Verslag cluster 4: Cultuur buiten haar grenzen Moderator: Jean-Marie Vandeursen Verslag: Anne-Marie Croes
Voormiddag Enkele deelnemers aan de discussie (lijst niet volledig) Katrien Reist (extra city) Sofie De Caigny (Vlaams architectuurinstituut) Kris Motmans (VOKA) Karel Van Ransbeke (De Spiegel) Roos Desmet (Kortrijk) Jef Van Eyck (e-cultuur) Els Silverants (Institute for provocation) Katrien Laporte (Stad Gent) Jessa Wildemeers (actrice) Lucas Pairon (Music fund – Ictus) Gudrun Heymans (Cultuurcontactpunt)
Sprekers Ann Olaerts Wim Vanseveren
Cross-over naar andere sectoren In de drie presentaties wordt gefocust op het culturele veld dat buiten haar sector kijkt of moet kijken. Het is belangrijk om de bestaande platformen van cross-over (bijvoorbeeld Flanders DC) verder te benutten, maar ook nieuwe instrumenten of structuren uit te bouwen. We moeten ook naar de ‘hardere’ sectoren kijken, zij kunnen namelijk onze creativiteit goed gebruiken. Maar we moeten natuurlijk onze eigen autonomie kunnen behouden. Er heerst daartegenover wel wat pleinvrees vanuit de sector. De commerciële sector is bijvoorbeeld utilitair ingesteld, terwijl de culturele sector niet per definitie ‘nuttig’ hoeft te zijn. Een architect moet zorgen dat een huis blijft staan, maar een installatie van Panamarenko moet niet kunnen vliegen. Cultuur mag economisch nutteloos zijn en blijven. De culturele sector is conservatief. Ze staat open voor alles wat met cultuur te maken heeft, maar staat argwanend t.a.v. de commerciële sector. Op zijn minst zou een dialoog moeten worden aangegaan. Innovatie en creativiteit staan in bedrijfsleven hoog op agenda, maar zijn eigen aan de culturele sector. We kunnen hier op inspelen. We moeten inzetten op het laten au sérieux nemen van onze sector, en daar hebben we nog een lange weg te gaan. Cultuur is bijvoorbeeld niet opgenomen in het VIA verhaal.
1
Samenwerking met andere regio’s, landen en Europa Vlaanderen is een kleine regio die constant op grenzen botst. Er ontstaan dan ook organisch veel samenwerkingen over deze grenzen. De culturele sector heeft een open geest. We staan open voor andere culturen, naar andere gemeenschappen (zoals de Franse gemeenschap in België), … We moeten dit meer op de voorgrond plaatsen. Een cultureel akkoord met de Franse gemeenschap moet er komen. Binnen het ‘Culture program’ van de EU zijn er opvallend veel Belgische organisaties die in een internationaal samenwerkingsverband zitten. We mogen hier trots op zijn. Maar het onderscheid tussen Belgische en Vlaamse organisaties is niet altijd eenvoudig te maken. De buitenwereld ziet ons namelijk steeds als België, niet als Vlaanderen en Wallonië. Wij hebben internationaal gezien een erg rijke ‘bodem’. Er gebeurt hier veel en we zijn cultureel erg sterk. De bestaande decreten werken relatief goed, maar we mogen niet te veel onder de eigen kerktoren blijven kijken. We moeten een proactief internationaal beleid voeren, en ons veel meer zichtbaar maken. Als dit niet snel gebeurt, dan spelen we onze voorsprong die ons wordt benijd kwijt.
De overheid en transversaliteit Als we cultuur in andere sectoren willen laten aanvaarden, moeten de instrumenten daar ook op worden afgestemd. Een project dat bijvoorbeeld op de grens zit tussen het sociale, ecologische en artistieke, dreigt nu uit de boot te vallen. Geen van de sectoren wil of kan het project ondersteunen, zonder dat het op zijn waarde wordt beoordeeld. Hier moet de overheid de bewegingen in de sector kunnen volgen en zich aanpassen. Er moet een coördinatiecel internationaal worden opgericht, en de administratie moet worden versterkt. De Franse Gemeenschap is veel meer aanwezig op Europese fora. De inzet van mensen is op dit vlak belangrijker dan de beschikking over middelen. In de Provincie Antwerpen zijn er bijvoorbeeld 7 mensen die zich met Europese projecten bezighouden.
Stimuleren én volgen De overheid moet een balans vinden tussen een stimulerend beleid en volgen wat er zich op het veld beweegt. De subsidies voor internationale initiatieven zijn zowat geminimaliseerd. Het internationale maakt hoofdzakelijk deel uit van de structurele envelopjes binnen Kunsten, daarnaast is er geen beleidsruimte meer. Maar de Vlaamse Overheid moet een internationaal beleid neerzetten, om zo de sector zichtbaarder te maken, zowel in Vlaanderen als in het buitenland. Door een gebrek aan dit beleid, dreigen we legitimiteit te verliezen. We hebben een geoormerkt budget nodig voor de internationale werking. Het Vlaamse cultuurbeleid zit erg vast in decreten (wat belangrijk is), maar alles wat buiten de decreten valt, krijgt het lastig. Dit ligt natuurlijk ook aan het ontbreken van voldoende projectmiddelen.
Nood aan cijfermateriaal We zijn heel slecht in het vermarkten van ons culturele kapitaal. We hebben het potentieel, maar we verkopen ons heel erg slecht. De creatieve industrieën is een sterk groeiende sector, maar we hebben daar geen cijfergegevens over. Het is erg moeilijk om gegevens vast te krijgen. Gegevens zitten niet alleen bij de overheid, maar ook bij de individuele organisaties. Zeker op vlak van het internationale, zouden we een verbluffend verhaal kunnen schrijven. Het is ongelofelijk hoeveel geld we uit het buitenland halen, via structurele subsidies.
2
Besluit door de voorzitter We moeten zoeken naar mogelijkheden om andere sectoren bewust te maken van het belang van cultuur. De beleidsmuren tussen cultuur en andere sectoren moeten worden afgebroken en de grenzen tussen harde en zachte sectoren moeten verder vervagen. Onze ambities liggen hoog, maar onze middelen zijn beperkt. We moeten onze middelen efficiënter inzetten door samen te werken met andere sectoren. Bovendien moeten we ons eigen kapitaal beter vermarkten; er is veel, maar we verkopen het niet genoeg. Het bestaande instrumentarium moet gevaloriseerd worden en nieuwe instrumenten zijn nodig, zeker voor het internationaal cultuurbeleid.
Namiddag Enkele deelnemers aan de discussie (lijst niet volledig) Luc Joosen (Vlaamse opera) Carlo van Baelen (VFL) Stefan Siffer (VAI) Dirk Lens (VtbKultuur) Jos Sterckx (Vleva) Jan Hermans (Gemeente Herzele) Josine De Roover (NICC) Marc Geurden (Troubleyn)
Sprekers Ann Olaerts Wim Vanseveren
Transversaal en geïntegreerd beleid De oproep naar een transversaal cultuurbeleid komt vanuit de culturele sector, maar bestaat er een openheid vanuit de andere sectoren naar cultuur toe? Is het geen eenrichtingsverhaal? Wat is de wederkerigheid van de interesse? Uit het verleden hebben we al een aantal mooie voorbeelden, zoals de digitalisering van beeldmateriaal (via innovatiemiddelen) of CultuurInvest (bruggen tussen cultuur en economie). Ook binnen onderwijs is er veel interesse voor cultuur, net zoals bij welzijn. Maar het is inderdaad moeilijker als je steeds vragende partij bent. Dit is sterk gelieerd aan de stelling van cultuur is overal. Wij zetten expliciet de eerste stap, en we hopen dat het van twee kanten komt. Het is een optie om dit naar een regeringsniveau te tillen, zodat het draagkracht krijgt binnen alle sectoren. Er wordt geijverd voor een geïntegreerd architectuur beleid. De Vlaamse bouwmeester werkt boven verschillende departementen. Als je vanuit cultuur sterk wil staan naar andere domeinen, moet je juiste argumenten aanreiken, cijfers aanbieden…
Cijfermateriaal Cultuur spreekt nog teveel vanuit een eigen (wollig) jargon. De culturele sector zit erg conservatief in elkaar. We moeten een discours ontwikkelen waardoor de andere sectoren met ons kunnen praten. En daar horen ook cijfers bij. Er is weinig tot geen cijfermateriaal beschikbaar over de culturele sector. Het ontbreken van harde gegevens is verbijsterend. De sector is erg conservatief op dit vlak. Cultuur is overal, maar we kunnen het niet staven met cijfers. We moeten de cijfers verzamelen die in andere sectoren evident zijn. Dit kost niet zoveel geld, maar wel veel energie.
Eco-cultuur Internationale mobiliteit heeft ook een ecologische component. Is er vanuit de sector hier interesse voor?
3
Er is nog veel onwennigheid rond het begrip ‘eco-cultuur’. We mogen het begrip niet vernauwen tot energienormen of kunst in de natuur, maar we moeten ons focussen op het werken op lange termijn en met respect voor het verleden. We moeten zoveel mogelijk debat opstarten rond het begrip ‘eco-cultuur’, om het uit te diepen. Ecologie is een globaal begrip, het gaat verder dan cultuur of Vlaanderen. Het is overkoepelend. Cultuur gaat over identiteit, maar ecologie gaat over de toekomst. We moeten de principes van ecologie doortrekken in onze volledige werking. Bijvoorbeeld niet alleen in de auto, maar samen naar een optreden gaan. Of opteren voor duurzame materialen. Er is wat reserve t.a.v. ecologie, vanwege de vrees dat de overheid die als een normerende factor gaat aanzien. Niet-ecologische cultuur heeft ook een bestaansreden. Eco-cultuur kan in verschillende aspecten van een werking worden meegenomen, maar er moet ook ruimte zijn voor projecten. Er moeten proeftuinen in het subsidiebestel worden ingebouwd waar kan worden geëxperimenteerd, o.a. rond eco-cultuur.
Cel internationalisering Er moet een cel internationalisering worden opgericht en ondersteund. Op dit moment gaan er veel kansen verloren, door gebrek aan informatie, gebrek aan afstemming… We moeten onze middelen (financieel en andere) beter inzetten.
Wat moet deze cel internationalisering doen? Wat kan de cel betekenen voor jullie? • • • •
• • • •
•
Het verzamelen van meer cijfermateriaal. Wat gebeurt er allemaal in het buitenland? Bovendien moeten die cijfers worden geanalyseerd en moeten er conclusies uit worden getrokken. Een inventarisatie van gelijkaardige verenigingen in het buitenland. Hoe wordt er in het buitenland omgegaan met de culturele sector? Binnen internationalisering is het belangrijk om in te zetten op het Europese verhaal. Wat zijn de specifieke linken tussen het Europese beleid en het Vlaamse beleid op vlak van cultuur? De cel zou op de voet moeten volgen waar Europa mee bezig is. De problematiek van de internationale mobiliteit van kunstenaars (visa, sociale zekerheid…) is bijvoorbeeld niet op te lossen binnen de lidstaten, hier moet de Europese wetgeving op worden afgestemd. Op dit moment is cultuur te weinig alert voor de Europese dimensie. Wat zijn de subsidiemogelijkheden binnen Europa op vlak van cultuur. Niet alleen de ‘Culture’-middelen, maar zijn er nog andere lijnen die minder evident zijn maar toch mogelijk. De blik mag zich niet beperken tot Europa, maar moet ook verder reiken naar de minder evidente regio’s en landen. Ervaringsuitwisseling, mensen die al in het buitenland zijn geweest moeten hun ervaringen kunnen delen. Contact leggen met de Vlaams vertegenwoordigers en de Belgisch ambassadeurs. De cel zou de ambassades moeten dynamiseren en sensibiliseren over cultuur. Vaak is de interesse voor cultuur van de vertegenwoordigers en de ambassadeurs erg afhankelijk van de persoonlijke interesse. De ambassades zouden een soort van ‘cultureel bewustzijn’ moeten worden bijgebracht. Aandacht in de media bevorderen, zodat de zichtbaarheid van cultuur in het buitenland wordt bevorderd.
Besluit door de voorzitter Is de liefde wederkerig, zijn andere sectoren ook op zoek naar ‘cultuur is overal’? De culturele sector met leren spreken met andere domeinen, we moeten ons eigen jargon verlaten.
4
Het kennisknooppunt kan iets betekenen op vlak van cijfers, vergelijkingsmateriaal, het Europese verhaal, de link met lokale initiatieven, informatieverstrekking, ervaringsuitwisseling, de link met ambassades, media-aandacht enz.… Wat is de rol van de EU op vlak van cultuur? Wat kan de EU betekenen voor de Vlaamse culturele sector? Er is onwennigheid t.a.v. het begrip eco-cultuur. Ecologie moet een aandachtpunt zijn, maar geen normerende factor.
5