VERSLAG VAN DE RAADSSESSIE VAN DE RAAD DER GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 21 JUNI 2007 Onderwerp: Financiën, Jaarstukken, technische bespreking Voorzitter: P. van den Boom De leden: mw. D. Abbas, P.J. Boerman, P. van Groenigen, C. van der Linden, D.C.J. Mahieu, A. Noomen, mw. J.M.M. van Popering-van der Stokker Griffie: mw. S.F.S. Manting Portefeuillehouders: J.J. Nobel Insprekers: Geen
De VOORZITTER: Dames en heren, hartelijk welkom. We gaan het vanavond in deze sessie hebben over de jaarstukken. We maken geen politieke opmerkingen vanavond. Het is een technische sessie. U stelt vragen die de wethouder gaat beantwoorden. De heer Boerman, GroenLinks. De heer BOERMAN: Dank u wel. We zitten hier vanavond voor de bespreking van de jaarstukken. Vragen hebben wij wel. Het zijn moeilijke stukken. We zouden liever de jaarstukken voor kennisgeving aannemen omdat we liever vooruit dan achteruit kijken. Het viel dit jaar niet mee om de jaarstukken te bekijken. Ik loop hier toch al een tijdje rond. Ik wil beginnen met vragen over de budgetoverhevelingen. Die horen er ook bij. Daarvoor is een apart stuk gestuurd. Bij e wordt er gesproken over verkeersveilige scholen. Van de € 75.000,00 wordt € 40.000,00 overgeheveld. Hoe komt dat en hoe komt het dat het hele bedrag het afgelopen jaar niet is uitgegeven? Waarom denken we dat we dat dit jaar wel zullen doen terwijl het een beetje een structureel budget is. Daarover waren we verrast. Een andere gehonoreerde aanvraag is l, de invoering WMO. Daar wordt gesteld dat € 75.000,00 voor de communicatie niet is uitgegeven. Dat vinden we jammer. Het bedrag wordt naar 2007 overgeheveld. Dan denken we dat de communicatie iets is wat al had moeten worden uitgevoerd. Gaan we dan in 2007 inhalen wat we in 2006 hebben laten liggen? In de huidige begroting zal toch ook een budget voor communicatie moeten zitten. Dezelfde vraag maar dan het omgekeerde hebben we bij x, koopkrachtreparatie. In 2006 is eenmalig een bedrag van € 115.000,00 van het rijk gekregen. Daarvan zeggen we nu dat het geld wel van het rijk is gekregen maar dat het niet wordt overgeheveld terwijl het niet is uitgegeven. Wat betekent dit dan? Is het geld ergens in de begroting verdwenen? Hoe wordt dan verdergegaan met de koopkrachtreparatie? Op pagina 14 van de jaarstukken wordt over verkeersreguleringsmaatregelen gesproken waarbij een bedrag van € 532.000,00 is aangegeven. Daarachter staat dat de lasten lager zijn dan begroot. De reden ligt in de complexiteit waardoor de voorbereidingstijd langer wordt. De uitgaven zullen in 2007 plaatsvinden. Dat begrijpt hij maar hij begrijpt niet dat de € 532.000,00 in het lijstje van de overhevelingen staat. Zo zijn er meer onduidelijkheden die van technische aard zijn. Ik heb mij vooral gericht op de pagina’s 180 en 181 waarin een overzicht begrotingsen kredietoverschrijdingen 2006 is opgenomen omdat daar 'door de raad te autoriseren uitgaven' staat. Ik dacht toen: "Nu zijn wij aan zet". Ik heb geprobeerd om al die dingen terug te vinden. Dan kijk ik naar programma 5 en dan staat er bij programma 5: "Diverse posten, voor een nadere toelichting, zie programma 5". Binnen beleid en onvoorzienbaar is een bedrag van € 11.274.000,00 opgenomen.
Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
1
Dan kijk je naar programma 5, pagina 34 en 35 en dan zie je dat nergens terug. Dat verrast mij dan en dan denk ik dat de raad wel moet autoriseren maar waar komt dat dan vandaan? In programma 7, openbare orde en veiligheid staat een bedrag van € 415.000,00 compensatie door hogere opbrengst. De begrotingsoverschrijding is € 415.000 door hogere lasten door storting voorzien Territoriale Congruentie. Daarover is net nog uitgebreid gesproken. Dan kijk ik naar programma 7 en dan zie ik dat daarvoor € 600.000,00 is gekregen. Dan vraag ik mij af waar die andere € 185.000,00 is gebleven. In programma 9 ziet hij een versnelde afschrijving van € 3.232.000,00. Als je kijkt naar pagina 51 waar programma 9 wordt uitgelegd, zie je een bedrag van € 2.921.000,00 voor versnelde afschrijving staan. Waar is het verschil gebleven en over welke versnelde afschrijving praten we hier dan. Als de raad dit soort uitgaven moet autoriseren, is het handig om die gegevens er ook bij te hebben. Anders weet de raad niet wat hij moet autoriseren. In programma 18 wordt gesproken over € 330.000,00 hogere lasten in verband met belastingplicht onderhoud begraafplaatsen. In de tekst op pagina 89 is dat dan € 137.000,00. Daarin zit bijna € 200.000,00 verschil. In programma 19 wordt gesproken over € 476.000,00. Op pagina 92 en 93 staat € 425.000,00. Het verschil is dan € 51.000,00. Bij baten staat iets over lasten wat hij helemaal niet meer begrijpt. Misschien kan de wethouder hierover iets zeggen. Misschien vanavond en anders moet het schriftelijk worden beantwoord. Op pagina 93 staan de lasten voor reinigingsrechten van € 476.000,00. Daarboven staat baten reinigingsrechten. Staat dat daar verkeerd of begrijpt hij dat verkeerd? De heer VAN DER LINDEN: Ik ken GroenLinks zo goed dat ik weet dat er altijd heel veel technische vragen worden gesteld. De fractie stelt meestal technische vragen die anderen ook willen stellen. Ik vind dat de heer Boerman zijn verhaal best mag afmaken. De VOORZITTER: Als iedereen het daarmee eens is, spreken we af dat er geen spreektijd wordt gehanteerd maar dat we precies deze vergadering om 21.30 uur beëindigen. De heer Boerman. De heer BOERMAN: Dank u wel, voorzitter. In programma 22 wordt gesproken over een correctie op de beginstand van de BWS-vordering. Ik vraag mij af wat daarmee wordt bedoeld. Je praat daar over een behoorlijk bedrag. Als de bedragen op pagina 181 voor binnen beleid en voorzienbaar zijn als ze worden opgeteld onvoorzienbaar. Op pagina 175 wordt gesproken over algemene dekkingsmiddelen. De raad heeft in 2005 in al zijn wijsheid besloten om de hondenbelasting af te schaffen waardoor je zou verwachten dat in de begroting 2006 de post op nul staat. Maar dan komt er toch een post van € 10.000,00 op de belasting binnen die niet meer wordt geheven. Het verschil is dan weer een minnetje terwijl het in mijn ogen een plusje zou moeten zijn. Misschien betekent het dat dit geld aan de belastingbetalers wordt teruggegeven. Dat zou ook nog kunnen. Op pagina 28 gaat het over voorlichting. Op pagina 29 staat dat het tekort van € 108.000,00 wordt veroorzaakt doordat vanaf 2006 geen interne verrekeningen meer plaatsvinden. Bij de lasten staat dat een nadeel van € 61.000,00 wordt veroorzaakt door hogere interne doorbelasting. Zoals het hier staat, lijkt het hem tegenstrijdig. Bij het Haarlemmermeer Paviljoen is in 2006 een vermeerdering van € 2.997.000,00. Wat is daar nu precies gedaan in 2006? Op pagina 127 ziet hij dat de gemeente een voorschot gaat betalen voor de N201. Het voorschot zou eigenlijk door SADC moeten worden betaald. Hoe wordt de doorberekening van de rente geregeld? Wordt het totale bedrag van € 2,5 miljoen ten laste gebracht van de exploitatie van SLP? Kunt u inzicht geven in het dividend dat SLP het afgelopen jaar heeft uitgekeerd? De VOORZITTER: Ik zit als voorzitter in een dilemma want als er geen spreektijd wordt gehanteerd en ik geef de heer Van Groenigen het woord… De heer Van Groenigen, ga uw gang. De heer VAN GROENIGEN: Voorzitter, laat ik beginnen met te zeggen dat mijn fractie waardering heeft voor de documenten die zijn aangeleverd. Die waren goed leesbaar en cijfermatig goed te volgen. Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
2
Daarmee is niet gezegd dat de dingen die de heer Boerman heeft opgemerkt, mijn fractie niet heeft opgemerkt. Door de goede leesbaarheid zie je vaak dat een aantal zaken vragen oproept. Ik heb toevallig de jaarstukken van vorig jaar in mijn handen gehad en ik moet eerlijk zeggen dat deze een heel stuk beter te lezen waren. Door die goede leesbaarheid willen wij iets van 35 vragen stellen wat wij nu niet zullen doen. Ik heb deze op papier gezet en zal die aan de wethouder meegeven want dat is een stuk handiger. Een aantal vragen wil ik nu wel stellen en een paar opmerkingen maken. Op pagina 9 onder het kopje "Dienstverlening centraal op de agenda " geeft het college aan dat veel aanbevelingen uit het onderzoek "Grondzaken: een cultuur doorgrond" een verdere implementatie zullen krijgen. Waar mogelijk zijn de aanbevelingen in 2006 al organisatorisch vertaald in het reorganisatieplan. Mijn fractie is daarbij een beetje het overzicht kwijt. Wij willen het college vragen die punten eens onder elkaar te zetten en aan ons te geven voor het debat over de jaarstukken. Op dezelfde pagina is een alinea over de invoering van de WMO te lezen. Het college neemt naar mijn mening een voorsprong op de constatering die pas in 2007 kan worden getrokken, namelijk dat de invoering van de WMO goed is gelukt. In 2006 heeft het college nooit objectief kunnen meten dat inwoners die maatschappelijke ondersteuning nodig hebben professioneel en servicegericht worden geholpen zoals het dat op die pagina zelf beschrijft. We zouden graag de onderbouwing ontvangen die het college heeft gebruikt bij het maken van de jaarstukken. Dan kan het college straks ook direct melden waarom er niet meer proactief is gehandeld bij het werven en opleiden van nieuwe medewerkers. Dat willen wij ook graag weten. Misschien had een aantal problemen voorkomen kunnen worden. Pagina 11 sluit af met een kop: "We laten zien waar wij trots op zijn". Mijn fractie gaat ervan uit dat deze kop niet impliceert dat waarop het college minder trots is aan het zicht wordt onttrokken. Uiteraard zullen wij het college daarbij terzijde staan. Overigens is het opvallend dat waar Haarlemmermeer [HAP] de afgelopen begrotingsraad op wees dat het voor het door het college gewenste nieuwe beleid Citymarketing geen te bereiken maatschappelijke effecten worden geformuleerd, het college nu opschrijft dat dit begrip Citymarketing nog gedefinieerd en geconcretiseerd moet worden. Ik zou zeggen dat een goed begin het halve werk is. Onderdeel 4 op pagina 13 gaat over productieverlies en onderdekking op overhead op projecten. Wij lezen nu dat er 183 medewerkers meer zijn weggegaan dan was voorzien. Hier zijn we ook een beetje de draad kwijt. Bij de bestuurlijke tussenrapportage waren het ongeveer 240 fte volgens het college. Daarna hebben wij een aantal keren een ander getal gehoord. Als 183 mensen de functies van 240 fte moeten vervullen, begrijpt hij wel waarom mensen een andere carrière kiezen. Ook staat er onder 4 dat er minder uren zijn gerealiseerd dan begroot en geboekt op projecten. Je zou dus denken dat er een overschot zou moeten zijn en dat minder middelen zijn besteed. Toch heeft het college een deel van de gemaakte overheadkosten niet kunnen dekken vanuit deze projecten wat een nadeel oplevert van € 1,2 miljoen. Dezelfde alinea staat ook op pagina 36. Gaarne een heldere uitleg. Op pagina 43 onderaan staan nog lasten voor de openbare orde en veiligheid. Daar staat dat een aantal lasten achterblijft bij de begroting. Dat is op zich een mooi taalgebruik. De HALTcoördinatiefunctie is niet ingevuld en de werkzaamheden voor de beoogde nota Integrale Veiligheid zijn in 2007 niet uitgevoerd. Dat levert een voordeel van € 91.000,00 op. We weten dat er in 2005 nog onderuitputting was van € 199.000,00 omdat een aantal zaken voor jeugd- en veiligheid niet was uitgevoerd. Dat krediet werd doorgeschoven naar 2006. Zijn fractie wil graag weten of die kredieten zijn besteed en of de middelen die voor dezelfde activiteiten in de begroting 2006 zaten al zijn besteed. Op pagina 85 staat iets merkwaardigs. We hebben enkele weken geleden beneden in de zaal de visie op het jeugd- en jongerenbeleid van de stichting Meerwaarde ontvangen. Het college schrijft in het jaarverslag dat in 2006 de samenwerking tussen de gemeente en de stichting Meerwaarde is vernieuwd. Er is een productenboek nieuwe stijl als leidraad voor de uitvoering gebruikt. De vraag is dan of het college in 2006 de inhoud al die de stichting Meerwaarde een paar weken geleden heeft gepresenteerd? Of is het productenboek al verjaard? Daarop wil hij graag een reactie krijgen. Voorzitter, ik zal afsluiten. We hebben een brief gekregen van de auditcommissie. Die commissie geeft aan dat de raad zijn controlerende rol moet gebruiken bij een aantal, dat het college opschrijft.
Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
3
U weet misschien dat Leefbaar Haarlemmermeer [HAP] de Rekenkamer heeft verzocht een onderzoek te doen naar het aanbestedingenbeleid. Wij lezen nu dat het college zich niet geheel heeft gehouden aan de aanbestedingsprocedure bij verschillende projecten. Het heeft bijvoorbeeld het inhuren van personeel ondershands geregeld. Ook hier steekt de mandaterings- en autorisatiediscussie weer de kop op. Die hebben we eerder gehad. We zullen het advies van de auditcommissie in ieder geval ter harte nemen om hierbij in het raaddebat over de stukken stil te staan. U krijgt van mij het lijstje met vragen. De VOORZITTER: De heer Noomen van het CDA, ga uw gang. De heer NOOMEN: Ik begin met mij aan te sluiten bij de opmerking van college Van Groenigen over de goede leesbaarheid van de jaarstukken 2006 die in kwaliteit hebben gewonnen ten opzichte van het voorgaande jaar. Als je de jaarrekening leest, wil het CDA opmerken dat toch weer moet worden geconstateerd dat in navolging van een behoorlijke neerwaartse aanpassing bij de eindnota van het programmaresultaat, bij de jaarrekening weer een forse negatieve aanpassing ervan wordt gemeld. Als je even de hogere algemene uitkering terzijde stelt en het verschuiven van een aantal uitgaven, zijn dat belangrijke bedragen van meer dan € 7,5 miljoen. Daarbij ga ik even voorbij aan de reservering voor nabetalingen voor btw en grondbedrijf. Dat zijn toch forse afwijkingen en het CDA wil zich concentreren op de onderbouwing van die afwijkingen. In eerste instantie hebben we het over de posten productieverlies van € 2,5 miljoen als onderdekking op overhead. Dat zijn toch getallen die ons wat rauw op de maag vallen. Naar het oordeel van het CDA moet je toch bij een degelijke begrotingssystematiek en kostentoerekening tijdig dit soort forse afwijkingen kunnen melden. Kan de wethouder aangeven op grond waarvan dit kennelijk niet mogelijk is gebleken? Overigens is het zo dat wordt gemeld dat realisaties van de kosten binnen de oorspronkelijke kostenbegrotingen zijn gebleven. Ik denk dat technisch bij het toerekenen van kosten uit kostenbudgetten naar kostenplaats, lees programma’s, dit per saldo nooit kan leiden tot een negatief resultaat. Technisch klopt er hier iets niet. Ik kan het in ieder geval niet begrijpen. Misschien kan de wethouder mij nog even toelichten hoe dit verschil heeft kunnen ontstaan? Daarbij zou het CDA graag een opgave willen ontvangen van de oorspronkelijke kostenbudgetten van de werkorganisatie en de realisaties in relatie tot de eerdere realisaties van het voorgaande jaar. Ik vraag dit om een poging te doen om te begrijpen dat dit ons kan overkomen. Voor de derde keer op rij, eerst bij de bestuurlijke tussenrapportage in 2006, vervolgens bij de eindnota 2006 en nu bij de jaarrekening, worden de bouwleges benedenwaarts bijgesteld. De realisatie bedraagt bijna de helft van de oorspronkelijke begroting. De afwijking wordt met dezelfde vage verklaring afgedaan als bij de eerdere aanpassingen. Ik kan mij herinneren maar ik heb dat niet kunnen verifiëren dat de wethouder bij de eindnota heeft toegezegd daarop nadrukkelijker terug te komen om aan te geven wat de oorzaak is van deze forse afwijkingen. Graag vernemen wij wanneer wij daarop meer zicht krijgen. Dit zijn structurele en forse afwijkingen die je niet zomaar met een zo vage toelichting kunt afdoen. Bij de eindnota was ook melding gemaakt van noodzakelijk te treffen voorzieningen voor een btw-compensatiefonds van € 2 miljoen. Nu moet er opeens € 1 miljoen extra bij. Zijn de verschillen van de conceptrapportage van de belastingdienst in november 2006 en de uiteindelijke definitieve rapportage van 15 januari 2007 zo groot? Of moet worden geconstateerd dat een verkeerde inschatting is gemaakt op basis van de conceptrapportage? In een notitie over de BCF-problematiek heeft het college de raad gemeld dat bij het grondbedrijf een stukje nabetaling btw moet plaatsvinden over 2004, 2005 en een stukje 2002 en 2003 van bij elkaar € 2,9 miljoen. Bij de reserves is dat te vinden als een afboeking. Het gaat om een substantieel bedrag waarvan zowel in de jaarrekening als in de notitie aan de raad niet onderbouwd is op grond waarvan die nabetaling moet plaatsvinden. Gaarne wil het CDA daarover een nadere toelichting. De lagere opbrengst in de ozb als gevolg van de leegstand van kantoorpanden kan ook niet als een verrassing komen. Eerder is in de raad hierover gesproken en daar is gezegd dat dit toch echt een issue is. Dat dit nu pas zichtbaar wordt, bevreemdt het CDA. Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
4
Het zou toch eerder in de bestuurlijke tussenrapportage of in de eindnota, al was het maar voor een deel, gemeld kunnen zijn. De brief van de auditcommissie heeft ons wat verbaasd. Vooral de laatste alinea hoe wij zouden moeten omgaan met het accorderen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. Op zich is hij het ermee eens dat het goed is om die expliciet te accorderen. Maar het advies van de auditcommissie hoe om te gaan met politiek beoordelen en bestuurlijk goedkeuren, lijkt hem iets wat buiten de reikwijdte van de auditcommissie valt. Misschien kan de auditcommissie daarover later iets wil zeggen? Dat was het wat mij betreft. De VOORZITTER: Mevrouw Van Popering van de PvdA. Mevrouw VAN POPERING: Dank u wel, voorzitter. Er is al veel gezegd. Ik wil nog even terugkomen op de bouwleges die al eerder waren gerapporteerd en die € 2 miljoen in ons nadeel zou zijn en nu weer een klein miljoen minder zijn. De motivering is dat de gemiddelde bouwkosten aanzienlijk lager zijn. In mijn fractie heb ik een college gehad dat altijd de instantie wist aan te wijzen waar de gegevens bekend waren over de gemiddelde bouwkosten. Die heb ik ook eens geraadpleegd en daarin zijn de gemiddelde kosten wel degelijk gestegen. Mij ontgaat even en mijn fractie ook hoe het komt dat de leges beduidend minder zijn dan in de eindnota werden verwacht. Ik wil dan doorgaan naar pagina 60, onderdeel onderwijs. Daar heeft een overschrijding van meer dan € 1 miljoen plaatsgevonden. Daar wordt naar onze mening onvoldoende uitgelegd waaraan die overschrijding is uitgegeven. De term brede school wordt gehanteerd maar gaat dat over alle bredeschoolontwikkelingen of zijn dat heel specifieke? Daarover zouden wij graag nadere uitleg krijgen? Over pagina 89 is iets door GroenLinks gevraagd. Ik wil graag weten waarom bij de lijkbezorging is gekozen voor een versnelde afschrijving van € 300.000,00 en waar dat bedrag voor nodig was? Ik kan het niet uit de tekst opmaken. Op pagina 92 zijn de kosten voor de afvalverwijdering en afvalverwerking een kleine € 1 miljoen hoger uitgevallen dan begroot is door de toename van vooral het aantal inwoners. Dat vind ik heel bijzonder want volgens mij moeten al die inwoners als ze een woning hebben een afvalstoffenheffing betalen. Waar is de prognose en het inschatten van de begrotingsbedragen misgegaan ten opzichte van de bedragen die zijn binnengekomen? Ik heb nog een vraag over het grondbedrijf en die is niet financieel. Daar wordt gezegd dat voor de zomer van 2007 fase 2 zou worden aangereikt. Op pagina 107, programma 23, staat dat de werkwijze is geëvalueerd en er een toedrachtsonderzoek is. Wanneer zal dit naar verwachting met ons worden gedeeld zodat wij daarmee verder kunnen gaan? De VOORZITTER: De heer Mahieu van de SP, ga uw gang. De heer MAHIEU: Voorzitter, ik zal heel kort spreken omdat er al behoorlijk veel is gezegd. Dit document is niet heel spannend. Het eindbedrag op de begroting is € 500.000.000,00. Je ziet dan een verlies van een kleine € 3,5 miljoen. 0,9% is netjes gedaan, zullen we maar zeggen. In het oog springt de post voor onderwijshuisvesting. Op een begroting van € 26 miljoen is € 3 miljoen minder uitgegeven dan is begroot. Daartegenover staat dat € 800.000,00 meer is uitgegeven aan onderwijsachterstanden. Kan het college over beide feiten meer duidelijkheid geven? In het programma Groenvoorziening zit het verwijderen van zwerfvuil. Daarbij is een overschrijding van € 358.000,00 opgetreden. Betalen burgers onvoldoende reinigingsheffing om voldoende vuilnisbakken te plaatsen? Zwerfvuil ontstaat bij een tekort aan mogelijkheden om papiertjes en verpakkingen weg te kunnen gooien. In 2006 is door Jobhouse ook al zwerfvuil ingezameld. Hoe zijn die kosten dan verwerkt? Op pagina 81 staat dat van het rijk een invoeringsbudget WMO is ontvangen van € 489.000,00 voor 2006 en 2007. Inmiddels is hiervan € 183.000,00 uitgegeven. Waarom staan deze kosten en uitgaven niet specifiek genoemd in de tabel op pagina 81? Ik wil nog ingaan op het programma Volksgezondheid en wel op de laatste alinea op pagina 89. Ik vind het heel ernstig dat overschrijding van de begroting door onduidelijkheid over de belastingplicht bij onderhoudswerkzaamheden op begraafplaatsen is ontstaan. Kan het college ons daarover iets vertellen? Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
5
De PvdA haalde ook al het probleem aan van de onttrekking van € 311.000,00 reserves voor snelle afschrijving. Waarom was die nodig en wat is daarvan de achtergrond? Ik rond net als de PvdA af met programma 23, Grondzaken. Dit programma maakt de helft van onze begroting uit. Kan het college toelichten waarom juist dit programma niet nader wordt gespecificeerd? Daarbij wil ik het even laten, dank u wel. De VOORZITTER: Mevrouw Abbas van D66. Mevrouw ABBAS: Ik vind de jaarrekening een plezierig leesbaar document. Het roept hier en daar wel vragen op. Het document geeft een bijdrage om inzicht te verkrijgen in beleidsterreinen waarbij je je afvraagt waarom dit dan zo wordt gedaan. Een voorbeeld wil ik hiervan geven. Op pagina 62 en 63. Hier constateren wij dat geld wordt uitgegeven aan kunst. Dat heeft bij mij twee vragen opgeroepen. Waarom geven wij eigenlijk geld uit aan het onderhoud van al bestaande kunstwerken? De concrete aanleiding voor de vraag zijn de kunstwerken, het zogenaamde snoer van parels die een jaar of tien geleden door Beukenhorst is aangelegd. Een aantal daarvan, de meest in het oog springende, twee langs de Van Heuven Goedhartlaan, verkeert al enkele jaren in een deplorabele toestand waaraan ik mij iedere keer weer erger als ik erlangs rijd. Het betreft concreet de toren met de man daarop die eigenlijk water zou moeten spuwen en die slechts als zitplaats voor een aalscholver wordt benut en al vele jaren geen water meer spuwt. Daar schuin tegenover is de horizon die eigenlijk zou moeten schommelen met bomen erop en al vele jaren een toestand uitstraalt die erger is dan Al Gore ooit zou kunnen voorspellen. Moeten we daaraan geld uitgeven of vergeten we daaraan geld uit te geven? Als we dan een onderuitputting hebben, kan de wethouder mij dan uitleggen of dat kan worden overgeheveld? Als er geen subsidies worden aangevraagd voor een beschikbaar budget dat we belangrijk vinden, want anders zouden we geen budget reserveren, is het misschien een idee om door middel van communicatie te stimuleren dat bepaalde doelgroepen daarvoor aanvragen indienen? Het gaat immers om het culturele aanzien van de gemeente Haarlemmermeer? Het zijn kleine vragen maar ik kon het antwoord niet bedenken. De VOORZITTER: De heer Van der Linden van de VVD. De heer VAN DER LINDEN: Dank u wel, voorzitter. Het is een technische behandeling en dan mag je geen politiek bedrijven. Sommige technische vragen kunnen onmiddellijk een politieke lading hebben. Ik probeer maar even terughoudende vragen te stellen. Een week of drie geleden zat ik heerlijk in het zonnetje in Toscane de Voorjaarsnota 2007 te lezen. Daar zag ik een heel verhaal over de onderuitputtingen staan. In 2006 is een derde uitgevoerd van wat er eigenlijk had kunnen worden uitgevoerd en wat we hadden willen uitvoeren. Cumulatief over vier jaar hadden we voor € 429.000.000 investeringsplannen maar is er maar voor € 150.000.000 gerealiseerd. Toen ik dat las, dacht ik dat deze bedragen op een of andere manier hun weerslag in de jaarrekening zouden vinden. Want het heeft iets te maken met rentes en personeel dat is betaald maar wat niets te doen had. Ik stel het even zwartwit. Als je niets realiseert, heb je ook niets te doen. Misschien is dat heel erg kort door de bocht, dat begrijp ik ook wel. Tot mijn grote verbazing zie ik hiervan niets terug in de jaarrekening. Waarschijnlijk heeft het geen gevolgen voor de jaarrekening. Ik was toch verbaasd dat ik hiervan niets terugvond. Als je naar programma 5 kijkt, dat is een pagina die als een schijnwerper in een jaarrekening naar voren komt. Je oog wordt altijd naar die pagina getrokken. Daarin staat het een en ander over saldo kostenplaatsen en productieverlies. Mij waren die bedragen niet helder. Ik zie een nadeel saldo kostenplaatsen van € 1.865.000,00. Tegenover dit negatieve saldo van € 1, 9 miljoen staat een onderschrijding van € 1,8 miljoen. Dat leidt niet, zoals de heer Noomen eerder zei, tot gevolgen voor de rekening. We hebben nog € 900.000,00 gekregen. Die hebben we niet volledig besteed. Toen was mijn eerste vraag hoeveel van die € 900.000,00 is besteed en hoeveel niet?
Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
6
Kan de wethouder nog even het geheugen opfrissen wanneer die middelen zijn toegekend, want kennelijk waren die heel hard nodig maar kennelijk ook weer niet? Wat is de achtergrond van dit verhaal en hoe komt de wethouder rekenkundig aan de € 1,8 miljoen? Dat kan ik er niet uithalen. Het productieverlies is € 2,4 miljoen. Ik heb er heel lang naar zitten kijken. We hadden geen rekening gehouden met een uitstroom van 183 medewerkers. We hebben er 97 nieuwe gekregen. Er zijn er meer uitgestroomd dan we dachten. Ik ga nu even heel kort door de bocht redeneren. Misschien zijn er 90 onverwacht uitgestroomd. Die hebben misschien geen salaris gekregen. Dus er moet veel geld zijn overgebleven. Dat is niet zo. Hoe werkt dit rekenkundig? Er staat wel dat gebruik is gemaakt van externe inhuur conform de wensen van de raad omdat de primaire dienstverlening in het geding was. Door het grote aantal onvervulde vacatures zijn vooral voor projecten minder uren gerealiseerd en geboekt. Dat heeft te maken met onderuitputtingen. Kunt u globaal een specificatie geven hoe het precies zit met het productieverlies? In de begroting is rekening gehouden met een bepaalde loonsom. Als die mensen op de begroting blijven drukken, moet je hen geld geven. Hier vloeit een negatief verhaal uit voort. Mij is niet helmaal duidelijk hoe dat nu precies werkt. Dan hadden wij een vraag over pagina 36. Ik herinner mij ooit een brief gekregen te hebben van het college over een controle van de belastingdienst. Ik dacht dat het een geheime brief was. Mij staat niet bij wanneer er ooit in de raad of in een sessie over de brief is gesproken. Hebben wij er ooit over gesproken? Zo ja, waarom en zo nee, waarom niet? Heeft dit dan ook te maken met het feit dat mijn toenmalig collega-raadslid, de heer Nobel, uitsprak dat een fiscalist in dienst zou moeten worden genomen, vooral voor de btw. Toen hebben we later gesproken over de problemen rond de btw. Ik weet zelf dat ik als wethouder van Financiën de heer Nobel regelmatig bestraffend heb toegesproken dat een fiscalist niet nodig zou zijn, althans ik heb er niet hard aan gewerkt, wat ik ook toegeef. Als ik deze dingen zie en een link leg met de controle, denk ik dat het misschien toch handig is om een fiscalist in dienst te nemen. De VOORZITTER: We gaan nu vijf minuten schorsen want de wethouder gaat alle vragen netjes indelen en op een rijtje zetten. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de heer Van der Linden als voorzitter van de auditcommissie. Ga uw gang. De heer VAN DER LINDEN: Voorzitter, er is een vraag door de heer Noomen gesteld over onze brief. Na mijn vakantie ontdekte ik dat wij aan de raad geen kopie van het rapport van de accountant hebben gestuurd. Dat lijkt mij niet handig want dat is ook voor jullie. Sommigen hebben het. Kennelijk zijn er exemplaren in omloop zag ik gisterenavond. Maar zelfs ik heb het rapport niet eens. We moeten ervoor zorgen dat u allemaal een kopie van het rapport van de accountant krijgt. De auditcommissie heeft vorige week onder grote tijdsdruk het rapport van Deloitte gekregen. Niet omdat Deloitte traag werkt maar door de totstandkoming van de jaarrekening als het uiteindelijke moment van afsluiten van het rapport. De auditcommissie heeft niet veel tijd gehad om uitgebreid in te gaan op zowel de begroting van de accountant als de jaarrekening. De taak van de auditcommissie is niet om de jaarrekening te controleren maar heeft als taak om een platform voor de accountant te zijn om de controle te verrichten. Volgens de accountant is de jaarrekening in orde. Dat is altijd prettig. Vervolgens heeft de auditcommissie gekeken naar de inhoud van de adviezen van de accountant. De auditcommissie dacht dat als alles in orde is, misschien wordt gedacht dat de auditcommissie naar de stukken heeft gekeken zodat de raad niets meer hoeft te doen. Dat zou wat erg gemakkelijk zijn. De auditcommissie wil zeggen dat het accountantsrapport is bekeken. Dat is goedgekeurd. Al het andere is aan de raad. De raad moet controleren op de manier waarop dat moet gebeuren. De raad moet niet blindvaren op het feit dat de auditcommissie de jaarrekening heeft bekeken. Dat is niet aan de orde geweest. Ik zeg niet dat de jaarstukken fout zijn geweest maar we hebben er niet naar gekeken. Dat is de taak van de raad. Zo had het opgeschreven moeten worden in eenvoudig Nederlands.
Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
7
De VOORZITTER: Dank u wel. Wethouder Nobel gaat nu de vragen beantwoorden. Dat zal hij niet klaar kunnen krijgen want voor de beantwoording is nog maar een halfuur over. De vragen die hij niet beantwoordt, zal hij schriftelijk voor volgende week vrijdag 29 juni a.s. beantwoorden. Op 5 juli a.s. wordt erover gesproken en gestemd. Wethouder NOBEL: Dank u, voorzitter. In aanvulling op de woorden van de voorzitter van de auditcommissie is het van belang dat bij de beoordeling die de accountant heeft gegeven bij de rechtmatigheidscontrole er op pagina 180 en 181 een aantal posten staan die met de rechtmatigheid te maken hebben. De verklaring van de accountant zoals die nu is afgegeven, gaat ervan uit en dat staat ook in het raadsvoorstel dat de raad deze posten alsnog fiatteert. Het gaat hier puur om posten waarbij onze interne werkwijze niet goed formeel is afgehandeld. Het is geen onrechtmatigheid in de zin dat er dingen zijn gebeurd die het daglicht niet kunnen velen. Het gaat om interne processen waarvan achteraf is vastgesteld dat een handtekening op een ander niveau had moeten worden geplaatst. Het gaat over mandaten en bevoegdheden. Voor het aanbestedingsbeleid is een brief de organisatie ingegaan waarin dit vanaf heden gaat meetellen in de personeelsdossiers. Als je je niet houdt aan interne werkafspraken, wordt een gesprek gevoerd dat een soort gele kaart betekent. Het college vindt het heel belangrijk dat de rechtmatigheid op een normale manier binnen de organisatie plaatsvindt. De heer VAN DER LINDEN: U zegt dat er materieel niets is fout gegaan maar dat formeel een aantal dingen voor de rechtmatigheidsregels niet goed is gelopen. Wethouder NOBEL: Dat is met de accountant geconstateerd. Ik wil hieraan nog een klein ding toevoegen. Dat gaat over het bevindingenverslag van de accountant dat u niet heeft ontvangen maar dat u binnenkort krijgt. We hebben wel met de auditcommissie afgesproken dat al die constateringen die de accountant heeft gedaan met de constateringen van het vorige jaar op een rij worden gezet en dat daarop de reacties van het college en de organisatie zullen worden gegeven om ook te kunnen kijken waar je in het spoor staat. Iets constateren en met elkaar constateren en er vervolgens niets mee doen, leidt tot niets. Binnenkort wordt met de auditcommissie hierover overleg gevoerd. Ik begin met een post waarover alle fracties vragen hebben gesteld. De belangrijkste vraag is volgens mij wel het productieverlies en de onderdekking op overhead. Belangrijk is om te constateren, is dat programma 5 waarin het grote tekort zit eigenlijk een soort tussenrekening is. In de begrotingssystematiek is daarop een bedrag geboekt van te verwachten kosten personele lasten die doorberekend zouden moeten worden naar onze investeringsprogramma’s en onze projecten. Aan het einde van het jaar toen alle uren daadwerkelijk zijn geboekt, werd geconcludeerd dat van die 110.000 uren die geboekt zijn een bepaald aantal uren niet konden worden doorgeboekt. De creditering van programma 5 heeft voor een lager bedrag plaatsgevonden dan in de begroting was opgenomen. Eigenlijk is dat een beetje een resultaat van wat in het verleden is gedaan met het grondbedrijf en het onderzoek Cultuur doorgrond. Vanuit de projectorganisatie is scherper gestuurd en geanalyseerd of de uren die doorgeboekt worden naar de projecten en investeringen gemaakte en gewerkte uren zijn die mogen drukken op die activaposten. Dat is gecontroleerd en er is gebleken dat dit maar voor een bedrag van € 15 miljoen mocht plaatsvinden. Die uren die niet doorbelast zijn en niet gewerkt zijn voor de projecten hadden terug moeten vloeien naar al die diensten die we in het verleden hadden of naar de programma’s waaruit ze normaal gesproken zouden komen. Dat is niet gebeurd. Achteraf was niet meer helder te maken waarvandaan de uren hadden moeten komen en waarop ze terugbelast hadden moeten worden. Dat heeft ook deels te maken met het feit dat we van een dienstenorganisatie zijn overgegaan naar een groepsorganisatie waarbij al de verschillende taakvelden op een hoop zijn geveegd en vervolgens in diverse programma’s en clusters zijn verdeeld. Dat is ook de reden waarom die middelen zijn blijven hangen. Daar zie je ook de € 3,7 miljoen verschil. Enerzijds wordt het verschil veroorzaakt door het feit dat minder uren op de projecten konden worden weggeschreven. Vroeger was dat anders gegaan. Dan werd aangenomen dat een bepaald aantal uren voor een product wordt gewerkt. Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
8
Dat werd toegerekend aan de VTA-kosten die de raad overigens in de MPG weer terugzag. Dan werden er vragen gesteld hoe het toch kwam dat bij een mindere productie binnen het grondbedrijf of een mindere productie bij de investeringen toch zulke VTA-lasten werden doorberekend. In 2006 is hierover gesproken en heeft het onderzoek naar grondbeleid onder andere opgeleverd dat de toetsing en de sturing op de projecten beter zouden moeten worden. Dat is in 2006 in gang gezet. Ik zeg u erbij dat we er aan het einde van 2006 nog niet waren. Het zijn wel wat langere trajecten. We hebben toen gesproken over het introduceren van een andere systematiek waarop de VTA-kosten zouden moeten worden gebaseerd. Met die voortgang daarvan zijn wij in 2007 nog bezig om dit nog meer te verfijnen. De doorboekingen van de lasten voor de uren die in onze organisatie gemaakt worden, moeten nog veel scherper in beeld worden gebracht. Er zit nog een verschil in en dat heeft te maken met de onderdekking op de overhead. Wegens het feit dat veel minder uren zijn doorbelast naar de projecten en investeringsproducten is het zo dat er bij een deel van de doorbelaste uren met een tarief van € 103,00 per uur een overschrijding is geweest in de dekking van de overhead. Als je minder uren doorberekent, zit er ook een stuk overhead in van de gewone organisatie die normaal gesproken drukt op al die programma’s en projecten. Dan kom ik tot de slotsom van dit verhaal. Waren die uren gewoon doorgeboekt en doorbelast op alle projecten en investeringsgoederen dan had u dat ergens teruggezien in de VTA die wij in het MPG altijd laten zien. Wat nu is gebeurd, is dat de investeringsgoederen worden geactiveerd. De lasten daarvan komen op basis van de totale investeringspost terug in de jaarrekening. Dat gebeurt pas een jaar na oplevering van het totale actief. Omdat het op een kostendrager is blijven staan en doorwerkt in de exploitatie, komt het saldo van het niet kunnen doorboeken van die uren uiteindelijk terecht in de exploitatie. Per saldo is er niet meer uitgegeven aan personeel. Alleen is de doorbelasting van de personele lasten niet op een aantal activalasten teruggevloeid. Daarom komt dit nu in de jaarrekening terecht. Het beeld dat we meer geld hebben uitgegeven aan personeel is onjuist. Ik zal proberen om te bekijken of voor de jaarrekening in beeld kan worden gebracht wat we met elkaar hadden afgesproken aan personeel uit te geven en wat daadwerkelijk is uitgegeven. Dan kunt u ook nog meer inzicht krijgen hoe dat is gegaan. Het gaat erom dat het ene een actief post is en het andere een exploitatielening is. De heer VAN GROENIGEN: Ik moet even uitkijken dat ik niet een politieke vraag stel. De uitleg is helder. Nu begrijp ik het. Ik heb gevraagd of al die punten die uit het onderzoek tevoorschijn zijn gekomen zoals het college in de jaarstukken zet, zijn overgenomen. Een van de constateringen die ik doe, is dat er kennelijk binnen het apparaat geen mechanisme is dat als op bepaalde activa geen kosten kunnen worden geboekt, dit meldt zodat in ieder geval het bestuur daarvan op de hoogte is. Dat vind ik wel jammer. Wethouder NOBEL: Ik heb net aangegeven dat de doorbelasting van de uren aan het einde van het jaar heeft plaatsgevonden. In december wordt een knoop doorgehakt en worden de cijfers definitief verwerkt. In januari zijn de doorbelaste uren die naar de projecten en investeringen toe moesten in de organisatie afgestemd. Dan wordt ook de vraag gesteld of dat de juiste uren zijn die mogen drukken op die investeringen. De heer VAN GROENIGEN: Ik hoor nu ook wat u zegt. De vraag is even op welk niveau dat gebeurt. Toen is gevraagd of we aan projecten werken of projectmatig werken. Heeft de projectleider voldoende controle over wat er binnen zijn project gebeurt? Of is aan het einde duidelijk wat de financiële consequenties zijn van het bijvoorbeeld niet melden van het niet kunnen kwijt kunnen van de uren. Wethouder NOBEL: Het is niet alleen een kwestie van de uren niet kwijt kunnen. De heer NOOMEN: Het eenmaal per jaar doorboeken van uren is niet meer van deze tijd. In het bedrijfsleven gebeurt dit op zijn minst maandelijks. Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
9
Laten we zeggen dat men daar per kwartaal boekingen doet. Dan heb je veel eerder inzicht in wat de conclusie zal zijn als de € 3,5 miljoen als restpost overblijft. Die mensen hebben kennelijk dingen zitten doen die niet leiden tot enige voor de maatschappij relevante activiteiten. Er zit een stuk inefficiency in. Wethouder NOBEL: Een ander punt in het verhaal ging over de genoemde 183 medewerkers. In het boek zit een overzicht van nieuwe en vertrokken medewerkers. De 183 medewerkers zijn in 2006 vertrokken. In 2005 is ook een behoorlijke groep mensen uit de organisatie verdwenen. De eerste tranche van de 57+-regeling is in december 2005 vertrokken. 60 mensen zijn toen vertrokken. In 2006 is de operatie Focus:Klant daadwerkelijk tot stand gekomen. Je ziet dan een vertrek van veel medewerkers door onder andere de 57+-regeling die niet bij het begin van Focus:Klant zijn betrokken maar later in een soort onderhandelingsakkoord met de vakbonden zijn meegenomen. Dat had ook te maken met het feit dat BZK het besluit had genomen dat de 57+ regeling nog maar heel kort toegestaan zou worden en dat medewerkers daarna in de nieuwe regeling zouden vallen. Het gevolg daarvan was dat mensen bedachten dat er een reorganisatie aankwam en zij in dat jaar 57,5 jaar zouden worden. Zij gingen twijfelen en gingen eieren voor hun geld kiezen. Nu konden zij een goede regeling krijgen en zij stopten ermee op hun 57,5 jaar. Zo zitten mensen nu eenmaal in elkaar. Meer medewerkers stopten dan het bestuur had kunnen en mogen verwachten. Aan de andere kant is het ook enigszins logisch. Daarbovenop kwam nog het feit dat mensen zijn vertrokken wegens het niet geloven in de operatie of omdat zij het ergens anders gingen proberen. Ook kwamen er nog interne verschuivingen. Dat was geen verschuiving door het verzetten van de bureaustoel van de ene kant van de kamer naar de andere kant. Mensen kwamen op een geheel nieuwe functie terecht. Alle mensen bij elkaar hebben natuurlijk niet de normale inwerkperiode gekregen. Zij gaven niet de eerste dag handen en kregen daarna een training on the job. Een heleboel mensen kregen een nieuwe functie. Die frictiekosten voor een inwerkperiode van ruim 300 medewerkers drukken op de efficiency en de werkbare uren die in een organisatie worden verwacht. Dat is de kern van het probleem dat naar boven is gekomen. De heer VAN DER LINDEN: Ik wil de vraag zo stellen dat die technisch wordt. De wethouder heeft uitgelegd hoe het technisch in elkaar steekt. Dat heb ik proberen te begrijpen. Een deel begrijp ik en een ander deel begrijp ik niet. Ik stel er alle vertrouwen in dat het op papier helder wordt. Het concrete verhaal achter deze technische dingen ontbreekt in de jaarrekening. Ik zie een regel staan die mij ontzettend triggert. Die staat op pagina 35, derde alinea van beneden. "Door het grote aantal onvervulde aantal vacatures zijn vooral voor projecten minder uren gerealiseerd en geboekt". Dat is een mooie bedrijfsadministratieve zin. In gewoon Nederlands staat er dat er minder is gedaan dan de bedoeling was. Wij hebben over Focus:Klant gehoord dat het een lastig traject was maar dat de werkzaamheden normaal zouden doorgaan. Nu hoort hij een andere tekst. Daardoor wordt hij in verwarring gebracht wat misschien onnodig is. Dat zou hij betreuren. Wethouder NOBEL: Het is een inhoudelijke vraag maar ik geef er antwoord op. Wat hier staat, is correct. De primaire taken ten behoeve van de burgers heeft het college zoveel mogelijk in stand willen houden. Het klopt dat minder uren aan de projecten zijn besteed. Het college had de bedoeling om de publieke dienstverlening die direct zichtbaar is voor burgers, bedrijven en belanghebbenden in deze gemeente gestand te doen. Dat was al moeilijk genoeg door al die mensen op nieuwe plekken. Voor een aantal projecten konden geen mensen worden geleverd om zaken uit te voeren. Er was ook een aantal projecten dat niet op mensen zat te wachten om extra ondersteuning te bieden. Het project Beukenhorst-Zuid is vorig jaar heel langzaam gegaan omdat hiervoor geen klanten waren. De heer VAN DER LINDEN: Het college heeft ervoor gezorgd dat aan het loket niets merkbaar was maar achterin het bedrijf was dit wel het geval.
Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
10
Wethouder NOBEL: Het was belangrijk dat de publieke dienstverlening op orde was. De backoffice zou daarna komen. Die zaken moeten het eerst op de rails worden gezet. Daardoor is een verschuiving geweest in wat wel en wat niet zou worden gedaan binnen de organisatie. De heer VAN DER LINDEN: Is dat dan ook de reden dat allerlei projecten niet zijn gerealiseerd? Wethouder NOBEL: Er is altijd een relatie te leggen met een ontwikkeling maar dat is zeker niet eenop-een. Uit de Voorjaarsnota 2007 en de jaarrekening blijkt dat het stuwmeer aan investeringsgedachten niet overeenkomt met de handen en voetjes die de organisatie kan leveren. Andere gemeenten lopen tegen hetzelfde probleem aan. De gedachte is dan om het uit te besteden maar ook dat lukt niet. In de organisatie moet er altijd voor worden gezorgd dat toezicht en dat soort zaken worden gewaarborgd. De ambities worden niet gehaald met 800 of 1000 fte in Haarlemmermeer. Daarom is dit in de voorjaarsnota gemeld en is het investeringsprogramma herzien. Het probleem komt in heel veel gemeenten voor. In het verleden werd jaarlijks bekeken wat de extra onderuitputting kapitaallasten betekenden. Dat werd in de begroting doorberekend. Nu is geprobeerd met een meer realistische blijk te kijken naar wat de organisatie aankan. Op basis van die inventarisatie wordt een nieuw plan neergelegd wat de komende jaren zal worden gedaan. Dat dit dynamischer in de begroting wordt meegenomen, is voor hem evident. De heer VAN DER LINDEN: U zei dat het in veel gemeenten gebeurt. Het is waar dat landelijk heel veel onderuitputtingen plaatsvinden. In veel gemeenten zijn er ook ernstige gesprekken tussen college en raad over de oorzaak hiervan en hoe daarop beter kan worden gestuurd. Het is niet alleen signaleren van dossiers maar er moet wat aan gedaan worden. Wethouder NOBEL: Ik kan alleen maar zeggen dat ik dat van harte met u eens ben. Voor sommige dingen moet je wel een bepaald moment kiezen. We hebben op dit moment ook een aantal zaken dat we met elkaar hebben afgesproken en waarin zo snel mogelijk inzicht moet worden verkregen. Voorzitter, een van de grote posten die naar voren komt, gaat over de bouwleges. In de tussenrapportage is er al het een en ander over gezegd. Aan het einde van het boekjaar is geconstateerd dat de opbrengst minder was dan eerder was gedacht. Het blijkt dat in de provincie Noord-Holland het aantal bouwaanvragen het meest is afgenomen. Vermindering van bouwaanvragen heeft ook gevolgen voor het geldvolume. Ik heb opdracht gegeven om na de zomer met u van gedachten te wisselen over de hoogte van de nieuwe bouwleges. Wat vorige jaar gebeurde, gebeurt nu nog steeds. We zien nog steeds geen kentering in het volume van bouwaanvragen. Ik heb opdracht gegeven om zo snel mogelijk naar het college te komen met een voorstel voor nieuwe tarieven. Ik hoop die zo snel mogelijk na de vakantie met u te kunnen bespreken. Op de opmerking van mevrouw Van Popering over de gemiddeld lagere bouwkosten, kan ik antwoorden dat het hier niet gaat over de bouwkosten in de zin van het prijsindexcijfer volgens de BBB-bouwindex. Het gemiddelde bedrag per aanvraag is lager. Het aantal aanvragen is misschien 100 minder dan in het jaar daarvoor. Een van de economische motoren in deze polder heeft vorig jaar aanzienlijk minder geïnvesteerd en minder investeringsaanvragen gedaan. Daaraan zijn bouwleges gekoppeld. Als in de jaarrekening bouwkosten staan, gaat het om het volume van de bouwkosten in relatie tot het aantal aanvragen. De bouwkosten waarover u spreekt, hebben te maken met de BBB-index. Daarover moet geen verwarring ontstaan. Mevrouw POPERING: Dat doet het ook niet. De bouwleges die wij heffen, zijn gerelateerd aan de hoogte van de bouwkosten of de bouwsom van wat gerealiseerd gaat worden. Dan mag een partij minder hebben gebouwd in de polder, andere dingen gaan gewoon door. Als zij ziet dat de bouwkosten wel zijn gestegen, moeten we nodig met elkaar het gesprek aangaan over de manier waarop wij met onze leges omgaan.
Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
11
Wethouder NOBEL: Dan moet ik u toch zeggen dat u verkeerd interpreteert. Als we een lijstje gaan maken van welke bouwaanvragen in 2006 zijn gedaan, denk ik dat u heel erg schrikt als u dat lijstje ziet. Het aantal bouwaanvragen in 2006, ook in geld, was aanzienlijk minder dan in al die jaren ervoor. Als je ziet hoeveel gebouwen eind 2006, begin 2007 in deze polder zijn opgeleverd en je vergelijkt dat met de bouwstromen in 2002, 2003, 2004 en 2005 kunt u constateren dat die anders waren. In ons verwachtingspatroon hadden we al gehoopt een deel van de Beukenhorst neergezet te hebben. De heer NOOMEN: Als er minder aanvragen worden gedaan, hoef je ook minder inspanningen te verrichten. Wethouder NOBEL: Ik zal het u uitleggen. Deze maand heb ik daarover een overleg gehad. Ik heb met u geconstateerd dat er 100 aanvragen minder zijn binnengekomen waarbij de aanvragen voor een kleiner volume bijna hetzelfde zijn gebleven. Bij een kleiner volume blijven de aanvragen ongeveer hetzelfde. In de top wordt het minder. Een kleiner volume levert ongeveer € 60.000,00 tot € 70.000,00 op. Hiervoor waren 486 aanvragen. Dat kost ons 5 fte. De opbrengst hiervan is anders. Met elkaar is jaren geleden besloten om een bepaalde verdeling aan te brengen. In het verleden zijn afspraken gemaakt dat het totaal kostendekkend moet zijn. Ik heb opdracht gegeven om zo snel mogelijk met nieuwe voorstellen te komen. Daarin moet meteen een stukje dereguleringsproces worden meegenomen. Ik hoop u daarover na de vakantie te kunnen informeren. Dan is de BCF nog een groot onderwerp. We hebben u per brief geïnformeerd. We hebben er geen echte discussie of sessie aan gewijd. Dat lijkt mij ook niet zinvol want het is een constatering die door de inspectie in het verleden is gedaan over zaken die zich afspeelden tussen 2002, het moment van instelling van het fonds en wat er uiteindelijk van terecht is gekomen. In het verleden is gesproken over het inhuren van een btwspecialist. Dat gebeurde hier extern. Dat is ook niet het probleem. Het probleem bij het btwcompensatiefonds en wat er uiteindelijk uit is gekomen na controle van de inspectie heeft geleid tot vermeerdering van het bedrag. 2004 en 2005 zijn meegenomen in een afspraak dat een deel van de fouten die in het verleden zijn gemaakt in 2007 worden afgerekend. De heer VAN DER LINDEN: Ik ben het eens met uw redenering. U begon dat een discussie niet zinvol was omdat zaken naar aanleiding van een controle van de inspectie hebben plaatsgevonden. De raad heeft de wethouder meermalen aangesproken op het feit dat bij het btw-compensatiefonds problemen zouden kunnen ontstaan. U boft dat u nieuw bent want anders zou het echt een gezellig avondje worden. Het is wel degelijk zinnig om het erover te hebben alleen niet met deze persoon. Wethouder NOBEL: Ik bedoel het zo ook niet. Toen wij die brief hebben geschreven, hebben wij u geinformeerd over het feit dat de controle bijna was afgerond en wat de verwachtingen waren voor de hoogte van de navordering. De zekerheid over de hoogte van het bedrag was er nog niet helemaal. Inmiddels zijn 2004 en 2005 er ook voor een gedeelte bijgekomen. Het college heeft daarvoor ook een bedrag gereserveerd omdat hiervoor ook een navordering komt. De grootste problemen zitten in het begin in 2002 en 2003. We kunnen als de definitieve aanslagen binnen zijn, u precies informeren over wat gebeurd is en waar de verschuiving heeft plaatsgevonden. De heer VAN DER LINDEN: U zegt dat het grootste probleem in het begin zit. Dat klopt. Maar de problemen bij het btw-compensatiefonds zijn zeker niet voorbij en vragen voordurend aandacht. Wethouder NOBEL: Daarin heeft de heer Van der Linden gelijk. Er zijn ideeën om het fonds overboord te gooien. De heer NOOMEN: Wat mij opvalt, is dat het BCF een stuk uit 2003 is. In een vrij kleine tijdspanne maakt dit fonds een voorziening van € 2 miljoen noodzakelijk en dat daarbij later € 1 miljoen kwam. Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
12
Op basis van een conceptrapportage en inschatting werd de voorziening ingesteld. Zes weken later kwam de definitieve rapportage. Is die nu zo afwijkend dat daaruit opeens € 1 miljoen meer komt? Die € 1 miljoen extra heeft alleen maar betrekking op 2003. Betalingen in 2004 en 2005 gaan alleen maar over het grondbedrijf. De bedragen die doorwerken van de BCF naar de brief zijn klein. Wethouder NOBEL: Op een gegeven moment is er contact geweest met de inspectie. Die heeft aangegeven welke methodiek zij bij de controle heeft toegepast. Op basis van die brief bent u geïnformeerd over wat er aan zou komen. Het college heeft naar de toetsing van de inspectie gekeken. De basis is daar een bepaald aantal facturen uit de 100 facturen te toetsen. Geprobeerd is de bevindingen van de inspectie te staven door eigen onderzoek. De eerste melding in de brief aan u van wat er aan zou komen, is gecorrigeerd in die zin dat de gemeente zelf goed zou kijken of de inspectie overal het wel bij het juiste eind heeft. Die doet het echt op basis van prikken door een aantal facturen eruit te halen. Door een bepaalde foutmarge wordt de aanslag met een bepaald bedrag verhoogd. Op basis daarvan heeft de gemeente getracht om de inspectie op basis van facturen te bewegen de eerste aanslag naar beneden te krijgen. We betalen niet meteen als de inspectie een aanslag oplegt nadat zij een controle heeft gehouden. Dat is de achtergrond van het verhaal. Het onderzoek heeft lang op zich laten wachten, ook van de inspectie. De heer NOOMEN: Ik zou het in dit soort gevallen prettiger vinden als de inschatting wat voorzichtiger was geweest. Achteraf kun je dan zeggen dat het een beetje of een klein beetje is tegengevallen. De afwijkingen zijn nu zo groot. Wethouder NOBEL: Daarop ga ik u toch antwoorden. Die suggestie zou hij kunnen opvolgen maar dan zou ik u allen in vertrouwen bijeen moeten laten komen. Want dan zou ik u in vertrouwelijkheid moeten meedelen dat ik een brief ga schrijven aan de inspecteur of met hem in overleg ga treden. Daarbij ga ik zeggen dat ik van een ander bedrag uitga. Ik zeg tegen u weer een ander bedrag. Dan komt het principe van bestuurlijke verantwoordelijkheid om de hoek kijken. Wij zijn het proces ingegaan met de bedoeling om de inspectie een reactie te geven en het bedrag zo laag mogelijk te houden. Als de brief openbaar is en voor de klant beschikbaar is, moet ik een bedrag noemen waarnaar ik toe wil werken. Als de inspecteur dat achteraf niet accepteert, is het risico van het leven. De VOORZITTER: We sluiten dit af. Dinsdag 26 juni a.s. kunt u het verslag van de vergadering verwachten. De wethouder heeft toegezegd dat vrijdag 29 juni a.s. alle gestelde vragen schriftelijk zijn beantwoord. De griffie zorgt ervoor dat het accountantsrapport algemeen bekend wordt. Ik sluit de sessie om 21.35 uur.
Verslag raadssessie Financiën 21 juni 2007
13