Verkiezingsprogramma GroenLinks 2006 - 2010 1 UITGANGSPUNTEN GroenLinks voert een groene en linkse politiek. Groen betekent dat we vooral het belang van de natuur willen dienen en links dat we sociaal verantwoorde keuzes willen maken. Groen beleid houdt in dat we bij elk besluit kijken naar de effecten voor het milieu: we willen onze woonplaats zo groen mogelijk houden. De belangen van de natuur gaan ons net zo ter harte als economische belangen: ons woongenot kan alleen worden gegarandeerd als we de kwaliteit van onze natuurlijke leefomgeving veilig stellen. Daarom ook moeten er grenzen aan de groei van onze gemeente worden gesteld. GroenLinks vindt dat na de realisering van de wijk Schoenmakershoek die grenzen bereikt zijn. Als we daarna niet verder uitbreiden, blijft het evenwicht tussen stedelijk gebied en het buitengebied intact. Allereerst blijft er voldoende ruimte voor openbaar groen en open water en ten tweede kan de eigen waarde van de natuur volledig tot haar recht komen. In het belang van het milieu vinden we dat duurzaamheid bij woningbouw en het inrichten van onze leefomgeving voorop moet staan. In dit verband vinden wij ook dat er goed gelet moet worden op verantwoord energiegebruik. Sociaal beleid houdt in dat we streven naar een samenleving die gebaseerd is op solidariteit en die uitgaat van principiële gelijkwaardigheid van mensen. Om zo'n samenleving te bereiken willen we een eerlijke verdeling van middelen en meer zeggenschap voor de burgers. Onze huidige samenleving is niet rechtvaardig; er is een (groeiende) tweedeling tussen kansrijken en kansarmen. GroenLinks wil de achterstand van de laatste groep ten opzichte van de topinkomens verkleinen. GroenLinks is géén starre partij die bij voorbaat uitgaat van het eigen gelijk. We zijn bereid om te komen tot een compromis wanneer het algemene belang daarmee gediend is. GroenLinks zal echter het belang van het individu nooit uit het oog verliezen. Als partij die volop in de praktijk staat, weten we dat we het nooit iedereen naar de zin kunnen maken. Dat willen we ook niet, we hebben onze eigen principes, daarom kiezen we steeds voor het milieu en voor de mensen met de laagste inkomens. We zullen ons de komende raadsperiode blijven inzetten, ook al weten we dat niet al onze wensen gerealiseerd kunnen worden. Omdat we zoveel belang hechten aan een beleid waarbij de juiste keuzes worden gemaakt in het belang van de natuur en we onze onderlinge solidariteit willen waarborgen, blijven we een groene en linkse politiek voeren. DIT HEEFT GROENLINKS DE AFGELOPEN 4 JAAR ONDER ANDERE BEREIKT: •verstrekken van individuele bijzondere bijstand (ter vervanging van schoolfonds, overgangsregeling vervolgonderwijs en computerregeling) •aandacht voor de week van de vooruitgang •behoud van de tribune van Achilles •plannen voor bouw van een biljartcentrum •beter parkeervergunningenbeleid (voor de straten rondom het centrum, m.n. Waldhoornlaan en Bazuinlaan) •betaald parkeren in het centrum, behalve voor vergunninghouders •aangepaste betaalautomaat voor gehandicapten en een betere verwijzing naar parkeerplaatsen voor gehandicapten in de parkeergarage •er zijn meer vrijliggende fietspaden aangelegd •behoud van de kinderboerderij •discussie over duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen •geen uitbreiding ten zuiden van de A58 (zolang bestaande bedrijventerreinen niet volledig benut zijn) •maximum snelheid 30 km in woonwijken •deelname onderzoekscommissie rapportage onderhoud sportvelden •behoud van de Kunstuitleen 1
•gedragscode voor B&W en raadsleden •meer sociale woningbouw in Schoenmakershoek •geen kantorenlocaties in het beekdal tussen Lage Vaartkant en Liesbosch •geen plaatsing van UMTS masten totdat er meer duidelijkheid bestaat over de gezondheidsrisico's. •verhoging cultuurfonds 2 MILIEU 2.1 ZORG VOOR HET MILIEU Het is nodig om duidelijke keuzes te maken voor een beter milieu. Met name klimaatverandering en de extreem ongezonde luchtverontreiniging geven op dit moment reden tot zorg. Dat betekent blijvend scherp toezicht op vervuiling, handhaving van milieunormen en een actief milieubeleid. Duurzaamheid is de aarde gebruiken, in plaats van verbruiken. Dit houdt in dat bij alle activiteiten rekening wordt gehouden met de behoeften van mensen elders in de wereld en van toekomstige generaties. De gemeente hoort hierbij het goede voorbeeld te geven. Een fors aantal stappen op de goede weg zijn al gezet, maar er is meer nodig. Elke economische activiteit en elke verandering in de inrichting binnen de gemeente moeten op de effecten op het milieu worden getoetst. Voor bestemmingsplannen en grote projecten wordt er een MER (Milieu Effect Rapportage) opgesteld. Om 'Ecologisch verantwoord ondernemen' mogelijk te maken komt er een stimuleringsfonds. Het gebruik van groene stroom door burgers en bedrijven moet gestimuleerd worden. Er moeten zoveel mogelijk locaties ontwikkeld worden voor windmolens. Wij vinden dat de gemeentelijke diensten moeten overstappen op voertuigen als elektrische of hybride auto's. De gemeente moet de opwekking van energie door het plaatsen van zonnecellen op daken en andere geschikte plaatsen blijven stimuleren. De gemeente moet lid worden van het Klimaatverbond. Hierdoor wordt onderstreept dat er werk gemaakt wordt van klimaatbeleid. Door hierbij aan te sluiten verplicht de gemeente zich om te streven naar reductie van energieverbruik en CO2-uitstoot, het vermijden van het gebruik van niet duurzaam geproduceerd tropisch hardhout en het stimuleren van milieuaandacht onder bevolking en bedrijfsleven, extra zorg voor bodem en leefomgeving. Bij het beoordelen van kapvergunningen voor bomen moet steeds worden afgewogen op welke manier de bomen behouden en/of in nieuwe plannen ingepast kunnen worden. Onkruidbestrijding mag alleen op natuurlijke wijze geschieden, chemische onkruidbestrijding wordt door ons principieel van de hand gewezen. 2.2 MILIEUEDUCATIEF CENTRUM (MEC) Het is nog steeds de wens van GroenLinks dat er op korte termijn een Milieu Educatief Centrum in onze gemeente komt. Hierin vinden de natuur- en milieuorganisaties een vaste plek en kunnen burgers en bedrijven terecht voor tentoonstellingen, cursussen en informatie. Bewustwording en overdracht van kennis zijn hierbij sleutelwoorden. Een MEC kan ook praktische ondersteuning bieden aan het onderwijs . (Agrarische) bedrijven kunnen laten zien hoe en waarom zij op een bepaalde manier werken. Projecten, cursussen en tentoonstellingen kunnen milieumaatregelen die genomen moeten worden op een voor iedereen begrijpelijke manier duidelijk maken. 2.3 AFVAL GroenLinks stelt een invoering van een systeem voor waarbij de reinigingsrechten betaald worden naar gewicht van het aangeboden afval (DIFTAR). Dit vraagt meer verantwoordelijkheid van de burger en een betere dienstverlening/voorlichting van de gemeente. Mensen moeten de gelegenheid hebben ten minste één maal per jaar een halve m³ groot huisvuil gratis te kunnen storten. Voor mensen die niet in staat zijn dit zelf aan te leveren wordt dit één keer per jaar opgehaald. Dit kan eenvoudig gerealiseerd worden middels 2
een tegoedbon op naam, die jaarlijks tegelijk met de bewaarkaart wordt verspreid. Op de weekmarkten moet de gemeente een mobiel afvalinzamelpunt inrichten, waar de marktkooplui hun afval gescheiden kunnen aanbieden in GFT, KCA, papier en karton, hout, kunststof en restafval. Op verschillende plaatsen in de gemeente zouden inzamelpunten moeten komen voor plastic en houtafval. 2.4 ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES Om de natuur meer kans te geven in de bebouwde kom moeten er ecologische verbindingszones komen langs waterwegen en bermen. Deze blauwe en groene linten gaan dan een verbinding vormen tussen de natuurgebieden buiten en het groen binnen de bebouwde kom. Behoud van bestaand groen zoals bijv. in het Beatrixpark is een belangrijk uitgangspunt. Er is al genoeg gebouwd in de laatste jaren. 2.5 DIERENWELZIJN De duurzame cq. biologische landbouw en veeteelt moet door de gemeente actief ondersteund worden door voorlichtingsactiviteiten zoals het meewerken aan een biologische markt en/of verkoop van biologische producten. Naast de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven heeft ook het gemeentebestuur een taak in de bescherming van de vele dieren binnen haar grenzen (dieren in het wild, gezelschapsdieren, landbouwhuisdieren). Een gemeente zonder dieren zou aanzienlijk inboeten aan levendigheid, waarde en veelzijdigheid. De gemeente kan het beste, in overleg met onder meer de Dierenbescherming, een gemeentelijk dieren-welzijnsbeleid vaststellen. De wethouder met de portefeuille dierenwelzijn is hiervoor verantwoordelijk. 2.6 VERKEER EN VERVOER Het autogebruik is de afgelopen jaren weer gegroeid. De groei van het verkeer leidt tot een onveiliger leefomgeving; zeker voor kinderen. GroenLinks is niet tegen de auto maar tegen het ongebreideld en achteloos gebruik van de auto. Bij het realiseren van nieuwe plannen en reconstructie van bestaande wegen, blijft terugdringen van het autogebruik een uitgangspunt. Elk jaar zal er de nodige aandacht moeten zijn voor de Week-van-de-Vooruitgang. In het centrum moeten voldoende (bewaakte) fietsenstallingen komen waar tegen lage tarieven gebruik van kan worden gemaakt. Hierdoor kan het fietsgebruik worden bevorderd. Het onderhoud van fietspaden moet worden geïntensiveerd. De bewegwijzering in onze gemeente moet verbeterd worden. Door een goed parkeerbeleid kan het centrum verder autoluw worden. Om het autoverkeer in het centrum te beperken zullen de parkeertarieven verhoogd moeten worden. Ook al omdat Etten-Leur in vergelijking met omliggende gemeenten veel lagere parkeertarieven heeft. Er moet in het centrum alleen tegen betaling geparkeerd kunnen worden. Rond het centrum moet een goed systeem van parkeerplaatsen voor bewoners worden aangelegd. Bij nieuwbouw moet, indien mogelijk, de parkeerruimte ondergronds of op eigen terrein worden gerealiseerd. Er zijn nog vele knelpunten in het wegennet van onze gemeente die voor verbetering vatbaar zijn. Te denken valt aan de Markt en de spoorweg-overgangen. Ook ontbreken op sommige plaatsen voetpaden waar ze wel gewenst zijn. Deze zullen moeten worden aangelegd. Het autoverkeer moet zoveel mogelijk om woonwijken heen worden geleid en niet erdoor. Met kwetsbare verkeersdeelnemers zoals bijv. schoolgaande kinderen en voetgangers, dient rekening gehouden te worden. Om de automobiliteit terug te dringen moet het wijkbusproject worden uitgebreid. Deze vorm van openbaar vervoer moet tegen zo laag mogelijke kosten voor de gebruikers plaats vinden. Alle wijken zouden op deze manier bereikbaar moeten worden. De wijkbussen gaan rijden op aardgas of waterstof. Het HOV (Hoogwaardig Openbaar Vervoer = snelle busverbinding tussen Etten-Leur-BredaOosterhout) moet middels goede voorlichting naar de burgers een belangrijke plaats gaan 3
innemen. Midden door onze woonplaats loopt het treinverkeer. Zowel het personen- als het goederenvervoer (o.a. gevaarlijke stoffen) zal in de toekomst toenemen. Dit tast de leefbaarheid in de wijken en de veiligheid van de inwoners aan. Wij zijn tegen tweedeling door het spoor. Ondertunneling van Schoonhout en Hoevenseweg is een voorwaarde om een kleine ring te kunnen realiseren. Het vervoer van gevaarlijke stoffen moet beter in beeld worden gebracht zodat de risico's bekend zijn. 3 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING 3.1 BINNENGEBIED De ruimte binnen de bestaande grenzen wordt steeds schaarser, we moeten er dus zuinig mee omspringen. GroenLinks is geen voorstander van bouwen buiten de "natuurlijke" grens die de rijksweg vormt. Door bouwlocaties slimmer en compacter te bebouwen (inbreiding) kan het arsenaal woningen uitgebreid worden, zonder dat dit ten koste gaat van de groene rustpunten en speelplekken. We moeten grenzen aan de groei van onze gemeente stellen. De wijk Schoenmakershoek moet voorlopig (10-15 jaar) de laatste nieuwbouwwijk worden zodat het buitengebied verder blijft zoals het is. Verdere vergroting van de gemeente betekent ook uitbreiding van wegen en voorzieningen. Ook hoogbouw tot en met 4 verdiepingen is beter dan grond aan het buitengebied te onttrekken. Er moet gestreefd worden naar woningen die duurzaam worden gebouwd met energiezuinige voorzieningen en voor zoveel mogelijk mensen betaalbaar. Tussen het nieuwe centrum en oudere wijken kunnen grote tegenstellingen ontstaan als niet voldoende wordt gedaan aan achterstallig onderhoud. Alle wijkverenigingen hebben evenveel recht op een multifunctioneel wijkcentrum. Dit is nog niet overal gerealiseerd. 3.2 BEDRIJVENTERREINEN Hetzelfde geldt voor bedrijventerreinen. In de keuze van bedrijven wordt vooral gekozen voor bedrijven die zuinig met ruimte omgaan in relatie tot het aantal arbeidsplaatsen. Gronden op de bestaande bedrijventerreinen liggen vaak braak en fabriekshallen staan soms al vele jaren leeg. GroenLinks zou graag zien dat er regelingen getroffen worden om eigenaren te verplichten deze leegstand binnen een bepaalde tijdsperiode op te heffen en te zorgen dat er gebruik gemaakt wordt van zowel hallen als grond. Er zal ofwel via landelijke ofwel via plaatselijke verordeningen een mogelijke sanctie moeten komen op het niet nakomen van deze (her)gebruiksplicht. Door uitgekiende bebouwing en slimmere logistieke en infrastructurele planning kunnen meer bedrijven een plek vinden op het bestaande bedrijventerrein. Door meerlaags en onder de grond bouwen kunnen meerdere bedrijven gebruik maken van dezelfde grond waardoor duurzaam grondgebruik ontstaat. 3.3 WONEN Wonen is een basisbehoefte. Voor alle lagen van de bevolking moeten goede betaalbare woningen beschikbaar zijn. De enorme prijsstijgingen op de woningmarkt maken een (andere) woning voor veel mensen onbereikbaar. GroenLinks vindt dat er onvoldoende sociale woningen beschikbaar zijn en komen. In overleg tussen het gemeentebestuur en de Woonstichting dienen programma's te worden opgezet waardoor ouderen, jongeren, starters, alleenstaanden, mensen met een handicap en mensen met een laag inkomen aan passende en betaalbare woonruimte kunnen komen. Een goede zorg voor de bestaande huurwoningen en nieuwbouw van huurwoningen is de belangrijkste taak van de Woonstichting. De gemeente zorgt bij nieuwe bouwplannen op bestaande locaties voor een goede mix van sociale huur- en koopwoningen en vrije sector woningen. Deze laatste kavels mogen niet groter zijn dan 400 m2 omdat anders geen sprake is van duurzaam ruimtegebruik. Door een gevarieerd woningaanbod in de wijken te realiseren wordt de diversiteit en de leefbaarheid in de wijk vergroot. 4
Er zijn nogal wat ontwikkelingen gaande waardoor diverse locaties binnen onze gemeente een herbestemming zullen krijgen. Ook daar moet een aanzienlijk deel ingevuld worden met sociale woningbouw. Ouderen die nu in een (te ruime) eengezinswoning wonen, worden gestimuleerd om door te stromen naar seniorenwoningen. Een goed aanbod van comfortabele appartementen is daartoe een goede stimulans. 3.4 BUITENGEBIED GroenLinks wil meer aandacht en geld voor groen en natuur. Het Rijk heeft met de Nota Ruimte bijna alle beschermende regels afgeschaft. Natuurbeheer kan in goed overleg met de agrarische sector vormgegeven worden. Het buitengebied van Etten-Leur wordt vooral gekarakteriseerd door de agrarische sector. Landbouw en natuur gaan hand in hand. Overleg en samenwerking tussen milieugroepen en agrariërs over de toekomstige functies van het buitengebied moeten gestimuleerd worden door de gemeente. De agrarische sector kan zelf zorgen voor landschapsbeheer en -onderhoud. Met het creëren en verbeteren van wandel- en fietsroutes kan de agrarische sector bijdragen aan recreatie en natuurontwikkeling. Daar moet een vergoeding tegenover blijven staan. Met het landschapsbeleidsplan heeft de gemeente Etten-Leur al een stap in de goede richting gezet. Omschakeling van mono-boeren naar multi-boeren is een van de antwoorden op de agrarische inkomensproblematiek. Bedrijven zouden zich meer kunnen specialiseren op ecologische productie en op het aanbieden van ambachtelijk geproduceerde land -en tuinbouwproducten en diensten gekoppeld aan het boerenbedrijf. Voor grootschalige glastuinbouw is in Etten-Leur geen ruimte. Door de provincie is Etten-Leur aangewezen als doorgroei- plusgebied met beperkte mogelijkheden voor nieuwvestiging. De bestaande glastuinbouw heeft dus de mogelijkheid uit te breiden. Wij zijn hier niet gelukkig mee. Kassen zullen zoveel mogelijk omringd moeten worden door groen zodat er zo min mogelijk overlast voor mens en natuur ontstaat. 4 RECHTVAARDIG 4.1 ZORG Etten-Leur is voor zijn gezondheidszorg voor een groot gedeelte aangewezen op de ziekenhuizen in de regio. De gemeente moet gezondheidscentra zoals "De Keen" ondersteunen en zo mogelijk uitbreiden. In onze gemeente moet, in samenwerking met de huisartsen, de mogelijkheid van een medisch centrum nader bekeken worden. Daar moeten eenvoudige poliklinische behandelingen verricht kunnen worden, De gemeente moet in samenspraak met de GGD en Kentron een gedegen voorlichtingsbeleid voeren over alle vormen van verslaving. De gemeente zorgt voor toezicht op plaatsen die bekend staan vanwege drugshandel. Kansspelautomaten in laagdrempelige inrichtingen (snackbars, kantines, buurthuizen etc.) moeten verboden blijven om gokverslaving tegen te gaan. De randvoorwaarden van de bestaande Fun- en Internetstore moeten periodiek geëvalueerd worden en indien nodig bijgesteld. De GGD krijgt opdracht tot een vervolgonderzoek over de gezondheidstoestand van de EttenLeurse bevolking. Onderzocht moet worden of er een verband bestaat tussen gezondheid en de uitstoot van giftige stoffen door bedrijven in onze gemeente. Ook dienen de effecten van langdurige blootstelling aan straling van GSM en UMTS-masten in beeld gebracht te worden. 4.2 WELZIJN Op het gebied van zorg en welzijn is de komende jaren veel aandacht nodig voor de invoering en verdere uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De wet kent de gemeente een belangrijke regierol toe. De basisfilosofie van deze wet kan in twee kreten worden samengevat: 'meedoen voor iedereen in de samenleving, ongeacht iemands beperking' en 'niet leunen maar steunen'. We willen dat de eigen verantwoordelijkheid van de burger 5
gestimuleerd wordt en dat de mogelijkheden tot het versterken van de band met zijn omgeving door het wijk- en buurtbeheer bevorderd wordt. GroenLinks wil dat de gemeente de wet WMO voortvarend oppakt. Het streven van de wet naar de integratie van zorg in de maatschappij sluit aan bij GroenLinkse ideeën over het mogelijk maken van individuele keuzes. Hierbij gaat het niet alleen om zorg: kwetsbare groepen moeten in de gelegenheid worden gesteld om op hun eigen manier een bijdrage te leveren aan de samenleving. Contact tussen kwetsbare mensen en andere mensen komt niet vanzelf tot stand. Een persoonlijke coach of ambassadeur kan het contact tussen hulpvragers enerzijds en zorgondersteuners of zorgaanbieders anderzijds in goede banen leiden. De coach kan een vrijwilliger, familielid of betaalde kracht zijn. Met als doel een prettig leefklimaat te scheppen, dient de gemeente hierbij voldoende te faciliteren en stimuleren. Een goede begeleiding en ondersteuning van de mantelzorgers verdient hoge prioriteit. Als mensen zich sociaal veilig en goed voelen, wordt de kans op zorgvraag kleiner. Zo ontstaat een vriendelijkere en tolerantere samenleving. Steeds meer mensen moeten met weinig middelen rondkomen. Een goed armoedebeleid is daarom helaas noodzakelijk. De gemeente zal zich tot het uiterste moeten inspannen om te voorkomen dat inwoners een beroep moeten doen op de voedselbank. 4.3 WERKGELEGENHEID Naast het aantrekken van nieuwe werkgelegenheid is het behoud van bestaande arbeidsplaatsen belangrijk. Om Etten-Leur aantrekkelijk te houden als plaats om te werken zullen de bestaande bedrijventerreinen beter bereikbaar moeten zijn met openbaar vervoer. Het ondernemersvriendelijke Etten-Leur dient bij bedrijfsvestiging en uitbreiding niet alleen te letten op economische groei van de gemeente, maar evenzeer op het sociale beleid van ondernemingen, daar waar het gaat om het naleven van CAO-voorwaarden (Collectieve Arbeidsovereenkomst), vakbondsrechten en het afstemmen van arbeid en zorg. Hiermee laat de gemeente zien dat ze maatschappelijk ondernemen belangrijk vindt. De instroom van allochtonen, vrouwen en arbeidsgehandicapten moet systematisch ter hand genomen worden. De gemeente is zelf een belangrijk werkgever. Wij willen dat de gemeente het goede voorbeeld geeft als het gaat om werkgeverschap. Het personeelsbestand moet een weerspiegeling zijn van onze bevolkingsopbouw. Het Centrum voor Werk en Inkomen is zowel voor het werkgelegenheidsbeleid als voor het beleid op het gebied van sociale zaken een belangrijke partner voor de gemeente. Inspraak en belangenbehartiging van uitkeringsgerechtigden en arbeidsgehandicapten zullen gewaarborgd moeten worden. Dat de Cliëntenraad van de Gemeentelijke Sociale Dienst en het Platform Minima en Maatschappelijk Welzijn hierbij worden ingeschakeld ligt voor de hand. Het sociale activeringsbeleid dient niet alleen maar gericht te zijn op het zoeken en vinden van betaalde arbeid. Wij bepleiten een brede visie op sociale activering. Wij vinden dat sociale activeringsprojecten ontwikkeld moeten worden in samenspraak met belanghebbenden. 4.4 ONDERWIJS GroenLinks wil het ontstaan van Brede Scholen stimuleren en waar mogelijk verbeteren. Investeren in dit type school is investeren in extra ontwikkelingskansen voor kinderen. De Brede School is een plek waar kinderen een groot deel van de dag doorbrengen, waarbij ook de mogelijkheid geboden wordt voor buitenschoolse opvang. Sport- en cultuuractiviteiten, alsmede huiswerkbegeleiding worden op de Brede School aangeboden na schooltijd. De Brede School werkt intensief samen met andere instellingen in de gemeente en met ouders. Bestaande scholen in een wijk kunnen samen een Brede School gaan vormen. Dit heeft ook als voordeel dat voorzieningen gedeeld gaan worden en niet meer aan elke school apart behoeven te worden verstrekt. Te denken valt aan mediatheek, computerlokalen en gemeenschapsruimten. Nieuwbouw is hierbij niet uitgesloten. Op basis van prognoses van het 6
aantal te verwachten kinderen in een wijk moet voor goede huisvesting van scholen worden gezorgd. De gemeente moet stimuleren dat in het onderwijs voortdurend aandacht wordt geschonken aan vredesopvoeding, antiracisme, milieubesef, mondiale bewustwording en het doorbreken van de traditionele rolverdeling. Door te investeren in voorschoolse activiteiten wordt voorkomen dat al op jonge leeftijd achterstanden ontstaan. De gemeente zorgt in goede samenwerking met alle betrokkenen dat er kwalitatief goede en voldoende opvang is, zodat (taal)achterstanden aan het begin van de basisschool niet of nauwelijks meer voorkomt. Opvoedingsondersteuning en taalles aan ouders kunnen daar onderdeel van zijn. Activiteiten voor zogenaamde 'oudkomers', zoals taallessen en inburgeringscursussen, blijven van belang. Vrijwillige deelname dient het uitgangspunt te zijn. Duale trajecten werken vaak goed: naast taal ook arbeidsbemiddeling, opvoedingsondersteuning of sociale activering. Aan randvoorwaarden voor kinderopvang moet worden voldaan, zodat de kans op het bereiken van allochtone vrouwen groter wordt. Voor inburgering van nieuwkomers moet voldoende geld beschikbaar zijn. Er zullen inspanningen moeten worden gedaan om analfabetisme onder allochtonen die langer in EttenLeur verblijven uit te bannen. Ook moet er voldoende budget beschikbaar blijven om het analfabetisme onder de autochtone Nederlanders te bestrijden en hiervoor laagdrempelige educatie aan te bieden. In het onderwijs dient voldoende aandacht te zijn voor lichamelijke opvoeding, waaronder tenminste zwemles tot het behalen van zwemdiploma A. De gemeente zorgt ervoor dat deze faciliteit voor de scholen betaalbaar en bereikbaar blijft. Op het gebied van culturele vorming moet de gemeente de initiatieven van de werkgroep culturele vorming subsidiëren en faciliteren. Problemen met kinderen op school, maar ook buitenschools, kunnen tijdig worden gesignaleerd doordat de scholen samenwerken met bureau Jeugdzorg, de politie en bureau Halt. Verder is het van belang dat alles op alles gezet wordt om leerlingen 'aan boord' te houden. Uitvalpreventie, anti-spijbelmaatregelen en een opvangnetwerk voor vroegtijdige schoolverlaters zijn van groot belang. Ook leer-werkervarings-trajecten kunnen een belangrijk middel zijn om te voorkomen dat jonge mensen in een spiraal van kansenarmoede terecht komen. 4.5 SPORT EN RECREATIE Sport en beweging zijn onontbeerlijk voor een goede gezondheid. Overgewicht, hart- en vaatziekten en diabetes (suikerziekte) zijn grootschalige ziektes geworden die een directe relatie hebben met te weinig bewegen. Jaarlijks overlijden zo'n achtduizend mensen aan de gevolgen van te weinig bewegen. Voor een goede gezondheid moet een kind minstens vijf dagen per week gedurende minimaal één uur per dag bewegen; een volwassene moet minimaal een half uur lichamelijk actief zijn (Nederlandse Norm Gezond Bewegen). Sporten, maar ook buitenspelen, fietsen, wandelen en tuinieren zijn manieren om voldoende in beweging te zijn. Voorwaarden hierbij zijn een goed uitgerust fietsnetwerk met voldoende rustplaatsen, wandelpaden, voldoende speelveldjes en het instandhouden van volkstuintjes. GroenLinks ziet sport als wezenlijk onderdeel van een sociaal beleid. De gemeente moet zich actief blijven inzetten voor breedtesport. Etten-Leur heeft een groot aantal sportverenigingen met veel enthousiaste leden. Om de contributies voor de leden betaalbaar te laten blijven dient de gemeente de lasten van huur en onderhoud zo laag mogelijk te houden. De accommodaties van de sportverenigingen moeten voldoen aan de normen van de overkoepelende adviesorganen van de sportverenigingen. Het zwembad moet, ook na eventuele privatisering, een betaalbare basisvoorziening blijven. 7
Dit is van belang voor gezinnen, ouderen, scholen, gehandicapten en zwemverenigingen. De aanleg van nieuwe sport- en recreatiegebieden mag niet ten koste gaan van natuurgebieden. De gemeente moet invloed houden op de exploitatie van de jachthaven en moet de Westpolderplas in eigen beheer houden. De veiligheid van deze plas moet nog verder verbeterd worden. De mogelijkheid tot het houden van toezicht dient hierbij nader onderzocht te worden. De gemeente mag geen medewerking verlenen aan autorally's en motorcrossen. Ook voor topsport moeten in Etten-Leur mogelijkheden zijn. De accommodaties die er zijn, moeten ook door derden gebruikt kunnen worden. 5 OPEN 5.1 GEMEENTELIJKE DEMOCRATIE Directe vormen van zeggenschap en democratie moeten worden gestimuleerd. Bij plannen moet de gemeente mensen vanaf het begin betrekken. Niets is zo frustrerend als op een inspraakavond een totaal afgerond en uitgewerkt plan voor je wijk gepresenteerd te krijgen, waarin hoogstens in de marge nog iets veranderd kan worden. Door een interactieve besluitvorming is niet alleen het draagvlak groter, maar ook de kans dat het beleid daadwerkelijk een goede oplossing voor bestaande problemen is. We spreken dan niet van inspraak, maar van beginspraak. Via een burgerinitiatief kunnen burgers zelf een kwestie op de agenda van de gemeenteraad plaatsen. Zo worden problemen die de mensen bezighouden geagendeerd. Ook via een raadgevend referendum kunnen burgers hun stem laten horen. Tijdens periodieke wijkgesprekken kunnen bewoners met raadsleden in gesprek gaan over problemen in de wijk. Een cultuur van openheid is voor GroenLinks vanzelfsprekend. Actieve openbaarheid is een belangrijke voorwaarde voor een integer gemeentebestuur. GroenLinks vindt dat de gemeenteraad zelf haar voorzitter moet kiezen. Van de meeste stukken die het college de gemeenteraad aanbiedt, wordt eigenlijk alleen nog een bevestiging verwacht. Dit wordt nog versterkt door het politiek conclaaf van de collegepartijen met hun wethouders. Waar mogelijk zouden ambtenaren meerdere oplossingen aan moeten reiken zodat de raad iets te kiezen heeft. Plaatselijke democratie vraagt om een levendig en open debat in de raads- en commissievergaderingen waarbij de burgers in kunnen spreken. Het college (burgemeester en wethouders) voert het beleid uit waarvan de raad de kaders heeft vastgesteld. De gemeenteraad controleert achteraf of dit op de juiste manier is gebeurd. 5.2 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID GroenLinks vindt het belangrijk dat burgers zeggenschap over en verantwoordelijkheid voor hun leefomgeving hebben. Dat betekent dat er veel zaken op wijk/buurtniveau aangepakt kunnen en moeten worden. Burgers zijn zich vaak niet bewust van de effecten van hun gedrag en houding op anderen en op de leefbaarheid van een straat of wijk. GroenLinks wil met de burgers omgangsregels voor de publieke ruimte afspreken om het leven in Etten-leur aangenamer te maken voor iedereen. Deze regels, een zogenaamde stadsetiquette, kunnen een belangrijk hulpmiddel zijn om de leefbaarheid in de buurt te verbeteren. De gemeente kan in samenwerking met buurtbelang een grotere betrokkenheid van de bewoners bij hun woonomgeving bevorderen. Door het houden van integrale overleggen kan interactieve besluitvorming vorm krijgen. Door het verstrekken van een budget voor het onderhouden en schoonmaken van de eigen buurt en het zelf verbeteren van de groenvoorzieningen worden burgers meer betrokken bij hun eigen woonomgeving. Goede inrichting hiervan gaat onveiligheid, vandalisme en criminaliteit tegen. Sociaal 8
onveilige situaties moeten worden aangepakt. Brandgangen en onveilige wegen dienen veiliger te worden door een goede verlichting aan te brengen. De paraatheid van de politie moet zodanig zijn dat de politie er ook werkelijk is op momenten dat dit nodig is. Er moeten meer wijkagenten en toezichthouders komen die herkenbaar voor de mensen zullen optreden. Surveillances dienen meer te voet en op de fiets te gebeuren. Geweld achter de voordeur is ook een probleem van de gemeente. Vroegtijdige signalering door en samenwerking tussen scholen, hulpverlening, politie en medici kan privé-geweld wellicht voorkomen. Voor aangifte bij de politie moet men sneller geholpen kunnen worden. GroenLinks is tegen maatregelen die ingrijpen in de privé-sfeer, zoals 'preventief fouilleren', en we willen heel terughoudend omgaan met ophangen van camera's. GroenLinks is voor gereguleerde en gecontroleerde verkoop van soft drugs, voor ons geldt het motto: Soft on soft drugs, hard on hard drugs! 5.3 CULTUUR De kwaliteit van de samenleving wordt in belangrijke mate bepaald door de ruimte die ze biedt aan kunst en cultuur. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan de bestaande instellingen, maar aan alle groepen en personen die verspreid over verschillende locaties iets aan muziek, theater, schilderen e.d. doen. Het nieuwe knooppunt moet op Etten-Leurse maat gebouwd worden. De voorkeur van GroenLinks gaat uit naar 2 theaterzalen waarin in ieder geval alle plaatselijke amateurs een podium vinden. Het gebouw moet bruikbaar en betaalbaar zijn voor alle verenigingen en instellingen die voor hun activiteiten gebruik van de ruimte willen maken. Het theateraanbod in De (nieuwe) Nobelaer moet voor iedereen zo toegankelijk mogelijk zijn. Kunstzinnige vorming moet een betaalbare basisvoorziening zijn. Vooral kinderen kunnen hier de kans krijgen hun creativiteit en fantasie te gebruiken. De tarieven van muziekschool St.-Frans moeten ook na eventuele privatisering dusdanig blijven dat de muziekschool bereikbaar is voor iedereen. De gemeente maakt hierover goede afspraken. Een bibliotheek is een onmisbare voorziening. Bibliotheken zijn niet alleen een bron van kennis, maar ook van ontspanning. Daarnaast kan een bibliotheek een belangrijke sociale functie in de gemeente hebben . Wij vinden dat de bibliotheek een volwaardige basisvoorziening moet zijn, waarbij zij haar digitale dienstverlening kan uitbreiden. De kunstuitleen, als onderdeel van de bibliotheek, heeft, behalve een uitleenfunctie, een belangrijke educatieve functie. De samenwerking met scholen is van groot belang en dient ondersteund te worden. Plaatselijke kunstenaars kunnen betrokken worden bij de vormgeving van wijken en speelplaatsen. Hiermee kan meer creativiteit in de ruimtelijke ordening van Etten-Leur gelegd worden. Niet alleen beschermde monumenten maar ook dat wat karakteristiek is voor Etten-Leur moet behouden blijven in de toekomst. 6 SOLIDAIR 6.1 OUDEREN Een groot gedeelte van de ouderen maakt te weinig gebruik van het recht op kwijtschelding van gemeentelijke heffingen. De nieuwe WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is ook voor ouderen ingrijpend. Een actief voorlichtingsbeleid speciaal voor ouderen is daarom van groot belang, niet alleen met folders maar ook persoonlijk contact waar dat wenselijk is. Een gemeentelijke ouderenconsulent is van belang om te voorkomen dat ouderen in een isolement raken. De belangenverenigingen kunnen hier samen met de gemeente de schouders onder zetten. Uitgangspunt van het ouderenbeleid is om zo lang mogelijk in de eigen, vertrouwde omgeving te blijven wonen. Dit vraagt om aanpassing van woningen of woonblokken. Ouderen die nu in een (te ruime) eengezinswoning zitten, worden gestimuleerd om door te 9
stromen naar seniorenwoningen. Een goed aanbod van comfortabele en betaalbare appartementen is daartoe de beste stimulans. GroenLinks is voorstander van 'Verzilverd wonen'. Dit betekent dat ouderen in de gelegenheid worden gesteld hun eigen huis te verkopen aan WEL (Woonstichting Etten-Leur) en dit vervolgens weer terughuren. Het voordeel van 'Verzilverd wonen' is dat senioren hiermee contant geld in handen krijgen dat zij naar eigen goeddunken kunnen besteden. Bovendien kunnen de maandelijkse woonlasten dalen, en wordt het onderhoud in en aan de woning overgenomen. GroenLinks vindt dat "Verzilverd wonen" standaard in het pakket van de WEL moet worden opgenomen. Ouderen kunnen op deze manier zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde huis blijven wonen. Initiatieven voor woongroepen verdienen goede ondersteuning. Ouderen moeten mee kunnen blijven doen aan de samenleving. Een goede mix in woonwijken van gezinnen, ouderen en jongeren kan hieraan bijdragen. Voor ouderen is een goede bereikbaarheid van de voorzieningen op recreatief en cultureel gebied belangrijk. Om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen, is het ook van belang dat er een divers aanbod aan ondersteuning,begeleiding en dienstverlening is. Het aanbod van voorzieningen voor ouderen is nu versnipperd doordat verschillende organisaties ervoor verantwoordelijk zijn. GroenLinks wil dat met de invoering van de WMO alle diensten en hulp op een eenduidige manier door de klant aangevraagd kunnen worden bij één gemeentelijk zorgloket op diverse locaties. De gemeente is verantwoordelijk voor het zorgloket. Ook zorgt het gemeentelijk loket voor informatie en eventuele begeleiding bij het verwezenlijken van de hulp. Een gemeentelijke ouderenconsulent kan ouderen helpen dingen te regelen waar ze zelf niet toe in staat zijn. Ouderen kunnen op tal van terreinen vrijwilligerswerk doen. Daarom moeten vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht. In samenwerking met het Steunpunt Vrijwilligerswerk kan een 'uitzendbureau' voor ouderen opgezet worden. 6.2 JONGEREN Speciale aandacht voor de jeugd moet een prioriteit blijven in het welzijnswerk. Veel jongeren zitten op of onder het sociaal minimum. De landelijke en plaatselijke overheid kunnen de financiële positie van deze jongeren verbeteren. De nota integraal jeugdbeleid dient daartoe als leidraad. Speciale aandacht voor de jeugd moet een prioriteit blijven in het welzijnswerk. Een integrale aanpak vormt hierbij de sleutel. Samen met de betrokken instellingen wordt het jeugdwerk verbeterd, de invloed van de jongeren op het beleid wordt vergroot en de interculturalisatie van (sport)verenigingen wordt gestimuleerd. Er wordt beleid ontwikkeld om probleemjongeren op te vangen en te begeleiden, zodat ontsporing kan worden voorkomen. Jongeren willen graag plekken waar ze kunnen samenzijn. Deze zogenaamde "hangplaatsen" moeten in overleg met de jongeren zelf gerealiseerd worden op een manier die anderen geen overlast bezorgt. De mobiele JOP (Jongeren Ontmoetingsplaats) en naar behoefte vaste JOP's in enkele wijken zien wij als een mogelijkheid naast de meer "eenvoudige" voorzieningen als speelveldjes, skeelerbanen en basketbalveldjes. Ook duurdere voorzieningen als een multicourt moeten op termijn op meerdere plaatsen gerealiseerd worden. Het jongerenplatform moet een belangrijker gesprekspartner vormen om tot een betere afstemming van activiteiten en middelen te komen. In het jongerenplatform moeten alle groepen jongeren vertegenwoordigd zijn. De gemeente moet niet alleen investeren in voorwaarden scheppen voor sport voor jongeren maar ook voor andere jeugdactiviteiten. Hierbij denken we aan het mogelijk maken van een groter jongerencentrum. 10
Uit onderzoek is gebleken dat er blijvend aandacht moet zijn voor de effecten van armoede op kinderen en jongeren. Ook onderwijs en de gezondheidszorg spelen hierin een grote rol. 6.3 VROUWEN De positie van de vrouw in het algemeen is de laatste decennia verbeterd. Voor GroenLinks zijn vrouwen gelijkwaardig aan mannen. Dat is ook te zien aan de positie en het aantal vrouwen op onze kieslijst.Toch zal de gemeente zich nog meer moeten inzetten om vrouwen in alle sectoren van het ambtenarenapparaat meer vertegenwoordigd te laten zijn. Goede kinderopvang met kwaliteitszorg is van belang. De invoering en uitbreiding van opvang voor kinderen en jeugdigen dient actief bevorderd te worden, zodat het geen onmogelijke opgave is voor bijstandsmoeders om aan de eis weer betaalde arbeid te verrichten te voldoen. GroenLinks vindt dat de gemeente een stimulerend en ondersteunend beleid moet voeren t.a.v startende vrouwelijke ondernemers. Voor vrouwen die slachtoffer zijn van mishandeling of seksueel geweld moet een opvangmogelijkheid zijn, een zgn. blijf-van-mijn-lijf-huis. De behandeling van aangifte van verkrachting moet altijd door een vrouwelijke politiefunctionaris worden gedaan. Een goede opvang en begeleiding van deze vrouwen zijn van belang. 6.4 INTERNATIONALE SAMENWERKING EN SOLIDARITEIT De gemeente Etten-Leur onderhoudt al jaren een stedenband met de stad Siaulai in Litouwen. GroenLinks is voorstander van deze stedenband omdat het belangrijkste doel is begrip te krijgen voor mensen die leven in andere omstandigheden. De gemeente moet groepen in de samenleving stimuleren actief te zijn in uitwisselingsactiviteiten. De gemeente moet zoveel mogelijk stimuleren dat mensen nadenken over de producten die ze kopen. Het kopen van eerlijke producten, waarbij mensen uit ontwikkelingslanden direct geld verdienen, kan door voorlichting worden bevorderd. Daarin heeft de gemeente een voorbeeldfunctie. De Wereldwinkel moet voldoende subsidie krijgen om te kunnen blijven voortbestaan. De gemeente mag geen bedrijventerrein verkopen aan bedrijven die produceren voor de internationale wapenhandel. 6.5 MULTICULTURELE SAMENLEVING Er is nog steeds een grote achterstand in de sociale omstandigheden en rechtspositie van minderheden. Het werkloosheidspercentage onder allochtonen is enkele malen hoger dan onder de autochtonen. Vooral de werkloosheid onder allochtone jongeren moet worden bestreden met goede werkgelegenheids- en opleidingsplannen. Allochtone jongeren moeten dezelfde mogelijkheden hebben op het krijgen van stageplaatsen als autochtone jongeren. Aan de achterstelling van minderheden moet een einde gemaakt worden. De gemeente zet zich, samen met de belangenorganisaties, in voor een betere positie van de allochtonen. Ook om de voedingsbodem voor racisme weg te nemen, moeten we werken aan de bestrijding van werkloosheid. Discriminatie is mede een gevolg van vooroordelen. De bestrijding van vooroordelen is een taak van de overheid, maatschappelijke organisaties en individuele burgers. De meldpunten discriminatie moeten een belangrijk item zijn van het gemeentelijk voorlichtingsbeleid. De gemeente voert een beleid waarin geen plaats is voor de ideeën van extreem rechts en van religieus extremisme. Het is duidelijk dat het onderwijs een belangrijke rol vervult bij het vergroten van de basiskennis Nederlandse taal. Kinderen van migranten moeten op alle scholen welkom zijn. Het bevorderen van verschillende cultuuruitingen moet door de gemeente gestimuleerd worden. Nu er geen speciale ontmoetingsplaats voor allochtonen meer is, moet de gemeente actief meedenken over waar zij desgewenst kunnen samenkomen. Wijkgebouwen zijn hiervoor de aangewezen plaatsen. De Stichting Welzijn heeft hierin een bemiddelende rol. Zo nodig voorziet de gemeente hen van (financiële) middelen. 11
De gemeente draagt zorg voor goede opvang en begeleiding van asielzoekers. Asielzoekers dienen ruime mogelijkheden te krijgen om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer. Voorkomen dient te worden dat deze groep geïsoleerd raakt van de rest van onze bevolking. Het op straat belanden van uitgeprocedeerde asielzoekers moet worden voorkomen. 7 BETAALBAAR GroenLinks staat voor een beleid dat vooral gericht is op de mensen met de minste kansen en op een noodzakelijk lokaal milieubeleid, nu en in de toekomst. Het uitgangspunt daarbij is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. De solidariteit in onze samenleving wordt daardoor versterkt. De afgelopen periode hebben de financiën van Etten-Leur onder druk gestaan, met name vanwege bezuinigingen van de kant van het rijk. Desondanks is de financiële positie van de gemeente niet zorgelijk. De uitgaven van de gemeente dienen altijd transparant en controleerbaar te zijn, niet alleen voor de gemeenteraad maar ook voor de inwoners zodat ook zij zicht hebben op nut en noodzaak van gemaakte keuzes. Wij pleitten de afgelopen jaren voor het jaarlijks voor de inwoners uitbrengen van de begroting in één oogopslag. GroenLinks staat voor een solide begrotingsbeleid dat voldoende ruimte biedt voor investeringen in publieke voorzieningen. Dat vraagt heldere keuzes voor noodzakelijke investeringen en bijdragen. Het vraagt ook om een kritische houding ten aanzien van andere kosten, zoals die van aan- en uitbesteding en de inkoop van goederen en diensten. Bij bezuinigingen wordt niet automatisch een kaasschaaf gehanteerd, maar wordt er daar bezuinigd waar de gevolgen het minst ingrijpend zijn. Alle diensten die het gemeentelijk apparaat verleent zullen kostendekkend moeten zijn. Het personeelsbestand zal voor een aantal jaren bevroren moeten worden en het inhuren van externe deskundigen zal tot een minimum beperkt moeten worden. In de toekomst blijft GroenLinks tegen grootschalige prestigeobjecten, die financieel risico met zich meebrengen. Er worden wat ons betreft geen grondaankopen voor bestemmingsplannen gedaan waarvan de uitvoering onzeker is, zoals in het gebied Hoge Haansberg. Elke grote aanbesteding moet geanalyseerd worden om onrechtmatigheden op te kunnen sporen. De vergoeding van raads- en burgerleden kunnen wat GroenLinks betreft op het huidige niveau gehandhaafd blijven of verlaagd worden. Er zal gekeken moeten worden naar andere vormen van gemeentelijke besluitvorming die zowel tijd als geld kunnen besparen. In plaats van commissievergaderingen kan rechtstreeks in de raadsvergadering gedebatteerd worden. Daardoor wordt het aantal vergaderingen beperkt. GroenLinks vindt het belangrijk dat de gemeente zelf belastingen kan blijven innen om eigen keuzes te kunnen maken. De belasting wordt geheven naar draagkracht. Wie gebruik maakt van gemeentelijke faciliteiten mag daarvoor betalen. Wij zijn dan ook voor de invoering van toeristenbelasting. Ook commerciële bedrijven profiteren van gemeentelijke faciliteiten. Het is dan ook redelijk dat zij meebetalen aan het in stand houden van voorzieningen. Andere bronnen van inkomsten kunnen sponsoring en het benutten van de mogelijkheden tot het verkrijgen van subsidie van provincie, rijk en Europa zijn. De gemeente moet bedrijven waar zaken mee wordt gedaan screenen op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Representatiekosten en het papierverbruik van de gemeente kunnen omlaag worden gebracht. De weggebruiker zal door hogere parkeertarieven te hanteren meer bij moeten dragen aan het onderhoud van wegen. De rekenkamer moet voldoende financiële middelen krijgen om haar werk naar behoren te 12
kunnen doen. Doordat het grondbedrijf een eigen financiële administratie voert waarbij (te) forse reserves worden gekweekt, is het nu niet mogelijk deze reserves voor andere diensten in te zetten. De financiële middelen van het grondbedrijf zouden meer geïntegreerd kunnen worden in de algemene middelen.
13