Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 1 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat voor de Landelijke Vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken April 2014
1 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 2 van 24 1
2
Inhoud
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Inleiding ........................................................................................................................ 3 1. Beraadslagingen van de commissie .......................................................................... 4 2. Verslagen uit de landelijke overlegorganen ............................................................. 6 a. CIO – M .................................................................................................................. 6 b. CIO -‐ G ................................................................................................................... 8 c. Interkerkelijke Commissie voor Justitiepastoraat (ICJ) ........................................... 10 3. De geestelijk verzorgers aan het woord ................................................................. 12 a. Jan Kiers. .............................................................................................................. 12 b. Job Smit ............................................................................................................... 16 c. Kees Smit ............................................................................................................. 19 d. Jeannette Westerkamp ....................................................................................... 22
20
2 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 3 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
Inleiding Dit is het verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat (CCP) van de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) voor de Landelijke Vergadering (LV) van de NGK van 2013. De commissie is de schakel tussen het landelijk kerkverband van de NGK en de NG predikanten die werkzaam zijn als categoriaal geestelijk verzorger. De commissie vergadert in de regel twee keer per jaar, waarvan een keer samen met de pastores. Verder brengen commissieleden de pastores jaarlijks een bezoek op hun werkplek. Daarnaast vertegenwoordigen leden van de commissie de NGK in landelijke interkerkelijke overlegorganen met de overheid. De predikanten waar de CCP contact mee heeft, zijn: Ds. Jan Kiers, werkzaam bij de zorginstellingen ’s Heeren Loo (verstandelijk gehandicaptenzorg), en GGZ – NHN (geestelijke gezondheidszorg) Ds. Job Smit, werkzaam bij zorginstelling Viattence, Ds. Kees Smit, krijgsmachtpredikant, Ds. Jeannette Westerkamp, Justitie predikant. De samenstelling van de Commissie: Chris van den Berg, voorzitter Dirk Jan Bakker Leendert Verheij Peter van ’t Hoff Marcel de Goede, secretaris en penningmeester Voor alle leden, op Dirk Jan Bakker na, geldt dat dit de derde periode was waarop zij deel uit maakten van de commissie. In beginsel zijn zij derhalve niet meer voor een volgende periode benoembaar. De LV wordt gevraagd nieuwe leden in de CCP te benoemen of toch over te gaan tot herbenoeming van zittende leden. Leeswijzer Hoofdstuk 1 van dit verslag behandelt een aantal thema’s waarover de commissie in vergadering sprak. In het tweede hoofdstuk doen de leden van de commissie die tevens zitting hebben in interkerkelijke overlegfora met de rijksoverheid verslag van de beraadslagingen aldaar. De voorzitter, Chris van den Berg, heeft zitting in het CIO-‐M. De leden Leendert Verheij en Dirk Jan Bakker vertegenwoordigen de NGK in respectievelijk het CIO-‐J en het CIO-‐G. Hoofdstuk 3 sluit het verslag af met bijdragen van de predikanten over hun werk. Het zijn indrukwekkende verhalen van werkers die midden in de wereld staan. Ze doen verslag maar stellen ook nadrukkelijk vragen die ons tot nadenken moeten stemmen. De commissie beveelt deze persoonlijke beschouwingen van harte in uw aandacht aan.1 1
Als bijlage is toegevoegd een artikel van de hand van Kees Smit, ‘Spiritualiteit in de krijgsmacht. De rol van de
3 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 4 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
1. Beraadslagingen van de commissie Dit hoofdstuk bespreekt thema’s die in vergaderingen van de commissie aan de orde waren. Sinds de vorige LV heeft de CCP 5 keer een commissie vergadering gehouden. Twee keer waren de predikanten werkzaam als geestelijk verzorger daarbij aanwezig. Thema’s Reikwijdte van de commissie Hoe breed strekt het aandachtsgebied van de CCP? Vallen ook niet-‐predikanten werkzaam als GV’er daaronder? In principe staat de commissie daarvoor open, maar het is niet aan de orde. Vooralsnog blijft de schakelfunctie van de commissie beperkt tot de vier hierboven genoemde officieel uitgezonden ambtsdragers. Werving Is Kees Smit de laatste NG krijgsmachtpredikant? De commissie heeft geëntameerd dat NG kandidaten nadachten over het vak. Vooralsnog is er geen vooruitzicht op een nieuwe NG krijgsmachtpredikant. Wel is er bij de predikantsopleiding meer aandacht voor het vak van geestelijk verzorger. In de commissie is ter sprake geweest of de werving niet te veel bemoeilijkt wordt door de eis dat krijgsmachtpredikanten vier jaar gemeentepredikant moeten zijn geweest, te meer daar er tegenwoordig afzonderlijke afstudeerrichtingen zijn, gemeentepredikant en GVer. De eis is afkomstig is uit het CIO M, vanuit de overweging dat het noodzakelijke pastorale ervaring oplevert. Andere ervaring dan gemeentepredikantschap zou echter ook kunnen voldoen. Vanuit de sommissie wordt dit punt meegenomen naar het CIO M. Een meer pragmatische benadering is wat Kees Smit betreft op zijn plaats. De PKN beweegt op dit punt ook. Ambtelijke binding Er is de afgelopen jaren in landelijke fora veel gesproken over de vraag of geestelijk verzorgers een ambtelijke binding moeten hebben met een kerkverband. De vraag past in een bredere discussie over kwaliteitsborging van de geestelijk verzorging, met het oog waarop gezocht wordt registratie te realiseren, op basis van opleidings-‐ en ervaringskwalificaties. Ook de NG pastores zijn bezig met de vraag hoe de professie en het ambt van de GV predikant zich tot elkaar verhouden. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: het ambt is belangrijk, maar de professie evenzeer; je moet bevoegd en bekwaam zijn. Je bent als GVer een zorgprofessional, maar het ambt blijkt voor gelovigen zowel als voor ongelovigen belangrijk. Het zou een verlies zijn als je dat kwijt raakt. De interkerkelijke fora zijn sterk voor het behouden van de ambtelijke binding. De overheid als werkgever, bij defensie en justitie, ziet er een kwaliteitsgarantie in. In de gezondheidszorg ligt het anders. Zorginstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van de zorgplicht. Beschikbare budgetten spelen hierbij een grote rol, en met de opkomst van HBO opleidingen voor geestelijk verzorger zijn alternatieven voor predikanten voorhanden. De relatie tussen categoriaal pastoraat en de kerk. De commissie probeert categoriaal pastoraat onder de aandacht van de kerk te houden. Een voorbeeld is de wisselcolumn door de predikanten in Opbouw. In bredere zin is hier aan de
4 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 5 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
orde de verhouding tussen de kerk, c.q. de gemeenten, en de categoriaal werkzaam zijnde predikanten en door hen ook met de groepen die zij geestelijke zorg verlenen. In discussie kwamen vragen aan de orde als: wat willen we nu eigenlijk van en met elkaar? Welk belang hecht de NGK aan categoriaal pastores? Een vraag van belang als je het standpunt huldigt: de kerk is er voor de wereld. Er ligt heel veel specifieke expertise bij de geestelijk verzorgers. In hoeverre is het categoriaal pastoraat onderdeel van het NGK kerkelijk leven, krijgt het handen en voeten? Hoe kan je kerk zijn voor alle mensen? Een praktisch punt dat aan de orde was: welke gemeente neemt de rol van zendende gemeente over voor ds. Jan Kiers nu Den Helder ophoudt te bestaan. De voorzitter heeft daartoe overleg gevoerd met ds. Kiers en het moderamen van een mogelijke zendende kerk. Op dit moment is daarover nog geen besluit gevallen. Contacten met Deputaten GV van de GKv en de CGK Jaarlijks vindt overleg plaats tussen deputaten GV in de Krijgsmacht van de GKv en de CGK en een vertegenwoordiger van de CCP. Namens de CCP neemt br. Chris van den Berg deel aan dat overleg. Een belangrijk thema is steeds, het organiseren van de tweejaarlijkse conferentie voor GV-‐ ers in de krijgsmacht, afkomstig van de drie betrokken kerkgenootschappen. Deze vonden in 2011 en in 2013 plaats in Elspeet. De conferentie van 11 en 12 oktober 2013 werd georganiseerd door de CCP, in de persoon van de voorzitter. Thema was (Categoriaal) Pastor, tussen profetie en professie. Het ging daarbij om het spanningsveld dat kan bestaan c.q. bestaat tussen de roeping, het ambt van pastor enerzijds en de steeds maar toenemende eisen qua professionaliteit die aan de functie van en GV-‐er vanuit het werkveld worden gesteld anderzijds. Ook komt de legitimatie van het werk van de GV steeds meer in de belangstelling te staan. Voor deze conferentie waren ook categoriale pastores uit de Gezondheidszorg en van Justitie uitgenodigd. Sprekers waren prof dr. R. Ganzevoort, hoogleraar aan de VU en ds. mr E. Asscher, Krijgsmachtpredikant, bezig met een promotieonderzoek op dit terrein. Er waren 20 deelnemers. Tijdens de conferentie kwamen de aanwezige deputaten en commissieleden gezamenlijk bijeen. Besloten werd de samenwerking in beginsel zoveel mogelijk te intensiveren en daartoe, zo nodig aan de verantwoordelijke Synodes, c.q. de LV, toestemming te vragen of verslag uit te brengen. Het is de bedoeling dat de drie betrokken organen in het vervolg steeds gezamenlijk bijeen komen en alles bespreken wat gemeenschappelijk is. Per orgaan wordt dan alleen nog besproken wat “kerk-‐eigen” is. Dit heeft bovendien als resultaat dat het aantal deputaten/commissieleden sterk verminderd kan worden. De CCP vraagt de LV nadrukkelijk om met dit beginsel akkoord te gaan en de uitwerking ervan aan de CCP over te laten.
41
5 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 6 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
2. Verslagen uit de landelijke overlegorganen
a. CIO – M Bij het CIO-‐M zijn elf Protestantse kerkgenootschappen en de Oud Katholieke Kerk In Nederland aangesloten. Het CIO-‐M is een ondercommissie van het CIO en heeft als opdracht op te treden als intermediair tussen kerk en overheid, waar het de geestelijke verzorging van militairen betreft. Het CIO-‐M bemoeit zich in adviserende zin met name met de manier waarop Defensie organisatorisch en personeeltechnisch gestalte geeft aan de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV). Het CIO-‐M vergadert jaarlijks ca. 10 maal. Namens de NGK is br. Chris van den Berg lid van het CIO-‐M. Hij is tevens vicevoorzitter van de commissie. In de afgelopen periode is voor de Diensten GV binnen Defensie een nieuwe organisatiestructuur ingevoerd. De algehele bedrijfsmatige leiding van alle GV-‐ers is ondergebracht bij een door Defensie benoemde Directeur GV. Binnen de dienst is een zestal afdelingen gevormd, die elk door een hoofd worden geleid. Oorspronkelijk was overeengekomen dat elk van de drie grote diensten GV (RK, Prot. en Hum.) twee afdelingshoofden zou mogen voordragen. Na een evaluatie van de inmiddels operationele nieuwe structuur is bepaald dat meer naar de kwaliteit gekeken zal worden, zij het dat elk van de drie grote diensten minimaal één afdelingshoofd mag “leveren”. Naast de afdelingshoofden beschikken alle zes diensten over een “inhoudelijk” hoofd, die verantwoordelijk is voor de inhoud van het werk en de identiteit van de desbetreffende dienst. Eind 2012 werd ds. Paul van der Meulen (PKN) opgevolgd door ds. Klaas Henk Ubels (PKN), als Hoofd Krijgsmachtpredikant. De CCP stelt voor om ds. Ubels uit te nodigen voor de bijeenkomst van de LV waar dit rapport besproken zal worden en hem de gelegenheid te geven de LV toe te spreken. Door Defensie is gevraagd om ook GV-‐ers een geheimhoudingsverklaring te laten ondertekenen. Het CIO-‐M heeft hiertegen, althans in meerderheid, geen bezwaar. Het CIO-‐M werkt, waar nodig en zinvol, samen met andere zogeheten Zendende Instanties, nl. de Rooms-‐katholieke Kerk, de Joodse, de humanistische, de Hindoe en de Islamitische “geloofsgemeenschappen”. Br. Van den Berg is namens het CIO-‐M vaste deelnemer van dat overleg. In de afgelopen periode is de frequentie van dat overleg toegenomen. In goed overleg met Defensie is er een centrale visie op de functionele kaders van de GV in de krijgsmacht opgesteld. Daarin zijn de wederzijdse rechten en plichten van Defensie en de GV opgenomen. Mede dankzij de inbreng van ds. Kees Smit is in deze visie vastgelegd dat GV in de Krijgsmacht de Grondwet, art 6 lid 1, als basis heeft. Het resultaat van het overleg is door toenmalig minister Hillen tot Ministeriële Aanwijzing verklaard. In deze “Functionele Kaders” is bepaald dat er periodiek onderzoek naar de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte van militair personeel aan geestelijke verzorging zal worden uitgevoerd. Het gaat er daarbij onder andere om inzicht te krijgen in factoren die van invloed zijn op de omvang en de verdeling van de DGV. Daartoe is, naar goed Nederlands gebruik, een paritair (alle zes Zendende Instanties en Defensie) samengestelde Stuurgroep Behoefte Onderzoek in het leven geroepen, die onder leiding staat van een onafhankelijk voorzitter,
6 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 7 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
drs J. de Leeuw, o.a. oud-‐lid namens het CDA van de Tweede Kamer, die vooral als procesbegeleider fungeert. Br. Van den Berg is namens het CIO-‐M lid van deze Stuurgroep. Inmiddels is een Plan van Aanpak vastgesteld. Het onderzoek zal worden uitgevoerd door een consortium van drie onderzoeksinstellingen, nl. het Kaski (RK, vertegenwoordigd door dr. T. Bernts), Universiteit voor Humanistiek (vertegenwoordigd door mevr. prof dr. J. Wojtkowiak) en de Vrije universiteit Amsterdam (vertegenwoordigd door prof dr. R. Ganzevoort). Als extra zekerheid dat het onderzoek goed aansluit bij de inhoud van de GV, is er een begeleidingscommissie gevormd, waarin een zestal wetenschappers of mensen uit de praktijk van de GV zitting hebben. Namens het CIO-‐M is dr. A. Velema lid van deze commissie. Het onderzoek valt in twee onderdelen uiteen. Als eerste zal een onderzoek plaatsvinden naar de omvang en de verdeling van de GV. Dit hangt mee samen met de forse inkrimping die de Krijgsmacht in de periode 2012 tot 2016 ondergaat. Die zal uiteraard ook consequenties hebben voor de omvang van de GV. Over de opzet van dit onderzoek is inmiddels vrijwel overeenstemming bereikt. Naar de meest actuele planning, zal dit onderzoek eind 2013 afgerond dienen te zijn. Het tweede onderzoek zal meer inhoudelijk van aard zijn en richt zich, naar het zich thans (medio oktober 2013) laat aanzien, op het verkrijgen van bouwstenen voor een toekomstbestendige GV in de krijgsmacht. Onderliggende probleemstelling is om beter gedefinieerd te krijgen wat het bestaansrecht en de relevantie is van identiteitsgebonden GV, in een samenleving en bij een overheid die steeds minder hecht aan en geld over heeft voor levensbeschouwelijke en spirituele zaken. Op dit moment is nog geen overeenstemming bereikt over de opzet van dit onderzoek, alsmede over de vraag onder wiens auspiciën dit uitgevoerd zal worden (Stuurgroep Behoefteonderzoek of de Diensten GV zelf.) De meest gunstige planning heeft medio 2014 als datum van oplevering van de resultaten en uitkomsten van het onderzoek. Overige zaken die het CIO-‐M onder andere bezig hielden zijn: -‐ Werving van nieuwe GV-‐ers in de Krijgsmacht (Helaas werd opnieuw een kandidaat vanuit de NGK afgewezen, zodat ds. K. Smit onze enige GV-‐er in de Krijgsmacht blijft); -‐ Verslaglegging aan het CIO en de mate waarin het CIO-‐M onafhankelijk kan optreden jegens de overheid; -‐ Benoeming van een nieuwe Hoofd Krijgsmachtpredikant; -‐ Het organiseren van de jaarlijkse tweedaagse CIO-‐M/PGV conferentie; deze vond in 2011 plaats in Münster, in 2012 in Denekamp en in 2013 in Loenen. Chris van den Berg
38
39
7 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 8 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
b. CIO -‐ G Bijdrage voor het verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat (CCP) voor de Landelijke Vergadering. CCP-‐lid, br. D. J. Bakker is op 26 mei 2011 als opvolger van br. Bas Verheij voor het eerst aanwezig op een vergaderring van de CIO-‐G (Commissie Interkerkelijk Contact in Overheidszaken/ Zorg/ Gezondheidszorg namens de CCP van de Ned. Geref. Kerken. In totaal worden er 30 kerkgenootschappen vertegenwoordigd door een zevental leden waaronder de voorzitter ds. W. Dijk (PKN). De thans zittende leden komen uit de PKN, Ger. Gem., RK, Baptisten, CGK en de NGK kerken. De centrale commissie CIO staat onder voorzitterschap van de heer J. W. Deetman. De CIO-‐G vormt daar een onderdeel van. Zij vergadert 4 x per jaar en heeft per september 2011 een door de CIO goedgekeurd reglement gekregen. De opdracht voor de CIO-‐G is “De zorg voor de geestelijke verzorging in de gezondheidszorg vanuit kerkelijk perspectief”. In de verslagperiode zijn twee belangrijke grote onderwerpen, naast een aantal kleinere punten, aan de orde geweest. 1. De nieuw voorgestelde Wetten voor de Gezondheidszorg en 2. De Regiegroep Toekomstig Bestel Geestelijk Verzorging van de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in de Zorg (VGVZ) onder leiding van de heer E. van Middelkoop. De Heer D. J. Bakker is namens de CIO-‐G sinds december 2011 lid van deze Regiegroep als opvolger van de oude voorzitter van de CIO-‐G die zich om gezondheidsredenen terugtrok. 1. Nieuwe Wet Cliëntenrechten in de zorg (Juli 2011). Er bestaat zorg over de positie van de geestelijke verzorging in de zorgsector onder de nieuwe wet. Begin 2012 stellen een drietal leden van de CIO-‐G, ds. W. Dijk, drs. W. Huizing en dr. D. J. Bakker een aantal mogelijke amendementen op de nieuwe wet voor. In maart 2012 blijkt dan de parlementaire behandeling van de wet op de rol te staan van de Tweede Kamer. Omdat de CIO-‐G de koninklijke weg via de CIO te lang vindt duren, stellen bovengenoemde CIO-‐ G leden een brief op persoonlijke titel op voor de Vaste Kamercommissie van VWS met daarin de voorgestelde amendementen. Vooraf werd op 4 april 2012 in het gebouw van de Tweede Kamer een overleg gevoerd met mevr. E. Wiegman – van Meppelen Scheppink van de Christen Unie, die aangaf zich voor de amendering in te willen zetten bij de parlementaire behandeling. (Dit overleg leverde de CIO-‐G een reprimande op van de voorzitter van het CIO de heer Deetman wegens eigenmachtig optreden). Door de val van het Kabinet Rutte 1 en het niet opportuun verklaren van deze wetten (inmiddels ook het wetsvoorstel Beginselenwet AWBZ) door de Tweede Kamer zijn ze uiteindelijk niet behandeld en de eerstgenoemde is teruggetrokken.. 2. Regiegroep Toekomstig Bestel Geestelijke Verzorging, verder te noemen Regiegroep. De Regiegroep is ingesteld op verzoek van de VGVZ na een conferentie van de VGVZ op 25 maart 2010, waarin werd voorgesteld dat een ambtelijke binding noodzakelijk is voor het beroep van geestelijk verzorger en het lidmaatschap van de VGVZ. Een besluit werd niet genomen en de Regiegroep werd ingesteld om het probleem van de “ongebondenen” te bekijken (sommige geestelijk verzorgers kiezen voor ongebondenheid van een kerk/levensbeschouwelijke instelling; anderen kunnen niet anders bv. omdat ze vrouw zijn en daarom geen predikant mogen worden in hun kerkgenootschap). Na zeer uitvoerige discussies en overleg met alle opleidingsinstellingen voor geestelijk verzorgers, publiceerde de Regiegroep haar eindrapport op 14 januari 2013.
8 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 9 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
De Rooms Katholieke bisschoppenconferentie distantieerde zich gedeeltelijk van dit rapport en neemt een apart standpunt in, verwoord in een schrijven van de bisschoppen gedateerd 21 juni 2013. Nog een tweetal andere activiteiten van de CIO-‐G zijn te vermelden. • Advies aan de CIO in verband met de overheveling van de AWBZ naar de WMO in maart 2013 en • In juni 2013 een advies aan de CIO over een voorstel om de Palliatieve zorg als mensenrecht te benoemen. Baambrugge, juli 2013 D. J. Bakker.
13
9 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 10 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
c. Interkerkelijke Commissie voor Justitiepastoraat (ICJ) a. Werkzaamheden Geestelijk Verzorger Ook in de afgelopen periode was ds. Jeannette Westerkamp-‐Stegeman actief als GV-‐er in het justitiepastoraat en de gesloten jeugdzorg. Een verslag over haar werkzaamheden treft u aan als bijlage d. b. Werkzaamheden ICJ. De Interkerkelijke Commissie voor Justitiepastoraat (ICJ) komt gemiddeld vier keer per jaar bijeen. In de Commissie zijn dertien kerkgenootschappen vertegenwoordigd, waaronder de NGK, in de persoon van br. Leendert Verheij. Er zijn voorts goede afspraken met migrantenpastores, die toegang hebben tot justitiële inrichtingen. Het Protestants Justitiepastoraat werkt vanuit de overtuiging dat ingeslotenen ondanks de muren deel blijven uitmaken van de (geloofs)gemeenschap en dat zij tijdens hun verblijf in de inrichting van justitie recht hebben op: -‐ het kunnen beleven van hun geloof en het leren omgaan met zingevingsvragen; -‐ aandacht voor hun persoon-‐zijn; -‐ beleving van gemeenschap; -‐ het krijgen van perspectief. Krachtens zijn roeping draagt het Protestants Justitiepastoraat bij aan een humane detentie door uitoefening van pastorale en diaconale zorg en door advisering van de inrichting. Dit werk wordt al vele jaren met overtuiging verricht. In de verslagperiode kwamen binnen de ICJ onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: • vanaf 2011 moest het Protestants Justitiepastoraat zijn formatie inkrimpen. Enerzijds leidde een voorkeurspeiling over de voorafgaande drie jaren tot een lichte teruggang en anderzijds vormden daling van het aantal gedetineerden en bezuinigingen daarvoor aanleiding. De voorkeurspeiling leidde tot een aanzienlijke groei van de formatie van gevangenis-‐imams. De krimp in formatie voor de humanisten was overigens beduidend groter dan die voor het Protestantse en RK-‐justitiepastoraat. Iets meer dan de helft van de geestelijke zorg (52%) is nu nog ondergebracht bij de laatstgenoemde denominaties. Doordat het Protestantse Justitiepastoraat al langere tijd met een aanzienlijke flexibele schil werkte, zijn geen gedwongen ontslagen nodig. De (soms vervroegde) sluiting van inrichtingen brengt veel onrust met zich. Vaste benoemingen zullen de komende jaren niet of nauwelijks plaatsvinden. Tijdelijke benoemingen waarschijnlijk wel; • de vraag is gesteld of kerken binnen de ICJ een terugkoppeling hebben naar hun eigen kerk. Onze (NGK) kerken hebben een commissie categoriaal pastoraat. Die rapporteert naar de kerken. Er is binnen de ICJ gediscussieerd over de vraag hoe betrokken de kerken zijn op het justitiepastoraat. Enerzijds kan een gebrek aan betrokkenheid worden gesignaleerd. Anderzijds is er juist in diverse plaatselijke kerken ook grote betrokkenheid in de vorm van een groot aantal vrijwilligers in de gevangeniskerk, nazorg, Kerken met Stip (www.kerkenmetstip.nl) en veel plaatselijke acties ten behoeve van gedetineerden en ex-‐gedetineerden; • binnen de ICJ wordt een toenemende nadruk op één Dienst Geestelijke Verzorging (ministerie) versus de eigen identiteit van denominaties gesignaleerd. De overheids-‐ en ambtenaarlijke kant gaat steeds meer domineren. De kerken zullen zich bewust de vraag
10 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 11 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
moeten stellen welke plek zij willen innemen. De betekenis van het justitiepastoraat met zijn grote achterban in kerk en samenleving en de inzet op herstelgericht pastoraat voor herstelgerichte detentie, één van de speerpunten van DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen) mag en zal steeds weer worden benadrukt; •
•
op 3 juni 2013 nam de hoofdpredikant, ds. Jan Eerbeek afscheid wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De ICJ speelde een belangrijke rol in de procedure rond zijn opvolging, die uitmondde in de benoeming van ds. Jan-‐Gerd Heetderks. Laatstgenoemde ving zijn werkzaamheden aan per 15 juli 2013; tegen het einde van de verslagperiode is een bezinning op gang gekomen over de vraag naar geestelijke verzorging voor mensen in zgn. Elektronische detentie (enkelband; ED). De ICJ is van oordeel dat de Geestelijke Verzorging aan personen in ED principieel tot de taak van het justitiepastoraat behoort. Omdat deze vorm van detentie tot nu toe niet is toegepast is het van belang dat naar wegen gezocht wordt om in goed overleg tussen de Justitiepastores en plaatselijke kerken te zoeken naar wegen om aan die Geestelijke Verzorging inhoud te geven. De bezinning is nog allerminst teneinde.
In het vorige verslag (voor de LV Houten 2010) is melding gemaakt van de oprichting van het Centrum voor Justitie Pastoraat (voor uitvoerige informatie zie: www.centrumvoorjustitiepastoraat.nl). Het centrum voorziet in een behoefte. In het centrum werken rooms-‐katholieke en protestantse theologen, juristen en anderen samen met als doel de bevordering en verdieping van: de kwaliteit van het pastoraat aan mensen in en na hun detentie; kritische reflectie vanuit de christelijke traditie op thema’s als criminaliteit, kwaad, schuld, vergeving en straffen; de betrokkenheid van de (geloofs)gemeenschappen daarbij. Aan het Centrum zijn verscheidene wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd. Een nieuw onderzoeksprogramma voor de komende jaren wordt ontwikkeld. Verschillende publicaties zijn uitgegeven en Studie-‐ en Vormingstrajecten i.o.m. het Protestants Justitiepastoraat ontwikkeld. Helaas is het niet gelukt de protestantse leerstoel bezet te krijgen. Wel is Dr. Reijer de Vries (universitair docent praktische theologie aan de Protestantse Universiteit) voor 0,2 fte aangesteld als universitair docent voor een periode van drie jaar (vanaf 2012). In de verslagperiode is vanuit de NGK financieel bijgedragen (€ 1000,-‐ per jaar). Het Centrum wordt overigens in belangrijke mate financieel ondersteund door o.a. de deelnemende universiteiten. Bij schrijven van 23 april 2014 heeft de Stichting Bevordering Wetenschappelijk Onderzoek en Onderwijs Justitiepastoraat, die tijdens de verslagperiode in het leven is geroepen voor de (financiële) ondersteuning van het Centrum vanuit de kerken, gevraagd om onze jaarlijkse bijdrage de komende vijf jaar te continueren. De Commissie handhaaft haar opvatting dat het beoogde doel en de voorgenomen werkzaamheden nadrukkelijk onze steun verdienen en stelt voor om de gevraagde bijdrage van € 1000, -‐ per jaar te continueren. Leendert Verheij
50 11 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 12 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
3. De geestelijk verzorgers aan het woord
a. Jan Kiers. Aan de Nederlands Gereformeerde kerken
Sinds 2002/2003 ben ik als geestelijk verzorger werkzaam in de verstandelijk gehandicaptenzorg en in de geestelijke gezondheidszorg. Dat doe ik als dominee, als gezondene van de Nederlands Gereformeerde Kerken en daarmee als vertegenwoordiger van de kerk van alle plaatsen en tijden. In de GGZ krijgt de geestelijke verzorging vorm in individuele gesprekken en in groepswerk. De inzet is zingeving en spiritualiteit in brede zin: waarom overkomt mij deze psychische ziekte? Hoe ga ik om met teleurstelling en eenzaamheid? Waar vind ik hoop en troost? Geestelijke verzorging in de GGZ is niet gericht op verlichting van de psychische klachten, maar gericht op leven met problemen die niet op te lossen zijn. Voor sommigen is de christelijke hoop daarbij dragend en inspirerend. Voor anderen is het geloof in God een gepasseerd station. Sommige kerken kunnen mensen liefdevol en met veel begrip en geduld opnemen. Andere kerken kunnen niks met mensen die niet in het potje passen en die laten hen vallen als een baksteen. De meeste cliënten leven hun eigen geloof, gevoed door wat de mensen, de media hen te bieden hebben, zonder lid te zijn van een gemeente. Als dominee/geestelijk verzorger ga ik niet de kerk of ‘het geloof’ verdedigen, maar probeer vanuit het perspectief van de cliënt te zoeken naar ‘grazige weiden’, vaak onder het motto: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. De beperkingen die een psychische of psychiatrische ziekte met zich meeneemt zijn vaak ingrijpend. En ik voel me dan nog wel eens met lege handen staan, als ik geconfronteerd wordt met diepe en langdurige ontwrichting van mensenlevens. Wat kun je dan doen? Als mensen al jaren lang depressief zijn. Of al jaren lang ononderbroken nare stemmen in hun hoofd horen, die hen voortdurend kleineren en aanzetten tot negatief gedrag. En als niets meer helpt? Of mensen, die niet los kunnen komen van hun traumatische verleden en dat keer op keer opnieuw beleven. Ik voel me dan als dominee nogal eens met lege handen staan. Wat kun je dan betekenen? Woorden uit het evangelie kunnen soms opening geven. Maar soms verdiepen die woorden de kloof juist, de onoverkomelijke kloof tussen zieken en gezonden. Tussen de mensen, die wel de uitdagingen van alle dag aankunnen, en zij die dat niet kunnen. Psychische aandoeningen tasten – veel meer dan somatische aandoeningen – de persoonlijkheid aan. Je verandert als mens en ook je kijk op de wereld verandert. Als je de werkelijkheid niet meer goed kunt interpreteren, dan lijken vrienden opeens vijanden. Vriendelijke woorden komen niet meer over. Aanwezig zijn, menselijk contact oefenen en zo misschien iets communiceren dat God elk mens aanvaard en liefheeft… dat is dan al heel wat. Maar gelukkig zijn er ook andere verhalen. Van mensen die ondanks alles God als een deken om zich heen ervaren. Of mensen, die zich heel goed bewust zijn, dat ze echt niets meer over hebben, dan alleen God, die hen vasthoudt. Als hun lichaam en hun denkvermogen hen in de steek laat, als depressie of angsten huishouden, dan weten ze zich nog geborgen in
12 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 13 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
God. Dat God juist in zoveel lijden aanwezig kan zijn. Daar kan ik alleen maar met ontzag getuige van zijn. In dit alles beweeg ik mij als dominee/geestelijk verzorger. Ik ben allereerst een luisteraar en ik probeer de mens onderweg naar voren ‘te luisteren’ door steeds door te vragen in de richting van wat een mens te diepste beweegt. En waar het kan en gepast is oude en nieuwe woorden en perspectieven aan te reiken. Sommigen vinden misschien dat ik meer zou moeten preken, of meer zou moeten evangeliseren. Ik ben daar heel voorzichtig mee. Zoals gezegd: soms hebben mensen al een lange weg achter de rug met geloof en kerk en ik hoor nogal eens, dat dat geen gelukkige weg was. Mijn plaats is dan naast de cliënt, om die weg op waarde te schatten en te zien hoe deze mens verder kan op zijn geloofsweg. Preken en evangeliseren is primair een taak voor de kerken, niet voor de zorginstelling. Cliënten zijn immers per definitie kwetsbaar. Geestelijk verzorgers hebben – net als alle hulpverleners – een bepaalde machtspositie, waar je delicaat mee moet omgaan. Een enkele keer wordt ik geconsulteerd door predikanten van ‘gewone gemeenten’: hoe om te gaan met depressie, psychopathologie, problematische situaties, waar de hulpverlening bij betrokken is. De kunst voor het pastoraat is de eigenheid te behouden. Pastoraat behartigt de relatie met God, dat doen psychiaters en therapeuten niet. Juist in de diepe psychische nood is het heel belangrijk om de relatie met God te blijven verzorgen. Ook als mensen helemaal in de war zijn. Hoe dat moet is een hele zoektocht. Maar de kerken kunnen dat niet aan iemand anders overlaten. Die consulterende rol heb ik ook naar alle kerken: j.kiers@ggz-‐nhn.nl Het werk in de verstandelijk gehandicaptenzorg geeft een ander beeld. Door de jaren heen is de plek van de geestelijke verzorging aan het veranderen. ’s Heeren Loo is – net als de meeste zorginstellingen -‐ van huis uit een christelijke organisatie. En op de grote instellingsterreinen werden eigenlijk een soorten dorpen nagebouwd, met alle functies van het gewone leven, dus ook de kerkdiensten en de dominee. Het werd van groepsleiding verwacht dat men naar de kerk ging, en als dat niet gebeurde, kregen ze dat wel te horen. Dat waren de manieren van de instelling, en daar kon je het als bewoner mee doen. Dat beeld is 180 graden gedraaid. Het gaat niet om de gewoonten van de zorginstellingen, maar om de wensen van de cliënt. Wil de cliënt geestelijke verzorging, dan behoort de zorginstelling daarvoor te zorgen: beschikbaarheid van geestelijke verzorging is verplicht volgens de kwaliteitswet. De aanwezigheid van de kerk of de geestelijk verzorger in de zorg is nu dus niet meer vanzelfsprekend. Dat is immers teveel gedacht vanuit de christelijke zorginstelling. Het gaat er nu om: wat wil de cliënt. Zijn er voldoende cliënten die een geestelijk verzorger willen, of die willen meedoen aan de kerkdienst of de huisvieringen, dan wordt er geestelijke verzorging ‘ingekocht’, zoals dat in het jargon heet. En anders niet. Op deze manier wordt geloof en spiritualiteit gezien als een aspect van het bestaan waar je voor kunt kiezen. Maar je kunt het ook laten. Het lijkt – onaardig gezegd -‐ als een soort kers op de taart voor de cliënten die (nog) iets met geloof hebben. En als je niet religieus bent, dan heb je ook geen geestelijke verzorging nodig. Zo wordt er vaak naar gekeken. Niet geheel terecht, want er is ook een andere ontwikkeling aan de gang, namelijk die van kwaliteit van bestaan. Er zijn modellen ontwikkeld, waarop je van iedere cliënt kunt scoren of hij/zij voldoende kwaliteit van bestaan heeft. Een model wat binnen ’s Heeren Loo gebruikt wordt is dat van Shalock en Verdugo. Zij hebben het over persoonlijke ontplooiing, Zelfbepaling, Inter-‐persoonlijke relaties, sociale inclusie/erbij horen, rechten en emotioneel,
13 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 14 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51
lichamelijk en materieel welbevinden. Spiritualiteit is een subdomein van emotioneel welbevinden. Hier wordt spiritualiteit dus gezien als iets wat belangrijk is voor elk mens. Hoe die spiritualiteit dan ook wordt ingevuld. De slag die er de komende jaren gemaakt moet worden, is dat geestelijke verzorging niet als een buitenpost wordt gezien, als een soort kers op de taart voor de mensen die dat graag willen. Maar dat zingeving en spiritualiteit als een eigen domein van zorg wordt gezien, voor alle cliënten. Immers hoe een cliënt de wereld beleeft en hoe hij/zij daarop reageert en welke zin hij/zij daar aan toekent of beleeft, dat is zeer bepalend voor iemands kwaliteit van bestaan. We zetten dus in op geïntegreerde geestelijke verzorging. Zingeving en spiritualiteit is dan niet langer iets van de dominee en de kerk, voor de gelovige cliënten, maar juist iets van alledag waar alle mensen mee te maken hebben: cliënt en begeleider, gelovig en ongelovig, hoog of laag nivo. Geestelijke verzorging gaat zich dus ook meer richten op de begeleiders van de cliënten, om dit domein van zingeving en spiritualiteit duidelijk te maken. En tools in handen te geven wat je daar mee kunt. En hoe je aan de spirituele begeleiding van de cliënten toe kunt komen, op een meer professionele manier dan nu gebeurt. Voor zover wij kunnen overzien gebeurt er wel veel op de werkvloer aan spirituele begeleiding, maar vaak door medewerkers die daar min of meer toevallig zelf iets mee hebben. En je wilt eigenlijk dat spirituele begeleiding in het ondersteuningsplan komt te staan. Dat er serieus gekeken wordt naar elke cliënt, wat hij of zij op dit gebied nodig heeft. De dagelijkse werkelijkheid noopt om te zeggen, dat het helemaal de vraag is of dit gaat lukken. De bezuinigingen slaan toe, en al worden er momenteel nog geen geestelijk verzorgers ontslagen, de vacatures worden mondjesmaat of niet meer ingevuld. En door de bezuinigingen heeft iedereen het druk. Hetzelfde werk moet met steeds minder mensen gebeuren. Een geestelijke verzorging heeft formeel geen hoge prioriteit. Als er op zondag niet genoeg begeleiding is, is het gewoon jammer voor de cliënten die wel naar de kerk willen. Dat lukt dan gewoon niet. Daar moeten vrijwilligers dan maar voor zorgen. Of kerkmensen moeten het overnemen, als die het zo belangrijk vinden, dat cliënten naar de kerk kunnen. De cliëntenraden kunnen enige invloed aanwenden bij de zorginstellingen. Cliëntenraden hebben namelijk een bindend adviesrecht over geestelijke verzorging. Dus als er gemeenteleden zijn, die zitting kunnen nemen in een van de cliëntenraden, dan ligt daar een kans voor het behoud van geestelijke verzorging. Gelukkig is er ook een informeel verhaal, van medewerkers die geestelijke verzorging heel belangrijk vinden. Die zich zeer inzetten om cliënten naar de kerk te krijgen, als ze dat willen. Die met cliënten bidden en Bijbellezen en zingen bij het slapen gaan, of aan tafel. Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik heel goed op alle woningen ontvangen wordt, als ik daar kom om cliënten te bezoeken of om vieringen te doen. Zelf zou ik wel graag zien, dat zingeving en spiritualiteit als vanzelfsprekende aspecten van de zorg werden gezien, net zo belangrijk als eten en drinken. De plaatselijke kerken worden steeds belangrijker voor de cliënten in een zorginstelling. De tendens van vroeger om mensen met een verstandelijke beperking in een instelling te plaatsen, waar immers veel beter voor hen gezorgd kon worden, is honderdtachtig graden
14 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 15 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
gedraaid. Niet meer in de bossen, niet meer achter een hek, maar zoveel mogelijk in de gewone maatschappij. Naar de gewone supermarkt, dokter, sportclub en dus ook naar de gewone kerk. En niet meer met aangepaste diensten om half vier ‘s middags, maar in de gewone kerkdiensten met gewone liederen en een gewone preek. Theologisch klopt dat helemaal. Als kerk zijn we immers één lichaam. En het blijft iets onnatuurlijks houden, om – hoe leuk ik de kerkdiensten ook vindt – op zondag in doelgroepen te vergaderen. De ‘gewone’ mensen in de ‘gewone’ kerk. En de verstandelijk gehandicapten op hun eigen plek. De uitdaging is nu juist, om een kerkdienst te vieren, als één gemeente. Een ronde kerk. Dat is immers de kern van het evangelie, dat niemand wordt uitgesloten. Alle mensen mogen komen. En ik weet heel goed: dat gaat nooit helemaal lukken. Dat lukt nu ook niet op het terrein van “s Heeren Loo. Cliënten die agressief kunnen zijn, of die zich op een andere manier niet in een groep kunnen begeven, bijvoorbeeld omdat dat veel te druk voor hen is, die zitten nu ook niet in de kerk. Maar het zou wel veel meer kunnen. Kerk en kerkdienst niet alleen gericht op God en op het heil, dat we van Hem door Christus in de Geest ontvangen, maar ook kerk en kerkdienst als gemeenschap der heiligen. Een kerkdienst is voor mijn idee al geslaagd als elke aanwezige zich welkom heeft gevoeld, een besef gezien te zijn, gekend te worden door die man daar in die jurk die daar namens God staat. Ik zoek naar een kerkdienst waarin elk onderdeel van de liturgie belangrijk is, en waar je steeds iedereen in probeert te laten participeren. Een kerkdienst waarin rituelen en symbolen hun eigen zeggingskracht krijgen. Dus meer aandacht voor non-‐verbale communicatie van het heil. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak niet zoveel woorden. Maar gevoel voor het ware vaak des te meer. Weinigen laten zich bedotten met mooie woorden. Maar oprechte nabijheid wordt altijd opgemerkt. Daar wil ik de kerken toe oproepen: de kloof dichten tussen kerk en zorginstellingen. En daarmee misschien ook wel de kloof tussen verstand en gevoel. Tussen goede bedoelingen en lijfelijke aanwezigheid. De vraag blijft immers staan: welke boodschap heeft de kerk aan mensen met een verstandelijke beperking? En op welke manier wil de kerk die boodschap vorm geven? Geestelijk verzorgers kunnen daar wel wegen in wijzen, maar zij kunnen dat niet alleen. Dat zullen we met heel de gemeente en alle kerken moeten doen. Tenslotte: het is eb voor het christelijk geloof. Christen zijn in een christelijke cultuur ging misschien min of meer vanzelf. Maar die cultuur is weggevallen. Wat betekenen de grote woorden van de bijbel in een omgeving, die daar niet meer mee leeft? Voor wie dat denkpatroon helemaal onbekend is geworden. Wat betekent kerk zijn of gelovig zijn voor mensen met een verstandelijke beperking, die begeleid worden, door mensen die daar zelf niet zoveel mee hebben? Het is mijn overtuiging, dat kerken het zich niet meer kunnen permitteren, om dit aan de zorginstellingen over te laten. Met behulp van de geestelijke verzorging die er nu (nog) is, is het belangrijk om bruggen te slaan tussen zorginstelling en kerken. We mogen immers niemand uitsluiten van het lichaam van Christus, daar horen toch ook de mensen met een verstandelijke beperking helemaal bij. “Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk” I Korinthe 12:22 Den Helder, september 2013 Ds. Jan Kiers.
51 15 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 16 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
b. Job Smit Geestelijk Verzorger, Viattence Heerde Andre wil hij genoemd worden. In het maatschappelijk leven dat hij achter de rug heeft stond hij echter bekend als Luitenant-‐kolonel de Bruin van de Koninklijke Luchtmacht. Nu heb ik ik heb bij hoge militairen meestal niet de associatie van lieve, vriendelijk, zachtaardige aimabele, breed cultureel geïnteresseerde mensen, maar Andre is zo iemand. Hij is tussen de 65 en 70 jaar, heeft ‘Alzheimer’ en hij wéét het. Zijn vader had het ook en hij beleeft zijn achteruitgang, maar kan het niet verwoorden, want hij heeft woordvindingsproblemen. Meestal gaat het hem goed, maar soms vliegen de dingen hem aan en dan is hij onrustig en verdrietig. Zijn omgeving werkt ook niet mee. Sommigen op zijn afdeling schreeuwen voortdurend (‘sigaar, sigaar…’). ‘Oh dat geschreeuw…’, zegt hij dan. Op zulke momenten word ik gebeld om met hem te praten. Ik wandel met hem, of ga met hem zitten en probeer te achterhalen wat hem bezighoudt en te verwoorden wat hij bedoelt te zeggen. Ze zeggen dat hij na een gesprek met mij altijd rustiger is. Ik weet eigenlijk niet goed hoe dat komt. Het heeft te maken denk ik met dat ik hem aanspreek ‘op niveau’, als degene die hij is en altijd was: een vriendelijk, begaafd, cultureel geïnteresseerd mens een maatschappelijke staat van dienst. Andre is van huis uit gelovig, maar het geloof heeft voor hem in de loop van de tijd een culturele gestalte gekregen. Nu krijgt de spirituele kant een nieuwe kans. Als je onontkoombaar en onvermijdelijk je eigen achteruitgang beleeft en de dingen je aanvliegen, dan helpt het als je je aan Iemand in gebed kunt toevertrouwen in de wetenschap dat de Eeuwige jouw identiteit bewaart, ook al ontglipt die je zelf. Zo bidden we samen soms. Daarbij helpt het ook als ikzelf hem verzeker dat ik door alles heen nog steeds zijn waardigheid kan zien en merken dat ik dat mooi vind en dat dat nooit weg zal gaan. Geert noem ik hem. We kennen elkaar al zolang ik in het verpleeghuis werk (7 jaar). Ook Geert is tussen de 65 en 70 jaar. Hij heeft Parkinson en zit in een rolstoel. Hij kan moeilijk praten, maar het gaat. Geert is getrouwd, heeft twee volwassen kinderen die het goed doen en zijn vrouw komt twee keer per dag. Wat houden ze het goed vol samen. Geert heeft een rijk leven gehad. Geert is ICT-‐er geweest en leraar wiskunde. Maar zijn passie is altijd ‘Israel’ geweest. Hij was actief in ‘Christenen voor Israel’ en heeft tal van joodse vrienden en contacten. Hij was ook zendamateur en ook daardoor kan hij veel vertellen over bijzondere ontmoetingen. Verder denkt hij na over het leven en het geloof en schrijft daarover. Maar verdraaid: juist dat vertellen gaat hem zo moeilijk af. Toch blijft hij met de logopediste oefenen en houdt hij zijn spreekvaardigheid op peil. Maar soms moet hij kwijt, dat hij wel eens moe is van het leven, dat hij zich tegenover zijn vrouw goed wil houden, maar dat hij in bepaalde dingen eigenlijk weinig zin meer heeft. Deze week kwam hij voorbij mijn kantoor in zijn rolstoel. Op weg naar de tandarts die naast mij zit, maar die was er niet. Maar misschien was hij ook wel op weg naar een praatje. Hij maakte zich zorgen over het Midden Oosten. Hij probeerde het scenario te ‘vatten’ achter de gebeurtenissen in Syrië en Egypte. Op basis van Openbaringen had hij daar zo zijn ideeën over. Ja, met wie kun je daarover praten? Nu is Zijn Israel-‐visie de mijne niet, en hoe gaat zo’n gesprek dan? Ik vroeg wat welke betekenis dat scenario voor hem had. Het antwoord was: De Heer regeert. Geert is Bijbelvast en citeerde toen ‘…als deze dingen geschieden, heft dan uw ogen omhoog, want uw verlossing genaakt’ en zijn ogen schoten vol. Hij dacht ongetwijfeld ook aan zichzelf. Zo kom je via je onrust (wat gebeurt er allemaal in het Midden Oosten?) uit bij wat wezenlijk voor je is. We sloten af met een koffie in het restaurant. Onderweg komen we vrouw tegen met La Tourette -‐achtige verschijnselen: ze schreeuwt ongecontroleerd. Bij de koffie vertelt Geert dat de schreeuwende vrouw van daarnet hem deed denken aan een vrouw die hij goed kende. “Ze was mooi en -‐ik zal je een geheimpje verklappen -‐ ze is een vrouw op wie ik verliefd zou
16 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 17 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
kunnen worden’. Hij vertelde over het moment dat die vrouw hem vertelde dat ze ook zo’n ongeneeslijke ziekte. Ontroerd vertelt hij – woordje voor woordje -‐ dat hij haar in zijn armen nam en die ongecontroleerde bewegingen voelde, en dat hem dat niets kon schelen…..Ik benoemde het als een moment van betekenisvolle intimiteit en kreeg daarbij zomaar het idee hoezeer hij dat moest missen. Zo komt er tijdens een verblijf in een verpleeghuis van alles naar boven. Met wie kun je het delen? Twee vignetten van mijn werk in een week. Twee mannen in dezelfde leeftijdscategorie, allebei met een behoorlijke maatschappelijke staat van dienst. Het is niet vanzelfsprekend dat deze categorie mensen in een verpleeghuis passende gesprekspartners vindt en bij verzorgenden is nog net te vaak een wat bevoogdend toontje te horen. Het blijft belangrijk mensen in de zorg te scholen in een bejegening die recht doet aan de waardigheid van mensen. De verwachting is dat in de toekomst de werkzaamheden van geestelijke verzorgers steeds meer komen te liggen in de toerusting van zorgmedewerkers. De organisatie waarin ik werk ontwikkelt zich ondertussen verder. De fusie met twee verzorgingshuizen van algemene identiteit is achter de rug. Dat heeft opmerkelijk weinig ophef opgeleverd als het gaat om de identiteit. De religieuze achtergrond van onze eigen organisatie (Wendhorst) blijft een vanzelfsprekende plek houden en dat is prima. De nieuwe Raad van Bestuur is een spiritueel mens met Rooms-‐katholieke achtergrond. Het iemand die weet dat zingeving belangrijk is en daar mogen we blij mee zijn. Ook de nieuw aangesloten niet-‐christelijke locaties houden hun eigen algemene identiteit. Maar ook daar is een vanzelfsprekende ruimte voor geloof en zingeving. Plaatselijke kerken zijn actief in het houden van diensten en als geestelijk verzorgers hebben wij daar inmiddels onze intrede gedaan. Na wat aanvankelijke scepsis (we vergeten vaak dat we als kerken en ook als geestelijk verzorgers een groot ‘imago-‐probleem’ hebben), hebben we ook op de nieuwe locaties een gewaardeerde plek. Die moet je echt verdienen door de manier waarop je werkt. Maar wat nog wel net zo belangrijk is, is dat we met elkaar moeiteloos in gesprek kunnen komen zijn als het gaat over de vraag over hoe wij zorg willen leveren. De wil om kwalitatief goede zorg te leveren motiveert ons allen en waarden als persoonlijke aandacht betrokkenheid, waardigheid en attentie verbinden ons over religieuze grenzen heen. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om blijvende aandacht voor kwaliteit van zorg. Marktwerking zorgt ervoor dat je je als zorgorganisatie moet profileren en presenteren. De afbouw van de AWBZ en de overheveling van sommige zorgvormen naar de gemeenten (WM0) zorgen ervoor dat onze intramurale poot kleiner en onze thuiszorgpoot groter wordt. Ook op het vlak van de thuiszorg willen we ons profileren op kwaliteit. De veranderde financiering voor geriatrische revalidatiezorg (dat wordt sinds kort gefinancierd via de zorgverzekeringen) heeft tot gevolg dat onze revalidatieafdeling veel kleiner wordt. Met al die dingen moet je als organisatie aan de slag en dat vergt een cultuuromslag in een organisatie met van huis uit een reactieve houding. Niet gemakkelijk. Van bestuurders, management en zorgmedewerkers wordt veel gevraagd deze jaren. Als geestelijk verzorgers participeren we op onze eigen manier in deze ontwikkelingen. We fungeren als informele gesprekspartners bij bestuurder en management. Maar ook in formele zin leveren we onze bijdrage. Zo zijn we betrokken bij het ontwikkelen van het z.g. moreel beraad in de zorginstelling. (in het kader van kwaliteitsverbetering en – borging). Daarin gaat het om bezinningsmomenten in de concrete zorgverlening: Een interessante vraag is op welke wijze je ook geestelijke verzorging zou kunnen aanbieden in de thuiszorg. Ook proberen we als geestelijk verzorgers de kwaliteit van ons werk op peil tehouden door het bijwonen van symposia en het volgen van cursussen en het hebben van intervisie. Zo hoop ik mij zo gauw dat mogelijk is in te schrijven voor een cursus voortgezette gespreksvoering aan de VU. Het
17 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 18 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
volgen van dit soort cursussen is noodzakelijk om geregistreerd geestelijk verzorger te kunnen zijn. Ik vind het een voorrecht dit werk te mogen doen en me daarbij gesteund te weten door de kerken. Een geestelijk verzorger is er voor iedereen, maar voor veel mensen helpt het nog steeds als ik me presenteer als ‘dominee’. Het opent deuren en soms harten, al moet er gelijk bij worden gezegd dat het ook deuren en harten sluit. Nogmaals: negatieve ervaringen met de kerk en een negatief imago kleven ons meer aan dan we vaak willen weten. Het is een kwestie van wijsheid hoe je je presenteert en ik ben blij als ik hoor ‘juist mensen die niet geloven kunnen goed met jou praten’. En het blijft mooi om het geloof te kunnen delen in zangactiviteiten, gespreksgroepen, herdenkingssamenkomsten en natuurlijk de kerk-‐ diensten. Ik zie mijn werk als een diaconale (dienstverlenende) taak van de kerken in het publieke domein. Omgekeerd zie ik het als onderdeel van mijn taak om de vragen rond ouder woorden, dementie en zingeving aan de orde te stellen in de diensten waarin ik voorga. Het zijn thema’s die in de komende jaren steeds meer mensen zullen raken. De plaats die je inneemt bepaalt het perspectief van waaruit je naar dingen kijkt. Als ik vanuit mijn positie (als ‘geestelijke’ diaconaal werkend in de samenleving) naar onze kerken kijk, spreek ik de hoop uit dat ouderenpastoraat serieus wordt genomen en ‘op niveau’ wordt beoefend en dat – meer in het algemeen – de fundamentele vragen van het mens-‐zijn in liturgie pastoraat en onderwijs op adequate wijze worden tegemoet getreden. Job Smit Geestelijk Verzorger Viattence Heerde, 7 september 2013.
28
18 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 19 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
c. Kees Smit Christen en heiden Mensen gaan tot God in hun nood, smeken om hulp, vragen geluk en brood, redding uit ziekte, schuld en dood; Allen doen zo, christen of heiden. Mensen gaan tot God in Zijn nood, vinden hem arm, veracht, zonder huis en brood, zien Hem ten prooi aan zonde, zwakheid en dood, Christenen staan naast God in Zijn lijden. God gaat tot alle mensen in hun nood, verzadigt lichaam en ziel met Zijn brood, sterft voor christen en heiden aan ’t kruis de dood, en vergeeft hen beiden. Dietrich Bonhoeffer, juli 1944 Laatste? Dit zal waarschijnlijk mijn voorlaatste rapportage zijn als actief dienend krijgsmachtpredikant. Het verplichte ontslag uit actieve dienst is voorzien op 1 juni 2016. Waarschijnlijk zal daarmee voorlopig de laatste Nederlands Gereformeerde krijgsmachtpredikant de actieve dienst verlaten. Ik zie niet uit naar dat moment, hoewel ik me realiseer dat het snel naderbij komt. Ik zie er om persoonlijke redenen niet naar uit, omdat ik nog zoveel vreugde vind in mijn werk en ik het gevoel heb dat ik nog wel even mee kan. Maar ook om kerkelijke redenen zie ik niet uit naar mijn vertrek, omdat daarmee een – hopelijk voorlopig – einde lijkt te komen aan een lange, ononderbroken reeks van actieve inzet vanuit de Nederlands Gereformeerde Kerken voor de Protestantse Geestelijke Verzorging in de krijgsmacht. Naar de oorzaken van deze onderbreking kan ik slechts gissen. Is er wellicht sprake van een tekort aan menskracht en zijn alle beschikbare, opgeleide pastores nodig voor het overeind houden van het eigen kerkelijk leven? Of is het zo, dat er misschien wel belangstellenden zijn, maar dat ze niet over de juiste kwalificaties beschikken om te kunnen werken in een sterk geprofessionaliseerde omgeving? Of zit het dieper en ontbreekt de visie om als kerken dienaren te zenden voor geestelijke verzorging, al helemaal als het gaat om een institutie als de krijgsmacht? De krijgsmacht is immers nauw verbonden met beelden van oorlog en geweld, daar waar het leven lelijk is, overduidelijk geschonden door het kwaad in de wereld, net als in de barre werkelijkheid van bijvoorbeeld de dak-‐ en thuislozen of verslaafden. Hoe zijn wij kerk in deze wereld? Staan wij naast God in Zijn lijden? Ik kan hier slechts vragen stellen. Met deze rapportage leg ik ze neer bij de kerken niet als retorische vragen maar als vragen die dringen tot bezinning, bespreking en beantwoording. Veranderingen Bijna vijfentwintig jaar geleden ben ik door de kerken gezonden om als geestelijk verzorger te werken in de krijgsmacht. In al die jaren heb ik als krijgsmachtpredikant mogen werken op verschillende plaatsen in Nederland, Duitsland, Bosnië en Cyprus bij zeer verschillende
19 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 20 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51
eenheden in uiteenlopende functies onder uiteenlopende operationele omstandigheden. Sinds 1 januari 2012 werk ik als predikant-‐secretaris in Den Haag. Ik houd me namens de Protestantse Geestelijke Verzorging vooral bezig met inhoudelijke beleidszaken, waaronder scholing en kwaliteit van de krijgsmachtpredikanten. Ik werk daarin nauw samen met de hoofdkrijgsmachtpredikant. Daarmee heb ik het ‘vak’ van krijgsmachtpredikant in vrijwel al zijn facetten mogen zien en ervaren. Ik heb het vak zien veranderen onder invloed van ontwikkelingen in de samenleving en de krijgsmacht: de val van de muur en de veranderde internationale verhoudingen; de opschorting van de opkomstplicht, in de volksmond ook wel afschaffing van de dienstplicht genoemd; de omvorming naar een expeditionaire krijgsmacht en de uitzendingen die daarvan het gevolg waren; reorganisaties en bezuinigingen. Ik heb het vak zien ontwikkelen van een kopie van de kerkelijke pastor in een niet-‐kerkelijke omgeving, naar een eigen ambtelijke discipline met sterk professionele trekken, waarin kwaliteit een grote rol speelt. Al die veranderingen vormen een uitdaging tot voortdurende kritische bezinning. Wat is geestelijke zorg en welke rol vervul ik daarin als gezonden ambtsdrager? Mijn huidige functie biedt de ruimte om mede op basis van mijn ervaringen daar extra aandacht aan te geven. Bezuinigingen De door het kabinet Rutte I opgelegde bezuinigingen hebben grote en ingrijpende gevolgen voor de krijgsmacht en haar personeel. Hoewel het ambitieniveau niet of nauwelijks is bijgesteld en de bestaande taken blijven, wordt er flink gekort op personeel en materieel. Dit heeft ook voor de geestelijke verzorging in de krijgsmacht gevolgen. Allereerst voor het dagelijkse werk. Er gaat bijna geen gesprek voorbij of de gevolgen van deze bezuinigingsronde voor het persoonlijke leven van mensen komt ter sprake. De gevolgen van de bezuinigingen grijpen diep in op het persoonlijke leven. Werken in de krijgsmacht is voor velen meer dan een baan, het is een manier van leven, een roeping waarvoor men zich zo nodig grote opofferingen getroost en men soms een hoge prijs betaalt of heeft betaald. Dit roept vragen op, die overigens niet exclusief zijn voor de krijgsmacht. Wat is de betekenis van werk, van mijn werk? Welke richting kan of moet ik kiezen voor mijn leven? Hoe zie ik mijzelf? Ben ik gewaardeerd? Binnen de krijgsmacht hebben velen het gevoel te worden afgedankt, hoe zorgvuldig de legerleiding ook met het personeel wil omgaan. Afgedankt door de eigen organisatie, afgedankt door politiek en samenleving. Afgedankt na jaren van inzet met groot gevaar voor eigen leven. Dat gevoel is er. Geestelijke verzorging probeert een ruimte te bieden waar ook die dieper gaande vragen aan de orde kunnen komen in de zoektocht naar troost en erkenning, naar bronnen van hoop en perspectief. De bezuinigingen hebben ook gevolgen voor de geestelijke verzorging zelf. De omvang en verdeling over de denominaties van de geestelijke verzorging worden opnieuw vastgesteld en zullen in 2016 worden gerealiseerd. Elders in dit rapport schrijft de commissie daar meer over. Heel concreet moet met de mogelijkheid rekening worden gehouden, dat er tijdelijk niet of nauwelijks vacatures zullen zijn voor krijgsmachtpredikanten. Functioneel word ik in dit proces betrokken om inhoudelijk te adviseren en concrete plannen uit te werken. Kwaliteit Vanuit mijn functie als predikant-‐secretaris houd ik me bezig met de kwaliteit van de Protestantse Geestelijke Verzorging. De Protestantse Geestelijke Verzorging stelt er eer in kwalitatief hoogwaardige geestelijke zorg te bieden. Dit vloeit voort uit de zending die krijgsmachtpredikanten ontvangen. In hun werk geldt de standaard van Gods koninkrijk. Daarnaast maakt de dienst Protestantse geestelijke verzorging deel uit van een overheidsorganisatie. Ze heeft daarin een bijzondere positie maar wordt bekostigd uit de algemene middelen. De overheid heeft de plicht de besteding van openbare middelen te
20 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 21 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
verantwoorden. Daarom kan en mag de geestelijke verzorging zich niet onttrekken aan de plicht tot verantwoording van de geboden kwaliteit. Binnen de wereld van de geestelijke verzorging bestaat sinds enkele jaren een kwaliteitsregister, beheerd door de Stichting Kwaliteitsregister Geestelijke Verzorging (SKGV). Bij dit register zoekt de Protestantse Geestelijke Verzorging aansluiting. Ik schreef daarover in het Jaarschrift 2012 van onze dienst: Om geregistreerd te worden en te blijven dient aan een aantal opleidings-‐ en scholingseisen te worden voldaan. Het gaat daarbij niet om de zuiverheid in de leer en over de geschiktheid voor het bekleden van een ambt, maar om professionele competenties waarover een geestelijk verzorger dient te beschikken. Voor krijgsmachtpredikanten geldt onverkort dat ze dienen te beschikken over een ambtelijke zending. Deze ontvangen ze van hun kerk. Ze zijn dan ook voluit predikant, maar wel in een volstrekt andere context dan een gemeentepredikant. Deze context stelt specifieke eisen omtrent het functioneren, bijv. met betrekking tot interdisciplinair overleg, advisering van leidinggevenden, pastorale gesprekken over de grenzen van de religies heen ethisch beraad, enz. Juist met het oog op deze specifieke competenties wordt aansluiting gezocht bij het register voor geestelijk verzorgers.
Kwaliteit van geestelijke verzorging is een zaak van ambt en professie samen. Een goede afstemming in het scholingsprogramma van de professionele eisen op de ambtelijke zending is daarom van groot belang. In de komende periode zal het uitwerken daarvan tot mijn opgaven behoren. Veteranen En terugkerend thema in mijn rapportages is de zorg en aandacht voor veteranen. Daarvan zijn er duizenden in Nederland, waarvan een aantal lid is van een van onze kerken. We komen ze dus tegen in de straat, bij de supermarkt, in vrienden-‐ of familiekring en in de kerk. Veteranen zijn gewone mensen met soms bijzondere ervaringen waardoor ze in meer of mindere mate getekend zijn. Ze verlangen net als anderen naar erkenning en waardering. Ze stellen het op prijs gehoord te worden en willen in veel gevallen hun bijdrage leveren. Tegelijk staat hun verhaal soms haaks op onze werkelijkheid en is het moeilijk het te delen. Wij leven niet in een land waar de kogels ons om de oren vliegen, of waar de portier dagelijks verminkte mensen op de stoep aantreft. Aan ons wordt niet gevraagd ons wapen te richten en de trekker over te halen. Het valt niet mee om dergelijke ervaringen te delen of om ernaar te luisteren. Soms duurt het jaren voordat het eruit komt. Toch loont het de moeite. Glimp van God Door de jaren heen heb ik op allerlei plaatsen en onder zeer uiteenlopende omstandigheden veel mensen ontmoet, blikken van verstandhouding gewisseld, een praatje gemaakt, diepgravende gesprekken gevoerd. In die ontmoetingen gebeurt het. Daar ontstaat zoiets als geestelijke zorg, liefde en aandacht voor mensen waardoor ze opademen, opbloeien. Soms heel even, maar toch. Een glimp van God. Want God gaat tot alle mensen in hun nood. Met vreugde werk ik in de wijngaard, waar zulke kostelijke wijn geschonken wordt. Ik ga nog even door; het mag nog. Culemborg, september 2013 ds. C. (Kees) Smit predikant-‐secretaris PGV
[email protected]
53
21 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 22 van 24
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
d. Jeannette Westerkamp Geestelijke verzorging in Justitie en gesloten jeugdzorg
Sinds bijna vijf jaar werk ik in de Lindenhorst in Zeist. Eens per maand doe ik de kerkdiensten in de vrouwengevangenis in Nieuwersluis. Toen ik in de Lindenhorst begon hoorde dat nog bij Justitie, inmiddels valt het onder VWS en over een tijdje zal de instelling particulier zijn. Er is een regeling getroffen tussen de instelling en DJI wat betreft mijn contract. De Lindenhorst is een gesloten instelling voor Jeugdzorg Plus, tot voor kort alleen voor meisjes. Een fusie met Almata in Den Dolder is in een ver gevorderd stadium en inmiddels zijn er ook gemengde groepen. Er zijn overal in het land ontwikkelingen rond jeugdinrichtingen. Jongeren die in gesloten jeugdzorg terecht komen kunnen niet geholpen worden door hulp thuis of in open instellingen. Het gaat om jongeren tussen de 12 en 18 die b.v. niet meer naar school gaan, of verslaafd zijn geraakt, in de prostitutie zijn terecht gekomen of die thuis niet veilig zijn. Kortom jongeren van wie de ontwikkeling ernstig in gevaar is. Ik werk als dominee 18 uur per week, naast een imam. De geestelijke verzorging hoort niet bij de behandelaars of de school( op het terrein), wat betekent dat we niet rapporteren en dat we zwijgplicht hebben. Jongeren kunnen zelf aangeven of ze contact willen. De meeste tijd heb ik individuele gesprekken. Veel jongeren zwerven al een groot deel van hun leven van de ene instelling naar de andere en/of hebben dingen meegemaakt waardoor ze ernstig getraumatiseerd zijn geraakt. Ik probeer jongeren die verder willen met God en geloof te linken aan iemand ‘buiten’ in de buurt van hun huis of het kamertrainingscentrum waar ze heen gaan. Dit blijkt niet eenvoudig. Dat past goed in het ‘trajectdenken’ waar men mee aan het experimenteren is, waarbij dezelfde hulpverlener een kind volgt en het niet van de ene plek naar de andere en ook nog van de ene vertrouwenspersoon naar de andere verhuist. Ik merk op dat veel jongeren op zoek zijn. Ze hebben geëxperimenteerd met occulte zaken of hebben contact met overledenen, maken zich zorgen over de macht van de illuminatie en het einde van de wereld, en willen een kruisje dragen ter bescherming in de nacht. Ze willen het ook wel met God proberen. Zeker als ze bij mij een luisterend oor en hoop vinden. Ik realiseer me dat dit de zoveelste fase kan zijn, maar ook dat God zich zelf laat zien en dan niet los laat wat zijn hand begon. Ik hoop een brug te kunnen leggen naar de kerken en realiseer me dat een gemeente niet erg gastvrij is voor loslopende tieners. Men gaat liever naar een RK kerk om iets te ervaren van het licht en de wierrook en het omineuze, dan naar een Protestantse kerk om een onbegrijpelijk verhaal te horen en onbegrijpelijke muziek. Maar overal vind ik mensen in de kerken die zo’n jongere graag mee wil nemen. Misschien naar de kerk, of naar een jeugdgroep, of een alpha-‐cursus. Dat dat vaak op een teleurstelling uitloopt heeft , denk ik, vooral te maken met al de zaken die op een jongere afkomen na een tijd in een instelling. Wat niet echt hoeft houden ze af, hoe hard ze er eerder ook om gevraagd hebben. Ik zie het als zaaien, en wieden en soms oogsten. Maar bijna elke week zie ik dingen van God in die jongeren, een verhoord gebed, een opmerking die ze niet van zichzelf hebben…het is geweldig werk. In de gemeente in Houten, waar ik lid ben, en uit andere keken in Zeist vind ik op allerlei manieren medewerking. Ook in de PI Nieuwegein, de gevangenis in de buurt, zijn mensen
22 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 23 van 24 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
actief. De kerk is een ‘kerk met stip’ dat betekent dat we als kerk klaar staan om ex-‐ gedetineerden onderdak te bieden. Er zijn vrijwilligers die de kerkdiensten met muziek begeleiden, of een jongere die in het weekend naar buiten mag ophalen voor de kerk, mensen die mee draaien in een Alpha of gespreksgroep. Ik hoor regelmatig van voor mij onbekenden iets terug over ‘de stukjes in Opbouw’. Blijkbaar worden die gelezen. Er is een oudere dame in de gemeente die speciaal voor me bidt op mijn werkdagen. Soms is de problematiek erg heftig en heb ik ook geen gesprekspartner in de inrichting. In de kerkelijke gemeente vind ik steun die onmisbaar is voor me. Jeannette Westerkamp 31 augustus 2013
23 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013
Code: LV2013 – 06.01.01 Pagina 24 van 24 1
24 Verslag van de Commissie Categoriaal Pastoraat aan de LV van de Nederlands Gereformeerde Kerken, november 2013