Verslag 93ste vergadering Gebiedscommissie Natuurlijk Vitaal d.d. 20 juni 2012 Aanwezig: de heer Quist (vz), mevrouw Westerhof (provincie), de heer Ploegaert (gemeente Sluis), de heer Bruurs (Kamer van Koophandel), de heer Smits (Recron), de heer D’Hoore (milieu- en natuurorganisaties), de heer Mouton (waterschap) en mevrouw Budde (verslag; provincie). Afwezig: de heer Van Heukelom (provincie).
1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. 2. Spreekrecht publieke tribune. Van het spreekrecht wordt geen gebruik gemaakt. 3. Ingekomen/verzonden stukken ter informatie. a. brief GS inzake instelling kavelruilbureau. De heer Bruurs stelt vast dat de eigen werkgroep kavelruil blijft bestaan tot september. Vindt het belangrijk dat de Gebiedscommissie aangeeft wat onze wensen zijn en dat er afstemming met het kavelruilbureau plaats vindt. Stelt voor iemand van het kavelruilbureau uit te nodigen voor de volgende vergadering. De heer D'Hoore vraagt in hoeverre de mensen die nu in de regio hierbij betrokken zijn, straks ook betrokken worden bij het kavelruilbureau en hoeveel invloed ze dan hebben. De heer Smits wijst erop dat in de brief staat dat de streekkennis behouden blijft, maar hoe? Mevrouw Westerhof legt uit dat de opzet van het kavelruilbureau is, dat afhankelijk van waar de ruilen spelen, gerichte kennis te gebruiken om de kavelruilen voor te bereiden. Vanuit de provincie blijft de persoon die in de werkgroep kavelruilen zit ook zitting hebben in het kavelruilbureau. Per deelgebied wordt regionale kennis betrokken vanuit de betreffende gemeente, het waterschap en de huidige kavelruil coördinator. De werkwijze zoals die nu gehanteerd wordt in West-Zeeuws Vlaanderen wordt toegepast. De heer Mouton wijst op de voordelen van het op grotere schaal werken. Dan kunnen ruilen ook buiten de regio plaatsvinden. De voorzitter geeft aan dat de kavelruil coördinatoren hun werk blijven vervullen. Hun kennis zal gebruikt worden in het kavelruilbureau. De subwerkgroep kavelruil komt te vervallen. Vorig jaar is een tussentijds overleg gevoerd met de kavelruil coördinatoren over de stand van zaken. Stelt voor om dit in januari 2013 te herhalen. Het geheel komt iets verder van ons af te staan, maar de keuze om voor heel de provincie dezelfde systematiek te hanteren is begrijpelijk. De heer D'Hoore vindt het een goed voorstel om in januari overleg te voeren met de kavelruil coördinatoren. De voorzitter stelt voor te reageren op de brief en aan te geven dat wij kennis hebben genomen van de opzet en dat de Gebiedscommissie graag de mogelijkheid openhoudt om 1 keer per jaar met de kavelruil coördinatoren bij te praten. De heer Wijffels, de huidige voorzitter van de werkgroep grondzaken, is de beoogd voorzitter van het kavelruilbureau. b. Inspraakreacties concept dorpsvisie Retranchement. De heer D'Hoore vindt de antwoorden op de reacties en suggesties wel erg makkelijk. Heeft de indruk dat de suggesties niet goed gewogen zijn. De heer Bruurs geeft aan erg teleurgesteld te zijn met de antwoorden op de inspraakreacties. De Gebiedscommissie heeft zich sterk gemaakt voor een bezoekerscentrum en dat wordt weggeschreven. Heeft het gevoel dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor Retranchement. Van de economische compensatie is helemaal niks terug te vinden. Cadzand-Bad werd voorgesteld als een informatiepunt. Nu wordt gezegd dat in Cadzand-Bad een bezoekerscentrum wordt gebouwd en niet in Retranchement. De heer Ploegaert wijst erop dat de provincie heeft toegezegd dat er een uitvoeringscommissie wordt ingesteld om te kijken naar de punten uit de visie en om deze op te pakken als signaal naar de kern dat we het serieus nemen. Dit wordt snel aangepakt. Er komt een onbemand informatiecentrum in Cadzand waar een relatie ligt met Knokke. Verder wordt gekeken of Europese subsidie kan worden verkregen voor het uitwerken van het timetravel gegeven, waarbij gekeken wordt naar Retranchements verleden. We verwachten niet dat er geld van het rijk komt als economische compensatie voor het verloren gaan van camping De Sandtplaet. Wel zal het rijk voorzieningen treffen zoals het maken van een burg naar het Zwin. Binnen Retranchement wordt gekeken naar opwaardering en bouwmogelijkheden. Zowel bij de provincie als bij de gemeente is de intentie aanwezig 1
om een impuls te geven aan Retranchement. We proberen op korte termijn al zaken te realiseren, bijv. op het gebied van de verkeersveiligheid. De sleutelprojecten zijn hiervoor de aangrijpingspunten. Bij het rijk moeten we duidelijk maken dat financiële compensatie plaats dient te vinden. De voorzitter wijst op de datum van maart 2012. Inmiddels heeft de dorpsraad hiernaar gekeken en deze heeft dezelfde kritiek. Er is een team dat de zaak heeft herschreven en blijft proberen om concrete projecten van de grond af te krijgen. De heer D'Hoore stelt voor om ook andere kansen en mogelijkheden te onderzoeken. Het gaat in de eerste plaats om een daadkrachtig signaal vanuit de provincie en gemeente. We moeten niet op voorhand zeggen dat het niet haalbaar is. Vindt dat geprobeerd moet worden de ambitie op een hoog niveau te houden en te kijken hoe we dit toch waar kunnen maken. De heer Bruurs merkt op dat ook ondernemers best willen investeren in een bezoekerscentrum. Heeft er een hard hoofd in dat er iets gaat gebeuren. Stelt voor in het college van b&w de teleurstelling uit te spreken. Er staan concrete voorbeelden in de visie en in de brief. Toon daadkracht. De heer Mouton vindt niet dat nog een keer een signaal moet worden afgegeven. We hebben ingesproken en dat traject is achter de rug. Stelt voor dat wethouder Ploegaert dit signaal afgeeft tijdens de bespreking in het college. De heer D'Hoore stelt dat de Gebiedscommissie duidelijk moet zijn in haar wens om de ambitie hoog te houden en bereidheid te tonen om mee te denken over oplossingen. Nu komt er alleen een wandelpad en dat is niet voldoende voor de ambitie. De voorzitter wijst erop dat het er om gaat dat in het Zwin werken worden uitgevoerd en dat Retranchement hierbij kan aanhaken door een verbinding met het Zwin. Sluit aan bij de suggestie om een duidelijk signaal af te geven via de heer Ploegaert. De heer Ploegaert vindt het getuigen van vertrouwen in de gemeente en de provincie als men vanuit de Gebiedscommissie het team de rust en ruimte geeft om hieraan te werken. Als er na een aantal maanden nog niks gebeurd is, dan is het terecht dat de Gebiedscommissie ons hierop aanspreekt. Er is o.a. contact geweest met het bestuur van de kerk. We willen toch Retranchement op een goed wijze op de kaart zetten. Stelt voor de ontwikkelingen af te wachten. GS heeft middelen en mensen toegezegd. De voorzitter concludeert dat hiermee wordt ingestemd en stelt voor dat in de oktobervergadering de heer Ploegaert melding doet over de voortgang tijdens de lopende zaken. c. brief aan GS met reactie op IOP. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De antwoordnota wordt in september in de Staten behandeld. d. acties uit waaiergesprekken Recron. De heer Bruurs wijst erop dat de adviezen aan de Recron en aan de gemeente niet helemaal parallel lopen. In de brief aan de Recron wordt gepleit voor een tussenpersoon en dit staat niet in de brief aan de gemeente. De adviezen lopen uit elkaar. Vraagt of de gemeente en de Recron al iets gedaan hebben met de adviezen. De heer Ploegaert meldt dat hij dit intern al heeft uitgezet, voor ontvangst van de brief, naar aanleiding van de themabijeenkomst in mei. Met de Recron zal gezamenlijk gekeken worden naar de handhavingstechniek. De voorzitter legt uit dat er twee verschillende brieven zijn geschreven omdat tijdens de themabijeenkomst gesteld is dat de Recron enkele zaken dient op te pakken en dat de gemeente andere zaken dient op te pakken. Het initiatief voor het loket ligt bij de ondernemers De heer D'Hoore stelt voor de organisaties een afschrift te sturen van de brief aan de andere organisatie. De voorzitter geeft aan dat dit zal gebeuren. 4. Verslag vergadering d.d. 18 april 2012. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. De actiepuntenlijst wordt aangepast. 5. Lopende zaken/voortgang projecten. De heer Bruurs merkt op bij blz. 2 dat bij Waterdunen vermeldt staat dat de werkgroep recreatienatuur hierbij betrokken zal worden. De voorzitter licht toe dat dit afgesproken is tijdens de themabijeenkomst in mei. Dit komt voort uit de koppeling tussen Waterdunen en de Groesepolder en noodzaak tot goede communicatie. Concludeert dat de lijst is vastgesteld. 6. stukken ter advisering. a. presentatie Kustvisie door Leo van den Brand. De heer Leo van den Brand van de provincie Zeeland licht de Kustvisie toe. De presentatie wordt bij het verslag 2
gevoegd. Meer informatie is te vinden op www.atelierkustkwaliteit.nl. De visie is besproken met de kustgemeenten, het waterschap en Rijkswaterstaat en in het ZOW. De voorzitter wijst erop dat nu een 80% versie voorligt. Opmerkingen kunnen nog worden meegegeven. De heer D'Hoore geeft aan het interessant te vinden maar mist in de kustverdediging zowel de Ooster- als de Westerschelde. Deze zijn wel belangrijk i.v.m. de zandhonger die op langere termijn ernstige gevolgen heeft. De zandmotoren spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Voordelta. Bij het verdiepen van de Westerschelde gaat de afkalving snel. Verder ligt er een sterkte relatie met de Waddenzee en de hoogte van de rivierpeilen. Ook dit komt niet in de visie aan bod. De heer Van den Brand legt uit dat er voor de Oosterschelde een apart systeem bestaat, omdat er geen zand door de dam komt. Voor de Voordelta en de Westerschelde is een studie verricht door Deltares en die geeft een totaal beeld van de zandverdeling en zandbalans. Voor Zeeland is het van belang om in de Nationale Visie zorg te dragen dat er voldoende zand voor Zeeland gereserveerd wordt. De relatie met de Waddenzee en de rivieren maakt onderdeel uit van de alternatieve lange termijn suppleties (ALS). De zandmotor is neergelegd om te kijken wat er gaat gebeuren. De heer Smits spreekt de aanpak om van een provinciale naar nationale visie te komen, zeer aan. Stelt voor om ook een regionale kustvisie te ontwikkelen. Dan hebben we bouwstenen op microniveau voor onze eigen kust. Dit kan aan de hand van de provinciale visie. De heer Ploegaert kan zich vinden in het concentreren op het gebied West Zeeuws-Vlaanderen en de betekenis naar de toekomst toe. Nu speelt er een krimpscenario. In de visie staan veel elementen die ook binnen de Gebiedscommissie leven op het gebied van landschapsinvulling. Inhoudelijke opmerking: Zeeuws-Vlaanderen word de zachte staat van Vlaanderen genoemd. Stelt voor hier een andere term voor te bedenken. Fijn dat de jachthavens genoemd worden bij Cadzand en Breskens. Geeft dit mogelijkheden voor een jachthaven bij Port Scaldis Oost? De heer Van den Brand geeft aan dat de provincie jachthavenontwikkeling in Breskens wenselijk acht maar op dit moment niet bij Port Scaldis Oost. De heer Ploegaert vindt het prettig dat dingen uit de Structuurvisie zijn overgenomen. De voorzitter vraagt of er behoefte is aan een specifiek Zeeuws Vlaamse kustvisie. De heer Van den Brand stelt dat de gemeente dit mee kan nemen in een structuurvisie of in een verkenning. Aanknopingspunten ui t de Strandnota zijn al overgenomen. Het moet een wisselwerking zijn en de gemeente moet hierover door denken. De heer Smits vindt dat de plaatjes rust en stoom nogal wat betekenen. We moeten hierop anticiperen. De heer Van den Brand legt uit dat het erom gaat om ruimtelijke ontwikkeling en veiligheidsopgaven op elkaar af te stemmen. De heer Ploegaert merkt op dat de jachthaven Cadzand-Bad hierop inspeelt evenals de Recreatievisie. De gemeente zal dit gebruiken om tot een regionale visie te komen. De heer Van den Brand stelt dat de krimp in Zeeuws-Vlaanderen minder gekoppeld is aan economische ontwikkelingen door de groeiende recreatie. In stedelijk gebied ligt dit anders. De heer Bruurs vindt het vreemd dat de Gebiedscommissie slechts kennis neemt van de Kustvisie. Het heeft wel te maken met de ruimtelijke inrichting van West Zeeuws-Vlaanderen. Het gaat over meervoudig ruimtegebruik en integraliteit, thema's uit Natuurlijk Vitaal. We moeten kijken of de Kustvisie hierin past. Stelt voor hier een eigenstandig advies over uit te brengen en de visie te spiegelen aan hoe zaken in Natuurlijk Vitaal zijn geformuleerd. De discussie over de zwakke schakels is in het verleden ook in de Gebiedscommissie gevoerd. Inhoudelijke opmerking: op blz. 27 wordt aangegeven dat nieuwe bebouwing in het kustsegment niet is toegestaan. Zou het betreuren als buiten Vlissingen geen bebouwing was toegestaan, denk aan Cadzand-Bad en aan Breskens. De heer Ploegaert onderschrijft deze opmerking. De voorzitter wijst erop dat op blz. 27 het vigerend beleid is verwoord. De heer Van den Brand legt uit dat bedoeld is dat buiten bestaand bebouwd gebied niet gebouwd mag worden. Het woord 'stedelijk' zal worden vervangen. Er bestaat onduidelijkheid over de waterkeringszone als bebouwd gebied tussen de Waterwet en de Wet Ruimtelijke Ordening. Er ligt een spanningsveld voor de langere termijn tussen veiligheid en bebouwing. De voorzitter wijst erop dat er geen inspraaktraject is gekoppeld aan de Kustvisie. Toch is het op de agenda gezet zodat conflicterende zaken met Natuurlijk Vitaal kunnen worden aangegeven. De heer Bruurs stelt voor het signaal te geven dat het goed overeenkomt. De voorzitter concludeert dat er een advies zal worden opgesteld. Het concept wordt van tevoren rondgezonden.
3
b. planwijziging Natuurbeheerplan 2012 met oplegnotitie. De heer Ploegaert vraagt bij punt 18 wat bedoeld wordt met exclaveren. Mevrouw Westerhof meldt dat dit inhoudt dat bebouwing buiten de grens van de EHS wordt gehouden. De voorzitter concludeert dat met de oplegnotitie wordt ingestemd. c. Concept werkbegroting 2013 De heer Mouton merkt op dat wederom dit jaar de bijdrage hoger is, terwijl de ervaring is dat in de definitieve begroting die in december wordt voorgelegd, de bijdrage nog hoger is. Vindt € 35.000 inzet voor Tienhonderdpolder en 's-Gravenpolder teveel. Dit wordt in 2012 afgehandeld. De voorzitter wijst erop dat de begroting nog steeds veel minder is dan in voorgaande jaren, omdat er minder aan reserve overblijft. De heer Mouton stelt voor bij de definitieve begroting zaken beter te onderbouwen of de bijdrage te verlagen. De heer D'Hoore stelt voor dit te koppelen aan de uitvoeringszaken. De heer Ploegaert beaamt dat er een flinke slag te halen is in 2012. Dan zou de bijdrage aan externe deskundigheid in 2013 minder kunnen zijn. De heer Bruurs stelt voor hier op de themabijeenkomst in november over te brainstormen. De voorzitter concludeert dat hiermee wordt ingestemd. d. Voortgangsrapportage De voorzitter merkt op dat uit de voortgangsrapportage naar voren komt dat er kleine stapjes vooruit zijn gezet en een paar accenten zijn aangebracht. De heer Ploegaert wijst op punt 3 waar de effectuering van het gebiedsplan wordt gerelateerd aan oude studies. Bij de conclusie wordt ook nog steeds Sluis aan Zee genoemd. Dit klopt niet. De voorzitter legt uit dat dit terugpakt op het Gebiedsplan en dat de tekst rechtstreeks hieruit is overgenomen. De heer Van Geffen wijst erop dat de laatste zin bij effectuering de huidige situatie weergeeft. De heer Mouton geeft aan moeite te hebben met de gekleurde blokjes. Indertijd zijn veel doelen opgeschreven om subsidie te verkrijgen. Er zijn weinig handvatten om de operationele delen te realiseren. Vindt de weergave onflatteus als je kijkt naar wat de Gebiedscommissie voor elkaar gekregen heeft. Laat zien wat er gebeurd is en zet de conclusies bij elkaar. De heer Bruurs vindt ook dat de operationele doelen concreet gemaakt moeten worden. Voor bedrijventerreinen is nu 16½ ha uitgegeven. Dat is voldoende en er is nog voldoende ruimte voor uitgifte. Het doel van 50 ha is in redelijkheid niet haalbaar. De heer D'Hoore stelt voor de doelen voor 2004 tegen het licht te houden en er uit te halen wat totaal niet meer verantwoord is. Loop de rode punten na. De voorzitter doet als alternatief het voorstel om de hele lijst aan de orde te stellen en te kijken wat reëel is en niet reëel is. De heer D'Hoore kan zich hierin vinden. Laat het projectbureau de doelstellingen voor de komende 6 jaar opschrijven en de rest schrappen. Dan ontstaat er een goed beeld waar je staat en kan je als Gebiedscommissie een duidelijk signaal naar buiten toe geven. Dat is een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De voorzitter stelt voor hier in een themabijeenkomst op terug te komen. Dan kan de lijst ook gebruikt worden om prioriteiten aan te geven. En daarnaast kan gekeken worden of dit kan worden samengevoegd met de lijst voortgang projecten. De heer Van Geffen stelt voor dit in twee stappen te doen. Kijk wat de focus is en bepaal dit met z'n allen en neem dit vervolgens in de lijst voortgang projecten op. De heer Bruurs geeft aan wel waardering voor dit stuk te hebben. Mevrouw Westerhof stelt voor om te wachten met de toezending aan GS tot er een leesbaardere versie ligt. De voorzitter concludeert dat met de voorstellen wordt ingestemd. e. Opdracht werkgroep recreatienatuur De heer Ploegaert merkt op dat de gemeente hierbij wordt betrokken, maar de gemeente heeft geen wegen in eigendom. De heer D'Hoore vindt het wel belangrijk dat de gemeente deelneemt, bijv. over aspecten als verkeersveiligheid. De heer Mouton wijst op ook afspraken over parkeren of bebording. In het plan van aanpak komen voorstellen voor acties voor de beherende instanties. Vindt het belangrijk dat deze concreet worden gemaakt voor de betrokken beherende instanties. 4
De voorzitter concludeert dat met de opdracht wordt ingestemd. 7. Stukken ter kennisneming a. Nota Meer nieuwe landgoederen. De voorzitter wijst op het rapport van het Lei dat een redelijk leesbaar stuk is. Eén van de suggesties hierin is dat de gemeente heel snel overzicht kan geven aan welke eisen men moet voldoen indien men een landgoed wil realiseren. Stelt voor dat de gemeente met een paar A 4-tje aangeeft wat voor de gemeente Sluis van toepassing is met links voor meer informatie. De heer Bruurs stelt voor om deze informatie ook op de website te zetten. De heer Ploegaert kan zich vinden in de suggestie. Het beleid hiervoor is in ontwikkeling. De heer Smits merkt op dat het belangrijkste knelpunt bij de gemeente ligt. Wellicht kan een minder aantal hectares hierbij helpen. De voorzitter merkt op dat men niet steeds de spelregels moet veranderen. De heer Bruurs wijst erop dat in de gemeentelijke reactie op het IOP geen opmerking over landgoederen is gemaakt. Dan kan men ervanuit gaan dat men instemt met het provinciaal voorstel. De voorzitter wijst erop dat er twee zaken naast elkaar lopen. Aan de ene kant de provinciale regeling maar aan de andere kant de fiscale regelgeving. b. Herijking EHS. De heer D'Hoore vindt het logisch dat er een provinciale prioritering is aangegeven. Ook de punten zijn logisch maar is benieuwd naar de vertaling voor dit gebied. Stelt voor de discussie te starten over wat we gaan doen. Mevrouw Westerhof benadrukt dat de opgaven in dit gebied niet meer zo groot zijn. De voorzitter wijst erop dat we al aangegeven hebben wat we nog binnen de EHS gerealiseerd willen zien. De heer D'Hoore ziet de kans groot dat de suggesties tussen wal en schip zullen vallen. We moeten kijken hoe we dit op een andere manier kunnen realiseren en de ambitie hoog houden. Mevrouw Westerhof legt uit dat de suggesties aan de regels zullen worden getoetst. Het is niet zeker of hetgeen wij hebben aangegeven alsnog doorgaat. Het kan alsnog geschrapt worden. De voorzitter stelt voor op dit moment geen actie te ondernemen vanuit de Gebiedscommissie. c. Communicatiekalender. Wordt voor kennisgeving aangenomen. d. kopij t.b.v. nieuwsbrief De volgende nieuwsbrief verschijnt binnenkort. 8. Rolagenda. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De onderwerpen voor de themabijeenkomst worden toegevoegd. En de Tienhonderdpolder in oktober. 9. Rondvraag. De heer D'Hoore deelt mee dat de provincie besloten heeft tot bezuinigingen. Eén van de bezuinigingen is het halveren van de subsidie voor de ZMF. Dit heeft consequenties voor de deelname in de Gebiedscommissie van hemzelf en van Geertje van der Krogt. Vraagt of de Gebiedscommissie per brief een signaal wil afgeven aan de provincie over de consequenties van het beperken van de subsidie. In het uiterste geval zou de ZMF niet meer deelnemen aan de Gebiedscommissie. De voorzitter geeft aan de zorg te delen en stelt voor dit in de volgende vergadering aan de gedeputeerde voor te leggen. De heer Bruurs wijst erop dat dit ook geldt voor de ondersteuning van de Gebiedscommissie. De provincie gaat sterk bezuinigen op haar personeel en dit kan consequenties hebben voor deze commissie. De heer D'Hoore pleit ervoor om een standpunt te formuleren en dit niet alleen verbaal over te brengen. De voorzitter stelt voor hierover na te denken en hierover in de volgende vergadering te besluiten. De heer Bruurs geeft aan geïnterviewd te zijn door het Lei over krimpgebieden. Hij zal zorgen dat het rapport "Recreatie en landbouw in krimpgebieden' wordt toegezonden. 10. Sluiting. De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.
5
Actiepunten Nr 195 197 200
Datum 20-06-12 20-06-12 20-06-12
210
20-06-12
211
20-06-12
Actie Overleg plannen in januari 2013 met kavelruil coördinatoren Terugmelden stand van zaken Retranchement Bespreken uitvoeringszaken en relatie met begroting in themabijeenkomst november Aanpassen voortgangsrapportage; bespreken in themabijeenkomst november Nadenken over mogelijke reactie GC op voornemen bezuiniging provincie op subsidie ZMF en consequenties hiervan
Door PB Ploegaert Allen PB allen
6