Schoolplan SO cluster 4

Schoolplan 2015 - 2019 SO cluster 4

schoolplan Rehobothschool SO cluster 4 2015-2019 (versie: 17-04-2015)

1|

SCHOOLPLAN REHOBOTHSCHOOL SO CLUSTER 4 2015-2019

1

OPZET SCHOOLPLAN

Dit schoolplan van de Rehobothschool SO cluster 4 voor planperiode 2015-2019 heeft een tweeledig doel. We: > >

leggen verantwoording af over de kwaliteit van ons onderwijs; plannen het -met name onderwijskundig- beleid van onze school voor de komende vier jaar (voor alle toekomstdata geldt: D.V.).

Dit schoolplan richt zich met name op de volgende aandachtsvelden, met als zwaartepunt het aandachtsveld onderwijs: > > > > > > >

identiteit; onderwijs; personeel; communicatie; huisvesting; financiën; kwaliteitszorg.

Er is een duidelijke link met andere beleidsdocumenten, zoals het strategisch beleidsplan, personeelsbeleidsplan en financieel beleidsplan. Op advies van samenwerkingsverband Berséba, een vereniging voor reformatorisch passend onderwijs, maakt het ondersteuningsprofiel van onze school deel uit van dit schoolplan. 1.1 Evaluatie en totstandkoming Zie bijlage 1 voor een evaluatie van onze beleidsdoelen voor planperiode 2011-2015. Dit nieuwe schoolplan voor planperiode 2015-2019 is tot stand gekomen via een proces van evaluatie en terugkoppeling. Op grond hiervan hebben we concrete beleidsdoelen opgesteld, die we uitwerken in jaarplannen en jaarlijks evalueren. Ons streven is, zoals in het strategisch beleidsplan bepaald, dat na de planperiode minimaal 80% van de beleidsdoelen is gerealiseerd. 1.2 Prestatie-indicatoren We rapporteren het College van Bestuur (CvB) over alle prestatie-indicatoren in het strategisch beleidsplan die op onze school van toepassing zijn. Dit doen we via nieuw opgezette managementrapportages. Zie de jaaragenda/meerjarenagenda.


2|

2

ONZE SCHOOL

De Rehobothschool SO cluster 4 is een van de drie scholen van de Stichting voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs op Gereformeerde Grondslag in de Regio Veluwe (SSOGG). Deze stichting, opgericht in 1984, voorziet in identiteitsgebonden speciaal (basis)onderwijs (S(B)O) in Ede en Ochten. De Rehobothschool SO cluster 4 biedt plaats aan leerlingen van 6 tot 13 jaar met sociaal-emotionele en/of psychiatrische problematiek. Het IQ varieert van laag- tot (hoog)gemiddeld. De leerlingen krijgen les van een leerkracht en een onderwijsassistente. Ze integreren -indien mogelijk- voor de hoofdvakken binnen het SBO. Er is onderwijs mogelijk t/m het niveau van groep 8 van het basisonderwijs. De maximale groepsgrootte voor leerlingen van SO cluster 4 is 12. Er zijn 4 groepen. 2.1 Schoolgegevens De belangrijkste algemene schoolgegevens van de Rehobothschool SO cluster 4 zijn: BRIN: soort onderwijs: samenwerkingsverband:

26 MW SO cluster 4 Berséba

Rehobothschool Verlengde Parkweg 47b 6717 GL Ede T 0318-665266 F 0318-637042 College van Bestuur > dhr. P.J. Westerlaken Directie > dhr. G. Geneugelijk, locatiedirecteur 2.2 Bestuursmodel De wijze waarop we onze school willen besturen, is vastgelegd in het bestuursmodel. Hierin is verwoord wat de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van het CvB, het managementteam (MT, locatiedirecteuren) en de Raad van Toezicht (RvT) zijn. Met ingang van 2012 is er een wettelijk verplichte scheiding tussen bestuur en toezicht. Dit houdt in dat er aparte organen zijn voor bestuur en toezicht: het CvB en de RvT. Het CvB is belast met de leiding van de SSOGG: de primaire taak ligt op het voorbereiden, ontwikkelen, vaststellen, evalueren en toezien op de uitvoering van het beleid. Bovendien is het CvB werkgever van het personeel. De RvT oefent toezicht uit en adviseert het CvB. Verder is de RvT werkgever van het CvB.


3|

Ter advisering van het CvB en de RvT zijn de volgende raden ingesteld: Raad van Advies (RvA, vertegenwoordiging kerkelijke achterban), Adviesraden per schoollocatie (AR, vertegenwoordiging personeel en ouders) en Gemeenschappelijke Adviesraad (GAR). Zie voor meer informatie de schoolgids. De Adviesraden hebben om principiële redenen adviesrecht in plaats van instemmingsrecht. 2.3 Kengetallen In bijlage 1 (een integraal deel van het actuele ondersteuningsprofiel) vindt u de kengetallen van de Rehobothschool SO cluster 4.

3

IDENTITEIT

De Rehobothschool SO cluster 4 heeft als grondslag de Bijbel (Statenvertaling, GBS), het onfeilbare Woord van God, en de daarop gefundeerde Drie Formulieren van Enigheid. Op grond hiervan belijden we dat de mens is geschapen om tot Gods eer te leven. Hiertoe schiep God de mens naar Zijn beeld: in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Door de zondeval is de mens moed- en vrijwillig van God afgevallen (Genesis 3). Hierdoor is de mens uit zichzelf onbekwaam geworden tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Toch blijft God de eis handhaven dat de mens tot Zijn eer moet leven. God heeft in Christus voor Zijn uitverkorenen een weg willen ontsluiten om door wedergeboorte met Hem verzoend te worden. Alleen door die weg kan de mens op aarde in beginsel en in eeuwigheid volmaakt tot Gods eer leven. 3.1 Identiteitsprofiel Het actuele, uitgebreide identiteitsprofiel van onze school -de personeelsleden en beide ouders wordt verzocht dit te ondertekenen- is opgenomen in de schoolgids. Samen met de ouders staan we voor de opdracht van Deuteronomium 6 vers 7: ‘En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat.’ Dit betreft ook het onderwijs op onze school. In tevredenheidsonderzoeken merken we steeds een grote mate van waardering voor het identiteitsgebonden onderwijs op onze school. 3.2 Kerkelijke achterban In de SSOGG participeren de volgende kerkgenootschappen: > > > >

Gereformeerde Gemeenten; Gereformeerde Gemeenten in Nederland; Hersteld Hervormde Kerk; Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

Het personeel wordt vanuit deze kerkgenootschappen benoemd. In de verschillende kerkgenootschappen geeft men identiteitscursussen. We stimuleren ons personeel om deze cursussen te volgen.


4|

3.3 Missie Onze missie is om leerlingen die structureel te maken hebben met sociaalemotionele en/of psychiatrische problematiek een leeromgeving te bieden waarin ze zich naar hun mogelijkheden kunnen ontwikkelen. Als persoon, maar ook wat betreft kennis en vaardigheden om in de samenleving te functioneren. We streven naar een ononderbroken ontwikkelingslijn. Vanaf de intake tot en met de uitstroomfase volgen we één traject: één kind, één plan. Gods Woord is hierbij leidend en normerend. Ook voor onze leerlingen geldt het Bijbelse kader van Matth. 22 vers 37-39: ‘Gij zult liefhebben de Heere uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede aan dit gelijk is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’ 3.4 Visie Zoals in onze missie verwoord, vinden we het belangrijk dat onze leerlingen zich kunnen ontwikkelen naar hun mogelijkheden. Vandaar ook dat deze zes R’s in ons onderwijs centraal staan, die per leeftijdsgroep kunnen verschillen: o o

o

o o

o

4

rust (in een rustige omgeving krijgen de leerlingen ruimte om te werken aan hun eigen ontwikkelingspunten); regelmaat (regels bieden veiligheid en geven duidelijkheid; het is belangrijk dat de regels routines worden; zo kunnen de leerlingen zich gewenst gedrag eigen maken en toepassen in andere situaties); ruimte (hierbij denken we aan de omgeving van de leerlingen; het is belangrijk dat de omgeving gestructureerd is en afgestemd op de doelgroep; de leerlingen hebben behoefte aan een prikkelarme omgeving, bijvoorbeeld een eigen werkplek; het begrip ruimte beschouwen we dus letterlijk, maar ook figuurlijk: de leerlingen hebben ruimte nodig om te kunnen groeien); reflectie (reflectie op eigen persoon en werk is heel belangrijk om te kunnen ontwikkelen; dit geldt voor de leerlingen, maar ook voor de leerkrachten); relatie (voor een succesvolle ontwikkeling is een goede relatie essentieel; we besteden daarom veel aandacht aan een goede relatie tussen leerlingen en leerkrachten, maar ook tussen leerlingen onderling); respect (de leerkrachten benaderen hun leerlingen met respect en tonen waardering voor hun eigenheid; ze besteden aandacht aan gewetensvorming en godsdienstige opvoeding; verder leren ze hen respectvol omgaan met anderen en op een goede manier omgaan met gezagsverhoudingen).

ONDERWIJS

We maken in ons onderwijs gebruik van didactische en pedagogische uitgangspunten die nauw aansluiten bij de Bijbelse kernwaarden. Primair is een onderwijssetting waarin gezag, orde en structuur bepalend zijn. We streven naar een onderwijsaanbod dat, genormeerd door de Bijbel, actueel, onderzoekend en (gewetens)vormend is en antwoord geeft op vragen en ontwikkelingen in


5|

de maatschappij. We zijn zeer bereidwillig om leerlingen met een speciale zorgbehoefte op te vangen en staan open voor onderwijsvernieuwingen die de Bijbelse toets kunnen doorstaan. Onze school biedt een veilige leeromgeving waarin de leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, verantwoordelijke personen. We vinden het belangrijk dat ze: > > > >

weten dat ze erbij horen en welkom zijn; initiatieven leren nemen en zelfstandig leren werken. leren reflecteren en verantwoorde keuzes kunnen maken. worden uitgedaagd om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen;

Dit bevorderen we door een positieve benadering en het voorkomen van pestgedrag. Onze leerkrachten reageren -volgens het pestprotocol- direct en adequaat op pestgedrag. We bespreken regelmatig de sfeer in de groep en coachen de leerlingen in het oplossen van conflicten. 4.1 Onderwijsconcept We schetsen kort het onderwijsconcept op de Rehobothschool SO cluster 4. Hierin liggen pedagogische en onderwijskundige uitgangspunten sterk in elkaars verlengde. We besteden veel aandacht aan communicatieve en sociale vaardigheden, en aan zelfstandigheid. Voor het welbevinden van onze leerlingen, is het belangrijk dat er aansluiting is bij hun (heterogene) leeftijdsgroep. De interactie tussen leerlingen en het aanleren van sociale vaardigheden, komen het best tot hun recht in leeftijdsgroepen. Hierin werken ze op meerdere niveaus aan de vakken rekenen, lezen en taal. Waar mogelijk kunnen ze rekenen taallessen volgen op het SBOl. Kortom, ons onderwijs kenmerkt zich door: > > > > > > > > > > > > > >

kleinschaligheid; aandacht voor iedere leerling; groepen van 10 tot 12 leerlingen; per groep een vaste leerkracht en onderwijsassistente; extra leerhulp voor leerlingen die dat nodig hebben; een groepsgewijze instructie waar mogelijk en een individuele aanpak waar nodig; rust, regelmaat, voorspelbaarheid en orde; veiligheid, vertrouwen, duidelijkheid en structuur; optimale werkomstandigheden voor iedere leerling; aandacht voor zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van iedere leerling; de opvatting dat probleemgedrag eigenlijk een hulpvraag is; een prettige school- en groepssfeer; een goede (werk)relatie tussen leerlingen; respect voor elkaars (on)mogelijkheden.


6|

4.1.1 Groepen De kleinschaligheid van onze school zorgt voor een aantal beperkingen. Kinderen die onderwijs nodig hebben in groep 1 en 2 kunnen gebruik maken van de afdeling voor Jonge Risico Kinderen (JRK) van het SBO. In deze groepen werken we ontwikkelingsgericht. Kenmerken van de JRK-groepen zijn: structuur, speciale spelbegeleiding, onderwijs in taalgroepjes volgens een denkstimulerende gespreksmethodiek en visualisering van gesproken taal. We stemmen nauw af met ouders en hulpverleningsinstanties. We sluiten aan bij de mogelijkheden van de kinderen en voegen daar in kleine stapjes wat aan toe. Er is een doorgaande leerlijn naar groep 3 van het SO cluster 4. In de groepen werken leerkrachten, onderwijsassistenten, een orthopedagoog en een logopedist met elkaar samen.

4.1.2 Vakken De vakken voor SO cluster 4 zijn aan kerndoelen gekoppeld. Iedere dag ontvangen de leerlingen Bijbelonderwijs. 4.2 Onderwijsbeleid We verwoorden kort ons onderwijsbeleid voor de komende vier jaar. Voor elk punt hebben we concrete beleidsdoelen opgesteld (zie de opsommingen met ronde opsommingstekens). Zie ook bijlage 2.

4.2.1 Passend aanbod Ons doel is: o

een passend aanbod voor ieder kind met psychiatrische problematiek, afgestemd op het zorgaanbod van onze scholen.

Hiervoor is nascholing nodig die gericht is op het duiden van gedrag bij verschillende soorten psychiatrische problematiek, en het preventief afstemmen hierop, in nauwe samenwerking met het SBO en eventuele interne behandelaars.

4.2.2 Benutten expertise De expertise die er is bij andere SSOGG-scholen, kunnen we vaak goed benutten. Voor SO cluster 4 geldt: regulier waar het kan en speciaal waar het moet. Ons doel is: De expertise die er is bij andere SSOGG-scholen, kunnen we vaak goed benutten. Ons doel is: o expertise delen binnen de SSOGG, met integratie (in hetzelfde gebouw; of samenwerking op hetzelfde terrein) waar mogelijk en segregatie waar nodig; o leerlingen van SO cluster 4 groep 3 t/m 8 waar mogelijk integreren in groepen van speciaal basisonderwijs (SBO), met name voor de hoofdvakken rekenen, taal en lezen. Hierdoor (laatste beleidsdoel) kunnen deze leerlingen profiteren van het positieve voorbeeldgedrag van SBO-leerlingen. In de personeelskamer gaan gesprekken vaak over de onderwijsbehoeften van S(B)O-leerlingen, zodat er spontaan uitwisseling is van kennis en ervaring. Ons doel is dat:


7|

o o o

het personeel kennismaakt met alle doelgroepen, visies met elkaar deelt en waar mogelijk samenwerkt op leerkrachten leerlingniveau. alle IB’ers en MT-leden met elkaar in gesprek gaan om te zoeken naar mogelijkheden om van elkaars aanbod en expertise gebruik te maken. het aanbod van SO cluster 4 te vergroten; de teams deze mogelijkheden bespreken, wat heel zinvol is om te leren van elkaar.

4.2.3 Ontwikkeling naar verwachting Ons doel is: o

onze leerlingen zich cognitief en sociaal-emotioneel ontwikkelen naar verwachting (in een veilig schoolklimaat).

De leerkracht leert omgaan met de onderwijsbehoeften van cluster 4 leerlingen met een praktisch of theoretisch profiel, in één groep en onder één dak. Hierbij denken we aan: > > >

afstemmen op verschillen (gedragsmatig en cognitief); formuleren van pleinregels (op grond van onze visie); alleen schoolbreed werken als het schoolbreed moet (voor de duidelijkheid of doorgaande lijn).

Verder maken we een bewuste keuze voor de indeling en organisatie van niveaugroepen voor rekenen, taal en lezen.

4.2.4 Sociaal-emotionele ontwikkeling Ons doel is: o

de PAD-methode (programma alternatieve denkstrategieën) verder implementeren.

Toelichting: doel is de vernieuwde PAD-methode, die we in het schooljaar 2014-2015 hebben ingevoerd, structureel in te zetten met de nodige aanpassingen.

4.2.5 Passend uitstroomperspectief We willen bewust keuzes maken op leerlijnen (ParnasSys) in relatie tot het uitstroomperspectief. Hierbij gaan we uit van drie groepen: > > >

uitstroom naar PRO (praktijkonderwijs) uitstroom naar BB, basisberoepsgerichte leerweg (met LWOO, leerwegondersteunend onderwijs) uitstroom naar hogere leerwegen


8|

We delen de niveaugroepen niet in op functioneringsniveau, maar op leervermogen. De leerlijnen voor de hoofdvakken rekenen, taal en lezen stellen we op overeenkomstig het uitstroomperspectief. Onze doelen zijn: o o o

op leerlingenniveau -op grond van belemmerende en beschermende factoren- het uitstroomperspectief vaststellen; op schoolniveau bewust keuzes maken op leerlijnen in relatie tot het uitstroomperspectief; hier in netwerken en teamvergaderingen voldoende expertise voor opbouwen, waarbij directie en IB’ers kartrekkers zijn.

4.2.6 Nieuwe geschiedenismethode We oriënteren ons op een nieuwe geschiedenismethode, die beter aansluit bij de onderwijsbehoefte van onze leerlingen. Kortom, ons doel is: o

goed geschiedenisonderwijs.

4.2.7 Engels Omdat Engels zo belangrijk is, motiveren we de groepsleerkrachten/teamleden om het niveau van Engels voor hun leerlingen te verhogen. De leerkrachten kunnen dit echter niet alleen. Hiervoor is een ketenbenadering nodig, met ondersteuning door een coach. Ons doel is: o

De mondelinge taalvaardigheid (spreken en luisteren) van de leerlingen in de midden- en bovenbouw vergroten zodat de leerlingen aan het einde van de schoolplan periode op het niveau van hun uitstroomperspectief uitstromen.

Hiervoor willen we een leerlijn, gerelateerd aan het uitstroomprofiel, opstellen aan de hand van de methode ‘My name is Tom’.

4.2.8 Woordenschat Door het team is gewerkt aan kwaliteitsverbetering van het taalonderwijs. Door de inzet van woordenschatcoördinatoren, werkt het team aan uitbreiding van de actieve en passieve woordenschat van leerlingen. Dit leidt ertoe dat we een expertisecentrum worden op het gebied van taalverwerving en taalbeschouwing. Ons doel is: o

de methodiek ‘Met woorden in de weer’ verder implementeren.

Het gaat met name om implementatie in taalgroepen en waar mogelijk in zaakvakken. De methodiek krijgt structureel aandacht.

4.2.9 Nieuwe taalmethode We overwegen de aanschaf van een nieuwe taalmethode. Kortom, onze doelen zijn:


9|

o o

goed taalonderwijs; onderzoeken of we voor spelling PI-Spello kunnen gebruiken voor een deel (of alle) leerlingen.

4.3 ICT (sociale media) Voor het ICT-gebruik neemt onze school strikte bepalingen in acht. De uitgangspunten voor het gebruik van ICT-toepassingen en sociale media zijn: 1) Gebruik van welke middelen dan ook, moet in overeenstemming zijn met wat God ons in Zijn Woord aangeeft. 2) Gebruik van ICT op school moet een onderwijskundige meerwaarde hebben. 3) Voor zover niet strijdig met het eerste uitgangspunt, moeten we aan de ICT-kerndoelen van het ministerie van OCW invulling geven. Voor internet is alleen Kliksafe toegestaan als provider. Het gebruik van spelletjes op de computer is niet toegestaan, en overige ICT- en multimediatoepassingen alleen na toetsing door de ICT’ers. Ons doel is: o

ons (blijvend) bezinnen op het omgaan met moderne/sociale media.

Zie verder het actuele ICT-beleidsplan. 4.4 Ambities onderwijs en zorg De geplande nieuwbouw in Barneveld en vernieuwingen in het onderwijsveld vragen om nieuwe initiatieven voor een breder en kwalitatief beter onderwijsaanbod. We streven ernaar om ons onderwijs van blijvende betekenis te laten zijn. Passende, duurzame huisvesting is hiervoor essentieel. Via de Dienstverlening die zich ontwikkelt tot expertisecentrum, leveren we specialistische expertise om leerlingen in een thuisnabije onderwijsomgeving te ondersteunen. We zijn dan ook nauw betrokken bij ontwikkelingen in het samenwerkingsverband Berséba. Verder werken we al jaren actief samen met een zorginstelling (Adullam Gehandicaptenzorg en De Schutse), Eleos, een praktijk voor kinderfysiotherapie/ergotherapie en andere instellingen om te komen tot passende arrangementen (brede school) op het grensvlak van onderwijs en zorg. In dit licht hebben we de volgende ambities geformuleerd.

4.4.1 Dagbehandeling voor het jonge kind (DJK) in samenwerking met JRK-afdeling Veel van onze kinderen komen van de DJK (voorheen medisch kinderdagverblijf (MKD)). Vaak hebben ze al dagdelen onderwijs gevolgd op de cluster-4-school waar de DJK nauw mee samenwerkt. Onze doelen zijn: o

Inzicht en kennis verwerven voor het opstarten van een DJK onder de paraplu van een bestaande instelling of zelfstandig;


10 |

o

in de regio Barneveld een DJK voorziening starten die nauw samenwerkt met onze JRKafdeling (voordeel hiervan is dat kinderen van de DJK dan al vroegtijdig dagdelen onderwijs kunnen volgen op de JRK-afdeling).

4.4.2 Combinatie onderwijs en onderzoek/behandeling Bijna elk jaar wordt een cluster-4-leerling van de Rehobothschool opgenomen in een instelling voor onderzoek/behandeling. Bij behandeling denken we aan: > > > > >

ontdekken van de mogelijkheden van jezelf en het herkennen en accepteren van je beperkingen; taakgericht zijn (welke vaardigheden heb je nodig om een taak te kunnen verrichten?); ontwikkelen van sociale vaardigheden; omgaan met thuis/school; plannen van je dag (binnen en buiten school).

Ons doel is: o nagaan of we binnen het samenwerkingsverband Berséba in de regio Barneveld een voorziening kunnen starten met de combinatie onderwijs en onderzoek/behandeling. 4.5 Ondersteuning Vanaf 1 augustus 2014 hebben basisscholen de wettelijke taak om passend onderwijs te bieden. Omdat de basisscholen dit niet alleen kunnen, zijn ze aangesloten bij een samenwerkingsverband. Alle reformatorische basisscholen en alle reformatorische scholen voor speciaal (basis)onderwijs in Nederland zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. Samen hebben ze de opdracht voor alle leerlingen een passende onderwijsplaats te bieden. Het samenwerkingsverband is opgesplitst in vier regio’s. Onze school ligt in regio Midden. Onze school heeft een zorgplicht voor alle kinderen uit onze achterban. Dit betekent dat we in principe geen kind uitsluiten. Ons doel is: o

opvangmogelijkheden realiseren voor kinderen en jongeren die zijn aangewezen op orthopedagogische zorg en ondersteuning.

We gaan met ouders in gesprek om te bezien op welke manier hun kinderen binnen onze school de passende ondersteuning kunnen krijgen.

4.5.1 Ondersteuningsprofiel We hebben een actueel ondersteuningsprofiel. U vindt dit profiel in bijlage 3. Het volledige ondersteuningsprofiel staat op onze website. In dit ondersteuningsprofiel is aandacht voor de kengetallen en ondersteuningsstructuur, bestaande uit basisondersteuning en extra ondersteuning. Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning, werkt onze school op basis van de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Dit betekent kort gezegd: als een kind extra ondersteuning


11 |

nodig heeft, kijken we niet in de eerste plaats naar wat het kind heeft, maar naar wat het nodig heeft. Bij HGW is de samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen heel belangrijk. Het ondersteuningsprofiel actualiseren we jaarlijks. We stellen het vierjaarlijks vast. Ons doel is: o onze ambities mede met betrekking tot witte vlekken in het samenwerkingsverband verwoorden.

4.5.2 Ondersteuningsteam Heel vaak kunnen we de ondersteuning zelf organiseren en bieden. Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, is advies nodig van collega’s of de intern begeleider. Zo nodig voert de leerkracht een uitgebreider gesprek met de intern begeleider. Onze school heeft een ondersteuningsteam. In dit ondersteuningsteam zit, naast de intern begeleider en de directie, ook de orthopedagoge, de maatschappelijk werker en de jeugdarts. Als de situatie rondom een leerling daar aanleiding toe geeft, bespreken we de leerling in het ondersteuningsteam.

4.5.3 AWBZ-zorg naar gemeente Sinds 1 januari 2015 hebben we te maken met de gemeente voor het aanvragen van aanvullende zorg. Een aantal leerlingen heeft een indicatie. Die wordt voor een groot deel geboden door zorgondersteuners. Ons doel is: o

onze schoolmaatschappelijk werker zich verdiept in de nieuwe manier van werken en de contacten onderhoudt met gemeente(n).

Afstemming tussen school, ouders, gemeente(n) en Berséba is van groot belang.

5

PERSONEEL

We zien het als onze taak om deskundige personeelsleden aan te trekken en vast te houden door hun persoonlijke ontwikkeling te stimuleren, zowel ten goede van de scholen als de personeelsleden zelf. Personeelsleden in ons reformatorisch onderwijs dienen, als medeopvoeders en gezagsdragers, identificatiefiguren in en buiten de school te zijn. Op school gaat men verantwoord met elkaar om: > > > >

Men toont respect voor elkaars eigenheid, capaciteiten en beperkingen. Men helpt elkaar zoveel mogelijk en staat open voor opbouwende kritiek. Men houdt vertrouwelijk wat in de sfeer van vertrouwelijkheid hoort. Men is open en eerlijk, wat onder meer inhoudt dat men al dan niet kritische -in het belang van de school uit te wisselen- informatie aan het juiste adres doorgeeft.


12 |

>

Als aan de omgangssfeer iets mankeert, zoekt men met elkaar naar middelen ter verbetering; een middel om de omgangssfeer en goede werking van de organisatie te verbeteren, kan het gesprek zijn; de wijze waarop gesprekken worden gevoerd, is in overeenstemming met de geldende gezagsverhouding en de norm van Matth. 7 vers 12.

5.1 Professionele ontwikkeling Teamscholing is een belangrijk onderdeel van ons personeelsbeleid. We geven veel aandacht aan ‘Leren van elkaar’. Teamscholing draagt bij aan de schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling. In tevredenheidsonderzoeken geven onze teamleden aan tevreden te zijn over hun professionele ontwikkeling. Er is een adequaat systeem van functionerings- en beoordelingsgesprekken (gesprekkencyclus), waarbij afstemming plaatsvindt tussen de schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling. We willen: o

o

meer aandacht geven aan de professionaliseringswensen van individuele teamleden door jaarljks met alle leerkrachten POP-gesprekken te voeren waarin professionalisering een vast onderdeel is; de nieuwe cao-richtlijnen voor professionalisering bovenschools bespreken en eventuele veranderingen gefaseerd doorvoeren.

5.2 Functiebeschrijvingen De actuele functiebeschrijvingen van directie en personeel is beschreven in de Fuwa.

onderwijzend en onderwijsondersteunend

Zie voor het benoemingsbeleid en overig personeelsbeleid het personeelsbeleidsplan, alsook de protocollen voor sociale veiligheid, seksuele diversiteit en klachtenregeling.

6

COMMUNICATIE

We hechten aan goede, open communicatie en realiseren ons dat communicatie veel facetten kent. Binnen onze school voeren we op verschillende niveaus en in verschillende geledingen overleg, of wisselen we informatie uit. Denk hierbij aan ouders, directie en overige personeelsleden, netwerken, het samenwerkingsverband en de overheid. We verantwoorden ons zowel verticaal als horizontaal. 6.1 Verticale verantwoording Verticale verantwoording over de inzet van toegekende middelen en bereikte resultaten vindt plaats aan de overheid (zoals ministerie van OCW, DUO, gemeente en onderwijsinspectie).


13 |

6.2 Horizontale verantwoording: Bij horizontale verantwoording presenteren we ons aan belanghebbenden (stakeholders). Denk hierbij aan: > > > > > > > > > > >

besturenorganisaties voor bestuurlijke ondersteuning (VBSO en VGS); organisaties voor onderwijsinnovatie en leerlingbegeleiding (KOC en Driestar educatief); jeugdgezondheidszorg (GGD); ouders (leerlingen inbegrepen); personeelsleden; kerkenraad/kerkenraden; samenwerkingsverband passend onderwijs Berséba; gemeente(n); voortgezet onderwijs; welzijnswerk; gehandicaptenzorg.

Als voorbeeld van de horizontale verantwoording geven we een kort overzicht van de contactmomenten met ouders. We hechten eraan om goed samen te werken met de ouders. Daarom vindt bij zorgen op school of thuis regelmatig (groot) overleg plaats. Standaard is er contact op/via: > > > > > > > > >

ouderbezoeken; oudermorgens; informatieavonden; projectavonden; maandelijkse nieuwsbrieven; de jaarlijkse schoolkrant; de jaarlijkse schoolgids; voortgangsgesprekken; rapporten.

Op meerdere momenten zetten we ook de hulp van ouders in, bijvoorbeeld bij het begeleiden van excursies. Zie verder het actuele communicatieplan, het persbeleid en bijlage 1.

7

HUISVESTING

De verplaatsing van onze scholen naar Barneveld, uitgezonderd locatie Ochten, stelt ons voor allerlei huisvestingsvraagstukken. In de Visie nieuwbouw S(B)O Barneveld zijn deze beschreven. In de nieuwbouw zijn onderwijskundige uitgangspunten en ontwikkelingen, zoals verwoord in deze visie, leidend. De ontwikkeling van onze ambities in het samenwerkingsverband (ondersteuning) is een belangrijk doel.


14 |

De nieuwbouw moet, evenals de bestaande huisvesting, een visitekaartje zijn voor (potentiële) leerlingen, ouders en personeelsleden. De inrichting en uitstraling van de gebouwen en het speelterrein moeten de indruk van kwaliteit verhogen. Zie verder het actuele huisvestingsplan, de meerjarenonderhoudsplannen en veiligheidsplannen.

8

FINANCIËN

Onze school wil een verantwoord financieel beleid voeren, waarbij we middelen optimaal inzetten voor het verhogen van de onderwijskwaliteit en tegelijkertijd de risico’s in de organisatie voldoende afdekken. Zie het actuele financieel beleidsplan, inclusief de (meerjaren)begroting, het treasury-statuut en het handboek administratieve organisatie.

9

KWALITEITSZORG

Kwaliteitszorg betreft alle geledingen in onze organisatie. Om te beoordelen of het bestuurs- en onderwijsproces kwalitatief goed is, beschikken we over diverse middelen, zoals: > > > > > >

>

onderwijsinspectie (naarmate de kwaliteit beter is, zijn er minder inspectiebezoeken); interne en externe audits; onderzoek naar personeelstevredenheid (elke vier jaar via een digitale enquête); onderzoek naar oudertevredenheid (elke vier jaar); onderzoek naar leerlingtevredenheid bij oudere leerlingen (elke vier jaar); leerlingvolgsystemen (elk jaar kijken we op schoolniveau -aan de hand van streefdoelen- of de leerlingen zich ontwikkelen naar verwachting; jaarlijks vergelijken we bij schoolverlaters het uitstroomperspectief met het verwachte uitstroomperspectief); managementrapportages.

Over de resultaten hiervan brengen we verslag uit, en afwijkingen leiden tot een verbeterplan met tijdschema dat jaarlijks wordt geëvalueerd. Verbeteringen die een vaste plaats hebben gekregen in de organisatie, nemen we op in ons kwaliteitshandboek. Zie ook het kwaliteitshandboek, de documenten risicoanalyse/risicomanagement en bijlage 1.


15 |

G. Geneugelijk, locatiedirecteur (datum en handtekening) …………………………………………….

………………………………………………

P.J. Westerlaken, College van Bestuur (datum en handtekening) …………………………………………….

………………………………………………

Ter informatie naar de AR (datum en handtekening) …………………………………………….

………………………………………………


16 |

Schoolplan SO cluster 4

Recommend Documents