Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
Datum 13 juli 2015 Kenmerk DGAN-DAD / 15099758 Kopie aan Bijlage(n)
Omschrijving
Bestuurlijk overleg hobbydierhouders/ kinderboerderijen
Voorzitter
Directeur Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
Vergaderdatum en -tijd
23 juni 2015, 15.00 uur - 17.00 uur
Locatie
Philipszaal, Bezuidenhoutseweg 73, Den Haag
Aanwezig
Ned. Bel. Ver. van Hobbydierhouders, Ned. Bond van Vogelliefhebbers, Kleindierliefhebbers Nederland, Ned. Werkgroep Pluimvee en Parkvogels, Platform Kleinschalige Schapen-en Geitenhouders, Stichting Zeldzame Huisdierrassen, Bonte Bentheimer varken, Aviornis International, vSKBN, NVWA, EZ
Afwezig
Vergaderpunten 1. Opening De directeur DAD opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Na een kennismaking geeft de directeur nadere informatie over de laatste reorganisatie, waarbij Agro en Natuur samengevoegd zijn. Ook gaat hij in op de diverse (beleids)ontwikkelingen van het afgelopen jaar en kijkt vooruit naar 2016. Vanaf 1 januari 2016 is Nederland voorzitter van de Raad van de Europese Unie. 2. Notulen vorige vergadering d.d. 24 juli 2014 Besloten wordt dat de notulen openbaar gemaakt mogen, zonder namen. 3. Mededelingen EZ noemt de wijzigingen op het gebied van de regelgeving die voor de hobbydierhouders en kinderboerderijen van belang zijn. 4.
Pluimvee en parkvogels
4.1 Hoog pathogene vogelgriep 2014 In het algemeen zijn de hobbydierhouders positief over de aanpak. Bij een volgende dierziekte uitbraak willen de hobbydierhouders hun vogels die op een tentoonstelling verblijven naar huis kunnen vervoeren. Het gaat om een eenmalige verplaatsing.
Pagina 1 van 7
Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
EZ geeft aan dat de regelgeving tijdens de laatste hoog pathogene vogelgriep zeer complex was en snel veranderde. Bureau Berenschot evalueert dit onderwerp. Alle nieuwe dierziekten uitbraken zijn verschillend van voorgaande. Algemene toezeggingen voor de toekomst zijn niet mogelijk. Wel zal met de NVWA en vogelgriepexperts dit najaar worden nagegaan in welke situatie en onder welke voorwaarden het eenmalige vervoer van siervogels vanaf een tentoonstelling tijdens de crisis eventueel kan worden toegestaan.
Ons kenmerk DGAN-DAD / 15099758
De hobbydierhouders melden dat er een behoorlijke financiële schade is geleden ten gevolge van afgelaste tentoonstellingen in 2015. Voor deze schade kan men zich niet verzekeren. Het voorstel is een gezamenlijk Fonds overheid/hobbyhouderij op te richten. EZ meldt dat er met de commerciële veehouderij sectoren afspraken gemaakt zijn over het dragen van de kosten bij preventie en bestrijding van bestrijdingsplichtige dierziekten. De afspraken liggen vast in het zogenaamde convenant Diergezondheidsfonds (DGF). Vervolgschade wordt niet vergoed. Dit is het risico voor de ondernemer. Het organiseren van tentoonstellingen in pluimveedicht gebied brengt extra ondernemersrisico’s met zich mee. Hobbyhouders moeten zich hier van bewust zijn. De hobbydierhouders geven aan dat er zich een incident tussen een houder van eenden en de NVWA voordeed. Meer kennis over bijzondere diersoorten en inzicht in het netwerk bij de handhavers kan toekomstige incidenten voorkomen. Afspraak: EZ wacht eerst het resultaat van de evaluatie door Bureau Berenschot af. Zodra EZ met de conclusies aan de slag gaat zal het aanbod van de hobbydierhouders, informatie verschaffen over de gehouden bijzondere diersoorten, hierbij worden betrokken. EZ en de NVWA houden een vinger aan de pols. 4.2 Positieflijst voor vogels en reptielen De hobbydierhouders willen weten hoe EZ nu verder gaat met de ‘Roadmap Vogels en reptielen’, waaraan ze een bijdrage leverden. EZ meldt dat het rapport ‘Roadmap naar een positieflijst voor vogels en reptielen’ (WUR, maart 2015) klaar is en weergeeft hoe een positieflijst voor vogels en reptielen vormgegeven zou kunnen worden. De staatsecretaris heeft in de Tweede Kamer aangegeven éérst de positieflijst/huisdierenlijst voor zoogdieren verder in te willen vullen en dit heeft nu alle aandacht. Na afronding van deze lijst voor zoogdieren zal pas bekeken worden of en op welke manier een huisdierenlijst/positieflijst voor vogels en reptielen kan worden opgesteld. 4.3. Criteria bedrijfsmatige houderij De hobbydierhouders menen dat de criteria ‘bedrijfsmatige houderij’ zeer ruim geformuleerd zijn. Zij vrezen willekeurigheid in de handhaving. Hun voorstel: inschrijving KvK i.v.m. dierhouderij, zo niet dan geen bedrijfsmatige houderij. EZ legt uit dat vanwege de diversiteit van de huisdieren- en hobbydierensector het niet mogelijk is om de term ‘bedrijfsmatige houderij’ aan de hand van één
Pagina 2 van 7
Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
helder criterium af te bakenen. Daarom zijn er meerdere indicaties opgenomen in de toelichting van ‘bedrijfsmatige houderij’. Inschrijving bij de KvK is bij de totstandkoming van de regels overwogen maar bleek verre van waterdicht, gelet op de handhaving.
Ons kenmerk DGAN-DAD / 15099758
De hobbydierhouders geven aan dat er fokkers zijn die wel eens pluimvee verkopen aan iemand die niet direct familie of vriend is. Moeten zij zich registreren? EZ meldt dat het al dan niet aan een familielid verkopen geen allesbepalend criterium maar één van de indicaties is. Alle indicaties samen geven een inschatting of iemand bedrijfsmatig bezig is. Actuele informatie over de term bedrijfsmatige houderij vindt men op de site https://mijn.rvo.nl/-/wanneer-houdik-bedrijfsmatig-huisdieren? De hobbydierhouders geven aan dat liefhebbers het houden van vogels als een hobby zien en men, in het algemeen, niet bedrijfsmatig bezig wil zijn. Zij willen criteria opstellen waar beter uit blijkt wanneer hobbydierhouders wel/ niet bedrijfsmatig dieren houden. Afspraak: de hobbydierhouders stellen aanvullende criteria op en EZ beoordeelt of deze criteria in de voorlichting gebruikt kunnen worden. 4.4. Maat pootringen De hobbydierhouders geven aan dat de NVWA een boeterapport opstelde m.b.t. de onjuiste maat van de pootring bij bosfazanten. EZ geeft aan dat de door de NVWA aangegeven maat bindend is. De hobbydierhouders melden dat de gehanteerde maat in een aantal gevallen te klein is. Er moet voorzien worden in een procedure om de lijst aan te passen, zoals vroeger ook het geval was. Deze vraag heeft de hobbysector diverse malen aangekaart. Afspraak: Directeur DAD constateert dat overleg met Directie Natuur en Biodiversiteit nodig is om dit knelpunt op te lossen. De vogelorganisaties sturen een gezamenlijke brief met de knelpunten op het gebied van de pootringen naar Directie Natuur en Biodiversiteit en een afschrift naar DAD. 5.
Schapen en geiten
5.1 Terugblik traject Diergezondheidsfonds (DGF) De hobbydierhouders geven aan dat ze nu wel betrokken worden bij het Platform DGF en ze verwachten dat ze ook betrokken worden bij het vervolgoverleg. EZ zegt toe dat KSG bij het vervolgoverleg, gepland op 18 juni 2015, wordt betrokken. 5.2. Wolven De hobbydierhouders geven aan dat het onderscheid in vergoeding Faunafonds tussen hobbymatig en commerciële houders tijdens de vorige vergadering aan de
Pagina 3 van 7
Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
orde is gesteld. Inmiddels is een wolf in Nederland geweest die bij een hobbyhouder schapen heeft dood gebeten. Een gedeputeerde kondigde aan dat deze schade vergoed zou worden. De hobbydierhouders vinden dat bij veroorzaakte schade door de wolf een vergoeding hoort, ook voor hobbydierhouders. EZ zegt dat dit ook door de staatsecretaris en door de provincies erkend is. Vorig jaar heeft de staatsecretaris in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat zij de wolf heeft aangewezen als beschermde soort in Nederland. Daarmee is afschot verboden en komen houders in aanmerking voor een tegemoetkoming in geleden schade, als zich die voordoet. Daarbij zijn de normale regels van het Faunafonds van toepassing, zoals het aantonen dat het om een wolf ging en het betalen van de behandelkosten. De provincies beheren het Faunafonds. In het recente geval heeft de provincie Drenthe bij uitzondering zelf de volledige schade vergoed, omdat het behandelbedrag al hoger zou zijn dan de werkelijke schade. De verwachting van EZ is dat de provincies in de praktijk geen onderscheid zullen maken tussen de onderscheiden houders.
Ons kenmerk DGAN-DAD / 15099758
5.3. Q-koorts beleid De hobbydierhouders constateren dat er nog steeds besmette bedrijven zijn. Als gevolg daarvan vinden zij de intensiteit van het tankmelkonderzoek hoog. Dat brengt extra kosten ten laste van het Diergezondheidsfonds met zich mee. Hobbyhouders hebben hier part noch deel aan. De problematiek van verplichte vaccinatie voor besloten keuringen blijft onverminderd aanwezig. Hobbydierhouders betreuren de situatie, waaraan de ene kant besmette bedrijven besmet blijven en zij de dupe zijn van de strenge regelgeving die de hobbydierhouderij schaadt. EZ meldt dat er ten tijde van het overleg acht bedrijven zijn met de besmetstatus Q-koorts in Nederland. Tijdens de crisis zijn maatregelen ingevoerd, opgenomen in de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten, om Q-koorts in Nederland onder controle te krijgen in de gehele sector. Vaccinatieplicht en tankmelkmonitoring zijn voorbeelden van deze maatregelen. Het bespreken van aanpassen van de frequentie van de tankmelkmonitoring is pas actueel als er geen besmette bedrijven meer zijn. EZ geeft aan dat bekend is dat het onderwerp ‘Besloten keuringen’ gevoelig ligt. Om te voorkomen dat er humane besmettingen plaatsvinden is de vaccinatieplicht ingevoerd. De regeling verbiedt het aanvoeren en bijeenbrengen van ongevaccineerde schapen en geiten op locaties met een publieksfunctie, evenementen, tentoonstellingen en keuringen. Keuringen met ongevaccineerde dieren zijn onwenselijk vanuit het oogpunt van de volksgezondheid. EZ wijst daarom versoepeling van de interpretatie van de regelgeving af evenals huidige en toekomstige mogelijkheden tot besloten keuringen zonder vaccinatie van de dieren. Hobbydierhouders betreuren de situatie. 5.4. Resistentie wormmiddelen en leverbotmiddelen De hobbydierhouders constateren dat sommige middelen alleen als combimiddel geregistreerd zijn. Dit is onwenselijk en helpt niet bij preventie van resistentie wormen/leverbot. Uiteraard is het aan de fabrikant, maar wat hier tegen te doen?
Pagina 4 van 7
Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
EZ geeft aan dat de combinatieproducten uitsluitend bedoeld zijn voor de behandeling van gecombineerde infecties. Ten aanzien van de combinatiepreparaten bij lintworm-middelen voor paarden en voor honden en de combinatie preparaten tegen rondworm en leverbot voor herkauwers worden door de Werkgroep Veterinaire Parasitologie gesignaleerde problemen bij de industrie aangekaart. EZ adviseert de hobbydierhouders eveneens gesignaleerde problemen te agenderen bij de industrie, zodat er druk op de ontwikkeling van nieuwe middelen blijft. Ook bij de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Dieren en FIDIN kunnen zaken aan de kaak gesteld worden.
Ons kenmerk DGAN-DAD / 15099758
5.5 TRACES en I&R De hobbydierhouders geven aan dat er wat betreft Traces, ondanks verbeteringen, nog steeds sprake is van ontbrekende en foutieve meldingen. EZ meldt dat afgelopen maanden veel onderzoek naar inconsistente importmeldingen is gedaan door GD, RVO en NVWA. Er bleek sprake van onjuiste registraties door de veehouder: melding ‘aanvoer’ i.p.v. melding ‘import’. Ook bleek er sprake van onjuiste importmeldingen in slachthuizen. Als aanbeveling uit het onderzoek kwam naar voren: een jaarlijkse uitwerking van de vergelijking tussen TRACES en de I&R-database om zo eventuele inconsistenties in importmeldingen nauwlettend in de gaten te houden. Sinds januari 2014 controleert de NVWA elke importzending die niet met een I&Rmelding te matchen is actief. Dit lijkt sterk bijgedragen te hebben aan de afname van ontbrekende en foutieve meldingen. De hobbydierhouders spreken hun verbazing uit over het hoge bedrag dat bij I&R aan klantondersteuning wordt besteed. Afspraak: EZ zegt dat de hoogte van het bedrag voor klantondersteuning al gehalveerd is maar gaat na of dit bedrag nog verder omlaag gebracht kan worden. 6.
Varkens
6.1. Dekberen De hobbydierhouders geven aan dat er voor fokkers van het Nederlandse Landvarken en de Bonte Bentheimer belemmeringen zijn in huidige wet- en regelgeving. EZ heeft begin dit jaar aangegeven een uitgewerkt plan en procesbeschrijving van de sector, betreffende het winnen van varkenssperma van de Bonte Bentheimer en het NL Landvarken, aan de geldende wet- en regelgeving te willen toetsen. EZ is benieuwd naar het uitgewerkte plan van de sector. Afspraak: het plan zal door de hobbydierhouders worden ingediend en in klein verband besproken. 6.2.
Opheffen Productschap
Pagina 5 van 7
Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
De hobbydierhouders geven aan dat het opheffen van het productschap heeft geleid tot nieuwe regelgeving. Varkenshouders moeten zich naast de UBNaanvraag registreren met een bepaalde status. Positief is de mogelijkheid van de recreantenstatus (minder dan 4 varkens) die nu geformaliseerd is. Er zal hierover voorlichting moeten komen naar de ongeorganiseerde houders. NBvH wil dit op zich nemen, maar geeft aan dat de mogelijkheden beperkt zijn, vanwege het feit dat bij hen niet bekend is wie deze houders zijn en waar zij zich bevinden. EZ geeft aan dat er de komende tijd verdere invulling gegeven wordt aan het invoeringstraject van het project ‘I&R en Varkenslevering (VL)’ waarbij ook de hobbyhouders direct betrokken zullen worden.
Ons kenmerk DGAN-DAD / 15099758
6.3. Identificatie & Registratie De hobbydierhouders geven aan dat het voorstel van EZ om I&R mogelijk via Product Organisatie voor Varkenshouders (POV) te laten lopen voor de echte hobbyhouders geen optie is. EZ meldt dat het bij I&R voor varkens gaat om de verplaatsingen van aantallen varkens tussen locaties. Er wordt toegewerkt naar het erkennen van zogenaamde aangewezen databanken alwaar de houder van varkens de I&R meldingen kan verrichten. Afspraak: Hobbydierhouders worden hierbij betrokken. 7.
Runderen
7.1. De regelgeving omtrent antibiotica gebruik De hobbydierhouders vinden het verplichte bedrijfsplan voor kleinschalig gehouden runderen administratief belastend, terwijl dat juist de houders zijn waar nauwelijks sprake is van antibioticagebruik. Het optrekken van de grans naar 10 runderen vermindert de lasten van de hobbydierhouders aanzienlijk. EZ geeft aan dat de UDD maatregel inhoudt dat antibiotica in beginsel alleen door de dierenarts worden toegepast. Op dit uitgangspunt is een uitzondering gemaakt waardoor houders van dieren onder strikte voorwaarden ook zelf antibiotica mogen toepassen. Deze strikte voorwaarden betreft houders van minder dan 5 vleeskalveren of melkveerunderen. Deze houders mogen zelf de antibiotica toepassen op basis van de instructie van de dierenarts. De administratieve lasten zijn bekend maar er is zoveel mogelijk aangesloten bij de verplichtingen die al vanuit de Productschappen bestonden. EZ ziet geen aanleiding om de regelgeving op dit punt aan te passen. Elke getrokken grens levert discussie op. 7.2. Mestnormen Niet aan de orde geweest. 8. Rondvraag Er wordt door de hobbydier houders gevraagd of het zin heeft om verder te gaan met hun voorstel ‘besloten keuringen’ voor schapen en geiten (punt 5.3). Het gaat hierbij om keuringen met ongevaccineerde dieren. Er is al veel energie in
Pagina 6 van 7
Directoraat-generaal Agro en Natuur Directie Dierlijke Agroketens en Dierenwelzijn
gestoken. EZ geeft opnieuw aan, vanuit het oogpunt van volksgezondheid, versoepeling van de interpretatie van de regelgeving af te wijzen evenals huidige en toekomstige mogelijkheden tot besloten keuringen zonder vaccinatie van de dieren.
Ons kenmerk DGAN-DAD / 15099758
De hobbydierhouders geven aan het jammer te vinden dat de staatsecretaris niet in ging op een uitnodiging voor een bezoek aan een tentoonstelling voor vogels vanwege een volle agenda. EZ beaamt dat de staatsecretaris prioriteiten moet stellen en dat politieke aandacht vaak een extra reden voor de staatsecretaris is om een bezoek te brengen aan organisaties. Een tentoonstelling met kleindieren heeft ze al wel bezocht. 9. Sluiting De directeur bedankt alle aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.
Pagina 7 van 7