VERSLAG BUREAU CULTURELE RAAD maandag 14 september 2015
Aanwezig:
dhr. Jan Bonneure (voorzitter), mevr. Chris Vileyn (ondervoorzitter), en dhrn. Boudewijn Van Vlaenderen (secretaris) en Dirk Deckers (penningmeester), leden van het Dagelijks Bestuur; de dames Bernadette Becue, Ingrid De Meyere, Francine Geldof en Annemie Sels; de heren Erik Beerlandt, Roger Buffel, Willy De Meyer, Robert Dermul, Eddy Dubruqué, Georges Galle, Herman Ghyoot, Luc Schaeverbeke en Tony Willems, leden van het Bureau; de heer Bart Vanduyver, medewerker Dienst Cultuur; Cultuurbeleidcoördinator Steven Slos (enkel voor punt 1).
Verhinderd: de dames Erica De Vlamynck, Olivia Geerolf, Lut Lenoir, Yolande Malfroot en Els Ver Kempinck en de heren Piet De Langhe, Luc Decorte en Luk Ingelbrecht. Schepen M. Hoste Bij aanvang van de bijeenkomst deelt de Voorzitter mee dat Schepen Mieke Hoste niet aanwezig zal zijn. Hij merkt daarbij op dat zij ook al belet gaf voor de bijeenkomst van juni en eerder ook al voor andere bijeenkomsten van het Bureau, alsook voor de Algemene Vergadering. Nochtans zijn de data van alle bijeenkomsten van het Bureau lang vooraf bekend gemaakt en zijn deze in principe steeds op elke 2de maandag van de maand. Bij deze frequente afwezigheden herhaalt hij zijn vraag in welke mate er bij haar belangstelling is voor cultuur en de Culturele Raad in het bijzonder. Terloops voegt hij hieraan toe dat de vorige schepen bij de opmaak van zijn agenda steeds rekening hield met de vergaderdata van het Bureau en daarbij open stond voor vragen en suggesties van de Bureauleden. Bovendien betreurt de Voorzitter de afwezigheid van de Schepen net op het ogenblik dat het College advies vraagt over zijn ontwerp van nieuw “Reglement voor de erkenning en subsidiëring van Brugse culturele verenigingen” en het Bureau ingevolge haar afwezigheid geen vragen kan stellen naar de motivering voor het inhoudelijke van het ontwerp. 1. Ontmoeting met de Cultuurbeleidscoördinator De volgende tussenkomsten en vragen worden gesteld aan Cultuurbeleidscoördinator: Triënnale De volgende tussenkomsten worden gemaakt die in verband staan met de Triënnale: - Het is prijzenswaardig dat het museum van de Potterie n.a.v. de Triënnale ook ’s morgens te bezoeken is. Het zou lovenswaardig zijn, mocht dit ook na de Triënnale zo blijven; - Het is waardevol om de Japanse architect een forum te geven over zijn zwemstaketsel. Het is echter betreurenswaardig dat voor het merendeel van de luisteraars door een gebrekkige klankinstallatie en door veel omgevingsgeluid (bussen, auto’s en vooral brommers die passeren, zwemmers en pratende toeristen die op het staketsel zitten) hiervan niet veel hebben kunnen horen en nog minder konden zien van de Powerpointvoorstelling doordat het hiervoor op 1 augustus om 20u nog veel te klaar was. Meerdere mensen van de 40-tal belangstellenden zijn dan ook voortijdig opgestapt; - Er worden in de media veel lovende recensies gepubliceerd, maar is dit wel een weerspiegeling van de werkelijkheid. Het is aangewezen dat er na afloop van de Triënnale een enquête zou worden uitgevoerd bij zowel toeristen als Bruggelingen; - De “installatie” bij de pakhuizen is eerder een veredeld café dan een kunstevenement; - Weinig Bruggelingen zouden enthousiast zijn over de Triënnale en eerder kritisch staan tegenover het project; - Triënnale wordt wel hoger gequoteerd dan Beaufort. Dhr. Slos kan al meegeven dat opdracht werd gegeven om passanten te enquêteren. Tevens deelt hij mee dat een feestelijk slotmoment op 18 oktober wordt overwogen.
2 Conservatorium Dhr. Galle houdt een pleidooi om de Brugse jeugd warm te maken voor het volgen van een volwaardige muziekopleiding aan het Conservatorium waar gestart wordt met notenleer en pas nadien met het leren bespelen van een instrument. Komende evenementen De cultuurbeleidscoördinator herinnert de leden aan de komende evenementen: - Cultuurmarkt op zondag 20 september t.g.v. Autoloze zondag; - Uitwijken in verschillende gemeenteafdelingen; - Kookeet op 26, 27 en 28 september op het nieuw evenementenplein aan de achterzijde van het Station; - Iedereen Klassiek op 10 oktober op verschillende pleinen in de binnenstad en in het Concertgebouw 2. Goedkeuring verslag d.d. 8 juni 2015 Het verslag wordt goedgekeurd. 3. Briefwisseling De secretaris geeft een overzicht van de ingekomen briefwisseling: * Kopie van de brief d.d. 2 juni aan de “Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers” met de mededeling dat, conform het advies van de SCR, het College in zitting van 11 mei beslist heeft het bestaand contract voor de subsidiëring te wijzigen als volgt: “in 2015 op Brugs grondgebied instaan voor het uitgeven van een jaarboek van de VWS met minimum 150 bladzijden tekst”. De uitvoering van de opdracht wordt in 2015 betoelaagd met € 400. * Kopie van de aangetekende brief d.d. 2 juni aan de vzw Cultuurplatform Speling met de mededeling dat het College in zitting van 11 mei beslist heeft de vereniging te erkennen en vanaf 2015 te subsidiëren met een jaarlijkse contractuele subsidie mits “het organiseren van een creatief en cultureel traject met personen uit kansengroepen, dat jaarlijks resulteert in één toonmoment”. De uitvoering van de opdracht wordt betoelaagd met € 750. Brief van het Stadsbestuur d.d. 2 juni 2015 met referentie 0513 aan de Stedelijke Culturele Raad waarbij wordt meegedeeld dat het College tijdens zijn bijeenkomst van 11 mei conform het advies van de S.C.R. heeft de vereniging vzw Cultuurplatform Speling te erkennen als Brugse culturele vereniging, maar afwijkend van het advies de vereniging niet zal subsidiëren volgens het puntensysteem maar jaarlijks met een contractuele subsidie van 750 euro. * Kopie van de brief d.d. 9 juni aan mevr. Suzy Debuck met de mededeling dat, conform het advies van de SCR, het College in zitting van 1 juni beslist heeft een projectsubsidie van € 250 toe te kennen voor de organisatie op 6 september t.g.v. Assebroekkermis van een artiestenmarkt in de tuin van het instituut Blijdhove te Assebroek. * Kopie van de brief d.d. 11 juni aan de Kon. Scoutsharmonie Sint-Leo met de mededeling dat, conform het advies van de SCR, het College in zitting van 8 juni beslist heeft een projectsubsidie van € 1.250 toe te kennen voor de organisatie op 8 juli van het muzikaal project “Ode aan de Last Post” * Kopie van de brief d.d. 15 juli aan mevr. Marieke Dermul met de mededeling dat, conform het advies van de SCR, het College in zitting van 6 juli beslist heeft een projectsubsidie van € 750 toe te kennen voor de organisatie van het muzikaal project “Heldendaden & Wereldwonderen” in de Schipperskapel op 25, 26 en 27 juni. * Kopie van de aangetekende brief d.d. 15 juli aan “de Bende van Summer Taste” met de mededeling dat, conform het advies van de SCR, het College in zitting van 6 juli beslist heeft de vereniging te erkennen en vanaf 2015 te subsidiëren volgens het puntensysteem. Bijkomend wordt meegedeeld dat activiteiten waarvoor stedelijke buurtcheques worden toegekend, niet in aanmerking komen voor subsidiëring volgens het puntensysteem. * Agenda van de Gemeenteraad van 30 juni met bij de Burgemeester de definitieve goedkeuring van straatbenamingen.
Verslag bijeenkomst Bureau S.C.R. d.d. 14 september 2015
3 * Agenda van de Gemeenteraad van 15 september met bij: - de Burgemeester het verslag van de doorlichting van de vzw Brugge Plus en de nietgoedkeuring door de hogere overheid van de omvorming van de vzw Entrepot tot EVA-vzw; - schepen A. Lambrecht de voorlopige vaststelling van het ontwerp van mobiliteitsplan; - schepen H. Decleer de goedkeuring van het stopzetten van het kortgeding van de Stad Brugge en de dading met Zapfi in zake de glasvezelbreuk. 4. Ontwerp nieuw “Reglement voor de Erkenning & subsidiëring van culturele verenigingen en ondersteuning van Brugse culturele projecten” Met zijn brief d.d. 4 augustus, met referentie 4933, vraagt het College de S.C.R. advies te geven over een ontwerp van nieuw “Stedelijk reglement voor de erkenning en subsidiëring van culturele verenigingen en de ondersteuning van Brugse culturele projecten”. Nadat het Bureau sinds de start van het nieuw samengesteld College in samenwerking met de Cultuurcoach een vernieuwend reglement voor de erkenning en subsidiëring van de Brugse culturele verenigingen heeft uitgedokterd, is het Bureau ontgoocheld dat het College in zijn ontwerp van nieuw reglement geen rekening houdt met het principe “loon naar werk” en halsstarrig blijft vasthouden aan het contractueel subsidiëren van een bijzonder groot aantal groepen van culturele verenigingen zoals brassbands, concertuitvoerders, dansverenigingen, fanfares, foto- en filmverenigingen, harmonieën, kantverenigingen, koperensembles, koren, literaire gezelschappen, organisatoren van diverse soorten culturele activiteiten, amateurtoneelverenigingen, … Het Bureau is verrast dat het College in zijn ontwerp omzeggens geen rekening houdt met de eerder door de S.C.R. gedane voorstel van nieuw reglement, niet in het minst doordat de Schepen voor sociaal-culturele verenigingen ter gelegenheid van de verschillende gesprekken met de Werkgroep “Erkenning & Subsidiëring”, geen fundamentele bezwaren had met de verschillende opeenvolgende aangepaste ontwerpen van nieuw reglement die steeds maximaal kaderden in het principe “loon naar werken”. Het Bureau is niet alleen verrast maar tevens verwonderd over het opzij schuiven van het gemotiveerde en tot in detail uitgewerkte voorstel van het Bureau aangezien het College eerder, in afwachting van een verantwoorde quotering van de verschillende soorten activiteiten en de daarop volgende simulatie(s), akkoord ging met het voorstel van het Bureau over een aanpassing van het huidig stedelijk reglement waarbij de culturele verenigingen zo veel als mogelijk zouden gesubsidieerd worden volgens het puntensysteem of volgens hun reële werking en niet met een contract. Blijkbaar voldoet het voorstel van nieuw reglement van de S.C.R. nu opeens niet meer aan de verwachtingen en visie van de Schepen over de subsidiëring van verenigingen, maar over de reden hiervoor blijft de S.C.R. in het ongewisse. Het Bureau kan ook moeilijk begrip opbrengen voor de dubbele motivering van het College om af te stappen van het vernieuwend karakter van het voorstel van de S.C.R. * Het invullen van de subsidieaanvraag zal ongetwijfeld voor verschillende verenigingen wat meer tijd vergen, maar een vereniging die dat niet overheeft voor de subsidie, is deze financiële ondersteuning niet waard. Dat de administratieve overlast voor de Dienst Cultuur ingeroepen wordt om de verenigingen geen eerlijker subsidiëring toe te kennen, is verontrustend. * Het pleit niet in het voordeel van het Stadsbestuur dat het geen vertrouwen heeft in de eerlijkheid van de bestuursverantwoordelijke(n) van de culturele verenigingen en vreest voor het verstrekken valse verklaringen. Na bespreking van het ontwerp en op voorstel van de Werkgroep “Erkenning & Subsidiëring” pleit de S.C.R. in zijn advies aan het College om een zo groot mogelijk aantal verenigingen op een zo eerlijk mogelijke wijze te subsidiëren. Het voorstel van nieuw reglement dat de S.C.R. eerder in samenwerking met de cultuurcoach van de Dienst Cultuur heeft voorgelegd, is daarvoor een meer dan geschikte basis. Aanvullend heeft het Bureau nog de volgende bemerkingen:
Verslag bijeenkomst Bureau S.C.R. d.d. 14 september 2015
4 - Artikel 2: wat is de betekenis van de term “gemeenschapsvormende verenigingen” om hiervoor een afzonderlijke groep van verenigingen te maken? Hebben niet alle culturele verenigingen een gemeenschapsvormende en educatieve functie die gericht is op de persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing? - Artikel 4: het Bureau is van mening dat een niet-erkende vereniging slechts lid kan worden van de S.C.R. mits uitdrukkelijk de wens hiertoe uit te drukken. - Artikel 5: het Bureau is van mening dat het eerder aangewezen is dat bij een positieve eindbalans de vereniging dient aan te wijzen dat deze winst (toekomstgericht) “zal aangewend worden” tot bevordering en verbetering van de activiteiten. - Artikel 6: het Bureau is van mening dat de erkenning slechts kan ingetrokken worden na raadpleging of advies van de S.C.R. De vereniging kan hierdoor niet langer genieten van de “voordelen” van de erkenning, en niet de “gevolgen” van de erkenning. - Artikel 7: het Bureau vreest dat de formulering “sportactiviteiten (sport in haar bredere betekenis als fysiek ontspanning)” voor een dualiteit kan zorgen voor de sector dans. Ballet en andere culturele dansvormen vergen strikt genomen een fysieke inspanning en zouden aldus uitgesloten worden van subsidiëring! - Artikel 7.A.7: het Bureau is voorstander van een uniforme datum voor het indienen van alle subsidieaanvragen - Artikel 7.A.12/D: het Bureau stelt voor om de uitgifte van een tijdschrift niet te beperken tot een papieren versie, maar tevens voor een elektronische versie. - Artikel 7.A.12/O: er wordt in het ontwerp van reglement slechts één waardering voorzien (2 punten) voor het deelnemen aan of zelf organiseren van opleidingen voor eigen kaderleden. Het Bureau is van mening dat er een onderscheid in waardering dient te zijn tussen het zelf organiseren en het gewoon deelnemen aan een opleiding. De bepaling staat in contrast met de bepaling onder A.12.d waar aan het eind staat dat “Activiteiten waarbij de vereniging de vereniging niet de organisator of co-organisator is en waarbij dus slechts secundaire medewerking wordt verleend, mogen in geen enkel rubriek worden vermeld”! - Artikel 7.A.12/P: het Bureau stelt vast dat de restactiviteiten hoger gewaardeerd worden dan bepaalde andere gespecificeerde activiteiten onder hogere rubrieken. Dit kan aanleiding geven tot “misbruik” voor het benoemen of aangeven van bepaalde activiteiten ten einde een hoger aantal punten te behalen. - Het Bureau stelt vast dat het uitgeven van een boek niet voorzien wordt bij de opsomming van de verschillende soorten activiteiten in artikel 7.A. Er zijn nochtans verenigingen die frequent een boek uitgeven wat dient aanzien te worden als reguliere werking en dus niet in aanmerking kan komen voor een projectsubsidie. Het frequent uitgeven van een boek kan ook moeilijk ondergebracht worden onder Artikel 7.A.12.P aangezien de voorziene waardering hiervoor al te beperkt is. Het Bureau stelt voor hiervoor een afzonderlijk punt op te nemen en te waarderen met 25 punten voor een uitgave met 80 bladzijden redactionele tekst. - Artikel 7.A.17 en 7.A.21: Het College voorziet voor de muziekverenigingen van de HAFABRA-groep een forfaitaire subsidie van € 1.250/jaar en voor de toneelverenigingen een subsidie van 1.020 per eigen productie. Om dit wezenlijk verschil in behandeling weg te werken, stelt het Bureau het College voor de verenigingen van beide groepen te subsidiëren volgens het puntensysteem. - Artikel 7.A.21: de toneelverenigingen moeten uiterlijk 30 dagen vóór de première hun aanvraag indienen, vergezeld van een aankondiging of programmaboekje. Aangezien de verenigingen hiervoor afhankelijk zijn van derden, meent het Bureau dat een kortere termijn mogelijk moet zijn. Voor wat betreft de projectsubsidiëring adviseert het Bureau het College om dit onderdeel van het ontwerp, net zoals de ondersteuning van de feestcomités, omwille van zijn specificiteit te behandelen in een afzonderlijk reglement. Het Bureau adviseert bovendien het College om de degressieve ondersteuning gedurende drie jaar te schrappen. Het Bureau is immers van mening dat een herhaling van een project feitelijk overeenkomt met reguliere werking van de vereniging en dus niet kan beschouwd worden als een project dat volgens het College een “uniek karakter” dient te hebben. Het lijkt bovendien aangewezen om het unieke karakter te voorzien als essentieel
Verslag bijeenkomst Bureau S.C.R. d.d. 14 september 2015
5 element waaraan een project dient te voldoen om betoelaagd te kunnen worden met een projectsubsidie en de vier andere criteria te laten meespelen bij het bepalen van de grootte van het subsidiebedrag. Het Bureau stelt het College verder voor om een aanvraag voor een projectsubsidie in eerste instantie al of niet te aanvaarden op basis van het uniek karakter van het project en een basissubsidie toe te kennen en pas na afloop van het project op basis van een beoordeling van de vier andere elementen door een commissie ad-hoc een definitief subsidiebedrag toe te kennen. 5. Verlenging van contractuele subsidies Met zijn brief d.d. 23 juni, met referentie 2152, vraagt het College de S.C.R. advies over het voorstel van verlenging van de huidige contractuele subsidies voor de periode van 2016 tot 2019. Duurtijd van de verlenging Het Bureau stelt vast dat het College, in tegenstelling tot de vorige jaren, een verlenging van de contracten vraagt tot aan het einde van de huidige legislatuur. Het Bureau meent hieruit te kunnen afleiden dat het College vasthoudt aan het contractueel subsidiëren van veel verenigingen die zonder enig probleem zouden kunnen overgeschakeld worden naar een subsidiëring volgens het puntensysteem, waardoor een eerlijker ondersteuning zou worden bewerkstelligd. Het Bureau, hierin gesteund door vele verantwoordelijken van de meeste betrokken categorieën van verenigingen, adviseert het College om in afwachting van de invoering van een rechtvaardiger nieuw subsidiereglement (zie advies in punt 4 hierboven), de contracten slechts voor één jaar te verlengen. Verschil in waardering Het Bureau stelt bij de concrete bespreking vast dat de contractuele subsidie voor de muziekkoren € 600/jaar bedraagt ongeacht hun werking over het ganse jaar, dat de kunstdansverenigingen hiervoor jaarlijks € 1.100 ontvangen, maar dat de toneelverenigingen voor elke zelf gebrachte toneelproductie een subsidie van € 1.020 ontvangen en dat de muziekverenigingen van de HAFABRA-groep niet alleen € 1.250 voor hun jaarwerking ontvangen maar daar bovenop nog eens een financiële tussenkomst krijgen voor elke stadsopdracht. Het Bureau meent hierbij ernstige bedenkingen te mogen maken en adviseert het College een einde te stellen aan deze onwezenlijke verschillen door de verenigingen in de toekomst te subsidiëren op basis van hun effectieve werking en het hierdoor aantal behaalde punten. Literaire verenigingen Het Bureau stelt verder vast dat binnen de groep “Literaire verenigingen” verschillende subsidiebedragen gehanteerd worden voor gelijkaardige contracten: € 400 aan het Guido Gezellegenootschap en € 2.800 aan de vereniging Levend Archief en aan de Vrienden van de Biekorfbibliotheek telkens voor het geven van minimum twee (publieke) lezingen (of symposia). Het Bureau vermoedt dat de subsidie van € 2.800 deels bedoeld is voor de publieke lezingen en deels als ondersteuning voor het uitgeven van een tijdschrift. Het Bureau adviseert het College dan ook deze bijkomende bepaling op te nemen in het contract, met inbegrip van het minimum aantal edities en/of pagina’s redactionele tekst. Mocht ook het Gezellegenootschap een tijdschrift uitgeven, dan adviseert het Bureau het College om ook dit genootschap verhoudingsgewijs een financiële tussenkomst te geven. Het Bureau wil er terloops het College attent op maken dat de Vrienden van de Stedelijke Musea geen literaire vereniging is en misschien beter samen met de verenigingen die nu behoren tot de groep “Kunstkringen” en “Kunstroutes”, globaal in één gemeenschappelijke groep “Kunstverenigingen” zouden worden ondergebracht. Wijziging van subsidiebedrag Het Bureau stelt tot slot vast dat de vereniging Commeere Comedy Cup een verdubbeling krijgt van zijn contractuele subsidie (+ € 250) terwijl de andere subsidies behouden blijven. Het Bureau stelt hierbij de vraag wat hiervoor de reden is.
Verslag bijeenkomst Bureau S.C.R. d.d. 14 september 2015
6 6. Ontwerp nieuw “Stedelijk reglement voor ondersteuning van Brugse Feestcomités” Met zijn brief d.d. 4 augustus, met referentie 4934, vraagt het College de S.C.R. advies over het ontwerp van nieuw “Stedelijk reglement voor ondersteuning van Brugse Feestcomités”. Het Bureau heeft geen wezenlijke problemen met het voorstel van reglement maar stelt de vraag op welke wijze een onderscheid wordt gemaakt tussen de in de lijst opgenomen feestcomités en deze zoals Feestcomité De Verloren Hoek, Feestcomité van St-Gillis en het Feestcomité van het Walplein die niet zijn opgenomen in de lijst. Het Bureau merkt aanvullend op dat er een wezenlijk verschil is in uitrusting en faciliteiten van de verschillende zalen en stelt het College voor dat de feestcomités de keuze zullen krijgen over welke zaal ze willen beschikken in functie van hun activiteit. 7. Projectsubsidie: vraag van vzw Beschut Wonen Brugge De vzw Beschut Wonen Brugge vroeg op 30 juni 2015 een projectsubsidie aan voor het organiseren van het project “Mis-verstand” in het kader van de “Week van de Geestelijke Gezondheidszorg” (5 tot 11 oktober 2015). Het Bureau stelt tijdens de bespreking vast dat het project georganiseerd wordt in samenwerking met het Psychiatrisch Ziekenhuis Onze-Lieve-Vrouw, het revalidatiecentrum Inghelburch, het Mobiel Behandelteam Brugge-Beernem, het activiteitencentrum Gempersteeg St-Kruis en het sociaal restaurant Pas Partout. Het stelt tevens vast dat het programma voldoende culturele activiteiten omvat. Het Bureau stelt het College voor de vzw een projectsubsidie toe te kennen en stelt op basis van een gelijkaardig vroeger aangevraagd project voor een subsidie van € 750 toe te kennen. 8. Projectsubsidie: vraag van L’Incontro De feitelijke vereniging L’Incontro vroeg op 17 augustus 2015 een projectsubsidie aan voor het organiseren van de toneelvoorstelling “Robin Hood” door het Venetiaanse theatergezelschap Teatroimmagine in de zaal Daverlo op 30 november 2015. Aangezien de vereniging in 2009 en 2010 al een projectsubsidie ontving voor gelijkaardige Italiaanse toneelvoorstellingen door Italiaanse toneelgezelschappen, beschouwt het Bureau deze voorstelling als een derde en laatste onderdeel van een project en stelt het College voor de vereniging een projectsubsidie toe te kennen van 25% van het oorspronkelijk toegekende bedrag, zijnde € 125. 9. Algemene Vergadering 2016 Na kennisneming van het beperkt aantal vrije dagen in het CC Biekorf bepaalt het Bureau de datum voor de Algemene Vergadering van de S.C.R. op dinsdag 22 maart 2016. 10. Voorstellen aan de S.C.R. door “Toekomst van Brugge” Het Bureau neemt kennis van de verschillende voorstellen die door Simon D’Haeninck van “Toekomst van Brugge” opgemaakt werd na een gesprek met de voorzitters van de verschillende Brugse adviesraden en de desbetreffende dienstverantwoordelijken. Het Bureau kan alleen maar de stelling onderschrijven dat het tijdig betrekken van een adviesraad door het College en het ernstig nemen van de adviezen zal resulteren in een positievere en vlottere samenwerking tussen College en adviesraden. Deze mentaliteitswijziging zou volgens de steller van de nota eveneens kunnen leiden tot een vlugger geïnteresseerd geraken van jongeren in de raden en een eventueel participeren in de werking ervan. Voor wat betreft voorstellen aan de verschillende adviesraden heeft de S.C.R. zijn twijfels over de haalbaarheidsfactor van het organiseren van een open activiteit met burgers, bestuurders, betrokken diensten, enz. De S.C.R. is wel al proactief bezig met het lanceren van voorstellen en suggesties aan het College t.g.v. de maandelijkse bijeenkomsten van het Bureau.
Verslag bijeenkomst Bureau S.C.R. d.d. 14 september 2015
7 Het Bureau is verder van mening dat elke adviesraad zijn eigen stijl of sjabloon mag hebben voor het opmaken van een advies, zolang dit advies aan het College duidelijk gemotiveerd is. Het Bureau van de S.C.R. is daarbij overtuigd te voldoen aan de drie elementen waaraan het advies volgens de steller van de nota zou moeten voldoen (argumentatie - minderheidsstandpunt - basis voor het advies). Ook aan de openbaarheid van de adviezen voldoet de S.C.R. in ruime mate. De verslagen met daarin de gemotiveerde adviezen worden al jarenlang bezorgd aan de diensthoofden, gemeenteraadsleden en liggen ter inzage bij de Ombudsman en zijn na te lezen op de website van de Stad en van de Raad. Inzake de concrete voorstellen aan de S.C.R. dient de opmerking gemaakt dat het Bureau samengesteld is na een democratische verkiezing door de Algemene Vergadering en slechts kan verkozen worden op basis van de ingekomen kandidaturen. Alle verenigingen krijgen hiertoe de kans om kandidaten voor te dragen. Het Bureau kan alleen maar bevestigen dat de aanwezigheid van de betrokken verantwoordelijke schepen kleiner is dan tijdens de vorige beleidsperioden. Het Bureau betreurt daarbij dat het brede pakket cultuur verspreid werd over drie verantwoordelijke leden van het College. 11. De Brugse investeringsprojecten Het Bureau neemt akte van de negen besliste investeringsprojecten die voorafgaand aan het zomerreces via een persbericht werden bekend gemaakt. Het Bureau stelt vast dat het overwegend om zaken gaat die in relatie staan met sport en evenementen. Het Bureau stelt vast dat er nog steeds geen concrete plannen zijn voor een zaal waar grootse tentoonstellingen kunnen gebracht worden ter ontlasting van Groeningemuseum. 12. Cultuurmarkt 2015 De S.C.R. staat op zondag 20 oktober met een stand op de Cultuurmarkt (hoek van de Markt t.h.v. de Post). Bernadette Becue toont de Powerpoint die doorlopend zal te zien zijn. De permanentie is als volgt: 10u - 17.30u: Bernadette Becue; van 10u - 12u: Annemie Sels; 12u - 14u: Piet De Langhe; 14u - 16u: Ingrid De Meyere; 14u - 18u: Jan Bonneure en van 15u - 18u: Eddy Dubruqué & Dirk Deckers. 13. Culturele uitstap 2015 De culturele uitstap op zaterdag 26 september gaat richting in het kader van “Mons Culturele Hoofdstad 2015”. De leden die mee gaan, dienen hun inschrijving in. 14. Rondvraag Herdenking Thomas More Dhr. Luk Schaeverbeke stelt voor dat de heer Johan Duyck van grafmonumentencommissie zou aangesproken worden om Thomas More te herdenken
VOLGENDE BIJEENKOMST: Maandag 12 oktober
19.30u
Bureau vergaderzaal ombudsman
Verslag bijeenkomst Bureau S.C.R. d.d. 14 september 2015
de