Verslag 66e vergadering Gebiedscommissie West Zeeuwsch-Vlaanderen d.d. 19 april 2007.
Aanwezig: de heer Van Zandbrink (vz) en mevrouw Westerhof (provincie), de heer Boomert (Recron), de heer Bruurs (Kamer van Koophandel), de heer De Koeijer (ZLTO), de heer Wille (gemeente), de heer D’Hoore (ZMF), mevrouw Van Boxtel (rijkswaterstaat), de heer Mouton (waterschap), de heer Kluijfhout (DLG) en mevrouw Budde (verslag, provincie). Gasten: mevrouw Koole en de heer Beijersbergen (provincie) en de heer Brandenburg (LU Wageningen). Afwezig: mevrouw Van de Hoek (DLG).
1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. 2. Spreekrecht publieke tribune. Mevrouw Van Erp spreekt in n.a.v. het natuurontwikkelingsplan Nummer Een. Zij runt samen met haar man een schapenfarm annex zorgboerderij. Zij is enthousiast over de plannen voor natuurontwikkeling en zou graag samen met de werkgroep natuurontwikkeling bekijken in hoeverre hun eigen bedrijf daarin past of een rol kan vervullen. De voorzitter bedankt mevrouw Van Erp voor haar reactie en zegt toe bij agendapunt 5e een antwoord te geven op haar verzoek. 3. Ingekomen/verzonden stukken. a. brief GC inzake zienswijzen MER Waterdunen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. brief gemeente Sluis inzake behandeling voorstel tot vaststellen beleid plattelandsontwikkeling. Schuift door naar het besloten deel van de vergadering. 4. Verslag vergadering d.d. 1 maart 2007. Tekstueel. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Actiepunten. De actiepunten 127, 162, 164, 165 en 166 komen te vervallen. 5. Ter goedkeuring a. notitie verhouding Gebiedsplan met plan Nationaal Landschap qua ambitie. Mevrouw Westerhof licht toe dat de notitie is ingebracht n.a.v. een vraag in de vorige vergadering. Gekeken is naar de verhouding tussen het Gebiedsplan en het predikaat Nationaal Landschap. Dit laatste is een plus op de uitvoering van het Gebiedsplan. Er is geconstateerd dat een aantal doelen uit het Gebiedsplan nog niet zijn opgepakt. Voorgesteld wordt dit actiever op te pakken. In de volgende vergadering zal een aantal projecten worden ingebracht. De heer Bruurs is niet helemaal tevreden met de notitie. De vorige keer is afgesproken dat duidelijk zou worden gemaakt wat Nationaal Landschap betekent voor de ondernemers. Dit komt niet terug in de notitie. De heer D'Hoore vindt het goed dat zo snel gereageerd is maar de bedoeling was om het begrip Nationaal Landschap naar een breder publiek te presenteren. Dus dient beter aangegeven te worden hoe men dit gaat doen. Kijk naar de kansen voor partijen en ga met hen om de tafel zitten. De voorzitter merkt op dat soortgelijke opmerkingen ook gemaakt zijn bij het Nationaal Landschap Zak van Zuid-Beveland. Ook hier constateerde men dat onvoldoende rekening is gehouden met bewoners en ondernemers. Hij onderstreept de opmerkingen maar vraagt wel wat dit betekent voor de Gebiedscommissie en voor de provincie. Mevrouw Westerhof wijst erop dat vanuit de ZMF binnen de Coördinatiegroep een voorstel is gedaan om een breder traject in te zetten. Daarnaast loopt er een initiatief van de Stichting Landschapsbeheer
Zeeland. Gekeken zal worden hoe dit als een gezamenlijk project kan worden opgepakt om aan de gemaakte opmerkingen te voldoend. De heer Bruurs benadrukt dat ondernemers vaak het beeld hebben dat door Nationaal Landschap de boel op slot zit. De voorzitter stelt voor een presentatie over Nationaal Landschap voor de ondernemers te houden. De heer D'Hoore vindt dit een goede insteek maar stelt voor om van tevoren na te denken over de in te schatten mogelijkheden die er zijn voor de ondernemers. De voorzitter stelt voor dat de Gebiedscommissie voor de presentatie wordt uitgenodigd. b. opstellen projectplan herstel landschappelijk karakteristieke dijken. De heer De Koeijer merkt op dat dit gaat over het wegzetten van grond uit allerlei natuurprojecten. Er bestaat een grondbank. Uit een inventarisatie blijkt dat grondeigenaren in het Passageulegebied om grond gevraagd hebben maar dat de vraag het aanbod overstijgt. Het voorstel voor het herstellen van de dijken concurreert hiermee. De heer Kluijfhout legt uit dat het voorstel is om een projectplan op te stellen. Dan wordt gekeken naar de grondvraag en naar eigendom, beheer en onderhoud. Pas dan stelt de Gebiedscommissie vast of men dit project wel of niet wil gaan uitvoeren. Er loopt een project om grond uit voorgaande natuurontwikkelingsplannen die nu nog in depot ligt, te verwerken. Dit project is een voorbeeld van een project dat onder de paraplu van Nationaal Landschap valt. De voorzitter geeft aan dat nu het voorstel is om het plan uit te werken en in tweede instantie te kijken hoe de grond gebruikt kan worden voor diverse doeleinden. De heer De Koeijer wijst op het bijgevoegde kaartje. Een aantal dijken die hierop aangegeven staan, zijn helemaal weg. De vorm van kavels is in de loop der tijd veranderd. Hij stelt voor om de dijken aan te passen aan de vorm van de kavels en niet overal helemaal de historische plaats te volgen. De heer D'Hoore geeft aan eerder genegen te zijn zoveel mogelijk de historische lijn te volgen maar het kan een punt van discussie worden. De voorzitter stelt voor dit als extra opdracht mee te geven bij het opstellen van het projectplan. De heer Boomert wijst op het mogelijk recreatief medegebruik van de herstelde dijken. De heer Bruurs vraagt of een prioritering wordt opgenomen in het projectplan. De heer Kluijfhout legt uit dat begonnen zal worden met de dijken waar eigendom, beheer en onderhoud goed geregeld is. De voorzitter concludeert dat ingestemd wordt met het opstellen van het projectplan. c. ambitie zwakke schakels. Mevrouw Westerhof licht toe dat deze notitie is opgesteld n.a.v. de presentatie over het MER zwakke schakels op 7 februari. Men constateerde toen een verschil in gewekte verwachting en de uiteindelijke keuzes. Voorgesteld wordt om richting het Zeeuws Overlegorgaan Waterkeringen deze teleurstelling kenbaar te maken en te verzoeken om in het vervolgtraject te kijken naar een combinatie van ruimtelijke kwaliteit en dijkherstel. De heer Wille wijst op de zin "ten onrechte acht het rijk..". Vraagt zich af of dit waar is. Welke basis hebben we om dit zo neer te schrijven. Mevrouw Westerhof legt uit dat de verwachtingen anders waren dan nu naar voren komt. Er is steeds meer verschoven naar kustversterking in plaats van naar ruimtelijke kwaliteit. De keuzes zijn mede bepaald door de kosten. De heer Wille bevestigd dat het idee is dat de verwachtingswaarde niet bewaarheid wordt. In het begin werd gesteld dat zwakke schakels veel geld mee zouden brengen. Dit heeft men op ambtelijk niveau zo afgeleid. Stelt voor om de zin te vervangen door "het rijk bewandelt een pad dat niet aan de verwachtingswaarde voldoet" of iets dergelijks. De heer Boomert stelt dat één van de argumenten was dat de raad zich uitgesproken had voor zoveel als mogelijk zeewaartse kustversterking. In het Gebiedsplan is vastgelegd dat zoveel mogelijk gekeken moet worden naar een kwaliteitsslag bij de kust. De voorzitter concludeert dat de teleurstelling dus niet aan het rijk te wijten valt. Hij heeft geen enkel signaal ontvangen dat het rijk zich bijvoorbeeld zou terugtrekken uit Waterdunen. Het rijk verdient eerder een pluim. Hij pleit voor een uitnodigende brief waarin gesteld wordt dat de ambities voor onderdelen
2
groots ingevuld zullen worden en dat we uitzien naar toekomstige samenwerking om verder te kijken naar het samengaan van ruimtelijke kwaliteit en veiligheid. De heer Bruurs stelt vast dat vooral gesproken wordt over de koppeling ruimtelijke kwaliteit en kustversterking en stelt voor om ook de economische impuls mee te nemen. De voorzitter stelt voor de brief aan te passen en te kijken waar buiten Waterdunen een koppeling kan worden gemaakt. d. prioriteiten grondverwerving en kavelruil 2007 en 2008. De heer Kluijfhout legt uit dat in de vorige vergadering het Aankoop Strategie Plan is behandeld. Dit is ter vaststelling naar GS. Nu ligt een kwantificering van de opgaven voor grondverwerving en kavelruil voor. In tabel 1 kan men lezen dat men in de kust van 20 naar 100 ha wil gaan. Dit is reëel en er is financiering voor. De heer Bruurs wijst erop dat één van de taakstelling het verwerven van binnendijkse duinen is. Nu staat daar 0 ha achter. Men kan daaruit concluderen dat dit vooralsnog geen prioriteit heeft. Dan geeft dit een verkeerd signaal af. De voorzitter benadrukt dat het nu gaat over prioriteiten. Concludeert dat men instemt met het voorstel. e. presentatie natuurontwikkelingsprojecten Plaskreek en Nummer Een. De heer Wille neemt het voorzitterschap over van de heer Van Zandbrink. Mevrouw Koole licht beide plannen toen. Bij Plaskreek gaat het om 19 ha nieuw natuurgebied waarvan 7 ha al beheerd wordt door Het Zeeuwse Landschap. Het is een Categorie C project vanuit Natuurcompensatie Westerschelde. Het gebied is vooral bedoeld voor vogels vanuit de Westerschelde. Tevens komen er recreatieve voorzieningen zoals een vissteiger en een vogelobservatieplatform. Bij Nummer Een gaat het om 22 ha en een cat. B NCW-project. Het streefbeeld hier is open, zoveel mogelijk vocht t.b.v. voornamelijk weidevogels. Daartoe zullen ontgravingen plaatsvinden. Er is een voorlichtingsavond gehouden en er zijn enkele reacties binnengekomen. Deze hebben geen aanleiding gegeven om de plannen rigoureus aan te passen. Wel worden een aantal zaken aangepast. Zo komt er een afscheiding tussen het landbouwgebied en het natuurgebied via een greppel en worden bomen aangeplant in de Pieterspolder ter compensatie van te kappen beplanting. Over plannen van de familie Van Erp is inmiddels overleg geweest tussen provincie en gemeente. Op korte termijn zal een afspraak met de familie worden gemaakt om tot een goede oplossing te komen voor alle partijen. De heer D'Hoore merkt op dat de communicatie over de ontwikkeling van de plannen niet optimaal is geweest. Dit wordt beaamt door het projectbureau. Het is jammer omdat nu het idee leeft dat zaken elders bedacht worden en daarna in de streek worden gedropt. Het is een gemiste kans om de streek erbij te betrekken. Stelt voor om alsnog de suggesties van 't Duumpje tegen het licht te houden. Men zou een historisch element zoals een karreveld mee kunnen nemen in het plan. De heer Bruurs stelt dat natuur ook iets moet opleveren voor de economie. Dit is één van onze speerpunten. Hetgeen mevrouw Van Erp in haar inspraakreactie heeft gezegd past prima in de ambitie van het Gebiedsplan. We moeten proberen met de ondernemers tot gezamenlijk gedragen plannen te komen. Vraagt of de Gebiedscommissie geïnformeerd kan worden over de resultaten van het gesprek met de familie Van Erp. De heer Boomert sluit bij de vorige sprekers aan. Wijst op een afspraak die eerder in de Gebiedscommissie is gemaakt, namelijk dat er eerst geplant moet worden en dat er daarna pas omgezaagd mag worden. De heer Beijersbergen beaamt dat de communicatie niet optimaal verlopen is. Men loopt wel keurig de afgesproken route af. Na de Gebiedscommissie gaan de plannen via de Provinciale Commissie Groene Ruimte naar GS. Voor wat betreft de suggesties van 't Duumpje is duidelijk aangegeven dat er geen agrarisch historische elementen in het gebied aanwezig zijn. We gaan niet elementen uit andere gebieden hier imiteren. Wel vindt de afgraving plaats ter plaatse van een voormalige kreek, zodat men dit als historisch element terugbrengt. Op korte termijn volgt een gesprek met de familie Van Erp. Het gaat om de combinatie van schapen en natuur. Wijst erop dat Zeeland in 2009 afgerekend zal worden door Europa op de NCW-projecten.
3
Eerst planten en dan zagen. De drie plannen worden gelijktijdig uitgevoerd zodat in de Pieterspolder bomen worden aangeplant terwijl ze bij Nummer Een worden gekapt. Mevrouw Koole vult aan dat het vanzelfsprekend is dat de resultaten van het gesprek met de familie Van Erp zullen worden doorgegeven aan de Gebiedscommissie. De voorzitter concludeert dat de leden instemmen met de plannen en dat zij een terugmelding verwachten. f. kansen voor zilte teelten, presentatie door de heer Brandenburg. De heer Van Zandbrink neemt het voorzitterschap over van de heer Wille. De heer Caljouw licht toe dat in het plan Waterdunen ruimte voor zilte teelten is opgenomen, zo'n 10 ha. Vaak worden zilte teelten gebruikt in combinatie met educatie en/of een toeristisch bedrijf. Nu blijkt dat er vooral buiten het plangebied van Waterdunen mogelijkheden zijn. In West Zeeuwsch-Vlaanderen houdt een studieclub van Agrarisch West zich hiermee bezig. Voorgesteld wordt om gezamenlijk te kijken naar de kansen voor zilte teelten. Vanuit de waaiergesprekken zijn nog geen concrete initiatieven naar voren gekomen. Wel zijn er op dit moment volop subsidiemogelijkheden. De heer Brandenburg van de Land-bouwuniversiteit Wageningen is gevraagd een toelichting te geven. Er ligt een voorstel voor om studenten van de Hogeschool Zeeland opdracht te geven een inventarisatie uit te voeren. De heer Brandenburg geeft aan het leuk te vinden om in West Zeeuwsch-Vlaanderen te zijn waar hij regelmatig als recreant heeft verkeerd. Hij heeft mogen ervaren wat een prachtig gebied dit is en stelt dat het een gebied is dat kansen heeft. Mede op initiatief van de provincie Zeeland wordt binnenkort het convenant zeetong getekend wat een nieuwe fase is binnen de zilte teelten in Zeeland. Zilt is alom vertegenwoordigd. In Zeeland heeft men de langste kustlijn van Nederland. Zout en zoet zijn op bijzondere wijze bij elkaar gekomen. De zee is één van de bronnen van inkomsten in Zeeland. Voor wat betreft vis moet men zich afvragen hoe lang men nog kan vissen tengevolge van overbevissing. Over 50 jaar is vis uit zee niet langer gewaarborgd. Dan moet men dus over op aquacultuur. Over niet al te lange tijd dreigt ook in Europa een tekort aan zoet water. De landbouw dient hervormd te worden door het gebruiken van een andere kwaliteit water en dat kan bijvoorbeeld door zilte teelten. Er is een blauwe revolutie nodig. De landbouw staat aan de grenzen van het kunnen en zou over moeten gaan tot het houden en verbouwen van nuttige organismen in het zeegebied. In Zeeland zit al een schelpdiersector waar men mossels zaait en oogst. Waterdunen is één van de mogelijkheden waar men vanuit de zeespiegelstijging rekening kan worden met toename van zoute kweldruk door hier op te anticiperen. Voor wat betreft zilte teelten denkt men vooral aan zeekraal maar er is veel meer. Schelp- en schaaldieren, scharrelvlees van schapen die op zilte gronden gegraasd hebben, het kweken van zagers, kokkels en platvis, het telen van gewassen zoals zeekraal, lamsoren, zeekool, groene asperges, zeevenkel als keukenkruid, lepelblad als vitamine C-gewas en spelt als langstroo graangewas, huttentut t.b.v. de olie. Andere gewassen die goed gedijen op zilte grond zijn vlas, gerst, koolzaad en biet. Er zijn ook gemengde zilt bedrijven die zowel planten als dieren kweken. Er is een productiemodel voor tong ontwikkeld via bassins die mooi in het landschap worden ingepast. Men kan getijdenatuur gebruiken. Het netto bedrijfsresultaat van een ha zeekraal is € 32.000. De recreatie is nodig als afzetketen. Het is een belangrijke economische motor. Ook is het van belang dat kennis ontwikkeld wordt. In West Zeeuwsch-Vlaanderen heeft men het voordeel dat men een korte keten kan ontwikkelen naar de klant in de regio. Eventueel kan men ook grensoverschrijdend werken. De voorzitter merkt op dat de provincie veel investeert in de ontwikkeling van zoute teelten en in kennisinnovatie. Dit is een grote kans voor Zeeland. Stelt voor om een Plan van Aanpak op te stellen dat terug zal komen in de Gebiedscommissie. De heer Brandenburg heeft aangegeven hieraan te willen meewerken. De heer D'Hoore stelt dat dit naadloos past binnen het Gebiedsplan en is zeer geporteerd van een projectplan. Heeft wel het gevoel dat men praat over een ander soort ondernemer omdat hier specifieke kennis voor nodig is. De heer Brandenburg legt uit dat mensen aangesproken moeten worden op hun ondernemerschap. Kennisoverdracht is belangrijk en hier spelen IMARES en het Groen College een belangrijke rol. De bestaande ondernemers moeten willen overschakelen en dat lukt vaak door subsidie maar het gaat ook om het motiveren van jonge mensen.
4
De voorzitter stelt voor mee te nemen in het plan van aanpak dat er gemotiveerde mensen voor deze nieuwe taak nodig zijn. Tevens wil hij de rol van de Gebiedscommissie in het plan van aanpak terugzien. De heer D'Hoore ziet een combinatie met natuurontwikkeling en een relatie met recreatie. De heer De Koeijer merkt op dat een kennisinfrastructuur rondom zilte teelten nodig is. Vraagt of dit op korte termijn gerealiseerd wordt en of de ondernemer terug kan vallen op advies van kennisleveranciers. De heer Brandenburg beaamt dat kennisbegeleiding goed aanwezig moet zijn maar dat is deels ondernemersverantwoordelijkheid. De voorzitter merkt op dat de provincie een leerstoel op de Hogeschool Zeeland heeft gesubsidieerd voor zilte teelten. Stelt voor ook dit op te nemen in het plan van aanpak. De heer Bruurs vindt eveneens dat dit prima past bij de doelstellingen van het Gebiedsplan. Hij vraagt aandacht voor het aantrekken van ondernemers van buitenaf. Voor wat betreft zagerkweek is al expertise aanwezig in Zeeland. De heer Mouton vindt het een prachtig verhaal dat kansen biedt voor de streek. Vraagt zich wel af wat de rol van de Gebiedscommissie hierin is. Stelt voor dit helder in het plan van aanpak aan te geven. De voorzitter bedankt de heer Brandenburg voor zijn heldere toelichting. Concludeert dat de Gebiedscommissie vol verwachting uitkijkt naar het plan van aanpak en instemt met de inventarisatie door de Hogeschool Zeeland. 6. Ter kennisneming. b. samenvatting nieuwe werkwijze kavelruilen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. c. natuurontwikkeling Strijdersgatpolder. De heer Mouton wijst erop meerdere malen gevraagd te hebben om gebieden verder uit te werken en dan te kijken naar alle belangen. Het voorliggend voorstel heeft niet de integrale aanpak waarom gevraagd is. Het waterschap is op dit moment bezig met natuurvriendelijke oevers en er ligt een claim voor recreatienatuur. De heer Kluijfhout zegt toe in de volgende notitie dit mee te nemen. d. communicatie:kopij. Er is geen nieuwe kopij. 7. Rondvraag. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 8. Sluiting. De voorzitter bedankt de opstellers voor de buitengewoon heldere adviezen en sluit de vergadering. Afsprakenlijst 27-06-05 127 21-12-06 158
01-03-07
163
19-04-07
167
19-04-07
168
19-04-07
169
19-04-07 19-04-07
170 171
Voorstel integrale inrichting Strijdersgatpolder Opzetten lijn voor communicatie met kalender met communicatiemomenten (na vergadering GC) Notitie rood-voor-groen (verevening): wat staat in GP, wat in IOP en wat betekent dit voor de regio Presentatie kansen voor ondernemers in kader NL Opstellen projectplan herstel landschappelijke karakteristieke dijken Aanpassen brief aan ZOW inzake ambitie zwakke schakels Terugkoppelen gesprek fam. Van Erp Opstellen plan van aanpak zilte teelten
DLG Adviesgroep communicatie
28-06-07
CG
19-04-07
CG CG CG
5