Verslag studiereis 2 en 3 juli 2010 - Essen 2010 Op vrijdag 2 juli 2010 stappen zo’n zestig mensen in de bus voor een bezoek aan het Ruhrgebied dat onder aanvoering van Essen European Capital of Culture is in 2010. Aanleiding Ieder jaar selecteert de Europese Unie twee steden die een jaar lang de titel European Capital of Culture dragen namens hun land. In 2010 zijn dit Essen für die Ruhr, Pecs en Istanbul. In 2018 is Nederland aan de beurt. De provincie Fryslân heeft de ambitie Culturele Hoofdstad van Europa te zijn, uiteraard met alle gemeenten. Bij de bespreking van de strategie Fryslân Kulturele Haadstêd 2018 op 14 oktober 2009, is afgesproken om een keer met de woordvoerders Cultuur van de Statenfracties af te reizen naar het Ruhrgebied om een beter beeld te krijgen van wat deze titel voor een regio kan betekenen. De reis heeft even op zich laten wachten omdat het tegelijkertijd een goede gelegenheid is om nader kennis te maken met de op 1 juni 2010 gestarte kwartiermaker voor deze ambitie Henk Keizer. Naast de Statenleden zijn de wethouders Cultuur van de zes regiokernen (zo benoemd in de cultuurvisie Finsters Iepen! 2009-2012) Drachten, Dokkum, Franeker, Heerenveen, Sneek en Leeuwarden uitgenodigd. In de aanloop naar de vaststelling van de strategie in Provinciale Staten hebben de wethouders gezamenlijk een adhesiebrief gestuurd, waarin zij het belang van de ambitie voor de verdere ontwikkeling van de culturele sector onderschrijven. Het zou een gemiste kans zijn om bij een dergelijke reis niet tevens een aantal sleutelfiguren uit de culturele sector mee te vragen. Meerwaarde van de reis zit ‘m vooral in het uitwisselen van kennis en ervaring en de verschillende perspectieven waarmee naar deze ambitie wordt gekeken. Op de eerste dag van dit bezoek aan het Ruhrgebied is de delegatie die het Ruhrgebied bezoekt versterkt met vertegenwoordigers uit het onderwijs, de marketingsector en het bedrijfsleven, die betrokken zijn bij de ontwikkeling van het Merk Fryslân.
In de heerlijk koele bus heet Jannewietske de Vries iedereen hartelijk welkom. Haar uitgesproken hoop dat deze reis nieuwe contacten en vooral nieuwe aanknopingspunten voor Fryslân 2018 oplevert, wordt meteen daarna al bewaarheid. De gesprekken beginnen direct en houden pas zaterdagavond om 18.00 uur in Leeuwarden met moeite weer op. De microfoon wordt kort overgenomen door de op 1 juni jongstleden gestarte kwartiermaker Henk Keizer. Hij introduceert zichzelf en enkele bestuursleden van de Stichting Fryslân Kulturele Haadstêd 2018. De stichting zal zelfstandig opereren onder de naam Fryslân 2018. Daarbij is de provincie niet opdrachtgever, maar zit in de rol van subsidiegever. Uiteraard is nauwe samenwerking met de provincie gewenst. Een duidelijk engagement van de politiek is trouwens een voorwaarde voor het binnenhalen van de kandidatuur. Henk Keizer staat voor de uitdaging in de zomermaanden het Plan van Aanpak te maken voor het jaar 2011, dat dit najaar aan Provinciale Staten wordt voorgelegd.
Gertjan Hospers, o.a. professor regiomarketing Universiteit Twente houdt vervolgens een kernachtig betoog over de transitie van het gigantische kolen- en staalgebied aan de Ruhr naar een gebied dat het qua werk nu moet hebben van dienstverlening en creatieve industrie. Een bijzondere opgave in een gebied dat nu weliswaar meer groen oogt, maar getekend is door omvangrijke en vervuilde overblijfselen van slechts 20 jaar intensieve mijnbouw, (hoog)ovens en steenkoolteergasinstallaties. Veel mensen trekken weg uit het gebied: er is al veel leegstand. Krimp is hier dan ook een bekend fenomeen. Het Ruhrgebied gebruikt de titel Culturele Hoofdstad om het 'zwarte' imago van zich af te werpen. Daarbij wordt het verleden niet ontkend. Overblijfselen van de industrie worden als authentieke punten in het landschap gemarkeerd: de schoorstenen, pijpleidingen en installaties blijven, maar herbergen nu kunst en cultuur, restaurants en andere bedrijvigheid. Fietspaden en veel groen maken het landschap weer bereikbaar (en genietbaar) voor inwoner en toerist. Er is zelfs sprake van een Europese route voor industrieel heritage. Authenticiteit is een sterke imagopijler onder Culturele Hoofdstad Ruhr 2010. Zo’n 53 steden in het Ruhrgebied werken samen in het gemeenschappelijke belang dat de idee van Culturele Hoofdstad voor hen is. In authenticiteit zit hun kracht en hun trots. Trots, trend (zetten) en traditie is het motto. Essen c.s. hebben hun kandidatuur gesteld vanuit de gedachte meedoen = winnen. Dat herkennen we hier in Fryslân. Voor “Europa” is belangrijk dat het Ruhrgebied laat zien dat een Europese regio een nieuwe visie kan neerzetten en gezamenlijk een nieuwe weg inslaat. Aan het einde van zijn verhaal deelt hij zijn boek uit, waarin helder de historie van het Ruhrgebied beschreven is en duidelijk wordt dat het samenwerken binnen Europese Culturele Hoofdstad een prachtige positieve impuls is voor de inwoners van dit deel van Duitsland.
Bernd Fesel is directeur van het European Center for Creative Economy. Het ECCE is opgericht om de energie die het proces van Ruhr 2010 de creatieve industrie oplevert, vast te houden zodat de in gang gezette ontwikkeling ook na het Culturele Hoofdstadjaar doorgezet kan worden. Vanuit Fryslân zijn we nieuwsgierig hoe Essen impulsen heeft gegeven aan de creatieve economie en hoe ze straks verder gaan als ze geen Culturele Hoofdstad meer zijn. Het programma in Essen is gestart in 2007. Op dat moment was het woord creatieve industrie helemaal hot. Maar wat is nu creatieve industrie? Daar zijn ze in Essen mee aan de slag gegaan. Dit heeft er toe geleid dat ze hun eigen definitie hebben gehanteerd. Traditioneel werd in Essen met de creatieve sector vooral muziek en drama bedoeld. Nu heeft het een veel bredere betekenis gekregen en behoren ook gaming, communicatie en software tot de creatieve industrie. Dit is een belangrijk proces geweest en het ontwikkelen hiervan heeft veel tijd gekost, maar heeft er uiteindelijk toe geleid dat er een visie is ontstaan waar iedereen achter kon staan. Bernd Fesel vergelijkt dit proces met een roeiboot: het neemt twee jaar voordat iedereen in de boot zit en dezelfde kant op roeit. Nu is de brede definitie geaccepteerd, en is er een mix van populaties en een balans ontstaan tussen diverse vormen van cultuur. Om vorm en richting te geven aan de creatieve industrie is er op adres onderzoek gedaan naar welke bedrijven tot deze sector behoorden. Dit heeft er toe geleid dat er nu een bestand is met 11.000 bedrijven in de creatieve industrie in gebieden waar veel lege gebouwen staan. In vijf jaar tijd zijn er ongeveer 50 nieuwe bedrijven bijgekomen. De creatieve industrie is nu net zo groot als de machine industrie en groter dan de bouw- en auto-industrie. Had Essen aanvankelijk een underdog positie, nu wil de creatieve industrie zich hier graag vestigen. Ook heeft het ECCE criteria opgesteld. Zo werd er alleen ondersteuning gegeven voor datgene wat de bevolking wilde. Alleen dan gaf het economisch effect en was het ook blijvend na 2010. Ook is besloten zelf geen projecten te doen of gebouwen te kopen. De strategie was heel duidelijk bottom up. Er is veel tijd gestoken in het voeren van bottom up discussies. In elke stad zijn ronde tafel gesprekken georganiseerd, waarbij lokale bestuurders en creatieve mensen aanwezig waren. Deze gesprekken hadden geen verplichtend karakter. De mensen waren erbij omdat ze er belang bij hadden. Ook waren er geen beperkingen gesteld in het aantal instituten of het aantal deelnemers. Eerst zaten er 60 mensen bij de ronde tafel, later waren dat er 20. Dat waren de mensen die echt betrokken waren. De ronde tafel gesprekken hadden ook vaak tot gevolg dat er letterlijk door de stad gelopen werd, op zoek naar lege panden. De ronde tafel gesprekken hebben goed gewerkt. Er is begonnen in die steden die mee wilden doen. Kleine successen werden gevierd met als gevolg dat de belangstelling toe nam. Nu, in 2010 zijn er in vijf steden, vijf creatieve initiatieven ontstaan en zijn er nu 30 gebouwen beschikbaar voor de creatieve industrie. Verder vertelt Bernd Fesel over initiatieven die zijn ontstaan. Zo nodigde de traditionele culturele sector de Street Art academie uit met als gevolg dat veel jonge mensen betrokken werden. Ook vertelt hij van het initiatief Web televisie: filmpjes die op het web geplaatst worden van allerlei culturele activiteiten. Web televisie liet veranderingen zien. Hiermee werd een signaal afgegeven dat
de creatieve industrie ook “high culture” is. Aanvankelijk waren de filmindustrie en -festivals bang voor het internet. Ook de regionale bestaande stations wilden aanvankelijk niet meewerken. Nu doet blijken dat Web televisie terugstraalt op de stad en de veranderingen in cultuur en dat het middel (blog en web) niet relevant is, maar het doel: het samenbrengen van cultuurverschillen en de synergie die het oplevert. Als voorbeeld vertelt hij over het initiatief waar 30.000 mensen met elkaar zingen. Er is behoefte om dit te zien, want er wordt veel gebruik van gemaakt. Wat is blijvend? Hier is veel over te zeggen. Bernd Fesel geeft aan dat dit voor hem het merk Ruhr is. Ruhr heeft in de beleving van veel mensen nu een wezenlijk andere betekenis gekregen. Welke lessen kunnen we verder nog leren van Essen? 1. Het idee dat iedereen een voorstel in kon dienen was achteraf niet zo’n goed idee. Het resultaat was dat er 200 voorstellen binnen kwamen. Dit gaf veel te veel rompslomp met als gevolg veel ontevreden mensen. Dit is uiteindelijk opgelost door een competitie op te zetten door de creatieve sector. 2. De discussie tussen de massa en de “high culture” veel tijd heeft gekost. 3. Fijn dat er veel fondsen zijn. Deze hebben echter allemaal hun eigen regels, met als gevolg veel administratieve rompslomp. Hierdoor is er voorkeur ontstaan voor grote en dure projecten.
Gesprek met Nadja Grizzo, Ruhr 2010 GmbH - Marketing & Communication. Nadja Grizzo is één van de mensen die verantwoordelijk is voor het “Bidbook van Ruhr 2010”. Zij geeft een overzicht van hoe het begonnen is. Het was niet vanzelfsprekend dat de vijf steden in het Ruhrgebied gezamenlijk mee zouden doen. Dit is min of meer toeval geweest, doordat één stad de uitnodiging had doorgemaild naar de vier andere steden. Toevallig troffen de burgemeesters elkaar een paar dagen later voor een interview. Daar deed één van de burgemeesters een uitspraak, die door de krant werd opgepakt. Zo kwam het in de krant en is het gaan rollen. De burgemeesters en wethouders hebben een enorm sterke lobby naar Brussel opgezet. Ruhr 2010 heeft al veel belangstelling gehad van andere kandidaat Culturele Hoofdstad-steden in 2018 (Maastricht, Den Bosch, Utrecht, Den Haag). Elke stad die hier komt, wil een soort van recept van hoe je Culturele Hoofdstad kunt worden. Dit recept is er helaas niet. Wel hebben ze veel geleerd de afgelopen periode. Dit wil ze graag met ons delen. Eigenlijk is het heel simpel en geeft ze aan dat ze niets nieuws verteld. Gewoon beginnen bij het begin. De eerste stap is een persoon als “Henk” aanstellen (een kwartiermaker), die met iedereen gaat praten (in 2002). Ook hebben ze, verspreid over de verschillende regio’s, veel ronde tafel bijeenkomsten georganiseerd.
Op een gegeven moment ontstonden er twee groepen. De ene groep, met name de medewerkers van Regio Marketing Ruhr, vond dat Ruhr hetzelfde was als iedere andere metropool. De andere groep, de bidbook-schrijvers, vond dat Ruhr totaal niet te vergelijken was met andere regio’s. Wat ermee te doen? Hoe laten we Europa de identiteit van Ruhr zien en de migratie die sinds de industriële revolutie heeft plaatsgevonden? Dit betekende dat ze grip moesten krijgen op hun identiteit. Beginnen bij wie en wat we werkelijk zijn. En niet een plan maken over wie we zouden willen zijn. Wat betekent dit evenement voor een regio als Ruhr? Eveneens was dit van toepassing op het begrip cultuur. Hoe identificeren mensen zich met industriekernen en de verandering die daarin plaatsvindt? Het Ruhrgebied is geen mooie zwaan. Het succes van Essen is dat het programma op dagelijkse ervaringen is opgebouwd. Het eerste bidbook was maart 2004 klaar en was bestemd voor de eigen bevolking en geïnteresseerden. Het bidboek is tot stand gekomen door vooral met mensen te praten. Iedereen die dat wilde kon via een website reacties en ideeën op dit bidboek geven. Hier is niet op grote schaal gebruik van gemaakt, maar feitelijk is dit de start geweest om culturele hoofdstad van Europa te worden. Of ze een sterke lobby hebben gevoerd kan Nadja Grizzo niet zeggen. De gevoerde lobby heeft in haar ogen wel goed uitgepakt. Sommige mensen hebben er talent voor wanneer, met wie en waar ze moeten zijn. Als tip geeft ze mee te kijken naar hoe de mensen zijn, in plaats van naar hun functie te kijken. Ook geeft ze aan dat als er experts in de jury zitten, je ervoor moet zorgen dat je er iemand met vergelijkbare expertise naast zet, zoals dat ook met voetbal gebeurt. En als de jury op bezoek komt, breng ze dan daar waar ze emotioneel geraakt worden. Als laatste tip geeft ze mee dat draagvlak belangrijk is en dat je succesmomenten nodig hebt. Dat betekent in haar ogen dat een lange termijn visie noodzakelijk is, maar dat ook het benoemen van tussenstappen belangrijk zijn en dat die ook gevierd moeten worden.
Prof.dr. Florian Matzner is curator en kunstcriticus en als hoogleraar kunstgeschiedenis verbonden aan de Academie voor Beeldende Kunsten in München. Florian Matzner is initiator van het project Emscherkunst - Ruhr 2010. Een van de meest succesvolle onderdelen van Ruhr 2010. Twintig jaar geleden is de Emschergenossenschaft gestart met een project vergelijkbaar in omvang met de Deltawerken om het Emscherdal te “renaturaliseren”. Over een lengte van 350 km wordt het Emscherdal gesaneerd en zal over tien jaar de Emscher weer door het dal meanderen. De Emscher stroomt door het problematische noorden van het Ruhrgebied. Het gebied kenmerkt zich door economische neergang, 20% van de beroepsbevolking is er werkloos, er spelen zich intense integratieproblemen af en het raakt er meer en meer ontvolkt. Daar komt bij dat als gevolg van de mijnbouw een ondergrondse riolering door bodemdaling (in totaal maar liefst 20 meter) nooit mogelijk is geweest. Het Emscherproject omvat o.a. het saneren van het rioleringsstelsel, terugbrengen van de natuur, een beter leefklimaat voor de bevolking en economische herontwikkeling.
Florian Matzner is het project gestart om bezoekers en bewoners met andere ogen naar het gebied te laten kijken. Ingeklemd tussen de Emscher en het Rhein-Herne-Kanaal dat druk bevaren wordt door binnenvaart containerschepen, bevindt zich een strook land die hij als het Emscher Insel is gaan aanduiden. Florian Matzner heeft 40 internationale kunstenaars gevraagd om in twintig installaties op dit eiland de transitie van het gebied zichtbaar en tastbaar te maken voor publiek. Het project is door de plaatselijke bevolking omarmd. Ten opzichte van het rijke zuiden van het Ruhrgebied, heeft het arme noorden nu een project dat internationaal mensen aantrekt en dat het zelfbewustzijn van de inwoners in het gebied versterkt. Er wordt intensief gefietst in het gebied en gerecreëerd door zowel de plaatselijke bevolking, bezoekers uit het zuidelijke Ruhrgebied als door internationale toeristen. Op zaterdag bezoeken we in de verzengende hitte het kunstproject “Warten auf den Fluss”. Een project van de kunstenaarsgroep Observatorium. Een van de drie kunstenaars van het Observatorium, André Dekker, leidt ons rond op en bij het 38 meter lange paviljoen dat hij samen met Geert van de Camp en Ruud Reutelingsperger heeft ontworpen. Het werk van de groep kenmerkt zich door een samenspel van kunst en architectuur. Het paviljoen slaat een brug tussen beide toekomstige oevers van de straks door het dal meanderende Emscher. Het paviljoen is als tijdelijk bouwwerk in het landschap geplaatst. Het blijkt echter zoveel betekenis te geven aan het transitieproces dat het gehele gebied doormaakt, dat momenteel nagedacht wordt hoe het paviljoen voor het gebied behouden kan blijven. Het paviljoen biedt ruimte aan contemplatie, aan verbeelding. Geregeld vinden er discussies en bijeenkomsten plaats en tot verbazing van de kunstenaarsgroep is het paviljoen tot half september volgeboekt. Het succes van het project is te danken aan de symbiotische vormgeving in een “wasteland” van een opbloeiende industrienatuur. Het paviljoen nodigt uit om stil te staan. Om verschillende richtingen uit te kijken (de brug zigzagt naar de overzijde) en om te wachten: de drie paviljoens herbergen een badkamer, slaapvertrekken en een keuken. Daarbij is de omgeving zoveel mogelijk ongemoeid gelaten. Een groepje berkenbomen biedt een vanzelfsprekende samenkomstplek nabij het paviljoen. André Dekker ageert sterk tegen de neiging alle natuur tot park te transformeren. Juist in dit voormalige industriële complex is het spannend te zien hoe de natuur zich op eigen kracht hersteld en daarmee een nieuw ecosysteem vormgeeft. Wat het project complex maakt is de veelheid aan partners en belanghebbenden. Het niemandsland blijkt vele eigenaren te hebben. Onder de grond ligt een indrukwekkend complex systeem van leidingen. Met elkaar zijn we onder de indruk van de betekenisgeving die als gevolg van het project tot stand is gekomen. André geeft aan altijd op zoek te zijn naar het tot uitdrukking brengen van het tijdsbesef. Door stil te staan en nauwkeurig te observeren wordt het mogelijk door te dringen tot de essentie van wat op een bepaalde plek gaande is. Het observatorium hoopt met het “Warten auf den Fluss” dit proces te faciliteren en naar het zich laat aanzien, met groot succes. André over Fryslân Culturele Hoofdstad; die weilanden moeten open. Wat hij daarmee precies bedoelt, moet hij maar eens komen uitleggen.
Nagekomen berichten Dear Henk, thank you very much for your mail. I am very happy that you and the participants of the excursion had some valuable insights and inspiration. I personally enjoyed the conversation very much and had the impression there was a wave of open-mindedness that every single person brought with him or her – the willingness to question things and find new ways. I also had the impression that you all have a very important process going on, which is very different from ours in terms of content, but very similar in terms of the question: where do you position your region in the next 20-30 years and how can you initiate and implement this kind of change – since it is a very deep-going process. Very interesting and exciting! I am of course willing and happy to share anything I can. I guess by the beginning of August things will be more quiet and smooth around here and if you want we can get together for a chat – either here or in the Netherlands. Just let me know. All the best to you and Mr van Gessel and all the people who came with you. Take care, Nadja Grizzo _______________________________________________________________________________ Dear henk, it was a pleasure to meet you and your crew in Essen and i would very much like to help you with your application and candidature for 2018. You are completely free to decide whether our next meeting should be again in the Ruhr district or in Fryslan. I personally think it would be better if André and i could visit your region first and then to discuss how to go on?! as i already told you i'm free for a visit in Fryslan between end of September and mid of October! what do you think about this idea? all the best, yours, Florian Matzner _______________________________________________________________________________
Beste Henk, Er was een filmmaker uit Duitsland aanwezig toen jullie de brug bezochten. Hij vroeg me wat voor een gezelschap dat was. Hoewel hij nauwelijks Nederlands of Fries verstaat, zei hij me dat ie onder de indruk was van de schranderheid, de aandacht en de openheid van geest. In de schaarse minuten die ik met deze en gene afzonderlijk kon spreken, werden mij Friese vergezichten en opgaven geschetst, alsof ze aan me werden voorgelegd. Het idee om een week lang Friesland te schouwen spreekt me aan. Ik voelde me door jullie enthousiasme als een Geheimrat van jullie ambities. Ik wil eveneens met jullie verder denken. Han Steenbruggen, Belvédère, heeft me al persoonlijk uitgenodigd. Kunnen wij midden september afspreken? Hartelijke groet, André Dekker