VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur Aanwezig Voorzitter: Jo Dardenne Raadsleden: Rudi Vandermeeren, mevrouw Daniëlle Sente, Patrick Carnotensis, mevrouw Ingrid Moens, mevrouw Maria Vrancken, Jean – Pierre Claes, Kim Mommen, mevrouw Greet Baldewijns Secretaris: Jean – Bernard Croux Verontschuldigd Eric Awouters, burgemeester Aanvang van de zitting: 20.00 uur – einde van de zitting: 22.15 uur Alle beslissingen worden met eenparigheid van stemmen genomen. OPENBARE ZITTING Beleid en beheer 11.1 Goedkeuring van de notulen van de openbare raadszitting van 23 december 2010 De notulen worden eenparig goedgekeurd. Financiën 11.2 Budget 2011 – exploitatiebudget / investeringsbudget / meerjarenplanning 2012 - 2013 Het budget wordt eenparig goedgekeurd. Het exploitatiebudget bedraagt € 5.782.993,27 waarvan € 1.112.979,00 gemeentelijke bijdrage Het investeringsbudget bedraagt: € 7.169.813,66 waarvan € 4.159.534,21 investeringstoelage Vlaamse Gemeenschap en het saldo gefinancierd wordt uit eigen reserves OCMW. De meerjarenplanning 2012 – 2013 voorziet in een gemeentelijke bijdrage van € 1.157.499,00 ( 2012) en € 1.203.799,00 (2013). Deze bijdragen zullen aangepast worden op basis van de rekening 2010 en met toepassing van de afspraken gemaakt in het schepencollege van 30 juni 2010 en het vast bureau van 12 juli 2010. Bemerking van raadslid Patrick Carnotensis Waarom de dagprijs in Bloesemhof niet optrekken tot de werkelijke kostprijs? 11.3 Kwartaalrapport 31 december 2010 Het kwartaalrapport omvat op 31/12/2010 1. Thesaurietoestand 2. Uitgaven sociale bijstand o a. Maandelijkse evolutie uitgaven en ontvangsten leef loon o b. Maandelijkse evolutie uitgaven en ontvangsten vreemdelingen o c. Maandelijkse evolutie uitgaven en ontvangsten Loi o d. Maandelijkse evolutie uitgaven steun 3. Factureringen o a. Maandelijkse opvolging facturering warme maaltijden en poetsdienst o b. Maandelijkse opvolging facturering rusthuisbewoners o c. Overzicht kwartaalfacturatie RIZIV o d. Maandelijkse opvolging facturatie serviceflats 4. Werkingskosten 1
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur o a. Budgettoestand tot en met 30 juni 2010 o b. Toelichting bij de budgettoestand De exploitatierekening vertoont een saldo van € 340.070,65 en de investeringsrekening een saldo van € 2.430.524,57 11.4 Externe auditcommissie OCMW – Borgloon Bij besluit van de gouverneur van 17 januari 2011 werd de externe auditcommissie samengesteld die als taak heeft de getrouwheid van de OCMW – boelhouding te controleren, inzonderheid de jaarrekening 2009 en de driemaandelijkse rapportage Personeel 11.5 Besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 – BVR RPR –O: vaststelling categorieën OCMW – personeel Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verder het OCMW- decreet te noemen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna afgekort BVR RPR-O en gelet op het Verslag aan de Regering bij dit besluit; Gelet op artikel 104 van het OCMW- decreet dat het personeel van het OCMW onderverdeeld in drie categorieën; o Categorie 1 (Art. 104 §1): het personeel van het OCMW dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente. o Categorie 2 (Art. 104 §2): het personeel dat een betrekking bekleedt die specifiek is voor een OCMW. o Categorie 3 (Art. 104 §6): het voltallige personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen en diensten van het OCMW waarvan de werking gebaseerd is op federale of gewestelijke financiering met bijhorende werking- en erkenningregels, voor het voltallige personeel dat ingezet wordt voor activiteiten die hoofdzakelijk worden verricht in mededinging met andere marktdeelnemers. Overwegende dat voor categorie 1 automatisch de rechtspositieregeling van de stad Borgloon moet toegepast worden. Overwegende dat er een eigen rechtspositieregeling moet uitgewerkt worden voor categorie 2 en categorie 3. Overwegende dat er in het BVR RPR-O dwingende afwijkende bepalingen zijn vastgelegd voor categorie 3. Overwegende dat vastgesteld moet worden welke personeelsleden onder de verschillende categorieën vallen. Overwegende dat werd vastgesteld dat het personeel van de poetsdienst „Actie vriendschap‟ geen erkende dienst is die werkt met subsidiering. 2
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur Door de hantering van sociaal gecorrigeerde tarieven (€3,94 - € 6,34/uur) werkt de dienst niet aan marktconforme tarieven en is dus niet in mededinging met andere marktdeelnemers. Overwegende dat het personeel van de poetsdienst „Actie vriendschap‟ dan ook beschouwd zal worden als specifiek OCMW- personeel (categorie 2). Gelet op artikel 2 §2 en artikel 27 §3 BVR RPR-O dat bepaalt dat het BVR RPR-O niet van toepassing is op OCMW - cliënten die met toepassing van artikel 60, §7, van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 tijdelijk tewerkgesteld worden in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking gesteld worden van een derde. Deze personeelsleden horen dan ook niet thuis in een van de drie categorieën. Gelet op de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van het OCMW. Beslissing: Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de categorieën als volgt vast: Categorie 1: Art. 104§1: gemeenschappelijke functies: o Administratief personeel financiële dienst o Administratief personeel personeelsdienst o Administratief personeel secretariaat Categorie 2: Art. 104§ 2: specifieke functies: o secretaris OCMW o ontvanger OCMW (financieel beheerder) o stafmedewerker o Personeel sociale dienst inclusief juridische dienst, dienst trajectbegeleiding o Personeel poetsdienst „Actie vriendschap‟ Categorie 3: Art. 104§6: personeel instellingen en diensten in mededinging o Alle personeel van activiteitencentrum 8341 (WZC : directie, verpleging, verzorging, onderhoud, kinesisten, ergotherapeuten, animatie, technisch personeel,…) o Alle personeel van activiteitencentrum 84 (dienst buitenhuismaaltijden) Categorie 4: uitgesloten: o OCMW - cliënten die met toepassing van artikel 60, §7 OCMW- wet tijdelijk tewerkgesteld worden in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking gesteld worden van een derde. 11.6 Besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 – BVR RPR –O: vakantieregeling personeel categorie 3 ( OCMW – decreet artikel 104§6) Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verder het OCMW- decreet te noemen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor
3
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur
sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna afgekort BVR RPR-O; en gelet op het Verslag aan de Regering bij dit besluit, Gelet op artikel 138 BVR RPR-O dat bepaalt dat het personeel van categorie 3, art. 104§6 OCMW- decreet, recht heeft op 26 jaarlijkse vakantiedagen en artikel 139 BVR RPR-O dat bepaalt dat het personeel van categorie 3 recht heeft op 11 feestdagen. Gelet op artikel 156 BVR RPR-O dat voorziet in een overgangsbepaling voor het personeel in dienst voor 01.01.2011. Overwegende dat het administratief statuut voorzag in 24 jaarlijkse vakantiedagen en 14 feestdagen. Overwegende dat na overleg met het agentschap binnenlands bestuur (toezicht) de Raad voor maatschappelijk welzijn op 29.01.2009 een principebeslissing nam. Gelet op deze principebeslissing dd. 29.01.2009 die besliste dat de rechtspositieregeling voor het personeel van WZC Bloesemhof en de dienst warme maaltijden, zou afwijken van de rechtspositieregeling van de gemeente voor wat betreft de arbeidsregeling, verlofregeling en de maaltijdcheques. Gelet op het schrijven van het agentschap binnenlands bestuur dd. 23.04.2009 waarin werd meegedeeld dat men kennis had genomen van de raadsbeslissing dd. 29.01.2009 maar waarin werd gesteld dat het agentschap geen formeel standpunt kon nemen gelet op het uitblijven van het BVR RPR-O. Overwegende dat na overleg met het agentschap binnenlands bestuur werd beslist om voorlopig geen verdere stappen te ondernemen en het BVR RPR-O af te wachten. Overwegende dat het BVR RPR-O op 12.11.2010 definitief werd goedgekeurd en op 04.12.2010 in het Belgisch Staatsblad is verschenen. Overwegende dat er op 13.12.2010 zowel mondeling als per e-mail een vraag werd gesteld aan het agentschap binnenlands bestuur. Gelet op het schrijven van het agentschap binnenlands bestuur dd. 10.01.2011 waarin duidelijk gesteld wordt dat de vakantieregeling van het oude administratief statuut moet worden toegepast op het personeel van WZC Bloesemhof en de dienst warme maaltijden. Overwegende dat het personeel vanaf 01.01.2011 recht heeft op de 26 jaarlijkse vakantiedagen van het BVR RPR-O omdat deze regeling voordeliger is dan die van het administratief statuut. Overwegende dat het huidige personeel voor de feestdagen gebruik kan maken van de overgangsbepalingen van artikel 156 BVR RPR-O zodat ze recht hebben op 14 feestdagen. Overwegende dat het personeel dat in dienst komt vanaf 01.01.2011 eveneens recht heeft op 26 jaarlijkse verlofdagen maar slechts recht heeft op 11 feestdagen. Gelet op artikel 2 §2 en artikel 27 §3 BVR RPR-O dat bepaalt dat het BVR RPR-O niet van toepassing is op OCMW - cliënten die met toepassing van artikel 60, §7, van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 tijdelijk tewerkgesteld worden in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking gesteld worden van een derde, dat de vakantieregeling dus ook niet van toepassing is op deze werknemers. Overwegende dat voor de art.60§7 OCMW - wet en de SINE - werknemers (verhoogde art. 60§7) een afwijkende regeling mag opgesteld worden. Overwegende dat het OCMW Borgloon zo weinig mogelijk onderscheid wil tussen de verschillende categorieën van werknemers en de vakantieregeling die van toepassing is op de werknemers van het WZC Bloesemhof en de dienst warme maaltijden wenst toe te passen op de art.60§7 en de SINE - overeenkomsten (verhoogde art. 60§7).
4
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur
Gelet op de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van het OCMW. Beslissing Artikel 1: De raad neemt kennis van het feit dat het personeel van WZC Bloesemhof en de dienst warme maaltijden vanaf 01.01.2011 recht heeft op 26 jaarlijkse verlofdagen. Artikel 2: De raad neemt kennis van het feit dat het personeel van WZC Bloesemhof en de dienst warme maaltijden dat in dienst was voor 01.01.2011 recht heeft op 14 feestdagen. Het personeel van WZC Bloesemhof en de dienst warme maaltijden dat in dienst komt vanaf 01.01.2011 heeft recht op 11 feestdagen. Artikel 3: De raad beslist dat de OCMW - cliënten die conform art. 60§7 OCMW - wet of SINE overeenkomst (verhoogde art. 60§7) worden tewerkgesteld recht hebben op 26 jaarlijkse verlofdagen en 11 feestdagen. 11.7 Openverklaring van de functie van ergotherapeut 19/38 uur en de aanleg van een wervingsreserve Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verder het OCMW- decreet te noemen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, hierna afgekort BVR RPR-O; en gelet op het Verslag aan de Regering bij dit besluit, Gelet op het woonzorgdecreet van 13 maart 2009; Gelet op de Interpretatie van de erkenningvoorwaarden en –normen voor woonzorgcentra (WZC), rust- en verzorgingstehuizen (RVT) en centra voor kortverblijf ingebed in een woonzorgcentrum (CVK), versie 30 november 2010; Overwegende dat uit deze interpretatie van de erkenningvoorwaarden en –normen blijkt dat een RVT per 30 bewoners minstens 33,33% VTE moet invullen door een ergotherapeut. Gelet op het inspectieverslag van Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdeling Welzijn en Gezondheid van 6 september 2010. Overwegende dat uit deze inspectie gebleken is dat het WZC Bloesemhof niet conform de regelgeving is gelet op het ontbreken van een ergotherapeut. (rubriek personeelsformatie) Gelet op de raadsbeslissing van 17 september 2009 houdende de wijziging van de personeelsformatie van 25 september 2008 gezien en goedgekeurd door Agentschap voor Binnenlands Bestuur op 16 oktober 2009; Gelet op het schrijven van 13 december 2010 waarin het dossier van de verbouwing van WZC Bloesemhof werd goedgekeurd. Overwegende dat bij deze verbouwing een lokaal wordt voorzien voor de ergotherapeut. Verwijzend naar de beleidsnota behorende tot het budget 2011 van het OCMW;
5
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur Gelet op het verslag van het managementteam van 7 december 2010; Gelet op het competentiegericht functieprofiel voor de betrekking van ergotherapeut. Gelet op de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van het OCMW. Gelet op de eenparige hoofdelijke stemming. Beslissing: Artikel 1 Over te gaan tot het open verklaren van de contractuele betrekking van ergotherapeut (19/38u) en tegelijkertijd een wervingsreserve aan te leggen. Artikel 2 Deze wervingsreserve geldt zowel voor mogelijke statutaire aanwervingen als voor aanwervingen met een contract van onbepaalde duur. Artikel 3 De geldigheidsduur van de reserve wordt vastgesteld op 3 jaar en begint te lopen vanaf de eerste van de maand volgende op het besluit van de OCMW - raad houdende de samenstelling van de betreffende reserve. Patrimonium 11.8 Onderhandse verkoop van het perceel sectie E nr. 294E/deel gelegen te Hoepertingen Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn een aantal investeringen wil financieren in WZC “Bloesemhof”; Overwegende dat dit kapitaal blijkbaar het voordeligst door de verkoop van het hierna vermelde onroerend goed wordt verkregen; Gelet op het schrijven van 16 december 2010 waarbij de heer Rudi Driesmans, Tereykenstraat 103 3800 SINT-TRUIDEN, huidige pachter, geïnteresseerd is tot een mogelijke aankoop van zijn perceel met als coördinaten: sectie E nr. 294E/deel, groot 21 a 05 ca en een pachtprijs van € 45,42; Overwegende dat volgens het proces-verbaal betreffende de schatting dit perceel een waarde heeft van € 3.350,00; Overwegend dat er bijgevolg redenen bestaan om aan te nemen dat de hoogste prijs voor het goed door middel van onderhandse verkoop zal verkregen worden ( = schattingsprijs + 15%); Gelet op de kadastrale bescheiden; Gelet op de omzendbrief van het Provinciebestuur van Limburg II° Dir. – Juridische Zaken, Toezicht en Openbare Orde van 17 december 1990 – kenmerk 022.01.20/8605/JS – dossier 506.124; Gelet op de eenparige uitslag van de hoofdelijke stemming: Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991; Gelet op de bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van het OCMW. Beslissing Artikel 1 Het hierboven beschreven onroerend goed zal onderhands worden verkocht aan de heer Rudi DRIESMANS, Tereykenstraat 103 – 3800 SINT-TRUIDEN. De verkoop zal echter niet mogen toegewezen worden indien de aangeboden prijs niet ten minste: 6
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur € 3.350,00 + 15% = € 3.852,50 bedraagt. Artikel 2 De wederbelegging van de opbrengst van de in artikel 1 bedoelde verkoop zal geschieden via de investeringen in WZC “Bloesemhof”. Artikel 3 De volledige onkosten voor de samenstelling van het dossier (€ 219,75) en de onderhandse verkoop zullen gedragen worden door de kandidaat - koper. Artikel 4 De verkoop zal geschieden door het ambt van notaris F. Wilsens in de kantoren van het OCMW – Borgloon en dit uiterlijk voor 31 mei 2011. Artikel 5 De Hypotheekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen in het nemen van een ambtshalve inschrijving die kan voortspruiten uit huidige akte”. 11.9 Onderhandse verkoop van de percelen sectie A nr. 148H + sectie B nr. 637 + sectie E nr. n233 gelegen te Hoepertingen en sectie A nrs. 72/02F + 72/02E gelegen te Rijkel Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn een aantal investeringen wil financieren in WZC “Bloesemhof”; Overwegende dat dit kapitaal blijkbaar het voordeligst door de verkoop van de hierna vermelde onroerende goederen wordt verkregen; Gelet op het schrijven van 01 september 2010 waarbij de L.V. BOSCHHOF (Germain + Inge Berckenbosch), Kleinmalstraat 78 – 3700 TONGEREN, huidige pachters, geïnteresseerd zijn tot aankoop van hun percelen met als coördinaten: sectie A nr. 148H + sectie B nr. 637 + sectie E nr. 233 + sectie A nrs. 72/02F + 72/02E, respectievelijk groot 19 a 00 ca + 44 a 60 ca + 51 a 00 + 2 ha 48 a 72 ca + 1 ha 99 a 30 ca en een pachtprijs van € 1.375,45; Overwegende dat volgens het proces-verbaal betreffende de schatting deze percelen een waarde hebben van respectievelijk € 3.025,00 en € 6.675,00 en € 8.150,00 en € 34.800,00 en € 27.900,00; Overwegend dat er bijgevolg redenen bestaan om aan te nemen dat de hoogste prijs voor de goederen door middel van onderhandse verkoop zal verkregen worden ( = schattingsprijs + 15%); Gelet op de kadastrale bescheiden; Gelet op de omzendbrief van het Provinciebestuur van Limburg II° Dir. – Juridische Zaken, Toezicht en Openbare Orde van 17 december 1990 – kenmerk 022.01.20/8605/JS – dossier 506.124; Gelet op de eenparige uitslag van de hoofdelijke stemming: Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991; Gelet op de bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van het OCMW. Beslissing Artikel 1 De hierboven beschreven onroerende goederen zullen onderhands worden verkocht aan de L.V. BOSCHHOF (Germain I Inge Berckenbosch), Kleinmalstraat 78 – 3700 TONGEREN. De verkoop zal echter niet mogen toegewezen worden indien de aangeboden prijs niet minimaal € 92.632,50 bedraagt. Artikel 2
7
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur De wederbelegging van de opbrengst van de in artikel 1 bedoelde verkoop zal geschieden via de investeringen in WZC “Bloesemhof”. Artikel 3 De volledige onkosten voor de samenstelling van het dossier (€ 2.726,20) en de onderhandse verkoop zullen gedragen worden door de kandidaat-kopers. Artikel 4 De verkoop zal geschieden door het ambt van notaris Mia Knapen in de kantoren van het OCMW Borgloon en dit uiterlijk voor 31 mei 2011. Artikel 5 De Hypotheekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen in het nemen van een ambtshalve inschrijving die kan voortspruiten uit huidige akte”. 11.10 Onderhandse verkoop van het perceel sectie E nr. 233A gelegen te Hoepertingen Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn een aantal investeringen wil financieren in WZC “Bloesemhof”; Overwegende dat dit kapitaal blijkbaar het voordeligst door de verkoop van het hierna vermelde onroerend goed wordt verkregen; Gelet op het schrijven van 30 juni 2010 waarbij Wed. Schoebrechts - Creten Seraphina, Bergstraat 34, 3840 BORGLOON, huidige pachter, geïnteresseerd is tot een mogelijke aankoop van haar perceel met als coördinaten: sectie E nr. 233A, groot 1 ha 73 a 43 ca en een pachtprijs van € 384,23; Overwegende dat volgens het proces-verbaal betreffende de schatting dit perceel een waarde heeft van € 24.275,00; Overwegend dat er bijgevolg redenen bestaan om aan te nemen dat de hoogste prijs voor het goed door middel van onderhandse verkoop zal verkregen worden ( = schattingsprijs + 15%); Gelet op de kadastrale bescheiden; Gelet op de omzendbrief van het Provinciebestuur van Limburg II° Dir. – Juridische Zaken, Toezicht en Openbare Orde van 17 december 1990 – kenmerk 022.01.20/8605/JS – dossier 506.124; Gelet op de eenparige uitslag van de hoofdelijke stemming: Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991; Gelet op de bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van het OCMW. Beslissing Artikel 1 Het hierboven beschreven onroerend goed zal onderhands worden verkocht aan wed. SCHOEBRECHTS - CRETEN Seraphina, Bergstraat 34 – 3840 BORGLOON. De verkoop zal echter niet mogen toegewezen worden indien de aangeboden prijs niet minimaal € 27.916,25 bedraagt. Artikel 2 De wederbelegging van de opbrengst van de in artikel 1 bedoelde verkoop zal geschieden via de investeringen in WZC “Bloesemhof”. Artikel 3 De volledige onkosten voor de samenstelling van het dossier (€ 551,16) en de onderhandse verkoop zullen gedragen worden door de kandidaat-kopers. Artikel 4 De verkoop zal geschieden door het ambt van notaris C. Colla in de kantoren van het OCMW – Borgloon en dit uiterlijk voor 16 december 2011. 8
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur Artikel 5 De Hypotheekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen in het nemen van een ambtshalve inschrijving die kan voortspruiten uit huidige akte”. 11.11 Onderhandse verkoop van het perceel sectie A nr. 59B gelegen te Borgloon Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn een aantal investeringen wil financieren in WZC “Bloesemhof”; Overwegende dat dit kapitaal blijkbaar het voordeligst door de verkoop van het hierna vermelde onroerend goed wordt verkregen; Gelet op het schrijven van 07 januari 2011 waarbij de BVBA Willy Neven, Kapelstraat 24 3840 BORGLOON, huidige pachter, geïnteresseerd is tot een mogelijke aankoop van zijn perceel met als coördinaten: sectie A nr. 59B, groot 2 ha 15 a 97 ca en een pachtprijs van € 505,92; Overwegende dat volgens het proces-verbaal betreffende de schatting dit perceel een waarde heeft van € 28.000,00; Overwegend dat er bijgevolg redenen bestaan om aan te nemen dat de hoogste prijs voor het goed door middel van onderhandse verkoop zal verkregen worden ( = schattingsprijs + 15%); Gelet op de kadastrale bescheiden; Gelet op de omzendbrief van het Provinciebestuur van Limburg II° Dir. – Juridische Zaken, Toezicht en Openbare Orde van 17 december 1990 – kenmerk 022.01.20/8605/JS – dossier 506.124; Gelet op de eenparige uitslag van de hoofdelijke stemming: Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991; Gelet op de bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van het OCMW. Beslissing Artikel 1 Het hierboven beschreven onroerend goed zal onderhands worden verkocht aan de BVBA Willy NEVEN, Kapelstraat 24 – 3840 BORGLOON. De verkoop zal echter niet mogen toegewezen worden indien de aangeboden prijs niet minimaal € 32.200,00 bedraagt. Artikel 2 De wederbelegging van de opbrengst van de in artikel 1 bedoelde verkoop zal geschieden via de investeringen in WZC “Bloesemhof”. Artikel 3 De volledige onkosten voor de samenstelling van het dossier (€ 451,96) en de onderhandse verkoop zullen gedragen worden door de kandidaat-kopers. Artikel 4 De verkoop zal geschieden door het ambt van notaris F. Wilsens in de kantoren van het OCMW – Borgloon en dit uiterlijk voor 31 mei 2011. Artikel 5 De Hypotheekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen in het nemen van een ambtshalve inschrijving die kan voortspruiten uit huidige akte”. 11.12 Pachtopzeg voor perceel sectie A nr. 62A gelegen te Broekom De pachter, Jos Albert – Jesserenstraat 107 – doet bij aangetekend schrijven opzeg van zijn perceel sectie A nr. 62A, groot 8a 40ca. 9
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur De pacht neemt een einde op 30/11/2011. Overheidsopdrachten 11.13 Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk – toewijzen van de opdracht Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en op de Koninklijke besluiten van 8 januari 1996 (zoals gewijzigd bij KB van 25 maart 1999) en 26 september 1996 (zoals gewijzigd bij KB van 29 april 1999); Gelet op de bepalingen van de organieke wet van 8 juli 1976; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; Gelet op de wet van 12 november 1997 betreffende openbaarheid van bestuur in de provincies en de gemeenten; Gelet op artikel 51 van het KB van 8 januari 1996, zoals gewijzigd bij KB van 25 maart 1999; Gelet op het proces-verbaal van opening van de inschrijvingen voor het aanstellen van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk; Gelet op ons besluit van de raad van 28 oktober 2010 houdende goedkeuring van het lastenboek en de keuze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking inzake de opdracht voor het aanstellen van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk; Gelet op het administratieve verslag waarin de resultaten van de onderhandelingsprocedure werden geanalyseerd; Overwegende dat uit het administratieve verslag blijkt dat de meest voordelige inschrijving werd gedaan door IDEWE – Interleuvenlaan 58 – 3001 Heverlee; Met algemeenheid van stemmen; Beslissing: Artikel 1 De opdracht betreffende het aanstellen van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk wordt gegund aan IDEWE – Interleuvenlaan 58 – 3001 Heverlee conform de offerte van 16 december 2010. Artikel 2 Afschrift van dit besluit zal verstuurd worden aan voormelde leverancier. Artikel 3 In toepassing van artikel 25 § 3 van het KB van 8 januari 1996 worden de niet in aanmerking komende inschrijvers op de hoogte gebracht van hun niet-aanduiding. 11.14 Medisch toezicht ziekte personeel – toewijzen van de opdracht Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en op de Koninklijke besluiten van 8 januari 1996 (zoals gewijzigd bij KB van 25 maart 1999) en 26 september 1996 (zoals gewijzigd bij KB van 29 april 1999); Gelet op de bepalingen van de organieke wet van 8 juli 1976; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; Gelet op de wet van 12 november 1997 betreffende openbaarheid van bestuur in de provincies en de gemeenten; Gelet op artikel 51 van het KB van 8 januari 1996, zoals gewijzigd bij KB van 25 maart 1999; Gelet op het proces-verbaal van opening van de inschrijvingen voor de dienst „medisch toezicht ziekte personeel; 10
VERSLAG VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 3 februari 2011 om 20.00 uur
Gelet op ons besluit van de raad van 28 oktober 2010 houdende goedkeuring van het lastenboek en de keuze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking inzake de opdracht voor de dienst „medisch toezicht ziekte personeel‟; Gelet op het administratieve verslag waarin de resultaten van de onderhandelingsprocedure werden geanalyseerd; Overwegende dat uit het administratieve verslag blijkt dat de meest voordelige inschrijving werd gedaan door Medconsult – Koningsstraat 196 – 1000 Brussel; Met algemeenheid van stemmen; Beslissing: Artikel 1 De opdracht betreffende de dienst „medisch toezicht ziekte personeel‟ wordt gegund aan Medconsult Koningsstraat 196 – 1000 Brussel conform de offerte van 16 december 2010. Artikel 2 Afschrift van dit besluit zal verstuurd worden aan voormelde leverancier. Artikel 3 In toepassing van artikel 25 § 3 van het KB van 8 januari 1996 worden de niet in aanmerking komende inschrijvers op de hoogte gebracht van hun niet-aanduiding. GEHEIME ZITTING Dossiers 11.15 tot en met 11.26
Namens het OCMW
Jean – Bernard Croux secretaris OCMW
Jo Dardenne voorzitter OCMW
11