Groen Werkt! Verkiezingsprogramma 2010-2014 Groenlinks Amsterdam ZUIDOOST
W
Colofon Redactie: Rosalie Smit, Marieke van Doorninck, Barn Geurts, Margreet de Boer, Zeeger Ernsting, Rutger Groot Wassink, Mustapha Laboui, Peter Paul Kleinlooh, Bram Bos. Met dank aan: Coos Hoebe, Fjodor Molenaar, Merijn van Leeuwen, Jasper Groen en Rian Lanenga Vormgeving: Ruparo, Amsterdam Druk: Ruparo, Amsterdam GroenLinks Amsterdam Amstel 1 – kamer 2245 1011 PN Amsterdam Tel: 020-5523479 Email:
[email protected] Website: http://amsterdam.groenlinks.nl
Groen Werkt! Verkiezingsprogramma 2010-2014 Groenlinks Amsterdam
Inhoud Groen Werkt in Amsterdam!
5
leeswijzer
6
Hoofdstuk 1: de Groene Stad
7
Hoofdstuk 2: de sociale Stad
18
Hoofdstuk 3: de wereldStad
32
Kandidatenlijst GroenLinks
45
Hoofdstuk 1:
de Groene Stad 1. Duurzame economie
8
2. Bouwen aan leefbare wijken en buurten
9
3. Meer groen in de stad
10
4. Recreatie
11
5. De diervriendelijke stad
11
6. Meer ruimte voor voetgangers en fietsers 12 7. Openbaar Vervoer stimuleren
13
8. De autoluwe stad
14
9. Duurzaam bouwen aan een
GROENLINKS AMSTERDAM
2
compacte Metropool
15
10. Natuur om de stad
16
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Hoofdstuk 2:
Hoofdstuk 3:
de Sociale Stad
de Wereldstad
1. Emancipatie
19
1. Wij zijn allemaal Amsterdammers
33
2. Inburgering
20
2. Een veilige leefomgeving
34
3. Groen werkt!
20
3. Geweld in de privésfeer
34
4. De werkende stad
21
4. Jongeren
36
5. Re-integratie
22
5. Cameratoezicht en controles
36
6. Werk voor iedereen
23
6. Veilig stappen
37
7. Recht op roes
37
23
8. Sterk en weerbaar in sekswerk
38
8. Duurzame armoedebestrijding
24
9. Horeca
39
9. Wmo, de mens staat centraal
25
10. Verscheidenheid als kwaliteit:
10. Maatschappelijke opvang
26
11. Geen mens is illegaal
27
11. Bureaucratie en efficiëntie
40
12. Scholen in een wereldstad
28
12. Cultuur- en Mediawijsheid
40
13. Het voortgezet onderwijs
29
13. Amateurkunst
41
14. Spelen in de stad
30
14. Nieuwe media & creatieve industrie
41
15. Opgroeien in de stad
21
15. Huisvesting in een creatieve stad
41
16. Opvoeden in de stad
31
16. Ruimte voor Kunst
42
17. Sport: de top en massa verbinden
42
7. Inkomensondersteuning en stimuleren ondernemerschap
Kunst en Cultuur in Amsterdam
39
18. Betrokken burgers bij een divers bestuur 43
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
3
19. Een overheid die werkt
43
20. Zin in de toekomst: Groot-Amsterdam
44
GROENLINKS AMSTERDAM
Groenlinks amsterdam
4
VerkiezinGsproGramma 2010-2014
Groen Werkt in Amsterdam! Dit verkiezingsprogramma van GroenLinks beschrijft Amsterdam als Groene Stad met een sterke, duurzame en toekomstbestendige economie. Als Sociale Stad, waar ook in de crisis iedereen kan blijven meedoen. Als Wereldstad, gekenmerkt door tolerantie, openheid en diversiteit. Een stad om samen trots op te zijn.
Dit alles kan alleen in een open, tolerant en internationaal georiënteerde stad. Het aantrekkelijke vestigingsklimaat van Amsterdam hangt vooral samen met het vrijzinnige karakter. De stad biedt ruimte aan 177 verschillende nationaliteiten, aan mensen met uiteenlopende levensbeschouwingen, seksuele voorkeuren en ga zo maar door. Vanuit die verschillende achtergronden draagt iedereen bij aan de stedelijke samenleving. Migratie en diversiteit zijn al eeuwen bepalend geweest voor de groei en ontwikkeling van Amsterdam. In zoverre we kunnen spreken van een Amsterdamse identiteit, wordt die gekenmerkt door pluriformiteit en migratie. GroenLinks koestert deze waarde en is een voorvechter van de multiculturele samenleving. Fatsoen betekent dat mensen elkaar de ruimte geven om anders te zijn. Gemeenschapszin betekent de acceptatie van verschil. Dat biedt verbreding en verdieping van culturele kennis, nieuwe inzichten en betrokkenheid bij maatschappelijke problemen. Het biedt ook mogelijkheden voor mensen om zonder vervreemding, polarisatie en vrees met elkaar in debat te gaan over allerlei onvermijdelijke tegenstellingen. GroenLinks staat voor een eerlijke en sociale samenleving waarin iedereen mee kan doen en erbij hoort. Wij schrijven geen leefstijlen voor. Het recht op ‘anders zijn’ is voor ons een groot goed. Maar al is iedereen volgens de wet gelijk, bedoelde en onbedoelde uitsluiting zijn aan de orde van de dag. GroenLinks maakt zich sterk tegen elke vorm van discriminatie op de arbeidsmarkt, op straat of op school. Voor veel Amsterdammers vormen armoede, sociale achterstand of lichamelijke en psychische beperkingen een belemmering voor maatschappelijke participatie. GroenLinks wil dat iedereen op haar of zijn eigen manier onderdeel uitmaakt van de samenleving. Ieders inbreng wordt gewaardeerd en gerespecteerd. Maatwerk en een proactieve overheid zijn hierbij kernvoorwaarden. GroenLinks wil uitgaan van vertrouwen. Vertrouwen in de kracht van mensen en hun netwerk. Vertrouwen in professionals, de publieke dienst, zorg en onderwijs. Want samen werken we aan Amsterdam, de stad waar we allemaal zo trots op zijn. Nu en in de toekomst.
Als iets alle Amsterdammers verbindt is het de liefde voor de stad. Want trots op Amsterdam zijn we allemaal. GroenLinks wil investeren in de toekomst van Amsterdam. Wij hebben ‘zin in de toekomst’ en kijken optimistisch vooruit, zonder onze ogen te sluiten voor de risico’s die deze tijd met zich meebrengt. De economische crisis en de klimaatcrisis raken ook Amsterdam. De werkloosheid loopt snel op. Jongeren worden extra hard getroffen. Als je in deze tijd op school zit of bijna klaar bent, is de kans op een stageplek of een baan ineens een stuk kleiner geworden. Veel mensen maken zich terecht zorgen. Laagopgeleide ouderen zien hun werk verdwijnen, gehandicapten zijn bang door de crisis nog moeilijker werk te vinden en minima vrezen dat ze nog moeilijker kunnen rondkomen. Economie en klimaat kunnen in de 21e eeuw niet meer los van elkaar worden gezien. GroenLinks kiest daarom voor duurzame oplossingen die zoveel mogelijk werk creëren. En die oplossingen liggen voor het oprapen. Door te investeren in OV, duurzaam bouwen, het isoleren van woningen en schone energie creëren wij in Amsterdam werkgelegenheid en pakken de klimaatcrisis aan. Met de Amsterdamse Green Deal laat GroenLinks zien dat het mogelijk is sociale en milieugerelateerde problemen op lokaal niveau integraal aan te pakken. In het besef dat de tijd van ouderwetse economische oplossingen en oude industrie voorbij is, staan wij gelukkig niet alleen. Amsterdam heeft sinds jaar en dag een aantrekkingskracht op innovatieve bedrijvigheid. GroenLinks wil het Amsterdamse vestigingsklimaat voor innovatieve en duurzame bedrijvigheid versterken om de werkgelegenheid ook op die manier te bevorderen in de stad. Steeds meer bedrijven willen omschakelen naar energiezuinige en duurzame producten. GroenLinks wil ondernemers hierin ondersteunen. Amsterdam moet dé groene innovatieve stad van Europa worden. Want Groen Werkt in Amsterdam! VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
5
GROENLINKS AMSTERDAM
Leeswijzer De programmacommissie heeft ervoor gekozen thema’s en specifieke doelgroepen niet apart te benoemen in hoofdstukken, maar te verwerken in de GroenLinks visie op de stad, verdeeld in de thema’s Groen, Sociaal en Wereldstad. Beleid voor deze groepen is ‘gemainstreamd’: het komt verspreid over de verschillende hoofdstukken en paragrafen van het programma aan bod. Deze inclusieve benadering zorgt ervoor dat de onderlinge samenhang tussen verschillende onderwerpen optimaal wordt belicht.
Het tweede hoofdstuk beschrijft Amsterdam als Sociale Stad, waarin iedereen mee kan doen. Het behandelt de aanpak van de crisis, emancipatie, werk en inkomen, zorg, armoedebeleid, maatschappelijke opvang, jongeren en onderwijs. In het derde hoofdstuk staat Amsterdam als open en levendige Wereldstad centraal, waar vrijheid en tolerantie hoog in het vaandel staan. Het beschrijft wat er volgens GroenLinks nodig is om ervoor te zorgen dat alle Amsterdammers de vrijheid hebben om samen anders te zijn. In dit hoofdstuk treft u de onderwerpen diversiteit, veiligheid, drugs, horeca, seks, kunst en cultuur, sport en het bestuur van de stad.
Economie en klimaat moeten volgens GroenLinks integraal worden aangepakt. Hiervoor presenteren wij de Amsterdamse Green Deal. Deze integrale visie lichten wij toe in het hoofdstuk de Groene Stad, dat gaat over klimaat, woningbouw, natuur, openbare ruimte, energievraagstukken, verkeer en vervoer, economie en groen.
GROENLINKS AMSTERDAM
Rosalie Smit Voorzitter programmacommissie
6
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
hoofdstuk 1
de Groene stad inleidinG GroenLinks wil investeren in de toekomst van Amsterdam als Groene Stad. In de Groene Stad komen een duurzame economie, de gezondheid en leefbaarheid van haar inwoners, respect voor de leefomgeving, en ruimte voor de natuur in en om de stad samen. De Groene Stad gaat over een goed leefklimaat, zowel op dit moment als op lange termijn. GroenLinks is bereid om nu concrete, soms radicale, stappen te zetten om dat doel te bereiken. Stappen waar het Amsterdamse bestuur van GroenLinks en PvdA de afgelopen jaren al een start mee heeft gemaakt. Luchtkwaliteit, het duurzame energiebeleid en het bouwen aan een compacte stad. Het ingezette beleid moet worden voortgezet op alle terreinen: economie, verkeer, milieu en ruimtelijke ordening. Waar nodig moet er nog een schepje bovenop.
wordt. In de komende vier jaar moeten de Europese normen worden gehaald. Voor onze gezondheid zijn op de lange termijn zelfs nog strengere normen nodig, bijvoorbeeld voor fijn stof. Eerste generatie biobrandstoffen komen wat GroenLinks betreft niet in aanmerking voor grootschalige toepassing en zullen in gemeentelijke aanbestedingen worden vermeden. Amsterdam moet in 2015 klimaatneutraal zijn en over 20 jaar voorziet Amsterdam in haar energiebehoefte met eigen duurzame energie. Maatregelen die GroenLinks daarvoor wil treffen zijn onder andere: minder en schoner gemotoriseerd verkeer, energiezuinige huizen en gebouwen, en het lokaal opwekken van duurzame energie. Tot slot de inrichting van de openbare ruimte waarbij de verblijfskwaliteit voorop staat. Als je met zoveel mensen op een klein stukje grond woont en leeft, moet je keuzes maken. GroenLinks wil investeren in ontmoeten, verblijven, groen en spelen. Dat schept een goed woonklimaat. Het trekt ook bedrijven naar de stad, bijvoorbeeld uit de creatieve en dienstverlenende sector. Waar de ruimte beperkt is, moet je die slim inrichten. Het vergroenen van gebouwen (met gevelgroen en groene daken) is daarvan een voorbeeld. Daarnaast zet GroenLinks nadrukkelijk in op meer ruimte en meer kwaliteit voor de wandelaar, de fietser en het openbaar vervoer. Het is onvermijdelijk dat deze keuze ten koste gaat van de ruimte voor auto’s.
In de groene stad zijn de komende bestuursperiode drie onderwerpen van groot belang. Allereerst de Green Deal: vooruitstrevend economisch beleid dat zich kenmerkt door gerichte investeringen in een groene economie en in duurzame werkgelegenheid. We willen investeren in bijvoorbeeld het opwekken van duurzame energie, het isoleren van woningen, de (her)inrichting van bedrijventerreinen en het stimuleren van elektrisch vervoer. Stevig investeren in dergelijke projecten leidt tot een beter leefklimaat en stimuleert de duurzame economie in Amsterdam. Ten tweede de maatregelen voor schone lucht en klimaatbeleid. Voor de gezondheid van de Amsterdammers is het belangrijk dat de lucht snel schoner VerkiezinGsproGramma 2010-2014
7
Groenlinks amsterdam
Daar liggen mogelijkheden om de verbinding te leggen met de Amsterdamse kenniscentra en de creatieve en ICT-sector verder uit te breiden. Startende ondernemingen verdienen daarbij ondersteuning. De infrastructuur voor duurzaam ondernemen moet worden versterkt. Daarnaast moeten we het toezicht op milieuregels slimmer inrichten door de bedrijven die goedwillend zijn te belonen en bedrijven die er met de pet naar gooien strenger te controleren en handhaven. Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor de stad. Amsterdam heeft kunst, cultuur, architectuur, in combinatie met een goed en divers uitgaansleven. Daarom moet het uitgaansleven ook de ruimte krijgen in de stad, met passende openingstijden en voorzieningen zoals nachtelijk openbaar vervoer. De ‘ontmoetingsfunctie’ die Amsterdam zo kan vervullen is de basis van een moderne netwerkeconomie.
1. Duurzame economie De diversiteit in economische bedrijvigheid is de kracht van de Amsterdamse economie. De economie van Amsterdam is gebouwd op diverse pijlers, waardoor de stad redelijk weerbaar is tegen grillen van de globale conjunctuur. Deze pijlers omvatten onder meer de financiële en zakelijke dienstverlening, de mainports Schiphol en de haven, het toerisme en congressen, de creatieve industrie en de sector overheid en onderwijs. De komende jaren kan Amsterdam de kansen benutten die de huidige economische situatie biedt. Europees, nationaal, maar ook lokaal zoekt GroenLinks deze kansen in de combinatie van innovatie, duurzaamheid en nieuwe banen: de Green Deal. In bijvoorbeeld energiebesparing, duurzame opwekking van energie en duurzaam vervoer liggen vele kansen. Dit programma doet voorstellen die zowel Amsterdammers aan het werk houden als de Amsterdamse economie een extra impuls geven in de richting van een duurzame, technologisch georiënteerde, internationale, creatieve en open kenniseconomie. Voor de productie van energie moet Amsterdam zelf het voortouw nemen, door het stimuleren van de oprichting van een duurzaam energiebedrijf. Dat bedrijf kan samen met het bedrijfsleven de mogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie onderzoeken en exploiteren. Het kan ook lokale initiatieven van bewoners en bedrijven faciliteren: de energiemarkt decentraliseert steeds verder en Amsterdam neemt daarin het voortouw. GroenLinks wil de komende twintig jaar werken aan een stad die zelf voor al haar energie zorgt. Het omzetten van afval in energie past daarbij, maar de prioriteit ligt bij preventie en hergebruik. Grote bedrijven krijgen de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen op bestaande bedrijventerreinen aan de rand van de stad. Het is daarbij de kunst om die gebieden efficiënter en intensiever te gebruiken. In dit beleid past ook de uitplaatsing van bedrijven die ruimte nodig hebben naar plekken buiten de stad. Voor Cargill, nu gevestigd in de Houthavens, is ruimte in het westelijk havengebied als daar de kolenoverslag wordt afgestoten. Ook de bedrijven bij het Foodcenter die zich richten op de regionale distributie, worden naar de rand van de stad verplaatst. In de havens moet duurzame en schone industrie meer ruimte krijgen. Grootschalige opslag en de overslag van kolen en olie past niet in die ambitie. De stad zelf biedt volop kansen aan nieuwe en kleinschalige bedrijven. Dat is de kracht van creatief Amsterdam, die we moeten benutten. Het gemiddelde Amsterdamse bedrijf telt zeven arbeidsplaatsen. GROENLINKS AMSTERDAM
Wat wil Groenlinks: ►► De economische crisis pakken we aan door groene banen te creëren. Denk hierbij aan het isoleren van bestaande woningen, het aanleggen van een warmtenet, de bouw van windmolens, elektrische tuktuk’s, een academie voor duurzame studies, etc; ►► Amsterdam neemt het voortouw bij het oprichten van een duurzaam energiebedrijf, om met het bedrijfsleven kansen op lokale duurzame energie te benutten. Het energiebedrijf faciliteert ook bewoners en bedrijven om lokaal energie op te wekken. Dit door aanschaf van energie opwekkende apparatuur te vergemakkelijken en de afname van die energie te garanderen. Mogelijkheden liggen er bij windenergie, zonnecellen, warmtekracht koppeling, wamte-koude opslag etc. NUON gelden worden op een duurzame wijze geïnvesteerd. Voortbordurend op het succesvolle Step 2 Save project gaat Amsterdam werkloze mensen opleiden tot energie- en klimaatadviseur, die bewoners energiebesparingsadviezen kunnen geven; ►► Amsterdam sponsort een universitaire leerstoel ‘Duurzame lokale economie’, om de functie van kennis- en expertisecentrum op dit gebied te stimuleren. De grote kennisinstellingen houden hun prominente plek in de stad en gezamenlijk spelen we meer in op de kennis die nodig is voor de toekomstige Amsterdamse economie;.
8
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
►► In de komende vier jaar verdubbelt het vermogen aan windmolens en zonne-energie in het havengebied. Daarnaast gaan we met corporaties en energieleveranciers op grote schaal woningen isoleren om energie te besparen, werk te genereren en woonlasten omlaag te brengen; ►► Ondernemers worden beloond voor groene investeringen, bijvoorbeeld door kortingen te geven op gemeentelijke lasten of door met voorrang parkeervergunningen te verstrekken voor een schoon of elektrisch wagenpark. Dit heeft als bijkomend voordeel dat kosten en bureaucratie worden bespaard en een duurzame stad sneller kan worden gerealiseerd; ►► Afvalpreventie en afvalscheiding (papier, glas, plastic, textiel, klein chemisch afval) worden gestimuleerd, alsmede hergebruik door bewoners. Het toezicht op gescheiden inzameling van bedrijfsafval wordt geïntensiveerd. Restafval wordt gebruikt voor productie van energie; ►► Voor kleine en creatieve bedrijven herontwikkelen we leegstaande kantoren tot bedrijfsverzamelgebouwen waar bedrijfsruimte voorhanden én betaalbaar is. Er komen speciale bedrijfsverzamelgebouwen (Greenhouses) voor op duurzaamheid gerichte bedrijven; ►► De komende vier jaar komen er geen nieuwe bedrijventerreinen bij, maar wordt op duurzame wijze ingezet op intensiever gebruik en herbestemming van bestaande terreinen. Waar mogelijk moeten bedrijventerreinen multifunctioneel zijn; ►► De haven biedt ruimte aan duurzame schone bedrijven en duurzaam vervoer. Extensieve kolen- en olieopslag wordt afgestoten. Wel is een vernieuwde zeesluis bij IJmuiden nodig voor de ontwikkeling van de haven. Er komt een plan voor snel, efficiënt en schoon collectief goederenvervoer van en naar winkels, bedrijven en distributiecentra; ►► Normen die voor andere bedrijfstakken gelden, moeten ook van toepassing zijn op vliegverkeer (veiligheid, geluid, BTW op tickets, belasting op brandstof). De aandelen Schiphol worden niet verkocht, maar aangewend om het goederenluchtvervoer en de goederenoverslag op Schiphol te beperken; ►► Lokale belasting verschuift van bezit naar milieubelasting. De OZB (onroerend zaak belasting) wordt dus niet meer geheel bepaald aan de hand van de WOZ-waarde (waardering on-
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
roerende zaken), maar mede aan de hand van het energielabel van een pand. Om de locale economie te stimuleren kunnen ondernemers een gedeelte van de gemeentebelastingen betalen met LETS (Local Exchange Trading Systems, dit heet in Amsterdam NOPPES); ►► Alle nieuwe én bestaande hotels worden milieuvriendelijker. De Green Key – het vrijwillige milieukeurmerk voor hotels – wordt ondersteund, want de normen moeten nog duurzamer worden. De gemeente stimuleert ook bij andere bedrijfstakken vrijwillige afspraken over maatregelen die verder gaan dan de wettelijke milieueisen, bijvoorbeeld in de vorm van ambitieuze milieukeurenDe gemeente koopt in volgens het idee van de Green Deal: duurzaam én sociaal, met aandacht voor Fair Trade. De gemeente stimuleert duurzaam en sociaal ondernemen, door het als eis op te nemen in aanbestedingen.
2. Bouwen aan leefbare wijken en buurten De wijken en buurten vormen het sociale, kloppende hart van de stad waar we met elkaar wonen, fietsen en spelen. Dat willen we op een gezonde en sociale manier doen. GroenLinks wil nieuwe en oude wijken op een duurzame en groene manier verbeteren en onderhouden. We willen de openbare ruimte primair inrichten op verblijfskwaliteit; ruimte voor spelende kinderen, plekken waar je elkaar kunt ontmoeten, meer groen, wandelen en fietsen. Dat vraagt om slim gebruik van de beschikbare ruimte. Bijvoorbeeld door gevelgroen en groene daken kan een wijk snel groener worden met weinig ruimtebeslag. De wijkvernieuwing door renovatie, sloop en nieuwbouw wordt de komende jaren gecontinueerd. Daarbij investeren we met nadruk ook in duurzame en energiebesparende maatregelen. Ook verdienen deze vernieuwde wijken extra investeringen in een mooi ingerichte en goed onderhouden openbare ruimte. GroenLinks wil in alle buurten in samenspraak met bewoners investeren in speel- en ontmoetingsplekken en afspraken maken over beheer en activiteiten in de buurt. Om gemengde wijken te behouden waar alle rangen en standen samenwonen, dienen we zuinig te zijn op de bestaande sociale woningvoorraad, te investeren in nieuwe sociale woningbouw en goede afspraken te maken over de verkoop van huurwoningen. Op basis van wijkplannen maken we met ontwik9
GROENLINKS AMSTERDAM
►► Om ook op lange termijn een toereikende voorraad betaalbare woningen te houden voor mensen met lage inkomens, moet minimaal 30% van de nieuwbouw voor sociale huur zijn bestemd. De realisatie van grote betaalbare huurwoningen voor grote gezinnen wordt veel voortvarender aangepakt. Tussen 2011 en 2014 komen er minimaal 1750 in Amsterdam bij; ►► Geluidsoverlast bestrijden we niet alleen door tussen de panden, maar ook tussen de woonlagen geluidsisolatie aan te brengen, zodat het burengerucht vermindert. Dit is vooral van belang bij renovatie, waarbij ook de buitenkant wordt geïsoleerd. ►► Wijken van de stad richten we zodanig in dat de buurtgebonden voorzieningen binnen vijf minuten op de fiets bereikbaar zijn; ►► Bij panden en woningen die langer dan een jaar leeg staan, blijft kraken voor GroenLinks een legitiem middel om leegstand te bestrijden. De gemeente moet leegstand zelf ook actief bestrijden door eigenaren snel aan te sporen om een nieuwe bestemming te vinden voor leegstaande panden; ►► Amsterdam dringt bij het Rijk aan op de transformatie van de A10 west en de A2 (verbinding Utrechtse brug) tot stadsstraat.
kelaars en corporaties afspraken over de samenstelling van de woningvoorraad in nieuwbouw- en renovatieprojecten. Daarbij gaat het ook om beheersing van de uiteindelijke woonlasten, niet de huurlasten. Woonlasten gaan immers ook omlaag als er wordt geïnvesteerd in energieneutrale renovatie en duurzame nieuwbouw. Buurtgebonden voorzieningen moeten niet verder weg liggen dan een paar minuten fietsen. Dat stimuleert bewoners om lopend of fietsend naar school te gaan en boodschappen te doen. Beter voor de gezondheid, het klimaat en de verkeersveiligheid.
Wat wil Groenlinks: ►► In de wijken komt minimaal 5% meer stadsgroen (bladoppervlak) door toevoeging van groene daken, groene gevels en bomen. Bij de inrichting van de openbare ruimte krijgen bomen leeftijdbestendige groeiplaatsen en er wordt geïnvesteerd in grote, toekomstbestendige bomen door bij het planten al voldoende ruimte te bieden voor worteling en groei; ►► Bovenop deze 5% zal de gemeente zelf bijdragen aan de vergroening van de openbare ruimte door, waar mogelijk, de daken en gevels van gemeentegebouwen groen te maken; ►► Mensen met een beperking moeten volledig gebruik kunnen maken van de openbare ruimte, die daarom maximaal toegankelijk wordt ingericht; ►► Alle woonbuurten worden ingericht als 30km gebieden conform de landelijke ‘Duurzaam Veilig’ richtlijnen; ►► Elke buurt krijgt een plan voor aanleg en onderhoud van voldoende groen, speel- en ontmoetingsplekken. De aanleg van postzegelparkjes wordt geïntensiveerd, waar mogelijk worden natuurspeeltuinen ingericht; ►► Elke wijk krijgt een plan voor ontwikkeling van een evenwichtige woningvoorraad, die past bij de buurt. Dit plan wordt getoetst aan stedelijke doelstellingen. Daarin wordt rekening gehouden met het aantal grote en kleine woningen, woningen met hoge en lage woonlasten en huur- en koopwoningen binnen buurten; ►► Het percentage sociale huurwoningen (met aanvangshuur tot de huurtoeslaggrens) mag per wijk (herkenbare verzameling buurtcombinaties als De Pijp of De Jordaan) niet onder de 40% komen;
GROENLINKS AMSTERDAM
3. Meer groen in de stad Een groene stad is een gezonde stad. Het behouden en versterken van de groene ruimte verdient meer aandacht. De stad wordt daar mooier van en groen is belangrijk voor ons dagelijkse welzijn. Groengebieden zijn nodig om te kunnen ontspannen, spelen, luieren, wandelen en sporten. Groen in de directe omgeving maakt een locatie ook aantrekkelijker voor bedrijven. De groene scheggen van Amsterdam steken diep de stad in en vormen de stedelijke hoofdgroenstructuur. De versterking van deze structuur heeft prioriteit. Groen heeft ook functies voor dieren en planten in de stad. Veel dier- en plantensoorten in de stad hebben het moeilijk. Mussen verdwijnen uit het straatbeeld en vlinders zie je nauwelijks meer. Om vogels en vlinders te beschermen wil GroenLinks de hoofdgroenstructuur beter onderling verbinden en koppelen aan de bestaande natuur buiten de stad. In parken en groenstroken wordt gekozen voor ecologisch beheer, zodat deze bloemrijker worden en schuilplaatsen voor dieren behouden blijven. Bij 10
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
aanleg van nieuw groen wordt bij voorkeur gekozen voor planten met bessen en bloemen, waar de stadse dieren van kunnen eten. Ook het water in de stad is onderdeel van onze natuur. Zorgvuldig waterbeheer is nodig om de stad leefbaar te houden voor mens en dier. Afvoer van hemelwater via open water in plaats van via het riool (afkoppelen) vormt daar een onderdeel van. Dat voorkomt overbelasting van het rioolstelsel, overbodige waterzuivering en uitdroging van de bodem.
4. Recreatie Amsterdam is uniek om zijn omliggende groene zones, water en scheggen die de stad direct met het groen verbinden. GroenLinks wil dat groen en blauw gebruikt kan worden door recreanten. Stadsstranden, waterpolo in de grachten, een Amsterdamse triatlon, maar ook drijvende zwembaden dragen bij aan het recreatieve gebruik van de stad. Hiervoor moet zoveel mogelijk wateroppervlak op zwemkwaliteit gebracht en gehouden. Voor Blijburg moet een blijvende locatie worden gevonden. Ook cruisezones en naaktrecreatie voorzien in een behoefte van de bewoners van deze stad.
Wat wil GroenLinks: ►► Bestaand groen blijft groen. Blijkt groenverlies in specifieke gevallen onvermijdelijk, dan vindt compensatie op zo kort mogelijke afstand plaats, waarbij de oppervlakte en de groenwaarde minimaal gelijk blijven; ►► De hoofdgroenstructuur wordt uitgebreid met ecologische verbindingszones en versterkt door extra verbindingen met bestaand natuur buiten de stad. Deze worden vastgelegd in het structuurplan. Prioriteit daarbij hebben de verbindingen Spaarnwoude-Westerpark, Waterland-Noorderpark en de verbindingen op en rond Zeeburgereiland; ►► De hoofdgroenstructuur wordt uitgebreid met verschillende grootschalige groen- en watergebieden: de Noorder IJplas, het centrale park Zuidoost, volkstuinenpark ‘Ons buiten’ en Sportpark Drieburg WGM; ►► Waterverbindingen vormen hoogwaardige ecologische linten door de stad. Waar mogelijk krijgen deze ecologische oevers. De waterkwaliteit wordt bevorderd door goed onderhoud (o.a. baggeren); ►► Bij de inrichting van wijken en groengebieden worden nestelvoorzieningen voor ‘in het wild’ levende dieren aangelegd, zoals vlinderstruiken, heggen en dakpannen voor broedvogels. Bij de inrichting van nieuw groen wordt gekozen voor bomen, struiken en kruiden die aantrekkelijk zijn voor vogels, vlinders en andere dieren; ►► Parken en overig groen worden ecologisch aangelegd en beheerd, met meer bloemen en schuilplaatsen voor dieren; ►► Het beleid van afkoppelen, afvoer van hemelwater via open water, wordt versneld ingevoerd. Er komt een stimuleringsprogramma om tuinen van bewoners die zijn verhard met tegels, om te zetten in onverharde tuinen.
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Wat wil GroenLinks: ►► De Brettenzone wordt beter ontsloten vanuit de stad. Fietsroutes, skate- en wandelroutes tot aan de havens worden gerealiseerd. Het ‘gat’ in de Brettenzone bij Teleport wordt gedicht. Ook de Westrandscheg, de Noorderscheg en de Amstelscheg worden doorontwikkeld; ►► Er komen tenminste drie stadsstranden. Mogelijke locaties zijn het Zeeburgereiland, de nieuwe Houthavens of elders langs de IJoever in Centrum of Noord; ►► Elektrisch vervoer over het water wordt optimaal gefaciliteerd met oplaadpunten in de gehele stad; ►► Cruisezones zijn toegestaan op gezette tijden en locaties, ook in het Vondelpark; ►► Vaarroutes worden zo mogelijk aangepast voor vervoer over water. Het weer bevaarbaar maken van de gehele Haarlemmertrekvaart is een goed voorbeeld hiervan.
5. De diervriendelijke stad In de stad leven niet alleen mensen, maar ook veel dieren zoals duiven, ooievaars, vlinders, ratten en ganzen. De gemeente heeft een taak in het bevorderen van dierenwelzijn. Dat moet zichtbaar zijn in het beleid en de gemeente dient zelf het goede voorbeeld te geven, bijvoorbeeld bij het inkoopbeleid. Veel ‘in het wild’ levende dieren zijn onderdeel van de stadsecologie. Bij de inrichting van wijken en groengebieden wordt daarmee rekening gehouden. Landelijke en Europese wetten die dieren beschermen, moeten worden nageleefd. Als er toch 11
GROENLINKS AMSTERDAM
waarin het uitkomen van de eieren wordt voorkomen; ►► Kinderboerderijen moeten binnen twee jaar een keurmerk hebben van de Stichting Kinderboerderijen Nederland. Daarbij wordt ook rekening gehouden met dierenwelzijn.
(teveel) overlast is door overbevolking of ziektes, bijvoorbeeld van duiven, wordt gekozen voor de minst dieronvriendelijke bestrijding. Dit wordt beoordeeld door deskundige instanties. Honden zijn voor veel baasjes een waardevolle kameraad. Honden hebben daarom ook recht op bewegingsruimte. In alle buurten moeten voldoende losloopplekken zijn. Maar de eigenaar kent ook plichten, zoals het netjes opruimen van alle drollen. Teveel honden en andere huisdieren eindigen nog als zwerfdieren. Hiervoor moet adequate opvang in de stad aanwezig zijn. Dieren lijden net zoals mensen aan stress en pijn. GroenLinks vindt vermaak met dieren daarom ongepast. Het gebruik van dieren bij evenementen wordt ontmoedigd en waar mogelijk geweigerd. Van Artis wordt een actief beleid geëist om dieronterende toestanden zo snel mogelijk te verbeteren. Stadskinderen leren op de kinderboerderij over het rijke dierenleven. Deze boerderijen moeten binnen twee jaar een keurmerk hebben van de Stichting Kinderboerderijen.
6. Meer ruimte voor voetgangers en fietsers Amsterdam is van voetgangers en fietsers. Kinderen lopen of fietsen dagelijks naar school en naar sportof speelplekken. Volwassenen fietsen naar opleiding, werk, bioscoop of kroeg. Toeristen wandelen langs terrassen en winkels. De fiets is veruit het belangrijkste vervoermiddel in Amsterdam en het fietsgebruik neemt nog steeds toe. De fiets is stil, schoon en snel. Voor veel winkels zijn fietsers de belangrijkste klanten. Toch hebben voetgangers en fietsers vaak te weinig ruimte. En dat geldt nog meer voor mensen met rolstoel, rollator of kinderwagen. Dat moet beter. Voor GroenLinks zijn de voetganger en fietser topprioriteit. Dat begint met veilige en ruime fiets- en wandelroutes. Die zijn nodig op de doorgaande fietsroutes en op de korte afstanden tussen huis en school en de winkel. De inrichting van straten, kruispunten en verkeerslichten moet beter worden afgestemd op voetgangers en fietsers. Het hoofdnet van doorgaande fietsroutes krijgt zoveel mogelijk ruime vrijliggende fietspaden. De nog ontbrekende schakels worden met prioriteit afgemaakt, bestaande blackspots zo snel mogelijk weggewerkt. Voor fietsverkeer binnen de wijk is een fijnmaziger routenet nodig. Veelgebruikte routes worden ingericht als fietsstraat, waar auto’s wel mogen rijden, maar de inrichting wordt afgestemd op de fiets. Toename van het aantal fietsers vraagt ook om meer fietsparkeerplekken. Bij stations en publiekstrekkers het liefst in bewaakte stallingen. Bij winkelstraten in degelijke fietsrekken of fietsparkeervakken op straat, zonder passerende voetgangers te hinderen. Zakelijke en recreatieve bezoekers moeten worden gestimuleerd om de fiets te gebruiken door voldoende verhuurpunten en fietsparkeerplekken te realiseren. Ook het stimuleren van fietsgebruik onder allochtone Amsterdammers verdient aandacht.
Wat wil Groenlinks: ►► Bij vermoeden van verwaarlozing en/of mishandeling van dieren komt de politie snel in actie en staat het belang van het dier voorop; ►► De gemeente gebruikt alle wettelijke middelen om het gebruik van wilde dieren in circussen te verbieden en/of circussen te weigeren; ►► De gemeente heeft een eenduidig hondenbeleid: in alle wijken komen losloopstroken en overal in openbare ruimte heeft het baasje een opruimplicht van hondendrollen; ►► Artis geeft prioriteit aan het verbeteren van het welzijn van dieren en vermindert het aantal dierenverblijven dat niet voldoende goed en groot is voor grote dieren; ►► De gemeente neemt het voortouw bij de inkoop van diervriendelijke producten bij catering van eigen en gesubsidieerde activiteiten, bij inkoop van diensten (bijv. dierproefvrije schoonmaakmiddelen) en producten (FSChout); ►► De ontwikkeling van een veel diervriendelijker afdeling Dierplaagbeheersing bij de Amsterdamse GGD wordt met kracht voortgezet; ►► Het voorkomen van duivenoverlast begint bij goede voorlichting over voeren. Eventuele overlast of overbevolking wordt diervriendelijk bestreden, bijvoorbeeld met duiventillen
GROENLINKS AMSTERDAM
12
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
fort en veiligheid, met schone wagens, vandalisme bestendige haltes en waar nodig toezicht. De dienstverlening in de avond moet beter. De prijzen mogen alleen omhoog als daar ook duidelijke verbeteringen voor de reizigers tegenoverstaan. Er moeten voorzieningen voor minder mobiele gebruikers komen. Binnen de ring A10 krijgen het behoud van een fijnmazige vervoersnet, verbetering van de vervoerssnelheid en de betrouwbaarheid prioriteit. Nieuwe culturele hotspots zoals het Westerpark en de NDSM werf moeten goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Buiten de ring en in Noord ligt de prioriteit bij verbetering van doorgaande verbindingen. Zo moet het OV-net worden uitgebreid naar nieuwe woongebieden in West, Noord en Zuidoost en naar P+R terreinen buiten de stad. Voor de regio kiest GroenLinks allereerst voor een intensiever gebruik van bestaande verbindingen. Dat is de goedkoopste en snelste manier om de verbindingen tussen de stad en de omliggende gebieden te verbeteren. Waar nu geen spoor ligt, wordt gekozen voor de bus. Dat geldt ook voor bestemmingen die je nu alleen snel met de auto kunt bereiken, zoals de grote recreatiegebieden rondom Amsterdam. De Noord/Zuidlijn is een belangrijke verbinding voor de hele regio, waarin al veel geld is geïnvesteerd. Maar het project kent grote risico’s. De kostenen projectbewaking moet sterk verbeteren. Gezien het belang van deze lijn, mag een grotere bijdrage van het Rijk worden gevraagd. Bij een dergelijk groot project is enige schade onvermijdelijk, daarbij worden getroffenen ruimhartig schadeloos gesteld.
Wat wil Groenlinks: ►► Er komt een stedelijke ruimtenorm voor voetgangers, mensen met rolstoel, rollator of kinderwagen, die leidend wordt bij de herinrichting van de openbare ruimte; ►► Bij stations, P+R terreinen en bij toeristische punten komen uitgiftepunten met huurfietsen voor bezoekers. De OV-fiets is daarvoor het uitgangspunt; ►► Bij stations en bij publiekstrekkers komen gratis bewaakte fietsenstallingen. In de openbare ruimte komen meer plekken om de fiets kort en veilig te kunnen stallen. De komende periode worden in ieder geval stallingen gerealiseerd bij het Centraal Station, Leidseplein en Rembrandtplein; ►► Het hoofdnet fiets wordt geactualiseerd en waar nodig uitgebreid, met name ook naar bedrijventerreinen, recreatiegebieden en culturele hotspots. Voor fietsverkeer binnen de wijk streeft GroenLinks naar een fijnmazig net van fietsstraten; ►► Voor fietsers die oversteken bij kruisingen worden wachttijdmelders aangelegd. Rechts afslaan mag voor fietsers altijd zonder wachten. Bij gevaarlijke kruispunten komen brede opstelstroken, zodat fietsers voor de wachtende auto’s kunnen staan; ►► Er komen nieuwe fietsponten, onder andere van het Java-eiland naar Noord en van het Zeeburgereiland naar de Ertshaven; ►► Er komt stedelijk beleid voor de inrichting van veilige school-thuisroutes; ►► De mogelijkheid om de fiets in de tram mee te nemen wordt uitgebreid, te beginnen naar woongebieden in Nieuw-West en IJburg; ►► Fietsactiviteiten worden opgenomen in het participatie- en inburgeringsbeleid. Er komt een campagne om het gebruik van de fiets onder allochtonen te stimuleren; ►► Bij de aanleg van fietspaden en fietsparkeerplekken wordt rekening gehouden met ruimte voor bakfietsen, ligfietsen, elektrische fietsen en scootmobiels.
Wat wil Groenlinks: ►► De snelheid en betrouwbaarheid van het openbaar vervoer wordt verder verbeterd door de slimme inrichting van kruispunten en (zo mogelijk) vrijliggende tram- en busbanen; ►► Amsterdam start een offensief voor een comfortabel, schoon en veilig openbaar vervoer. Er komen voorzieningen voor minder mobiele gebruikers. Op problematische lijnen wordt extra personeel ingezet voor toezicht; ►► Tram- en busverbindingen buiten de ring A10 worden uitgebreid en verbeterd, te beginnen in Nieuw-West en Noord. Lijn 12 wordt doorgetrokken over de verlaagde Gooiseweg richting Zuidoost, lijn 25 naar Overamstel en lijn 26 naar de Houthavens; ►► De metro-ringlijn rond Amsterdam wordt afgemaakt door de ring tussen Sloterdijk en
7. Openbaar Vervoer stimuleren Goed openbaar vervoer is cruciaal om Amsterdam toegankelijk te houden, als alternatief voor de auto en voor een beter milieu. Om het gebruik te stimuleren is een inhaalslag nodig op het gebied van comVERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
13
GROENLINKS AMSTERDAM
Centraal Station te sluiten; ►► De avonddienst wordt verlengd tot 01.00 uur ’s nachts. De nachtbus gaat elk half uur rijden; ►► Voor de verbinding tussen Amsterdam en de omliggende gemeenten wordt eerst geïnvesteerd in betere treinverbindingen door extra parallelle sporen aan te leggen en nieuwe stations te maken. Dat geldt ook voor de verbinding met Almere. Als het Rijk desondanks besluit tot de aanleg van een IJmeerlijn, dan is deze alleen acceptabel in de vorm van een tunnel; ►► Er komen betere busverbindingen met recreatiegebieden in de regio zoals het Twiske en Spaarnwoude, en met culturele hotspots zoals het Westerpark en de NDSM werf; ►► De Noord/Zuidlijn moet worden afgebouwd. Er wordt ingezet op een forse financiële bijdrage van het Rijk. Als de Noord/Zuidlijn gaat rijden, worden de bovengrondse verbindingen daarop aangepast. Het fijnmazige bovengrondse netwerk blijft bestaan; ►► In de nieuwe OV Concessie zet Amsterdam in op een klimaatneutraal en een zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk openbaar vervoer vanaf 2012. In 2015 voldoen de voertuigen aan de Euronorm 6 voor uitstoot van schadelijke stoffen; ►► Tramstellen en trambanen worden aangepakt, zodat ze minder lawaai maken.
Elektrisch vervoer is schoon en stil, en met groene stroom zelfs klimaatneutraal. Slim investeren in elektrisch vervoer schept werkgelegenheid in een toekomstvaste technologie. GroenLinks wil schoon en elektrisch vervoer sterk stimuleren. Vooral het noodzakelijke verkeer zoals dienstverlening, taxi’s, goederenvervoer en vervoer over water. Voor zwaarder verkeer, zoals vuilniswagens, zijn er andere schone alternatieven. Maar ook als alle auto’s op elektriciteit rijden moet het autogebruik en -bezit verminderen. Snel en efficiënt goederenvervoer naar en vanaf winkels en bedrijven is van grote economische betekenis. De plannen om het goederenvervoer efficiënter en schoner te maken worden verder uitgewerkt, zodat de luchtkwaliteit, bereikbaarheid en verkeersveiligheid verbeteren. Bezoekers van de stad worden gestimuleerd om met het openbaar vervoer te komen, door ontvangstcentra met goede overstapfaciliteiten buiten de stad te maken. Er komen geen nieuwe bezoekersgarages binnen de ring. Auto’s nemen teveel ruimte in beslag. Auto’s domineren het verkeer de stad en staan gemiddeld 23 uur per dag stil op een parkeerplek. Ook voor bewoners wordt daarom ingezet op minder parkeerplekken. Fiets en openbaar vervoer zijn goede alternatieven. Autodelen is voor veel Amsterdammers een betaalbaar alternatief en per deelauto zijn er gemiddeld vijftien gebruikers. Amsterdam zet daarbij in op schone deelauto’s.
Wat wil Groenlinks: ►► Om de economie en leefbaarheid van de stad te bevorderen, zet Amsterdam in op autoluwe gebieden, te starten met het middeleeuwse stadshart en grachtengordel, en in nieuwe woonwijken als de Houthavens, IJburg II, Nieuw-West, Zeeburgereiland, en Noord. Er wordt vaker dan één keer per jaar een autovrije dag georganiseerd in (delen van) de stad, bij voorkeur gekoppeld aan grootstedelijke evenementen en/of bestaande feestdagen zoals Koninginnedag, Gay Pride, Open Monumentendag, Dam tot Damloop, Amsterdam Marathon en de intocht van Sinterklaas; ►► Amsterdam gebruikt alle wettelijke mogelijkheden om vervuilend verkeer uit de stad te weren, met milieuzone’s of milieudifferentiatie van tarieven. Voor 2016 stapt de gemeen te voor het eigen vervoer geheel over op klimaatneutraal vervoer;
8. De autoluwe stad GroenLinks wil een leefbare en schone stad. Doorstroming van het verkeer is van belang en de stad moet goed bereikbaar blijven. Dat kan in een groeiende stad alleen als autobezit en autogebruik verder afnemen en het overblijvende verkeer schoner wordt. Het beleid van de afgelopen jaren laat zien dat dit mogelijk is. Door het parkeerbeleid en de milieuzone voor vrachtverkeer is het gemotoriseerd verkeer verminderd en schoner geworden. Dat beleid wordt geïntensiveerd. In navolging van vele andere Europese steden wil GroenLinks in Amsterdam gebieden aanwijzen die autoluw worden. In de overbelaste binnenstad, maar ook in nieuwe woonwijken. Gebieden worden afgesloten voor niet noodzakelijk autoverkeer, om zo de leefbaarheid en de economie te bevorderen. Minder auto’s betekent meer ruimte voor wandelen, groen, spelen of een groter terras. GROENLINKS AMSTERDAM
14
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
►► Doorgaand autoverkeer wordt geconcentreerd op hoofdwegen. Verkeer binnen de stad wordt ontmoedigd door aanpassingen aan de verkeerscirculatie. Waar mogelijk krijgen smalle, drukke doorgaande wegen eenrichtingsverkeer; ►► Voor noodzakelijk verkeer – zoals diensten, goederen en taxi’s – komt er een stimuleringsprogramma voor het gebruik van schone voertuigen, met onder meer elektrische oplaadpunten, subsidies en voorrang bij parkeervergunningen; ►► Rondvaartboten en ander personen- en goederenvervoer over water zijn in 2020 schoon, stil en klimaatneutraal; ►► Om autobezit overbodig te maken, wordt autodelen verder uitgerold over de hele stad. Voor schone deelauto’s komt er een extra stimuleringsregeling; ►► De maximumsnelheid op snelwegen in en rond Amsterdam wordt 80 kilometer. Bij verbreding van snelwegen zet de gemeente in op geavanceerde middelen om geluidsoverlast en luchtverontreiniging te beperken, bijvoorbeeld door overkapping en groenaanplant; ►► Er komt een overstappunt van toeristenbussen naar rondvaartboten net buiten het centrum. Touringcars passen niet in de historische binnenstad; ►► Mensen die met de auto Amsterdam willen binnenrijden, worden zoveel mogelijk verleid hun auto aan de rand van de stad of bij de ring A10 hun auto te parkeren en over te stappen op het openbaar vervoer of een huurfiets; ►► Het aantal straatparkeerplaatsen binnen de ring wordt in vier jaar met 5% verminderd. De inzet is om in twintig jaar tot een vermindering van 25% te komen; ►► Tarieven van parkeervergunningen voor bewoners en bedrijven worden in de komende vier jaar verdubbeld om autobezit te ontmoedigen. Voertuigen met schone motoren krijgen korting op de tarieven en voorrang bij een vergunning. De parkeertarieven voor bezoekers worden jaarlijks met de inflatie verhoogd; ►► Nieuwe parkeergarages worden alleen gebouwd voor vergunninghouders, met als doel de openbare ruimte te verbeteren. Op straat verdwijnen tenminste evenveel plaatsen als er ondergronds worden aangelegd. Ze worden gefinancierd met parkeergelden.
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
9. Duurzaam bouwen aan een compacte Metropool De stad Amsterdam staat niet op zichzelf. Amsterdam is het stedelijke centrum van de Metropoolregio Amsterdam. De aantrekkelijkheid van Amsterdam ligt deels in het feit dat het groen altijd in de buurt is, maar Amsterdam is en blijft ook in tijden van recessie een belangrijk centrum voor werkgelegenheid. Ondanks de recessie blijft de vraag naar nieuwe woningen in de metropoolregio groeien. Als hart van de Metropool, moet Amsterdam daar een stevige bijdrage aan leveren. Om te voorkomen dat de open ruimte tussen de steden dichtslibt, blijft GroenLinks inzetten op een compacte stad. GroenLinks wil binnenstedelijk blijven bouwen, in relatief hoge dichtheden. Op die manier kunnen natuurgebieden bij de stad worden gespaard. De groene scheggen die Amsterdam insnijden moeten in stand blijven. Juist vlak bij een compacte stad moeten we investeren in een goede en groene open ruimte, die de stad leefbaar houdt. De behoefte aan woningen is zeer divers: huur en koop, duur en goedkoop. GroenLinks gaat daarbij uit van een regionale woningmarkt die rekening houdt met speciale behoeften van doelgroepen als studenten, ouderen en mensen met een beperking. Amsterdam voert de regie om te zorgen dat de nieuwbouw overal aansluit bij de regionale behoefte. Eventuele nieuwbouwlocaties moeten optimaal met het OV worden ontsloten. De periode van economische recessie biedt unieke kansen om samen met andere overheden en corporaties de nieuwbouw van duurzame woningen en renovatie te stimuleren. De vele monumenten in Amsterdam zijn waardevol cultuurhistorisch erfgoed. Het gemeentebestuur en stadsdelen waken er gezamenlijk voor dat deze werden gekoesterd en beschermd. Waar nodig worden stadsdelen gestimuleerd tot meer inzet voor het behoud van (potentiële) monumenten. Behoud en herstel van oude panden genieten de voorkeur boven sloop en nieuwbouw. Het aantal studenten in de stad neemt jaarlijks toe, het aantal studentenwoningen te langzaam. Meer en een snellere aanpak om studenten te huisvesten is daarom volgens GroenLinks nodig. GroenLinks is voorstander van het verlengen van noodvoorzieningen (containers) voor studenten. Bovendien kunnen studenten in delen van de stad wonen met een zogenaamde opstartfunctie, zoals nog te bestemmen industrieterreinen. De woningnood onder niet-studerende jongeren moet zo snel mogelijk worden aangepakt, zodat er ook voor hen een plek in deze stad blijft. 15
GROENLINKS AMSTERDAM
Wat wil Groenlinks: ►► De woningbouwopgave wordt in Amsterdam gerealiseerd binnen de contouren van de bestaande bebouwing. Amsterdam bouwt 20.000 woningen tot 2014, binnen een opgave van ruim 70.000 woningen tot 2030. Belangrijke locaties voor verdichting vormen de Noordelijke IJ-oevers en het gebied tussen de Houthavens en de ring A10 in West. Overlastgevende bedrijven zoals Akzo, Draka en Cargill worden indien mogelijk verplaatst naar het westelijk havengebied. Hiervoor wordt de ruimte gebruikt die vrijkomt door het afbouwen van de kolen- en olieoverslag; ►► Amsterdam zet in op uitbreiding van het aantal studentenwoningen in 2010/2011 met 6.000 eenheden en nog eens 3.000 extra in 2012/2013, waarvan een aanzienlijk deel een permanent karakter zal hebben. GroenLinks streeft hiermee naar een duurzame oplossing van het tekort aan studentenhuisvesting in de kennisstad Amsterdam; ►► De gemeente komt met een Deltaplan Jongerenhuisvesting om in de komende vier jaar het grote tekort voor woningen onder niet-studerende jongeren aan te pakken en drastisch te verminderen; ►► Op het Marineterrein komen woningen, voorzieningen en een geheel nieuw stadspark, zodat elke Amsterdammer van die mooie plek kan genieten; ►► Verdichting en intensivering van woningbouw gaat altijd gepaard met investeren in de openbare ruimte, om de stad leefbaar te houden; ►► Verloedering en verval van monumentale panden worden actief tegengegaan door aanschrijving tot herstel en onderhoud. Zonodig voert het bestuur het onderhoud zelf uit op kosten van de eigenaar; ►► Er worden geen nieuwe kantoren gebouwd, buiten de al vastgestelde plannen (Zuidas). Met ontwikkelaars wordt een programma opgezet om te zorgen dat in de behoefte aan nieuwe kantoorruimte wordt voorzien met gebruikmaking van bestaande kantoorgebouwen; ►► De kantoren die wel worden gebouwd, worden zo ingericht zodat ze met een aanpassing in de toekomst bruikbaar zijn als school of woning; ►► De constructie van kraakwachten wordt
GROENLINKS AMSTERDAM
►►
►►
►►
►►
►►
►►
vervangen door een constructie met tijdelijke bewoning van leegstaande panden, mits de leegstaande ruimte ook substantieel wordt bewoond en de bewoners een zekere vorm van rechtsbescherming genieten; Het erfpachtbeleid en het marktgerichte grondbeleid worden voortgezet, waarbij een lagere grondprijs wordt gerekend voor economisch zwakkere functies en investeringen in sociale woningbouw; Om speculatie met gesubsidieerde koopwoningen te voorkomen, wordt voor al deze woningen maatschappelijk gebonden eigendom ingevoerd, waarbij de gemeente het eerste recht heeft op terugkoop; Het programma voor geluidsisolatie van 8000 woningen door de gemeente wordt versneld uitgevoerd; Duurzaamheidsambities zijn een leidend criterium bij het gunnen van bouwprojecten aan projectontwikkelaars; Alle nieuwbouwwoningen zijn vanaf 2015 energieneutraal, wat betekent dat we woningen bouwen die evenveel energie opwekken als ze nodig hebben. Bij renovatie en splitsing van woningen wordt energieneutraal bouwen de norm. Dat geldt met name voor sociale woningbouw, zodat niet alleen de milieubelasting maar ook de woonlasten dalen. Hierbij werken we samen met de corporaties; Alle nieuwbouwprojecten kennen aangepaste woningen en worden maximaal aanpasbaar en levensloopbestendig gebouwd, zodat woningen in de toekomst gemakkelijk aangepast kunnen worden voor mensen met een beperking of voor ouderen.
10. Natuur om de stad De eeuwenoude veenpolders rondom Amsterdam hebben een grote cultuurhistorische waarde. De gebieden behoren grotendeels tot de ecologische hoofdstructuur. Waterland, Groene Hart en de Stelling van Amsterdam vormen drie Nationale Landschappen. Ze behoren tot de beste weidevogelgebieden van Europa. Het groene ommeland is een fijne plek om te recreëren, het heeft een sterk positieve invloed op het vestigingsklimaat en is een economische factor van formaat. Dit landschap is zo waardevol, dat verwacht mag worden dat Amsterdam hierin investeert. GroenLinks wil het buitengebied beter ontsluiten 16
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
►► Er komt een landschapsfonds van het Rijk, provincie, gemeenten in Waterland, de Stelling van Amsterdam en het Groene Hart, waarmee landbouw wordt omgevormd en natuur- en waterkwaliteit worden beschermd; ►► De consumptie van gezonde streekproducten en duurzame regionale landbouw worden gestimuleerd door uitbreiding van het project Proeftuin Amsterdam; ►► Er wordt gestart met grootschalige natuurontwikkeling in het IJmeer – Markermeer, met als doel een robuust ecosysteem met volop ruimte voor recreatie.
door recreatie die goed combineert met behoud van landschap- en natuurwaarde. Wij richten ons daarbij op uitbreiding van fiets- en wandelpaden, betere busverbindingen, meer kanolocaties en plekken om te slapen bij de boer. De binding met de stad moet worden versterkt door uitbreiding van het project Proeftuin Amsterdam, gericht op bevordering van gezond eten en producten uit de duurzame regionale voedselketen. De Nationale Landschappen worden daarin neergezet als een sterk en duurzaam merk, met waardevolle natuur en mooie streekproducten als Waterlandkaas en Amstelmelk en volop plek om te recreëren. Samenwerking met boeren in de regio is daarbij van vitaal belang. Intensieve landbouw en verrommeling bedreigen het karakter van het buitengebied. De kwaliteit van de veenpolders holt achteruit. Lage waterstanden veroorzaken een forse uitstoot van broeikasgassen door de veengronden. Gericht beleid is nodig om het veenweidelandschap te behouden met een hoger en natuurlijker waterpeil, ruimte voor natte natuur, koeien in de wei en meer ruimte voor weidevogels. De regio beschikt ook nog over een blauwe parel: het IJmeer – Markermeer. Behalve een Europees beschermd natuurgebied is dit ook dé plek om te varen, te zwemmen of aan het strand te liggen. Maar de waterkwaliteit is flink achteruit gegaan. GroenLinks wil natuur van topkwaliteit in dit gebied, waar recreatie en natuur samen gaan. Daarvoor zijn investeringen nodig. De komende periode moet Amsterdam deze ecologische schaalsprong in beweging zetten, samen met het Rijk en de regio.
Wat wil Groenlinks: ►► De bufferzones tussen Amsterdam en Haarlem en Amsterdam en Purmerend blijven vrij van nieuwe bebouwing; ►► Het tegengaan van uitstoot van broeikasgassen en behoud van het veenweidegebied worden opgenomen in de Amsterdamse klimaatdoelstellingen; ►► Er komt een plan voor de veenweidegebieden waarbij klimaat, landschap en natuur voorop staan. Hierin werken we toe naar landbouw die bij deze doelstellingen past. De boer blijft een belangrijke landschapsbeheerder; ►► Door de aanleg van fietspaden, kanoroutes, beter openbaar vervoer en kleinschalige recreatie bij de boer worden de groene buitengebieden om de stad beter toegankelijk gemaakt;
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
17
GROENLINKS AMSTERDAM
hoofdstuk 2
de sociale stad inleidinG GroenLinks staat voor een eerlijke, sociale samenleving, waarin iedereen de mogelijkheid heeft om mee te doen. De vrijheid daartoe mag geen schaars goed zijn voor bevoorrechte Amsterdammers. Daarom zetten wij ons in voor de gelijkwaardigheid van mensen. Want ook al heeft iedereen volgens de wet gelijke rechten, in de praktijk is er nog vaak sprake van achterstelling en discriminatie. Dit gebeurt op basis van sekse, seksuele gerichtheid, leeftijd, handicap of etniciteit. Veel mensen ondervinden nog de knellende banden van religieuze of hechte culturele gemeenschappen, die hen belemmeren om op hun eigen wijze te participeren in de samenleving. Anderen worden belemmerd door armoede en sociale achterstand of een lichamelijke of psychische beperking. GroenLinks vindt dat de overheid participatie en emancipatie moet stimuleren door ervoor te zorgen dat het beleid voor álle burgers werkt. Daarom dient de gemeente in al haar beleid rekening te houden met verschillen tussen mensen, zonder ze daarbij in hokjes te stoppen. Alle inwoners van Amsterdam moeten de kans krijgen om mee te doen in de samenleving. Betaald werk hebben is hierbij heel belangrijk. Als mensen niet kunnen of mogen meedoen, dan zorgt dit ervoor dat zij minder kansen krijgen om zich te ontwikkelen en minder toegang hebben tot allerlei sociale en professionele netwerken. Dit kan leiden tot een sociaal isolement en een slechtere gezondheid. Het is in dat licht zorgwekkend dat het aantal langdurige armen toeneemt. GroenLinks is voor ruimhartige inkomensondersteuning, zodat mensen met een minimumuitkering Groenlinks amsterdam
of werkende armen zich niet uitgesloten hoeven te voelen en ook hun kinderen aan sport- en culturele activiteiten kunnen meedoen. De gemeente moet daarbij proactief zijn; niet pas in actie komen als mensen uit hun huis zijn gezet of diep in de schulden zitten. Dat vraagt om een gerichte benadering waarbij mensen persoonlijk worden opgezocht. Sociaal beleid mag niet louter een financieel vangnet zijn: mensen moeten vooral worden ondersteund om hun leven weer op orde te krijgen en een plek op de arbeidsmarkt te verwerven. GroenLinks kiest voor een Amsterdam waar iedereen mee kan doen, op haar of zijn eigen manier onderdeel uitmaakt van de samenleving en waar ieders inbreng gewaardeerd en gerespecteerd wordt. Er zijn veel Amsterdammers die door leeftijd, handicap, lichamelijke of psychische ziekte kwetsbaarder in de maatschappij staan. Lichamelijke beperkingen mogen niet leiden tot eenzaamheid en een sociaal en economisch zwakke positie. Wij nemen de mogelijkheden van mensen als uitgangspunt en willen op deze manier de Amsterdammers aan de onderkant van de arbeidsmarkt alsnog bij de samenleving betrekken. Meedoen staat voor GroenLinks voorop: via arbeidsparticipatie of een andere vorm van maatschappelijke activiteit. Om iedereen mee te kunnen laten doen, moet de stad op alle terreinen goed toegankelijk zijn. Dit geldt voor huisvesting, inrichting van de openbare ruimte, ontwerp van openbare gebouwen, vervoer, toeleiding naar arbeid, inkomensvoorziening enzovoort. Toegankelijkheid moet een onderdeel zijn van alle beleidsdossiers, niet alleen die van de wethouder Zorg. 18
VerkiezinGsproGramma 2010-2014
1. emancipatie Voor GroenLinks gaat emancipatie over ‘empowerment’; mensen instrumenten geven om zelf hun situatie te beïnvloeden en te participeren. Participatie leidt tot meer vertrouwen in de Nederlandse samenleving. Zelforganisaties en maatschappelijke instanties zijn belangrijke bondgenoten in het emancipatie en participatieproces. Dit geldt in hoge mate voor vrouwenorganisaties. Vrouwen uit minderheidsgroepen moeten immers hun sociaaleconomische achterstand én de barrières van een vreemde taal en cultuur overwinnen. Ook hebben zij vaak te kampen met onderdrukking en discriminatie in eigen kring. Veel Turkse en Marokkaanse vrouwen ondervinden problemen ten gevolge van het familierecht uit hun herkomstland. Emancipatieprocessen kennen verschillende snelheden. Het emancipatieproces van vrouwen heeft een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt, maar loopt nog vast bij ‘vrouwen aan de top’. Deze functies zijn nog te vaak ingericht volgens het model mannelijke kostwinne met huisvrouw, een ouderwets en achterhaald patroon dat moet worden doorbroken. Bij de eerste en tweede generatie migrantenvrouwen valt ook nog een slag te maken.
Zorg voor de samenleving begint bij de jeugd. Amsterdam moet een fijne plek zijn voor kinderen. Ze moeten zorgeloos kunnen opgroeien: in een goede sfeer thuis, met voldoende speel- en sportruimte in de buurt en mogelijkheden om mee te doen in allerlei verenigingen. We willen ze hiertoe alle ruimte geven, ze serieus nemen en steun bieden, maar ook grenzen stellen en onacceptabel gedrag corrigeren. Het aanbod van de reguliere voorzieningen waar kleine kinderen tot jongvolwassenen gebruik van maken moet worden versterkt. Kinderopvang, peuterspeelzalen, onderwijs, zorg en vrijetijdsvoorzieningen dienen zodanig op elkaar aan te sluiten dat ze tegemoetkomen aan de basisbehoeften van kinderen en hun ouders/opvoeders. GroenLinks waakt in het bijzonder over kinderen in achterstandssituaties. Zij mogen er op rekenen dat de professionals die ze tegenkomen in opvang, onderwijs en allerlei buitenschoolse activiteiten in staat zijn te signaleren dat een kind problemen heeft en extra aandacht noodzakelijk is. Gespecialiseerde deskundigheid wordt gemakkelijk ingeroepen om de reguliere voorziening te versterken of ondersteuning te bieden in de eigen leefomgeving. Ook bij de inrichting van de openbare ruimte houdt GroenLinks rekening gehouden met kinderen. Straten horen veilig te zijn, met voldoende ruimte om zorgeloos op straat te kunnen spelen.
VerkiezinGsproGramma 2010-2014
Wat Wil Groenlinks: ► De gemeente stimuleert het oprichten van emanciperende zelforganisaties. De gemeente ondersteunt deze organisaties financieel en betrekt ze actief bij het beleid. Er wordt regelmatig overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de zelforganisaties; ► Het huidige emancipatieplatform krijgt een belangrijke rol in het adviseren van het gemeentebestuur op emancipatiezaken en stelt samen met de vrouwenorganisaties een emancipatieagenda op voor de komende vier jaar; ► De gemeente zet zich in om stereotype beeldvorming, rollen en verwachtingen te doorbreken; de gemeentelijke organisatie, de gemeentelijke publicaties en beleidsstukken vervullen daarbij een voorbeeldfunctie; ► Er komt een vrouwenrechtswinkel, die zowel vrouwen als (rechts)hulpverleners informeert over het Turkse, Marokkaanse en Nederlandse familierecht; ► Het diversiteitbeleid van de gemeente blijft gericht op emancipatie van mensen in ach-
19
Groenlinks amsterdam
terstandssituaties en verengt zich niet tot “integratiebeleid”; ►► Er komen afspraken over het minimum aantal vrouwen en minderheden voor topfuncties binnen het ambtelijk apparaat.
re groep vrouwen uit te sluiten. Juist voor deze groep kan inburgering in een veilige omgeving met alleen vrouwen een eerste stap zijn in hun participatie in de Nederlandse samenleving.
Wat wil GroenLinks: ►► Amsterdam handhaaft een ruim en gevarieerd cursusaanbod voor inburgering; ►► Amsterdam stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat Amsterdammers die overduidelijk zijn ingeburgerd, worden vrijgesteld van inburgeringstrajecten en inburgeringsexamens; ►► Werving, assessment, plaatsing en begeleiding van inburgeraars gebeurt door de stadsdelen; ►► De kwaliteit van de inburgeringcursussen wordt regelmatig gecontroleerd en particuliere aanbieders worden afgerekend op de geboden kwaliteit; ►► In 2011 wordt 80% van de inburgeringstrajecten aangeboden via gecombineerde, duale trajecten van taalverwerving, gekoppeld aan werk, opleiding of participatie.
2. Inburgering Inburgering is van belang, zowel voor mensen die nieuw in Nederland zijn (nieuwkomers) als voor degenen die hier al langer zijn (oudkomers). Een belangrijke voorwaarde voor participatie is het kennen van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving. Het verkrijgen van deze kennis is een belangrijke stap op weg naar emancipatie. In de afgelopen jaren is de inburgering in Amsterdam niet vlekkeloos verlopen. Veranderende regelgeving, verschillende financieringsstromen en een groot aantal verantwoordelijke instanties op meerdere niveaus in de stad, hebben tot een bureaucratisch oerwoud geleid waarvan de inburgeraar de dupe werd. De huidige inburgering is sterk gericht op het halen van het examen. Het is daarbij verantwoordelijkheid van de gemeente om de inburgeraars in staat te stellen tijdig hun examen te halen. Hiervoor moeten de nodige randvoorwaarden, zoals passende kinderopvang, worden gerealiseerd. Voor GroenLinks is het halen van het inburgeringsexamen echter niet het meest belangrijke doel van inburgering. Dit doel ligt veeleer bij empowerment, participatie, en het ontwikkelen en realiseren van de eigen ambities van de inburgeraar. Inburgering moet daarom nauw aansluiten op participatie, werk, opleiding, re-integratie, sociale activering en welzijn. Hierbij zal zoveel mogelijk maatwerk moeten worden geleverd, afgestemd op de capaciteiten en ambities van de inburgeraar. Om deze reden wil GroenLinks dat de werving, assessment, plaatsing en begeleiding van de inburgeraars op stadsdeelniveau plaatsvindt. Het aanbod aan inburgeringscursussen moet divers en van hoge kwaliteit zijn, zodat alle inburgeraars een cursus kunnen volgen die aansluit bij hun niveau en ambities. Bij het aanbieden van cursussen moet stereotypering worden voorkomen. Zo moeten vrouwen met kinderen niet automatisch een cursus met het accent op opvoeding aangeboden krijgen. GroenLinks is er geen voorstander van dat vrouwen gescheiden inburgeren, maar wil deze mogelijkheid niet uitsluiten voor vrouwen, die anders niet kunnen, mogen of willen deelnemen. Politieke correctheid mag geen reden zijn om de meest kwetsbaGROENLINKS AMSTERDAM
3. Groen werkt! De kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende economische crisis slaat overal ongenadig hard toe. Ook in Amsterdam zijn de gevolgen desastreus. Sectoren als de zakelijke dienstverlening en het toerisme krijgen grote klappen. Deze trekpaarden van de Amsterdamse economie zijn in ademnood door een teruglopende vraag en bijbehorende omzetten. De gevolgen voor de arbeidsmarkt zijn evenzeer rampzalig. De komende jaren kan de werkloosheid onder de Amsterdamse beroepsbevolking verdubbelen. Vooral jongeren en ouderen met een lage opleiding dreigen hun werk te verliezen. Deze groepen worden bovenmatig door de crisis getroffen en dat vraagt een extra inzet van het gemeentebestuur. Ook vóór de crisis functioneerde de Amsterdamse arbeidsmarkt niet optimaal. Er is een fundamentele mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt, waardoor betaald werk lang niet voor iedereen is weggelegd. GroenLinks vindt het onacceptabel dat in bepaalde wijken grote groepen mensen zonder werk thuis zitten, terwijl iets verderop in de buurt vacatures in overvloed zijn. In het bestand van werklozen in de stad is de laatste jaren één 20
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
groep sterk vertegenwoordigd; laagopgeleide jongeren. Of nog specifieker; allochtoon, jong en vroegtijdig schoolverlater. De combinatie van deze factoren maakt het vinden van een baan bijzonder lastig. Natuurlijk is verbetering van het onderwijs een onderdeel van de oplossing. Het zal leiden tot minder afgebroken schoolcarrières en beter opgeleide jongeren. Maar het lost de mismatch op de arbeidsmarkt niet op. Daar is een structurele aanpak voor nodig. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn voor jongeren zo slecht dat sommigen vrezen voor een ‘verloren generatie’. Zorgwekkend is ook dat er een tekort van 150.000 stageplaatsen dreigt, waardoor ook schoolgaande jongeren klem komen te zitten. Dat zal de cijfers van voortijdige schooluitval en de jeugdwerkloosheid alleen maar verder doen stijgen. Het is zaak de jongeren die nu hun werk verliezen of die niet direct een baan vinden, fit te houden voor de arbeidsmarkt. We weten dat het tekort aan arbeidskrachten in de nabije toekomst door de vergrijzing structureel is. De jongeren zijn dus al heel snel weer nodig. Het gaat er nu om, dat jongeren betrokken blijven bij de arbeidsmarkt door scholing of werk. Als je langer dan een half jaar zonder onderwijs of werk zit, loop je blijvende schade op. Het motto moet daarom zijn: bezig zijn en betrokken blijven. De crisis kan en moet worden aangegrepen om extra duurzaam werk te creëren. Niet alleen kunnen we zo mensen aan het werk houden of zelfs beter opleiden voor de toekomst, ook kunnen we zo een extra slag slaan in de verduurzaming van de stad. Eén windmolen levert zeven banen op, zo heeft GroenLinks berekend, en dat is maar een van de voorbeelden. De crisis biedt kansen op een grootschalig duurzaamheidsinitiatief. Met isolatieprojecten, het vervangen van oude cv-ketels door energiezuinige ketels, het aanleggen van groene daken en andere duurzame investeringen slaan we twee vliegen in één klap. Enerzijds heeft deze aanpak invloed op de werkgelegenheid, doordat bijvoorbeeld ontslagen installateurs in het project aan het werk gaan en tegelijkertijd werkloze jongeren opleiden. Anderzijds levert het een noodzakelijke bijdrage aan de verduurzaming van Nederland. De extra werkgelegenheid kan ook worden ingezet voor taken die nu te vaak zijn blijven liggen. Denk aan klassenassistenten en conciërges, maar ook aan het wegwerken van achterstallig onderhoud van scholen. Voor de nabije toekomst zeer wenselijke investeringen, zoals in smartboards en draadloos internet, moeten door de gemeente naar voren worden gehaald.
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Wat wil GroenLinks? ►► Een gemeentelijk pakket aan crisismaatregelen om de scherpste gevolgen af te vlakken; projecten met een no-riskpolis, premieverlaging of loonkostensubsidie; ►► Een ‘Groen Werkt-initiatief’ waarmee nieuwe werkgelegenheid wordt gecreëerd die de stad verduurzaamd. Hierbij is er aandacht voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt; ►► Een extra inzet op het activeren van werkloze allochtone jongeren. Bijvoorbeeld door middel van regionale banenplannen in samenwerking met het MKB; ►► De gemeente verleidt ondernemers om vacatures te melden bij DWI. Nu is landelijk maar ongeveer 25% bij CWI’s bekend; ►► Kleine startende ondernemers blijven we steunen, onder meer met microkredieten voor mensen die vanuit een zwakke economische positie een eigen bedrijf willen starten.
4. De werkende stad De gemeente is zelf een belangrijke werkgever. Ze dient het goede voorbeeld te geven als het gaat om goed werkgeverschap. De gemeente Amsterdam moet de ambitie hebben om een ‘decent work-gemeente’ te worden. Zij moet zich bijvoorbeeld actiever uitspreken voor werknemers die zich inzetten voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, zoals de schoonmakers op Schiphol. Ook moet de gemeente ‘decent work’ promoten bij werkgevers die opdrachten, subsidies of vergunningen krijgen. In de aanbestedingen van projecten voert de gemeente ‘contract compliance’ in. In de contracten met bedrijven waar de gemeente diensten van afneemt, worden afspraken gemaakt over te realiseren gesubsidieerde banen. De gemeente biedt daarbij een tijdelijke loonkostensubsidie, in ruil voor afspraken over doorstroom naar regulier werk. Ook kan de gemeente de bijstandsuitkering van de werknemer aanvullen met een premie. GroenLinks heeft zich altijd met hand en tand verzet tegen de afschaffing van de ID-banen en de WIW-banen. Afschaffing kon niet worden voorkomen, maar er is een aantal verzachtingen aangebracht. Door de afschaffing van de ID-constructies raakte veel personeel in maatschappelijke en culturele organisaties hun baan kwijt. Deze organisaties moesten daardoor op hun belangrijke maatschap21
GROENLINKS AMSTERDAM
pelijke taken beknibbelen. Het gevolg is dat Amsterdam nu vrijwel zónder klassenassistenten en mét extra klanten voor de sociale dienst zit. GroenLinks vindt verder dat er voor de gesubsidieerde banen die er nog wel zijn een goede oplossing moet komen. Als werknemers onmisbaar zijn, dan moeten ze ook netjes worden betaald en niet afhankelijk zijn van subsidiebudgetten. Amsterdam moet geld investeren om banen die hun maatschappelijk nut hebben bewezen, zoals de klassenassistent en de stadswachten, om te zetten naar regulier werk. Ook lijkt een combinatie met de Wijkaanpak voor de hand te liggen. In wijken waar de arbeidsparticipatie toch al gering was, kan op deze manier worden gewerkt aan het opknappen van de openbare ruimte. En tegelijkertijd stijgt de arbeidsdeelname.
werkloze wordt afgescheept met plannen voor werken met behoud van uitkering, in plaats van loon. De afgelopen jaren zijn er vernietigende rapporten verschenen over het Amsterdamse re-integratiebeleid. Amsterdam verdedigt zich door te zeggen dat er veel ondersteuning wordt gegeven aan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dit vertaalt zich echter niet direct in meetbare resultaten. Ook is de uitstroom uit de bijstand vaak maar tijdelijk. Ruim een derde van de mensen die de bijstand verlaten, klopt binnen een jaar weer aan bij de sociale dienst. Dat is exclusief mensen die in de WW terechtkomen of ‘zoek’ raken. In de eerste plaats moet de gemeente zorgen dat de uitvoerders van het reintegratiebeleid worden gestimuleerd om werkzoekenden duurzaam aan de slag te helpen. De vergoeding moet (mede) afhankelijk worden van het aantal uitstromers dat na een jaar nog aan de slag is. Als zo’n stimulans er eenmaal is, zullen organisaties snel genoeg creatieve en effectieve manieren ontwikkelen om duurzame uitstroom te bevorderen, bijvoorbeeld coaching na uitstroom. Daarnaast moet er een onderzoek komen naar wat er gebeurt met afhakers. De precieze cijfers over niet-melders in de stad zijn onbekend. Deze groep moet in beeld worden gebracht en indien noodzakelijk worden ondersteund om volledig te participeren. De nieuwe Wet Investeren in Jongeren (WIJ) sluit jongeren uit van de toegang tot de bijstand. Hiervoor in de plaats krijgt de jongere een nauwelijks afdwingbaar recht op een werk-leeraanbod. GroenLinks is principieel tegenstander van de WIJ. Om de (verwachte) negatieve gevolgen van de wet in beeld te krijgen, zal de wet na een jaar geëvalueerd worden. Daarnaast moeten jongeren een laagdrempelige voorziening krijgen om tegen het aanbod van de gemeente in beroep te gaan als zij van mening zijn dat het hun positie op de arbeidsmarkt niet blijvend verbeterd. De gemeenteraad moet de ruimte die de wet biedt, aangrijpen om ervoor te zorgen dat duurzame verbetering van de arbeidsmarktpositie van jongeren centraal staat. Onderwijs gaat voor werk.
Wat wil GroenLinks: ►► Amsterdam wordt een ‘decent work-gemeente’ en zoekt aansluiting bij initiatieven op dit vlak; ►► Contract compliance wordt ingevoerd om extra gesubsidieerd werk te creëren; zo kunnen sociale eisen worden gesteld aan opdrachtverstrekking; ►► Maatschappelijk onmisbare functies zoals klassenassistenten en stadswachten worden vaste banen zonder subsidie; ►► Nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeid worden financieel en juridisch aantrekkelijk gemaakt voor werkgevers in het onderwijs en de welzijns- en cultuursector; ►► Een werkgever die een ID’er een vaste reguliere baan aanbiedt binnen de eigen organisatie, ontvangt een premie ter hoogte van een volledig jaarsalaris. Bij doorstroom naar regulier werk elders, wordt deze premie verdeeld over de oorspronkelijke en de nieuwe werkgever.
5. Re-integratie
Wat wil GroenLinks:
De Wet Werk en Bijstand, die moest leiden tot meer vrijheid voor gemeenten en een beter lokaal afgestemd re-integratiebeleid, leidt tot korte termijntactieken om zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk aan een baan te helpen. Het maakt niet uit wie, waar en voor hoelang. De werkloze met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt wordt met allerlei middelen aan het werk geholpen. Echter, een langdurig
►► Re-integratie moet gericht zijn op het duurzaam aan de slag krijgen en houden van mensen. Niet op het beperken van de instroom. Re-integratiebedrijven moeten hierop worden afgerekend. ►► Het aanbod van re-integratietrajecten wordt beter afgestemd op de doelgroep. De afha-
GROENLINKS AMSTERDAM
22
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
kers in de trajecten moeten daarom in kaart worden gebracht. Ook de omvang en de positie van de niet-melders in de stad wordt beter in beeld gebracht. ►► Amsterdam blijft zich verzetten tegen de Wet Investeren in Jongeren. In elk geval komt er een laagdrempelige beroepsmogelijkheid, verbetert het aanbod aantoonbaar de arbeidsmarktpositie van de jongere en gaat leren voor werk. ►► Jongeren kunnen werkervaring opdoen in simulatiebedrijven. Deze praktische leerscholen, waarbij het bedrijfsleven levensecht wordt nagebootst, worden opgezet in economisch kansrijke sectoren in samenwerking met werkgevers.
en kinderopvang aan huis. Maar dit soort arbeidsintensieve dienstverlening is duur vanwege alle verplichte sociale premies. Amsterdam kan die premies niet in haar eentje subsidiëren. Nederland moet een voorbeeld nemen aan België, waar ze de dienstencheque hebben ingevoerd. Door de premies voor ongeschoold werk over te nemen, wordt bruto en netto gelijk en is het voor een particulier betaalbaar om een strijkhulp in te huren. En zo kan er weer iemand aan het werk. Een initiatief als de Witte Werkster is een emanciperend instrument. Herintredende mannen en vrouwen kunnen met een beperkt aantal uren beginnen. Zij werken bij particulieren thuis en kunnen dit goed combineren met de schooltijden van hun kinderen.
Wat wil GroenLinks: ►► De vier grote gemeenten pleiten bij het Rijk voor de invoering van een persoonsgebonden budget voor werknemers die niet 100% arbeidsproductief zijn; ►► Amsterdam voert een eigen regeling in voor de Witte Werkster en andere arbeidsintensieve diensten, zoals strijken; ►► Samen met de vier grote steden pleit Amsterdam voor het goedkoper maken van ongeschoolde arbeid door de sociale premies over te nemen. De doorstroom naar ander werk wordt hierbij gewaarborgd; ►► Vluchtelingen die moeten bijscholen om hun oude beroep op te pakken, mogen studeren met behoud van uitkering en worden voor die periode vrijgesteld van de sollicitatieplicht.
6. Werk voor iedereen GroenLinks vindt dat iedereen naar vermogen moet worden betrokken bij de samenleving. Als dat niet kan via betaald werk, dan biedt de samenleving een alternatief. De arbeidsproductiviteit ligt hoog in Nederland. Dat niet iedereen dat kan bijbenen, wil niet zeggen dat die mensen niet kunnen werken. Bij de sociale werkvoorziening (de WSW) werken lichamelijk en verstandelijk gehandicapten onder aangepaste omstandigheden. Mensen die wel in een gewoon bedrijf kunnen werken, maar waarvan de arbeidsproductiviteit minder hoog is dan gemiddeld, krijgen een ‘rugzakje’ waarmee de werkgever de lagere productiviteit financieel gecompenseerd krijgt. Met zo’n rugzakje wordt de werknemer onafhankelijk van de bijstand. DWI kan de indicatie van deze werknemers op zich nemen. GroenLinks vindt dat bijstandsgerechtigden die niet aan de slag komen, moeten kunnen doorleren met behoud van uitkering. Dat kan niet tot in het oneindige en daarom worden er scholingsvouchers verstrekt voor drie studiejaren. Wie werk accepteert dat onder zijn mogelijkheden ligt, krijgt scholingsvouchers uitgereikt waarmee studie en werk in deeltijd gecombineerd kunnen worden. Vluchtelingen die moeten bijscholen om het beroep dat zij in hun vaderland vervulden ook in Nederland uit te oefenen, mogen wat GroenLinks betreft studeren met behoud van uitkering. Zij worden vrijgesteld van sollicitatieplicht. Zo voorzien we meteen in de vraag naar hoger geschoold personeel. Amsterdam moet investeren in laag- en ongeschoolde banen. Die banen kunnen onder andere worden gecreëerd in de persoonlijke dienstverlening: werksters, strijkhulp VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
7. Inkomensondersteuning en stimuleren ondernemerschap Amsterdam doet veel moeite om mensen die recht hebben op voorzieningen te bereiken en slaagt er redelijk goed in om niet-bijstandsgerechtigden te bereiken. De langdurigheidstoeslag (LDT) is in Amsterdam vastgesteld op 40% van de bijstandsnorm en is opengesteld voor mensen die minimaal drie jaar op maximaal 110% van het sociaal minimum zitten. GroenLinks wil dat deze groep Amsterdammers recht hebben op een volledige LDT en dat mensen die drie jaar lang op 110 tot 120% van het sociaal minimum zitten, recht hebben op 50% van de LDT. Op die manier bereik je meer werkende armen die net iets boven het sociaal minimum zitten. De glijden23
GROENLINKS AMSTERDAM
binnen de eerste drie jaar. Specifieke ondersteuning is hierbij nodig; ►► Er komt een bedrijvencentrum voor startende ondernemers. Gewone starters of mensen die vanuit een werkloosheidssituatie een eigen bedrijf willen opstarten, krijgen hier speciale faciliteiten aangeboden zoals huurgewenning en professionele begeleiding.
de schaal (LDT wordt afgebouwd naarmate het inkomen hoger is) helpt bij het tegengaan van de armoedeval. Daarnaast moet worden gekeken of in deze cristijd aan minima, maar bijvoorbeeld ook aan studenten en kleine zelfstandigen, kwijtschelding of beperking van lokale heffingen kan worden ingezet om hun inkomenspositie te versterken. Met betrekking tot de zelfstandigen is een wetswijziging aangekondigd. Amsterdam voert deze wijziging in, zodra dat wettelijk mogelijk is. GroenLinks wil dat ondernemerschap vanuit een uitkeringssituatie makkelijker wordt gemaakt. Daartoe kan extra hulp en ondersteuning worden geboden.
8. Duurzame armoedebestrijding Er is een grote groep Amsterdammers die langdurig in armoede leeft en dat aantal neemt toe. Daarnaast is armoede vaak onderdeel van meerdere problemen die spelen bij een persoon of in een gezin. Relatief veel ouderen hebben een laag inkomen. Langdurige armoede heeft een negatief effect op gezondheid, welzijn, kansen op ontwikkelingen en mogelijkheden om de positie te verbeteren. Extra zorgelijk is het, dat het vaak gaat om gezinnen met kinderen. GroenLinks is voor ruimhartige inkomensondersteuning, zodat mensen met een minimumuitkering of werkende armen zich niet uitgesloten hoeven te voelen. Ook hún kinderen mogen meedoen aan sport- en culturele activiteiten. Inkomensondersteuning alleen volstaat echter niet om deze groep te helpen. Armoede is meer dan te weinig inkomen. Het leidt ook vaak tot sociale uitsluiting. Juist bij duurzame armoede is aandacht voor het tegengaan van sociale uitsluiting een must, vooral ook gelet op kinderen. Inkomensondersteunende voorzieningen zijn geschikt om mensen de broodnodige hogere levensstandaard te verschaffen. Maar wie diep in de schulden zit of door belemmeringen niet goed genoeg met geld kan omgaan, die haalt de hogere levensstandaard in de praktijk niet. Bovendien is financiële ondersteuning lang niet altijd de factor die mensen van sociale uitsluiting verlost. Andere belemmeringen kunnen immers voortduren. Het armoedeprobleem kan worden bestreden door schuldhulpverlening of uitstroom naar werk. Maar schuldhulpverlening is vaak nog ondermaats, onvoldoende of te traag. Schuldhulpverleners opereren niet pro-actief genoeg waardoor het traject mislukt. Zo is er nog maar weinig begeleiding voor mensen in de schuldsanering. Daardoor is er veel uitval, veel recidive. Uitstroom naar werk is soms zeer tijdelijk, zoals uitzendwerk of een andere tijdelijke vorm. Het is een illusie te denken dat je iedereen gemakkelijk uit de armoede kan helpen. GroenLinks vindt wel dat dit altijd de inzet van de overheid moet zijn.
Wat wil GroenLinks: ►► Bijstandsgerechtigden mogen bijverdiensten houden als een vorm van premieverstrekking. Hiermee wordt – in de praktijk – de oude bijverdienregeling in ere hersteld en worden bijstandsgerechtigden gestimuleerd zelf een weg uit de uitkering te vinden; ►► De gemeente sluit voor bijstandsgerechtigden en Amsterdammers met een inkomen tot 120% van het minimumloon een aanvullende ziektekostenverzekering af en het eigen risico wordt afgeschaft; ►► Amsterdam is burgerlijk ongehoorzaam en voert de – door het Rijk verboden – maatregelen voor armoedebestrijding opnieuw in: een plusvoorziening voor iedereen die langer dan drie jaar op het minimum zit; ►► De grens voor kwijtschelding van gemeentelijke lasten wordt verhoogd naar 120% van het sociaal minimum. Als dit wettelijk niet mogelijk blijkt te zijn, zet Amsterdam zich ervoor in om dit mogelijk te maken. De stad is uiterst terughoudend met het verhogen van lokale lasten die ook de minima treffen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht). Onderzocht wordt of gedurende de crisis andere lastenverlichtende maatregelen voor studenten en startende ondernemers mogelijk zijn; ►► Het ondernemerschap wordt versterkt. Door hulp bij het opstarten van een eigen onderneming, begeleiding bij de bedrijfsvoering van bestaande (kleinschalige) ondernemers en stimulering van bepaalde bedrijvigheid; ►► Etnisch ondernemerschap wordt gestimuleerd. De belangstelling/ambitie bij migranten voor het zelfstandig ondernemerschap is groot. Maar zo ook het aantal faillissementen
GROENLINKS AMSTERDAM
24
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
We willen mensen bijstaan die langdurig op ondersteuning aangewezen zullen zijn en er actief voor zorgen dat ze niet verder weg zakken. Het is daarbij zaak dat mensen zoveel mogelijk hun zelfstandigheid behouden.
hun beperking kunnen functioneren. Maar om volledig te kunnen meedoen in de stad en in de buurt is er meer nodig dan wettelijk bepaalde zorg of een hulpmiddel. Lichamelijke of psychische beperkingen mogen niet leiden tot sociaal isolement en vereenzaming. Mensen zijn meer dan hun ziekte of handicap. Ondersteuning bij participatie moet dan ook speerpunt zijn bij het Wmo-beleid. Bezuinigingen op ondersteuning zoals het Rijk doorvoert, leveren nu misschien wat geld op. Zij kunnen er echter ook toe leiden dat mensen, doordat ze niet meer kunnen meedoen, later meer en duurdere zorg nodig hebben. Investeren in welzijn kan veel leed en dure zorg voorkomen. Het landelijke Wmo-beleid gaat uit van zelfredzaamheid en legt een grote verantwoordelijkheid bij mensen zelf, hun sociale omgeving, maatschappelijke structuren en de buurt. Het is natuurlijk ideaal als mensen in hun eigen sociale omgeving ondersteuning kunnen vinden en als de buurt een vangnet. Maar in de grote stad is dat niet vanzelfsprekend. Het is de taak van de overheid om te zorgen voor een infrastructuur die zelfredzaamheid, participatie en zorg voor elkaar ondersteunt en faciliteert. In Amsterdam vallen relatief veel ouderen, maar ook mensen met lichamelijke of geestelijke beperkingen in de laagste inkomensgroepen. Armoederegelingen moeten goed toegankelijk blijven voor deze groepen en er moet een goede afstemming zijn met de Wmo-voorzieningen. Er moet zoveel mogelijk vraaggericht worden gewerkt. Niet het aanbod van de gemeente is bepalend, maar de vraag van de cliënten of uit de buurt moet centraal staan. De zorgvraag van migrantenouderen en de obstakels die zij ondervinden voor participatie, kan verschillen van die van jonge gehandicapten of van mensen met een verstandelijke beperking. Ouders die voor hun meervoudig gehandicapte kind zorgen, hebben andere mantelzorgondersteuning nodig dan jonge kinderen die de zorg voor hun zieke ouders op zich nemen. Door middel van cliëntgericht werken kan maatwerk worden geleverd en ontstaat er de noodzakelijke differentiatie in het hulpaanbod. Zonder een doelgroepenbeleid te voeren (immers, niet elke oudere is behoeftig en niet elke gehandicapte migrant zit in een sociaal isolement) kan op die manier wel specifieke hulp en ondersteuning worden geboden aan groepen. Deze wensen vergen nogal wat van het gemeentelijk apparaat, maar in Amsterdam zijn we goed op weg. Het College van GroenLinks en PvdA heeft ervoor gekozen om huishoudelijke hulp aan te besteden op kwaliteit en niet op prijs. De loketten Zorg en Samenleven in de wijken zijn erop ingericht om
Wat wil GroenLinks: ►► Er wordt extra inspanning verricht om de Amsterdammers die in aanmerking komen, gebruik te laten maken van hun recht op inkomensondersteunende voorzieningen; ►► Inkomensondersteuning tot 120% van het minimumloon, zodat mensen met een minimumuitkering of werkende armen niet worden uitgesloten en ook hun kinderen aan sporten culturele activiteiten kunnen meedoen; ►► DWI moet veel meer een ‘er-op-af centrum’ worden. Aan elke klant wordt daarom gevraagd, hoe hij daarbij geholpen kan worden. De klant is de norm, de begeleiding wordt afgestemd op wat hij nodig heeft; ►► Huisbezoeken door DWI, ter controle van de rechtmatigheid van uitkeringen, vinden alleen plaats als er concrete aanwijzingen zijn van onrechtmatigheid. Bij deze controles wordt de privacy van de cliënt zorgvuldig bewaakt; ►► Er komen mogelijkheden voor mensen die naar arbeid uitstromen om ondersteuning en advies te krijgen van (hun eigen) contactpersoon van DWI; ►► De schuldhulpverlening moet worden verbeterd. Wij denken aan het instellen van ‘Budgetwinkels’ in navolging van ‘Rechtswinkels’ en het aangaan van concrete prestatieafspraken met schuldhulpverleningsbureaus. Er is specifieke aandacht voor de schuldhulpverlening aan jongeren, door het saneringskrediet ook voor hen open te stellen.
9. Wmo, de mens staat centraal De gemeente kent sinds de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) een compensatieplicht, die ervoor moet zorgen dat mensen met een beperking de nodige ondersteuning kunnen krijgen om zo volledig mogelijk te kunnen participeren in de maatschappij. Door middel van het aanbieden van aanvullend openbaar vervoer, hulpmiddelen, aanpassingen in huis, hulp in de huishouding zorgt Amsterdam dat mensen ondanks VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
25
GROENLINKS AMSTERDAM
telijk bepaalde zorg. De wachttijden voor wettelijk bepaalde zorg worden verkort.
mensen zo goed mogelijk te helpen of door te verwijzen. De mogelijkheden voor persoonsgebonden budgetten waarbij patiënten zelf hun hulp kunnen inkopen zijn uitgebreid. GroenLinks wil die lijn in de periode 2010 – 2014 voortzetten en uitbreiden.
10. Maatschappelijke opvang In onze maatschappij, en zeker in een grote stad als Amsterdam, zijn er mensen die door een aaneenschakeling van omstandigheden en verkeerd uitgevallen keuzes aan de zelfkant van de samenleving zijn komen te staan. Deze groep is zeer divers, niet iedereen is psychiatrisch patiënt, al kampen veel mensen die (deels) op straat leven met een veelzijdige problematiek. Sommigen kunnen zich, met de nodige ondersteuning, redelijk redden. Voor anderen is het straatleven te hard. GroenLinks heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de zorg aan daklozen, verslaafden en mensen met een psychische stoornis. Waar het beleid zich vroeger vooral richtte op het voorkomen van overlast en het beschermen van de openbare orde, wordt nu ingezet op zorg en het bieden van perspectieven. Naast de uitbreiding van de capaciteit van de opvangvoorzieningen zijn er voor honderden mensen dagbestedingmogelijkheden gecreëerd, integrale zorgtrajecten opgezet, uitkeringen, schuldhulpverlening en ziektekostenverzekeringen geregeld. Ook wordt er intensief samengewerkt met verschillende instanties om dakloosheid te voorkomen. Voorrang geven aan zorg voor dakloze gebruikers boven repressief beleid, is een investering in een veilige en sociale stad. Van belang is dat de nog steeds geldende repressieve maatregelen, zoals gebieds- en samenscholingsverboden, het stapelen van boetes en het opjagen van dak- en thuislozen en verslaafden, worden aangepast aan de hulpverleningstrajecten zodat deze elkaar niet frustreren. GroenLinks wil deze lijn doorzetten, waarbij de nadruk moet liggen op cliëntgerichte aanpak. (Verslaafde) dak- en thuislozen hebben een heel kwetsbare positie, maar zijn in hun kwetsbaarheid ook heel sterk. Door het jarenlange harde leven op straat hebben zij een strategie en een aanpassingsvermogen ontwikkeld, die hen in staat stelt zo goed en zo kwaad als het gaat te overleven. Niet alleen op straat, maar ook in ‘hulpverleningsland’. GroenLinks wil die kracht benutten. Vaak hebben mensen plannen voor een ander leven, hun eigen ideeën hoe ze het beste op weg geholpen kunnen worden en wat ze daarvoor nodig hebben. Geef mensen de ruimte om hun eigen zorgtraject uit te stippelen en pas daar het aanbod op aan. Een passend traject is niet een traject waarin de mens wordt ingepast, maar het is een traject dat bij de persoon past. De inzet daarbij
Wat wil GroenLinks: ►► Aanbestedingen in de zorg moeten zich richten op kwaliteit en op innovatie. Niet de prijs, maar de kwaliteit en klantgerichtheid moeten voorop staan. Aanbieders moeten worden uitgedaagd om mee te denken hoe de zorg in Amsterdam te optimaliseren. De aanbestedingsprocedure wordt zo vormgegeven dat deze geen belemmeringen opleveren voor kleinschalige aanbieders; ►► De rol van de centrale stad en de stadsdelen moet verder worden gedifferentieerd. De vraag om maatwerk houdt in, dat verschillen in de uitwerking tussen stadsdelen kunnen en mogen bestaan, zonder dat er rechtsongelijkheid bestaat; ►► Er moet meer maatwerk komen in zorg en welzijn. Dat geldt voor het aanvullend openbaar vervoer, de verstrekking van hulpmiddelen en huishoudelijke hulp, maar ook voor maatregelen die participatie van kwetsbaren kunnen vergroten. Door middel van experimenten en pilots wordt gezocht naar de beste manieren om dit te doen; ►► Vraaggericht werken vereist goede en effectieve cliënten- en patiëntenparticipatie. In alle stadsdelen worden diverse Wmo klankbordgroepen ingesteld en innovatieve methoden voor inspraak en samenspraak worden ontwikkeld. Zelforganisaties (van migranten, homoseksuelen, ouderen) en moeilijk bereikbare groepen (psychiatrisch patiënten en daklozen) dienen meer betrokken te worden bij de uitvoering van de Wmo; ►► In de woonservice-wijken moet er ruimte zijn voor differentiatie. Waar nodig worden speciale voorzieningen getroffen voor oudere migranten, homoseksuele ouderen en woningen voor verschillende generaties (kangaroewoningen); ►► Vrijwilligers in de zorg en mantelzorgers dienen optimaal te worden ondersteund, zowel facilitair als financieel; ►► Betere en snellere afhandeling van klachten van patiënten, daar waar het gaat om wet-
GROENLINKS AMSTERDAM
26
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
inrichting met behandeling dan in de gevangenis; ►► Repressieve maatregelen tegen overlast van drugsgebruikers en dak- en thuislozen worden aangepast aan de hulpverleningstrajecten.
moet zijn dat mensen zoveel mogelijk hun eigen leven kunnen leiden, ook als dat afwijkt van wat normaal wordt gevonden, zonder dat ze daarbij zichzelf of hun omgeving schade aandoen. Ex-daklozen hoeven geen modelburgers te worden. Excentrieke personen kleuren ook de stad. Mensen die in Amsterdam op straat leven maar uit een andere regio of ander land komen, hebben volgens het huidige beleid geen recht op uitgebreide zorg of onderdak van de gemeente. GroenLinks vindt dat de wereldstad Amsterdam wereldburgers die de weg zijn kwijtgeraakt moet kunnen ondersteunen. Het vooropstellen van de zorg voor dakloze gebruikers boven repressief beleid is een investering in een veilige en sociale stad. Mensen in een voor hun passend traject van huisvesting, dagbesteding en (psychosociale) hulp, werken aan een nieuwe toekomst én veroorzaken geen overlast. De laatste jaren zijn hierin door het College van GroenLinks en PvdA flinke stappen gezet.
11. Geen mens is illegaal In Amsterdam leven naar schatting 15.000 mensen zonder geldige verblijfsvergunning. Die groep is heel divers; uitgeprocedeerde asielzoekers, vluchtelingen die in afwachting zijn van een status op medische of humanitaire gronden, mensen van buiten de Europese Unie die nooit een status hebben aangevraagd en EU burgers die hier langer dan een half jaar verblijven en niet bewezen in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Veel van de zogenaamde illegalen zijn ‘onzichtbaar’; ze hebben op eigen kracht en binnen hun eigen sociale netwerk woonruimte en een inkomen weten te bemachtigen. Een grote andere groep echter kent problemen door dakloosheid, geldgebrek en een slechte (psychische) gezondheid. De gemeentelijke mogelijkheden om deze mensen te helpen zijn door de landelijke overheid ernstig beperkt. Sinds het Generaal Pardon waarbij mensen die sinds 2001 in de asielprocedure zitten recht op verblijf hebben gekregen, mag Amsterdam geen noodopvang meer bieden aan mensen zonder een verblijfstatus. Hieronder vallen ook mensen die nog een procedure hebben lopen voor een zelfstandige verblijfsvergunning na het verbreken van een relatie of voor verblijf op humanitaire of medische gronden, en degenen die niet uitgezet kunnen worden. Dat betekent dat mensen die hier wel mogen zijn, maar niet mogen werken en geen recht hebben op opvang of zorg, geen kant op kunnen. Ze zijn legaal, maar rechteloos. GroenLinks vindt dat Amsterdam haar zorgplicht ten opzichte van mensen in nood ruimhartig moet opvatten. Asielzoekers die wel gebruik kunnen maken van de Generale Pardonregeling moeten zo snel mogelijk integreren in de samenleving. Amsterdam moet zich maximaal inzetten hen te begeleiden naar werk, bijvoorbeeld door het creëren van ervaringsplaatsen en door ondersteuning te bieden bij scholing en schuldhulpverlening. Organisaties die zich inzetten voor de hulp aan vluchtelingen moeten, ongeacht de verblijfsstatus van de vluchteling, structureel worden ondersteund. Er komen steeds meer Europeanen uit landen die nieuw zijn toegetreden tot de Europese Unie
Wat wil GroenLinks: ►► Minder grootschalige opvangvoorzieningen en meer focus op kwaliteit en kleinschalige gedifferentieerde woonvoorzieningen; ►► De inloophuizen voor dak- en thuislozen moeten worden omgevormd tot buurtcentra voor kwetsbare mensen in de wijk; ►► Amsterdam stimuleert en faciliteert cliëntinitiatieven op het gebied van wonen en welzijn; ►► De gemeente dringt de bureaucratie terug door de wijze van verantwoording van de instellingen aan te passen aan die van de AWBZ; ►► Voor notoire buitenslapers komt er een gereguleerde plek met minimaal toezicht waar zij zelf hun slaapvoorzieningen kunnen regelen; ►► Met het Rijk en in de G4 (Utrecht, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam) worden afspraken gemaakt over opvang en zorg aan niet-regiogebonden Amsterdammers; ►► Stadsdelen worden aan hun afspraak gehouden om voldoende opvangvoorzieningen en woonruimte aan te bieden; ►► Zorgtrajecten moeten tijdens detentie zoveel mogelijk doorgaan. De aanwezigheid van medewerkers van DWI in inrichtingen moet worden uitgebreid om mensen meteen na vrijlating weer goed op weg te helpen; ►► Bij stelselmatige daders wordt onderzocht of zij niet beter af zijn in een psychiatrische
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
27
GROENLINKS AMSTERDAM
naar Amsterdam, in de hoop werk en een betere toekomst te vinden. Sommigen slagen daarin, anderen raken verstrikt in de bureaucratie of raken door eigen problemen de weg kwijt. Zij mogen wel in Nederland verblijven maar hebben geen recht op opvang of zorg. GroenLinks vindt dat het nieuwe Europeanen makkelijker gemaakt moet worden om in Amsterdam hun weg te vinden naar werk en huisvesting. Mensen die op straat belanden moeten worden opgevangen en begeleid naar de arbeidsmarkt. Als zij dat willen, moet er voor hen begeleide terugkeer worden geregeld.
niet helpt om het beste uit zichzelf te halen. We willen onderwijs dat voor iedereen, ongeacht herkomst, sekse of sociale achtergrond, optimale kansen biedt zich breed en maximaal te ontplooien. Voorschoolse educatie en kwalitatief hoogwaardige kinderopvang moeten kinderen een goede start geven. Tijdige signalering van gedrags- en leerproblemen kan voorkomen dat leerlingen onnodig achterop raken, spijbelen of geheel uitvallen en voortijdig de school verlaten. We willen dat alles op alles wordt gezet om te voorkomen dat jonge mensen in een spiraal van kansenarmoede terechtkomen. Of mensen de kans krijgen om mee te doen wordt al vroeg bepaald: in het onderwijs. GroenLinks ziet de school als de plek waar veel meer kan worden geleerd dan alleen taal en rekenen. Het leren samenleven en het aanleren van sociale vaardigheden zijn net zo belangrijk als foutloos schrijven en goed optellen. Een kind dat niet heeft leren omgaan met mensen die andere waarden aanhangen kan in Amsterdam geen bestaan opbouwen. De school moet daar dan wel voor zijn uitgerust. We kunnen ook zorg en vrijetijdsbesteding bij de school onderbrengen. Dat gebeurt onder de noemer ‘brede school’. Zo’n school is de spil in een wijk en verzamelt het buurtwerk, de sportclub, de oudernetwerken, het maatschappelijk werk en de wijkagent onder één dak. Er wordt niet alleen onderwijs gegeven, er is ook kinderopvang en er vinden allerlei naschoolse activiteiten voor jongeren en ouders plaats. Het onderwijs werkt hierbij samen met welzijns- en zorginstellingen. Steeds vaker ook met culturele- en sportverenigingen. De brede school kan zo uitgroeien tot een kindercentrum waar onderwijs, ondersteuning en vrije tijd samenkomen en waar de basisbehoeften van jeugdigen en hun opvoeders centraal staan. De gemeente kan dit stimuleren door samenwerking en afstemming van allerlei instellingen te bevorderen en door schoolgebouwen hiervoor geschikt te maken (nieuwbouw/renovatie/vrijkomende schoollokalen). GroenLinks pleit daarnaast voor de ‘virtuele brede school’, want voor de fysieke brede school is in een dichtbebouwde stad niet overal bouwgrond te vinden. De virtuele brede school brengt, net zoals de fysieke brede school, de buurt bij elkaar. Niet onder een dak, maar wel met een goede samenwerking tussen de verschillende maatschappelijke organisaties in de buurt. Ook VMBO’s hebben baat bij een stevig netwerk met omliggende diensten. Idealiter is een school een kleine, gemengde gemeenschap van kinderen met verschillende achtergronden. Amsterdam in het klein. Tegelijk is de vrijheid van schoolkeuze een groot goed. Ouders hebben het recht zelf te beslissen welke school en welke on-
Wat wil GroenLinks: ►► Amsterdam pleit bij de rijksoverheid voor een goede opvangregeling voor mensen die legaal op straat leven, tot die tijd moet Amsterdam zelf opvang verzorgen; ►► Reguliere instellingen voor dak- en thuislozen en de vrouwenopvang moeten papierlozen in nood kunnen opvangen; ►► Amsterdam gaat personen die een reguliere verblijfsvergunning hebben gekregen ondersteuning bieden bij het zoeken naar huisvesting, inkomen, et cetera; ►► Amsterdam opent een loket “Welkom op de Amsterdamse arbeidsmarkt” waar nieuwe EU burgers alle informatie kunnen krijgen over werken in Amsterdam en waar begeleiding wordt geboden bij het regelen van de benodigde administratie; ►► Medische zorg en hulpverlening, waaronder de hulpverlening aan slachtoffers van geweld in de privésfeer en seksueel geweld worden toegankelijk voor papierlozen; ►► Zowel papierlozen als professionals en instellingen worden actief geïnformeerd over de rechten van en regelingen voor ongedocumenteerden.
12. Scholen in een wereldstad Onderwijs legt de fundamenten voor onze toekomst. Daarom is het belangrijk dat onderwijs álle kinderen stimuleert om zich te ontwikkelen tot sociale, verantwoordelijke en zelfredzame burgers. Ons onderwijs moet jongeren, zeker uit een omgeving waar armoede en achterstelling heersen, kansen geven op vooruitgang. Juist deze jongeren raken nu verloren in een onderwijssysteem dat hen niet uitdaagt en GROENLINKS AMSTERDAM
28
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
van de buurt; ►► Ouderinitiatieven, zoals ‘samen naar school’, waarin ouders van verschillende achtergronden met elkaar hun kinderen naar school sturen worden zo nodig ondersteund vanuit de gemeente; ►► De bestaande expertise van het speciaal onderwijs wordt gehandhaafd. De gemeente ziet er op toe dat er voldoende diversiteit aan speciale scholen blijft bestaan, ook bij verdere invoering van het concept ‘passend onderwijs’.
derwijsmethode zij het beste vinden passen bij hun kind. De vrijheid van schoolkeuze, gekoppeld aan de demografische ontwikkelingen in Amsterdam, betekent dat het verschijnsel van witte en zwarte scholen in Amsterdam niet zal verdwijnen. Juist omdat dit zo is, heeft het volgens GroenLinks weinig zin alle beleidsinspanningen te richten op het tegengaan van witte en zwarte scholen. Het is volgens GroenLinks beter, effectiever en realistischer te werken aan kwaliteitsverbetering op die scholen die het hardst worden geconfronteerd met de problemen van de grote stad. De voorschool, een initiatief van GroenLinks, werpt zijn vruchten af. Peuters en kleuters die thuis geen Nederlands spreken krijgen extra begeleiding, zodat ze voorbereid naar de basisschool kunnen. Door de manier van financiering worden peuters en kleuters op gemengde scholen niet altijd geholpen en lopen we het risico dat we allochtone kinderen alleen goed kunnen helpen op een zwarte school. Dat zou segregatie in de hand werken. De voorschool is voor ieder kind goed. Extra geld is geboden. Financiering op basis van echte achterstanden kan daarbij helpen.
13. Het voortgezet onderwijs Het VMBO staat in een slecht daglicht, maar toch gaat 60% van de jongeren daar dagelijks naar school. Zij brengen hun talenten en problemen de school binnen. Als ze thuis geen steun krijgen, moeten ze dat op school opvangen. De (virtuele) brede school houdt wat GroenLinks betreft niet op bij het basisonderwijs. Bovendien is er een tekort aan praktijkscholen, VMBO’s waar leerwegondersteunend onderwijs wordt geven. Bij de overgang van VMBO naar MBO haken te veel jongeren af. Maar met alleen VMBO liggen de banen niet voor het oprapen. Er zijn veel redenen voor uitval van leerlingen en dat vraagt om intensieve, individuele begeleiding. Een uitgevallen leerling kan op latere leeftijd opnieuw naar school. De oude moedermavo is van kleur en leeftijd verschoten. Het tweedekansonderwijs wordt bevolkt door jongvolwassen uit alle nationaliteiten. Zij hebben vaak al een baan en misschien al een gezin. Daar moet tweedekansonderwijs rekening mee houden. Leerlingen in het MBO hebben moeite met het vinden van een stageplaats. Werkgevers vinden het teveel gedoe, maar er zijn ook veel signalen dat allochtone leerlingen worden geweerd. De obstakels om een stagiaire aan te nemen moeten worden opgelost en werkgevers die discrimineren worden aangepakt. Veel jongeren (30% in 2008) vallen uit in de overgang vmbo-mbo of tijdens de eerste jaren van het MBO. GroenLinks vindt dat álle leerlingen die ongeoorloofd afwezig zijn op het MBO actief benaderd en begeleid worden vanuit het principe “Of school of werk, andere smaken bestaan niet” (100% actie). Daarnaast is GroenLinks voorstander van een verlengd VMBO: een aaneengesloten opleiding van VMBO en (de eerste jaren van) MBO op een locatie, zodat de stap van VMBO naar MBO minder groot wordt en de kans op uitval kleiner.
Wat wil GroenLinks: ►► Sociale vaardigheden, waaronder weerbaarheid en relatievorming, worden onderdeel van het Amsterdamse curriculum voor basis- en voortgezet onderwijs. Amsterdam organiseert aanvullende scholing om hun leerlingen die sociale vaardigheden bij te brengen; ►► Iedere school voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs wordt een brede school. Als dat niet in het gebouw kan, dan vormt de school in de omgeving een ‘virtuele brede school’; ►► Vrijwillige mentoren voor kinderen die de overstap maken van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs worden stadsbreed ingezet; ►► Aanvullende gemeentelijke fondsen voor het onderwijs zijn gericht op kwaliteitsverbetering, het bestrijden van onderwijsachterstanden en steun voor onderwijzend personeel in verband met grootstedelijke problematiek; ►► Goed onderwijs is het leidende principe, niet de etnische samenstelling van een school. ►► De voorschool wordt uitgebreid en is toegankelijk voor alle kinderen; ►► De centrale stad en stadsdelen overleggen op basis van vrijwilligheid met ouders en scholen, daar waar de segregatie geen afspiegeling is van de bevolkingsamenstelling
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
29
GROENLINKS AMSTERDAM
Wat wil GroenLinks:
Wat wil GroenLinks:
►► Leerlingen worden gestimuleerd hun opleiding af te maken door het onderwijs goed te laten aansluiten bij hun belangstelling en competenties, schoollocaties met een menselijke maat en individuele begeleiding binnen de virtuele brede school; ►► Het midden- en kleinbedrijf krijgen praktische ondersteuning bij de begeleiding van stagiaires; ►► Het aanbod van tweedekansonderwijs voor jong volwassenen wordt verruimd en lessen worden ook in de avond aangeboden; ►► Amsterdam zorgt ervoor, in samenwerking met de G4, onderwijsinstellingen en rijksoverheid, dat er in Amsterdam in de komende vier jaar minimaal vier experimenten starten met 100% acties op MBO-scholen.
►► Bij herprofilering van de straten wordt een aantal parkeerplaatsen opgeheven ten behoeve van bredere stoepen om de ‘speelbaarheid’ en de veiligheid van de straat te vergroten; ►► Nieuw aan te leggen speeltuinen, schoolpleinen en buitenruimtes van kinderdagverblijven worden groener en natter en worden in samenspraak met de buurt en vooral de kinderen ingericht. We leggen meer fantasie aan de dag en vermijden ‘catalogus-speelplaatsen’; ►► We betrekken jongeren bij het opstellen van jeugdbeleid en bij zaken waar zij belang bij hebben, zoals bijvoorbeeld het gebruik van de openbare ruimte; ►► De verkeersveiligheid rondom scholen wordt verhoogd door middel van het weren van auto’s, door het instellen van parkeer- en stopverboden tijdens schooluren; ►► Stadsdelen maken afspraken met de schoolbesturen van alle basisscholen om het fietsexamen onderdeel te laten zijn van het curriculum.
14. Spelen in de stad Buiten spelen is voor kinderen belangrijk. Spelen prikkelt de fantasie, het is goed voor het opdoen van sociale vaardigheden, het komt de motoriek ten goede, het bevordert de integratie, en spelen in de buitenlucht is goed voor de gezondheid. Buiten spelen helpt een kind om later beter de weg te vinden in de maatschappij. In de compacte stad Amsterdam is ruimte schaars. Kiezen voor gezonde kinderen betekent ook ruimte scheppen voor kinderen in de gebouwde omgeving. Ruimte creëren kan door parkeerplaatsen op straat op te heffen en stoepen breder te maken, zodat elk kind direct buiten de deur op straat kan spelen. Een groene speelomgeving biedt de kinderen meer variatie, uitdaging en avontuur. Deze speelomgeving is multifunctioneel en kinderen kunnen zelf speelsituaties bepalen en veranderen. Ondanks het feit dat Amsterdam een echte fietsstad is, worden teveel kinderen nog steeds met de auto naar school gebracht. Gemakzucht is een reden, maar ook de verkeersonveilige situaties naar en vooral bij school, veroorzaakt door alle kort stilstaande auto’s van ouders die hun kinderen afzetten, zijn daar de oorzaak van. Hierdoor kiezen steeds meer ouders er voor om hun kind ook met de auto naar school te brengen, wat de situatie alleen maar nog gevaarlijker maakt.
GROENLINKS AMSTERDAM
15. Opgroeien in de stad De gemeente heeft een belangrijke verantwoordelijkheid voor haar jongeren. Niet alleen voor de jongeren met wie het mis dreigt te gaan, maar voor alle Amsterdamse jongeren. GroenLinks vindt het belangrijk dat het aanbod voor jongeren zich niet alleen richt op ‘probleemjongeren’. Gewoon voetballen op het pleintje, kletsen met leeftijdgenoten en huiswerk maken zijn basiszaken, die horen bij het leven van jongeren. Een plek om dit te kunnen doen en waar nodig enige begeleiding bij activiteiten, kan al een heleboel schelen in de levens van jongeren. Daar is geen “traject” of ‘zorgaanbod’ voor nodig. GroenLinks wil dat er over de hele stad een basispakket jongerenwerk komt met alledaagse activiteiten voor alle jongeren, bestaande uit sport, huiswerkbegeleiding, jongerenwerk, kunst en cultuur. Voor de jongeren die extra aandacht nodig hebben, vindt GroenLinks dat er boven op het basispakket een pluspakket moet komen. Dit betekent de inzet van mentoren, extra aanbod huiswerkbegeleiding en als het nodig is intensievere begeleiding in de vorm van een (gezins)coach. Deze kan de jongeren begeleiden en ondersteunen met school, het zoeken naar een bijbaantje en vrije tijdsbesteding. 30
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Om ervoor te zorgen dat alle jongeren die dat nodig hebben, deze extra aandacht en zorg daadwerkelijk krijgen, is het signaleren van behoeften en problemen van groot belang. Ook dit is een taak van het jongerenwerk. Ook de schoolgezondheidszorg speelt een belangrijke rol in deze signalering, maar dan moeten wel alle kinderen regelmatig worden gezien, ook wanneer ze op het voortgezet onderwijs zitten.
moet niet het Regionaal Orgaan Amsterdam, maar de gemeente verantwoordelijk zijn voor de Jeugdzorg in de stad. GroenLinks maakt zich zorgen over de tendens dat kinderen eerder uit huis geplaatst lijken te worden, omdat gezinsvoogden zich onvoldoende gesteund voelen in de moeilijke afwegingen die zij maken. Deze betrokken professionals verdienen het niet om met wantrouwen te worden behandeld. Zij verdienen het om voldoende tijd en aandacht te kunnen besteden aan de kinderen die zij onder hun hoede hebben.
Wat wil GroenLinks: ►► Meer investeren in talentontwikkeling voor jongeren. De stad gaat op zoek naar plekken waar jongeren op eigen wijze en in eigen organisatie hun talenten kunnen ontdekken; ►► De gemeente ontwikkelt een basispakket en een pluspakket jongerenwerk, dat in heel Amsterdam beschikbaar is; ►► De Ouder-Kind Centra zorgen ervoor dat alle kinderen en jongeren regelmatig door de schoolgezondheidszorg worden gezien, ook in het voortgezet onderwijs.
Wat wil GroenLinks: ►► De wachtlijsten in de Jeugdzorg worden weggewerkt; ►► Opvoedingsondersteuning voor ouders die het niet helemaal alleen af kunnen, wordt over de hele stad aangeboden, waarbij personeel wordt ingezet met een verschillende culturele achtergrond;. ►► De Ouder-Kind Centra coördineren een netwerk voor jeugd en gezinnen waarbinnen de hulpverlening aan alle gezinnen wordt afgestemd. Ook de – eventueel gedwongen -hulpverlening aan ‘risico-gezinnen’. Dit netwerk vervangt alle bestaande netwerken; ►► De gemeente is verantwoordelijk voor de Jeugdzorg in Amsterdam.
16. Opvoeden in de stad De eerste verantwoordelijkheid voor het opvoeden van kinderen ligt bij de ouders. Ouders hebben de vrijheid om dat naar eigen inzicht te doen, mits zij het welzijn en de gezondheid van hun kinderen niet schaden. Verreweg de meeste ouders zijn hiertoe ook prima in staat, maar soms hebben ze hierbij enige ondersteuning nodig. GroenLinks is ervan overtuigd dat het actief volgen van de ontwikkeling van alle kinderen en jongeren vanuit de OuderKind Centra en het tijdig aanbieden van opvoedingsondersteuning vaak ingrijpender maatregelen kan voorkomen. Vrijwillige hulpverlening op maat, die aansluit bij de wensen en de mogelijkheden van kinderen, ouders en hun eigen netwerk is in de meeste gevallen te verkiezen boven gedwongen hulp. Wanneer kinderen desondanks in de knel dreigen te komen en gedwongen hulp of maatregelen nodig zijn, moet dit gebeuren met respect voor de waarden en de privacy van het gezin. Zonder wachtlijsten en onnodige bureaucratie. Kinderen mogen niet de dupe worden van de bureaucratische regelingen en financiering van de bureaus voor Jeugdzorg en het gebrek aan afstemming tussen verschillende netwerken en verschillende hulpverleners in hetzelfde gezin. GroenLinks wil één netwerk voor Jeugd en Gezin, gecoördineerd vanuit de Ouder-Kind Centra. Daarbij VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
31
GROENLINKS AMSTERDAM
Hoofdstuk 3
de Wereldstad Inleiding Voor GroenLinks zijn openheid en tolerantie wezenlijke kernmerken van Amsterdam, die de stad zijn internationale karakter geven en van vitaal belang zijn voor de toekomst van de stad. Amsterdam is een wereldstad die openstaat voor iedereen. Iedere Amsterdammer heeft zijn eigen achtergrond van waaruit hij/zij de stedelijke samenleving mede vorm geeft. GroenLinks meent dat mensen zoveel mogelijk vrij gelaten moeten worden om dat op hun eigen manier te doen. Uitgangspunt van het beleid op het gebied van veiligheid, diversiteit en openbare orde is niet dat de ‘fatsoenlijke’ burger beschermd moet worden tegen de anderen; fatsoen betekent juist dat mensen de ruimte hebben om anders te zijn, met respect behandeld en niet gediscrimineerd. Bij gelijke rechten en kansen hoort ook de plicht om de vrijheid van anderen te respecteren. Iedereen heeft de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. Wij schrijven geen leefstijlen voor. In onze diverse samenleving staat GroenLinks voor een ideaal van moderne gemeenschapszin. Dat betekent dat we ons verantwoordelijk voelen voor onze leefomgeving en dat we ons ervan bewust zijn dat andere mensen er andere leefstijlen op na kunnen houden. Gemeenschapszin betekent de acceptatie van verschil en het besef dat we samenleven met mensen die allemaal verschillende leefstijlen, achtergronden en opvattingen hebben. Dat besef biedt de mogelijkheid voor mensen om zonder vervreemdingen en vrees met elkaar in debat te gaan over onver-
GROENLINKS AMSTERDAM
mijdelijke tegenstellingen. Veiligheid is nodig om met elkaar in vrijheid te kunnen leven. Alle Amsterdammers moeten veilig zijn en zich veilig voelen. Thuis, op hun werk of school, op straat, in het café, waar dan ook. Veiligheid in positieve zin is vertrouwen, sociale cohesie, fatsoenlijk behandeld worden, vriendelijkheid, voorspelbaarheid in de omgang en nog meer. Het veiligheidsbeleid is de laatste jaren stringenter geworden. Dit komt door de toenemende terreurdreiging, maar ook door subjectieve onveiligheidsgevoelens gevoed door de anonimiteit van de grote stad. Het legt de nadruk op het tegengaan van onveiligheid in plaats van het beschermen van vrijheid, vertrouwen en veiligheid. Vergaande controlerende maatregelen als cameratoezicht en preventief fouilleren perken de burgerlijke vrijheden in en tasten de privacy aan. Onder het mom ‘je heb toch niets te verbergen’ moet je je maar zonder aanleiding laten fouilleren in bepaalde gebieden en staan er dag en nacht camera’s op je gericht. GroenLinks is beducht voor deze geleidelijke aantasting van de rechtstaat. Het fundament van de rechtsstaat is dat vrije burgers het geweldsmonopolie hebben afgestaan aan een overheid, in ruil voor de zekerheid dat over hen slechts repressie wordt uitgeoefend op het moment dat er een gerichte verdenking bestaat. We moeten ervoor waken dat repressieve mogelijkheden klakkeloos worden ingezet. Dit kan leiden tot een ‘low trust society’ die het vertrouwen in de samenleving ondermijnt en de on-
32
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
1. Wij zijn allemaal amsterdammers GroenLinks viert de diversiteit in de stad. Wij juichen de multiculturele samenleving toe. Al eeuwen lang is Amsterdam een veilige haven voor reizigers, migranten en gelukzoekers. De kracht van verscheidenheid en het recht om anders te mogen zijn, is voor GroenLinks een belangrijk principe. Tegelijkertijd zijn wij niet naïef en sluiten wij onze ogen niet voor de toenemende tweedeling in Amsterdam, die zich vooral geografisch lijkt te ontwikkelen, namelijk binnen de ring A10 en daarbuiten. Achterstand, hardnekkige overlast en isolement van mensen brengen spanningen met zich mee en conflicten in de openbare ruimte die GroenLinks grote zorgen baart. Ook de wijze waarop de problemen in het publieke debat worden besproken en benoemd vinden wij zorgelijk. Overlast door Marokkaanse jongeren moeten we benoemen, echter zonder allerlei sociale problemen op te hangen aan etniciteit en/of culturele achtergrond. Dit werkt stigmatisering en een verdergaande tweedeling in de hand. Het is tijd dit achterhaalde ‘cultuurdebat’ achter ons te laten en de echte problemen van mensen aan te pakken. In een stad met zoveel verscheidenheid is het erkennen en respecteren van verschillen een voorwaarde voor een prettige samenleving. Discriminatie en vooroordelen kunnen worden tegengegaan door elkaar te leren kennen. Anti-discriminatiebureaus en rechtswinkels hebben een belangrijke rol in het signaleren van discriminatie en in het informeren en bijstaan van mensen die te maken hebben met discriminatie. Mede als gevolg van discriminatie is de werkloosheid onder allochtonen een stuk hoger dan onder autochtonen. Het is van groot belang dat we de arbeidsparticipatie onder deze groepen verhogen. We hebben iedereen nodig, zeker als straks de crisis voorbij is en we geconfronteerd worden met de gevolgen van de vergrijzing. En hoe zit het met lesbische vrouwen en homoseksuele mannen? Waar Amsterdam bekend staat om zijn tolerantie tegenover deze groepen, zie je dat dit de laatste jaren aan het afbrokkelen is. GroenLinks vindt dat Amsterdam haar status als homohoofdstad terug moet krijgen. Laat het stadsbestuur de Gay Games weer naar de stad halen! De gemeente moet actief werken aan bewustwording met betrekking tot homoseksualiteit en daarnaast activiteiten (laten) organiseren waarmee Amsterdam deze status kan herbevestigen. Projecten in het onderwijs en onder specifieke bevolkingsgroepen blijven helaas noodzakelijk en moeten daarom worden onder-
veiligheidsgevoelens vergroot. GroenLinks kiest voor een preventief veiligheidsbeleid, gebaseerd op een ‘high trust society’, dat gericht is op contact tussen mensen en het creëren van een ontspannen, veilige leefomgeving, waar ruimte is voor de vrijheid van iedereen. Bij Amsterdam als open, tolerante en levendige stad hoort voor GroenLinks niet in de laatste plaats een vrijzinnig en ruimhartig beleid wat betreft seks, drugs en kunst. De levendige kunstscene is goed voor de sfeer en voor de economie. Het maakt de stad aantrekkelijk voor jong talent, toeristen en de Amsterdammer zelf. Verruimde openingstijden in de horeca stellen ondernemers in staat te anticiperen op lekker weer en festivals, autoluwe straten bieden ruimte voor terrassen waar de klanten staand hun biertje kunnen nuttigen. Verder meent GroenLinks dat iedereen vrij moet zijn om het genots- of roesmiddel van zijn of haar keuze te gebruiken. Beleid moet niet gericht zijn op repressie, maar op voorlichting. De Wallen horen bij Amsterdam. Een goed georganiseerde en gezonde legale seksindustrie is het beste instrument om dwang en uitbuiting te voorkomen en de ontwikkeling van een illegaal circuit tegen te gaan.
VerkiezinGsproGramma 2010-2014
33
Groenlinks amsterdam
steund. Een schone taak voor de wethouder die verantwoordelijk is voor diversiteit.
veiliger. De openbare ruimte is van iedereen. Dit vraagt van alle gebruikers dat zij ruimte laten voor anderen. Mensen zonder dagbesteding of met zorg en verslavingsproblematiek kunnen deze ruimte soms overbelasten. Dat betekent niet dat elke dakloze die afwijkend gedrag vertoont overlast veroorzaakt. Ook zij hebben recht op een plek in de openbare ruimte. Buurtregisseurs zijn de spil van het lokale veiligheidsbeleid. Zij zijn als geen ander op de hoogte van wat er speelt, kunnen snel optreden en problemen voorkomen. Het is daarbij van belang dat het politiecorps een afspiegeling is van de bewoners van de stad. Goed ontwerp en inrichting van buurten en de openbare ruimte zijn van groot belang bij het creëren van een veilige leefomgeving. Een goed verlichte steeg of tunnel heeft meer effect dan het ophangen van een paar camera’s. Er moet voldoende aandacht zijn voor de slachtoffers van geweld en criminaliteit. Personen die slachtoffer zijn geworden van geweld of ondernemers die een overval hebben meegemaakt, moeten beter worden opgevangen en begeleid.
Wat wil GroenLinks: ►► Het diversiteitsbeleid valt onder de verantwoordelijkheid van de coördinerend wethouder. Hij of zij draagt actief uit dat intolerantie niet wordt geaccepteerd en neemt deel aan de dialoog hierover met bijvoorbeeld sportverenigingen, kerken, moskeeën, migrantenorganisaties en homobelangenverenigingen; ►► Het beginsel van integraal diversiteitsbeleid (mainstreaming) wordt onderdeel van álle beleid: divers waar het kan, specifiek waar nodig (om problemen van een groep inwoners aan te pakken). De coördinerend wethouder spreekt zijn collega’s hier op aan; ►► Het deurbeleid van horecaondernemers moet helder zijn. De gemeente maakt hierover afspraken met de horeca. Racistisch toelatingsbeleid wordt keihard aangepakt. Waar dat niet helpt moet de gemeente in het uiterste geval overgaan tot (gedeeltelijke of tijdelijke) intrekking van de horecavergunning; ►► Alle ambtenaren van de burgerlijke stand zijn bereid om een huwelijk van partners van gelijk geslacht te voltrekken; ►► De gemeente zet zich actief in om weer homohoofdstad te worden; ►► De gemeente ondersteunt projecten om de maatschappelijke acceptatie van homoseksualiteit te vergroten, bijvoorbeeld via voorlichtingsactiviteiten op scholen.
Wat wil GroenLinks: ►► Veiligheid vraagt om een buurtgerichte aanpak. De gemeente en stadsdelen werken met bewoners en ondernemers aan de sociale veiligheid; ►► De buurtregisseur krijgt een meer centrale en adviserende positie in het politieapparaat en in de buurt; ►► De aangiftebereidheid wordt verder gestimuleerd en er wordt geld beschikbaar gesteld voor het sneller afhandelen van aangiftes; ►► Er komt meer aandacht voor de opvang en begeleiding van slachtoffers van geweld en criminaliteit; ►► Bij het ontwerp en de inrichting van de openbare ruimte wordt aandacht besteed aan de sociale veiligheid; ►► Met een diversiteitsplan wordt gezorgd dat het politiecorps een afspiegeling is van de bevolkingssamenstelling.
2. Een veilige leefomgeving Amsterdam is van alle Amsterdammers. Iedereen moet de vrijheid hebben zichzelf te zijn, zonder dat de vrijheid van de een, de vrijheid van de ander inperkt. Een veilige openbare ruimte is cruciaal voor een prettig leef- en ondernemersklimaat. GroenLinks wil geweld en criminaliteit in een samenwerkingsverband van bewoners, ondernemers en politie aangepakken. Dat kan door participatie bij het opstellen van lokale veiligheidsplannen en het ondersteunen van particuliere initiatieven. Het betrekken van burgers en het honoreren van hun plannen verhoogt de effectiviteit van maatregelen en het subjectieve veiligheidsgevoel. Met meer grip op problemen in de buurt voelen bewoners zich GROENLINKS AMSTERDAM
3. Geweld in de privésfeer Door alle nadruk op veiligheid op straat wordt wel eens vergeten dat geweld in de privésfeer – huiselijk geweld, seksueel geweld, pesten en intimidatie – 34
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
het grootste veiligheidsprobleem is in de stad. Dit geweld maakt de meeste slachtoffers en moet daarom met prioriteit worden aangepakt. Huiselijk geweld is een verhullend begrip. Niet alleen omdat het zich in de privésfeer zou afspelen of omdat het verdoezelt dat het over het algemeen om geweld tegen vrouwen gaat, maar ook omdat het feitelijk om verschillende vormen van geweld gaat. Het gaat onder meer over partnermishandeling, stalking van ex-partners, kindermishandeling, ouder- en ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld, seksueel misbruik en het aanzetten tot (jeugd)prostitutie. Deze verschillende vormen van geweld hebben verschillende achtergronden en vereisen ook een eigen aanpak. Deze verschillende soorten huiselijk geweld hebben ook iets met elkaar gemeen, want ze vinden hun oorzaak in ongelijke machtsverhoudingen. Vaak zijn deze machtsverschillen gender-gerelateerd en kenmerkend voor patriarchale culturen waarin het normaal wordt gevonden dat mannen vrouwen controleren en domineren. Dat geldt niet alleen voor veel niet-westerse culturen, maar ook voor de westerse culturen. Bestrijding van huiselijk en seksueel geweld gaat dus ook over het aanpakken van patriarchale denkbeelden en het verbeteren van de positie van vrouwen. Wanneer vrouwen een eigen inkomen, een zelfstandige verblijfsvergunning, een eigen sociaal netwerk en een positief zelfbeeld hebben, zijn zij minder afhankelijk en beter in staat om stappen te ondernemen of een gewelddadige relatie te beëindigen. Dit vraagt om vrouwen- en mannenemancipatie, om op den duur te komen tot gelijkwaardiger relaties, waarin geweld niet normaal is. Geweld in de privé-sfeer is een misdrijf en moet dus ook een prioriteit blijven voor politie en justitie. Het huisverbod is een goed preventief middel dat zorgt voor een time-out voor de slachtoffers en ruimte biedt voor hulpverlening. Slachtoffers, plegers en omstanders moeten voor meldingen, advies en hulp terecht kunnen bij laagdrempelige voorzieningen. Professionals moeten voldoende deskundigheid hebben om de verschillende vormen van geweld te signaleren en op basis hiervan te handelen. Alle Amsterdammers – vrouwen én mannen – moeten de omvang en de onaanvaardbaarheid ervan beter op het netvlies krijgen. Zij moeten de mogelijkheden kennen om geweld te voorkomen en aan te pakken. Daarbij moet er ook aandacht zijn voor groepen die vaak nog buiten beeld blijven, zoals ouderen, gehandicapten en homoseksuelen. Er is efficiënte samenwerking nodig tussen de stad en de stadsdelen, tussen de verschillende voorzieningen en tussen de professionals die bij de aanpak van geweld in de privésfeer zijn betrokken. Voorzieningen VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
voor plegers en slachtoffers moeten voor iedereen toegankelijk zijn, dus ook voor mensen met een onzekere verblijfsstatus. GroenLinks heeft zich in de afgelopen bestuursperiode, zowel in de centrale stad als in de stadsdelen, sterk gemaakt voor de aanpak van huiselijk geweld. Er is inmiddels het nodige in gang gezet en bereikt, zoals de advies- en steunpunten, betere ketensamenwerking, casuïstiek-overleggen en het meldpunt eergeweld. Maar het kan en moet nog beter.
Wat wil GroenLinks: ►► In ieder stadsdeel komt een advies- en steunpunt ‘Huiselijk Geweld’ waar bewoners terecht kunnen voor laagdrempelige hulp en advies. Het zorgt voor voorlichting en speelt een centrale rol in het opbouwen en onderhouden van een netwerk van relevante organisaties en hulpverleners in het stadsdeel; ►► Een stedelijk expertisecentrum ‘Geweld in de privésfeer’, dat functioneert als centraal telefonisch meldpunt (7x24 uur). Daarnaast zal het zorg coördineren en tevens plaats bieden aan het training- en voorlichtingscentrum huiselijk geweld, het stedelijk team huisverbod en het meldpunt eergeweld. Het expertisecentrum ontwikkelt, bundelt en verspreidt deskundigheid rond specifieke problemen en doelgroepen, zoals seksueel geweld, jeugdprostitutie, ouderenmishandeling en misbruik van gehandicapten; ►► Een duidelijke taakverdeling tussen centrale stad en stadsdelen, waarbij de stadsdelen onder meer verantwoordelijk zijn voor het aansturen van de uitvoering van de taken van de lokale advies- en meldpunten ‘Huiselijk Geweld’. De centrale stad is verantwoordelijk voor het stedelijk expertisecentrum en de vrouwenopvang; ►► Een integrale financiering voor de hulpverlening aan slachtoffers van huiselijk en seksueel geweld, of deze nu in de opvang zitten of niet. Ontbreken van financiering of schotten tussen financieringsstromen mogen geen belemmering zijn voor adequate hulp. Hulpverlening aan kinderen die met hun moeder of vader in de opvang zitten moet worden gefinancierd; ►► Professionals ontvangen een training om huiselijk geweld te signaleren en hun han-
35
GROENLINKS AMSTERDAM
delingsmogelijkheden te vergroten (inclusief aandacht voor privacy aspecten). Denk aan huisartsen, verloskundigen, medewerkers van Ouder-Kind Centra, medewerkers DWI, mensen die huisbezoeken afleggen, leraren in het basis- en voortgezet onderwijs, docenten inburgering, medewerkers kinderdagverblijven, buurthuiswerkers en sociale hulpverleners. Samenwerking en collegiaal overleg wordt bevorderd. We willen een cultuur waarin het normaal is om te melden. Een gezamenlijk vastgestelde meldcode kan nuttig zijn; ►► Amsterdam zet zich in voor een landelijke regeling waarbij slachtoffers van huiselijk geweld na de uithuisplaatsing van de pleger gratis rechtsbijstand krijgen. In afwachting van een dergelijke regeling organiseert Amsterdam zelf dat achterblijvers bij een uithuisplaatsing direct gratis juridisch advies krijgen.
begint veiligheid met het oplossen van andere problemen. Door gezinnen opvoedhulp en schuldsanering te verlenen, werklozen kans op werk te bieden, ervoor te zorgen dat jongeren de school niet verlaten zonder diploma en het tegengaan van discriminatie. Als jongeren echt over de schreef gaan, is repressie nodig. Een snelle en effectieve ‘lik-op-stuk’ aanpak met halt- of taakstraffen kan voorkomen dat een jongere afglijdt naar zwaardere criminaliteit. Ook bij ernstigere vergrijpen kiest GroenLinks voor een dadergerichte aanpak, waarbij de overheid een veelpleger in de kraag vat, niet meer loslaat en met drang en dwang zich tot een maximum inspant iemand weer op het goede pad te krijgen. Cruciaal voor repressieve maatregelen is een betere samenwerking tussen justitie, jeugdzorg, reclassering en gemeente. Maatregelen moeten snel en effectief zijn en afgestemd op de persoon in kwestie. Een straf moet het begin zijn van de weg naar scholing en/of werk.
Wat wil GroenLinks: ►► De aanpak van jeugdcriminaliteit vraagt om maatwerk bij opvang en begeleiding. Daarnaast willen we een nauwe samenwerking tussen de verschillende betrokken diensten.
4. Jongeren Onze samenleving is steeds meer geneigd om jongeren die op straat ‘hangen’ als een probleem te zien. GroenLinks beschouwt flaneergedrag van jongeren op straat als een normaal verschijnsel dat te maken heeft met hun behoefte om elkaar te ontmoeten. Jongeren horen die gelegenheid ook te hebben; de publieke ruimte is er immers voor iedereen. Soms gaat het hanggedrag echter gepaard met ernstige overlast voor de omgeving en onwettig gedrag. Dan is ruimte bieden niet langer gepast en vinden wij ingrijpen nodig. Niet alleen om de veiligheid in de wijk te verbeteren, maar ook om jongeren te leren hoe ze zich in de publieke ruimte moeten gedragen. Zo kan mogelijk verder afglijden in criminaliteit worden voorkomen. Jongeren weten zelf het beste wat er leeft onder jongeren. Daarom moet de gemeente meer van hun deskundigheid gebruikmaken. Jongeren kunnen worden uitgedaagd zich in te zetten voor de samenleving, de eigen buurt of projecten waar zijzelf baat bij hebben. We willen hen meer verantwoordelijkheid geven. Participatie kan zo een antwoord zijn op de klacht van jongeren ‘dat er niets te doen is’ en dat ze zich vervelen. Participatie vergroot ook de vrijheden van jongeren. Overlast en criminaliteit zijn vaak geconcentreerd in probleemwijken en probleemgezinnen. Onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ GROENLINKS AMSTERDAM
5. Cameratoezicht en controles Bij het tegengaan van overlast en geweld bestaat tegenwoordig de neiging om steeds naar nieuwe, steeds verdergaande (technische) middelen te grijpen. GroenLinks vindt dit een zorgwekkende ontwikkeling en is van mening dat met goede handhaving en de inzet van bestaande, bewezen effectieve instrumenten de gemeente voldoende middelen in handen heeft om overlast en geweld te bestijden. Cameratoezicht, gebiedsontzeggingen en samenscholingsverboden moeten daarom slechts onder strikte voorwaarden worden toegepast en voortdurend worden getoetst op noodzaak, effectiviteit en rechtsbescherming. Het zijn laatste redmiddelen als alle andere instrumenten falen. Maatregelen waarvan de effectiviteit discutabel is en die de privacy van burgers teveel onnodig aantasten, zoals preventief fouilleren, gezichtscanners en mosquito’s worden niet ingezet in Amsterdam. Camera’s in uitgaansgebieden kunnen voor de politie een ‘extra oog’ op straat zijn. In gevallen van ernstige overlast of geweld kan cameratoezicht daarom als ultiem middel worden ingezet, onder voor36
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
waarde dat de inzet voor een bepaalde termijn is en onderdeel van een groter pakket aan preventieve maatregelen. Daarnaast wordt de effectiviteit gemeten en geëvalueerd. Camera’s moeten ook weer verdwijnen als de overlast is afgenomen of als ze geen meetbaar resultaat hebben opgeleverd. Of het nu de burgemeester of de minister van binnenlandse zaken wordt die de politie aanstuurt, de raad staat momenteel buiten spel. Democratische controle op het politiebeleid is dus niet mogelijk. GroenLinks wil het beleid over openbare orde en de controle op de uitvoering wettelijk in handen leggen van de raad. Landelijk moet de gemeentewet hierop aangepast worden. Plaatselijk moeten vooruitlopend hierop afspraken worden gemaakt tussen de korpsbeheerder, de gemeenteraad en de stadsdeelraden.
incidenten snel worden gemeld en kan er effectief worden opgetreden. Daarnaast kan de verruiming van openingstijden bijdragen aan een afname van uitgangsgeweld, omdat niet iedereen rond dezelfde tijd op straat zal komen te staan.
Wat wil GroenLinks: ►► Bestrijding en vervolging van (dreiging met) geweld tegen homo’s krijgt prioriteit bij de handhaving, de politie en het OM. Preventieprojecten, slachtofferhulp, confrontatie- en leertrajecten voor daders worden uitgebreid; ►► Uitgangsgeweld aanpakken door samenwerking tussen politie en horeca uitbaters; ►► Via zogenaamde hulpposten wil GroenLinks dat de leefbaarheid en de veiligheid binnen het centrum toeneemt. Zowel overdag als ‘s nachts kan deze deels ambulante post dienst doen als uitvalbasis voor hulpverleners (kleine ongelukken), voorlichters (drugs en alcohol), stadswachten en zelfs politie.
Wat wil GroenLinks: ►► Preventief fouilleren wordt afgeschaft; ►► Cameratoezicht, gebiedsontzeggingen, samenscholingsverboden en noodverordeningen worden slechts onder strikte voorwaarden toegepast en voortdurend getoetst op noodzaak, effectiviteit en rechtsbescherming; ►► Camera’s worden verwijderd als het probleem is opgelost of als er geen meetbare resultaten zijn; ►► Grootschalige controles kunnen alleen worden ingezet als ze volledig a-selectief worden uitgevoerd; ►► Amsterdam pleit met de vier grote steden bij het Rijk om de bevoegdheid tot het vaststellen van de kaders van het beleid voor openbare orde en veiligheid bij de gemeenteraad te leggen.
7. Recht op roes GroenLinks gaat ervan uit dat iedereen vrij is om het genots- of roesmiddel van zijn of haar keuze te gebruiken. Het blijft vreemd dat middelen als alcohol en tabak gewoon in de supermarkt te verkrijgen zijn, terwijl anderen, zoals slaapmiddelen, alleen op doktersrecept verkrijgbaar zijn. Weer andere middelen, XTC, zijn verboden. Het beleid ten aanzien van drugs zou zich minder op de illegaliteit van bepaalde middelen en meer op de wijze van gebruik moeten richten. Er moet onderscheid komen tussen recreatief en problematisch gebruik. Immers, de één kan XTC heel gecontroleerd gebruiken, terwijl een ander geen maat kan houden met alcohol. Recreatief gebruik moet minder worden geproblematiseerd en het beleid moet zich richten op goede voorlichting, op school, op feesten, maar ook bij de verkooppunten. De zorg voor mensen die kampen met problematisch gebruik moet worden geïntensiveerd. Het zero-tolerancebeleid dat de laatste jaren wordt gevoerd ten aanzien van het gebruik van drugs op dancefeesten is onwenselijk en de grootscheepse intimiderende politiecontroles leiden tot een grimmige sfeer in plaats van een feestgevoel. GroenLinks vindt dat we moeten uitgaan van de realiteit dat op (dans)feesten drugs worden gebruikt. Daarom moet de nadruk liggen op goede voorlich-
6. Veilig stappen Uitgaansgeweld tegen specifieke groepen en tussen groepen is onacceptabel in een stad die tolerantie en vrijzinnigheid hoog in het vaandel heeft. De aanpak van geweld tegen homoseksuelen heeft daarom prioriteit in Amsterdam. Maar teveel machtsvertoon roept alleen nog meer agressie op. ME-bussen op uitgaanspleinen ademen niet bepaald een sfeer van verdraagzaamheid uit. GroenLinks wil daarom de pleinen teruggeven aan de gebruikers in de nacht. De politie dient paraat te staan om zo nodig in te grijpen en goede relaties te onderhouden met de uitbaters van uitgaansgelegenheden. Zo kunnen VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
37
GROENLINKS AMSTERDAM
ting over veilig gebruik. Het huidige gedoogbeleid ten aanzien van soft drugs, dat verkoop in coffeeshops toestaat (de voordeur), maar de teelt en de aanvoer (de achterdeur) criminaliseert, leidt tot onvoldoende controle op kwaliteit en inmenging van het criminele circuit. GroenLinks blijft op landelijk niveau pleiten voor de volledige legalisering van cannabis. Zolang dat nog niet is geregeld moet Amsterdam zelf de ‘achterdeur’ reguleren.
pijler zijn in het gemeentelijk prostitutiebeleid. Gelukkig zijn de laatste jaren belangrijke stappen gezet. Het werk van het in 2008 geopende Prostitutie en Gezondheidscentrum P&G 292 richt zich op hulpverlening en professionele begeleiding voor vrouwen en mannen die uit het vak willen stappen; signalering, opvang en bescherming voor slachtoffers van mensenhandel, en empowerment voor vrijwillige prostituees. Zij krijgen in het centrum mogelijkheden geboden om zelfstandiger en weerbaarder in het werk te staan. Nu moet er worden gewerkt aan innovatie en verbetering van de seksindustrie. Vergunningen moeten zoveel mogelijk worden verleend aan maatschappelijk verantwoorde ondernemers. Initiatieven van zelfstandige sekswerkers om gezamenlijk een eigen bedrijf te starten moeten worden ondersteund. De vermindering van het aantal ramen in het Wallengebied mag er niet toe leiden dat prostituees hun werkplek verliezen en verdwijnen in het illegale circuit.
Wat wil GroenLinks: ►► Amsterdam begint een experiment met een gesloten systeem met aangesloten telers en coffeeshops die ecologisch gekweekte wiet telen en verkopen, om zo de problemen van de achterdeur op te lossen. De aangesloten coffeeshops krijgen een keurmerk als zij ook goede voorlichting over soft drugsgebruik geven en de leeftijdsgrens strikt handhaven; ►► Er wordt gestreefd naar het realiseren van een egale spreiding van coffeeshops over de Amsterdamse wijken. In Amsterdam moet de combinatie van café en coffeeshop weer mogelijk worden. Nieuwe coffeeshops kunnen weer een vergunning krijgen; ►► In de speciale gebruikersruimten voor drugsgebruikers wordt verkoop van hard drugs door een, bij de verslavingszorg bekende, dealer gedoogd; ►► Op feesten waar het waarschijnlijk is dat drugs worden gebruikt, komen testfaciliteiten en voorlichting door peer educators terug; ►► Amsterdam gaat verkoop van paddo’s reguleren door middel van gedoogvergunningen.
Wat wil GroenLinks: ►► Binnen het vergunningenbeleid komt ruimte voor innovatieve bedrijven, bijvoorbeeld coöperaties van zelfstandig werkende sekswerkers; ►► De gemeente ondersteunt en faciliteert sekswerkers die zich willen verenigen om zo hun belangen te kunnen behartigen; ►► Het totaal aantal vergunningen voor prostitutiebedrijven blijft ondanks het verminderen van het aantal bedrijven in het Wallengebied gelijk, waardoor er ruimte ontstaat voor nieuwe maatschappelijk verantwoorde bedrijven in andere stadsdelen; ►► De hulpverlening en ondersteuning aan sekswerkers blijft gericht op de drie pijlers: empowerment voor zelfstandige sekswerkers, opvang en bescherming slachtoffers mensenhandel, begeleiding naar een andere carrière voor vrouwen en mannen die met het werk willen stoppen; ►► Amsterdam blijft bij de overheid aandringen op onvoorwaardelijke bescherming en opvang voor slachtoffers van mensenhandel; ►► De goedlopende ketenaanpak en samenwerking tussen politie en hulpverlening bij de aanpak van mensenhandel en de opvang voor slachtoffers wordt in stand gehouden en indien nodig uitgebreid.
8. Sterk en weerbaar in sekswerk GroenLinks is van mening dat een sterke rechtspositie van prostituees de voorwaarde is voor een maatschappelijk aanvaardbare prostitutiebranche. Sekswerkers die niet goed op de hoogte zijn van hun rechten en plichten staan kwetsbaar ten opzichte van kwaadwillende exploitanten en uitbuiters zoals loverboys. Een goed georganiseerde en gezonde legale seksindustrie, waar de rechten van sekswerkers gewaarborgd zijn, is het beste instrument om dwang en uitbuiting te voorkomen en de ontwikkeling van een illegaal circuit tegen te gaan. De positieverbetering van sekswerkers moet dan ook de belangrijkste GROENLINKS AMSTERDAM
38
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
9. Horeca
10. Verscheidenheid als kwaliteit: Kunst en Cultuur in Amsterdam
GroenLinks is voor een verruiming van de openingstijden. Dit stelt horecaondernemers in staat te anticiperen op lekker weer, festivals en de wensen van het publiek dat zij bedienen. Ook voorkomt het dat het uitgaanspubliek gelijktijdig op straat belandt en het helpt overlast te voorkomen. Stadsdelen zijn veel beter dan de centrale stad in staat om de belangen van ondernemers, horecabezoekers en bewoners tegen elkaar af te wegen. Zij worden dan ook bevoegd openingstijden te verruimen. GroenLinks is in verband met de klimaatverandering tegen verwarming van de buitenlucht, dus tegenstander van terrasverwarming
Amsterdam is de culturele hoofdstad van Nederland. Een vrijzinnig Amsterdam kenmerkt zich door een levendige kunstscene. Dat is niet alleen prettig voor de bewoners, het is ook goed voor de economie. Kunst maakt de stad aantrekkelijk voor jong talent, toeristen en de Amsterdammer zelf. Kunst staat nooit op zichzelf en heeft een inherente maatschappelijke waarde. De relatie tussen kunst en de samenleving is daarmee vanzelfsprekend. Daar waar kunstvormen overheidssteun nodig hebben, is het aan experts uit het veld en democratisch gekozen vertegenwoordigers om de financiering van kunst(en) af te wegen. De raad stelt kaders en controleert op bedrijfsvoering, de experts adviseren over de artistiek inhoudelijke vraagstukken. Het debat over de kunsten moet publiek worden gevoerd. De keuzes om publiek geld toe te kennen aan instellingen dient ook publiek te worden verantwoord. Dankzij GroenLinks kent Amsterdam sinds kort een cultuurintendant die het debat over cultuur in de stad stimuleert en verschillende partijen en initiatieven met elkaar verbindt. GroenLinks wil dat deze ingeslagen weg wordt voorgezet.
Wat wil GroenLinks: ►► Stadsdelen in plaats van de centrale stad worden bevoegd te beslissen over de openingstijden van horeca voorzieningen in uitgaansgebieden en woonwijken; ►► Er moet meer ruimte komen voor horeca in de stad. Er mogen in de binnenstad 10% meer cafés en restaurants bij. De vrijgekomen ruimte door opheffing van parkeerplaatsen mag voor uitbreiding van bestaande en nieuwe terrassen worden gebruikt; ►► GroenLinks vindt handhaving van regels belangrijk, zodat ondernemers en omwonenden weten waar de grens ligt en dat de gemeente die bewaakt. Een constante inzet op handhaving is daarom noodzakelijk; ►► Terrasvergunningen worden vrijgeven voor het hele jaar. Op een mooie dag in januari moet een ondernemer gewoon zijn stoelen kunnen buiten zetten; ►► Er komen meer openbare toiletten, die ook toegankelijk zijn voor gehandicapten.
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Wat wil GroenLinks: ►► Politieke en maatschappelijke prioriteiten op het gebied van kunst en cultuur worden kaderstellend door de raad vastgesteld. Kunstinstellingen worden betaald uit het kunstenplan. Het Amsterdamse Fonds voor de Kunst speelt daarnaast een belangrijke rol in het verlenen van subsidies voor individuele en niet-geörganiseerde initiatieven; ►► Instellingen die in de (nieuwe) stadsdelen actief zijn worden expliciet opgenomen in de systematiek. Een goede spreiding van de financiering is een belangrijk; ►► Amsterdam overstijgt haar eigen stadsgrenzen, zeker in cultureel opzicht. Producties, tentoonstellingen en projecten die in Amsterdam tot stand komen, bedienen een breed en veelzijdig publiek. Dit zou zich ook moeten vertalen in de bestuurlijke aanpak van kunst en cultuur op stadsdeel- en metropoolniveau. Ook krijgen experts de opdracht gevraagd en ongevraagd advies te verlenen over kunst- en cultuurbeleid.
39
GROENLINKS AMSTERDAM
11. Bureaucratie en efficiëntie
12. Cultuur- en Mediawijsheid
De wijze waarop instellingen nu worden gesubsidieerd via de kunstenplansystematiek, brengt veel rompslomp met zich mee. Allerlei verantwoordingsregels maken dat instellingen en kunstenaars te veel tijd moeten besteden aan administratie en verantwoording in plaats van doen waar ze geld voor krijgen: kunst en cultuur! Er is sprake van een uitdijende kunstbureaucratie. GroenLinks wil deze trend temperen. Amsterdam heeft met Salto een goed functionerend en voor iedereen toegankelijk radio- en TV-kanaal. AT5 en RTV Noord Holland voorzien de stad en de regio met nieuws en reportages. GroenLinks vindt het jammer dat de fusie tussen deze partijen niet van de grond is gekomen. Eén krachtige lokale zender heeft onze voorkeur. Het is onwenselijk om de instellingen tot het einde van december in het ongewisse te laten over hun financiering van het volgende jaar. De budgettering voor kunst en cultuur moet voor het zomerreces bekend worden, zodat de instellingen ruimte hebben hun beleid af te stemmen op de financiering. De economische recessie raakt ook de kunstensector in Amsterdam. Het wordt een grote uitdaging mensen te blijven verleiden om onze prachtige stad te bezoeken.
GroenLinks wil dat elke Amsterdammer in aanraking komt met kunst en cultuur. Zij beschikt over voldoende cultuurwijsheid en mediawijsheid om een eigen smaak te ontwikkelen. Jong geleerd is oud gedaan. GroenLinks vindt daarom dat er gerichte aandacht moet zijn voor jongeren. De gemeente, scholen en culturele instellingen moeten samenwerken om jongeren met cultuur in contact te brengen.
Wat wil GroenLinks: ►► Kunstinstellingen en musea moeten meer kindgerichte activiteiten gaan ontplooien. De nieuw geopende Hermitage is een prachtig voorbeeld van hoe kinderen betrokken kunnen worden bij kunst; ►► GroenLinks wil dat alle basisschoolleerlingen voor de middelbare school in contact komen met alle disciplines in de kunst. Van hiphop tot klassieke muziek, van Mondriaan tot video art. Kunsteducatie is geen extraatje maar een vanzelfsprekendheid. Dit vraagt ook een inbedding van kunsteducatie in het curriculum van scholen; ►► De gemeente maakt afspraken met de Amsterdamse PABO’s en gaat ook landelijk lobbyen om cultuur- en mediaonderwijs een belangrijkere plek te geven in de curricula van de PABO’s; ►► Kunstinstellingen in Amsterdam zoeken nieuw publiek in de stad. Niet zozeer door mensen de zaal in te halen, maar vooral door zelf de stad in te gaan en samenwerkingsverbanden met scholen, stadsdelen en corporaties aan te gaan. Zij worden afgerekend op hun succes hierbij; ►► De grootste kostenpost voor de scholen is het vervoer. GroenLinks wil dat het openbaar vervoer voor scholen in Amsterdam gratis wordt bij een bezoek aan een museum, voorstelling etc. Gratis met de tram naar het Van Gogh! Amsterdam haakt aan bij landelijke initiatieven, maar neemt eigen initiatief als deze uitblijven.
Wat wil GroenLinks: ►► Kleine instellingen hoeven niet dezelfde intensieve procedure te doorlopen als de instellingen van ‘wereldklasse’. Er komen twee verschillende trajecten; ►► Beschikbare middelen moeten worden ingezet op de kwaliteit van de programmering en het aanbod; ►► De gemeente haakt aan bij zoveel mogelijk landelijke initiatieven en ontwikkelt geen eigen kortingspassen e.d. voor het bezoeken van podium/museum als daar landelijk al een regeling voor bestaat; ►► De gemeente continueert de subsidies aan Salto en stimuleert de ontwikkeling van één lokale televisiezender; ►► We willen opschieten met meest noodzakelijke ingrepen op het Museumplein en geen pretentieus gebouw erbij in de komende bestuursperiode; ►► Culturele gebouwen en monumenten moeten toegankelijk worden gemaakt voor ouderen en mensen met een fysieke beperking.
GROENLINKS AMSTERDAM
40
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
sterdam heeft de afgelopen jaren een enorme groei doorgemaakt als ‘creative hub’: met een toeloop van architecten en grafisch vormgevers, maar ook gamedesigners en animatiebedrijven. Desalniettemin loopt Amsterdam vanuit Europees perspectief nog steeds niet voorop. Hier ligt een belangrijke kans.
13. Amateurkunst Heel veel Amsterdammers verrijken het culturele leven buiten de schijnwerpers. Met amateurkunst in de vorm van toneel, muziek, zang, dans, percussie, et cetera. Georganiseerde verenigingen krijgen terecht een jaarlijkse waarderingssubsidie. Daarnaast zijn er allerlei gezelschappen die semi-professioneel zijn en met zeer weinig publieke middelen het culturele aanbod van Amsterdam versterken. Meer aandacht en geld is nodig voor deze middencategorie tussen amateurs en professionals. Tot slot is er nog veel te doen aan de diversiteit van amateurgezelschappen: ze zijn vaak eenzijdig van samenstelling.
Wat wil GroenLinks: ►► Een speciale kredietfinancieringsregeling voor creatieve ondernemers; ►► Faciliteiten voor internationale platformen en conferenties van de nieuwe mediasector in Amsterdam.
Wat wil GroenLinks: ►► De subsidie voor amateurkunst blijft onaangetast, maar wordt zo aangepast dat het veel beter ten goede komt aan de diversiteit van amateurkunst in de stad; ►► Er worden meer mogelijkheden gecreëerd om semi-professionele amateurgezelschappen langjarige organisatorische en financiële stevigheid te geven; ►► Er komt een onderzoek naar de ruimtebehoefte van amateurgezelschappen en naar de mogelijkheden om de diversiteit van deze gezelschappen in Amsterdam te versterken.
15. Huisvesting in een creatieve stad Structurele allianties zijn nodig met corporaties, stadsdelen, ontwikkelaars en centrale stad om voldoende ruimte in de stad beschikbaar te stellen aan kunstenaars en kunstenaarscollectieven. Het huidige broedplaatsenbeleid wordt gecontinueerd. Daarnaast moet meer inspanning in stad en stadsdelen worden verricht om tijdelijk niet gebruikte ruimtes en gebouwen te bestemmen voor horeca-initiatieven zoals voorheen Club11 en nu het Trouw-gebouw. Ook ruimte die tijdelijk vrijkomt bij de wijkaanpak en stedelijke vernieuwing kan beschikbaar worden gesteld aan kunstenaarsinitiatieven of festivals. Hiermee worden ook sociale doelen van menging en leefbaarheid in de prachtwijken bediend.
14. Nieuwe media & creatieve industrie Nieuwe media, waarmee veelal digitale media worden bedoeld, bieden Amsterdam de kans om zich op cultureel en innovatief vlak snel verder te ontwikkelen. GroenLinks wil meer concrete kansen voor de nieuwe media in Amsterdam, omdat zij niet alleen goed zijn voor de werkgelegenheid, maar tevens een aantrekkingskracht en een uitstraling op de gehele stad hebben. GroenLinks is pleitbezorger van een nieuwe groep kunstenaars die deze technologie omarmt. Ook innovatieve ondernemers, die nieuwe technologie op duurzame wijze inzetten, zijn welkom. Niet alleen kunstenaars, maar ook ondernemers kunnen, met gebruikmaking van (mobiel) internet, snel hun werk of dienst aan een wereldwijd publiek tonen en aanbieden, zonder daarvoor te hoeven reizen. Er ontstaan nieuwe manieren van samenwerking, kruisbestuivingen tussen disciplines en een nieuwe inspiratie, voor mens en economie. AmVERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Wat wil GroenLinks: ►► Via bestemmingsplannen kunnen tijdelijke functies aan gebieden worden toegekend voor experimenten en festivals; ►► De centrale stad stimuleert stadsdelen op diverse plekken buurtwerkplaatsen te ontwikkelen, waar bewoners en gebruikers tegen lage kosten gereedschappen en werkruimtes kunnen gebruiken. Dit is voor kinderen, kunstenaars en hobbyisten een feest en stimuleert sociale contacten op buurtniveau; ►► Rondtrekkende internationale gezelschappen krijgen vanzelfsprekend de ruimte om in Amsterdam neer te strijken. Rafelranden in de stad zijn daar bij uitstek geschikte plekken voor.
41
GROENLINKS AMSTERDAM
blijven: sportverenigingen worden intensief betrokken bij het beheer van deze velden en ondersteund in hun taak om jongeren bij de sport te betrekken. Daarnaast wil GroenLinks investeren in moderne en duurzame sportcomplexen die niet ver van woonwijken staan en bovendien goed te bereiken zijn met het openbaar vervoer. De basis sportinfrastructuur heeft daarbij prioriteit voor GroenLinks. Sportvoorzieningen zijn duur en verdienen structurele financiering. Het uitvoeren van het Sportplan van de centrale stad is een noodzakelijke stap. Het stimuleren van topsport hoort bij een wereldstad als Amsterdam. De marathon, de Giro d’Italia, het WK, de Volvo Ocean Race, de Olympische Spelen: dergelijke evenementen vergroten de aantrekkingskracht van de stad voor toeristen en investeerders, waar de lokale economie enorm van profiteert. Het stimuleren van topsportevenementen mag niet meer kosten dan dat het oplevert. Belangrijker nog, is dat topsport bijdraagt aan de waardering van breedtesport. Sporters en atleten zijn idolen, ook voor de jonge Amsterdammer. Tijdens grote evenementen is er daarom ook aandacht voor de Amsterdamse jonge beoefenaar. GroenLinks vindt het belangrijk om kinderen van jongs af aan te laten bewegen. Daarom flink geïnvesteerd in sporten op de lagere en middelbare school.
16. Ruimte voor Kunst Kunst heeft ruimte nodig. Locale feesten en optredens bieden beginnende kunstenaars een podium, maar ook gevestigde instellingen kunnen juist op straat de interactie met de mensen aangaan. De straat is teveel het domein van commercie en consumptie. Het moet ook een podium zijn voor de kunsten. Amsterdam is een stad van de nacht. Niet voor niks is op initiatief van GroenLinks de nachtburgemeesterverkiezing geïnitieerd in 2002 om de nacht een stem te geven in het publieke debat. Duizenden mensen van binnen en buiten de stad laven zich aan alles wat Amsterdam te bieden heeft. Om de diversiteit in het nachtaanbod te verlevendigen ziet GroenLinks een belangrijke taak voor de cultuurintendant, die in publiek-private financieringsconstructies met commerciële instellingen kunst- en cultuuruitingen uit diverse genres kan integreren.
Wat wil GroenLinks: ►► De centrale stad wijst in overleg met de stadsdelen een paar prominente plekken aan in de stad als ‘vrijplaatsen’ waar artiesten kunnen optreden en kleinschalige demonstraties of manifestaties mogen plaatsvinden, zonder een reeks van procedures te doorlopen; het Spui en het plein voor de ingang van de Stopera zijn uitstekende locaties; ►► Cultuurmarkten worden actief gestimuleerd en gefaciliteerd door stadsdelen en centrale stad; ►► Er komen meer graffitiplekken in de stad voor jonge graffiti-artiesten om te oefenen en de openbare ruimte te verrijken; ►► Het nachtleven wordt een onderdeel van het kunst- en cultuurbeleid van Amsterdam.
Wat wil GroenLinks: ►► Stadsdelen worden gestimuleerd de openbare ruimte ‘bewegingsuitdagend’ in te richten. Met name in parken dienen rommelspeeltuinen de fantasie en beweging van kinderen te stimuleren; ►► Sportcomplexen verrijzen niet alleen aan de randen van de stad, maar ook in woonwijken. Zowel bouw als exploitatie ervan zijn duurzaam. Ze combineren verschillende functies, zodat zowel individuele sportbeoefenaars als teamsporters er terecht kunnen; ►► Sportverenigingen worden ondersteund in hun belangrijke functie om Amsterdammers bij elkaar te brengen. Voor wat hoort wat. Als de gemeente hoge eisen stelt aan vrijwilligers in sportverenigingen moeten deze vrijwilligers daarin professioneel worden ondersteund; ►► De synergie tussen topsport en breedtesport wordt meer en vaker benut. Tijdens grote evenementen zullen de lokale sportverenigingen intensief worden betrokken. Dergelijke sportmanifestaties zijn evenementen voor en
17. Sport: de top en massa verbinden Een lekker leven begint bij bewegen. Sport is cruciaal voor een gezonde leefstijl, maar sporten is ook belangrijk vanwege de sociale relaties die ontstaan tijdens het trappen van een balletje of het rennen van een rondje. Tijdens het sporten komen de Amsterdammers elkaar tegen. Dit gebeurt onder andere in de Amsterdamse parken waar sportvoorzieningen zijn geïntegreerd in het landschap. De sportvelden in en om de stad moeten zoveel mogelijk behouden GROENLINKS AMSTERDAM
42
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
door de hele stad; ►► Amsterdam zet zich onder strikte voorwaarden in om grote sportevenementen te organiseren, namelijk als deze bijdragen aan de lokale economie, top- en breedtesport actief met elkaar verbinden, CO2-neutraal worden gerealiseerd en bereikbaarheid middels openbaar vervoer wordt geïntensiveerd; ►► Bij de invulling van het sportbeleid wordt gelet op diversiteit: sport moet toegankelijk zijn voor alle bevolkingsgroepen (man, vrouw, oud, jong, autochtoon, allochtoon, homo, hetero, gezond, met een beperking).
Dat is zeker van belang, omdat het aantal stadsdelen wordt teruggebracht van veertien naar zeven. Dit betekent dat beleid en besluitvorming van stadsdelen nog nadrukkelijker dan nu in interactie moet plaatsvinden met de mensen die het betreft. Interactieve beleidsvorming en buurtgericht werken gaan verder dan de wettelijk verplichte inspraakmogelijkheden: ze dienen om de kennis en ervaring van de betrokkenen zo goed mogelijk te benutten en de kwaliteit van de besluiten te vergroten. Dat klinkt simpeler dan het is. Te vaak stranden interactieve projecten op onduidelijke kaders, veranderende financiële eisen of politiek gedraai. Interactieve beleidsvorming en buurtgericht werken moeten daarom volgens GroenLinks niet alleen meer gewicht krijgen, maar ook preciezer worden vastgeknoopt aan het officiële besluitvormingsproces.
18. Betrokken burgers bij een divers bestuur Veel Amsterdammers geven vorm aan de stad, als buurtbewoner, ondernemer, vrijwilliger, mantelzorger of actievoerder. Veel Amsterdammers zijn ook oprecht geïnteresseerd in de politiek. Zeker als het om concrete kwesties gaat in de eigen buurt, zijn er altijd weer mensen die zich met hart en ziel inzetten in buurtgesprekken, inspraakrondes, actiegroepen en burgerinitiatieven. De stad is bovendien gezegend met een pluriforme, kritische pers en een flinke groep kritische volgers van het bestuur. Zowel op papier en tv, als op straat en internet. Er mag soms veel op z’n Amsterdams worden geklaagd, in feite getuigt het van een grote betrokkenheid en passie voor de stad. Passie, die niet vanzelfsprekend is. Een grote en groeiende groep burgers keert zich af van ‘de politiek’. De veelbesproken ‘kloof’ tussen burger en politiek hoort erbij in een vertegenwoordigende democratie, maar op dit moment lijkt die kloof eerder een gapend gat. En dat is niet zonder risico’s: mensen keren zich niet alleen af van de politiek, maar ook van hun buren. Als steeds meer mensen zich terugtrekken uit de samenleving, dan verdwijnt het cement uit de maatschappij. Betrokken burgers hebben een betrokken overheid nodig en andersom. Voor het vertrouwen in de democratie is het cruciaal dat de overheid betrouwbaar is, afspraken en toezeggingen nakomt en geen beloftes doet die onrealistisch zijn. Maar GroenLinks verwacht ook van burgers dat zij hun verantwoordelijkheid nemen en zich niet afzijdig opstellen. GroenLinks wil een sterke vertegenwoordigende democratie, die de diversiteit van de stad weerspiegelt, combineren met een grote mate van meer directe invloed van burgers en ondernemers. VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Wat wil GroenLinks: ►► De gemeente biedt ruimte aan burgers en ondernemers om de kwaliteit van de besluitvorming te vergroten, maar geeft van tevoren ook duidelijk de speelruimte aan; ►► Stadsdelen worden gestimuleerd om hun eigen aanpak van buurt- of gebiedsgericht werken te formuleren, uit te voeren en over de kwaliteit daarvan verslag te doen; ►► De gemeente stimuleert het gebruik van het burgerinitiatief; ►► Westpoort behoudt een coördinerende wethouder, die zich inzet voor een veiliger en aantrekkelijker gebied voor ondernemers en werknemers; ►► De gemeente zet zich in om de opkomst van alle Amsterdammers, en in het bijzonder Amsterdammers met een niet-westerse achtergrond, bij verkiezingen te verhogen en hun politieke participatie te bevorderen; ►► De gemeente ondersteunt een pluriforme en onafhankelijke lokale pers en nieuwsgaring.
19. Een overheid die werkt Veel Amsterdammers hebben vooral met de gemeente te maken als dienstverlener. Bijvoorbeeld voor de paspoorten, de reiniging, toeleiding naar werk, als loket voor zorg en als hoeder van de veiligheid. Iedereen wil dat dit zo goed mogelijk gebeurt, tegen zo min mogelijk kosten. En dat je bij vragen of klachten een snelle en adequate reactie krijgt. Toch 43
GROENLINKS AMSTERDAM
schort het daar nog vaak aan. De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in een betere bedrijfsvoering van het ‘concern’ Amsterdam, maar het loopt nog te vaak mis. Diensten en stadsdelen die elkaar tegenwerken, het stedelijke callcenter ‘Antwoord 14020’ dat nog zeer gebrekkig functioneert, de inburgering en re-integratie die maar niet van de grond willen komen. Dat is onverteerbaar. Als de dienstverlening en de uitvoering van beleid niet goed lopen, is het begrijpelijk dat mensen nieuwe plannen met argwaan begroeten. De komende bestuursperiode wil GroenLinks daarom investeren in de verbetering van de kwaliteit en doelmatigheid van de dienstverlening en de uitvoering van beleid. In een groene overheid die werkt. In het licht van de fusie van stadsdelen komt het de komende jaren aan op de herstructurering van diensten, het herverdelen van taken en bevoegdheden, en het bereiken van concrete resultaten op grond van beleid dat op vrijwel alle gebieden allang is ingezet. En in het licht van de economische crisis betekent dit jong en oud aan het werk houden en lokale lasten binnen de perken houden. Hoe verleidelijk ook voor bestuurders is om weer massa’s nieuw beleid te formuleren, wat ons betreft gaat de meeste aandacht naar doeltreffende uitvoering.
mocratische controle kunnen uitoefenen vanwege zijn structuur, als de zeggenschap van de Provincie Noord-Holland over Groot-Amsterdam.
Wat wil GroenLinks: ►► De Stadsregio Amsterdam als bureaucratische, ondoorzichtige en ondemocratische bestuurslaag moet worden vervangen door een nieuwe Metropoolregio waar ook Almere deel van uitmaakt. Zo ontstaat er een nieuwe stadsprovincie Groot-Amsterdam, waarbij de volksvertegenwoordiging rechtstreeks door burgers wordt gekozen; ►► Zolang de Stadsregio blijft bestaan, kunnen niet-gekozen bestuurders zoals burgemeesters, niet langer lid zijn van de Regioraad.
Wat wil GroenLinks: ►► Geen nieuw beleid op dossiers waarvoor in de afgelopen vier jaar al kaders zijn gesteld. Hoogstens aanpassing van ambitieniveaus; ►► Het stedelijke callcenter ‘Antwoord 14020’ functioneert uiterlijk begin 2011 naar behoren. Anders schaffen we het af.
20. Zin in de toekomst: Groot-Amsterdam De hoeveelheid stadsdelen is afgenomen, onder meer omdat de stad de bestuurlijke drukte wilde verminderen. Maar we zijn er daarmee nog niet. Met zeven sterkere stadsdelen wordt het tijd om het aantal bestuurslagen te heroverwegen. Wat GroenLinks betreft wordt de Groene Metropool Amsterdam uiteindelijk bestuurd door één stadsprovincie, waartoe in ieder geval ook Almere behoort. Onder die stadsprovincie hangt nog slechts één bestuurslaag: de huidige gemeenten rond Amsterdam en de stadsdelen in Amsterdam. Dat betekent zowel het einde van de Stadsregio Amsterdam, waarop burgers geen deGROENLINKS AMSTERDAM
44
VERKIEZINGSPROGRAMMA 2010-2014
Groenlinks
kandidatenliJst
Gemeenteraad amsterdam 2010-2014 1. 2. 3. 4. 5. . 7. . 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 1. 17. 1. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 2. 27. 2. 29. 30.
Maarten van Poelgeest Marieke van Doorninck Fenna Ulichki Marco de Goede Jan Hoek Evelien van Roemburg Fjodor Molenaar Tamira Combrink Arend Hamstra Anna Schoemakers Femke Roosma Barn Geurts Karim Maarek Iwan Leeuwin Bram Bos Birgül Dönmez Merijn van Leeuwen Sam Franklin Juul van Hoof Avni Turgut Elizabeth Koier Chris Bouma Simion Blom Lieke Thesingh Mathieu Heemelaar Yasemin Bagdadi Dylan van Rijsbergen Astrid Kuiper Marius Ernsting Tofik Dibi
VerkiezinGsproGramma 2010-2014
45
Groenlinks amsterdam
http://amsterdam.groenlinks.nl