Verslag Masterclass III Monumenten en energie: rol van gemeenten, provincie en eigenaren 10 april 2014
Op donderdag 10 april ontving Willem van Lynden 19 deelnemers op zijn schitterende woonverblijf, Kasteel Keppel. Gedurende de middag discussieerden we met landgoedeigenaren, gemeentelijke en provinciale ambtenaren over de rollen en werkwijzen van overheden rondom monumenten en energie. Focus lag daarbij op de rol van gemeenten. Rentmeester Frans van Lynden presenteerde de biomassa plannen van Landgoed Kasteel Keppel, Hendrik Haefkens vertelde over de werkwijzen van gemeente Zutphen en Elise Storms van het Gelders Genootschap ging in op de mogelijkheden van onderlinge samenwerking van gemeenten en tussen gemeenten en eigenaren.
Leerpunten voor eigenaren en gemeenten De drie presentaties en daaropvolgende discussies toonden een aantal leerpunten voor eigenaren en gemeenten. Wat kan een landgoedeigenaar doen? Geef energie een plek in landgoedvisie. Een landgoedvisie is een verbindend element, een document waar partijen achter kunnen staan. Als aandacht besteed wordt aan energieopwekking en –besparing kan het makkelijker zijn voor een gemeente om een plan integraal te beoordelen. Ga in vroeg stadium in gesprek met gemeente, dan worden kaders en mogelijkheden snel duidelijk en is contact gelegd voor verdere afstemming. Wat kan een gemeente doen? Bekijk aanvragen, ontwikkelingen en plannen van landgoederen altijd in samenhang. Een individuele aanvraag kan onlogisch lijken vanuit een sectoraal perspectief terwijl het juist bijdraagt aan de integrale maatschappelijke waarde van het landgoed als geheel. Geef ruimte voor maatwerk in het krimpbeleid Leer van andere gemeenten. Tijdens de masterclass heeft gemeente Zutphen hun werkwijze gedeeld. Vertaal opgedane kennis naar eigen situatie en benut projecten zoals Gelders Arcadië en IJssel en Berkel van Gelders Genootschap om van elkaar te leren. De belangrijkste les voor eigenaren en gemeenten: blijk met elkaar in gesprek. Alleen dan kunnen oplossingen gevonden worden voor problemen en uitdagingen in projecten.
1
Ontwikkeling plannen voor landgoedverwarmingsnet bij Keppel Frans van Lynden presenteert de plannen voor een landgoedverwarmingsnet op het eiland. Op basis van beschikbare hout op het landgoed lijkt het mogelijk om een interessante casus te maken. Installatieadviesbureau DWA heeft drie varianten uitgewerkt: voor de bebouwing rondom het kasteel, een uitbreiding met een aantal woningen en een uitbreiding met zorgcomplex De Gouden Leeuw. In alle varianten is gekeken naar hoe investeringen en lopende kosten zo laag mogelijk gehouden kunnen worden. Gekozen is voor een snipper kachel die ook aanvoer van snippers kan drogen. Hierdoor hoeven snippers niet lang van te voren te drogen. Een schuur op het landgoed zou omgebouwd kunnen worden tot ketelhuis en snipper opslag. Uiteindelijk moet het systeem even betrouwbaar zijn als een HR Ketel en zeker niet meer kosten. Helaas is de investering zo hoog dat, met de bijkomende risico’s, het creëren van een landgoedwarmtenet, vooralsnog niet rendabel lijkt.
Discussie Warmtenet heeft weinig invloed op monumentale waarden Door te kiezen voor een constructie waarbij de warmte in een centraal ketelhuis wordt opgewekt hoeven er maar weinig aanpassingen gedaan te worden in de monumentale panden. Vanuit het ketelhuis moet een verbinding gelegd worden met de huidige locaties van de CV ketels. De rest van de installaties kunnen dan behouden en benut blijven. Alternatieven voor standaard biomassa ketels Interessante alternatieven voor snipper biomassa kachels zijn het opwekken van elektriciteit (makkelijker te transporteren) of het maken van groen gas. Bij beiden kan distributie van opgewekte energie eenvoudig via bestaande infrastructuur lopen. Extensief gebruik maakt rendabele businesscase moeilijk Het huidige gebruik van het kasteel is extensief, de eigenaren stoken maar weinig. Als gebruik in de toekomst intensiveert wordt het makkelijker om een rendabele business case te creëren. Betrokkenheid gemeente: stel landgoedvisie op met hoofdstuk over energie Gemeente Bronckhorst is momenteel via de landgoedvisie van Keppel betrokken bij de plannen. Een landgoedvisie van de eigenaar geeft veel houvast en zorgt ervoor dat breder gekeken wordt dan alleen naar één gebouw. Ze voorkomt ad hoc maatregelen, is basis voor een samenhangend programma. Een goede visie helpt om steun te krijgen binnen de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders kan aangeven achter een visie te staan. Dat creëert voor ambtenaren ruimte om initiatieven die passen in de visie te faciliteren (in tijd, meestal niet in geld). Huidige visies bevatten echter geen informatie over energie. Energiebesparing of opwekking zijn nu afgeleiden van andere onderdelen in de visie. Het kan helpen om energie beter te benoemen in een landgoedvisie. Dan kan een gemeente ook daarin sneller / beter faciliteren. Zorg als eigenaar dat de gemeente in een vroeg stadium is ingelicht. Te vaak komt het voor dat een eigenaar met een uitgewerkt plan komt, met elementen die moeilijk liggen bij een gemeente en die via een eerder overleg anders uitgewerkt hadden kunnen worden. Cultuurverandering gemeenten; van controleur en toetser naar gesprekspartner Van oudsher is de rol van gemeenten om plannen te toetsen aan beleid. Gemeenten werden door eigenaren gezien als hindermacht voor nieuwe initiatieven. De rol van gemeenten is echter aan het
2
veranderen. Gemeenten gaan initiatieven meer en meer faciliteren en treden als gesprekspartner van initiatiefnemers op. Door als partners ontwikkelingen te bespreken verlopen processen soepeler. Uiteindelijk willen eigenaren en gemeenten hetzelfde: de instandhouding en verbetering van landgoederen. Gemeenten behouden natuurlijk een toetsende rol. In gesprek blijven tijdens planontwikkeling en realisatie voorkomt problemen achteraf. Dit vraagt wel een andere houding. Als een eigenaar nu met plannen komt is de neiging om aan te geven wat allemaal niet kan. Veel problemen zitten bovendien vaak in ‘de marges’. Een parkeerplaats ontbreekt, de milieucirkel geeft net problemen, etc. Als een ambtenaar het probleem eenzijdig blijft beschouwen kom je door die marges niet verder. Die werkwijze moet omgebogen worden naar samen constructief kijken wat oplossingen en mogelijkheden zijn. Alleen door in gesprek te blijven kunnen problemen snel opgelost worden. Dat is niet makkelijk, in veel gemeenten moet nog gewerkt worden aan deze cultuurverandering. Krimpbeleid noodzakelijk, maar veroorzaakt onnodig problemen bij monumentaal rood Veel eigenaren van monumentale panden zoeken naar manieren om bestaande bouwmassa’s goed te benutten. Herbestemmen of transformatie met extra wooneenheden is in veel gemeenten door het krimpbeleid niet mogelijk. Want extra wooneenheden in bestaand monumentaal rood moeten gecompenseerd worden met minder nieuwbouw. Dat kost de gemeente geld en kan leiden tot conflicten met projectontwikkelaars en wordt daarom meestal niet toegestaan. Het krimpbeleid zorgt er voor dat eigenaren van monumentale panden geen waardevolle plannen voor wooneenheden kunnen ontwikkelen die extra aantrekkingskracht kunnen bieden voor de omgeving. In sommige gevallen kan het creëren van wooneenheden een passende oplossing zijn die niet conflicteert met het krimp beleid. Het beleid sluit dit echter nu zo goed als uit. Eigenaren en ambtenaren ervaren dit als een groot probleem in de Achterhoek. Het zou goed zijn dat overheden maatwerk in het krimpbeleid zouden kunnen toestaan.
Erfgoedbeleid Zutphen Hendrik Haefkens geeft een overzicht van het beleid van de gemeente Zutphen. De gemeente heeft een grote hoeveelheid rijks- en gemeentelijke monumenten en andere karakteristieke panden of zaken. Duurzame monumentenzorg is belangrijk voor de gemeente en moet ervoor zorgen dat risico’s voor monumenten verlaagd worden en kansen verhoogd. Voor duurzame monumentenzorg wordt actief samengewerkt met eigenaren, de Federatie van Grote Monumentengemeenten en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Daarnaast ontwikkeld Zutphen samen met 10 andere gemeenten een toolkit waarin maatregelen voor duurzame instandhouding zijn opgenomen. Gemeente Zupthen ziet dat eigenaren van monumenten geconfronteerd worden met hoge energierekeningen, laag comfort, (gevoeld) gebrek aan ontwikkelmogelijkheden en een algemene negatieve beeldvorming rondom monumenten. Verhuur en gebruik worden hierdoor steeds moeilijker waardoor duurzame instandhouding van monumenten in het geding kan komen. Als een pand niet verhuurt kan worden dreigt leegstand en verval. Gemeente Zutphen wil daarom een differentiatie maken tussen grote en/of complexe monumenten en woonhuismonumenten. Voor het eerste niveau moet (restrictief) maatwerk toegepast worden, bij het tweede niveau kan ruimte gegeven worden met kaderstellende richtlijnen. Bij dit tweede niveau wil de gemeente ook procedures vereenvoudigen en (deels) vergunningplicht opheffen om drempels te verlagen (dit gaat verder dan de modelverordening van VNG). De presentatie wordt afgesloten met diverse voorbeelden en een toelichting op de kansen en de uitdagingen daarbij, in de gemeente.
3
Discussie Gemeenten kunnen eigenaren begeleiden bij het maken van keuzen Eigenaren kunnen hoge ambities hebben bij bijvoorbeeld de isolatie van hun woning. Het is dan belangrijk om de grenzen aan te geven van wat een monument aan kan. Gemeenten hebben veel deskundigheid in huis en kunnen aangeven wat in de waardestelling van een monument belangrijk is. Een eigenaar kan dan makkelijker afwegingen maken. Eigenaren zijn vaak zoekend naar mogelijke oplossingen en zoeken daarbij naar expertise om keuzen te maken. Helaas wisselt het niveau van adviseurs sterk. Bij wie kunnen ze met hun vragen terecht? Ambtenaren bij gemeenten zoals Zutphen kunnen in ieder geval helpen door mee te denken over mogelijke oplossingen en aanpassingen bij een monument. Passende oplossingen verschillen per monument en locatie Wat mogelijk is in een monument hangt niet alleen af van het pand, maar ook van de locatie. Als voorbeeld wordt genoemd dat in Zutphen buitendakse isolatie vaak wenselijk is om de bijzondere kapconstructies te behouden. Bij monumentale vila’s in Apeldoorn is de beeldwaarde juist zo belangrijk dat buitendaks isolatie vaak niet wenselijk is. Standaard oplossingen zijn dus zelden mogelijk. Voor eigenaren met eigendommen in meerdere gemeenten kan het verschil in keuzen lastig zijn, net als verschillen in beleid. Dat is niet te voorkomen. Wel te voorkomen is dat een eigenaar geconfronteerd wordt met veel verschillende loketten binnen een gemeente.
Samenwerking in landgoedprojecten Elyze Storms van het Gelders Genootschap vertelt over het intergemeentelijke project Gelders Arcadië (Zuidelijke Veluwezoom) dat liep van 2007 tot 2011 en over het net gestarte project IJssel en Berkel over het landgoederenlandschap van de gemeenten in de Zuidelijke IJsselvallei en de Graafschap. De afgelopen decennia zijn er van buiten (stedelijke druk) en binnen (hoe in stand te houden) veel ontwikkelingen op landgoederen afgekomen. In de projecten van het Gelders Genootschap worden karakter en waarde van de landgoedcollectie bepaald en vervolgens met gemeenten en eigenaren gezocht naar gewenste ontwikkeling op verschillende schaalniveaus. Ze eindigt met de vraag wat de onderwerpen zijn waarbij samenwerking tussen eigenaren, gemeenten en eigenaren en gemeenten kansen bieden.
4
Presentaties Ontwikkeling plannen voor landgoedverwarmingsnet Frans van Lynden geeft een toelichting op de plannen van Landgoed Kasteel Keppel om een warmtenet voor het landgoed aan te leggen.
Bij het vaststellen van de doelen is het altijd belangrijk om te kijken wat doelen van partijen in de omgeving zijn; het kan interessant zijn om combinaties te leggen tussen de doelen van verschillende partijen.
Eerste stap bij de planvorming is onderzoeken wat de potentiele opbrengst aan biomassa kan zijn op het landgoed. Vooral knothout is daarbij interessant. Voor dit hout is nu geen bestemming.
5
Natuurlijk moet een plan rendabel uitgewerkt 3 kunnen worden. Met de 1.300 m hout kan 3 ongeveer van 130.000 m gas bespaart worden ter waarde van ongeveer 65.000 euro.
Een rendabele businesscase maken is echter lastig omdat er zeer zuinig gestookt wordt op het kasteel. Mede daarom is gekeken of een warmtenet gecreerd kan worden voor andere panden op het landgoed of op het eiland. De schuur (rood op kaart) zou eenvoudig aangepast kunnen worden een centrale kachel en opslag. Het ligt ook ideaal centraal op het eiland.
In een enquete is getoetst wie mee wil doen aan een landgoedwarmtenet. Uitgangspunt daarbij moet in ieder geval zijn dat het niet duurder, en liefst goedkoper, dan een reguliere HR ketel.
6
Erfgoedbeleid gemeente Zupthen
7
Samen met tien andere gemeenten is Zutphen een toolkit aan het ontwikkelen over duurzame monumentenzorg.
In het verleden werd duurzaamheid (energiebesparing of -opwekking) als risico gezien. Nu ziet de gemeente het juist ook als kans.
Stichting het Wijnhuisfonds gaf aan dat energie een te grote kosten post werd voor huurders in hun monumentale panden. Samen met lage comfort vormt dit een grote bedreiging. Zonder gebruik is behoud onmogelijk.
Vlak na de oorlog kwamen veel panden leeg te staan in het centrum. De aantrekkelijkheid van de binnenstad moest verhoogt worden om ervoor te zorgen dat panden benut bleven worden. Daar is in de jaren na de oorlog veel geld in geinvesteerd.
8
Een differentiatie maken tussen monumenten wordt van groot belang om ervoor te zorgen dat monumentale panden ook in de toekomst gebruikt blijven worden. Bij woonhuismonumenten streeft de gemeente ernaar om drempels te verlagen. Op basis van de toolkit worden maatregelen aangeboden en wil de gemeente vergunningsvrijheid geven. Bij grote en of complexe monumenten kan dit niet altijd. Hierdoor zal er een verschil ontstaan tussen gemeentelijke- en rijksmonumenten.
In het buitenland wordt veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar effecten van maatregelen in complexe monumenten. In Nederland zijn ook veel woonhuismonumenten waar maar heel weinig kennis is over de effecten van maatregelen. De gemeente probeert aan de hand van de voorgesprekken / vergunning aanvragen al wel risico’s in te schatten. Als mensen dampremmers willen inzetten wordt direct een link gelegd met toezicht om goede toepassing te controleren. Als het fout gaat (bijv. verkeerde beglazing) moet je er als gemeente wel snel bij zijn. Herstel van foute ingrepen is vaak erg duur.
9
10
Samenwerking in landgoedprojecten Gelderland telt 119 complexen
Tussen 2007-2011 heeft Gelders Genootschap voor de Veluwe zoom het project Gelders Arcadië uitgevoerd. In 2014 is gestart met een vergelijkbaar project bij Brummen, Bronckhorst, Zutphen, Berkelland, Lochem en Voorst, genaamd IJssel en Berkel.
11
In 1820 was de Veluwe Zoom al bekend door de vele bijzondere plaatsen.
Tussen 1900 en nu is er grote stedelijke ontwikkeling geweest zoals op de kaarten is te zien. Van buiten (stedelijke druk) en van binnen (hoe in stand te houden) hebben landgoederen hiermee te maken gehad. Hoe kan die ontwikkeling als kans worden omgezet.
Op waarschijnlijk een van de belangrijkste landgoederen van Arnhem, Sonsbeek, is die ontwikkeling ook nu nog merkbaar. De nieuwe torens bij het station hebben schitterend uitzicht op het landgoed, maar is het uitzicht visa versa wel verbeterd?
12
Een van de ontwikkelingen van monumentale panden kan herbestemming zijn. Zo is Hinkeloord van onderwijslocatie getransformeerd naar museum. De nieuwe liftschat is relatief reversibel (meer dan als de lift intern gerealiseerd was geweest).
Bij Hof te Dieren is in de jaren ’60 de ruine van het landhuis gesloopt. Nu wordt onderzocht of herstel / nieuwbouw een passende nieuwe ontwikkeling kan zijn.
Gelders Genootschap heeft ook onderzocht wat het effect van de ijssellijn (vrachtspoorverbinding) op de Veluwe zoom zou kunnen zijn.
13
14
15
Deelnemers Masterclass III Alexander
de
Bert
Gemeente Lochem
Alexandra
van
Dedem-Tielkemeijer
Kasteel Ophemert
Arthur
Van
Dedem-Tielkemeijer
Kasteel Ophemert
Ernst
van der
Grijp
Monumentenwacht Gelderland
Hendrik
Haafkens
Gemeente Zutphen
Willem
Hagens
Gemeente Bronckhorst
Elise
Holtman
Gelders Genootschap
Pierre
Lommen
Gemeente Ede
Frans
van
Lynden
Landgoed Kasteel Keppel
Willem
van
Lynden
Landgoed Kasteel Keppel
Mensonides
Landgoed Vale Ouwe Zate
Oirschot
Gemeente Voorst
Arthur
Senff
Gemeente Brummen
Elyze
Storms
Gelders Genootschap
Maureen
Veldkamp
Gemeente Brummen
Wijngaart
Gemeente Wageningen
R.
Wolfkamp
Gemeente Apeldoorn
Dick
Zweijtzer
Gemeente Arnhem
Organisatie Paul
Thissen
Provincie Gelderland
Harm
Luisman
Wing
Jorgen Willem
Maarten
van
van de
Deze activiteit maakt deel uit van het Gelders kennisprogramma DuurzaamDoor 2013-2016 en SHARE Interreg IVB NWE Programme Safeguarding Heritage and Rural Economies
16