STICHTING EMERITAATSVOORZIENING (S.E.V.) mr J. Janssens-Boer Prof. L. Fuchslaan 31 3571 HD UTRECHT 030 - 27 11 915, b.g.g. 030 27 11 333 e-mail-adres:
[email protected] www.ngk-sev.nl
AAN de kerkenraden en de commissies van beheer/penningmeesters van de Nederlands Gereformeerde Kerken.
Utrecht, 3 december 2014
Geachte broeders en zusters,
Per 1 januari 2015 eindigt de overgangsperiode waarin de SEV nog een rol heeft in de verevening predikantspensioenlasten tussen kerken. Vanaf die datum resteert nog een zeer beperkte taak voor de SEV: de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de predikanten en de controle van pensioengrondslagen voor PGGM. In de visie van het bestuur is dat te beperkt om de SEV als aparte stichting in het leven te houden. Bij een eerdere gelegenheid heeft het bestuur u al verteld over de plannen voor de toekomst: samenvoeging met de Commissie Arbeidszaken (CAZ). Voor het contracteren met een arbeidsongeschiktheidsverzekeraar is rechtspersoonlijkheid nodig; die had de CAZ echter niet. De kerken, in Landelijke Vergadering bijeen, hebben op 22 november jl. vergaderd over een gezamenlijk voorstel van CAZ en SEV. Dat voorstel voorzag kort samengevat (en voor zover relevant) in: 1. Oprichting van de (rechtspersoonlijkheid bezittende) kerkelijke instelling Nederlands Gereformeerde Instelling Arbeidszaken (NGA). 2. Onderbrenging van de taken van de CAZ in de NGA (en opheffing van de CAZ). 3. Het verzoek aan de SEV (die immers niet onder de Landelijke Vergadering valt) om haar taken aan de NGA over te dragen, samen met de financiële middelen die de SEV voor haar werkzaamheden ter beschikking heeft. De Landelijke vergadering heeft overeenkomstig dit voorstel besloten en de SEV heeft haar aandeel in de uitvoering van dat besluit voortvarend ter hand genomen. Op termijn zal er dus geen reden meer zijn om de SEV in stand te houden. Het bestuur is dan ook voornemens om de SEV op termijn te ontbinden, zodra aan een aantal noodzakelijke voorwaarden is voldaan. De bevoegdheid tot ontbinding ontleent het bestuur aan artikel 17 van de statuten. Artikel 17 lid 2 van de statuten bepaalt dat een dergelijk besluit niet kan worden genomen dan na het horen van de vergadering van aangesloten kerken. Het bestuur nodigt u dan ook uit voor een vergadering met de kerken, die wordt gehouden op maandag 15 december om 20.00 uur in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Het bestuur is van plan om u dan tevens te informeren over de besteding van het batig saldo.
Mocht u niet in de gelegenheid zijn om de vergadering bij te wonen, dan kunt u ook schriftelijk op het voornemen van het bestuur reageren. Een eventuele schriftelijke reactie ontvangt het bestuur graag uiterlijk 13 december.
De agenda voor de vergadering luidt als volgt:
1.
Opening
2.
Verslag van de voorjaarsvergadering
3.
Ingekomen stukken en/of mededelingen
4.
Horen van de kerken overeenkomstig artikel 17 lid 2 van de statuten, inzake de voorgenomen ontbinding van de stichting SEV
5.
Rondvraag
6.
Sluiting
Met christelijke groet en hoogachting. namens het bestuur,
Joan Janssens-Boer
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING administratie: mr. J. Janssens-Boer Prof. L. Fuchslaan 31 3571 HD Utrecht Tel. 030-27 11 915 b.g.g. 030-27 11 333 (privé) e-mail:
[email protected]
VERSLAG van de voorjaarsvergadering met de bij de Stichting Emeritaatsvoorziening aangesloten kerken, gehouden op 16 juni 2014 om 20.00 uur in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Aanwezig namens het bestuur: S. Klaver, W.H. Martens, A.H. Pool, B.P. Vreugdenhil (voorzitter), alsmede J. Janssens-Boer. Afwezig met kennisgeving: J.G. van Dalen, H. van Rees Volgens de presentielijst zijn de volgende 7 kerken door afgevaardigden vertegenwoordigd: Amersfoort-zuid Langerak Zeist Breukelen Loosdrecht Den Haag/Rijswijk Zaandam De volgende 14 kerken hebben bericht van verhindering gestuurd: Amersfoort-Vathorst Haarlem Amsterdam-Centrum Hardinxveld-Giessendam Culemborg Hoogeveen Doetinchem Nijverdal Emmeloord Rijsbergen
1.
Utrecht Wageningen Wormer Zoetermeer
Opening
De voorzitter, br Vreugdenhil, heet de aanwezigen welkom en leest en overdenkt een gedeelte uit Spreuken 2 (Herziene Statenvertaling). Vervolgens gaat hij de aanwezigen voor in gebed.
2.
Ingekomen stukken/mededelingen
Br Vreugdenhil meldt dat 14 kerken schriftelijk bericht van verhindering hebben gestuurd. Hij verzoekt de aanwezige afgevaardigden die de presentielijst nog niet hebben getekend, dat alsnog te doen.
3. Verslag van het horen van de kerken inzake de begroting en de bijdrage (najaar 2013) Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Bestuurssamenstelling Br Vreugdenhil memoreert dat br Martens in het najaar van 2013 volgens rooster aftredend was als bestuurslid van de Stichting Emeritaatsvoorziening. Volgens de interne afspraken over de maximale zittingstermijn is br Martens herbenoembaar. Het bestuur heeft overwogen dat in beginsel in 2015 een einde komt aan de rol van de SEV als het gaat om de verevening van de lasten van de predikantspensioenen, tussen de kerken. De resterende taken van de SEV en haar plaats binnen de kerken zijn daarom opnieuw onderwerp van onderzoek en bespreking. Het bestuur meent dat in dat traject de ervaring van br Martens niet kan worden gemist en het is dan ook dankbaar dat br Martens bereid en in staat is ook de komende periode de SEV nog te dienen. De aanwezigen stemmen unaniem in met de herbenoeming van br Martens.
SEV - Verslag voorjaarsvergadering d.d. 16 juni 2014
1
5.
Jaarverslag 2013
Br Klaver gaat in zijn toelichting in op het algemene en het financiële karakter van het jaarverslag. Hij noemt met name 1. de dalende bijdrage die de kerken aan de SEV verschuldigd zijn 2. het stijgende maximumbedrag aan predikantspensioenkosten per lid, waarboven een kerk subsidie ontvangt. De achtergrond van die (geringe) jaarlijkse stijging is dat de kerken die nu nog subsidie ontvangen, zo wennen aan de hogere lasten in verband met het predikantspensioen. Financieel gezien is het een prima jaar geweest, aldus br Klaver. Er is een fors positief resultaat en dat is allereerst en grotendeels het gevolg van het ontvangen legaat. Daarnaast zijn de subsidies en de aan ASR verschuldigde premie (voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering) lager dan begroot. Op de hardheidsclausule is geen beroep gedaan en de kosten waren lager. Br Klaver verwacht overigens dat die in 2014 weer iets zullen stijgen. De bestemming van het vermogen is onderdeel van het denkproces in de toekomst. Op een daartoe strekkende vraag van br Borgdorff (Breukelen) zet zr Janssens uiteen dat het reglement niets zegt over de bestemming van het legaat. Br Vreugdenhil meldt dat het bestuur een bestemming zal zoeken die in lijn ligt met het doel van de SEV. Br Smit (Zeist) vermoedt dat de erflater nog in de veronderstelling verkeerde dat de SEV verantwoordelijk was voor de predikantspensioenen. Zr Janssens meldt echter dat de legatering van ruim na die datum dateert. Br Vreugdenhil constateert dat er bij de afgevaardigden geen behoefte meer is aan het stellen van vragen of het maken van opmerkingen. Onder dankzegging aan de opstellers stelt hij vast dat het jaarverslag is gepasseerd en de penningmeester is gedéchargeerd.
6. De toekomst van de SEV Br Vreugdenhil memoreert het besluit van vijf jaar geleden, waarbij de pensioenen werden overgedragen aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PfZW). Daarmee was de SEV geen pensioenuitvoerder meer. Voor de SEV resteerden naast het afhandelen van de ‘oude bedeling’ nog twee taken: de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering (CAOV) voor de predikanten en de verevening van de predikantspensioenlasten tussen de kerken. De overdracht naar PfZW was een grootschalige operatie en voor kerken en predikanten zaten er nogal wat haken en ogen aan om de zaken goed op orde te krijgen. Ze meldden zich veelvuldig bij de SEV voor support en uitleg - en konden daar ook terecht.. Voor een arbeidsongeschiktheidspensioen kunnen predikanten, die immers geen werknemers zijn, niet bij UWV (WIA) en PfZW (aanvulling) terecht. Vandaar de aparte verzekering die de SEV heeft gesloten voor het arbeidsongeschiktheidsrisico van de predikanten. Er was bij PfZW aanvankelijk nog sprake van plannen om een product te ontwikkelen dat ook predikanten zou passen, maar dat is niet gerealiseerd. De bij een verzekeraar afgesloten CAOV moet dus per 1 januari 2015 verlengd worden. Met de tweede taak werd beoogd ervoor te zorgen dat de pensioenlasten voor kleinere kerken niet onmiddellijk maar geleidelijk zouden stijgen. De vacante kerken bleven nog bijdragen aan de predikantspensioenlasten. Aan die situatie komt per 1 januari 2015 in principe een eind. Het bestuur heeft zich beraden op de toekomst. De gedachte om de SEV op te heffen, stuitte op de vraag wie dan als contractspartner van de arbeidsongeschikheidsverzekeraar zou kunnen fungeren. Dat moet immers een rechtspersoon zijn. Het bestuur heeft vervolgens samen met de Commissie Arbeidszaken (CAZ) een plan ontwikkeld. Dat bestaat hierin dat de taken van beide instellingen, die dicht bij elkaar liggen c.q. aanvullend zijn, worden samengebracht in een op te richten Kerkelijke Instelling. Deze gedachte is voorgelegd aan het moderamen van de Landelijke Vergadering (LV). Die vergadering moet immers instemmen met de overdracht van taken van CAZ. Het moderamen heeft CAZ en SEV gevraagd de gedachten uit te werken en aan de LV voor te leggen voor de vergadering van 22 november. Over de opheffing van de SEV gaat de LV niet; dat is aan de aangesloten kerken. In het najaar zal het bestuur de kerken horen over de opheffing van de SEV. Br Vreugdenhil concludeert dat met deze constructie alle arbeidsrechtelijke onderwerpen bijeen worden gebracht in één instelling, die bovendien op een goede manier is verankerd in ons gemeenschappelijk kerkelijk leven. Zoals aangegeven zullen de kerken in het najaar worden gehoord over ontbinding van de SEV. Ook denkt het bestuur na over de bestemming van het liquide saldo. Mogelijke opties zijn: naar de CAZ (als buffer voor de te betalen premie voor de CAOV) of terug naar de kerken - en alles daar tussenin. 3
De kosten van de CAOV zullen worden omgeslagen per lid. Er ligt een voorstel van de regio Utrecht dat ertoe strekt dat ook de vacante kerken bijdragen aan de kosten hiervan. De gedachte hierachter is dat de vacante kerken ook profiteren van het werk van de predikanten. Br Borgdorff (Breukelen) pleit ervoor dat alleen de kerken met een predikant in de bijdrageheffing worden betrokken. Je komt anders met elkaar al gauw terecht in een vorm van rondpompen van geld, al dan niet via de Commissie Steunbehoevende Kerken (CSK). Br Scholten (Den Haag-Rijswijk) refereert aan de taak van de SEV om de lasten van de predikantspensioenen te spreiden over de kerken. Hij informeert hoe het verder zal gaan. Br Vreugdenhil merkt op dat de kerken in de overgangsfase maximaal € 43 per ziel betalen. Vijf jaar geleden heeft de SEV aangekondigd dat de kosten van het predikantspensioen voor de kerken zullen gaan oplopen, als gevolg van het wegvallen van de solidariteit die voorheen binnen de SEV centraal stond. De SEV heeft de LV Houten verzocht om na te gaan of het wegvallen van de solidariteit binnen de SEV voor kerken tot financiële problemen zou leiden en zo ja, of maatregelen geboden zouden zijn. De LV heeft vervolgens de Commissie Financiële Solidariteit (CFS) opgedragen om te onderzoeken of veel kerken in de nieuwe situatie in de problemen zouden komen. Gevreesd werd voor cumulatie, in de vorm van stijgende lasten voor arme kerken. De CFS heeft dus onderzocht in welke mate er sprake is van samenloop in die zin dat kerken enerzijds steun ontvangen van de CSK en anderzijds subsidie van de SEV. Op basis van haar onderzoek concludeerde de CFS dat dat om maximaal € 3.000 zou gaan en dat dat niet vraagt om extra maatregelen. De LV heeft erkend dat op basis van het onderzoek geen sprake lijkt te zijn van een probleem waarvoor additionele maatregelen nodig zijn. Mogelijk zullen één of enkele kerken extra steun vragen nu zij door het wegvallen van de subsidie zelf voor de pensioenlasten komen te staan. Belangrijk is dat de CSK, anders dan de SEV deed, naar meer kijkt dan alleen de pensioenlasten en de gemeentegrootte. De CSK kijkt namelijk naar het financiële totaalbeeld en dat is eerlijker. Op de vraag van br Smit (Zeist) of is overwogen om de CAOV in een breder kader te regelen, antwoordt zr Janssens dat het vorige contract samen met de GKV is afgesloten. Na afloop van de eerste contractsperiode waren er redenen om apart op te trekken. De financiële situatie van het vrijgemaakte emeritaatsfonds (VSE) was en is ook heel anders dan die van de SEV. Op een vraag van br Jansen (Loosdrecht) naar de controle van de pensioengrondslagen voor PGGM, deelt br Vreugdenhil mede dat dit één van de taken van de nieuwe instelling (CAZ/SEV) zal worden. Alle taken van de SEV zullen in kaart worden gebracht en samen met de taken van de huidige CAZ wordt dat het takenpakket voor de nieuwe ‘instelling CAZ’, met de bijbehorende kosten. Br Smit (Zeist) tekent aan dat de CAZ geen stichting is. Br Vreugdenhil antwoordt dat het een kerkelijke instelling zal worden, qua rechtsvorm gelijk aan de NGP. Die was eerst ook ondergebracht in een autonome stichting en is zodra dat mogelijk was, onder de paraplu van het kerkverband gebracht. Br Smit verzucht dat ‘buitenverbanders’ hiervan zouden gruwen: het kerkverband trekt steeds meer aan zich.
7. Rondvraag Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. Br Vreugdenhil meldt dat eind van het jaar vermoedelijk nog een opheffingsvergadering zal plaatsvinden.
8. Sluiting Nadat de vergadering met dankgebed is besloten, sluit br Vreugdenhil de vergadering, dankt de afgevaardigden voor hun aanwezigheid en participatie en wenst ieder een goede thuisreis.
Vastgesteld in de vergadering d.d. 15 december 2014
drs B.P. Vreugdenhil, voorzitter
3
drs J.G. van Dalen, secretaris
