JAARVERSLAG 2006 van de Stichting Emeritaatsvoorziening “S.E.V.” van Nederlands Gereformeerde Kerken
pagina Kerncijfers/vijfjarenoverzicht
………………………………………………….
3
Bestuursverslag
…………………………………………………
5
Jaarrekening
…………………………………………………
12
Overige gegevens ………………………………………………… Actuarieel verslag Actuariële verklaring Accountantsverklaring Overzicht beleggingen
19
Utrecht, 19 maart 2007
1
2
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
kerncijfers
KERNCIJFERS / VIJFJAREN-OVERZICHT
Tenzij anders aangegeven zijn de bedragen afgerond in duizenden euro’s
2006
2005
2004
2003
2002
962
883
822
708
587
32.056
31.527
31.616
31.135
30.875
30,--
28,--
26,--
22,75
19,00
13
-
-
-
-
949
883
822
708
587
-
35
-
-
-
Uitkeringen
974
950
953
951
945
Opbrengst beleggingen (direct)
771
769
703
628
764
Koersresultaat effecten (indirect)
531
1.001
1.130
358
-298
* obligaties
11.143
10.587
10.821
10.133
10.737
* aandelen
4.572
4.116
2.902
1.982
1.640
* vastgoed
2.794
2.084
2.307
2.031
2.029
502
1.253
602
Totaal beleggingen
19.011
18.040
16.632
14.146
14.406
Pensioenvermogen
19.768
18.444
17.042
15.599
14.820
Voorziening Pensioenverplichtingen
15.875
16.014
15.647
15.517
14.826
3.893
2.430
1.395
82
-6
124,5%
115,2%
108,9%
100,5%
99,9%
Bijdragen kerken (bruto) aantal leden per 1 januari (volgens opgave) bijdrage per lid (in euro’s) aftrek werkgeversdeel pensioenpremie pastoraal werkenden
Bijdragen kerken (netto) Giften kerken
Beleggingen
* internetspaarrekeningen
Over-/(onder)dekking Dekkingsgraad
3
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
4
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
BESTUURSVERSLAG 1.
DE SEV EN DE AANGESLOTEN KERKEN
1.1.
Algemeen De voorjaarsvergadering van het bestuur met de aangesloten kerken vond plaats op donderdag 18 mei 2006 en de najaarsvergadering op dinsdag 21 november 2006, beide in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Van de (per 1 januari 2006) bij de stichting aangesloten kerken (91) waren in de voorjaarsvergadering 26 kerken vertegenwoordigd; 28 kerken stuurden een bericht van verhindering. Voor de najaarsvergadering waren die aantallen 36 resp. 25. Die opkomst wijkt nauwelijks af van het voorgaande jaar. De extra informatieve bijeenkomst met de kerken op 20 april 2006 over de toekomst van de SEV werd goed bezocht. De vergaderingen werden als altijd gekenmerkt door betrokkenheid van de aanwezigen en vruchtbare, diepgaande, discussies in een goede, opbouwend kritische sfeer. Het bestuur is dankbaar voor de betrokkenheid van de kerken bij de predikanten, de emeriti en hun nabestaanden. De onduidelijkheid die het wetsontwerp voor de nieuwe Pensioenwet schiep ten aanzien van de positie van de kerkelijke fondsen heeft in het afgelopen jaar bij die fondsen vele vragen opgeroepen ten aanzien van de toekomst. Die vragen gingen de SEV niet voorbij; later in dit verslag wordt inhoudelijk op dit onderwerp ingegaan. Het bestuur hecht eraan op deze plaats te benadrukken dat het de nieuwe ontwikkelingen actief en met een open, positieve blik tegemoet kon - en kan - treden doordat het zich gesteund weet door het vertrouwen van de kerken die de stichting dragen. Bij alle overwegingen en beslissingen is er telkens weer het nadrukkelijke besef dat de SEV wordt gedragen door de steun en het gebed van de kerken. Het jaar 2007 lijkt voor de SEV een cruciaal jaar te gaan worden. Ook met het oog daarop beveelt het bestuur de emeritaatsvoorziening blijvend in het gebed van de kerken aan.
1.2.
Jaarstukken In de voorjaarsvergadering werden de jaarstukken over 2005 ongewijzigd vastgesteld.
1.3.
Reglementswijzigingen In het verslagjaar hebben geen wijzigingen in het reglement plaatsgevonden.
1.4.
Begroting en bijdrage 2007 De najaarsvergadering keurde de begroting voor het jaar 2007 goed, waarbij de bijdrage per lid voor 2007 met inachtneming van de eerder overeengekomen uitgangspunten werd gesteld op € 31,--.
1.5.
Aantal aangesloten kerken Per 1 januari 2006 waren 91 Nederlands Gereformeerde Kerken aangesloten bij de SEV.
1.6.
Bestuurssamenstelling In de najaarsvergadering was br H. van Rees regulier aftredend. Het bestuur is dankbaar dat br Van Rees bereid en in staat was een herbenoeming te aanvaarden. Br F.W. Meijer was in de najaarsvergadering 2004 op zijn verzoek herbenoemd voor een periode van twee jaar. Br H. Strating was in 2005 herbenoemd voor een periode van één jaar. In de najaarsvergadering 2006 waren beiden dan ook aftredend. Bij hun afscheid werden zij geroemd vanwege hun kennis van zaken, niet alleen op hun eigen vakgebied, maar ook op het brede terrein van de pensioenvoorziening.
5
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
Br Wattèl, die in de najaarsvergadering 2005 afscheid nam als voorzitter van het bestuur, was destijds bereid zich nog voor een jaar als adviseur aan het bestuur te verbinden. Die termijn liep aldus in het najaar van 2006 af. De gewenste versterking met een bestuurslid met algemene deskundigheid op het gebied van pensioenen kon in 2006 worden gerealiseerd door benoeming van br B.P. Vreugdenhil te Breukelen. Br Vreugdenhil is lid van de NGK in zijn woonplaats, bedrijfseconoom en in het dagelijks leven werkzaam bij ABN AMRO bank, o.a. als voorzitter van de raad van deelnemers van het pensioenfonds ABN AMRO.
2.
BESTUURLIJKE ACTIVITEITEN EN AANDACHTSPUNTEN
2.1.
Bestuursvergaderingen Het bestuur vergaderde in het verslagjaar tien keer.
2.2.
Uitkeringen en uitkeringsgrondslagen Per 1 januari 2006 werden de S.E.V.-uitkeringen (inclusief de uitkeringen op grond van een individuele verzekering) verhoogd met 1,5 %, zijnde 100% van de prijsindex als bedoeld in artikel 1 q van de SEV-regeling. Overeenkomstig de eerdere besluitvorming over tijdelijke beperking van de indexering kwam 80% hiervan ten laste van de SEV. Voor de financiering van de overige 20% is de gift van de voormalige NGK te Bilthoven (groot EUR 35.000) aangewend. Dat bedrag was daarmee vrijwel uitgeput. De minimum pensioengrondslag werd per 1 januari 2006 vastgesteld op € 38.789 (in 2005 was de minimumgrondslag € 38.634). De maximum uitkeringsgrondslag werd per 1 januari 2006 vastgesteld op € 55.383 (in 2005: € 55.162).
2.3.
Maatschappelijke ontwikkelingen Tijdens de voorjaarsvergadering 2005 lichtte het bestuur zijn voornemen toe om een studie te verrichten met betrekking tot onderwerpen als de kosten van het pensioen, de bijdrageverdeling en de bijdrageontwikkeling in de toekomst, de mogelijkheid en eventuele wenselijkheid van herverzekering (en de consequenties van herverzekering voor de bijdragen) en tenslotte de kring van personen die als deelnemer in de SEV-regeling kunnen worden toegelaten. Verschillende ontwikkelingen en factoren spelen hierbij een rol en grijpen in elkaar. Om die reden is op verzoek vanuit de kerken op 20 april 2006 een informatieve bijeenkomst gehouden. Ter voorbereiding op die bijeenkomst is een notitie verspreid waarin alle beschikbare informatie met betrekking tot de verschillende onderwerpen op een rij stond. Ook was in die notitie een aantal modellen voor een alternatieve bijdrageverdeling naast elkaar gezet. Intussen had de toenmalige Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor de nieuwe Pensioenwet c.a. ingediend. Die wet betekende een radicale breuk met het verleden. Voorheen werd het levensonderhoud van predikanten na hun emeritaat naar zijn aard niet aangemerkt als pensioenvoorziening in wettelijke zin. De instellingen die zorg dragen voor deze ouderdomsvoorziening vielen daardoor buiten het toezicht op grond van de PSW. Het wetsontwerp leek daar verandering in te brengen. Ook met het oog op de eerder aangehaalde studie wilde het bestuur zo spoedig mogelijk duidelijkheid verkrijgen omtrent de positie van de emeritaatsfondsen onder de nieuwe wetgeving - en de positie van de SEV in het bijzonder. Om die positie helder te krijgen heeft het bestuur, eerst alleen en vervolgens met een aantal andere fondsen, actief contact gezocht met het ministerie en De Nederlandsche Bank (DNB). De laatste vervult bij de implementatie van de wet een cruciale rol.
6
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
Inmiddels heeft de Pensioenwet, met de Wet Financieel Toezicht en de Wet verplichte beroepspensioenregeling, per 1 januari 2007 de oude Pensioenwet (PSW) vervangen. Bij de parlementaire behandeling in de Tweede Kamer is de motie-Huizinga aangenomen. Die motie strekte ertoe dat de kerkelijke fondsen die op 1 januari 2007 nog niet voldeden aan de uit het toezicht voortvloeiende financiële eisen, een langere overgangsperiode zouden krijgen om aan die eisen te gaan voldoen. Gezien de financiële positie van de SEV is die situatie niet op haar van toepassing. De gedachte achter de nieuwe Pensioenwet is de bescherming van de aanspraken van pensioengerechtigden. Die bescherming is in de optiek van het bestuur een goede zaak. Er is destijds bij de oprichting immers niet voor niets bewust gekozen voor de toekenning van rechten aan de predikanten zélf. Ook voor het overige tracht de SEV, juist vanwege de gedachte van bescherming van de rechten van deelnemers, zich zoveel mogelijk te conformeren aan de regelgeving voor pensioenfondsen. Daarbij past in de visie van het bestuur ook overheidstoezicht op de solvabiliteit. Over de (financiële en organisatorische) consequenties is er echter nog geen duidelijkheid. Ook voor de gebrekkige aansluiting tussen de wetgeving en de juridische positie van predikanten en kerken moet nog een oplossing worden gevonden. Op het moment dat die duidelijkheid zich begint af te tekenen, kunnen verdere keuzen worden gemaakt omtrent de toekomst van het fonds. Het is DNB duidelijk geworden dat de kerkelijke fondsen zeer verschillen in opzet en uitwerking. In overleg met het ministerie van Sociale Zaken zoekt DNB naar mogelijkheden om in het kader van het toezicht op de emeritaatsfondsen zoveel mogelijk maatwerk te leveren, afgestemd op de specifieke situatie van de respectieve fondsen. 2.4.
Diverse bestuurlijke activiteiten en ontwikkelingen In het jaarverslag 2005 werd gemeld dat een bezinning op het onderwerp bestuursaansprakelijkheid op de agenda was gezet. Deze discussie heeft dit verslagjaar een vervolg gekregen met de afsluiting van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.
7
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.
FINANCIËN
3.1.
Beschouwingen bij de financiële positie en de dekkingsgraad
3.1.1.
bestuursverslag
Doelstelling en maatregelen
In het voorjaar 2003 heeft het bestuur een aantal besluiten genomen ter verbetering van de financiële positie van het fonds. De financiële doelstelling is het bereiken van een dekkingsgraad van 110 à 115% binnen een periode van 10 jaar. De belangrijkste maatregelen zijn de volgende: • Invoering van een middelloonregeling per 1 januari 2004; • Jaarlijkse verhoging van de bijdrage gebaseerd op de traktementsontwikkeling; • Een tijdelijke beperking van de indexatie van ingegane uitkeringen tot 80% van de prijsinflatie zolang de financiële doelstelling niet is gerealiseerd. Hoewel de verbetering van de financiële positie van het fonds met name te danken is aan de goede beleggingsresultaten, hebben de getroffen maatregelen daaraan in 2004 t/m 2006 mede bijgedragen. De uitkomsten van deze maatregelen kunnen pas op langere termijn worden geëvalueerd. Afgesproken is dat de evaluatie per 1 januari 2009 zal plaatsvinden. De financiële doelstelling van weleer is inmiddels ruimschoots gehaald. Hierbij moet worden aangetekend dat gevoeligheid voor beursontwikkelingen groot is door de waardering tegen marktwaarde van de beleggingen en de lage rentestand. Uit het Actuarieel verslag 2006 kan worden geconcludeerd dat de bereikte dekkingsgraad weliswaar voldoende is, maar toch slechts een geringe marge heeft ten opzichte van de norm van De Nederlandsche Bank (DNB). 3.1.2.
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad is de verhouding tussen de waarde van het Pensioenvermogen (bezittingen minus schulden) en de Voorziening Pensioenverplichtingen. Het Pensioenvermogen van de SEV bestaat nagenoeg volledig uit beleggingen in obligaties, aandelen en vastgoed. De beleggingen worden op beurswaarde gewaardeerd. Bij aandelen is het doel om naast direct rendement in de vorm van dividenden tevens indirect rendement te halen door stijging van de beurskoers. Bij obligaties reflecteert de beurswaarde de ontwikkeling van de marktrente: hogere rentestand, lagere beurswaarde en andersom. De werkelijke waarde van de beleggingen en daarmee van het Pensioenvermogen wordt op het moment van de jaarafsluiting weergegeven en is daarmee een momentopname. Voor de Voorziening Pensioenverplichtingen wordt een rekenrente gehanteerd onder de condities als beschreven in par. 3.1.3. Berekeningen tonen aan dat 1% daling van de rekenrente een stijging van circa 15% van de Voorziening Pensioenverplichtingen tot gevolg heeft. De dekkingsgraad zou bij een rekenrente van 3% dalen van 124,5% tot 107,9% (zie tabel op bladzijde 9). 3.1.3.
Rekenrente
De rekenrente is de rente waartegen de verplichtingen contant worden gemaakt. Deze rekenrente wordt zodanig vastgesteld dat de werkelijke rente- en dividendopbrengsten er bij voorkeur ruimschoots boven liggen. Ultimo 2006 heeft de marktrente (Eurorente) voor alle looptijden zich hersteld tot een niveau net boven de 4%. In de nieuwe Pensioenwet per 1 januari 2007 wordt vereist dat zowel de beleggingen als de verplichtingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde, waarbij voor de verplichtingen de “rentetermijnstructuur” (RTS) moet worden gehanteerd. De RTS geeft het verband weer tussen looptijd en rendement. De rendementen per looptijd worden ontleend aan een door DNB gepubliceerde tabel (rentetermijnstructuur). Het rendement dat behoort bij de gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen van de SEV per ultimo 2006 is 4,26%. Ultimo 2005 was dit 3,71%. De Voorziening Pensioenverplichtingen wordt berekend met een rekenrente van 4% of met de RTS, indien lager dan 4%. De rekenrente is dus verhoogd van 3,71% ultimo 2005 tot 4% ultimo 2006. Hierdoor is de ultimo 2005 benodigde aanvulling van de voorziening ad € 640.000 vrijgevallen.
8
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.2
bestuursverslag
Toelichting op de financiële positie De dekkingsgraad is ultimo 2006 gestegen tot boven het niveau van de financiële doelstelling van 110-115%, namelijk 124,5%. De dekkingsgraad is met 9,3 procentpunt gestegen van 115.2% tot 124,5%. Het verloop van de financiële positie kan als volgt worden samengevat. Financiële positie
Pensioenvermogen
VPV bij RR 4% *)
Dekkingsgraad bij RR 4% *)
VPV bij RR 3% **)
Dekkingsgraad bij RR 3% **)
(in duizenden euro’s)
(in duizenden euro’s)
(in %)
(in duizenden euro’s)
(in %)
Ultimo 2006
19.768
15.875
124.5
18.312
107.9
Ultimo 2005
18.444
16.014
115,2
17.738
104,0
Ultimo 2004
17.042
15.647
108,9
17.995
94,7
Ultimo 2003
15.599
15.517
100,5
17.661
88,3
Ultimo 2002
14.820
14.826
99,9
16.890
87,7
1.324
-139
9.3
574
3.93.93.93.9
1.402
367
6,3
-257
9,3
1.443
130
8,4
334
6,4
779
691
0,6
771
0,6
Toename 2006 Toename 2005 Toename 2004 Toename 2003
*) Rekenrente van 4% dan wel lagere rekenrente cfm. Rentetermijnstructuur, (3,71% in 2005) (RTS) **) ter indicatie zijn de Voorziening Pensioenverplichtingen en de dekkingsgraad ook weergegeven tegen een rekenrente van 3%
In de begroting 2006 werd de dekkingsgraad ultimo 2006 nog geraamd op 118,5%. Een analyse van de verschillen met de begroting vindt u onder punt 3.4.
9
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.3
Beleggingen en performance
3.3.1.
Algemeen
bestuursverslag
De beleggingen bestaan ultimo 2006 uit obligaties, aandelen, hedge funds en vastgoed. De beleggingen in hedge funds worden tot de aandelen gerekend. De beleggingen in vastgoed betreffen uitsluitend participaties in vastgoedfondsen. De onderstaande tabel geeft de werkelijke verdeling over de beleggingscategorieën weer in relatie tot de strategische portefeuille en de normportefeuille. Strategische portefeuille
Normportefeuille 2006
Werkelijk 2006
Obligaties
70%
70-80%
59%
Aandelen
20%
10-20%
24%
Vastgoed
10%
8-12%
15%
0%
0%
2%
100%
100%
100%
Liquiditeiten Totaal
De strategische beleggingsportefeuille betreft de beleggingsmix die de SEV op de lange termijn wil vasthouden. De vastgestelde portefeuille voor enig jaar kan van deze strategische portefeuille afwijken, afhankelijk van de verwachtingen op de korte termijn. Dit noemen we de normportefeuille. Uit het overzicht blijkt dat de SEV in 2006 ten opzichte van de normportefeuille een groter belang heeft gehad in aandelen en liquiditeiten, ten koste van de categorie obligaties. De liquiditeiten zijn aangehouden voor belegging in obligaties, waarvoor het juiste moment wordt afgewacht. De samenstelling van de beleggingsportefeuille in relatie tot ultimo vorig jaar is als volgt: (bedragen in duizenden euro’s) 2006 in % 2005 In % Obligaties 11.143 59 10.587 59 Aandelen 4.572 24 4.116 22 Vastgoed 2.794 15 2.084 12 Liquiditeiten 502 2 1.253 7 Totaal 19.011 100 18.040 100 De beleggingsperformance van het fonds bedraagt 7,0% over 2006, tegen 10,2% over 2005. 3.3.2.
Obligaties
In het afgelopen jaar heeft de kapitaalmarktrente zich bewogen tussen ca. 3,5% en 4,3%. De verwachting dat deze rente in 2006 licht zou stijgen, is uitgekomen. Van momenten dat de rente boven de 4% was, hebben wij gebruik gemaakt om onze posities in lange (10 jaar en langer) staatsleningen uit te bouwen. De samenstelling van de obligatieleningen is als volgt: (bedragen in duizenden euro’s) 2006 Staatsleningen Euroland 5.416 Financiële instellingen Euroland 5.079 Overige ondernemingen Euroland 333 High-yield obligatiefondsen 315 Overige leningen Totaal 11.143
In % 48 46 3 3 100
2005 5.124 4.813 343 307 10.587
in % 48 46 3 3 100
Het rendement op de obligatieportefeuille over 2006 is gedaald tot 0,14% (2005: 5,8%) door de sterke daling van de beurswaarde. De effectieve rente van de obligatieportefeuille - zijnde het gemiddelde voor de toekomst te verwachten rendement - bedraagt ultimo 2006 4,2% (2005: 3,8%). De portefeuille heeft een gemiddelde resterende looptijd van circa 7,2 jaar (2005: eveneens 7 jaar). De gemiddelde couponrente is over 2006 gedaald tot 4,7% (2005: 4,9%).
10
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
3.3.3.
bestuursverslag
Aandelen
Over 2006 bedroeg het rendement 12,9% (2005: 23,9%). Vergeleken met de AEX (ca. 11%) is het rendement van de aandelenportefeuille net iets beter. De portefeuille is in sectorverdeling ongewijzigd gebleven. 3.3.4.
Vastgoed
Het jaar 2006 was absoluut een topjaar voor vastgoedbeleggingen. Het rendement op de vastgoedportefeuille bedraagt over 2006 28,7% (2005: 14,7%). 3.4
Vergelijking met de begroting De uitkomsten over het jaar 2006 laten zich als volgt vergelijken met de begroting 2006. werkelijk 2006
begroting 2006
verschil
949 -1.301 330 --------2.580
957 PM 757 18 --------1.732
-8 -544 312 --------848
974 -227 55 -------1.256
929 PM 227 53 -------1.209
45 -0 2 -------47
Mutaties in het pensioenvermogen Mutaties in de voorziening pensioenverplichtingen
1.324 -139 --------
523 344 --------
801 483 --------
Mutaties in onder-/overdekking Overdekking per 1 januari
1.463 2.430 --------
179 2.515 --------
1.284 -85 --------
Overdekking per 31 december
3.893
2.694
1.199
(bedragen in duizenden euro’s)
Toevoegingen aan het pensioenvermogen . bijdragen kerken . inkomende waardeoverdrachten . opbrengst beleggingen . overige baten
Onttrekkingen aan het pensioenvermogen . uitkeringen . uitgaande waardeoverdrachten . premie herverzekering . algemene kosten
De mutatie in het pensioenvermogen is € 801.000 hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoger rendement dan verwacht op de beleggingsportefeuille ad € 544.000 en door een aanzienlijk bedrag, ontvangen uit herverzekering ter dekking van toekomstige uitgaven. Daarnaast is ook de voorziening pensioenverplichtingen in geringe mate gedaald doordat de extra aanvulling van de voorziening wegens lagere RTS dan de rekenrente van 4% ad € 640.000 uit 2005 kon vrijvallen in 2006. Utrecht, 19 maart 2007, mr H.G. Bronsveld-Taute, voorzitter W. van Veen, secretaris drs A.J. van der Molen RE RA, penningmeester
11
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
JAARREKENING OVERZICHT VAN DE GROOTTE EN DE SAMENSTELLING VAN HET PENSIOENVERMOGEN toelichting
2006 EUR
2005 EUR
2.1 2.1 2.1 2.1
11.143.065 4.572.494 2.793.695 501.584 --------------19.010.838
10.587.449 4.116.182 2.083.665 1.252.590 -------------18.039.886
330.840 332.388 110.753 --------------19.784.819
298.717 134.184 10.588 -------------18.483.375
Tezamen
17.254 --------------17.254
39.328 -------------39.328
PENSIOENVERMOGEN
19.767.565
18.444.047 ========
toelichting
2006 EUR
2005 EUR
2.4 2.5
948.962 9.268 320.464
882.764 35.000 9.268 13.462
770.560 530.944 --------------2.580.198
769.248 1.001.223 --------------2.710.965
974.222 227.398 55.060 --------------1.256.680
950.300 303.200 55.797 --------------1.309.297
1.323.518
1.401.668
18.444.047 --------------19.767.565 =========
17.042.379 --------------18.444.047 =========
Per 31 december
Beleggingen . obligaties . aandelen . vastgoed . internetspaarrekeningen
Vlottende activa . lopende rente . vorderingen . liquide middelen
2.2.1 2.2.2
Tezamen Af: . overige kortlopende schulden
2.3
OVERZICHT VAN MUTATIES IN HET PENSIOENVERMOGEN
Toevoegingen . bijdragen kerken . giften kerken . premies individuele verzekeringen . uitkering herverzekering . opbrengst beleggingen . rente en dividend . koersresultaat effecten
2.6
Totaal toevoegingen Onttrekkingen . uitkeringen . uitgaande waardeoverdrachten . premie herverzekering . algemene kosten Totaal onttrekkingen Saldo Pensioenvermogen per 1 januari Pensioenvermogen per 31 december
2.7
2.8
12
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
OVERZICHT VAN MUTATIES IN DE VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN 2006 EUR Stand per 1 januari Af: vrijval voorziening vanwege lage rentestand 2005
2005 EUR
16.014.448 -639.515 ---------------
Stand per 1 januari
15.374.933
15.646.581
Verhoging i.v.m. wijziging pensioengrondslagen/AOW en 1 jaar inkoop
486.125
469.049
Kosten indexaties
141.157
63.689
--
-85.750
Resultaat op sterfte en arbeidsongeschiktheid
-80.398
-401.467
Benodigde intrest
624.278
617.456
--
--
-974.222
-950.300
Uitkeringen pensioenen herverzekering
46.364
13.464
Uitkeringen bij overlijden herverzekering
274.100
--
Overige mutaties
-17.178
2.211
---------------
---------------
15.875.159
15.374.933
--
639.515
15.875.159
16.014.448
=========
=========
2006
2005
EUR
EUR
19.767.564
18.444.047
Inkoopsom herverzekering wegens arbeidsongeschiktheid
Voorziening omrekening overlevingstafels Uitkeringen
Aanvulling voorziening vanwege lage rentestand Stand per 31 december
DEKKINGSGRAAD
Pensioenvermogen Voorziening pensioenverplichtingen Overdekking Dekkingsgraad
15.875.159
16.014.448
---------------
---------------
3.892.405
2.429.599
=========
=========
124,5 %
115,2 %
13
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
TOELICHTING 1.
Waarderingsgrondslagen
Beleggingen:
Beurswaarde; niet beursgenoteerde beleggingen worden gewaardeerd tegen de geschatte opbrengst bij verkoop.
Voorziening Pensioenverplichtingen:
De verplichtingen uit hoofde van pensioenrechten worden gewaardeerd tegen de contante waarde op basis van 4% rekenrente of lagere marktrente, i.c. de Rente Termijn Structuur (RTS). Daar de marktrente ultimo 2006 (RTS 4,26%) hoger was dan de rekenrente van 4% is de Voorziening Pensioenverplichtingen opgenomen voor de contante waarde op basis van 4% rekenrente per jaar. Voorts is uitgegaan van de overlevingstafels "CRC2003", die geconstrueerd zijn ten behoeve van pensioenverzekeraars met het oog op de toekomstige ontwikkeling van de overlevingskansen. De leeftijdscorrecties op deze tafels zijn: - ouderdomspensioen: min 1 jaar, - weduwepensioen : man plus 2 jaar tot pensioendatum, nul jaar na pensioendatum; vrouw min 1 jaar. De Voorziening Pensioenverplichtingen omvat een voorziening voor een toeslag op de AOW-uitkeringen voor deelnemers geboren in of na 1950 en gehuwd met een jongere echtgenote.
Overige activa en passiva:
Nominale waarde
2.
Specifieke toelichtingen
2.1
Beleggingen
Stand begin boekjaar . Aankopen . Uitlotingen/verkopen . Koersresultaten Stand einde boekjaar
obligaties EUR 10.587.449 1.578.542 - 499.158 - 523.768 ------------11.143.065 ========
aandelen EUR 4.116.182 99.839 - 93.398 449.871 ------------4.572.494 =======
vastgoed EUR 2.083.665 580.313 -475.124 604.841 ------------2.793.695 =======
internetsparen EUR 1.252.590 1.449.280 -2.200.286 0 ------------501.584 =======
Totaal EUR 18.039.886 3.707.974 -3.267.966 530.944 ------------19.010.838 ========
De nominale waarde van de obligatieportefeuille bedraagt ultimo 2006 € 10.470.149,-- (ultimo 2005: € 9.457.590,--).
14
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
2.2
Vlottende activa
2.2.1
Vorderingen
Terug te vorderen dividendbelasting Te ontvangen bijdragen Overige te vorderen posten, w.o. commissie TOP Te ontvangen rente bank/internetrekening Te ontvangen dividend Te ontvangen rente R/C Fortis en ZwL Te vorderen sociale lasten Saldi R/C Fortis en ZwL
2.2.2
Ultimo 2006 EUR 121.980 8.524 827 6.408 2.400 2.017 0 190.232 ----------332.388 ======
Ultimo 2005 EUR 121.605 2.324 533 9.237 0 0 485 0 ----------134.184 ======
Ultimo 2006 EUR 108.308 624 1.821 ----------110.753 ======
Ultimo 2005 EUR 2.375 0 8.213 ----------10.588 ======
Ultimo 2006 EUR 2.373 613 8.092 5.000 599 174 392 0 0 11 ----------17.254 ======
Ultimo 2005 EUR 2.866 772 7.735 6.500 0 939 1.962 239 18.120 195 ----------39.328 ======
Liquide middelen
ABN AMRO bestuursrekening ABN AMRO Private Banking spaarrekening Postbank
2.3
jaarrekening
Overige kortlopende schulden
Loonheffing Salaris/spaarloon Accountantskosten Actuariskosten Terug te storten bijdragen Bestuurskosten Kantoorkosten Rekening courant ZwitserLeven Rekening courant Fortis Te betalen rente
2.4 Bijdragen kerken Per 31 december 2005 bedroeg het aantal aangesloten kerken: 89. Door aansluiting van de Wilhelminakerk te Haarlem en de Havenkerk te ’s Gravenhage steeg het aantal kerken per 1 januari 2006 naar 91. De bijdrage is in 2006 gesteld op € 30,-- per jaar per lid (2005: € 28,--). Het aantal leden per 1 januari 2006 bedroeg volgens opgave van de kerken 32.056 (per 1 januari 2005: 31.527). 2.5 Gift Bilthoven De SEV ontving in 2005 een gift van € 35.000 van de voormalige NGK te Bilthoven. Het bestuur heeft deze gift aangewend om voor 2006 de aftopping van de indexering van de uitkeringen ongedaan te maken. Daarmee was het bedrag nagenoeg uitgeput. Het restant is gereserveerd voor aanvulling van de indexering per 1 januari 2007.
15
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
2.6
jaarrekening
Specificatie directe en indirecte beleggingsopbrengsten 2006 direct
2005
EUR
indirect EUR
Obligaties
539.263
Aandelen
113.002
Vastgoed
96.415
Internetspaarrek.
totaal EUR
direct EUR
indirect EUR
Totaal EUR
-523.768
15.495
449.871
562.873
586.185
23.687
609.872
92.177
747.095
839.272
604.841
701.256
91.315
230.441
321.756
-----------
-----------
33.504 -----------
20.670 -----------
-----------
20.670 -----------
782.184
530.944
1.313.128
790.347
1.001.223
1.791.570
11.624
21.099
-----------
-----------
-----------
-----------
-----------
-----------
770.560
530.944
1.301.504
769.248
1.001.223
1.770.471
33.504
Af: bankkosten
11.624
21.099
De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op aan het verslagjaar toegerekende interest en dividenden onder aftrek van aan de beleggingen toegerekende kosten. De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen (koersresultaten). 2.7
Uitkeringen aantal per 01.01.2006
Bij
Af
aantal per 31.12.2006
Emeriti/a.o.
33
1
1
33
jaarbedrag uitkeringen einde boekjaar (niveau 2006) in € 560.772
Weduwen
34
1
1
34
385.284
0
3
0
3
9.324
7.770
0
67
5
2
70
955.380
974.222
950.300
(Half)wezen Totalen
2.8
uitkeringen 2006 in €
uitkeringen 2005 in €
576.432
572.847
390.020
377.453
Algemene kosten 2006
2005
EUR
EUR
Salariskosten
29.899
26.611
Sociale lasten
2.580
4.472
Bestuurskosten
6.234
4.708
Accountantskosten
8.092
7.833
Actuariskosten
2.643
7.726
Kantoorkosten
3.512
4.022
Diversen
2.100
425
--------
--------
55.060
55.797
=====
=====
De Stichting had, naast het onbezoldigde bestuur, over het boekjaar - evenals over voorgaand boekjaar - 1 personeelslid in dienst.
16
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
VOORZIENING PENSIOENVERPLICHTINGEN (V.P.V.) V.P.V. ULTIMO 2006
V.P.V. ULTIMO 2005
EUR
EUR
7.011.383
6.600.320
46.786
31.999
Aanspraken van deelnemers tegen een op individuele basis vastgestelde premie: 1 (1) tegen premiebetaling en 2 (3) premievrij
291.851
335.783
Aanspraken van 18 (18) gewezen deelnemers (reglementaire deelneming tussentijds beëindigd)
616.299
761.974
Ingegane emeritaatsuitkeringen 31 (31) met bijbehorende niet-ingegane weduwe-uitkeringen
5.103.056
5.336.213
Ingegane weduwe-en wezenuitkeringen 37 (34)
3.157.059
3.122.727
16.226.434
16.189.026
-351.275
-174.568
15.875.159
16.014.448
bedragen in euro’s aantallen per ultimo 2005 tussen haakjes Opgebouwde aanspraken door 83 (79) op reglementaire basis deelnemende predikanten, inclusief aanspraken op arbeidsongeschiktheidsrenten van 2 (2) geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikte predikanten Voorziening voor AOW-aanvulling vanaf 2015
Totale voorziening
Af: herverzekering ingegane arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
17
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
Kasstroomoverzicht (bedragen in duizenden euro’s) Saldo liquide middelen per 1 januari Ontvangsten . bijdragen kerken . premies individuele verzekeringen . ontvangen rente arbeidsongeschiktheid . rente/dividend . uitlotingen/verkopen obligaties . verkopen aandelen . verkopen vastgoed . van internetrekeningen Totaal ontvangsten Uitgaven . aankopen obligaties . aankopen aandelen . aankopen vastgoed . uitkeringen . uitgaande waardeoverdrachten . premie herverzekering . bankkosten . algemene kosten . afname bankkrediet . naar internetrekeningen Totaal uitgaven Saldo liquide middelen per 31 december
2006 EUR 11
2005 EUR 79
942 9 130 750 499 93 475 2.200 -------5.098
922 9 13 763 1.287 -593 758 -------4.345
1.579 100 580 974 0 227 12 78 -1.449 --------4.999
1.029 467 139 950 63 296 21 37 -1.409 -------4.413
110 =====
11 =====
Dit overzicht is opgesteld volgens de directe methode, waarin wordt uitgegaan van de werkelijke kasstromen.
Utrecht, 19 maart 2007, het bestuur: mr H.G. Bronsveld-Taute, voorzitter W. van Veen, secretaris drs A.J. van der Molen RE RA, penningmeester drs J.G. van Dalen ds J. van ‘t Hof W.H. Martens MBA H. van Rees, actuaris AG drs B.P. Vreugdenhil
18
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
inhoudsopgave overige gegevens
Overige gegevens:
Actuarieel verslag
……………… 20
Actuariële verklaring
……………… 26
Accountantsverklaring
……………… 28
Overzicht beleggingen
……………… 30
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Jaarverslag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
Deloitte~
accountantsverklaring
Deloitte Accountants B.V. Ad miraliteit skade 50 Rotterd am Po stbus 4433 3006 AK Rotte rda m Tel : (010) 272 1500 Fax: (010) 2721199 www .delo itte .nl
Datum
Behandeld door
Kenmerk
19 maart 2007
Drs. R.R. Bijvoet RA
3100003424/0702
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Opdracht Wij hebben de in dit verslag op de pagina' s 12 tot en met 18 opgenomen jaarrekening 2006 van Stichting Emeritaatsvoorziening "S .E.V." te Rotterdam gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het pensioenverrnogen en de omvang van de pensioenverplichtingen alsmede de wijzigingen in het pensioenverrnogen en de pensioenverplichtingen getrouw dient weer te geven, alsook voor het opstellen van het bestuursverslag. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van het pensioenverrnogen en de omvang van de pensioenverplichtingen alsmede de wijzigingen in het pensioenverrnogen en de pensioenverplichtingen, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepa ssen van aanvaardbare grondslagen voor financiele verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn .
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Deloltte Accountants BV.ls Ingeschreven In het handelsreglster van de Kamervan Koophande l te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloltte Touche Tohmatsu
28
Jaarvers/ag 2006 Stichting Emeritaatsvoorziening
accountantsverklaring
Deloltte.
2 19 maart 2007 3100003424/0702
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaarnheden ter verkrijging van controle-inforrnatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaarnheden is,afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risicos van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten . In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van het pensioenvermogen en de omvang van de pensioenverplichtingen alsmede de wijzigingen in het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaarnheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiele verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een zodanig inzicht in de grootte en de samenstelling van het pensioenvermogen op 31 december 2006 en van de omvang van de pensioenverplichtingen op 31 december 2006 alsmede van de wijzigingen in het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen in 2006 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiele verslaggeving.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel2:391 lid 4 BW. Deloitte Accountants B.Y .
- - -_ __.. --_.- _._._._._... ..
1. Moerman RA
29
OVERZICHT BELEGGINGEN PER 31 DECEMBER 2006
overzicht obligaties looptijd en rente Staatsleningen en door de Staat gegarandeerde leningen Euroland
nominale waarde EUR
beurs waarde EUR
Nederland
1992 15 S 8 1/4
90.757
93.389
Idem
1993 30 S 7 1/2
880.671
1.232.939
Idem
1995 15 S 7 1/2
680.671
754.183
idem
1998 20 S 5 1/2
800.000
955.200
Idem
2002 10 S 5
100.000
105.170
Idem
2003 10 S 4 1/4
1.000.000
1.017.400
Idem
2005 32 S 4%
250.000
246.000
AAB staatsobl fd.
1.054.712
1.011.215
totaal
4.856.811
5.415.496
Financiële instellingen Euroland BNG
1995 15 S 7 1/4
181.512
201.025
BNG
2002 10
4 5/8
200.000
205.900
BNG
2004 10
4
250.000
250.550
BNG
2005 10
3 3/8
500.000
475.250
AAB
1997 20
6 1/2
204.201
243.510
AAB
1994 15
6 1/4
136.134
141.620
AAB
1997 12
6 1/8
226.890
236.919
AAB
1997 12
6
485.545
504.141
RABO
1994 15
6 3/8
226.890
237.282
RABO
1997 12
6
226.890
236.760
RABO
2006 5
3 5/8
250.000
245.375
Fortis
2001 15
6 3/8
227.000
263.320
NWB
2003 10
4
350.000
350.035
NWB
2006 6
3 3/4
250.000
246.638
SNS
1997 12
6 1/4
204.201
214.329
SNS
1999 12
5 1/8
150.000
155.550
Var ING Groep
2003 perp.
450.000
452.430
Cred. Agricole
2003 perp. 6
200.000
208.000
perp. 7
250.000
210.525
4.969.264
5.079.159 104.252
Deutsche Bank perp. totaal
Overige ondernemingen Euroland
Akzo
1998 10
5 3/8
102.258
Océ
1997 10
6 1/4
226.890
228.819
totaal
329.148
333.071
AAB high yield
155.431
151.478
Robeco high yield
159.496
163.861
totaal
314.927
315.339
10.470.149
11.143.065
High yield obligatiefondsen
TOTAAL OBLIGATIES
30
overzicht aandelen en vastgoed
kostprijs
beurswaarde
EUR
EUR
overzicht aandelen wereld, sectorbreed
AAB High Inc.Eq.
349.929
478.343
Triodos Meerwaarde Fd
215.542
252.525
Fortis Obam
250.041
314.128
Postbank hoog div Aand fonds
319.415
399.388
Robeco Belegg.rek. totaal wereld, sectorspecifiek
europa, sectorbreed
individueel
102.767
164.952
ING Bank Health Care Fd.
204.697
162.382
totaal
307.464
327.334
AAB Ratio Inv. Eq. Fund
118.179
103.496
99.500
200.688
totaal
217.679
304.184
Holland Fund Pb
110.111
157.421
ING Bank Dutch Fund
215.897
264.216
totaal
326.008
421.637
DSM
154.188
299.440
General Electric Royal Dutch Shell (vh. Kon. Olie) Unilever
hedge funds
228.613 1.672.997
AAB Nutsbedr. Fds.
Fidelity eur. smaller co. fd.
nederland, sectorbreed
220.835 1.355.762
71.732
98.768
233.403
320.079
75.838
88.555
ING Groep
216.289
449.972
ABN/AMRO Holding
180.396
276.738
Fortis
80.573
145.395
totaal
1.012.419
1.678.947
Multi stategie fonds
146.212
167.395
146.212
167.395
3.365.543
4.572.494
Vastned Retail
230.113
454.839
Wereldhave
130.950
278.988
Corio
170.216
390.960
AAB High Inc Prop Fd
185.326
315.803
AAB Global Sec. Prop. Fd.
471.827
506.766
AAB Far East Prop. Fd.
101.523
144.872
Eurocommercial Prop.
203.016
401.467
1.492.971
2.493.695
Euro American Holland Office Fd.
100.000
100.000
Euro American
200.000
200.000
totaal
300.000
300.000
1.792.971
2.793.695
TOTAAL AANDELEN
overzicht vastgoed beursgenoteerd
totaal niet beursgenoteerd
TOTAAL VASTGOED
31