het wedstrijden multifunctioneel bassin en de bezoekers aan het doelgroepenbassin hebben vanuit de kleedzone een eigen route via een separate douchevoorziening naar de bassins. Met toegankelijkheid van de accommodatie en de bassins wordt rekening gehouden voor bezoekers met een beperking (MIVA). In de kleedaccommodatie zijn specifiek ontworpen cabines beschikbaar. Voor alle baden dienen transportvoorzieningen te worden opgenomen zodat bezoekers met een lichamelijke beperking eenvoudig, comfortabel en snel in het water kunnen komen. Mogelijkheden zijn mechanische, hydraulische- en waterdrukliften, alsmede elektrische plafondliften. De liften moeten worden voorzien van een stoel of vast zitje zodat de zitting voldoende diep in het water kan komen (400 mm tot 600 mm). Ten behoeve van een veilige en gemakkelijke toegang voor ouderen en personen die slecht ter been zijn dient ten behoeve van alle bassins een verrijdbare en in hoogte verstelbare of uitschuifbare trap aanwezig te zijn. Deze voorzieningen worden opgeslagen in de bergingen bij de betreffende bassins. De

kleedzone is een ruimte die te verdelen is in de volgende onderdelen: In en uitgangzone waarin make-up ruimte opgenomen is Kleedruimten specifiek voor het sport- en onderwijsgebruik Kleedruimten voor het doelgroepenbassin Werkkast en berging

De kleedzone is zoveel mogelijk uitgevoerd met prefab materialen zodat toekomstige aanpassingen eenvoudig mogelijk zijn. De totale kleedzone bestaat uit de volgende ruimten en faciliteiten: 8 gemeenschappelijke kleedruimten met zitregel en schoenenrek waarvan 2 geschikt zijn voor rolstoelgebruik; deze laatstgenoemde twee kleedkamers zijn specifiek toe te wijzen aan het doelgroepenbassin. 500 afsluitbare garderobekasten, 50 afsluitbare waardekluisjes. Allen voorzien van een pinlock systeem. 30 wisselcabines 1,00 x 1,20 m wanden met bij voorkeur hangende constructie (alternatief: op RVS poten), elk met 3 kledinghaken en zitplank; 10 gezinswisselcabines á 3 m² wanden met bij voorkeur hangende constructie (alternatief: op RVS poten), elk met 6 kledinghaken, zitplank en zelfsluitende deuren. De cabines voorzien van plateaus langs de wanden, breed 0,60 m op ca. 0,90 meter boven vloerpeil voor het verkleden van baby’s. Deze cabines dienen tevens geschikt te zijn als kleedruimte voor de rolstoelgebruiker; 2 kleedruimten technisch kader verenigingen, wedstrijdfunctionarissen en docenten onderwijs. Beide ruimten voorzien van 8 afsluitbare garderobekasten een zitregel met kledinghaken van


21 van 63

Datum: 3 maart 2010

voldoende omvang en een eigen douche- toiletruimte bestaande uit twee legionellaproof uitgevoerde wanddouches met infraroodsensor en één toilet. Een gemeenschappelijke doucheruimte voor dames en heren ten behoeve van het wedstrijden multifunctionele bassin uitgerust met 25 legionellaproof uitgevoerde wanddouches met infraroodsensor en tijdschakeling. De doucheruimte zodanig situeren dat iedereen de doucheruimte passeert, gaande van de kleedaccommodatie en toiletruimten naar de zwemzaal. Voor begeleiders, personeel e.d. is er vanuit de kleedruimten een separate route naar de zwemzaal gewenst. In de onmiddellijke nabijheid van de douches een aantal handdoekhaken aanbrengen en vaste rekken voor sporttassen. In de omgeving van deze doucheruimte voldoende verkeersruimte opnemen zodat de lesgroepen (schoolzwemmen en zweminstructie) hier kunnen worden verzameld, geselecteerd en verdeeld over de verschillende bassins. Een gemeenschappelijke doucheruimte voor dames en heren ten behoeve van het doelgroepenbassin uitgerust met 15 legionellaproof uitgevoerde wanddouches met infraroodsensor en tijdschakeling. De doucheruimte zodanig situeren dat iedereen de doucheruimte passeert, gaande van de kleedaccommodatie en toiletruimten naar de zwemzaal. Voor begeleiders, personeel e.d. is er vanuit de kleedruimten een separate route naar de zwemzaal gewenst. Een toiletgroep separaat voor dames en heren die een directe relatie heeft met het wedstrijden multifunctionele bassin. De toiletten bevinden zich tussen de kleedkamers en de doucheruimten. De toiletruimten met vrij van de vloer hangende wandclosets en gescheiden urinoirs. Beide ruimten voorzien van een open voorruimte met wastafel voorzien van spiegel en koudwatervoorziening. De wanden en schaamschotten uit te voeren in kunststof prefab panelen. Een toiletgroep separaat voor dames en heren die een directe relatie heeft met het doelgroepenbad. De toiletten bevinden zich tussen de kleedkamers en de doucheruimten, zo dicht mogelijk gelegen bij het doelgroepenbassin. De toiletruimten met vrij van de vloer hangende wandclosets en gescheiden urinoirs. Beide ruimten voorzien van een open voorruimte met wastafel voorzien van spiegel en koudwatervoorziening. De wanden en schaamschotten uit te voeren in kunststof prefab panelen. Twee toiletten voor bezoekers met een lichamelijke beperking (miva-toilet) volgens de eisen uitvoeren en te installeren; 1 ten behoeve van het wedstrijd- multifunctionele bassin en 1 ten behoeve van het doelgroepenbassin. Een EHBO-ruimte zodanig situeren dat de afstand tot de zwemzalen en sporthal en de afstand/routing tot de ambulance-opstelplaats zo kort mogelijk is. De aan- en afvoerwegen en de deuren in dit traject zodanig uitvoeren dat brancardvervoer niet wordt gehinderd. Een berging voor (schoonmaak)materialen en eventuele transportvoorzieningen voor bezoekers met een lichamelijke beperking. Een werkkast die voorzien is van een uitstortgootsteen met warm en koud water. De kast is voorzien van aan de wand gemonteerde legplanken op verschillende hoogten.

Minimale plafondhoogte 2,75 m of zoveel meer als nodig is volgens het Bouwbesluit. Minimale werkbreedte loopwegen tussen kleedcabines 1,40 meter. De kleedruimten en cabines zoveel mogelijk uitvoeren met prefab materialen zodat toekomstige aanpassingen eenvoudig mogelijk zijn. De deuren van de kleedruimten dienen zelfsluitend te zijn. De situering van de garderobekasten en stellingen zodanig dat preventief toezicht en sociale controle worden bevorderd. Garderobekasten plaatsen op betonsokkel. De tegelvloer te accentueren door kleurverschil in de tegels bedoelt voor schone en vuile voeten gedeelte.


22 van 63

Datum: 3 maart 2010

De make-up ruimte situeren nabij de droge ingang van de kleedaccommodatie. De inrichting bestaat voor alle kleedruimten uit 2 zitregels met achterliggende schoenenberging, vrij van de vloer gemonteerd; kledinghaakregels c.q. kledinghaken verdekt aanbrengen. De kleedruimten en kledingkasten dienen te worden beveiligd/bewaakt door vaste camera's (geschikt voor natte ruimten). De kleedaccommodatie voorzien van een duidelijke routingaanduiding door middel van borden, pictogrammen en kleurstijl in de vloer. Werkkast/berging voor de opslag van verschillende schoonmaakmaterialen en -machines. Aan de wanden legplanken aanbrengen op verschillende hoogten. Werkkast dient te worden voorzien van een uitstortgootsteen met warm en koud water.

5.6.

WEDSTRIJDBAD

Het 50 meter wedstrijdbassin en het multifunctionele sportbassin zijn bouwkundig van elkaar geschieden. a. bassin (52 x 25 m.) Het wedstrijdbad is geschikt voor: zwemwedstrijden op nationaal en internationaal niveau m.u.v. EK, WK en OS; waterpolo op nationaal en internationaal niveau m.u.v. EK, WK en OS; recreatiefzwemmen; instructiezwemmen; doelgroepzwemmen. Het 10 baans wedstrijdbad moet, wat de bassinafmetingen en inrichting betreft, voldoen aan de FINAeisen om er internationaal gezien zwem- en waterpolo-evenementen te kunnen laten plaats vinden. De netto bassinmaten zijn 52 x 25 meter, met een vaste diepte van 2,2 meter (minimaal 2.0 meter). De uiteindelijke maat van het bassin is afhankelijk van de uitvoering van de verplaatsbare wand en de dikte van de aantikplaten. De afstand tussen de aantikplaten dient exact 50,00 meter zijn. Het bassin beschikt over een beweegbare zwembadbodem over 25 x 10 meter met voldoende stroef oppervlak, in te stellen in schuinstand en schoonmaakstand voorzien van elektronische diepteaanduiding. Daarnaast dient de accommodatie geschikt te zijn voor recreatief zwemgebruik. Hiertoe dienen voldoende voorzieningen getroffen worden om (tijdelijke) speelmaterialen aan te kunnen brengen. Het bassin rondom voorzien van een vlakke goot (Finse goot, waterniveau gelijk aan perronniveau, waarbij rekening gehouden wordt met het schuin inlaten van overtollig oppervlaktewater. Tevens is rondom het bassin aan de andere zijde van het perron een vuilwatergoot opgenomen. Aan de kopse zijden zijn demontabele geperforeerde RVS platen aangebracht waaraan de aantikplaten voor de tijdwaarneming bevestigd kunnen worden. Het bassin wordt voorzien van een op railsysteem geplaatste keerwand waarmee 20 banen van 25 meter lengte kunnen worden gecreëerd.


23 van 63

Datum: 3 maart 2010

Het 50 meter bassin dient ook geschikt gemaakt te kunnen worden voor waterpolowedstrijden die een lengte van het wedstrijdveld van 30 meter (exclusief drijvende doelen) vragen. De bassintrappen op een bouwkundige wijze integreren in de wanden en voorzien van wegneembare vergrendelbare leuningen. De bassinlangswanden op 1,10 m beneden de waterspiegel voorzien van een minimaal 0,12 m brede horizontale in de wand ingelaten starand. Daglichtinval mag niet hinderlijk zijn, reflecties en grote contrasten moeten vermeden worden. Toe te passen zonwering integreren in kozijnen. Het glas dient te voldoen aan de eisen op gebied van veiligheid en energie. In of op bassinrand dient ten behoeve van een de montage van wedstrijddoelen, oefendoelen, zwemlijnen, waterpoloveldlijnen, aantikplaten, reclameborden een technische werfgoot te worden opgenomen. Onderstaande genoemde – maar ook de niet genoemde - voorzieningen rondom en in het bad ten behoeve van de zwem en waterpolovoorzieningen dienen overeenkomstig de FINA voorschriften te worden uitgevoerd: beweegbare bodem van 25 x 10 meter; 4 geïntegreerde bassintrappen met wegneembare vergrendelbare leuningen (4-voudige perronbevestiging, zwemwaterbestendig RVS); onderwaterverlichtingsarmaturen; DDS (Drenkelingen Detectie Systeem); 30 demontabele startblokken; vloerpotten met deksel t.b.v. startlijn, keerpuntlijnen en doelen; markeringen t.b.v. waterpolo o.a. doellijn, 2- meterlijn, 5-meterlijn, en middenlijn; bodem- en kopwandbelijning; instelbare Led-verlichting in de bodem-zwembelijning; lijnogen (inwendig); lijndoorvoeren t.b.v. golfwerende wedstrijdlijnen in perron aan kopse keerzijde (in kokers onder de perrons die voldoende breed zijn en zodanig geconstrueerd worden dat ze geen beschadigingen aan de lijnen veroorzaken bij het doorvoeren); lijndoorvoeren t.b.v. trainingslijnen in perron aan kopse keerzijde (in kokers onder de perrons); de trainings- en wedstrijdlijnen worden in het souterrain opgeslagen. tenminste vier onderwater kijkvensters – in ieder langszijde twee stuks – aanbrengen die voldoende breedte hebben om de zwemmer(s) te kunnen observeren en eventuele opnamen te kunnen maken. Alle wedstrijdlijnen zowel voor waterpolo als zwemmen dienen uitgevoerd te worden volgens de FINA-eisen; bassin uitrusten met voorzieningen voor elektronische tijdwaarneming bij zwemwedstrijden en voor de meting van individuele ‘rondetijden’ t.b.v. de recreatieve zwemmer; elektronische tijdmeting en aantikplaten scorebord met 35 seconden-klokken; daar plaatsen waar jury bij waterpolowedstrijden plaats dient te nemen derhalve in het midden van een van de lange zijden; waterpolovoorzieningen met o.a. waterpolodoelen, balvangnetten, bevestigingspunten voor pupillenwaterpolodoelen, neerhaalbare balbevestiging voor waterpolo, startinstallatie (mandje) in midden van het speelveld e.d.; voorzieningen ten behoeve van het spelen van waterpolo in de breedterichting van het bassin op twee velden; voldoende wandtegels met diepte-aanduidingtegels (BHVBZ); voorzieningen mindervalide toegang baden;


24 van 63

Datum: 3 maart 2010

nader aan te duiden bevestiging- c.q. ophangpunten aan wand en/of plafond t.b.v. flexibele plaatsing van speelmaterialen; hiermee dient constructief rekening gehouden te worden. een centraal waterafzuigsysteem met voldoende aansluitpunten t.b.v. verwijdering vuil in baden; NB. als de afzuigcapaciteit of de actieradius niet voldoet als alternatief een automatische elektrische bodemzuiger aanbieden of een ander gelijkwaardig automatisch systeem; faciliteit in de buurt van wedstrijdbad om grote speelobjecten veilig van lucht te kunnen voorzien (opblaasbare speelobjecten); extra ankerpotten in bodem t.b.v. attracties/speelvoorzieningen; zonwering, automatisch bedienbaar, geïntegreerd in de kozijnen (afh. van ontwerp); verwarmde zitbanken tenminste aan één van de lengteperrons voor een raampartij; een aantal open kastjes voor handdoeken, slippers e.d.; goede toegankelijkheid van het bad door mindervalide d.m.v. een verrijdbare en uitschuifbare trap.

b. perron Perrons langszijden: 1 langszijde van 6 meter breed en een langszijde van 3 meter breed + 0,6 meter breedte t.b.v. de overloopgoten. Kopse zijden: startplatform 5 meter en keerzijde 3 meter. Incidentele opbouw van tribunes tijdens evenementen is mogelijk. Bij zwemevenementen dient op het perron een voorstartruimte ingericht te kunnen worden die direct door de zwemmers vanaf de kleedaccommodatie en deelnemerstribune te bereiken is zonder dat hiervoor het startplatform of de perrons aan de langszijden van het bassin gebruikt worden. Deze voorstartruimte staat in directe verbinding met het startplatform en heeft een oppervlakte van ongeveer 30 m². Deze voorstartruimte kan incidenteel opgebouwd worden door daarvoor perronruimte van een aansluitende zwemzaal (= doelgroepenbassin of mf-sportbasin) te benutten. Ook kan gebruik gemaakt worden van ruimten onder tribunes of een kleedruimte. c. juryruimte In de juryruimte wordt het wedstrijdsecretariaat ondergebracht tijdens zwemevenementen. Deze ruimte dient voorzien te zijn van telefoon en aansluitingen voor pc/internet. d. badmeesterpost De ruimte is voorzien van een bedieningsplateau voor licht, geluid en beweegbare bodem. Een speaker tijdens zwemwedstrijden kan hiervan gebruik maken of hierin wordt de bediening van een tijdelijke geluid-omroepinstallatie bij evenementen ondergebracht. In deze ruimte zijn min. 3 vaste bouwkundige en afsluitbare kasten opgenomen voor o.a. bedieningsapparatuur geluidsinstallatie, klein-EHBO materiaal, logboeken en administratieve zaken ten behoeve van zwemactiviteiten van de zwemverenigingen. e. terras bij horeca uitgiftepunt In de zwemzaal is aansluitend aan de horecavoorziening of in de vorm van een separaat horecapunt een zwemmersterras gesitueerd. Er dient hierbij speciale aandacht te zijn voor voorzieningen welke noodzakelijk zijn in verband met de hygiëne. f. fysiotherapie/massage/dopingruimte Een ruimte die ingericht is voor en voorzien is van apparatuur/materialen ten behoeve van algemene sportverzorging en massage – en incidenteel dopingcontrole - is in de zwemzaal van het wedstrijdbassin opgenomen.


25 van 63

Datum: 3 maart 2010

g. EHBO ruimte Op een centraal gelegen positie van de diverse bassins is een EHBO-ruimte voorzien. Deze ruimte is voorzien van telefoon, een wastafel met warm en koud water, een kast voor het opbergen van stretchers en EHBO-materiaal, een koffer met voldoende EHBO-middelen (verbandtrommel A), een tafel met een aantal stoelen, een potentiaal vereffeningspunt AED, een defibrillator en een behandeltafel. Deze ruimte bij voorkeur koppelen aan een kleedkamer zodat bij evenementen een extra behandel/massageruimte beschikbaar is. h. tribune In het wedstrijdbad aan de langszijde een tribunecapaciteit van 300 vaste zitplaatsen realiseren. Rondom deze tribunes, bij voorkeur aan de achterzijde gelegen, geredeneerd vanuit de zwemarena, voldoende verkeersruimte situeren voor de opbouw van tijdelijke horecaverkooppunten, ruimten voor het analyseren van de zwemraces en verkooppunten voor zwemkleding e.d. In de zwemzaal kunnen op het breedste perron (6 meter) nog 150 extra tribuneplaatsen incidenteel opgebouwd worden. Voor de uitvoering van de incidentele tribunes dient een afweging gemaakt te worden tussen het incidenteel inhuren van tribunes of het creëren van opslagruimten voor mobiele tribunes. i. toiletten D + H / j. Miva-toilet In de nabijheid van de tribune dient een 1 damestoiletgroep, 1 herentoiletgroep en 1 mindervalide toilet gesitueerd te worden. De damestoiletgroep bestaat uit 5 toiletruimten met een gemeenschappelijke voorruimte. Deze is voorzien van 2 wastafels compleet met koud wateraansluiting, tijdschakeling en spiegels. De herentoiletgroep bestaat uit 3 toiletruimten met een voorruimte waarin gesitueerd 2 urinoirs welke door schaamschotten zijn gescheiden, alsmede 2 wastafels compleet met koud wateraansluiting, tijdschakeling en spiegels. Het mindervalidetoilet volgens de eisen uitvoeren en te installeren. De afmeting dient minimaal 2,20 x 2,20 m te zijn. In de ruimte is een wastafel met spiegel, een warm- en koud watervoorziening en tijdschakeling opgenomen. Tevens is de ruimte voorzien van een goed bereikbare alarmmeldingvoorziening. Alle wanden dienen geschikt te zijn voor montage van wandclosets. De wandclosets alleen voorzien van brillen. k. berging zwemzaal De ruimte verdelen in 2 bergingen ten behoeve van verenigingsgebruik, opslag voor wedstrijdmaterialen waaronder aantikplaten, ereplatform, waterpolo (dubbel) en recreatief speelmateriaal. Ze dienen geschikt te zijn voor de opslag van verenigingsmaterialen en hebben dubbele afsluitbare deuren. Alle voorzieningen voor de zwem- en waterpolosport worden hier opgeslagen. Inrichting van bergingen zijn nader te bepalen. Er bevinden zich vier apart afsluitbare kasten (van grond tot plafond) voor bijv. het instructiemateriaal en de waterpoloballen van de vereniging. Ook de miva-trap dient hier opgeslagen te kunnen worden.


26 van 63

Datum: 3 maart 2010

5.7. MULTIFUNCTIONEEL SPORTBASSIN Het wedstrijd en het multifunctionele sportbassin zijn ondergebracht in twee separate zwemzalen. Het

mf sportbassin zal voor een grote diversiteit aan gebruikersgroepen geschikt dienen te zijn: schoonspringen op nationaal en internationaal niveau m.u.v. EK, WK en OS zwemwedstrijden nationaal niveau waterpolo nationaal niveau m.u.v. hoofdklasse synchroonzwemmen recreatiefzwemmen instructiezwemmen diplomazwemmen onderwatersport doelgroepzwemmen

De zwemzaal dient visueel afgescheiden te kunnen worden. Inkijk dient zowel van buiten als van binnen uit niet mogelijk te zijn. De bouwkundige scheiding is tevens noodzakelijk om tijdens zwemwedstrijden, het in- en uitzwemmen in het mf-sportbassin mogelijk te maken. a. mf sportbassin (25 x 15 m.) Het mf sportbassin heeft een diepte van 3.80 tot 5.00 meter en een bassinoppervlak van 25 x 15 meter. Het bassin is rondom voorzien van een vlakke goot ( Finse goten) met een waterniveau gelijk aan perronniveau waarbij rekening gehouden wordt met het schuin inlaten van overtollig oppervlaktewater. Tevens is rondom het bassin aan de andere zijde van het perron een vuilwatergoot opgenomen. De kopse zijden zijn voorzien van geperforeerde opstaande RVS keerplaten. De bassintrappen op een bouwkundige wijze integreren in de wanden. De bassinlangswanden op 1,10 m beneden de waterspiegel voorzien van een minimaal 0,12 m brede horizontale in de wand ingelaten starand. Daglichtinval mag niet hinderlijk zijn, reflecties en grote contrasten moeten vermeden worden. Toe te passen zonwering integreren in kozijnen. Het glas dient te voldoen aan de eisen op gebied van veiligheid en energie. Aan de twee kopse zijden van het bassin zijn diverse voorzieningen voor schoonspringen opgenomen. Aan de zijde waarop de springplanken gemonteerd zijn is de waterdiepte 3.80 meter en aan de zijde van de sprintoren is de waterdiepte 5.00 meter. In of op bassinrand ten behoeve van een de montage van wedstrijddoelen, oefendoelen, zwemlijnen, waterpoloveldlijnen, aantikplaten, reclameborden dient een technische werkgoot te worden opgenomen. Voorzieningen rondom en in het bad zijn (van toepassing zijn ook de KNZB-voorschriften / handboek zwembaden): 4 in de wand geïntegreerde bassintrappen met wegneembare vergrendelbare leuningen (4voudige perronbevestiging, zwemwaterbestendig RVS); LED Onderwaterverlichtingsarmaturen ten behoeve van synchroonzwemmen en veiligheid; Onderwaterluidsprekers ten behoeve van synchroonzwemmen; DDS (Drenkelingen Detectie Systeem);


27 van 63

Datum: 3 maart 2010

Aan de één kopse zijde van het bassin staan opgesteld: een platform met twee 3 meterwedstrijdplanken en een platform twee 1 meter-wedstrijdplanken; de 1 meterplanken dienen wegklapbaar te zijn. Aan de andere zijde van het bassin staan opgesteld: een springtoren met platforms op 3, 5, 7.5 en 10 meter1. Aan weerszijden van de toren zijn ( nader te bepalen) oefenvoorzieningen aangebracht in de vorm van 0.5 en 1 meter springplanken. Onder de 3 meterplanken en de springtoren wordt een sproei-installatie aangebracht; Onder de sprintoren is een waterbubble installatie aangebracht; De springplatforms zijn voorzien van een anti-sliplaag; 12 demontabele startblokken; vloerpotten met deksel t.b.v. startlijn, keerpuntlijnen en doelen; markeringen t.b.v. waterpolo o.a. doellijn, 2- meterlijn, 5-meterlijn, en middenlijn; bodem- en kopwandbelijning; instelbare Led-verlichting in de bodem-zwembelijning; lijnogen (inwandig); lijndoorvoeren t.b.v. golfwerende wedstrijdlijnen in perron aan kopse keerzijde (in kokers onder de perrons die voldoende breed zijn en zodanig geconstrueerd worden dat ze geen beschadigingen aan de lijnen veroorzaken bij het doorvoeren); voor trainingsdoeleinden zijn voldoende wedstrijdlijnen van 25 meter lengte beschikbaar die opgeslagen worden in een berging nabij het bassin op mobiele haspels; tenminste twee onderwater kijkvensters aanbrengen die voldoende breedte hebben om de zwemmer(s) te kunnen observeren en eventuele opnamen te kunnen maken. aansluitingen voor onderwatercamera’s voor het synchroonzwemen; scorebord met 35 seconden-klokken; daar plaatsen waar jury bij waterpolowedstrijden plaats dient te nemen derhalve in het midden van een van de lange zijden; waterpolovoorzieningen met o.a. waterpolodoelen, balvangnetten, bevestigingspunten voor pupillenwaterpolodoelen, neerhaalbare balbevestiging voor waterpolo; voldoende wandtegels met diepte-aanduiding (BHVBZ); goede toegankelijkheid mindervaliden van de het bassin; nader aan te duiden bevestiging- c.q. ophangpunten aan wand en/of plafond t.b.v. flexibele plaatsing van speelmaterialen; hiermee dient constructief rekening gehouden te worden; een centraal waterafzuigsysteem met voldoende aansluitpunten t.b.v. verwijdering vuil in baden; NB. als de afzuigcapaciteit of de actieradius niet voldoet als alternatief een automatische elektrische bodemzuiger aanbieden of een ander gelijkwaardig automatisch systeem; faciliteit in de buurt van wedstrijdbad om grote speelobjecten veilig van lucht te kunnen voorzien (opblaasbare speelobjecten); extra ankerpotten in bodem t.b.v. recreatieve speelvoorzieningen/attracties; zonwering, automatisch bedienbaar, geïntegreerd in de kozijnen (afh. van ontwerp); verwarmde zitbanken tenminste aan één van de kopse zijden. een aantal open kastjes voor handdoeken, slippers e.d.;

b. perron De perrons van de kopse zijden zijn 6 meter en 6 meter excl. de goten. De langszijde, die aansluit op de kopse zijde van het wedstrijdbad is 3 meter en de andere langszijde is 6 meter.

1

In opdracht van de Raad van de gemeente Amersfoort zal samen met zwemverenigingen en de KNZB gezocht worden naar externe financiering voor de 10–metertoren. Externe financiering is voorwaarde voor realisatie. Indien deze niet wordt gerealiseerd is de terugvaloptie een 5-meter springfaciliteit, met voorzieningen voor 5, 3 en 1 meter springen.


28 van 63

Datum: 3 maart 2010

c. tribune In het sportbassin wordt een tribunecapaciteit van 150 vaste zitplaatsen gerealiseerd. Rondom deze tribunes voldoende verkeersruimte situeren voor de opbouw van tijdelijke horecaverkooppunten. In de zwemzaal dient verder nog plaats te zijn voor 50 extra tribuneplaatsen incidenteel opgebouwd worden. Voor de uitvoering van de incidentele tribunes dient een afweging gemaakt te worden tussen het incidenteel inhuren van tribunes of het creëren van opslagruimten voor mobiele tribunes. d. badmeesterpost De ruimte is voorzien van een bedieningsplateau voor licht, geluid en beweegbare bodem. Een speaker tijdens zwemwedstrijden kan hiervan gebruik maken of hierin wordt de bediening van een tijdelijke geluid-omroepinstallatie bij evenementen ondergebracht. In deze ruimte zijn min. 3 vaste bouwkundige en afsluitbare kasten opgenomen voor o.a. bedieningsapparatuur geluidsinstallatie, klein-EHBO materiaal, logboeken en administratieve zaken ten behoeve van zwemactiviteiten van de zwemverenigingen. e. droogspringruimte In deze droogspringruimte die gelegen is in de buurt van het mf sportbassin zijn voorzieningen opgenomen die een volwaardige droogspringtraining mogelijk maken. De inrichting is nader te bepalen. Deze ruimte is rechtstreeks te bereiken vanuit de entree. f. krachtsportruimte De krachtsportruimte is gelegen naast, of staat in verbinding met de droogspringruimte. Deze ruimte wordt gebruikt voor alle zwemsporten. De inrichting is nader te bepalen. Deze ruimte is rechtstreeks te bereiken vanuit de entree. g. berging zwemzaal De ruimte verdelen in 2 bergingen ten behoeve van verenigingsgebruik. Ze dienen geschikt te zijn voor de opslag van verenigingsmaterialen en hebben dubbele afsluitbare deuren. Alle voorzieningen voor de zwem- en waterpolosport worden hier opgeslagen. De inrichting is nader te bepalen. Ook de miva-trap dient hier opgeslagen te kunnen worden. In een van de bergingen dient een vulstation voor onderwatersport opgenomen te worden. Deze berging dient vanuit de entree via een korte route bereikbaar te zijn.

5.8.

DOELGROEPENBAD

Het doelgroepenbad is geschikt voor het geven van zweminstructie en is daarnaast bestemd voor een grote diversiteit aan gebruikersgroepen (specifieke groepen als ouderen, mindervaliden, aquarobics, elementaire zweminstructie, vereniging, etc.) geschikt moeten zijn. Tevens dient het doelgroepenbad geschikt te zijn voor gezinsrecreatie. Nader te bepalen speeltoestellen en opblaasbare speelelementen zullen in en rond het bassin geplaatst worden tijden de recreatieve zwemuren. Het bassin is rondom voorzien van LED onderwaterverlichting ten behoeve van de veiligheid en de sfeer. In de bodem van het bassin is op twee punten gekleurde LED verlichting aangebracht ter verhoging van de recreatieve uitstraling van het bassin. Een van de wanden van de zwemzaal is geschikt voor projecties. Aan de toegankelijkheid van het bassin en het comfort (klimaat en akoestiek) in deze ruimte worden hoge eisen gesteld. De watertemperatuur dient instelbaar te zijn tussen 28 en 32 graden.


29 van 63

Datum: 3 maart 2010

De zwemzaal is vanwege het gebruik door specifieke groepen bouwkundig gescheiden van de zwemzaal waarin het wedstrijden het mf sportbassin gelegen zijn. De zwemzaal dient visueel afgescheiden te kunnen worden. Inkijk, zowel van buiten als van binnen, dient bij afscheiding niet mogelijk te zijn. a. bassin (20 x 10 m.) Het doelgroepenbad heeft een diepte van 2,20 meter en een beweegbare zwembadbodem over het volle bassinoppervlak van 20 x 10 meter met voldoende stroef oppervlak, waterdiepte instelbaar van 0,00 m (bassinafdekking) tot 2,00 m, uitgerust met mogelijkheid van schuinstand en schoonmaakstand en voorzien van elektronische diepteaanduiding. Het bassin is rondom voorzien van een vlakke goot ( Finse goot) met een waterniveau gelijk aan perronniveau. Tevens is rondom het bassin aan de andere zijde van het perron een vuilwatergoot opgenomen. Twee bassintrappen dienen op bouwkundige wijze in de wanden geïntegreerd te worden met wegneembare vergrendelbare leuningen. De bassinlangswanden op 1,10 m beneden de waterspiegel voorzien van een minimaal 0,12 m brede horizontale in de wand ingelaten starand. Daglichtinval mag niet hinderlijk zijn, reflecties en grote contrasten moeten vermeden worden. Toe te passen zonwering integreren in kozijnen. Het glas dient te voldoen aan de eisen op gebied van veiligheid en energie. b. perron Perron langszijden zijn beide 3 meter breed + 0,6 m t.b.v. de badrand + goot en de kopse zijden zijn 3 meter + 0,6 m t.b.v. de badrand + goot. Aan één van de langszijden een warmtebank aanbrengen. c. berging zwemzaal Twee bergingen met dubbele afsluitbare deuren ten behoeve van opslag van lijnen, recreatief speelen lesmateriaal en materiaal voor diverse doelgroepactiviteiten. Er bevinden zich vier apart afsluitbare kasten (van grond tot plafond) voor bijv. het instructiemateriaal. Ook de miva-trap en eventuele rolstoelen dienen hier opgeslagen te kunnen worden. Bedieningswand Ter vervanging van een officiële badmeesterpost wordt een nis voorzien met een balie of tableau voor lichte administratieve werkzaamheden met afsluitbare kastruimte verzorgd, waarin onder meer de centrale aansturing van recreatieve elementen, de geluidsinstallatie en de verlichting is opgenomen.


30 van 63

Datum: 3 maart 2010

5.9. SPORTHAL De kleedkamers van de sporthal dienen direct vanuit de entree van de accommodatie bereikbaar te zijn. Ook dient er een directe routing te zijn voor het publiek vanuit de entree naar de tribune. Vanuit de receptieruimte is er zicht op de toegang tot de sporthal. a. Sportvloer De sporthal dient geschikt te zijn voor diverse takken van sport en tevens voor multi-purpose gebruik voor diverse sport- en andere evenementen. De afmeting van het vrij beschikbare sportvloeroppervlak met ingeschoven tribunes is 28 x 48 meter. Minimale vrije speelhoogte is 7 meter2. De sporthal dient in 3 gelijke delen te kunnen worden verdeeld die wat de maatvoering betreft identiek zijn. Twee zaaldelen moeten geschikt te zijn voor onderwijsgebruik en dient separaat bereikbaar te zijn vanuit de kleedkamers. Daglichttoetreding is bij onderwijsgebruik door de lesgever en uit energie-overwegingen gewenst mits hinder door zonlichtinval wordt voorkomen. De sporthal dient 'obstakelvrij' uitgevoerd en ingericht te zijn conform NOC/NSF eisen. De wanden, kolommen, deuren e.d. zodanig uitvoeren dat lichamelijk letsel van de sporter redelijkerwijs wordt uitgesloten. Hang- en sluitwerk aan de kleedkamerzijde aanbrengen. De verdeling geschiedt door akoestisch geluidswerende elektrisch bediende scheidingswanden TreNoMat TRS, uitgevoerd met scheidingsnetten aan de binnen-onderzijde. Deze worden gecombineerd met geluidwerende voorzieningen, die ter voorkoming van geluidlekken doorlopen over de tribune, zonder gevolgen voor de zichtlijnen van de bezoekers op de tribune (als de tribune aan de langszijde van de hal voorzien wordt op etage). De te gebruiken materialen dienen bal- en slagvast te zijn. De sportvloer (klasse 1) dient multifunctioneel te zijn, vlakelastisch uitgevoerd. In de sportvloer, wanden dakconstructies dient voor de plaatsing van inrichtingsmateriaal rekening te worden gehouden met sparingen, ankers en voorzieningen volgens een nader door de leverancier van de opdrachtgever te bepalen aantal, plaats en maatvoering. De sportvloer dient te beschikken over voldoende draagkracht voor en geschikt te zijn voor de belasting door een verplaatsbare mechanisch uit/inschuifbare telescopische zittribune. In de vloeren, wanden en plafond de noodzakelijke voorzieningen en belijningen opnemen voor: 9 badmintonvelden; 3 basketballvelden; 3 volleybalvelden; 4 volleybalvelden; 1 combiveld voor zaalvoetbal, handbal, korfbal en zaalhockey; 1 centre court volleybalveld; 1 centre court basketbalveld; Diverse extra belijning in nader overleg aan te brengen t.b.v. het onderwijsgebruik. In de sporthal is opgenomen: verlichting, die is afgestemd op de verschillende gebruiksmogelijkheden : regulier sportgebruik, onderwijs en evenementen (incl. TV-verlichting);

2

Afhankelijk van het aanbestedingsresultaat zal bepaald worden of er financiële ruimte is om de obstakelvrije hoogte van de sporthal te verhogen van 7 naar 9 meter. Bij de aanbesteding zullen de aannemers gevraagd worden de verhoging van de hal separaat aan te bieden.


31 van 63

Datum: 3 maart 2010

een ballenbestendig elektronisch scorebord, in het centrale zaaldeel, goed zichtbaar voor spelers en publiek, geschikt voor sportwedstrijden op het hoogste niveau; een geluidsinstallatie die is afgestemd op de verschillende gebruiksmogelijkheden : regulier sportgebruik, onderwijs en evenementen (max. bezoekersaantal); 2 akoestische scheidingswanden, vanuit de zaal elektrisch bedienbaar; één van de buitengevelwanden voorzien van een automatisch te openen grote transportroldeur met de minimale afmeting van min. 3 m. breedte x 4,5 m. hoogte, zodanig te situeren dat een vrachtwagen goed tot aan de opening kan manoeuvreren. Het materiaal van de transportroldeur is balvast en de aansluitingen dient zodanig te zijn dat er geen verslechtering optreedt van de constructieve, thermische en akoestische kwaliteit van de sporthal; nissen ten behoeve van de obstakelvrije inrichting en sparingen ten behoeve van grondpotten op nader te bepalen plaatsen. Idem voor de voorzieningen ten behoeve van de voormontage van inrichtingsmaterialen aan wand en/of plafond; 3 stuks volledige sporttoestelleninrichting (1x per zaaldeel) voor onderwijsdoeleinden.

De leverancier levert tijdig een inrichtingstekening ten behoeve van de vaste inrichting. Op de inrichtingstekening staat gedetailleerd aangegeven waar sparingen in de vloer en voormontage materiaal op de wanden en het plafond moet worden aangebracht. De opdrachtnemer dient hiertoe goede afspraken te maken met de leverancier. De voorzieningen, belijningen en verlichting dienen te voldoen aan de NOC/NSF-normen. De bouw en inrichting dienen ook te voldoen aan de wetten, regelgeving en besluiten voor onderwijsgebruik . De inrichting voor schoolgebruik dient te worden afgestemd op die voor het sportgebruik. b. toestelbergingen Gesitueerd aan de lange zijde tegenover de vaste tribune een toestellenberging, corresponderend met de drie zaaldelen, met een insteekdiepte van minimaal 5 m. De bergingen per zaaldeel voorzien van een bouwkundig uitgevoerde kastenwand met minimaal 5 apart afsluitbare ballen- c.q. spelmateriaalkasten. De vloer niet verend uitvoeren en voorzien van een toplaag identiek aan de sportvloer. De vloer naadloos laten aansluiten bij de sportvloer. De bergingen dienen voorzien te zijn van een mechanisch optrekbare of oprolbare wand/deur in balvaste uitvoering. c. EHBO-ruimte / behandelkamer De EHBO-ruimte zodanig situeren dat de afstand tot de ambulance-opstelplaats zo kort mogelijk is. De aan- en afvoerwegen en de deuren in dit traject zodanig uitvoeren dat brancardvervoer niet wordt gehinderd. De volgende voorzieningen zijn benodigd: telefoon- en data aansluiting; wastafel met warm en koud water; kast voor het opbergen van stretchers en EHBO-materiaal; een koffer met voldoende EHBO-middelen (verbandtrommel A); tafel met een aantal stoelen; brancard; potentiaal vereffeningspunt AED; behandeltafel; één laaggeplaatste voetenwasbak met warm en koud water. Wanddeel achter wasbak dient te worden betegeld.


32 van 63

Datum: 3 maart 2010

d. juryruimte De ruimte voor de wedstrijdleiding zodanig centraal situeren dat er een goed overzicht is op de sporthal. De ruimte voorzien van een tableau, stoelen, een kast en een microfoonaansluiting op de centrale geluidsinstallatie ten behoeve van de speaker bij wedstrijden. e. kleedruimte Zes groepskleedruimten, bestemd voor regulier gebruik door sportverenigingen en scholen, voorzien van afsluitbare en zelfsluitende deuren. Het ontwerp van de kleedzone dient goede mogelijkheden te hebben voor het schoonhouden. Hierbij dient er aandacht te zijn voor een logische en duidelijke scheiding tussen de zogenaamde ‘schone’ en ‘vuile’ voetenzone. De kleedruimten uitvoeren met een maximum aan zit- en kapstokruimte. Per ruimte 12st. waardekluisjes opnemen. 2 groepskleedruimten groter uitvoeren waarmee deze 2 tevens geschikt zijn om groepen rolstoelsporters (minder validen) te ontvangen. De

kleedruimten zijn voorzien van: banken die vrij van de vloer wordt gemonteerd; Per persoon dienen drie dubbele kledinghaken te worden opgenomen; De kleedruimte dient te worden voorzien van een vandaalbestendige wastafel voorzien van koud stromend water. De bovenkant van de wastafel dient 800 mm boven de vloer te liggen. Boven de wastafel dient een spiegel te zijn geplaatst die is opgenomen in het tegelwerk; de wand achter de wastafel dient te zijn voorzien van tegelwerk van vloer tot plafond over een breedte van 1 meter; De kleedruimte dient te zijn voorzien van minimaal één schrobput. In de vloer dient voldoende afschot te zijn opgenomen. In plaats van een schrobput is het tevens toegestaan om bij de overgang tussen de kleedruimte en de doucheruimte een roestvrijstalen goot toe te passen; De vloer van de kleed- en doucheruimte dient te zijn voorzien van dubbelhard gebakken tegels met antislipwerking (stroefheidsfactor BR/11 in doucheruimte en stroefheidsfactor BR/11), afgewerkt met sanitaire plint; De wanden in de kleedruimte dienen te worden uitgevoerd in schoonmetselwerk in een niet hygroscopische steensoort. Er dienen vandaalbestendige en vochtbestendige plafonds te worden toegepast; Kozijnen in de kleed- en doucheruimten dienen vrij van de vloer te worden gehouden; Er dienen massieve en stompe binnendeuren te worden toegepast, voorzien van kunststof coating; De deuren dienen te worden voorzien van deurdrangers; De afwerking van de vloer en wanden in de kleedruimte dient zodanig te zijn dat deze in hygiënische zin niet tot problemen leiden. Dit houdt in dat deze goed schoon te houden moet zijn en een slechte voedingsbodem voor schimmels en dergelijke is. Ten behoeve van de schoonmaak dient een aantal slangwartelkranen te zijn opgenomen. Deze positioneren onder de wasbak. Vast aan de wand dienen afvalbakken te worden gemonteerd; De doucheruimte dient te worden voorzien van vier douchepunten. Er dienen daarbij vandaalbestendige douchekoppen en drukknoppen of sensoren.

f. doucheruimte In open verbinding met elke groepskleedruimte een wasruimte situeren van 12 m². De wasruimten, bij voorkeur twee aan twee gesitueerd met daarin per doucheruimte 6 legionellaproof uitgevoerde individueel bedienbare wanddouches met infraroodsensor en tijdschakeling.


33 van 63

Datum: 3 maart 2010

g. toiletten D + H In een directe relatie met elke kleedruimte een afsluitbaar toilet aanbrengen met voorruimte en wastafel. h. toilet MIVA Dit toilet is direct toegankelijk vanaf de gang voor algemeen MIVA-gebruik De afmeting dient per toilet minimaal 2,50 x 2,50 m te zijn. Koppelen aan kleedruimte specifiek voor MIVA-gebruik; in dit geval is met MIVA-toilet ook direct vanuit de MIVA-kleedruimte bereikbaar. i. spreek/- werkruimte docenten Twee voor docenten bedoelde spreek/werkruimte nabij de kleedruimten situeren. Deze ruimte in te richten met bureau, afsluitbare kast, tafel, 3 stoelen, met aansluitingen voor pc, telefoon. j. werkkast Werkkast/berging voor de opslag van verschillende (schoonmaak)materialen, gevonden voorwerpen. Deze werkkast dient tevens voorzien te zijn van een stortgootsteen met koud en warm stromend water. Aan de wanden legplanken aanbrengen op verschillende hoogten. k. docenten/scheidsrechter was/-kleed/- toiletruimte Speciaal voor de docenten van scholen een gescheiden kleed-, was- en toiletruimte te plaatsen in de directe omgeving van de groepskleedkamers en de sportzaal. Voor gescheiden gebruik door dames en heren kunnen ook de ruimten voor de scheidsrechters benut worden. l. tribune Tribune met 200 vaste zitplaatsen en uitbreidbaar met 200 zitplaatsen middels tijdelijke tribunes. De vaste tribune bij voorkeur gesitueerd aan één lange zijde. De vaste tribuneplaatsen met stoelzitting en rugleuning in vandaalbestendige kunststoffen uitvoering. De afstand van de entree naar de tribune moet kort en overzichtelijk zijn. Gebruik van trappen en liften zo mogelijk voorkomen / beperken.


34 van 63

Datum: 3 maart 2010

6.

BOUWFYSISCHE EISEN

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de algemene bouwfysische eisen waaraan de ruimten in het gebouw moeten voldoen. 6.1. Technische kwaliteit van het binnenklimaat

6.1.1. Luchtkwaliteit in relatie tot luchtwegaandoeningen Het gebouw dient in het ontwerpstadium te worden afgestemd en aangepast aan de eisen van het Astmafonds. In grote lijnen betreft dit een detaillering waarbij geen of minimaal stof en vuil verzameld wordt. De relatieve vochtigheid dient (streefwaarde) 90% van de tijd onder de 60 % te blijven.

6.1.2. Thermisch comfort De comforteisen voor verblijfsruimten zijn conform de richtlijnen van de Rijksgebouwendienst “Bouwfysische Kwaliteit Rijkshuisvesting, september 1999”. Zie voor de specificaties bijlage 2 Voor de verblijfsruimten worden eisen gesteld aan de minimum temperatuur, ondergrens comfortgebied, bovengrens comfortgebied en maximum temperatuur, waarbij de operatieve temperatuur: niet meer dan 5% van de gebruikstijd op jaarbasis onder de minimum temperatuur komt; niet meer dan 10% van de gebruikstijd op jaarbasis onder de ondergrens comfortgebied komt; niet meer dan 10% van de gebruikstijd op jaarbasis boven de bovengrens comfortgebied komt; niet meer dan 5% van de gebruikstijd op jaarbasis boven de maximum temperatuur komt.

6.1.3. Warmtedoorgangscoëfficiënten De warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waarden) voor het gebouw dienen zo laag mogelijk te zijn. Bij het streven om de U-waarde neerwaarts te beïnvloeden, dient een afweging te worden gemaakt tussen kosten en energiebesparing. Het nieuwe gebouw moet zodanig van opzet zijn, dat aan de eisen van de Epc en thermische behaaglijkheid wordt voldaan en dat koudebruggen worden vermeden.

6.2. luchtvochtigheid Pas bouwmaterialen toe die de vochthuishouding in het gebouw reguleren. Pas geen bevochtiging toe tenzij nader te bepalen eisen dit noodzakelijk maken. Voorkom opbouw van statische elektriciteit door elektrisch geleidende vloerafwerking/bedekking toe te passen.

6.3. Geluid

6.3.1. Geluidsdrukniveau Wij onderscheiden twee soorten geluid voor het geluidsdrukniveau: het verkeerslawaai en dergelijke (geluid van buiten de ruimte); het achtergrondgeluid (geluid van installaties binnen de ruimte, zoals luchtafzuiging respectievelijk lucht inblazen). De constructie van gevel en dak moet zodanig worden opgebouwd dat bij een hoge geluidsbelasting op de gevel, het equivalent geluidsniveau het maximaal toelaatbare geluidsniveau in de ruimten niet overschrijdt, deze mag niet hoger zijn dan 35 dB(A).


35 van 63

Datum: 3 maart 2010

Indien er te openen geveldelen zijn moet bij de berekening van het geluidsdrukniveau worden uitgegaan van 0,1 m² raamopening per vertrek. Daar waar diverse geluidsbronnen aanwezig zijn, is het totale equivalent geluidsniveau van deze geluidsbronnen maatgevend.

6.3.2. Nagalmtijd De akoestiek van de ruimten wordt bepaald door het volume en de vorm van de ruimte en de afwerkingmaterialen. Deze aspecten bepalen mede de verdeling van het geluid in de ruimte (diffusiteit) en de nagalmtijd. Vooral in grote ruimten dient specifieke aandacht aan deze nagalm te worden gegeven. Hinderlijke (flutter)echo’s moeten worden vermeden. De aan te houden waarden zullen door middel van berekeningen moeten worden aangetoond. Voor de nagalmtijden van de werken verblijfsruimten is uitgegaan van de Rijksgebouwendienst “Bouwfysische Kwaliteit Rijkshuisvesting, september 1999”. Zie voor de specificaties bijlage 1. Voor de sporthal is uitgegaan van NOC*NSFnormen.

6.3.3. Geluidsisolatie Voor zover de functie in het gebruik een hogere geluidsbelasting veroorzaakt zullen specifieke eisen van kracht worden die overlast tegengaan. Dit is van kracht voor geluidsoverdracht vanuit deze functies naar andere gebouwfuncties toe als ook voor geluidsoverdracht vanuit het gebouw naar buiten toe.

6.3.4. Luchtgeluidsisolatie De luchtgeluidsisolatie wordt uitgedrukt in de isolatie-index voor luchtgeluid (Ilu) en wordt gemeten volgens NEN 5077. In het algemeen moet de luchtgeluidsisolatie tussen verblijfsruimten onderling ten minste –12 dB en naar verkeersruimten ten minste –26 dB bedragen. Bij activiteiten die relatief veel geluid produceren of die geluidgevoelig zijn, moet de luchtgeluidsisolatie onderling ten minste -2 dB zijn en naar gangen –20 dB. In specifieke situaties dient extra aandacht geschonken te worden aan het voorkomen van mogelijke geluidhinder.

6.3.5. Contactgeluidisolatie Volgens NEN 5077. In het algemeen moet de Ico minimaal 0 dB zijn. In situaties waar ruimten grenzen aan ruimten met contactgeluidproducerende apparatuur geldt als afwijkende eis dat de Ico minimaal 10 dB moet bedragen. In de volgende ruimten bevindt zich contactgeluidproducerende apparatuur: serverruimte haardroogruimte spoelkeuken bereidingkeuken werkplaats/ kantoor

6.4.

Visuele kwaliteit

6.4.1. Licht Voor de werken verblijfsruimten moet worden gestreefd naar een optimaal gebruik van daglicht toetreding. Voor de op de zon georiënteerde gevels geldt een maximale zontoetredingsfactor (ZTA) van 60%. Per werken verblijfsruimte moeten voorzieningen worden getroffen om daglicht en kunstlicht individueel te kunnen regelen.


36 van 63

Datum: 3 maart 2010

6.4.2. Lichthinder (verblinding) Voorkom lichthinder als gevolg van kunstlicht. In ruimten met (zittende) kantoorwerkzaamheden is een afscherming van armaturen van ten minste 30o nodig. In de zwemzaal en sporthal waar personen regelmatig naar boven kijken, moet verblinding door kunstlicht worden voorkomen opdat niet direct in onafgeschermde armaturen wordt gekeken. De luminantieverhouding tussen plafond en armatuur mag niet meer bedragen dan 1:20. Als streefwaarde 1:10 aanhouden. In de sporthal mogen armaturen niet boven de badmintonvelden en de middenlijnen van de volleybalvelden worden gepositioneerd.

6.4.3. Kleurweergave De kleurweergave-index Ra moet in verblijfsruimten ten minste 80 bedragen.


37 van 63

Datum: 3 maart 2010

7.

BOUWTECHNISCHE EISEN

7.1. Algemeen Voor de omschrijving van constructieve en bouwkundige aspecten van het gebouw gelden de eisen uit dit hoofdstuk. Hierin zijn de kwaliteitseisen, uitvoeringseisen en onderconstructie globaal aangegeven. Indien deze hierin niet zijn aangegeven dan gelden de genoemde bepalingen c.q. voorschriften van de desbetreffende leverancier.

7.2. Bouwkundige voorzieningen

7.2.1. Gevels De buitengevels op het begane grondniveau dienen voorzien te zijn van anti-graffiticoating of een goed reinigbaar materiaal. Er moeten te openen geveldelen worden aangebracht om te zorgen voor natuurlijke ventilatie. Per verblijfsruimte dienen voldoende te openen geveldelen en ventilatieroosters aanwezig te zijn. De grootte van de te openen geveldelen dient de minimale luchtverversing die in de ruimten noodzakelijk is, te kunnen garanderen. De situering van de ramen en te openen raamdelen dient afgestemd te zijn op de gebruikers van de ruimten. Ramen die worden gesitueerd onder de hoogte van 1.400 mm dienen te zijn voorzien van veiligheidsglas. Indien draadglas wordt toegepast dient deze zo transparant mogelijk te zijn in verband met goed zicht naar buiten. Ruimten aan de gevelzijde met computerapparatuur dienen voorzien te worden van dubbel gelaagd glas. Gevels die gelegen zijn aan de oost-, zuid- en westzijde moeten worden voorzien van zonwering aan de buitenzijde. De zonwering mag de ventilatie en het thermisch comfort niet nadelig beïnvloeden. De zonwering dient centraal en ter plaatse te kunnen worden bediend (locatie bediening nader vast te stellen). De bouwtechnische beveiliging bestaat, naast aandacht voor gevels (en daken), vooral uit het versterken van het gebouw door het toepassen van inbraakwerend hang- en sluitwerk en een inbraakpreventieve detaillering van de gevelopeningen.

7.2.2. Daken De dakrand (in het geval van een plat dak) dient voorzien te zijn van anti-klimkokers en voorzien van valbeveiliging volgens het document gevelonderhoud 1996. Het dak dient goed bereikbaar te zijn voor het doen van onderhoud en gevelreiniging.

7.2.3. Kozijnen en deuren Passend en afgestemd in het ontwerp. De sponningen in de kozijnen zullen worden gemaakt volgens de voorschriften. In het bijzonder geldt dit voor de sponningen in brandvertragende puien en de puien met isolatieglas welke een afwijkende maatvoering vereisen. De kozijnen zijn verder voorzien van de nodige slabben, loodstroken, tochtprofielen ankers en dergelijke. Onder alle buitendeurkozijnen, binnendeurkozijnen en daar waar de vloerafwerking wijzigt, worden hardsteen dorpels aangebracht. Het hang- en sluitwerk op de begane grond moet tenminste voldoen aan veiligheidsklasse 3, geheel uitgevoerd met sleutelplan. Deuren dienen te worden voorzien van deurstoppen.

7.2.4. Vloeren De typen vloerafwerking kunnen worden onderverdeeld in: textiel in project kwaliteit;


38 van 63

Datum: 3 maart 2010

linoachtig; stootvast en waterdicht (steenachtig); sportvloer.

Algemeen De vloerafwerking dient in het algemeen gemakkelijk reinigbaar, zeer slijtvast (geschikt voor intensief gebruik) en antistatisch te zijn. Alle vloeren moeten dorpelvrij zijn, behalve de natte ruimten. De vloeren worden op afschot richting de vloergoten en afvoerputjes aangebracht (1 à 1,5 cm per strekkende meter). Bij de stoffering van de ruimtes dient rekening gehouden met gezondheid en leefklimaat (o.a. astma en allergieën). Vloeren dienen waterdicht verbonden te zijn met de wandafwerking. De entree dient voorzien te zijn van schraaproosters en zandvangputten. Vloeren en trappen in beton uitgevoerd dienen stofvrij afgewerkt te worden. Vloeren in natte ruimten Vloeren in de “natte ruimte” worden met antisliptegels uitgevoerd. De keuken- en de toilettenvloeren dienen van het type “gesloten bakconstructie” te zijn en dienen voorzien te worden van schrobputjes. Perrons Het vloeroppervlak van de perrons dient vlak te worden uitgevoerd. De afwerking dient te bestaan uit hard, waterdicht en eenvoudig te reinigen materiaal. Het vloeroppervlak dient voorzien te zijn van een antislipafwerking, conform DIN 51097. De perrons dienen zodanig te zijn aangelegd dat het niet mogelijk is dat schrobwater in de bassins of overloopgoot kan stromen. De vloerafwerking van de overige ruimten dient, overeenkomstig de functie van de ruimten, in overleg met de gebruikers te worden gekozen. Zachte vloerbedekking mag uitsluitend in de kantoren worden toegepast.

7.2.5. Wanden De binnenwanden moeten voldoen aan de volgende eisen: de binnenwanden moeten bij indelingswijzigingen eenvoudig kunnen worden verwijderd (bij voorkeur geen bekabeling in wanden); de binnenwanden met een dragende functie dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. De wandafwerking van de verschillende ruimten dient in overleg met de gebruikers te worden gekozen overeenkomstig de functie van de ruimten. Op kwetsbare plaatsen waar veel bezoekers komen moet de wandafwerking slag- en stootvast zijn. De onderste laag (15 cm) van de in steen uitgevoerde wanden moet voorzien zijn van een stootvaste laag.


39 van 63

Datum: 3 maart 2010

De natte ruimten De wanden volledig betegeld met verglaasde wandtegels in een nader te bepalen kleur en structuur met een gelijk aan het wandvlak liggende plint van hetzelfde materiaal als de vloerafwerking. Achter de wandtegels over de volle hoogte een vochtscherm aanbrengen. Keuken De wanden in de ruimte dienen tot het plafond te worden betegeld.

7.2.6. Plafonds De minimale hoogte van de plafonds, in de ruimte waar geen minimale hoogte voor is genoemd is 260 cm. Eisen verlaagde plafonds: de plafonds moeten bij indelingswijzigingen bij voorkeur niet aangepast hoeven te worden; de plafonds dienen vuilafstotend te zijn; de plafonds moeten uitneembaar zijn; geschikt voor inbouwvoorzieningen; de plafonds dienen een bijdrage te leveren aan de akoestische kwaliteit van de ruimte; de plafonds in de natte ruimten, de keukens e.d. dienen vochtwerend en goed afneembaar te zijn door middel van schoonmaakmiddelen. Eisen niet-verlaagde plafonds; gladde afwerking; onderhoudsvriendelijk; geschikt voor inbouwvoorzieningen; bijdrage te leveren aan een goede akoestiek. Schilderwerk Daar waar van toepassing wordt het schilderwerk uitgevoerd volgens de eisen zoals omschreven in het verfbestek 1995. Het verfbestek zal door de verfleverancier worden vervaardigd. Kleuren worden nader bepaald in samenspraak met opdrachtgever en architect.

7.3. Buitenterrein Het buitenterrein dient ruimtelijk ingedeeld te zijn zoals in het ruimtelijk programma van eisen is weergegeven. Het parkeren (waaronder 150 autoparkeerplaatsen en 636 fietsparkeerplaatsen) en het entreegebied dient op het kavel van het sportcomplex te worden gerealiseerd.


40 van 63

Datum: 3 maart 2010

8.

INSTALLATIETECHNISCHE EISEN

8.1. Algemeen Voor het ontwerp van de technische installaties worden in dit hoofdstuk de voorlopige eisen beschreven.

Installatietechnische aspecten

de installaties dienen zoveel mogelijk te worden uitgevoerd met gemakkelijk verwisselbaar duurzaam standaardmateriaal; de installaties dienen zodanig te zijn opgesteld dat zij gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud en inspectie. Frontbediening dient mogelijk te zijn. Zij dienen een grote mate van uitwisselbaarheid te bezitten; handleidingen, voorschriften en (onderdelen van) boeken voor bediening, onderhoud en reparaties van en aan installaties en apparatuur dienen duidelijk leesbaar (in Nederlands) te zijn en voor de oplevering overhandigd te worden.

Het gebouw dient te worden aangesloten op alle voorzieningen van de nutsbedrijven zoals: voeding elektrotechnische installatie; gasaansluiting (afhankelijk van keuze verwarmingsysteem); wateraansluiting; riolering; centrale antenne-installatie; telefoonaansluiting.

8.2. Werktuigbouwkundige installaties

8.2.1. Voorschriften Voor zover in deze omschrijving niet wordt afgeweken zijn de volgende voorschriften en voorwaarden van toepassing: de algemene voorschriften van administratieve aard voor levering, uitvoering en onderhoud van technische installaties (AVTI-1978); algemene voorschriften leidingwaterinstallatie NEN 1006; legionella preventie in leidingwater ISSO 55.1; waterwerkbladen; tapwater installaties voor woon- en utiliteitsgebouwen ISSO 55 warmteverliesberekening volgens ISSO publicatie 53/57 of NEN-EN 12831 de ISSO publicatie 4, ontwerptechnische kwaliteitseisen voor de warm waterverwarmingsinstallaties; voorschriften voor gasinstallaties NEN 1078.

8.2.2. Verwarming De temperatuur in de verblijfsruimten dient binnen een marge van –2/+2 °C per vertrek individueel en eenvoudig te regelen zijn. De ruimte temperaturen zijn in Bijlage 2 weergegeven.


41 van 63

Datum: 3 maart 2010

8.2.3. Ventilatie Conform bijlage 3 zal de capaciteit van de mechanische ventilatie bepaald moeten worden, met als minimum de eisen uit het Bouwbesluit. Het ventilatiesysteem moet worden uitgerust met nachtverlaging/daluren verlaging exacte aansturing dient per ruimte te worden bepaald. Sporthal De ventilatie-installatie dient zodanig te zijn ingebouwd en ingeregeld dat per haldeel (in verband met de toe te passen scheidingswanden) apart kan worden geventileerd. Tevens dient er een mogelijkheid aanwezig te zijn om 25 %, 50 % en 75 % van de capaciteit van de installatie te benutten. Tot 3,0 meter hoogte in de wedstrijdruimten mogen geen hogere luchtsnelheden dan 0,5 m/s worden gemeten.

8.2.4. Loodgieterswerk en sanitair Voor het sanitair gelden de volgende eisen: Bij de keuze van het sanitair moet rekening worden gehouden met vandaalbestendigheid en schoonmaakmogelijkheden. Toiletpotten dienen uit onderhoudstechnische overwegingen vrijhangend en met een automatische dalspoelinstallatie te worden uitgevoerd; De kwaliteit van het sanitair dient afgestemd te zijn op de uitstraling van het gebouw en het gebruik; De hoogte van de sanitaire toestellen dient te worden afgestemd op de gebruikers van het gebouw; Wastafels worden compleet uitgevoerd met afvoer, koudwaterkraan en spiegel; De materiaalkeuze dient molest- en legionella bestendig te zijn; Installatie uitvoeren volgens richtlijnen ontwerp en uitvoering NEN 3215 en NPR 3216; Waterbesparende uitvoeringen verdienen de voorkeur. Urinoirs worden uitgevoerd met muurbuis en elektronische spoelers. Kranen en douches worden uitgevoerd met aanwezigheidssignalering; Voor mindervaliden dienen voldoende toiletten en douches uitgerust te worden welke voldoen volgens het Handboek voor Toegankelijkheid. Overige voorzieningen bestaande uit: uitstortgootstenen; schrobputten; boiler, compleet met dubbele scheiding; tapkraan ten behoeve van vulpunt cv; nader te bepalen aantal brandslanghaspels. Wasgelegenheden sporthal/ zwembad Benodigde voorzieningen: Wandclosets op frame; Warm- en koudwateraansluiting; Afvoerputten; Wanddouches bedienbaar door elektrisch instelbare drukknop; In elk toilet 1 handwastafel met planchet en voorzien van zelfsluitende kraan.


42 van 63

Datum: 3 maart 2010

8.2.5. Vuilwater rioleringscircuit Het systeem van de binnenriolering dient te worden gescheiden van het systeem van de hemelwaterafvoer. Het rioleringssysteem moet op logische punten worden voorzien van goed bereikbare ontstoppingspunten.

8.2.6. Gasinstallatie Streven is in samenwerking met woningbouwcoöperatie Alliantie voor de gehele locatie Hogewegzone een duurzame energiesysteem te realiseren. Als voorbeeld daarvan kan onder meer worden verwezen naar het DEVO- project in Veenendaal. De ontwikkelaar van het systeem gaat er van uit dat deze aanpak een energievoordeel kan opleveren van tenminste 10 %. Indien dit voornemen wordt uitgevoerd zal een aanzienlijk deel van de technische installaties zich buiten het sportcomplex bevinden. De belangrijkste inpandige energievoorzieningen zullen dan zijn de warmtepomp, ondergrondse opslaglocaties en een warmtekrachtcentrale. In het gebouw en de omliggende gebouwen/woningen komt geen bijzondere apparatuur voor de opwekking van de warmte en koeling. Via de leidingen van het distributiesysteem wordt de warmte of koeling gedistribueerd naar het gebouw.

8.2.7. Gebouwbeheersysyteem Een

gebouwbeheersysteem (GBS) dient te worden toegepast voor de volgende groepen: waterbehandelingsinstallatie; monitoring zwemwater; werktuigbouwkundige regelinstallatie; Drenkelingen Detectie Systeem(DDS) verlichting; brandmeld- en ontruimingssignalering; inbraakalarmeringsinstallatie; telefooninstallatie; CCTV-installatie; omroepinstallatie; toegangscontrole.

Het

GBS dient aan o.a. de volgende eisen te voldoen: besturing op afstand via internet; integratie van nieuwe apparatuur; grafische weergave van de installaties met daarop zichtbaar de status van onderdelen; software ten behoeve van de analyse van gegevens; monitoring energiemanagement; monitoring onderhoudgegevens; signalering van storingen.

Het fabricaat van hard- en software dient te zijn afgestemd met de gemeente Amersfoort. Omdat rekening dient te worden gehouden met de systemen in de andere accommodaties van de gemeente is toetsing door de gemeente nodig.


43 van 63

Datum: 3 maart 2010

8.3.

Elektrotechnische installaties

Onderstaand worden behandeld de elektrotechnische voorzieningen welke passend en afgestemd in het ontwerp dienen te worden toegepast. De installaties worden uitgevoerd volgens de voorschriften NEN 1010 (laatste druk) en de plaatselijke eisen en voorwaarden betreffende de nutsaansluitingen. Alle gebouwen bedrijfsgebonden installaties dienen centraal bedienbaar te zijn gekoppeld aan het gebouwbeheer regelsysteem. De

elektrotechnische installatie omvat: Voeding(transformatoruimte) en verdeelkast; lichtinstallaties (leidingnet en aansluitpunten); armaturen; noodverlichtingsinstallaties; kabelbanen; voorzieningen warmtetechnische installatie; voorzieningen telefooninstallatie.

8.3.1. Voeding en verdeelkast De hoofdvoeding wordt nader bepaald en afgestemd op het project. De hoofdvoeding dient te beginnen op de aansluitklemmen van de kWh-meter en wordt gemonteerd op de verdeelkast. De delen licht en kracht dienen elk voorzien te zijn van een hoofdschakelaar. Eventuele benodigde trafostations en /of centrale noodstroomvoorziening worden bepaald in overleg met de opdrachtgever. De verdeling wordt samengesteld uit kunststof kasten. Deze omvat: hoofdschakelaar; lichtgroepen; rails- en kleinmaterialen.

8.3.2. Lichtinstallatie (leidingnet en aansluitpunten) De lichtinstallatie dient geleverd en gemonteerd te worden. Het sleuven, frezen en gaten hakken en weer aanwerken dient door de installateur te worden opgenomen. Daar waar kabelbanen nodig zijn, kunststof kabelbanen toe passen. Daar waar leidingen kunnen worden ingestort kan hiervan gebruik worden gemaakt. Het schakelmateriaal dient als inbouw te zijn uitgevoerd. Het aantal aansluitpunten (230 en 400 V) dient in overleg met de toekomstige gebruikers vastgesteld te worden. Een eerste indicatie is in bijlage 4 weergegeven. Voor de aansluitingen van apparatuur moeten aansluitingen met CE-norm contactstoppen worden toegepast. Bij het dimensioneren van de leidinggoten dient rekening te worden gehouden met een reservecapaciteit van 30%. De

verlichting in de zwemzalen en sporthal dient op vier niveaus schakelbaar te zijn: Uit 1/3 schoonmaakstand 2/3 training en schoolgebruik 3/3 wedstrijdgebruik


44 van 63

Datum: 3 maart 2010

Zwembad De bassins zijn voorzien van LED onderwaterverlichting. Bassins Het verlichtingsniveau van het wedstrijdbad en mf-sportbassin dient te liggen op een gemiddelde gebruikswaarde van minimaal 600 lux voor internationale en nationale competitie. Voor regionale, lokale competitie en trainingen dient te worden uitgegaan van 300 lux. De verlichting dient in verband met energie besparing in te schakelen te zijn op 300 en 600 lux. Het verlichtingsniveau van het doelgroepenbad dient minimaal 300 Lux te bedragen In verband met veroudering en vervuiling van de verlichting, dient uitgegaan te worden van een aanvangswaarde van minimaal 1,25 maal de gemiddelde gebruikswaarde bij hoogfrequente verlichting. De gelijkmatigheid van de verlichting Emin : Egem moet minimaal 0,7 bedragen. De lichtbronnen dienen een kleurtemperatuur van 3.000 K (warmwit) te bezitten en een kleurweergaveindex Ra van minimaal 80. De verlichtingsarmaturen dienen te worden voorzien van lamellen zodat kans op verblinding wordt geminimaliseerd, tevens dienen de armaturen balvast te zijn Sporthal Het verlichtingsniveau van de sportverlichting dient te liggen op een gemiddelde gebruikswaarde van minimaal 500 lux voor nationale competitie en trainingen. Voor regionale en lokale competitie dient ook te worden uitgegaan van 500 lux. Daarnaast is voor trainingen, recreatieve sportbeoefening en onderwijs 300 lux noodzakelijk. In verband met veroudering en vervuiling van de verlichting, dient uitgegaan te worden van een aanvangswaarde van minimaal 1,25 maal de gemiddelde gebruikswaarde bij hoogfrequente verlichting. De gelijkmatigheid van de verlichting Emin : Egem moet minimaal 0,7 bedragen. De lichtbronnen dienen een kleurtemperatuur van 3.000 K (warmwit) te bezitten en een kleurweergaveindex Ra van minimaal 80. De verlichtingsarmaturen dienen te worden voorzien van lamellen zodat kans op verblinding wordt geminimaliseerd, tevens dienen de armaturen balvast te zijn. Voor de richting van de lichtlijnen dient rekening gehouden te worden met de situering van de diverse wedstrijdvelden. De lichtlijnen, voorzien van lamellen, dienen niet boven de badmintonvelden gesitueerd te worden en niet boven de middellijn van de volleybalvelden en 300 mm aan weerszijden van deze lijn. De belijningstekening dient van volledige maatvoering van de sportvelden en de vrije uitlopen te worden voorzien. Op basis hiervan dient op de belijningstekening de exacte plaats van de sporthal en -zaalverlichting te worden aangegeven. Aansluitend op de verlichtingsarmaturen kunnen de overige installaties worden geprojecteerd.

8.3.3. Armaturen De basisverlichting dient uitgevoerd te worden met energiezuinige HF-armaturen en dienen brandveilig te zijn. In natte ruimte dienen de armaturen spat- en drupwaterdicht te zijn en in alle ruimten molestbestendig. Halogeenlampen mogen niet worden toegepast. De aan te houden verlichtingssterkten zijn weergegeven in bijlage 4.


45 van 63

Datum: 3 maart 2010

De locaties van de centrale en decentrale bediening, aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke lichtregeling dienen in een later stadium te worden bepaald.

8.3.4. Noodverlichtingsinstallatie Er dient een decentrale noodverlichtingsinstallatie te worden geleverd en gemonteerd. Het aantal en de uitvoering van de noodverlichtingarmaturen dient in overleg met de brandweer te worden bepaald. De vluchtwegaanduiding moet geschieden door middel van LED-transparanten.

8.3.5. Krachtinstallatie De installatie dient zoveel mogelijk uit het zicht te worden uitgevoerd. Daar waar leidingen kunnen worden ingestort dient hiervan gebruik te worden gemaakt.

8.3.6. Voorzieningen warmte technische installatie Voor de warmte technische installatie dienen de voedingen 230/400 V te worden geleverd en gemonteerd.

8.4. De

Communicatie-installaties

volgende installaties zijn nodig: glasvezelnetwerk; telefooninstallatie; brandmeld- en ontruimingsinstallatie; centrale antenne installatie; datanetwerk; omroepinstallatie.

8.4.1. Glasvezelnetwerk / ICT De nieuwbouw zal aangesloten worden op het glasvezelnetwerk van de wijk. Hiermee dient in het ontwerp van de meterkast rekening gehouden te worden evenals loze leidingen die in het gebouw opgenomen dienen te worden.

8.4.2. Telefooninstallatie In het gebouw zal door de gebruikers/eigenaren van een telefooncentrale worden voorzien, die is afgestemd op het gebruik van het gebouw en de installaties. De toe te passen centrale dient voorbereid te zijn op de toekomstige eisen. De installatie dient voor alle communicatiemiddelen geschikt te zijn. Het aantal binnenkomende en uitgaande lijnen en het aantal separate aansluitingen zal in een later stadium door de gebruikers worden bepaald. Bij het bepalen van de capaciteit van de telefooncentrale en de installatie moet rekening worden gehouden met naplaatsing van toestellen in bepaalde ruimtes. Voor de telefooncentrale moet een bouwkundige ruimte van voldoende afmetingen worden gereserveerd. De afwerking van de ruimte moet voldoen aan de normen van de KPN.

8.4.3. Brandmeld- en ontruimingsinstallatie Er dient een brandmeld- en ontruimingsinstallatie te worden aangebracht die is voorzien van de mogelijkheid een akoestisch signaal (slow whoop). De alarm- en ontruimingsinstallatie moet centraal bediend kunnen worden. De brandmeldinstallatie dient via een telefoonlijn brand- en braakmeldingen


46 van 63

Datum: 3 maart 2010

direct kunnen doormelden aan een alarmcentrale. De installatie dient te voldoen aan de actuele weten regelgeving.

8.4.4. Centrale Antenne Installatie In welke ruimte een centrale antenne installatie aanwezig dient te zijn wordt in een later stadium bepaald.

8.4.5. Datanetwerk Het systeem en de uitvoering nog nader te bepalen. Eventuele communicatiebeïnvloedende gebouwof installatie-elementen dienen te worden vermeden.

8.4.6. Omroep/ geluidinstallatie De entree/centrale hal, zwemzalen, sporthal en horeca dienen te worden voorzien van een geluidsinstallatie. Daarnaast dient in alle ruimten waar zich publiek ophoudt een omroepinstallatie aanwezig te zijn. De geluidsinstallatie dient minimaal te bestaan uit: versterker; tuner; CD/ mp3-speler; luidsprekers; bekabeling. Voor het omroepen van berichten dient er op diverse plaatsen (badmeesterspost, receptiebalie, jury-ruimten e.d.) een ontvanger te worden opgenomen voor een draadloze microfoon. De zwemzalen en sporthal dienen te worden voorzien van een separate omroepinstallatie

8.5. Beveiligingsinstallaties

8.5.1. Brandbeveiligingsinstallaties De

volgende brandbeveiligingsinstallaties en voorzieningen zijn minimaal noodzakelijk: een rookdetectiesysteem in gangen, vluchtwegen en telematicaruimten; kleefmagneten en automatische rookkleppen ter plaatse van de brandcompartimentering; handbrandmelders bij de brandslanghaspels; voldoende brandslanghaspels, bij voorkeur aan te brengen in de nabijheid van de vluchtwegen; de haspels dienen vlak in de wand te worden opgenomen; poederblussers op nader te bepalen plaatsen (in overleg met de brandweer); brandmeldcentrale; een rook- en warmteafvoerinstallatie.

De brandmeldinstallaties moeten voldoen aan de NEN 2535 richtlijnen een brandveilig gebouw installeren (laatste uitgave) en eventuele aanvullende eisen volgens de plaatselijke brandweervoorschriften.

8.5.2. Bliksembeveiligingsinstallatie Het gebouw dient te worden voorzien van een bliksembeveiligingsinstallatie die voldoet aan de eisen in NEN–EN-IEC-62305.


47 van 63

Datum: 3 maart 2010

8.5.3. Overspanningsbeveiligingsinstallatie Het gebouw dient te worden voorzien van overspanningsbeveiligingen in de groepenkasten.

8.5.4. Aarding Het gebouw en de installaties dienen overeenkomstig de wettelijke voorschriften van een afdoende aarding te worden voorzien. Voor gevoelige apparatuur dient in overleg met de desbetreffende leverancier eventueel een separate aarding te worden aangelegd. In de doucheruimte dient een aardmat te worden gemonteerd die via een aarddraad 6 mm met de aardrail van de verdeelkast verbonden dient te worden.

8.5.5. Inbraakdetectie-installatie De begane grond en de verkeersruimten moeten worden voorzien van een inbraakdetectie-installatie. De installatie zodanig compartimenteren, dat afzonderlijke zones, per zone zowel centraal als in de betreffende zone, in- en uitschakelbaar zijn.

8.5.6. CCTV installatie De camera’s de CCTV installatie dienen de gehele accommodatie in kleur beeld te kunnen brengen. Het cameraplan (plaats, type en aantal) dient in overleg te worden vastgesteld en dient door de opdrachtgever te worden getoetst. De CCTV-installatie dient te voldoen aan de richtlijnen in de “Beoordelingsrichtlijn Cameratoezicht Openbare Plaatsen” (procescertificaat voor het ontwerp, het aanleggen en het onderhoud van camerasystemen) van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. De CCTV-installatie moet zo geconfigureerd worden dat het systeem eenvoudig in gebruik is.

8.5.7. Drenkelingendetectiesysteem (DDS) Het wedstrijdbad en het sportbassin dienen van een betrouwbaar en efficiënt computergestuurd drenkelingendetectiesysteem (DDS) te worden voorzien als elektronische beveiligingsmaatregel om het risico op verdrinking te verkleinen. Het DDS dient door middel van automatische detectie een bijdrage te leveren het zwembad veiliger te maken, in combinatie met de personele inzet van lifeguards. Het dient een alarm te geven aan de lifeguard zodra een drenkeling stil, of nagenoeg stil ligt op de bodem van een bad dat onder surveillance van het DDS staat. Het DDS met de daarop geïnstalleerde software dient in staat te zijn, realtime, een analyse te maken van het desbetreffende bad en bij verandering van de omgeving binnen 15 seconden een alarm door te geven aan de lifeguard. Tevens dient het alarm vergezeld te gaan van een locatie bepaling, van hetgeen het alarm heeft veroorzaakt. Het DDS dient per bad te bestaan uit stand-alone opererende hardware en software.

8.5.8. Toegangscontrole Er dient een nader te bepalen toegangscontrolesysteem te worden opgenomen.


48 van 63

Datum: 3 maart 2010

8.6. Waterbehandelingsinstallaties In de onderstaande paragrafen is benodigde waterbehandelingsinstallatie op hoofdlijnen omschreven. De verdere uitwerking de waterbehandelingsinstallatie dient in de komende fases plaats te vinden. Ieder bassin is voorzien van een eigen waterbehandelingsinstallatie. De waterbehandelingsinstallaties dienen te worden geleverd inclusief alle bijbehorende elektrische installaties en automatische meeten doseerinstallaties. De waterbehandeling zal bestaan uit de volgende hoofdfasen: voorfiltratie met haarvanger; flocculatie; filtratie; elektrolyse en extra zuurdosering; verwarming. Haarvangers Ten behoeve van het verwijderen van grove verontreinigingen en ter bescherming van de pompen en filters dient er per waterbehandelingssysteem een separate haarvanger van zwemwaterbestendig RVS te worden geïnstalleerd. Flocculatie Ten behoeve van de zwemwaterbehandeling dient er per waterbehandelingssysteem een vlokdoseerunit te worden opgenomen. Elk systeem bestaat uit vlokdoseerpomp, met het benodigde leidingwerk en appendages zoals afsluiters, overstort- en drukhoudventielen. Voor de opslag van het vlokmiddel een voorraadvat met calamiteitenbak van voldoende capaciteit te installeren. De doseerpompen elk met bijbehorend voorraadvat worden in de filterkelder opgesteld bij de betreffende filters. Filters Alle waterbehandelingssystemen zijn voorzien van zandfilters. De systemen dienen te worden uitgevoerd met een volledig geautomatiseerd spoelsysteem, ook te bedienen met een drukknop. Het ontwerp dient zodanig te zijn dat onder alle omstandigheden circulatie kan plaatsvinden. Alle baden dienen volledig te kunnen worden geleegd met de waterbehandelingscirculatiepompen. Calamiteiten mogen nimmer tot gevolg hebben dat een bad (deels) kan leeglopen. Elektrolyse De waterbehandelingssystemen dienen te worden voorzien van een desinfectiesysteem dat de wettelijk geëiste waterkwaliteit voor wat betreft chloor en pH handhaaft. Gezien de veiligheid en uit milieuoverwegingen dient dit systeem te bestaan uit een zoutelektrolyse. Dit systeem maakt ter plaatse de chemicaliën naar behoefte aan en doseert deze in het circulatie systeem. Er zijn dan voor de baden geen additionele chemicaliën voor desinfectie of pH regeling nodig. De installatie dient geheel automatisch te werken waarbij geen ingrepen van personeel nodig zijn behalve die om de werking te controleren en de zoutvoorraad aan te vullen. Verwarming De verwarming van het badwater zal voor elk systeem geschieden door middel van een


49 van 63

Datum: 3 maart 2010

warmtewisselaar van zwemwaterbestendig RVS met een capaciteit die zodanig wordt bepaald dat de totale hoeveelheid water in het systeem (bad, buffer e.d.) kan worden opgewarmd in: wedstrijdbad van 10 °C tot 30 °C: 72 uur sportbassin van 10 °C tot 30 °C: 72 uur doelgroepenbad van 10 °C tot 34 °C: 72 uur Watertemperatuur De water temperatuur van het bassin dient regelbaar te zijn van 24 tot 27 °C. In een doelgroepenbad dient het water verwarmd te kunnen worden tot 28-30°C.

Wedstrijdzwemmen Waterpolo Synchroonzwemmen Schoonspringen Recreatief zwemmen

Min. temperatuur 25 °C 24 °C 26 °C 26 °C 26 °C

Max. temperatuur 28 °C 28 °C 27 °C 30 °C 30 °C

Meetwateronttrekking De waterkwaliteit van elk bassin dient afzonderlijk worden bepaald. Het voor de meting benodigde water moet worden onttrokken op een plaats waar het uit het bad afgevoerde water de minst gunstige kwaliteit heeft, dwz. het meest in oxiderend en desinfecterend vermogen teruggelopen water. Normaliter zal dit het door de overloopgoten afgevoerde water zijn. Aan- afvoerbadwater In de baden wordt het gezuiverde geconditioneerde water in de bodem ingevoerd via instelbare bodemroosters en middels overloopgoten op perronniveau teruggevoerd via de bufferkelders naar de waterbehandelingsinstallaties. Gaten en spleten in roosters beneden de waterspiegel zijn maximaal 8 mm. De bassins voorzien van Finse overloopgoten (met grijprand) met een waterniveau gelijk aan perronniveau. Bij het wedstrijdbad alleen aan de langszijden, andere bassin rondom. De overloopgoten met afvoerleidingen voorzien van zwemwaterbestendige RVS roosters. Voor de afvoer van schrobwater op de perrons een ruim aantal schrobputten te voorzien. Deze putten voorzien van een zwemwaterbestendig RVS rooster. Bufferkelders Elk waterbehandelingssysteem wordt voorzien van een eigen bufferkelder. Bij de situering van de bufferkelders en de badomloop rondom de bassins rekening te houden met onder andere de vervanging van lampen van de onderwaterverlichting en (indien opgenomen) de bereikbaarheid van de camera’s van het DDS. In het wedstrijdbad dienen behalve de genoemde kijkruimte ook vensters te worden aangebracht in verband met een goede waarneming bij synchroonzwemmen. De badomloop dient zodanig te zijn ingericht dat deze vensters goed kunnen worden gebruikt door de waarnemers. De bufferkelders zijn zodanig gedimensioneerd dat er voldoende water in opgeslagen kan worden. Elke bufferkelder dient voorzien te zijn van: een aan de buitenkant van de bufferkelder op de wand gemonteerde niveaumeetinrichting;


50 van 63

Datum: 3 maart 2010

een een een een een

suppletieinrichting; noodoverstort compleet met afvoerleiding gekoppeld op de spoelwaterbuffer; be/ontluchting; leegzuigput aangesloten op het betreffende waterbehandelingssysteem; goed bereikbaar waterdicht transparant mangat in de wand van de bufferkelder.

De bufferkelder dient goed toegankelijk te zijn. spoelwaterbuffer(s) Er van uitgaande dat het gemeentelijk riool niet voldoende capaciteit heeft om de hoeveelheid spoelwater onder vrij verval te kunnen verwerken, dient het spoelwater te worden opgevangen in een afzonderlijke spoelwaterbuffer geschikt voor tijdelijke opslag en gedoseerde afvoer van het spoelwater naar het riool, inclusief pomp, niveauregeling e.d. Leidingwerk Alle leidingen van de waterbehandelingsinstallatie moeten worden uitgevoerd in zwembadatmosfeer bestendige uitvoering. Zo ook voor de onderdelen van de W- en E installaties welke in het zwembadgebied (hal, bad, badomloop)aangelegd zijn. Alle leidingwerk in de technische ruimte, badomloop en de kruipruimten dient dusdanig gemonteerd te worden dat er een goede vrije doorgang gewaarborgd is. Suppletie Ten behoeve van het op niveau houden van de systemen, dient er per bufferkelder een niveauregelinstallatie met suppletievoorziening en watermeter te worden opgenomen. Automatiseren zwemwateronderzoek (watermonitoringssysteem per bassin) De dagelijkse handmetingen van de waterkwaliteit van het badwater van alle baden dient uitgevoerd te worden met een geautomatiseerd continu-monitoringssysteem per bassin. Door een monsternameunit wordt op gezette tijden badwater per bassin langs een aantal sensoren geleid die zijn aangebracht in een meetunit. Deze sensoren meten de voorgeschreven parameters. Installatieruimten De waterbehandelingsinstallaties zullen worden opgesteld in de filterkelder. Van buitenaf dient te worden voorzien in een ruime toegang in verband met het inbrengen en uitwisselen grote installatiedelen, bijvoorbeeld de filters. De zoutelektrolyse ruimte wordt direct in de nabijheid van de filterkelder gesitueerd op maaiveldniveau en dient van buitenaf goed bereikbaar te zijn voor bevoorrading van zout. De zoutopslag is klimaatgescheiden (belucht naar buiten) in verband met eventuele agressieve gassen. Ten behoeve van de veiligheid tijdens het vullen van het zoutvoorraadvat is een intercom benodigd.


51 van 63

Datum: 3 maart 2010

Bijlage 1: Nagalmtijden RUIMTEN

Nagalmtijd

Seconden Algemene ruimten a

entree incl. tochtsluis

-

b

centrale hal

-

c

receptieruimte

tot 0,7

d

backoffice

tot 0,7

e

toiletten D + H

-

f

Miva-toilet

-

g

entrée verenigingsruimte

-

h

verenigingsruimte

tot 0,8 tot 0,7

i

berging/ kantoor verenigingsruimte

j

toiletten D+H verenigingen

-

k

miva toilet verenigingen

-

l

dienstingang

-

m

fietsenstalling

-

n

werkkast

-

Kantoren a

kantoor bedrijfsleider

tot 0,7

b

kantoor administratie

tot 0,7

c

archief-, kopieer- en printruimte

d

vergaderruimte

e

serverruimte

tot 0,8 -

Personeel a

personeelsruimte

b

toiletten D + H

-

c

doucheruimte personeel

-

d

kleedruimte personeel

-

e

wasruimte

-

tot 0,8

Horeca a

horecaruimte

b

uitgiftepunt tribune

c

bereidingskeuken

tot 1,0

d

spoelkeuken

tot 1,0

e

berging

-

f

werkkast

-

g

containerruimte

-


circa 1,0 -

52 van 63

Datum: 3 maart 2010

RUIMTEN

Nagalmtijd

Seconden Algemene ruimten zwembad a

gemeenschappelijke kleedruimte

tot 1,0

b

wisselcabines (standaard)

tot 1,0

c

wisselcabines (groot)

tot 1,0

d

ruimte garderobbekasten

-

e

doucheruimte

-

f

toiletten D + H

-

g h

toilet MIVA

-

i

berging

-

j

werkkast

-

make-upruimte/ haardroogruimte

tot 0,8

Wedstrijdbad a

bassin (52 x 25 m.)

ntb

b

perron

ntb

c

juryruimte

tot 0,8 tot 0,8

d

badmeesterpost

e

terras bij horeca uitgiftepunt

f

fysiotherapie/massage/dopping-ruimte

tot 0,8

g h

EHBO ruimte

tot 0,8

i

toiletten D + H

-

j

Miva-toilet

-

k

berging zwemzaal

-

tribune

-

ntb

Sportbassin a

bassin (25 x 15 m.)

ntb

b

perron

ntb

c

tribune

ntb

d

badmeesterpost

e

droogspringruimte

ntb

f

krachtsportruimte

tot 1,0

g

berging zwemzaal

-

tot 0,8

Doelgroepenbad a

bassin (25 x 10 m.)

ntb

b

perron

ntb

c

berging zwemzaal


-

53 van 63

Datum: 3 maart 2010

RUIMTEN

Nagalmtijd

Seconden Technischeruimten zwembaden a

CV ruimte

-

b

filterruimte

-

c

werkplaats + kantoor

d

luchtbehandelingsruimte

-

e

ruimte zoutelectrolyse

-

f

vuilwaterkelder

-

g

bufferkelder

-

h

schoonwater kelder

-

i

elektrameterruimte

-

j

traforuimte

-

k

gasmeterruimte

-

tot 0,8

Sporthal a

sportvloer (48 x 28 m.)*

tot 1,7

afzonderlijke haldelen*

tot 1,2

b

toestellenberging

c

EHBO-ruimte / behandelkamer

tot 0,8

d

juryruimte

tot 0,8

e

kleedruime

tot 1,0

f

doucheruimte

-

g

toiletten D + H

-

h

Miva-toilet

-

i

docentenkamers

j

werkkast

k

docenten/scheidsrechters was/-kleed/toiletruimte tribune

l

-

tot 0,8 tot 0,8

* De norm voor de gelijkmatigheid T(gem) : T(max) =0.7


54 van 63

Datum: 3 maart 2010

Bijlage 2: Ruimte temperaturen OPERATIEVE TEMPERATUREN (tijdens gebruikstijden)

RUIMTEN

minimum

ondergrens

bovengrens

maximum

temperatuu comfortgebied comfortgebied temperatuur r °C

°C

°C

°C

Algemene ruimten a


18

20

25,5

28

b

centrale hal

18

20

25,5

28

c

receptieruimte

18

20

25,5

28

d

backoffice

18

20

25,5

28

e

toiletten D + H

18

f

Miva-toilet

18

g

entree verenigingtsruimte

18

20

25,5

28

h

verenigingsruimte

18

20

25,5

28

i

berging/ kantoor vereniging

18

20

25,5

28

j

toiletten D + H verenigingen

18

k


18

l

dienstingang

18

m

fietsenstalling

15

n

werkkast

15

28

Kantoren a


18

20

25,5

28

b

kantoor teamleiders

18

20

25,5

28

c


18

20

25,5

28

d

vergaderruimte

18

20

25,5

28

e

serverruimte

18

20

25,5

28

20

25,5

28

Personeel a

personeelsruimte

18

b

toiletten D + H

18

c


21

23

25

29

d


21

23

25

29

e

wasruimte

21

23

25

29

Horeca a

horecaruimte

18

20

25,5

28

b


18

20

25,5

28

c

bereidingskeuken

18

20

25,5

28

d

spoelkeuken

18

20

25,5

28

e

berging

15

18

24

30

f

werkkast

15

g

containerruimte

15


55 van 63

Datum: 3 maart 2010

OPERATIEVE TEMPERATUREN (tijdens gebruikstijden)

RUIMTEN

minimum

ondergrens

bovengrens

maximum


°C

°C

°C

Algemene ruimten zwembad a


21

23

25

29

b


21

23

25

29

c


21

23

25

29

d


21

23

25

29

e

doucheruimte

24

26

32

34

f

toiletten D + H

21

23

25

29

g h

toilet MIVA

21

23

25

29


18

20

25,5

28

34

i

berging

18

j

werkkast

15

Wedstrijdbad a

bassin (52x 25 m.)

24

watertemperatuur bassin

32 28

26

32

b

perron

c

juryruimte

21

23

25

29

d

badmeesterpost

21

23

25

29

e


24

26

32

34

f


21

23

25

29

g h

EHBO ruimte

21

23

25

29

tribune

18

20

25,5

28

i

toiletten D + H

21

23

25

29

j

Miva-toilet

21

23

25

29

berging zwemzaal

18

26

32

34

25

28

k

24

26 25

34

Sportbassin a

bassin (25 x 15 m.)

24

watertemperatuur bassin b c

perron

24

26

32

34

tribune

18

20

25,5

28

d

badmeesterpost

21

23

25

29

e

droogspringruimte

24

26

32

34

f

krachtsportruimte

18

20

25,5

28

g

berging zwemzaal

18

26

32

34

26

30

26

32

Doelgroepenbad a

bassin (25 x 10 m.)

24

watertemperatuur bassin b

perron

24

c

berging zwemzaal

18


34

56 van 63

Datum: 3 maart 2010

OPERATIEVE TEMPERATUREN (tijdens gebruikstijden)

RUIMTEN

minimum

ondergrens

bovengrens

maximum


°C

°C

°C

20

25,5

28

18

23

25

20

25,5

28

Technischeruimten zwembaden a

CV ruimte

15

b

filterruimte

15

c


18

d


15

e


15

f

vuilwaterkelder

15

g

bufferkelder

15

h

schoonwater kelder

15

i

elektrameterruimte

15

j

traforuimte

15

k

gasmeterruimte

15

Sporthal a


17

b

toestellenberging

15

c


18

d

juryruimte

18

20

25,5

28

e

kleedruime

21

23

25

29

f

doucheruimte

21

23

25

29

g

toiletten D + H

18

h

Miva-toilet

18

i

docentenkamers

18

20

25,5

28

j

werkkast

15

k


19

23

28

30

17

18

23

25

l


57 van 63

Datum: 3 maart 2010

Bijlage 3: Ventilatie VENTILATIE-EISEN

Rekeneenheid

minimaal benodigde verse lucht RUIMTEN

aantal personen hoeveelheid

eenheid

Algemene ruimten a


ntb

b

centrale hal

ntb

c

receptieruimte

5,5 . 10-3

m3/s per persoon

d

backoffice

1,4 . 10-3

m3/s per m2

e

toiletten D + H

7 . 10-3

m3/s per toilet

f

Miva-toilet

-3

m3/s per toilet

7 . 10

g

entree verenigingsruimte

h

verenigingsruimte

i

berging/ kantoor

j

toiletten D + H verenigingen

7 . 10-3

m3/s per toilet

k


7 . 10-3

m3/s per toilet

l

dienstingang

nvt

m

fietsenstalling

ntb

n

werkkast

ntb 1,5 . 10-3

m3/s per m2

-3

m3/s per m2

1,4 . 10

7 . 10-3

m3/s

Kantoren a


1,4 . 10-3

m3/s per m2

b

kantoor teamleiders

1,4 . 10-3

m3/s per m2

c


14 . 10

d

vergaderruimte

1,5 . 10-3

m3/s per m2

e

serverruimte

14 . 10-3

m3/s

1,5 . 10-3

m3/s per m2

-3

m3/s

Personeel a

personeelsruimte

b

toiletten D + H

-3

7 . 10

c


d


6 voudig

e

wasruimte

14 . 10-3

m3/s per toilet

10 voudig m3/s

Horeca a

horecaruimte

ntb

b


ntb

c

bereidingskeuken

d

7 . 10-3

m3/s

spoelkeuken

-3

7 . 10

m3/s

e

berging

7 . 10-3

m3/s

f

werkkast

7 . 10-3

m3/s

g

containerruimte


ntb

58 van 63

Datum: 3 maart 2010

VENTILATIE-EISEN

Rekeneenheid

minimaal benodigde verse lucht RUIMTEN hoeveelheid

eenheid

aantal personen



6 voudig

b


6 voudig

c


6 voudig

d


6 voudig 10 voudig

e

doucheruimte

f

toiletten D + H

7 . 10-3

m3/s per toilet

g h

toilet MIVA

7 . 10-3

m3/s per toilet

i

berging

7 . 10-3

m3/s

j

werkkast

7 . 10-3

m3/s


ntb

Wedstrijdbad a

bassin (52 x 25 m.)

ntb

b

perron

ntb

c

juryruimte

6 voudig

d

badmeesterpost

6 voudig

e


ntb

f


6 voudig

g h

EHBO ruimte

6 voudig

i

toiletten D + H

7 . 10-3

m3/s per toilet

j

Miva-toilet

7 . 10-3

m3/s per toilet

k

tribune

berging zwemzaal

ntb

-3

7 . 10

m3/s

Sportbassin a

bassin (25 x 15 m.)

ntb

b c

perron

ntb

tribune

ntb

d

badmeesterpost

6 voudig

e

droogspringruimte

f

krachtsportruimte

ntb

g

berging zwemzaal

7 . 10-3

ntb m3/s

Doelgroepenbad a

bassin (25 x 10 m.)

b

perron

c

berging zwemzaal


ntb ntb 7 . 10-3

m3/s

59 van 63

Datum: 3 maart 2010

VENTILATIE-EISEN

Rekeneenheid

minimaal benodigde verse lucht RUIMTEN hoeveelheid

eenheid

aantal personen


CV ruimte

b

filterruimte

c


d


ntb

e


ntb

f

vuilwaterkelder

ntb

g

bufferkelder

ntb

h

schoonwater kelder

ntb

i

elektrameterruimte

ntb

j

traforuimte

ntb

k

gasmeterruimte

ntb

ntb ntb 7 . 10-3

m3/s

Sporthal a


1 voudig

b

toestellenberging

7 . 10-3

c


6 voudig

d

juryruimte

6 voudig

e

kleedruime

6 voudig

f

doucheruimte

10 voudig

g

toiletten D + H

h

Miva-toilet

i

docentenkamers

j k l

m3/s

7 . 10-3

m3/s per toilet

-3

m3/s per toilet

7 . 10

1,5 . 10-3

m3/s per m2

werkkast

7 . 10-3

m3/s


1 voudig


6 voudig

60 van 63

Datum: 3 maart 2010

Bijlage 4: Verlichting RUIMTEN

Lichtsterkte Lux minimaal 1 m boven vloer

Algemene ruimten a


300

b

centrale hal

300

c

receptieruimte

300

d

backoffice

300

e

toiletten D + H

100

f

Miva-toilet

200

g

verenigingsentree

300

h

verenigingsruimte

300

i

berging/ kantoor

300

j

toiletten D + H

100

k

Miva-toilet

200

l

dienstingang

200

m

fietsenstalling

100

n

werkkast

100

Kantoren a


300

b

kantoor teamleiders

300

c


500

d

vergaderruimte

300

e

serverruimte

100

Personeel a

personeelsruimte

300

b

toiletten D + H

100

c


300

d


300

e

wasruimte

300

Horeca a

horecaruimte

200

b


200

c

bereidingskeuken

300

d

spoelkeuken

300

e

berging

100

f

werkkast

100

g

containerruimte

100


61 van 63

Datum: 3 maart 2010

RUIMTEN




300

b


300

c


d


300 300

e

doucheruimte

300

f

toiletten D + H

100

g h

toilet MIVA

200


300

i

berging

100

j

werkkast

100

Wedstrijdbad a

bassin (52 x 25 m.)

600

b

perron

600

c

juryruimte

400

d

badmeesterpost

200

e


100

f


300

g h

EHBO ruimte

300

tribune

200

i

toiletten D + H

100

j

Miva-toilet

200

k

berging zwemzaal

100

Sportbassin a

bassin (25 x 15 m.)

600

b c

perron

600

tribune

200

d

badmeesterpost

200

e

droogspringruimte

300

f

krachtsportruimte

300

g

whirlpool

300

h

berging zwemzaal

100

Doelgroepenbad a

bassin (25 x 10 m.)

300

b

perron

300

c

berging zwemzaal

100


62 van 63

Datum: 3 maart 2010

RUIMTEN



CV ruimte

200

b

filterruimte

200

c


300

d


200

e


200

f

vuilwaterkelder

200

g

bufferkelder

200

h

schoonwater kelder

200

i

elektrameterruimte

200

j

traforuimte

200

k

gasmeterruimte

200

Sporthal a


500

b

toestellenberging

200

c


300

d

juryruimte

300

e

kleedruime

200

f

doucheruimte

200

g

toiletten D + H

100

h

Miva-toilet

200

i

docentenkamers

300

j

werkkast

100

k


300

l


300

63 van 63

Programma van Eisen Sportvoorziening Hogeweg



Lidmaatschap gebruikersvereniging Multisignaal Peiling Tijdelijke Impuls Vrijwillige Inburgering Voorbereiding besluit


Lidmaatschap gebruikersvereniging Multisignaal Peiling Reg.nr.: 3392070 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Smink (033 469 45 70) Portefeuillehouder: Boeve Opsteller: Smink Samenvatting: De gemeente Amersfoort maakt sinds 2008 rondom risicosignalering jeugdigen gebruik van de applicatie verwijsindex van Multisignaal, eerst lokaal en vervolgens regionaal. Multisignaal is een samenwerkingsverband dat in 2006 is ontstaan vanuit een aantal expertgemeenten op het terrein van jeugdbeleid. Risicosignalering is het werkterrein waarin Multisignaal de initiatieven met betrekking tot kennis, documenten en automatiseringssystemen van deze gemeenten, en inmiddels ruim 280 gemeenten, heeft gebundeld. Om het gebruik en de doorontwikkeling van de verwijsindex gestalte te geven heeft Multisignaal een gebruikersvereniging opgericht en nodigt haar gebruikers uit lid te worden. Deelname biedt de mogelijkheid samen met ruim 280 gemeenten de verwijsindex structureel te verbeteren en te actualiseren. Reden van aanbieding: Op grond van Artikel 160 lid 2 Gemeentewet besluit het college slechts tot deelnemen in een vereniging indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Deze gelegenheid biedt het college door een peiling in De Ronde. Op grond van artikel 160, lid 3 moet een besluit tot deelneming in een vereniging, ter goedkeuring worden voorgelegd aan gedeputeerde staten. Van de raad wordt gevraagd: Wensen en bedenkingen te uiten in zake het voorgenomen besluit om het lidmaatschap aan de gebruikersvereniging Multisignaal aan te gaan. Vervolgtraject: Na behandeling in de Ronde vindt definitieve besluitvorming tot lidmaatschap aan de gebruikersvereniging Multisignaal plaats door het college. Dit besluit wordt ter goedkeuring voorgelegd aan gedeputeerde staten. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Opm. presidium: Concept collegebesluit ontbreekt Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Peiling (/smartsite.shtml?ch=ter&id=220160) : http://www.multisignaal.nl/samenwerkende-gemeenten/aangesloten-gemeenten/provincie-utrecht Website Multisignaal


Tijdelijke Impuls Vrijwillige Inburgering Voorbereiding besluit Reg.nr.: 3399365 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Groosman (033 469 51 35) Portefeuillehouder: Van ’t Erve Opsteller: Groosman Samenvatting: Met ingang van 2010 is een aantal wijzigingen in de Wet Inburgering opgenomen. Zo is de mogelijkheid opengesteld om de bijdrage voor de vrijwillige inburgering te verlagen. Hiermee kunnen wij een impuls aan de vrijwillige inburgering geven. Reden van aanbieding: Het is de bevoegdheid van de Raad om verordeningen vast te stellen Van de raad wordt gevraagd: De volgende besluiten voor te bereiden: In te stemmen met het verlagen van de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering van 270,- naar 200,In te stemmen met het verrekenen van de eigen bijdrage met een bonus van 200,- als de vrijwillige inburgeraar binnen uiterlijk 2 pogingen het inburgeringexamen met succes aflegt. Artikel 5 van de Verordening Inburgering 2009 - 2012 als gevolg van de beslispunten 1 en 2 te wijzigingen. De gewijzigde Verordening Inburgering 2009-2012 vast te stellen. Vervolgtraject: Publiceren van de gewijzigde Verordening Inburgering 2009 - 2012. De NVA opdracht geven e.e.a. conform besluitvorming vorm te geven. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel Opm. presidium: Om de vastgelegde ambitie te bereiken is het nodig om zo snel mogelijk aan het werk te gaan. Daarom hebben we dit onderwerp met een aangepaste termijn geagendeerd. Afhankelijk van de behandeling in De Ronde zou ook op 30 maart een besluit genomen kunnen worden. Hebben fracties meer tijd nodig, dan wordt het onderwerp bij Het Besluit van 30 maart van de agende gehaald en verschoven naar 13 april. Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Raadsvoorstel (nr. /smartsite.shtml?id=220308) : Verordening (nr. /smartsite.shtml?id=220309) : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/RIB/Raadsinformatiebrief%202010%20nr.%2018%2C%20Ambities%20inburgering%202010.pdf : http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=220294 3391910 (pdf) Raadsinformatiebrief 2010-18 (pdf) 3393472 (pdf)

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder S. van 't Erve


: 23-03-2010 : 30-03-2010 : 30-03-2010 :


: 3391910 : 23 maart 2010 :

Onder voorbehoud van uitkomst behandeling in De Ronde

TITEL Tijdelijke impuls vrijwillige inburgering

BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met het verlagen van de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering van € 270,naar € 200,-; 2. in te stemmen met het verrekenen van de eigen bijdrage met een bonus van € 200,- als de vrijwillige inburgeraar binnen uiterlijk 2 pogingen het inburgeringsexamen met succes aflegt; 3. artikel 5 van de Verordening inburgering 2009-2012 als gevolg van de beslispunten 1 en 2 te wijzigen; 4. de gewijzigde Verordening Inburgering 2009-2012 vast te stellen.

AANLEIDING In de Raadsinformatiebrief ambities inburgering (nr. 2010-18) gaven wij aan dat per 1 januari 2010 een aantal wetswijzigingen van kracht is, waarvan wij zouden onderzoeken welke wij kunnen benutten om onze ambitie van 627 inburgeraars waar te maken. Aan gemeenten wordt de mogelijkheid geboden de eigen bijdrage voor de vrijwillige inburgering – een zeer moeilijk bereikbare doelgroep – volledig af te schaffen of een lagere eigen bijdrage te vragen dan de nu geldende € 270,- . Wij willen van deze mogelijkheid gebruik maken, omdat dit ons in staat stelt onze ambitie te realiseren. De overige wetswijzigingen bieden geen extra mogelijkheden om onze ambitie van 627 vrijwillige inburgeraars effectiever te kunnen bereiken. Door het verlagen van de eigen bijdrage zullen meer potentiële inburgeraars een aanbod voor een inburgeringstraject accepteren. De mogelijkheid om het geïnvesteerde bedrag ‘terug te verdienen’verhoogt de motivatie om het inburgeringexamen binnen twee pogingen te halen. Hiermee krijgen meer Amersfoorters met een niet-Nederlandse etniciteit de kans om het Nederlands beter te leren beheersen en het functioneren van de Nederlandse samenleving beter te begrijpen. Dit biedt hen meer kansen om als actief burger deel te nemen aan de maatschappij. Dat is goed voor de sociale weerbaarheid van Amersfoort en draagt bij aan de doelstellingen van ons integratiebeleid.

ARGUMENTEN 1.1 Ambitie realiseren Uit ervaringen van het NVA en andere gemeenten blijkt dat het inburgeringsaanbod aantrekkelijker is als er wél een eigen bijdrage gevraagd wordt in combinatie met de mogelijkheid om deze ‘terug te verdienen’. Deelnemers blijken ook gemotiveerder te zijn in hun traject, doordat een beroep op de eigen verantwoordelijkheid gedaan wordt. Met een aantrekkelijk aanbod kunnen wij onze ambitie van 627 inburgeraars beter bereiken. Dit is de meest effectieve maatregel die de wetswijziging biedt om onze ambitie te realiseren. Inlichtingen bij:

R. Groosman, WSO/MO, (033) 469 51 35


1.2 Extra Rijksbijdrage Om aanspraak te maken op de knelpuntenpot van het ministerie van VROM/WWI om knelpunten in de uitvoering van de Wet inburgering aan te pakken, moeten wij in de periode januari t/m mei minimaal 196 trajecten realiseren. Van deze rijksbijdrage (ca. 800.000€) willen wij in het kader van ons speerpunt participatie door inburgering gebruik kunnen maken. Het is kort dag. Met een aantrekkelijker aanbod verwachten wij voldoende trajecten te kunnen realiseren.

KANTTEKENINGEN 1.1 Eigen verantwoordelijkheid. Het verlagen van de eigen bijdrage kan de indruk wekken dat de overheid de eigen verantwoordelijkheid van de vrijwillige inburgeraar inperkt. Door de eigen bijdrage niet af te schaffen, maar te verlagen, en een financiële prikkel aan het succesvol afronden van een inburgeringstraject te koppelen zijn wij van mening dat wij de eigen verantwoordelijkheid juist extra aanspreken.

FINANCIËN De gevolgen van dit besluit kunnen worden opgevangen binnen het beschikbare budget.


BETROKKEN PARTIJEN NVA Centrum voor Duurzame Inburgering


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit - Verordening inburgering 2009-2012 (nr. 3393472)

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3391910

De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 23 maart 2010, sector WSO/MO (nr. 3391910); b e s l u i t:

1 2 3 4

in te stemmen met het verlagen van de eigen bijdrage voor vrijwillige inburgering van € 270,naar € 200,-; in te stemmen met het verrekenen van de eigen bijdrage met een bonus van € 200,- als de vrijwillige inburgeraar binnen uiterlijk 2 pogingen het inburgeringsexamen met succes aflegt; artikel 5 van de Verordening inburgering 2009-2012 als gevolg van de beslispunten 1 en 2 te wijzigen; de gewijzigde Verordening Inburgering 2009-2012 vast te stellen.


de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSINFORMATIEBRIEF 2010-18 : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad

Reg.nr.

Aan Portefeuillehouder

: Wethouder S. van 't Erve

Programma

Van

Datum

: 3326151 : 9 februari 2010 3. Zorg, welzijn en : wijkontwikkeling

TITEL Ambities inburgering 2010

KENNISNEMEN VAN De Raadsinformatiebrief ‘Ambities inburgering 2010’.

AANLEIDING De minister voor Wonen, Wijken en Integratie, de heer mr. E.E. van der Laan, heeft op 21 december 2009 alle gemeenten verzocht om uiterlijk op 28 januari 2010 de ambities voor het aantal inburgeringstrajecten in 2010 bekend te maken. De gemeenten zijn gevraagd om een extra inspanning te leveren om van landelijk 47.000 tot 60.000 trajecten te komen in 2010. Voor Amersfoort betekent dit een extra inspanningsverplichting voor 136 inburgeringstrajecten (van 491 naar 627 trajecten). Met deze brief willen wij u, zoals wij eerder overeengekomen zijn, nader informeren over de gemaakte afspraken, bijbehorende vergoedingen en de wijze waarop wij onze ambitie voor 2010 waar denken te kunnen maken.

KERNBOODSCHAP Amersfoort neemt haar verantwoordelijkheid en wil haar deel in de oorspronkelijke ambitie van landelijk 60.000 inburgeraars proberen waar te maken. Wij zetten daarom in op de inspanningsverplichting van 136 extra inburgeringstrajecten in 2010. Hiertegenover stelt minister Van der Laan een extra bedrag van circa € 880.000,- voor uitvoerings- en trajectkosten en een bedrag van circa € 670.000,- om knelpunten rondom de inburgering op te kunnen lossen. We weten dat de afgelopen jaren er al veel werk is verzet en veel mensen zijn bereikt. Toch willen wij deze extra krachtinspanning leveren om het belang dat wij hechten aan ons vijfde speerpunt uit de integratienota ‘Blijven bouwen aan binding’, namelijk participatie door inburgering, te benadrukken. De afspraken, de ambitie Met de minister is afgesproken dat wij de inspanning zullen leveren om 136 extra inburgeringstrajecten te realiseren in 2010. Dit zal geen gemakkelijke opgave zijn. Nadrukkelijk geven wij aan dat dit een streefaantal is. Om onze ambitie te kunnen bereiken zullen wij in moeten zetten op moeilijk bereikbare doelgroepen zoals werkende inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftige Amersfoorters. En wij zullen onze ketenpartners nog slimmer moeten verbinden om de mogelijkheden die de inburgering biedt breed onder de aandacht te brengen.

Inlichtingen bij:

R. Groosman, WSO/MO, (033) 469 51 35

Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3326151 pagina 2

Het financiële aanbod van minister Van der Laan Dit aanbod geldt alleen voor die gemeenten die inschrijven op het gevraagd aantal extra trajecten. Voor Amersfoort houdt het aanbod het volgende in (let wel: het gaat om voorlopige bedragen, de (Rijks)begroting voor inburgering moet nog definitief worden vastgesteld): • In mei ontvangt de gemeente via het gemeentefonds een bedrag van circa € 95.200,- voor extra uitvoeringskosten. • Een prestatieafhankelijk deel: Als Amersfoort in de periode januari t/m mei 197 inburgeringstrajecten realiseert, ontvangt de gemeente in juli extra middelen om knelpunten met de inburgering op te lossen. Het gaat om een bedrag van circa € 672.600,- dat via het gemeentefonds wordt uitgekeerd. • In september ontvangt de gemeente een bedrag van circa € 788.000,- via het Participatiebudget om de extra trajecten te kunnen financieren. Indien het aantal trajecten niet gerealiseerd wordt, wordt de gemeente hier niet op afgerekend. Het aantal gerealiseerde trajecten en examens in 2010 is van invloed op het aandeel voor inburgering dat in 2012 via het Participatiebudget uitgekeerd wordt. Hoe gaan wij onze ambitie waarmaken De gemeente Amersfoort zet in 2010 alles op alles om bij alle potentiële inburgeraars de mogelijkheden van inburgering onder de aandacht te brengen ter bevordering van hun integratie en participatie. Niet om aantallen te genereren, maar om duidelijk te maken welke kansen en mogelijkheden inburgering biedt. Hierover zijn wij optimistisch en door creativiteit en maatwerk te blijven stimuleren, kunnen nog meer allochtone Amersfoorters actief burger worden of zichzelf verder ontwikkelen. Daarmee vergroten wij de sociale weerbaarheid van individuele Amersfoorters en van de samenleving als geheel. Wij denken door in te zetten op de volgende acties nog veel mensen te kunnen bereiken: • Door breder dan tot nog toe inburgering onder de aandacht te brengen. • Door ketenpartners nog slimmer met elkaar te verbinden. Bijvoorbeeld door werkgevers en brancheorganisaties te stimuleren laaggeschoolde en laaggeletterde werknemers te motiveren een inburgeringstraject te volgen. Om te helpen werkgevers en werknemers te overtuigen, is vanaf 1 februari een accountmanager inburgering werkzaam op het Werkplein in Amersfoort in opdracht van het ministerie van VROM/WWI. • We willen een campagne en netwerkdagen organiseren voor uiteenlopende doelgroepen en ketenpartners. Het ministerie van VROM/WWI biedt ons hierin in 2010 fysieke ondersteuning aan. • Door in het kader van het Bestuurlijk Arrangement Antillianen inburgeraars onder die doelgroep te werven. • Per 1 januari is een aantal wetswijzigingen van kracht die mogelijk extra kansen bieden om inburgeraars te verleiden. Deze mogelijkheden zullen wij onderzoeken. • Door succesvolle initiatieven in andere gemeenten te bestuderen en na te gaan of ze toepasbaar zijn in Amersfoort. Op basis van deze actiepunten werken we samen met het NVA – Centrum voor duurzame inburgering een uitvoeringsplan voor 2010 uit. Het NVA is een partner die de afgelopen drie jaar stevige resultaten bereikt heeft. Na een opgelopen achterstand door de vertraagde inwerkingtreding van de Wet inburgering in 2007, heeft het NVA een jaarlijks toenemend aantal trajecten weten te starten. Van 264 in 2007, 444 in 2008 tot (minimaal) 539 trajecten in 2009 (eind februari 2010 wordt de stand voor 2009 definitief opgemaakt). Hiermee is 87% gehaald van de ambitie om in de periode 2007 - 2009 een aantal van 1431 trajecten te realiseren. Gezien de vele knelpunten rondom de inburgering en in vergelijking met de landelijke prestaties is dit een prestatie van formaat. Het NVA wil zich in 2010 opnieuw inzetten om samen met de gemeente de inspanningen te leveren die nodig zijn om onze ambities waar te kunnen maken.

Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3326151 pagina 3

CONSEQUENTIES Eind juni moeten we de balans opmaken van het aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten in de periode januari tot en met mei.

BETROKKEN PARTIJEN NVA, ministerie van VROM/WWI Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

Verordening

Reg.nr.

3393472

De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 23 maart 2010, sector WSO/MO (nr. 3391910); vindt het, gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering; nodig dat er regels komen voor inburgering van inburgeringplichtigen en inburgeringbehoeftigen, waarin de lokale beleidskeuzes zijn opgenomen. De regels betreffen de uitvoering van de gemeentelijke taken informatie en advies, handhaven en faciliteren; heeft artikel 147 van de Gemeentewet gelezen; b e s l u i t: vast te stellen:

Verordening inburgering 2009 - 2012 HOOFDSTUK I Artikel 1

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Begripsbepalingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort; b. De wet: de Wet inburgering; c. Inburgeringplichtigen: iedere oudkomer en nieuwkomer tussen de 16 en 65 jaar, die duurzaam in Nederland wil en mag wonen en die volgens de verplichtingen van de wet, nog niet aan zijn inburgeringplicht heeft voldaan; d. Inburgeringbehoeftige: iedere inwoner van Nederland, niet zijnde een inburgeringplichtige, tussen de 16 en 65 jaar van een andere dan Nederlandse afkomst, wiens participeren in de Nederlandse samenleving beperkt wordt door onvoldoende kennis van de Nederlandse taal en samenleving; e. Inburgeraar: omvat inburgeringplichtigen en inburgeringbehoeftigen; 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. Artikel 2

Informatieverstrekking

1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot voorzieningen ten behoeve van hun inburgering. 3393472 VERORDENNG INBURGERING 2009 - 2012 1 van totaal 4

Gemeente Amersfoort

2. Het college maakt bij de informatieverstrekking in ieder geval gebruik van de volgende middelen: a. Een spreekuur dat telefonisch en fysiek bereikbaar is b. Schriftelijke informatieverstrekking c. Informatie via de website d. Informatiegesprekken. 3. Het college beoordeelt jaarlijks de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeraars en rapporteert daarover aan de raad. HOOFDSTUK II

Artikel 3

DOELGROEPEN EN SAMENSTELLING VAN DE INBURGERINGVOORZIENING OF TAALKENNISVOORZIENING

Aanwijzen van de doelgroep

Asielgerechtigde inburgeringplichtigen en geestelijke bedienaren krijgen, verplicht conform de wet, van het college een inburgeringaanbod. Daarnaast wijst het college de inburgeringplichtigen aan als groep aan wie een inburgeringvoorziening aangeboden kan worden. Tenslotte wijst het college de inburgeringbehoeftigen aan als groep aan wie een inburgeringvoorziening aangeboden kan worden. Artikel 4

De samenstelling van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening (verder voorziening)

1. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeraar. 2. Indien de inburgeraar een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden,draagt het college er zorg voor dat de inburgeringvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. 3. Een voorziening omvat een cursus, die toeleidt naar een inburgeringexamen, Staatsexamen of een diploma waarmee de inburgeraar aantoonbaar aan zijn inburgeringverplichting heeft voldaan, en een inburgeringexamen. Artikel 5

De inning van de eigen bijdrage

1. De eigen bijdrage wordt vastgesteld op € 200,- Deze bijdrage wordt verrekend met een bonus van € 200,- als de vrijwillige inburgeraar binnen uiterlijk 2 pogingen het inburgeringexamen met succes aflegt. 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. Artikel 6

Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeraar bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. Het deelnemen aan de aangeboden inburgeringcursus of taalkennisvoorziening; b. Het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider; c. Het deelnemen aan voortgangsgesprekken; d. Voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald; e. Het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.


Gemeente Amersfoort

HOOFDSTUK III HET AANBOD VAN EEN INBURGERINGVOORZIENING Artikel 7

De procedure van het doen van een aanbod

1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet in beginsel mondeling. 2. Wanneer de inburgeraar het aanbod aanvaardt, neemt het college, binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling, het besluit tot toekenning van de voorziening overeenkomstig het gedane aanbod. 3. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk, wanneer de individuele situatie daarom vraagt. In die situatie wordt het aanbod gezonden naar het adres waar de inburgeraar in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven. 4. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringvoorziening of de taalkennis voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringvoorziening worden verbonden. 5. De inburgeraar aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 4 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. 6. Wanneer de inburgeraar het aanbod aanvaardt, neemt het college, binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod. Artikel 8

De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgering- of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval: a. Een beschrijving van de voorziening; b. Een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeraar; c. De datum waarop het inburgeringexamen of het Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald wanneer het inburgeringaanbod een inburgeringplichtige betreft; de datum waarop het inburgeringexamen moet zijn gedaan, wanneer het inburgeringaanbod een inburgeringbehoeftige betreft; d. De verplichting tot betaling van de eigen bijdrage e. De termijnen en wijze van betaling; en f. Ingeval van een inburgeringplichtige oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt. HOOFDSTUK IV DE BESTUURLIJKE BOETE Artikel 9

Het opleggen van bestuurlijke boetes

Bestuurlijke boetes kunnen alleen opgelegd worden aan inburgeringplichtigen en daarbij alleen aan diegenen die niet vallen onder het regiem van Sociale Zekerheid. Voor deze laatste groep geldt het maatregelbeleid van Sociale Zekerheid. Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 100,- indien de inburgeringplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringplichtig is en geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. Indien de inburgeringplichtige zich binnen twaalf maanden opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding geldt opnieuw een boete van ten hoogste € 100,-.


Gemeente Amersfoort

2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening. Indien de inburgeringplichtige zich binnen twaalf maanden opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding geldt opnieuw een boete van ten hoogste € 200,-. 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. 4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringexamen heeft gehaald. Artikel 11 Een tweede examenkans voor inburgeringplichtigen Indien de inburgeringplichtige 80 % van een aangeboden traject heeft gevolgd en hij zich aantoonbaar heeft ingespannen om het inburgeringexamen te halen, kan het college aan een inburgeringplichtige kostenloos een tweede examenmogelijkheid aanbieden. HOOFDSTUK V

DE BESTUURLIJKE BELONING

Artikel 12 Het aanbieden van bestuurlijke beloning Ieder die zijn inburgeringexamen haalt ontvangt van het college een 1-jarig abonnement voor de openbare bibliotheek. HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN Artikel 13 Citeertitel Deze verordening heet Verordening inburgering 2009 - 2012. Artikel 14 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2010. Artikel 15 Intrekking vorige versie De Verordening Wet inburgering 2009-2012 ingangsdatum 1 januari 2009 wordt ingetrokken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de griffier,

de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM:


Verzoek SP tot het mogen houden van een interpellatie over TSN: een partner om trots op te zijn (nr ) Besluiten zonder debat

Recommend Documents